Protocol Rouw en Verdriet
Protocol rouw en verdriet op school Het protocol heb ik gelezen. Er komt duidelijk naar voren dat er gewerkt met behulp van het protocol. Hierin staan verschillende stappen die genomen moeten worden wanneer er iemand van school overlijdt. Er staan ook tips en hulpjes in om lessen erop aan te passen en bij het schrijven van een brief naar de ouders. Wat ik miste in het protocol was een deel waar in wordt gegaan op ongeneeslijk zieke mensen. De stappen die genomen moeten worden komen redelijk overeen met de beschreven stappen bij het overlijden. Ik heb geprobeerd om het protocol ‘rouw en verdriet op school’ aan te vullen voor als er een leerkracht ongeneeslijk ziek is. Hiervoor heb ik de opmaak uit het bestaande protocol aangehouden. Er zal een heleboel overeenkomen, maar ik heb hier en daar wat aangepast. Bij een ongeneeslijke leerkracht: Stap 1: melding en bijeenroepen crisisteam
Het bericht moet worden doorgegeven aan de directeur of diens waarnemer. Degene die het bericht ontvangt, gaat bij de melder na of de directeur op de hoogte is gesteld. Zo niet, dan zal de ontvanger van het bericht dat zelf moeten doen. “Zo spoedig mogelijk” betekent ook: desnoods in het weekend, tijdens de vakantie, tijdens de les of ’s avonds laat.
Stap 2: Duidelijkheid zien te krijgen Met de familie van de ongeneselijk zieke telefonisch contact opnemen om een duidelijk beeld te krijgen over: - Wie is er ziek - Wat heeft hij/zij - Waar bevindt degene zich - Hoelang heeft hij/zij nog te leven - Contactpersonen
-
Bezoekregeling Post
Dergelijke vragen vormen een goede aanleiding om vanuit school snel contact op te nemen met de familie, hoe moeilijk dat ook is. Vraag eerst telefonisch of het gelegen komt.
Stap 3: het informeren van collega’s, leerlingen, ouders en andere betrokkenen 1. Collega’s moeten zo snel mogelijk na ontvangst van het bericht worden geïnformeerd. Het is belangrijk om als team bij elkaar te komen om vragen te stellen, de eigen emoties een plaats te geven om gezamenlijk een plan van aanpak op te stellen. Het team moet steeds op de hoogte gehouden worden van nieuwe informatie. 2. De algemene directie moet geïnformeerd worden en van verdere ontwikkelingen op de hoogte gehouden worden. 3. Besloten moet worden hoe de ouders van de leerlingen van de hele school geïnformeerd worden. Mogelijkheden: per brief, via een ouderavond. 4. Ouders en leerlingen van de getroffen groep worden zo snel mogelijk, na schooltijd, ingelicht over de situatie. Bij de kleutergroepen kan er een keuze worden gemaakt om alleen de ouders in te lichten. De leerlingen krijgen het dan te horen van hun ouders. 5. Wanneer ouders en/of leerlingen van de getroffen groep niet aanwezig zijn, moeten ze zo snel mogelijk persoonlijk worden geïnformeerd. Aandachtspunten •
Eénduidige informatie is erg belangrijk! Als er geen volledige duidelijkheid is wordt de informatie gegeven die aanwezig is. Volgende dagen kunnen nadere informatie opleveren. Die nieuwe informatie wordt op die dag bekend gemaakt. Geruchten en speculaties ('ik heb ook gehoord dat...') scheppen wantrouwen en verwarring.
•
Zie er op toe dat alle mensen die worden geïnformeerd de mogelijkheid hebben tot het stellen van vragen en uiten van emoties.
Stap 4: aangepast lesprogramma Bij een ongeneeslijk zieke leerkracht kan het lesprogramma voor de getroffen groep de eerstkomende week worden aangepast.
Stap 5: het verwerkingsproces Dag 1: Nadat de leerlingen geïnformeerd zijn door hun ouders of de leerkracht geeft de leerkracht zoveel mogelijk nadere informatie in een klassengesprek. Het is belangrijk daar zo open en eerlijk mogelijk op te antwoorden.
Tijdens de eerste dag kan er gewerkt worden met open opdrachten (opstellen, gedichten, lezen en voorlezen). De dagen erna kunnen er verschillende lessen worden gegeven over de dood.
Stap 6: Hulp van buitenaf gewenst Kinderen kunnen naar aanleiding van het 'voorval' min of meer ernstige problemen ondervinden. Signalen die kunnen wijzen op problematiek, zijn onder meer: * * * * * * * * *
plotselinge gedragsveranderingen; absenties; concentratiestoornissen / -problemen; stemmingswisselingen; angstige dromen; toespelingen op suïcide; “wilde verhalen”; zondebokverschijnselen; schuldvragen.
Deze signalen kunnen zelfs pas na langere tijd optreden, ook als de betreffende groep of leerling bij een andere leerkracht zit. Wees alert op het verband met die ingrijpende gebeurtenis. Signalen van min of meer ernstige problemen kunnen óók worden afgegeven door leerkrachten / collega's en ouders. Soms zal hulp van buitenaf wenselijk of nodig zijn. Het crisisteam kan besluiten om hulp in te roepen voor begeleiding bij het verwerkingsproces op school; individuele opvang van leerlingen. Begeleiding bij het verwerkingsproces op school Indien een school behoefte heeft aan begeleiding bij het (verwerkings-) proces kan zij de jeugdverpleegkundige van de GGD bellen. Door gezamenlijk doornemen van dit protocol wordt geprobeerd de hulpvraag te analyseren. Vervolgens zijn er twee mogelijkheden: 1. De school kan zelf verder; 2. De school heeft behoefte aan meer begeleiding. De GGD verwijst de hulpvraag naar andere instellingen, als Riagg, Buro Slachtofferhulp, Schoolbegeleidingsdienst. Individuele opvang van leerlingen Voor de meeste leerlingen zal een externe verwijzing niet nodig zijn. Opvang op school door de groepsleerkracht, intern begeleider of vertrouwenspersoon zal vaak voldoende zijn. De school kan de GGD consulteren over leerlingen die signalen afgeven van ernstige problematiek. In overleg wordt een nadere strategie uitgestippeld.
Stap 7: terugkijken en evalueren Na 2 maanden vanaf het eerste bericht kan er een teamvergadering in gelast worden om terug te kijken op de gebeurtenis en de gang van zaken te evalueren.
Het crisisteam doet er verstandig aan een datum in de agenda's te noteren om ongeveer drie maanden na de gebeurtenis het geheel nog eens door te praten. De opgedane ervaringen kunnen leiden tot nieuwe afspraken over het beleid van de school bij een ongeneeslijk zieke. Contact met de ouders / familie Afgesproken moet worden wie namens de school contact blijft houden met de ouders/ familie. Zo'n contact wordt in de meeste gevallen zeer op prijs gesteld.
Werkvormen: - Voorlezen uit boeken rondom ongeneselijk ziek zijn/de dood. - Het maken van een film/boek/fotoalbum voor de ongeneeslijk zieke - Het schrijven van een afscheidsbrief - Het uiten van emoties via expressievakken - Het schrijven van een gedicht Aanbevolen literatuur: Slosse, N. (2009), Grote boom is ziek, Abimo Uitgeverij, Sint-Niklaas Mutsaers, M. (2007), Het monster van mama, Thoeris, Amsterdam
Tips voor de school -
Leg het protocol neer in de personeelskamer zodat iedereen vrij is om het protocol door te nemen. De leskist “leven… en omgaan met de dood” lenen bij de GGD. Dit is gratis en er kan iets mee gedaan worden wanneer hier behoefte aan is. Het evalueren met alle leerkrachten na een maand na het overlijden. Voorleesboekjes ter beschikking stellen om voor te lezen in de klas. Ook voor andere klassen. De dood in reguliere lessen aan de orde stellen. Juist wanneer dit niet aan de orde van de dag is. Duidelijke afspraken maken over wanneer er wat wordt verteld aan de kinderen. Dit eventueel kortsluiten in een brief voor de leerkrachten.