Rouw en Re-integratie
Troost is pas troost als degene die troost behoeft het ook als troost ervaart (Herman de Mönnink)
www.trainenmetzorg.nl
[email protected]
Verlies en Rouw Na verlies volgt rouw. Rouw wil zeggen een verlieservaring inpassen in je dagelijks leven. Rouw is voor veel mensen verbonden aan een overlijden. Niets is echter minder waar. Ieder verlies vraagt om rouw. Wat is verlies: Verlies is een intense persoonlijke ervaring. Wat de één als een verlies ervaart zal voor een ander soms weinig te betekenen hebben. Verlies is iets kwijtraken waar je op wat voor manier dan ook aan gehecht bent. Er zijn gevoelens in het spel. Verdriet is de andere kant van de medaille die liefde heet. Kahlil Gibran zegt hierover: Wanneer gij blijde zijt, schouw dan diep in uw hart en ge zult zien dat enkel wat u smart gegeven heeft, ook vreugde brengt. Wanneer gij verdrietig zijt, blik dan opnieuw in uw hart, en ge zult zien dat ge weent om wat u vreugde schonk. Verlies is er in alle soorten en maten. Van het breken van een mooi, duur of juist erg oud kopje tot het overlijden van een dierbaar persoon. Andere voorbeelden zijn: verlies van gezondheid, verlies van werk, echtscheiding, verlies van veiligheid (denk aan de aanslagen op 11 september 2001 in New York), verlies van toekomstperspectief, pensionering. Ook wensen / verwachtingen die niet worden vervult kunnen diep ingrijpen; het definitief opgeven van een kinderwens, een promotie die niet doorgaat, je kind wat een bepaalde studie/werk niet kan of wil etc. Ook ‘blijde’ gebeurtenissen hebben een verliesaspect in zich. Er is sprake van een soort win/verlies situatie: De geboorte van een kind, dit brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Een onbezorgde tijd is voorbij. Trouwen of zelfstandig gaan wonen, hierdoor ben je gedwongen afscheid te nemen van je jonge jaren thuis. Ook ouders ervaren dit vaak als een stuk verlies. Ook de uitdaging van een nieuwe baan brengt met zich mee dat je afscheid moet nemen van de oude, vertrouwde situatie. Een ernstig verlies tast iemand aan in zijn KERN (Herman de Mönnink). Het woord KERN staat niet alleen voor de kern van jezelf als mens maar iedere letter heeft ook een eigen betekenis. Kontrole; bij een ernstig verlies hebben veel mensen het gevoel dat de wereld schudt op zijn grondvesten. Je hebt het gevoel dat je de controle over je leven verliest. Eigenwaarde; het gevoel van eigenwaarde krijgt bij sommigen een behoorlijke knauw. Wie ben je zonder die baan of zonder die partner? Rechtvaardigheidsgevoel; het is niet eerlijk dat dit mij / ons overkomt. Nu in relatie tot later; ik had nog zoveel plannen, hoe moet dit nu verder, hoe krijg ik mijn leven weer op de rails? Hoe gaat mijn toekomst er nu uitzien? Omgaan met verlies Om je aangetaste KERN te herstellen is het nodig te rouwen. Rouwen is keihard werken, hier goed doorheen komen gaat niet vanzelf. Vandaar dat ik gekozen heb voor de beschrijving van William Worden (1983) over rouw/verliesarbeid. Het woord rouwarbeid wijst erop dat iemand actief iets kan doen. Dit kan een krachtig tegengif zijn tegen de machteloosheid die veel rouwenden ervaren.
Desiree Helmond, trainen met zorg
2
In deze beschrijving wordt uitgegaan van vier verliestaken. Iedere taak moet je tot op zekere hoogte doorgewerkt hebben om naar de volgende te kunnen. Toch is het niet zo dat de ene taak niet meer aan bod komt als je met de volgende begint. Het ene moment denk je dat je een heel eind bent en het volgende gebeurt er iets waardoor het lijkt of je weer van voor af aan begint. De manier waarop iemand omgaat met verlies is zeer persoonlijk. Geen twee mensen rouwen op dezelfde wijze. Hierbij speelt de wijze waarop het gezin van herkomst met verliezen omging ook een belangrijke rol. Ook zijn er duidelijk verschillen tussen mannen en vrouwen, culturen, geloof etc. Ook al beleeft elk mens afscheid en verlies op een unieke wijze, toch ziet men bij diverse mensen bepaalde reacties die herkenbaar en algemeen zijn. Ze doen zich echter niet voor op hetzelfde moment, niet in hetzelfde tempo en niet met dezelfde intensiteit. Een ernstig verlies uit zich op meerdere niveaus: Lichamelijk niveau: moeheid, hoofdpijn, spanning in schouders/nek/rug, buikpijn, pijn op de borst, je ziek voelen, flinke vermindering van weerstand etc. Emotioneel niveau: verdriet, opstandigheid en verzet, schuldgevoelens en zelfverwijten, ontkenning etc. Sociaal niveau: in relatie tot gezin, familie, vrienden, collega’s, buurt waar men woont. Rouwarbeid/verliesarbeid In hulpverleningsland wordt vaak gesproken over een rouwproces, rouwfasen of verliesverwerking. Voor veel ‘rouwenden’ dekt dit echter de lading niet. Veel verliezen zijn ‘levenslang’ je leert er mee om te gaan maar je raakt het niet kwijt. Ook wordt er vaak gezegd dat de tijd alle wonden heelt. Niets is echter minder waar. Niet de tijd heelt wonden maar datgene wat je zelf in die tijd doet en de steun die je van anderen krijgt. Vergelijk het met een wond die niet verzorgd wordt, hij zal niet verbeteren maar verergeren. Het uitvoeren van rituelen kan een goede verliesarbeid ondersteunen. Veel rituelen zijn een onderdeel van onze cultuur. Hierbij kun je denken aan beschuit met muisjes, een bruiloft, afscheidsreceptie, uitvaart etc. Rouwtaken/verliestaken: Taak 1: Aanvaarden van de werkelijkheid van het verlies: Eén van de eerste reacties op verlies zijn vaak ongeloof en ontkenning. Ook is er vaak woede in het spel, woede op artsen, de zieke, jezelf, noem maar op. Om de verliesarbeid echt in te zetten, moet de werkelijkheid van het verlies worden erkend. Zo kan het voor iemand die geen afscheid heeft kunnen nemen heel moeilijk en soms bijna onmogelijk zijn het verlies te erkennen. Dit maakt het verlies rondom een vermissing ook zo zwaar. Er is geen bewijs dat de vermiste inderdaad overleden is, wat blijft is een zwaar verlies en altijd een sprankje hoop op leven. Taak 2: Ervaren van de gevoelens van het verlies en de reacties die daarop volgen: Bij een ernstig verlies is het noodzakelijk recht door de pijn heen te gaan. Deze pijn wordt vaak omschreven als hevige pijnscheuten, gecombineerd met hevige angst of wanhoop. Desiree Helmond, trainen met zorg
3
De pijn onderdrukken (al of niet door medicijnen) of verdringen lukt alleen tijdelijk. Het achterhaalt je altijd. Vaak uit het zich dan in de vorm van een of ander ziektesymptoom of afwijkend gedrag. Met het ervaren van de pijn wordt bedoeld de lichamelijke en emotionele pijn. Deze pijn komt niet alleen tot uiting in lichamelijke pijnscheuten en huilbuien, maar ook in opstandigheid, agressie en schuldgevoelens. Bij deze taak hoort ook de pijn van de zogenaamde treurdagen. Dit zijn verjaardagen, feestdagen, sterfdag etc. Bij ernstige verliezen loopt iemand soms levenslang tegen dit aspect van deze taak aan. Taak 3: Aanpassen aan het leven zonder de overledene (het verlorene): Deze taak gaat vaak met zeer veel emoties gepaard: boosheid, agressie, verdriet, machteloosheid of ontgoocheling. Het gaat erom afhankelijk van de specifieke band die er was nieuwe vaardigheden te leren en de nieuwe rol binnen gezin en omgeving in te passen. Hiervoor is het nodig steeds weer je verhaal te mogen vertellen. Dat er geluisterd wordt naar wat deze aanpassing voor je betekent en wat de meeste moeite kost. Ook tot deze taak behoort het normaliseren van de idealisering. Hiermee wordt bedoeld dat je niet alleen al het goede van de overledene ziet, maar juist ook kunt zeggen dat hij/zij bijvoorbeeld soms wel erg eigenwijs kon zijn. Taak 4: De overledene (het verlorene) emotioneel een plek geven en de draad van het leven weer oppakken: Na een overlijden kan iemand na verloop van tijd in staat zijn aan de overledene te denken of erover te praten zonder ondergedompeld te worden in verdriet. In deze taak gaat het erom je verdriet te integreren in je leven. Integreren is geen vergeten. Men is zich bewust van het verlies en erkent dat er een litteken is dat voortaan deel uitmaakt van je leven. Dit betekent niet dat er geen verdriet meer aan te pas komt. Om je verdriet te kunnen integreren is het nodig mensen te hebben waarbij je ook jaren later nog kunt zeggen dat het verlies pijn doet en dat je het moeilijk hebt.
Hoe kun je helpen Het best kun je iemand helpen door de ‘Slop’ vaardigheden (Herman de Mönnink) te gebruiken. Slop staat voor: Stilte, Lichaamstaal, Onder woorden brengen, Praktische handreikingen. Stilte; stilte kan beklemmend zijn. Je voelt je verantwoordelijk voor het gesprek. ‘Ik weet niet wat ik zeggen moet’ is al een gesprek en kan meer zeggen / oproepen dan de mooiste woorden. Geef de ander ook de ruimte even stil te zijn. Lichaamstaal; via lichaamstaal laat je je betrokkenheid zien bij de ander. Door middel van lichaamstaal wissel je voortdurend boodschappen uit, waarbij de inhoud van wat je zegt vaak minder belangrijk is dan je lichaamshouding en je toonhoogte: de menselijke communicatie verloopt voor 55 % non-verbaal, voor 38 % via de toon van onze stem en voor 7 % via onze eigenlijke stem. Lichaamstaal liegt nooit. Onder woorden brengen; Hierbij gaat het erom de ander uit te nodigen tot praten, samenvatten, normaliseren en geven van informatie. Neem het verdriet serieus!! Zeg bijvoorbeeld: “het moet erg zwaar voor je zijn” of “ik merk dat je het erg moeilijk hebt’. Onder woorden brengen betekent ook dat je intensief luistert, dat je de woorden van de ander gepast samenvat en doorvraagt op wat niet duidelijk is. Desiree Helmond, trainen met zorg
4
Kortweg noemen we dit ook wel eens LSD: Luisteren, Samenvatten en Doorvragen. In de verliesbegeleiding wordt dit verbreed met het normaliseren van gevoelens en rouwreacties en het geven van informatie. Normaliseren Vaak hebben rouwenden het gevoel dat ze gek aan het worden zijn. Terwijl rouwen normaal gedrag is van gezonde evenwichtige mensen. Ze ervaren gevoelens en reacties bij zichzelf die ze niet kennen. Zo kan er sprake zijn van bijvoorbeeld: concentratiestoornissen, besluiteloosheid, hyperactiviteit of juist passiviteit, vergeetachtigheid, enorme woede en wrok, schuldgevoelens etc. Van belang is dan te benoemen dat het om een normale rouwreactie gaat. Zeg niet dat het normaal gedrag is. Dat herkent de ander immers niet van zichzelf! Zeg dus letterlijk dat het een normale rouwreactie is, van een gezond en evenwichtig mens. Geven van informatie Soms hebben rouwenden veel behoefte aan informatie. Daarbij kan het gaan om informatie rondom het overlijden. Bijvoorbeeld als een dierbare is verongelukt of bij een misdrijf om het leven is gekomen. Als iemand een natuurlijke dood is gestorven en de nabestaande was er niet bij kan hij veel behoefte hebben aan informatie over de laatste periode, dag, uur of minuten. Deze informatie is van wezenlijk belang om te kunnen begrijpen en later aanvaarden dat hij is overleden. Ook kunnen rouwenden veel behoefte hebben aan informatie over rouwarbeid. Wat betekent het? Wat gebeurt er met je? Hoe lang duurt het? Gaat het ooit over? In principe kunnen we stellen dat er geen tijd voor rouwen staat. Ook doet ieder mens het op zijn eigen unieke manier. Je rouwarbeid volbrengen betekent dat je hebt leren omgaan met het verlies. Dat je leven weer verder kan zonder dat je de overledene vergeet. Hij/zij maakt onverbrekelijk deel uit van je leven. Praktische handreikingen; breng een maaltje eten, pak de strijk, ga samen wandelen, probeer aan te sluiten bij wat de ander nodig heeft. Tot slot Omgaan met verlies en rouw wordt door veel mensen als erg zwaar ervaren. Wees niet te streng voor jezelf en anderen. Rouwen moet je zelf doen maar je hoeft het niet alleen te doen. Het contact met mensen die weten waar je het over hebt (lotgenoten) kan een enorme steun betekenen. Shakespeare zei het met de volgende woorden: Geef woorden aan uw leed. Verzwegen smart breekt met zijn fluisteren ’t bezwaarde hart.
Desiree Helmond, trainen met zorg
5
Rouw op het werk Jacob van Wielink en Riet Fiddelaers-Jaspers: Het lijkt misschien stoer om op het werk niet te praten over de slechte boodschap die je kreeg in het ziekenhuis, de echtscheiding die dreigt, of over het overlijden van een goede vriend. Maar stilstaan bij verlies is wel wijs. Ook zakelijk gezien is het slim als managers daar op de werkvloer ruimte voor maken. Emotionele reacties van medewerkers bij grote veranderingen worden in managementboeken vaak omschreven als weerstand, maar het helpt als leidinggevenden de kritische respons als een normale reactie zien, weten Van Wielink en Fiddelaers. Weerstand is volgens hen een uiting van rouw bij verandering. „Rouw is daarmee de keerzijde van de loyaliteit waarmee de medewerker zich aan de organisatie heeft verbonden”, schrijven ze. „Deze loyaliteit heeft de organisatie nodig, ze doet er ook een beroep op om haar doelen te realiseren. Het ervaren van deze (gedwongen) breuk in die loyaliteit veroorzaakt ‘gedoe’. De uitdaging voor de organisatie is om dit ‘gedoe’ vruchtbaar te maken.” Hoe? Van Wielink: „Door om te beginnen niet alles in te vullen voor de werknemer, niet te denken: Ik weet wel wat goed voor hem of haar is. Door de dialoog aan te gaan – en niet die te ver-mijden en te zwijgen. Door eerlijk en duidelijk te zijn.” Herman de Mönnink: Verwerking van verlies bij overlijden, maar ook bij echtscheiding, ontslag, ingrijpende werkveranderingen, handicaps, uithuisplaatsing, migratie, etcetera wordt in de verlieskunde gezien als een actief proces, als het verrichten van rouwarbeid. Het scheppen van de juiste condities voor rouwarbeid is een gezamenlijke onderneming van de rouwende zelf, degenen die mantelzorg bieden en aanvullende professionele zorg. Rouwarbeid is het bewust, actief en tastbaar proces van afscheid nemen en het 'integreren van verlies in het leven. Onderdelen zijn het nemen van de tijd, het stilstaan bij verlies, het verrichten van symbolische overgangsactiviteiten. Het integreren slaat op het zich innerlijk én uitwendig aanpassen aan de nieuwe situatie. Verdieping in een nieuw syndroom kan vroegtijdige herkenning en aanpak bevorderen: UBS, het Unfinished Business Syndroom. Mensen met vage klachten op biopsychosociaal terrein die vaak langdurig shoppen, maar bij nader inzien onverwerkte levenservaringen hebben, verdienen een effectieve aanpak. Als hulpmiddel voor de werkvloer heeft Herman de Mönnink de Verlieskundezorgstandaard ontwikkeld. Een effectieve methode om medewerkers in diverse situaties de hulp te kunnen bieden die zij nodig hebben. Tot slot Naast bovenstaande is een goed op de organisatie afgestemd rouwprotocol ook van groot belang. Dat schept duidelijkheid en kan ook als leidraad dienen voor bijvoorbeeld rouw rondom een echtscheiding, miskraam etc. En laten we reorganisaties of andere ingrijpende veranderingen op de werkvloer niet uitvlakken. Die zorgen voor veel stress, vaak moeite om het oude los te laten en nieuwe te omarmen. Rouwgevoelens rondom ingrijpende veranderingen in het werk of een reorganisatie wordt vaak geduid als ‘weerstand’. De ‘weerstand’ wordt echter veroorzaakt door rouwreacties waar geen of te weinig oog en ruimte voor is.
Tips bij ingrijpende veranderingen op de werkvloer Kondig i.o.m. de medewerker zijn / haar terugkeer aan. Zonodig een voorlichtingsbijeenkomst over rouw en ondersteuning bij rouw organiseren. Zet desgewenst een buddy in, dit kan bijvoorbeeld een collega zijn waar de rouwende zich veilig bij voelt. Sommige leidinggevenden zijn zelf prima in staat de menskant van een ingrijpend veranderingstraject te begeleiden. In die gevallen is het advies naar hen toe alert te blijven op de menskant, daar echt aandacht voor te hebben en te houden. Is dat minder / niet het geval of is daar geen ruimte voor adviseer dan vanaf de aankondiging van de veranderingen een deskundige in te schakelen die de menskant van het traject gaat begeleiden. Dit kan bijvoorbeeld een bedrijfsmaatschappelijk werker zijn. Het voordeel daarvan is dat medewerkers in een veilige omgeving hun ‘gal’ kunnen spuien zonder de angst er op afgerekend te worden. Zorg voor een veilige en open sfeer zonder afrekencultuur. Als er al veel medewerkers zijn met een flink gevulde persoonlijke archiefkast (PAK) dan voor hen individueel een deskundige verliescounselor inschakelen. Zorg echt voor een specialist! Met een blindedarm ontsteking gaan we ook niet naar de cardioloog! Lever ‘maatwerk’. De ene medewerker is de andere niet. De één heeft individuele begeleiding nodig, de ander redt zich prima zelf, een derde wil graag teamgericht of met een groep vertrouwde collega’s het ‘oude’ loslaten en het ‘nieuwe’ leren omarmen. In het boek ‘Aan de slag met verlies’ (zie literatuurlijst) staan de ‘Zes pijlers van succes bij verlies en verandering’: 1. De basispijler is aandacht, oprechte aandacht. De kracht daarvan is niet te onderschatten. 2. Contact en aanwezigheid; werkelijk contact durven maken en in contact blijven. 3. Eerlijkheid en duidelijkheid: eerlijkheid, duidelijkheid en serieus genomen worden. Een waarheid die goed onderbouwd, eerlijk en duidelijk is, is beter te verteren dan leven met angst en onzekerheid. 4. Ruimte: ruimte kan bestaan uit tijd om met het verlies bezig te zijn. Het kan emotionele ruimte en steun betekenen. 5. Vertrouwen: de leidinggevende spreekt concreet uit tegen de medewerker(s) dat hij/zij weet dat rouw een normale reactie is op een ingrijpende situatie en dat hij/zij r vertrouwen in heeft dat men hier met elkaar doorheen komt. 6. Balans in bezig zijn met verlies en herstel: aandacht voor balans tussen alleen bezig zijn met rouwen of juist onderduiken in het werk is van wezenlijk belang voor een goed herstel.
Zorg dat het kapitaal van de organisatie (de mens achter de medewerker) geen verliespost wordt! (productiviteitsverlies of ziekteverzuim door chronische stress)
Desiree Helmond, trainen met zorg
7
Bijlage Rouwreacties Rouwreacties zijn reacties van gezonde en evenwichtige mensen op een ernstig verlies. Ze kunnen in alle gradaties voorkomen. Van mild tot zeer heftig, van kort tot langdurig. Er staat geen maat voor de tijd, de een kan na een jaar het leven weer oppakken, de ander heeft daar jaren voor nodig. Ieder mens rouwt op zijn eigen unieke wijze en geen rouwarbeid is dus gelijk. Een ernstig verlies uit zich op meerdere niveaus:
Lichamelijk niveau Lichamelijke verschijnselen en aandoeningen: Hoofdpijn, pijnlijke spieren, vermoeidheid, overmatig transpireren, zweten, gevoelens van uitputting, slaapstoornissen, eetstoornissen, benauwdheid, verhoogde vatbaarheid voor ziekten, maag- en darmstoornissen, seksuele problemen, hartfunctiestoornissen, menstruatiestoornissen, buikpijn, verhoogde bloeddruk, geheugenverlies, depersonalisatie, spanning in schouders/nek/rug.
Emotioneel en cognitief niveau Denken: Concentratie problemen, moeilijkheden om ‘het hoofd erbij te houden’, ‘slachtofferisme’, ongeloof, besluitloosheid, hallucinaties en denkbeeldige ervaringen, zoekgedrag, gedeprimeerde gedachten, intellectualisatie, dromen, vergeetachtigheid. Gedrag: Rusteloosheid, hyperactiviteit, overmatig gebruik van alcohol, drugs, tabak, en medicijnen, slaap- en eetstoornissen, ziekteverzuim, geestelijke afwezigheid, agressief gedrag, huilen, overmoedigheid, gokken, uitstelgedrag, koesteren van materiële dingen, besluiteloosheid, apathie, sociale isolatie, cynisme, pessimisme, zwartgalligheid, hulpeloosheid, machteloosheid, verlies aan interesse, negatieve houding, vermijden van alles wat aan het verlies herinnert, veelvuldig herinneringen oproepen, veelvuldig bezoek aan bijvoorbeeld de begraafplaats. Gevoelens en emoties: Droefheid, wrok, hulpeloosheid, onberedeneerde en beredeneerde angsten, verdoving, ontkenning, schaamte, hopeloosheid, angst om gek te worden, opluchting, woede, lusteloosheid, schuldgevoelens en zelfverwijten, irritatie, angst, gevoelloosheid, teleurstelling, existentiële geraaktheid, eenzaamheid, agressie, emotionele uitputting, rusteloosheid. Afweer: Gevoel van onwerkelijkheid, ongeloof, geschoktheid, apathie, ontkenning, psychische verdoving, instinctmatig en mechanisch handelen, afstandelijkheid, zoekgedrag, dissociatie.
Sociaal niveau Dit in relatie tot gezin, familie, vrienden, collega’s, buurt waar men woont. Niet alleen de rouwende veranderd maar ook de omgeving veranderd. Je kunt dat vergelijken met een steen die in het water wordt gegooid; eerst veroorzaakt de steen een kleine kring die zich echter steeds verder uitbreid en uiteindelijk als een rimpeling wegtrekt.
Desiree Helmond, trainen met zorg
8
Literatuur en websites Ankersmid, Mieke: Verlaat verdriet, bij mensen die als kind een ouder hebben verloren. ISBN: 978-90-9015775-1 Bax, Erik H. (redactie): Verlies en rouw op het werk. Rouwmanagement voor HRM. ISBN: 978-90-8506-174-8 Berg, Marinus van den: De rest is stilte, praten over de dood. Handreiking aan nabestaanden. ISBN: 978-90-257-2503-1 Cozijnsen, Bert en Jacob Wielink: Over de rooie. Emoties bij verlies en verandering op het werk. ISBN: 978-90-13-08938-7 Diepman, Inge en Sylvia de Graaf: Diep. Het eerste jaar na het overlijden van hun vijf weken oude zoontje David. 978-90-6305-276-8 Dullemen, Caroline van: Altijd de sterkste thuis. Opgroeien met een zieke ouder. ISBN: 978-90-5807-161-8 Fiddelaers-Jaspers, Riet en Jacob van Wielink: Aan de slag met verlies. Coachen bij veranderingen op het werk. ISBN: 978-90-259-0153-0 Janssens, Annemie e.a.: Wegwijs in dementie op jonge leeftijd. Een praktische gids voor personen met jongdementie, familie en hulpverleners. ISBN: 978-90-209-7404-1 Jong, Margreet de: Verlies is verandering. ISBN: 978-90-259-5425 Keirse, Manu: Helpen bij verlies en verdriet. ISBN: 978-90-209-5051-7 Keirse, Manu: Vingerafdruk van verdriet. Woorden van bemoediging. ISBN: 978-90-209-3605-0 Kuiper, Karin: Je mag me altijd bellen. 1001 dagen van rouw. ISBN: 978-90-209-7821-6 Mönnink, Herman de: Verlieskunde. Handreiking voor de beroepspraktijk. ISBN: 978-90-352-2993-8 Rij, Petra van: Gisteren was alles nog goed. Het aangrijpende verhaal van de weduwe van zeezeiler Hans Horrevoets. ISBN: 978-90-486-1223-5 Well, Cornelie van: Dat doe je gewoon… Portretten van mantelzorgers ISBN: 978-90-5898-026-X www.verlieskunde.nl www.verliesverwerken.nl www.verliesenrouwophetwerk.nl
Desiree Helmond, trainen met zorg
9