Rural Alliances Project 1 april 2010 – 31 oktober 2015
Eindrapport
Dit project wordt medegefinancierd door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling via het programma Interreg IVB Noordwest Europa ter bevordering van sterke en welvarende gemeenschappen
Inhoud Why did we do the project? ......................................................................................................................................... 1 Who was involved? ....................................................................................................................................................... 7 What was achieved? ................................................................................................................................................... 16 Conclusion .................................................................................................................................................................. 29
Lead Partner Introduction Rural Alliances heeft aanzienlijk bijgedragen aan het tegengaan van de negatieve effecten van demografische verandering in rurale streken in Noordwest Europa. Het deed dit door inwonerinitiatievenen bedrijven op het platteland te stimuleren en met elkaar te verenigen in nieuwe partnerschappen of samenwerkingsverbanden, waarin zij gezamenlijk hun dorpen en stadjes vitaler en levensvatbaarder hebben gemaakt. De voornaamste prestaties van het project zijn: de ontwikkeling en het wijdverbreide gebruik van een interactieve methode waarmee plattelandsgemeenschappen overal op het Europese platteland de vitaliteit en potentiële mogelijkheden van hun eigen streek kunnen meten, de creatie van een reeks middelen en methoden om zelfvoorzienende en zelfdragende rurale samenwerkingsverbanden op te richten, de ontwikkeling en het testen van nieuwe rurale bestuursrelaties tussen gemeenschappen, bedrijven en de publieke sector en ten slotte het beïnvloeden, kritisch bekijken en vormen van ruraal ontwikkelingsbeleid op plaatselijk, regionaal en EU-niveau. Deze projectprestaties zouden onmogelijk zijn geweest zonder de bijdragen en steun van de 12 partners en hun subpartners gedurende de afgelopen 3 jaar dat het project werd gehouden. En die inzet zou onmogelijk zijn geweest zonder de financiële steun van het Interreg IVB-programma voor Noordwest-Europa van het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling. Namens de hoofdpartner, de parkautoriteit van het nationaal park Brecon Beacons in Wales in het Verenigd Koninkrijk, bedank ik hierbij alle rurale gemeenschappen, bedrijven, ondersteunende organisaties, subpartners en partners voor hun bijdragen aan het project en hun deelname aan de vele uitwisselingsontmoetingen en evenementen. Voor meer informatie over het Rural Alliances Project en alle gegenereerde middelen downloaden, bezoek www.rural-alliances.eu
Richard Tyler Sustainable Tourism Manager
Brecon Beacons National Park Authority (Hoofdpartner) Plas y Ffynnon, Cambrian Way, Brecon LD3 7HP, Wales, UK.
[email protected]
1 april 2010 – 31 okober 2015
Waarom hielden we het project?
“De enige bus die Marie kan nemen, komt op donderdagochtend om 10.00 uur. Haar sollicitatiegesprek is op woensdag. Ze heeft iemand nodig die haar naar het dorpshuis kan brengen. De telefooncel is buiten gebruik gesteld. Er is geen mobiele ontvangst. Ze woont in een afgelegen gebied.” Daarnaast heeft Marie nog een aantal andere barrières te overwinnen.
Op het platteland van Noordwest Europa zijn niet altijd dezelfde diensten, kansen en voorzieningen beschikbaar als in Europese steden en dichtbevolkte gebieden. De situatie op het platteland van Ierland, Frankrijk, Duitsland, Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk is overal ongeveer hetzelfde. Hoewel de definities van 'platteland' en 'ruraal' in de verschillende landen niet precies aan elkaar gelijk zijn, wordt er over het algemeen van uitgegaan dat deze twee woorden betekenen: “dunbevolkt met een economie op voornamelijk agrarische basis”. Omdat er minder mensen op het platteland wonen, is er minder openbaar geld beschikbaar voor basisen essentiële diensten zoals openbaar vervoer, gezondheidszorg, scholen en nutsvoorzieningen (gas, water, elektriciteit, telefoon). Bovendien kost het vaak meer om in deze diensten te voorzien en ze te onderhouden. Toch is het juist het platteland dat de grote steden voorziet van water, levensmiddelen en energie.
12 partners uit verschillende delen van Noordwest Europa werkten 3 jaar lang samen aan het project Rural Alliances, om te doen wat ze kunnen om de problemen van hun rurale bedrijven en gemeenschappen te helpen oplossen. Dit werd hun mogelijk gemaakt door EU-financiering. Interreg is een Europees financieringsprogramma dat territoriale samenwerking tussen verschillende landen bevordert. Het heeft drie takken: “A” voor grensoverschrijdende projecten, het “B” programma dat in verschillende geografische zones is verdeeld en “C” voor interregionale samenwerkingsprojecten. Project Rural Alliances (tak B) wordt gedeeltelijk gefinancierd door programma Interreg IVB Noordwest Europa. Deze geografische zone omvat delen van Frankrijk, Duitsland en Nederland en geheel België, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Luxemburg en Zwitserland.
1
Rural Alliances Project - Final Report
Deze territoriale samenwerking wil bijdragen aan het bevorderen van gelijke leefomstandigheden en ontwikkelingsmogelijkheden, zodat regionale achterstanden in verschillende delen van Europa worden verkleind. Het project doet dit door verschillende regio's aan te moedigen om van elkaar te leren, ervaringen met elkaar uit te wisselen en `best practices´ te delen. Het wil een fors aantal kwesties aanpakken en daardoor de levenskwaliteit van EU-burgers verbeteren en waarde toevoegen aan hun Europese burgerschap.Project Rural Alliances voldoet aan al deze criteria. Op 27 september 2011 ontving het project €4.982.307 als een subsidie van 50%.Dit was bestemd voor het gezamenlijke werk van de 12 partners aan het revitaliseren van hun rurale gebieden door middel van gezamenlijk ontwikkelde goede praktijken, middelen en methoden. Deze zijn inmiddels ook getest en de partners geloven dat ze nuttig kunnen zijn voor andere delen van Europa, als ze daar worden overgenomen en aangepast..
2
1 april 2010 – 31 okober 2015
Terug naar Marie. Marie loopt naar de dorpswinkel. Er hangt een briefje in de etalage met het bericht “Winkel te koop of wordt gesloten”. Dit is de plek waar ze haar vriendinnen ontmoet en af en toe een ijsje koopt. Tijdens de schoolvakanties heeft ze hier gewerkt. Wat gebeurt er met het prikbord waar de mensen hun spullen te koop aanbieden, dingen te koop vragen en feestjes en evenementen aankondigen? Waar zal Marie de regionale krant kunnen kopen om de vacatures te bekijken? Waar zullen de mensen postzegels kunnen kopen voor hun brieven en postpakketten? Marie’s vriendinnen zeggen dat het beter is in de stad. Er is daar meer te doen en het is gemakkelijker om er te winkelen en uit te gaan. Misschien moet ze naar de stad verhuizen om daar te studeren of werk te zoeken en dan later terugkomen? . Marie’s ouders waren teruggekomen. Twintig jaar geleden verlieten zij hun boerengemeenschap. Ze moesten wel. Er was weinig werk en ze hadden niet genoeg geld om een huis te huren, laat staan te kopen. Maar ze kwamen terug. Peter, Marie's vader, richtte zijn eigen bedrijfje op. Hij doet veiligheids- en gezondheidsinspecties voor bedrijven in de voedingssector. Monika, zijn vrouw, runt een bed en breakfast in hun huis en maakt regelmatig schoon bij mensen in het dorp. Ze spelen allebei een actieve rol in de plaatselijke gemeenschap en in zakelijke netwerken. Ze willen niet dat de dorpswinkel, het postkantoor, het café en hun dorpshuis één voor één worden gesloten. Ze willen een toekomst voor hun dochter Marie, die nog maar pas de middelbare school heeft afgerond. Ze willen graag dat ze in de buurt blijft.
3
Rural Alliances Project - Final Report
De partners in Rural Alliances hadden een visie. Ze wilden de sterkste maatschappelijke waarden combineren met de beste zakelijke principes en zo levenskrachtige samenwerkingsverbanden creëren, die goede of uitstekende openbare diensten leveren, bedrijven helpen floreren en gemeenschappen actiever, inclusiever en aantrekkelijker maken.
De maatschappelijke waarden zijn: gemotiveerd worden door levenskwaliteit, netwerken van familie en vrienden, veiligheid, delen, saamhorigheid, trots op de eigen woonplaats en tradities en nog veel meer. De zakelijke principes zijn: kansen benutten, creatief en innovatief zijn, netwerken, oplossingsgericht zijn, risico's durven nemen, je aanpassen, toekomst- en winstgericht zijn, actie ondernemen, resultaatgericht zijn, snel op verandering ingaan en bereid zijn om te experimenteren. Deze 'alchemie' waarin verschillende combinaties van elkaar aanvullende kenmerken werden gecreëerd, verbond de 12 partners met elkaar gedurende het project. De sterkte van transnationaal werken is dat mensen in verschillende delen van Europa op verschillende manieren werken aan dezelfde problematiek. Ze denken ook verschillend. Hierdoor ontstaat een rijkdom aan ideeën en beproefde manieren om de sleutelelementen of blauwdrukken te vinden die bijdragen aan
4
het ontwikkelen, uitbouwen en onderhouden van verschillende soorten rurale samenwerkingsverbanden. Bij dit proces zijn mensen betrokken met gepaste houdingen en vaardigheden, die willen dat hun rurale streek bloeit in zowel zakelijk als maatschappelijk opzicht. Dit proces van het gezamenlijk bespreken, ontwikkelen, ontwerpen en implementeren van projecten en initiatieven in de verschillende partnergebieden creëert een nieuwe impuls en in het geval van project Rural Alliances een kantelpunt. Het doel was 55 samenwerkingsverbanden. 55 rurale samenwerkingsverbanden die op plaatselijke noden ingaan, zoals hernieuwbare energie, het beheer van festivals en evenementen, openbaar vervoer, ondersteuning voor de toeristische sector, gezondheidszorg voor langdurig zieken en ouderen, de ontwikkeling van lokale levensmiddelenbedrijven, en nog veel meer. De impuls begon met een of twee samenwerkingsverbanden en oversteeg alle verwachtingen, zodat er in 3 jaar tijd niet 55 maar ruim 70 samenwerkingsverbanden werden opgericht. Deze leverden een hausse op aan ervaringen, expertise en praktische voorbeelden van goede ideeën en praktijken, die werden gedocumenteerd, gedeeld, besproken, verbeterd en verspreid. De partners hebben hun doel bereikt. Het doel om de economische en maatschappelijke vitaliteit en levenskracht van rurale streken te behouden. Het doel om een impuls te geven aan innovatieve manieren om diensten te leveren aan jonge mensen zoals Marie, aan gezinnen zoals Peter en Monika (Marie's ouders) en aan ouderen die in
1 april 2010 – 31 okober 2015
hun huis en hun dorp willen blijven wonen, omringd door vrienden en familie. Het doel om nieuwkomers aan te trekken en hen aan te moedigen om bij te dragen aan hun nieuwe maatschappelijke en zakelijke omgeving. Al deze doelen zijn een integraal deel gaan uitmaken van het concept en de praktijken van het bouwen aan rurale samenwerkingsverbanden.
5
Rural Alliances Project - Final Report
Kort samengevat: waarom hebben we dit project uitgevoerd? Om ervoor te zorgen dat in rurale streken dezelfde diensten van dezelfde kwaliteit beschikbaar zijn als in de stedelijke gebieden in de verschillende delen van Noordwest Europa - territoriale gelijkheid bevorderen. Om mensen op te sporen die over de juiste houdingen en vaardigheden beschikken om rurale streken levensvatbaar te houden en te doen opbloeien - ontwikkeling en groei inspireren. Om innovatieve manieren te vinden om diensten aan jongeren, gezinnen en ouderen te leveren - leefbaarheid en inclusie stimuleren. Om nieuwkomers aan te trekken die kunnen bijdragen aan gemeenschapsleven en zakelijke ontwikkeling - verfrissen, vernieuwen en versterken.
6
1 april 2010 – 31 okober 2015
Wie was erbij betrokken? Iedereen die bij Rural Alliances betrokken was Project Rural Alliances wil zo inclusief en interactief mogelijk zijn. Ten eerste zijn er de 12 partners uit het Verenigd Koninkrijk, Ierland, België, Frankrijk, Nederland en Duitsland. Deze partners vertegenwoordigen de publieke, academische en maatschappelijke sector. Zij hebben plaatselijke burgers en vertegenwoordigers van bedrijven betrokken bij de ontwikkeling van ruim 70 samenwerkingsverbanden met allerlei verschillende thema's: gezondheidszorg, duurzame energie, bestemmingsmanagement, event management, financial engineering, kunst, ambachten, cultuur, erfgoed en duurzaam transport. Die verscheidenheid aan thema's is zichtbaar in het aantal burgers dat naar de transnationale uitwisselingsontmoetingen kwam en eraan heeft bijgedragen. Er kwamen gemiddeld 80 mensen of meer van de verschillende samenwerkingsverbanden en landen naar de workshops, uitwisselingsbezoeken en bijeenkomsten.
Beleids- en Adviespanel in discussie over onderdelen van het project, Lochem, maart 2013.
Daarnaast heeft het project een beleids- en adviespanel opgericht. Iedere partner nomineerde hiervoor een expert of autoriteit op het gebied van rurale ontwikkeling. Het beleids- en adviespanel kwam 3 maal per jaar bijeen om de sleutelelementen van het project te bespreken, te evalueren en eraan bij te dragen en om de projectprestaties te promoten buiten de onmiddellijke invloedssfeer van het project zelf. De panelleden waren 'kritische vrienden' die een actieve rol speelden in het verwerken van de lessen van het project in beleid voor rurale ontwikkeling. En ten slotte waren er de rollen van besluitnemers en politici. Rural Alliances stond gedurende de projectperiode actief in contact met lokale, nationale en EU-functionarissen. Dit begon in 2012, toen John Griffiths (minister voor milieu en duurzame ontwikkeling in de regering van Wales) de openingstoespraak gaf bij de lancering van project Rural Alliances en het
7
Internationaal kennis-uitwisselingsbezoek aan Wales, juni 2012
Rural Alliances Project - Final Report
podium deelde met Sir Brian Unwin van het Europees Centrum voor Natuurbehoud. Brigite van Haaften, gedeputeerde voor de provincie Noord-Brabant, sprak de transnationale bijeenkomst in Nederland (2012) toe tijdens het eerste jaar van het project. Zij sprak over plattelandsbestuur en de noodzaak dat gemeenschappen en bedrijven meer macht krijgen om hun eigen zaken te beheren met steun van de publieke sector. In mei 2012 werden Vlaamse en Nederlandse jongeren (1516 jaar) bijeengebracht voor een initiatief genaamd 'Model European Parliament’. Europees president Herman Van Rompuy prees hen voor dit initiatief en voor het werk van project Rural Alliances.
Model Europees Parlement, België mei 2012
Deze mate van betrokkenheid duurde voort gedurende het hele project. Zo spraken Europarlementariërs Phil Prendergast en Seán Kelly per videoverbinding de deelnemers aan de Mid Term Review in Ierland toe in 2013 en ontvingen zij later in 2014 een delegatie van projectafgevaardigden die naar Brussel waren gekomen voor meer training en om meer over lobbyen te leren. Ook Europarlementariër Isabelle Thomas uit Frankrijk raakte actief
8
geïnteresseerd in project Rural Alliances, vooral in de nieuwe ideeën over plattelandsbestuur die aan het project zijn ontsproten. De lijst met voorbeelden van betrokkenheid is natuurlijk veel langer en het lobbyregister, dat om de drie maanden wordt bijgewerkt, getuigt van het actieve werk van de partners op dit vlak.
De verschillende betrokken groepen Wat zijn rurale gemeenschappen? Rurale gemeenschappen (of plattelandsgemeenschappen) zijn mensen die in stadjes en dorpen wonen en ondernemen. Veranderingen in hun levensonderhoud en in de vitaliteit van hun gemeenschappen en bedrijven kunnen diepgaande, dramatische en soms heel snelle gevolgen hebben. Het is in rurale streken bijvoorbeeld vaak moeilijk om jonge medische professionals zoals artsen, tandartsen en verpleegkundigen aan te trekken. Zonder voldoende medisch personeel en medische faciliteiten moeten ouderen en langdurig zieken verhuizen om in de buurt te kunnen zijn van de professionele zorg die zij nodig hebben. Rurale gebieden kunnen vaak niet de jonge professionals en hun gezinnen aantrekken die nodig zijn om een gezonde mix van leeftijden, interesses en vaardigheden te vormen. Dit verschijnsel doet zich voor in vele delen van ruraal Noordwest Europa. Bepaalde dienstverleningen, beroepsgroepen en personen verhuizen naar de stad, waardoor een neerwaartse spiraal ontstaat in de vitaliteit en leefbaarheid die nodig is om gemeenschappen en bedrijven op het platteland overeind te houden.
Transnationale projecten met mensen en organisaties uit verschillende delen van Europa - in dit geval Noordwest Europa - bieden unieke kansen voor verschillende soorten mensen om elkaar te ontmoeten voor het uitwisselen van ideeën en uitdagingen, het gezamenlijk ontwikkelen van oplossingen, het voortbouwen op elkanders ideeën en het gebruiken van de gevonden methoden en processen om een nieuwe impuls te geven aan stadjes, dorpen, gemeenschappen en bedrijven in rurale streken. Hieronder worden enkele soorten mensen beschreven die van project Rural Alliances hebben geprofiteerd. De mensen leerden van elkaar en deden het zelfvertrouwen op om nieuwe ideeën te implementeren op basis van de ervaringen van anderen of van gevoerde gesprekken.
Cultuur Op het platteland is volop inspiratie te vinden. Artiesten en schrijvers komen te midden van de natuur leven en werken. Het is echter een hele uitdaging voor hen om met al die creativiteit in hun levensonderhoud te voorzien. Het initiatief 'Open Studio's', waar artiesten hun atelier, studio en/of gedeelde galerie openstelden en met bezoekers praatten, was één manier waarop verschillende mensen geslaagde samenwerkingsverbanden vormden en verspreid over grote, vaak afgelegen geografische gebieden met elkaar samenwerkten om hun werk gezamenlijk te promoten en te verkopen. Eén voorbeeld is de Open Studio Week in Crickhowell in de Brecon Beacons (UK). Artiesten uit alle partnergebieden konden werk aanbieden, dat die week in de
1 april 2010 – 31 okober 2015
“Open Studio” evenement, Crickhowell, Wales, mei 2014
openbare kunstgalerie van Crickhowell werd tentoongesteld. Zo ontstond een waarlijk transnationale band met artiesten uit allerlei delen van Noordwest Europa. Initiatief 'Open Studio', waarin artiesten hun werk gezamenlijk onder de aandacht brachten en verkochten is een goed voorbeeld van een vorm van zakelijke samenwerking waar alle betrokkenen baat bij hadden. Een ander voorbeeld is de Greenaway Artists Alliance in County Mayo (Ierland). Artiesten die
Bord langs de “Greenway -route”, Mayo, Ireland
9
Rural Alliances Project - Final Report
bij een oude spoorweg wonen, hielden gezamenlijk een cultureel initiatief met het in onbruik geraakte spoor als uitgangspunt. Ze creëerden een 'kunstroute' van 42km met internationale, nationale en lokale werken, ideaal voor een lange wandeling of fietstocht door het prachtige Ierse landschap.
Transnationale discussie over hernieuwbare energie, Lochem, Nederland, maart 2013
Lancering van het Erfgoed boek, de Merode, België, september 2014
Nog een voorbeeld is de publicatie van het erfgoedboek over De Merode, dat het verhaal vertelt van dat gebied.
De Duurzame Energie Gemeenschap Het opwekken van duurzame energie is een veelbelovende optie voor het platteland. Daar zijn immers bomen, mest, water, wind en bodemwarmte te vinden, waarmee hernieuwbare energie kan worden opgewekt. Door gemeenschappen in de verschillende partnergebieden werd samengewerkt aan de ontwikkeling van competenties, het werven van fondsen en het vinden van de weg door het doolhof van wetten en reglementen om energieopwekkingprojecten op poten te zetten in, van en voor de gemeenschap. Door rurale
10
samenwerkingsverbanden in het gebied van Rural Alliances werden allerlei verschillende projecten in, van en voor de gemeenschap gecreëerd, waaronder windmolenparken (Frankrijk), hydro-energie (VK), zonneenergiesystemen (Nederland) en biogas en biomassa (Duitsland).In het kader van transnationale samenwerking konden maatschappelijke en zakelijke leiders elkaar op de verschillende uitwisselingsbijeenkomsten ontmoeten en elkaar vertellen wat ze in hun eigen gebieden hadden bereikt, geslaagde ideeën uitwisselen en implementeren en afspreken om samen te werken aan toekomstige gezamenlijke voorstellen om hun partnerships voort te zetten.
1 april 2010 – 31 okober 2015
Gezondheidszorg Zorg voor ouderen, gezinnen en mensen met een mentale en/of lichamelijke beperking is op het platteland een hele uitdaging. In veel streken is er minder specialistische medische zorg beschikbaar en is het moeilijk om medische professionals aan te trekken, omdat deze vaak liever in de grote steden wonen en werken. Er wordt wel gezegd: “nood maakt vindingrijk”. Dat geldt zeker voor de samenwerkingsverbanden die verantwoordelijk waren voor het ontwikkelen van medische zorgdiensten op het platteland. Deze samenwerkingsverbanden werkten aan manieren om jonge medische professionals te stimuleren naar het platteland te verhuizen, hen te helpen met het vinden van een huis en van een school voor hun kinderen en ervoor te zorgen dat ze zich welkom voelden. Dit initiatief ging zelfs een stap verder door bij ieder contact dat deze nieuwkomers na hun verhuizing naar het platteland hadden met hun nieuwe omgeving, de ervaring te evalueren en te bekijken hoe deze verbeterd kon worden. Bovendien vroegen samenwerkingsverbanden die zich met gezondheidszorg bezighouden
Zorgalliantie opgezet door inwoners van Hoogeloon, Brabant, Nederland, september 2013.
naar de ervaringen van mensen die van gezondheidszorg afhankelijk zijn en zetten zij initiatieven op poten waarmee die mensen zichzelf en elkaar kunnen helpen. Voorbeelden hiervan zijn hulp aan gezonde ouderen om voor hulpbehoevende leeftijdsgenoten te koken, het betrekken van boeren bij het geven van routinewerk aan mensen met een mentale of lichamelijke beperking en het openstellen van de tuinen van zorginstellingen zodat de bredere gemeenschap ervan kan genieten en tegelijkertijd meer interactie krijgt met kwetsbare groepen. De medische toekomst van rurale streken is hoopvol dankzij de ontwikkeling van en toegang tot telegeneeskunde en high-end professionele zorg en medische diensten. Zorgcoöperatie Hoogeloon in Brabant (NL) is een goed voorbeeld van een samenwerkingsverband dat op deze problematiek in de gemeenschap ingaat.
Bestemmingsmanagement Een van de boeiende kansen die transnationale samenwerking biedt is het vinden van gemeenschappelijke voordelen voor de betrokken organisaties, in dit geval voor de samenwerkingsverbanden. Eén van deze gemeenschappelijke voordelen is het uitwisselen van ervaringen met het organiseren en houden van wandelfestivals. Een gemeenschappelijk product dat uit dit project voortkwam was een 'best practice gids' voor wandelevenementen. Deze werd geboren
11
Rural Alliances Project - Final Report
uit de samenwerking tussen de Welshe partners (de parkautoriteit van het nationaal park Brecon Beacons) en de Ierse partners (gemeente Mayo en South Kerry Development Partnership). Dit was het rechtstreekse gevolg van het bezoek van een delegatie uit Mayo aan de parkautoriteit van nationaal park Brecon Beacons. De Walking Festival Toolkit adviseert over het plannen, organiseren en houden van wandelfestivals. Hij is bedoeld als hulpmiddel voor wie voor het eerst een festival organiseert, maar ook voor mensen die een bestaand festival willen verbeteren. Hij bevat voorbeelden van wandelfestivals uit alle hoeken van Europa en links naar andere relevante informatie.
Een wandelevenement in Mayo, Ireland
Tijdens de transnationale workshops werden ook andere evenementen onder de aandacht gebracht; deze werden in de verschillende partnergebieden gepromoot via social media. Een ander voordeel was dat er ideeën werden uitgewisseld om een 'streekmerk' te creëren, zoals de ondernemersvereniging vzw dMO in De Merode (België), dat voedingsmiddelen op de markt brengt van de verschillende
12
voedselproducenten in het domein. Andere gezamenlijke initiatieven in de partnership bekeken hoe erfgoed, landschap en cultuur kunnen worden benut om banen te creëren zodat mensen op het platteland kunnen blijven wonen.
Welkom Af en toe is er een idee dat zo goed is dat mensen zich afvragen waarom niemand het eerder had bedacht, bijvoorbeeld koffers met wieltjes. Zo'n idee was het Welkomstplan van Rural Alliances. Het concept is eenvoudig. Als iemand naar een dorp verhuist, is er een delegatie die hem of haar welkom heet en een geschenk- en informatiepakket overhandigt. Vaak bestaan de geschenken uit voedingsproducten uit de omgeving, zoals vruchtensap, honing, koekjes, enz., plus vouchers om in de plaatselijke winkels in te wisselen voor gratis producten of korting op producten of diensten. Daarnaast bevat de geschenkendoos informatie over clubs en verenigingen en plaatselijke vakmensen die de nieuwkomer eventueel kunnen helpen. Nieuwkomers hoeven dus niet te wachten om te worden 'aanvaard', maar krijgen een hartelijk welkom en een betere manier om zich in hun nieuwe woning en/of werkomgeving thuis te gaan voelen en te gaan bijdragen aan het gemeenschapsleven. De verborgen voordelen van dit initiatief zijn onder andere dat de gemeenschap aan een gezamenlijk project werkt, dat plaatselijke bedrijven en groepen bijdragen aan geschenkjes en vouchers en de nieuwkomer bezoeken, en dat er een hechtere band ontstaat tussen de streekbewoners
1 april 2010 – 31 okober 2015
Het “Welkom in…” initiatief, België
onderling. De ideeën voor dit plan werden gedeeld door België en de Welcome to Alliance en het initiatief 'Welcome Scheme' in Talybont (VK).
Lokale uitgaven Eén van de belangrijkste dingen die mensen voor hun eigen dorp kunnen doen is het steunen van plaatselijke ondernemingen en winkels door hun aankopen zo dicht mogelijk bij huis te doen. Zo kunnen ze hun winkels, cafés, postkantoren en andere lokale diensten openhouden en bijdragen aan de vitaliteit en saamhorigheid van hun eigen gemeenschap. De partners van Rural Alliances hebben allemaal actief gewerkt aan het oprichten van initiatieven om mensen ertoe te bewegen hun plaatselijke ondernemingen op deze manier te steunen. De actie Totally Locally is zo'n initiatief. Winkels en bedrijven nemen deel aan deze actie om het doen van inkopen bij plaatselijke ondernemers te bevorderen. Af en toe houden ze promoties voor plaatselijke klanten, bijvoorbeeld speciale aanbiedingen voor tien Pond of tien Euro.
Een nieuwe inwoner van Talybont wordt verwelkomd bij de lancering van het “nieuwe welkomstplan”, June 2015.
In Mayenne (Frankrijk) worden leden van de Britse gemeenschap welkom geheten en wordt gezocht naar manieren waarop de twee taalgroepen elkaar kunnen helpen op zowel zakelijk gebied als in het onderwijs, zodat het taalverschil geen scheiding hoeft te creëren.
Lancering van het “Fiver feest”, Totally Locally, Crickhowell, Wales, mei 2014
13
Rural Alliances Project - Final Report
Andere initiatievengeven speciale muntjes, bijvoorbeeld hetLiempder muntje, aan mensen die bij hen hun inkopen doen. Hoe meer geld ze uitgeven, hoe meer van deze muntjes ze verdienen om aan plaatselijke verenigingen te geven. Deze verenigingen kunnen de muntjes bij de plaatselijke ondernemers omruilen voor het bedrag dat de muntjes vertegenwoordigen.
De partners van Rural Alliances hebben een Financial Engineering Handbook samengesteld, waarin allerlei verschillende methoden worden beschreven voor het werven van geld en middelen om gemeenschappen te steunen.
Klanten in Liempdse winkels doneren een “Liemtse munt” voor één van de 45 goede doelen; organisaties en clubs in Liempde, Nederland
Partners onderzoeken alternatieve geldstromen en financiële systemen
Het handboek financieringsmodellen, gelanceerd in maart 2014
14
1 april 2010 – 31 okober 2015
Andere gezamenlijke initiatieven De transnationale ontmoetingen, workshops en evenementen van het project schiepen kansen voor nieuwe samenwerkingsverbanden en hun leden om allerlei initiatieven op poten te zetten. Zo waren er samenwerkingsverbanden rondom het thema 'voeding', zoals bijvoorbeeld Incredible Edible, een actie om openbare ruimten te beplanten met groenten die door leden van het publiek geoogst mochten worden, een soort 'guerillatuinieren' (Abergavenny Alliance, VK). Andere samenwerkingsverbanden werden gevormd rondom het thema 'georganiseerd liften' (Alliance: stop de proximité, Frankrijk)
aan hun gebied welkom heten en die helpen met het verstrekken van informatie over hun gebied en de beschikbare faciliteiten.
'Attractivité des Coëvrons' maakte gebruik van de 'klantervaring' om vakbekwaam personeel te werven voor plaatselijke ondernemingen. Het doel was, te helpen met het werven van personeel door een volledig programma voor nieuwkomers te bieden, dat hen helpt hun nieuwe woonplaats te leren kennen en dat alle typische vragen van nieuwkomers beantwoordt (over scholen, woningen, vrijetijdsbesteding, collega's, enz.).
Georganiseerd liften in de praktijk in Bretagne, Frankrijk
of 'gemeenschappelijk gebruik van auto's en commerciële voertuigen' (Te-Mix Alliance, Frankrijk) om mensen een lift te geven. Andere thema's waren de toegang tot bergen (MacGillycuddy'sReeks in de regio South Kerry, Ierland) en wandelen (Hay on Wye, Crickhowell Alliance, VK). Alle partners hebben samenwerkingsverbanden die zich bezighouden met toerisme en bestemmingsmanagement, vaak met gebruik van ambassadeurs (BBNPA, VK) die bezoekers
De "ervaring voor nieuwe klanten" reis, ontwikkeld door Laval Mayenne Technopole, Frankrijk
15
Rural Alliances Project - Final Report
Wat is er bereikt?
te behouden en/of te verbeteren en daardoor nieuwe bestuursregelingen te ontwikkelen.
Project Rural Alliances Interreg Noordwest Europa had een hele reeks acties, outputs en indicatoren, die tijdens de uitvoeringsfase op schrift zijn gesteld. Deze operationele elementen zijn in de meeste gevallen bereikt en vaak overstegen. Niettemin zijn de belangrijkste uitkomsten de meest waardevolle elementen die zijn bereikt door de partnership en de samenwerkingsverbanden die aan het project hebben deelgenomen. Kort samengevat betreft het:
de creatie van een interactief en inclusief middel waarmee rurale gemeenschappen de vitaliteit van hun dorpen, stadjes en gemeenschappen kunnen meten en waarmee ze tegelijkertijd kunnen ontdekken wat hun sterke en zwakke punten zijn.
de creatie van een reeks middelen en methoden die kunnen worden gebruikt om waarde te scheppen, te behouden en toe te voegen aan samenwerkingsverbanden van gemeenschappen en plaatselijke ondernemingen, en ook om de interactie van samenwerkingsverbanden op zowel plaatselijk als transnationaal niveau te ondersteunen.
het testen en documenteren van nieuwe inzichten over de interactie tussen de publieke sector en rurale gemeenschappen met als doel, rurale diensten en steunverlenende systemen
16
de evaluatie van een breed gamma uitdagingen voor rurale ontwikkeling; deze evaluatie culmineerde in een handboek over verschillende manieren om rurale ontwikkelingsprojecten te financieren, een serie informatiebladen over de ervaringen van de verschillende partners en adviesdocumenten bedoeld om het lokale, regionale, nationale en zelfs het EU-beleid te beïnvloeden.
Longevity of the Project Alle publicaties, informatiebladen, documenten, de enquête en de toolkaarten die gedurende het project zijn tot stand gekomen, zullen voor alle samenwerkingsverbanden beschikbaar zijn en kunnen nog lang na afloop van het project worden gedownload van onze website www.rural-alliances.eu. Ook is voor de samenwerkingsverbanden een social mediasite
beschikbaar om onderling contact op te nemen. Bovendien zijn in de 3 jaar dat het project werd gehouden, vele persoonlijke contacten gelegd die nog lang zullen voortduren en hun nut zullen bewijzen. Na afloop van het project zullen de website en de social mediasite nog 5 jaar worden onderhouden, zodat we een stevige erfenis nalaten en de hulpmiddelen zo wijd mogelijk verspreid kunnen worden.
Plattelandsvitaliteits-index De kern van project Rural Alliances is de creatie van grensoverschrijdende samenwerking en van praktische middelen om samenwerkingsverbanden tussen gemeenschappen en ondernemingen te helpen oprichten om de vitaliteit van rurale gemeenschappen te verbeteren. In het projectvoorstel aan het Interreg Programma zetten de partners het ambitieuze doel uiteen om een Plattelandsvitaliteits-index te creëren, waarmee rurale gemeenschappen en ondersteunende organisaties de elementen kunnen evalueren die rurale gemeenschappen, dorpen en stadjes vitaal en veerkrachtig maken.
1 april 2010 – 31 okober 2015
gedefinieerd als de aard van een plattelandsgemeenschap die wordt gekenmerkt door actieve betrokkenheid en creatieve, dynamische wisselwerking tussen mensen van verschillende groepen om zo gemeenschappelijke doelen te creëren en gezamenlijk te werken aan de ontwikkeling van hun gemeenschap. Vervolgens werkten de partners aan het creëren van twee methoden om de rurale vitaliteit te meten. De ene methode is gericht op de groep: de prestaties van een bepaalde groep worden gemeten aan de hand van een set criteria. De andere methode stelt mensen in de gemeenschap in staat om te vertellen wat ze van hun gemeenschap of gebied vinden door een interactieve enquête in te vullen. De partnership heeft beide methoden in de praktijk getest en ontwikkelde vervolgens de software en processen om rurale gemeenschappen in staat te stellen hun eigen analyse op te maken. De groepsenquête maakt gebruik van bestaande vragen op een Excel-spreadsheet, waarin groepsleden hun antwoorden gezamenlijk kunnen invullen en bespreken. De individuele enquête maakt gebruik van een infografische interactieve online enquête met vragen in verschillende categorieën.
Een van de eerste obstakels die overwonnen moesten worden was het afspreken van gemeenschappelijke definities van belangrijke termen zoals 'gemeenschap' en 'ruraal' en het beantwoorden van de vraag wat een rurale gemeenschap vitaal maakt. Dit gebeurde relatief vroeg tijdens het project. 'Rurale vitaliteit' of 'vitaliteit van het platteland' werd
17
Rural Alliances Project - Final Report
Papieren versie van de “Rural Vibes” vragenlijst
Voorbeeld van een onderdeel uit de “Rural Vibes” vragenlijst
Het belangrijke van deze vraagmethode is dat het onmiddellijke feedback biedt aan de deelnemers, maar tegelijkertijd anoniem is. De enquête bevat vragen in zes categorieën: Gezamenlijke activiteiten, actieve betrokkenheid en interactie: deze dimensie houdt zich voornamelijk bezig met de interactie tussen verschillende sectoren (bedrijven, initiatieven en autoriteiten) Integratie en inclusie tussen verschillende groeperingen: deze dimensie richt zich op sociale interactie, identiteit en deperceptie van het dorp of stadje waarin men leeft Gemeenschappelijke doelen, democratie en communicatie: in deze dimensie gaat het om aspecten van de rollen van mensen in de gemeenschap, hun handelingen en de manier waarop ze bekendheid aan hun activiteiten geven
Activiteiten en faciliteiten: in deze dimensie passen de kwalitatieve aspecten van de omgeving van mensen en de kansen die voor hen beschikbaar zijn Lokale economie: deze dimensie vertegenwoordigt de perceptie van arbeidskansen en diensten Lokale bedrijvigheid: focust op de ondernemingen zelf en hun acties, interactie en ondersteuningsmechanismen.
18 Online versie van de “Rural Vibes” vragenlijst
Daarnaast zijn er kwalitatieve vragen over vitaliteit, evenals open vragen die gemeenschappen kunnen gebruiken om na te denken over hun vitaliteit en wat eraan bijdraagt of het juist tegenwerkt. Verder worden er sociaal-economische gegevens vergaard om een idee te krijgen van wie de vragenlijst gebruikt en om de antwoorden in perspectief te plaatsen. Het hulpmiddel is gratis en is toegankelijk op www.ruralvibes.eu. Het is beschikbaar in het Engels, Duits, Frans, Nederlands en Welsh en er zijn extra instrumenten beschikbaar om groepen en organisaties te helpen met het gebruik van het hulpmiddel en de uitkomsten ervan.
1 april 2010 – 31 okober 2015
succesvol te runnen en zo de beoogde producten en/of diensten te leveren. In de partnership werd samengewerkt aan het 'destilleren' van de beste en meest nuttige methoden. Dit resulteerde in 43 toolkaarten gelinkt aan een transnationaal overeengekomen blauwdruk of proces: het Enterprise Community Alliance Building Model. Ook werden onderlinge verbindingen gelegd rondom thema's van project Rural Alliances: bestuur, inclusie, financial engineering en efficiënt bronnengebruik.
Rural Alliances gids en hulpmiddelen voor bedrijven en gemeenschappen De projectpartners steunden de oprichting van ruim 70 samenwerkingsverbanden van ondernemingen met hun lokale gemeenschappen. Deze samenwerkingsverbanden hielden zich bezig met allerlei rurale diensten en vraagstukken, zoals duurzaam transport, hernieuwbare energie, levensmiddelen, kunst en cultuur, festivals en evenementen, bestemmingsbeheer, inclusiviteit, financial engineering, wandelingen, en nog veel meer. Deze combinatie van verschillende soorten samenwerkingsverbanden heeft een rijke oogst opgeleverd aan middelen en methoden die gebruikt kunnen worden om andere samenwerkingsverbanden op te richten en ze
De concept hulpkaarten, te beoordelen door de partners, oktober 2014
De toolkaarten werden ontwikkeld in een transnationaal proces, waarbij werd geput uit de meest innovatieve en creatieve praktijken die de verschillende projectpartners gebruikten in hun werk met de gemeenschap en die gedurende het project door andere partners zijn uitgetest op hun toepasbaarheid elders. Op elke kaart staat een praktische samenvatting met uitleg over hoe er meer informatie kan
19
Rural Alliances Project - Final Report
worden opgezocht; ook worden de contactgegevens vermeld van de organisatie die de kaart heeft ontwikkeld. De twee academische partners - de University of Wales, Trinity Saint David (VK) en de Philipps Universität Marburg (Duitsland) - bekeken samen met de partners en hun samenwerkingsverbanden hoe hun samenwerkingsverbanden werden opgericht, gesteund, gemanaged, onderhouden en gepromoot. De bevindingen zijn met elkaar verweven tot een gemeenschappelijk proces, dat ook door nieuwe samenwerkingsverbanden gevolgd kan worden. Het Enterprise-Community Alliance Building Model is ontwikkeld op basis van de volgende initiële concepten: • Dromen en bouwen • Samen maken en managen • Creëren en veranderen • Vieren en evalueren
Fase 1:
Fase 2:
Fase 3:
Fase 4:
Mensen en bedrijven samenbrengen om een start te maken Een structuur aanbrengen voor het runnen van het samenwerkingsverband Zorgen dat dingen in de praktijk gebeuren, d.w.z. dat producten en diensten worden geleverd Op de successen van de samenwerkingsverbanden voortbouwen en vervolgens het hele proces evalueren in een voortdurende verbeteringscyclus.
Het model en de toolkaarten werden verder verwerkt tot een gids die 'The EnterpriseCommunity Concept - a Guidebook' heet.
Hieruit ontstond een blauwdrukmodel in 4 fasen:
Het handboek werd gelanceerd tijdens de slotconferentie in Wales, maart 2015
Deze praktische gids kan worden gebruikt door iedere gemeenschap, organisatie of onderneming die het concept van samenwerkingsverbanden tussen bedrijven en gemeenschappen verder wil ontwikkelen in de eigen omgeving. Het proces is geen universele kant-en-klare aanpak, maar moedigt aan tot het uitproberen van verschillende methoden en het bespreekt voorgestelde oplossingen voor
20
1 april 2010 – 31 okober 2015
veelvoorkomende problemen in de vorm van relevante middelen, praktische tips en advies.
rurale gemeenschappen op een leuke, interactieve manier met alle elementen kennis kunnen maken.
Nieuwe denkkaders voor ruraal bestuur Bestuur is niet alleen een kwestie van terugkijken op het verleden en ingaan op het heden, maar ook van het voorspellen van de toekomst. Gedurende de projectperiode bespraken partners welke grote veranderingen in het verschiet liggen in technologie, landbouw, demografie en milieu en hoe het platteland er over tien of twintig jaar zal uitzien. Belangrijke kwesties waren de veroudering van de plattelandsbevolking en het groeiend isolement dat die wordt ervaren in kleine dorpen op het Europese platteland. Dit is het gevolg van de verdwijning van de landbouw als grote bron van werkgelegenheid en inkomsten en van de massale trek naar de steden door jonge, actieve leden van rurale gemeenschappen.
Eén van de innovaties van het project was een bordspel dat bij de toolkaarten en de gids kan worden gebruikt als interactieve manier waarop
Deelnemers speelden het “bouw-een-alliantie”spel tijdens de slotconferentie, maart 2015
“Conflict is productief!” Thijs de la Court, een voormalig wethouder van Lochem, heeft ervaring uit de eerste hand met het kritisch bekijken van de conventies van plattelandsbestuur. Gedurende het project Rural Alliances zijn nieuwe denkkaders in plattelandsbestuur met elkaar gedeeld, besproken, getest en ontwikkeld. Over het algemeen vallen plattelandsdiensten onder de verantwoordelijkheid van de publieke sector en/of openbare instellingen. Door de financiële
21
Rural Alliances Project - Final Report
crisis zag de publieke sector zich genoodzaakt, kosten te drukken. Openbare telefooncellen, openbare toiletten, postkantoren, winkels, cafés en scholen werden gesloten, er werden minder onderhoudswerken aan wegen uitgevoerd en structuren voor maatschappelijke steun aan ouderen en kwetsbaren in de maatschappij werden gewijzigd. Wegens deze uitdagingen op het platteland moesten nieuwe relaties worden gecreëerd tussen rurale gemeenschappen, bedrijven en de publieke sector. Deze drie sectoren hebben op positieve wijze gezocht naar nieuwe manieren om met elkaar samen te werken en om diensten en ondersteuning te leveren op het platteland. Het Brabant-model is een voorbeeld van deze nieuwe manier van werken. Het creëert een open relatie tussen de publieke sector, gemeenschappen en bedrijven en zoekt naar innovatieve manieren om essentiële diensten op het platteland te ondersteunen en te behouden. Een mooi voorbeeld hiervan is de overname van een openbaar toilet door vrijwilligers in een afgelegen dorp, waar gebruikers nu om een kleine donatie worden gevraagd. Dit levert een netto inkomen op voor de plaatselijke gemeenschap en daarnaast een gevoel van trots op de eigen woonplaats en natuurlijk ook een schoner en beter onderhouden openbaar toilet! Thijs de la Court heeft een serie van 4 tijdschriften samengesteld, die samen een handboek voor plattelandsbestuur vormen. Elk tijdschrift put uit de case studies en ervaringen van de verschillende partners en geeft de visies weer van de leden van het beleids- en adviespanel en van deelnemers aan project
22
Rural Alliances. In de artikelen worden conventionele methoden en processen kritisch besproken en wordt gedebatteerd over de behoefte aan veranderingsmanagement voor de toekomst. Dankzij het magazineformaat zijn de tijdschriften gemakkelijk leesbaar en is de informatie gemakkelijk te verwerken.
Voorkant van het governance handboek, gelanceerd tijdens de slotconferentie, maart 2015.
1 april 2010 – 31 okober 2015
Goede praktijken en goed beleid Het voorgestelde projectraamwerk van Rural Alliances dat in de oorspronkelijke projectaanvraag werd uiteengezet, leverde een robuust model op voor het aanpakken van de uitdagingen waarmee rurale streken te maken hebben wanneer ze werken aan het tegengaan van de negatieve effecten van leegloop, de achteruitgang en het mogelijke verlies van diensten en de verslechtering van kansen voor ondernemingen en maatschappelijke ontwikkeling. Het project formuleerde gezamenlijk een transnationale definitie van rurale vitaliteit. Dit betekende dat moest worden bekeken wat de voornaamste factoren zijn die rurale streken vitaal, levenskrachtig en duurzaam maken en die bijdragen aan sociaaleconomische ontwikkeling op lokaal, regionaal en nationaal niveau. De plattelandsvitaliteits-index die door het project werd ontwikkeld, bestaat in verschillende talen en stelt rurale gemeenscha ppen in geheel Europa in staat, hun sterke en zwakke punten en hun kansen te Hulpkaart over de Rural Vibrancy Measuring Index (RVMI)– een index om de leefbaarheid te meten
beoordelen. Dit zal hen helpen om projectideeën beter te omschrijven en democratische processen te versterken en zal hen meer slagkracht geven in hun besprekingen met de publieke sector. De toolkit voor het in kaart brengen van vaardigheden en ervaring, die ook in meerdere talen wordt aangeboden, biedt een goede manier om het ijs te breken bij het vormen van samenwerkingsverbanden en projecten en om te ontdekken welke vaardigheden en ervaring beschikbaar zijn binnen de gemeenschap en welke training nodig is om eventuele hiaten op te vullen.
Partners uit Nederland en België testen en evalueren de concept “skills plotting tool” (om vaardigheden te meten), 2014.
De partners wisselden `best practices` uit voor het oprichten, samenstellen en onderhouden van een database met leden van de gemeenschap en met plaatselijke ondernemingen, zodat mensen elkaar kunnen informeren en oproepen om deel te
23
Rural Alliances Project - Final Report
nemen aan activiteiten in de gemeenschap. Naast het betrekken van leden van de plaatselijke gemeenschap bij alle aspecten van rurale ontwikkeling, werd ook een transnationaal beleids- en adviespanel opgericht, zoals hierboven reeds is vermeld. De externe experts in dit panel voorzagen de partners van extra inzichten, waren 'kritische vrienden' en hielpen met het vorm geven aan en schrijven van beleidsvoorstellen voor rurale ontwikkeling op basis van de vraagstukken waarmee het project, de partners en hun gemeenschappen te maken kregen. Ook hielpen ze met het promoten van het werk van het project in een bredere invloedssfeer. De partners hebben op hun beurt een lobbystrategie en een beleidskoers uitgestippeld voor het bereiken van beslissers en beleidsmakers op alle niveaus, van leiders in de gemeenschap, via lokale en regionale autoriteiten, tot instellingen en personen met nationale en EU-wijde invloed. Deze inspanningen werden ondersteund door ruim 20 beleidsaanbevelingen en ruim 30 informatiebladen.
den tussen rurale gemeenschappen en plaatselijke ondernemingen. Deze samenwerkingsverbanden leverden zinvolle inzichten, methoden en middelen op, die met elkaar gedeeld konden worden ter aanvulling en versterking van het management van de ontwikkeling van andere samenwerkingsverbanden. De transnationale ontmoetingen en workshops, die om de zes maanden werden gehouden, trokken meer dan 100 afgevaardigden van samenwerkingsverbanden uit de verschillende partnerlanden en leidden tot betere onderlinge samenwerking en meer zinvolle uitwisseling van ideeën. Dit leidde vervolgens tot de vorming van een transnationaal netwerk van samenwerkingsverbanden in ruim 7 groepen, elk met een eigen thema.
Bepalend voor het project was de oprichting en ondersteuning van samenwerkingsverban
24
Voorbeelden van een lobby-paper en een feiten-sheet, beiden gelieerd aan het thema governance
1 april 2010 – 31 okober 2015
Transnationale alliantie network workshop met deelnemers van de diverse allianties, Mayo, juni 2014
De beweging van samenwerkingsverbanden heeft bijgedragen tot meer werkgelegenheid en arbeidskansen in de partnergebieden. De
beweging stimuleerde de ontwikkeling van ruim 40 nieuwe producten, diensten en marktkansen. Het inspireerde ruim 50 projecten om het gevoel van trots op de eigen woonplaats te vergroten. Bovendien werden er ruim 30 rurale inclusie-initiatieven en 13 initiatieven voor zuinig grondstoffengebruik gehouden en werden meer dan 10 overdraagbare structuren voor plattelandsbestuur ontwikkeld. Dit alles werd ondersteund door een nieuw handboek over methoden voor plattelandsbestuur en een handboek over financiële modellen en mechanismen om projecten van samenwerkingsverbanden te ondersteunen.
De website en social mediasites van het project geven meer informatie en bieden koppelingen naar projectdocumenten, video's en contactgegevens, zodat andere projecten maar ook professionals en groepen die zich met rurale ontwikkeling bezighouden, gebruik kunnen maken van het werk, de ervaring, hulpmiddelen en methoden die door het project zijn ontwikkeld. Ga hiervoor naar www.rural-alliances.eu. Ze zullen na afloop van het project nog 5 jaar worden onderhouden.
25 Voorbeelden van thema’s waarin transnationaal gewerkt is, ontwikkeld door allianties uit de diverse part
Rural Alliances Project - Final Report
We keren terug naar Marie en haar ouders. Wat heeft project Rural Alliances voor hen opgeleverd? We keren terug naar Marie en haar ouders. Wat heeft project Rural Alliances voor hen opgeleverd? De voordelen van dit project op de lange termijn zijn duidelijk. Dit project heeft aangetoond dat gemeenschappen, dorpen en stadjes niet in verval hoeven te raken. “Hallo, met Marie.“ - Ze neemt haar mobiele telefoon op. “Ja, ik kan volgende week beginnen. Dat is fijn, hoe laat? 8.30h? Geen probleem, tot maandagochtend. Heel erg bedankt.” Het gesprek is afgelopen. Dit was het aanbod waarop ze had gewacht. Een hoogtechnologisch IT-bedrijf in een nabijgelegen dorp biedt haar een stageplek aan voor zes maanden. Wow! Nu moet ze een plek vinden waar ze kan wonen. Een eigen plekje. En het beste van de stageplek bij deze firma die logistieke software ontwikkelt en verkoopt is dat ze nu een eigen woning kan gaan zoeken, hoewel ze misschien liever eerst nog een tijdje bij haar vader en moeder blijft wonen. In haar dorp worden nu huizen gebouwd met huursubsidie voor jongvolwassenen. Zolang ze bereid is met de bouwwerkzaamheden te helpen en zich actief in de gemeenschap in te zetten, kan ze misschien een appartement of zelfs een klein huis bemachtigen in de nieuwe wijk. Bovendien worden deze nieuwe woningen verwarmd met behulp van zonnepanelen en biomassa!
26
1 april 2010 – 31 okober 2015
Monika en Peter werken druk aan hun project “houd het café open”. Het laatste café in het dorp was gesloten, waardoor het hart van het dorp was verdwenen. Peter hielp mee, veel van de plaatselijke inwoners over te halen om over de brug te komen en te helpen met het opkopen en opknappen van het dorpscafé. Monika hielp met het coördineren van de vrijwilligers die wilden helpen met de bouwen renovatiewerkzaamheden. De opening was een fantastische happening. Het hele dorp liep uit. Er stonden lange tafels met plaatselijke gerechten klaar. Kinderen, ouders en bejaarden vierden gezamenlijk feest. Marie was er bij. Ze had zelfs een bandje gevormd en trad op met haar vrienden. Wat een fijne manier om thuis te komen! Wat ze niet had verwacht, was de welkomstdoos van de burgemeester. Er zat een hele verzameling levensmiddelen en geschenkjes in die door plaatselijke ondernemingen waren geschonken, vouchers om lid te worden van verschillende clubs en verenigingen, en contactgegevens van een loodgieter, een elektricien en een kapper, compleet met kortingsbonnen. Eén van de vouchers was voor lidmaatschap van de club voor 'autodelen'. Ze hoefde alleen maar haar rijbewijs te laten zien en een kleine borg te betalen; dan kon ze ofwel de biodieselauto of het elektrische busje gebruiken. Prachtig! Het betekende dat ze niet onmiddellijk een wagen hoefde te kopen en dus geen dure belasting en verzekering hoefde te betalen. Er werd haar ook verteld dat er eenmaal per maand een film werd vertoond in het dorpshuis en dat je dan pizza kunt kopen voor de helft van de gewone prijs! Het nieuwe café was niet zomaar een café. Het werd nu verhuurd aan een jongeman die veel ervaring had met het runnen van bars en restaurants in de stad. Omdat het café redelijk groot was, werd een deel van het gebouw ingericht als een kleine kunstgalerie en een informatiecentrum voor toeristen. Bovendien werd het tweemaal per week door de ouderen in het dorp gebruikt voor een kegelclub en een gezamenlijke maaltijd. Er waren altijd vrolijke geluiden te horen! Monika ontdekte dat ze meer dan voldoende klanten kreeg in haar bed en breakfast. Peter bleef eenmaal per week de ontbijtvergaderingen van het cafécomité bijwonen, omdat er nog zoveel ideeën waren om aan te werken. Leven op het platteland is fantastisch. LEVEN OP HET PLATTELAND IS FANTASTISCH!
27
Rural Alliances Project - Final Report
De travelling exhibition (reizende tentoonstelling) is in alle partner regio’s getoond Er werden drie video's gemaakt om het Rural Alliances gedachtegoed uit te leggen
28
Partners vierden de successen van het project tijdens de slotconferentie in Brecon, Wales, maart 2015
Conclusie Rural Alliances was een project waarin het beste van maatschappelijke waarden werd gecombineerd met de beste zakelijke principes om het platteland te maken tot geweldige dorpen en streken om te wonen, te werken en te bezoeken. De Europese Commissie heeft speciale nadruk op rurale ontwikkeling gelegd en in het bijzonder op het vergroten van de concurrentiekracht van rurale streken, het behouden en creëren van arbeidsplaatsen, het verkleinen van sociaaleconomische ongelijkheid tussen regio's, de aanpassing aan nieuwe marktrealiteiten, het voorzien in geschikte opleidingen en het omvormen en heroriënteren van agrarisch productiepotentieel. Deze aandacht voor rurale ontwikkeling werd vervat in de Verklaring van Cork, die een tienpuntenplan bevat voor de ontwikkeling van het Europese platteland. Er staat in dat duurzame rurale ontwikkeling bovenaan de agenda van de Europese Unie dient te staan en omschrijft zijn doelen als het omkeren van de leegloop van het platteland, het bestrijden van armoede, het stimuleren van de arbeidsgelegenheid en van gelijke kansen en het ingaan op de toenemende vraag naar meer kwaliteit, gezondheidszorg, veiligheid, persoonlijke ontwikkeling, vrijetijdsbesteding en beter ruraal welzijn. Er staat ook in dat beleid voor rurale ontwikkeling multidisciplinair qua opzet en multisectoraal in toepassing moet zijn, met een duidelijke territoriale dimensie.
1 april 2010 – 31 okober 2015
Project Rural Alliances heeft een grote bijdrage geleverd aan het stabiliseren of vergroten van het aantal mensen dat op het platteland woont en werkt en aan het zekerstellen van hun economische en maatschappelijke welzijn. Het project was gericht op:
Het voorzien in voldoende inkomsten en arbeidskansen om individuen en gezinnen in staat te stellen op het platteland te blijven wonen
Het ondersteunen van inkomsten- en beroepsgroepen die zich moeten aanpassen aan de huidige economische, maatschappelijke, culturele en ecologische veranderingen
Het beschermen en verbeteren van de plaatselijke omgeving en cultuur en het plaatselijke erfgoed
Het beschikbaar maken van voldoende diensten en infrastructuur voor rurale gemeenschappen
Het onderhouden van vitale, duurzame gemeenschappen waarin alle leeftijdsgroepen vertegenwoordigd zijn.
29
Partners
1
Brecon Beacons National Park Authority [UK] Email: Richard Tyler (
[email protected])
2
University of Wales, Trinity St David [UK] Email: Dr. Jill Venus (
[email protected])
3
Innovatiesteunpunt vzw [BE] Email: Wim Ceulemans (
[email protected])
4
Vlaamse Landmaatschappij (VLM) [BE] Email: Goele Vercammen (
[email protected])
5
Stichting Streekhuis Het Groene Woud & De Meierij [NL] Email: Kees Margry (
[email protected])
6
Huis van De Brabantse Kempen (NL) Email: Paul Schellekens (
[email protected])
7
Gemeente Lochem [NL] Email: Mariska Mentink (
[email protected])
8
Philipps-Universität Marburg, Fachbereich Geographie (DE) Email: Prof. Markus Hassler (
[email protected] )
9
South Kerry Development Partnership Ltd. [IE] Email: Sean de Buitlear (
[email protected])
10
Comhairle Contae Mhaigh Eo (Mayo County Council) (IE) Email: Patrick McHale (
[email protected])
11
Maison de l’Emploi, de Développement, de la Formation et de l’Insertion du Pays de Redon – Bretagne Sud (MEDEFI) [FR] Email: Stéphanie Paris (
[email protected])
12
Laval Mayenne Technopole (FR) Email: Christian Travier (
[email protected])