Routeplanner beschermde natuur binnen de WABOprocedure
Introductie
Waar gaat deze routeplanner over? In deze routeplanner worden de verschillende procedurele stappen beschreven die moeten worden gezet als de natuurtoets op grond van de Flora- en faunawet en de Natuurbeschermingswet 1998 deel uitmaakt van de procedure van het verkrijgen van een omgevingsvergunning. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO) maakt dit mogelijk. Het aanhaken kan enkel plaatsvinden indien er voor de voorgenomen activiteit zowel een omgevingsvergunning als een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet vereist is. Het aanhaken gebeurt door het onderdeel “Handelingen met effecten voor beschermde planten- en diersoorten of beschermde natuurgebieden” aan te vinken bij de aanvraag van een omgevingsvergunning.
Voor wie is deze routeplanner bedoeld? Deze routeplanner is bedoeld voor de aanvrager van een omgevingsvergunning waar een natuurtoets aan de orde is en voor degenen die betrokken zijn bij de behandeling van een aanvraag voor een dergelijke omgevingsvergunning. De routeplanner helpt de aanvragers en behandelaars bij vragen als “Hoe weet ik of een natuurtoets aan de orde is?”, “In welke fase moeten welke ecologische gegevens beschikbaar zijn?” en “Hoe lang duren deze procedurele stappen?”. Deze routeplanner geeft alle stappen vanaf het moment vanaf het allereerste idee tot aan de realisatie ervan en gaat uit van de procedure bij de aanvraag voor een omgevingsvergunning. Bij elke stap is (in kleur) onderscheid gemaakt of het een activiteit is van de initiatiefnemer of van het bevoegd gezag (vergunningverlener). Bij elke stap is in hoofdlijnen beschreven, wie er betrokken is en wat, wanneer en hoe dit moet gebeuren.
02 | Routeplanner beschermde natuur
Waar is deze routeplanner wel en niet voor te gebruiken? Deze routeplanner is bedoeld als hulpmiddel en geeft een indicatie van de te volgen procedure. De aanvraag van een omgevingsvergunning en de inhoud daarvan zijn de verantwoordelijkheid van de aanvrager zelf. Het is voorts de verantwoordelijkheid van het bevoegde gezag voor de verlening van een omgevingsvergunning (meestal de gemeente) om de procedure vorm te geven van de aanvraag en de behandeling van de omgevingsvergunning. Deze routeplanner geeft een beschrijving van de procedure ingeval de natuurtoets onderdeel uitmaakt van een omgevingsvergunning. Deze routeplanner ziet niet op de procedure die geldt als de initiatiefnemer apart een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 of een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet aanvraagt. Dit is het geval als er voor de activiteit geen omgevingsvergunning aangevraagd hoeft te worden. Ook biedt de huidige wetgeving de mogelijkheid om een aparte vergunning of ontheffing aan te vragen, voorafgaand aan de aanvraag van een omgevingsvergunning. Deze routeplanner ziet enkel op de natuurtoets op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 – de bescherming van Natura 2000-gebieden en beschermde natuurmonumenten - en de Flora- en faunawet – de bescherming van aangewezen inheemse dieren en planten. Deze routeplanner gaat niet over beschermingsregimes voor natuur op grond van andere wettelijke kaders, zoals de bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur op grond van de Wet ruimtelijke ordening. Tot slot, deze routeplanner gaat uit van de huidige situatie (najaar 2013), zoals die geldt op grond van de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en faunawet en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Indien dit wettelijke kader wijzigt, bijvoorbeeld bij de inwerkingtreding van de Wet natuurbescherming, dan zal de routeplanner hierop aangepast worden.
Ministerie van Economische Zaken
1 dag tot 1 week
+
Initiatiefnemer wil iets gaan doen
9
Informatie verzamelen
Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling
m
Aanpassing initiatief
Gemeente verstrekt informatie
Ecologisch onderzoek nodig
Ecologisch onderzoek uitvoeren
Enkele weken tot 1 jaar
Aanvraag onvolledig
Aanpassing initiatief Na ontvangst aanvraag zo spoedig mogelijk
m
9 9 9
Aanvraag omgevingsvergunning
Gemeente toetst volledigheid
Aanvraag aparte ontheffing Ffw1 (bij DR2)
Aanvraag volledig
Aanvraag aparte vergunning Nbw3 1998 (vaak bij provincie)
8 tot 14 weken na ontvangst aanvraag
m
VVGB nodig
Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing
Natuurtoets provincie/DR2
Totaal 26 of 32 weken na ontvangst aanvraag
m
Afgifte VVGB Geen VVGB
Zonder voorwaarden natuur
Gemeente verleent vergunning Geen vergunning
Met voorwaarden natuur
Enkele dagen tot jaren
Maatregelen uitvoeren
M
Gemeente controleert
m
Realisatie initiatief Minimaal: 3 maanden Maximaal: 3 jaar Maximaal bij bezwaar en beroep: 5 jaar
Ministerie van Economische Zaken
Flora- en faunawet Dienst Regelingen 3 Natuurbeschermingswet 1998 1
2
Routeplanner beschermde natuur | 03
+
Initiatiefnemer wil iets gaan doen
9
Informatie verzamelen
Initiatiefnemer wil iets gaan doen Een initiatiefnemer is van plan om activiteiten of werkzaamheden te ondernemen die mogelijk schadelijke effecten hebben op krachtens de Flora- en faunawet beschermde planten- en diersoorten of op krachtens de Natuurbeschermingswet 1998 beschermde natuurgebieden. Zodra de initiatiefnemer weet welke activiteiten of werkzaamheden hij wil gaan doen, en waar en hoe deze worden uitgevoerd, start deze routeplanner.
m
Informatie verzamelen
m
Hulpmiddelen
Om er achter te komen of de geplande activiteiten schadelijke effecten kunnen hebben of kunnen hebben voor beschermde planten- en diersoorten of voor beschermde natuurgebieden, moet een initiatiefnemer informatie verzamelen. Een initiatiefnemer heeft informatie nodig over: 1. Welke beschermde planten- en diersoorten voorkomen op of in de buurt van de plek waar de activiteit wordt uitgevoerd of daar hun leefgebied hebben. 2. Welk beschermingsregime van toepassing is op deze soorten. 3. Of die soorten ook schadelijke effecten kunnen ondervinden van de activiteit. 4. Of de plaats waar de activiteit gelegen is in of nabij een Natura 2000-gebied of een beschermd natuurmonument. 5. Welk beschermingsregime van toepassing is op dit gebied. 6. Of de activiteit negatieve gevolgen heeft voor dat gebied.
Er zijn tenminste 6 hulpmiddelen of bronnen bij het verzamelen van informatie: Natura2000 en Rijksoverheid Informatieve sites met veel informatie over Natura 2000gebieden, van de regiegroep natura 2000 en van de Rijksoverheid. DRloket Een informatieve site met veel informatie over de beschermde soorten
Effectenindicator soorten Een hulpmiddel met informatie of activiteiten een schadelijk effect kunnen hebben op beschermde soorten in uw gemeente. Maatregelenindicator soorten Een hulpmiddel met informatie over welke maatregelen genomen kunnen worden om de schadelijke effecten op beschermde soorten te voorkomen. Effectenindicator Natura2000-gebieden Een hulpmiddel met informatie of de activiteiten een schadelijk effect kunnen hebben op de beschermde natuurgebieden (Natura 2000-gebieden).
04 | Routeplanner beschermde natuur
Ministerie van Economische Zaken
Soortendatabase Een hulpmiddel om te weten welk beschermingsregime exact op een soort van toepassing is. Naast deze hulpmiddelen of bronnen kunnen nog andere bronnen worden geraadpleegd.
Gemeente verstrekt informatie
m
Gemeente verstrekt informatie De gemeente kan – na eventueel overleg met het bevoegde gezag - een initiatiefnemer helpen aan informatie die gebruikt kan worden bij de aanvraag van een omgevingsvergunning. Deze informatie kan de gemeente beschikbaar stellen via internet of via een gesprek met de initiatiefnemer. Zo kan de gemeente de initiatiefnemer wijzen op mogelijk schadelijke effecten van bepaalde activiteiten, informatie verstrekken over het voorkomen van beschermde soorten of de doelen van beschermde natuurgebieden en de genoemde hulpmiddelen aanreiken. De gemeente kan daarbij ook aangeven of de activiteit is vrijgesteld van de vergunningsof ontheffingsplicht of dat de activiteit past onder een eerder verleende vergunning of ontheffing.
9
Informatie verzamelen
Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling
Aanpassing initiatief
m
Geen effect verwacht, of werken volgens vrijstelling
Sommige activiteiten zullen vrijwel zeker niet leiden tot schadelijke effecten voor de natuur. Dan hoeft er geen natuurtoets plaats te vinden in het kader van de beoordeling van de aanvraag van een omgevingsvergunning. Wanneer de geplande activiteiten naar verwachting geen schadelijke effecten hebben voor beschermde plant- en diersoorten of voor bescherEcologisch onderzoek nodig mde natuurgebieden, kan de initiatiefnemer een aanvraag voor de omgevingsvergunning indienen zonder dat er ‘handelingen met effecten voor beschermde planten- en diersoorten of beschermde natuurgebieden’ worden ingevuld. In andere gevallen hoeft men bij de vergunningaanvraag ook niet altijd ‘handelingen met effecten voor beschermde planten- en diersoorten of beschermde natuurgebieden’ in te vullen, als er een vrijstelling van de vergunning- of ontheffingplicht geldt op grond van respectievelijk de Natuurbeschermingswet 1998 of de Flora- en faunawet. Dit is voor de Floraen faunawet bijvoorbeeld het geval als de activiteit valt onder de werking van een goedgekeurde gedragscode. Een overzicht van de goedgekeurde gedragscodes vindt u op het DRloket. Ook kan de activiteit zijn vrijgesteld als de activiteit is opgenomen in een beheerplan voor een Natura 2000-gebied of een beschermd natuurmonument en in dat kader is getoetst. Bij de uitvoering van de activiteit dient de initiatiefnemer aantoonbaar te handelen overeenkomstig de voorwaarden van de vrijstelling.
Ministerie van Economische Zaken
Routeplanner beschermde natuur | 05
9
Informatie verzamelen
Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling
9
Aanpassing initiatief
Informatie verzamelen
Geen effect verwacht of werken volgens vrijstelling
Aanpassing initiatief
m
Aanpassing initiatief
m
Ecologisch onderzoek nodig
Wanneer uit de verzamelde informatie blijkt dat schadelijke effecten te verwachten zijn op beschermde plant- en diersoorten of beschermde natuurgebieden, dan is het zaak dat een initiatiefnemer zijn initiatief zodanig aanpast dat er geen sprake meer is van een schadelijk effect, indien dat mogelijk is. De activiteiten kunnen bijvoorbeeld op een ander moment Ecologisch onderzoek nodig of op een andere locatie wel zonder schadelijke effecten worden uitgevoerd. Wanneer er na aanpassing van het initiatief geen schadelijke effecten zijn, kan de initiatiefnemer een aanvraag voor de omgevingsvergunning indienen, zonder dat er handelingen voor beschermde plant- en diersoorten of beschermde natuurgebieden worden ingevuld.
Wanneer uit de verzamelde informatie blijkt dat niet uitgesloten kan worden dat er schadelijke effecten te verwachten zijn op beschermde planten diersoorten of beschermde natuurgebieden, dan is nader ecologisch onderzoek nodig.
Ecologisch onderzoek nodig
Ecologisch onderzoek uitvoeren
Ecologisch onderzoek uitvoeren Dit ecologisch onderzoek betreft maatwerk waarbij de initiatiefnemer informatie (laat) verzamelt(en) over de te verwachten effecten van de specifieke activiteit. Ook het onderzoek naar de mogelijkheid van mitigerende (verzachtende) en/of compenserende (vervangende) maatregelen komt hierin aan bod. Maatwerk is mogelijk op twee (soms opeenvolgende) niveaus. Een oriënterend onderzoek (voor beschermde dier- en plantensoorten meestal quick-scan genoemd, voor beschermde natuurgebieden voortoets genoemd) en een eventueel verdiepend onderzoek. Het oriënterend onderzoek is meestal voldoende om vast te stellen wat de schadelijke effecten van de activiteit op de beschermde planten- en diersoorten zijn en welke maatregelen mogelijk en nodig zijn om die effecten te voorkomen. Afhankelijk van de complexiteit het project of van het vaststellen van de te verwachten effecten, zal een verdiepend ecologisch onderzoek moeten volgen.
Ecologisch onderzoek uitvoeren Aanpassing initiatief
06 | Routeplanner beschermde natuur
Aanpassing initiatief De initiatiefnemer kan besluiten om naar aanleiding van het ecologische onderzoek zijn initiatief zo aan te passen dat er geen sprake meer is van een schadelijk effect, indien dat mogelijk is. De activiteiten kunnen bijvoorbeeld op een ander moment of op een andere locatie wel zonder schadelijke effecten worden uitgevoerd. Wanneer er na aanpassing van het initiatief geen schadelijke effecten zijn, kan de initiatiefnemer een aanvraag voor de omgevingsvergunning indienen, zonder dat er handelingen voor beschermde plant- en diersoorten of beschermde natuurgebieden worden ingevuld.
Ministerie van Economische Zaken
9
Aanvraag omgevingsvergunning
Aanvraag omgevingsvergunning
9
De initiatiefnemer kan een omgevingsvergunning aanvragen, met gebruikmaking van de uitkomsten van het ecologische onderzoek. De aanvraag indienen kan digitaal via het omgevingsloket of analoog via het printen van een aanvraag vanuit het omgevingsloket en het versturen aan het bevoegde gezag.
Aanvraag aparte ontheffing Ffw (bij DR)
Aanvraag aparte ontheffing Flora- en faunawet (bij Dienst Regelingen) De initiatiefnemer kan besluiten om een aparte vergunning op grond van de Flora- en faunawet aan te vragen, voorafgaand aan de aanvraag van een omgevingsvergunning. De verlening van een dergelijke ontheffing is een eigenstandig traject met eigen procedurele stappen. Bevoegd gezag voor het verlenen van een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet is de Minister van EZ, de uitvoerende dienst is Dienst Regelingen (DR). Zie informatie op DRloket.
9
Aanvraag aparte vergunning Nbw 1998 (vaak bij provincie)
Aanvraag aparte vergunning Natuurbeschermingswet 1998 (vaak bij provincie) De initiatiefnemer kan besluiten om een aparte vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 aan te vragen, voorafgaand aan de aanvraag van een omgevingsvergunning. De verlening van een dergelijke vergunning is een eigenstandig traject met eigen procedurele stappen. Bevoegd gezag voor het verlenen van een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 zijn gedeputeerde staten van provincies en in uitzonderingsgevallen de Minister van EZ. Zie informatie op Rijksoverheid.nl en bij de betreffende provincie.
Gemeente toetst volledigheid Aanvraag onvolledig Gemeente toetst volledigheid
m Aanvraag volledig
Ministerie van Economische Zaken
De gemeente toetst de aangevraagde omgevingsvergunning op volledigheid en ontvankelijkheid en stelt de aanvrager zo nodig in de gelegenheid om zijn aanvraag aan te vullen. Indien het onderdeel ‘Handelingen met effecten voor beschermde planten- en diersoorten of beschermde natuurgebieden’ niet is aangevinkt, dan beoordeelt zij of dat terecht is. Wanneer de gemeente vaststelt dat er sprake is van (andere) schadelijke effecten anders dan aangegeven door de initiatiefnemer, dan kan zij om (aanvullend) ecologisch onderzoek vragen. Bijvoorbeeld over de aanwezigheid van beschermde soorten of over details van de lokatie of uitvoerende werkzaamheden om effecten beter te kunnen inschatten. Geeft de initiatiefnemer uiteindelijk onvoldoende informatie, dan neemt de gemeente de aanvraag niet in behandeling. Bij deze toets op volledigheid kan de gemeente advies vragen bij het bevoegd gezag voor de natuurtoets (provincie of het Ministerie van EZ).
Routeplanner beschermde natuur | 07
Gemeente toetst volledigheid
m Aanvraag volledig
Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing
Geen schadelijk effect, vrijstelling of aparte vergunning of ontheffing Bij de behandeling van de omgevingsvergunning is geen natuurtoets aan de orde als er geen schadelijk effect is (zie ook eerdere stappen in deze routeplanner), als er sprake is van een vrijstelling of als er voor de activiteit al een ontheffing op grond van de Flora- en faunawet of een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 is verleend, of een aparte aanvraag daartoe is gedaan (zie aanvraag aparte ontheffing of vergunning). In die gevallen kan de gemeente de omgevingsvergunning verlenen zonder de aanvraag voor te leggen aan het bevoegde gezag voor de natuurtoets voor het verkrijgen van een Verklaring van geen bedenkingen.
m
Gemeente toetst volledigheid
Verklaring van geen bedenkingen (VVGB) nodig Aanvraag volledig VVGB nodig
Indien het onderdeel ‘Handelingen met effecten voor beschermde plantenen diersoorten of beschermde natuurgebieden’ is aangevinkt en de vergunningsaanvraag is volledig, dan legt de gemeente de aanvraag voor aan het bevoegd gezag voor de natuurtoets (provincie of het Ministerie van EZ). Het is aan het bevoegd gezag om de natuurtoets uit te voeren en naar aanleiding daarvan al dan niet een Verklaring van geen bedenkingen (Vvgb) af te geven.
m
Natuurtoets provincie/DR2
Natuurtoets Provincie/Dienst Regelingen Afgifte VVGB Geen VVGB
Zonder voorwaarden natuur
Met voorwaarden natuur
De provincie of de Minister van EZ toetsen de aanvraag voor een omgevingsvergunning aan de toepasselijke bepalingen van de Natuurbeschermingswet 1998 of de Flora- en faunawet. Voor de behandeling van een omgevingsvergunning waarbij een Verklaring van geen bedenkingen aan de orde is, past het bevoegde gezag de uitgebreide voorbereidingsprocedure toe. Dit betekent dat belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om zienswijzen in te dienen. De uitkomst van deze natuurtoets is dat de provincie of de Minister van EZ: 1. een Verklaring van geen bedenkingen aan de gemeente afgeeft, waarin veelal voorwaarden voor natuur staan opgetekend, of 2. een Verklaring van geen bedenkingen weigert af te geven, waarna de gemeente de aanvraag voor een omgevingsvergunning moet afwijzen.
Gemeente verleent vergunning Geen vergunning
Gemeente verleent vergunning De gemeente neemt de voorwaarden uit de Verklaring van geen Bedenkingen (Vvgb) op in de omgevingsvergunning. Deze voorwaarden kunnen
08 | Routeplanner beschermde natuur
Ministerie van Economische Zaken
onder andere bestaan uit het nemen van maatregelen om de schadelijke effecten te voorkomen of te compenseren. De gemeente stemt de verschillende voorwaarden in de omgevingsvergunning op elkaar af. Als een Verklaring van geen bedenkingen wordt geweigerd, dan moet de gemeente de aanvraag voor een omgevingsvergunning afwijzen.
Maatregelen uitvoeren Maatregelen uitvoeren De initiatiefnemer is gehouden om de voorwaarden uit de omgevingsvergunning uit te voeren. Voor voorwaarden die voortvloeien uit de natuurtoets geldt dat deze vaak moeten zijn uitgevoerd voordat de initiatiefnemer de activiteit kan uitvoeren waarvoor de omgevingsvergunning is verleend. Denk hier bijvoorbeeld aan het aanleggen van nieuw leefgebied. Het nieuwe leefgebied moet meestal geschikt zijn voordat het oude leefgebied wordt aangetast door de activiteiten van de initiatiefnemer.
Realisatie initiatief Realisatie initiatief
M
De initiatiefnemer kan nu zijn geplande activiteiten uitvoeren conform de voorwaarden uit de omgevingsvergunning. Bij onverwachte ontwikkelingen waardoor er moet worden afgeweken van de voorwaarden, dient initiatiefnemer contact op te nemen met de gemeente.
Gemeente controleert
m Gemeente controleert De gemeente controleert of de maatregelen en de activiteiten conform de voorwaarden uit de afgegeven omgevingsvergunning worden uitgevoerd of zijn uitgevoerd. Bij overtreding van die voorwaarden dient de gemeente handhavend op te treden. Zo kan de gemeente de activiteiten stil leggen tot dat de initiatiefnemer voldoet aan de voorwaarden.
Ministerie van Economische Zaken
Routeplanner beschermde natuur | 09
Blok 1: 1 dag tot een week (indicatie) 1 dag tot 1 week
Het verzamelen van informatie nodig voor het indienen van een omgevingsvergunning kan 1 tot een aantal dagen in beslag nemen, zo is de inschatting. Veel van de benodigde informatie is te vinden op internet (zie ook DR loket, OLO-loket of bij het loket van de betreffende gemeente of provincie.
Blok 2: Enkele weken tot 1 jaar (indicatie) Enkele weken tot 1 jaar
Na ontvangst aanvraag zo spoedig mogelijk
Het ecologisch onderzoek is specifiek gericht op de activiteiten van de initiatiefnemer, de locatie van de activiteiten en de aanwezigheid van beschermde soorten of natuurgebieden ter plekke. Soms zijn meerdere veldbezoeken door een deskundige over een langere periode nodig om vast te stellen of een beschermde soort wel of niet aanwezig is. De duur van het onderzoek kan daarom uiteenlopen van enkele dagen tot een jaar en is afhankelijk van het tijdstip waarop geschikte veldinventarisaties kunnen plaatsvinden. In een aantal gevallen is de onderzoeksmethode in een protocol vastgelegd. Deze tijdspanne is een inschatting, daar zij sterk afhankelijk is van de lokale situatie.
Blok 3: Na ontvangst aanvraag zo spoedig mogelijk De initiatiefnemer vult een aanvraagformulier voor een omgevingsvergunning in en voegt de benodigde bescheiden toe, zoals de rapportage van het ecologisch onderzoek. Waarna de gemeente zo spoedig mogelijk de volledigheid toetst.
Blok 4: 8 tot 14 weken na ontvangst aanvraag 8 tot 14 weken na ontvangst aanvraag
Voor de behandeling van de aanvraag van een omgevingsvergunning waar geen natuurtoets aan de orde is, geldt doorgaans een wettelijke termijn van 8 weken, eenmalig te verlengen met 6 weken. De behandeltijd wordt opgeschort als de initiatiefnemer aanvullende informatie moet geven over zijn aanvraag. Deze termijn start na ontvangst van de aanvraag.
Blok 5: Totaal 26 of 32 weken na ontvangst aanvraag Totaal 26 of 32 weken na ontvangst aanvraag
Voor de behandeling van de aanvraag van een omgevingsvergunning waar wel een natuurtoets aan de orde is en er dus een Verklaring van geen bedenkingen afgegeven dient te worden, geldt een totaal termijn van 26 weken, eenmalig te verlengen met 6 weken. De termijn van 8 tot 14 weken, zoals in de tijdbalk hierboven getoond, is dan niet van toepassing. De behandeltijd wordt opgeschort als de initiatiefnemer in de gelegenheid wordt gesteld om aanvullende informatie te geven omdat zijn aanvraag onvolledig is.
Blok 6: Enkele dagen tot jaren (indicatie) Enkele dagen tot jaren
10 | Routeplanner beschermde natuur
De voorwaarden in de omgevingsvergunning ten aanzien van natuur kunnen per vergunning verschillen. Indien de voorwaarden ten aanzien van natuur vereisen dat de initiatiefnemer maatregelen uitvoert, dan hangt het van de voorgeschreven maatregel af hoeveel tijd met de uitvoering van de maatregel is gemoeid. Dit kan variëren van enkele dagen tot langere periodes. Daarbij is het voor de voortgang van de activiteit van belang of de maatregelen uitgevoerd moeten zijn voordat met de activiteit wordt aangevangen.
Ministerie van Economische Zaken
Dit is een uitgave van Ministerie van Economische Zaken Dienst Landelijk Gebied Foto omslag Johan Wieland Ontwerp Taco Zwaanswijk (interactive affairs bv)
versie 1.0 oktober 2013