Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE
Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE
Titel: Subtitel: Omschrijving: Opdrachtgever: Opdrachtnemer:
Opgesteld door: Datum: Project: Aantal pagina’s:
‘Ruimte voor Spelen’ Speelruimteplan gemeente Baarn Beleidsplan voor en analyse van speelruimte Gemeente Baarn OBB Ingenieursbureau Postbus 805 7400 AV Deventer 0570 – 61 60 05
[email protected] drs. Maartje Kunen ing. E.G. Oost-Mulder maart 2009 504.03 153
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
Dit rapport is afgedrukt op Biotop3 papier: - door de naturel tint bijzonder prettig voor de ogen - van extra kwaliteit door verhoogde opdikking - van extra kwaliteit door verhoogde stijfheid - geschikt voor archiveringsdoeleinden - > 200 jaar geen vergeling - minder milieubelastend - verouderingsbestendig - hoogwaardig papier - chloorvrij gebleekt
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
2
VOORWOORD Spelende kinderen zijn er gelukkig altijd geweest. Al op Grieks en Romeins aardewerk is jeugd te zien die zich bezighoudt met sport en spel. Ook kennen velen van ons die oude tegeltjes wel: tegeltjes waarop kinderspelen uit de zestiende en zeventiende eeuw staan afgebeeld. In die tijd betekende het woord spelen ook ‘vrolijk bewegen, dansen’. Nu lezen we in het woordenboek de omschrijving ‘zich vermaken, levendig bewegen’. Gemeente Baarn onderschrijft het grote belang van bewegen in ruime zin, dat wil zeggen: voor oud en jong. Op het gebied van sport zijn in onze gemeente veel initiatieven ontplooid, van Galm tot High Five. Mede door deze acties is in Baarn de sportparticipatie van de jeugd en jongeren in de leeftijd van 6 – 17 jaar bijzonder groot. De laatste onderzoeken wijzen op een deelname aan een sportactiviteit door 96% van deze leeftijdsgroep. Gewoon spelen op straat, op pleintjes en dergelijke, is ook erg belangrijk voor kinderen in hun ontwikkeling. Het is een ontdekkingstocht door de mogelijkheden en onmogelijkheden van hun eigen omgeving. Dat vraagt meer dan een enkel standaard toestel op dit of dat pleintje. Natuurlijk vindt er ook een verschuiving plaats in de behoefte van de jeugd. Een wijk is na 10 of 15 jaar, wat betreft de leeftijd van de kinderen en de jeugd, weer veranderd. Dit rapport geeft een antwoord op de vele vragen en opmerkingen op het gebied van spelen in Baarn. Ingenieursbureau OBB heeft geprobeerd hieraan een uitwerking te geven. Het interactieve proces dat daarvoor is gekozen, heeft geleid tot veel contacten met scholen, op straat, met wijkplatforms, via de gemeentelijke site enzovoorts. Dank aan iedereen die op een of andere manier heeft meegewerkt aan dit eindresultaat. En nu aan de slag! Henk van de Kerk Wethouder
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
3
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
4
INHOUDSOPGAVE VOORWOORD 1.
SAMENVATTING 1.1. Algemeen 1.3. Analyse van de speelruimte in gemeente Baarn 1.4. Financiële aspecten 1.5. Uitvoeringssnelheid en grove prioritering gel in inhoudsopgave
2.
INLEIDING 2.1. Waarom een speelruimteplan? 2.2. Doelstelling en visie 2.3. Plan van aanpak 2.4. Betrokkenheid doelgroepen 2.5. Begripsbepaling 2.6. Periode en evaluatie speelruimtebeleid 2.7. Leeswijzer voor het speelruimteplan Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave
3 9 9 10 13 15 15 17 17 18 18 19 22 23 23 23
DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2009 - 2018
25
3.
27 27 27 28 29 30 31 35 39 40 41 45 47 49 50 53
BELEID SPEELRUIMTE 2009 - 2018 3.1. Het recht op spelen 3.2. Spelen bij wet? 3.3. Spelen, sporten en ontmoeten 3.4. Speelruimte, voor wie? 3.5. De relatie informele en formele speelruimte 3.6. De informele speelruimte 3.7. Vormgeving informele speelruimte 3.8. De formele speelruimte 3.9. Spreiding van speelplekken 3.10. Samen werken aan en financieren van speelruimte 3.11. (Her)ontwikkeling woongebieden 3.12. Vormgeving formele speelruimte 3.13. Veiligheid en uitdaging 3.14. De zorg voor speelvoorzieningen
voor witregel in inhoudsopgave
DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE
55
4.
LEESWIJZER ANALYSE SPEELRUIMTE 4.1. Bij het lezen van de analyse 4.2. Leeftijden en termen 4.3. Onderverdeling in wijken en buurten 4.4. Opbouw teksten 4.5. Tekstwolken naast de tekst 4.6. Secundaire speelplekken
57 57 57 57 58 58 58
5.
BOVENWIJKSE ASPECTEN VAN SPEELRUIMTE 5.1. Kinderaantallen 5.2. Georganiseerd sport en spel 5.3. Bovenwijkse voorzieningen kinderen en jeugd 5.4. Voorzieningen voor jongeren
61 61 61 62 62
6.
WAT WILLEN DE JEUGD EN DE JONGEREN? 6.1. Werkwijze
67 67
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
5
6.2. Resultaten enquête onder de jeugd 6.3. Resultaten enquête onder de jongeren
67 69
7.
SPELEN IN CENTRUM (A) 7.1. Kinderaantallen 7.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 7.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 7.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren in Centrum
71 71 71 72 73
8.
SPELEN IN EEMDAL NOORD (B) 8.1. Kinderaantallen 8.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 8.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 8.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren
75 75 75 75 77
9.
SPELEN IN DE NOORDOOSTWIJK (C) 9.1. Kinderaantallen 9.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 9.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 9.4. Sporten en ontmoeten voor jongeren
79 79 79 80 81
10. SPELEN IN DE NOORDWIJK (D) 10.1. Kinderaantallen 10.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 10.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 10.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
83 83 83 84 85
11. SPELEN IN DE NOORDWESTWIJK (E) 11.1. Kinderaantallen 11.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 11.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 11.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
87 87 87 88 89
12. SPELEN IN DE ZUIDWESTWIJK (F) 12.1. Kinderaantallen 12.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 12.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 12.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
91 91 91 92 93
13. SPELEN IN DE ZUIDWIJK (G) 13.1. Kinderaantallen 13.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 13.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 13.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
95 95 95 96 100
14. SPELEN IN EEMDAL ZUID (H) 14.1. Kinderaantallen 14.2. Informele speelruimte voor kinderen en jeugd 14.3. Formele speelruimte voor kinderen en jeugd 14.4. Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
103 103 103 104 105
15. SPELEN IN HET BUITENGEBIED WEST (I) 15.1. Kinderaantallen 15.2. Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte
107 107 107
16. SPELEN IN HET BUITENGEBIED OOST (J) 16.1. Kinderaantallen 16.2. Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte
109 109 109
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
6
17. EENMALIGE EN STRUCTURELE KOSTEN 17.1. Realiseren streefbeeld 17.2. Eenmalige en bijkomende kosten 17.3. Uitvoeringssnelheid en eenmalige investering 17.4. Vervangingswaarde 17.5. Structurele kosten
111 111 113 114 115 115
DEEL III BIJLAGEN BIJLAGE I. BEGRIPPENLIJST BIJLAGE II. SPEELPRIKKELS BIJLAGE III. INFORMELE ONTMOETING JONGEREN BIJLAGE IV. BESLISBOOM SPEELPLEK BIJLAGE V. PROGRAMMA VAN EISEN BIJLAGE VI. ENQUETE FORMULIEREN BIJLAGE VII. AANTAL EN KOSTEN SPEELTOESTELLEN BIJLAGE VIII. GEGEVENSTABEL WIJKEN BIJLAGE IX. SPEELPLEKKEN EN MAATREGELEN BIJLAGE X. KAARTEN
119 121 123 125 129 131 135 139 141 143 151
K op # ivm pagin a in inhou ds opgave
109
TABELLEN, GRAFIEKEN EN FIGUREN Tabel 1 Eenmalige kosten realiseren streefbeeld 14 Tabel 2 Inventaris huidige situatie en streefbeeld 14 Tabel 3 Structurele kosten huidige situatie en streefbeeld 14 Tabel 4 Normen informele speelruimte 34 Tabel 5 Normen formele speelruimte 41 Tabel 6 Sportbeoefening naar leeftijd en type verband 61 Tabel 7 Kinderaantallen Centrum (A) 71 Tabel 8 Kinderaantallen Eemdal Noord (B) 75 Tabel 9 Kinderaantallen Noordoostwijk (C) 79 Tabel 10 Kinderaantallen Noordwijk (D) 83 Tabel 11 Kinderaantallen Noordwestwijk (E) 87 Tabel 12 Kinderaantallen Zuidwestwijk (F) 91 Tabel 13 Kinderaantallen Zuidwijk (G) 95 Tabel 14 Kinderaantallen Eemdal Zuid (H) 103 Tabel 15 Kinderaantallen Buitengebied. West (I 107 Tabel 16 Kinderaantallen Buitengebied oost (J) 109 Tabel 17 Kosten realisatie streefbeeld 113 Tabel 18 Inventarisatie en vervangingswaarde 115 Tabel 19 Structurele kosten 116 Tabel 20 Onderhoud op 70% 116 Figuur 21 Vervanging aantal toestellen 117 Figuur 22 Vervangingskosten toestellen 117 Figuur 23 Beslisboom analyse speelruimte 129 Tabel 24 Verkorte normentabel 131 Tabel 25 Verloop kinderpiek 133 Tabel 26 Kosten per plek 133
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
7
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
8
1.
SAMENVATTING
1.1.
Algemeen
In dit hoofdstuk worden de belangrijkste punten van het speelruimteplan samengevat. Voor een volledig overzicht van het speelruimtebeleid wordt verwezen naar deel I van het plan. Voor een volledige beschrijving van de analyse van de huidige situatie en de adviezen voor het streefbeeld wordt verwezen naar deel II van het speelruimteplan. In gemeente Baarn leeft de wens om het huidig speelruimtebeleid (van januari 1995) te herzien en bestuurlijk vast te stellen. De vorige nota is meer dan tien jaar oud en sterk gericht op het beheer en onderhoud van speelterreinen. In de programmabegroting 2008-2011 van gemeente Baarn is speelruimtebeleid als speerpunt opgenomen. De nieuwe nota Speelruimtebeleid zal als vertrekpunt ‘ruimte voor spelen’ hebben. Met het nieuwe speelruimteplan wil de gemeente inzicht verkrijgen in een passende speelstructuur, gerelateerd aan het aantal kinderen en hun leeftijd. Verdere aanleiding vormen onder andere de vragen over de juridische aspecten rondom het spelen en de stimulering van het spelen en sporten van de jeugd. De speelstructuur dient aan te sluiten op het aantal, de leeftijd en de behoefte van de verschillende leeftijdsgroepen per buurt. Voor het aanbod van formele speelvoorzieningen dienen er voldoende financiële middelen te zijn, zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren. Dit speelruimteplan gaat over de gemeentelijke voorzieningen in de openbare ruimte waar kinderen (0 tot en met 5 jaar), jeugd (6 tot en met 12 jaar) en jongeren (12 tot en met 18 jaar), die in de verschillende buurten en wijken wonen, gebruik van kunnen maken.
1.2.
Beleidsuitgangspunten
Aan de hand van voorliggend speelruimteplan zal er voor het spelen ten eerste een verandering van denken over de openbare ruimte moeten plaatsvinden bij het bestuur, de ambtenaren en de burgers. De kern daarvan is: bij het inrichten en beheren van de openbare ruimte moet de bespeelbaarheid in ogenschouw worden genomen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
9
De belangrijkste (speel)uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden bij de inrichting, het beheer en het onderhoud van bestaande en nieuwe woonwijken: (blz.) Beleidsuitgangspunt 1. De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18-jarigen stimuleren. Beleidsuitgangspunt 2. De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in inrichting van de speel-, sporten ontmoetingsplekken aan te bieden. Beleidsuitgangspunt 3. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor informele speelruimte hanteren. Beleidsuitgangspunt 4. Bij ontwerp en veranderingen inde openbare ruimte wordt nagegaan hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. In ruimtelijke plannen met een ontwikkeling of wijziging in de openbare ruimte wordt een beknopte Speel Effect Rapportage (SER) gemaakt. Beleidsuitgangspunt 5. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de spreiding, kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor formele speelruimte hanteren. Beleidsuitgangspunt 6. De gemeente wil een duurzaam netwerk aan speelplekken bieden voor zes tot achttien jarigen en dit aanvullen met plekken voor kinderen in de buurt daar waar de kinderen wonen. Beleidsuitgangspunt 7. De gemeente wil bij (her-) ontwikkeling van nieuwe (brede) scholen de schoolpleinen openbaar maken. Beleidsuitgangspunt 8. De speeltuinverenigingen zijn door hun speciale inrichting en activiteiten een aanvulling op de openbare speelruimte. Beleidsuitgangspunt 9. In overleg met de vereniging open stellen van de sportvelden, enkel voor georganiseerde sportactiviteiten buiten de vereniging om zoals schoolvoetbal en buurtsportwerk. Beleidsuitgangspunt 10. De gemeente wil dat toekomstige bestemmingsplannen en stedenbouwkundige plannen worden getoetst aan de visie en normen van speelruimte. Hiertoe wordt in een vroeg stadium een beknopt Programma van Eisen ingediend en ingepast in de grondexploitatie. Beleidsuitgangspunt 11. De gemeente wil een minimaal onderhoudsniveau van 70% waarborgen. Beleidsuitgangspunt 12. Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen twee werkdagen passende maatregelen genomen.
1.3.
Analyse van de speelruimte in gemeente Baarn De huidige situatie van de speel-, sport- en ontmoetingsruimte in de gemeente Baarn is beschreven in deel II van het speelruimteplan, de analyse. Om tot een streefbeeld te komen, zijn de beleidsuitgangspunten en de normen voor informele- en formele speelruimte toegepast op de huidige situatie.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
10
27
29 33
35 39
40 43 44 45
47 51 53
In deze paragraaf wordt kort een algemeen beeld geschetst van de speelruimte in de gemeente Baarn. Vervolgens wordt per wijk kort samengevat wat de belangrijkste punten zijn. 1.3.1.
Speelruimte in Baarn In de gemeente Baarn is veel informele speelruimte aanwezig. In nagenoeg al het groen mag worden gespeeld. Op de pleintjes, autovrije stukjes straat en op de velden kan gespeeld worden. Maar er zijn ook straten waar de geparkeerde en hard voorbijrijdende auto’s het spelen belemmeren. Er zijn verschillende parken (zoals de Pekingtuin) die goed worden gewaardeerd door de jeugdigen en de jongeren om te spelen en te ontmoeten. Het aanbod van speelplekken in de gemeente Baarn verschilt erg veel per wijk. Voor de ene wijk wordt geadviseerd om een aantal nieuwe plekken aan te leggen, bijvoorbeeld in het Centrum of in de Noordoostwijk, terwijl in andere wijken voorgesteld wordt om speelplekken als secundair aan te merken, bijvoorbeeld in Eemdal Noord en Eemdal Zuid.
1.3.2.
Speelruimte in Centrum (A) In het centrum is veel informele speelruimte beschikbaar. Spelen en ontmoeten op de Brink en in de Pekingtuin bijvoorbeeld wordt door de jeugdigen en jongeren zeer gewaardeerd. Volgens de normen zijn er in het centrum te weinig speelplekken. Geadviseerd wordt om een speelroute te creëren, en de Brink interessanter te maken als informele speelruimte. Daarnaast wordt nog een aantal zoekgebieden, met name voor kinderen, geadviseerd. Voor jongeren luidt het advies om in de Pekingtuin te voorzien in een aantrekkelijke sportvoorziening.
1.3.3.
Speelruimte in Eemdal Noord (B) De vele rustige straten, autovrije pleintjes en aanwezige bosjes )zoals het ‘Kikkerbosje’) vormen veel informele speelruimte in deze wijk. Volgens de normen zijn er in Eemdal Noord te veel speelplekken. Geadviseerd wordt om, samen met de doelgroep en het wijkplatform, de beste en meest gewaardeerde plekken te kiezen als centrale en duurzame voorziening in de wijk. Het is belangrijk om de voorzieningen af te stemmen op de specifieke doelgroep kinderen of jeugd. Hierin zal dus een wisseling moeten plaatsvinden. Voor jongeren wordt geadviseerd om de plek aan de Geerenweg aantrekkelijker te maken en nog twee voorzieningen toe te voegen.
1.3.4.
Speelruimte in de Noordoostwijk (C) In de Noordoostwijk is de informele speelruimte niet in alle buurten beschikbaar. Geadviseerd wordt om bij de herinrichting van de straten expliciet rekening te houden met de bespeelbaarheid. Opvallend is het dat in deze wijk het aantal kinderen groter is dan het aantal jeugdigen. OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
11
Er zijn in deze wijk volgens de normen veel te weinig speelplekken. Er worden dan ook zeven zoekgebieden geadviseerd vooral voor kinderen en jeugdigen. Voor jongeren luidt het advies de skatebaan her in te richten en het ontmoeten op een andere nieuwe plek te faciliteren. 1.3.5.
Speelruimte in de Noordwijk (D) Ook in de Noordwijk is het aanbod aan informele speelruimte divers. In de Professorenbuurt bijvoorbeeld is veel ruimte in de vorm van veldjes, in de Bomenbuurt is dat wat minder. Het aantal speelplekken in de Noordwijk ligt wat onder de norm. Geadviseerd wordt om een aantal nieuwe speelplekken aan te leggen en de inrichting van de bestaande plekken beter af te stemmen op de leeftijdscategorieën. Voor jongeren wordt geadviseerd om het veldje aan de Krabbelaan te verbeteren, een ontmoetingsvoorziening bij de Boemerang te realiseren en te zoeken naar twee nieuwe plekken.
1.3.6.
Speelruimte in de Noordwestwijk (E) De Noordwestwijk is zeer ruim opgezet; er is veel informele speelruimte in de vorm van bijvoorbeeld veldjes en water(kanten). In deze wijk neemt het aantal kinderen af. Voor de Componistenbuurt wordt geadviseerd samen met de jeugd en jongeren te bekijken hoe de duurzame speelplek in het Hoge Bos aantrekkelijker te maken is voor deze doelgroepen, bijvoorbeeld door het voetballen te faciliteren. Ten zuiden van de van Heemstralaan wordt geadviseerd om maatregelen te nemen in de informele sfeer voor kinderen en jeugd. Voor jongeren wordt geadviseerd om samen met hen te zoeken naar een geschikt locatie voor een sport- en ontmoetingsplek.
1.3.7.
Speelruimte in de Zuidwestwijk (F) De Zuidwestwijk is deels omringd met bos, dat voor de jeugd en jongeren leuke en spannende informele speelruimte is. Het is een wijk met grote verschillen in veel opzichten. Momenteel zijn er geen formele speelplekken. Geadviseerd wordt om met name voor kinderen speelplekken aan te leggen. Daarnaast kan de jeugd wellicht terecht op het schoolplein van de NBS. De gemeente kan in overleg treden met de school over het eventueel openstellen van het schoolplein. Een gemis in deze wijk is een trapveld voor de jeugd en de jongeren. Geadviseerd wordt om hiervoor een geschikte locatie te zoeken.
1.3.8.
Speelruimte in de Zuidwijk (G) In de Zuidwijk is het aanbod aan informele speelruimte zeer verschillend per buurt. Het Cantonspark is een prachtige voorziening waar ook gespeeld mag worden, mits het geen schade veroorzaakt aan de monumentale bomen in dit park. De straten zijn niet overal even goed bespeelbaar.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
12
Volgens de norm liggen er momenteel te weinig speelplekken in deze wijk. Vooral voor kinderen en jeugdigen dienen een aantal speelplekken te worden toegevoegd. Deels kan hierbij aansluiting worden gezocht bij bestaande ontwikkelingen zoals de ontwikkeling van de Nieuwe Brede School. Voor jongeren wordt geadviseerd een aantal What’sUpplekken toe te voegen her en der in de wijk en om drie StayAroundvoorzieningen te creëren. Ook hier kan weer aansluiting worden gezocht bij bestaande ontwikkelingen. 1.3.9.
Speelruimte in Eemdal Zuid (H) In Eemdal Zuid is zeer veel informele speelruimte beschikbaar. Het buitengebied is daarnaast ook nog erg toegankelijk voor de jeugdigen en jongeren uit de wijk. Volgens de norm zijn er momenteel te veel speelplekken in deze wijk. Geadviseerd wordt om het aantal plekken te reduceren en te kiezen voor centrale duurzame plekken. Daarbij dient te worden meegenomen dat de bestaande speelplekken voor de jeugd weinig uitdaging bieden. Het aantal jongeren in deze wijk zal de komende jaren afnemen. Omdat er reeds goede voorzieningen zijn, wordt geadviseerd om een van deze voorzieningen aan te wijzen als StayAroundplek voor jongeren.
1.3.10. Speelruimte in de buitengebieden West (I) en Oost (J) In de buitengebieden wonen de kinderen, jeugdigen en jongeren zo verspreid dat het niet mogelijk is om met een speelplek de hele doelgroep te bedienen. In de kern Lage Vuursche wonen niet voldoende kinderen om een speelplek aan te leggen, volgens de normen. Er ligt echter een speelplek. Geadviseerd wordt om deze plek te behouden als basisvoorziening voor de kern. Het onderhoud dient dan in samenwerking met vrijwilligers van het buurthuis te blijven plaatsvinden. In het Buitengebied Oost wonen volgens de norm ook te weinig kinderen om een speelplek aan te leggen.
1.4.
Financiële aspecten
1.4.1.
Realiseren streefbeeld en eenmalige kosten In Deel II van het speelruimteplan en in de plekkentabel van Bijlage IX is aangegeven welke maatregelen geadviseerd worden om te komen tot het streefbeeld dat de informele en formele speelruimte in de gemeente Baarn beslaat. Om de informele speelruimte te verbeteren, wordt geadviseerd om op diverse plekken speelprikkels of speelaanleidingen (Maatregelen) toe te voegen. Het betreft 332 speelprikkels en zitaanleidingen. Hiervoor is een gemiddelde prijs van € 250 per stuk opgenomen.
In hoofdstuk 17 worden de eenmalige kosten voor het realiseren van het streefbeeld en de structurele kosten voor het onderhouden, beheren en vervangen van speelvoorzieningen beschreven. In deze samenvatting is kort aangegeven om welke eenmalige en structurele kosten het gaat.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
13
Naast verbeteringen in de informele ruimte worden ook voorstellen gedaan om bestaande speelplekken te verbeteren of om nieuwe speelplekken (Zoekgebieden) te realiseren. In totaal wordt geadviseerd om op 31 locaties nieuwe speelplekken te creëren. Per zoekgebied is hiervoor een specifiek bedrag geraamd in de plekkentabel. In Tabel 1 zijn de eenmalige kosten voor het realiseren van het streefbeeld weergegeven. Eenmalige kosten realiseren streefbeeld Het verbeteren informele speelruimte: 332 speel- en zitaanleidingen Het realiseren van 31 zoekgebieden plus verbeteren plekken: 177 nieuwe toestellen De bijkomende kosten voor veiligheidsondergrond 45% Subtotaal De bijkomende (her)inrichtingskosten € 325100 waarvan circa 100% ten laste van speelvoorzieningen komt De kosten voor de uitvoering van het speelruimteplan 8% van de eenmalige investeringskosten € 607300 Totaal Tabel 1
1.4.2.
€ 83.000 € 361.600 € 162.700 € 607.300 € 325.100 € 48.600 € 981.000
Eenmalige kosten realiseren streefbeeld
Structurele kosten Door het realiseren van het streefbeeld, zoals voorgesteld in dit speelruimteplan, zullen ook in de structurele kosten wijzigingen plaatsvinden. In Tabel 2 is de huidige inventaris en de inventaris na het realiseren van het streefbeeld weergegeven. Inventaris
Huidig
Streefbeeld
aantal speelplekken
43
67
aantal speeltoestellen
188
323
aanschafwaarde toestellen
€ 340.200
€ 647.145
aanschafwaarde ondergronden Aanschafwaarde totaal
€ 146.900 € 487.100
€ 286.915 € 934.060
Tabel 2
Inventaris huidige situatie en streefbeeld
In Tabel 3 is aangegeven welke gevolgen dit heeft voor de structurele kosten. Structurele kosten
2008 Baarn
onderhoud op niveau heel-schoon-veilig 60%
€ 25.476
Raming Huidig € 15.400
beheer
€ 17.906
€ 21.800
€ 32.692
€€ 43.382
€ 41.100 € 78.300
€ 78.836 € 149.169
vervanging Budgetten totaal Tabel 3
Raming Streefbeeld € 37.641
Structurele kosten huidige situatie en streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
14
1.5.
Uitvoeringssnelheid en grove prioritering
Opgemerkt moet worden dat de werkelijke eenmalige kosten sterk afhankelijk zijn van de snelheid waarmee de voorstellen kunnen worden uitgevoerd, door wie de werkzaamheden worden uitgevoerd, of er ‘werk met werk’ gemaakt kan worden enzovoort. Als alles in de loop der jaren via de reguliere vervanging zou gaan, kost het wellicht iets minder of wordt het uit de lopende budgetten betaald. Door het uitvoeren van het streefbeeld zullen er wijzigingen ontstaan in het aantal speelplekken en het aantal speeltoestellen. Er zijn bijvoorbeeld 31 zoekgebieden voorgesteld voor de verschillende doelgroepen in de verschillende wijken. Het aantal speelplekken zal daarmee toenemen van 43 naar 67 . Het aantal toestellen zal daarmee ook toenemen. Uitgangspunt van dit speelruimteplan is een evenwichtige verdeling van speelvoorzieningen over de verschillende wijken en doelgroepen. Wanneer gekeken wordt naar een evenwichtige verdeling over de wijken, is in de tabel van Bijlage VIII te lezen, dat het verschil tussen het aantal huidige plekken en het aantal speelplekken in het streefbeeld nogal divers is. In de Noordoostwijk, Zuidwijk en Zuidwestwijk bijvoorbeeld wordt een groot aantal nieuwe speelplekken voorgesteld. Indien ervoor wordt gekozen om in te zetten op een evenwichtige verdeling over de verschillende wijken, dient de prioriteit van de uitvoering van het speelruimteplan te liggen in deze drie wijken. De wijken Centrum en Noordwijk kunnen dan in een tweede fase van uitvoering worden meegenomen. Ook in deze wijken is momenteel een tekort aan speelvoorzieningen. Indien wordt gekozen voor een prioritering op basis van tekorten voor een bepaalde doelgroep wordt voorgesteld om de zoekgebieden voor kinderen prioriteit te geven. Daarna kan de prioriteit bij het realiseren van de zoekgebieden voor jongeren gelegd worden.
gel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
15
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
16
2.
INLEIDING
2.1.
Waarom een speelruimteplan?
Dit rapport ‘Ruimte voor Spelen’ geeft het beleid van gemeente Baarn inzake de openbare speelvoorzieningen. In dit beleidsplan worden de relevante richtlijnen, een analyse van de huidige situatie en de speelruimte, het wenselijk en het huidige openbare speelvoorzieningenniveau, de te nemen maatregelen en het te voeren beleid weergegeven. Om het leesgemak van deze beleidsnota te verhogen is een leeswijzer opgenomen. In gemeente Baarn leeft de wens om het huidig speelruimtebeleid (van januari 1995) te herzien en bestuurlijk vast te stellen. De vorige nota is meer dan tien jaar oud en sterk gericht op het beheer en onderhoud van speelterreinen. In de programmabegroting 2008 - 2011 van de gemeente Baarn is Speelruimtebeleid als speerpunt opgenomen. ‘De nieuwe nota Speelruimtebeleid zal als vertrekpunt ‘ruimte voor spelen’ hebben. Het college wordt vaker dan voorheen geconfronteerd met een belangenafweging tussen het ruimtebeslag voor speelterreinen en dat voor het bouwen van woningen. Naast de wens om woningen te bouwen, is voor ons college ook de leefbaarheid van de buurt of wijk van belang. Speelterreinen dragen bij aan die leefbaarheid; voor ontwikkelaars geldt eerder het financieel-economisch resultaat. Daarnaast vragen oudere groepen jongeren, maar ook volwassenen, naar terreinen waar buiten de tijden van het reguliere verenigingsleven gevoetbald of op andere wijze gesport kan worden. Een andere problematiek die direct met de speelterreinen samenhangt, is die van de, al dan niet vermeende, overlast door de oudere jeugd. Door het ontbreken van terreinen en terreintjes wijkt deze groep uit naar speelterreintjes voor de jongste kinderen en de gemeentelijke parken. Binnen het wijk- en buurtgericht werken en in nauwe samenwerking met de ambulante jeugd- en jongerenwerker gaat de gemeente naar oplossingen zoeken.’ Met het nieuwe speelruimteplan wil de gemeente inzicht verkrijgen in een passende speelstructuur, gerelateerd aan het aantal kinderen en hun leeftijd. Verdere aanleiding vormen onder andere de vragen over de juridische aspecten rondom het spelen, de stimulering van het spelen en sporten van de jeugd.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
17
2.2.
Doelstelling en visie
Het doel is te komen tot een praktisch en breed gedragen speelruimteplan dat invulling geeft aan een evenredige verdeling van speel-, sport- en ontmoetingsvoorzieningen over de wijken en behoeften van de verschillende categorieën gebruikers. Daarbij wordt rekening gehouden met de mate van informele bespeelbaarheid van de verschillende buurten. In dit plan moeten de beleidsuitgangspunten voor spelen, sporten en ontmoeten worden vastgelegd en worden geschetst welke aanpassingen nodig zijn om hieraan te voldoen. De bijbehorende visie is dat er in de openbare ruimte voldoende en veilige speelruimte is. Voor het aanbod van formele speel-, sport en ontmoetingsvoorzieningen dienen er voldoende financiële middelen te zijn, zodat het mogelijk is passend beheer, onderhoud en vervanging uit te voeren.
2.3.
Plan van aanpak
2.3.1.
Projectgroep speelruimteplan Veel onderdelen van het speelruimtebeleid hebben raakvlakken met verscheidene verantwoordelijkheden en beleidsvelden. Daarom is het plan in breed overleg opgesteld en is een projectgroep ingesteld met vertegenwoordiging vanuit alle afdelingen die betrokken zijn bij spelen. In de gemeente Baarn zijn dat: • Ruimtelijke Ordening: bestemmingsplannen, stedenbouwkundigeplannen; • Samenlevingszaken: onderwijs, sportzaken, jeugdzaken, welzijnsvoorzieningen en sociale vernieuwing; • Beheer: verkeer, aanleg/beheer wegen, aanleg/onderhoud groenvoorzieningen en wijkbeheer;
Het speelruimteplan is opgesteld aan de hand van een plan van aanpak (januari 2008) waarin de verschillende werkzaamheden stonden gepland. De werkzaamheden zijn begeleid door de projectgroep speelruimteplan die bij aanvang van de werkzaamheden is opgericht. In overleg met de projectgroepgroep is een inspraaktraject uitgezet voor de verschillende betrokkenen bij speelruimte. Na de inspraak is er een concept speelruimteplan opgesteld. Na terugkoppeling van het concept speelruimteplan met de werkgroep is er een informatieavond geweest waar bewoners konden reageren op het plan. Daarna is het speelruimteplan definitief gemaakt.
Verder is ter ondersteuning op het gebied van communicatie en bedrijfsvoering (controller), de afdeling Bestuurs- en Management Ondersteuning (BMO) gevraagd een bijdrage te leveren.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
18
2.3.2.
Beroepsmatig betrokkenen De gemeenteraad is op een avond in september geïnformeerd over het plan van aanpak en de wijze waarop bewoners inspraak konden leveren. Tussentijds is de raad geïnformeerd over de stand van zaken door middel van een informatiebrief. Tijdens het analysetraject is overleg gevoerd met de wijkagenten, BOA en de (ambulant) jongerenwerker.
2.3.3.
Veldinventarisatie Om een goede indruk te krijgen van de bespeelbaarheid van de verschillende wijken heeft in september 2008 een aanvullende uitgebreide veldinventarisatie plaatsgevonden. Hierin werd gekeken waar de jeugd speelt (zowel speelplekken als informele speelruimte) en welke routes ze gebruiken. Er werd ook gekeken naar bereikbaarheid van speelplekken, speelwaarde, geschiktheid voor leeftijdscategorieën, welke fysieke en sociale barrières er (kunnen) zijn en dergelijke. Tevens zijn tijdens deze inventarisatie ad hoc gesprekjes gevoerd met bewoners, kinderen en jongeren.
2.4.
Betrokkenheid doelgroepen
Sinds 2001 is de gemeente Baarn verplicht om de kwaliteit van de communicatie en participatie- en inspraakprocessen te beschrijven in het burgerjaarverslag. Ook de totstandkoming van het speelruimteplan is een interactief proces waar verschillende factoren bij betrokken zijn. In de analysefase en bij de planvorming zijn de volgende doelgroepen betrokken: • de jeugd van 6 tot en met 11 jaar (KinderKlankBord) • de jongeren van 12 tot en met 18 jaar (interviews en enquête, gesprek jongerenraad) • de wijkplatforms
2.4.1.
Jeugd Het KinderKlankBord is een middel om te weten te komen wat de jeugd belangrijke speelruimte en -mogelijkheden vindt. Dit instrument bestaat uit drie onderdelen: de rondgang, de speelmogelijkhedenenquête en het maken van een wijkplattegrond.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
19
Rondgang in Eemdal Zuid
Rondgang Om een indruk te krijgen hoe de jeugd haar woonomgeving gebruikt om te spelen, werd voor het opstellen van het speelruimtebeleidsplan een rondwandeling met jeugdigen gemaakt. Er werd gekeken waar ze niet mogen of kunnen spelen, hoe ze in het groen, bij het water en op de straat kunnen spelen, wat ze goede en slechte speelplekken vinden en waar ze naar toe gaan om spannende dingen te doen of hutten te bouwen. Verder gaven de jeugdigen aan wat de grote problemen zijn bij het spelen, wat ze het meest zouden missen als ze zouden verhuizen of waar ze behoefte aan hebben. De jeugd is benaderd via de wijkplatforms en de basisscholen om mee te doen aan de rondgang. In de herfstvakantie hebben vijf kinderrondgangen plaatsgevonden, georganiseerd door de coördinator wijk- en buurtgericht werken en de wijkplatforms. Op 11 november hebben nog twee rondgangen vanuit de basisscholen plaatsgevonden. In de volgende wijken/buurten heeft een kinderrondgang plaatsgevonden: - A. Centrum (via wijkplatform) - B. Eemdal Noord (via wijkplatform) - G. Zuidwijk (via wijkplatform) - H. Eemdal Zuid (via wijkplatform) - F. Zuidwestwijk (via wijkplatform) - D. Noordwijk (via Gaspar de Coligny basisschool) - C. Noordoostwijk (via KWS basisschool) Enquête Aan alle basisscholen is gevraagd of de leerlingen een enquêteformulier mochten invullen. In deze enquête is de kinderen gevraagd naar waar ze graag spelen, waar ze niet graag komen enzovoorts. Leerlingen van de volgende basisscholen hebben de enquête ingevuld: - Koningin Wilhelmina School (KWS) - Guido de Bres - Amalia Astroschool Wijkplattegrond Alle basisscholen werd verzocht mee te werken aan het maken van een wijkplattegrond. Dit is een opdracht die de leerkrachten met de jeugd kunnen uitvoeren. De kinderen kregen hierbij de opdracht om in groepjes van ongeveer zeven kinderen een wijkplattegrond te tekenen op een A3 blad met GBKgegevens. Ze hebben op deze plattegrond aangegeven waar ze graag spelen en waar niet, waar de gevaarlijke plekjes zijn, enzovoorts. Leerlingen van de Amalia Astroschool hebben verschillende wijkplattegronden getekend.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
20
2.4.2.
Jongeren vullen de enquête in tijdens de pauze op het Baarnsch Lyceum
2.4.3.
op internet konden inwoners een enquête invullen
Jongeren Ook de jongeren van 12 tot en met 18 jaar verblijven in de openbare ruimte. Er is dus een behoefte aan speel-, ontmoetings- en sportmogelijkheden te verwachten. Om de verschillende (on)mogelijkheden om buiten leeftijdsgenoten te ontmoeten en eventuele problemen in beeld te brengen, is een gesprek gevoerd met de (ambulant) jongerenwerker, de BOA en de wijkagenten. Uiteraard is de doelgroep zelf ook geraadpleegd. Door middel van enquête formulieren is geprobeerd te achterhalen wat de jongeren vinden van de sport- en ontmoetingsmogelijkheden in Baarn. Op het Baarns Lyceum en de Waldheim mavo zijn deze enquête formulieren uitgedeeld. Belanghebbenden Via het wijkplatform zijn bewoners van Baarn betrokken bij hun omgeving. Er is een workshop gehouden waarbij de wijkplatforms aangegeven hebben hoe ze hun wijk waarderen op het gebied van spelen. Op een kaart van hun wijk hebben de leden van de wijkplatforms stickers geplakt. Groene stickers voor goede punten, gele voor neutrale en rode voor slechte punten ten aanzien van speelruimte in hun wijk. Deze informatie is gebruikt als input voor de analyse en adviezen. De volgende wijkplatforms hebben meegewerkt tijdens de workshop of hebben op andere wijze hun inbreng gegeven: - A. Centrum - D. Noordwijk - E. Noordwestwijk - F. Zuidwestwijk - G. Zuidwijk - H. Eemdal Zuid In de wijk Eemdal Noord is geen wijkplatform actief. In de wijken Buitengebied Oost en Buitengebied West zijn geen speelplekken en in de Noordoostwijk is door het wijkplatform geen invulling gegeven aan participatie bij het speelruimteplan. Tevens heeft in de locale pers en op internet een beschrijving van het opstellen van het speelruimteplan en de kinderrondgangen gestaan. Aan de hand hiervan konden de belangstellenden op de internetpagina van de gemeente de enquête invullen en zo hun mening geven over speelruimte in hun wijk. Ook correspondentie van bewoners en de weergave van mondelinge verzoeken/klachten over speelvoorzieningen uit de voorgaande twee à drie jaar zijn meegenomen in de planvorming.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
21
Een inloopavond biedt een goede mogelijkheid voor het inzien van het definitieve speelruimteplan. Tijdens een inloopavond kan een korte toelichtende presentatie gegeven worden en kunnen vragen van inwoners beantwoord worden1.
2.5.
Begripsbepaling
2.5.1.
Speelruimte Het is belangrijk om te realiseren dat ruimte de bepalende factor is bij het spelen en niet zozeer de aanwezigheid van speeltoestellen. Speelruimte betreft ten eerste de ruimte die fysiek aanwezig is om te spelen, zowel in de openbare ruimte als op ingerichte speelplekken. Ten tweede gaat speelruimte over de spreekwoordelijke ruimte die de doelgroep gegund wordt, met andere woorden: ‘waar mag hij of zij spelen?’
2.5.2.
(In)formele speelruimte Binnen de openbare ruimte kan ook onderscheid gemaakt worden tussen informele en formele speelruimte. Met informele speelruimte wordt de ruimte aangeduid waar de doelgroep leeft, woont en (veilig) kan spelen, zoals de straat, de stoep, het plantsoen en het water, maar waar geen specifieke speeltoestellen staan. Met formele speelruimte wordt de ruimte aangeduid die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie (de speelplekken met voorzieningen).
In dit speelruimteplan staat de formele speelruimte niet los van de informele speelruimte.
Informele speelruimte
2.5.3.
Speelprikkel en speeltoestel Bij speelruimte wordt onderscheid gemaakt tussen speelprikkels en speeltoestellen. Speelprikkels zijn objecten die niet specifiek voor het spelen geplaatst zijn, maar een scala aan speelmogelijkheden bieden in de informele en formele speelruimte. Speeltoestellen zijn die voorzieningen in de formele speelruimte die specifiek voor het spelen geplaatst zijn en gemaakt zijn voor een bepaalde speelmogelijkheid.
In Bijlage II Bijlage I wordt nader ingegaan op het begrip speelprikkel. 2.5.4.
Openbaar speelvoorzieningenniveau In de analyse wordt gesproken over een openbaar speelvoorzieningenniveau. Het openbaar speelvoorzieningenniveau is het beeld van speelplekken dat recht doet aan een eerlijke verdeling van speelvoorzieningen over de leeftijdscategorieën van de doelgroep en wijken.
Bij het schrijven van dit speelruimteplan is de exacte invulling en datum van de inloopavond nog niet bekend
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
22
2.5.5.
Secundaire voorzieningen In het plan wordt ook gesproken over secundaire speelplekken of –toestellen. De als secundair aangeduide voorzieningen hebben geen functie (meer) in het voorgestelde openbaar speelvoorzieningenniveau. De onderhoudskosten voor deze toestellen moeten beperkt blijven tot inspectiekosten. Deze toestellen zullen op termijn niet meer vervangen worden en actief worden verwijderd.
2.5.6.
Leeftijdsaanduidingen In het speelruimteplan wordt de volgende indeling in leeftijdscategorieën gehanteerd. kinderen jeugd jongeren
2.6.
= = =
van 0 tot en met 5 jaar van 6 tot en met 11 jaar van 12 tot en met 18 jaar
Periode en evaluatie speelruimtebeleid
Het voorliggend speelruimteplan geeft het beleid weer voor de wijze waarop men de komende tien jaar met de speelruimte in het openbare gebied dient om te gaan. De gemeente is in beweging. Daarom zal na vijf jaar een evaluatie van het voorliggend speelruimtebeleid en de voortgang van de uitwerking plaatsvinden. Tegelijkertijd zullen opnieuw de demografische gegevens en de aanwezige speelruimte per wijk of conform de werkwijze van dit plan tegen elkaar worden afgezet. Dit speelruimteplan wordt vastgesteld voor een periode van tien jaar en na vijf jaar geëvalueerd.
2.7.
Leeswijzer voor het speelruimteplan
Na de samenvatting in hoofdstuk 1 en een inleiding in hoofdstuk 2 beslaat deel I van dit rapport het eigenlijke speelruimtebeleid. In hoofdstuk 3 wordt het te voeren beleid voor de speelruimte voor 2009 tot en met 2018 geschreven. Vooral dit deel van het speelruimteplan is het gedeelte dat bestuurlijk moet worden vastgesteld. Deel II is de uitwerking van het voorgestelde beleid. In de hoofdstukken 4 tot en met 16 wordt aan de hand van het geformuleerde beleid een analyse gemaakt van de mate waarin de aanwezige speelruimte voldoet aan de geformuleerde beleidsuitgangspunten. Met andere woorden: hoe ziet het openbaar speelvoorzieningenniveau eruit? Daarbij worden de noodzakelijke aanpassingen en financiële consequenties beschreven in hoofdstuk 17. Dit deel biedt een leidraad voor de aanpassingen aan de speelruimte in gemeente Baarn. In deel III worden de bijlagen weergegeven. Deze tabellen bevatten (norm)cijfers, ramingen en voorbeelden behorende bij de huidige en wenselijke speelsituatie in gemeente Baarn. Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
23
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
24
DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2009 - 2018
Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
25
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
26
3.
BELEID SPEELRUIMTE 2009 - 2018
3.1.
Het recht op spelen
Dit speelruimteplan ‘Ruimte voor Spelen’ gaat over het spelen in gemeente Baarn. Wat is er natuurlijker dan spelen? Spel is onlosmakelijk verbonden met leven, met samenzijn, met het functioneren als individu en met het functioneren als lid van een groep. ‘Natuurlijk’, roept iedereen, ‘spel is belangrijk en er moet ruimte zijn voor spel, veilig spel wel te verstaan.’ In dit hoofdstuk worden de beleidsaspecten inzake de speelruimte weergegeven. Kinderen, jeugdigen en jongeren (de doelgroep) hebben recht op speelruimte. Er is (nog) geen expliciete wet die overheden verplicht om speelplekken aan te leggen. Wel is er het verdrag inzake de Rechten van het kind dat werd aangenomen door de Verenigde Naties op 20 november 1989. Het omvat alle kinderrechten, geldt wereldwijd en heeft dezelfde kracht als een wet in Nederland. Het verdrag is eigenlijk een contract tussen de overheden en hun minderjarige bevolking. Het is de plicht van elke overheid om daarmee rekening te houden. Lid 1 van Artikel 31 verdrag Rechten van het kind De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.
3.2. Beleidsuitgangspunt 1. De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18jarigen stimuleren.
Spelen bij wet?
In 2003 is een initiatiefwet ingediend over buitenspeelruimte. Dit initiatief heeft echter niet geleid tot een wet. Het indienen van de initiatiefwet met daarin de zogenoemde 3%-norm1 was voor minister Dekker (VROM) wel de aanleiding om in 2006 een beleidsbrief rond te sturen aan de Nederlandse gemeenten. In deze brief wordt de zorg van de regering uitgesproken over het feit dat de kinderen ogenschijnlijk minder buiten spelen en dat dit zou komen doordat er een tekort aan speelruimte en ontwikkelingsmogelijkheden is. De gemeenten werd verzocht alsnog invulling te geven aan deze 3%-norm, met als aandachtspunt de verantwoordelijkheid voor een integrale ruimtelijke ontwikkeling.
Van de openbare ruimte zou 3% de bestemming speelruimte moeten krijgen. Bezwaren daarbij waren dat bij deze norm elke vorm van kwalificatie ontbrak en er geen rekening werd gehouden met het aantal kinderen. Ook zouden de kinderen dan in ‘speelhokjes’ worden gezet in plaats van integratie van het spelen in de openbare ruimte.
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
27
3.3.
Spelen, sporten en ontmoeten
3.3.1.
Spelen is leren Spelen is in al haar vormen van wezenlijk belang voor de ontplooiing van de opgroeiende doelgroep en is de basis voor haar geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Om de ontwikkeling maximaal te kunnen stimuleren, is het nodig inzicht te hebben in de functies die spelen daarbij heeft. Tijdens het spel spelen ingewikkelde, mentale processen een belangrijke rol. Door te spelen verkent het kind zijn omgeving. Hij of zij ontmoet andere kinderen, jeugdigen en jongeren, bekende en onbekende volwassenen, allerlei materialen, allerlei mogelijkheden, structuren en situaties. Het omgaan met de voorwerpen en situaties in zijn of haar omgeving is een belangrijke voorwaarde voor de latere ontwikkeling van de waarneming, het denken, het probleem oplossen en de geheugenfuncties. Door tijdens het spelen grenzen te verleggen leert de doelgroep meer zelfvertrouwen te hebben in zichzelf. Zelfvertrouwen is erg belangrijk bij het leggen van sociale contacten.
Spelen is leren…
Spelen, sporten en ontmoeten zijn de drie belangrijke peilers van het Baarns speelruimtebeleid. Daarom worden deze afzonderlijk besproken.
Ieder mens is uniek en heeft een eigen ontwikkelingspatroon. Dit is ook afhankelijk van bijvoorbeeld cultuur of beperking. Daarom is het bij het realiseren van speelruimte belangrijk om rekening te houden met deze verschillen en daar de speelmogelijkheden en speelfuncties op af te stemmen. 3.3.2.
Sporten en bewegen Lichamelijke activiteit van kinderen, jeugd en jongeren heeft een positief effect op de gezondheid, op het psychisch en sociaal welzijn en op de motorische ontwikkeling. Toch blijkt uit onderzoeken dat kinderen in Nederland steeds minder sporten en bewegen met alle gevolgen van dien, zowel lichamelijk (overgewicht en obesitas) als op sociaal gebied (integratie en dergelijke). Bewegen is echter meer dan alleen sporten. Andere vormen van bewegen zijn bijvoorbeeld de gymles op school of sporten bij de BSO en het fietsen of lopen naar school. Daarnaast is buiten spelen en buiten sporten belangrijk. Een van de factoren die een rol speelt bij de toenemende bewegingsarmoede is dan ook het ontbreken van goede sportmogelijkheden in de buurt. Maar ook indirecte factoren als de ervaren verkeersveiligheid en sociale veiligheid spelen hierbij een rol.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
28
3.3.3.
Beleidsuitgangspunt 2. De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in inrichting van de speel-, sport- en ontmoetingsplekken aan te bieden.
3.4.
kinderen
Ontmoeten Naast spelen, sporten en bewegen is vooral voor de doelgroep jongeren het ontmoeten van groot belang. Jongeren komen graag bijeen op plekken waar ze een ‘zone van vrijheid’ ervaren en waar ze hun gang kunnen gaan zonder dat er toezicht is van volwassenen. Ze willen ‘zien en gezien worden’. Het zomaar wat rondhangen van jongeren op straat wordt al snel geassocieerd met niets doen, terwijl dit voor jongeren een activiteit van grote betekenis is. Het ontmoeten kan zowel plaatsvinden op informele plekken in de openbare ruimte als op een daarvoor aangewezen plek. Voor meer informatie over het ontmoeten van jongeren wordt verwezen naar Bijlage III. In dit speelruimteplan zijn de ontmoetingsvoorzieningen met name gericht op jongeren. Echter, dat neemt niet weg dat ze niet tevens geschikt kunnen zijn voor andere inwoners van Baarn. Denk aan (groot)ouders die met hun kinderen naar de speelplek gaan of ouderen die elkaar treffen op het bankje op de hoek van de straat. Om een evenwichtig aanbod in de verschillende speel-, sporten ontmoetingsfuncties te hebben is het belangrijk ervoor te zorgen dat er voldoende mogelijkheden zijn. Dit kan door veel te variëren in de inrichting van de plek met hoogteverschillen, materialen, toestellen, speelprikkels en ontmoetingsaanleidingen. Deze variatie zorgt er tevens voor dat er altijd voldoende uitdaging is op de plek voor de kinderen, jeugdigen en jongeren om er weer terug te komen. De variatie op de plek kan een aanvulling zijn op de al geboden speel- en ontmoetingsfuncties in de openbare ruimte, zoals het bouwen van hutten in het bos of het ontmoeten in de buurt.
Speelruimte, voor wie?
Het is van belang te weten welke doelgroepen er gebruikmaken van informele en formele speelruimte en hoe deze doelgroepen de speelruimte gebruiken. Men moet ervan uitgaan dat baby’s zo gauw ze gaan lopen tot en met de jongeren van circa achttien jaar gebruik maken van de aanwezige speelruimte. De scheidslijnen van de leeftijdscategorieën zijn niet haarscherp, maar bij de beoordeling van een speelruimte wordt een indeling van leeftijdscategorieën gehanteerd naar de schoolindeling. De kinderen (0 tot en met 5 jaar) Voor kinderen tot en met circa drie jaar is de speelplek zeker een plaats waar hij of zij onder begeleiding van een oudere veilig kan liggen, kruipen, staan of rondstruinen. Het alleen en zelfstandig spelen van een dergelijk jong kind vindt plaats in de besloten omgeving van de woning, bijvoorbeeld in de tuin, de woonkamer of eventueel direct bij de voordeur.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
29
Als de kinderen naar groep één en twee van de basisschool gaan, worden ze langzaamaan steeds zelfstandiger en willen en mogen ze meer hun omgeving verkennen. Dat gebeurt eerst dicht bij huis zodat de ouders nog enig zicht op het kind hebben, maar al snel verder de straat in waar het kind steeds meer nieuwe mogelijkheden vindt om te spelen. In gemeente Baarn wonen circa 1.593 kinderen. jeugd
De jeugdigen (6 tot en met 11 jaar) De groep die in dit rapport als jeugdigen wordt aangeduid, betreft de kinderen uit de groepen drie tot en met acht van de basisschool. Op deze leeftijd gaan ze steeds meer op ontdekkingstocht uit en doen ze dit vaker in groepsverband. Jeugdigen uit de onderbouw mogen vaak nog geen drukke straten oversteken en moeten dichter bij huis blijven. Vanaf een jaar of acht echter zwermen ze uit over de gehele wijk. Dit is de leeftijd waarop zij (veelal) zelfstandig aan het verkeer kunnen deelnemen. In gemeente Baarn wonen circa 1.683 jeugdigen. De jongeren (12 tot en met 18 jaar) Eenmaal op het voortgezet onderwijs treedt er meestal weer een gedrags- en interesseverandering op. De jongeren blijken de al dan niet daartoe ingerichte openbare ruimte vaak te gebruiken om zich te verzamelen, rond te hangen en te sporten. Ze verplaatsen zich hiervoor zelfstandig door de gehele wijk en het dorp.
jongeren
In gemeente Baarn wonen 1.964 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar1. In Baarn wonen 585 jongeren tussen de 19 en 22 jaar. Ongeveer 90% van deze jongeren zal naar alle waarschijnlijkheid studeren of naar school gaan en gebruikmaken van de voorzieningen in de openbare ruimte waar ook volwassenen gebruik van maken. Naar schatting zal circa 10% van de jongeren gebruikmaken van de voorzieningen specifiek voor jongeren. We praten dan over ongeveer 60 jongeren. Dit aantal is dermate laag dat het niet voor wijzigingen zal zorgen met betrekking tot de hoeveelheid voorzieningen die nodig is voor de doelgroep 12- tot en met 18-jarigen.
3.5.
De relatie informele en formele speelruimte
Als kinderen, jeugdigen of jongeren willen spelen, kunnen zij in een gevarieerde omgeving met gras, struiken, bomen, pleinen, stoepen en water vrijwel alle vormen van spel uitoefenen.
1
Peildatum voor de kinderaantallen: 18-6-2008
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
30
Speeltoestellen kunnen dan ook gezien worden als een vervanging van de mogelijkheden die van nature aanwezig zijn. Men ziet dan ook vaak dat de noodzaak van speelplekken toeneemt naarmate de fysieke ruimte om te spelen afneemt. Uiteraard zal gestreefd moeten worden naar zoveel mogelijk informele speelruimte. Het zou ideaal zijn als iedereen voldoende natuurlijke informele ruimte in zijn omgeving heeft om te spelen zonder dat hiervoor speciale voorzieningen aangebracht hoeven te worden. De praktijk is echter dat dit op veel plaatsen niet het geval is. De ruimte om te spelen binnen het bebouwde gebied neemt steeds verder af; het (auto)verkeer, de verdichting van de woningen, voorzieningen voor volwassenen, hondenpoep, en sociale onveiligheid leggen een steeds groter beslag op de beschikbare openbare speelruimte. De normen voor informele en formele speelruimte in Tabel 4 en Tabel 5 zijn dusdanig opgesteld dat zowel de hier gestelde hoeveelheid informele als formele ruimte in een wijk aanwezig dient te zijn voor een evenwichtig aanbod aan basisvoorzieningen.
Vliegeren in het weiland, deze speelruimte is van nature aanwezig
In Bijlage IV is aan de hand van een beslisboom een toelichting op het toepassen van de normen weergegeven. Bij het toepassen van de normen bepaalt de omvang van de aanwezige doelgroep binnen de actieradius, plus de hoeveelheid informele speelruimte of er een formele speelplek noodzakelijk is. In de praktijk blijkt verder dat als er veel informele speelruimte is, de norm van 30 kinderen binnen de actieradius van een plek bijna nooit gehaald wordt. Is er zeer veel informele speelruimte dan zal het dus niet nodig zijn om veel speelplekken aan te bieden. Speelruimte blijft echter maatwerk per wijk! De gemeente wil voldoende informele speelruimte aanbieden aan de kinderen, jeugd en jongeren. Waar deze informele ruimte tekortschiet in kwantiteit of kwaliteit wordt zij aangevuld met formele speelruimte (speelplekken).
3.6.
De informele speelruimte
3.6.1.
Kwantiteit en kwaliteit De informele speelruimte in een wijk laat zich niet makkelijk kwantificeren. De hoeveelheid informele speelruimte wordt in ieder geval bepaald door de ruimtelijke opbouw van de wijk. De hoeveelheid, structuur en samenstelling van het openbaar groen, het water en de wegen bepalen de bespeelbaarheid.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
31
Is er veel groen en water en zijn er 30 kilometerwegen met stoepen en doodlopende straten, zijn deze toegankelijk en nodigen ze uit tot medegebruik, bijvoorbeeld in de wijken Eemdal Noord en Zuid, dan is er veel informele speelruimte. Is er bijvoorbeeld weinig groen en water of zijn de wegen druk en is het moeilijk om ze over te steken of erlangs te spelen, dan is er weinig informele speelruimte beschikbaar. Uiteraard spelen zaken als het aantal kinderen, jeugd en jongeren, het veiligheidsgevoel en de kwaliteit van de informele ruimte een belangrijke rol in de kwantificering van de informele ruimte. Ook heeft elke leeftijdscategorie zijn eigen eisen en wensen met betrekking tot de informele speelruimte. 3.6.2.
Een tijdelijke speelplek voor de deur!
3.6.3.
Boomklimmen in de Pekingtuin
Informeel spel kinderen De kinderen spelen dicht bij huis, bij wijze van spreken onder het keukenraam. Dit is vaak goed te zien aan het speelgoed dat rondom het huis ligt op een mooie zomerdag. Een fiets, een bal, stoepkrijt en veel rommeldingetjes als stokken, stenen, doeken en klein speelgoed van binnen. Meestal spelen de kinderen individueel of met een buurmeisje of -jongen. Voor een kind valt al heel wat te beleven op twintig vierkante meter! Omdat een kind geen of moeilijk gevaren kan inschatten, is het belangrijk dat er geen of zeer weinig auto’s, brommers en fietsers rijden over zijn informele speelruimte. Daarom zijn de tuin, de oprit, de stoep, de (doodlopende) straat, het achterplein en het grasveldje aangrenzend aan de voordeur de belangrijkste bron van informele speelruimte. Helemaal prachtig is het natuurlijk voor de kinderen wanneer hun straat opnieuw wordt ingericht, zoals de foto hiernaast laat zien. Ook de verschillende pleintjes of doodlopende straatjes zijn voor kinderen ideaal om dicht bij huis te spelen. Informeel spel jeugd De jeugd gaat steeds verder de wijk in. Hun verkenningsgebied is vrijwel de gehele openbare ruimte. Wanneer men door een wijk loopt waar veel jeugdigen wonen, zal men vrijwel in ieder plantsoen, langs iedere sloot, op elk stuk rustige verharding en op menig blinde muur de sporen van spel aantreffen. De jeugd speelt meer in groepjes met jeugd van school of uit de buurt. Per jeugdige is circa 10 m2 groene en 10 m2 verharde ruimte nodig, maar dan wel gebundeld met de ruimte van vijf andere jeugdigen zodat er ruimtes van circa 50 m2 ontstaan. Van groot belang voor deze leeftijdsgroep is de mogelijkheid om balspelen te doen. Per speelbuurt (loopafstand tot 350 meter) moet er een verharding of grasveldje van minimaal 50 vierkante meter aanwezig zijn, waar ‘na schooltijd en na het eten’ met een groepje van circa vijf jeugdigen gevoetbald kan worden. Zowel de jongens als de meisjes vinden dit belangrijk.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
32
Daarnaast moet er voldoende plantsoen en ruigte zijn waar ze kunnen bloemen plukken en hutten bouwen. Ook verkeersluwe wegen, stoepen, hofjes en pleintjes voor straatspelen als knikkeren, touwtjespringen, speurtochten en tik- en verstopspelen zijn nodig voor deze leeftijdsgroep. Verder groeit in deze leeftijd onder de meisjes de behoefte aan ‘kletsplekjes’. In Baarn zijn voor de jeugd voldoende informele speelplekken te vinden. Zo kunnen ze rennen, klimmen en struinen in de Pekingtuin, tikkertje of verstoppertje spelen in hun eigen straat of spelen op de veldjes en pleintjes in de buurt. 3.6.4.
Een plekje om even droog en uit de wind de laatste nieuwtjes door te nemen!
Informeel ontmoeten jongeren Voor de jongeren is het ontmoeten van leeftijdsgenoten zeer belangrijk. Dit gebeurt voor een groot deel in de openbare ruimte. Hoe vaak zijn er na schooltijd niet diverse groepjes jongeren in de wijk te vinden die met elkaar de laatste nieuwtjes staan uit te wisselen! Als indicator kan genomen worden dat per groep van circa 15 jongeren ergens in de wijk een plek met een ontmoetingsaanleiding gevonden moet kunnen worden waar de jongeren leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten. Belangrijk is dat jongeren kunnen aflezen aan de ruimte welke regels er globaal gelden. Een enkel bankje dicht op de huizen biedt minder mogelijkheden dan een overkapping achter het buurthuis met meerdere banken. Dit begrijpen de jongeren ook. Door te zorgen voor variatie in en voldoende ontmoetingsplekken kan er gestuurd worden op de ontmoetingsplekken die de jongeren kiezen. Ook zijn er dan meer mogelijkheden voor verwijzing door een buurtbewoner of wijkagent. Het informeel ontmoeten in Baarn gebeurt op verschillende plekken. Er zijn door het dorp heen op diverse plekken bankjes geplaatst waar de jongeren even kunnen bijkletsen of kunnen afspreken om vanuit daar verder te gaan. Daarnaast biedt het centrum van Baarn voldoende mogelijkheden voor de jongeren om elkaar te ontmoeten, bijvoorbeeld op de Brink in de muziektent.
3.6.5. Beleidsuitgangspunt 3. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor informele speelruimte hanteren.
Toepassen van de normen Door het toepassen van de normen wordt invulling gegeven aan een evenredige verdeling van informele speelruimte over de doelgroepen en wijken. Bij weinig informele speelruimte moeten maatregelen getroffen worden die de openbare ruimte beter bespeelbaar maken. In Tabel 4 zijn de normen voor informele ruimte samengevat. Voor voorbeelden van speelprikkels wordt verwezen naar Bijlage I Bijlage II Voor een verdere indeling van informele speelruimte voor jongeren is het goed om Bijlage III te lezen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
33
Copyright © OBB normen oppervlakte (minimaal)
Kinderen 0 tot en met 5 jaar 20 m2 per kind
ligging
aaneengesloten ruimte direct grenzend aan woning
geschikt voor
leren fietsen en skaten, rommelen, fantasiespel (koken, hutje), stoepkrijten, in zon/schaduw zitten
minimale eisen verkeer
overlast
doodlopend, ontsluiting voor max. 15 tot 20 woningen; niet bij fietsdoorgang N.v.t.
schoon
gras of verharding; geen poep, afval, prikkende of giftige struiken ruimte geborgen, maar niet te benauwd (vnl. stoepen en hofjes) potentieel geschikte ruimten tuin/erf (grote) eigen tuin is goud waard grasveld/gazon mits droog en schoon bosjes/ruigten niet aantrekkelijk
stoep/hofje plein/ parkeerplaats sloten/poelen vijvers/meren winkelcentrum
Jeugdigen 6 tot en met 11 jaar
Jongeren 12 tot en met 18 jaar
20 m2 per jeugdige; 10 m2 voor spelen op straat en 10 m2 voor spelen in het groen binnen/rand wijk, eind van de straat, veldje bij de flats, pleintje achter huizen, overzichtelijk bereikbaar In groepjes; verstoppertje, speurtocht door wijk, touwspringen, balletje trappen, kastanjes zoeken, hut bouwen
1 ontmoetingsplek per 15 jongeren (ca. 15 m2 met ontmoetingsaanleiding) in eigen sociale omgeving/wijk, op hoek van straat, pleintje; beschut min of meer in zicht
max. 30 km en max. 12 auto’s per uur; geen constante stroom van brommers en fietsers
niet op de rijbaan
niet direct bij muur of raam van woning/gebouw gras of verharding; geen poep, afval, prikkende of giftige struiken grotere ruimten voor spelvormen en verkeersluwe wijk voor bereikbaarheid
niet direct voor de deur van woningen
indien groot en uitdagend genoeg mits geen poep
nee
ideaal om te verstoppen en hutten te bouwen mits groot genoeg voor verplaatsing belangrijk geschikt als er apart mits overzichtelijk en rustig hoekje is weinig rijdende en geparkeerde auto’s nee zeer aantrekkelijk nee aantrekkelijk voor vissen, varen, schaatsen nee eventueel Tabel 4
elkaar ontmoeten, zitten kletsen, showen, competitie, kijken naar voorbijgangers; brommertje en fiets
minder van belang, wel schone kleren kunnen houden overzichtelijk met zitaanleiding
geschikt, mits paadje naar plek toe mits open kant naar weg of plein afhankelijk van situatie mits auto kan passeren zonder dat ze moeten verkassen n.v.t. zwemwater, vissen, schaatsen ja
Normen informele speelruimte
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
34
3.7.
Vormgeving informele speelruimte
3.7.1.
Anders denken over de openbare ruimte De wijze waarop een wijk of dorp is opgebouwd bepaalt hoeveel ruimte er is om spelen. Daarom is het belangrijk om te blijven nagaan in hoeverre de openbare ruimte geschikt is om te spelen. Speelprikkels hebben hierin een belangrijke rol. Die geven aan dat er gespeeld kan en mag worden, stimuleren dat er gespeeld wordt, vergroten de bespeelbaarheid van de openbare ruimte en wijzen andere gebruikers van de openbare ruimt erop dat er gespeeld wordt. Voor voorbeelden van speelprikkels wordt verwezen naar Bijlage II.
Beleidsuitgangspunt 4. Bij ontwerp en veranderingen inde openbare ruimte wordt nagegaan hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. In ruimtelijke plannen met een ontwikkeling of wijziging in de openbare ruimte wordt een beknopte Speel Effect Rapportage (SER) gemaakt.
Uit de gehele paragraaf 3.7 kan geconcludeerd worden dat het uitgangspunt bij de vormgeving van de openbare ruimte dient te zijn dat er een verandering in het denken moet plaatsvinden bij het bestuur, de ambtenaren en de burgers. De kern van deze verandering is dat bij het nemen van een maatregel in de openbare ruimte de invloed hiervan op de bespeelbaarheid wordt bekeken. Dit wordt gedaan door het maken van een zogenaamde Speel Effect Rapportage (SER). Bij alle ruimtelijke plannen die een ontwikkeling of verandering in de openbare ruimte met zich meebrengen dient een beknopte paragraaf te worden toegevoegd die het effect van de verandering of ontwikkeling op spelen beschrijft. In onderstaande subparagrafen wordt een toelichting gegeven op de bespeelbaarheid van verschillende onderdelen van de openbare ruimte.
3.7.2.
Spelen op de straat De toename van de automobiliteit zorgt ervoor dat zowel het rijdend verkeer als de geparkeerde auto’s een groot beslag leggen op de bespeelbare ruimte van gemeente Baarn. Maar niet alleen de snelheid waarmee verkeer door de straat rijdt heeft invloed op de mogelijkheid om op straat te spelen. Minstens zo belangrijk is de frequentie waarmee het spel gestoord wordt door passerende auto’s. Daarom is het voor de speelruimte niet altijd voldoende om verkeersremmende maatregelen te nemen. Doodlopende of verkeersluwe straten zijn van groot belang voor de kinderen en jeugd. De aantrekkelijkheid van het spelen op straat kan op eenvoudige wijze worden vergroot. Zo kunnen verkeerstechnische elementen door ze net iets aan te passen of anders te plaatsen een speelfunctie krijgen. Het maakt bijvoorbeeld niet uit welk soort verharding wordt toegepast. In plaats van standaardtegels 30 x 30 grijs kan gedacht worden deze af te wisselen met gekleurde tegels zodat er vakken of patronen ontstaan.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
35
Daarnaast kan er veel speelruimte ontsloten worden door onnodige verkeersstromen te voorkomen, veilige oversteekpunten te creëren, meer centraal te parkeren en hofjes toe te passen in nieuwbouwsituaties en bij herinrichting ook in bestaande situaties. 3.7.3.
Spelen in het groen Groenvoorzieningen zijn al van oudsher een belangrijk onderdeel van de woonomgeving. De kinderen, jeugd en jongeren zijn voor het spelen doorgaans aangewezen op dit groen. Hier liggen dan ook vaak de speelplekken. In de beheernotitie Groen van de gemeente Baarn (2005) is spelen niet specifiek genoemd, maar ingedeeld bij recreatieve functies van het groen. Het openbaar groen in de gemeente Baarn heeft bijna nergens een ‘kijkfunctie’ maar vervult de rol van ‘gebruiksgroen’. Het enige gebied dat een kijkfunctie heeft, is het groen rondom het Stationsplein. Spelen op de groene veldjes, verstoppertje spelen in de struiken of klimmen in de bomen (met uitzondering van de bomen in het Cantonspark vanwege de bijzondere natuurwetenschappelijke waarde) is overal toegestaan, zolang het niet leidt tot vernielingen.
Een geheime hut in de struiken
Teletubbieveld in Eemdal Zuid
Geadviseerd wordt om ook binnen het groenbeheer en bij eventuele herinrichtingen rekening te houden met de mogelijkheid om groen aantrekkelijk te maken en te houden om te spelen. Hoe kun je openbaar groen aantrekkelijk maken om te spelen? Denk eens aan hoogteverschillen in het gazon, vaker toepassen van bloemenmengsels en het gefaseerd maaien van gras. Hoogteverschillen worden al op verschillende groene veldjes in Baarn toegepast, zoals het ‘Teletubbieveld’ in Eemdal Zuid. In heestervakken en blokhagen kunnen uitsparingen worden gemaakt waar kinderen en jeugdigen hun hutje kunnen hebben. Het is vaak mogelijk om hagen op verschillende hoogten te snoeien en niet recht maar golvend aan te planten, groenblijvers in bosplantsoen toe te passen enzovoorts. Daarnaast kan door aan de groenvoorzieningen de nevenfunctie spelen te geven aan bewoners duidelijk worden gemaakt dat overal en altijd zal worden gespeeld en dat bij klachten het belang wordt afgewogen tussen de benodigde speelruimte en de andere functies van het groen. De gemeente wil dat het groen in de gemeente de functie van ‘gebruiksgroen’ vervult (m.u.v. groen op het Stationsplein). Spelen met en in de groenvoorzieningen mag, mits het niet leidt tot vernielingen en/of onveilige situaties!
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
36
3.7.4.
Martin Gaus, dierentrainer interview radio 1
Spelen en hondenpoep Hondenpoep vormt een zeer groot probleem voor het spelen in alle wijken van de gemeente, zo blijkt uit de wijkplannen. Daar waar hondenpoep ligt kan eigenlijk de speelruimte voor een groot gedeelte afgeschreven worden.
Hondenuitlaatkaart
In de APV van gemeente Baarn staat het volgende: Het is de eigenaar of houder van een hond verboden die hond te laten verblijven of lopen: a. op en in voor het publiek toegankelijke kinderspeelplaatsen, speelweiden en zandbakken; b. op wegen, andere openbare plaatsen, of delen daarvan die door de burgemeester en wethouders tot verboden gebied voor honden zijn aangewezen, al dan niet naar tijd beperkt.
‘je kan je hond leren om op een krant zijn behoefte te doen.’
Tevens is in de APV opgenomen dat hondenbezitters hondenpoep direct moeten opruimen en verplicht zijn hiertoe altijd opruimmiddelen (zakje) bij zich te hebben. Dit geldt niet voor de hondenuitlaatstroken.
Niet iedereen houd zich aan het verbod…
3.7.5.
Niet zo…
De gemeente Baarn heeft een BOA die controles kan uitvoeren in de wijken, hondenbezitters kan aanspreken en bij herhaling bekeuringen mag uitschrijven. Uit de kinderrondgangen is niet specifiek gebleken dat de kinderen veel last hebben van hondenpoep op speelplekken in Baarn. Echter, wanneer ze spelen in het park of op de veldjes is hondenpoep wel een grote ergernis! Spelen in, op en met water Ook, of juist water daagt kinderen, jeugdigen en soms ook jongeren uit tot spel. Bij, in of op het water spelen ze met modder, spatten ze elkaar nat, laten ze bootjes varen, wordt gevist en vlotgevaren en worden veel meer spelen verzonnen. Sommige volwassenen hebben hier misschien hun bedenkingen bij; ze voorzien vieze en natte kleren. Ook zien veel volwassenen risico’s; hun kinderen lopen wellicht sneller een verkoudheid op of ze glijden uit met alle gevolgen van dien. Toch zou het jammer zijn als deze bezwaren het spelen met water onmogelijk zouden maken. Door een juiste inrichting en een passend beheer van al dan niet formele waterspeelplekken zijn de risico’s te voorkomen of te beperken. Vooral het talud, de diepte, de waterkwaliteit en de overzichtelijkheid van water zijn veiligheidsaspecten waarmee rekening moet en kan worden gehouden. Een voorbeeld van een geschikte inrichting is een zeer flauw talud met ondiep water langs de kant en zonder beplanting. Vaak maakt een steiger of ander vlak deel direct langs het water het spelen gemakkelijker en veiliger.
Maar zo bij het water!
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
37
Hekwerken langs het water kunnen ook een schijnveiligheid geven; begeleiders zijn geneigd om minder op te letten, na jaren blijken er vaak openingen in de hekken te ontstaan, kinderen gebruiken de hekken als speelprikkel en belemmeren hulpverleners. Dit betekent dat deze zo min mogelijk worden toegepast. In Baarn krijgen alle kinderen overigens in groep vier zwemles, ook dit verhoogt de veiligheid ten opzichte van het aanwezige water in de gemeente. Met name in het oostelijk deel van de gemeente Baarn is veel water. Deze waterloopjes hebben glooiende oevers waar spelen in en met het water is toegestaan. De jeugd gaf tijdens de rondgang aan te gaan vissen, varen en schaatsen op het water. Ook de vijvers in het park zijn interessant om kleine beestjes te zoeken. De grotere wateren zijn in beheer bij het waterschap. Door bij het ontwerp en beheer van waterpartijen, vlonders, sloten, steigers, dammen, bruggen enzovoorts rekening te houden met vissen, zwemmen en spelen langs de waterkant, wordt er veel uitdagende speelruimte gecreëerd.
Spelen aan het water
3.7.6.
Spelen op braakliggende terreinen Soms liggen er terreinen braak in afwachting van nieuwbouw of omdat een plek even geen invulling heeft. Meestal verruigen deze terreinen en bieden zij veel avontuurlijke speelruimte voor hutten bouwen, graven, (fiets)crossen enzovoort. Indien enigszins mogelijk zou spelen op dergelijke terreinen moeten worden toegestaan. De gemeente heeft hierbij natuurlijk wel de verplichting om te zorgen dat het niet te onveilig wordt. Daartoe zal per situatie nagegaan moeten worden of het terrein in eigendom is van de gemeente en op welke wijze spelen mogelijk is. Braakliggende terreinen van de gemeente worden waar mogelijk als tijdelijke informele speelruimte toegestaan.
3.7.7.
Specifieke projecten en informele acties Wanneer er nieuwe ontwikkelingen of herontwikkelingen in de openbare ruimte gepland worden, dient de mogelijkheid tot informeel spelen, bijvoorbeeld spelen met water, te worden geintegreerd. Om te voorkomen dat dergelijke kansen in de toekomst gemiste kansen worden, is binnen dit speelruimteplan een budget gereserveerd om mogelijkheden voor informeel spelen bij (her-)ontwikkelingsprojecten te stimuleren en te integreren [M12].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
38
Daarnaast is het ook mogelijk om van dit budget in buurten waar weinig informele speelruimte is, een tijdelijke voorziening te creëren, een soort van ‘informele acties’. Denk aan het storten van een zandhoop op een pleintje of op een veldje, in de zomervakantie om constructiespel te bevorderen of het maken van een tijdelijk beachvolleybalveldje bij het sportpark om het sporten te bevorderen. Ook kan de gemeente de mogelijkheid bieden om te spelen met het bladafval in de herfst.
3.8.
formele speelplek
Beleidsuitgangspunt 5. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de spreiding, kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor formele speelruimte hanteren.
De formele speelruimte
De hoeveelheid formele speelruimte laat zich makkelijker kwantificeren. De laatste jaren is er door verschillende organisaties die betrokken zijn bij speelruimte intensief samengewerkt1 om te komen tot het opstellen van richtlijnen voor de aanleg en het onderhoud van speelvoorzieningen. Vooral het uitgeven van het ’Handboek Veiligheid van Speelvoorzieningen’ heeft bijgedragen aan het tot stand komen van landelijk aanvaarde normen en richtlijnen. Dit handboek heeft onder andere geleid tot het vastleggen van de afstand die de doelgroep tot een speelvoorziening kan afleggen en de wenselijke oppervlakte van een speelvoorziening. Naast dit handboek geven vooral ervaringscijfers inzicht in hoe een speelplek functioneert. Hierdoor konden door OBB normen opgesteld worden voor het aantal kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie dat binnen een actieradius woont en een speelplek zelfstandig zou moeten kunnen bereiken, zonder elkaar op de speelplek in de weg te lopen. De belangrijkste normen en richtlijnen zijn in Tabel 5 samengevat weergegeven. De netto-oppervlakten voor de speelplekken zoals in Tabel 5 genoemd, betreffen de oppervlakte van het speelterrein zelf. Daarnaast moet er nog ruimte zijn voor paden ernaartoe, de omliggende beplanting, de toegangen en de omgeving. Bij de normen voor formele speelruimte moet benadrukt worden dat jonge kinderen tot en met drie jaar niet zelfstandig, maar onder begeleiding van een ouder/verzorger, of broertje of zusje, op een openbare speelplek spelen. Deze heel jonge kinderen kunnen goed gebruikmaken van de speelplekken die ingericht zijn voor de kinderen tot en met vijf jaar. Het plaatsen van een speeltoestel waarop kinderen van nul tot en met drie jaar zonder begeleiding kunnen spelen, is geen verantwoordelijkheid van de gemeente. Door het toepassen van de normen wordt invulling gegeven aan een evenredige verdeling van speelvoorzieningen over de doelgroepen en de wijken. Deze normen kunnen gezien worden als een aanvulling op de informele normen. Daar waar veel informele ruimte is, zijn minder speelplekken nodig.
1
Platform ruimte voor de jeugd. Zie www.ruimtevoordejeugd.nl
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
39
3.9.
Spreiding van speelplekken
In Tabel 5 worden normen gegeven voor het aantal kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën dat binnen een actieradius moet wonen voordat er een speelplek gerealiseerd dient te worden. Meestal wonen in nieuwe wijken veel kinderen en neemt dit aantal in de loop der jaren af tot een basisniveau. In veel wijken vindt na circa 25 jaar wel weer een ‘verjonging’ plaats, maar de zeer hoge kinderaantallen komen dan meestal niet meer voor. Zelden wonen er in een wijk die ouder is dan 20 jaar meer dan 25 kinderen binnen een actieradius van een speelplek. De ervaring leert dat een speelplek voor kinderen ongeveer even lang noodzakelijk is als de levensduur (circa 10 à 12 jaar) van de meeste toestellen. Wel ‘wandelt’ een speelplek voor deze leeftijdsgroep nog wel eens door de wijk door een lokale toename van het aantal kinderen. De speelplekken voor deze leeftijdsgroep dienen dan ook om de vijf jaar geëvalueerd te worden op kinderaantal.
Beleidsuitgangspunt 6. De gemeente wil een duurzaam netwerk aan speelplekken bieden voor zes tot achttien jarigen en dit aanvullen met plekken voor kinderen in de buurt daar waar de kinderen wonen.
Doordat de jeugdigen en jongeren vanuit een grotere omgeving (wijk) gebruikmaken van één of enkele speelplekken, varieert het aantal jeugdigen en jongeren dat binnen de actieradius woont veel minder. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat er rond een centraal gelegen, goed functionerende speelplek voor deze leeftijdscategorieën vrijwel nooit te weinig jeugdigen of jongeren wonen, zelfs niet in de loop van 25 jaar. Dit betekent dat voor de jeugdigen en voor de jongeren over het algemeen duurzame speelplekken verspreid over de wijken aangelegd kunnen worden. Het is belangrijk hiervoor een goede, permanente spreiding te realiseren, omdat deze plekken groter, uitdagend en aantrekkelijk moeten zijn. De normen in Tabel 4 en Tabel 5 bieden daarvoor de uitgangspunten. De gemeente Baarn streeft naar een uitgebreid netwerk aan speelvoorzieningen. Indien er voldoende ruimte is, kan op een speelplek een zonering aangebracht worden ten behoeve van het combineren van verschillende leeftijdscategorieën. Wanneer er weinig fysieke ruimte beschikbaar is, kiest de gemeente Baarn voor een inrichting voor een specifieke leeftijdscategorie. Voor de leeftijdscategorie van zes tot en met achttien jaar wil de gemeente een duurzaam netwerk aan speelruimte bieden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
40
Copyright © OBB
Kinderen Jeugdigen 0 tot en met 5 jaar 6 tot en met 11 jaar 1. relatie leeftijd, spelbereik en verzorgingsgebied afstand tot woning 100 meter 300 tot 400 meter niveau straat/blok buurt minuten lopen 2 minuten 5 minuten verzorgingsgebied 3 hectare 50 hectare 2. aantal per speelplek aantal woonachtig 15 tot 301 55 tot 70 binnen actieradius 3. inrichting speelplek oppervlakte 100 tot 500 m2 500 tot 2.000 m2 voorzieningen 3 toestellen 3 toestellen 3 speelprikkels 4 speelprikkels bank, afvalbak trapveld voorbeelden voor- zandbak klimtoestel zieningen huisje schommel wip(veer) kabelbaan glijbaantje duikelrek schommel voorbeelden betonpoefs betonpoefs speelprikkels en betonbielzen paaltjes zitaanleidingen verschillende bohoogteverschillen demmaterialen bosjes (verstoppen) hoogteverschillen zand en water bankjes stimulatie en beveel variatie meting resultaten geleiding ontwikveel fantasie groepsbesef keling duidelijke grenzen toename creativiteit grove motoriek grotere doelgerichtheid Tabel 5
3.10.
Jongeren 12 tot en met 18 jaar > 1.000 meter wijk/stad 15 minuten 300 hectare 85 tot 100
1.000 tot 6.400 m2 4 toestellen 4 speelprikkels trapveld skateboardbaan basketbalveld zitaanleidingen schommel betonpoefs banken muurtjes pad of plein van glad asfalt informele ontmoeting zoekt bevestiging sportieve krachtmeting keuzes maken
Normen formele speelruimte
Samen werken aan en financieren van speelruimte
Het creëren van speelruimte is een zorg van de hele gemeente; binnen de gemeentelijke organisatie moeten afdelingen hiervoor samenwerken. Maar ook andere personen en instanties hebben invloed op de inrichting van de (buiten)ruimte: bewoners, wijkplatforms, scholen, sportverenigingen en private partijen zoals projectontwikkelaars en de woningcorporaties hebben een verantwoordelijkheid.
Bij minder dan 15 kinderen verdwijnt een speelplek en bij meer dan 30 kinderen wordt een extra speelplek aangelegd. Bij weinig informele ruimte wordt voor elke 15 kinderen een plek gemaakt en bij veel informele ruimte voor elke 30 kinderen. Voor jeugd en jongeren geldt ditzelfde principe.
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
41
3.10.1. De taakverdeling bij de gemeente De gemeente is verantwoordelijk voor het speelruimtebeleid voor zowel kinderen, jeugd en jongeren en draagt zorg voor tijdige evaluatie van dit beleid. Dit betekent dat er initiatief genomen moet worden voor de uitvoering van de beleidsuitgangspunten en de realisatie van het openbaar speelvoorzieningenniveau. Daarbij dient er afstemming plaatst te (blijven) vinden van de realisatiekosten en de jaarlijkse budgetten, zodat er passend beheer, onderhoud en vervanging van het speelvoorzieningenniveau kan plaatsvinden door dit zelf uit te voeren of uit te besteden. Binnen de gemeente Baarn hebben de volgende afdelingen met speelruimtebeleid te maken: Ruimtelijke Ordening, Samenlevingszaken, en de afdeling Beheer. De afdeling Beheer is verantwoordelijk voor het plaatsen, de inspectie en het onderhoud van de speeltoestellen. Tevens heeft deze afdeling de budgetten beschikbaar voor het speelruimtebeleid. Het speelruimteplan dient bij de verschillende afdelingen onder de aandacht te worden gebracht om de betrokkenheid bij het speelruimtebeleid te vergroten. 3.10.2. De rol van bewoners Ook de omwonenden van speelplekken hebben een taak in het aanbieden van speelruimte. Allereerst moeten zij accepteren dat er in de wijk en op de speelplekken gespeeld wordt. Maar zij zijn ook degenen die dagelijks langs de speelplekken lopen. In het kader van ‘burgerplicht’ mag van bewoners verwacht worden dat ze de speelplekken niet vervuilen en dat ze ernstige gebreken en gevaren op speelplekken zien en deze ook melden aan de gemeente. Belangrijke voorwaarde voor deze bereidheid en alertheid is betrokkenheid bij de speelplekken. In het ISV2 programma (Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing) van Baarn is het betrekken van bewoners bij de ontwikkeling van hun leefomgeving in een open bestuurlijke setting een van de doelstellingen om de kwaliteit van Baarn als woongemeente te verbeteren. In de integrale visie voor Baarn ‘Panorama 2015’ is tevens verwoord dat de gemeente van andere partijen en bovenal van bewoners verwacht dat zij een positieve bijdrage leveren om de openbare ruimte schoon, groen, heel en veilig te houden en te verbeteren. Dat geldt uiteraard ook voor de speelruimte.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
42
Bij de (her-)ontwikkeling van speelplekken waarbij minimaal 50 procent van de plek of de toestellen verandert, wordt bewoners gevraagd om hierover mee te denken en te praten. Indien minder dan 50 procent van de plek verandert dan spreekt de gemeente over reguliere vervanging en wordt bewoners niet gevraagd om te participeren. Het betreft dan kleine maatregelen in het kader van onderhoud, vervanging en het veilig houden van de toestellen. De gemeente wil bewoners vragen betrokken te zijn bij de speelruimte indien meer dan 50 procent van de speelplek of de toestellen verandert. Ook bij het opstellen van speelruimtebeleid worden de bewoners uitgenodigd om in te spreken door middel van bijvoorbeeld een enquête, een inloopavond en de reguliere inspraakprocedure. Naast het meedenken over de inrichting van het openbaar speelvoorzieningenniveau kunnen bewoners ook financieel een bijdrage leveren. Althans, een wijkplatform (stichting) heeft de mogelijkheid om bijvoorbeeld subsidies aan te vragen bij landelijke organisaties als Jantje Beton. 3.10.3. Schoolpleinen als openbare speelruimte De (speel)ruimten bij basisscholen met hun voorzieningen vorBeleidsuitgangspunt 7. De men vaak een belangrijk deel van de speelruimte. De schoolgemeente wil bij (her-) ontpleinen in de gemeente Baarn zijn niet openbaar en doorwikkeling van nieuwe (bregaans afgesloten met een hek. De jeugd geeft op verschillende) scholen de schoolpleide plekken aan het jammer te vinden dat de schoolpleinen zijn nen openbaar maken. afgesloten. De scholen zelf zijn doorgaans terughoudend met het openstellen van hun schoolpleinen in verband met een verwachte toename van het vandalisme op het schoolplein. Het is echter wenselijk om daar waar nodig en mogelijk de speelruimten bij scholen te betrekken in het openbaar speelvoorzieningenniveau1. Gezocht wordt naar win-winsituaties. Vooral in een buurt waar geen of weinig ruimte aanwezig is om speelplekken te realiseren, kunnen schoolpleinen een oplossing bieden.
Spelen op het schoolplein
Jantje Beton heeft een boekje uitgegeven om het spelen op schoolpleinen weer te stimuleren. Landelijk gezien is dit namelijk slechts op weinig plekken mogelijk, terwijl het schoolplein vaak een belangrijke buurtfunctie heeft en goede en veilige speelruimte biedt.
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
43
3.10.4. Samen met de woningcorporatie en de projectontwikkelaar In gemeente Baarn zijn woningstichting Eemland wonen en stichting Het Gooi en Omstreken actief. Doordat woningcorporaties mede bepalen hoe woonwijken er uitzien, zijn ook zij medeverantwoordelijk voor het aanbieden van speelruimte. De gemeente en Eemland Wonen hebben de intentie te verkennen hoe zij samen kunnen investeren in de woonomgeving. De bedoeling is om deze intentie vast te leggen in prestatieafspraken tussen beide partijen. Het investeren in speelruimte zal een van de verkenningsthema’s zijn. De gemeente en Het Gooi en Omstreken hebben in prestatieafspraken vastgelegd dat in 2009 wordt nagegaan of er maatregelen genomen kunnen worden om de leefbaarheid te bevorderen dan wel in stand te houden. Het aanbieden van speelruimte zal een van de thema’s zijn. De gemeente en de woningcorporatie willen zich samen inzetten voor de hoeveelheid speelruimte in een wijk en de kwaliteit ervan. Bij ontwikkelingen door een projectontwikkelaar worden exploitatieovereenkomsten afgesloten tussen de gemeente en de projectontwikkelaar waarin speelruimte ook een post is. De norm om 3% van de voor wonen bestemde gebieden in te richten als speelruimte wordt hierbij meegegeven. 3.10.5. Samen met de speeltuinvereniging Hoewel niet strikt openbaar zijn de speeltuinverenigingen zo Beleidsuitgangspunt 8. De laagdrempelig dat deze voorzieningen ‘meedoen’ in het aanspeeltuinverenigingen zijn bod van speelruimte. Een speeltuinvereniging is door haar vaak door hun speciale inrichting speciale inrichting en activiteiten een aanvulling op de in de en activiteiten een aanvulopenbare ruimte aangeboden speelruimte en -mogelijkheden. ling op de openbare speelruimte. In Baarn zijn verschillende speeltuinverenigingen actief. ‘Speeltuinvereniging Baarn’ met een speeltuin aan de Jan Steenlaan, is van maandag tot en met vrijdag elke middag geopend. In de zomer is de speeltuin ook op zaterdag open. In de speeltuin worden tevens diverse activiteiten voor de jeugd georganiseerd. Op het terrein is ook ‘Peuterspeelzaal Robbedoes’ gevestigd. ‘Speeltuin Oosterkwartier’ aan de Dahliastraat, is elke middag geopend en in 2008 geheel vernieuwd. Ook in deze speeltuin is een gebouw aanwezig dat tevens te huur is voor feesten, partijen of zakelijke bijeenkomsten. Bezoekende kinderen van de speeltuinen betalen in beide gevallen een kleine entreeprijs. Ouders zijn overigens welkom zonder te betalen. Daarnaast bestaat ook de mogelijkheid om lid te worden van de speeltuinverenigingen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
44
De gemeente subsidieert de speeltuinverenigingen met onder andere als doel het bieden van een zinvolle ontspanning en vrijetijdsbesteding die aansluit bij de behoefte van de Baarnse jeugd van nul tot twaalf jaar, zodat de jeugd zich lichamelijk, sociaal en emotioneel kan ontwikkelen. 3.10.6. Samen met de sportclubs In de gemeente Baarn zijn diverse sportclubs actief, bijvoorbeeld op sportpark Ter Eem, gelegen in het noordoosten van de kern nabij de A1. Op dit sportpark zijn de tennisvereniging, drie voetbalverenigingen, een handbalvereniging, een hockeyvereniging en cricketvereniging en een atletiekvereniging actief. Op het sportpark is ook een fietscrossterrein. Beleidsuitgangspunt 9. In overleg met de vereniging open stellen van de sportvelden, enkel voor georganiseerde sportactiviteiten buiten de vereniging om zoals schoolvoetbal en buurtsportwerk.
De sportvelden en het groen eromheen kunnen voor het spelen van de jeugdigen en jongeren een betekenis hebben. Aan de andere kant moet de speeldruk (met name op de goals) in evenwicht zijn met het herstellend vermogen van het gras. Verder moet er aandacht zijn voor het voorkomen van vandalisme. De gemeente Baarn heeft het voornemen om met de sportclubs in overleg te gaan over de mogelijkheden voor het openstellen van de sportvelden, enkel voor georganiseerd sporten, bijvoorbeeld voor buurtsportwerk. Dus alleen wanneer er toezicht mogelijk is. Daarnaast is er het veldje aan de Professor Krabbelaan, dat gebruikt wordt door vele groepen om te voetballen.
3.11.
(Her)ontwikkeling woongebieden
3.11.1. Stedenbouwkundige plannen In stedenbouwkundige plannen wordt het gebruik van de ruimte grotendeels vastgelegd. Het blijkt dat als er in de stedenbouwkundige plannen onvoldoende rekening is gehouden met de noodzaak van speelruimte, er in de toekomst problemen te ‘Bij ons in de straat verwachten zijn. Een bekend probleem daarbij is het tekort aan worden nieuwe huizen (geplande) voorzieningen voor jongeren. Als deze niet tijdig gebouwd, maar waarom worden ingepland, wil geen bewoner ze meer voor de deur wordt het geen voethebben (NIMBY). Hierdoor veroorzaakt het tekort aan voorziebalveld of komt er geen ningen vandalisme en overlast doordat de jongeren hangen pingpongtafel daar?’ op plekken waar dit eigenlijk niet gewenst is (speelplekjes, schoolpleinen, gebouwen met luifels, enzovoort). (meisje 11 jaar, zuidHet is dus uitermate belangrijk dat in het Programma van Eisen voor het opstellen van stedenbouwkundige plannen voor nieuwbouw en reconstructies de normen voor speelruimte c.q. het speelruimtebeleid worden opgenomen. In Bijlage V is een standaardprogramma van eisen opgenomen, dat aangevuld met projectspecifieke wensen kan worden gebruikt.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
45
Concreet houdt dit in dat in nieuwbouwwijken waar veel kinderen (komen te) wonen eerst drie tot vijf speelplekken met overlappende actieradius nodig zijn. Na verloop van tijd kan de meest centrale plek als basisvoorziening dienen. Deze centrale plek moet aantrekkelijk zijn voor de hele wijk. Dit houdt in: • goed bereikbaar; • goed zichtbaar (mensen weten de plek te vinden); • voldoende ruimte; • extra veel toestellen en speelprikkels. De overige vier speelplekken kunnen meer gericht zijn op de direct aanwonende kinderen of kunnen komen te vervallen. Daarnaast kan het speelvoorzieningenniveau door afstemming en wederzijdse overdracht van kennis nog beter en eventueel uitgebreider aansluiten op de specifieke situatie. Op deze wijze kunnen er aantrekkelijker en hoogwaardiger wijken worden gerealiseerd Ook een projectontwikkelaar kan aangesproken worden op zijn verantwoordelijkheden voor het aanbieden van speelruimte. Momenteel wordt spelen in de gemeente Baarn bij nieuwbouwplannen wel in algemene zin door opname van ‘groen’ ingepland, maar niet in specifieke zin. Omdat volgens het Baarnse principe herbestemmen en herstructureren boven inbreiden boven uitbreiden gaan, zijn de nieuwbouwplannen veelal bouwplannen binnen de bestaande kern. Wanneer het gaat om de bouw van één of enkele woningen, is er doorgaans weinig tot geen plaats voor het creëren van groenvoorzieningen, laat staan voor speelruimte. In de grotere bouwplannen wordt wel openbare ruimte gecreëerd, het is dan goed denkbaar dat in overleg met de afdeling Beheer op basis van het speelruimteplan en het Programma van Eisen in dit speelruimteplan, in dergelijke projecten speelruimte wordt gecreëerd. De beleidsuitgangspunten uit dit speelruimteplan moeten in een beknopt Programma van Eisen voor het (her)ontwikkelen/renoveren van (woon)gebieden worden opgenomen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
46
3.11.2. Bestemmingsplan Voor speel-, sport- en ontmoetingsplekken is het van belang om Beleidsuitgangspunt 10. De te voorkomen dat aan de hand van bestemmingsplanvoorgemeente wil dat toekomschriften de aanleg hiervan wordt bemoeilijkt. Met name de stige bestemmingsplannen bouwhoogte vormt vaak een probleem en soms de functiebeen stedenbouwkundige schrijving van de bestemming. plannen worden getoetst Er moet in een bestemmingsplan voldoende vrijheid zijn om op aan de visie en normen van nieuwe ontwikkelingen en behoeften in te springen zonder dat speelruimte. Hiertoe wordt in hiervoor het plan moet worden aangepast. Dit betekent dat een vroeg stadium een bede voorschriften voor openbare ruimte zodanig zijn opgesteld knopt Programma van Eisen dat er voor het realiseren van een nieuwe speelplek geen beingediend en ingepast in de stemmingsplanwijziging nodig is. grondexploitatie. Met name de bestemmingsplanvoorschriften van de bestemmingen Groen en Verkeer dienen flexibel te zijn om speelplekken te ontwikkelen. Om te voorkomen dat een bestemmingsplanwijziging noodzakelijk is, is het goed om dergelijke locaties in het bestemmingsplan vast te leggen met flexibele voorschriften. Onder sport- en speelvoorzieningen vallen ook de hekwerken ten behoeve van sportvoorzieningen zoals ballenvangers en een voetbalkooi. In nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente Baarn worden grotere speelterreinen positief bestemd, bijvoorbeeld met de bestemming ‘maatschappelijke doeleinden’ of door de aanduiding ‘speelterrein’ binnen de bestemming ‘groen’. Hiervoor gelden dan aparte voorschriften. In specifieke situaties kan gewerkt worden met een binnenplanse ontheffing.
3.12.
Vormgeving formele speelruimte
3.12.1. Ontwerpen en aanleggen van speelvoorzieningen Het valt buiten het kader van dit speelruimteplan om alle richtlijnen voor het technisch ontwerp van een speelplek en de omgeving te beschrijven. Een ontwerp voor een enkele speelplek staat daarnaast ook niet los van de speelplekken in de gehele buurt of soms zelfs wijk. Er zijn een aantal ontwerprichtlijnen met betrekking tot de veiligheid waar een ontwerper niet omheen kan. Deze zijn beschreven in het ‘Handboek Veiligheid van Speelgelegenheden’ en de toesteldocumentatie die door de leveranciers van speelvoorzieningen bij een toestel wordt geleverd. Tevens is er meer informatie te vinden over verkeerssituaties in het ‘Handboek ontwerpen voor kinderen’ van de CROW. Daarnaast zijn er verschillende ontwerpboeken met betrekking tot natuurlijk spelen op de markt. Handboek ontwerpen voor kinderen
Uitgangspunt is dat gemeente Baarn haar speelplekken door een deskundig ontwerper laat inrichten.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
47
Voor de ruimte en het aantal speeltoestellen dat per speelplek aanwezig moet zijn, is in Tabel 5 een aantal richtlijnen gegeven. Daarbij moet men onderscheid maken tussen de specifieke speeltoestellen en de speelprikkels. 3.12.2. Het combineren van leeftijdscategorieën Het combineren van leeftijdsgroepen op één speelplek is zowel voor sociale als lichamelijke ontwikkeling aan te raden. Een speelplek kan immers functioneren als ontmoetingsplek voor jong en oud uit de hele wijk. Het combineren van leeftijdscategorieën kan alleen dan gerealiseerd worden als er voldoende ruimte is. Daarnaast moet er binnen deze ruimte een zonering aangebracht worden, met in elke zone de voorzieningen voor de verschillende leeftijdscategorieën. Op deze wijze zullen de verschillende leeftijdsgroepen hun eigen plek en uitdagingen hebben. De jeugdigen en jongeren zullen dan respect hebben voor de speelplek voor de kinderen en de toestellen weinig of niet misbruiken. Voldoende ruimte en duidelijke zonering en uitdagende voorzieningen per leeftijdsgroep maken een gezamenlijke speelplek tot een succes. Een nadeel van het combineren van leeftijdsgroepen is dat jonge kinderen (en jeugdigen) zich soms geïntimideerd voelen door jongeren en daardoor niet op de plek (durven) spelen. Geadviseerd wordt om alleen gecombineerde speelplekken aan te leggen indien er ruimte is voor voldoende toestellen en goede zonering. 3.12.3. Integratie van de doelgroep met beperkingen Verspreid over de gemeente Baarn wonen ook kinderen, jeugd en jongeren die in meer of mindere mate een beperking hebben. Ook voor hen is het belangrijk om samen met anderen te kunnen spelen. Dit betekent niet dat iedere speelplek en ieder speeltoestel voor alle vormen van beperking geschikt moeten zijn, maar wel dat nagedacht moet worden over hoe een speelplek voor een brede doelgroep geschikt kan zijn.
Voorbeeld van een netschommel; ook zeer geschikt voor kinderen met een fysieke beperking!
De gemeente Baarn streeft ernaar bij de (her-)inrichting van speelplekken rekening te houden met de mogelijkheden voor gebruik door een brede doelgroep, bijvoorbeeld voor kinderen of volwassenen met een beperking. Dit betekent echter niet dat iedere speelplek en ieder speeltoestel voor alle vormen van beperkingen geschikt moet zijn.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
48
3.13.
Veiligheid en uitdaging
3.13.1. Recht op een bult! De doelgroep (en hun ouders) moeten erop kunnen rekenen dat de speciaal tot spelen aangebrachte speelvoorzieningen veilig zijn. Daarmee wordt overigens niet bedoeld dat alle risico’s vermeden kunnen worden. De risico’s dienen echter beheersbaar en herkenbaar te zijn voor de doelgroep. Risico’s zijn nooit volledig uit te sluiten en tevens zijn ze een wezenlijk onderdeel van het spelen en horen ze bij het leerproces en de ontwikkeling. Als de kinderen van jongs af aan niet leren ‘vallen’ van lage hoogtes, omdat dit door de ouders/verzorgers steeds wordt vermeden, is de kans op letsel bij toch een val groter. Het kind weet namelijk niet hoe zich op te vangen en valt waarschijnlijk van een grotere hoogte omdat de toestellen voor oudere kinderen hoger zijn. Speeltoestellen mogen bij redelijkerwijze te verwachten gebruik geen gevaar opleveren voor de veiligheid of de gezondheid van personen.
De veiligheid is niet alleen afhankelijk van het toestel, maar ook van het type ondergrond waarop het toestel is geplaatst. Onder toestellen met een valhoogte van 0,60 m in verharding en 1,00 m in gras is een speciale veiligheidsondergrond vereist. In gemeente Baarn worden verschillende typen veiligheidsondergronden toegepast, zoals gras, boomschors, zand en rubber tegels. 3.13.2. Attractiebesluit De wettelijke verplichting voor de veiligheid van speeltoestellen is in het bijzonder geregeld in het ’Besluit Veiligheid van Attractie- en Speeltoestellen’ van maart 1997 en de Europese Normen (o.a. NEN-EN 1176-1 tot en met 1176-7 en 1177). In dit zogenoemde Attractiebesluit zijn de wettelijke bepalingen voor aansprakelijkheid en veiligheid vastgelegd. Indien er sprake is van een ongeval door een gebrek aan het speeltoestel of een onveilige ondergrond, dan is degene die het speeltoestel voorhanden heeft altijd als eerste aansprakelijk. Deze verantwoordelijkheid is conform en aanvullend op de risicoaansprakelijkheid die wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Het aanbieden van onveilige speeltoestellen wordt gezien als het plegen van een onrechtmatige daad. Er is (gelukkig) nog weinig jurisprudentie rondom de aansprakelijkstelling voor speeltoestellen aanwezig. Vooralsnog moet ervan worden uitgegaan dat de eigenaar van het speeltoestel als eerste aansprakelijk is.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
49
De gemeente heeft de wettelijke verplichting het Attractiebesluit uit te voeren en moet kunnen aantonen dat zij alles in het werk heeft gesteld de toestellen veilig te plaatsen en in stand te houden. De eigenaar van het toestel moet kunnen aantonen dat alles in het werk is gesteld om de veiligheid te waarborgen. Om aan de gestelde eisen te kunnen voldoen is een aantal handelingen noodzakelijk, waaronder de inspectie van speeltoestellen en de registratie van relevante gegevens in een logboek. Indien een speeltoestel op gemeentelijke grond wordt geplaatst door bijvoorbeeld een particulier, school of speeltuinvereniging, wordt het toestel automatisch eigendom van de gemeente. De juridische term hiervoor is natrekking. De gemeente kan bij ongevallen medeaansprakelijk worden gesteld. Daarom kan de gemeente de plaatsing van toestellen door derden op gemeentelijk eigendom niet gedogen zonder dat de aansprakelijkheid goed geregeld is. Een mogelijkheid om deze aansprakelijkheid te regelen, is het afsluiten van een overeenkomst (opstalrecht) tussen de gemeente en de plaatser van het toestel. Voorbeelden hiervan zijn het vestigen van een opstalrecht, waarbij de aansprakelijkheid bij de plaatser blijft, of het aangaan van een beheercontract waarin afspraken worden gemaakt over beheer, onderhoud en aansprakelijkheid. In de gemeente Baarn worden vier inspectierondes uitgevoerd voor de speelplekken. De eerste ronde in het voorjaar is de meest uitgebreide veiligheidsinspectieronde. De drie volgende rondes zijn vooral gericht op het herstel van speelschade en/of vernielingen die in de loop van de zomer ontstaan. Doorgaans wordt eind oktober de laatste inspectieronde uitgevoerd. 3.13.3. Verantwoordelijkheid van de ouders Naast de ‘burgerplicht’ van bewoners ligt de verdere verantwoordelijkheid van de ouders/verzorgers bij de opvoeding van de kinderen over onderwerpen als oneigenlijk gebruik en vandalisme. Goede voorlichting hierover zal bijdragen tot minder risico’s en een veiliger toestelbestand. Daarnaast zal een ouder logisch na moeten denken. Als een kind van drie zelf niet op een toestel kan komen, omdat het gemaakt is voor een kind van zes of ouder, dan moet de ouder het kind er niet op tillen. Het risico op een ongeval is dan vele malen groter. Het toestel is immers niet gemaakt (en gecertificeerd) voor een kind van drie.
3.14.
De zorg voor speelvoorzieningen
In Bijlage VII is een overzicht gegeven van het aantal en de waarde van de huidige speeltoestellen. Hierbij zijn ook de jaarlijkse kosten voor het onderhoud, de vervanging en het beheer opgenomen. OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
50
3.14.1. Het onderhouden en beheren van speelvoorzieningen Nadat er speelvoorzieningen gerealiseerd zijn, zal er voldoende budget beschikbaar moeten zijn om de speeltoestellen en de inrichting van de speelruimte te beheren en te onderhouden. Het onderhoud bestaat uit de werkzaamheden aan het toestel, de veiligheidsondergrond en de omgeving in relatie tot het vervangingsschema en het gebruik van het toestel. Het beheer bestaat uit de overige werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de speelvoorzieningen in stand te houden, waaronder de veiligheidsinspecties.
Beleidsuitgangspunt 11. De gemeente wil een minimaal onderhoudsniveau van 70% waarborgen.
In Bijlage VII een overzicht gegeven van de onderhoudskosten voor de verschillende typen speelvoorzieningen. In de berekening van deze normen voor de jaarlijkse onderhoudskosten is uitgegaan van het hoogste onderhoudsniveau (100%). In een ideale situatie betekent dit onder andere dat de speeltoestellen altijd optimaal in de verf zitten, er altijd proper uitzien, in perfecte technische staat verkeren (met originele onderdelen) en dat te allen tijde graffiti verwijderd is. Voor een gemeente is het echter voldoende en meer realistisch om het onderhoud van de speeltoestellen op een lager niveau uit te voeren. De ondergrens daarbij is het acceptatieniveau waarbij een toestel blijft voldoen aan de veiligheidsnormen en net aan de eisen van algemene welstand. Dit niveau kan op een schaal van 0 tot en met 100% uitgedrukt worden met 60%. In de huidige situatie ligt het onderhoudsniveau in de gemeente Baarn op 60%. Slechts het hoognodige onderhoud gericht op veiligheid wordt uitgevoerd. De gemeente streeft ernaar om een onderhoudsniveau van 70% te waarborgen.
3.14.2. Het vervangen van speelvoorzieningen Veel speeltoestellen hebben volgens ervaringscijfers een technische levensduur van tussen de acht en twintig jaar. Daarbij is uiteraard geen rekening gehouden met vandalisme, wel met slijtage door intensief gebruik en eventuele speelschade. De toestellen hebben op dit moment een gemiddelde afschrijvingstermijn van 12 jaar. In andere gemeenten ligt deze leeftijd rond de twaalf jaar en is er vaak 15% tot 30% achterstand in vervanging. Om een goed vervangingsbeleid te kunnen voeren is een flexibel vervangingsschema noodzakelijk. In principe wordt een toestel vervangen nadat de afschrijvingstermijn is verstreken. Het moment van de daadwerkelijke vervanging van een toestel wordt mede bepaald door de staat van het toestel. Wanneer blijkt dat een toestel na de gestelde afschrijvingstermijn nog één of meer jaren veilig kan functioneren, kan de vervanging worden uitgesteld. Indien blijkt dat een toestel voor de gestelde afschrijvingstermijn niet meer veilig is of de onderhoudskosten te hoog worden, dan moet de vervanging vervroegd worden uitgevoerd (flexibele vervanging). OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
51
De speelvoorzieningen worden vervangen aan de hand van een flexibel vervangingsschema, waarbij de budgetten voor de vervanging vrijkomen in het theoretische vervangingsjaar. Bij de keuze van het type toestel wordt uitgegaan van de doelgroep van de betrokken speelplek, waarbij de wenselijke speelmogelijkheden, de benodigde speelfuncties en de actuele bevolkingssamenstelling van de wijk in ogenschouw worden genomen (zie Deel II Analyse speelruimte). Belangrijk daarbij is dat de totale vervangingswaarde van alle toestellen samen niet mag stijgen. 3.14.3. De benodigde budgetten Bij het vaststellen van de budgetten voor aanleg, onderhoud, beheer en vervanging van speelvoorzieningen zal er gezocht moeten worden naar de juiste onderlinge verhouding tussen deze posten. De kern is daarbij dat de totale waarde van de toestellen niet moet stijgen zonder dat er voldoende onderhouds-, beheer- en vervangingsbudgetten (instandhoudingsbudgetten) beschikbaar zijn. Het budget voor het onderhoud van de speelvoorzieningen wordt gebaseerd op het gekozen onderhoudsniveau (zie paragraaf 3.14.1). De speeltoestellen kunnen daarbij in een goede staat worden gehouden. De hoogte van het beheerbudget wordt gebaseerd op de totale vervangingswaarde van de speelvoorzieningen. In de huidige situatie wordt het beheerpercentage geschat op 3,5% van de vervangingswaarde. Dit ligt binnen het landelijk gemiddelde (3,5% tot 4%). Omdat de investeringen in speelvoorzieningen jaarlijks variëren en de afschrijvingstermijnen van de verschillende typen toestellen niet gelijk zijn, variëren de werkelijke kosten voor vervanging per jaar. Aan de hand van de afschrijvingstermijn, het plaatsingsjaar en de vervangingswaarde kunnen voor de komende jaren de benodigde budgetten worden bepaald. Bij de aanleg van nieuwe speelplekken binnen herstructurering of herontwikkeling en binnen uit- of inbreidingsgebieden dienen de benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld te worden voor zowel de realisatiekosten (eenmalig) als voor de structurele instandhoudingskosten. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van werkelijke kosten, inclusief eventuele voorbereidings- en inspraakkosten. De budgetten die noodzakelijk zijn voor het aanbieden van openbare speelruimte moeten jaarlijks worden geïndexeerd. Zie verder de analyse van de financiële aspecten in hoofdstuk 17.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
52
3.14.4. Klachtafhandeling en ideeën De gemeente kan niet altijd en overal zijn. De omwonenden en Beleidsuitgangspunt 12. Bij gebruikers van de speelplekken hebben ook een verantwoorklachten inzake onveilige en delijkheid om gevaarlijke en onwenselijke zaken op speelplekonwenselijke situaties worken en aan speeltoestellen te melden. De bewoners kunnen den binnen twee werkdagen hun meldingen, klachten en ideeën indienen via een servicepassende maatregelen geformulier op de internetpagina van de gemeente Baarn of via nomen. de servicelijn. Ideeën ten aanzien van spelen komen binnen op verschillende plekken binnen de gemeentelijke organisatie, bijvoorbeeld bij de coördinator wijk- en buurtgericht werken. Klachten komen terecht bij de gemeentewerf. Beheermeldingen worden doorgestuurd naar de onderhoudsinstantie. Op dit moment is dat Eemfors.
Meldingen woonomgeving
Een snelle klachtafhandeling is van groot belang voor het veilig houden van in het bijzonder de speeltoestellen. Het is verplicht dat van de klacht, het gebrek en de genomen actie een aantekening in het logboek wordt opgenomen. voor witregel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
53
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
54
DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE
Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
55
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
56
4.
LEESWIJZER ANALYSE SPEELRUIMTE
4.1.
Bij het lezen van de analyse
4.2.
Leeftijden en termen
4.3.
Onderverdeling in wijken en buurten
In dit hoofdstuk worden de geformuleerde beleidspunten vertaald naar de situatie in de verschillende wijken van de gemeente. Er wordt geanalyseerd hoeveel informele en formele speelruimte er is (huidige situatie) en hoeveel dit moet zijn voor een evenredige verdeling van speelruimte en -voorzieningen over de doelgroep en de wijken. In Bijlage IX staan tabellen met daarin de maatregelen die voor het realiseren van dit openbaar speelvoorzieningenniveau nodig zijn. Aangeraden wordt om bij het lezen van de analyse de kaarten uit Bijlage X en de tabel met speelplekken uit Bijlage IX van de betreffende wijk erbij te houden. Regelmatig wordt een gebied aangeduid met straatnamen. Het is daarom handig om tijdens het lezen een straatnamenkaart bij de hand te houden. In de analysetekst staan de speelpleknummers tussen haakjes [**.**]. Dit zijn de nummers van de huidige speelplekken. Deze corresponderen met de speelpleknummers op de tekeningen. Daarnaast staan er aanduidingen als [Z **.**] in de tekst. Dit zijn de nieuwe plekken/zoekgebieden. Verder zijn met [M **.**] de voorgestelde maatregelen ter verbetering van de informele speelruimte aangeduid. De eerste drie paragrafen bevatten steeds een weergave van de inspraak met betrokkenen voor de betreffende wijk. Daarna volgt de analyse van OBB. In de tekst wordt gesproken over drie leeftijdscategorieën, zoals ook beschreven in het beleidsplan: kinderen = van 0 tot en met 5 jaar jeugd = van 6 tot en met 11 jaar jongeren = van 12 tot en met 18 jaar doelgroep = van 0 tot en met 18 jaar Bij het opstellen van de analyse is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wijkindeling en naamgeving zoals die in gemeente Baarn gehanteerd worden. De wijknamen en onderverdeling komen overeen met de namen van het ‘wijkgericht werken’. Voor de doelgroep kunnen grenzen overigens heel anders liggen; naast harde grenzen zoals wegen, watergangen en grote groengebieden, zijn ook sociale of gevoelsmatige barrières belangrijk. Door de rondgangen met de jeugd is een beeld van deze grenzen verkregen. Door bovengenoemde indeling is het mogelijk dat enkele, in de analyse gehanteerde grenzen iets anders lopen dan verwacht.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
57
Soms is het nodig om de wijken te beschrijven in kleinere blokken. Deze zogenoemde speelbuurten ontstaan doordat de ruimtelijke opbouw verschilt, er een drukke weg of spoorlijn ligt of er een sociale barrière is. Dit zijn vaak grenzen die door ouders ook als fysieke grenzen meegegeven worden aan de kinderen en jeugdigen bij het zelfstandig spelen. De kinderen tot en met 8 jaar moeten vaak binnen deze wijkjes blijven. Binnen een speelbuurt moeten minimaal 15 kinderen wonen om een speelplek te behouden. Afhankelijk van de hoeveelheid informele speelruimte wordt bij 15 tot 30 kinderen in een speelbuurt een nieuwe speelplek aangelegd.
4.4.
Opbouw teksten
4.5.
Tekstwolken naast de tekst
4.6.
Secundaire speelplekken
Tekstwolken. bron
De analyse is opgesteld aan de hand van de normen uit Tabel 4 en Tabel 5. Aan de hand van de hoeveelheid informele ruimte en de exacte verdeling van de doelgroep over de wijk worden de normen voor formele speelruimte toegepast. Zo wordt gekeken hoeveel jeugdigen binnen de actieradius van een speelplek moeten wonen, wil deze plek gerechtvaardigd zijn. Daarnaast wordt gekeken naar de gebieden waar veel kinderen, jeugdigen en jongeren wonen, maar geen speelplek aanwezig is. Per wijk wordt zo nodig eerst aangegeven welke bijzonderheden van belang kunnen zijn bij de analyse. In de linkerkantlijn staan tekstwolken. In deze wolken staan opmerkingen die de doelgroep maakte tijdens de rondgangen, op de wijkplattegronden en de enquêteformulieren. Ook zijn dit reacties uit de vragenformulieren, de inloopavond, de gesprekken met jongeren of relevante opmerkingen van wijkplatforms. De wolkjes hebben betrekking op de wijk, speelplek en/of het aspect dat daarnaast wordt beschreven. In de analyse worden plekken aangeduid als secundair. Secundair betekent dat de speelplek of een aantal speeltoestellen op een speelplek geen functie (meer) heeft in het openbaar speelvoorzieningenniveau. Er moet een keuze gemaakt worden ten aanzien van de wijze en snelheid waarmee de secundaire speeltoestellen en – plekken opgeheven worden. Dit kan door in een uitvoeringsplan vorm te geven aan de maatregelen uit het speelruimteplan.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
58
Toestellen kunnen blijven staan totdat ze aan vervanging toe zijn. Het kan ook zijn dat gezien de kosten de secundaire toestellen verwijderd moeten worden of ergens anders herplaatst worden om invulling te geven aan het openbaar speelvoorzieningenniveau. Een voordeel van het langzaam verwijderen van speeltoestellen is dat deze langer ter beschikking van de doelgroep blijven. Een nadeel is dat één of een enkel toestel dat niet uitgebreid onderhouden wordt een negatieve invloed kan hebben op het aanzicht van de openbare ruimte. Het in één keer verwijderen van alle secundaire toestellen is organisatorisch het eenvoudigst en voorkomt dat er iedere keer opnieuw uitleg moet worden gegeven aan bewoners en de doelgroep. Wanneer de toestellen door het secundair worden van een plek verwijderd worden, is het erg belangrijk dat er een bespeelbare ruimte achterblijft die niet wordt gebruikt voor parkeren, siergroen of om honden uit te laten. Zeker in de wijken met een hoge kinderdichtheid is het van belang dat deze ruimten als informele speelruimte beschikbaar blijven. Als dit in de voorlichting benadrukt wordt, zullen er bovendien minder bezwaren gemaakt worden bij het opheffen van een plek.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
59
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
60
5.
BOVENWIJKSE ASPECTEN VAN SPEELRUIMTE
5.1.
Kinderaantallen
5.2.
In dit hoofdstuk worden per leeftijdscategorie de belangrijkste aspecten beschreven die betrekking hebben op de hele gemeente en de belangrijkste punten die bij de verschillende inspraakmogelijkheden naar voren kwamen.
Per speelbuurt voor de kinderen, of wijk voor jeugd en jongeren, is het aantal kinderen, jeugdigen en jongeren bekeken1. Er is rekening gehouden met een prognose in de zin van: het aantal blijft gelijk of neemt af of toe. Hierop is het voorzieningenniveau voor de komende tien jaar afgestemd.
Georganiseerd sport en spel
In de gemeente Baarn zijn circa 30 sportclubs actief. De jeugd heeft tijdens de rondgangen aangegeven dat ze, onder andere, de volgende sporten beoefent: turnen, ballet, voetbal, atletiek, paardrijden en hockey. Ook voetballen op een van de veldjes of pleinen in de openbare ruimte is een van de favoriete bezigheden van de jeugd. In 2005 is in Baarn een Sportdeelname-onderzoek gehouden door de Sportservice Midden Nederland. De sportbeoefening naar leeftijdscategorie en type verband is ook onderzocht.
leeftijdscategorie 6 t/m 11 12 t/m 17 18 t/m 54 > 55
verenigings verband 84% 84% 42% 32% Tabel 6
commercieel verband 58% 55% 33% 6%
anders georganiseerd 15% 31% 65% 40%
ongebonden 35% 48% 23% 12%
Sportbeoefening naar leeftijd en type verband
In percentage van het totaal aantal respondenten. Bron: Sportservice midden Nederland, 2005.
In Tabel 6 is te lezen dat de jeugd en jongeren grotendeels in vereniging- of commercieel verband sporten. Ook is het percentage jeugdigen en jongeren dat ongebonden een sport beoefent, veel groter dan het percentage vanaf 18-jaar. Voor de openbare speelruimte in de gemeente Baarn is dit een belangrijk gegeven. Omdat 35 procent van de jeugdigen en 48 procent van de jongeren ongebonden sport, dient er voldoende ruimte beschikbaar te zijn waar dit mogelijk is. De jeugd gaf tijdens de rondwandeling aan lid te zijn van een of meerdere (sport-)clubs.
1
Peildatum 18-6-2008
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
61
5.3.
Bovenwijkse voorzieningen kinderen en jeugd
In Baarn bevinden zich diverse bovenwijkse voorzieningen voor kinderen en jeugd. Zo zijn er twee speeltuinen, die niet alleen een belangrijke functie hebben in de wijk zelf maar ook voor kinderen en jeugdigen van daarbuiten. Aan de Johannes Vermeerlaan ligt ‘Speeltuinvereniging Baarn’. Aan de Dahliastraat ligt speeltuinvereniging ‘Oosterkwartier’. Naast de speeltuinverenigingen heeft Baarn een Hertenkamp in het Maarschalksbos waar kinderen met hun ((groot-)ouders graag naar toe gaan. Ook de verschillende parken in Baarn zijn voor de jeugdigen uit diverse wijken een belangrijke voorziening. Zo wordt de Pekingtuin door veel jeugdigen, ook door jongeren overigens, bezocht. Ook het Cantonspark wordt door de jeugd en jongeren bezocht. Direct naast het Cantonspark bevindt zich kinderboerderij Canton. Na de doorstart in 2009 is de kinderboerderij het gehele jaar geopend. Op de kinderboerderij worden activiteiten georganiseerd als schoolbezoeken en kinderfeestjes. Bovengenoemde parken en plekken zijn aangemerkt als bovenwijkse voorzieningen. Het eventuele advies met betrekking tot deze plekken is opgenomen in de analysehoofdstukken van de betreffende wijk waarin ze zijn gelegen.
5.4.
Voorzieningen voor jongeren
5.4.1.
Informele ontmoetingsmogelijkheden Voor de jongeren kun je niet echt spreken van spelen; het verblijf van deze leeftijdscategorie in de openbare ruimte richt zich op het sporten en ontmoeten van leeftijdsgenoten. Het ontmoeten gebeurt veelal informeel, op spontaan ontstane plekken en veel minder op speciale speel- en ontmoetingsplekken. In Bijlage III is een uitgebreide beschrijving gegeven van de verschillende soorten en eisen waaraan de informele ontmoetingsmogelijkheden moeten voldoen. De volgende categorieën plekken zijn te onderscheiden: Kiss-and-Greetplek= willekeurig gekozen afspreek- of afscheidsplek van ‘nature’ aanwezig in de openbare ruimte; What’s-Upplek = kleine plek voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en bijpraten; Stay-Aroundplek = plek waar jongeren echt afspreken en zitten te praten of andere activiteiten doen; No-Problemplek = plek verder buiten de bebouwde omgeving zodat hier geen overlast voor omwonenden te verwachten is.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
62
Afhankelijk van de mogelijkheden die een bepaalde locatie biedt, kiezen jongeren voor een bepaalde plek om elkaar te ontmoeten. Plekken waar ze een beetje kunnen zitten om met elkaar te praten, bijvoorbeeld. Dat zijn plaatsen in het zicht, maar waar ze ook een beetje privacy hebben. Door vanuit deze visie met jongeren om te gaan, geeft men hun fysiek een plaats ín de maatschappij en niet langs de rand van de maatschappij. In de analyse is per buurt aangegeven welke informele ontmoetingsmogelijkheden aanwezig zijn en wat er gedaan kan worden om meer ontmoetingsmogelijkheden te creëren. 5.4.2.
Formele ontmoetingsmogelijkheden In de analyse wordt uitgegaan van een goede verdeling van sport- en ontmoetingsvoorzieningen voor jongeren, gerelateerd aan de buurten en wijken. Visie hierbij is dat een deel van de jongeren gewoon in hun eigen wijk in de openbare ruimte wil sporten en leeftijdsgenoten wil ontmoeten. In de analyse worden daarom per buurt de sport- en ontmoetingsmogelijkheden beschreven. De inrichting en ligging van enkele van deze voorzieningen zal echter een grotere aantrekkingskracht hebben dan alleen op de jongeren uit eigen wijk. Deze zogenoemde bovenwijkse locaties trekken ook jongeren uit andere wijken aan. De skatevoorzieningen en goede (verharde) voetbalplekken fungeren vaak als dit soort ontmoetingspunten. In de volgende paragrafen zal ingegaan worden op deze bovenwijkse voorzieningen in Baarn.
5.4.3.
Skatevoorziening aan de Geerenweg bij sportpark de Eem
Skatevoorziening Het uitgangspunt zou moeten zijn dat skaten op een centrale locatie gebeurt en niet verspreid over Baarn op kleinere plekken. Dit is om te voorkomen dat er relatief veel geld wordt uitgegeven aan skatevoorzieningen zonder dat er echt uitdagende skatemogelijkheden zijn. Voor de jongere jeugd is dit misschien nog leuk, maar de echte skaters willen graag ruimte en uitdaging. Aangezien skaters een erg sociale groep vormen die elkaar graag iets willen leren, is ook dit een argument voor een centrale locatie voor een skatebaan. In Baarn is momenteel een centrale skatevoorziening gesitueerd aan de Geerenweg bij sportpark de Eem. Deze skatevoorziening is een bovenwijkse voorziening die tevens ook als jongerenplek fungeert voor onder andere de Noordoostwijk. Daarom wordt in deze paragraaf en in paragraaf 9.4 (de analyse van de Noordoostwijk) aandacht besteed aan de skatevoorziening.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
63
Door de jeugdigen wordt de skatebaan niet zo goed gewaardeerd. Ze vinden het geen prettige plek om naar toe te gaan omdat er ’s avonds jongeren hangen en blowen en omdat er veel rotzooi ligt. Enkele jeugdige skaters hebben aangegeven dat ze de kwaliteit van de skatebaan niet goed vinden. In de enquête hebben jongeren aangegeven dat ze de skatebaan zowel een goede als een slechte plek vinden. Skaten wordt door de jongeren niet in de top vijf van favoriete sporten of spelen genoemd, maar slechts 6 keer genoemd door enkele jongens en meiden. Toch staat de skatebaan als ontmoetingsplek op nummer één bij de jongens en wordt de skatebaan 15 keer genoemd door de jongens en meiden als goede ontmoetingsplek. Opvallend is dat ook de skatebaan door 22 jongeren als slechte ontmoetingsplek wordt genoemd, zowel door jongens als meiden. In de enquête worden zowel positieve als negatieve opmerkingen geplaatst over de skatebaan als skateplek en als ontmoetingsplek. Enkele jongeren noemen de skatebaan als ontmoetingsplek gezellig omdat er altijd veel mensen zijn. Andere jongeren komen er niet graag omdat er hangjongeren zijn, er rare dingen gebeuren, er rotzooi is en er geen prettige mensen komen. De skatebaan als skate- en sportplek wordt zowel positief als negatief beoordeeld. Dat je er kunt basketballen is een positief punt, de skatebaan zelf vinden de skaters te klein, vies en nat.
Bij het gemeentehuis wordt ook geskateboard!
Op basis van de enquêteresultaten kan geconcludeerd worden dat de skatebaan met name gebruikt wordt als ontmoetingsplek en niet als plek om te skaten. Het kan natuurlijk zo zijn dat net de jongeren die graag skaten geen enquête hebben ingevuld. Daarom dient bovenstaande conclusie voorzichten te worden geïnterpreteerd. Geadviseerd wordt om samen met de jongeren, de jongerenwerker en de skaters te bekijken op welke manier de skatebaan een aantrekkelijke plek kan worden om te skaten en te sporten en het ontmoeten niet op de skatebaan te faciliteren maar op een plek elders. Dit wordt geadviseerd omdat skaters vaak gewoon komen om te sporten en niet om te ontmoeten of te hangen. Daarnaast is het voor jeugdigen ook aantrekkelijker om te gaan skaten als de plek niet wordt gebruikt als hangplek door jongeren met andere gewoonten of intenties voor het gebruik van de plek. Op andere plekken in Baarn wordt ook geskatet of geskateboard, zoals achter het gemeentehuis in het centrum.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
64
5.4.4.
De Boemerang Aan de Plataanstraat ligt jongerencentrum de Boemerang. In het jongerencentrum worden door stichting de Plataan activiteiten georganiseerd voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Voorbeelden van activiteiten zijn de BoemChill, Boemcafe, Teenage Dance Event en Kleine prijs van Baarn. Daarnaast worden er ook voorlichtingen en cursussen gegeven en wordt er een cultureel-festival en Koninginnedag georganiseerd. Enkele jongeren hebben in de enquête de Boemerang als goede ontmoetingsplek aangeven, enkele geven juist aan dat ze het geen prettige plek vinden om naar toe te gaan. Wat hier de reden voor is, is onduidelijk.
5.4.5.
Het Bosbad In het Buitengebied West ligt het Bosbad de Vuursche. Het bad is in 2004 volledig gerenoveerd door de Stichting Bosbad de Vuursche. Een grotere doelgroep wordt hierdoor aangesproken. Niet alleen jeugdigen en jongeren gaan naar het Bosbad maar ook gezinnen met kinderen. Het complex beschikt over vier verwarmde openlucht zwembaden, een grote ligweide en gazons rondom de baden, een terras met eet- en drinkgelegenheid en een midgetgolfbaan. Van medio mei tot aan begin september is het Bosbad geopend. Het Bosbad wordt door de jongeren die de enquête hebben ingevuld nauwelijks genoemd.
5.4.6.
Veldje aan de Professor Krabbelaan Aan de Professor Krabbelaan ligt een groot sportveld waarvan door veel groepen gebruikt wordt gemaakt. Jeugdigen en jongeren, maar ook volwassen inwoners van Baarn gebruiken het veld veelvuldig voor een wedstrijdje voetbal. Deze voorziening is van groot belang voor alle inwoners van Baarn en is dus aangemerkt als bovenwijkse voorziening. Tevens is het een belangrijke sportplek voor de jeugdigen en jongeren uit de Noordwijk (D).
De Boemerang
Bosbad de Vuursche
Het ‘Krabbeveldje’
Op de locatie van het ‘Krabbeveldje’, zo wordt het veld genoemd door de inwoners van Baarn, is woningbouw gepland. Vastgelegd is dat het voetbalveldje beschikbaar blijft. Tevens wordt gekeken naar de mogelijkheden om het grasveld om te zetten in een kunstgrasveld zodat het bij alle weersomstandigheden bespeelbaar is en de grote speeldruk beter kan verdragen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
65
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
66
6.
WAT WILLEN DE JEUGD EN DE JONGEREN?
6.1.
Werkwijze
6.2.
Resultaten enquête onder de jeugd
6.2.1.
Groep vier en vijf De jeugd uit groep vier en vijf gaat het liefst in hun vrije tijd iets met vrienden doen. Maar liefst 39 procent van de meiden geeft aan dit het liefst te doen in hun vrije tijd. Een kwart van de jongens geeft aan het liefst naar de sportclub te gaan in hun vrije tijd. Buiten spelen wordt door twintig procent van de jeugdigen genoemd als favoriete activiteit in de vrije tijd. Opvallend is dat meiden liever buiten spelen in hun vrije tijd dan jongens.
In dit hoofdstuk worden de resultaten van de enquête die gehouden is onder de jeugd en de jongeren in Baarn kort beschreven. De resultaten van deze enquête kunnen worden gebruikt bij de uitvoering van het speelruimteplan, bijvoorbeeld bij het inrichten van nieuwe plekken. Daarnaast zijn de resultaten ook gebruikt als input voor de analyse van dit speelruimteplan. Tijdens de inspraakweken ten behoeve van het speelruimteplan (week 39 en week 46) zijn enquêtes uitgedeeld onder de verschillende doelgroepen. Op het Baarnsch Lyceum en op de Waldheim Mavo zijn enquêtes uitgedeeld tijdens de pauze. In totaal hebben 136 jongeren de enquête ingevuld, waarvan 76 meiden en 60 jongens. In totaal heeft 7 procent van de jongeren uit Baarn een enquête ingevuld. Op verschillende basisscholen hebben de jeugdigen twee verschillende enquêtes ingevuld. In totaal hebben 161 jongens en meisjes uit groep vier en vijf een enquête ingevuld en 180 jongens en meisjes uit groep zes, zeven en acht. Het aantal jongens en meisjes verschilt nauwelijks van elkaar. In totaal heeft 20 procent van de jeugdigen een enquête ingevuld. In Bijlage VI zijn de enquêteformulieren zoals deze zijn uitgedeeld bijgevoegd.
Wanneer de jeugd gaat buitenspelen is spelen met andere kinderen, fietsen, skaten en lopen door de buurt en spelen op speeltoestellen favoriet zowel bij de jongens als de meiden. Opvallend is dat wel 67 procent van de jongens spelen met andere kinderen noemt als favoriete bezigheid buiten, tegenover 32 procent van de meiden. Op de vraag waar de jeugd het liefst buiten speelt, worden de speeltuin, de straat en de tuin het meest genoemd. Jongens spelen liever op straat dan de meiden, die spelen liever in de tuin.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
67
Goed of leuk aan spelen in Baarn vindt de jeugd de speeltuin, voetballen en vrienden. Bij jongens staat voetbal met stip op nummer één van vaakst genoemde activiteiten, wel 38 procent noemt dit. Bij meiden is dit slechts 11 procent; zij noemen de speeltuin als leukste of beste. De jeugd in Baarn baalt van de hondenpoep, geparkeerde auto’s, verkeer en andere kinderen als ze buiten speelt. 39 procent van de jeugdigen noemt hondenpoep als grootste ergernis. Jongens ergeren zich meer aan geparkeerde auto’s en meiden meer aan verkeer. Op de vraag hoe de leukste speelplek er uit zou moeten zien, antwoordden de jeugdigen uit groep vier en vijf een speeltuin en een voetbalveld op nummer een en twee. Door 29 procent van de jongens wordt het voetbalveld genoemd als leukste speelplek en bij meiden de speeltuin. 6.2.2.
Groep zes, zeven en acht De kinderen uit groep zes, zeven en acht hebben over het algemeen andere wensen en behoeften dan de kinderen uit groep vier en vijf. Het liefst gaan zij in hun vrije tijd voetballen, buiten spelen of iets met vrienden doen. 31 procent van de jongens voetbalt het liefst in hun vrije tijd. Twintig procent van de meiden speelt het liefst buiten in hun vrije tijd. Als de jongens gaan buitenspelen is voetbal overduidelijk, met 58 procent, favoriet. Ook bij meiden staat voetbal op nummer 1, maar het percentage meiden dat dit antwoord geeft is beduidend minder, namelijk 18. Zij geven meer verschillende antwoorden dan de jongens. Op de vraag waar de jeugd het liefst buiten speelt, worden de straat, de tuin en de buurt genoemd als top drie. Bij 18 procent van de jongens is de tuin favoriet. Bij een kwart van de meiden is de straat favoriet. Als antwoord op de vraag wat de jeugd leuk of goed vindt aan buiten spelen in Baarn worden achtereenvolgens de speeltuin, voetbal en het bos genoemd. Ongeveer 12 procent van de meiden geeft aan dat ze het goed vinden dat het rustig is in Baarn. Bij de jongens staat voetbal op nummer één en bij de meiden de speeltuin. Twintig procent van de jeugdigen uit groep zes, zeven en acht baalt het meest van de hondenpoep en het verkeer in Baarn. Als ergernis-nummer- een wordt verkeer het vaakst genoemd.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
68
Op de vraag hoe de leukste speelplek er uit zou moeten zien wordt het vaakst de speeltuin zelf genoemd en vervolgens een voetbalveld. Door 36% van de jongens wordt het voetbalveld het vaakst genoemd. Bij meiden is de speeltuin met 48 procent favoriet.
6.3.
Resultaten enquête onder de jongeren
Jongeren hebben op de middelbare school in hun pauze of aan het einde van een lesuur de enquête met betrekking tot hun wensen en bezigheden in hun vrije tijd en in de buitenruimte ingevuld. Jongeren voetballen het liefst in hun vrije tijd, gevolgd door activiteiten met vrienden of computeren. Bij jongens wordt computeren het vaakst genoemd en bij meiden een activiteit met vrienden. Voetbal, tennis, basketbal, fietsen en hockey worden het vaakst genoemd als de activiteiten die jongens en meiden graag buiten doen. Voetbal wordt bij zowel meisjes (33 procent) als jongens (58 procent) het vaakst als nummer één activiteit genoemd. Op de vraag om drie ontmoetingsplekken te noemen die goed zijn in Baarn worden de volgende antwoorden het vaakst gegeven: het dorp (18 procent), de Pekingtuin (18 procent), de skatebaan (15 procent), het bos (14 procent) en thuis (12 procent). Ook het verhard voetbalveld aan de Begoniastraat, het ‘Teerplein’ en het veldje aan de Professor Krabbelaan, het ‘Krabbeveldje’ worden vaak genoemd. Jongens noemen het vaakst de skatebaan als nummer één locatie, meiden de Pekingtuin. Naast goede ontmoetingsplekken is ook naar slechte ontmoetingsplekken gevraagd. Opvallend is dat de antwoorden veel overeenkomsten vertonen met de vorige vraag. Een plek kan dus of zowel als goed en slecht worden aangemerkt omdat de plek zo zijn voor en nadelen heeft. Of de plek kan door een aantal jongeren als goed en door een ongeveer gelijk aantal jongeren als slecht worden ervaren. De skatebaan staat met stip op nummer één als vaakst genoemde plek door zowel jongens als meiden. Andere plekken die als slecht werden aangemerkt zijn de ‘Container’ aan de Professor Krabbelaan, de Pekingtuin, het Teerplein en het bos. Meiden noemen de Pekingtuin beduidend vaker dan de jongens. Op de vraag op welke plekken de jongere niet willen of mogen komen worden soortgelijke antwoorden gegeven als op de vraag naar slechte ontmoetingsplekken. De Pekingtuin, de skatebaan en het bos worden het vaakst genoemd. Jongens noemen vaker de skatebaan, meiden noemen vaker het bos. OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
69
Ook naar de wensen voor een mogelijke inrichting voor ontmoetingsplekken is in de enquête gevraagd. De jongeren mochten drie toestellen noemen die op hun ideale sport of ontmoetingsplek zouden staan. Een bankje, een voetbaldoel, een prullenbak, een voetbalveld of een grasveld worden als vaakst genoemd door de jongeren. Favoriet bij de jongens is een voetbaldoel, bij de meiden een bankje. Opvallend is dat jongens vaak iets noemen ten aanzien van het voetballen. Meiden daarentegen noemen ook iets als een schommel. Als laatste is de jongeren gevraagd naar drie soorten plekken of activiteiten die er echt zouden moeten zijn in Baarn. Een bioscoop, een voetbalveld, een hangplek, een disco en de Mc Donalds worden het vaakst genoemd door de jongeren. Jongens noemen het vaakst een voetbalveld, meiden de bioscoop. Op nummer één wordt het vaakst het voetbalveld genoemd door jongens en een hangplek door meiden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
70
7.
SPELEN IN CENTRUM (A)
7.1.
Kinderaantallen
In het centrum wonen in totaal circa 435 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 7
Aantal 155 140 139 434
Kinderaantallen Centrum (A)
Uit Tabel 7 is af te lezen dat het aantal jeugdigen en jongeren de komende jaren licht zal toenemen. Het grootste deel van de kinderen en jeugdigen woont ten oosten van het Pekingpark tussen de Eemnesserweg/Bosstraat en de Tromplaan.
7.2.
Spelen op de Brink
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
In de wijk Centrum liggen de meeste voorzieningen van Baarn: de winkels, restaurants, het gemeentehuis enzovoorts. Het is daarmee met name voor de jongere en de iets oudere jeugd een interessante plek om te ontmoeten. Uit een observatie en uit de rondgangen is gebleken dat de Brink voor de jeugd een plek is om te spelen. Klimmen op het standbeeld dat er staat, kastanjes zoeken, duikelen om de stangen van de muziektent en rondfietsen tot elf uur ’s ochtends, tikkertje en verstoppertje spelen en zelfs voetballen. Ook het grasveld achter de Teding van Berkhoutstraat is een leuke informele speelplek. Daarnaast is het in verschillende straten mogelijk om straatspelen te doen zoals buskruit, overgooien, tik de bal en stoepranden. In de Oranjestraat bijvoorbeeld wordt ’s avonds vaak door veel kinderen samen verstoppertje gespeeld. Omdat de wijk Centrum een langgerekte wijk is, is er ook een grote diversiteit aan typen buurten en de stedenbouwkundige opzet daarvan. In de ene straat is spelen wel mogelijk, in de andere niet omdat geparkeerde auto’s of te hard rijdend verkeer een belemmering vormen. De Javalaan, de Eemnesserweg, de Eemstraat en de Bosstraat bijvoorbeeld vormen vooral voor de kinderen en de jongere jeugd een barrière in de wijk.
Op weg naar de ‘geheime plek'
Tijdens de rondgang op 14 oktober heeft de jeugd diverse informele speelplekken laten zien in de vorm van achterpaden en parkeerplaatsen, die als ‘geheime plek’ werden aangemerkt. Ook in de tuin achter de Parkflat spelen kinderen, tot ongenoegen van de bewoners van de Parkflat.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
71
De jeugd gaf aan de Pekingtuin de leukste speelplek te vinden. Er werd in dit geval niet gedoeld op de toestellen die stonden in het park; die werden door de jeugd als ‘saai’ ervaren en aangemerkt als ‘voor kleine kinderen’. De bomen en de vele grote grasvelden waren echter de belangrijkste redenen dat het park als leukste speelplek werd aangemerkt. De voetbaldoeltjes werden goed gewaardeerd, ware het niet dat ze niet geheel in goede staat verkeerden (wat door de jeugd ook werd opgemerkt). Klimmen in de bomen, hutten bouwen en voetballen werd door de jeugd als favoriete bezigheid in het park genoemd. De jongere jeugd gaf aan niet te ver het dorp in te mogen. De iets oudere jeugd vanaf circa 9 à 10 jaar mag zelf het Pekingpark in. De jongere jeugd gaat onder begeleiding van ouders of broertjes of zusjes. Boomklimmen in de Pekingtuin is favoriet!
7.3.
Speelplek [0101] in de Pekingtuin
‘We willen graag doelen die dicht zijn van achter,!’ (jongen tijdens rondgang)
Bij het centrum wordt wellicht niet direct gedacht aan veel informele ruimte. Toch is in de wijk Centrum ruim voldoende informele speelruimte aanwezig, zoals hierboven beschreven. Wel wordt geadviseerd om ervoor te zorgen dat deze ruimte behouden blijft.
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
Volgens de normen zouden er in Centrum vijf speelplekken voor kinderen en twee voor de jeugd beschikbaar moeten zijn. Gezien de grote mogelijkheden om te spelen op informele plekken, zoals in de Pekingtuin, is de bovengrens van de norm gehanteerd. In het centrum ligt één formele speelplek in de Pekingtuin [0101] die vooral voor kinderen leuk is en door ouders ook de moeite waard wordt gevonden om met hun kind naar toe te gaan. Kinderen mogen niet zelfstandig naar deze speelplek toe, de oudere jeugd wel. Geadviseerd wordt om deze speelplek te behouden met name voor kinderen, en voor de jeugd een groter trapveldje met grotere doelen in het park aan te leggen. Daarnaast is het aan te bevelen voor de jeugd uitdagende zwaai- en/of draaitoestellen te plaatsen in het park (klimtoestellen zijn overbodig gezien de grote hoeveelheid aan klimbomen in het park!). Kinderen kunnen de speelplek in de Pekingtuin niet zelfstandig bereiken en de jongere jeugd ook niet. Daarom is het van belang dat op andere plekken in de wijk, daar waar de kinderen dichtbij wonen, nieuwe speelplekken gecreëerd worden zodat het voor de kinderen ook mogelijk is om in de eigen buurt te spelen. Geadviseerd wordt om in de buurt tussen de Faas Eliaslaan en de Bosstraat een speelplek voor kinderen te creëren [Z1].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
72
Tussen de Eemweg, de Tromplaan, de Heemskerklaan en de Faas Eliaslaan wonen circa 50 kinderen die niet zelfstandig een speelplek kunnen bereiken. Geadviseerd wordt om in deze buurt te zoeken naar een geschikte locatie voor een speelplek [Z2]. Het wijkplatform suggereert te kijken naar de mogelijkheden op de parkeerplaats aan de Eemhoeve of aan het einde van het Faas Eliashof. Indien hier geen geschikte ruimte gevonden kan worden, dienen speelprikkels in de buurt te worden aangelegd, bijvoorbeeld in de Tromplaan. Omdat de fysiek beschikbare ruimte in Centrum voor het ontwikkelen van een speelplek schaars is, wordt geadviseerd met speelprikkels een ‘speelroute’ door het centrum aan te leggen die interessante plekken in de openbare ruimte en de speelplek in de Pekingtuin met elkaar verbindt. Een kleine route lopend over de Brink, Brinkstraat, Burgemeester Penstraat, Malvastraat, Schoolstraat, Nijverheidsstraat, door de Pekingtuin en het paadje achter het gemeentehuis vormt hiervan het belangrijkste deel [M1]. Deze kleine route kan uitgebreid worden of aansluiten op de speelprikkels in de Tromplaan en de Van Wassenaerlaan, mits deze worden aangelegd. Aan de westzijde kan de route uitgebreid worden over de Laanstraat, de Laandwarsstraat en de Nieuwe Baarnstraat [M2]. Op de Brink zelf zou bijvoorbeeld een voetcarillon1 geplaatst kunnen worden om de aantrekkelijkheid van de Brink als speelruimte te vergroten. Een carillon past goed bij de muziektent en de kinderen kunnen muziek maken net zoals het ‘echte carillon’ dat speelt bij de kerk [M3].
7.4.
Sporten en ontmoeten voor jongeren in Centrum
In het centrum wonen circa 140 jongeren. Volgens de normen zouden er in het centrum drie What’s-Upplekken en één StayAroundplek beschikbaar moeten zijn. Gezien de hoeveelheid reeds aanwezige interessante informele ontmoetingsruimte kan in het centrum worden volstaan met één Stay-Aroundplek voor jongeren. Voor jongeren is het centrum een interessant gebied om samen te komen, te ontmoeten, te winkelen en te zien en gezien te worden. De aanwezigheid van de winkels zorgt voor levendigheid in dit gebied waardoor er voor jongeren iets te beleven is. Daarnaast biedt dit mogelijkheden om even wat te eten of te drinken te kopen.
Een voetcarillon is een verzameling 'tegels' die geluid maken als je erop gaat staan. Deze tegels kunnen in de bestaande verharding worden gelegd.
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
73
Naast de winkels en de cafeetjes en restaurantjes in het centrum is de Pekingtuin voor jongeren een interessante informele ontmoetingsplek. Veel jongeren (dertien procent van de jongeren die de enquête heeft ingevuld) geven in de enquête aan dat dit een plek is waar ze graag komen. Ze vinden het er gezellig, er is genoeg ruimte, ze kunnen op het gras of op de bankjes zitten en lekker chillen. Opvallend is dat deze plek bij de meiden populairder is dan bij de jongens. Echter ook enkele jongeren geven aan hier juist niet te willen of mogen te komen omdat er veel oudere jongens zijn, of omdat er ‘rare mensen’ lopen, of omdat het er vies en druk is. Ook het wijkplatform heeft aangegeven dat dit een leuke plek is voor alle leeftijden, maar na zonsondergang geen prettige plek meer is vanwege jongeren die er ontmoeten en drinken en afval achterlaten. Geadviseerd wordt om de Pekingtuin voor jongeren aantrekkelijker te maken door een sportvoorziening toe te voegen in het park [Z3]. Gezien het aantal jongeren dat voetbalt, is een voetbalplek hier wenselijk. Het veld zou bijvoorbeeld met boomstammen kunnen worden afgebakend om een natuurlijke uitstraling te behouden. Om de druk in het park te verdelen en omdat zowel de jeugd als de jongeren graag voetballen, is het aan te bevelen om een voetbalplek te realiseren naast de reeds bestaande, op een andere locatie in het park.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
74
8.
SPELEN IN EEMDAL NOORD (B)
8.1.
Kinderaantallen
In Eemdal Noord wonen circa 440 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 8
Aantal 110 142 188 440
Kinderaantallen Eemdal Noord (B)
Het aantal jeugdigen en kinderen is de laatste jaren sterk afgenomen. Het aantal jongeren in de wijk zal de komende jaren dus ook afnemen.
8.2.
Fietscrossen in het ‘Kikkerbosje’
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
In Eemdal Noord is veel informele speelruimte beschikbaar. Op straat spelen is mogelijk, bijvoorbeeld in de van Kinsbergenlaan waar het rustig op straat is. Hier speelt de jeugd tikkertje en verstoppertje. Ook de deels autovrije straten en pleintjes zoals de Van Speijklaan zijn ideaal voor kinderen om te spelen en te leren fietsen bijvoorbeeld. Daarnaast wordt in de bosjes aan de Zoutmanlaan (het ‘Kikkerkbosje’) veel gespeeld door de jeugd op de zelf aangelegde fietscrossbaan. Zand en bomen maken deze plek voor de jeugdigen interessant. Ze nemen zelf hun schep mee om de fietscrossbaan weer te maken, als deze is ‘opgeruimd’ door de gemeente. Ook in de buurt zelf, bijvoorbeeld aan de Stellingwerflaan zijn bosplantsoenen waarin de kinderen en de jeugd graag spelen. De jeugd mag in de buurt vrijwel overal komen. Om naar het trapveld aan de Geerenweg te gaan, vragen ze eerst toestemming aan hun ouders. De Geerenweg en de Bestevaerweg vormen in de wijk barrières voor kinderen en jongere jeugd. In Eemdal Noord is ruim voldoende informele speelruimte aanwezig, zoals hierboven beschreven. Geadviseerd wordt om de informele speelruimte te behouden.
8.3.
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
In Eemdal Noord liggen maar liefst negen speelplekken die vooral geschikt zijn voor kinderen en jeugd. Volgens de normen, rekening houdend met de hoeveelheid aan informele speelruimte, zouden in Eemdal Noord vier speelplekken voor kinderen en drie voor jeugdigen beschikbaar moeten zijn.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
75
Tijdens een kijkje in deze buurt hebben deze meiden vertelt over waar ze graag spelen…
Ten oosten van de Bestevaerweg wonen circa 15 kinderen en 20 jeugdigen. Geadviseerd wordt om in deze buurt te voorzien in één gecombineerde speelplek of één speelplek voor kinderen en één voor jeugdigen. Samen met de buurtbewoners en de kinderen kan bekeken worden wat de voorkeur heeft en op welke locatie: speelplek [1408], [1409] of [1410]. Gezien de centrale ligging heeft speelplek [1409] de voorkeur. Op de buurtplattegrond hebben de jeugdigen aangegeven speelplek [1408] heel erg leuk te vinden. Speelplek [1409] daarentegen vinden ze niet leuk. Geadviseerd wordt om speelplek [1409] aantrekkelijker te maken en als centrale voorziening voor deze buurt te realiseren. De overige speelplekken ten oosten van de Bestevaerweg kunnen als secundair worden aangewezen en worden bestempeld als informele speelruimte. Ten westen van de Bestevaerweg wonen circa 90 kinderen en 120 jeugdigen. In dit deel van de wijk liggen zes speelplekken, waarvan er drie zijn ingericht voor kinderen en jeugdigen: [1401], [1403], [1404] en [1406]. Speelplek [1402] en [1405] zijn ingericht voor kinderen. Geadviseerd wordt om voor kinderen drie speelplekken aan te wijzen en voor jeugdigen twee of drie. De gecombineerde speelplekken zijn te klein van omvang om voor beide leeftijdsgroepen goed te functioneren. Geadviseerd wordt om samen met de kinderen, jeugdigen en het wijkplatform te kijken welke speelplekken het beste functioneren. Gezien de exacte woonplaats van de kinderen wordt geadviseerd om speelplek [1406], [1402] en [1403] voor kinderen in te richten.
Ruimte voor een trapveld?
Het trapveldje aan de Geerenweg is voor de jeugd lastig zelfstandig te bereiken. Daarom wordt geadviseerd om in de buurt een trapveldje aan te leggen. Rondom speelplek [1406] wordt erg veel gevoetbald, terwijl daar momenteel geen voorzieningen voor zijn. Dit levert nogal wat discussie op in de buurt. Geadviseerd wordt om ter plekke van het huidige hondenpoepveldje nabij speelplek [1406] een trapveldje [Z4] aan te leggen. Omdat dit een ‘natte, drassige’ plek is kan de mogelijkheid van een verhard trapveldje worden overwogen. Ook de basket van speelplek [1406] zou op deze verharding beter tot zijn recht komen. Daarnaast dienen ten noorden van de Stellingwerflaan twee speelplekken ingericht te worden met uitdagende toestellen voor de jeugd. Plek [1404] is een van de ruimere speelplekken in de buurt waar zonering wel mogelijk is, dus kan deze plek ingericht blijven voor kinderen en jeugdigen. Voor de jeugd dient echter wel een uitdagend speeltoestel te worden toegevoegd. Ook plek [1401] heeft potentie om als speelplek voor de jeugd ingericht te worden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
76
8.4.
Sporten en ontmoeten voor jongeren
In Eemdal Noord wonen circa 190 jongeren. Gezien het aantal jongeren zouden in de huidige situatie circa vier What’sUpplekken en twee Stay-Aroundplekken beschikbaar moeten zijn. Echter het aantal jeugdigen en kinderen is sterk gedaald, dus ook het aantal jongeren zal de komende jaren gaan afnemen. In de openbare ruimte in Eemdal Noord kunnen jongeren op diverse plekken, zoals op de pleintjes en de veldjes, even de laatste nieuwtjes uitwisselen en Kissen & Greeten. Ook staan er op verschillende plekken in de wijk bankjes om even te gaan zitten.
Bankje om even bij te kletsen en te ontmoeten.
In de wijk is één formele Stay Aroundplek ingericht achter het BP-tankstation aan De Geerenweg [1411]. De locatie van deze plek is voor jongeren prima: nabij een doorgaande weg, toch uit het zicht door de heg en de bomen, en achter het tankstation waar je ook ’s avonds iets te eten en te drinken kunt kopen. Er zijn echter weinig jongeren (slechts één) die deze plek noemen in de enquête als leuke plek. Enkele jongeren geven aan het een slechte plek te vinden omdat er altijd politie en rommel is. Aanbevolen wordt om deze plek aantrekkelijker te maken voor de jongeren, door een nieuwe overkapping/beschuttingsmogelijkheid te plaatsen en het voetbalveld te optimaliseren (bijvoorbeeld door het te verharden zodat een multifunctionele sportplek ontstaat). Samen met de jongeren zou gezocht kunnen worden naar een tweede voorziening Stay Around of What’s Up in de wijk [Z5], van minder grote omvang dan het veld aan De Geerenweg [1411]. Mogelijke locaties zijn het veldje aan de Bestevaerweg/Floriszlaan, het terrein van de voormalige camping aan de August Janssenweg, het Kikkerbosje of een combinatie met het nieuwe trapveldje voor de jeugd aan de Doormanlaan/De Withlaan.
Bushokje aan De Geerenweg…
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
77
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
78
9.
SPELEN IN DE NOORDOOSTWIJK (C)
9.1.
Kinderaantallen
In de Noordoostwijk wonen circa 660 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 9
Aantal 236 186 239 661
Kinderaantallen Noordoostwijk (C)
Het aantal jeugdigen is op dit moment beduidend kleiner dan het aantal jongeren en kinderen. Gezien het aantal kinderen op dit moment is te verwachten dat dit aantal binnen enkele jaren weer zal toenemen.
9.2.
Voetballen op het Mesdagplein.
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Noordoostwijk is onder te verdelen in twee buurten, namelijk de Schildersbuurt ten oosten van de Mauvestraat en de Staatsliedenbuurt ten westen van deze straat. De stedenbouwkundige inrichting van de buurten verschilt nogal en daarmee ook de hoeveelheid aan informele speelruimte. De straatjes in de Schildersbuurt zijn smal en hebben geen verhoogd trottoir, voor zover er een trottoir is. Door de geparkeerde auto’s is spelen in de straat nagenoeg onmogelijk. Spelen in de tuin is ook geen interessante optie, aangezien de tuintjes in deze buurt vrij klein zijn. Echter, door de bijzondere stedenbouwkundige structuur van de buurt zijn centraal in de wijk waardevolle veldjes en pleintjes ontstaan, zoals het Mesdagplein. Hier kan volop worden gespeeld door de jeugd en de kinderen. Ook het park tussen de Jan Steenlaan en de Johannes Vermeerlaan is een grote informele speelplek, ware het niet dat er in het park veel overlast is van hondenpoep (ondanks het verbod voor honden). In de Staatsliedenbuurt, ten westen van de Mauvestraat, is de structuur iets ruimer met aan de randen van de buurt groene velden waar gespeeld kan worden. In verschillende delen van de wijk is weinig informele speelruimte beschikbaar. Daarom wordt geadviseerd om de ruimte die er wel is te behouden en om bij herinrichting van de straten bijvoorbeeld de bespeelbaarheid ervan te verhogen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
79
9.3.
Speeltuinvereniging Jan Steenlaan
Speelplek [1302]
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
In de Noordoostwijk zouden volgens de norm acht speelplekken voor kinderen en vier voor jeugdigen moeten zijn. In de huidige situatie is in deze buurt voor kinderen en jeugdigen één speelplek [1302] beschikbaar. Omdat in grote delen van deze wijk weinig informele speelruimte is, is de behoefte aan formele speelplekken dus groot. Tijdens de rondgang met kinderen uit onder andere de Staatsliedenbuurt werd dit duidelijk doordat de jeugdigen op de vraag naar hun favoriete speelplek eensgezind antwoordden: ‘Geen!’ In de Noordoostwijk ligt een strook van voorzieningen: de kerk, het cultureel centrum de Speeldoos, een groot park en de speeltuinvereniging aan de Jan Steenlaan. Deze speeltuinvereniging is van grote waarde voor de wijk, maar behoort niet tot het openbaar speelvoorzieningenniveau. Kinderen, jeugdigen en ouders waarderen deze voorziening goed, maar moeten entree betalen om te mogen spelen en de speeltuin heeft beperkte openingstijden. Ten oosten van de speeltuin, tussen de Johannes Vermeerlaan, De Geerenweg en de Eemweg/Kerkstraat wonen circa 75 kinderen die geen speelplek binnen hun bereik hebben waar ze zelfstandig naartoe kunnen. Geadviseerd wordt om met de speeltuinvereniging in gesprek te gaan over de mate van openbaarheid van de speeltuin en deze eventueel te betrekken in het openbaar speelvoorzieningenniveau [Z6]. De speeltuinvereniging binnen het openbaar speelniveau betrekken wil niet zeggen dat de speeltuin altijd openbaar toegankelijk moet zijn of dat er geen hek meer omheen mag. Er kan bijvoorbeeld gedacht worden aan verruiming van de openingstijden. Naast het bekijken van de mogelijkheden met de speeltuinvereniging wordt geadviseerd om in deze buurt één speelplek voor kinderen te creëren [Z7] en één voor kinderen en jeugd [Z8]. Omdat er fysiek weinig ruimte beschikbaar is, dient samen met het wijkplatform te worden bekeken wat de mogelijkheden zijn. Indien er geen ruimte gevonden of gecreëerd kan worden, kan ervoor worden gekozen om speelprikkels in de wijk toe te voegen. Tussen de Johannes Vermeerlaan en de Mauvestraat wonen circa 80 kinderen en 60 jeugdigen. Er ligt één speelplek [1302]. Deze plek is ingericht voor kinderen en jeugd. Omdat er circa vijf kinderen in de nabije omgeving van deze speelplek wonen, wordt geadviseerd de toestellen op deze speelplek secundair te maken en de plek als informele speelruimte beschikbaar te houden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
80
Veldje aan de Veldheimweg
Volgens de normen zouden er twee tot drie speelplekken voor kinderen en één voor de jeugd moeten zijn. De informele speelruimte is in dit deel van de wijk vrij ruim door de veldjes zoals eerder beschreven. Geadviseerd wordt om twee van deze veldjes in te richten, waarvan één als speelplek voor kinderen en jeugd [Z9] en één als trapveldje [Z10]. De veldjes aan de Veldheimweg zijn hier zeer geschikt voor gezien de centrale ligging, het zicht op de veldjes vanuit de woningen voor informeel toezicht en de beschikbare ruimte. Een tweede speelplek voor kinderen kan wellicht worden gecreëerd in de omgeving van de kerk aan de Kerkstraat/Johannes Vermeerlaan [Z11]. Tussen de Mauvestraat en de Troelstralaan wonen circa 70 kinderen en 60 jeugdigen. Op het terrein van de voormalige basisschool ’t Geerke is woningbouw gepland, dus het aantal kinderen en jeugdigen in deze buurt zal vermoedelijk nog iets toenemen.
Zoekgebied nieuwbouwlocatie ’t Geerke
‘Waarom bouwen ze hier huizen, ze hadden er beter een speelveld kunnen maken!’ (jongen over ’t Geerke)
9.4.
Geadviseerd wordt om voor de kinderen twee speelplekken en voor de jeugd één speelplek te creëren in deze buurt. Veel jeugd speelt op het terrein van de voormalige basisschool ’t Geerke. Op dit terrein is woningbouw gepland, wat tot teleurstelling bij de jeugd leidt. De jeugd geeft aan dat dit eigenlijk de enige leuke plek in de buurt is waar je wat kunt doen. Op dit terrein staan nog enkele vervallen speeltoestellen en speelaanleidingen. Geadviseerd wordt om binnen het nieuwbouwplan te zoeken naar een ruimte voor een speelplek voor kinderen en jeugd [Z12]. Een mogelijke locatie voor een speelplek voor kinderen [Z13] is wellicht het pleintje tussen de Geerenweg en de Schaepmanlaan, waar een beschikbaar terrein ligt.
Sporten en ontmoeten voor jongeren
In de Noordoostwijk wonen circa 240 jongeren. Volgens de normen zouden er voor de jongeren in deze wijk vier What’sUpplekken en twee Stay-Aroundplekken beschikbaar moeten zijn. Voor jongeren zijn er in de wijk verschillende interessante plekken om te ontmoeten, zoals op de veldjes aan de Veldheimweg en onder de tunneltjes rondom het Mesdagplein. Op verschillende plekken in de buurt staan bankjes waar het mogelijk is om even te ontmoeten.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
81
Aan De Geerenweg ligt een grote skate-, sport en ontmoetingsvoorziening [1301] voor de jongeren. Deze plek heeft niet alleen een functie voor de wijk, maar voor geheel Baarn vanwege de aanwezigheid van de skatevoorziening. Geadviseerd wordt om samen met de jongerenwerker, de skaters en de jongeren die er ontmoeten na te denken over de inrichting van een goede skateplek, en over een goede ontmoetingsplek die niet bij de skateplek ligt maar elders.
Stay-Aroundplek [1301]
Naast het sporten bij de skatevoorziening kunnen de jongeren uit de Noordoostwijk ook naar het voetbalveldje en de ontmoetingsplek aan De Geerenweg [1411] achter het BPtankstation om te sporten en te ontmoeten. Met twee Stay-Aroundplekken aan de rand van de wijk wordt volgens de normen voorzien in het aantal benodigde jongerenplekken voor sport en ontmoeting.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
82
10.
SPELEN IN DE NOORDWIJK (D)
10.1.
Kinderaantallen
‘De Zandvoortweg is meer een snelweg dan een gewone weg!’
In de Noordwijk wonen circa 925 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 10
Aantal 288 294 342 924
Kinderaantallen Noordwijk (D)
Uit Tabel 10 blijkt dat het aantal jongeren en jeugdigen de komende jaren stabiel zal blijven.
10.2.
Brede stoepen in de Professorenbuurt
‘Wat voor spelletje spelen jullie op straat?’ ‘Aan de kant rennen voor auto’s!’
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Zandvoortweg verdeelt de Noordwijk in twee verschillende buurten: de Professorenbuurt ten noorden en de Bomenbuurt ten zuiden van de weg. Ten noorden wordt de wijk begrensd door de Drakenburgerweg, die voor de kinderen en jeugd lastig over te steken is. Graag gaan ze naar de overkant van deze weg om te spelen in het groen langs de rand van de wijk. In de Professorenbuurt is veel informele speelruimte aanwezig in de vorm van veldjes, bijvoorbeeld het veldje aan de Professor Meijerslaan of de pleintjes rondom de Sonneveltflats. Ook in de straten en op de brede stoepen zijn voldoende informele speelmogelijkheden. Ook worden er hutten gebouwd in het bosje langs het Krabbeveldje. De jeugd gaf echter wel aan dat ze het hier vies vindt. Een ander punt van irritatie bij de jeugd is de hondenpoep op de verschillende grasveldjes in de buurt. In de Bomenbuurt ten oosten van de Plataanlaan is in de smalle straten minder ruimte om te spelen door de geparkeerde auto’s en het ontbreken van een stoep zoals in de Beukenlaan. Toch speelt de jeugd graag op straat, bijvoorbeeld een potje voetbal. De parkeerplaats van de Albert Heijn wordt door velen als favoriete speelplek op zondag bestempeld. Voor hutten bouwen is in de Bomenbuurt geen ruimte, aldus de jeugdigen, daarvoor gaan ze naar het bos toe. De oudere jeugd gaat zelf, de jongere jeugd gaat onder begeleiding. Ten westen van de Plataanlaan in de buurt rondom de Vinkenhof en de Gaslaan zijn veel pleintjes en plantsoenen waar gespeeld kan worden. In de Noordwijk is ruim voldoende informele speelruimte beschikbaar, zoals hierboven beschreven. Geadviseerd wordt om de beschikbare ruimte te behouden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
83
10.3. ‘Deze plek is echt het saaist van saai, saaier dan saai!’ (meisje 10 jaar)
Speelplek bij Sonneveltflats
Meer uitdaging voor de jeugd…
Het schoolplein als openbare speelvoorziening?
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd Ten noorden van de Zandvoortweg In de Professorenbuurt wonen circa 130 kinderen en 115 jeugdigen. Gezien de hoeveelheid aan informele speelruimte zouden er volgens de normen drie à vier speelplekken voor kinderen en een à twee voor de jeugd beschikbaar moeten zijn. Tussen de Sonneveltflats liggen drie speelplekken die door de jeugd als saai bestempeld worden. Momenteel liggen er vier speelplekken in deze buurt. Drie van deze speelplekken zijn ingericht voor kinderen en jeugd [1101 A], [1102B] en [1103C]. Het veldje aan de Krabbelaan, het ‘Krabbeveldje’, is met name voor de jeugd en de jongeren interessant. De speelplekken bij de Sonneveltflats [1101 A], [1102 B] zijn summier ingericht voor de jeugd. Geadviseerd wordt om deze plekken dan ook voor kinderen in te richten. Er dient gezocht te worden naar afwisseling en variatie in speelmogelijkheden. Gezien de exacte woonplaats van de kinderen wordt geadviseerd om tussen de J.F. Kennedylaan en de Zandvoortweg één speelplek voor kinderen te creëren [Z14]. Mocht hier fysiek geen ruimte voor gevonden worden, dan kunnen in de buurt speelprikkels worden geplaatst die een route vormen, bijvoorbeeld naar de speelplekken bij de Sonneveltflats. De meest geschikte locatie voor een centrale plek in de buurt voor de jeugd is plek [1103 C] aan de Professor Fockema Andrealaan. Rondom deze plek kan de jeugd sporten op het Krabbeveldje en spelen met speeltoestellen. Geadviseerd wordt om deze plek aantrekkelijker te maken door uitdagende draai- en zwaaitoestellen voor de jeugd te plaatsen en het hutten bouwen te faciliteren door bomen en struiken die dit toelaten rondom de speelplek te planten. Een tweede speelplek voor de jeugd kan gevonden worden op het schoolplein van basisschool Gaspard de Coligny, waar de jeugd graag naartoe gaat [Z15]. Het schoolplein is echter geen openbare speelvoorziening. Geadviseerd wordt om met de school in gesprek te gaan over het betrekken van het schoolplein in het openbaar speelvoorzieningenniveau. Daarnaast speelt de jeugd ook graag in de speeltuin van Speeltuinvereniging Baarn.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
84
Ten zuiden van de Zandvoortweg Tussen de Zandvoortweg en de Eemnesserweg, ten oosten van de Plataanlaan wonen circa 100 kinderen en circa 100 jeugdigen. Volgens de normen zouden in deze buurt drie speelplekken voor kinderen en één speelplek voor de jeugd aanwezig moeten zijn. Momenteel zijn er drie speelplekken in de buurt [0304], [0301] en [0302] die alle drie zijn ingericht voor kinderen. Speelplek [0301] is daarnaast ook voor jeugdigen ingericht. Aan de zuidzijde van de Eemnesserweg ligt speelplek [2001] in de bossen bij het ziekenhuis en het Hertenkamp (Noordwestwijk). Kinderen kunnen deze speelplek vanuit de Noordwijk niet zelfstandig bereiken. (Groot-)ouders geven aan dat ze met hun kinderen samen naar deze speelplek en naar het hertenkamp gaan en dat de kinderen het een leuke (speel-)plek vinden. De oudere jeugd kan de plek wel zelfstandig bereiken. Geadviseerd wordt dan ook om deze doelgroep meer uitdaging te bieden op deze speelplek en de speelplek meer in de omgeving te integreren zodat het ook duidelijk is dat in de bossen gespeeld mag worden.
Speelplek [2001]
Ten oosten van de Plataanlaan wonen circa 55 kinderen en 75 jeugdigen. Omdat er weinig informele speelruimte in deze buurt aanwezig is, zijn er volgens de normen een à twee speelplekken voor kinderen en één voor de jeugd benodigd in de buurt. Speelplek [0303] wordt door de jeugdigen, omwonenden en ouders niet goed gewaardeerd. Geadviseerd wordt om deze speelplek voor kinderen in te richten en voor de jeugd een nieuwe speelplek in de buurt te creëren, waar ook gevoetbald kan worden [Z16]. Wellicht is het mogelijk om dit te integreren in het Bouwplan Kujer. Om variatie in de voetbalmogelijkheden te houden, is het te overwegen om te kiezen voor een pannakooi.
Speelplek [0303]
10.4.
Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
In de Noordwijk wonen circa 340 jongeren die op diverse plekken in de wijk kunnen ontmoeten. Er zijn voldoende Kiss & Greet plekken beschikbaar in de vorm van pleintjes, straathoeken, brede stoepen enzovoorts. Een extra interessante plek door de aanwezigheid van voorzieningen in de vorm van winkels is de Professor Krabbelaan en het gebied rondom de Albert Heijn aan de Eemnesserweg. Ook het jongerencentrum de Boemerang ligt in de Noordwijk. Dit is een bovenwijkse voorziening waar jongeren vanuit heel Baarn naartoe komen. Het jongerencentrum is in 2008 opgeknapt.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
85
Volgens de normen zouden er voor jongeren drie StayAroundplekken en zeven What’s-Upplekken beschikbaar moeten zijn. De What’s-Upplekken zijn te vinden in de informele sfeer. Er zouden op verschillende locaties in de wijk nog bankjes geplaatst kunnen worden om het ontmoeten te bevorderen voor zowel de jongeren als de ouderen in de wijk. Bijvoorbeeld voor de Boemerang en in het groen aan de J.F. Kennedylaan [M4].
Container Krabbelaan
Bij gebrek aan jongerenvoorzieningen ontmoeten de jongeren momenteel veel op speelplekken. Bij het veld aan de Krabbelaan [1104] is een zeecontainer geplaatst als overkapping voor jongeren. Geadviseerd wordt om in overleg met de jongeren een nieuwe overkapping te realiseren op deze plek en ook enkele zitmogelijkheden in de buitenlucht op het Krabbenveld. Wellicht is het leuk om een tribune te creëren aangezien er volop gesport wordt op het Krabbenveld. Plek [1104] dient een aantrekkelijke plek te worden voor jongeren. Door in overleg met de jongeren samen deze plek te ontwikkelen, zal het draagvlak en de verantwoordelijkheid voor de plek toenemen. Een tweede Stay-Aroundvoorziening zou gecombineerd kunnen worden met het jongerencentrum aan de Plataanstraat. De derde Stay-Aroundvoorziening zou ontwikkeld kunnen worden in de groenstrook aan de Prof. Meijerslaan [Z17].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
86
11.
SPELEN IN DE NOORDWESTWIJK (E)
11.1.
Kinderaantallen
In de Noordwestwijk wonen circa 545 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 11
Aantal 143 202 200 545
Kinderaantallen Noordwestwijk (E)
Het aantal kinderen in de Noordwestwijk is de laatste jaren sterk afgenomen en zal de komende jaren stabiliseren. Het aantal jeugdigen zal de komende jaren ook afnemen en het aantal jongeren licht stijgen en naar verwachting na een jaar of vijf weer dalen.
Spelen in het Hoge Bos?
11.2.
Veel informele speelruimte
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Noordwestwijk is een ruim opgezette wijk met verschillende typen buurtjes. De wijk wordt in tweeën verdeeld door de Van Heemstralaan, die voor de kinderen en de jeugd een barrière vormt. Ten noorden van deze weg ligt de Componistenbuurt. Het merendeel van de huishoudens in deze buurt bezit grote tuinen. In het midden van de buurt ligt het Hoge Bos. In dit bos kunnen kinderen en jeugdigen avontuurlijk spelen. De overige informele speelruimte beperkt zich tot de (doodlopende) straat, de stoep en de groenstroken. Ten zuiden van de Van Heemstralaan staan woningen met ruime tuinen. In de buurt zijn veel groene veldjes en stroken waar gespeeld kan worden. De bosstrook tussen het spoor en de Gerrit van der Veenlaan is voor kinderen en de jongere jeugdigen lastig zelf te bereiken, maar vormt wel een interessant gebied voor de jeugd om te gaan struinen. Ook aan de Emmalaan kan de jeugd spelen met en aan het water. In deze wijk is meer dan voldoende informele speelruimte. Er hoeven geen maatregelen in de informele sfeer genomen te worden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
87
11.3.
Speelplek 1001
Speelplek 2002
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd Ten Noorden van de van Heemstralaan, Componistenbuurt In de Componistenbuurt, ten noorden van de Van Heemstralaan, wonen circa 55 kinderen en 80 jeugdigen. Volgens de normen zouden er voor kinderen een à twee speelplekken en voor de jeugdigen een speelplek beschikbaar moeten zijn. Centraal in de buurt ligt speelplek [1001] in het Hoge Bos. Deze speelplek is ingericht voor kinderen jeugd en jongeren. Voor kinderen zijn er weinig speeltoestellen waar ze zelf mee of op kunnen spelen. Daarnaast is deze plek zeer geschikt om natuurlijke speelelementen toe te voegen: bijvoorbeeld omgevallen boomstammen over het greppeltje langs de speelplek of een mikado van boomstammen. Voor de jeugd moet dit ook een uitdagende speelplek zijn met voldoende ruimte. Geadviseerd wordt dan ook om samen met de jeugd te bekijken hoe de plek geschikter kan worden gemaakt voor het voetballen. Op de buurtplattegrond, getekend door de jeugd, is aangegeven dat het veld hobbelig is en dat de jeugd de voetbalgoals mist. Ten zuiden van de Van Heemstralaan Ten zuiden van de Van Heemstralaan wonen circa 50 kinderen en 75 jeugdigen in de omgeving van Ypendael. In deze omgeving ligt speelplek [2002] die vooral voor de kinderen is ingericht. Geadviseerd wordt om de speelplek een meer open uitstraling te geven en voor de jeugd een uitdagend speeltoestel toe te voegen. Daarnaast is het wellicht mogelijk om op de parkeerplaats rondom de speelplek pleinplakkers toe te voegen, zodat deze ruimte ook gebruikt kan worden om te spelen als er geen auto’s staan. Ten noordoosten van het ziekenhuis in het bos aan de Eemnesserweg ligt speelplek [2001] die een groter bedieningsgebied heeft dan slechts de Noordwestwijk. Ook vanuit de Noordwijk is dit een aantrekkelijke plek om te gaan spelen. Kinderen kunnen deze speelplek niet zelfstandig bereiken, de oudere jeugd wel. Ouders geven aan deze plek te waarderen en er met hun kinderen heen te gaan. Geadviseerd wordt om de speelplek zo in te richten dat deze voor de jeugd ook de moeite waard is om naartoe te komen, meer uitdaging dus! Daarnaast kan de speelplek beter worden geïntegreerd in de bosrijke omgeving zodat duidelijk is dat ook daar gespeeld mag en kan worden. Ten zuiden van de Jacob van Lenneplaan wonen circa 35 kinderen en 45 jeugdigen. Deze kinderen wonen zo verspreid dat het niet mogelijk is een speelplek te creëren die alle kinderen zelfstandig kunnen bereiken. Geadviseerd wordt dan ook om te werken met speelaanleidingen in deze buurt en dit mee te nemen met het plan voor de herinrichting. De vele groene gebieden zijn hiervoor zeer geschikt.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
88
Tevens kan het spelen met water aan de Emmalaan aantrekkelijker worden gemaakt door een speelbrug of een trekpontje te plaatsen [M5].
11.4.
Ruimte voor ontmoeting in de buurt
Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
In de Noordwestwijk wonen circa 200 jongeren. Er is in de wijk veel informele ontmoetingsruimte beschikbaar om te Kissen & Greeten. De bosrijke omgeving is ideaal voor jongeren om plekken op te zoeken waar zij van niemand last hebben en niemand tot last zijn. Volgens de normen zouden er in deze wijk circa vier What’sUpplekken en twee Stay-Aroundvoorzieningen beschikbaar moeten zijn voor de jongeren. De What’s-Upplekken zijn in de informele sfeer terug te vinden in de buurt, zoals bijvoorbeeld het bankje aan de Schubertlaan. Op speelplek [1001] staan enkele bankjes die tevens door jongeren kunnen worden gebruikt om te ontmoeten. Ook wordt er in de zomer gevoetbald. Op deze speelplek zouden de jongeren een ‘eigen plek’ kunnen creëren in samenwerking met de buurt en de jongerenwerker, zodat een goede Stay-Aroundvoorziening ontstaat. Omdat de plek dicht bij woningen ligt dienen goede afspraken gemaakt te worden over het gebruik ervan.
Ruimte voor ontmoeten?
Ook speelplek [2001] en de omgeving daarvan biedt jongeren aanleidingen om te ontmoeten op deze plek. Echter, een eigen plek hebben ze hier niet. Ook tussen het spoor en de Gerrit van der Veenlaan is een grote groenstrook met bosschages waar de jongeren ontmoeten. Geadviseerd wordt om samen met de jongeren een tweede Stay-Aroundplek te creëren waar ze kunnen sporten en ontmoeten [Z18], daar waar voldoende fysieke ruimte beschikbaar is om een dergelijke voorziening te realiseren. Kanttekening hierbij is dat deze groenstrook in 2008 is aangemerkt als gemeentelijk monument.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
89
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
90
12.
SPELEN IN DE ZUIDWESTWIJK (F)
12.1.
Kinderaantallen
In de Zuidwestwijk wonen circa 540 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 12
Aantal 128 195 214 537
Kinderaantallen Zuidwestwijk (F)
Ook in de Zuidwestwijk is een sterke afname van het aantal kinderen waar te nemen. Het aantal jeugdigen zal de komende jaren afnemen en het aantal jongeren licht stijgen en na een aantal jaren weer dalen. Opgemerkt dient te worden dat in deze wijk veel complexen voor senioren gelegen zijn en het percentage grootouders vrij hoog is.
12.2.
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Zuidwestwijk is een wijk met grote verschillen. In de zuidwestpunt, ten zuiden van de spoorlijn, staan woningen met grote tuinen. Daar is veel informele ruimte beschikbaar in de vorm van groene bermen en gazons. Dit deel van de wijk is grotendeels omringd door bossen waar volop informele speelmogelijkheden zijn. Voor kinderen zijn deze bossen echter niet zelfstandig bereikbaar door enkele verkeersbarrières. Het deel van de wijk ten noordoosten van de spoorlijn ligt tussen het spoor en het centrum ingeklemd. Rondom de Stationsweg en de Prins Hendriklaan liggen een aantal appartementencomplexen en bedrijfspanden: een omgeving waar nauwelijks kinderen wonen. Het noordelijk deel van de Zuidwestwijk, tussen de Oude Utrechtseweg en de Molenweg, grenst aan het Maarschalksbos waar veel informele speelmogelijkheden zijn. De zuidoostpunt van de wijk, ten zuiden van de Stationsweg, is ruim opgezet. De meeste huizen beschikken over een grote tuin. Vanuit deze buurt is ook de Pekingtuin goed bereikbaar. De jeugd speelt behalve op straat, ook in de Pekingtuin. In de Zuidwestwijk is ruim voldoende informele speelruimte aanwezig, met name in de zuidwestpunt van de wijk.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
91
12.3.
Ruimte voor spelen?
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
In de zuidwestpunt van de Zuidwestwijk, ten zuiden van de spoorlijn, wonen circa 15 kinderen en 20 jeugdigen. Geadviseerd wordt om in deze buurt op een van de veldjes, bijvoorbeeld aan de Prinses Marielaan of De Prinses Carolinalaan [M6], in overleg met het wijkplatform enkele speelprikkels te plaatsen. In het noordelijk deel van de Zuidwestwijk, tussen de Molenweg en de Oude Utrechtseweg, wonen circa 55 kinderen en 90 jeugdigen. Vanuit deze buurt is speelplek [2001] in de bossen voor de jeugd bereikbaar, voor de kinderen echter niet. In de buurt zelf is geen speelplek aanwezig. Volgens de normen zouden er een a twee speelplekken voor kinderen en een voor de jeugd beschikbaar moeten zijn. In deze buurt ligt de basisschool NBS. Geadviseerd wordt om met de school in gesprek te gaan over de mogelijkheden om het schoolplein te betrekken bij het openbaar speelvoorzieningenniveau [Z19], met name voor de jeugd. Voor kinderen dient samen met het wijkplatform gezocht te worden naar een geschikte ruimte voor een speelplek [Z20]. Daarnaast zouden wellicht op het parkeerterrein van de kerk aan de Oude Utrechtseweg, of op de verharding ervoor, enkele speelprikkels of pleinplakkers geplaatst kunnen worden [M7]. In het deel van de wijk tussen de spoorlijn, het centrum en de Stationsweg wonen circa 15 kinderen en 15 jeugdigen, zeer verspreid over de buurt. Deze kinderen hebben een grote tuin tot hun beschikking om in te spelen. De jeugd kan gaan struinen in het Baarnse bos, of naar een andere speelplek in de buurt. In de Zuidoostpunt van de Zuidwestwijk wonen circa 45 kinderen en 75 jeugdigen. Circa 10 kinderen en 15 jeugdigen wonen aan de oostzijde van de Torenlaan die een barrière vormt, met name voor de kinderen en de jongste jeugd. Volgens de normen zouden in deze buurt één speelplek voor de kinderen en een voor de jeugd beschikbaar moeten zijn. De oudere jeugd gaat (en kan) zelfstandig naar de Pekingtuin om te spelen. Geadviseerd wordt om voor de kinderen en de jongste jeugdigen een speelplek te realiseren in deze buurt [Z21]. Samen met het wijkplatform dient gezocht te worden naar een geschikte locatie. De fontein aan de Genestetlaan kan wellicht tot een leuk speelplekje worden omgevormd. Indien er geen ruimte beschikbaar is, wordt geadviseerd om speelprikkels voor kinderen toe te voegen, bijvoorbeeld in de groenstrook langs de Da Costalaan. Ook hier kan wellicht met de speelprikkels aansluiting gezocht worden met de speelroute in het centrum richting de Pekingtuin.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
92
12.4.
Bankje aan de Prinses Marielaan
Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
In de Zuidwestwijk wonen circa 215 jongeren verspreid over de verschillende buurten. De ruim opgezette buurten bieden veel informele ontmoetingsmogelijkheden voor de jongeren. Even bijkletsen op de hoek van de straat is goed mogelijk in deze wijk. Ook de What’s-Upplekken zijn veelvuldig aanwezig, bijvoorbeeld in de vorm van bankjes op diverse plekken in de wijk. Voor jongeren zijn het Baarnse Bos, het Roosterbos en de Pekingtuin aantrekkelijke plekken om te ontmoeten, omdat ze zich dan buiten het zicht van anderen bevinden. Het station is voor jongeren een plek waar veel mensen komen, dus vooral zien en gezien worden is hier interessant. Momenteel wordt het Stationsgebied heringericht. Voorgesteld wordt om binnen deze herinrichting, bijvoorbeeld op de plek waar tijdelijk fietsen worden gestald, een ontmoetingsvoorziening [M8] te realiseren, waar zowel jongeren als ouderen terecht kunnen. In de Zuidwestwijk ligt ook de Waldheim MAVO waar leerlingen uit heel Baarn en Soest naartoe komen. De school zal echter binnen korte termijn van deze plek verdwijnen. Volgens de normen zouden er voor jongeren in de Zuidwestwijk circa vier What’s-Upplekken en twee Stay-Aroundplekken beschikbaar moeten zijn. Geadviseerd wordt om een sport- en ontmoetingsvoorziening te realiseren binnen het nieuwbouwplan op de locatie van de Waldheim MAVO [Z22].
Ontmoeten in het Baarnse Bos
Een tweede Stay-Aroundvoorziening in deze wijk is niet noodzakelijk gezien de vele mogelijkheden in de informele sfeer nabij de wijk, zoals het centrum van het dorp, de Pekingtuin en het Maarschalksbos en het Baarnse Bos. Wat echter wel ontbreekt in de wijk is een trapveld voor de jeugd en de jongeren om te voetballen of een andere sport uit te oefenen. Geadviseerd wordt om te zoeken naar een mogelijkheid voor het creëren van een trapveld, bijvoorbeeld nabij de tennisbaan in het zuidelijk deel van de wijk [Z23].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
93
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
94
13.
SPELEN IN DE ZUIDWIJK (G)
13.1.
Kinderaantallen
In de Zuidwijk wonen circa 1105 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 13
Aantal 374 340 392 1.106
Kinderaantallen Zuidwijk (G)
Uit Tabel 13 is af te lezen dat het aantal kinderen in deze wijk de laatste jaren toegenomen is. De groep jeugdigen zal de komende jaren licht toenemen en het aantal jongeren zal nagenoeg gelijk blijven. Na een jaar of acht zal ook het aantal jongeren in deze wijk toenemen.
13.2.
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Zuidwijk bestaat uit verschillende buurten, waardoor ook in het aanbod aan informele speelruimte kleine verschillen bestaan. In alle buurten wordt door de kinderen en jeugdigen op straat gespeeld, onder andere omdat de tuinen bij de woningen zeer klein zijn. Niet overal gaat dit even goed. Ouders en jeugdigen geven (in de enquête) aan last te hebben van geparkeerde of voorbijrijdende auto’s, bijvoorbeeld in de Ericastraat, de Gladioolstraat en de Celebesstraat.
‘We waren begonnen met een stapel bladeren en kartonnen dozen’ jongen over zelfgemaakte speelplek aan de Rozenstraat
In de Gladioolstraat wordt gevoetbald, geskeelerd en ook in de Rozenstraat is het lekker rustig om te spelen, werd door de jeugd aangegeven. Omdat er, aldus de jeugd, niets uitdagends in de buurt te vinden is, heeft de jeugd uit de Rozenstraat zelf een creatieve en uitdagende speelplek bedacht tussen de bomen in het noordelijkste puntje van de straat. De zuidelijke groene punt van de Rozenstraat is hiervoor ook geschikt. Ook de Oostervijver en zijn oevers vormen informele speelruimte voor de jeugd. In de winter wordt er geschaatst en door het jaar heen kan er gevist worden. Van de stoepen in de Vogelbuurt wordt dankbaar gebruikt om te spelen, zoals in de Snipstraat. De muur van de flat wordt gebruikt als doel bij het ontbreken van een echte voetbalmogelijkheid in de buurt.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
95
Jeugdigen uit de Vogelbuurt komen doorgaans niet in het noorden van de wijk om te spelen en vice versa. De jongste jeugd van een jaar of vijf, zes mag meestal het ‘blokje rond’ in de buurt. De oudere jeugd struint wat verder door de buurt en mag soms zelfstandig naar de Pekingtuin of het Cantonspark. Voetballen doet de jeugd onder andere op de speelplekken waar toestellen staan of op de veldjes in de Wijkamplaan of aan de Piet Heinlaan. Dit tot ergernis van sommige buurtbewoners, zoals blijkt uit de enquêteformulieren. In de Zuidwijk is op plekken weinig informele speelruimte beschikbaar. Geadviseerd wordt om bij de herinrichting van straten rekening te houden met de bespeelbaarheid ervan. In de Vogelbuurt zijn onlangs staten op dusdanige wijze heringericht dat de informele speelruimte op deze plekken is toegenomen.
13.3.
Speelplek 0404
Speelplek 0401
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
De Zuidwijk is een zeer kinderrijke en gevarieerde wijk die verdeeld kan worden in verschillende buurten. Bij de analyse zijn de natuurlijke barrières als buurtgrens gehanteerd omdat deze de speelbuurt van de kinderen beperken. Daarom kan het voorkomen dat de bestaande buurtgrenzen niet overeenkomen met de hieronder gehanteerde grenzen. Indische buurt De Indische buurt wordt begrensd door de Torenlaan, de Oosterstraat en de Wijkamplaan. Deze straten vormen voor de kinderen en de jongere jeugd een barrière. In de Indische buurt wonen circa 95 kinderen en 80 jeugdigen. Volgens de normen zouden voor kinderen drie en voor de jeugd één speelplek beschikbaar moeten zijn. Momenteel zijn er in de buurt twee speelplekken. Speelplek [0404] aan de Wijkamplaan is ingericht voor kinderen en jeugdigen. Geadviseerd wordt om deze speelplek te behouden met name voor kinderen; voor jeugdigen biedt deze te weinig ruimte en uitdaging. Ook de speelplek [0401] aan de Padangstraat is ingericht voor kinderen en jeugdigen. De jeugd geeft aan deze speelplekken ‘saai en klein’ te vinden. Geadviseerd wordt om speelplek [0401] zo in te richten dat deze voor de jeugd meer uitdaging biedt. Door een goede zonering op de speelplek aan te brengen, lopen de kinderen en jeugdigen elkaar niet in de weg. Rondom de Plantage wonen circa 40 kinderen. Geadviseerd wordt om op het groene veldje in de Plantage een speelplek voor kinderen te realiseren [Z24].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
96
Speelplek 0504
Speelplek 0502
Speelplek 0505
Vogelbuurt In de Vogelbuurt, tussen de spoorlijn, de Wijkamplaan, de Oosterstraat en de Zuringlaan, wonen circa 125 kinderen en 125 jeugdigen (exclusief de kinderen en jeugdigen aan de oostzijde van de Oosterstraat). Volgens de normen zouden er in deze buurt vier speelplekken voor kinderen en twee voor de jeugd beschikbaar moeten zijn. Momenteel zijn er in de buurt zes speelplekken, met name ingericht voor kinderen. De speelplekken zijn niet goed verspreid over de buurt, maar liggen voornamelijk in het zuidelijk deel. Op het terrein waar momenteel de tijdelijke brede school De Bestevaer geplaatst is, heeft de gemeente de intentie om weer een speelplek te creëren [Z25] zoals dat voorheen ook het geval was. Dit is ook een grote wens van de buurtbewoners en hun kinderen. Geadviseerd wordt om deze plek in te richten voor alle leeftijdsgroepen en er een echte wijkspeelplek van te maken. Het moet voor de hele buurt de moeite waard zijn om naar de plek te komen, dus het moet een uitdagende interessante plek zijn voor zowel kinderen, jeugd en jongeren. Een goede zonering is van groot belang bij een dergelijke speelplek. En door gebruik te maken van de hoogteverschillen in het terrein kan een de speelplek een avontuurlijk karakter krijgen. De grote wens van kinderen jeugdigen en buurtbewoners is een voetbalveld in de buurt. Op deze locatie is hiervoor voldoende ruimte. De speelplekken [0503], [0502] en [0504] zijn kleine speelplekken op pleintjes waar geen autoverkeer toegestaan is. Het zijn voornamelijk voor de kinderen leuke plekjes om dicht in de buurt van hun woning te kunnen spelen. Zoals de foto al aangeeft, wordt niet alleen met de toestellen gespeeld maar wordt de ruimte goed gebruikt als speelruimte. Circa 40 kinderen kunnen deze speelplekken en speelruimte zelfstandig bereiken. Geadviseerd wordt om de speelplekken [0503], [0502] en [0504] te zien als één speelplek en deze te handhaven. Om de plekjes aantrekkelijker te maken zou de bestrating aangepast kunnen worden. Door wat lijnen of vlakken anders te bestraten kan de jeugd een nog leuker fiets-/skateparcours maken. Dit is iets wat ze graag doen op deze plek, blijkend uit de krijtsporen. Een leuke aanvulling op deze plek zouden praatpalen en/of een benzinestationnetje zijn. Speelplek [0505], door de kinderen en jeugdigen in de buurt ook wel het ‘Zandspeeltuintje’ genoemd, wordt als favoriete speelplek in de buurt aangemerkt. De buurtbewoners en jeugdigen klagen echter wel over hondenpoep, afval en de aanwezigheid van jongeren. Midden over deze speelplek loopt een pad waar veel mensen, met name hondenbezitters, wandelen richting de Praamgracht en de Eem.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
97
Geadviseerd wordt om deze speelplek voor in het bijzonder de jeugd te behouden en summier in te richten. Het aspect dat hier graag met zand gespeeld wordt, dient hierbij niet vergeten te worden! Er kan gekeken worden naar speeltoestellen die constructief spelen (bijvoorbeeld met zand) bevorderen. Tevens kan een pad langs de speelplek gemaakt worden, bijvoorbeeld afgebakend met boomstammen, waar de wandelaars richting de Praam en de Eem kunnen lopen. De speelplek zelf kan beter in de omgeving geïntegreerd worden door gebruik te maken van het hoogteverschil en de natuurlijke omgeving. Deze plek zou ook gebruikt kunnen worden als huttenbouwplek door er zo nu en dan losse materialen aan te bieden. Speelplek 0507
Speelplek 0506
Speelplek [0507] is een ruime speelplek ingericht voor kinderen en jeugdigen. Rondom deze speelplek wonen circa 10 kinderen die de plek zelfstandig kunnen bereiken. Geadviseerd wordt om over vijf jaar nogmaals te bekijken hoeveel kinderen rondom deze speelplek wonen en hoeveel kinderen van deze speelplek gebruikmaken. De jeugd van nu geeft aan een voetbalveldje te missen op deze speelplek. Met de ontwikkeling van de nieuwe speelplek aan de Bestevaer zal een voetbalveld in de buurt terugkomen. Voor deze plek wordt dan ook geadviseerd om te kiezen voor een inrichting vooral voor de jeugd. Uitdagende zwaai- en draaitoestellen waar samen op gespeeld kan worden vormen voor de jeugd een uitdaging. Speelplek [0506] aan de Snipstraat is een kleine speelplek die een wat ‘vervallen’ uitstraling heeft. Deze speelplek is ingericht voor kinderen. De jeugd vindt deze speelplek niet leuk om naar toe te komen. Geadviseerd wordt om deze speelplek te behouden voor kinderen en de uitstraling van de speelplek te verbeteren. Tevens kan van de aanwezigheid van de vijver gebruikgemaakt worden door bijvoorbeeld een steiger aan te leggen waar de kinderen eendjes kunnen voeren. In het noordelijk deel van de Vogelbuurt, tussen de Wijkamplaan en de Snipstraat, wonen circa 35 kinderen die geen speelplek binnen hun bereik hebben liggen. Geadviseerd wordt om voor deze kinderen door middel van speelprikkels een speelroute te creëren [M9] naar speelplek [0404] en speelplek [0506]. Daarbij dient gedacht te worden aan een veilige oversteek op de Wijkamplaan naar speelplek [0404].
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
98
Speelplek 0508 ‘Teerplein’
Bloemenbuurt Tussen de Javalaan, de Heemskerklaan, de Bestevaerweg, de Dotterbloemlaan en de Oosterstraat ligt de Bloemenbuurt. Hier wonen circa 160 kinderen en 130 jeugdigen (inclusief de kinderen en jeugdigen aan de oostzijde van de Oosterstraat). Volgens de normen zouden in deze buurt vier à vijf speelplekken voor kinderen en twee voor jeugdigen beschikbaar moeten zijn. Momenteel zijn er in de buurt twee speelplekken, waarvan een voor kinderen die nog niet of nauwelijks wordt gebruikt [0402] en één die met name geschikt is voor de oudste jeugd en jongeren [0508]. De speelplek [0506] aan de Oosterstraat is ook voor de kinderen in het zuidelijk deel van de Bloemenbuurt te bereiken. En centraal in de buurt ligt de speeltuin van Speeltuinvereniging Oosterkwartier, die door de jeugd goed gewaardeerd wordt. Tevens ligt in het noordelijk deel van de Bloemenbuurt het Cantonspark waar door de jeugd tijdens de openingstijden gespeeld kan worden. Geadviseerd wordt om het openbaar speelvoorzieningenniveau in de Bloemenbuurt, ten zuiden van de Bremstraat, aan te vullen. Dit kan door gebruik te maken van bestaande speelplekken zoals het schoolplein van de Guido de Brèsschool of de speeltuin van Speeltuinvereniging Oosterkwartier [Z26]. Met deze twee partijen kan een gesprek worden aangegaan over het al dan niet openstellen van de voorziening voor de kinderen en de jeugd uit de buurt. Indien er geen mogelijkheden zijn om gebruik te maken van bestaande voorzieningen dient gezocht te worden naar ruimte voor een speelplek voor kinderen en jeugd, bijvoorbeeld rond de Moskee aan de Bremstraat.
Speelplek 0402
Ten noorden van de Bremstraat is uitbreiding van het openbaar speelvoorzieningenniveau ook aan te bevelen. Speelplek [0402] aan het Meester Pluimhof is voornamelijk voor kinderen geschikt. Voor de 55 jeugdigen ten noorden van de Bremstraat is deze speelplek niet interessant. Geadviseerd wordt om het schoolplein van de nieuwe Bestevaerschool aan de Margrietstraat [Z27] openbaar te maken zodat dit plein tevens als openbare speelplek voor de buurt kan functioneren. In de buurt wordt door de jeugd veel gevoetbald, zoals op de hoek van de Piet Heinlaan/Abel Tasmanlaan, dit tot ergernis van buurtbewoners. In het Cantonspark daarentegen is veel ruimte om te voetballen, of voor andere balspellen, maar dit wordt niet gefaciliteerd omwille van de monumentale bomen. Informeel spelen, bijvoorbeeld picknicken of frisbeeën, wordt toegestaan door de gemeente, mits het spelen geen schade aanricht aan de bomen. Boomklimmen en voetballen is dus niet toegestaan.
Spelen in het Cantonspark? OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
99
Direct naast het Cantonspark ligt de kinderboerderij Canton, waar buurtbewoners maar ook inwoners van heel Baarn met hun kinderen naartoe komen. Tussen de Zuiderstraat, de Oosterstraat, de Javalaan en het Cantonspark wonen circa 25 kinderen die niet zelfstandig een speelplek kunnen bereiken. Geadviseerd wordt om in dit deel van de buurt een speelplek voor kinderen te creëren [Z28], bijvoorbeeld in de Madoerahof.
13.4.
What’s-Upplek Oosterstraat
Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
In de Zuidwijk wonen circa 395 jongeren. Het aantal jongeren blijft de komende jaren redelijk constant maar zal na een jaar of vijf licht stijgen. Naast de jongeren zijn er ook volwassen buurtbewoners in deze wijk die gebruikmaken van de ontmoetingsvoorzieningen. De jeugd in de Vogelbuurt heeft tijdens de rondgang aangegeven graag een ontmoetingsvoorziening voor de mannen in de buurt te willen, zodat ze niet meer op de speelplek hoeven te ontmoeten. In de openbare ruimte zijn voor jongeren verschillende plekken waar ze kunnen ontmoeten, zoals in of voor het Cantonspark, rondom de vijvers aan de Oosterstraat, langs de Eem of op straat, bijvoorbeeld op de kruising van de Westerstraat en de Oosterstraat. Volgens de normen zouden er voor de jongeren circa acht What’s-Upplekken en vier Stay-Aroundplekken aanwezig moeten zijn. Geadviseerd wordt om in de buurt enkele What’sUpplekken toe te voegen in de vorm van bankjes of zitaanleidingen, bijvoorbeeld aan de vijvers van de Oosterstraat op de kruising met de Dotterbloemlaan, of nabij de winkels in de Reigerstraat zodat er ook voor het winkelend publiek een ontmoetingsplek ontstaat. Momenteel is er één Stay-Aroundplek in de wijk. Het Teerplein [0508] is een verhard voetbalveld waar jongeren komen om te voetballen en te ontmoeten. De jeugd geeft aan niet graag op deze plek te komen omdat de ‘hekken worden gesloopt’, er veel glas ligt en er een ‘vieze plasplek’ is in de hoek onder het afdak. Geadviseerd wordt om met de jongeren die op het Teerplein komen in overleg te gaan, samen met de jongerenwerker over het gebruik van het Teerplein. Door een activiteit op het plein te organiseren en indirect over het gebruik van het plein te praten kan een start hiermee gemaakt worden. Tevens wordt geadviseerd om voorzieningen te ontwikkelen voor het ontmoeten van de jongeren en in het bijzonder ook de meiden die misschien naast zelf voetballen ook graag kijken naar het potje voetbal van de jongens.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
100
Een tweede Stay-Aroundvoorziening kan worden gecreëerd op het terrein van de tijdelijke Bestevaerschool [Z25]. Dit terrein dient ook voor jongeren een aantrekkelijke sport- en ontmoetingsplek in de wijk te worden: een voetbalveld voor jeugd en jongeren en zitaanleidingen en een overkapping zodat ook bij slecht weer de jongeren kunnen ontmoeten en beschut zitten. De jeugd uit het noordelijk deel van de Zuidwijk kan relatief eenvoudig naar de Pekingtuin [0101] om te voetballen of te ontmoeten. Een echte voetbalvoorziening is hier echter niet. Geadviseerd wordt om in het zuidelijk deel van de Pekingtuin een Stay-Aroundvoorziening te creëren voor jongeren. Denk aan een allweatherveldje of een kunstgras veldje om te voetballen, basketballen, tennissen enzovoorts. Ook het ontmoeten dient gefaciliteerd te worden. Momenteel zijn er behoorlijk wat klachten over rondhangende jongeren in de Pekingtuin. Door de jongeren voorzieningen aan te bieden waarvan ze gebruik kunnen maken zal de verveling wellicht afnemen en daarmee ook de overlast. Een vierde Stay-Aroundvoorziening kan wellicht gezocht worden in samenwerking met de nieuwe brede school (Bestevaer) of in samenwerking met de Moskee aan de Bremstraat. Daarnaast hebben de jongeren zelf misschien suggesties voor een bepaalde plek of inrichting. Het advies is dan ook om samen met de jongeren en het wijkplatform naar een vierde geschikte plek voor een Stay-Aroundvoorziening te zoeken [Z29]. Daarnaast zijn er nog mogelijkheden om het ontmoeten in de openbare ruimte te faciliteren door bijvoorbeeld bij de spoorwegovergang op de Vondellaan enkele bankjes te plaatsen [M10]. Veel jongeren fietsen langs deze plek naar school of komen er langs als ze gaan stappen. Ook voor ouderen is dit een leuke plek om te ontmoeten.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
101
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
102
14.
SPELEN IN EEMDAL ZUID (H)
14.1.
Kinderaantallen Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 – 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 14
Aantal 121 135 169 425
Kinderaantallen Eemdal Zuid (H)
In Tabel 14 is af te lezen dat het aantal kinderen de laatste jaren afneemt. Het aantal jeugdigen en jongeren zal in deze wijk de komende jaren ook licht afnemen.
14.2.
Het buitengebied is zeer toegankelijk om te spelen!
Bij ons kun je goed in de straat spelen er komen niet veel auto’s, maar als ze de hoek om komen, komen ze hard aan! (jongen 12 jaar)
Teletubbieveld
Informele speelruimte voor kinderen en jeugd
Eemdal Zuid is een ruim opgezette jaren zeventigwijk met veel verkeersluwe straatjes en achterpaden en ‘kruip-door-sluipdoor’ gangetjes en paadjes. Het buitengebied aan de oostzijde van de wijk, het Eemdal, is zeer goed toegankelijk om te vliegeren, te struinen, hutten te bouwen of boom te klimmen. Ook spelen de jongens er graag ‘legertje’. Over de dijk loopt een langzaam verkeer route waardoor er altijd mensen in de buurt zijn. Spelletjes die op straat door de jeugd gespeeld worden, zijn bijvoorbeeld buskruit, fietsen, voetballen en tikkertje. Ook zijn er in de wijk verschillende veldjes waar gespeeld kan worden. Hondenpoep vormt hier echter een grote beperking. Op het veldje aan de Botter bijvoorbeeld komt de jeugd niet meer ,omdat er teveel poep ligt en omdat de voetbal te gemakkelijk in de sloot belandt. Op een van de veldjes zijn enkele bulten aangebracht. Dit veld wordt door de buurt het ‘Teletubbieveld’ genoemd. De jeugd geeft aan niet veel met de bulten te kunnen. Ze liggen in de weg bij het voetballen en ze zijn saai: ‘Ik zou niet weten wat ik hier zou moeten doen.’ De kinderen lieten tijdens de rondgang zien de bulten wel te waarderen om overheen te rennen maar niet om bijvoorbeeld te fietscrossen. Het veldje van de voormalige camping in het noordoostpuntje van de wijk biedt ook mogelijkheden om te voetballen of andere spellen te doen. Op deze plek komen veel wandelaars met honden en recreanten die van de fietspendelboot over de Eem komen. De Bestevaerweg, aan de rand van de wijk en in het zuiden door de wijk heen, wordt door de jeugd genoemd als gevaarlijke straat. De straat vormt echter geen grote barrière voor de oudere jeugd; ze gaan ook naar het Teerplein bijvoorbeeld of naar school aan de overzijde van de Bestevaerweg. Voor kinderen daarentegen is dit wel een barrière. OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
103
In Eemdal Zuid vormen ook het water en de oevers een interessante informele speelplek om te varen en te vissen. Ook in de winter wordt hier geschaatst of gespeeld op en met het ijs.
Een van de vijvers en veldjes aan de rand van de wijk
De jeugd geeft aan ’s avonds niet meer graag naar buiten te gaan, omdat er jongeren zijn die wiet roken en na tien uur nog veel lawaai maken met hun harde muziek. Rondom de Pinksterbloemhof durft de jeugd dan niet meer te komen. Overdag komt de jeugd door de hele buurt. Kinderen mogen zelfstandig naar het dichtstbijzijnde speelplekje toe, te voet of op de fiets. In Eemdal Zuid is meer dan voldoende informele speelruimte aanwezig. Deze behoeft dus geen aanpassingen.
14.3.
Formele speelruimte voor kinderen en jeugd
Ten noorden van het Jaagpad wonen circa 40 kinderen en 40 jeugdigen. Tussen het Jaagpad en de Bestevaerweg wonen circa 35 kinderen en 30 jeugdigen. Tussen de Bestevaerweg en de Zuringlaan/Dotterbloemlaan wonen circa 45 kinderen en 60 jeugdigen. In Eemdal Zuid is veel informele speelruimte aanwezig. Daarom kan de bovengrens van de norm voor formele speelruimte worden gehanteerd. Volgens de normen zouden er in deze wijk vier speelplekken voor kinderen en twee voor jeugdigen beschikbaar moeten zijn.
Speelplek 1507
Speelplek 1508
Dit veld biedt vele mogelijkheden!
Momenteel zijn er acht speelplekken in de wijk, waarvan er drie zijn ingericht voor kinderen en jeugdigen, twee voor kinderen en drie voor jeugd en jongeren. Geadviseerd wordt het aantal speelplekken in Eemdal Zuid te reduceren volgens de normen. Speelplek [1508] en [1507] ten noorden van het Jaagpad zijn kleine speelplekken beide ingericht voor kinderen. Plek [1507] is voor meer kinderen zelfstandig te bereiken dan plek [1508]. Geadviseerd wordt om speelplek [1508] als secundair aan te wijzen en speelplek [1507] te behouden en eventueel uit te breiden. Voor jeugdigen is in deze buurt geen speelplek beschikbaar. Het terrein van de voormalige camping aan de August Janssenweg [Z30] is een perfecte locatie om als huttenbouwplek of struingebied aan te wijzen. Tevens kan een deel van het veld geschikt gemaakt worden om te voetballen. Grote wens van enkele jeugdigen uit de buurt is een fietscrossbaan. Ook daarvoor is deze locatie zeer geschikt. Wellicht kan bij de fietscrossclub van Baarn hierover informatie worden ingewonnen of kan een samenwerkingsverband gezocht worden. Tevens dienen maatregelen genomen te worden tegen de overlast van hondenpoep in deze omgeving. Dit kan bijvoorbeeld door het ‘bespeelbare deel’ van het veld af te bakenen met boomstammen, een heuvel of struiken.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
104
Tussen het Jaagpad, de Bestevaerweg en de August Janssenweg zijn momenteel twee speelplekken gelegen. Speelplek [1509] is een trapveld dat een bovenwijkse functie heeft. De jeugd is niet tevreden met de kwaliteit van het trapveld. ‘Het veld is drassig en hobbelig en de goals zijn te klein’, zegt de jeugd tijdens de rondgang. Geadviseerd wordt om met de jeugd te bekijken hoe het veldje verbeterd kan worden,
‘Het veld is vet slecht!’ (jongen 12 jaar)
Speelplek [1506] is ingericht voor kinderen en jeugd. De jeugd gaf echter tijdens de rondgang aan op deze speelplek geen uitdaging te vinden. Het pleintje wordt echter door de bewoners gebruikt als buurtpleintje om te ontmoeten of voor activiteiten. Ook de kinderen spelen graag op deze speelplek. Het advies luidt dan ook om deze speelplek te behouden, met name voor de kinderen in de buurt.
Speelplek 1509
Tussen de Zuringlaan/Dotterbloemlaan en de Bestevaerweg liggen vier speelplekken. Geadviseerd wordt om in deze buurt een of twee speelplekken voor de kinderen en een voor de jeugd te behouden. Gezien de hoeveelheid informele speelruimte moet dit ruim voldoende zijn. Speelplek [1504] is voor kinderen in de buurt een prima speelplek. Geadviseerd wordt om deze speelplek voor kinderen te behouden. Omdat het oversteken van het water niet door kinderen zelfstandig kan gebeuren, is het aan te bevelen ook tussen de Koekoeksbloemlaan en de Praamgracht een speelgelegenheid voor kinderen te behouden. Speelplek [1503] is voor kinderen en jeugd een leuke ruime speelplek. De speelplekken [1501] en [1502] zijn met name voor de jeugd en jongeren ingericht. Geadviseerd wordt om de tafeltennistafel van plek [1502] te verplaatsen naar speelplek [1501] en deze voor jongeren (en oudere jeugd) in te richten.
Speelplek 1506
Speelplek 1503
14.4.
Sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren
In Eemdal Zuid wonen circa 170 jongeren. De komende jaren zal het aantal jongeren in de wijk afnemen. Voor jongeren zijn er veel informele ontmoetingsplekken in de wijk in de vorm van pleintjes en veldjes. Tevens is er in het buitengebied, dat goed toegankelijk is, de mogelijkheid om te ontmoeten zonder dat omwonenden daar last van hebben. Ook het water met de groenstroken biedt een aanleiding om te ontmoeten, daar waar bijvoorbeeld bankjes staan. Volgens de normen dienen er in Eemdal Zuid circa drie What’sUpvoorzieningen en twee Stay-Aroundvoorzieningen beschikbaar te zijn.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
105
In de wijk ligt speelplek [1509] die kan worden aangewezen als Stay-Aroundvoorziening. Het sporten op deze plek is gefaciliteerd, het ontmoeten echter nog niet. Geadviseerd wordt om op deze plek enkele bankjes of andere zitaanleidingen te plaatsen. Rekening houdend met de verwachting dat het aantal jongeren de komende jaren zal afnemen, zou één Stay-Aroundplek voldoende zijn in deze wijk. Echter speelplek [1509] heeft ook een bovenwijkse functie.
Speelplek 1501
Geadviseerd wordt om speelplek [1501] aan te wijzen als StayAroundvoorziening voor de jongeren. Deze hoeft daarvoor fysiek geen veranderingen te ondergaan. Met de jongeren kunnen desgewenst afspraken gemaakt worden over het gebruik van de plek, bijvoorbeeld tot hoe laat ze er ‘s avonds mogen blijven.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
106
15.
SPELEN IN HET BUITENGEBIED WEST (I)
15.1.
Kinderaantallen Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 15
Aantal Buitengebied West 26 27 69 122
Aantal Lage Vuursche 10 15 6 31
Kinderaantallen Buitengebied. West (I
Buitengebied West is een groot gebied ten westen van de kern Baarn. In totaal wonen er circa 155 kinderen, jeugdigen en jongeren in het Buitengebied West, waarvan in de kern Lage Vuursche circa 30 kinderen, jeugdigen en jongeren.
15.2.
Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte
Buitengebied West is een zeer bosrijk gebied. Daarmee is er veel informele speelruimte beschikbaar. Echter, de kleinere kinderen zijn aangewezen op spelen in hun eigen tuin of op het erf. De jeugd kan gaan struinen door de bossen. De jongeren zijn gewend om te reizen, bijvoorbeeld per fiets, naar de middelbare school in Baarn of Soest. Zij kunnen voor het sporten en ontmoeten ook in deze plaatsen terecht. In Lage Vuursche ligt één speelplek [3001] nabij het dorpshuis die door vrijwilligers wordt onderhouden. De gemeente verzorgt de inspecties en stelt een budget beschikbaar voor onderhoud door de vrijwilligers. Volgens de normen zou er in Lage Vuursche geen speelplek voor kinderen, jeugd of jongeren beschikbaar hoeven zijn. Geadviseerd wordt om deze speelplek als basisvoorziening voor de kern te behouden. De gemeente kan bijvoorbeeld de inspecties blijven verzorgen en tevens een bedrag beschikbaar stellen als vervangingsbudget voor maximaal zes speeltoestellen. Geadviseerd wordt om op deze plek ook het ontmoeten voor iedereen uit de kern te faciliteren.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
107
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
108
16.
SPELEN IN HET BUITENGEBIED OOST (J)
16.1.
Kinderaantallen
In Buitengebied Oost wonen circa 45 kinderen, jeugdigen en jongeren. Leeftijdscategorie kinderen 0 - 5 jaar jeugd 6 - 11 jaar jongeren 12 - 18 jaar Totaal Tabel 16
16.2.
Aantal 12 22 12 46
Kinderaantallen Buitengebied oost (J)
Informele en formele speel- en ontmoetingsruimte
Buitengebied Oost is een weids en open gebied met veel landbouwgronden. De rivier de Eem karakteriseert dit landschap. De woningen in het buitengebied zijn voornamelijk boerderijen of bedrijven met grote tuinen en of erven. Kinderen hebben doorgaans voldoende ruimte dicht bij huis om te spelen. Voor de jeugd is er echter minder te beleven in het Buitengebied Oost. Zij zijn echter gewend om in de kern naar school te gaan en kunnen ook na schooltijd in bijvoorbeeld Eemdal Zuid of Eemdal Noord (of waar ze ook in de buurt naar school gaan) blijven om te spelen met vriendjes en vriendinnetjes. Datzelfde geldt voor de jongeren. Woningcorporatie Gooi en Omstreken is eigenaar van twee woonwagenlocaties in het Buitengebied Oost. Op locatie Bisschopswaai ligt een speelplekje dat door de corporatie is aangelegd. Geadviseerd wordt om te bekijken wie verantwoordelijk is voor de inspectie van de speelplek, gezien het feit dat de gemeente eigenaar van de grond is. De gemeente kan hierover afspraken maken met de woningcorporatie. De kinderen, jeugdigen en jongeren wonen zo verspreid dat het niet mogelijk is in het buitengebied een voorziening te creeren die voor iedereen zelfstandig te bereiken is. Daarbij, gezien de normen, is een formele speelplek ook niet rendabel. Geadviseerd wordt om geen speelvoorziening te creëren in het Buitengebied Oost. Kop # ivm pagina in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
109
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
110
17.
EENMALIGE EN STRUCTURELE KOSTEN
17.1.
Realiseren streefbeeld
Voor het uitvoeren van het speelruimteplan, het realiseren van het streefbeeld, zijn de eenmalige kosten berekend. Door de realisatie van het streefbeeld zullen ook de structurele kosten voor beheer, onderhoud en vervanging stijgen. Deze bedragen (exclusief btw) zijn inzichtelijk gemaakt in dit hoofdstuk. In de hoofdstukken 7 tot en met 16 is een analyse gemaakt van de formele en informele speel- sport en ontmoetingsruimte in de verschillende wijken van Baarn. Naar aanleiding van de analyse zijn per wijk en voor elke speelplek adviezen gegeven. Deze adviezen betreffen aanpassingen op de speelplek zelf, aanpassingen in de openbare ruimte, het verbeteren van de informele speelruimte [M], en het creëren van nieuwe speelplekken [Z].
17.1.1. Verbeteren informele speelruimte Het verbeteren van de informele speelruimte komt neer op het nemen van de maatregelen zoals die zijn voorgesteld in het analysedeel. Het belangrijkste is echter dat er een omslag in denken komt bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Bij ontwikkelingen moet nagedacht worden of en hoe kinderen mede gebruik kunnen maken van de inrichting van de openbare ruimte. Veel van de maatregelen die het spelen ten goede komen hoeven geen extra geld te kosten. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk om grond die vrijkomt bij bouwwerkzaamheden te gebruiken om de speelwaarde van een speelplek of plantsoen te verhogen. Ook kunnen bij (her)bestrating van een rustige weg bijvoorbeeld vakken of lijnen aangelegd worden die een aanleiding geven om te spelen of sporten. 17.1.2. Speelprikkels Om de informele speelruimte te verbeteren, worden speelprikkels toegepast voor de jonge kinderen en jeugdigen om op te spelen en voor de jeugdigen en jongeren om op te zitten en ontmoeten. Deze speelprikkels zijn een teken voor de gebruikers dat de ruimte gebruikt kan en mag worden voor spel. Niet alleen bij zoekgebieden, maar ook bij de bestaande speelplekken zijn vaak nog speelprikkels toegevoegd. Dit is om de bestaande ruimte op en om de speelplek nog aantrekkelijker en uitdagender te maken voor spel. Voor de gemiddelde aanlegprijs van een speelprikkel is uitgegaan van € 250 . 17.1.3. Nieuwe en te verbeteren plekken In het analysedeel zijn adviezen gegeven voor zowel nieuwe speelplekken als verbeteringen op bestaande speelplekken. Het totaal aantal speeltoestellen in de gemeente Baarn bedraagt 188 in de huidige situatie.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
111
Het aantal speeltoestellen is niet evenredig over de speelplekken en wijken verdeeld. Het aantal speeltoestellen per speelplek is in de Noordwijk en de Zuidwijk bijvoorbeeld beduidend minder dan in de Noordwestwijk of in Eemdal Zuid. Maar ook het aantal speelplekken is onevenredig verdeeld over de verschillende wijken. In bijvoorbeeld Centrum en de Noordoostwijk ligt het aantal kinderen per speelplek beduidend hoger dan in Eemdal Noord of Eemdal Zuid. In het streefbeeld wordt een aantal nieuwe speelplekken voorgesteld. Bij nieuwe speelplekken wordt uitgegaan van gemiddeld drie speelprikkels en drie speeltoestellen per plek. Als er minder of te weinig (uitdagende) toestellen staan op de bestaande speelplekken wordt geadviseerd om toestellen bij te plaatsen. Zie hiervoor ook Bijlage IX De gemiddelde toestelprijs zonder veiligheidsondergrond bedraagt in Baarn op dit moment circa € 1.810 . Dit ligt onder het landelijk gemiddelde van tussen de € 2.000 en € 2.500. Voor het aanbrengen van eventuele veiligheidsondergronden in een nieuwe situatie wordt uitgegaan van 43% van de totale investering in speeltoestellen. Voor dit percentage is gekozen omdat in de huidige situatie de waarde van de veiligheidsondergronden circa 45% van de totale toestelwaarde bedraagt. 17.1.4. Bezuiniging door hergebruik secundaire toestellen Van de huidige toestellen zijn 42 toestellen als secundair aangewezen. De reden hiervoor kan zijn dat de speelplek waar de toestellen staan secundair wordt, dat ze teveel zijn op een plek of dat ze niet geschikt zijn voor de leeftijdscategorie in het streefbeeld. Indien ervoor wordt gekozen de toestellen niet actief te verwijderen, zullen de toestellen niet kunnen worden hergebruikt en dus geen besparing opleveren. Indien ervoor wordt gekozen om de toestellen, waarvan het mogelijk is om deze nog te hergebruiken op een andere plek, actief te verwijderen zal een kleine besparing ontstaan.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
112
17.2.
Eenmalige en bijkomende kosten
Aan de hand van de voorstellen voor het aanpassen van de informele en formele speelruimte is een raming gemaakt van de eenmalige kosten voor het realiseren van het streefbeeld.
Eenmalige kosten realiseren streefbeeld Het verbeteren informele speelruimte: 332 speel- en zitaanleidingen Het realiseren van 31 zoekgebieden plus verbeteren plekken: 177 nieuwe toestellen De bijkomende kosten voor veiligheidsondergrond 45% Subtotaal De bijkomende (her)inrichtingskosten € 325100 waarvan circa 100% ten laste van speelvoorzieningen komt De kosten voor de uitvoering van het speelruimteplan 8% van de eenmalige investeringskosten € 607300 Totaal eenmalige kosten Tabel 17
€ 83.000 € 361.600 € 162.700 € 607.300 € 325.100 € 48.600 € 981.000
Kosten realisatie streefbeeld
17.2.1. Investering in speelvoorzieningen In Tabel 17 zijn allereerst de kosten opgenomen die gerelateerd zijn aan de investering in speelvoorzieningen. Dit betreft verbetering van de informele speelruimte, het plaatsen van toestellen op nieuwe en bestaande speelplekken en de kosten voor de veiligheidsondergronden. Gemeente Baarn heeft voor de komende jaren (2009 - 2011) geld gereserveerd voor de uitvoering van het speelruimtebeleid. In de programmabegroting van 2009 is hiervoor € 110.000 (plus indexering) per jaar opgenomen. 17.2.2. Bijkomende herinrichtingskosten en uitvoeringskosten In Tabel 17 is onder het subtotaal een tweede categorie kosten opgenomen, namelijk de bijkomende herinrichtingskosten. Deze bestaan uit het aanbrengen of aanpassen van groen en bestrating op en rondom een speelplek, het nemen van verkeersmaatregelen, het plaatsen van speelprikkels enzovoort. Daarnaast is per secundaire speelplek een bedrag geraamd om de vrijgekomen speelplek opnieuw (informeel bespeelbaar) in te richten. In veel gevallen bestaat dit alleen uit het opnemen van het toestel en inzaaien van gras of aanbrengen van enkele tegels. Er zijn echter ook enkele locaties waar een grotere herinrichting nodig zal zijn. Daarbij moet verder nog gedacht worden aan koppeling aan lopende projecten en renovaties. Als er in een bepaalde buurt een herinrichting van wegen of groen voorzien is, kan het realiseren van het speelruimteplan wellicht hieraan gekoppeld worden. Aangezien deze kosten sterk verschillen per speelplek en afhankelijk zijn van de uitvoeringswijze en het ambitieniveau voor de achterblijvende ruimte betreft dit slechts een grove raming.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
113
Deze bijkomende kosten behoren niet volledig uit het budget voor speelvoorzieningen te worden betaald. Het betreft hier ook inrichtingen en maatregelen die in het kader van verhardingen/wegen en groen zouden moeten vallen. Naast de herinrichtingskosten zullen er nog uitvoeringskosten ontstaan. Denk daarbij aan het opstellen van inrichtingsschetsen, het opstellen van een uitvoeringsplan, het verplaatsen van toestellen en het voorbereiden van het plaatsen van banken en speelprikkels. Voor de raming is uitgegaan van 8% van de kosten van de eenmalige investering. 17.2.3. Overige kosten In het analysedeel van het plan is gesproken over het betrekken van schoolpleinen in het openbare speelvoorzieningen niveau. In de Noordwijk, Noordoostwijk, Zuidwijk en Zuidwestwijk zijn voorstellen gedaan om in gesprek te gaan met scholen, speeltuinverenigingen of andere organisaties over het (deels) openstellen of verruimen van de openingstijden van de speelvoorziening. De gemeente zal met bovengenoemde organisaties in overleg moeten treden over de wijze waarop ze financieel een bijdrage kan en wil leveren voor een investering in het schoolplein of de speeltuinvereniging. Daarnaast moet ook nog gedacht worden aan afspraken over wie verantwoordelijk is voor het beheer, het onderhoud en de inspecties enzovoorts. Ook dit zal financiële consequenties hebben.
17.3.
Uitvoeringssnelheid en eenmalige investering
Opgemerkt moet worden dat de werkelijke eenmalige kosten sterk afhankelijk zijn van hoe snel de voorstellen kunnen worden uitgevoerd, door wie de werkzaamheden worden uitgevoerd, of er ‘werk met werk’ gemaakt kan worden enzovoort. Als alles in de loop der jaren via de reguliere vervanging zou gaan, kost het wellicht iets minder of wordt het uit de lopende budgetten betaald. Als de geraamde investering niet in één keer wordt gedaan, duurt het lang voordat het streefbeeld gerealiseerd is. Hierbij moeten de investeringen in de nieuwe toestellen via het vervangingsbudget worden gerealiseerd. Deze werkwijze heeft tot gevolg dat er achter de feiten (lees de actuele kinderaantallen) aangelopen wordt. Aan de hand van deze ‘sterfhuisconstructie’ kan het voorkomen dat op een oude speelplek één of enkele toestellen nog enkele jaren ‘staan te wachten’ totdat ze via reguliere vervanging elders worden herplaatst. Deze speelplekken zullen dan niet erg aantrekkelijk zijn en uitlokken tot vandalisme. Verder zijn er meer klachten en vragen vanuit bewoners te verwachten, enerzijds omdat er geen speelplekken zijn in gebieden waar wel jeugd woont, anderzijds komen er klachten over de slecht uitziende speelplekken en zijn er vragen of deze niet opgeknapt kunnen worden. OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
114
17.4.
Vervangingswaarde
Aan de hand van de inventarisatie en de normen is de totale vervangingswaarde berekend voor zowel de huidige situatie als het streefbeeld. Inventaris
Huidig
Streefbeeld
43
67
aantal speelplekken aantal speeltoestellen
188
323
aanschafwaarde toestellen
€ 340.200
€ 647.145
aanschafwaarde ondergronden
€ 146.900
€ 286.915
€ 487.100
€ 934.060
Aanschafwaarde totaal Tabel 18
Inventarisatie en vervangingswaarde
Uit Tabel 18 blijkt dat er in het streefbeeld meer speelplekken en toestellen worden voorgesteld dan in de huidige situatie. Logischerwijs stijgt daarmee ook de aanschafwaarde van de toestellen en de ondergronden. Deze stijging wordt versterkt omdat bij het aanleggen van nieuwe speelplekken is uitgegaan van grotere en meer uitdagende toestellen die duurder zijn dan de toestellen die momenteel in de gemeente Baarn staan.
17.5.
Structurele kosten
17.5.1. Raming structurele kosten Structurele kosten ten behoeven van spelen kunnen worden verdeeld in drie categorieën. Het onderhoudsbudget, het beheerbudget en het vervangingsbudget. In deze paragraaf is uitgelegd hoe de budgetten zijn berekend. Onderhoudsbudget Kosten die onder het onderhoudsbudget vallen zijn uren en materialen die worden besteed aan reparaties van speeltoestellen, het vervangen van onderdelen, het schilderen enzovoorts. Aan de hand van de huidige toesteltypen en de geformuleerde onderhoudsbedragen (normentabel) kan het huidige onderhoudsbudget worden berekend. In het beleidsdeel wordt in paragraaf 3.14.1 het huidige onderhoudsniveau ingeschat op 60%. Beheerbudget Onder het beheerbudget vallen kosten die gemaakt worden voor alle bureauzaken als gegevensbeheer, werkvoorbereiding, klachtenafhandeling en uitvoering geven aan het speelruimtebeleid. Het beheerbudget is berekend aan de hand van een ervaringsgetal dat ontstaan is bij OBB op basis van circa zestig speelruimteplannen en beheerplannen. Het beheerbudget wordt berekend aan de hand van een percentage van de totale aanschafwaarde voor toestellen. Dit percentage ligt op 3,5%.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
115
Vervangingsbudget Het vervangingsbudget is berekend aan de hand van de levensduur en de aanschafwaarde van een toestel. In principe wordt een toestel vervangen nadat de afschrijvingstermijn is verstreken. Het moment van de daadwerkelijke vervanging van een toestel wordt mede bepaald door de staat van het toestel. Wanneer blijkt dat een toestel na de gestelde afschrijvingstermijn nog één of meer jaren veilig kan functioneren, kan de vervanging worden uitgesteld. Indien blijkt dat een toestel voor de gestelde afschrijvingstermijn niet meer veilig is of de onderhoudskosten te hoog worden, bijvoorbeeld door vandalisme, dan moet de vervanging vervroegd worden uitgevoerd (flexibele vervanging). Hiervoor is een flexibel vervangingsschema noodzakelijk. Er kan van het genoemde budget een fonds worden gevormd waaruit de vervangingen betaald kunnen worden. 17.5.2. Structurele budgetten in Baarn Structurele kosten onderhoud op niveau heel-schoon-veilig 60% beheer vervanging Budgetten totaal Tabel 19
Huidig Budget € 25.476
Raming Huidig € 15.400
Raming Streefbeeld € 37.641
€ 17.906
€ 21.800
€ 32.692
€-
€ 41.100
€ 78.836
€ 43.382
€ 78.300
€ 149.169
Structurele kosten
In Tabel 19 zijn de budgetten voor onderhoud, beheer en vervanging weergegeven. In de kolom huidig budget zijn de werkelijke budgetten van de gemeente Baarn uit de begroting van 2008 weergegeven. In de kolom raming huidig zijn de budgetten weergegeven zoals die zouden moeten zijn volgens OBB in de huidige situatie. In de kolom raming streefbeeld zijn de budgetten weergegeven zoals deze gewenst zijn indien het streefbeeld wordt uigevoerd. Onderhoudsbudget, van 60 naar 70% Op verzoek is een berekening gemaakt van een onderhoudsniveau van 70%. Indien gemeente Baarn haar onderhoudsniveau naar boven wil bijstellen, naar 70%, zou dat voor de structurele budgetten het volgende betekenen: Structurele kosten Onderhoud op niveau heel-schoon-veilig 70% Tabel 20
Huidig Budget € 25.476
Raming Huidig
Raming Streefbeeld
€ 18.000 €
€ 43.915 €
15.400
37.641
Onderhoud op 70%
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
116
Vervangingsbudget In Tabel 19 is af te lezen dat in het huidig budget van de gemeente Baarn geen geld is gereserveerd voor vervanging van speeltoestellen binnen de post vervanging. Sporadisch wordt uit het onderhoudsbudget geput voor vervanging. Geadviseerd wordt om ook voor de post vervanging in een bedrag te reserveren. De beheermedewerkers van gemeente Baarn hebben aangegeven dat er op het gebied van vervanging een achterstand is ontstaan in gemeente Baarn.
70 60 50 40 30 20 10 0
aantal toestellen
onbek end
voor 2009
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
8
64
13
15
16
30
17
13
3
1
3
2
12
1
Figuur 21 Vervanging aantal toestellen
€ 140.000 € 120.000
€ 100.000 € 80.000 € 60.000 € 40.000
€ 20.000 €bedrag v v jr1
onbekend
v oor 2009
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
2018
2019
2020
€ 8.615
€ 119.800
€ 36.100
€ 19.960
€ 28.710
€ 65.100
€ 27.720
€ 9.773
€ 3.600
€ 2.395
€ 5.115
€ 6.615
€ 2.095
€-
Figuur 22 Vervangingskosten toestellen
Uit Figuur 21 is af te lezen dat er voor 2009 64 toestellen vervangen hadden moeten worden. In een percentage uitgedrukt is dat 34%, waarvan naar verwachting 25% echt een serieuze achterstand is. Tevens is af te lezen dat de komende jaren ook een groot aantal toestellen aan vervanging toe zijn. In Figuur 22 zijn de kosten voor vervanging weergegeven.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
117
Geadviseerd wordt om naast het bedrag voor de eenmalige investering voor realisatie van het streefbeeld ook een bedrag te reserveren voor het wegwerken van de vervangingsachterstand en de vervanging in de komende jaren. De bedragen die geraamd zijn in Tabel 19 zijn hiervoor niet toereikend. Deze bedragen houden geen rekening met de achterstand in vervanging.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
118
DEEL III BIJLAGEN
Ruimte voor Spelen Speelruimteplan gemeente Baarn
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
119
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
120
BIJLAGE I.
BEGRIPPENLIJST In deze bijlage zijn begrippen opgenomen met de daarbij behorende gehanteerde definitie. Voor een uitgebreide toelichting op de belangrijkste begrippen in dit plan wordt verwezen naar paragraaf 2.5. Speelruimte is de ruimte die fysiek aanwezig is om te spelen, zowel in de openbare ruimte als op ingerichte speelplekken. Informele speelruimte is de ruimte waar de doelgroep leeft, woont en (veilig) kan spelen. Formele speelruimte is de ruimte die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie. Speelprikkels zijn objecten die niet specifiek voor het spelen geplaatst zijn, maar een scala aan speelmogelijkheden bieden in de informele en de formele speelruimte. Speeltoestellen zijn die voorzieningen in de formele speelruimte die specifiek voor het spelen geplaatst zijn en gemaakt zijn voor een bepaalde speelmogelijkheid. Openbaar speelvoorzieningenniveau is het beeld van speelplekken dat recht doet aan een eerlijke verdeling van speelvoorzieningen over de leeftijdscategorieën van de doelgroep en wijken. Secundaire voorzieningen of toestellen hebben geen functie (meer) in het voorgestelde openbaar speelvoorzieningenniveau. Kinderen: de leeftijdscategorie nul tot en met vijf jaar. Jeugd: de leeftijdscategorie zes tot en met elf jaar. Jongeren: de leeftijdscategorie twaalf tot en met achttien jaar. Chillen: rustig zitten, relaxen, kletsen, samen komen, enzovoorts. Kiss & Greet plekken zijn plekken in de wijk waar 2 tot 4 jongeren even een kwartiertje staan te kletsen, afscheid nemen of afspreken om op elkaar te wachten als ze samen ergens heen gaan. What’s-Upplekken zijn kleinere plekken voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en bijpraten. Stay-Aroundplekken zijn grotere plekken voor 10 tot circa 40 jongeren waar jongeren echt afspreken om bij elkaar te komen en te zitten praten of voor andere activiteiten. No-Problemplekken zijn plekken die zo ver buiten de bebouwde omgeving liggen dat hier geen overlast voor omwonenden te verwachten is. Normen zijn de normen voor informele en formele speelruimte bedoeld zoals vastgelegd in Tabel 4 en Tabel 5 in hoofdstuk 3.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
121
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
122
BIJLAGE II.
SPEELPRIKKELS Speelprikkels zijn objecten in de openbare ruimte die aanleiding geven tot spel. Zij kunnen bewust als bespeelbaar element zijn geplaatst, maar ook onderdeel zijn van een tot ander doel ingericht stuk van de openbare ruimte. De opzet van deze speelprikkels is dat ze veel speelwaarde hebben, niet onder het Attractiebesluit vallen en hooguit een risicoanalyse vergen.
Speelprikkel
Speelprikkel
Speelprikkel bewust als bespeelbaar element geplaatst Vaak komen speelprikkels voor op en rondom de speelplek of worden ze gebruikt om kinderen te (bege)leiden. Voorbeelden hiervan zijn allerlei soorten verharding, knikkertegels, hinkeltegels, gekleurde tegels en tegels met cijfers, letters en dierenvoetstappen. Door het aanbrengen van deze verharding of patronen en door het gebruik van verschillende soorten verharding kunnen tal van speelmogelijkheden ontstaan. Een ander voorbeeld zijn betonelementen zoals poefs, bielzen, palen, bollen en muurtjes, al dan niet gekleurd. Deze elementen bieden tal van mogelijkheden zoals erop klimmen, eraf en erover springen, op zitten, een touw aan vastknopen, tegen voetballen, bokspringen enzovoorts. Meer natuurlijke speelprikkels zijn bomen en boomstammen, grasheuveltjes, hagen en struiken. Ook het beschilderen van muren op een speelplek kan een prikkel geven tot spel. Speelprikkel als onderdeel van de openbare ruimte Voor het inrichten van de openbare ruimte worden tal van elementen gebruikt. Soms zijn deze elementen voor kinderen aantrekkelijk om mee te spelen. Echter lang niet altijd worden hiervoor elementen gekozen die ook bespeelbaar zijn. Als er toch een paal geplaatst moet worden, waarom dan niet een paal met een ronde kop in plaats van een scherpe? Waarom niet wat groenblijvers in het bosplantsoen? De kern van het denken over speelprikkels is, om bij elk plan of elke actie in de openbare ruimte na te gaan of de elementen die gebruikt worden ook geschikt zijn voor medegebruik door kinderen. Natuurlijk kan het voorkomen dat dit om bijvoorbeeld veiligheidsredenen niet mogelijk is. Uitgangspunt is echter de bespeelbaarheid en het moet gemotiveerd worden als hiervoor niet wordt gekozen. Voorbeelden van dit soort speelprikkels zijn: 9 afscheidingen zoals hekwerken, muurtjes, hagen en bielzen; 9 straatmeubilair zoals banken en andere zitelementen; 9 betonelementen zoals betonpoefs/bollen, paaltjes, stoepranden en parkeerbanden en sierelementen 9 kunst; 9 toepassen van groenblijvers (hulst, laurier); 9 toepassen van vruchtdragende bomen (eik, kastanje, beuk); 9 toepassen van vruchtdragende struiken; OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
123
9 toepassen van (gedraineerd) gazon; 9 toepassen van hoogteverschillen in gras en verharding. Veel van dergelijke elementen kunnen voor de kinderen een speelprikkel vormen om te zitten of aan te hangen, maar ook om vanaf, over of op te springen. Ze kunnen er een elastiek aan vast maken, hutten mee bouwen, ze gebruiken die als evenwichtsbalk enzovoorts.
Speelprikkel
Een ruimte als speelprikkel Door veel kinderen wordt een braakliggend terrein met een bult zand en ruigte hoog gewaardeerd. Daar zijn veel speelmogelijkheden en –functies aanwezig. Niet alleen braakliggend terrein, maar ook hoeken plantsoen en straat zijn soms favoriet bij een groep kinderen. Eenvoudige aanpassingen aan beheer en onderhoud en duidelijke voorlichting naar burgers kunnen deze speelruimte behouden. Voorbeelden hiervan zijn: 9 hutten niet opruimen (zeker niet in vakanties); 9 stukken ruigte zo lang mogelijk laten bestaan; 9 waarschuwingsborden voor automobilisten plaatsen; 9 niet op elke klacht van omwonenden over spelende kinderen ingaan. Sturen in het medegebruik van het openbaar groen kan door sortimentskeuze. Struiken met grote doornen zijn absoluut niet aantrekkelijk voor kinderen en planten met giftige vruchten/bladen/schors mogen niet worden toegepast. Andere eenvoudige voorbeelden van het beter bespeelbaar maken van openbaar groen zijn hoogteverschillen in het gazon (werken ook goed antivoetbal), vaker toepassen van bloemenmengsels en het gefaseerd maaien van gras. In heestervakken en blokhagen kunnen uitsparingen worden gemaakt waar kinderen hun hutje kunnen hebben. Hagen kunnen op verschillende hoogten gesnoeid en niet recht maar golvend aangeplant worden. Het toepassen van groenblijvers in bosplantsoen of solitair draagt ook bij aan de bespeelbaarheid van openbaar groen. Samengevat Juist het aanbrengen van hoogteverschillen, randen en eenvoudige objecten prikkelen de fantasie van kinderen om zelf spelen te verzinnen of bestaande spelen aan te passen. Anders gezegd: ‘speelprikkels vergroten de speelruimte.’
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
124
BIJLAGE III.
Kiss and greet
What’s Up
What’s Up
Stay Around
INFORMELE ONTMOETING JONGEREN Als norm voor hangen kan gesteld worden dat voor elke 15 (hang)jongeren uit de hangleeftijd er één plek in de openbare ruimte aan te wijzen moet zijn waar hij of zij kan ontmoeten met andere (hang)jongeren. Vervolgens kan gesteld worden dat voor 50% van het ‘hangen’ geen specifieke voorzieningen noodzakelijk zijn. Dit gebeurt op plekken in de wijk waar 2 tot 4 jongeren even een kwartiertje staan te kletsen, afscheid nemen of afspreken om op elkaar te wachten als ze samen ergens heen gaan (Kiss & Greet). De ontmoetingsplekken die een inrichting vereisen, zijn onder te verdelen in drie categorieën. Plek categorie I: What’s Up Dit zijn kleinere plekken voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en bijpraten. ’s Zomers is te zien dat er jongeren langs deze plekken (brom)fietsen op zoek naar een praatje. Aantal: 30% van de plekken Ligging: goed gespreid over de dorpen langs doorgaande routes (echt in de wijk) en niet te dicht op woningen; in zicht zodat er snel gezien kan worden wie er op de plek aanwezig is; Verkeer: op voldoende afstand van doorgaande weg (2 tot 10 meter); Locatie: verharde ruimte met plek voor 5 tot 10 jongeren en wat fietsen en scooters; Inrichting: verhard gedeelte goed bereikbaar; een aantal zit- en ontmoetingsaanleidingen, afvalbakken en eventueel verlichting; gemakkelijk te verwijderen en herplaatsen en passend in straatbeeld; Regels: APV! Aanvullende regels door jongeren en omwonenden zo nodig op te stellen; bij overtreding verwijzen naar plek categorie II; Flexibiliteit: meer locaties categorie I aanwijzen dan inrichten. Op deze manier kan de plek eventueel nog eens verplaatst worden naar een andere locatie als de overlast te groot wordt (de jongeren houden zich niet aan de regels) of als de jongeren er helemaal niet meer komen. Toets: geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Functie en gebruik passen binnen huidige bestemmingen. Plek categorie II: Stay Around Dit betreft grotere plekken voor 10 tot circa 40 jongeren waar jongeren echt afspreken om bij elkaar te komen en te zitten praten of andere activiteiten te ontplooien. Vaak gaan deze plekken samen met goed ingerichte sportplekken (bijvoorbeeld skateplekken), maar als die er te weinig zijn, kunnen de plekken ook apart goed functioneren (de JOP). Aantal: 20% van de plekken min de No-Problemplekken; OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
125
Ligging:
Verkeer: Locatie:
Inrichting:
Stay Around
Regels:
Flexibiliteit: Toets:
No Problem
op voldoende afstand van woningen, bijvoorbeeld aan de rand van het dorp of in een groter park/plantsoen; in de omgeving van andere geluidsbron; op/bij formele sport/speelplek; goed bereikbaar, maar niet te dicht bij de doorgaande weg; groot genoeg voor een grotere groep jongeren met fietsen/scooters en groot genoeg voor een aantal voorzieningen; afwegen of auto er niet mag en kan komen (trekt oudere jongeren aan); zit- en ontmoetingsaanleidingen en beschutting in de vorm van wandje of beplanting; verharde ondergrond; verlichting; duurzaam en vandalismebestendig; APV en in overleg met omwonenden of andere betrokkenen aanvullende regels m.b.t. gedrag opstellen. De plek moet geen overmatige input vergen om in stand te houden. inrichting plek voor langere termijn; bij overmatig vandalisme en teveel overlast een welzijnstraject doorlopen met ‘daders’; geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Functie en gebruik passen binnen huidige bestemmingen.
Plek categorie III: No Problem Dit zijn plekken die zo ver buiten de bebouwde omgeving liggen dat hier geen overlast voor omwonenden te verwachten is. De jongeren kunnen bij problemen in de wijk altijd naar deze plekken verwezen worden. Aantal: voor elke 500 jongeren één No-Problemplek; Ligging: op voldoende afstand van woningen, zodat verwachte overlast op basis van ligging kan worden uitgesloten; Verkeer: goed bereikbaar, maar niet te dicht bij de doorgaande weg (minimaal 50 meter afstand); Locatie: groot genoeg voor een grotere groep jongeren met fietsen/scooters en groot genoeg voor een aantal voorzieningen; afwegen of auto er wel of niet mag en kan komen (trekt oudere jongeren aan); Inrichting: zit- en ontmoetingsaanleidingen en beschutting in de vorm van een overkapping; eventueel mogelijkheden voor graffiti; verharde ondergrond; verlichting; duurzaam en vandalismebestendig; Regels: APV en in overleg met jongeren, politie, gemeente jongerenwerk andere regels m.b.t. gedrag opstellen. De plek moet geen overmatige input vergen om in stand te houden.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
126
Flexibiliteit: Toets:
inrichting plek voor langere termijn; bij overmatig vandalisme en teveel overlast een welzijnstraject doorlopen met ‘daders’; geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Mits geen bouwvergunning nodig is. Is dit het geval dan ook bestemmingsplantoets.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
127
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
128
BIJLAGE IV.
BESLISBOOM SPEELPLEK
Figuur 23 Beslisboom analyse speelruimte
Toelichting op de beslisboom: het gaat erom dat er een evenredige verdeling van informele en formele speelruimte ontstaat. Genoeg informele ruimte is daar waar kinderen goed kunnen spelen op de stoep en de straten, in het groen en langs het water. Daar zijn minder speelplekken nodig dan in wijken waar kinderen aan drukke straten met smalle stoepjes wonen. Om te bepalen of er voldoende informele ruimte is, wordt gekeken naar de uitgangspunten in de normentabel voor informele speelruimte, bijvoorbeeld voor de jongste doelgroep per kind minimaal 20 m² aan stoep, grasveld of plein, aansluitend aan de woning. Is er genoeg informele ruimte dan moeten er circa 30 kinderen bij elkaar wonen om een speelplek voor te behouden of aan te leggen. Is er echt te weinig informele ruimte dan moeten er circa 15 kinderen bij elkaar wonen om een speelplek voor te behouden of aan te leggen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
129
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
130
BIJLAGE V.
PROGRAMMA VAN EISEN Kinderen hebben recht op zowel de informele als formele speelruimte. Deze dienen dan ook in voldoende mate aanwezig te zijn voor de leeftijdsgroepen 0 tot en met 5 jaar (peuters en kleuters), 6 tot en met 11 jaar (basisschooljeugd) en 12 tot en met 18 jaar (jongeren). Voor alle leeftijdsgroepen moet het basisnetwerk aan voorzieningen worden gerealiseerd of anders in ruimte gereserveerd en aangemerkt worden. In nieuwbouwsituaties moet tevens voor de eerste tien jaar aangegeven worden hoe de piekaantallen kinderen, jeugd en jongeren opgevangen worden. Bij nieuwbouw of reconstructie is de aanwezigheid van fysieke ruimte (groenvoorzieningen, pleinen etc.) het belangrijkste. Verder kan in drie fasen gewerkt worden aan een goede verdeling van speelvoorzieningen over deze fysieke ruimte. De voorkeur van de gemeente gaat uit naar een basisnetwerk met grotere duurzame plekken met voldoende speelmogelijkheden.
Fase 1 globale planvorming
In deze fase dient aangegeven te worden hoeveel informele en formele ruimte geboden wordt per kind dat er komt wonen. De gemeente hanteert hiervoor normen volgens het speelruimteplan. De 3%-norm kan daarbij als minimum voor formele speelruimte worden gezien1. leeftijdsgroep 0-5 jaar peuters en kleuters
Informeel 20 m2 per kind aansluitend aan woning (tuin, stoep, plein, grasveldje) 50 m2 per 5 jeugdigen speelgroen en 50 m2 per 5 jeugdigen grasveld of plein (voetbal, straatspel) 1 ontmoetingsplek per 30 jongeren (zithoek)
6-11 jaar basisschooljeugd
12-18 jaar jongeren
Tabel 24
Formeel 1 speelplek per 35 kinderen opp: 100 – 500 m2 loopafstand: ca. 100 m 3 toestellen en 4 speelprikkels 1 speelplek per 70 jeugdigen opp: 500 - 2000 m2 loopafstand: ca. 350 m 3 toestellen en 4 speelprikkels 1 sportplek per 100 jongeren opp: 1000 - 6400 m2 loopafstand: geen, daar waar jongeren wonen 4 sporttoestellen en 4 zitaanleidingen
Verkorte normentabel
De 3%-norm alleen toepassen als er nog geen enkele gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot het aantal kinderen of aantal woningen, met in het achterhoofd de normentabel. Zo gauw er meer gegevens bekend zijn komt de 3%-norm te vervallen.
1
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
131
Fase 2 (concept) stedenbouwkundig plan
In deze fase dient het aantal kinderen dat naar verwachting in de toekomst in het projectgebied komt te wonen, aangegeven te worden. Op basis daarvan kan aangegeven worden: 1) hoeveel (in)formele speelruimte er in het basisnetwerk totaal aanwezig dient te zijn en waar deze in grote lijnen komt te liggen (blok, buurt en wijkniveau); 2) bij nieuwbouw: hoeveel tijdelijke voorzieningen (plus op het basisnetwerk voor eerste 10 jaar) nodig zijn om de kinderpiek op te vangen.
Fase 3 uitwerking stedenbouwkundig plan
In deze fase dient op plekniveau aangegeven te worden: 1) waar de verschillende speelplekken komen te liggen en voor welke leeftijd deze plekken zijn; 2) wat in grote lijnen de omvang en inrichting van deze speelruimte en de kosten voor realisatie (in verband met reservering beheer- en onderhoudsgelden en later vervangingsreservering) zijn.
Toelichtingen bij programma van eisen
Aantallen kinderen, jeugd en jongeren Er zijn drie verschillende ingangen om het aantal kinderen dat in de toekomst in het projectgebied komt te wonen in te schatten. Afhankelijk van het bouwprogramma kan de opsteller van het stedenbouwkundig plan een prognose geven van de gemiddelde gezinssamenstelling (CBS-gegevens) en daarmee het verwachte aantal kinderen op lange termijn. Dit aantal kinderen kan gebruikt worden voor het basisnetwerk aan voorzieningen. Vaak wordt ten behoeve van de onderwijsvoorzieningen een prognose gegeven voor de basisgeneratie (leeftijdsgroep die naar de basisschool gaat circa 4 tot en met 12 jaar). Deze prognoses worden met name opgesteld in nieuwbouwsituaties en grote reconstructies. Dit aantal kinderen kan gebruikt worden voor zowel het basisnetwerk als de piekvoorzieningen. Er kan op basis van eerder gerealiseerde nieuwbouw- en/of reconstructieprojecten in de gemeente nagegaan worden hoeveel kinderen er per woning gemiddeld wonen (bevolkingsgegevens) in verschillende jaren na realisatie. Deze zouden vertaald kunnen worden naar een prognose van het aantal kinderen per woning voor het betreffende project. Dit aantal kan gebruikt worden voor zowel het basisnetwerk als de piekvoorzieningen.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
132
Kinderpiek bij nieuwbouw Bij nieuwbouwsituaties is een duidelijke kinderpiek aanwezig. De kinderpiek begint circa vier jaar na de realisatie van het grootste aandeel woningen. De piek duurt voor elke leeftijdscategorie ongeveer zes jaar. Meestal begint aan het eind van de kinderpiek ook gelijk de jeugdpiek en ongeveer vier jaar na de jeugdpiek meteen de jongerenpiek. In een schema ziet dit er als volgt uit: kinderpiek (0-5 jaar) jeugdpiek (6-11 jaar) jongerenpiek (12-18 jaar) jaar na aanleg 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tabel 25
Verloop kinderpiek
Het voorzieningenniveau zal hier de eerste tien jaar dus op afgestemd dienen te worden. Kosten per plek Voor de aanschaf en aanlegkosten kan uitgegaan worden van onderstaande tabel. gemid0-5 jaar 6-11 jaar 12-18 jaar deld gemiddeld aantal toestellen per plek 3 4 3,3 3 gemiddeld aantal speelprikkels per plek 4 4 4 4 gemiddelde prijs per toestel € 3.200 € 2.400 € 2.500 € 1.900 gemiddelde prijs per speelprikkel € 250 € 350 € 250 € 150 % kosten ondergrond tov toestel 65% 35% 45% 35% gemiddelde prijs per toestel incl. ondergrond € 5.280 € 3.240 € 3.695 € 2.565 gemiddelde aanschafwaarde per speelplek € 8.295 € 16.840 € 14.360 € 13.165 (speelvoorzieningen samen) % kosten groen/verhardingen e.d. tov speel20% 20% 20% 20% voorzieningen gemiddelde kosten groen/verhardingen e.d. € 3.368 € 2.872 € 2.633 € 1.659 totale investeringswaarde per plek € 9.954 € 20.208 € 17.232 € 15.798 % kosten overige uitvoeringskosten tov voor20% 20% 20% 20% zieningen gemiddelde aanlegkosten per plek € 1.991 € 4.042 € 3.446 € 3.160 totale kosten aanschaf en aanleg speelplek € 11.945 € 24.250 € 20.678 € 18.958 Tabel 26
Kosten per plek
Op de helft van de plekken voor 6- tot en met 18-jarigen dient een trapveldje aanwezig te zijn. De verharde trapvelden (eventueel kooien) zijn een voorziening voor jongeren van 12-18 jaar. Hiervan dient er voor elke circa 500 jongeren een te zijn.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
133
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
134
BIJLAGE VI.
ENQUETE FORMULIEREN Enquête groep vier en vijf Om een plan te kunnen maken voor het spelen in gemeente Baarn willen we graag weten wat jij allemaal doet als je buiten bent. Maar eerst willen we andere dingen van je weten. Vul daarvoor eerst deze drie vragen in. 1. Ik ben …… jaar jong (vul hier je leeftijd in) 2. Ik ben een: (kleur één bolletje in) 0 jongen 0 meisje 3. Ik woon in deze straat: …………………………………(vul hier je straat in) Bij de vragen hieronder kun je kiezen uit verschillende dingen. Soms mag je zelf een antwoord geven. Lees eerst de vraag goed voordat je een antwoord kiest. 4. Wat doe je het liefst in je vrije tijd, bijvoorbeeld op woensdagmiddag of zaterdag? (kleur één bolletje in) 0 naar de sportclub / sportvereniging 0 naar een andere club / vereniging 0 muziek maken / muziekles 0 lezen 0 computeren 0 tv-kijken 0 afspreken met een vriendje / vriendinnetje 0 buiten spelen 5. Wat doe je het liefst als je buiten speelt? (kleur één bolletje in) 0 een spel met andere kinderen (bijvoorbeeld voetbal, volleybal, basketbal, tikkertje) 0 fietsen, skaten, lopen door de buurt 0 schommelen, wipwappen, klimmen, op speeltoestellen spelen 0 anders, namelijk: ………………………………………………………………………… 0 ik speel (bijna) nooit buiten 6. Waar speel je het liefst buiten? (kleur één bolletje in) 0 in onze eigen tuin of bij een vriendje / vriendinnetje in de tuin 0 in de speeltuin / op het speelveldje waar speeltoestellen staan 0 op straat of op het plein in de buurt 0 op een veldje in de buurt 0 in de struiken of in de bossen 0 bij de Eem aan het water 0 anders, namelijk: …………………………………………………. 7. Wat vind je goed of leuk aan het buiten spelen in Baarn? Je mag meer dingen noemen, begin met het allerleukste! A ………………………………………………………………………………… B ………………………………………………………………………………… C …………………………………………………………………………………
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
135
8. Wat vind je slecht aan het buiten spelen in Baarn? (kleur één bolletje in) 0 hondenpoep 0 geparkeerde auto’s die in de weg staan 0 verkeer dat hard rijdt 0 grote jongens of meiden op de speelplek 0 anders,namelijk:……………………………………………………. 9. Hoe zou jouw leukste speelplek eruit moeten zien? Je mag ook een tekening maken van jouw leukste speelplek. …………............................................................................................................ ..........................................................................................................................
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
136
Enquête groep zes, zeven en acht Om een plan te kunnen maken voor het spelen in gemeente Baarn willen we graag weten wat jij allemaal doet als je buiten bent. Maar eerst willen we andere dingen van je weten. Vul daarvoor eerst deze drie vragen in. 1. Ik ben …… jaar jong (vul hier je leeftijd in) 2. Ik ben een: (kleur één bolletje in) 0 jongen 0 meisje 3. Ik woon in deze straat: …………………………………(vul hier je straat in) Bij de vragen hieronder mag je zelf een antwoord geven. Lees eerst de vraag goed voordat je een antwoord geeft. Soms mag je maar één antwoord geven en soms meer. 4. Wat doe je het liefst in je vrije tijd, bijvoorbeeld op woensdagmiddag of zaterdag? (noem één ding) …………………………………………………………………………………………
5. Wat doe je het liefst als je buiten speelt? (noem één ding) …………………………………………………………………………………………
6. Waar speel je het liefst buiten? (noem één plek, bijvoorbeeld in de eigen tuin, in de speeltuin, op straat, in de buurt, in de bossen enzovoorts) ………………………………………………………………………………………… 7. Wat vind je goed of leuk aan het buiten spelen in Baarn? Je mag meer dingen noemen, begin met het allerleukste of allerbeste.
A
…………………………………………………………………………
B
…………………………………………………………………………
C
…………………………………………………………………………
8. Waar baal je van als je buiten speelt in Baarn? (je mag meer dingen noemen) ………………………………………………………………………………………… 9. Hoe zou jouw favoriete speelplek eruit moeten zien? Je mag hier ook een tekening van maken, op de achterkant van dit blad. …………............................................................................................................
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
137
NOEM DRIE DINGEN DIE………………….. OBB-Ingenieursbureau werkt, samen met de gemeente Baarn, aan een nieuw Speelruimteplan voor de hele gemeente. In het plan wordt ook aandacht geschonken aan sport- en ontmoetingsruimte voor jongeren. Daarom willen we graag van JOU weten, wat JIJ van de speel- sport en ontmoetingsruimte in Baarn vindt. Allereerst vragen we je, om enkele algemene vragen in te vullen. 1. Ik woon in: ……………………………………………… (vul hier je wijk in) 2. Ik woon in deze straat: ……………………………. (vul hier je straat in) 3. Ik ben : ……………… jaar jong (vul hier je leeftijd in) 4. Ik ben een JONGEN / MEISJE (omcirkel wat juist is) Bij de volgende vragen worden (per vraag) drie antwoorden verwacht, met op nr. 1 het belangrijkste en op nr. 3 het minst belangrijkste. Wanneer gevraagd wordt naar een plaats/plek schrijf dan even de straat en het dorp waar die plaats/plek ligt erbij. 5. NOEM DRIE DINGEN DIE JE GRAAG DOET IN JE VRIJE TIJD 1. 2. 3. 6. NOEM DRIE SPORTEN/SPELEN DIE JE GRAAG BUITEN DOET 1 2 3 7. NOEM DRIE ONTMOETINGSPLAATSEN (BUITEN) DIE GOED ZIJN EN WAAROM 1 2 3 8. NOEM DRIE ONTMOETINGSPLEKKEN (BUITEN) DIE SLECHT ZIJN EN WAAROM 1 2 3 9. NOEM DRIE TOESTELLEN DIE OP JOUW IDEALE SPORT- EN ONTMOETINGSPLEK ZOUDEN MOETEN STAAN. (café, kermisattracties en dergelijke worden hier niet bedoeld) 1 2 3 10. NOEM DRIE PLEKKEN WAAR JE NIET MAG/WIL KOMEN EN WAAROM NIET 1 2 3 11. NOEM DRIE SOORTEN BUITENPLEKKEN OF ACTIVITEITEN DIE ER VOLGENS JOU ECHT ZOUDEN MOETEN ZIJN IN DE GEMEENTE BAARN 1 2 3 Je bent nu klaar met het invullen van de enquête. Als je nog opmerkingen hebt kun je deze op de achterkant van het formulier zetten. Bedankt voor je inbreng!
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
138
BIJLAGE VII. AANTAL EN KOSTEN SPEELTOESTELLEN In deze bijlage is een overzicht gegeven van de typen speelvoorzieningen waarin de toestellen zijn verdeeld met daarbij behorende normcijfers. Gekozen is voor typen toestellen om zo de ramingen overzichtelijk te maken. De gebruikte normen zijn gemiddelden voor alle toestellen die binnen dit type vallen. De voornaamste redenen voor de onderscheiding van de typen zijn gebruik (speelmogelijkheid), leeftijd en aanschafwaarde. Per type is in de eerste kolommen weergegeven: 9 de leeftijdscategorie die over het algemeen van het toesteltype gebruik maakt; 9 de gemiddelde vervangingstermijn (levensduur) van het toesteltype; 9 de geraamde aanschafwaarde van het toesteltype (nieuwwaarde exclusief btw en exclusief kosten voor ontwerp, plaatsing e.d.); 9 de gemiddelde onderhoudskosten per jaar voor het toestel (gebaseerd op maximum 10% van de aanschafwaarde (in verband met levensduur) en de vandalismegevoeligheid van het toesteltype). In de volgende kolommen wordt het aantal toestellen binnen dit type doorgerekend met de genoemde normen. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de totale aanschafwaarde en de bijbehorende onderhouds- en vervangingsbudgetten. De genoemde normcijfers van de toesteltypen in de tabel gaan uit van een onderhoudsniveau van 100%. Dit betekent onder andere dat de speeltoestellen altijd optimaal in de verf zitten, er altijd proper uitzien, in perfecte technische staat verkeren en dat graffiti regelmatig verwijderd wordt. In het beleid wordt echter een onderhoudsniveau bepaald. Dit niveau wordt verrekend met het totaalbudget. Een onderhoudsniveau zoals in paragraaf 3.14.3 beschreven betekent dat 60% van de berekende normbudgetten nodig is voor vervanging en onderhoud. De gemeente Baarn streeft ernaar om in de toekomst het onderhoudsniveau te verhogen naar 70%. Dat betekent dat 70% van de normbudgetten nodig is voor vervanging en onderhoud. Ook dit is inzichtelijk gemaakt in de tabel.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
139
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
140
eenheid
m2
zand Totalen toestellen Totalen ondergronden Totaal speelvoorzieningen
n.v.t.
m2 m2
rubber tegels
veiligheidsgras
n.v.t.
m2
gras
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
m2
boomschors
0 t/m 18 jaar n.v.t. n.v.t.
stuk m2 m2
prullenbak beton betontegels
leeftijdscategorie wipveer stuk 0 t/m 5 jaar meerpersoons wipveer stuk 0 t/m 5 jaar wip stuk 0 t/m 11 jaar enkel duikelrek stuk 6 t/m 11 jaar meerdelig duikelrek stuk 6 t/m 11 jaar brug stuk 6 t/m 11 jaar schommel stuk 0 t/m 11 jaar speciale schommel stuk 6 t/m 11 jaar evenwichtsbalk stuk 0 t/m 11 jaar bokspringpaal stuk 6 t/m 11 jaar balanceertoestel stuk 6 t/m 11 jaar stuk 0 t/m 5 jaar glijbaan laag glijbaan hoog stuk 0 t/m 11 jaar taludglijbaan stuk 0 t/m 11 jaar zandspeeltoestel stuk 0 t/m 11 jaar zandbak stuk 0 t/m 5 jaar draaitoestel klein stuk 0 t/m 11 jaar draaitoestel groot stuk 6 t/m 11 jaar klimelement stuk 0 t/m 11 jaar speelhuisje laag stuk 0 t/m 5 jaar combinatie klein jong stuk 0 t/m 5 jaar stuk 6 t/m 11 jaar combinatie klein oud combinatie klein stuk 0 t/m 11 jaar combinatie groot jong stuk 0 t/m 5 jaar stuk 6 t/m 11 jaar combinatie groot oud combinatie groot stuk 0 t/m 11 jaar uitgebreide speelcombinatie stuk 0 t/m 11 jaar tafeltennistafel stuk 6 t/m 18 jaar voetbaldoel stuk 6 t/m 18 jaar basketbalpaal stuk 6 t/m 18 jaar volleybalset stuk 12 t/m 18 jaar kabelbaan stuk 6 t/m 11 jaar skateboard groot stuk 6 t/m 18 jaar skateboard middel stuk 6 t/m 18 jaar skateboard klein stuk 6 t/m 18 jaar waterspeltoestel stuk 0 t/m 5 jaar speelaanleiding/poef/betonelement/diverse stuk 0 t/m 11 jaar kruipbuis stuk 0 t/m 18 jaar Jeu de boulesbaan stuk 6 t/m 18 jaar stuk 6 t/m 18 jaar multidoel(wand) klimwand stuk 6 t/m 18 jaar Voetbalkooi stuk n.v.t. bank stuk 0 t/m 18 jaar
type toestel
toestellen ondergronden Totaal
onderhoud 70%
3
toestellen ondergronden Totaal
€
2
1
1,29
onderhoud 60%
20
€
€
€
€
toestellen ondergronden Totaal
65 85
€
35
€
€
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
onderhoud per jaar 68 113 113 11 35 20 68 272 11 30 8 182 250 113 115 500 113 225 136 182 340 340 340 454 454 454 750 45 23 113 23 454 1.134 454 150 454 5 15 250 150 500 1.000 10 5
onderhoud 100%
12
12
12
12
normen vervang. aanschaftermijn waarde 12 € 725 12 € 1.250 12 € 1.650 14 € 395 14 € 455 14 € 593 12 € 1.600 12 € 2.725 14 € 465 15 € 1.115 12 € 650 12 € 2.395 12 € 3.630 12 € 4.500 12 € 2.100 15 € 2.200 10 € 1.535 10 € 3.865 12 € 2.095 12 € 2.750 12 € 4.500 12 € 7.000 12 € 6.000 12 € 8.500 12 € 9.500 12 € 9.500 30 € 15.000 15 € 2.090 15 € 1.200 12 € 1.345 12 € 805 8 € 5.540 10 € 19.115 10 € 6.890 10 € 2.305 8 € 5.540 15 € 185 20 € 550 15 € 5.000 15 € 5.500 15 € 35.000 20 € 35.000 12 € 300 165 8 € 30
188
2
1 4 1
2 7 6
3
2 4 4 18 20
10 7 1 16 4
aantal toestellen 37 11 2 4 21 1
2.511
174
2.172
43
63
52
€ € €
€
€
€
€
€ € €
3.480 340.183 146.865 487.048
-
141.180
-
2.205
-
€ € €
€ € €
€ € €
€
€
€
€
€
€ € €
15.994 2.019 18.012
13.709 1.730 15.439
22.848 2.884 25.732
25.732
522
-
2.281
-
81
-
totaal huidige situatie omvang aanschaf- onderhoud waarde per jaar € 26.825 € 2.516 € 13.750 € 1.243 € 3.300 € 226 € 1.580 € 44 € 9.555 € 735 € 593 € 20 € € € € € 4.650 € 110 € 7.805 € 210 € 650 € 8 € 38.320 € 2.912 € 14.520 € 1.000 € € € € € 4.400 € 1.000 € 6.140 € 452 € 15.460 € 900 € 37.710 € 2.448 € 55.000 € 3.640 € € € € € 18.000 € 1.020 € € € € € € € € € 4.180 € 90 € 8.400 € 161 € 8.070 € 678 € € € € € 19.115 € 1.134 € 27.560 € 1.816 € 2.305 € 150 € € 7 € 1.295 € 35 € € € € € 11.000 € 300 € € € € € € -
€ € €
€
€
€
€
beheer per jaar
294 28.712 € 11.906 12.396 € 9.875 41.108 € 21.782
-
11.916
n.v.t.
186
n.v.t. n.v.t.
afschrijving per jaar € 2.235 € 1.146 € 275 € 113 € 683 € 42 € € € 332 € 520 € 54 € 3.193 € 1.210 € € € 293 € 614 € 1.546 € 3.143 € 4.583 € € € 1.500 € € € € € 279 € 560 € 673 € € € 1.912 € 2.756 € 231 € € 86 € € € 733 € € € -
BIJLAGE VIII. GEGEVENSTABEL WIJKEN In deze bijlage staan per wijk de normen voor informele en formele speelruimte uitgewerkt voor de verschillende leeftijdscategorieën. De tabel kan als samenvatting en toelichting voor de analyse van informele en formele speelruimte gezien worden. Op basis van deze cijfers en de daadwerkelijke inrichting van de wijk en de inspraak die heeft plaatsgevonden, wordt het openbaar speelvoorzieningenniveau bepaald.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
141
code Wijk
uitgangspunten
doorrekenen normen voor speelruimte informeel formeel
kinderen oppvl kind/ha
kind/plek kind/plek ha/plek 0-5jr: 20m2/1 6-11jr: 20m2 /1 12-18jr: 1 st /15
[aantal]
A
Centrum 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar B Eemdal Noord 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar C Noordoostwijk 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar D Noordwijk 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar E Noordwestwijk 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar F Zuidwestwijk 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar G Zuidwijk 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar H Eemdal Zuid 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar I Buitengebied-West 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar J Buitengebied-Oost 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Totaal Totaal 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar
[ha] [aant/ha]
434 59 155 140 139 440 31 110 142 188 661 44 236 186 239 924 60 288 294 342 545 116 143 202 200 537 93 128 195 214 1.106 64 374 340 392 425 26 121 135 169 122 2107 26 27 69 46 481 12 22 12 5.240 3112 1.593 1.683 1.964
2 3 2 2 5 4 5 6 5 5 4 5 5 5 5 6 2 1 2 2 2 1 2 2 6 6 5 6 5 5 5 6 0 0 0 0 0 0 0 0 1 1 1 1
streef inventarisatie beeld plk tst
15 55 85
30 70 100
3 50 300
[plek]
[plek]
[plek]
3100m2 2800m2 9st
10 2 1
5 2 1
20 2 1
2200m2 2840m2 13st
7 2 2
3 2 1
11 1 1
4720m2 3720m2 16st
15 3 2
7 2 2
15 1 1
5760m2 5880m2 23st
19 5 4
9 4 3
20 2 1
2860m2 4040m2 13st
9 3 2
4 2 2
39 3 1
2560m2 3900m2 14st
8 3 2
4 2 2
31 2 1
7480m2 6800m2 26st
24 6 4
12 4 3
22 2 1
2420m2 2700m2 11st
8 2 1
4 1 1
9 1 1
520m2 540m2 5st
1 0 0
0 0 0
703 43 8
240m2 440m2 1st
0 0 0
0 0 0
161 10 2
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
kwantitatief verschil knd per tst per plekken plek 100 knd huidig en streefbeeld
[plek] [plek] [aantal]
4 3 1 2 9 6 4 2 9 7 5 1 12 7 5 3 4 3 3 2 5 2 2 2 16 12 7 3 7 4 3 3 1 1 1 1 0 0 0 0 67 45 31 19
1 1 1 0 10 9 6 1 2 1 1 1 8 7 6 2 3 3 2 1 0 0 0 0 10 9 4 2 8 5 6 3 1 1 1 0 0 0 0 0 43 36 27 10
7 5 4 2 41 30 19 2 15 3 12 11 33 21 20 2 20 15 9 0 0 0 0 0 32 25 15 2 34 22 21 4 6 6 2 0 0 0 0 0 188 127 102 23
tst per plek
[plek]
[aantal]
[aantal]
[aantal]
3 2 0 2 -1 -3 -2 1 7 6 4 0 4 0 -1 1 1 0 1 1 5 2 2 2 6 3 3 1 -1 -1 -3 0 0 0 0 1 0 0 0 0 24 9 4 9
434,0 155,0 140,0 n.v.t. 44,0 12,2 23,7 188,0 330,5 236,0 186,0 239,0 115,5 41,1 49,0 171,0 181,7 47,7 101,0 200,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 110,6 41,6 85,0 196,0 53,1 24,2 22,5 56,3 122,0 26,0 27,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 121,9 44,3 62,3 196,4
1,6 3,2 2,9 1,4 9,3 27,3 13,4 1,1 2,3 1,3 6,5 4,6 3,6 7,3 6,8 0,6 3,7 10,5 4,5 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 2,9 6,7 4,4 0,5 8,0 18,2 15,6 2,4 4,9 23,1 7,4 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3,6 8,0 6,1 1,2
7,0 5,0 4,0 n.v.t. 4,1 3,3 3,2 2,0 7,5 3,0 12,0 11,0 4,1 3,0 3,3 1,0 6,7 5,0 4,5 0,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 3,2 2,8 3,8 1,0 4,3 4,4 3,5 1,3 6,0 6,0 2,0 n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. n.v.t. 4,4 3,5 3,8 2,3
142
BIJLAGE IX.
SPEELPLEKKEN EN MAATREGELEN In deze bijlage staat weergegeven welke rol de plek speelt in het openbaar speelvoorzieningenniveau en welke acties nodig zijn om deze rol te kunnen vervullen. In de tabel staan de huidige plekken, de nieuw te maken plekken (zoekgebieden) en de te nemen maatregelen. In de eerste kolom staat het speelpleknummer. Betreft de plek een zoekgebied of maatregel dan is dit aangegeven met respectievelijk een Z of een M. De tweede kolom bevat de locatie waar de speelplek te vinden is. De locatienamen en de speelpleknummers zijn overgenomen uit de beheergevens van de gemeente Baarn. In de derde kolom is vervolgens toegevoegd in welke wijk de speelplek gelegen is. Aan de hand van de aanwezige speeltoestellen, de uitstraling en de aanwezige ruimte op de locaties is per speelplek de huidige leeftijdscategorie bepaald. Dit is weergegeven in de vierde kolom. In de vijfde kolom genaamd ‘categorie wordt’, is aangegeven voor welke leeftijdscategorie de speelplek in het openbaar speelvoorzieningenniveau ingericht dient te worden. In de zesde kolom genaamd 'beheer', is aangegeven bij wie de speelplek in beheer is. In de zevende kolom ‘maatregelen’, is kort aangeduid wat de kern is van de maatregelen die genomen moeten worden om de plek te laten voldoen aan de eisen van het openbaar speelvoorzieningenniveau.
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
143
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
144
tussen Faas Eliaslaan en Bosstraat
In overleg met buurtplatform
de Brink, Brinkstraat, Burgemeester Penstraat, maatregel Centrum Malvastraat, Schoolstraat, Nijverheidsstraat, door de Pekingtuin Laanstraat, de Laandwarsstraat en de maatregel Centrum Nieuwe Baarnstraat De Brink maatregel Centrum
Pekingtuin
Van Speyklaan
Van Kinsbergenlaan
Van Almondelaan
Banckertlaan
Van Brakellaan / Callenburglaan
Stellingwerf
Horizon 1
Horizon 2
Z1
Z2
M1
Z3
1401
1402
1403
1404
1405
1406
1408
1409
M3
M2
Centrum
Pekingtuin
0101
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
Eemdal Noord
zoekgebied Centrum
zoekgebied Centrum
zoekgebied Centrum
wijk
speel- locatie plek nummer wordt
beheer
maatregelen
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
gemeente speelplek creeren voor kinderen in overleg met omwonenden gemeente kleine Speelroute aanleggen naar de Brink en Pekingtuin
gemeente creeren speelplek kinderen in overleg met omwonenden
gemeente toestellen kinderen toevoegen omgeving meer betrekken, bijvoorbeeld taludglijbaantje
0 t/m 5 jaar
gemeente basket verplaatsen naar Z4 nieuw trapveld 0 t/m 5 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente toestellen secundair en inrichten als plukveld 0 t/m 11 jaar secundair gemeente toestellen niet meer vervangen, speelplek informeel bespeelbaar maken
0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
gemeente basketbalpaal verwijderen eventueel hergebruiken op de pleintjes 0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente uitdagend toestel jeugd toevoegen 0 t/m 5 jaar secundair gemeente toestellen niet meer vervangen, speelruimte informeel bespeebaar maken
0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar
gemeente uitbreiden Speelroute naar de Brink en Pekingtuin n.v.t. 0 t/m 11 jaar gemeente aanbrengen voetcarrilon op de Brink geen 12 t/m 18 jaar gemeente Stay Around voorziening creeren voor jongeren een sportveld (all weather of kunstgras) 0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente Plek ook aantrekkelijk maken voor de jeugd door uitdagend toestel te plaatsen
n.v.t.
n.v.t.
geen
geen
0 t/m 11 jaar 0 t/m 18 jaar gemeente trapveldje in park verbeteren en vergroten plus uitdagende toestellen jeugd.
huidig
categorie
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
145
nader te bepalen in overleg met jongeren en buurtbewoners
De Geerenweg
Israëlstraat
Speeltuinvereniging Jan Steen laan
ten oosten van de Johannes Vermeerlaan
ten oosten van de Johannes Vermeerlaan
Veldje Veldheimweg
Veldje Veldheimweg
grasveldje kerk Kerkstraat / Johannes Vermeerlaan Nieuwbouwlocatie t Geerke
Z5
1301
1302
Z6
Z7
Z8
Z9
Z10
Z11
Z13
tussen De Geerenweg en Schaapmanlaan
Doormanlaan De Withlaan
Z4
Z12
Bp veldje De Geerenweg
1411
0 t/m 11 jaar
huidig
secundair
wordt
categorie maatregelen
gemeente toestellen niet meer vervangen, speelruimte informeel bespeebaar maken
beheer
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
zoekgebied Noordoostwijk
Noordoostwijk
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
geen
0 t/m 11 jaar
gemeente toestellen seduncair, plek bespeelbaar laten door lijnen in de verharding aan te brengen, gekleurde tegels of knikkertegels bijvoorbeeld
gemeente speelplek voor kinderen creeren 0 t/m 11 jaar gemeente binnen nieuwbouwplan speelplek voor kinderen en jeugd creeren 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen creeren
0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar gemeente in gesprek met speeltuinvereniging over mogelijheid tot betrekken bij openbaar speelvoorzieningeniveau 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen creeren 0 t/m 11 jaar gemeente speelplek voor kinderen en jeugd creeren 0 t/m 11 jaar gemeente speelplek voor kinderen en jeugd creeren 6 t/m 11 jaar gemeente trapveldje creeren
secundair
12 t/m 18 jaar 12 t/m 18 jaar gemeente Nieuwe overkapping, voetbalveld optimaliseren / verharden zoekgebied Eemdal Noord geen 6 t/m 11 jaar gemeente trapveldje aanleggen, event. Verharden, dan basket 1406 plaatsen zoekgebied Eemdal Noord geen 12 t/m 18 jaar gemeente Stay Around / Whats up voorziening creeren in overleg met jongeren en buurtbewoners Noordoostwijk 12 t/m 18 jaar 12 t/m 18 jaar gemeente skatepark aantrekkelijker maken in overleg met skaters zelf, sporten op deze plek blijven faciliteren. Niet het ontmoeten / hangen op deze plek faciliteren
Eemdal Noord
Zuiderlicht
1410
Eemdal Noord
wijk
speel- locatie plek nummer
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
146
Noordwijk
Santhof
Kastanjelaan 19
Eikenweg 15
Vinkenhof 42
PR Fockema-Andrealaan
PR Fockema-Andrealaan
PR Fockema-Andrealaan
Prof. Krabbelaan
tussen J.F. Kennedylaan en Zandvoortweg
schoolplein Gaspard de Coligny
Bouwplan Kuyer
op diverse plekken in de buurt, bijvoorbeeld maatregel Noordwijk bij de Boomerang
groenstrook prof. Meijerslaan
Ypendaal
0301
0302
0303
0304
1101 A
1102 B
1103 C
1104
Z14
Z15
Z16
M4
Z17
2002
Noordwestwijk
zoekgebied Noordwijk
zoekgebied Noordwijk
zoekgebied Noordwijk
zoekgebied Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
Noordwijk
wijk
speel- locatie plek nummer wordt
beheer
maatregelen
0 t/m 5 jaar
geen
n.v.t.
0 t/m 11 jaar gemeente meer uitdaging voor de jeugd bieden, meer open uitstraling, pleinplakkers op parkeerplaats naast speelplek
12 t/m 18 jaar gemeente bankjes plaatsen op diverse plekken in te buurt t.b.v. het ontmoeten 12 t/m 18 jaar gemeente ontmoetingsvoorziening voor de buurt, jongeren en ouderen met een jeux des boulesbaan beschikbaar voor iedereen
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar gemeente nieuwe overkapping, voetbalveld optimaliseren / verharden. geen 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen creeren geen 6 t/m 11 jaar gemeente overleg met school over openbaarheid van het schoolplein geen 6 t/m 18 jaar gemeente speel- voetbalplek jeugd, ontmoeten jongeren faciliteren
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente geen aanpassingen noodzakelijk 0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente geen aanpassingen noodzakelijk 0 t/m 18 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente toestellen jeugd secundair en speelplek inrichten voor kinderen 0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente geen aanpassingen noodzakelijk 0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente opknappen, inrichten voor kinderen 0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente opknappen, inrichten voor kinderen 0 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar gemeente uitdagende speelplek voor de jeugd creeren, bijvoorbeeld met schommel, uitdagend draai-zwaai toestel
huidig
categorie
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
147
Noordwestwijk
Eemnesserweg thv hertenkamp
Hoge Bos
2001
1001
ten zuiden van de spoorlijn
Parkeerplaats en groen kerk Oude Utrechtseweg
Stationsgebied
Schoolplein NBS Smutslaan
Tussen Molenweg en Oude Utrechtsweg
fontein de Genestelaan
nieuwbouwplan terrein Waldheim MAVO
M6
M7
M8
Z19
Z20
Z21
Z22
Z23
ten zuiden van de Van Heemstralaan samen zoekgebied Noordwestwijk met jongeren te bepalen
Z18
bijvoorbeeld nabij tennispark of Maarschalks zoekgebied Zuidwestwijk bos
zoekgebied Zuidwestwijk
zoekgebied Zuidwestwijk
zoekgebied Zuidwestwijk
zoekgebied Zuidwestwijk
maatregel Zuidwestwijk
maatregel Zuidwestwijk
maatregel Zuidwestwijk
Ten zuiden van de Van Heemstralaan, bijvoorbeeld in de Emmalaan
M5
maatregel Noordwestwijk
Noordwestwijk
wijk
speel- locatie plek nummer wordt
beheer
maatregelen
geen
geen
geen
geen
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
geen
n.v.t.
6 t/m 11 jaar gemeente met school in gesprek over openstellen van schoolplein 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen en jeugd creeren 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen realiseren 12 t/m 18 jaar gemeente integreren Stay Around voorziening (sport en ontmoeten) binnen het nieuwbouwplan. Bijvoorbeeld pannakooi. 6 t/m 18 jaar gemeente creeren trapveldje voor de jeugd en de jongeren in de wijk
gemeente speelaanleidingen in het groen of pleinplakkers op de parkeerplaats plaatsen 6 t/m 18 jaar gemeente ontmoetingsvoorziening voor jong en oud, aansluiten bij herinrichting Stationsgebied
0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar gemeente speelaanleidingen plaatsen
0 t/m 11 jaar gemeente speelaanleidingen plaatsen, spelen met het water, brug of pondje 12 t/m 18 jaar gemeente sport en ontmoetingsplek: Stay Aroundplek creeren samen met jongeren en jongerenwerk
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar gemeente toestellen specifiek voor kinderen plaatsen, speelaanleidingen (boomstammen) toevoegen, bos meer bij speelplek betrekken, voetbalveldje afbakenen, eigen stay around voorziening in overleg met jongeren en buurt creeren
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente uitdaging bieden jeugd, integreren in omgeving bos en die mogelijkheden benutten, aanleidingen voor hutten bouwen enzovoorts
huidig
categorie
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
148
Plevierweide / Zwanenweide
Zwanenweide
Oosterstraat
Kemphaanstraat
0504
0505
0506
0507
Plevierweide / Meeuwenweide
0502
Meerkoetweide / Meeuwenweide
Meester Pluimhof Wijkamplaan 42-A
0402 0404
0503
Zuidwijk
Padangstraat 10
0401
Zuidwijk
Zuidwijk
Zuidwijk
Zuidwijk
Zuidwijk
Zuidwijk
Zuidwijk Zuidwijk
wijk
speel- locatie plek nummer wordt
beheer
maatregelen
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
gemeente 0502-0503-0504 één speelplek
gemeente 0502-0503-0504 één speelplek
gemeente geen aanpassingen gemeente geen aanpassingen op korte termijn gemeente 0502-0503-0504 één speelplek, fiets/skate parcour aanleggen d.m.v. aanpassing verharding. Praatpaal / benzinestationnetje toevoegen
0 t/m 5 jaar
gemeente behouden voor kinderen, uitstaling verbeteren, beter in omgeving integreren, spelen met en in het water? 0 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar gemeente eventueel toestellen voor kinderen secundair en omvormen tot trapveldje indien terrein Bestevaer niet snel beschikbaar komt. Uitdagende toestellen voor de jeugd plaatsen
0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar gemeente nieuw toestel jeugd, pad langs de speelplek afbakenen met boomstammen, beter in omgeving integreren en omgeving gebruiken (hoogteverschillen taludglijbaan?, groen enz.) aanwijzen als huttenbouwplek
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente uitdagende speelplek voor de jeugd creeren, bijvoorbeeld met schommel, uitdagend draai-zwaai toestel
huidig
categorie
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
149
Zuidwijk
Begoniastraat 'Teerplein
veldje Plantage
terrein tijdelijke Bestevaerschool
0508
Z24
Z25
schoolplein Guido de Bres, speeltuinvereniging Oosterkwartier
schoolplein nieuwe Bestevaerschool
Madoerahof
in overleg met jongeren, bijvoorbeeld terrein zoekgebied Zuidwijk Moskee of Brede school
spoorwegovergang Vondellaan
Pinksterbloemhof
Speenkruidlaan
Dovenetelhof
Kruiskruidlaan
Z26
Z27
Z28
Z29
M10
1501
1502
1503
1504
Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
maatregel Zuidwijk
zoekgebied Zuidwijk
zoekgebied Zuidwijk
zoekgebied Zuidwijk
noordelijk deel Vogelbuurt
M9
maatregel Zuidwijk
zoekgebied Zuidwijk
zoekgebied Zuidwijk
wijk
speel- locatie plek nummer wordt
beheer
maatregelen
gemeente Speelroute d.m.v. speelprikkels tussen speelplek 0404 en 0506 creeren.
0 t/m 11 jaar gemeente met school en speeltuinvereniging in gesprek over de openbaarheid van de speelvoorziening
0 t/m 5 jaar
gemeente speelplek voor kinderen realiseren 0 t/m 18 jaar gemeente speelplek voor kinderen, jeugd en jongeren; echte wijkspeelplek, creeren met voetbalveld. Goede zonering en uitdagende toestellen. Stay Around voorziening jongeren
0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar gemeente geen aanpassingen noodzakelijk 0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente geen aanpassingen noodzakelijk
0 t/m 11 jaar gemeente in gesprek met school over openbaar maken van schoolplein brede school geen 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek voor kinderen creëren geen 12 t/m 18 jaar gemeente Stay Around voorziening creeren in overleg met jongeren. n.v.t. 6 t/m 18 jaar gemeente bankjes plaatsen t.b.v. het ontmoeten voor jongeren en ouderen 6 t/m 18 jaar 12 t/m 18 jaar gemeente klimelement t.z.t. vervangen door meiden toestel: samen bewegen en kletsen 6 t/m 18 jaar secundair gemeente tafeltennistafel naar plek 1501
geen
geen
n.v.t.
geen
geen
12 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar gemeente activiteit voor jongeren organiseren en het ontmoeten faciliteren, gesprek over gebruik van de plek zodat ook de jeugd er overdag weer durft te komen en de school er gebruik van kan maken
huidig
categorie
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
150
voormalige camping August Janssenweg
Slotlaan
Bisschopswaai
in geheel Baarn
Z30
3001
M11
M12
De Logger
1508
't Onland
De Galei
1507
1509
Eemdal Zuid
De Gondel
1506
maatregel Wijk
maatregel BuitengebiedWest
Buitengebied-West
zoekgebied Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
Eemdal Zuid
wijk
speel- locatie plek nummer
maatregelen
n.v.t.
n.v.t.
0 t/m 18 jaar gemeente afspraken maken met woningcorporatie over inspectie en dergelijke van het speelplekje 0 t/m 18 jaar gemeente tijdelijke acties, budget informeel spelen bij projecten
6 t/m 18 jaar gemeente huttenbouwplek, struinplek, trapveldje, fietscrossbaan 0 t/m 11 jaar 0 t/m 18 jaar gemeente basisvoorziening voor de kern lage Vuursche, onderhoud vrijwilligers buurthuis.
geen
0 t/m 5 jaar
wordt
beheer
gemeente toestellen jeugd secundair maken 0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar gemeente speelplek handhaven en eventueel uitbreiden 0 t/m 5 jaar secundair gemeente toestellen secundair. Plein bespeelbaar achterlaten door gekleurde klinkers of een fietsparcours 6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar gemeente met de jeugd bekijken hoe het veldje verbeterd kan worden
0 t/m 11 jaar
huidig
categorie
BIJLAGE X.
KAARTEN
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
151
OBB Ingenieursbureau 504.03 Ruimte voor Spelen © versie definitief d.d. 10-3-09
152