Buitenspelen.kom Speelruimteplan gemeente Boxtel BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE
Buitenspelen.kom Speelruimteplan gemeente Boxtel BELEIDSPLAN voor en ANALYSE van SPEELRUIMTE
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
1
Titel: Subtitel: Omschrijving: Opdrachtgever: Opdrachtnemer:
Opgesteld door: Datum: Project: Aantal pagina’s:
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
"Buitenspelen.kom" Speelruimteplan gemeente Boxtel Beleidsplan voor en analyse van speelruimte Gemeente Boxtel OBB Ingenieursbureau Postbus 805 7400 AV Deventer 0570 – 61 60 05
[email protected] ing. E.G. Oost-Mulder september 2008 912.03 116
2
VOORWOORD Speelruimteplan: handleiding, geen handboek Het nieuwe speelruimteplan van Boxtel ligt voor u. Dit speelruimteplan is geen handboek, waarin staat welke speeltoestellen op welke plek moeten komen. Het is veel meer een handleiding hoe spelende kinderen hun plek te geven en ontmoetingen mogelijk te maken. In dit speelruimteplan beschrijven we beleidsmatig waarom spelen belangrijk is en dat er meerdere vormen van spelen zijn. Het formele spelen krijgt haar plaats. Daarmee bedoelen we spelen op en met speeltoestellen. Ook het belang van het informele spelen geven we haar plaats: kinderen kunnen met een speelaanleiding of speelprikkel immers vaak hun fantasie aan het werk zetten. Daarnaast bieden we ruimte aan avontuurlijk spelen, waarbij kinderen vuile handen mogen krijgen door met een combinatie van toestellen of gebruiksvoorwerpen in het groen hun fantasie bot te vieren. We laten spelen in de volle breedte aan bod komen. Spelen is meer dan het aanleren en doorontwikkelen van motorieke en sociale vaardigheden. Spelen is ook ontmoeten van kinderen met verschillenden achtergronden en voor kinderen van verschillende leeftijden. Spelen is ook ontmoeten van kinderen, jongeren, ouders en ouderen. Spelen is daarmee een belangrijke sociale factor die mensen bindt. Met dit speelruimteplan willen we buurtbewoners een handboek geven zodat zij spelen in hun buurt en in hun straat kunnen ontwikkelen. In het speelruimteplan staan de randvoorwaarden waaraan de verschillende speelplekken moeten voldoen om er voor te zorgen dat er een voldoende breed aanbod is. Daarbij laten we buurtbewoners en kinderen voldoende ruimte om de speelplekken naar eigen wensen daadwerkelijk in te vullen. Ik hoop dat de bewoners van Boxtel, Liempde en Lennisheuvel de uitdaging oppakken en dit speelruimteplan gebruiken om spelen en ontmoeten voor kinderen van 0 tot 99 jaar te realiseren. Ger Wouters
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
3
INHOUDSOPGAVE 1.
SAMENVATTING 1.1. Beleidsuitgangspunten 1.2. Samenvatting analyse speelruimte 1.3. Uitvoering streefbeeld 1.4. Structurele budgetten Kop 7 voor witregel in inhoudsopgave
2.
INLEIDING 2.1. Waarom een speelruimteplan? 2.2. Doelstelling en visie 2.3. Plan van aanpak 2.4. Betrokkenheid doelgroepen 2.5. Begripsbepaling 2.6. Leeswijzer voor het speelruimteplan Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave
7 7 7 10 10 12
13 13 13 13 14 14 15 16
DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2008 - 2017
17
3.
19 19 19 20 20 21 21 22 26 29 30 31 32 33 34 36 39
BELEID SPEELRUIMTE 2008 - 2017 3.1. Het recht op spelen 3.2. De 3%-norm 3.3. Spelen is ontmoeten 3.4. Spelen is leren 3.5. Speelruimte, voor wie? 3.6. De relatie informele en formele speelruimte 3.7. De informele speelruimte 3.8. Vormgeving informele speelruimte 3.9. De formele speelruimte 3.10. Duurzame speelplekken 3.11. Schoolpleinen als openbare speelruimte 3.12. Samen werken aan speelruimte 3.13. (Her)ontwikkeling en renovaties woongebieden 3.14. Vormgeving formele speelruimte 3.15. De zorg voor speelvoorzieningen 3.16. Periode en evaluatie speelruimtebeleid 7gevoegd voor witregel in inhoudsopgave
40
DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE
41
4.
LEESWIJZER ANALYSE SPEELRUIMTE 4.1. Bij het lezen van de analyse 4.2. Leeftijden en aantallen 4.3. Onderverdeling in wijken en buurten 4.4. Opbouw teksten 4.5. Tekstwolken naast de tekst 4.6. Secundaire speelplekken 4.7. Speelplek als basisvoorziening
43 43 43 44 44 44 44 45
5.
BOVENWIJKSE ASPECTEN VAN SPEELRUIMTE 5.1. Kinderaantallen 5.2. Georganiseerd sport en spel 5.3. Bovenwijkse voorzieningen jeugd 5.4. Hondenpoepprobleem 5.5. Voorzieningen voor jongeren 5.6. Speel en eetgroen
47 47 47 47 47 48 49
6.
SPELEN IN LENNISHEUVEL 6.1. Kinderaantallen 6.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 6.3. Speelgroen 6.4. Formele speelruimte 0 – 11 jaar 6.5. Informele ontmoeting 6.6. Sport 12 -18 jarigen
51 51 51 51 51 52 52
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
4
7.
SPELEN IN LIEMPDE 7.1. Kinderaantallen 7.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 7.3. Speelgroen 7.4. Formele speelruimte 0 – 11 jaar 7.5. Informele ontmoeting 7.6. Sport 12 – 18 jaar
53 53 53 53 53 55 55
8.
SPELEN IN SELISSEN-MUNSEL 8.1. Kinderaantallen 8.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 8.3. Speelgroen 8.4. Formele speelruimte 0 – 11 jaar 8.5. Informele ontmoeting 8.6. Sport 12 -18 jaar
57 57 57 57 58 59 59
9.
SPELEN IN SELISSENWAL 9.1. Kinderaantallen 9.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 9.3. Speelgroen 9.4. Formele speelruimte 0 – 11 jaar 9.5. Informele ontmoeting 9.6. Sport 12 -18 jaar
61 61 61 62 62 63 64
10.
SPEELRUIMTE IN CENTRUM/BREUKELEN 10.1. Kinderaantallen 10.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 10.3. Speelgroen 10.4. Formele speelruimte 10.5. Informele ontmoeting 10.6. Sport 12 -18 jaar
65 65 65 66 67 69 70
11.
SPELEN IN OOST 11.1. kinderaantallen 11.2. Informele speelruimte 0 – 11 jaar 11.3. Speelgroen 11.4. Formele speelruimte 0 – 11 jaar 11.5. Informele ontmoeting 11.6. Sport 12 – 18 jaar
71 71 71 72 72 76 77
12.
REALISATIE STREEFBEELD EN JAARLIJKSE KOSTEN 12.1. Realiseren streefbeeld 12.2. Structurele budgetten
79 79 81
’DEEL III BIJLAGEN BIJLAGE I. BIJLAGE II. BIJLAGE III. BIJLAGE IV. BIJLAGE V. BIJLAGE VI. BIJLAGE VII. BIJLAGE VIII.
85 ONTWIKKELING VAN HET KIND AANTAL EN KOSTEN SPEELTOESTELLEN GEGEVENSTABEL WIJKEN PROGRAMMA VAN EISEN SPEELPLEKKEN EN MAATREGELEN INFORMELE ONTMOETING JONGEREN SPEELPRIKKELS TEKENINGEN
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
87 89 91 93 97 109 111 113
5
TABELLEN, GRAFIEKEN EN FIGUREN Tabel 1 Wijzigingen plekken per wijk in streefbeeld Tabel 2 Kosten realisatie streefbeeld Tabel 3 Structurele budgetten streefbeeld Tabel 4 Normen informele speelruimte Tabel 5 Normen formele speelruimte Tabel 6 totaal aantallen per doelgroep en wijk Tabel 7 Kosten realisatie streefbeeld Tabel 8 Wijzigingen plekken per wijk in streefbeeld Tabel 9 Structurele budgetten huidige situatie Tabel 10 Structurele budgetten streefbeeld Tabel 11 Structurele budgetten streefbeeld Tabel 12 Verkorte normentabel Tabel 13 Verloop kinderpiek Tabel 14 Kosten per plek
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
8 10 11 25 29 43 79 81 82 83 83 93 94 95
6
1.
SAMENVATTING
1.1.
Beleidsuitgangspunten Aan de hand van voorliggend speelruimteplan zal er voor het spelen ten eerste een verandering van denken over de openbare ruimte moeten plaatsvinden bij het bestuur, de ambtenaren en de burgers. De kern daarvan is: bij het inrichten en beheren van de openbare ruimte moet de bespeelbaarheid in ogenschouw worden genomen.
Beleidsuitgangspunt 1.
Beleidsuitgangspunt 2. Beleidsuitgangspunt 3.
Beleidsuitgangspunt 4.
Beleidsuitgangspunt 5.
Beleidsuitgangspunt 6.
Beleidsuitgangspunt 7. Beleidsuitgangspunt 8.
Beleidsuitgangspunt 9.
Beleidsuitgangspunt 10.
Beleidsuitgangspunt 11.
Beleidsuitgangspunt 12. Beleidsuitgangspunt 13.
1.2.
De belangrijkste (speel)uitgangspunten waarmee rekening moet worden gehouden bij de inrichting, het beheer en het onderhoud van bestaande en nieuwe woonwijken: (blz.) De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18jarigen stimuleren. 19 De gemeente wil door speel- en ontmoetingsmogelijkheden aan te bieden haar bewoners stimuleren elkaar te ontmoeten. 20 De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in speelomgeving, speeltoestellen en speelprikkels aan te bieden. 20 De gemeente wil, om nu en in de toekomst de kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor informele speel- en ontmoetingsruimte hanteren. 24 Bij ontwerp en onderhoud van de openbare ruimte wordt nagegaan hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. Dit gebeurt door meer aandacht te schenken aan de bespeelbaarheid van verhardingen en groenvoorzieningen. 26 De gemeente wil, om nu en in de toekomst de spreiding, kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor formele speelruimte hanteren. 30 De gemeente wil een duurzaam netwerk aan speelplekken bieden met een “stevige” inrichting en een centrale ligging. 31 Schoolpleinen worden niet actief betrokken bij de formele speelruimte. Op initiatief van de school wordt informeel medegebruik door de gemeente gestimuleerd. 31 De gemeente wil de bewustwording van bespeelbare openbare ruimte vergroten door een speelparagraaf toe te voegen aan nieuw beleid voor de openbare ruimte. 32 De gemeente wil dat toekomstige bestemmingsplannen en stedenbouwkundige plannen worden getoetst aan de visie en normen van speelruimte. Hiertoe wordt in een vroeg stadium een programma van eisen ingediend. 33 De gemeente wil voldoende vrijheid in bestemmingsplannen om zonder bestemmingsplanwijziging sport- en speelvoorzieningen te kunnen aanleggen binnen de bestemmingen groen en verkeer. 34 De gemeente wil een minimaal onderhoudsniveau van 70% waarborgen. 37 Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen 48 uur passende maatregelen genomen. 39
Samenvatting analyse speelruimte Ontmoeten van leeftijdsgenoten, maar ook andere buurtgenoten, dat staat voorop voor gemeente Boxtel. De speelruimte is daarbij een belangrijke drager. De speelplek is vaak een locatie waar ontmoet en daarnaast gespeeld of gesport kan worden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
7
bespeelbaarheid straat
Centrum/Breukelen Oost Selissenwal Munsel/Selissen Lennisheuvel Liempde Totaal Boxtel
Deze visie is duidelijk voor ogen gehouden bij het opstellen van het beleid en het formuleren van het streefbeeld. De analyse van de huidige speelruimte laat zien dat veel speelplekken ingericht zijn voor meerdere doelgroepen. Ook hieruit blijkt dat er op dit moment graag aan alle leeftijden iets wordt geboden. Een tweede belangrijk aspect is de aandacht voor de bespeelbaarheid van de straten en vooral ook het groen. Ook hierin is een grote eerste stap gedaan voor verdere invulling per wijk (zie Bijlage VIII voor toelichtend kaartmateriaal). In het kort geldt voor de speelplekken: “minder maar beter” . En met beter wordt bedoeld: beter afgestemd op de doelgroepen. Geadviseerd wordt om in totaal 17 plekken op korte of langere termijn te laten vervallen. Dit kan echter alleen in combinatie met verbetering van de bespeelbaarheid van de openbare ruimte in de wijken. Hiervoor zijn in het plan in totaal 40 maatregelen geformuleerd, variërend van het aanbrengen van speelprikkels, het maken van ontmoetingsplekken, het verbeteren van oversteekmogelijkheden tot hulpmiddagen op de volkstuin. Daarnaast wordt ook nog geadviseerd om 8 nieuwe speelplekken te realiseren. Dit zogenoemde streefbeeld zal leiden tot voldoende speelruimte voor alle leeftijden en tevens tot meer informele ontmoetingsmogelijkheden in de openbare ruimte in de vorm van zithoekjes, trapveldjes, huttenbouwgroen, eetgroen en picknickveldjes. Huidig Plek Tst 16 78 42 208 10 39 6 47 4 28 14 78 92 478 Tabel 1
speeltuin
buurtontmoetingsplek
Nieuw Plek Tst 0 18 3 48 3 12 2 16 0 0 0 11 8 105
Prikkel 141 184 76 85 31 42 559
Maatr. 13 9 5 5 4 4 40
Verwijderen Plek Tst 4 18 7 67 4 23 0 5 1 6 1 12 17 131
Streefbeeld Plek Tst 12 78 38 189 9 28 8 58 3 22 13 77 83 452
Wijzigingen plekken per wijk in streefbeeld
Lennisheuvel De doelgroep heeft in Lennisheuvel voldoende informele speelruimte in met name de tuinen en in de kern van het dorp op de veldjes tussen de huizen. Aandachtspunt blijft de drukke Lennisheuvel. Deze scheidt de woonbuurt van de speeltuin voor de jongere jeugd en kinderen. Deze speeltuin biedt wel kansen en mogelijkheden voor een echt goede sport- en ontmoetingsplek voor alle leeftijden. In de woonbuurt liggen veel speelplekken in relatie tot het aantal kinderen en jeugd. Een goede sportplek voor de jeugd en jongeren is niet aanwezig en zou er wel moeten zijn. Liempde In Liempde zijn geen grote groenvoorzieningen of pleinen voor de doelgroepen om te spelen. Er is nergens een bosje voor het bouwen van een hut, behalve bij de sportvelden. Buiten de doorgaande wegen zijn de straten wel rustig genoeg om op te spelen. Het aanbod aan formele speelplekken verschilt sterk per buurt. Over het algemeen zijn de speelplekken echte buurtonmoetingsplekken. De ene buurt heeft meer dan genoeg plekken en de andere buurt eigenlijk te weinig. Er zijn geen locaties te vinden voor centraal gelegen nieuwe plekken. Daarom wordt voorgesteld veel plekken te verbeteren. Dit geldt zeker ook voor de sportplekken voor de jongeren. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
8
je kan de Dommel aanraken
creatief ruimtegebruik trapveld
gave tijdelijke speelruimte
goed trapveldje
Centrum/Breukelen De informele speelruimte in deze wijk laat te wensen over. Er rijden en staan veel auto’s. Belangrijk is dat de grotere open ruimten ook bespeelbaar mogen zijn. Daarbij valt bijvoorbeeld te denken aan de parkeerplaatsen waar de kinderen een balletje kunnen trappen of leren fietsen. Het aanwezige groen langs de rand van de wijk moet aantrekkelijker en meer bereikbaar worden gemaakt. Het kinderaantal in Centrum neemt duidelijk af, maar in Breukelen juist weer toe. Hierdoor zouden een aantal speelplekken in Centrum kunnen komen te vervallen. Ruimte voor nieuwe plekken is niet te vinden dus de bestaande plekken mogen wel worden opgewaardeerd. Voor de jongeren moeten er enkele goede plekken komen waar ze kunnen sporten en ontmoeten. Oost De wijk Oost biedt qua oppervlakte ruim voldoende informele speelruimte. Doodlopende straten en grotere en kleinere groenvoorzieningen zorgen hiervoor. Oost is de meest kinderrijke wijk dus is deze ruimte ook nodig. Zorgpunten daarbij zijn de hondenpoep en de geparkeerde auto. Beide leggen een grote claim op de aanwezige bespeelbare ruimte. Maatregelen in deze wijk zijn dan ook hierop gericht. Centraal in Oost ligt een groengebied met veel potentie voor ontmoeting, sport en spelen. Voorgesteld wordt om dit gebied beter vorm te geven voor deze functie, zelfs met een bovenwijks karakter. Er zouden best een aantal plekken kunnen komen te vervallen, vooral daar waar twee plekken op nog geen 100 meter van elkaar liggen. Er zijn echter ook wat gaatjes in de dekking en een enkele nieuwe plek is gewenst. Selissenwal In Selissenwal vindt een grote herstructurering plaats en is op dit moment zowel de informele als formele speelruimte minimaal. Er is al wel een kleine toename aan kinderen te zien in deze wijk. Het is zaak om de speelruimte snel in te richten. Op dit moment is nog niet vormgegeven aan een centrale ontmoetingsplek. Achter de woningen van het centrum lijkt hiervoor een geschikte ruimte te zijn. Hier zouden sport-, ontmoetings- en speelvoorzieningen moeten komen voor alle leeftijden. Van de overige plekken dient de inrichting en spreiding verbeterd te worden. Sommige plekken liggen nu erg achteraf en zijn mager ingericht. Munsel/Selissen In dit nieuwste deel van Boxtel is met een andere visie gebouwd. Selissen is krap opgezet met smalle straatjes en geen openbare ruimte. De kinderen kunnen terecht in de tuin, maar de jeugd is aangewezen op de speelplek die wat decentraal ligt. Munsel met reguliere nieuwbouw en de ecowoningen van In Goede Aarde is nog in aanbouw. Dit is te zien aan de openbare ruimte. Wel is hierdoor over het algemeen extra ruigte voor de jeugd aanwezig. Het Newtonplein is een mooi voorbeeld van waar de speelruimte in Boxtel naartoe kan groeien: goede combinatie van leeftijden, speeltoestellen en speelprikkels. Er moeten nog wel enkele speelplekken bijkomen en de verkeersafwikkeling blijft een aandachtspunt.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
9
1.3.
Uitvoering streefbeeld De maatregelen uit het streefbeeld, geformuleerd naar aanleiding van de analyse van de huidige situatie, zijn een richtlijn voor het verbeteren van de speelruimte. Per wijk is echter genoeg flexibiliteit om nog iets te schuiven in plekken en inrichtingen. Het is daarbij van belang dat het totaal aantal plekken en speeltoestellen niet te veel verandert. De structurele budgetten zijn hier namelijk op gebaseerd. De uitvoeringskosten van de maatregelen zijn in onderstaande tabel weergegeven.
Eenmalige kosten realiseren streefbeeld het verbeteren informele speelruimte: 559 speelprikkels en zitaanleidingen het realiseren van 8 zoekgebieden + verbeteren plekken: 114 nieuwe toestellen het hergebruik van 24 van de in totaal 131 secundaire toestellen (besparing) de bijkomende kosten veiligheidsondergrond 30% Subtotaal de bijkomende (her)inrichtingskosten waarvan 90% ten laste van spelen de uitvoeringskosten 10% van de eenmalige investeringskosten € 453200 Totaal Tabel 2
€ 139.800 € 288.000 € 61.000€ 86.400 € 453.200 € 412.100 € 45.300 € 910.600
Kosten realisatie streefbeeld
In paragraaf 12.1 wordt een nadere toelichting op de eenmalige investering gegeven. De kosten van de maatregelen zijn tot op plekniveau ingeschat, wat terug te vinden is in Bijlage V. In de praktijk blijkt dat het besteden van een dergelijke eenmalige investering niet in een jaar te doen is, zeker ook gezien de wenselijke inspraak van de wijken en omwonenden van speelplekken. Een acceptabele uitvoeringstermijn is vier jaar met jaarlijks een investering van circa € 227.650 . In vier jaar veranderen de kinderaantallen niet zodanig dat het uitvoeringsbeeld niet meer klopt met de analyse. Voor Boxtel zou het raadzaam zijn om samen met de wijkorganen een nadere prioritering per wijk op te stellen. Om structurele budgetten te besparen, heeft het terugbrengen van het aantal speelplekken op korte termijn de voorkeur. Daarnaast dient met prioriteit aandacht te zijn voor het opwaarderen van de speelruimte voor de jongeren zodat er voldoende te doen is voor deze leeftijdscategorie. Als derde prioriteit staat het opwaarderen van de grastrapveldjes en plekken voor de jeugd, zodat deze groep meer eigen plekken krijgt in plaats van een enkele schommel of enkel duikelrek op een plek voor kinderen en ze kan voetballen zonder poep onder de schoen.
1.4.
Structurele budgetten Aan de hand van de aanwezige toesteltypen en de geformuleerde onderhoudsbedragen in de normen kan het huidige onderhoudsbudget worden berekend. In het beleidsdeel wordt een onderhoudsniveau van 70% aangegeven (zie ook Bijlage II).
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
10
Voor het beheer is een ervaringsgetal geformuleerd op basis van reeds opgestelde beleidsplannen. Dit percentage ligt op 3,0% van de aanschafwaarde voor toestellen en op 0,5% van de aanschafwaarde voor veiligheidsondergronden. Binnen dit beheerbudget vallen alle bureauzaken als gegevensbeheer, werkvoorbereiding, klachtenafhandeling en beleidstechnische werkzaamheden. Het vervangingsbudget is berekend aan de hand van de theoretische levensduur en de aanschafwaarde van een toestel. In principe wordt een toestel vervangen nadat de afschrijvingstermijn is verstreken. De gemiddelde levensduur is op dit moment 13 jaar. Inventaris Structurele budgetten
Begroting 2008
Inventaris: aantal speelplekken aantal speeltoestellen aanschafwaarde toestellen aanschafwaarde ondergronden totaal onderhoud op niveau 70% beheer vervanging Budgetten totaal Tabel 3
Noodzakelijk huidig niveau Totaal
Noodzakelijk streefbeeld Totaal
92 478 € 1.075.905 € 378.952 € 1.454.857
83 461 € 900.320 € 233.190 € 1.133.510
€ 60.132 € 34.172 € 111.857 € 206.161
€ 42.580 € 28.180 € 77.810 € 148.570
€ 17.048 € 58.729 € 67.676 € 143.453 Structurele budgetten streefbeeld
Uit het overzicht blijkt dat in Boxtel tot op heden onvoldoende budget in de begroting is opgenomen voor het onderhouden, beheren en vervangen van speelvoorzieningen. In de huidige begroting is in totaal € 143.453 opgenomen. Gezien de normen moet er minimaal een bedrag van € 206.161 beschikbaar zijn om het huidige speelvoorzieningenniveau te onderhouden, te beheren en te vervangen. Dit verschil is vooral te wijten aan de areaaluitbreiding in de afgelopen zeven jaar met circa 170 toestellen waarvoor geen extra budgetten voor passend onderhoud, beheer en vervanging beschikbaar zijn gekomen. Indien er geen aanvullend budget beschikbaar komt, zullen sommige plekken “uitgekleed” worden en sommige verdwijnen. Het verwijderen van toestellen kan de eerste twee tot vijf jaar nog uitgesteld worden door met intensiever onderhoud de toestellen in stand te houden, maar dit zal ten koste gaan van de veiligheid. Daarna zal er alsnog hetzelfde budget beschikbaar moeten komen. Ook wordt er in verhouding dan teveel onderhoudsbudget besteed. Als dit structureel meer is dan de vervangingsreservering dan boert men eigenlijk achteruit. Er zal een gebrek blijven aan voorzieningen voor jongeren, waardoor de overlastproblemen in sommige delen van Boxtel zullen toenemen, in het bijzonder in Selissenwal, Oost en Centrum. Het beschikbaar komen van de eenmalige investering en het uitvoeren van de maatregelen leveren een ander beeld op qua plekken en toestellen. Het totaal aantal plekken zal afnemen en het aantal toestellen iets toenemen. Dit houdt in dat ook de benodigde structurele budgetten wijzigen. De structurele budgetten kunnen afnemen op jaarbasis als inderdaad de boventallige plekken opgeheven gaan worden in de nabije of verre toekomst (zie ook paragraaf 12.2.4). OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
11
Kop 7 voor witregel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
12
2.
INLEIDING Dit rapport “Buitenspelen.kom” geeft het beleid van gemeente Boxtel inzake de openbare speelvoorzieningen weer. In dit beleidsplan worden de relevante richtlijnen, een analyse van de huidige situatie en de speelruimte, het wenselijk en het huidig openbare speelvoorzieningenniveau, de te nemen maatregelen en het te voeren beleid weergegeven. Om het leesgemak van deze beleidsnota te verhogen is een leeswijzer opgenomen.
2.1.
Waarom een speelruimteplan? In gemeente Boxtel leeft de wens om het huidig speelruimtebeleid te actualiseren en bestuurlijk vast te stellen. In het beleidsprogramma 2006-2010 staat: “Er dient ook ruimte te zijn voor ontmoeting op straat en voor de kleinere kinderen dienen er voldoende speelvoorzieningen te zijn in bestaande én nieuwe wijken.” Gemeente Boxtel wil inzicht in een voldoende en veilige speel- en ontmoetingsstructuur, gerelateerd aan de aantallen en leeftijden van de kinderen. Voor de duurzame instandhouding van deze speelruimte wil de gemeente een overzicht om passend beheer, onderhoud en vervanging te kunnen toepassen.
2.2.
Doelstelling en visie Het doel is te komen tot een praktisch plan. In dit plan moeten de beleidsuitgangspunten voor spelen en ontmoeten worden vastgelegd en moet worden geschetst welke maatregelen nodig zijn om invulling te geven aan het beleid. Hierbij gaat het om een evenredig aanbod van informele en formele speelruimte aan de doelgroepen. De bijbehorende visie is dat er vormgegeven moet worden aan de thema’s uit de Nota Duurzame Ontwikkeling.
2.3.
Plan van aanpak De gemeente Boxtel hecht grote waarde aan participatie van alle belanghebbenden. Het wordt in deze situatie echter ook wenselijk geacht de doorlooptijd van het project zo beperkt mogelijk te houden. Omdat veel informatie al beschikbaar is vanuit algemene normering is in eerste instantie een praatplan uitgewerkt waarin de algemene normering is afgestemd op concreet voor Boxtel vastgesteld beleid. Dit praatplan is besproken met de projectgroep en zo nodig aangepast. Hierbij zijn de volgende partijen betrokken: • Wijkbeheer • Wijkorganen • Jeugd- en jongerenwerk • Opbouwwerk Vervolgens is op basis van het aangepaste plan de lokale situatie geanalyseerd en per wijk in beeld gebracht. Ook is hierbij onder de speeltuincontactpersonen een enquête uitgezet. Voor de toetsing van de specifieke effecten per wijk is overleg gevoerd met de speeltuincontactpersonen.
2.3.1.
Projectgroep speelruimteplan Diverse onderdelen van het speelruimtebeleid hebben raakvlakken met verscheidene verantwoordelijkheden. Daarom is het plan in breed overleg opgesteld en is een projectgroep ingesteld met vertegenwoordiging vanuit alle afdelingen die betrokken zijn bij spelen: Welzijn; Ruimtelijk Beleid; Beheer en Onderhoud; Groenbeleid; Verkeer; Milieu OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
13
2.3.2.
Veldinventarisatie Om een goede indruk te krijgen van de bespeelbaarheid van de verschillende wijken heeft een aanvullende veldinventarisatie plaatsgevonden. Hierin werd gekeken naar de ruimtelijke opbouw van de wijken, de bereikbaarheid en speelwaarde van de speelplekken en de geschiktheid voor leeftijdscategorieën.
2.3.3.
Overige beleidsvelden Naast het overleg met de projectgroep en de inspraak zijn beleidsstukken, onderzoeken en rapporten van gemeente Boxtel, die relevant zijn voor spelen, bij het opstellen van het speelruimteplan betrokken. Hieronder vallen de Nota Integraal Jeugdbeleid en de Nota Duurzame Ontwikkeling.
2.4.
Betrokkenheid doelgroepen Belangrijkste doelgroep zijn natuurlijk de gebruikers van de leefruimte: de bewoners van de wijk en de kinderen, jeugd en jongeren in het bijzonder. Na het vaststellen van de algemene uitgangsnormen wordt in directe samenwerking met deze personen aan de speel- en ontmoetingsruimte in de wijken een specifieke invulling gegeven.
2.5.
Begripsbepaling
2.5.1.
Speelruimte Het is belangrijk om te realiseren dat ruimte de bepalende factor is bij het spelen en niet zozeer de aanwezigheid van speeltoestellen. Speelruimte betreft ten eerste de ruimte die fysiek aanwezig is om te spelen, zowel in de openbare ruimte als op ingerichte speelplekken. Ten tweede gaat speelruimte over de spreekwoordelijke ruimte die de doelgroep gegund wordt, met andere woorden: waar mag hij of zij spelen?
2.5.2.
(In)formele speelruimte Binnen de openbare ruimte kan ook onderscheid gemaakt worden tussen informele en formele speelruimte. Met informele speelruimte wordt de ruimte aangeduid waar de doelgroep leeft, woont en (veilig) kan spelen, zoals de straat, de stoep, het plantsoen en het water, maar waar geen specifieke speeltoestellen staan. Met formele speelruimte wordt de ruimte aangeduid die specifiek en exclusief is ingericht voor de speelfunctie (de speelplekken met voorzieningen).
In dit speelruimteplan staat de formele speelruimte niet los van de informele speelruimte. Binnen de informele speelruimte vindt ook een groot deel van het ontmoeten plaats. 2.5.3.
Speelprikkel en speeltoestel Bij speelruimte wordt onderscheid gemaakt tussen speelprikkels en speeltoestellen. Speelprikkels zijn objecten die niet specifiek voor het spelen geplaatst zijn, maar een scala aan speelmogelijkheden bieden in de informele en formele speelruimte. Speeltoestellen zijn die voorzieningen in de formele speelruimte die specifiek voor het spelen geplaatst zijn en gemaakt zijn voor een bepaalde speelmogelijkheid.
In Bijlage VII wordt nader ingegaan op het begrip speelprikkel. 2.5.4.
Openbaar speelvoorzieningenniveau In de analyse wordt gesproken over een basisnetwerk van speelvoorzieningen. Het basisnetwerk is het beeld van speelplekken dat recht doet aan een eerlijke verdeling van speelvoorzieningen over de wijken en leeftijdscategorieën van de doelgroepen. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
14
2.5.5.
Boventallige voorzieningen Er wordt gesproken over boventallige speelplekken of –toestellen. De als boventallig aangeduide voorzieningen hebben geen functie (meer) in het basisnetwerk van speelvoorzieningen. De onderhoudskosten voor deze toestellen moeten beperkt blijven tot inspectiekosten. Deze toestellen zullen op termijn niet meer vervangen worden door de gemeente.
2.5.6.
Leeftijdsaanduidingen In het speelruimteplan wordt de volgende indeling in leeftijdscategorieën gehanteerd: kinderen jeugd jongeren
= = =
van 0 tot en met 5 jaar van 6 tot en met 11 jaar van 12 tot en met 18 jaar
Bij de voorzieningen voor de jongeren is een doorkijk gemaakt naar de jongvolwassenen van 19 tot 23 jaar. Verder wordt er gesproken over ontmoetingsplekken voor alle leeftijden (0 tot 100 jarigen).
2.6.
Leeswijzer voor het speelruimteplan Bovenstaande doelstelling en visie zijn uitgewerkt in het speelruimteplan. Na de samenvatting in hoofdstuk 1 en een inleiding in hoofdstuk 2 beslaat deel I van dit rapport het eigenlijke speelruimtebeleid. In hoofdstuk 3 wordt het te voeren beleid voor de speelruimte voor 2008 tot en met 2017 beschreven. Vooral dit deel van het speelruimteplan is het gedeelte dat bestuurlijk moet worden vastgesteld. Deel II is de uitwerking van het voorgestelde beleid. In de hoofdstukken 4 tot en met 11 wordt aan de hand van het geformuleerde beleid een analyse gemaakt van de mate waarin de aanwezige speelruimte voldoet aan de geformuleerde beleidsuitgangspunten. Met andere woorden: hoe ziet het openbaar speelvoorzieningenniveau eruit? Daarbij worden de noodzakelijke aanpassingen en financiële consequenties beschreven in hoofdstuk 12. Dit deel biedt een leidraad voor de aanpassingen aan de speelruimte in gemeente Boxtel. In deel III worden de bijlagen weergegeven. Deze tabellen bevatten (norm)cijfers, ramingen en voorbeelden behorende bij de huidige en wenselijke speelsituatie in gemeente Boxtel. Daarnaast is er een kaart met daarop de ligging van de speelplekken, de leeftijdcategorie, de belangrijke dragers van de informele speelruimte, de functie-indeling van het groen en de locatie van de maatregelen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
15
Kop 7 ingevoegd voor witregel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
16
DEEL I SPEELRUIMTEBELEID 2008 - 2017
Buitenspelen.kom Speelruimteplan gemeente Boxtel
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
17
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
18
3.
BELEID SPEELRUIMTE 2008 - 2017 Dit speelruimteplan "Buitenspelen.kom" gaat over het spelen in gemeente Boxtel. Wat is er natuurlijker dan spelen? Spel is onlosmakelijk verbonden met leven, met samenzijn, met het functioneren als individu en met het functioneren als lid van een groep. "Natuurlijk", roept iedereen, "spel is belangrijk en er moet ruimte zijn voor spel, veilig spel wel te verstaan." In voorliggend hoofdstuk worden de beleidsaspecten inzake de speelruimte weergegeven.
3.1.
Het recht op spelen Kinderen, jeugdigen en jongeren (de doelgroep) hebben recht op speelruimte. Er is (nog) geen expliciete wet die overheden verplicht om speelplekken aan te leggen. Wel is er het verdrag inzake de Rechten van het kind dat werd aangenomen door de Verenigde Naties op 20 november 1989. Het omvat alle kinderrechten, geldt wereldwijd en heeft dezelfde kracht als een wet in Nederland. Het verdrag is eigenlijk een contract tussen de overheden en hun minderjarige bevolking. Het is de plicht van elke overheid om daarmee rekening te houden. Lid 1 van Artikel 31 verdrag Rechten van het kind De Staten die partij zijn, erkennen het recht van het kind op rust en vrije tijd, op deelneming aan spel en recreatieve bezigheden passend bij de leeftijd van het kind, en op vrije deelneming aan het culturele en artistieke leven.
kind heeft recht op spelen
3.2.
Beleidsuitgangspunt 1. De gemeente onderkent het recht en het belang van speelruimte en wil zowel het informele als het formele spelen voor 0- tot en met 18-jarigen stimuleren.
De 3%-norm Door de SP (mevrouw Agnes Kant) is in 2003 een initiatiefwet over speelruimte ingediend. Deze initiatiefwet met daarin de zogenoemde 3%-norm1 voor speelruimte heeft het niet gehaald tot wet. Wel heeft minister Dekker naar aanleiding van dit wetsvoorstel een brief rondgestuurd aan de Nederlandse gemeenten. In deze brief wordt de zorg van de regering uitgesproken over het feit dat de kinderen ogenschijnlijk minder buitenspelen en dat dit zou komen door een tekort aan speelruimte en ontwikkelingsmogelijkheden. De gemeenten wordt verzocht alsnog invulling te geven aan deze 3%-norm, met als aandachtspunt de verantwoordelijkheid voor een integrale ruimtelijke ontwikkeling. Dus er dienen niet alleen speelplekken gemaakt te worden; ook trapveldjes, sportvelden, parken, waterkanten, natuurgebieden, schoolpleinen en pleinen dienen geschikt en bereikbaar te zijn voor kinderen om te spelen en te ontmoeten. De minister vraagt om ruimte voor informeel spel. De gemeente Boxtel voldoet gemeentebreed gezien aan deze 3%norm. Zij beschikt over grote plantsoenen met speelplekken in Boxtel Oost, Munsel en in de dorpen Lennisheuvel en Liempde. Ook de mogelijkheden voor spelen in de meer natuurlijke groengebieden langs de Dommel en rondom het Leysenven dragen hier potentieel aan bij. De oude wijken Boxtel Centrum en Breukelen zijn echter zeer krap van opzet en de 3%-norm als absoluut minimum voor formele speelruimte wordt hier niet gehaald in de openbare ruimte. Wel moet hierbij opgemerkt worden dat in Centrum ook minder kinderen wonen.
1
In de ruimtelijke plannen zou 3% de bestemming speelruimte moeten krijgen. Bezwaren daarbij waren dat bij deze norm elke vorm van kwalificatie ontbrak en er geen rekening werd gehouden met het aantal kinderen. Ook zouden de kinderen dan in “speelhokjes” worden gezet in plaats van integratie van het spelen in de openbare ruimte. De minister kwantificeerde dit naar 3% van de voor wonen bestemde gebieden. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
19
3.3.
Spelen is ontmoeten Daar waar gespeeld wordt, vindt ontmoeting plaats. Het ontmoeten in de openbare ruimte van alle leeftijden, geslachten en culturen leidt ertoe dat er gecommuniceerd wordt en dat zorgt ervoor dat bewoners elkaar kennen. In het elkaar kennen ligt de kern van leefbaarheid, want op het moment dat mensen elkaar kennen ontstaat een sociaal netwerk.
Beleidsuitgangspunt 2. De gemeente wil door speel- en ontmoetingsmogelijkheden aan te bieden haar bewoners stimuleren elkaar te ontmoeten.
ONTMOETEN
SPELEN
LEEFBAARHEID
Gebleken is dat daar waar geschikte en toegankelijke ruimten met mogelijkheden voor activiteiten liggen, wordt gespeeld, gesport en ontmoet. Zowel de informele als formele speel- en ontmoetingsruimte spelen daarin een rol. In iedere wijk dienen dan ook voldoende ontmoetingsruimten te liggen voor alle leeftijden (0 tot en met 100 jaar) met daarop zit- en ontmoetingsaanleidingen en zo mogelijk in combinatie met een activiteit, zoals bijvoorbeeld een jeu-de-boulesveld. Er moet hiervoor goed gekeken worden naar locaties die al zo functioneren en die in stand moeten blijven.
3.4.
spelen is leren
Beleidsuitgangspunt 3. De gemeente wil voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de kinderen, jeugd en jongeren bieden door voldoende variatie in speelomgeving, speeltoestellen en speelprikkels aan te bieden.
Spelen is leren Spelen is in al haar vormen van wezenlijk belang voor de ontplooiing van de opgroeiende doelgroep en is de basis voor haar geestelijke en lichamelijke ontwikkeling. Om de ontwikkeling maximaal te kunnen stimuleren, is het nodig inzicht te hebben in de functies die spelen daarbij heeft (zie Bijlage I). Tijdens het spel spelen ingewikkelde, mentale processen een belangrijke rol. Door te spelen verkent het kind zijn omgeving. Hij of zij ontmoet andere kinderen, jeugdigen en jongeren, bekende en onbekende volwassenen, allerlei materialen, allerlei mogelijkheden, structuren en situaties. Het omgaan met de voorwerpen en situaties in zijn of haar omgeving is een belangrijke voorwaarde voor de latere ontwikkeling van de waarneming, het denken, het probleem oplossen en de geheugenfuncties. Door tijdens het spelen grenzen te verleggen leert de doelgroep meer zelfvertrouwen te hebben in zichzelf. Zelfvertrouwen is erg belangrijk bij het leggen van sociale contacten. Ieder mens is uniek en heeft een eigen ontwikkelingspatroon. Dit is ook afhankelijk van bijvoorbeeld cultuur of beperking. Daarom is het bij het realiseren van speelruimte belangrijk om rekening te houden met deze verschillen en daar de speelmogelijkheden en speelfuncties op af te stemmen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
20
Om een evenwichtig aanbod in de verschillende speelfuncties te hebben is het belangrijk ervoor te zorgen dat er voldoende speelmogelijkheden zijn. Dit kan door veel te variëren in de speelomgeving en inrichting van de speelplek met hoogteverschillen, materialen, toestellen en speelprikkels. Deze variatie zorgt er tevens voor dat er altijd voldoende uitdaging is op de speelplek voor de kinderen om er weer terug te komen. De variatie op de speelplek kan een aanvulling zijn op de al geboden speelfuncties in de openbare ruimte, zoals het bouwen van hutten in het plantsoen.
3.5.
Speelruimte, voor wie? Het is van belang te weten welke doelgroepen er gebruikmaken van informele en formele speelruimte en hoe deze doelgroepen de speelruimte gebruiken. Men moet ervan uitgaan dat baby’s zo gauw ze gaan lopen tot en met de jongeren van circa achttien jaar gebruikmaken van de aanwezige speelruimte. De scheidslijnen van de leeftijdscategorieën zijn niet haarscherp, maar bij de beoordeling van een speelruimte wordt een indeling van leeftijdscategorieën gehanteerd naar de schoolindeling. De kinderen (0 tot en met 5 jaar) Voor kinderen tot en met circa drie jaar is de speelplek zeker een plaats waar hij of zij onder begeleiding van een oudere veilig kan liggen, kruipen, staan of rondstruinen. Het alleen en zelfstandig spelen van een dergelijk jong kind vindt plaats in de besloten omgeving van de woning, bijvoorbeeld in de tuin, de woonkamer of eventueel direct bij de voordeur. Als de kinderen naar groep één en twee van de basisschool gaan, worden ze langzaamaan steeds zelfstandiger en willen en mogen ze meer hun omgeving verkennen. Dat gebeurt eerst dicht bij huis zodat de ouders nog enig zicht op het kind hebben, maar al snel verder de straat in waar het kind steeds meer nieuwe mogelijkheden vindt om te spelen. In gemeente Boxtel wonen circa 2.245 kinderen.
kinderen
jeugd
De jeugdigen (6 tot en met 11 jaar) De groep die in dit rapport als jeugdigen wordt aangeduid, betreft de kinderen uit de groepen drie tot en met acht van de basisschool. Op deze leeftijd gaan ze steeds meer op ontdekkingstocht uit en doen ze dit vaker in groepsverband. Jeugdigen uit de onderbouw mogen vaak nog geen drukke straten oversteken en moeten dichter bij huis blijven. Vanaf een jaar of acht echter zwermen ze uit over de gehele wijk. Het schoolplein is voor hen vaak een belangrijke speel- en ontmoetingsplek. In gemeente Boxtel wonen circa 2.085 jeugdigen. De jongeren (12 tot en met 18 jaar) Eenmaal op het voortgezet onderwijs treedt er meestal weer een gedrags- en interesseverandering op. De jongeren blijken de al dan niet daartoe ingerichte openbare ruimte vaak te gebruiken om zich te verzamelen, rond te hangen en te sporten. Ze verplaatsen zich hiervoor zelfstandig over de gehele wijk en het dorp. In gemeente Boxtel wonen circa 2.775 jongeren.
jongeren
3.6.
De relatie informele en formele speelruimte Als kinderen, jeugdigen of jongeren willen spelen, kunnen zij in een gevarieerde omgeving met gras, struiken, bomen, pleinen, stoepen en water vrijwel alle vormen van spel uitoefenen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
21
Fysieke ruimte neemt af centrum
Speeltoestellen kunnen dan ook gezien worden als een vervanging van de mogelijkheden die van nature aanwezig zijn. Daarom neemt vaak de noodzaak van speelplekken toe naarmate de fysieke ruimte om te spelen afneemt. Uiteraard zal gestreefd moeten worden naar zoveel mogelijk informele speelruimte. Het zou ideaal zijn als iedereen voldoende natuurlijke informele ruimte in zijn omgeving heeft om te spelen zonder dat hiervoor speciale voorzieningen aangebracht hoeven te worden. De praktijk is echter dat dit op veel plaatsen niet het geval is. De ruimte om te spelen binnen het bebouwde gebied neemt steeds verder af; het (auto)verkeer, de verdichting van de woningen, voorzieningen voor volwassenen, hondenpoep, bezuinigingen en onveiligheid door criminaliteit en vandalisme (sociale veiligheid) leggen een steeds groter beslag op de beschikbare openbare ruimte. In Boxtel is op dit moment nog veel informele speelruimte aanwezig met in de meeste gevallen ook voldoende variatie. In nieuwbouwsituaties wordt zelfs weer meer rekening gehouden met ruimte voor spelen en groen. De centrumwijken Breukelen en Centrum zijn krapper van opzet en zullen extremere maatregelen vergen om meer informele speelruimte te creëren. De normentabellen voor informele en formele speelruimte in Tabel 1 en Tabel 2 zijn dusdanig opgesteld dat zowel de hier gestelde hoeveelheid informele als formele ruimte in een wijk aanwezig dient te zijn voor een evenwichtig aanbod aan basisvoorzieningen. Bij het toepassen van de normen bepaalt de omvang van de aanwezige doelgroep binnen de actieradius, plus de hoeveelheid informele speelruimte of er een formele speelplek noodzakelijk is. In de praktijk blijkt verder dat als er veel informele speelruimte is, de norm van 30 kinderen binnen de actieradius van een plek bijna nooit gehaald wordt. Is er zeer veel informele speelruimte dan zal het dus niet nodig zijn om speelplekken aan te bieden. Speelruimte blijft echter maatwerk per wijk! De gemeente wil voldoende informele speelruimte aanbieden aan de kinderen, jeugd en jongeren. Waar deze informele ruimte tekortschiet in kwantiteit of kwaliteit wordt zij aangevuld met formele speelruimte (speelplekken).
3.7.
De informele speelruimte
3.7.1.
Kwantiteit en kwaliteit De informele speelruimte in een wijk laat zich niet makkelijk kwantificeren. De hoeveelheid informele speelruimte wordt in ieder geval bepaald door de opbouw van de wijk. De hoeveelheid, structuur en samenstelling van het openbaar groen, het water en de wegen bepalen de bespeelbaarheid. Is er veel groen en water en zijn er 30 kilometerwegen met stoepen en doodlopende straten, zijn deze toegankelijk en nodigen ze uit tot medegebruik (zoals in de wijk Oost) dan is er veel informele speelruimte. Is er weinig groen en water, zijn de wegen druk en is het moeilijk om ze over te steken of erlangs te spelen, zoals in het centrum van Boxtel, dan is er minder informele speelruimte. Uiteraard spelen zaken als het aantal kinderen, jeugd en jongeren, het veiligheidsgevoel en de kwaliteit van de informele ruimte een belangrijke rol in de kwantificering van de informele ruimte. Ook heeft elke leeftijdscategorie zijn eigen eisen en wensen met betrekking tot de informele speelruimte.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
22
3.7.2.
Informeel spel kinderen De kinderen spelen dicht bij huis, bij wijze van spreken onder het keukenraam. Dit is vaak goed te zien aan het speelgoed dat rondom het huis ligt op een mooie zomerdag. Een fiets, een bal, stoepkrijt en veel rommeldingetjes als stokken, stenen, doeken en klein speelgoed van binnen. Meestal spelen de kinderen individueel of met een buurmeisje of -jongen. Voor een kind valt al heel wat te beleven op twintig vierkante meter! Omdat een kind geen of moeilijk gevaren kan inschatten, is het belangrijk dat er geen of zeer weinig auto’s, brommers en fietsers rijden over zijn informele speelruimte. Daarom zijn de tuin, de oprit, de stoep, de (doodlopende) straat, het achterplein en het grasveldje grenzend aan de voordeur de belangrijkste bron van informele speelruimte. Een mooi voorbeeld van fijne speelruimte voor deze leeftijdsgroep zijn de stoepen en velden in Boxtel Oost. Door het aanbrengen van speelprikkels kunnen de kinderen meer gestimuleerd worden om te spelen en worden bewoners erop gewezen dat er op de stoepen kinderen spelen.
3.7.3.
Informeel spel jeugd De jeugd gaat steeds verder de wijk in. Hun verkenningsgebied is vrijwel de gehele openbare ruimte, zeker in wijken en dorpen als Boxtel Oost en Liempde. Wanneer men door een wijk loopt waar veel jeugdigen wonen, zal men vrijwel in ieder plantsoen, langs iedere sloot, op elk stuk rustige verharding en op menig blinde muur de sporen van spel aantreffen. De jeugd speelt meer in groepjes met jeugd van school of uit de buurt. Per jeugdige is circa 10 m2 groene en 10 m2 verharde ruimte nodig, maar dan wel gebundeld met de ruimte van vijf andere jeugdigen zodat er ruimtes van circa 50 m2 ontstaan. Van groot belang voor deze leeftijdsgroep is de mogelijkheid om balspelen te doen. Per speelbuurt (loopafstand tot 350 meter) moet er een verharding of grasveldje van minimaal 50 vierkante meter aanwezig zijn, waar ‘na schooltijd en na het eten’ met een groepje van circa vijf jeugdigen gevoetbald kan worden. Zowel de jongens als de meisjes vinden dit belangrijk. Daarnaast moet er voldoende plantsoen en ruigte zijn waar ze kunnen bloemen plukken en hutten bouwen. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de bossen rondom Boxtel Oost en het ruige gebied langs de Dommel en in Munsel. Ook verkeersluwe wegen, stoepen, hofjes en pleintjes voor straatspelen als knikkeren, touwtjespringen, speurtochten en tik- en verstopspelen zijn nodig voor deze leeftijdsgroep. Verder groeit in deze leeftijd onder de meisjes de behoefte aan “kletsplekjes”. Door in deze ruimte speelprikkels aan te brengen kan de jeugd gestimuleerd worden om te gaan spelen. Denk aan twee palen als doel of een knikkerpotje in de stoep.
Stoepje is al genoeg
Voetje van de vloer
Crossen op Newtonplein
3.7.4.
Informeel spel jongeren Voor de jongeren is het ontmoeten van leeftijdsgenoten zeer belangrijk. Dit gebeurt voor een groot deel in de openbare ruimte. Hoe vaak zijn er na schooltijd niet diverse groepjes jongeren in de wijk te vinden die met elkaar de laatste nieuwtjes staan uit te wisselen! Als indicator kan genomen worden dat per groep van circa 15 jongeren ergens in de wijk een plek met een ontmoetingsaanleiding gevonden moet kunnen worden waar de jongeren leeftijdsgenoten kunnen ontmoeten.
informeel ontmoeten
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
23
Met papa voetballen
Beleidsuitgangspunt 4. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor informele speel- en ontmoetingsruimte hanteren.
Belangrijk is dat jongeren kunnen aflezen aan de ruimte welke regels er globaal gelden. Een enkel bankje dicht op de huizen biedt minder mogelijkheden dan een overkapping achter het buurthuis met meerdere banken. Dit begrijpen de jongeren ook. Door te zorgen voor variatie in en voldoende ontmoetingsplekken kan er gestuurd worden in de ontmoetingsplekken die de jongeren kiezen. Ook zijn er dan meer mogelijkheden voor verwijzing door een buurtbewoner of wijkagent. In Boxtel wordt, net als in meer Brabantse en Limburgse plaatsen, ook door volwassenen meer ontmoet in de buitenruimte. De moeders gaan mee met de kinderen naar de speelplek, met de buurt wordt jeu de boules gespeeld op een veldje in de buurt, er worden meer kerkelijke feestdagen gevierd enzovoorts. Deze ontmoetingsactiviteiten vallen voor een groot deel samen met de ruimte die de jongeren vragen. Een bankje op een speelplek zal dienstdoen als ontmoetingsplek voor de moeders in de middag en voor de jongeren na het eten in de avond. Uiteraard hebben de jongeren ook “eigen” plekken nodig. Door het toepassen van de normen wordt invulling gegeven aan een evenredige verdeling van informele speel- en ontmoetingsruimte over de doelgroepen en wijken. Bij weinig informele ruimte moeten maatregelen getroffen worden die de openbare ruimte beter bespeelbaar maken. In Tabel 1 zijn de normen voor informele ruimte samengevat. Voor voorbeelden van speelprikkels wordt verwezen naar Bijlage VII. Voor een verdere indeling van informele ontmoetingsruimte voor jongeren is het goed om Bijlage VI te lezen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
24
Kinderen 0 tot en met 5 jaar Normen oppervlakte (minimaal)
20 m2 per kind.
ligging
aaneengesloten ruimte direct grenzend aan woning.
geschikt voor
leren fietsen en skaten, rommelen, fantasiespel (koken, hutje), stoepkrijten, in zon/schaduw zitten.
Minimale eisen verkeer
overlast
doodlopend, ontsluiting voor max. 15 tot 20 woningen. Niet bij fietsdoorgang. n.v.t.
gras of verharding; geen poep, afval, prikkende of giftige struiken. ruimte geborgen, maar niet te benauwd (vnl. stoepen en hofjes). Potentieel geschikte ruimten tuin/erf (grote) eigen tuin is goud waard. grasveld/gazon mits droog en schoon. bosjes/ruigten niet aantrekkelijk. schoon
stoep/hofje plein/ parkeerplaats sloten/poelen vijvers/meren winkelcentrum
Jeugdigen 6 tot en met 11 jaar
Jongeren 12 tot en met 18 jaar
20 m2 per jeugdige; 10 m2 voor spelen op straat en 10 m2 voor spelen in het groen. binnen/rand wijk, eind van de straat, veldje bij de flats, pleintje achter huizen, overzichtelijk bereikbaar. in groepjes; verstoppertje, speurtocht door wijk, touwspringen, balletje trappen, kastanjes zoeken, hut bouwen.
1 ontmoetingsplek per 15 jongeren (ca. 15 m2 met ontmoetingsaanleiding). in eigen sociale omgeving/wijk, op hoek van straat, pleintje. Beschut min of meer in zicht.
max. 30 km en max. 12 auto’s per uur. Geen constante stroom van brommers en fietsers.
niet op de rijbaan.
niet direct bij muur of raam van woning/gebouw. gras of verharding; geen poep, afval, prikkende of giftige struiken. grotere ruimten voor spelvormen en verkeersluwe wijk voor bereikbaarheid.
niet direct voor de deur van woningen.
indien groot en uitdagend genoeg. mits geen poep.
nee
ideaal om te verstoppen en hutten te bouwen. mits groot genoeg. voor verplaatsing belangrijk. geschikt als er apart mits overzichtelijk en rustig hoekje is. weinig rijdende en geparkeerde auto’s. nee zeer aantrekkelijk. nee aantrekkelijk voor vissen, varen, schaatsen. nee eventueel Tabel 4
elkaar ontmoeten, zitten kletsen, showen, competitie, kijken naar voorbijgangers. Brommertje en fiets.
minder van belang, wel schone kleren kunnen houden. overzichtelijk met zitaanleiding.
geschikt, mits paadje naar plek toe. mits open kant naar weg of plein. afhankelijk van situatie. mits auto kan passeren zonder dat ze moeten verkassen. n.v.t. zwemwater, vissen, schaatsen. ja
Normen informele speelruimte
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
25
3.8.
Vormgeving informele speelruimte
3.8.1.
Anders denken over de openbare ruimte De wijze waarop een wijk of dorp is opgebouwd bepaalt hoeveel ruimte er is om spelen. Daarom is het belangrijk om te blijven nagaan in hoeverre de openbare ruimte geschikt is om te spelen. Speelprikkels hebben hierin een belangrijke rol. Die geven aan dat er gespeeld kan en mag worden, stimuleren dat er gespeeld wordt en vergroten de bespeelbaarheid van de openbare ruimte. Zie voor voorbeelden hiervan Bijlage VII. Uit de gehele paragraaf 3.8 kan geconcludeerd worden dat het uitgangspunt bij de vormgeving van de openbare ruimte dient te zijn dat er een verandering in het denken moet plaatsvinden bij het bestuur, de ambtenaren en de burgers. De kern van deze verandering is dat bij het nemen van een maatregel in de openbare ruimte de invloed hiervan op de bespeelbaarheid in ogenschouw wordt genomen. In onderstaande subparagrafen wordt een toelichting gegeven op de bespeelbaarheid van verschillende onderdelen van de openbare ruimte.
Beleidsuitgangspunt 5. Bij ontwerp en onderhoud van de openbare ruimte wordt nagegaan hoe de bespeelbaarheid verhoogd kan worden. Dit gebeurt door meer aandacht te schenken aan de bespeelbaarheid van verhardingen en groenvoorzieningen.
3.8.2.
Spelen op de straat De toename van de automobiliteit zorgt ervoor dat zowel het rijdend verkeer als de geparkeerde auto’s een groot beslag leggen op de bespeelbare ruimte van gemeente Boxtel. Van belang is dat de doelgroepen veilig van en naar de speelruimtes kunnen. Maar niet alleen de snelheid waarmee verkeer door de straat rijdt heeft invloed op de mogelijkheid om op straat te spelen. Minstens zo belangrijk is de frequentie waarmee het spel gestoord wordt door passerende en geparkeerde auto’s. Daarom is het voor de speelruimte niet altijd voldoende om verkeersremmende maatregelen te nemen. Doodlopende of verkeersluwe straten zijn van groot belang voor de kinderen en jeugd. Een mooi voorbeeld hiervan zijn de reconstructies in Breukelen en het voetbalveldje in de bocht van de Europalaan/Schumanlaan.
ontwerpen kinderen en wegen
veldje in Europalaan/Schumanlaan
De aantrekkelijkheid van het spelen op straat kan op eenvoudige wijze worden vergroot. Zo kunnen verkeerstechnische elementen door deze net iets aan te passen of anders te plaatsen een speelfunctie krijgen. Het maakt bijvoorbeeld niet uit welk soort verharding wordt toegepast. In plaats van standaardtegels 30 x 30 grijs kan gedacht worden deze af te wisselen met gekleurde tegels zodat er vakken of patronen ontstaan. Dit komt nu bijna niet voor in Boxtel. Daarnaast kan er veel speelruimte ontsloten worden door onnodige verkeersstromen te voorkomen, veilige oversteekpunten te creëren, meer centraal te parkeren en hofjes toe te passen in nieuwbouwsituaties en bij herinrichting ook in bestaande situaties. In straten waar de kinderen en jeugd wonen, zou ruimte moeten zijn voor autoloze dagen, speelstraten en de Nationale Straatspeeldag. Bewoners en gemeente kunnen hier samen vorm aan geven. De gemeente wil een goede bereikbaarheid van de speelruimtes en aandacht besteden aan de (informele) bespeelbaarheid van verhardingen (straten, stoepen, pleinen, hofjes en dergelijke).
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
26
3.8.3.
Bossen bij Boxtel Oost
Ven bij Selissenwal
Spelen in het groen Groenvoorzieningen zijn van oudsher een belangrijk onderdeel van de woonomgeving. Groenvoorzieningen bieden over het algemeen veel informele speelruimte aan de doelgroepen. Er kan een balletje worden getrapt, gepicknickt en een hut gebouwd. Vooral in wijken als Oost zijn de kinderen, jeugd en jongeren voor het spelen doorgaans aangewezen op dit groen als alle auto’s in de wijk staan geparkeerd. Voorbeelden van ruim opgezette buurten met veel variatie in beplanting (bos, bosplantsoen en gras) en een goede bereikbaarheid zijn Munsel en Oost in Boxtel. In vergelijking met deze wijken heeft de wijk Centrum/Breukelen in Boxtel veel minder bespeelbare groenvoorzieningen. Ook in de reconstructie van Selissenwal wordt meer groene ruimte nagestreefd. In de Nota Duurzame Ontwikkeling is een nadrukkelijke visie omschreven met betrekking tot groen en natuur. Hierbinnen wordt ruimte gelaten voor natuurbeleving. In relatie tot het speelruimteplan kunnen de termen speelbaar- en eetbaar groen verder vormgegeven worden. Dit gebeurt in de analyse door de belangrijkste groene dragers van de (in)formele speelruimte een functieaanduiding mee te geven. Vooralsnog wordt daarbij gedacht aan de functies: a. speelveldje/picknickveldje b. speelveldje/trapveldje c. plukgroen/eetgroen d. struingroen/huttenbouwgroen e. natuurgroen/natuurontmoeting De inrichting kan binnen deze functie verder worden vormgegeven (zie ook kaart Bijlage VIII). Hierbij hoeft niet gelijk aan grote ingrepen te worden gedacht. Vaak zijn door eenvoudige aanpassingen aan de inrichting en ingrepen in het onderhoud situaties te creëren die de bespeelbaarheid aanzienlijk vergroten. Hierbij staan variatie en toegankelijkheid voorop. Denk eens aan hoogteverschillen in het gazon, vaker toepassen van bloemenmengsels en het gefaseerd maaien van gras. In heestervakken en blokhagen kunnen uitsparingen worden gemaakt waar kinderen en jeugdigen hun hutje kunnen hebben. Het is vaak mogelijk om hagen op verschillende hoogten te snoeien en niet recht maar golvend aan te planten, groenblijvers in bosplantsoen toe te passen enzovoorts. Aan bewoners moet duidelijk worden gemaakt dat overal en altijd zal worden gespeeld en dat bij klachten het belang wordt afgewogen tussen de benodigde speelruimte en de andere functies van het groen. Bij het opstellen en actualiseren van groenplannen moet aandacht aan speelruimte besteed worden. De gemeente wil meer aandacht voor eet- en bespeelbaarheid van groenvoorzieningen (gras, bosplantsoen, bos, hofjes, water, braakliggende terreinen en dergelijke).
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
27
3.8.4. “je kan je hond leren om op een krant zijn behoefte te doen.” Martin Gaus, dierentrainer interview radio 1
3.8.5.
Spelen en hondenpoep Daar waar hondenpoep ligt, kan eigenlijk de speelruimte voor een groot gedeelte afgeschreven worden. Een speelplek of trapveld met hondenpoep wordt door de kinderen en ouders vaak gemeden. De gemeente heeft geen specifiek beleid voor hondenpoep opgesteld. In de praktijk blijkt dat hekken en borden slechts beperkt of zelfs in het geheel niet helpen. Waarschijnlijk ligt de oplossing van dit probleem vaak in maatwerk per locatie en in duidelijke communicatie. In het ene geval zal een hondentoilet werken en in een ander geval werkt de opruimplicht prima. In de uitvoering van het speelruimteplan kan eenvoudig per besproken locatie ook gekeken worden naar het hondenpoepbeleid. Op basis van deze informatie is het wellicht mogelijk om een beleidsplan op te stellen per wijk. In het speelruimteplan wordt wel de suggestie gedaan om een themalijn speelprikkels te verzinnen die toegepast kunnen worden op groenvelden met nevenfuncties a en b in de woonbuurt. Zo’n prikkel wijst de uitlater op het feit dat er kinderen spelen, en de kinderen hebben een extra aanleiding om te spelen en de uitlater aan te spreken op zijn opruimplicht. Uiteraard dient hieromheen de nodige communicatie naar bewoners plaats te vinden. Spelen in, op en met water Water daagt kinderen, jeugdigen en soms ook jongeren uit tot spel. Water daagt uit tot het bouwen van vlotten en bruggen. Jeugd en jongeren gooien graag een hengeltje uit of ontmoeten elkaar langs de waterkant om te zitten praten en het water te beleven. Kinderen en jeugd houden van dammetjes bouwen met takken en modder, elkaar natspatten bij warm weer en bootjes laten varen. Sommige volwassenen hebben hun bedenkingen bij waterspel; ze voorzien vieze en natte kleren en zien veel risico’s zoals vervuild water, verkoudheid of verdrinking. Toch zou het jammer zijn als deze bezwaren het spelen met water onmogelijk zouden maken. Door een juiste inrichting en een passend beheer van al dan niet formele waterspeelplekken zijn de risico’s te voorkomen of te beperken.
Waterkant Van der Voortweg ?
Vooral het talud, de diepte, de waterkwaliteit en de overzichtelijkheid van water zijn veiligheidsaspecten waarmee rekening moet en kan worden gehouden. Een voorbeeld van een geschikte inrichting is een zeer flauw talud met ondiep water langs de kant en zonder beplanting of riet. Vaak maakt een steiger of ander vlak deel direct langs het water het spelen gemakkelijker en veiliger. Hekwerken langs het water kunnen ook een schijnveiligheid geven; begeleiders zijn geneigd om minder op te letten, na jaren blijken er vaak openingen in de hekken te ontstaan, kinderen gebruiken de hekken als speelprikkel en ze belemmeren hulpverleners. Advies is om alleen daar waar het hoogst noodzakelijk is hekwerken toe te passen. Een mooi voorbeeld van spelen bij water in Boxtel is de speelplek aan de Van der Voortweg. De oevers van de Dommel hebben veel potentie voor verschillende speelmogelijkheden. Door bij het ontwerp en beheer van waterpartijen, vlonders, sloten, steigers, dammen, bruggen enzovoorts rekening te houden met zowel vaar- en schaatsroutes, vissen, zwemmen als het spelen langs de waterkant, wordt er veel uitdagende speelruimte ontsloten. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
28
3.8.6.
Braakliggend terrein Molenstraat
3.9.
Spelen op braakliggende terreinen Ondanks de hoge bebouwingsdichtheid liggen er soms terreinen braak in afwachting van nieuwbouw of omdat een plek even geen invulling heeft. Meestal verruigen deze terreinen en bieden zij veel avontuurlijke speelruimte voor hutten bouwen, graven, (fiets)crossen enzovoort. Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in het centrum aan de Molenstraat. Indien enigszins mogelijk zouden deze activiteiten op dergelijke terreinen moeten worden toegestaan. De gemeente heeft hierbij natuurlijk wel de verplichting om te zorgen dat het niet te onveilig wordt. Daartoe zal per situatie nagegaan moeten worden op welke wijze dit mogelijk is en of het terrein in eigendom is van de gemeente. Hierbij kan gedacht worden aan een periodieke controle van het terrein, maar ook aan het organiseren via omwonenden/betrokkenen. Braakliggende terreinen van de gemeente worden waar mogelijk als tijdelijke informele speelruimte toegestaan.
De formele speelruimte
De hoeveelheid formele speelruimte laat zich makkelijker kwantificeren. Kinderen Jeugdigen Jongeren 0 tot en met 5 jaar 6 tot en met 11 jaar 12 tot en met 18 jaar 1. Relatie leeftijd, spelbereik en verzorgingsgebied afstand tot woning 100 meter 300 tot 400 meter > 1.000 meter niveau straat/blok buurt wijk/stad minuten lopen 2 minuten 5 minuten 15 minuten verzorgingsgebied 3 hectare 50 hectare 3 hectare 2. Aantal per speelplek aantal woonachtig 15 tot 301 55 tot 70 85 tot 1 binnen actieradius 3. Inrichting speelplek oppervlakte 100 tot 500 m2 500 tot 2.000 m2 1.000 tot 6.400 m2 voorzieningen 3 toestellen 3 toestellen 4 toestellen 3 speelprikkels 4 speelprikkels 4 speelprikkels bank, afvalbak voorbeelden voor- zandbak trapveld trapveld zieningen huisje klimtoestel skateboardbaan wip(veer) schommel basketbalveld glijbaantje kabelbaan zitaanleidingen schommel duikelrek schommel voorbeelden betonpoefs betonpoefs betonpoefs paaltjes banken speelprikkels en betonbielzen zitaanleidingen verschillende bohoogteverschillen muurtjes bosjes (verstoppen) pad of plein van glad demmaterialen hoogteverschillen zand en water asfalt bankjes stimulatie en beveel variatie meting resultaten informele ontmoeting geleiding ontwikveel fantasie groepsbesef zoekt bevestiging keling duidelijke grenzen toename creativiteit sportieve krachtmeting grove motoriek grotere doelgericht- keuzes maken heid Tabel 5
Normen formele speelruimte
1
Bij minder dan 15 kinderen verdwijnt een speelplek en bij meer dan 30 kinderen wordt een extra speelplek aangelegd. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
29
formele speelplek Liempde
Beleidsuitgangspunt 6. De gemeente wil, om nu en in de toekomst de spreiding, kwantiteit en kwaliteit te waarborgen, landelijk getoetste normen voor formele speelruimte hanteren.
3.10.
centrale plek Newtonplein
De laatste jaren is er door verschillende organisaties die betrokken zijn bij speelruimte intensief samengewerkt om te komen tot het opstellen van richtlijnen voor de aanleg en het onderhoud van speelvoorzieningen. Vooral het uitgeven van het ’Handboek Veiligheid van Speelvoorzieningen’ heeft bijgedragen aan het tot stand komen van landelijk aanvaarde normen en richtlijnen. Dit handboek heeft onder andere geleid tot het vastleggen van de afstand die de doelgroep tot een speelvoorziening kan afleggen en de wenselijke oppervlakte van een speelvoorziening. Naast dit handboek geven vooral ervaringscijfers inzicht in hoe een speelplek functioneert. Hierdoor konden door OBB normen gesteld worden voor het aantal kinderen van een bepaalde leeftijdscategorie dat binnen een actieradius woont en een speelplek zelfstandig zou moeten kunnen bereiken, zonder elkaar op de speelplek in de weg te lopen. De belangrijkste normen en richtlijnen zijn in Tabel 2 samengevat weergegeven. De oppervlakten voor de speelplekken zoals in Tabel 2 genoemd betreffen de oppervlakte van het speelterrein zelf. Daarnaast moet er nog ruimte zijn voor paden er naar toe, de omliggende beplanting, de toegangen en de omgeving. Bij de normen voor formele speelruimte moet benadrukt worden dat jonge kinderen tot en met drie jaar niet zelfstandig, maar onder begeleiding van een ouder/verzorger op een openbare speelplek spelen. Deze heel jonge kinderen kunnen goed gebruikmaken van de speelplekken die ingericht zijn voor de kinderen tot en met vijf jaar. Het plaatsen van een speeltoestel waarop kinderen van nul tot en met drie jaar zonder begeleiding kunnen spelen, is geen verantwoordelijkheid van de gemeente. Door het toepassen van de normen wordt invulling gegeven aan een evenredige verdeling van speelvoorzieningen over de doelgroepen en de wijken. Deze normen kunnen gezien worden als een aanvulling op de informele normen. Daar waar veel informele ruimte is, zijn minder speelplekken nodig.
Duurzame speelplekken In Tabel 2 worden normen gegeven voor het aantal kinderen in de verschillende leeftijdscategorieën dat binnen een actieradius moet wonen voordat er een speelplek gerealiseerd dient te worden. Meestal wonen in nieuwe wijken veel kinderen en neemt dit aantal in de loop der jaren af. De speelplekken voor deze leeftijdsgroep dienen dan ook om de vijf jaar geëvalueerd te worden op kinderaantal. In veel wijken vindt na circa 25 jaar wel weer een “verjonging” plaats, maar de zeer hoge kinderaantallen per wijk komen dan meestal niet meer voor. Zelden wonen er in een wijk die ouder is dan 20 jaar meer dan 25 kinderen binnen een actieradius van een speelplek. Concreet betekent dit dat in een nieuwbouwwijk waar veel kinderen (komen te) wonen eerst drie tot vijf speelplekken met overlappende actieradius nodig zijn. Na verloop van tijd kan de meest centrale plek als basisvoorziening dienen. Deze centrale plek moet aantrekkelijk zijn voor de hele wijk. Dit houdt in: • goed bereikbaar; • goed zichtbaar (mensen weten de plek te vinden); • voldoende ruimte; • extra veel toestellen en speelprikkels.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
30
De overige vier speelplekken kunnen meer gericht zijn op de direct aanwonende kinderen of kunnen komen te vervallen. De ervaring leert dat een speelplek voor kinderen ongeveer even lang noodzakelijk is als de levensduur (circa 10 à 12 jaar) van de meeste toestellen. Beleidsuitgangspunt 7. De gemeente wil een duurzaam netwerk aan speelplekken bieden met een “stevige” inrichting en een centrale ligging.
Doordat de jeugdigen en jongeren vanuit een grotere omgeving (wijk) gebruikmaken van één of enkele speelplekken, varieert het aantal jeugdigen en jongeren dat binnen de actieradius woont veel minder. Uit onderzoek en ervaring blijkt dat er rond een centraal gelegen, goed functionerende speelplek voor deze leeftijdscategorieën vrijwel nooit te weinig jeugdigen of jongeren wonen, zelfs niet in de loop van 25 jaar. Dit betekent dat voor de jeugdigen en voor de jongeren over het algemeen duurzame speelplekken verspreid over de wijken aangelegd kunnen worden. Het is belangrijk hiervoor een goede, permanente spreiding te realiseren, omdat deze plekken groter, uitdagend en aantrekkelijk moeten zijn. De normen in Tabel 1 en Tabel 2 bieden daarvoor de uitgangspunten.
3.11.
Schoolpleinen als openbare speelruimte In gemeente Boxtel is er geen eenduidig beleid met betrekking tot het gebruik van schoolpleinen buiten schooltijd. Rondom verscheidene schoolpleinen zijn hekken geplaatst om aan te geven dat het plein gesloten is na schooltijd. Gelukkig zijn er ook scholen waar de pleinen wel toegankelijk zijn buiten schooltijden. In principe worden de schoolpleinen niet actief betrokken bij de formele speelruimte in de gemeente. Daar waar scholen het initiatief nemen hun plein open te stellen, zal de gemeente dat wel stimuleren. Maar dit blijft een verantwoordelijkheid van de school.
Beleidsuitgangspunt 8. Schoolpleinen worden niet actief betrokken bij de formele speelruimte. Op initiatief van de school wordt informeel medegebruik door de gemeente gestimuleerd.
In de analyse is op dit moment geen enkel basisschoolplein aangewezen om een functie te vervullen in het openbare speelvoorzieningenniveau. Dit komt door: • onduidelijk beleid; • niet opgenomen zijn van gegevens schoolpleinen in administratie openbare speelvoorzieningen; • de aanwezigheid van voldoende informele en formele speelruimte (schoolpleinen niet echt nodig). Jantje Beton heeft een boekje uitgegeven om het spelen op schoolpleinen weer te stimuleren. Landelijk gezien is dit namelijk slechts op weinig plekken mogelijk, terwijl het schoolplein vaak een belangrijke buurtfunctie heeft en goede en veilige speelruimte biedt. Voor, tijdens en na schooltijd wordt er veel gespeeld en de weg er naartoe is goed bekend, Als een schoolplein niet specifiek in het openbaar speelvoorzieningenniveau wordt betrokken, betekent dit niet dat het plein afgesloten moet worden, maar dat het onderhoud, het beheer en de vervanging van de toestellen niet vanuit het gemeentelijk budget openbare speelvoorzieningen moeten plaatsvinden. De ruimte kan dan gezien worden als niet noodzakelijke, maar wel aanwezige plus op de basisvoorzieningen (en ook vooral op de informele speelruimte).
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
31
3.12.
Samen werken aan speelruimte Het creëren van speelruimte is een zorg van de hele gemeente; binnen de gemeentelijke organisatie moeten afdelingen hiervoor samenwerken. Maar ook andere personen en instanties hebben invloed op de inrichting van de (buiten)ruimte: bewoners, wijkorganen, speeltuincontactpersonen, scholen, sportverenigingen en private partijen zoals projectontwikkelaars en de woningcorporaties hebben een verantwoordelijkheid.
3.12.1. Beleidsuitgangspunt 9. De gemeente wil de bewustwording van bespeelbare openbare ruimte vergroten door een speelparagraaf toe te voegen aan nieuw beleid voor de openbare ruimte.
Straatspeeldag Breukelen
3.12.2.
Spelen met oma Breukelen
De taakverdeling bij de gemeente De gemeente is verantwoordelijk voor het speelruimtebeleid voor zowel kinderen, jeugd en jongeren en draagt zorg voor tijdige evaluatie van dit beleid. Dit betekent dat er initiatief genomen moet worden voor de uitvoering van de beleidsuitgangspunten en de realisatie van het openbaar speelvoorzieningenniveau. Daarbij dient er afstemming plaats te (blijven) vinden van de realisatiekosten en de jaarlijkse budgetten, zodat er passend beheer, onderhoud en vervanging van het speelvoorzieningenniveau kunnen plaatsvinden door dit zelf uit te voeren of uit te besteden. De afdeling Ruimtelijke Ordening is verantwoordelijk voor de inrichting van de openbare ruimte in zijn totaliteit en voor de bestemmingsplannen en de ruimtelijke en economische ontwikkelingen zoals nieuwe wijken. De afdeling Openbare Werken is verantwoordelijk voor het onderhoud van de openbare ruimte, waaronder de inrichting en het beheer van de speelplaatsen en het onderhoud en de veiligheidsinspectie van de speeltoestellen. De afdeling Burgerzaken en Welzijn is verantwoordelijk voor de beleidsvelden jeugdbeleid, accommodatiebeleid, onderwijs, sportvoorzieningen, sociaal beleid en gezondheidsbeleid Een deel heeft raakvlakken met openbare sport- en ontmoetingsvoorzieningen in de openbare ruimte. De afdeling Wonen en Milieu is verantwoordelijk voor het beleidsveld veiligheid en de verlening van eventueel benodigde bouwvergunningen van speelvoorzieningen. De gemeente is ook verantwoordelijk voor het stimuleren van activiteiten die het buitenspelen bevorderen. Zo wordt het buitenspelen gestimuleerd door bijvoorbeeld het promoten van en meewerken aan de ’Nationale Straatspeeldag’ (Stichting Kinderen Voorrang), het stimuleren van sport, het meewerken aan de organisatie van de huttenbouw week enzovoorts. Het speelruimteplan dient bij de verschillende afdelingen onder de aandacht te worden gebracht om de betrokkenheid bij het speelruimtebeleid te vergroten. De rol van bewoners Ook de omwonenden van speelplekken hebben een taak in het aanbieden van speelruimte. Allereerst moeten zij accepteren dat er in de wijk en op de speelplekken gespeeld wordt. Maar zij zijn ook degenen die dagelijks langs de speelplekken lopen. In het kader van “burgerplicht” mag van bewoners verwacht worden dat ze de speelplekken niet vervuilen en dat ze ernstige gebreken en gevaren op speelplekken zien en deze ook melden aan de gemeente. Belangrijke voorwaarde voor deze bereidheid en alertheid is betrokkenheid bij de speelplekken. De gemeente kent hiervoor de speeltuincontactpersonen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
32
Bij grote wijzigingen in de inrichting van de speelplek wordt speeltuincontactpersonen en wijkorganen de mogelijkheid geboden om mee te denken over de inrichting. De gemeente wil bewoners vragen betrokken te zijn bij de speelruimte door gebreken te melden en door mee te denken over de inrichting van speelplekken. Kleinere maatregelen in het kader van onderhoud, reguliere vervanging en het veilig houden van de toestellen worden zonder overleg met bewoners uitgevoerd. Ook bij het opstellen van speelruimtebeleid worden de speeltuincontactpersonen en de wijkorganen uitgenodigd om in te spreken door middel van bijvoorbeeld een enquête, een inloopavond en de reguliere inspraakprocedure. 3.12.3.
Speelplek nieuwbouw Munsel
Samen met de woningstichting In gemeente Boxtel zijn woningstichtingen en diverse projectontwikkelaars actief. Doordat zij mede bepalen hoe woonwijken er uitzien, zijn ook zij verantwoordelijk voor het aanbieden van speelruimte. Indien de woningstichting of de projectontwikkelaar en de gemeente zich gezamenlijk kunnen inzetten voor de hoeveelheid speelruimte in de wijken waar de stichting of ontwikkelaar actief is, zal dit ten eerste de doelgroep ten goede komen. Daarnaast kan het speelvoorzieningenniveau door afstemming en wederzijdse overdracht van kennis nog beter en eventueel uitgebreider aansluiten op de specifieke situatie. Op deze wijze kunnen er aantrekkelijker en hoogwaardiger wijken worden gerealiseerd. Dit sluit tevens aan op de Nota Duurzame Ontwikkeling paragraaf 2.3 Nieuwbouwplannen en 4.1 Duurzaam wonen. De beleidsuitgangspunten uit dit speelruimteplan moeten in een Programma van Eisen voor het (her)ontwikkelen/renoveren van (woon)gebieden zijn opgenomen (zie ook Bijlage IV voor een voorbeeld programma van eisen).
3.13.
(Her)ontwikkeling en renovaties woongebieden
3.13.1.
Stedenbouwkundige plannen In stedenbouwkundige plannen wordt het gebruik van de ruimte grotendeels vastgelegd. Het blijkt dat wanneer in de stedenbouwkundige plannen onvoldoende rekening is gehouden met de noodzaak van speelruimte, er in de toekomst problemen te verwachten zijn. Een bekend probleem daarbij is het tekort aan (geplande) voorzieningen voor jongeren. Als deze niet tijdig worden ingepland, wil geen bewoner ze meer voor de deur hebben (NIMBY)1. Hierdoor veroorzaakt het tekort aan voorzieningen vandalisme en overlast doordat de jongeren hangen op plekken waar dit eigenlijk niet gewenst is (speelplekjes, schoolpleinen, gebouwen met afdak, enzovoort). Het is dus zeer belangrijk dat in het Programma van Eisen voor het opstellen van stedenbouwkundige plannen voor nieuwbouw en reconstructies de normen voor speelruimte worden opgenomen. In Bijlage IV is een standaard programma van eisen opgenomen, dat aangevuld met projectspecifieke wensen kan worden gebruikt. Binnen de gemeente Boxtel kan dit programma worden ingebracht in het planteam via de afdeling Ruimtelijke Ordening, waar gekeken wordt hoe de verschillende functies een plek krijgen en wat hierin de prioriteit is. Verder dienen de financiële middelen voor de realisatie van deze voorzieningen uit het grondbedrijf te komen. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van werkelijke kosten, inclusief eventuele voorbereidings- en inspraakkosten.
Beleidsuitgangspunt 10. De gemeente wil dat toekomstige bestemmingsplannen en stedenbouwkundige plannen worden getoetst aan de visie en normen van speelruimte. Hiertoe wordt in een vroeg stadium een programma van eisen ingediend.
1
Not In My BackYard = Niet bij mij voor de deur
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
33
3.13.2.
Beleidsuitgangspunt 11. De gemeente wil voldoende vrijheid in bestemmingsplannen om zonder bestemmingsplanwijziging sport- en speelvoorzieningen te kunnen aanleggen binnen de bestemmingen groen en verkeer.
Bestemmingsplan Een bestemmingsplan heeft sterke invloed op de soort en hoeveelheid speelruimte. Er moet in een bestemmingsplan voldoende beleidsvrijheid zijn om op nieuwe ontwikkelingen en behoeften in te springen zonder dat hiervoor het plan moet worden aangepast. Dit betekent dat de voorschriften voor openbare ruimte zodanig zijn dat er voor aanleg van een speelplek geen bestemmingsplanwijziging nodig is. Daarnaast kunnen in bestemmingsplannen locaties aangegeven worden die potentie hebben als speelplek. Zeker de grotere speelplekken voor jeugdigen en jongeren zijn duurzaam op een locatie die meer ruimte heeft en centraal ligt in de buurt. Voor speel-, sport- en ontmoetingsplekken is het van belang om te voorkomen dat aan de hand van bestemmingsplanvoorschriften de aanleg hiervan wordt bemoeilijkt. Met name de bouwhoogte vormt vaak een probleem en soms de functiebeschrijving van de bestemming. Voorgesteld wordt om in de toelichting van bestemmingsplannen voor woonwijken het te verwachten kinderaantal in de verschillende leeftijdscategorieën voor de komende twintig jaar aan te geven. Deze kinderaantallen geven samen met de normen een indicatie van de benodigde speelruimte.
3.14.
Vormgeving formele speelruimte
3.14.1.
Ontwerpen en aanleggen van speelvoorzieningen Het valt buiten het kader van dit speelruimteplan om alle richtlijnen voor het technisch ontwerp van een speelplek en de omgeving te beschrijven. Hiervoor wordt verwezen naar uw eigen ervaringen, inspraakresultaten en de diverse richtlijnen zoals onder andere beschreven in het ‘Handboek Veiligheid van Speelgelegenheden’ en de toesteldocumentatie die door de leveranciers van speelvoorzieningen bij een toestel wordt geleverd. Uitgangspunt is dat gemeente Boxtel haar speelplekken door een deskundig ontwerper (en evt. een spelpedagoog) laat inrichten. Enkele aandachtspunten daarbij zijn: • type speelplek (modern, traditioneel, natuurlijk); • informele speelruimte op en om de speelplek; • toepassen van speelprikkels; • de functie en mogelijkheden van een toestel.
ontwerpen speelplekken
Een ander aandachtspunt is het veranderende aanbestedingsbeleid. Het aanbestedingsbeleid laat in steeds mindere mate ruimte voor het voorschrijven van specifieke producten en leveranciers. Hierdoor wordt het moeilijker om het gewenste beeld en de gewenste kwaliteit te waarboren. Ook ontstaan er problemen rond de inspraak met bewoners, die niet meer een speeltoestel (bijvoorbeeld de T-schommel van Nijha geel) kunnen kiezen, maar alleen kunnen aangeven dat het een schommel moet zijn. De bestekschrijvers en ontwerpers zullen dus creatief moeten zijn in het tekenen en omschrijven van de gewenste resultaatverplichting. Voor de ruimte en het aantal speeltoestellen dat per speelplek aanwezig moet zijn, is in Tabel 2 een aantal richtlijnen gegeven. Daarbij moet men onderscheid maken tussen de specifieke speeltoestellen en de speelprikkels. In Bijlage V wordt globaal de voorgestelde inrichting omschreven per plek en in Bijlage VII wordt meer informatie gegeven over mogelijk toe te passen speelprikkels.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
34
3.14.2.
Veiligheid en uitdaging! De doelgroep (en hun ouders) moeten erop kunnen rekenen dat de speciaal tot spelen aangebrachte speelvoorzieningen veilig zijn. Daarmee wordt overigens niet bedoeld dat alle risico’s vermeden kunnen worden. Risico’s zijn nooit volledig uit te sluiten en tevens zijn ze een wezenlijk onderdeel van het spelen en horen ze bij het leerproces en de ontwikkeling. De risico’s dienen echter beheersbaar en herkenbaar te zijn voor de doelgroep. De wettelijke verplichting voor de veiligheid van speeltoestellen is in het bijzonder geregeld in het ’Besluit Veiligheid van Attractie- en Speeltoestellen’ van maart 1997 en de Europese Normen (o.a. NENEN 1176-1 tot en met 1176-7 en 1177). In dit zogenoemde Attractiebesluit zijn de wettelijke bepalingen voor aansprakelijkheid en veiligheid vastgelegd. Indien er sprake is van een ongeval door een gebrek aan het speeltoestel of een onveilige ondergrond, dan is degene die het speeltoestel voorhanden heeft altijd als eerste aansprakelijk. Deze verantwoordelijkheid is conform en aanvullend op de risicoaansprakelijkheid die wordt omschreven in het Burgerlijk Wetboek. Het aanbieden van onveilige speeltoestellen wordt gezien als het plegen van een onrechtmatige daad. Er is (gelukkig) nog weinig jurisprudentie rondom de aansprakelijkstelling voor speeltoestellen aanwezig. Vooralsnog moet ervan worden uitgegaan dat de eigenaar van het speeltoestel als eerste aansprakelijk is. De eigenaar van het toestel moet kunnen aantonen dat alles in het werk is gesteld om de veiligheid te waarborgen. Om aan de gestelde eisen te kunnen voldoen is een aantal handelingen noodzakelijk, waaronder de inspectie van speeltoestellen en de registratie van relevante gegevens in een logboek. Indien een speeltoestel op gemeentelijke grond wordt geplaatst door bijvoorbeeld een particulier, school of speeltuinvereniging, wordt het toestel automatisch eigendom van de gemeente. De juridische term hiervoor is natrekking. De gemeente kan bij ongevallen medeaansprakelijk worden gesteld. Daarom kan de gemeente de plaatsing van toestellen door derden op gemeentelijk eigendom niet gedogen zonder dat de aansprakelijkheid goed geregeld is. Een mogelijkheid om deze aansprakelijkheid te regelen, is het afsluiten van een overeenkomst (opstalrecht) tussen de gemeente en de plaatser van het toestel. Voorbeelden hiervan zijn het vestigen van een opstalrecht waarbij de aansprakelijkheid bij de plaatser blijft, of het aangaan van een beheercontract waarin afspraken worden gemaakt over beheer, onderhoud en aansprakelijkheid (zoals bij De Sikkel). De gemeente heeft de wettelijke verplichting het Attractiebesluit uit te voeren en moet kunnen aantonen dat zij alles in het werk heeft gesteld de toestellen veilig te plaatsen en in stand te houden.
handboek veiligheid
3.14.3.
Het combineren van leeftijdscategorieën Het combineren van leeftijdsgroepen op één speelplek is zowel voor sociale als lichamelijke ontwikkeling aan te raden. Een speelplek kan immers functioneren als ontmoetingsplek voor jong en oud uit de hele wijk.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
35
Combi speelplek aan De Houtwerf
Het combineren van leeftijdscategorieën kan alleen dan gerealiseerd worden als er voldoende ruimte is. Daarnaast moet er binnen deze ruimte een zonering aangebracht worden, met in elke zone voor de verschillende leeftijdscategorieën de voorzieningen. Op deze wijze zullen de verschillende leeftijdsgroepen hun eigen plek en uitdagingen hebben. De jeugdigen en jongeren zullen dan wel respect hebben voor de speelplek voor de kinderen en de toestellen weinig of niet misbruiken. Voldoende ruimte en duidelijke zonering en uitdagende voorzieningen per leeftijdsgroep maken een gezamenlijke speelplek tot een succes. In Boxtel zijn veel speelplekken ingericht met toestellen die geschikt zijn voor zowel kinderen als jeugdigen. Soms staan hier ook nog toestellen voor jongeren. Dit kan problemen geven als de ruimte te klein is. Omdat er toestellen voor jeugdigen en jongeren staan, gaan zij de plek (terecht) als de die van hen beschouwen. De toestellen voor de jongste kinderen bieden hun echter geen uitdaging meer; op een wipveer zijn ze wel uitgespeeld en ze zijn al op alle mogelijke manieren van de glijbaan afgegleden. Men kan het de jeugdigen en jongeren dan niet kwalijk nemen dat ze de aanwezige toestellen voor kinderen wel gebruiken in hun proces van grenzen verkennen: eens kijken met hoeveel we op een wipveer kunnen! Daarom moeten er wel een aantal echt uitdagende plekken zijn voor de jeugd en jongeren waar dit conflict niet optreed. Goede combiplekken zijn de plekken aan De Houtwerf en het Newtonplein. Voorgesteld wordt om zoveel mogelijk gecombineerde speelplekken aan te leggen waar dit past en deze goed te zoneren en te voorzien in een aantal uitdagende plekken voor de jeugd en jongeren waar wel wat meer ruimte is voor “groot en ruig” spel.
3.14.4.
voorbeeld mandschommel
3.15.
Integratie van de doelgroep met beperkingen Binnen de doelgroepen wonen verspreid over gemeente Boxtel ook mensen die in meer of mindere mate een beperking hebben. Ook voor hen is het belangrijk om samen met anderen te kunnen spelen. Dit betekent dus niet dat iedere speelplek en ieder speeltoestel voor alle vormen van beperking geschikt moeten zijn, maar wel dat nagedacht moet worden over hoe een speelplek voor een brede doelgroep geschikt kan zijn. Zo kan bijvoorbeeld overwogen worden om een netschommel toe te passen in plaats van een traditionele schommel. Een dergelijk toestel heeft zowel voor de doelgroep met als zonder een beperking grote speelwaarde. Op dit moment zijn er in de gemeente geen toestellen of plekken aanwezig die geschikt zijn voor medegebruik door kinderen met een beperking. De gemeente wil bij het ontwerpen en realiseren van speelplekken rekening houden met medegebruik van de doelgroep met een beperking.
De zorg voor speelvoorzieningen In Bijlage II is een overzicht gegeven van het aantal en de waarde van de huidige speeltoestellen. Hierbij zijn ook de jaarlijkse kosten voor het onderhoud, de vervanging en het beheer opgenomen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
36
3.15.1.
Beleidsuitgangspunt 12. De gemeente wil een minimaal onderhoudsniveau van 70% waarborgen.
3.15.2.
speeltoestel
Het onderhouden en beheren van speelvoorzieningen Nadat er speelvoorzieningen gerealiseerd zijn, zal er voldoende budget beschikbaar moeten zijn om de speeltoestellen en de inrichting van de speelruimte te beheren en te onderhouden. Het onderhoud bestaat uit de werkzaamheden aan het toestel, de veiligheidsondergrond en de omgeving in relatie tot het vervangingsschema en het gebruik van het toestel. Het beheer bestaat uit de overige werkzaamheden die uitgevoerd moeten worden om de speelvoorzieningen in stand te houden, waaronder de veiligheidsinspecties. In Bijlage II wordt een overzicht gegeven van de onderhoudskosten voor de verschillende typen speelvoorzieningen. In de berekening van deze normen voor de jaarlijkse onderhoudskosten is uitgegaan van het hoogste onderhoudsniveau (100%). In een ideale situatie betekent dit onder andere dat de speeltoestellen altijd optimaal in de verf zitten, er altijd proper uitzien, in perfecte technische staat verkeren (met originele onderdelen) en dat te allen tijde graffiti verwijderd is. Voor een gemeente is het echter voldoende en meer realistisch om het onderhoud van de speeltoestellen op een lager niveau uit te voeren. De ondergrens daarbij is het acceptatieniveau waarbij een toestel blijft voldoen aan de veiligheidsnormen en net aan de eisen van algemene welstand. Dit niveau kan op een schaal van 0 tot en met 100% uitgedrukt worden met 60%. Voor de gemeente Boxtel is gekozen voor een onderhoudsniveau van 70%, omdat dit naar schatting het huidige onderhoudsniveau is. Er wordt meer aandacht aan de speelruimte besteed dan alleen het veilig houden, maar niet zoveel dat alles er altijd netjes uitziet. Ook in de overige financiële tabellen van het speelruimteplan is dit onderhoudsniveau aangehouden. Het vervangen van speelvoorzieningen Veel speeltoestellen hebben volgens ervaringscijfers een technische levensduur van tussen de 8 en 20 jaar. Daarbij is uiteraard geen rekening gehouden met vandalisme, wel met slijtage door intensief gebruik en eventuele speelschade. Voor reparatie of vervanging door vandalisme is in gemeente Boxtel een apart budget beschikbaar. De toestellen hebben op dit moment een gemiddelde afschrijvingstermijn van 13 jaar. Dit ligt een jaar boven het landelijk gemiddelde van 12 jaar. Om een goed vervangingsbeleid te kunnen voeren is een flexibel vervangingsschema noodzakelijk. In principe wordt een toestel vervangen nadat de afschrijvingstermijn is verstreken. Het moment van de daadwerkelijke vervanging van een toestel wordt mede bepaald door de staat van het toestel. Wanneer blijkt dat een toestel na de gestelde afschrijvingstermijn nog één of meer jaren veilig kan functioneren, kan de vervanging worden uitgesteld. Indien blijkt dat een toestel voor de gestelde afschrijvingstermijn niet meer veilig is of de onderhoudskosten te hoog worden, dan moet de vervanging vervroegd worden uitgevoerd (flexibele vervanging). De speelvoorzieningen worden vervangen aan de hand van een flexibel vervangingsschema, waarbij de budgetten voor de vervanging vrijkomen in het theoretische vervangingsjaar.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
37
Bij de keuze van het type toestel wordt uitgegaan van de doelgroep van de betrokken speelplek, waarbij de wenselijke speelmogelijkheden, de benodigde speelfuncties en de actuele bevolkingssamenstelling van de wijk in ogenschouw worden genomen (zie Deel II Analyse speelruimte). Belangrijk daarbij is dat bij vervanging van speeltoestellen in principe toestellen worden geplaatst met minimaal eenzelfde vervangingswaarde (geïndexeerde financiële vervangingswaarde). 3.15.3.
speelplek Breukelen
speelplek Lennisheuvel
De benodigde budgetten Bij het vaststellen van de budgetten voor aanleg, onderhoud, beheer en vervanging van speelvoorzieningen zal er gezocht moeten worden naar de juiste onderlinge verhouding tussen deze posten. De kern is daarbij dat de totale waarde van de toestellen niet moet stijgen zonder dat er voldoende onderhouds-, beheer- en vervangingsbudgetten (instandhoudingsbudgetten) beschikbaar zijn. De laatste jaren zijn er veel nieuwe toestellen geplaatst vanuit wijkbudgetten, waarbij geen verhoging van de instandhoudingsbudgetten heeft plaatsgevonden. Dit kan in de toekomst leiden tot achterstand in vervanging en in onderhoud, wat weer ten koste kan gaan van de veiligheid. Het budget voor het onderhoud van de speelvoorzieningen wordt gebaseerd op het gekozen onderhoudsniveau. De speeltoestellen kunnen daarbij in een goede staat worden gehouden. De hoogte van het beheerbudget wordt gebaseerd op de totale vervangingswaarde van de speelvoorzieningen. In de huidige situatie wordt het beheerpercentage geschat op 3,0% van de vervangingswaarde van de speeltoestellen en 0,5% van de vervangingswaarde van de ondergronden. Dit beheerpercentage ligt iets lager dan het landelijk gemiddelde (3,5% tot 4%), omdat er in Boxtel tot nu toe gemiddeld minder wordt gedaan aan participatie, planvorming en ontwerp met betrekking tot spelen. Omdat de investeringen in speelvoorzieningen jaarlijks variëren en de afschrijvingstermijnen van de verschillende typen toestellen niet gelijk zijn, variëren de werkelijke kosten voor vervanging per jaar. Aan de hand van de afschrijvingstermijn, het plaatsingsjaar en de vervangingswaarde kunnen voor de komende jaren de benodigde budgetten worden bepaald. Bij de aanleg van nieuwe speelplekken en voor de bestaande plekken dienen de benodigde financiële middelen beschikbaar gesteld te worden voor de structurele instandhoudingskosten. Een aandachtspunt hierbij is de besteding van de wijkbudgetten door de wijkorganen die leiden tot hogere beheer- en onderhoudskosten. Gekeken moet worden of deze investeringen binnen de randvoorwaarden van dit speelruimteplan kunnen worden gehouden. Ook zal met de wijkorganen gesproken moeten worden over het in stand houden van de boventallige plekken en de financiële middelen hiervoor. De budgetten die noodzakelijk zijn voor het aanbieden van openbare speelruimte moeten jaarlijks worden geïndexeerd. Zie verder de analyse van de financiële aspecten in hoofdstuk12
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
38
Realisatie streefbeeld en jaarlijkse kosten. 3.15.4. Beleidsuitgangspunt 13. Bij klachten inzake onveilige en onwenselijke situaties worden binnen 48 uur passende maatregelen genomen.
3.16.
Klachtafhandeling en ideeën De gemeente kan niet altijd en overal zijn. De omwonenden en gebruikers van de speelplekken hebben ook een verantwoordelijkheid om gevaarlijke en onwenselijke zaken op speelplekken en aan speeltoestellen te melden. De bewoners kunnen hun meldingen, klachten en ideeën indienen via een e-mail adres op de internetpagina van de gemeente Boxtel of via de telefoon. Er is hiervoor geen specifiek meldnummer of e-mailadres. Bij urgente meldingen (onveilige speeltoestellen) wordt er naar gestreefd om binnen 48 uur een passende maatregel uit te voeren. Dit houdt niet altijd in dat de klacht dan is verholpen. Het kan ook een tijdelijke maatregel zijn die later wordt gevolgd door een meer duurzame maatregel. Een snelle klachtafhandeling is van groot belang voor het veilig houden van in het bijzonder de speeltoestellen. Het is verplicht dat van de klacht, het gebrek en de genomen actie een aantekening in het logboek wordt opgenomen.
Periode en evaluatie speelruimtebeleid Het voorliggend speelruimteplan geeft het beleid weer voor de wijze waarop men de komende tien jaar met de speelruimte in het openbare gebied dient om te gaan. De gemeente is in beweging. Daarom zal na vijf jaar een evaluatie van het voorliggend speelruimtebeleid en de voortgang van de uitwerking plaatsvinden. Tegelijkertijd zullen opnieuw de demografische gegevens en de aanwezige speelruimte per wijk of conform de werkwijze van dit plan tegen elkaar worden afgezet. Dit speelruimteplan wordt vastgesteld voor een periode van tien jaar en na vijf jaar geëvalueerd.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
39
7gevoegd voor witregel in inhoudsopgave
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
40
DEEL II ANALYSE SPEELRUIMTE
Buitenspelen.kom Speelruimteplan gemeente Boxtel
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
41
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
42
4.
LEESWIJZER ANALYSE SPEELRUIMTE In dit hoofdstuk worden de geformuleerde beleidspunten vertaald naar de situatie in de verschillende wijken en dorpen van de gemeente. Er wordt geanalyseerd hoeveel informele en formele speelruimte er is (huidige situatie) en hoeveel dit moet zijn voor een evenredige verdeling van speelruimte en -voorzieningen over de doelgroep en de wijken. In Bijlage V staan tabellen met daarin de maatregelen die voor het realiseren van dit openbaar speelvoorzieningenniveau nodig zijn.
4.1.
Bij het lezen van de analyse Aangeraden wordt om bij het lezen van de analyse de tekening uit Bijlage VIII en de tabel met speelplekken uit Bijlage V van de betreffende wijk erbij te houden. Regelmatig wordt een gebied aangeduid met straatnamen. Het is daarom handig om tijdens het lezen een straatnamenkaart bij de hand te houden. In de analysetekst staan de speelpleknummers tussen haakjes [**.**]. Dit zijn de nummers van de huidige speelplekken. Deze corresponderen met de speelpleknummers op de tekeningen. Daarnaast staan er aanduidingen als [Z **.**] in de tekst. Dit zijn de nieuwe plekken/zoekgebieden. Verder zijn met [M **.**] de voorgestelde maatregelen ter verbetering van de informele speelruimte aangeduid. De eerste drie paragrafen bevatten steeds een weergave van de inspraak met betrokkenen voor het betreffende dorp of de wijk. Daarna volgt de analyse van OBB.
4.2.
Leeftijden en aantallen In de tekst wordt gesproken over drie leeftijdscategorieën, zoals ook beschreven in het beleidsplan: kinderen = van 0 tot en met 5 jaar jeugd = van 6 tot en met 11 jaar jongeren = van 12 tot en met 18 jaar doelgroep = van 0 tot en met 18 jaar In de tekst worden tabellen weergegeven per leeftijdscategorie. Hieraan kan gezien worden wat het verloop is in de aantallen per doelgroep en kan ingeschat worden wat de aantallen per doelgroep in de beleidsperiode zijn.
Centrum/Breukelen Oost Selissenwal Munsel/Selissen Lennisheuvel Liempde Totaal Tabel 6
0-5 409 693 245 323 75 356 2.101
6-11 410 620 221 247 74 356 1.928
12-18 516 889 292 344 79 442 2.562
Totaal 1.335 2.202 758 914 228 1.154 6.591
totaal aantallen per doelgroep en wijk
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
43
4.3.
Onderverdeling in wijken en buurten Bij het opstellen van de analyse is zoveel mogelijk rekening gehouden met de wijkindeling en naamgeving zoals die in gemeente Boxtel gehanteerd worden. De wijknamen en onderverdeling komen uit de beheergegevens van de speelplekken en worden vooral gebruikt door de afdelingen Wijkbeheer en Ruimtelijke Inrichting en Beheer. Voor de doelgroep kunnen grenzen overigens heel anders liggen; naast harde grenzen zoals wegen, watergangen en grote groengebieden, zijn ook sociale of gevoelsmatige barrières belangrijk. Door de rondgangen met de jeugd is een beeld van deze grenzen verkregen. Door bovengenoemde indeling is het mogelijk dat enkele, in de analyse gehanteerde grenzen iets anders lopen dan verwacht. Soms is het nodig om de wijken te beschrijven in kleinere blokken. Deze zogenoemde speelbuurten ontstaan doordat de ruimtelijke opbouw verschilt, er een drukke weg of spoorlijn ligt of er een sociale barrière is. Dit zijn vaak grenzen die door ouders ook als fysieke grenzen meegegeven worden aan de kinderen en jeugdigen bij het zelfstandig spelen. De kinderen tot en met 8 jaar moeten vaak binnen deze wijkjes blijven. Binnen een speelbuurt moeten minimaal 15 kinderen wonen om een speelplek te behouden. Bij meer dan 25 kinderen in een speelbuurt wordt een nieuwe speelplek aangelegd.
Jeugd Newtonplein
4.4.
Opbouw teksten De analyse is opgesteld aan de hand van de normen uit Tabel 7 en Tabel 8. Aan de hand van de hoeveelheid informele ruimte en de exacte verdeling van de doelgroep over de wijk worden de normen voor formele speelruimte toegepast. Zo wordt gekeken hoeveel jeugdigen binnen de actieradius van een speelplek moeten wonen, wil deze plek gerechtvaardigd zijn. Daarnaast wordt gekeken naar de gebieden waar veel kinderen, jeugdigen en jongeren wonen, maar geen speelplek aanwezig is. Per wijk en dorp wordt zonodig eerst aangegeven welke bijzonderheden van belang kunnen zijn bij de analyse. Doordat iedere wijk een eigen opbouw heeft en de plekken voor de verschillende leeftijden nauw met elkaar verweven zijn, is er in enkele gevallen voor gekozen om volgens een andere indeling te schrijven.
4.5.
Tekstwolken naast de tekst In de linkerkantlijn staan tekstwolken. In deze wolken staan opmerkingen die uit de enquêteformulieren komen. Ook zijn dit reacties uit gesprekken met betrokkenen of de projectgroep. De wolkjes hebben betrekking op de wijk, speelplek en/of het aspect dat daarnaast wordt beschreven.
Tekstwolken. bron
4.6.
Secundaire speelplekken In de analyse worden plekken aangeduid als boventallig. Boventallig betekent dat de speelplek of een aantal speeltoestellen op een speelplek geen functie (meer) heeft in het speelvoorzieningenniveau. Er moet een keuze gemaakt worden ten aanzien van de wijze en snelheid waarmee de boventallige speeltoestellen en –plekken opgeheven worden. Dit kan door in een uitvoeringsplan vorm te geven aan de maatregelen uit het speelruimteplan.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
44
Toestellen kunnen blijven staan totdat ze aan vervanging toe zijn. Het kan ook zijn dat gezien de kosten de boventallige toestellen verwijderd moeten worden of ergens anders herplaatst worden om invulling te geven aan het openbaar speelvoorzieningenniveau. Een voordeel van het langzaam verwijderen van speeltoestellen is dat deze langer ter beschikking van de doelgroep blijven. Een nadeel is dat één of een enkel toestel dat niet uitgebreid onderhouden wordt een negatieve invloed kan hebben op het aanzicht van de openbare ruimte. Het in één keer verwijderen van alle boventallige toestellen is organisatorisch het eenvoudigst en voorkomt dat er iedere keer opnieuw uitleg moet worden gegeven aan bewoners en de doelgroep. Wanneer de toestellen door het boventallig aanwijzen van een plek verwijderd worden, is het erg belangrijk dat er een bespeelbare ruimte achterblijft die niet wordt gebruikt voor parkeren, siergroen of om honden uit te laten. Zeker in de buurten met een hoge kinderdichtheid is het van belang dat deze ruimten als informele speelruimte beschikbaar blijven. Als dit in de voorlichting benadrukt wordt, zullen er bovendien minder bezwaren gemaakt worden bij het opheffen van een plek.
4.7.
Speelplek als basisvoorziening Het komt soms voor dat de norm voor het handhaven van een speelplek niet wordt gehaald. Normaal zou een speelplek dan als boventallig aangewezen worden. Het kan echter zijn dat de plek op een locatie ligt die “afgezonderd” ligt door barrières of in het buitengebied en hier een bijzondere functie heeft. De plek kan dan als basisvoorziening blijven bestaan. Echter het aantal toestellen op dit soort plekken dient in verhouding te zijn met de hoeveelheid informele ruimte en het aantal kinderen ten opzichte van de overige voorzieningen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
45
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
46
5.
BOVENWIJKSE ASPECTEN VAN SPEELRUIMTE In dit hoofdstuk worden per leeftijdscategorie de belangrijkste aspecten beschreven die betrekking hebben op de hele gemeente en de belangrijkste punten die bij de verschillende inspraakmogelijkheden naar voren kwamen.
5.1.
Kinderaantallen Er is in de doelgroepen een daling te zien bij het aantal jeugdigen. Het aantal jongeren ligt hoger en het aantal kinderen ook. Het voorzieningenniveau zou voor de jongeren tijdelijk iets minder kunnen zijn, maar op de lange termijn zal het aantal kinderen doorschuiven naar de jongeren en zijn de voorzieningen weer nodig. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
Aantal 2.249 2.083 2.775 7.107
Per speelbuurt voor de kinderen, of wijk voor jeugd en jongeren, is rekening gehouden met een prognose in de zin van: het aantal blijft gelijk of neemt af of toe. Hierop is het voorzieningenniveau voor de komende tien jaar afgestemd.
5.2.
Georganiseerd sport en spel In de gemeente Boxtel wordt actief aan sport gedaan. Eigenlijk zitten alle jeugdigen wel op een sportclub. Naast de reguliere sportclubs is er een jeugdsportwerker die tal van activiteiten organiseert in de verschillende buurten van Boxtel. Naast het sporten zijn er nog kinderspelmiddagen zoals de knutselmiddagen in De Rots en De Walnoot. Ook komen er steeds meer brede scholen die een deel van de vrije uren tussen school- en etenstijd gaan invullen. In de zomervakantie zijn er een week lang vakantiespeeldagen voor de basisschooljeugd op het terrein bij De Rots. Verder is er in de Oranjestraat altijd een straatspeeldag. Bij de jongeren loopt de animo voor georganiseerd sporten en ontmoeten wel wat terug. Jongeren boven de zestien jaar gaan liever naar een café of dansgelegenheid.
5.3.
Bovenwijkse voorzieningen jeugd In de buurt Munsel ligt De Kleine Aarde. Dit is een centrum voor duurzame leefstijl met een ecopark erbij. Om toegang te hebben tot dit ecopark en de activiteiten van De Kleine Aarde moeten de kinderen in het bezit zijn van een maatjespas die ze voor € 1,- per maand kunnen aanschaffen.
5.4.
Hondenpoepprobleem Om kwalitatieve informele speelruimte ontsloten te houden voor de kinderen en jeugd is het van belang dat er een goede balans ontstaat tussen uitlaatplekken en speelgroen. Voor de jeugd kan een grasveld als trapveld afgeschreven worden als er hondenpoep ligt. Het veld zal niet of nauwelijks gebruikt worden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
47
Door kinderen wordt vaak het idee geopperd om hondentoiletten te maken in grote groenvoorzieningen waar ook veel speelvoorzieningen zijn of trapvelden liggen. Voor enkele locaties in Boxtel zou dit ook een oplossing kunnen zijn, vooral in de buurten. Daarnaast zou een lijn met speelprikkels bedacht kunnen worden die aan dit probleem zijn gerelateerd. Deze speelprikkels hebben dan een dubbele functie: ze wijzen de hondenbezitter op speelgebruik en geven de kinderen een aanleiding tot spelen. Deze themalijn zou dan breed bekend gemaakt moeten worden onder de inwoners van Boxtel. Dit is leuk voor een prijsvraag of kunstproject (zie maatregel in Bijlage V). De hondenpoep is in ieder geval een ‘hot issue’ en er moet zeker iets aan gedaan worden!
5.5.
Voorzieningen voor jongeren
5.5.1.
Informele ontmoetingsmogelijkheden Voor de jongeren kun je niet echt spreken van spelen; het verblijf van deze leeftijdscategorie in de openbare ruimte richt zich op het sporten en ontmoeten van leeftijdsgenoten. Het ontmoeten gebeurt veelal informeel, op spontaan ontstane plekken en veel minder op speciale speel- en ontmoetingsplekken. In Bijlage VI is een uitgebreide beschrijving gegeven van de verschillende soorten en eisen waaraan de informele ontmoetingsmogelijkheden moeten voldoen. De volgende categorieën zijn te onderscheiden: Houdoeplek = willekeurig gekozen afspreek- of afscheidplek van “nature” aanwezig in de openbare ruimte; Chillplek = kleine plek voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en Chillplek; Ontmoetingsplek = plek waar jongeren echt afspreken en zitten te praten of andere activiteiten doen; No-Problemplek = plek verder buiten de bebouwde omgeving zodat hier geen overlast voor omwonenden te verwachten is.
Speciale ontmoetingsplek
“het moet niet te ver weg zijn, sommige houden niet van ver lopen” gesprek jongeren
De jongeren kiezen voor ontmoeting meestal plekken waar ze een beetje kunnen zitten om met elkaar te praten. Dat zijn plaatsen in het zicht, maar waar ze ook een beetje privacy hebben. Door vanuit deze visie met jongeren om te gaan, geeft men hun fysiek een plaats ín de maatschappij en niet langs de rand van de maatschappij. Enkele kenmerken van geschikte locaties voor het informele ontmoeten voor de jongeren zijn: • met de fiets/scooter gemakkelijk bereikbaar; • langs routes naar school of sport; • bij een straatlantaarn (timer); • in het zicht langs de weg zodat vrienden kunnen zien dat je 'er bent'; • in het zicht zodat toezichthouders snel kunnen zien wat er gebeurt zonder te hoeven uitstappen; • niet in de open vlakte; • niet te dicht bij de woningen; • ergens op kunnen zitten en/of tegenaan hangen. In de analyse is per buurt aangegeven welke informele ontmoetingsmogelijkheden aanwezig zijn en wat er gedaan kan worden om meer ontmoetingsmogelijkheden te creëren.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
48
5.5.2.
Formele ontmoetingsmogelijkheden In de analyse wordt uitgegaan van een goede verdeling van sporten ontmoetingsvoorzieningen voor jongeren, gerelateerd aan de buurten en wijken. Visie hierbij is dat een deel van de jongeren gewoon in hun eigen wijk in de openbare ruimte wil sporten en leeftijdsgenoten wil ontmoeten. In de analyse worden daarom per wijk de sport- en ontmoetingsmogelijkheden beschreven. De inrichting en ligging van enkele van deze voorzieningen zal echter een grotere aantrekkingskracht hebben dan alleen op de jongeren uit eigen wijk. Deze zogenoemde bovenwijkse locaties trekken ook jongeren uit andere wijken aan. De skatevoorzieningen en goede verharde voetbalplekken fungeren vaak als dit soort ontmoetingspunten. Een voorbeeld hiervan is de plek aan de Dr. de Brouwerlaan in Oost.
5.5.3.
Skatebaan Het uitgangspunt zou moeten zijn dat skaten op een centrale locatie gebeurt en niet verspreid over Boxtel op kleinere plekken. Dit is om te voorkomen dat er relatief veel geld wordt uitgegeven aan skatevoorzieningen zonder dat er echt uitdagende skatemogelijkheden zijn. Voor de jongere jeugd is dit misschien nog leuk, maar de echte skaters willen graag ruimte en uitdaging. Aangezien skaters een erg sociale groep vormen die elkaar graag iets willen leren, is ook dit een argument voor een centrale locatie voor een skatebaan. De dorpen liggen voor de basisschooljeugd te ver weg om te gaan skaten, maar de jongeren die middelbaar onderwijs volgen zijn gewend om te reizen. De locatie aan de Dr. de Brouwerlaan lijkt deze functie vooralsnog goed te vervullen.
5.6.
Speel en eetgroen
Hutten bouwen bij sportveld
Vanuit de duurzaamheidsnota bestaat de mogelijkheid om speel- en eetgroen aan te wijzen. Niet al het groen krijgt daarbij dezelfde functie. Vooralsnog wordt het openbaar groen in de buurten in het speelruimteplan betrokken en een eerste aanzet gegeven tot de vormgeving van speel- en eetgroen. Hierbij worden globaal vijf categorieën onderscheiden: a. speelveldje/picknickveldje b. speelveldje/trapveldje c. struingroen/plukgroen/eetgroen d. huttenbouwgroen/ruigte e. natuurgroen/onderwijs Op een speelveldje/picknickveldje (a) kunnen de kinderen lekker spelen en picknicken maar het veldje leent zich minder goed voor drukke en grote spelen. Hiervoor kunnen de kinderen en jeugd beter naar een speelveldje/trapveldje (b) gaan. Deze stukken groen zijn vaak wat groter en liggen iets verder van de woningen. Voor het bouwen van hutten en het struinen is naast gras ook plantsoen nodig zoals heesters en bosplantsoen en zou het groen wat ruiger mogen zijn en kunnen er ook hoogteverschillen aanwezig zijn (d). Hier kan de jeugd hutten bouwen, crossen, met takken slepen en dergelijke. Om te eten en te plukken (c) kan gedacht worden aan hazelnoten, eikels, kastanjes, beukennootjes, vlierbessen, bosbessen, bramen, wilde bloemen en zelfs appels. Het natuurgroen is niet gericht op hoge speeldruk van kinderen, maar hier kunnen de kinderen onder begeleiding van volwassenen meer leren over de natuur, bijvoorbeeld over vogels, reptielen, plantjes en andere interessante zaken. Door de kinderen op jonge leeftijd hiervoor te interesseren zal meer betrokkenheid ontstaan bij natuur en landschap.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
49
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
50
6.
SPELEN IN LENNISHEUVEL Lennisheuvel is een van de dorpen van de gemeente Boxtel. Het dorp heeft een eigen karakter en opbouw. De bebouwing concentreert zich aan de oostkant van het dorp. Hier wonen dan ook de meeste kinderen. Lennisheuvel heeft in totaal circa 1.155 inwoners.
6.1.
Kinderaantallen Het aantal kinderen is de laatste tien jaar afgenomen, maar er zijn in verhouding meer jeugdigen dan jongeren. Het aantal lijkt nu te stabiliseren. Het aantal jongeren zal dan nog iets gaan toenemen naar circa 85. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
6.2.
Aantal 75 74 79 225
Informele speelruimte 0 – 11 jaar In het dorp is voor alle leeftijden ruim voldoende informele speelruimte te vinden. Alle woningen hebben een kleinere of grotere tuin voor de kinderen en jeugd om in te spelen. Daarnaast ligt er in het dichter bebouwde deel van het dorp in iedere straat een grasveld dat door de verkeersluwheid in dit deel voor ieder kind goed bereikbaar is. Hier kan gevoetbald worden door de jongens en gepicknickt door de meisjes. Een leuk voorbeeld van het beter oversteekbaar maken van een weg is in deze buurt te vinden in de Pastoor Mandersstraat. Hier liggen verder geen voorzieningen. Aandachtspunt is de Lennisheuvel. Op deze doorgaande weg wordt soms hard gereden, waardoor de voorzieningen aan beide zijden van de weg voor de kinderen en jeugd tot en met een jaar of acht niet zelfstandig bereikbaar zijn. Mogelijk zal ook hier aandacht moeten zijn voor de oversteekbaarheid bij voorzieningen zoals de school en de speeltuin [42a] Lennisheuvel tegenover huisnr. 47 [M Lh01].
Oversteekje in Past. Mandersstraat
6.3.
Speelgroen Het buitengebied is voor de jeugd en jongeren goed bereikbaar en ze komen dan ook bij “vriendjes” die hier wonen. In het dorp zijn er verschillende groenvoorzieningen die al een speelfunctie hebben en dienen te houden (zie kaart Bijlage VIII). De gebruiksfuncties zijn over het algemeen picknickveldjes (a) en informeel trapveld (b) [M Lh01]. Voor echt hutten bouwen en struinen (natuurspeelplek) zouden mogelijkheden zijn op locatie Lennisheuvel achter de school met hoogteverschillen en vruchtdragende bomen en bosplantsoen (c+d) [M Lh03]. Dit kan mooi aansluiten op de speelruimte die op het schoolplein aangeboden wordt.
6.4.
Formele speelruimte 0 – 11 jaar Op dit moment zijn er vier speelplekken aanwezig in Lennisheuvel. Dit is gezien de landelijke normen zeer royaal. Zou dit voorzieningenniveau over heel de gemeente worden toegepast dan zou het budget aanzienlijk moeten stijgen. Gezien de barrièrewerking van de Lennisheuvel dient er aan beide zijden speelruimte aangeboden te worden. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
51
Ten oosten van de Lennisheuvel wonen 57 kinderen en 44 jeugdigen. Voor de kinderen kan met twee plekken ruim worden voorzien in de behoefte en voor de jeugd met een enkel toestel. Te zien is dat de loopcirkels van de plekken [43a] Het Gescheurd Hemd bij nr. 24, [43b] Het Gescheurd Hemd bij nr. 54 en de [42b] Dorsvlegel elkaar ruim overlappen. De plek [43b] Het Gescheurd Hemd bij nr. 54 kan als boventallig worden gezien. Voor de jeugd kan met een goede plek in het dorp in de behoefte worden voorzien. Door de barrièrewerking van de Lennisheuvel kan een enkel toestel blijven bestaan op een van de speelplekken ten oosten van deze straat. De [42b] Dorsvlegel ligt hiervoor het meest centraal en heeft hiervoor al geschikte inrichting. Als centrale speelplek voor deze leeftijd is de meeste ruimte en potentie op [42a] Lennisheuvel tegenover huisnr. 47 aanwezig. Deze wordt hiervoor dan ook aangewezen. Hier kunnen ook de kinderen die ten westen van de Lennisheuvel wonen terecht.
Dorsvlegel
6.5.
Informele ontmoeting De bewoners hebben plekken nodig waar ze elkaar informeel ontmoeten. Zeker voor de jongeren is ontmoeten belangrijk. In Lennisheuvel zijn er voor de 80 jongeren 2 Chillplekken en een Ontmoetingsplek nodig. Niet alleen voor de jongeren is dit belangrijk, maar ook voor andere bewoners en gebruikers. Verspreid over de kern staan er op verschillende locaties bankjes waar dit ontmoeten (Chillplek) kan plaatsvinden. De belangrijkste ontmoetingsplek voor zowel jongeren als ouderen is aan de Lennisheuvel bij de kiosk naast de school. De ruimte biedt weinig mogelijkheden voor grootschalige activiteiten of evenementen, maar dient voor ontmoeting geschikt te zijn en blijven [M Lh04]. Het is een plek om te zien en gezien te worden (Ontmoeten).
6.6.
Sport 12 -18 jarigen Voor de circa 80 jongeren in Lennisheuvel kan met een goede sporten ontmoetingsplek worden voorzien in de behoefte. Voor de sportactiviteiten dient een voldoende grote ruimte te zijn. De locatie [42a] Lennisheuvel tegenover huisnr. 47 heeft hiervoor de goede ligging en toegankelijkheid.
Speeltuin Lennisheuvel
Deze locatie kan met een goede inrichting de dorpsontmoetingsplek voor alle leeftijden worden. Achterop de plek kan voor de jongeren een sportvoorziening komen, op het middendeel toestellen voor de jeugd en kinderen en op het voorste deel de jeu-de-boulesbaan en een open ruimte voor een tent, barbecue of ander feest. Type plek
“de speeltuin is verouderd, vernieuwen en aanpassen is nodig” enquête contactpersoon
Aantal
Aanwezig
Houdoe Chill
3 2
ja ja
Ontmoeting Sport
1 1
ja nee
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Opmerking geen voorzieningen nodig speeltuin Lennisheuvel en overige locaties in dorp 0-99 jaar bij kiosk/muziektent in nieuwe speeltuin Lennisheuvel
52
7.
SPELEN IN LIEMPDE Liempde is een van de dorpen van de gemeente Boxtel. Het dorp heeft een eigen karakter en opbouw. Er is een woningconcentratie rond de Schietberg. Opvallend gelegen is de nieuwbouw aan de Strijpenhof. In het oude dorp wonen de kinderen meer gespreid aan de meer lintachtig bebouwde straten. In totaal heeft Liempde circa 4.845 inwoners.
7.1.
Kinderaantallen Het aantal kinderen jeugd en jongeren is al jaren stabiel en zal waarschijnlijk ook zo blijven. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
7.2.
Aantal 356 356 442 1.154
Informele speelruimte 0 – 11 jaar De informele speelruimte in Liempde voor 0 – 11 jaar is niet ruim. Wel hebben praktisch alle woningen een tuin die groot genoeg is voor deze leeftijdsgroepen en wonen de kinderen erg verspreid. Een struinplek in het dorp waar hutten gebouwd worden of andere avontuurlijke spelen gedaan worden is er niet. Ook zijn er bijna geen grote velden voor voetbal of andere sporten. Hetzelfde geldt voor de verhardingen. Er is nergens een centraal ontmoetingsplein voor het hele dorp. Ook het schoolplein van Sint Theresia heeft niet een zodanige ligging en omvang. De markt wordt gehouden op het hoekje van de Oude Postbaan en de evenementen op het veld aan de Barrierweg. Door de wegen Boxtelseweg, Nieuwstraat, Barrierweg en de Kapelstraat, Vendelstraat ontstaan er meerdere speelbuurten voor de kinderen en jongere jeugd. Er wordt hier te hard gereden om zelfstandig te mogen oversteken voor deze doelgroepen. Zijn ze ouder dan mag de jeugd wel over het hele dorp komen. Het verbeteren van de informele speelruimte is erg moeilijk, omdat er simpelweg geen ruimte is. Met speelprikkels kunnen in de verschillende woonstraten waar iets meer kinderen wonen, maar niet direct een speelplek nodig is, meer speelmogelijkheden geboden worden. Straten die hiervoor in aanmerking komen zijn de Akkersrijt, Strijpenhof, Koolhof, De Knolschans, Kennedystraat, Looeind/Essenstraat, Bergstraat ter hoogte van de nummers 2 en 3, Kerkheiseweg ter hoogte van de nummers 5 en 6 en de Hezelaarsestraat[M Ld01].
Trapveldje Akkersrijt
7.3.
Speelgroen De openbare groenvoorzieningen zijn vrij klein. De grasvelden die er zijn worden over het algemeen beschouwd als speelgroen (functie a). Een paar locaties zijn meer geschikt voor categorie b, zoals het veldje aan de Krollenbocht, Barrierweg en Den Dries. Op dit moment zijn er geen velden met categorie c of d. Hiervoor dient een locatie te worden aangewezen. Mogelijkheden lijken te liggen rond de sportcomplexen De Roode Bleek of Bolakkers [M Ld02].
7.4.
Formele speelruimte 0 – 11 jaar In de omgeving van de Schietberg wonen circa 50 kinderen en 70 jeugdigen. Voor deze doelgroepen zijn respectievelijk twee plekken en een plek nodig. Op dit moment liggen hier vijf speelplekken. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
53
De speelplek [59] Dennendreef en [61] Krollerbocht Binnen, ingang bij huisnr. 29, zijn op dit moment het meest voor kinderen ingericht. Speelplek [69] Akkersrijt tegenover huisnr. 19 is ingericht als trapveld/basketbalplek terwijl juist in deze hoek de meeste kinderen wonen. Deze plek is in zijn huidige inrichting boventallig en kan alleen blijven bestaan voor kinderen als een van de andere plekken voor kinderen vervalt. Naast het enkele toestel voor de jeugd op de plekken [59] Dennendreef en [61] Krollerbocht Binnen, ingang bij huisnr. 29 dient er een goed trapveld te zijn. Het veld [61b] Krollerbocht is hiervoor nu ingericht. Aangezien er nergens anders ruimte is kan dit zo blijven. Misschien zijn minidoelen hier passender qua type spel. In overleg met bewoners kunnen locaties worden aangewezen volgens norm en verder worden vormgegeven.
Krollerbocht
In het gebied tussen de Heidonk en Hogenbergseweg/Nieuwe Erven wonen circa 40 kinderen. Ze wonen zo verspreid over het gebied (kinderdichtheid is zeer laag) dat nergens een locatie voor een speelplek aan te wijzen of nodig is. Vanaf de Hogenbergseweg/Nieuwe Erven en ten zuiden van de Nieuwstraat wonen circa 90 kinderen. Ook hier geldt dat ze erg verspreid wonen over de buurt en er eigenlijk geen duidelijke concentraties zijn. Rond de bestaande speelplekken [62] Klein hoekje / Europalaan bij huisnr. 16 en [63] Populierenlaan / Kleuskes tegenover huisnr. 43 wonen circa 15 kinderen. Daarbij zijn de 6-, 7- en 8-jarigen meegeteld die nog niet te ver zelfstandig van huis af mogen om te gaan spelen. De plekken kunnen vooralsnog blijven bestaan voor deze leeftijdsgroepen met de nadruk op 0- tot en met 5-jarigen. Voor de jeugd dient een goede aantrekkelijke speelplek te zijn. De meest geschikte locatie hiervoor lijkt [74] Rosenlo te zijn. De locatie ligt eigenlijk niet centraal genoeg, maar hier is in ieder geval voldoende ruimte. Voor de kinderen (er wonen er vijf) heeft deze plek geen functie. Geadviseerd wordt om te kijken of er een speelplek kan komen op de hoek Rosenhofstraat / Oranjelaan [Z Ld 01]. Lukt dit niet, dan blijft locatie [74] Rosenlo de aangewezen plek. Hierbij kunnen bewonerswensen misschien uitkomst geven.
Strijpenhof
Ten noorden van de Kapelstraat / Vendelstraat ligt de speelplek [73] Strijpenhof bij huisnr. 23. Deze vrij kleine plek vervult een functie voor circa 40 kinderen en 10 jeugdigen. Uitbreiding van de plek is echter niet mogelijk. Tussen de Kapelstraat, Keefheuvel en Nieuwstraat wonen circa 20 kinderen en circa 25 jeugdigen. Ook hier wonen de kinderen zo verspreid dat er niet echt een speelplek aan te wijzen of nodig is. Zij kunnen ook deels terecht op het schoolplein van Sint Theresia.
Heuvelstraat
Het meest oostelijk gelegen buurtje is het meest kinderrijk. Hier wonen circa 90 kinderen en 90 jeugdigen. Er kan hier met vier speelplekken voor kinderen ruim worden voorzien in de behoefte. De bestaande plekken [50] Heuvelstraat (buurtvereniging Roderweg), [53] Vendelstraat / Smidsepad, [55] Den Achterhof en [64] Koestraat zijn hiervoor ook al ingericht. Het aantal toestellen is daarbij niet overal gelijk verdeeld en zou wat minder kunnen. De plekken [55] Den Achterhof en [64] Koestraat dienen ook voornamelijk ingericht te zijn voor de kinderen en niet voor de jeugd. De jeugd kan namelijk goed terecht op de plekken [53] Vendelstraat / Smidsepad en [50] Heuvelstraat (buurtOBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
54
vereniging Roderweg). Voor het trappen van een balletje en andere sport kunnen ze verder ook terecht op plek [52] Den Dries. Ten zuiden van de hoek Roderweg en Barrierweg wonen circa 30 kinderen verspreid over de woonbuurt en het bedrijventerrein. De kinderdichtheid in dit gebied is ook te laag om een locatie voor een speelplek aan te wijzen. Ook in het buurtschap Hezelaar is dit het geval.
7.5.
Informele ontmoeting Het ontmoeten in het dorp gebeurt op het Raadhuisplein tijdens de weekmarkt of op het [74] Rosenlo tijdens evenementen. Dit zijn dan ook belangrijke ontmoetingsplekken voor alle leeftijden. Daarnaast zijn er buurtspecifieke plekken nodig. De sociale samenhang is hier onderling sterker dan dorpsbreed. Zo ligt aan de oostkant van Liempde de speeltuin [50] Heuvelweg, waar de buurtvereniging Roderweg actief is. Elk buurtje zou een dergelijke eigen plek moeten hebben voor ontmoeting en een spelletje. Naast de bestaande locaties net genoemd mist nog een plek aan de westkant van het dorp. Mogelijk kan hiervoor de plek [60] Krollerbocht Buiten, ingang bij huisnr. 38 dienst doen. Voor de circa 440 jongeren zijn in totaal acht Chillplekken en vijf Ontmoetingsplekken nodig. De Ontmoetingsplekken vallen samen met de bekende plekken in het dorp: • [60] Krollerbocht Buiten, ingang bij huisnr. 38 • [74] Rosenlo • [50] Heuvelstraat (buurtvereniging Roderweg) Dan zouden er nog twee locaties meer in het tussenliggende deel moeten zijn. Voor de jongeren zou bij de sportvelden iets gerealiseerd kunnen worden. Dat moet dan iets verder van de woningen vandaan, zodat de jongeren ’s avonds eens wat langer kunnen blijven zitten [M Ld 03]. Een tweede locatie kan misschien gevonden worden langs de Boxtelseweg / Kapelstraat / Nieuwstraat wat in het zicht [M Ld 04]. In overleg met de jongeren kan vormgegeven worden aan deze locaties. De Chillpleklocaties zijn al aanwezig in het dorp op de verschillende speelplekken, Raadhuisplein en langs overige wegen.
Krollerbocht
7.6.
Sport 12 – 18 jaar Voor de iets meer dan 440 jongeren dienen er vier goed ingerichte sportlocaties te zijn, waarbij een locatie gecombineerd met een Ontmoetingsplek en een verhard trapveld. De vier al aanwezige, verspreid over het dorp liggende en (deels) geschikte locaties zijn: • [60] Krollerbocht Buiten, ingang bij huisnr. 38 • [74] Rosenlo • [52] Den Dries • [50] Heuvelstraat (buurtver. Roderweg) De locatie [74] Rosenlo zou daarnaast een bredere functie kunnen vervullen, ook omdat dit het evenemententerrein is van het dorp.
Den Dries
Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Aantal 13 8
Aanwezig ja ja
5 4
deels ja
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Opmerking verspreid aanwezig op plekjes, pleinen en langs straten nog 2 maken enige herinrichting soms nodig
55
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
56
8.
SPELEN IN SELISSEN-MUNSEL De wijk Selissen-Munsel is de nieuwste wijk (deels ook ecowijk) in het noordoosten van Boxtel. Het gebied bestaat uit Selissen, gelegen ten noorden van de Dommel, en Munsel ten zuiden van de Dommel. De meeste kinderen wonen in Munsel.
8.1.
“nog steeds een jonge wijk met veel kinderen” enquête contactpersoon
Kinderaantallen Daar waar nieuw wordt gebouwd, is een kinderpiek te zien. Opvallend is dat er ook op dit moment al redelijk veel jeugd en jongeren wonen. Dit houdt in dat de mensen die hier naartoe verhuizen vaak al kinderen hebben en dat de kinderpiek in de oudere delen al is doorgeschoven naar de jeugd en jongeren. Heel grote aantallen woningen komen er niet meer bij, dus een zeer grote stijging in het aantal kinderen is niet meer te verwachten. Wel moet rekening gehouden worden met het doorschuiven van de kinderpiek naar de jeugd en jongeren. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
8.2.
Straatspel bij de Voetboog
8.3. “op het grasveld aan de Munsel wordt regelmatig door kinderen tot 10 jaar gevoetbald en gehockeyd” enquête contactpersoon
Aantal 323 247 344 914
Informele speelruimte 0 – 11 jaar De informele speelruimte in Selissen en Munsel is ruim te noemen. De grote groengebieden direct rondom deze wijken leveren zeker voor de basisschooljeugd veel informele speelruimte op. Ook de opbouw van de buurten is zodanig dat er op straat goed gespeeld kan worden en er zijn verschillende pleintjes en parkeerplaatsen waar de doelgroepen terechtkunnen. Dit is ook belangrijk als het veel geregend heeft. Wel is de parkeerdruk hierbij een aandachtspunt. Als alle auto’s er staan neemt de speelruimte op straat behoorlijk af. In sommige delen van de wijk wonen veel kinderen in een straat en ligt er niet meteen een speelplek. Op deze locaties zou met speelprikkels extra speelmogelijkheid gemaakt kunnen worden. De locaties die hiervoor in aanmerking komen zijn De Romein, Schuttershof, Vaandrig, De Schutsboom, Huygensstraat en Einsteinstraat [M MS 01]. De Dukaat, Munsel en het eerste deel van De Aanloop zijn redelijk drukke wegen en voor de kinderen en jongere jeugd duidelijke speelgrenzen.
Speelgroen In deze wijk ligt veel speelgroen. Op de bestaande speelplekken is ruimte voor bijvoorbeeld picknicken en voetballen. Maar ook op het veld aan de Munsel wordt gevoetbald en gehockeyd. In het bosplantsoen rondom de sportvelden worden hutten gebouwd en is zelfs een boomhut te vinden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
57
Langs de Dommel liggen grote stukken ruigte waar de kinderen kunnen komen, maar die ook een functie kunnen hebben bij natuureducatie. Aan de zuidkant van De Benneken en ten zuiden van de Zonnegolven liggen stukken bos(plantsoen) waar de kinderen kunnen struinen en hutten bouwen. Ook liggen er op verschillende plekken poelen en andere watergangen waar kinderen kunnen spelen en leren. Om dit groene spelen te stimuleren, dient er nagedacht te worden over educatie, speelprikkels en groensortiment verspreid over het gebied [M MS 02). Op het perceel ten zuiden van De Benneken kunnen door het aanbrengen van extra prikkels de speelmogelijkheden vergroot worden [M MS 03]. De Kleine Aarde is niet openbaar toegankelijk en moet meer gezien worden als bovenwijkse voorziening.
Boomhut sportvelden
8.4.
Formele speelruimte 0 – 11 jaar In Selissen wonen circa 20 kinderen en 20 jeugdigen. Voor hen is er de speelplek [70] Braspenning. Deze speelplek voorziet ruim in de behoefte voor deze buurt. Voor Munsel kunnen twee speelbuurten worden onderscheiden: een ten noorden en een ten zuiden van de Munsel. Ten zuiden van de Munsel is de buurt langgerekt, waardoor de kinderen die bij de Lijndakker wonen bijna niet op het Newtonplein komen.
Braspenning
“speeltuin Lijndakker voldoet heel goed aan behoefte” enquête contactpersoon
Newtonplein
In Munsel wonen ten noorden van de Munsel samen circa 55 kinderen en evenveel jeugdigen. Veruit de meeste kinderen en jeugd wonen in de omgeving van De Doelen. Hier ligt de speelplek [34] Voetboog die goed is ingericht voor deze leeftijdsgroepen. Voor de kinderen in de omgeving van De Romein is het ver naar deze plek en is de Munsel een grote barrière om over te steken naar plek [33] Lijndakker. Met een paar speelprikkels in de buurt zouden deze kinderen ook een beetje een eigen plekje kunnen krijgen [M MS 01]. Ten zuiden van de Munsel rond plek [33] Lijndakker wonen circa 25 kinderen en circa 35 jeugdigen. Plek [33] Lijndakker heeft een belangrijke functie voor de buurt en kan gehandhaafd blijven. In de omgeving van de Schuttershof en de Vaandrig wonen ruim 20 kinderen. Er is met de bewoners gesproken over een speelplek aan de Munsel achter de huizen van de Vaandrig [Z MS 02]. Om de speelmogelijkheden dicht bij huis te waarborgen kunnen in bovengenoemde straten enkele speelprikkels worden aangebracht [M SM 01]. In de omgeving van het Newtonplein wonen circa 130 kinderen en circa 75 jeugdigen. Op het Newtonplein ligt de plek [80] Newtonplein met speelmogelijkheden voor deze doelgroepen. Aan de gebruikssporen is goed te zien dat de speeldruk hoog is op deze plek. Voorlopig blijft dit ook zo en moet hier veel intensiever onderhouden en vervangen worden. Door de plek [Z MS 02] Munsel achter de huizen van Vaandrig te realiseren kan een deel van de speeldruk worden verlicht. Ook moet niet vergeten worden dat er straks 130 jeugdigen en later (over 8 à 10 jaar) 145 jongeren wonen. Mogelijk kan er op de hoek van de Einsteinstraat / Huygensstraat een speelplekje voor kinderen worden bijgemaakt [Z MS 01]. Verder kan plek [81] Tamboer verbeterd worden voor de jeugd om de speeldruk nog meer te spreiden in deze hoek van de wijk. Nu staat er al een pannaveldje, maar er is ruimte voor nog meer mogelijkheden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
58
8.5.
De informele ontmoeting in dit gebied lijkt deels gekoppeld te zijn aan de speelplekken die een centrale functie hebben in de buurt. De jongeren maken hier ook gebruik van. Toch zal er een aantal locaties specifiek voor hen dienen te zijn. Voor de circa 350 jongeren zijn zeven Chillplekken nodig en vijf Ontmoetingsplekken. Dit is nodig want het aantal jongeren zal even gelijk blijven maar over ongeveer acht tot tien jaar (vooral in omgeving Newtonplein) gaan toenemen tot circa 375. De locaties [33] Lijndakker, [70] Braspenning, [80] Newtonplein en [81] Tamboer kunnen als ontmoetingsplek voor de jongeren en de buurt worden aangewezen en ingericht. Daarnaast zal er in de wijk een goede plek aangewezen moeten worden, op wat grotere afstand van de woningen, waar de jongeren kunnen ontmoeten als het ook een keertje later op de avond wordt. Een locatie hiervoor kan in samenspraak met de jongeren worden aangewezen. Aan het eind van het pad bij de Dommel of aan het eind van de Scheidingsweg zouden mogelijke locaties zijn [M MS 04].
Lijndakker
“voor de jeugd van 12-18 moet meer komen” en “aanbod voor jeugd ouder dan 12 jaar is nog te weinig” en “gewenst is kleine trapveldjes voor kinderen tussen de 7 en 11 jaar” enquête contactpersonen
Tamboer
Informele ontmoeting
8.6.
Sport 12 -18 jaar Voor het sporten van de jongeren dienen minimaal drie goede locaties te zijn en een eenvoudig trapveld. De huidige plekken [70] Braspenning, [80] Newtonplein en [81] Tamboer worden hiervoor aangewezen. Hier moeten dan wel de voorzieningen op worden afgestemd. Vooral op de locatie [81] Tamboer moeten meer en betere voorzieningen komen. Op deze manier liggen de plekken gespreid en daar waar de meeste jongeren wonen. De locaties [15] Schijndelseweg / Zonnegolven, [33] Lijndakker en Munsel [M MS 05] kunnen voorzien in eenvoudige meer informele trapveldjes waarvan de jongeren dan mede gebruik kunnen maken. In elke hoek van de wijk kan dan een balletje worden getrapt. Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Aantal 12 7 5 3
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Aanwezig ja ja bijna ja
Opmerking
nog 1 plek vinden beter inrichten en extra informeel trapveldjes
59
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
60
9.
SPELEN IN SELISSENWAL In Selissenwal vindt op dit moment een herstructurering plaats. De woningen, wegen en het groen worden (deels) gerenoveerd. Ook wordt er een nieuw wijkcentrum aangelegd. Voor deze reconstructie is een concept structuurvisie opgesteld (maart 2008). Hierin wordt ook een speelstructuur beschreven op basis van de in dit beleidsplan geformuleerde normen.
9.1.
Kinderaantallen Er is te zien dat het aantal kinderen in de wijk weer iets toeneemt door de verbeteringen die er plaatsvinden. Jonge gezinnen vinden hun weg naar deze wijk, maar ook oudere gezinnen blijven er wonen. Dit is te zien aan het aantal jongeren dat niet lager ligt dan het aantal jeugdigen. Naar verwachting zal het aantal kinderen nog iets blijven groeien door startende gezinnen die hier komen wonen. Maar een deel van deze gezinnen zal ook weer “doorverhuizen” dus een hele grote kinderpiek is niet te verwachten, mede ook door de “oorspronkelijke” bewoners die hier blijven wonen. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
9.2.
Groenstrook van Randerodestraat
Aantal 245 221 292 758
Informele speelruimte 0 – 11 jaar De informele speelruimte in deze wijk is ruim voldoende voor deze leeftijdsgroepen. Dit komt met name door de grote groenvoorzieningen aan de rand van de wijk. Het Wandelpark, het ven aan de Parkweg, het groen tussen de flats en het veld aan de Van Randerodestraat dragen daar aan bij. Het gebied rond de geitenweide is van belang als speelruimte. In het nieuwe buurtcentrumplan wordt deze geitenweide weer ingepast samen met een groen gebied. Dit is een gebied dat van belang zal zijn voor spel, ontmoeting en sport voor de hele wijk. Door de herstructurering van de wegen worden de verkeersstromen en de parkeerdruk aangepakt en ontstaat meer informele speelruimte op straat. Ook de aanwezige achterpaden dragen bij aan de straatspeelruimte. De geplande brede stoep in het structuurplan langs de Van Randerodestraat zal ertoe bijdragen dat de jeugd al op jongere leeftijd naar het buurtcentrumgebied mag en is zeker goed voor de informele speelruimte voor de kinderen en jeugd. Door hierin speelprikkels te verwerken (thema) zal een bijzondere wandelroute ontstaan die ook als schoolroute veel gebruikt zal worden. In een aantal straten zou de bespeelbaarheid geaccentueerd kunnen worden door het aanbrengen van speelprikkels. Deze locaties waar net iets meer kinderen wonen en geen speelplek om de hoek ligt, zijn Het Schild, St. Willibrordstraat, noordelijk deel Van Randerodestraat, Van Cronenborgstraat, Baandervrouwenlaan, Frederik Jan Ottostraat en Harperhof [M Sw 01]
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
61
9.3.
Speelgroen In de wijk is ruimte voor alle typen speelgroen. Wel moet hiervoor nog variatie aangebracht worden in de inrichting en kan met speelprikkels aangegeven worden dat er ook werkelijk gespeeld mag worden. Voor het hutten bouwen kan de jeugd terecht in het Wandelpark. De nieuwe groenzone bij het buurtcentrumplan grenst aan de Dommel en kan plaats bieden aan ontmoeting, sport, struinen en natuureducatie. De vijver aan de Parkweg kan ook prima als struingroen dienstdoen. De overige veldjes in de wijk zijn meer ontmoetings- en trapveldjes. Wel moeten de groengebieden hiervoor mogelijkheden bieden en speelprikkels krijgen om deze ook zo te gaan gebruiken [M Sw 02].
9.4.
Park Sparrenrijk
Formele speelruimte 0 – 11 jaar De plek [48] Park Sparrenrijk ligt veel te ver om dienst te doen als openbare speelplek. Kinderen mogen hier niet zelfstandig heen. De plek is meer gericht op recreanten. Hier zou wel een leuk speelbos passen met een bovenwijks karakter, maar echt nodig voor het aanbieden van voldoende ontwikkelingsmogelijkheden aan de doelgroepen van Boxtel is het niet. Er zijn voldoende speelmogelijkheden in- en aan de rand van de wijken waar ze zelfstandig gebruik van kunnen maken. De plek [48] Park Sparrenrijk wordt dan ook als boventallig aangewezen. Gekeken kan worden of een recreatieondernemer de plek wil uitbaten of dat er recreatiebudgetten zijn om deze plek in stand te houden. De plekken in het Wandelpark [37a] Eikenlaan, [37b] Eikenlaan en [37c] Molenwijkseweg tegenover huisnr. 12 liggen ten opzichte van de wijk wat decentraal. Ook de inrichting is niet bijzonder. Deze plekken hebben nu geen functie in het openbaar voorzieningenniveau. Op een van deze plekken zou wel ruimte zijn voor een goede jongerenvoorziening, maar deze moet niet te veel achteraf liggen. Vooralsnog worden deze plekken als boventallig aangewezen. De voorkeur gaat uit naar locaties meer in de wijk. Plek [49] Gildenhof vervult op dit moment een functie voor 11 kinderen en 15 jeugdigen. Dit is onder de norm. Maar het kan zijn dat door de reconstructie het kinderaantal hier zal toenemen. De plek kan voor kinderen blijven bestaan, maar heeft voor de jeugd geen functie. De inrichting dient hierop te worden aangepast met de nadruk op ontmoeting voor de buurt en niet te veel toestellen. Plek [47a] St. Barbarastraat naast huisnr. 1 heeft een functie voor de circa 20 kinderen in de buurt. Er wonen ook 20 jeugdigen, maar deze kunnen straks naar de speelruimte in het buurtcentrumplan. De ruimte op deze plek is te klein om voor beide leeftijdsgroepen te voorzien. De plek kan blijven bestaan voor kinderen en hiervoor goed worden ingericht. Daarbij kan overwogen worden om de plek te verplaatsen richting de Vaandelstraat zodat achter de huizen meer informele straatspeelruimte ontstaat en de toestellen meer in het zicht staan.
Barbarastraat
De speelplek [40] Geitenwei wordt opgeheven. Er komt hiervoor een nieuwe plek in de groenzone van het centrumplan [Z Sw 01]. Deze nieuwe plek dient een goede plek te zijn voor alle leeftijden, verspreid over de groenzone: sport- en ontmoeting voor jongeren, speelruimte voor kinderen en jeugd. Door centrale ligging en gebrek aan ruimte elders moet hier voor de jeugd extra speelruimte worden gerealiseerd.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
62
De plekken [35] Hof ter Aa bij huisnr. 110 t/m 120 en [35b] Hof ter Aa liggen tussen de flats. Ze liggen iets decentraal maar er is hier veruit de meeste ruimte voor een speelplek in deze buurt. De huidige voorzieningen voldoen prima. Wel zou bij het pannaveldje nog een extra uitdagend zwaai- of draaitoestel voor de jeugd bijgeplaatst kunnen worden. Bij herinrichting zou op beide plekken wat meer aan speelprikkels kunnen worden gedacht, zodat de omgeving meer bij de speelplek betrokken wordt. Speelplek [46] St. Jozefstraat bij huisnr. 36 is de centrale speelplek voor dit buurtdeel. De plek vervult een functie voor circa 60 kinderen, wat goed te zien is aan de gebruikssporen op de plek. Een tweede plek in deze buurt is op zijn plaats. Dit zou goed kunnen op het grote grasveld aan de Van Randerodestraat [Z Sw02], wat gelijk iets extra’s geeft aan de speelroute die hier langsloopt.
Hof ter Aa
“het is weer mooi weer aan het worden en de kinderen willen graag naar buiten” en “hoe kunnen we een oplossing krijgen voor de veiligheid en hondenpoep op het veld” brief bewoner
Aan de noordkant van de wijk ontbreekt een speelplek voor de ruim 30 kinderen. Eigenlijk zou centraal in de buurt bij de Adrianastraat een plek moeten komen [Z Sw 03]. De grootste ruimte biedt het grasveld aan de Maria Theresiastraat, maar ook de velden aan de Van Cronenborgstraat en de Elisabethstraat liggen gunstig. In overleg met de buurt moet afgestemd worden wat het meest wenselijk is. De meeste speelplekken zijn te klein voor goede speelruimte voor de jeugd. Naast de huidige plekken bij Hof ter Aa en de plannen voor de groenzone in het centrumplan moet er nog minimaal een goede locatie aanwezig zijn. Gezien de ruimte en een goede spreiding lijkt de locatie bij de flats en vijver aan de Parkweg [Z Sw 04] het meest geschikt voor een speelplek voor de jeugd. Tevens zijn hier mogelijkheden voor avontuurlijke speelruimte en kleinschalige sport.
9.5.
Unieke ontmoetingsplek
Informele ontmoeting Door de herinrichting van de buitenruimte trekt deze weer meer aan om naar buiten te gaan. Ook de (her)inrichting van ontmoetingsplekken en activiteitenpunten kan stimuleren dat de bewoners elkaar daar gaan ontmoeten. Bij de parkvijver lagen de petanquevelden. Door deze functie weer terug te brengen kan dit een ontmoetingsplek blijven. Door hier een overkapping bij te maken (in stijl) kan tevens iets extra’s voor de jongeren worden aangeboden [M Sw 03]. In totaal zijn er voor de jongeren circa vier Ontmoetingsplekken nodig en zes Chillplekken. Naast de jeu-de-boulesvelden zal er in de groenzone van het centrumplan ruimte vrijgemaakt moeten worden voor ontmoeting [Z Sw 01]. In het Wandelpark zou een ontmoetingsplek gemaakt kunnen worden, specifiek voor de jongeren, waar ze ’s avonds ook wat langer dan tot 22.00 uur kunnen zitten. In de buurt van [37b] Eikenlaan op of nabij de parkeerplaats daar, zou een plek kunnen zijn [M Sw 04]. Als laatste plek zou een locatie meer aan de noordkant van de wijk gevonden moeten worden. Een locatie in de omgeving van de rotonde Dukaat [M Sw 05] lijkt geschikt. De Chillplekken vinden op bestaande speelplekken en groenvoorzieningen en op de bankjes in het centrum en langs de straat wel hun plek. Hiervoor zijn geen extra maatregelen nodig.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
63
9.6.
Sport 12 -18 jaar Voor de circa 290 aanwezige jongeren zijn drie sportplekken nodig. De centrale ontmoetingsplek wordt straks de groenzone bij het centrumplan. Het zou mooi zijn als hier een verhard trapveld met een stukje hekwerk kwam te liggen [Z Sw 01]. Een tweede trapveld zou bij de Ontmoetingsplek in het Wandelpark kunnen worden aangebracht in de vorm van een paar boomstammen en twee doelen of een beachvolleybal-/voetbalveld [M Sw 05]. Het derde sportveld is eigenlijk verspreid door de buurt aanwezig door de jeu-de-boulesvelden bij de vijver aan de Parkweg en de pannakooi bij Hof ter Aa en het trapveldje aan de Van Randerodestraat.
Jeu de boulesvelden
Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Aantal 10 6
Aanwezig ja ja
4 3
nee nee
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Opmerking informele ruimte is goed op plekjes in centrum en groenvoorzieningen nog realiseren nog realiseren
64
10.
SPEELRUIMTE IN CENTRUM/BREUKELEN Centrum/Breukelen is bekend als een wijk maar is voor het spelen door de ligging en barrièrewerking van de Baroniestraat voor het spelen in twee buurten te verdelen. Opvallend is dat er in deze wijk na wijk Oost de meeste kinderen wonen.
10.1.
Kinderaantallen Het totaal aantal kinderen is in afgelopen jaren afgenomen, maar lijkt toch wat te stabiliseren rond de 400 kinderen en jeugdigen. Dat zou inhouden dat het aantal jongeren nog iets zal afnemen naar circa 460. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
Breukelen 241 196 278 715
Centrum 168 214 238 620
Totaal 409 410 516 1.335
Opvallend is het verschil tussen Centrum, waar deze afnemende lijn zich sterk doorzet, en Breukelen, waar er weer een lichte toename aan kinderen te zien is. Bij het voorzieningenniveau in beide buurten moet hier rekening mee worden gehouden.
10.2.
Informele speelruimte 0 – 11 jaar
10.2.1.
Breukelen De hoeveelheid informele speelruimte in deze wijk varieert per buurt. Alle buurten ten oosten van de Van der Voortweg bieden voldoende informele ruimte voor de circa 25 kinderen en 25 jeugdigen. De meesten van hen wonen aan de groenstrook aan de Molenweide.
Groenstrook van der Voortweg
spelen in steegje Corpus
Ten westen van de Van der Voortweg is aanzienlijk minder informele speelruimte aanwezig. Behalve de groenstroken aan de rand van de wijk is hier bijna geen openbaar groen. De doorgaande wegen in de buurt zijn heel druk. Met name de Van Hornstraat, de Van Hugenpothstraat, de Van der Voortweg/Molenstraat en de Bosscheweg zijn erg druk en echte speelgrenzen voor de kinderen en jongere jeugd. Om de oost- en de westkant van de wijk beter te verbinden zou er een oversteek moeten komen over de Van Hornstraat en de Van Hugenpothstraat ter hoogte van de Corpus, Maria van Dieststraat en de Jan van Brabantstraat [M Br 01]. Van groot belang voor deze buurt is verder dat de semiopenbare gebieden ook toegankelijk blijven voor kinderen [M Br 02]. In deze buurt zijn dat: • de volkstuinen aan de Strohulzen; • de verharding rondom de garages aan de Ridder van Cuijkstraat; • de parkeerplaatsen bij de SUPER, de kerk, de Tongersestraat en achter bij de Armmeesters; • de groenvoorzieningen rond de huizen aan de Van Hornstraat nummers 20 tot en met 84. Daarnaast dienen in een aantal straten waar veel kinderen wonen en niet meteen een speelplek ligt, de aandacht van omwonenden en speelmogelijkheden van de kinderen verbeterd te worden. Hiervoor kunnen speelprikkels en/of parkeerafspraken een hulp zijn. De straten die hiervoor in aanmerking komen zijn de Jan van Brabantstraat, Corpus, Hertogenstraat en de Van Rijckevorselstraat [M Br 03]. Met bovenstaande maatregelen kan de informele speelruimte als net voldoende worden beschouwd. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
65
10.2.2.
Het Kanunnikkenstraat
Parkeerplaats bij supermarkt
Volkstuinen
Centrum In Centrum is het aantal kinderen de laatste jaren sterk afgenomen. Deze lijn zal zich nog wel iets doorzetten. Het centrum is ook niet de meest kindvriendelijke wijk. Er is in verhouding tot de rest van Boxtel zeer weinig openbaar groen en zeker niet in de woonbuurtjes. Er is rond de St. Petruskerk en in een hofje aan Het Kanunnikenstraat wel wat groene ruimte. Verder is er een stuk ruigte te vinden aan de Molenstraat, maar dit veld wordt waarschijnlijk vroeg of laat bebouwd. Zolang het bestaat, is het heerlijk voor de kinderen en jeugd om te spelen. Qua informele speelruimte zijn de doelgroepen dus aangewezen op de straten en pleinen. De belangrijkste bron van informele speelruimte zijn de parkeerplaatsen: tijdens winkelopeningstijden niet beschikbaar, maar daarbuiten wel. Op zondag en in de avonduren is er dan genoeg ruimte om een balletje te trappen en te fietsen en dergelijke. Wel moeten deze parkeerplaatsen dan openbaar toegankelijk blijven. Er zijn twee belangrijke speelpleinen voor de jeugd. Dit zijn het Breukelsplein en de parkeerplaats bij de supermarkt bij plek [04] Prins Hendrikstraat / Kasteellaan ingang naast nr. 11. Gekeken moet worden of hier een soort laatste parkeerzone ingesteld kan worden zodat er zo lang mogelijk een aaneengesloten stuk van het parkeerterrein vrij blijft. Hier moet in ieder geval ruimte komen om een balletje te trappen. Met pleinplakkers kan een trapveldje voor de jeugd en eventueel een fietsbaantje voor de kleintjes worden gezet op het Breukelsplein[M Ct 01]. Daar waar meer kinderen wonen en niet meteen een speelplek voorhanden is, kan de bespeelbaarheid in ieder geval met speelprikkels in het straatprofiel wat verbeterd worden. Locaties die hiervoor in aanmerking komen zijn de Ten Brinkstraat, Grote Beemd, Het Kapittel en de Breukelsestraat [M Ct 02].
10.3.
Speelgroen
10.3.1.
Breukelen De hoeveelheid speelgroen in Breukelen is mager. De kinderen zullen het moeten doen met de kleine veldjes in de buurt. De jeugd moet meer naar de rand van de buurt in de grotere parken worden gelokt. Beide doelgroepen lopen elkaar dan niet in de weg. De route van en naar de parken kan verbeterd worden door de Jan van Brabantstraat en de Corpus een kindvriendelijke stoep te geven met routeaanduiding naar de grote groenvelden en speelprikkels [M Br 03]. Over de doorgaande wegen (Leenhoflaan en Van der Voortweg) dienen dan wel goede oversteekpunten te komen [M Br 01]. De aantrekkelijkheid van de groene gebieden kan verder vergroot worden door de inrichting van formele speelruimte voor de doelgroepen en het aanbrengen van speelprikkels en ontmoetingsmogelijkheden [M Br 04]. De parken zijn groot genoeg voor verschillende typen struin- en eet- en speelgroen. Omdat er een gat valt in de groene ruimte in de omgeving Ridder van Cuijkstraat zou gekeken kunnen worden of er iets in samenwerking met de volkstuineigenaren gedaan kan worden, bijvoorbeeld in het voorjaar/zomer/najaar een keer per week een hulpuurtje waarvoor kinderen zich kunnen opgeven [M Br 05].
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
66
10.3.2.
Centrum Er is niet meer speelgroen aanwezig dan een paar veldjes. Hier kan niet veel gespeeld worden vanwege de hondenpoep en niet gevoetbald worden vanwege de geringe omvang. Een wat groter parkje ligt aan de Houtwerf. Dit terrein is ingericht als kijkgroen met speeltoestellen. Het ruige terrein aan de Molenstraat moet gekoesterd worden zolang het er is. Wellicht kan hier af en toe eens een bultje zand of snoeiafval en een gezaagde boom worden gelegd [M Ct 03]. Aan de rand van de wijk ligt aan de Koppel een park. Hier zijn ook wel wat mogelijkheden om te struinen. Een veelgebruikte groene ontmoetingsplek is bij de fontein achter het gemeentehuis. Hier zitten vaak jongeren te praten en te roken. Misschien kan het boomgaardidee hier voortgezet worden tot plukbare vruchten [M Ct 04]. Aan de Jacob Roelandsstraat liggen de sportvelden van het Jacob Roelandslyceum. Dit zijn mooie velden voor de jeugd, maar ze liggen voor de meesten erg ver weg. Bij de Grote Beemd is eigenlijk de enige plek in het centrum waar de kinderen in de buurt van de Dommel kunnen komen. Overal is de Dommel verstopt achter de huizen. Dit is erg jammer. Voorgesteld wordt om bij de Grote Beemd in ieder geval dat contactmoment vorm te geven door een ontmoetingsplek/visstek te maken [M Ct 05].
10.4.
Formele speelruimte
10.4.1.
Breukelen Er liggen op dit moment zeven speelplekken verspreid over de wijk. Ze zijn voor verschillende leeftijdsgroepen ingericht.
Ruigte Molenstraat
“Hallo Burgemeester, ik en de kinderen in de buurt willen graag een pannaveldje bij het speeltuintje op de Kalksheuvel” brief kinderen
Strohulzen
De plek [01] Kapelweg / Kalksheuvel ligt wat buitenaf. De plek heeft een speel- en ontmoetingsfunctie voor de 13 kinderen en 20 jeugdigen in dit afgezonderd gelegen buurtje. De plek kan blijven bestaan als basisvoorziening, maar het aantal voorzieningen moet wat dalen. Zou dit voorzieningenniveau over de hele gemeente worden toegepast dan zou het budget verdubbeld moeten worden. Wel kan overwogen worden de baskets te vervangen door minidoelen. Tussen de Van Hornstraat en de Leenhoflaan ligt een speelbuurt met op dit moment drie speelplekken. Rond speelplek [71] Strohulzen tussen Ridder van Cuijkstraat en Doornakkerlaan wonen ruim 17 kinderen en in de omgeving ook nog eens 11 kinderen. Deze plek voorziet dan ook in de speelbehoefte. Rond speelplek [72] Dufourstraat 56 wonen ruim 30 kinderen. De plek vervult ook duidelijk een ontmoetingsfunctie in de buurt. Aangezien er in de buurt geen ruimte is voor een goede grote plek voor de jeugd, blijven de voorzieningen op de plekken [71] en [72] voor deze leeftijdsgroep ook staan. Plek [77] Van Hornstraat (pad naast huisnr. 25) ligt behoorlijk decentraal voor de kinderen, maar voor de oudere jeugd is de plek wel te vinden. Aangezien er geen trapveld in de buurt is, zouden hier twee minidoelen en wat boomstammen als afscheiding kunnen komen. In de omgeving van de Van Merheimstraat wonen circa 25 kinderen. Het is moeilijk om hier een ruimte te vinden voor een speelplek. Op de hoek met de Ridder van Cuijkstraat is meer ruimte op de stoep waar misschien iets extra’s gedaan kan worden met speelprikkels [M Br 07]. Tussen de Van Hornstraat en de Van Hugenpothstraat wonen bijna geen kinderen. Ook zal de route [M Br 01] door de buurt de kinderen helpen naar de speelplekken te komen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
67
Tussen de Van Hugenpothstraat en de Van der Voortweg ligt ook een speelbuurt. Er wonen hier circa 60 kinderen en ruim 50 jeugdigen. De meeste kinderen en jeugd wonen ten zuiden van de Zandvliet. Voor deze groep ligt [41] Corpus – Leijert binnen bereik. Deze plek voorziet in een belangrijke speel en ontmoetingsbehoefte in de buurt. De plek kan wat verbeterd worden door de omgeving van de plek meer te betrekken bij het spelen en speelprikkels toe te passen. Ook een goed trapveldje (niet te groot) is op deze locatie op zijn plek. Langs de Dommel ligt plek [09] Deken de Wijsstraat 2. Deze plek ligt behoorlijk decentraal voor de buurt. Echter de ligging is erg mooi voor de bewoners om naar toe te gaan met hun kinderen. De inrichting is meer gericht op de jeugd, maar er woont niet genoeg jeugd om een zo goed ingerichte speelplek voor te handhaven. Overwogen kan worden hier een meer ruige plek te maken voor de jeugd met een enkel toestel en meer centraal op de Molenweide, waar nu ook de meeste kinderen wonen, een dito speelplek te maken voor de kinderen met een enkel toestel en wat aanleidingen [M Br 08]. Ten oosten van de Bosscheweg wonen bijna geen kinderen. Deze woningen hebben grote tuinen en de ouders kunnen naar de Molenweide lopen met hun kinderen.
“Kinderrijke buurt, die veel gebruik maken van de speeltuin” en “Op zich een plek waar ze zich goed kunnen vermaken“ enquête contactpersonen
Deken de Wijsstraat
10.4.2. “Er is weinig verjonging in de wijk. De meeste bewoners hebben oudere kinderen“ enquête contactpersonen
Centrum Het is moeilijk om gerichte plekken voor te schrijven voor de doelgroepen in Centrum. De kinderen en jeugd wonen verspreid over een groot gebied, zodat er vaak niet genoeg kinderen bij elkaar wonen om een speelplek voor aan te leggen of te handhaven. Met de bestaande plekken kan een redelijke spreiding worden gerealiseerd. Rond de plek [02] Parallelweg Noord achter huisnr. 52 t/m 56 / v. Leeuwenstraat wonen geen kinderen meer. Deze plek is boventallig. Wel moet er een leuk bespeelbaar pleintje worden gemaakt bij het verwijderen van het toestel. De beide plekken [58a] Spoorstraat naast huisnr. 7 en [58b] Spoorstraat voor huisnr. 7 liggen erg achteraf. Ook hier wonen niet veel kinderen. Blijft dit kinderaantal zo laag, dan hoeven de toestellen niet vervangen te worden. Wel kan met een boomstam en een wilgenhutje nog een speelaanleiding blijven bestaan. De plek [06] Ons Doelstraat bij huisnr. 15 heeft een beetje een buurtfunctie voor de straten tussen de Breukelsestraat en de Prins Bernhardstraat. Hierbinnen wonen circa 20 kinderen en ruim 35 jeugdigen. De plek vervult een belangrijke behoefte aan speelruimte voor deze doelgroepen. De inrichting kan in de toekomst beter door de omgeving beter te betrekken bij de toestellen. De boom is daarbij een mooi uitgangspunt.
Ons Doelstraat
Rond de [57] Jan Kruijsenstraat wonen bijna geen kinderen (14) en jeugd (32) meer. De plek zal steeds meer een ontmoetingsfunctie voor volwassenen gaan krijgen. Nu is de plek nog van belang voor de jeugd en jongeren en de enkele kinderen. De inrichting dient in het vervolg op deze ontwikkeling te worden afgestemd. Rond plek [44] Frans Staelstraat naast huisnr. 17 wonen circa 15 kinderen en 20 jeugdigen. De plek is nu leeg, maar kan weer ingericht worden. De nadruk van de voorziening moet liggen op een inrichting voor de kinderen. De jeugd kan namelijk ook naar plek [04] Prins Hendrikstraat / Kasteellaan ingang naast nr. 11 die meer voor hen wordt ingericht. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
68
Rond plek [04] Prins Hendrikstraat / Kasteellaan ingang naast nr. 11 wonen bijna geen kinderen en jeugd meer. De plek kan wel een centrale functie vervullen voor de jeugd voor in het bijzonder het trappen van een balletje. De plek verdient een herinrichting met een stuk van de parkeerplaats erbij.
Prins Hendrikstraat/Kastellaan
10.5.
Informele ontmoeting
10.5.1.
Breukelen Voor de buurten is een groot deel van de ontmoeting gekoppeld aan de speelplekken. In elk deel van de wijk ligt een dergelijke plek. De locaties zijn prima geschikt voor ontmoeting. Dit zijn de plekken [01] Kapelweg / Kalksheuvel, [72] Dufourstraat 56 en [41] Corpus – Leijert. Daarnaast kan de nieuwe plek [M Br 08] Molenweide die functie krijgen voor deze hoek van de wijk. Voor de jongeren zijn vijf Chillplekken nodig en vier Ontmoetingsplekken. Het beste is deze plekken te combineren met een locatie waar wat te doen is. De vijf Chillplekken zijn eigenlijk wel te vinden langs de straten en op de speelplekken. De Ontmoetingsplekken moeten nog vorm krijgen. Voorgesteld wordt om aan te sluiten op bestaande plekken die al een functie hebben voor spelen en/of ontmoeten. De meest geschikte locaties hiervoor lijken te zijn: • [09] Deken de Wijsstraat 2 • [41] Corpus – Leijert • [67] Van der Voortweg • [77] Van Hornstraat (pad naast huisnr. 25) De inrichting van deze plekken dient hierop te worden aangepast. De locatie [67] Van der Voortweg is tevens de locatie waarnaar jongeren verwezen kunnen worden als ze eens een avondje wat langer willen ontmoeten.
10.5.2.
Centrum De ontmoeting in het centrum is veelal gekoppeld aan het winkelcentrum. Daarnaast zijn de plekken aan de Houtwerf en de Frans Staelstraat ook vaak aanleiding tot een ontmoeting. Opvallend daarbij is dat de plek ruimte biedt aan verschillende activiteiten of dat er wat meer kinderen wonen rondom de plek. Dit zijn twee belangrijke succesfactoren bij ontmoeting. Het aantal jongeren zal dalen naar circa 200. Voor hen zijn dan vier Chillplekken nodig en drie Ontmoetingsplekken. De Chillplekken zijn in het centrum niet zo moeilijk te vinden. Hier staan her en der banken en zijn er verschillende pleinen en parkeerplaatsen. De drie Ontmoetingsplekken zijn niet meteen gemakkelijk aan te wijzen. Voorgesteld wordt om te kijken of op drie van onderstaande locaties een goede plek ingericht kan worden [M Ct 06]: • achter gemeentehuis bij de vijver; • bij sportvelden aan Jacob Roelandsstraat; • bij visstek Grote Beemd; • in park bij Koppel; • op de plek bij de Houtwerf; • op Breukelsplein aansluitend op parkeerzone; • stationsplein; • parkeerplaats bij supermarkt (Kasteellaan).
Van der Voortweg
Park bij Koppel
Rond plek [05] Damasthof tegenover huisnr. 2 wonen circa 10 kinderen en circa 15 jeugdigen. Deze plek is boventallig. Mochten de toestellen hier verdwijnen dan moet met zit- en speelaanleidingen een leuke plek worden gemaakt.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
69
De plekken waar geen Ontmoetingsplek komt, kunnen als Chillplek dienen. De inrichting hoeft niet puur gericht te zijn op jongeren. Door multifunctioneel in te richten (geen zeecontainers bijvoorbeeld), kunnen alle bewoners gebruikmaken van deze plekken. Er moet wel een goede plek zijn met eventueel een overkapping. Deze ontmoetingsplekken werken vaak het beste als ze in combinatie met een activiteit worden geplaatst zoals voetbal, jeu de boules, tafeltennis of basketbal.
Corpus/Leijert: “Er wordt gespeeld en gehangen op het basketbalveld en het grote veld ernaast “ enquête contactpersonen
10.6.
Sport 12 -18 jaar
10.6.1.
Breukelen Voor de circa 280 jongeren zijn drie goede sportplekken nodig. De plekken zijn al aanwezig, maar kunnen qua inrichting beter op deze doelgroep afgestemd worden. De aangewezen locaties zijn: [41] Corpus – Leijert [67] Van der Voortweg [77] Van Hornstraat (pad naast huisnr. 25) Het voetballen wordt aantrekkelijker door dichte doelen toe te passen of ballenvangers aan de uiteinden van het veld te plaatsen, en door boomstammen neer te leggen of een dijkje aan de zijkant van het veld te maken. Wellicht is het mogelijk om op plek [41] Corpus – Leijert naast een klein grastrapveldje een hoge panna te plaatsen, of hekwerk voor een 4 tegen 4 spelletje op verharding zodat ook bij regen ergens een voetbalplek in de buurt is. Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Sportveld Corpus
10.6.2.
Jan Kruijsenstraat
Aantal 9 5 4 3
Aanwezig ja ja ja ja
Opmerking ook combi met buurtplekken Inrichting nog aanpassen Inrichting nog aanpassen
Centrum Het is moeilijk om in Centrum sportplekken voor de jeugd en jongeren. aan te wijzen De ruimte is erg beperkt. Het trapveldje op het Breukelsplein is echt een must [M Ct01]. Het veld bij het Jacob Roelandslyceum ligt te decentraal om een goede voetbalplek te worden. In ieder geval moet in het park aan de Koppel [78] een goed trapveld liggen. Daarnaast kunnen de jongeren terecht op plek [57] Jan Kruijsenstraat en plek [04] Kasteellaan voor sportactiviteiten. Alles bij elkaar zou dit genoeg zijn. Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Aantal 7 4 3 3
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Aanwezig ja ja nee ja
Opmerking
plekken aanwijzen en inrichten inrichting aanpassen
70
11.
SPELEN IN OOST De wijk Oost is de grootste wijk in Boxtel met de duidelijke kenmerken van een jaren zeventigwijk qua ruimtelijke opbouw en bevolkingssamenstelling. Deze wijken kenmerken zich vaak door hun sluip-doorkruip-dooropbouw met veel kleine plantsoentjes en pleintjes en hun grote verkeersdruk (rijden en parkeren). Ook de grote groenstroken in en om de wijk zijn een kenmerk.
11.1.
kinderaantallen Net als in veel andere jaren zeventigwijken in Nederland is de eerste kinderpiek hier voorbij. Er is nog een staart van deze piek te zien in het aantal jongeren. Ook is te zien dat er weer een lichte toename is in het aantal kinderen. Deze piek zal echter niet zo groot worden als de eerste piek. Doelgroep 0 – 5 jaar 6 – 11 jaar 12 – 18 jaar Totaal
Noord 217 215 284 764
Zuid 476 402 605 1.438
Totaal 693 620 889 2.202
De meeste kinderen wonen in het zuidelijk deel van Oost. Hier is ook duidelijk de staart van de jongerenpiek nog te zien en ook weer een toename aan kinderen. In het noordelijk deel lijkt het kinderaantal al jaren redelijk stabiel te zijn.
11.2.
Informele speelruimte 0 – 11 jaar
11.2.1.
noord De informele speelruimte in het noordelijk deel van Oost is ruim voldoende. Er zijn hier veel grote groenstroken te vinden en ook kleine veldjes in de buurtjes. Er zijn veel achterpaden en stoepen die aansluiten op deze groengebieden. De kinderen en jeugd kunnen uit hun huis veilig naar een veld lopen of fietsen. Veel wegen lopen dood en er wordt op veel plekken centraal geparkeerd. Deze wegen en parkeerplaatsen zijn overdag als de auto’s weg zijn ook prima straatspeelruimte. De informele ruimte op straat neemt drastisch af in de spits en daarna als alle auto’s staan geparkeerd. In bijna alle buurtjes kunnen de kinderen en jeugd dan uitwijken naar een speelplek of grasveld. De kinderen die in de Peellandstraat / Oisterwijkstraat wonen, hebben niet zo’n veldje of pleintje. Hier moet aanvullende speelruimte komen [M On 01].
11.2.2.
zuid De informele speelruimte in het zuidelijk deel van Oost is voldoende. Het is een wijk met veel kinderen die verspreid over de hele wijk wonen. De groenstroken zijn wat kleiner van omvang dan in het noordelijk deel, maar voor veel buurten ligt er voor de kinderen en jeugd een groenvoorziening op loopafstand. Ook hier geldt dat het voornamelijk grasveldjes met bomen zijn, wat niet echt uitdaagt tot hutten bouwen. Aan de zuid- en oostkant van de buurt ligt de Dommel die voor veel jeugd en jongeren vis-, zwem- en vaarmogelijkheden biedt. In de wijk liggen veel doodlopende wegen en wordt centraal geparkeerd. Dit levert veel informele straatspeelruimte op. Wel neemt deze ruimte behoorlijk af als alle auto’s ’s avonds in de wijk staan geparkeerd. Een mooi voorbeeld van goed functionerende informele ruimte is het trapveld op het stukje weg aan de kop van de Europalaan.
“het oversteken van parkeerplaatsen rond de gaarden blijft een levensgevaarlijk probleem, er wordt nog steeds te hard gereden” enquête contactpersonen
Voetbal kop Europalaan
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
71
Wel kunnen op locaties waar veel kinderen wonen en niet meteen een speelplek of veldje in de buurt is de speelmogelijkheden worden vergroot door het aanbrengen van speelprikkels in en op de verharding. Straten die hiervoor in aanmerking komen, zijn Albinonistraat / Puccinistraat, De Pellenwever / De Beukums, Corellistraat / Vivaldistraat en Kleine Beemd [M Oz 01]. De gevaarlijke wegen zijn de Europalaan, Robert Schumanlaan en de Mozartlaan. Dit zijn speelgrenzen voor de kinderen en jongere jeugd. Het Apollopad is het lint door de wijk waarlangs de oudere jeugd en jongeren zich verplaatsen en is tevens een belangrijke schoolroute. Dit pad dient te blijven bestaan.
11.3.
Speelgroen
11.3.1.
noord Verspreid over de wijk liggen grote velden. Het meeste hiervan is gras met bomen. Op de grotere veldjes wordt regelmatig een balletje getrapt en op de kleinere veldjes kunnen de kinderen picknicken en hutjes en tenten bouwen. De kleine veldjes vallen dan ook voornamelijk in categorie a en de grotere velden in categorie b. Langs de randen van de wijk liggen grotere groenstroken die ook prima geschikt zouden zijn voor ruiger ontdekkingsspel en zelfs natuurontmoeting. Zo kunnen de velden aan de Hoogheem / Schijndelseweg en Hazelaarsgaard / Schijndelseweg meer speelruigte krijgen [M On 02]. Centraal in de wijk bieden de velden aan de Dr. De Brouwerlaan een grote mogelijkheid voor op grotere schaal avontuurlijk spelen. Het veld langs Nieuwland / Lierenbout is meer geschikt voor natuurontmoeting en voorlichting. Om het spelen in het groen meer te stimuleren en hondenbezitters te wijzen op spelgedrag zouden speelprikkels kunnen worden geplaatst[M On 03].
11.3.2.
zuid De groenvoorzieningen liggen verspreid over de wijk met aan de randen wat grotere groengebieden en de Dommel. De laatstgenoemde gebieden lenen zich ook bij uitstek voor natuurontmoeting en educatie(e). Er is weinig ruigte en struingroen aanwezig. Het Dommelpad Oost zal zeker veel gebruikt worden door de jeugd om langs het water te struinen en ook bij de vijver bij De Kaarsenmaker en de groenzone achter de Vorsenpoel zal de jeugd rondstruinen en hutten bouwen. In de buurt zijn een aantal velden groot genoeg voor het trappen van een balletje. Verder zijn er wat kleinere veldjes meer voor ontmoeten en picknicken (zie kaart Bijlage VIII). Om het spelen in het groen meer te stimuleren en hondenbezitters te wijzen op spelende kinderen zouden speelprikkels kunnen worden geplaatst [M Oz 02].
Dr. de Brouwerlaan
Bomen en gras De Volder
11.4.
Formele speelruimte 0 – 11 jaar
11.4.1.
noord In de omgeving van de Hoogheem flats wonen bij elkaar 31 kinderen en 36 jeugdigen. Dit is niet genoeg om alle plekken te handhaven. Voorgesteld wordt om een centrale speel- en ontmoetingsplek voor alle bewoners in te richten bij de flats. De meest geschikte locatie lijkt het veld van plek [13] Hoogheem flat 5-6 te zijn. De andere plekken worden gezien als boventallige plekken voor deze leeftijdsgroepen. Plek [13] Hoogheem flat 5-6 verdient dan wel wat herinrichting. In de omgeving van plek [14] Dr. Mollerplein wonen nog geen 20 kinderen. De plek kan blijven bestaan voor de kinderen. Er zou een toestel minder kunnen staan.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
72
“We hebben een een speeltuin gebouwd in Park Oost“ en “goede plek voor voorbijgangers naar Oosterhof” en “Speelplek heeft minder een buurtfunctie, toch wat ver van huizen en geen direkt toezicht op” enquête contactpersonen
Hazelaarsgaard
In de omgeving van de Peellandstraat wonen circa 25 kinderen: genoeg om een speelplek voor te hebben. De ruimte in de buurt laat dit eigenlijk niet toe. Voorgesteld wordt om met speelprikkels een flinke impuls te geven aan de stoepen en kleine grasveldjes [M On 01]. Daarnaast kan dan plek [66b] Maastrichtsestraat een centrale functie vervullen. Deze plek kan extra stevig ingericht worden omdat deze plek een functie heeft voor de kinderen uit de Maastrichtsestraat, Beneluxlaan en Oosterpad. Rondom de plekken [16] Esdoorngaard 32 en [82] Hazelaarsgaard wonen in totaal nog geen 30 kinderen. Niet genoeg kinderen om twee plekken voor te handhaven. Plek [82] Hazelaarsgaard biedt de meeste potentie/ruimte voor een goede speelplek. Wel moet de inrichting dan nog wat worden uitgebreid in samenhang met de omgeving. Plek [16] Esdoorngaard 32 zou dan omgevormd kunnen worden naar een informeel speel en ontmoetingsplekje voor de direct omwonenden met wat groen. In de Nieuwland en Lierenbout wonen twee kinderen en drie jeugdigen. Niet genoeg voor een speelplek en bovendien is er informele speelruimte genoeg in de tuinen en in het groengebied ernaast. De speelplek [56] Nieuwland heeft geen functie voor het spelen, maar zou goed kunnen dienstdoen als hondentoilet. Daarmee zou de poepdruk in de directe omgeving verlicht kunnen worden en zou hier wat uitdagende speelruimte voor de jeugd ontstaan. Een paar speelprikkels zouden dit kunnen stimuleren. Het parkeren langs de Lierenbout blijft een aandachtspunt volgens een bewonersreactie. Er wonen hier geen kinderen meer, maar wel enkele jongeren. In de Eikengaard ligt speelplek [17]. Er wonen hier circa 14 kinderen en 13 jeugdigen. Eigenlijk niet genoeg voor het handhaven van een speelplek. De plek kan nog even blijven bestaan, maar de toestellen worden in principe niet meer vervangen bij verdere afname van het kinderaantal. Als de buurt het goedvindt, kunnen de toestellen verplaatst worden naar plek [Z On 01] Berkengaard.
“Er wonen veel kinderen rond de Elzengaard, het speeltuintje wordt druk bezocht” en “wij wachten met smart tot de zandondergrond wordt vervangen door gras o.i.d.” enquête contactpersonen
Rond plek [79] Lijsterbesgaard wonen circa 10 kinderen en 10 jeugdigen. Dit is te weinig voor het handhaven van de plek. Aangezien hier nog een plek in de buurt ligt [19] Elzengaard via Verheeslaan, waarmee de loopcirkel voor een groot deel overlapt, kan deze plek als boventallig worden gezien. Plek [19] Elzengaard is nu ingericht met toestellen voor kinderen en jeugd. Door hier meer de nadruk te leggen op de kinderen is voor hen meer speelruimte. De toestellen meer geschikt voor de jeugd zouden beter passen op het veld aan de Berkengaard. Dan kan ook de jeugd uit de omgeving Eikengaard hier gemakkelijk naartoe en kan in de toekomst ook plek [17] hierheen worden verplaatst als centrale plek voor kinderen van de Eikengaard, Berkengaard en Lijsterbesgaard. De schommel van [79] zou hier kunnen worden geplaatst samen met de toestellen voor de jeugd op plek [19] Elzengaard. Op de [19] Elzengaard kunnen dan de toestellen voor kinderen van de [79] Lijsterbesgaard worden bijgeplaatst en kan het zand vervangen worden door rubber. In de strook Elzengaard en Lijsterbesgaard liggen het trapveld en basketbalveld [18a en 18b]. Deze plekken zijn belangrijk voor de jeugd om te ballen. Deze plekken dienen gehandhaafd en opgeknapt te worden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
73
In de omgeving Rozengaard wonen circa 16 kinderen en circa 11 jeugdigen: een licht stijgende lijn in kinderaantallen. De speelplek [21a] Rozengaard 21 kan blijven bestaan voor de kinderen. Er is niet genoeg ruimte om hier de jeugd uitdagende speelruimte te bieden. Ook wonen er niet genoeg kinderen om verderop meer toestellen te plaatsen. Wel is het zo dat op dit moment meer kinderen wonen aan het andere veldje aan de Rozengaard [21b] dan aan dit veldje.
“Speelplek voor de nummers 1 t/m 11 is goed, maar het veldje verderop is slecht dus we hopen dat daar enkele speeltoestellen komen” enquête contactpersonen
De jeugd kan beter naar de nieuwe plek op de [Z On 01] Berkengaard of naar de avontuurlijke speelplek [75] Hobbendonkseweg. Deze plek heeft nu een functie als trapveld maar wordt weinig gebruikt. Voorgesteld wordt om voor heel wijk oost op deze centrale ruimte(s) een avontuurlijke speelplek te maken voor alle leeftijden. Te denken valt aan heuvels, bosplantsoen, boomstammen, keien, water en een aantal eenvoudige houten/touwen toestellen. Denk aan een beter uitgevoerde tarzanbaan zoals die bij de flats aan de Hoogheem lag. 11.4.2.
“Dat heeft toen tot het besluit geleid dat het gekozen terrein niet geschikt is om het in te richten als speelterrein” brief buurtbewoner
zuid In de omgeving van de Kleine Beemd wonen ruim 35 kinderen en 35 jeugdigen. De speelplek [31] Kleine Beemd voorziet in een belangrijke behoefte in deze buurt. De speelplek is terecht gerenoveerd. Rond plek [83] Berliozstraat wonen circa 15 kinderen. Aangezien het kinderaantal licht toeneemt in de wijk kan de plek vooralsnog blijven bestaan. Tussen de Mozartlaan, Dommeloord en Robert Schumanlaan ligt een buurtje waar circa 25 kinderen en circa 15 jeugdigen wonen. Gezien deze toename is eigenlijk een speelplek nodig, maar dit buurtje biedt hiervoor weinig ruimte en mogelijkheden. Voorgesteld wordt om in de straten een aantal speelprikkels te maken [M Oz 03] en een speelruimte in de hoek van het veld bij de Beethovenring bij plek [30b] Robert Schumanlaan / Dommeloord te manen. De inrichting moet aangepast worden op het gebruik ervan door kinderen en jeugd door aantrekkelijke speel- en sportmogelijkheden te maken voor beide doelgroepen met een goede zonering. Aan de zuidkant van de Dommeloord wonen bijna geen kinderen. Zij kunnen in de tuin en op straat spelen en naar de speelplek 30b] Robert Schumanlaan / Dommeloord lopen. Met de kinderen van De Klippen en De Voerman meegerekend wonen er in de omgeving van plek [22] Taxandrialaan circa 25 kinderen en circa 35 jeugdigen. De centraal gelegen speelplek vervult de behoefte voor de kinderen wonende tussen de Europalaan, de Dommel en De Vorsenpoel. De inrichting kan hierop worden afgestemd.
Taxandrialaan
In de Puccinistraat en Albinonistraat wonen bijna 60 kinderen en circa 35 jeugdigen. Plek [29] Puccinistraat 11 t/m 53 met een uitdagende nieuwe inrichting kan prima in de behoefte voorzien. De kinderen uit de Albinonistraat kunnen tevens terecht op de plekken langs het Apollopad.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
74
Hobbedonkseweg
“Gezellig. Lekker veel jeugd. Vooral met mooi weer. Vooral de glijbaan en schommel zijn goed in trek” enquête contactpersonen
“Ideale speelplek. Er komt geen verkeer langs” en “Enkele bewoners zouden graag een jeu de boules baan willen hebben” enquête contactpersonen
“’T is een buurt met onwijs veel kinderen” en “Ik heb al meerdere keren gevraagd of er uitbreiding kan komen” enquête contactpersonen
In de omgeving Handelstraat, Bachstraat, Corellistraat en Vivaldistraat wonen samen ruim 35 kinderen en 30 jeugdigen. Ook hier is een toename aan kinderen te zien. Er ligt in deze buurt geen speelplek. Ook is het moeilijk een centrale locatie aan te wijzen. Mogelijk kan er een speelplek voor kinderen worden gerealiseerd in de groenvoorziening aan de Mozartlaan [Z Oz 01]. De jeugd aan deze kant van de wijk verdient ook een eigen plek. Het veld [76] aan de Hobbendonkseweg kan in aansluiting op de andere velden hiervoor worden ingericht, in ieder geval uitdagende groene speelruimte met een enkel toestel en een goed trapveld zijn nodig. Tussen het Apollopad en de Europalaan wonen circa 80 kinderen en 60 jeugdigen. Ook hier is een toename aan kinderen te zien. De bewoners aan de Palestrinastraat vragen om enkele toestellen bij de net geplaatste bankjes. Dit kan uit de voorraad secundaire toestellen, maar er is geen ruimte voor veiligheidsondergronden en vervangingsreservering. Aan de noordkant ligt plek [51] Monteverdistraat. Deze plek wordt veel gebruikt door de kinderen. De inrichting zou iets uitgebreid kunnen worden waarbij de omgeving meer bij de plek betrokken wordt en er banken of picknicksets bijkomen. Dit is ook op verzoek van bewoners. Aan de zuidkant van dit buurtje liggen de plekken [68] Scarlattistraat / Apollopad en [84] Apollopad. Deze plekken vervullen ook een functie voor de kinderen aan de Albinonistraat. De inrichting van de plekken is qua leeftijd goed afgestemd op de doelgroepen en ruimten. Er moeten volgens de bewoners wel banken bijkomen. In de omgeving van de plekken [24 a/b/c] De Papiermaker en De Mulder wonen circa 40 kinderen en ook 40 jeugdigen. Er liggen op dit moment drie speelplekken in dit buurtje. Twee plekken zijn echter genoeg om te voorzien in de behoefte. Plek [24b] De Papiermaker als trapveld is zeker nodig en daarnaast biedt plek [24a] De Papiermaker (Binnenterrein ingang bij huisnr. 16) de beste mogelijkheden. Het trapveld kan worden verbeterd voor de jeugd. De plek [24c] De Papiermaker tegenover huisnr. 20 kan dan als boventallig worden beschouwd. In de omgeving De Blauwverver en De Volder ten zuiden van de Beukums wonen circa 50 kinderen en 50 jeugdigen. Voor deze doelgroepen kan met een plek voor de jeugd en twee voor de kinderen ruim worden voorzien in de behoefte. De huidige plekken [25b] De Volder / Vorsenpoel en [26] De Blauwverver (Apollopad / Vorsenpoel) kunnen hiervoor worden gebruikt. Plek 25b] De Volder / Vorsenpoel hoeft niet te zwaar ingericht te zijn. Plek [26] De Blauwverver (Apollopad / Vorsenpoel) kan wel een opknapbeurt gebruiken. De nadruk ligt hier bij de inrichting op de jeugd, hierbij hoeft de totale investeringswaarde niet te worden verhoogd. In de omgeving van plek [27] De Pellenwever wonen ruim 30 kinderen en 30 jeugdigen. De speelplek kan dus voorzien in de speelbehoefte hier. De nadruk moet bij de inrichting liggen op de kinderen met een enkel toestel voor de jeugd. Ook kan de omgeving meer bij de plek betrokken worden.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
75
“Prima speelruimte tot circa 10 jaar daarboven enkel een tafeltennistafel” en “wijk met jongen oud” enquête contactpersonen
Rondom de plekken [28a] De Pellen Wever, [28b] De Linnenbleker, [28c] De Spinster en [28d] De Linnenbleker bij huisnr. 7 wonen bijna 70 kinderen en 40 jeugdigen. Dit is een grote verjonging in deze hoek van de wijk. De centrale groenstrook kan als een speelplek voor deze doelgroepen worden gezien. Alle locaties blijven bestaan, echter de inrichting dient beter te worden afgestemd op de doelgroepen en uitdagender te zijn. Een renovatie van de plekken lijkt op zijn plaats. De bewoners klagen over onderhoudsachterstand.
11.5.
Informele ontmoeting
11.5.1.
noord Veel speelplekken zijn voor de bewoners ook een ontmoetingsplek. De moeders uit de buurt ontmoeten elkaar hier. Dit verloopt goed en dient vanuit de gemeente gestimuleerd te worden door banken te plaatsen waar daar om gevraagd wordt. Het aantal jongeren zal iets afnemen naar circa 250 jongeren. Voor deze groep moeten voldoende ontmoetingsplekken aanwezig zijn in combinatie met buurtonmoetingsplekken, speelplekken en sportvoorzieningen en een enkele plek wat verder weg voor een keer een late avond. In totaal zijn er vijf Chillplekken nodig en drie Ontmoetingsplekken. De Chillplekken zijn gemakkelijk te vinden, verspreid over de wijk op de speelplekken en langs de straten en in de groenvoorzieningen. Met de Ontmoetingsplekken kan aangesloten worden op de sportplekken voor de jongeren en de bestaande JOP. Dit zijn de plekken: • [08a] sportvelden Hoogheem flat en op de hoek bij gemeenschapshuis De Rots; • [66c] Maastrichtsestraat / Dr. De Brouwerlaan; • [18 a/b] Elzengaard. De inrichting van de plek op de Elzengaard kan nog wat verbeterd worden.
11.5.2.
zuid Veel speelplekken zijn voor de bewoners ook een ontmoetingsplek. De moeders uit de buurt ontmoeten elkaar hier. Dit verloopt verder goed en dient vanuit de gemeente gestimuleerd te worden door banken te plaatsen waar daar om gevraagd wordt. Het aantal jongeren zal de komende tijd gaan afnemen tot circa 550 jongeren. Hierop kan het voorzieningenniveau worden afgestemd. Voor deze groep moeten voldoende ontmoetingsplekken aanwezig zijn in combinatie met buurtonmoetingsplekken, speelplekken en sportvoorzieningen en een enkele plek wat verder weg voor een keer een late avond. In totaal zijn er elf Chillplekken nodig en zeven Ontmoetingsplekken. De Chillplekken zijn gemakkelijk te vinden verspreid over de wijk op de speelplekken en langs de straten en in de groenvoorzieningen. Voor de Ontmoetingsplekken komen de volgende locaties in aanmerking: • [30b] Robert Schumanlaan / Dommeloord; • [76] Hobbendonkseweg; • twee plekken langs de Dommel ter hoogte van de Taxandrialaan en de (Vorsen)poel en een plek bij het nieuwe trapveld [Z Oz 02] Europalaan / Maastrichtsestraat [M Oz 04]; In overleg met de jongeren en bewoners/wijkorganen kan aan de Chillplek en Ontmoetingsplek vormgegeven worden.
Op hoek bij De Rots
Robert Schumanlaan/Dommeloord
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
76
11.6.
Sport 12 – 18 jaar
11.6.1.
noord Er zijn drie plekken aanwezig die goed kunnen volstaan. De inrichting is al aanwezig. Een goede opknapbeurt zou niet verkeerd zijn. De drie sportlocaties zijn [08a] Hoogheem flat 1-2, [66a] Dr. De Brouwerlaan. Alle typen sport zijn dan in deze wijk aanwezig. Wel moet er aandacht blijven voor de meer informele trapveldjes verspreid over de wijk voor de jongere jeugd. Maar dit kan prima op de meeste plekken. Type plek Aantal Aanwezig Opmerking Houdoe 8 ja Chill 5 ja ook combi met buurtplekken Ontmoeting 3 ja Inrichting nog aanpassen nee Inrichting nog aanpassen Sport 3
11.6.2.
zuid Voor de circa 550 jongeren (nu nog circa 600) dienen er minstens vijf goede sportlocaties te zijn. De jongeren kunnen goed mede gebruikmaken van de plekken [66] Dr. de Brouwerstraat waar de skatebaan, de JOP en een pannaveld liggen. Verder liggen er een vijftal sportplekken in de wijk waar de jongeren mede gebruik van kunnen maken. Dit zijn: • [30b] Robert Schumanlaan / Dommeloord • [76] Hobbendonkseweg • [22] Taxandrialaan • [26] Blauwverver/Apollopad De vijfde plek kan gevonden worden aan de Europalaan / Maastrichtsestraat [Z Oz 02]. Hier moet een eenvoudig trapveld komen met een ontmoetingsvoorziening.
Panna en JOP
Blauwverver/Apollopad
Type plek Houdoe Chill Ontmoeting Sport
Aantal 18 11 7 5/6
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
Aanwezig ja ja ja nee
Opmerking ook combi met buurtplekken inrichting nog aanpassen nog een plek inrichten en andere plekken aanpassen inrichting
77
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
78
12.
REALISATIE STREEFBEELD EN JAARLIJKSE KOSTEN Aan de hand van de normen zoals in Bijlage II ‘Aantal en kosten speeltoestellen’ en de beschreven maatregelen uit Bijlage V Speelplekken en maatregelen’ worden in dit hoofdstuk de eenmalige en de structurele budgetten weergegeven. De genoemde bedragen zijn exclusief btw.
12.1.
Realiseren streefbeeld In hoofdstuk 0 tot en met 11 van dit plan is een analyse gegeven van de speelruimte zoals die nu in Boxtel aanwezig is. Daarbij is het voorgestelde beleid toegepast op de situatie in de wijken en buurten. Er zijn per buurt voorstellen gedaan waarmee zowel de informele als de formele speelruimte verbeterd kunnen worden. Voor het realiseren van dit streefbeeld is een eenmalige investering noodzakelijk. Dit geldt voor een situatie zonder achterstand in vervanging.
eenmalige kosten realiseren streefbeeld het verbeteren informele speelruimte: 559 speelprikkels en zitaanleidingen het realiseren van 8 zoekgebieden + verbeteren plekken: 114 nieuwe toestellen het hergebruik van 24 van de in totaal 131 secundaire toestellen (besparing) de bijkomende kosten veiligheidsondergrond 30% Subtotaal de bijkomende (her)inrichtingskosten waarvan 90% ten laste van spelen de uitvoeringskosten 10% van de eenmalige investeringskosten € 453200 totaal Tabel 7
€ 139.800 € 288.000 € 61.000€ 86.400 € 453.200 € 412.100 € 45.300 € 910.600
Kosten realisatie streefbeeld
12.1.1.
Verbeteren informele ruimte Om de informele speelruimte te verbeteren worden speelprikkels toegepast voor de jonge kinderen en jeugdigen om op te spelen. De speelprikkels zijn een teken voor alle gebruikers dat de ruimte gebruikt mag worden voor spel. Niet alleen bij zoekgebieden, maar ook bij de bestaande speelplekken zijn vaak nog speelprikkels toegevoegd. Dit is om de bestaande ruimte op en om de speelplek nog aantrekkelijker en uitdagender te maken voor spel. Voor de gemiddelde aanlegprijs van een speelprikkel is uitgegaan van € 250 per stuk. In totaal zijn er circa 559 speelprikkels nodig met een totale aanschafwaarde van € 139.800 .
12.1.2.
Nieuwe toestellen In het streefbeeld wordt een aantal nieuwe speelplekken voorgesteld. Bij een nieuw aan te leggen plek wordt uitgegaan van gemiddeld drie tot vier toestellen en speelprikkels per plek. Ook op bestaande locaties wordt van deze drie tot vier toestellen uitgegaan. Staan er veel meer toestellen dan worden deze secundair. Staan er minder of te weinig toestellen voor de doelgroep dan worden er toestellen bijgeplaatst (zie ook Bijlage V).
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
79
De gemiddelde toestelprijs zonder veiligheidsondergrond bedraagt in Boxtel op dit moment circa € 2.526 . Dit is iets hoger dan het landelijk gemiddelde dat tussen de € 2.000 en € 2.500 ligt. Dit komt door de aanwezigheid van een redelijk groot aantal schommels en combinatie- en klimtoestellen. De speelprikkels zijn niet meegerekend in deze gemiddelde toestelprijs. Als gemiddelde aanschafprijs voor nieuwe toestellen is dit prima om aan te houden. De aanschaf van 114 nieuwe toestellen komt daarmee in totaal op € 288.000 . 12.1.3.
Veiligheidsondergrond Voor het aanbrengen van eventuele valdempende ondergronden in een nieuwe situatie wordt uitgegaan van 30% van de totale investering in speeltoestellen. Dit staat ongeveer voor het toepassen van zand en rubber tegels. Het huidige percentage van 27% gaat iets stijgen omdat er meer rubber tegels komen. De benodigde investering komt daarmee op € 86.400 .
12.1.4.
Besparing door hergebruik secundaire toestellen Van de huidige toestellen zijn 131 toestellen als secundair aangewezen. De reden hiervoor kan zijn dat de speelplek waar ze staan secundair wordt, ze teveel zijn op een plek of dat ze niet geschikt zijn voor de leeftijdscategorie in het streefbeeld. Van deze toestellen is er aan de hand van de leeftijd, het type en de staat van onderhoud een inschatting gemaakt of het toestel geschikt is om nog te verplaatsen. Geschat is dat 24 toestellen kunnen worden hergebruikt om het streefbeeld te realiseren, waardoor er een besparing ontstaat van € 61.000- op de investeringskosten.
12.1.5.
Bijkomende (her)inrichtingskosten De raming van de eenmalige kosten gaat uit van het plaatsen van toestellen. Daarnaast zijn er ook nog bijkomende kosten. Aangezien deze kosten sterk verschillen per speelplek en afhankelijk zijn van de uitvoeringswijze en het ambitieniveau voor de achterblijvende ruimte betreft dit slechts een grove raming. Voor de omvorming zoals in dit speelruimteplan omschreven wordt geschat dat er nog een bedrag van € 412.100 nodig is voor het uitvoeren van de omschreven maatregelen en het extra werk aan groen en verhardingen op de speelplekken. Dit is 90% van de geraamde kosten uit de tabel in Bijlage V. De overige 10% moet alsnog uit overige middelen worden geworven. Deze kosten zijn gerelateerd aan het spelen en zijn bedoeld voor het creëren van speelprikkels in het groen en de verhardingen en voor maatregelen die gericht zijn op het netjes achterlaten van de plek bij het realiseren of weghalen van de speeltoestellen en speelprikkels. Het belangrijkste is dat er een omslag in denken komt bij de inrichting en het beheer van de openbare ruimte. Bij ontwikkelingen moet nagedacht worden of en hoe kinderen mede gebruik kunnen maken van de inrichting van de openbare ruimte. Veel van de maatregelen die het spelen ten goede komen, hoeven geen extra geld te kosten. Het is bijvoorbeeld goed mogelijk om grond die vrijkomt bij bouwwerkzaamheden te gebruiken om de speelwaarde van een speelplek of het plantsoen te verhogen. Verdere maatregelen die in het kader van verhardingen/wegen en groen zouden moeten worden uitgevoerd op de speelplek vallen buiten deze ramingen. Is er renovatie van het groen of de verhardingen nodig op de locaties waar de speelvoorzieningen worden verbeterd dan zal hiervoor van de betreffende afdelingen een budget moeten worden toegevoegd.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
80
12.1.6.
Uitvoeringskosten Naast de genoemde kosten kunnen er nog overige uitvoeringskosten ontstaan. Denk daarbij aan het opstellen van inrichtingsschetsen, het opstellen van een uitvoeringsplan, het verplaatsen van toestellen en het voorbereiden van het plaatsen van banken en speelprikkels. Voor de raming is uitgegaan van zeker 10% van de kosten van de eenmalige investering.
12.1.7.
Uitvoeringstermijn In de praktijk blijkt dat het besteden van een dergelijke eenmalige investering niet in een jaar is te doen. Zeker ook gezien de wenselijke inspraak van de wijken en omwonenden van speelplekken. Een acceptabele uitvoeringstermijn is vier jaar. In vier jaar veranderen tevens de kinderaantallen niet dusdanig dat het uitvoeringsbeeld niet meer klopt met de analyse. Voor Boxtel zou het raadzaam zijn om samen met de wijkorganen een nadere prioritering per wijk op te stellen.
Centrum/Breukelen Oost Selissenwal Munsel/Selissen Lennisheuvel Liempde Totaal Boxtel
Plek 16 42 10 6 4 14 92
Huidig Tst 78 208 39 47 28 78 478
Tabel 8
Plek 0 3 3 2 0 0 8
Tst 18 48 12 16 0 11 105
Prikkel 141 184 76 85 31 42 559
Nieuw Maatr. 13 6 5 5 4 4 37
Verwijderen Plek Tst 4 18 7 67 4 23 0 5 1 6 1 12 17 131
Streefbeeld Plek Tst 12 78 38 189 9 28 8 58 3 22 13 77 83 452
Wijzigingen plekken per wijk in streefbeeld
Om structurele budgetten te besparen, heeft het terugbrengen van het aantal speelplekken op korte termijn voorkeur. Daarnaast dient met prioriteit aandacht te zijn voor het opwaarderen van de speelruimte voor de jongeren zodat er voldoende te doen is voor deze leeftijdscategorie. Als derde prioriteit staat het opwaarderen van de grastrapveldjes en plekken voor de jeugd, zodat deze groep meer eigen plekken krijgt in plaats van een enkele schommel of duikelrek op een plek voor kinderen, en zodat ze kunnen voetballen zonder poep onder de schoen.
12.2.
Structurele budgetten
12.2.1.
Raming structurele budgetten Aan de hand van de aanwezige toesteltypen en de geformuleerde onderhoudsbedragen in de normen kan het huidige onderhoudsbudget worden berekend. In het beleidsdeel wordt een onderhoudsniveau van 70% aangegeven (zie ook Bijlage II). Voor het beheer is een ervaringsgetal geformuleerd op basis van reeds opgestelde beleidsplannen. Dit percentage ligt op 3,0% van de aanschafwaarde voor toestellen en op 0,5% van de aanschafwaarde voor veiligheidsondergronden. Binnen dit beheerbudget vallen alle bureauzaken als gegevensbeheer, werkvoorbereiding, klachtenafhandeling en beleidstechnische werkzaamheden. Het vervangingsbudget is berekend aan de hand van de theoretische levensduur en de aanschafwaarde van een toestel. In principe wordt een toestel vervangen nadat de afschrijvingstermijn is verstreken. Het moment van de daadwerkelijke vervanging van een toestel wordt mede bepaald door de staat van het toestel. Wanneer blijkt dat een toestel na de gestelde afschrijvingstermijn nog één of meer jaren veilig kan functioneren, kan de vervanging worden uitgesteld. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
81
Indien blijkt dat een toestel voor de gestelde afschrijvingstermijn niet meer veilig is of de onderhoudskosten te hoog worden, dan moet de vervanging vervroegd worden uitgevoerd. In het budget is geen rekening gehouden met achterstallige vervanging. Inventaris structurele budgetten
Begroting 2008
Inventaris: aantal speelplekken aantal speeltoestellen aanschafwaarde toestellen aanschafwaarde ondergronden Totaal onderhoud op niveau 70% beheer vervanging Budgetten totaal Tabel 9
12.2.2.
Noodzakelijk huidig niveau totaal 92 478 € 1.075.905 € 378.952 € 1.454.857
€ 17.048 € 58.729 € 67.676 € 143.453
€ 60.132 € 34.172 € 111.857 € 206.161
Structurele budgetten huidige situatie
Tekort aan budget huidige niveau Uit het overzicht blijkt dat in Boxtel tot op heden onvoldoende budget in de begroting is opgenomen voor het onderhouden, beheren en vervangen van speelvoorzieningen. In de huidige begroting is in totaal € 143.453 opgenomen. Gezien de normen moet er minimaal een bedrag van € 206.161 beschikbaar zijn om het huidige speelvoorzieningenniveau te onderhouden, te beheren en te vervangen. Dit verschil is vooral te wijten aan de areaaluitbreiding in de afgelopen zeven jaar met circa 170 toestellen waarvoor geen extra budgetten voor passend onderhoud, beheer en vervanging beschikbaar zijn gekomen.
12.2.3.
Geen aanvullend budget Indien er geen aanvullende budget beschikbaar komt, zullen sommige plekken “uitgekleed” worden en sommige verdwijnen. Het verwijderen van toestellen kan de eerste twee tot vijf jaar nog uitgesteld worden door met intensiever onderhoud de toestellen in stand te houden, maar dit zal ten koste gaan van de veiligheid. Daarna zal er alsnog hetzelfde budget beschikbaar moeten komen. Ook wordt er in verhouding dan teveel onderhoudsbudget besteed. Als dit structureel meer is dan de vervangingsreservering dan boert met eigenlijk achteruit. Er zal een gebrek blijven aan voorzieningen voor jongeren, waardoor de overlastproblemen in sommige delen van Boxtel zullen toenemen, in het bijzonder in Selissenwal, Oost en Centrum.
12.2.4.
Wenselijk budget streefbeeld Het beschikbaar komen van de eenmalige investering en het uitvoeren van de maatregelen leveren een ander beeld op qua plekken en toestellen. Het totaal aantal plekken zal afnemen en het aantal toestellen iets toenemen. Dit houdt in dat ook de benodigde structurele budgetten wijzigen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
82
Inventaris structurele budgetten
Begroting 2008
Inventaris: aantal speelplekken aantal speeltoestellen aanschafwaarde toestellen aanschafwaarde ondergronden Totaal onderhoud op niveau 70% Beheer Vervanging Budgetten totaal Tabel 10
Noodzakelijk huidig niveau totaal
Noodzakelijk streefbeeld totaal
92 478 € 1.075.905 € 378.952 € 1.454.857
83 461 € 900.320 € 233.190 € 1.133.510
€ 60.132 € 34.172 € 111.857 € 206.161
€ 42.580 € 28.180 € 77.810 € 148.570
€ 17.048 € 58.729 € 67.676 € 143.453 Structurele budgetten streefbeeld
De structurele budgetten kunnen afnemen op jaarbasis als inderdaad de boventallige plekken opgeheven gaan worden in de nabije of verre toekomst. In de volgende tabel is aangegeven welk deel kosten er in de huidige situatie zitten in de boventallige plekken en het basisnetwerk. De uitvoering van het streefbeeld heeft naast de budgetverlaging op de boventallige plekken dan ook nog een verlaging op de huidige budgetten tot gevolg.
Inventaris structurele budgetten
Inventaris: aantal speelplekken aantal speeltoestellen aanschafwaarde toestellen aanschafwaarde ondergronden Totaal onderhoud op niveau 70% Beheer Vervanging Budgetten totaal Tabel 11
Noodzakelijk huidig niveau
Plekken in basisnetwerk
totaal
Totaal
Boventallig aangewezen plekken totaal
92 478 € 1.075.905 € 378.952
75 428 € 965.515 € 343.817
17 50 € 110.390 € 35.135
€ 1.454.857
€ 1.309.332
€ 145.525
€ 60.132 € 34.172 € 111.857 € 206.161
€ 53.440 € 30.680 € 100.280 € 184.400
€ 6.690 € 3.490 € 11.580 € 21.760
Structurele budgetten streefbeeld
Bovenop het basisnetwerk wordt geadviseerd om 8 nieuwe speelplekken aan te leggen waarna het totaal aantal plekken in het streefbeeld op 83 komt.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
83
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
84
’DEEL III BIJLAGEN
Buitenspelen.kom Speelruimteplan gemeente Boxtel
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
85
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
86
BIJLAGE I.
ONTWIKKELING VAN HET KIND Globaal kunnen er drie typen ontwikkeling worden onderscheiden: Het spel bevordert de motorisch-lichamelijke ontwikkeling: De ontwikkeling van de grove en fijne motoriek, vaardigheden opdoen, zoals lopen, zwemmen, springen, klimmen en klauteren, manipulatie van kleine voorwerpen en materialen, werpen, vangen, maar ook visuele, auditieve en tastwaarnemingen zoals geheugen, discriminatie, analyse, synthese, waarnemen van textuur, temperatuur, trillingen. Het spel bevordert de sociaal-emotionele ontwikkeling: Ontwikkeling op sociaal en emotioneel vlak; ontwikkeling van zelfbeeld: behorende tot een groep (familie, etnische groep); ontwikkeling van eigen gevoelens: angst, drift en vriendschap; ontwikkeling van zelfstandigheid: het maken van eigen keuzes, trouw blijven aan eigen keuzes, uitvoeren van eigen keuzes, met of zonder hulp van anderen; ontwikkeling van sociale vaardigheden: het omgaan met anderen (het leggen, onderhouden en beëindigen van contacten), het omgaan met regels, het omgaan met gezagsverhoudingen; ontwikkeling van sociale zelfredzaamheid: zorgen voor uiterlijke verschijningsvorm en lichamelijke verzorging, vaardig worden in het zorgen voor de omgeving; ontwikkeling van waarden en normen: het ontwikkelen van waarden en normen is van groot belang en staat ook centraal in de visie van de overheid. Het spel bevordert de cognitief-psychische ontwikkeling: Logisch denken en probleem oplossen zoals classificatie, in serie zetten, oorzaak-gevolg; structurering van ruimte zoals grenzen van wat is hoog, laag, ver, dichtbij, hard of zacht worden daarbij verlegd, kennis van eigen lichaam; structurering van tijd beleven: dag en nacht, seizoenen en het afwachten van een regenbui, dag-, week-, jaarindeling/seizoenen, heden/verleden/toekomst, opeenvolging van gebeurtenissen, activiteiten en werkzaamheden; creatieve competentie vindt overal plaats. Randvoorwaarden zijn uitdaging en variatie. De aanwezigheid van een uitdagende en gevarieerde speelruimte verruimt de mogelijkheden op dit gebied. Daarnaast analyseren, beoordelen, vormgeven.
Bron: samenvatting diverse pedagogische boeken
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
87
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
88
BIJLAGE II.
AANTAL EN KOSTEN SPEELTOESTELLEN In deze bijlage is een overzicht gegeven van de typen speelvoorzieningen waarin de toestellen zijn verdeeld met daarbij behorende normcijfers. Gekozen is voor typen toestellen om zo de ramingen overzichtelijk te maken. De gebruikte normen zijn gemiddelden voor alle toestellen die binnen dit type vallen. De voornaamste redenen voor de onderscheiding van de typen zijn gebruik (speelmogelijkheid), leeftijd en aanschafwaarde. Per type is in de eerste kolommen weergegeven: de leeftijdscategorie die over het algemeen van het toesteltype gebruik maakt; de gemiddelde vervangingstermijn (levensduur) van het toesteltype; de geraamde aanschafwaarde van het toesteltype (nieuwwaarde exclusief btw en exclusief kosten voor ontwerp, plaatsing e.d.); de gemiddelde onderhoudskosten per jaar voor het toestel (gebaseerd op maximum 100% van de aanschafwaarde (i.v.m. levensduur) en de vandalismegevoeligheid van het toesteltype). In de volgende kolommen wordt het aantal toestellen binnen dit type doorgerekend met de genoemde normen. Hierdoor wordt inzicht verkregen in de totale aanschafwaarde en de bijbehorende onderhouds- en vervangingsbudgetten. Er zijn verschillende tabellen opgenomen. De eerste tabel zijn de totalen voor Boxtel. In de tweede tabel is het onderscheid gemaakt tussen de scholen en de openbare ruimte. De derde tabel laat zien welke toestellen secundair zijn aangewezen en hergebruikt kunnen worden. Bij deze laatste tabel gaat het alleen om de openbare ruimte. Vooralsnog zijn er geen keuzes gemaakt voor de schoolpleinen. De genoemde normcijfers van de toesteltypen in de tabel gaan uit van een onderhoudsniveau van 100%. Dit betekent onder andere dat de speeltoestellen altijd optimaal in de verf zitten, er altijd proper uitzien, in perfecte technische staat verkeren en dat graffiti regelmatig verwijderd wordt. In het beleid wordt echter een onderhoudsniveau bepaald. Dit niveau wordt verrekend met het totaalbudget. Een onderhoudsniveau zoals in paragraaf 3.15.1 beschreven betekent dat 70% van de berekende normbudgetten nodig is voor vervanging en onderhoud.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
89
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
90
eenheid
totaal toestellen en ondergronden totaal toestellen totaal sport/jeu de boules totaal aanleidingen totaal veiligheidsondergronden totaal verhardingen totaal toestellen en ondergronden
wipveer stuk meerpersoons wipveer stuk stuk wip stuk enkel duikelrek meerdelig duikelrek stuk brug stuk stuk schommel stuk speciale schommel stuk evenwichtsbalk glijbaan laag stuk glijbaan hoog stuk zandbak stuk stuk zandspeeltoestel stuk draaitoestel klein draaitoestel groot stuk stuk klimelement speelhuisje laag stuk combinatie klein jong stuk stuk combinatie klein oud combinatie klein stuk stuk combinatie groot jong stuk combinatie groot oud stuk combinatie groot speelelement jongeren/overkapping stuk stuk tafeltennistafel stuk voetbaldoel stuk basketbalpaal stuk voetbal-basketbaldoel pannaveld stuk stuk volleybalset stuk tennisnet/hek stuk kabelbaan skateboard groot stuk skateboard middel stuk stuk skateboard klein speelaanleiding/poef/betonelement/diverse stuk rubbertegels m2 asfalt m2 gietrubber m2 gravel/jeu de boule m2 betontegels m2 m2 valzand kunstgras m2
type toestel
normen leeftijdsvervangingaanschafcategorie termijn waarde 0 t/m 5 jaar 12 € 725 0 t/m 5 jaar 12 € 1.290 0 t/m 11 jaar 15 € 1.450 6 t/m 11 jaar 18 € 250 6 t/m 11 jaar 15 € 535 6 t/m 11 jaar 12 € 950 0 t/m 11 jaar 14 € 1.900 6 t/m 11 jaar 12 € 3.605 0 t/m 11 jaar 15 € 545 0 t/m 5 jaar 12 € 2.250 0 t/m 11 jaar 10 € 3.630 0 t/m 5 jaar 15 € 2.200 0 t/m 5 jaar 10 € 1.225 0 t/m 11 jaar 13 € 1.435 0 t/m 11 jaar 9 € 3.865 0 t/m 11 jaar 14 € 4.530 0 t/m 5 jaar 13 € 2.250 0 t/m 5 jaar 14 € 4.500 6 t/m 11 jaar 12 € 7.000 0 t/m 11 jaar 12 € 6.000 0 t/m 5 jaar 14 € 8.500 6 t/m 11 jaar 12 € 11.000 0 t/m 11 jaar 12 € 9.500 12 t/m 18 jaar 10 € 8.550 6 t/m 18 jaar 15 € 1.800 6 t/m 18 jaar 15 € 1.200 6 t/m 18 jaar 12 € 1.450 6 t/m 18 jaar 10 € 9.200 6 t/m 18 jaar 12 € 5.500 6 t/m 18 jaar 15 € 750 6 t/m 18 jaar 12 € 1.000 6 t/m 11 jaar 12 € 5.550 6 t/m 18 jaar 10 € 19.115 6 t/m 18 jaar 10 € 6.890 6 t/m 18 jaar 10 € 2.305 0 t/m 11 jaar 15 € 300 n.v.t. 15 € 75 n.v.t. 40 € 130 n.v.t. 15 € 115 n.v.t. 15 € 65 n.v.t. 15 € 50 n.v.t. 8 € 15 n.v.t. 12 € 95
onderhoud 70%
onderhoud 100%
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
478
342 89 47
onderhoud aantal per jaar toestellen 46 68 15 113 24 105 4 10 30 20 6 45 39 145 12 280 15 12 19 185 2 280 9 250 8 125 17 115 6 225 47 285 3 175 14 355 3 355 3 355 5 455 2 455 10 455 1 455 19 45 26 23 19 115 1 125 6 85 2 5 1 50 2 455 3 1.135 455 1 150 47 2 1,05 0,05 1,77 11 1,85 0,15 2,15 1,65 € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
€ € € 9.708 € 1.371 € 11.079 €
393 8.390 157
1.053 978 108
omvang
863.790 198.015 14.100 232.162 146.790 1.454.857
€ € € € € €
€
40.739 5.536 66 13.716 75 60.132
85.903
totaal huidige situatie Boxtel aanschafonderhoud waarde per jaar 33.350 € 3.128 19.350 € 1.695 34.800 € 2.520 1.000 € 40 16.050 € 600 5.700 € 270 74.100 € 5.655 43.260 € 3.360 8.175 € 180 42.750 € 3.515 7.260 € 560 19.800 € 2.250 9.800 € 1.000 24.395 € 1.955 23.190 € 1.350 212.910 € 13.395 6.750 € 525 63.000 € 4.970 21.000 € 1.065 18.000 € 1.065 42.500 € 2.275 22.000 € 910 95.000 € 4.550 8.550 € 455 34.200 € 855 31.200 € 598 27.550 € 2.185 9.200 € 125 33.000 € 510 1.500 € 10 1.000 € 50 11.100 € 910 57.345 € 3.405 € 2.305 € 150 14.100 € 94 78.975 € 1.106 127.140 € 49 12.422 € 191 715 € 20 19.650 € 59 125.850 € 18.039 14.915 € 259
€ € € € € €
€ € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € €
66.840 16.522 940 23.067 4.489 111.857
afschrijving per jaar 2.779 1.613 2.320 56 1.070 475 5.293 3.605 545 3.563 726 1.320 980 1.877 2.577 15.208 519 4.500 1.750 1.500 3.036 1.833 7.917 855 2.280 2.080 2.296 920 2.750 100 83 925 5.735 231 940 5.265 3.179 828 48 1.310 15.731 1.243
€ € € € € €
25.914 5.940 423 1.161 734 34.172
beheer per jaar
Centrum/Breukelen 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Oost 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Selissenwal 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Munsel/Selissen 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Lennisheuvel 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Leimpde 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Industrie/buitengebied 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar Totaal Boxtel 0 t/m 5 jaar 6 t/m 11 jaar 12 t/m 18 jaar
wijk
1.335 409 410 516 2.202 693 620 889 758 245 221 292 914 323 247 344 228 75 74 79 1.154 356 356 442 516 148 155 213 7.107 2.249 2.083 2.775
[aantal]
kinderen
27 7 6 46 11 10 16 4 3 21 4 4 5 1 0 23 6 5 9 2 2
13860m2 12400m2 59st
4900m2 4420m2 19st
6460m2 4940m2 23st
1500m2 1480m2 5st
7120m2 7120m2 29st
2960m2 3100m2 14st
[plek]
15 55 85
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08 4 2 2
11 5 4
2 1 0
10 3 3
8 3 2
23 8 8
13 5 5
[plek]
30 70 100
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1
[plek]
3 50 300
kind/plek kind/plek ha/plek
8180m2 8200m2 34st
12-18jr: 1 st /15
6-11jr: 20m2 /1
0-5jr: 20m2/1
doorrekenen normen voor speelruimte informeel formeel
12 8 11 6 38 25 21 12 9 6 5 1 8 7 6 3 3 3 2 1 13 9 9 4 0 0 0 0 83 58 54 27
[plek]
streef beeld
16 12 12 5 42 25 27 12 10 6 9 1 6 5 5 3 4 4 4 1 14 9 13 5 0 0 0 0 92 61 70 27
[plek]
plek
78 58 53 7 208 144 157 35 39 29 28 4 47 33 31 9 28 18 24 5 78 47 54 19 0 0 0 0 478 329 347 79
[aantal]
4 4 1 -1 4 0 6 0 1 0 4 0 -2 -2 -1 0 1 1 2 0 1 0 4 1 0 0 0 0 9 3 16 0
[plek]
tst verschil plekken t.o.v. streef
inventarisatie
83 34 34 103 52 28 23 74 76 41 25 292 152 65 49 115 57 19 19 79 82 40 27 88 0 0 0 0 503 226 177 751
[aantal]
knd per plek
6 14 13 1 9 21 25 4 5 12 13 1 5 10 13 3 12 24 32 6 7 13 15 4 0 0 0 0 45 94,2 111,1 19,9
[aantal]
tst per 100 knd
kwantitatief
4,9 4,8 4,4 1,4 5,0 5,8 5,8 2,9 3,9 4,8 3,1 4,0 7,8 6,6 6,2 3,0 7,0 4,5 6,0 5,0 5,6 5,2 4,2 3,8 0,0 0,0 0,0 0,0 34,1 31,7 29,7 20,1
[aantal]
tst per plek
BIJLAGE III. GEGEVENSTABEL WIJKEN
In deze bijlage staan per wijk de normen voor informele en formele speelruimte uitgewerkt voor de verschillende leeftijdscategorieën. De tabel kan als samenvatting en toelichting voor de analyse van informele en formele speelruimte gezien worden. Op basis van deze cijfers en de daadwerkelijke inrichting van de wijk en de inspraak die heeft plaatsgevonden, wordt het openbaar speelvoorzieningenniveau bepaald.
91
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
92
BIJLAGE IV.
PROGRAMMA VAN EISEN Kinderen hebben recht op zowel de informele als formele speelruimte. Deze dienen dan ook in voldoende mate aanwezig te zijn voor de leeftijdsgroepen 0 tot en met 5 jaar (peuters en kleuters), 6 tot en met 11 jaar (basisschooljeugd) en 12 tot en met 18 jaar (jongeren). Voor alle leeftijdsgroepen moet het basisnetwerk aan voorzieningen worden gerealiseerd of anders in ruimte gereserveerd en aangemerkt worden. In nieuwbouwsituaties moet tevens voor de eerste tien jaar aangegeven worden hoe de piekaantallen kinderen, jeugd en jongeren opgevangen worden. Bij nieuwbouw of reconstructie is de aanwezigheid van fysieke ruimte (groenvoorzieningen, pleinen etc.) het belangrijkste. Verder kan in drie fasen gewerkt worden aan een goede verdeling van speelvoorzieningen over deze fysieke ruimte. De voorkeur van de gemeente gaat uit naar een basisnetwerk met grotere duurzame plekken met voldoende speelmogelijkheden.
Fase 1 globale planvorming In deze fase dient aangegeven te worden hoeveel informele en formele ruimte geboden wordt per kind dat er komt wonen. De gemeente hanteert hiervoor normen volgens het speelruimteplan. De 3%-norm kan daarbij als minimum voor formele speelruimte worden gezien1. leeftijdsgroep 0-5 jaar peuters en kleuters
informeel 20 m2 per kind aansluitend aan woning (tuin, stoep, plein, grasveldje)
6-11 jaar basisschooljeugd
50 m2 per 5 jeugdigen speelgroen en 50 m2 per 5 jeugdigen grasveld of plein (voetbal, straatspel) 1 ontmoetingsplek per 30 jongeren (zithoek)
12-18 jaar jongeren
Tabel 12
formeel 1 speelplek per 30kinderen Opp: 1 – 5 m2 Loopafstand: ca. 1 m 3 toestellen en 4 speelprikkels 1 speelplek per 70 jeugdigen Opp: 5 - 20 m2 Loopafstand: ca. 350 m 3 toestellen en 4 speelprikkels 1 sportplek per 100 jongeren Opp: 10 - 64 m2 Loopafstand: geen, daar waar jongeren wonen 4 sporttoestellen en 4 zitaanleidingen
Verkorte normentabel
1
De 3%-norm alleen toepassen als er nog geen enkele gegevens beschikbaar zijn met betrekking tot het aantal kinderen of aantal woningen, met in het achterhoofd de normentabel. Zo gauw er meer gegevens bekend zijn komt de 3%-norm te vervallen.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
93
Fase 2 (concept) stedenbouwkundig plan In deze fase dient het aantal kinderen dat naar verwachting in de toekomst in het projectgebied komt te wonen, aangegeven te worden. Op basis daarvan kan aangegeven worden: 1) hoeveel (in)formele speelruimte er in het basisnetwerk totaal aanwezig dient te zijn en waar deze in grote lijnen komt te liggen (blok, buurt en wijkniveau); 2) bij nieuwbouw: hoeveel tijdelijke voorzieningen (plus op het basisnetwerk voor eerste 10 jaar) nodig zijn om de kinderpiek op te vangen.
Fase 3 uitwerking stedenbouwkundig plan In deze fase dient op plekniveau aangegeven te worden: 1) waar de verschillende speelplekken komen te liggen en voor welke leeftijd deze plekken zijn; 2) wat in grote lijnen de omvang en inrichting is van deze speelruimte en de kosten voor realisatie (in verband met reservering beheer- en onderhoudsgelden en later vervangingsreservering).
Toelichtingen bij programma van eisen Aantallen kinderen, jeugd en jongeren Er zijn drie verschillende ingangen om het aantal kinderen dat in de toekomst in het projectgebied komt te wonen in te schatten. Afhankelijk van het bouwprogramma kan de opsteller van het stedenbouwkundig plan een prognose geven van de gemiddelde gezinssamenstelling (CBS-gegevens) en daarmee het verwachte aantal kinderen op lange termijn. Dit aantal kinderen kan gebruikt worden voor het basisnetwerk aan voorzieningen. Vaak wordt ten behoeve van de onderwijsvoorzieningen een prognose gegeven voor de basisgeneratie (leeftijdsgroep die naar de basisschool gaat circa 4 tot en met 12 jaar). Deze prognoses worden met name opgesteld in nieuwbouwsituaties en grote reconstructies. Dit aantal kinderen kan gebruikt worden voor zowel het basisnetwerk als de piekvoorzieningen. Er kan op basis van eerder gerealiseerde nieuwbouw- en/of reconstructieprojecten in de gemeente nagegaan worden hoeveel kinderen er per woning gemiddeld wonen (bevolkingsgegevens) in verschillende jaren na realisatie. Deze zouden vertaald kunnen worden naar een prognose van het aantal kinderen per woning voor het betreffende project. Dit aantal kan gebruikt worden voor zowel het basisnetwerk als de piekvoorzieningen. Kinderpiek bij nieuwbouw Bij nieuwbouwsituaties is een duidelijke kinderpiek aanwezig. De kinderpiek begint circa vier jaar na de realisatie van het grootste aandeel woningen. De piek duurt voor elke leeftijdscategorie ongeveer zes jaar. Meestal begint aan het eind van de kinderpiek ook gelijk de jeugdpiek en ongeveer vier jaar na de jeugdpiek meteen de jongerenpiek. In een schema ziet dit er als volgt uit: kinderpiek (0-5 jaar) jeugdpiek (6-11 jaar) jongerenpiek (12-18 jaar) jaar na aanleg 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Tabel 13
Verloop kinderpiek
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
94
Het voorzieningenniveau zal hier de eerste tien jaar dus op afgestemd dienen te worden. Kosten per plek Voor de aanschaf en aanlegkosten kan uitgegaan worden van onderstaande tabel. 0-5 jaar 6-11 jaar 12-18 jaar gemiddeld 3 3 4 3,3 gemiddeld aantal toestellen per plek 4 4 4 4 gemiddeld aantal speelprikkels per plek € 1.9 € 3.2 € 2.4 € 2.5 gemiddelde prijs per toestel € 150 € 250 € 350 € 250 gemiddelde prijs per speelprikkel 35% 65% 35% 45% % kosten ondergrond tov toestel € 2.565 € 5.280 € 3.240 € 3.695 gemiddelde prijs per toestel incl. ondergrond gemiddelde aanschafwaarde per speelplek € 8.295 € 16.840 € 14.360 € 13.165 (speelvoorzieningen samen) 20% 20% 20% 20% % kosten groen/verhardingen e.d. tov speelvoorzieningen € 1.659 € 3.368 € 2.872 € 2.633 gemiddelde kosten groen/verhardingen e.d. € 9.954 € 20.208 € 17.232 € 15.798 totale investeringswaarde per plek 20% 20% 20% 20% % kosten overige uitvoeringskosten tov voorzieningen € 1.991 € 4.042 € 3.446 € 3.160 gemiddelde aanlegkosten er plek € 11.945 € 24.250 € 20.678 € 18.958 totale kosten aanschaf en aanleg speelplek Tabel 14
Kosten per plek
Op de helft van de plekken voor 6- tot en met 18-jarigen dient een trapveldje aanwezig te zijn. De verharde trapvelden (eventueel kooien) zijn een voorziening voor jongeren van 12 tot en met 18 jaar. Hiervan dient er voor elke circa 500 jongeren een te zijn. Aantal kinderen per woning op piekmoment Op basis van de evaluatie van de kinderaantallen in Dronten De Munten I en II is er een uitspraak te doen over het aantal kinderen per woning op het piekmoment1. Wel moet rekening gehouden worden met de samenstelling van de woningvoorraad (type woning en doelgroepen).
0 - 5 jaar 6 - 11 jaar 12 - 18 jaar
De Munten I (900 huizen) 405 450 525
kind per huis 0,45 0,50 0,58
De Munten II (567 huizen) 275 305 355
kind per huis 0,48 0,54 0,62
Deze aantallen kinderen per woning zouden in combinatie met het piekschema (jaar gereedkomen woningvoorraad) kunnen worden gebruikt om het aantal kinderen te berekenen.
1
Deze aantallen komen in grote lijnen ook overeen met een basisschoolprognose voor Biddinghuizen en een nieuwbouwwijk De Volgerlanden bij Hendrik-Ido-Ambacht. OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
95
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
96
BIJLAGE V.
SPEELPLEKKEN EN MAATREGELEN In deze bijlage staat weergegeven welke rol de plek speelt in het openbaar speelvoorzieningenniveau en welke acties nodig zijn om deze rol te kunnen vervullen. In de tabel staan de huidige plekken, de nieuw te maken plekken (zoekgebieden) en de te nemen overige maatregelen. De eerste kolom geeft weer wat het gemiddelde vervangingsjaar is op een plek en de tweede kolom geeft een prioritering weer van uitvoering op basis van het vervangingsmodel. De volgende vier kolommen bieden gegevens over de inventaris in de huidige situatie en in het openbaar speelvoorzieningenniveau. In de eerste kolom staat een speelpleknummer. Betreft de plek een zoekgebied of maatregel dan is dit aangegeven met respectievelijk een Z of een M. De vierde kolom is de locatie waar de speelplek te vinden is. De locatienaam is overgenomen uit de beheergegevens van gemeente Boxtel. Aan de hand van de aanwezige speeltoestellen, de uitstraling en de aanwezige ruimte op de locaties is per speelplek de huidige leeftijdscategorie bepaald. Dit is weergegeven in de vijfde kolom. In de zesde kolom genaamd ‘categorie wordt’, is aangegeven voor welke leeftijdscategorie de speelplek in het openbaar speelvoorzieningenniveau ingericht moet worden. In de zevende kolom genaamd 'beheer huidig', is aangegeven of de speelplek in de openbare ruimte ligt of op een schoolplein. In de kolommen acht tot en met elf staan aanvullende gegevens voor de plek: ten eerste het aantal toestellen dat er nu staat, ten tweede of de plek een duurzame plek is, ten derde of er een verhard of onverhard sportveld ligt of dient te komen en als laatste wat het type inrichting zou kunnen zijn in het streefbeeld. De laatste kolommen bevatten gegevens over de maatregelen die genomen moeten worden om de plek te laten voldoen aan de eisen van het openbaar speelvoorzieningenniveau. Ook hier wordt uitgegaan van de normen voor informele en formele ruimte. In de kolom 'maatregelen' wordt kort aangeduid wat de kern is van de maatregelen die genomen moeten worden. In aansluiting hierop staat in de kolom ‘nieuwe speelprikkels’ en de kolom ‘nieuwe toestellen’ hoeveel speelprikkels en/of toestellen er nodig zijn bij deze maatregel. Als laatste is er een raming gegeven van bijkomende kosten zoals het realiseren van heuvels, bosjes of aanpassingen aan de verharding voor het spelen. De laatste kolom geeft het totaalbedrag dat nodig is om op deze plek te investeren.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
97
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
98
Centrum/Breukelen
57 Jan Kruijsenstraat
71 Strohulzen tussen Ridder van Cuykstr. en Dorenakkerlaan
67 Van der Voortweg
Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
44 Frans Staelstraat naast huisnr. 17
58b Spoorstraat voor huisnr. 7
Centrum/Breukelen
41 Corpus - Leijert
Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
09 Deken de Wijsstraat 2
58a Spoorstraat naast huisnr. 7
Centrum/Breukelen
06 Ons Doelstraat bij huisnr. 15
Centrum/Breukelen
04 Prins Hendrikstraat / Kasteellaan ingang naast nr. 11
Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
02 Parallelweg Noord achter huisnr. 52 t/m 56 / v. Leeuwenstr.
05 Damasthof tegenover huisnr. 2
Centrum/Breukelen
wijk
01 Kapelweg / Kalksheuvel
spnr locatie
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar boventallig
0 t/m 5 jaar boventallig
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
6 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar 6 t/m 18 jaar
6 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
wordt
categorie huidig
5
1
1
1
9
10
5
5
2
8
1
16
huidig
nieuw
Omgeving meer bij plek betrekken.
Realiseren goed trapveld met ballenvangers en taludje/toeschouwersdijk. Daarbij goede ontmoetingsplek voor de jongeren met beschutte plek.
Toestel niet meer vervangen.
Toestel niet meer vervangen. Bij verwijderen boomstam en wilgenhutje maken.
Nadruk op jeugd en jongeren bij inrichting. Stimuleringsgeld.
eenvoudig inrichten voor kinderen, toestellen van plek [04] gebruiken
4
8
2
8
8
9
Bij reconstructie plek omvormen naar meer natuurlijke speelplek voor de jeugd met 1 toestel. Jeu de boule eventueel handhaven.
Meer aandacht voor een bespeelbare omgeving. Maken trapveldje in de omgeving van de plek met minidoelen en boomstammen als afbakening.
4
4
6
4
3
2
2
1
2
1
prikkel tst
nadruk op inrichting voor jeugd
Bij opheffen (toestel op termijn niet meer vervangen) leuk informeel ontmoetingspleintje van maken met dakplataan bankje en pleinplakkers/knikkertegels.
Toestellen voor kinderen verplaatsen naar plek [44]. Stuk van parkeerplaats erbij trekken voor trapveldje van circa 12 bij 6.
Leuk informeel ontmoetingspleintje van maken met dakplataan bankje en pleinplakkers/knikkertegels.
Aantal toestellen verwijderen en niet meer vervangen, waaronder baskets. Hiervoor panna of twee minidoelen en hekje plaatsen.
aantal tst advies maatregelen
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
400
12.000
800
1.500
8.000
3.000
2.000
4.000
1.500
20.000
1.500
5.000
kosten
tst
1
1
3
2
3
1
7
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
99
n.v.t.
n.v.t.
M Br 03 Jan van Brabantstraat, Corpus, Hertogenstraat en Van Rijckevorselstraatmaatregel Centrum/Breukelen
maatregel Centrum/Breukelen
maatregel Centrum/Breukelen maatregel Centrum/Breukelen maatregel Centrum/Breukelen maatregel Centrum/Breukelen
maatregel Centrum/Breukelen
maatregel Centrum/Breukelen
maatregel Centrum/Breukelen maatregel Centrum/Breukelen maatregel Centrum/Breukelen
M Br 04 Drie groengebieden langs rand van de wijk
M Br 05 Volkstuinen
M Br 06 Hoek Van Merheimstraat/Ridder van Cuykstraat
M Br 07 Veldje Molenweide
M Ct 01 Breukelseplein
M Ct 02 Breukelsestraat, Ten Brinkstraat en Grote Beemd
M Ct 03 Ruigte Molenstraat
M Ct 04 achter gemeentehuis
M Ct 05 Vis en ontmoetingsplek Grote Beemd
M Ct 06 op drie locties in centrum
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
maatregel Centrum/Breukelen
12 t/m 18 jaar
6 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
6 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
M Br 02 enkele niet openbare maar wel toegankelijke locaties
Centrum/Breukelen
78 Koppel
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
n.v.t.
Centrum/Breukelen
77 Van Hornstraat (pad naast huisnr. 25)
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
M Br 01 Van Hornstraat, Van Hugenpothstraat, Leenhoflaan en Van der Voortweg maatregel Centrum/Breukelen
Centrum/Breukelen
wijk
72 Dufourstraat 56
spnr locatie
2
1
11
huidig
Realiseren ontmoetingsplekken Stay Around (op paar locaties zijn al voorzieningen dus moeilijk te ramen)
Realiseren vis en ontmoetingsplek
boomgaardproject met plukfruit
Tijdelijk de ruigte voorzien van bulten zand, omgezaagde boom en snoeihout.
aanbrengen speelprikkels in verharding op drie locaties in de wijk
Late parkeerzone aanwijzen en hier belijning voor trapveld en evt. fietsstrookje maken met pleinplakkers.
Speel en ontmmoetingsprikkels aanbrengen.
speel- en ontmoetingsprikkels op hoek van de straat
Hulpmiddagen voor kinderen met behulp van inschrijflijsten.
aanbrengen speelprikkels om huttenbouw e.d. te bevorderen
Op vier locaties aanbrengen speelprikkels om informele speelruimte te benadrukken. Denk aan knikkertegels, hinkelsets, pleinplakkers, betonelementen e.d.
Voor lijst zie analyse. Toegankelijkheid voor kinderen blijven stimuleren.
Realiseren eenvoudige oversteekgeleiding.
toestellen tijdig vervangen en meer speelprikkels toepassen. Bijmaken grastrapveld met minidoelen en boomstammen rondom
Maken eenvoudig trapveldje voor de jeugd en geschikte ontmoetingsplek voor jongeren.
Geen. Ontmoeting blijven stimuleren hier.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
9
6
6
10
10
9
8
8
10
6
2
4
3
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
6.000
8.000
PM
1.000
1.500
4.000
500
500
PM
4.500
2.000
PM
2.000
4.000
3.000
kosten
tst secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
100
Oost Oost
21b Rozengaard 64
Oost
21a Rozengaard 21
19 Elzengaard via Verheeslaan
Oost
Oost
17 Eikengaard tegenover huisnr. 8
Oost
Oost
16 Esdoorngaard 32
18b Elzengaard 41 t/m 49 via Nieuwe Nieuwstraat
Oost
14 D.R. Mollerplein
18a Elzengaard 41 t/m 49 via Nieuwe Nieuwstraat
Oost
Oost
12 Hoogheem bij flat 5
13 Hoogheem flat 5-6
Oost
Oost
08b Hoogheem naast flat 2
10 Hoogheem flat 3-4 Terrein b
Oost
Oost
wijk
08a Hoogheem flat 1-2 Terrein a
07 Pastoor v. Besouwplein / Hoogheem
spnr locatie
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
n.v.t.
0 t/m 11 jaar boventallig
n.v.t.
0 t/m 18 jaar 12 t/m 18 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
wordt
categorie huidig
4
5
2
2
4
5
5
26
1
6
13
11
2
huidig
nieuw
enkele speelaanleidingen aanbrengen
4
6
Schommel verwijderen en klimtoestel verplaatsen naar [Z On 01] en bijplaatsen toestellen van [0079]. Bij inrichting nadruk op kinderen.
2
2
4
12
2
2
1
1
3
prikkel tst
opknappen
opknappen
Toestellen verplaatsen naar centrale locatie [Z On 01] of niet meer vervangen.
Toestellen niet meer vervangen. Ruimte achterlaten als ontmoetingspleintje met zitmogelijkheden en pleinplakkers.
Schommel niet meer vervangen.
Centrale speel en ontmoetingsplek voor de bewoners van de Hoogheemflat. Oude toestellen verwijderen en bijplaatsen toestellen van [0010]. Trapveld met dichte doelen en afbakening met boomstammen. Picknickplekken maken en buitenbarbeque/vuurkorf (met slot)).
Is geen speelplek maar meer ontmoetingsplek. Vooralsnog handhaven voor rustig spelletje boule.
Toestellen verplaatsen naar centrale locatie [0013].
Oude speelprikkels verwijderen.
Toestellen verwijderen en sport en jeu de boule voorziening laten liggen met ontmoetingsmogelijkheden erbij.
geen
aantal tst advies maatregelen
€
€
€
€
€
€
€
overig
400
3.500
1.000
1.000
5.000
500
1.500
kosten
tst
2
4
5
1
11
6
13
6
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
101
Oost
Oost
27 De Pellenwever
28a De Pellen Wever
Oost
25b De Volder / Vorsenpoel
Oost
Oost
25a Apollopad / Vorsenpoel
26 De Blauwverver (Apollopad / Vorsenpoel)
Oost
Oost
24b De Papiermaker
24c De Papiermaker tegenover huisnr. 20
Oost
Oost
wijk
24a De Papiermaker (Binnenterrein ingang bij huisnr. 16)
22 Taxandrialaan
spnr locatie
6 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
12 t/m 18 jaar boventallig
0 t/m 5 jaar boventallig
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
1
8
8
4
1
2
2
8
9
huidig
Een plek met andere 0028 plekken. Inrichten voor 0-11. Omgeving meer bij speelruimte betrekken. Meeste toestellen zijn aan vervanging toe. Investeringswaarde is voldoende.
inrichting met nadruk op kinderen let op bankje voor moeders. Een klimelement verwijderen en speelprikkels aanbrengen
Centrale plek voor de buurt met nadruk op 6-11 jaar. Plek renoveren en klein pannaveldje maken.basket verwijderen. Ook vervangingsbudget hier inzetten. Zorgen voor goed picknicksets o.i.d.
Klimtoestel verplaatsen naar [0025a] en klein toestelletje van [0025a] hier plaatsen.
basket niet meer vervangen
Deze toestellen niet meer vervangen.
Nieuwe dichte doelen plaatsen en uitdagend zwaai/draai/slingertoestel voor jeugd. Tafeltennistafel van 0024a hier bijplaatsen. Evt. als past in budget een jeu de boules baan.
plek opknappen en omgeving meer bij toestellen betrekken
De inrichting van de speelplek kan beter door meer met omgeving te doen. Wip en basket niet meer vervangen maar in plaats daavan trapveld meer richting De Dommel met daarbij ontmoetingsvoorziening.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
2
4
6
2
2
4
8
1
4
2
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
overig
2.000
1.000
8.000
1.000
8.000
2.000
5.000
kosten
tst
1
1
1
1
2
2
1
2
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
102
29 Puccinistraat 11 t/m 53
Oost
Oost
66c Maastrichtsestraat / Dr. De Brouwerlaan
Oost
56 Nieuwland
Oost
Oost
51 Monteverdistraat
66a Dr. De Brouwerlaan
Oost
32 Couperinstraat / Apollopad
66b Maastrichtsestraat
Oost
12 t/m 18 jaar12 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
12 t/m 18 jaar12 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
Oost
Oost
31 Kleine Beemd
30b Robert Schumanlaan / Dommeloord
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
Oost
28c De Spinster
6 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
Oost
Oost
28b De Linnenbleker
28d De Linnenbleker bij huisnr. 7
wijk
spnr locatie
2
4
4
1
4
9
7
12
1
8
6
huidig
opknappen
Verbeteren plek met 2 toestellen en speelaanleidingen. Omgeving bij de plek betrekken tot avontuurlijke speelruimte.
opknappen
Plek omvormen naar hondentoilet en aanbrengen speelprikkels (hoogterverschillen/waterstanden/wil genhutten).
Enkel toestel bijplaatsen en omgeving meer betrekken bij het spelen.
lege plek
toestellen tijdig vervangen en meer speelprikkels toepassen
Maken speelplekje voor kinderen. Verbeteren trapveld met extra doel en mogelijk eenvoudige ballenvangers achter de doelen.
Geen (zijn 5 aanleidingen bij)
Een plek met andere 0028 plekken. Inrichten voor 0-11. Omgeving meer bij speelruimte betrekken. Meeste toestellen zijn aan vervanging toe. Investeringswaarde is voldoende.
Een plek met andere 0028 plekken. Inrichten voor 0-11. Omgeving meer bij speelruimte betrekken. Meeste toestellen zijn aan vervanging toe. Investeringswaarde is voldoende.
Een plek met andere 0028 plekken. Inrichten voor 0-11. Omgeving meer bij speelruimte betrekken. Meeste toestellen zijn aan vervanging toe. Investeringswaarde is voldoende.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
2
4
2
4
4
3
2
2
2
2
1
4
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
1.500
4.000
1.500
4.000
1.500
1.000
15.000
2.000
2.000
2.000
kosten
tst
1
1
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
103
maatregel Oost
zoekgebied Oost
M On 03 veld Lierenbout/Europalaan en Dr. De Brouwerlaan/Schijndelseweg
Z On 01 Berkengaard
Oost
84 Apollopad
maatregel Oost
Oost
83 Berliozstraat
M On 02 Schijndelseweg/Hoogheem/Meidoorngaard
Oost
82 Hazelaarsgaard
maatregel Oost
Oost
79 Lijsterbesgaard
M On 01 Peellandstraat/Oisterwijkstraat
Oost
Oost
75 Hobbendonkseweg
76 Hobbendonkseweg
Oost
wijk
68 Scarlattistraat / Apollopad
spnr locatie
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar boventallig
12 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
12 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
4
3
1
4
1
2
6
huidig
Centrale speelplek voor 6-11 en later ook voor 0-5. Realiseren plek met toestellen en aanleidingen.
aanbrengen speelprikkels om hondenpoep wat tegen te gaan
aanbrengen speelprikkels om huttenbouw e.d. te bevorderen
speel- en ontmoetingsprikkels op hoek van de straat
Schommel in toekomst vervangen door toestel meer voor 0-5 jaar.
inrichting met nadruk op kinderen let op bankje voor moeders
Bijplaatsen uitdagend zwaai of draaitoestel en groene omgeving bespeelbaar maken.
Toestellen opnemen en bijplaatsen op [0019] en [Z On 01].
Aansluiten op inrichting plek [0075].
Twee grote velden omvormen naar avontuurlijke en natuurlijke speelplek voor alle leeftijden met hoogteverschillen, huttenbouwmogelijkheden, water, zand, boomstammen, keien e.d. Zo mogelijk ook een waterplek (De Dommel ligt ver weg voor deze groep) en vuurplek.
Plek verouderd en renoveren met de nadruk op de basisschooljeugd. Omgeving bij plek betrekken. Ook vervangingsreservering gebruiken hier. Picknickset bijplaatsen.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
6
6
6
10
2
8
4
20
4
6
1
2
9
3
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
10.000
600
3.000
500
200
4.000
1.000
10.000
50.000
6.000
kosten
tst
1
4
1
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
104
maatregel Oost zoekgebied Oost zoekgebied Oost
M Oz 03 Langs De Dommel
Z Oz 01 Mozartlaan
Z Oz 02 Europalaan/Maastrichtsestraat
maatregel Selissenwal
Selissenwal
49 Gildehof
M Sw 01 verschillende locaties (zie analyse)
Selissenwal
Selissenwal
47a Barbarastraat naast huisnr. 1
48 Park Sparrenrijk
Selissenwal
46 St. Jozefstraat bij huisnr. 36
Selissenwal Selissenwal
37c Molenwijkseweg tegenover huisnr. 12
40 Geitenwei / van Beekstraat
Selissenwal Selissenwal
37b Eikenlaan
37a Eikenlaan
Selissenwal
35b Hof ter Aa
Selissenwal
maatregel Oost
M Oz 02 verschillende locaties (zie analyse)
35 Hof ter Aa bij huisnr. 110 t/m 120
maatregel Oost
wijk
M Oz 01 verschillende locaties (zie analyse)
spnr locatie
12 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar
12 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
n.v.t.
0 t/m 11 jaar
6 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar boventallig
6 t/m 18 jaar boventallig
6 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
geen
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
wordt
categorie huidig
3
3
6
7
4
8
1
1
6
huidig
Op zeven locaties aanbrengen speelprikkels om informele speelruimte te benadrukken. Denk aan knikkertegels, hinkelsets, pleinplakkers, betonelementen e.d.
klimelement vervangen door toestel meer voor 0-5 jaar. Enkele ontmoetingsaanleidingen aanbrengen.
overleg over instandhouding, geen gegadigden dan verwijderen toestellen
Plek herinrichten meer voor 0-5, tafeltennis,klimtoestel en wipveer hergebruiken op andere plek. Verplaatsen naar Vaandelstraat?
Bij vervanging en renovatie inrichten voor kinderen.
Plek wordt opgeheven en opnieuw ingericht in centrumplan
lege plek
zeer oude toestellen. Verwijderen en informele speelruimte achterlaten
doel verwijderen
Bijplaatsen uitdagend zwaai of draaitoestel.
Geen. Speelser inrichten bij renovatie.
Realiseren trapveld met ontmoetingsplek voor jongeren
Realiseren kleine speelplek voor kinderen.
realiseren ontmoetingsplekken voor de jongeren
aanbrengen speelprikkels om huttenbouw e.d. te bevorderen
Op vijf locaties aanbrengen speelprikkels om informele speelruimte te benadrukken. Denk aan knikkertegels, hinkelsets, pleinplakkers, betonelementen e.d.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
14
2
4
4
6
4
4
6
3
8
6
10
1
2
1
3
3
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
3.500
1.000
PM
4.000
1.500
1.500
100
2.000
800
8.000
8.000
4.000
3.000
2.500
kosten
tst
2
3
3
2
4
8
1
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
105
Munsel/Selissen
Munsel/Selissen
Munsel/Selissen
Munsel/Selissen
Munsel/Selissen
70 Braspenning
33 Lijndakker
80 Newtonplein
15 Schijndelseweg / Zonnegolven
81 Tamboer
zoekgebied Selissenwal
zoekgebied Selissenwal
Z Sw 02 Van Randeroodestraat
Z Sw 03 omgeving vijver Parkweg
maatregel Selissenwal zoekgebied Selissenwal
maatregel Selissenwal
M Sw 04 Wandelpark/Eikenlaan
Z Sw 01 groenzone centrumplan
maatregel Selissenwal
M Sw 03 omgeving vijver Parkweg
M Sw 05 rotonde Dukaat
maatregel Selissenwal
wijk
M Sw 02 Selissenwal
spnr locatie
6 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 18 jaar
12 t/m 18 jaar
12 t/m 18 jaar
12 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
geen
geen
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
wordt
categorie huidig
1
3
14
8
13
huidig
Uitbreiden plek met basketbalvoorziening en goed grastrapveld.
Tijdelijke plek? In nieuwbouw goede plek voor 0-5 inpassen. Trapveldje makend oor twee minidoelen of duikelrekken in gras te plaatsen met daaromheen boomstammen.
Zoneren plek met tijdelijk extra voorzieningen aan oostkant van het plein. Plek mee laten groeien met leeftijd kinderen -> jeugd -> jongeren
Plek wat opknappen en enkele speelprikkels toepassen. Informeel trapveldje maken met twee duikelreksjes of vier palen als doelen. Zitaanleidingen bij tafeltennis plaatsen.
Niet te zwaar inrichten voor dit kinderaantal. Drie toestellen niet meer vervangen (klim, wipveer en draai). Bijdrage voor inrichten buurtontmoetingsplek.
avontuurlijke speelplek voor de jeugd met enkel toestel en veel aanleidingen
speelplek en klein trapveldje maken
multifunctionele sport en spelruimte met nadruk op 6-18
Realiseren ontmoetingsplek.
Realiseren ontmoetingsplek met daarbij sportveldje (beachvolley/voetbal)
Realiseren ontmoetingsplek in aansluiting op petanquevelden.
maatregelen ter bevordering van spelen in het groen, natuureducatie e.d.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
8
16
2
10
10
20
6
4
4
4
4
2
2
6
2
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
15.000
2.000
5.000
1.000
2.000
8.000
10.000
PM
2.000
4.000
2.000
P.M.
kosten
tst
1
3
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
106
maatregel Lennisheuvel maatregel Lennisheuvel maatregel Lennisheuvel maatregel Lennisheuvel
M Lh 02 Lennisheuvel bij school en speeltuin
M Lh 03 Lennisheuvel veld achter school
M Lh 04 ontmoetingsplek Lennisheuvel bij Kiosk
Lennisheuvel
43b Het Gescheurd Hemd bij nr. 54
M Lh 01 grasveld Het Gescheurde Hemd
Lennisheuvel
zoekgebied Munsel/Selissen
Z MS 02 Munsel achter huizen Vaandrig
43a Het Gescheurd Hemd bij nr. 24
zoekgebied Munsel/Selissen
Z MS 01 Einsteinstraat/Huygensstraat
Lennisheuvel
maatregel Munsel/Selissen
M MS 05 grasveld Munsel
42b Dorsvlegel
maatregel Munsel/Selissen
M MS 04 Omgeving De Dommel
Lennisheuvel
maatregel Munsel/Selissen
M MS 03 Bosperceel ten zuiden De Benneken
42a Lennisheuvel tegenover huisnr. 47
maatregel Munsel/Selissen
maatregel Munsel/Selissen
Munsel/Selissen
wijk
M MS 02 Selissen en Munsel
M MS 01 verschillende locaties (zie analyse)
34 Voetboog
spnr locatie
0 t/m 11 jaar
0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar
12 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
12 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
geen
geen
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
3
3
5
17
8
huidig
???
natuurspeelplek
aandacht voor oversteken
vier palen als doeltjes (af en toe verplaatsen)
toestellen verwijderen en tafeltennistafel niet meer vervangen of verplaatsen
toestellen bij vervanging meer afstemmen op 0-5 jarigen
twee toestellen voor 6-11 en drie voor 0-5, bij vervanging iets meer afstemmen op 0-5
centrale speel en ontmoetingsplek voor hele dorp, herinrichten voor multifunctioneel gebruik, sportvoorzieningen voor de jongeren en jeugd en 7 toestellen voor kinderen en jeugd met voldoende variatie en uitdaging
realiseren speelplek
realiseren speelplek
plaatsen palen of duikelrekken als doeltjes
Realiseren ontmoetingsplek.
aanbrengen speelprikkels om huttenbouw e.d. te bevorderen
maatregelen ter bevordering van spelen in het groen, natuureducatie e.d.
Op zeven locaties aanbrengen speelprikkels om informele speelruimte te benadrukken. Denk aan knikkertegels, hinkelsets, pleinplakkers, betonelementen e.d.
Meer ruimte en speelmogelijkheden voor 0-5 jarigen maken. Basket verwijderen en hergebruiken en combi vervangen door combi meer voor 0-5 jarigen. Bijplaatsen toestel voor 0-5 jarigen.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
9
2
4
3
2
2
9
6
3
2
4
8
14
2
3
6
3
1
2
1
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
PM
10.000
PM
400
300
200
200
30.000
10.000
8.000
200
2.000
4.000
P.M.
3.500
1.000
kosten
tst
3
3
1
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
107
Leimpde
Leimpde Leimpde
Leimpde
Leimpde
53 Vendelstraat / Smidsepad
55 Den Achterhof
59 Dennendreef
60 Krollerbocht Buiten, ingang bij huisnr. 38
61 Krollerbocht Binnen, ingang bij huisnr. 29
Leimpde
Leimpde Leimpde Leimpde
Leimpde Leimpde
62 Klein hoekje / Europalaan bij huisnr. 16
63 Populierenlaan / Kleuskes tegenover huisnr. 43
64 Koestraat
69 Akkersrijt tegenover huisnr. 19
73 Strijpenhof bij huisnr. 23
74 Rosenlo
Leimpde
Leimpde
52 Den Dries
61b Krollerbocht
Leimpde
wijk
50 Heuvelstraat (buurtver. Roderweg)
spnr locatie
0 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
6 t/m 11 jaar boventallig
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
6 t/m 18 jaar 0 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 11 jaar 6 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 5 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 5 jaar
0 t/m 11 jaar 0 t/m 11 jaar
6 t/m 18 jaar 6 t/m 18 jaar
0 t/m 18 jaar 0 t/m 18 jaar
wordt
categorie huidig
4
1
3
4
6
9
2
4
3
11
6
4
3
18
huidig
Toestellen voor 0-5 hergebruiken en in overleg met de buurt hier een uitdagende combi plaatsen. Liefst speelvoorzieningen op locatie hoek Oranjelaan en Rosenhofstraat.
Kijken of nog twee toestelletjes bij kunnen.
Verwijderen doelen en basket en plaatsen vier palen als doel en nog een enkele speelprikkel.
Geen.
Basketbalpaal wet en klein toestel voor 0-5 bijplaatsen.
Geen. Via reguliere vervanging in overleg met buurt.
Minidoelen toepassen.
Secundair duikelrek en wipveer hier bijplaatsen.
Ontmoetingsplek. Multifunctioneel ingericht houden. In overleg met buurt verbeteringen hiervoor aanbrengen.
Drie wipveren het duikelrek en de kleine combi niet meer vervangen.
Speelhuisje en duikelrek niet meer vervangen.
Toestel bijplaatsen en omgeving meer betrekken bij speelplek.
Het is hier erg nat. Een stukje ophoging en kunststof/gras zou niet misstaan. Hier geen ontmoeting.
In oveleg met buurtvereniging vorm blijven geven aan deze plek voor alle leeftijden en blijven ondersteunen bij vervanging. Inrichting kan creatiever.
aantal tst advies maatregelen
nieuw
6
3
9
3
2
1
2
2
1
prikkel tst
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
overig
5.000
1.000
300
500
500
500
2.000
1.000
8.000
3.000
kosten
tst
2
3
2
1
2
2
secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
108
maatregel Leimpde
maatregel Leimpde
maatregel Leimpde maatregel Leimpde
M Ld 02 sportvelden De Roode Bleek/Bolakkers
M Ld 03 sportvelden De Roode Bleek/Bolakkers
M Ld 04 Boxtelerweg/Kapelstraat/Nieuwstraat
wijk
M Ld 01 verschillende locaties (zie analyse)
spnr locatie
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Realiseren ontmoetingsplek. Realiseren ontmoetingsplek.
Aanwijzen locatie voor struingroen, plukgroen en eetgroen en locatie voor huttenbouwgroen en deze enigszins vormgeven.
Op acht locaties aanbrengen speelprikkels om informele speelruimte te benadrukken. Denk aan knikkertegels, hinkelsets, pleinplakkers, betonelementen e.d.
12 t/m 18 jaar
huidig
aantal tst advies maatregelen
12 t/m 18 jaar
6 t/m 11 jaar
0 t/m 11 jaar
wordt
categorie huidig
nieuw
4
4
16
1
prikkel tst
€
€
€
€
overig
2.000
3.000
10.000
4.000
kosten
tst secundair
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
basisnetwerk
beheer streefbeeld
BIJLAGE VI.
Houdoe
Chillplek
Ontmoetingsplek
INFORMELE ONTMOETING JONGEREN Als norm voor hangen kan gesteld worden dat voor elke 15 (hang)jongeren uit de hangleeftijd er één plek in de openbare ruimte aan te wijzen moet zijn waar hij of zij kan ontmoeten met andere (hang)jongeren. Vervolgens kan gesteld worden dat voor 50% van het “hangen” geen specifieke voorzieningen noodzakelijk zijn. Dit gebeurt op plekken in de wijk waar 2 tot 4 jongeren even een kwartiertje staan te kletsen, afscheid nemen of afspreken om op elkaar te wachten als ze samen ergens heen gaan (Houdoe). De ontmoetingsplekken die een inrichting vereisen, zijn onder te verdelen in drie categorieën. Plek categorie I: Chillplek Dit zijn kleinere plekken voor 5 tot 10 jongeren die bij elkaar komen en ‘Chillen’. ’s Zomers is te zien dat er jongeren langs deze plekken (brom)fietsen op zoek naar een praatje. Aantal: 30% van de plekken Ligging: goed gespreid over de dorpen langs doorgaande routes (echt in de wijk) en niet te dicht op woningen; in zicht zodat er snel gezien kan worden wie er op de plek aanwezig is; Verkeer: op voldoende afstand van doorgaande weg (2 tot 10 meter); Locatie: verharde ruimte met plek voor 5 tot 10 jongeren en wat fietsen en scooters; Inrichting: verhard gedeelte goed bereikbaar; een aantal zit- en ontmoetingsaanleidingen, afvalbakken en eventueel verlichting; gemakkelijk te verwijderen en herplaatsen en passend in straatbeeld; Regels: APV! aanvullende regels door jongeren en omwonenden zo nodig op te stellen; bij overtreding verwijzen naar plek categorie II; Flexibiliteit: meer locaties categorie I aanwijzen dan inrichten. Op deze manier kan de plek eventueel nog eens verplaatst worden naar een andere locatie als de overlast te groot wordt (de jongeren houden zich niet aan de regels) of als de jongeren er helemaal niet meer komen. Toets: Geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Functie en gebruik passen binnen huidige bestemmingen. Plek categorie II: Ontmoeting Dit betreft grotere plekken voor 10 tot circa 40 jongeren waar jongeren echt afspreken om bij elkaar te komen en te zitten praten of andere activiteiten te ontplooien. Vaak gaan deze plekken samen met goed ingerichte sportplekken (bijvoorbeeld skateplekken), maar als die er te weinig zijn, kunnen de plekken ook apart goed functioneren (de JOP). Aantal: 20% van de plekken min de No-Problemplekken; Ligging: op voldoende afstand van woningen, bijvoorbeeld aan de rand van het dorp of in een groter park/plantsoen; in de omgeving van andere geluidsbron; op/bij formele sport/speelplek; Verkeer: goed bereikbaar, maar niet te dicht bij de doorgaande weg;
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
109
Locatie:
Inrichting:
Regels:
Flexibiliteit:
Toets:
No Problem
groot genoeg voor een grotere groep jongeren met fietsen/scooters en groot genoeg voor een aantal voorzieningen; afwegen of auto er niet mag en kan komen (trekt oudere jongeren aan); zit- en ontmoetingsaanleidingen en beschutting in de vorm van wandje of beplanting; verharde ondergrond; verlichting; duurzaam en vandalismebestendig; APV en in overleg met omwonenden of andere betrokkenen aanvullende regels m.b.t. gedrag opstellen. De plek moet geen overmatige input vergen om in stand te houden. inrichting plek voor langere termijn; bij overmatig vandalisme en teveel overlast een welzijnstraject doorlopen met “daders”; Geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Functie en gebruik passen binnen huidige bestemmingen.
Plek categorie III: No Problem Dit zijn plekken die zo ver buiten de bebouwde omgeving liggen dat hier geen overlast voor omwonenden te verwachten is. De jongeren kunnen bij problemen in de wijk altijd naar deze plekken verwezen worden. Aantal: voor elke 500 jongeren één No-Problemplek; Ligging: op voldoende afstand van woningen, zodat verwachte overlast op basis van ligging kan worden uitgesloten; Verkeer: goed bereikbaar, maar niet te dicht bij de doorgaande weg (minimaal 50 meter afstand); Locatie: groot genoeg voor een grotere groep jongeren met fietsen/scooters en groot genoeg voor een aantal voorzieningen; afwegen of auto er wel of niet mag en kan komen (trekt oudere jongeren aan); Inrichting: zit- en ontmoetingsaanleidingen en beschutting in de vorm van een overkapping; eventueel mogelijkheden voor graffiti; verharde ondergrond; verlichting; duurzaam en vandalismebestendig; Regels: APV en in overleg met jongeren, politie, gemeente jongerenwerk andere regels m.b.t. gedrag opstellen. De plek moet geen overmatige input vergen om in stand te houden. Flexibiliteit: inrichting plek voor langere termijn; bij overmatig vandalisme en teveel overlast een welzijnstraject doorlopen met “daders”; Toets: Geen toets bestemmingsplan nodig. Voorzieningen vallen onder straatmeubilair of speeltoestellen. Mits geen bouwvergunning nodig is. Is dit het geval dan ook bestemmingsplantoets.
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
110
BIJLAGE VII. SPEELPRIKKELS
Speelprikkel
Speelprikkel
Speelprikkel
Speelprikkels zijn objecten in de openbare ruimte die aanleiding geven tot spel. Zij kunnen bewust als bespeelbaar element zijn geplaatst, maar ook onderdeel zijn van een tot ander doel ingericht stuk van de openbare ruimte. De opzet van deze speelprikkels is dat ze veel speelwaarde hebben, niet onder het Attractiebesluit vallen en hooguit een risicoanalyse vergen. Speelprikkel bewust als bespeelbaar element geplaatst Vaak komen speelprikkels voor op en rondom de speelplek of worden ze gebruikt om kinderen te (bege)leiden. Voorbeelden hiervan zijn allerlei soorten verharding, knikkertegels, hinkeltegels, gekleurde tegels en tegels met cijfers, letters en dierenvoetstappen. Door het aanbrengen van deze verharding of patronen en door het gebruik van verschillende soorten verharding kunnen tal van speelmogelijkheden ontstaan. Een ander voorbeeld zijn betonelementen zoals poefs, bielzen, palen, bollen en muurtjes, al dan niet gekleurd. Deze elementen bieden tal van mogelijkheden zoals erop klimmen, eraf en erover springen, op zitten, een touw aan vastknopen, tegen voetballen, bokspringen enzovoorts. Meer natuurlijke speelprikkels zijn bomen en boomstammen, grasheuveltjes, hagen en struiken. Ook het beschilderen van muren op een speelplek kan een prikkel geven tot spel. Speelprikkel als onderdeel van de openbare ruimte Voor het inrichten van de openbare ruimte worden tal van elementen gebruikt. Soms zijn deze elementen voor kinderen aantrekkelijk om mee te spelen. Echter lang niet altijd worden hiervoor elementen gekozen die ook bespeelbaar zijn. Als er toch een paal geplaatst moet worden, waarom dan niet een paal met een ronde kop in plaats van een scherpe? Waarom niet wat groenblijvers in het bosplantsoen? De kern van het denken over speelprikkels is, om bij elk plan of elke actie in de openbare ruimte na te gaan of de elementen die gebruikt worden ook geschikt zijn voor medegebruik door kinderen. Natuurlijk kan het voorkomen dat dit om bijvoorbeeld veiligheidsredenen niet mogelijk is. Uitgangspunt is echter de bespeelbaarheid en het moet gemotiveerd worden als hiervoor niet wordt gekozen. Voorbeelden van dit soort speelprikkels zijn: afscheidingen zoals hekwerken, muurtjes, hagen en bielzen; straatmeubilair zoals zitelementen en banken; betonelementen zoals betonpoefs/bollen, paaltjes, stoepranden en parkeerbanden en sierelementen kunst; plaatsen van palen, boomstammen, keien en andere natuurlijke elementen; toepassen van groenblijvers (hulst, laurier); toepassen van vruchtdragende bomen en struiken; toepassen van (gedraineerd) gazon; toepassen van hoogteverschillen in gras en verharding. Veel van dergelijke elementen kunnen voor de kinderen een speelprikkel vormen om te zitten of aan te hangen, maar ook om vanaf, over of op te springen. Ze kunnen er een elastiek aan vast maken, hutten mee bouwen, ze gebruiken die als evenwichtsbalk enzovoorts.
Speelprikkel
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
111
Speelprikkel
Speelprikkel
Een ruimte als speelprikkel Door veel kinderen wordt een braakliggend terrein met een bult zand en ruigte hoog gewaardeerd. Daar zijn veel speelmogelijkheden en – functies aanwezig. Niet alleen braakliggend terrein, maar ook hoeken plantsoen en straat zijn soms favoriet bij een groep kinderen. Eenvoudige aanpassingen aan beheer en onderhoud en duidelijke voorlichting naar burgers kunnen deze speelruimte behouden. Voorbeelden hiervan zijn: hutten niet opruimen (zeker niet in vakanties); stukken ruigte zo lang mogelijk laten bestaan; waarschuwingsborden voor automobilisten plaatsen; niet op elke klacht van omwonenden over spelende kinderen ingaan. Sturen in het medegebruik van het openbaar groen kan door sortimentskeuze. Struiken met grote doornen zijn absoluut niet aantrekkelijk voor kinderen en planten met giftige vruchten/bladen/schors mogen niet worden toegepast. Andere eenvoudige voorbeelden van het beter bespeelbaar maken van openbaar groen zijn hoogteverschillen in het gazon (werken ook goed antivoetbal), vaker toepassen van bloemenmengsels en het gefaseerd maaien van gras. In heestervakken en blokhagen kunnen uitsparingen worden gemaakt waar kinderen hun hutje kunnen hebben. Hagen kunnen op verschillende hoogten gesnoeid en niet recht maar golvend aangeplant worden. Het toepassen van groenblijvers in bosplantsoen of solitair draagt ook bij aan de bespeelbaarheid van openbaar groen. Samengevat Juist het aanbrengen van hoogteverschillen, randen en eenvoudige objecten prikkelen de fantasie van kinderen om zelf spelen te verzinnen of bestaande spelen aan te passen. Anders gezegd: “speelprikkels vergroten de speelruimte.”
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
112
BIJLAGE VIII. TEKENINGEN
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
113
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
114
* * * EINDE SPEELRUIMTEPLAN * * *
OBB Ingenieursbureau 912.03 Buitenspelen.kom © versie d.d. 10-9-08
115