Technische Goedkeuring ATG met Certificatie
Goedkeurings- en Certificatie-operator
RUWBOUW DRAAGSTRUCTUREN RECON WALL SOLUTIONS
ATG 15/2944
Geldig van 13/04/2015 tot 12/04/2018
Belgian Construction Certification Association Aarlenstraat, 53 B-1040 Brussel www.bcca.be -
[email protected]
Goedkeuringshouder: Recon Bouw N.V. Oude Weg, 39 B-9991 Adegem Tel.: +32 (0)50 71 68 68 Fax.: +32 (0)50 71 77 64 Website: www.reconbouw.be E-mail:
[email protected]
1
Doel en draagwijdte van de technische goedkeuring
Deze technische goedkeuring betreft een gunstige beoordeling door een onafhankelijke goedkeuringsoperator aangeduid door de vzw BUtgb van het product of systeem voor een bepaalde beoogde toepassing. Het resultaat van deze beoordeling werd in deze goedkeuringstekst vastgelegd. In deze tekst wordt het product, of de in het systeem toegepaste producten, geïdentificeerd en worden de te verwachten productprestaties bepaald, gesteld dat het product (de producten) of het systeem (de systemen) verwerkt, gebruikt en wordt (worden) onderhouden zoals uiteengezet in deze goedkeuringstekst. De technische goedkeuring gaat gepaard met een regelmatige opvolging en een aanpassing aan de stand van de techniek wanneer deze wijzigingen pertinent zijn. Een driejaarlijkse herziening wordt opgelegd. De instandhouding van de technische goedkeuring vereist dat de fabrikant te allen tijde kan bewijzen dat hij al het nodige doet opdat de in de goedkeuring beschreven prestaties bereikt worden. De opvolging hiervan is essentieel voor het vertrouwen in de overeenkomstigheid met deze technische goedkeuring. Deze opvolging wordt toevertrouwd aan een door de BUtgb aangeduide certificatieoperator. Door middel van het doorlopend karakter van de controles en de statistische interpretatie van de controleresultaten bereikt de bijbehorende certificatie een hoog betrouwbaarheidsniveau. De goedkeuring, evenals de certificatie van de overeenstemming met de goedkeuring, staan los van individueel uitgevoerde werken. De aannemer en voorschrijver blijven onverminderd verantwoordelijk voor de overeenstemming van de uitvoering met de bepalingen van het bestek.
2
Voorwerp
De RWS wanden bestaan uit in de fabriek voorafvervaardigde muren of delen van muren op basis van metselbakstenen voor niet decoratief beschermd (niet blootgesteld aan vorst en water) metselwerk en metselmortel, bestemd voor woningbouw (nieuwbouw en verbouwingen), appartementen en utiliteitsbouw. De elementen zijn opgebouwd volgens de traditionele metselmethodes. De goedkeuring richt zich tot niet dragende en onbelaste wanden, verticaal belaste dragende wanden evenals horizontaal belaste wanden en op verticale afschuiving belaste wanden, rekening houdend met de in § 7 vermelde eigenschappen van het eindproduct. Lintelen, balken en sloffen behoren niet tot het toepassingsgebied van deze goedkeuring. Het metselwerk van muren met lintelen, balken en sloffen behoort wel tot dit goedkeuringsdomein Aangezien hierover geen gegevens bekend zijn, spreekt deze goedkeuring zich niet uit over de eventueel te nemen maatregelen aangaande pleisterwerk ter plaatse van de voegen. Evenmin spreekt de goedkeuring zich uit over de akoestische eigenschappen van het systeem, aangezien hierover onvoldoende gegevens beschikbaar zijn. Wandelementen, waarvan de kimlaag is uitgevoerd in een ander materiaal dan voorzien voor de opbouw van de geprefabriceerde muren, behoren niet tot het domein van deze ATG, tenzij deze zelf beschikken over een ATG specifiek voor deze toepassing. Deze goedkeuring concentreert zich op het basissysteem: de samenstellende materialen, het produceren van wanddelen in de fabriek, de voorschriften voor het transport en de voorschriften voor de uitvoering evenals de uitvoering zelf van de assemblage tot volledige wanden op de werf.
ATG 15/2944 - 1/7
3
3.1
Materialen
Metselstenen
Dit zijn metselbakstenen voor niet-decoratief binnenmetselwerk volgens NBN EN 771-1.
Voorafgaande opmerking: Andere materialen dan deze hierna vermeld, behoren slechts tot het domein van deze ATGgoedkeuring, indien ze vermeldt staan in een gewaarmerkte cataloog die onlosmakelijk met deze goedkeuring verbonden is.
De metselstenen zijn BENOR-gecertificeerd. 3.2
Spouwhaken
Spouwhaken worden niet ingebouwd bij de productie van RWSwanden. Deze worden op de werf aangebracht na de plaatsing van de thermische isolatie.
Tabel 1 – karakteristieken metselstenen Afmetingen
Bruto droge volume massa
Lengte
Breedte
Hoogte
Cat.
(mm)
(mm)
(mm)
(kg/m3)
307
88
238
900
495
138
238
900
495
188
238
900
Genormaliseerd
(N/mm2)
(N/mm2)
D1
15
21,80
D1
15
20,30
D1
15
18,80
Eigenschap
Resultaat
Maattolerantie (NBN EN 772-16)
T1
Maatspreiding (NBN EN 772-16)
R1
Configuratie (NBN EN 772-16 en NBN EN 1996-1-1)
Groep 2
Vorstbestendigheid (NBN B 27-009)
Niet gecertificeerd
Hechtsterkte (N/mm²) (NBN EN 998-2)
0,15
Actief-oplosbare zouten (NBN EN 772-5)
S0
Brandreactieklasse (NBN EN 771-1)
A1
Thermische geleidbaarheid (W/m.K) (NBN EN 1745 methode P2 en NBN B 62-002)
3.3
Druksterkte Gemiddeld NBN EN 771-1 NBN EN 772-1
Afmetingen
λD
λUi
307 x 88 x 238
0,26
0,28
495 x 138 x 238
0,26
0,28
495 x 188 x 238
0,26
0,28
Waterdampdoorlaatbaarheid (µ-waarde) (-) (NBN EN 1745)
5 / 10
Initiële wateropslorping (NBN EN 772-11 en PTV 23-003)
IW3
Metselmortel
De mortel is BENOR gecertificeerd. De mortel is minimaal klasse M10 volgens NBN EN 998-2. Tabel 2 – karakteristieken mortel Eigenschap
Resultaat
Brandreactieklasse (NBN EN 998-2)
A1
Gemiddelde druksterkte (N/mm²) (NBN EN 1015-11)
12 (klasse M10)
Volumemassa (kg/m3) (NBN EN 1015-10)
1800
Hechtsterkte (N/mm²) (tabelwaarde NBN EN 998-2 annex C)
0,15
Chloridegehalte (%) (NBN EN 1015-17)
< 0,1
Waterabsorptie (%) (NBN EN 1015-18)
< 0,40
Waterdampdoorlaatbaarheid (µ-waarde) (-) (tabelwaarde NBN EN 998-2 annex C))
15 - 35
Thermische geleidbaarheid (W/m.K) (NBN EN 1745) λ10,dry
< 0,83
λ10,dry(90/90)
≤ 1,03
ATG 15/2944 – 2/7
3.4
Bij topgevels worden de uiteinden voorzien van schuine stenen. De naastliggende steen is de passteen (zie figuur 1).
Wapening
3.4.1
Lintvoegwapening volgens NBN EN 845-3
Fig. 1: topgelvels
Murfor® metselwerkwapening: ATG 1973 Sigmafor SFVRZ CE AoC 3 (rapport DE611XB133 van WTCB – nofified body nr. NB 1136), enkel voor niet structurele toepassing. 3.5
Bandijzer
Koolstof-mangaanstaal, koudgewalst en warm behandeld, zwart gelakt: 3.6
breedte: 31,75 mm; dikte: 0,80 mm; breuklast: minimaal 22.690 N; breuklast: gemiddeld 26.000 N.
Waterkerend membraan
Onder de eerste laag stenen en in de mortellaag wordt een lintvoegwapening geplaatst. Dit wordt nogmaals herhaald in de mortellaag boven de eerste laag stenen.
Lage densiteit polyethyleen, gewafelde ruitstructuur:
4
Kleur: zwart; Dikte: 700 µm; Gewicht: 480 g/m2; Treksterkte: langs: 400 N/5 cm; dwars: 300 N/5 cm; UV gestabiliseerd; Temperatuursweerstand: -30 °C / +75 °C; Rekweerstand langs: ≥ 600 %; dwars: ≥ 500 %.
De wandelementen worden zodanig geproduceerd dat zij voldoen aan volgende voorwaarden:
Lengte
+/- 5 mm
Hoogte
+/- 5 mm
Vlakheid t.o.v. een rechte lat van 2 m
+/- 8 mm per 2 m
Dimensies van de uitsparingen in het element
+/- 5 mm
Positie van de uitsparingen in het element
+/- 5 mm
Hoek schuine zijde: tolerantie aan de top in horizontale richting
+/- 5 mm
in verticale richting
+/- 5 mm
Het verband is halfsteens en de minimale verspringing van de verticale stootvoegen tussen twee opeenvolgende lagen is groter dan 0,4 x hsteen (> 95 mm voor stenen van 238 mm hoog ). De koppen van de stenen hebben een tand- en groefverbinding zodat de stootvoegen niet worden opgevuld met mortel (tenzij bij passtukken waar er geen tand en groefverbinding is). Topgevels:
Beveiliging tegen omvallen in de productiehal: Van zodra de muur volledig gemetseld is, wordt er aan de zijkant een beveiliging tegen omvallen voorzien.
Tabel 3 – toleranties wandelementen Toleranties
Spouwhaken: De spouwankers worden aangebracht op de werf na het plaatsen van de isolatie. Indien geen speciale informatie hierover gegeven is, wordt standaard een hoeveelheid van 5 stuks/m² voorzien, waarbij de eerste spouwhaken op 80 cm van de hoeken van het gebouw voorzien zijn.
een maximale lengte van 8,0 m, een maximale hoogte van 3,25 m, en een maximaal gewicht van 4,5 T.
Kenmerk
Bandijzer: Op plaatsen waar penanten op de werf worden geplaatst, wordt een bandijzer ingewerkt zoals aangegeven op de uitvoeringsplannen. Er worden in de fabriek geen alleenstaande penanten gemetseld met een lengte kleiner dan 20 cm. De muren kunnen wel voorzien worden van een haakse muur maar daarvan bedraagt de maximale lengte 60 cm
De afmetingen van de wandelementen zijn zodanig dat zij voldoen aan de door de architect (of zijn vertegenwoordiger) goedgekeurde, en door de werfverantwoordelijke voor goedkeuring ondertekende productieplannen. De maximale afmetingen worden bepaald door:
Waterkering: De waterkering wordt aangebracht op de werf boven de kimlaag, die op de werf gemetst wordt.
RWS wandelementen
Lintvoegwapening:
Voorbereiding voor transport Bovenop de muur worden metalen traversen (kokers) geplaatst. De muren worden dan omsnoerd met een staalband met een maximale tussenafstand van 1 m.
5
Vervaardiging en commercialisatie
De Recon Wall Solution-wanden worden voor iedere werf op maat gemaakt op basis van het architectenplan, beschut tegen weersinvloeden in de bij BCCA aangegeven productiehal. Alle montagevoorzieningen worden tijdens de productie in de wandelementen ingewerkt. De commercialisatie van de wanden gebeurt door de producent zelf.
6
Uitvoering
6.1
Transport
Na productie en verharding (één à twee dagen) worden de muren in de containers geladen, die later per vrachtwagen naar de werf vervoerd worden. Er wordt geladen conform het K.B. Ladingzekering.
ATG 15/2944 – 3/7
6.2
Lossen
Fig. 2: plaatsing schoren
De montagedienst van de werf bepaalt de plaats van de container op de bouwplaats. De ondergrond waar de container op geplaatst wordt moet voldoende stabiel zijn. De vervrachter zorgt voor de nodige drukplaten die onder de steunen van de container moeten geplaatst worden. 6.3
Montage
6.3.1
Benodigde materialen
Voor de montage van de wandelementen op de bouwplaats heeft men het volgende nodig:
6.3.2
Algemeen torenkraan met hijsmiddelen; metselmortel (idem als deze voor de opbouw voor de wandelementen); boormachine; laser; waterpas (2 m); vouwmeter; touw; ladder; mortelkuip; mortelmixer; stelblokjes uit kunststof; montagepluggen; montagebouten. Specifiek hijsjuk; schoren; schaar; spuitmachine; spuitmortel. Voorbereiding
De wandelementen die in elkaars verlengde moeten staan, moeten mooi in lijn staan. Dit kan worden gecontroleerd door middel van bv. een touw of laser. De ruimte tussen de aan elkaar sluitende wandelementen bedraagt in de regel 30 mm ± 10 mm. De plaatsing moet zodanig zijn dat de alle muren, in hun geheel, voldoen aan de volgende voorschriften: Tabel 4 – toleranties geplaatste en samengestelde wanden Karakteristiek
Toleranties
Verticale afwijking per verdiepingswand
8 mm
Superpositie
20 mm
Vlakheid
+/- 8 mm per 2 m
Grootste afwijking op lengte en hoogte
0,25 x L0,33 (in cm) (zie onderstaande tabel)
De montagedienst krijgt van de productieverantwoordelijke een volledig dossier van de te plaatsen wandelementen, zijnde:
de wandelementenplannen; het laadschema; de montageplannen.
Maat
Afwijking
Maat
Afwijking
(m)
(mm)
(m)
(mm)
1
12
7
22
2
15
8
23
3
17
9
24
4
18
10
25
5
20
11
26
6
21
12
27
Vooraf wordt de kimlaag op de werf gemetst aan de hand van de architectenplannen en de aanduidingen van een landmeter op de vloerplaat. Op de kimlaag wordt het membraan tegen opstijgend grondvocht aangebracht. Een eventuele overlapping van het membraan bedraagt minimum 15 cm. Op de hoeken overlappen de membranen elkaar over de volledige breedte. Op de kimlaag worden stelblokjes geplaatst onder de voorziene plaats van de wand. Per wand zijn er twee steunen te nivelleren. De E-modulus van de stelblokjes moet kleiner zijn dan de Emodulus van de mortel (dus < 2500 N/mm²). Tussen de stelblokjes wordt een mortellaag gelegd. 6.3.3
De afwijking van de onderstaande figuur 3.
superpositie
wordt
aangegeven
Fig. 3: toleranties superpositie
Plaatsing
Onmiddellijk na het plaatsen wordt het wandelement vastgezet met schoren. De schoren dienen op ongeveer 2/3 van de hoogte te worden vastgemaakt aan de wand. Deze wordt eerst aan de vloerplaat vastgemaakt. Het verankeringspunt aan de muur bevindt zich meestal tussen de 7e of 8e laag (= ongeveer 2/3 van de hoogte van de wand) van de wand. Hier zijn tijdens de opbouw van de wand pluggen mee ingewerkt. Via een schroefsysteem wordt de wand loodrecht geplaatst. De helling van de schoren bedraagt 45 ° (± 5 °). De tolerantie op de verticaliteit bedraagt 8 mm per verdieping.
ATG 15/2944 – 4/7
1)
20 mm
in
Nadat alle muren in de correcte positie zijn geplaatst, worden de 20 à 50 mm brede open verticale voegruimtes opgevuld met mortel. De te gebruiken mortel is de vulmortel Cantillana Prefaroc. De vulmortel wordt met behulp van een spuitmachine aangebracht, bij voorkeur langs beide zijden van het metselwerk. De richtwaarde van de watertoevoerregeling is vastgelegd in de verwerkingsrichtlijnen van de ATG-houder. De in de verticale verbindingsvoegen van de muren gespoten mortel moet voldoende stijf zijn opdat deze niet uit de voegen loopt. De in de voegen gespoten mortel wordt manueel afgestreken. Fig. 4: realiseren verticale voegen
Tabel 5 – karakteristieke druksterkte metselwerk Afmetingen van de metselsteen
gemiddelde druksterkte van de metselsteen
Karakteristieke druksterkte van het metselwerk Fk
(mm)
(N/mm2)
(N/mm²)
307 x 88 x 238
15
5,17
495 x 138 x 238
15
5,17
495 x 188 x 238
15
5,17
Op deze waarden dient de volgende veiligheidscoëfficiënt toegepast te worden:
Uitvoeringsklasse S: γ = 2,0 Uitvoeringsklasse N: γ = 2,5
Opmerking: Om de toelaatbare spanningen te berekenen in functie van de optredende excentriciteiten, slankheden en eventuele horizontale belastingen, dienen de formules van NBN EN 1996-1-1 + ANB toegepast te worden of zoals aangegeven in STS 22. 7.2 Na het plaatsen van de eerste laag wandelementen en nadat de gebruikte mortels en spuitmortels voldoende verhard zijn en voldoende stabiliteit geven, kunnen de schoren worden weggenomen en worden de vloerplaten volgens dezelfde methode geplaatst als zou dit gebeuren bij traditioneel metselwerk. Men kan ook eerst de vloerplaten leggen, nadien de voegen opspuiten, laten verharden en daarna de steunen wegnemen. De plaatsing van de vloerplaten gebeurt volgens de regels van STS 22. De wandelementen op de verdiepingen worden op dezelfde manier geplaatst als hierboven vermeld. Echter wordt er hier geen kimlaag aangebracht en worden de muren rechtstreeks in het mortelbed op de vloerplaat gelegd. Kopgevels worden op voorhand volgens de juiste helling geproduceerd. Het plaatsen ervan gebeurt op dezelfde manier als deze van de wandelementen op het gelijkvloers of verdieping zoals hiervoor beschreven. Alleenstaande wanddelen die niet met dwarse wanden verbonden zijn, moeten geschoord blijven tot de dakconstructie de nodige stabiliteit waarborgt. Voor de overige uitvoeringsaspecten wordt verwezen naar de verwerkingsrichtlijnen van de ATG-houder. Deze worden in het kader van de certificatie opgevolgd.
7
Prestaties
De prestaties van de Recon Wall Solution-wanden worden bepaald op basis van:
7.1
tabelwaarden uit de productnormen en de eurocodes; berekening volgens NBN EN 1996-1-1 + ANB ; resultaten van typeproeven uitgevoerd in erkend laboratorium.
Horizontale buigsterkte
(Dit is de buigsterkte waarbij het bezwijkvlak evenwijdig is aan de lintvoegen) Deze wordt berekend volgens NBN EN 1996-1-1 + ANB Resultaat: er mag voor de horizontale buigsterkte worden gerekend met fxk1= 0,20 N/mm² 7.3
Verticale buigsterkte ter plaatse van de montagevoegen
(Dit is de buigsterkte waarbij het bezwijkvlak loodrecht is op de lintvoegen) Deze wordt berekend volgens NBN EN 1996-1-1 + ANB en op basis van typeproeven volgens NBN EN 1052-2, waarbij de breuk is opgetreden, gedeeltelijk in het metselwerk en gedeeltelijk in de montagevoeg. Resultaat: er mag voor de verticale buigsterkte ter plaatse van de montagevoegen worden gerekend met fxk2= 0,30 N/mm², welke gelijk is aan de tabelwaarde van NBN EN 1996-1-1 voor traditioneel metselwerk. 7.4
Verticale afschuifsterkte ter plaatse van de montagevoegen van de muur in onbelaste toestand
Deze wordt bepaald op basis van proeven volgens NBN EN 10523 en volgens onderstaande proefopbouw, en waarbij de breuk is opgetreden in het metselwerk en in de montagevoeg. Resultaat: er mag voor de verticale afschuifsterkte van de montagevoegen worden gerekend met fvko= 0,30 N/mm², welke gelijk is aan de tabelwaarde van NBN EN 1996-1-1 voor traditioneel metselwerk.
Karakteristieke druksterkte:
De karakteristieke druksterkte van de muur wordt bepaald volgens NBN EN 1996-1-1 + ANB voor metselwerk met gewone voegen (dit is metselwerk waarvan de horizontale voegen een dikte hebben van 6 – 15 mm)
ATG 15/2944 – 5/7
Fig. 5: proefopstelling afschuivingsproef
8
Uitvoering en montage
De uitvoering en montage op de werf van de Recon Wall Solutionwanden gebeurt volgens de regels van:
9
7.5
Uitsluitend het in de voorpagina als ATG-houder vermelde bedrijf en het bedrijf (de bedrijven) die het onderwerp van de goedkeuring commercialiseert (commercialiseren) mogen aanspraak maken op de toepassing van deze technische goedkeuring.
B.
Deze technische goedkeuring heeft uitsluitend betrekking op het product of systeem waarvan de handelsnaam op de voorpagina wordt vermeld. Houders van een technische goedkeuring mogen geen gebruik maken van de naam van de BUtgb, haar logo, het merk ATG, de goedkeuringstekst of het goedkeuringsnummer om aanspraak te maken op productbeoordelingen die niet in overeenstemming zijn met de technische goedkeuring, en evenmin voor producten en/of systemen en/of eigenschappen of kenmerken die niet het voorwerp uitmaken van de technische goedkeuring.
C.
Informatie die door de goedkeuringshouder of zijn aangestelde en/of erkende installateurs, op welke wijze dan ook, ter beschikking wordt gesteld van (potentiële) gebruikers van het in de technische goedkeuring behandelde product of systeem (bv. bouwheren, aannemers, voorschrijvers, …), mag niet in tegenstrijd zijn met de inhoud van de goedkeuringstekst, noch met informatie waarnaar in de goedkeuringstekst verwezen wordt.
D.
Houders van een technische goedkeuring zijn steeds verplicht tijdig eventuele aanpassingen aan de grondstoffen en producten, de verwerkingsrichtlijnen, het productie- en verwerkingsproces en/of de uitrusting, voorafgaandelijk bekend te maken aan de BUtgb vzw, en de door de BUtgb aangeduide certificatieoperator, zodat deze kan oordelen of de technische goedkeuring dient te worden aangepast.
E.
De auteursrechten behoren tot de BUtgb
Tabel 6 – thermische waarden wanden Stenen
Gemiddelde druksterkte steen
Bruto droge volumemassa
Thermische weerstand: Rwaarde wand
(mm)
N/mm²
kg/m³
(m2.K/W)
307 x 88 x 238
15
900
0,27
495 x 138 x 238
15
900
0,42
495 x 188 x 238
15
900
0,55
7.6
Brandweerstand
De brandweerstand wordt bepaald op tabelwaarden van NBN EN 1996-1-2 + ANB
basis
van
Voorwaarden
A.
Thermische waarden
Volgende R-waarden zijn berekend uitgaande van de gegevens van de stenen (§ 3.1) en de mortel (§ 3.2) en berekend volgens de voorschriften van NBN B 62-002.
de
Tabel 7 – brandweerstand wanden - REI Muurdikte
Brandweerstand (REI)
(mm)
(min)
188
240
138
120
88
90
NBN EN 1996-1-1 + ANB; NBN EN 1996-2 + ANB; STS 22; en De door BCCA goedgekeurde gebruiksrichtlijnen van de fabrikant.
ATG 15/2944 – 6/7
De BUtgb vzw is een goedkeuringsinstituut dat lid is van de Europese Unie voor de technische goedkeuring in de bouw (UEAtc, zie www.ueatc.eu) en dat aangeduid werd door de FOD Economie in het kader van Verordening (EU) N° 305/2011 en lid is van de Europese Organisatie voor Technische Beoordeling (EOTA, zie www.eota.eu). De door de BUtgb vzw aangeduide certificatieoperatoren werken volgens een door BELAC (www.belac.be) accrediteerbaar systeem. Deze technische goedkeuring werd gepubliceerd door de BUtgb, onder verantwoordelijkheid van de goedkeuringsoperator BCCA, en op basis van het gunstig advies van de Gespecialiseerde Groep "Ruwbouw en Bouwsystemen", verleend op 11 december 2014. Daarnaast bevestigde de certificatie operator BCCA, dat de productie aan de certificatievoorwaarden voldoet en dat met de ATG-houder een certificatie-overeenkomst ondertekend werd. Datum van deze uitgave: 13 april 2015 Voor de BUtgb, als geldigverklaring van het goedkeuringsproces
Voor de goedkeurings- en certificatieoperator
Peter Wouters, directeur
Benny De Blaere, directeur
Deze technische goedkeuring blijft geldig, gesteld dat het product, de vervaardiging ervan en alle daarmee verband houdende relevante processen:
onderhouden worden, zodat minstens de prestatieniveaus bereikt worden zoals bepaald in deze goedkeuringstekst doorlopend aan de controle door de certificatie-operator onderworpen worden en deze bevestigt dat de certificatie geldig blijft
Wanneer niet langer wordt voldaan aan deze voorwaarden, zal de technische goedkeuring worden geschorst of ingetrokken en de goedkeuringstekst van de BUtgb website worden verwijderd. De geldigheid en laatste versie van deze goedkeuringstekst kan nagegaan worden door de BUtgb website (www.butgb.be) te consulteren of door rechtstreeks contact op te nemen met het BUtgb-secretariaat.
ATG 15/2944 – 7/7