-1-
De restauratiepremie voor beschermde monumenten Versie 10-07-2010 Inhoudstafel 1. inleiding 2. de huidige premieregeling 3. wat zijn restauratiewerkzaamheden 4. Samenstelling van het restauratiedossier 5. de restauratiepremie 6. Hoeveel bedraagt de premie 7. de procedure voor de privésector 8. de procedure voor de openbare sector 9. de uitvoering der werken nuttige adressen
1. INLEIDING De Vlaamse Overheid voorziet al méér dan 20 jaar een financiële ondersteuning voor het uitvoeren van onderhouds- en restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten. Het Vlaams Gewest kiest hierbij resoluut voor een verdere heroriëntatie in de richting van preventie en onderhoud, dat in grote mate gestimuleerd wordt door de onderhoudspremie. Regelmatig onderhoud moet de regel worden, restauratie de uitzondering. Dit zal niet alleen de authenticiteit van het onroerend erfgoed ten goede komen, maar ook leiden tot een belangrijke vermindering van het aantal grootschalige restauraties. Toch blijft in bepaalde gevallen een meer ingrijpende aanpak onvermijdelijk. De restauratie van een monument kan in deze optiek gezien worden als een laatste redmiddel, wanneer minder zware middelen of onderhoudswerkzaamheden ontoereikend blijken. Om eigenaars of erfpachters financieel te ondersteunen tijdens een éénmalige of gefaseerde restauratiecampagne voorziet de Vlaamse Overheid in een restauratiepremie. De regeling die vandaag van kracht is, is er op gericht om op een efficiënte en effectieve wijze een kwaliteitsvolle en duurzame instandhouding te verzekeren van het Vlaamse onroerende erfgoed. Op die manier werkt de Vlaamse Overheid, samen met de eigenaars en erfpachters van beschermde monumenten, aan een nieuwe toekomst voor deze getuigen van ons rijke verleden. Moet er toch gerestaureerd worden, dan is kwaliteit daarbij van het allerhoogste belang. Werk dat perfect en volgens de regels van de kunst uitgevoerd wordt, houdt immers langer stand. Ruim tien jaar geleden dreigden diverse restauratieambachten, met hun specifieke kennis en technieken, verloren te gaan. Met deze regeling neemt de overheid meteen ook de nodige maatregelen om de overdracht van vakmanschap, materialenkennis en traditionele technieken te bevorderen en hun instandhouding te verzekeren.
2. DE HUIDIGE PREMIEREGELING Op 14 december 2001 werd het besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het premiestelsel voor restauratiewerkzaamheden aan beschermde monumenten goedgekeurd. Dit besluit introduceerde een aantal instrumenten en
www.callebaut-architecten.be
-2-
concepten, waardoor de afgelopen jaren onmiskenbaar accenten konden worden gelegd in de monumentenzorg in Vlaanderen. -
-
-
-
Zo werden de begrippen ‘open monument’ en 'open-monumentenvereniging' geïntroduceerd, met de bedoeling bepaalde gerestaureerde monumenten beter te ontsluiten door ze toegankelijker te maken, er een goed onthaal in te voorzien en er een publiekswerking op te zetten; een premie kan worden verkregen voor promotionele projecten. Dit houdt in dat een beperkte financiële steun (10%) mogelijk is voor initiatieven die op commerciële basis een monument restaureren (industriële complexen of voormalige kloosters bijvoorbeeld in functie van verkoop achteraf). Hierdoor kunnen monumenten die hun oorspronkelijke bestemming verloren hebben, er gemakkelijker een nieuwe krijgen; duurzame ontwikkeling wordt nagestreefd, door voortaan ook financiële steun te verlenen voor werkzaamheden die het monument beter toegankelijk maken met het oog op onderhoud; integrale kwaliteitszorg is het streefdoel: er worden middelen verleend om voorafgaand onderzoek uit te voeren. De selectie van ontwerpers en uitvoerders moet een vakkundige uitvoering garanderen.
3. WAT ZIJN RESTAURATIEWERKZAAMHEDEN? Volgens het restauratiepremiebesluit zijn restauratiewerkzaamheden: a) werkzaamheden in onroerende staat voor het behoud, de instandhouding of het herstel van een beschermd monument of van een gedeelte daarvan, met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken, die nodig zijn omwille van zijn artistieke, wetenschappelijke, historische, volkskundige, industrieel-archeologische of andere sociaal-culturele waarde; b) werkzaamheden en diensten, vereist voor de voorbereiding en uitvoering van de in litera a vermelde werkzaamheden of vereist voor het onderzoek, de documentatie, de ontsluiting, de toegankelijkheid, de bereikbaarheid, de herbestemming of de valorisatie van een beschermd monument, met inbegrip van de cultuurgoederen die er integrerend deel van uitmaken. Deze werkzaamheden worden gedetailleerd opgesomd. De restauratiewerkzaamheden die in aanmerking komen voor een premie, moeten betrekking hebben op: 1° de beveiliging en de stabiliteit van het monument, onder meer door onderstuttingen, afschermingen, schoringen, verstevigingen, consolideringen, onderkappingen; 2° de beveiliging tegen brand, vandalisme en diefstal; 3° de beveiliging van het monument tegen ongunstige weersomstandigheden en natuurrampen, door daken te dichten, muuropeningen te sluiten, voorzieningen voor afwatering, goten en aflopen aan te brengen en te herstellen, te beveiligen tegen insijpelingen, opstijgend grondwater te bestrijden, te beveiligen tegen blikseminslag en stormschade; 4° de toegankelijkheid en bereikbaarheid van het monument met het oog op zijn instandhouding en onderhoud. Daartoe horen het plaatsen van ladders, trappen, leuningen, loopbruggen, noodverlichting en stopcontacten, ladder- en klimhaken (om alle dakvlakken en torenspitsen volledig bereikbaar te maken), handgrepen of richels op gevaarlijke of hoge plaatsen, afschroefbare roosters, bevloering op zolderverdiepingen. Ook zijn dat werkzaamheden die hooggelegen goten beloopbaar en bereikbaar maken, zoals het plaatsen of het vastzetten van dakluiken of het herstellen van steigergaten;
www.callebaut-architecten.be
-3-
5° de behandeling van waardevolle elementen van het monument onder meer door verharding, houtworm- en zwambestrijding; 6° het herstel van nog aanwezige waardevolle elementen van het monument; 7° de vervanging van nog aanwezige elementen van het monument die niet meer hersteld kunnen worden; 8° het opnieuw aanbrengen van ontbrekende waardevolle elementen, voor zover voldoende materiële gegevens of iconografisch materiaal aanwezig zijn die een wetenschappelijk verantwoorde reconstructie mogelijk maken en voor zover de reconstructie vereist is om een storende lacune aan te vullen; 9° het verwijderen van storende elementen, het wegwerken van onoordeelkundig uitgevoerde ingrepen, het wegwerken of aan het zicht onttrekken van misplaatste toevoegsels; 10° de eerste afwerking die deel uitmaakt van de restauratiewerkzaamheden; 11° visuele, grafische of digitale registratie van de restauratiewerkzaamheden en vondsten door middel van foto-opnamen, video-opnamen, opmetingen en dergelijke. Bij de restauratiepremie voor lokale en regionale besturen en bij de bijzondere premie voor open-monumentenverenigingen, kunnen nog werkzaamheden in aanmerking genomen worden die: 1° een publiek toegankelijk monument beveiligen tegen intens gebruik, onder meer door het verstevigen van bestaande vloerplaten, bijkomende stabiliteitswerken en het aanbrengen van isolatie die condensatie moet voorkomen. Het betreft in principe geen dubbel glas of standaard isolatie. Het gaat in feite om het beveiligen van waardevolle interieurelementen tegen beschadiging door condensatie. Plaatsen van een buitenbeglazing ter voorkoming van condens op een glas-in-lood-raam kan hier onder vallen. 2° het monument toegankelijk maken voor personen met een handicap. Enkel de bouwkundige ingrepen op het historische materiaal die nodig zijn om de lift te kunnen plaatsen zullen subsidieerbaar geacht worden, maar de installatie van de lift zelf of het maken van de liftschacht niet. Ook bij hellingen en dergelijke worden enkel de toelaatbare ingrepen op het historische materiaal subsidieerbaar geacht. 3° de technische infrastructuur betreffen die noodzakelijk is voor het behoud en de valorisatie van het monument, zoals voor de verwarming, de klimaatregeling of de verlichting en het aanbrengen of vervangen van leidingen. Dit houdt in dat zulke technische infrastructuur enkel subsidieerbaar zal zijn als er specifieke interieurelementen of –afwerkingen aanwezig zijn die zonder deze infrastructuur niet behouden kunnen blijven of schade ondervinden. De volledige verwarming (dus ook de toestellen of vloerverwarming) in een kerkgebouw of (een welbepaalde ruimte binnen) een monument indien hier waardevol kunstbezit aanwezig is waarvoor een dergelijke verwarming noodzakelijk is, is betoelaagbaar. Maar indien dit niet aanwezig is zijn noch de leidingen noch de toestellen subsidieerbaar. De voorwaarden gelden ook voor andere infrastructuur waardoor bv. elektriciteitswerken (zowel bekabeling als toestellen) slechts zelden subsidieerbaar zullen zijn.
4. SAMENSTELLING VAN HET RESTAURATIEDOSSIER Hoe vollediger het restauratiedossier is dat u indient, hoe sneller uw dossier goedgekeurd kan worden. Met een goede voorbereiding geeft u daarvoor dus al een goede aanzet. Het besluit bepaalt welke elementen een restauratiedossier moet bevatten. Een dossier bestaat uit :
www.callebaut-architecten.be
-4-
De bouwhistorische nota De bouwhistorische nota moet gebaseerd zijn op geschreven en/of iconografische bronnen, of op archeologische bevindingen of sporen die nog in het monument te vinden zijn. Bedoeling is dat zo een duidelijke schets ontstaat van de ontwikkeling van het monument vanaf zijn ontstaan tot de huidige toestand. Deze nota wordt geïllustreerd met iconografisch materiaal en foto's die een duidelijk totaalbeeld geven van de bouwhistorische of bouwfysische kenmerken van het monument op het ogenblik dat de premie wordt aangevraagd. De opmetingsplannen en inventaris De opmetingsplannen geven de bestaande toestand weer van de te restaureren delen van het monument. Een situerings- en een oriëntatieplan, een plattegrond per bouwlaag, een beschrijving van gevels en bedakingen, langs- en dwarsdoorsneden en eventueel details van de constructie van het historisch interieur horen hierbij. Het materiaalgebruik, de toegepaste technieken, mogelijke verzakkingen, barsten, scheuren of leemten worden aangegeven. Foto's of fotogrammetrische opmetingen worden bijgevoegd om ingewikkelde profielen, siermotieven en beeldhouwwerk te illustreren. Ook wordt een inventaris opgemaakt van de interieurelementen die behouden en/of hergebruikt moeten worden: deuren, vensters, luiken met hang- en sluitwerk, stucwerkversiering, schilderingen, tegels, zolderingen, trappen, schoorsteenmantels, vloeren, muurbekledingen en roerende voorwerpen zoals werktuigen, instrumenten, meubilair, luchters, beelden, schilderijen, spiegels, lambriseringen, parket en andere cultuurgoederen, zoals de bijhorende uitrusting en decoratieve elementen die integrerend deel uitmaken van het monument. De diagnosenota De diagnosenota moet inzicht verschaffen in de technische en de fysische problemen van het monument. Er wordt een interpretatie gegeven van de gebreken inzake de aard en de toestand van funderingen, stabiliteit, constructie, metselwerk, parement, voegwerk, gevelafwerking, dakbedekking, draagstructuur, vloeren, ankers, schrijnwerk, hang- en sluitwerk, houtrot- en schimmelaantasting, vochtplekken, afvoer en riolering, gewelven, bepleistering, stucwerk, decoratie, beglazing, elektrische uitrusting, verwarmingsinstallatie, sanitair en waterleiding. Deze nota vormt een scharnierfase in het dossier, waarbij al deze vaststellingen omgezet worden in een restauratieprogramma. Het bestemmingsplan Hierin wordt de toekomstige (her)bestemming van het monument beschreven. Dit bestemmingsplan streeft naar een zo groot mogelijk respect voor de culturele en de typologische waarden en maak een eindbalans op van de min- en meerwaarden die een nieuwe bestemming of een voortzetting of aanpassing van de bestaande bestemming meebrengen. Daarin spelen zowel de draagkracht van het monument als de financiële gevolgen een belangrijke rol. Werd er een premie toegekend voor een onderzoek naar een bestemming of herbestemming, dan dient het herbestemmingsplan gebaseerd te worden op de resultaten daarvan.
www.callebaut-architecten.be
-5-
De verantwoordingsnota In de verantwoordingsnota wordt aangegeven waarom, hoe en in welke mate er gerestaureerd wordt. Het verband tussen de gegevens over het monument, zijn toekomstige bestemming en de ingreep dient verduidelijkt te worden. Verwoord en verantwoord de restauratieoptie voor het geheel én per ingreep waarvoor een premie wordt aangevraagd. Beschrijf de betekeniswaarde van de voorgestelde werken en schets het toekomstige uitzicht van het monument, vertrekkend van het verleden. Geef een verantwoording voor een mogelijke fasering, waarbij u rekening houdt met de budgettaire haalbaarheid, de uitvoeringstermijn en dringende instandhoudingwerken. Hierbij primeert de bewaringstoestand van het monument. Het herstel van daken en waterafvoer, zwam- en houtwormbestrijding die verder verval voorkomen, hebben steeds voorrang. Houd er rekening mee dat kleine mankementen verholpen kunnen worden met een onderhoudspremie. De verantwoordingsnota is gebaseerd op de resultaten van het vooronderzoek. Het restauratiedossier In het eigenlijke restauratiedossier beschrijft u de restauratiewerkzaamheden en/of diensten die uitgevoerd moeten worden. Het bevat: - de algemene administratieve en contractuele bepalingen; - de restauratieplannen met aanduiding (inkleuring, arcering) van de uit te voeren ingrepen, wijzigingen in het materiaal, in het gebruik of in de functie, en van eventuele reconstructies; - de bestekken met een beschrijving per post van de restauratiewerkzaamheden en -technieken; - een vermelding van de ingrepen waarvoor de uitvoerder vooraf bewijsstukken, referenties, modellen en monsters ter goedkeuring moet voorleggen; - een meetstaat met de uit te voeren hoeveelheden, opgesteld per post; - een raming per post met hoeveelheden, eenheidsprijzen en het totaalbedrag per post. Elke post wordt desgevallend opgesplitst in kosten die als restauratief, gedeeltelijk restauratief (percentage vermelden) en niet-restauratief in aanmerking komen.
5. DE RESTAURATIEPREMIE Wie kan een restauratiepremie aanvragen? Bent u opdrachtgever van de restauratie van een monument en draagt u er de kosten van – als eigenaar of als erfpachthouder - dan kunt u een restauratiepremie aanvragen. Het statuut van de aanvrager is echter doorslaggevend. WIE HOORT BIJ DE PRIVÉ-SECTOR? Bent u privé-eigenaar van een monument, initiatiefnemer van een promotioneel restauratieproject of een open-monumentenvereniging? Of bent u een private universiteit, een Vlaamse autonome hogeschool, een Gemeenschapsschool of een gesubsidieerde vrije school? Dan mag u de hieronder beschreven procedure hanteren om een restauratiepremie aan te vragen! WIE HOORT BIJ DE OPENBARE SECTOR? De Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten en de openbare instellingen die onder hun toezicht staan, kunnen geen restauratiepremie genieten.
www.callebaut-architecten.be
-6-
Regionale en lokale besturen komen wel in aanmerking, net als sociale woonorganisaties. Ook voor gemeentelijke en provinciale onderwijsgebouwen die als monument beschermd zijn, kan een restauratiepremie worden aangevraagd. Onder regionale besturen wordt verstaan: provincies, autonome provinciebedrijven, bisschoppelijke seminaries, kathedrale kerkfabrieken. Onder lokale besturen wordt verstaan: gemeenten, verenigingen van gemeenten, autonome gemeentebedrijven en gemeentelijke havenbedrijven, OCMW’s, zuivere en gemengde intercommunales, polders, wateringen, verenigingen van polders en wateringen, de sociale woonorganisaties, kerkfabrieken en elke andere rechtspersoon die voor de uitoefening van een openbare eredienst of voor verenigingen van vrijzinnigen goederen beheert, alsook de besturen die bij of krachtens de wet als lokale besturen worden aangewezen (bvb universiteiten).
Ruimte en Erfgoed te Brussel berekent de premie op basis van een kostenraming, verhoogd met 10 % voor algemene kosten. Onder deze laatste vallen: het honorarium van de ontwerper, de kosten voor een veiligheidscoördinator, de kosten om het dossier, de plannen en de bestekken op te maken en te verspreiden, en om de aanbesteding te organiseren. Prijsverhogingen die het gevolg zijn van de stijging van lonen en materialen, komen niet in aanmerking voor de premie. Indien u geen btw-recuperant bent, zal de kostenraming ook verhoogd worden met het toepasselijke btw-percentage. Voor restauratiewerken die u in eigen beheer uitvoert of met een gespecialiseerd opleidingscentrum, wordt de premie enkel berekend op de kostprijs voor het leveren van de materialen en het huren van toestellen, voor een bedrag van maximum 55.000 euro. Het minimumbedrag voor de restauratiepremie is 2.500 euro. Voor kleinere ingrepen kunnen fiscale tegemoetkomingen of een onderhoudspremie worden toegekend.
De Vlaamse overheid stimuleert u om de restauratie zo kwaliteitsvol mogelijk te laten verlopen met het oog op een duurzaam resultaat. Daartoe voorziet zij een tegemoetkoming voor werkzaamheden die de kwaliteit bevorderen. Voor kwaliteit is immers vakmanschap vereist. Toch dient er in het kader van het preventieve beschermingsbeleid van de Vlaamse overheid ook aandacht besteed te worden aan het onderhoud en de eventuele cumulatie van een onderhouds- en restauratiepremie. Een premie voor kwaliteitsbevordering De Vlaamse overheid wil het vooronderzoek bij restauraties stimuleren. Een goed onderbouwd dossier kan immers de kans op verrassingen tijdens de werken beperken. Tijdens het samenstellen van een restauratiedossier, - waarbij de architect steeds voorziet in een grondig en goed gedocumenteerd/geïllustreerd vooronderzoek -, kan blijken dat één of meer specifieke onderzoeken noodzakelijk zijn om verkeerde behandelingen te voorkomen en om de eigenheid van het monument te vrijwaren. Daarom kan de minister een restauratiepremie van 80% toekennen voor werkzaamheden en diensten die betrekking hebben op onderzoek, dat noodzakelijk is voor een globale en kwaliteitsvolle restauratie van een beschermd monument. Werken die evenwel deel uitmaken van de normale architecten- of ontwerpopdracht
www.callebaut-architecten.be
-7-
komen niet in aanmerking. Zij worden betoelaagd via de forfaitaire verhoging van de toegekende restauratiepremie van 10%, als tussenkomst in de algemene kosten. Onderzoek waarvoor een restauratiepremie mogelijk is: - algemeen historisch-archivalisch bronnenonderzoek; - bouwhistorisch, materiaaltechnisch en/of archeologisch onderzoek ter plaatse. Dit kan onder meer bestaan uit : - een fotografische opname van het monument (exterieur en interieur) met als doel er een volledig beeld van te geven; - een verslag met praktische voorstellen voor de restauratieopties: conservatierestauratievoorstellen op basis van het onderzoek en eventueel noodzakelijk aanvullend onderzoek naar aanwezig kunstbezit zoals glas-in-loodramen, muurschilderingen, archeologische opgravingen, diepgaander materiaaltechnische analyses etc.; - de begeleiding tijdens de uitvoering van de restauratie uit bouwhistorisch standpunt, zoals werfvergaderingen bijwonen, advies geven, verslag uitbrengen van aangetroffen bouwsporen en een evaluatie ervan, of de nota bijsturen van het bouwhistorisch onderzoek op basis van vondsten; - bouwtechnisch onderzoek naar de stabiliteit van het monument, met name van de funderingen en van de bodem waarop het staat, met het oog op zijn instandhouding of het verzekeren van zijn draagkracht in geval van herbestemming of het intensifiëren van de bestaande bestemming; - het situeren van de resultaten van het onderzoek ten opzichte van vergelijkingsmateriaal; - omgevingsonderzoek: een historische tuinaanleg of een historischstedenbouwkundige analyse; - een bestemmings- of herbestemmingsonderzoek. Bescherming van het vakmanschap De Vlaamse overheid waakt over het vakmanschap. Het blijft belangrijk dat de overlevering van oude restauratietechnieken, gedegen vakmanschap en –kennis evenals van de authentieke materialenkennis gestimuleerd wordt. Om die reden moet in uw overeenkomst met de uitvoerder van de restauratiewerkzaamheden, uitdrukkelijk worden bepaald dat hij minstens 50 % van de restauratiewerkzaamheden met eigen personeel zal uitvoeren. Dit dient uitdrukkelijk in de administratieve bepalingen van het bestek te worden opgenomen. Anders wordt de premie niet toegekend aan de opdrachtgever. Daar kan slechts van afgeweken worden als bewezen wordt dat de aard van de restauratiewerkzaamheden of de coördinatie dat vereist. Voor de gespecialiseerde restauratiewerkzaamheden (zoals werkzaamheden aan orgels, schilderijen, glasramen,…) dienen in geval van onderaanneming per specialiteit drie onderaannemers opgegeven worden, waarbij gegarandeerd wordt dat met één van deze onderaannemers gewerkt zal worden. Uiteraard zullen deze onderaannemers aan dezelfde strenge selectiecriteria onderworpen zijn als de hoofdaannemers. In de overeenkomst tussen de uitvoerder en de premienemer moet uitdrukkelijk bepaald worden dat : - een register van de onderaannemer(s) wordt bijgehouden door de uitvoerder van de werkzaamheden. - de uitvoerder die in strijd met de bepalingen van de overeenkomst meer dan de helft van de restauratiewerkzaamheden, waarvoor de restauratiepremie is toegekend, door onderaannemers laat uitvoeren, afziet van de betaling van één derde van het bedrag dat deze helft overtreft. Restauratie- en onderhoudspremie : een mogelijke combinatie
www.callebaut-architecten.be
-8-
Onderhoud is essentieel, restauratie is optioneel. Toch sluit het een het ander niet uit. Een restauratiepremie kan dan ook gecombineerd worden met een onderhoudspremie, zolang de beide premies geen betrekking hebben op dezelfde werken. De eigenaar kan altijd de kosten van het eigen aandeel indienen voor fiscale aftrek. Meer informatie hierover vindt u onder meer in de brochures onderhoudspremie en fiscale aftrek
6. HOEVEEL BEDRAAGT DE PREMIE ? IN DE PRIVÉ-SECTOR De gewone premie Is de premienemer een natuurlijk persoon, een privaatrechtelijke rechtspersoon of een autonoom provincie- of gemeentebedrijf met rechtspersoonlijkheid, dan bedraagt de premie 40 % van de kostenraming, verdeeld als volgt: Vlaams Gewest Provincie Gemeente 25 % 7,5 % 7,5 % In volgende gevallen wordt een verhoogde premie toegekend van 80 %: - maalvaardige molens of restauratiewerkzaamheden die de molen maalvaardig maken én waarbij de molen opengesteld wordt voor het publiek; - monumenten zonder economisch nut, of ZEN-monumenten, die niet van aard zijn om verhuurd te worden én die zichtbaar zijn van op de openbare weg of permanent toegankelijk zijn voor het publiek. De toegankelijkheid moet dan minstens 50 dagen per jaar, gedurende 10 jaar, verzekerd zijn. De erkenning van de toegankelijkheid krijgt u van de minister bevoegd voor Onroerend Erfgoed. De bijdragen zijn dan als volgt verdeeld: Vlaams Gewest Provincie Gemeente 50 % 15 % 15 % WAT ZIJN
ZEN-MONUMENTEN?
Mits ze aanvaard zijn door Ruimte en Erfgoed, kunnen als ZENmonumenten worden beschouwd : bakhuizen, balies, balustrades, beelden, bomen die een historische eenheid vormen met een van de vermelde bouwkundige elementen, bruggen, calvaries, elektriciteitscabines en -palen, fetisjbomen, fonteinen, gedenkplaten, gerechtsbomen, graftekens en -stenen, grensbomen, grenspalen, hekken, heldenhuldezerkjes, herkenningstekens van merkwaardige gebeurtenissen uit het verleden, ijskelders, installaties met industrieelarcheologische waarde, kiosken, klokkenspelen, kunstmatige grotten, lantaarnpalen, luifels, mijlpalen, molenrompen, moordkruisen, openbare kapellen, perrons, pompen, poorten, priëlen, puien, putten, ruïnes, schandpalen, standbeelden, straatmeubilair, strandcabines, trein-, tram- en bushokjes, tuinmeubilair, tuinornamentiek, uithangborden, urinoirs, uurwerken, veldkapellen, vloeren, vrijheidsbomen, waterkunstwerkjes, wegwijzers, windvanen, winkelpuien en zonnewijzers.
www.callebaut-architecten.be
-9-
De bijzondere premie voor open-monumentenverenigingen Bijzondere premies kunnen worden toegekend aan verenigingen die open monumenten op een kwaliteitsvolle, publieksgerichte manier willen ontsluiten. Die verenigingen moeten dan wel de instandhouding, het beheer en de ontsluiting van dergelijke monumenten als hoofddoel hebben. Indien men als openmonumentenvereniging erkend wil worden, dient men zijn statuten en het beleidsplan en de motivatienota m.b.t. het open monument voor te leggen aan de Vlaamse Regering (via Ruimte en Erfgoed) waar een werkgroep zich over de erkenning buigt. Een 'open-monumentenvereniging' kan een restauratiepremie van 80 % krijgen: Vlaams Gewest Provincie Gemeente 50 % 15 % 15 % Voorwaarden De open-monumentenvereniging, opgericht als een vereniging zonder winstoogmerk of als instelling van openbaar nut overeenkomstig de wet van 27 juni 1921, moet aan een hele reeks voorwaarden beantwoorden om van de bijzondere premie te genieten: 1. zij moet gevestigd zijn in het Vlaams Gewest of in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest; 2. haar raad van bestuur telt minstens zeven leden; 3. wanneer zij erfpachter is, mogen van de raad van bestuur slechts twee natuurlijke personen deel uitmaken, die eigenaar of echtgenoot van of verwant zijn met de eigenaar tot in de tweede graad, of slechts twee vertegenwoordigers van de privaatrechtelijke rechtspersoon die eigenaar zijn of houder van andere zakelijke rechten dan erfpacht 4. op de zetel moeten de gegevens over de werking, de leden en het financieel beheer steeds voorhanden zijn; 5. bij haar ontbinding moet zij de eigendom van het goed kosteloos overdragen aan een gemeente, een provincie, het Vlaamse Gewest, een andere openmonumentenvereniging of Erfgoed Vlaanderen; 6. als zij huurgelden ontvangt, moet zij die integraal besteden aan de instandhouding, de valorisatie, de toegankelijkheid en de ontsluiting van het open monument zelf of eventueel van andere open monumenten waarvan zij eigenaar of erfpachter is. Wordt dat geld besteed aan andere open monumenten waarvan de open-monumentenvereniging erfpachter is, dan moet die bestemming worden goedgekeurd bij het besluit waarin de restauratiepremie wordt toegekend; 7. is er een erfpachtovereenkomst tussen de eigenaar en de openmonumentenvereniging, dan moet die geregistreerd worden. In deze geregistreerd overeenkomst moet uitdrukkelijk vermeld worden dat de eigenaar akkoord gaat met voorwaarde 5, met de terugbetaling van de helft van de premie als de open-monumentenvereniging ophoudt te bestaan binnen een termijn van tien jaar na de voorlopige oplevering van de restauratiewerkzaamheden (dit laatste geldt evenwel niet als het open monument door een gemeente, een provincie, het Vlaamse Gewest, een andere open-monumentenvereniging of Erfgoed Vlaanderen wordt overgenomen) én met het feit dat de open-monumentenvereniging als erfpachthouder geen hypotheek kan nemen op het goed zonder toestemming van de eigenaar; 8. Ruimte en Erfgoed wijst een ambtenaar aan als waarnemer die de algemene vergaderingen en de raden van beheer kan bijwonen wanneer over het open monument wordt beslist;
www.callebaut-architecten.be
- 10 -
9.
10.
de tenuitvoerlegging van de beslissing van de algemene vergadering of van het bevoegde orgaan over het behoud of de restauratie van het open monument, waarbij een restauratiepremie is betrokken, moet vooraf door Ruimte en Erfgoed worden goedgekeurd; binnen een termijn van tien jaar na de voorlopige oplevering van de restauratie mag de open-monumentenvereniging het recht van erfpacht op het open monument niet vervreemden, behalve aan de betrokken gemeente of provincie of na het akkoord van Ruimte en Erfgoed aan een andere openmonumentenvereniging.
Wat als de voorwaarden niet vervuld worden? Wanneer één of meer van de eerste 9 voorwaarden niet worden nageleefd, verliest de open-monumentenvereniging haar recht op een dubbele restauratiepremie en moet ze de reeds uitgekeerde bijzondere restauratiepremies voor de helft terugbetalen. Als de 10de voorwaarde niet wordt nageleefd, moet de open-monumentenvereniging het bedrag boven de 10 % van de restauratiepremie terugbetalen. Houdt de open-monumentenvereniging die het open monument in erfpacht heeft, op te bestaan binnen tien jaar na de oplevering van de restauratie, dan moet de eigenaar de helft van de premie terugbetalen, tenzij het open monument door een gemeente, een provincie, het Vlaamse Gewest, een andere openmonumentenvereniging of Erfgoed Vlaanderen in erfpacht wordt overgenomen. Bijkomende voorwaarde: een beleidsplan De bijzondere premie voor een open monument kan pas worden toegekend nadat Ruimte en Erfgoed te Brussel het beleidsplan van de open-monumentenvereniging met betrekking tot het open monument heeft goedgekeurd; dit beleidsplan geldt voor tien jaar, vanaf de voorlopige oplevering. Het beleidsplan geeft toelichting over: 1° de actuele of nieuwe bestemming van het monument en/of het cultuurhistorische belang van het interieur met aandacht voor zijn evolutie vanaf zijn ontstaan tot op het ogenblik van de premieaanvraag; 2° de redenen waarom het voor het publiek een bezienswaardigheid is of wordt; dat kan het cultuurhistorisch belang van het interieur zijn, of de actuele of nieuwe bestemming; 3° het bovenlokaal karakter en de maatschappelijke relevantie van zijn actuele of nieuwe bestemming; 4° de permanente toegankelijkheid voor het publiek; Het monument moet hierbij minstens 50 dagen per jaar toegankelijk zijn; 5° het klantvriendelijk onthaal en de actieve publiekswerking en -begeleiding bij de ontsluiting en in het bijzonder over de waarden die aanleiding hebben gegeven tot zijn bescherming; 6° de vorm waarin cultuurgoederen die integrerend deel uitmaken van het open monument en/of de actuele of nieuwe bestemming en de relatie met het monument op een attractieve, kwalitatieve en educatief verantwoorde wijze gepresenteerd worden; 7° de bereikbaarheid; 8° de publiekswerving en promotie; 9° het onderhoudsplan op basis van de ontsluiting; 10° de samenstelling van de beheersorganen;
www.callebaut-architecten.be
- 11 -
11° de plaats die de beheerders van een open monument ambiëren in het kader van overkoepelende gemeentelijke of provinciale beleidsplannen, inzonderheid tegenover het erfgoedconvenant en de gemeentelijke erfgoedplannen. Wordt het beleidsplan niet nageleefd, dan moet de open-monumentenvereniging de restauratiepremie voor de helft terugbetalen. Een premie voor een promotioneel restauratieproject Wanneer een privé-persoon een promotioneel restauratieproject onderneemt – wanneer hij dus een beschermd monument restaureert met de bedoeling het na de oplevering van de werken opnieuw van de hand te doen – dan kan hij daarvoor van het Vlaams Gewest een premie van 10 % krijgen. De gemeente of de provincie kan daar bovenop nog vrijwillig een bijdrage verlenen. In dit geval mag de eigenaar zijn eigendom wel vervreemden of in erfpacht geven binnen een periode van tien jaar, iets wat niet mag bij een gewone premie. Wat is een promotioneel restauratieproject ? Dit zijn restauratiewerkzaamheden aan een monument dat zijn oorspronkelijke of actuele bestemming niet kan behouden of dat zonder bestemming is gevallen. Men restaureert en renoveert deze monumenten met de bedoeling het na de uitvoering van de restauratiewerkzaamheden te vervreemden. De premienemer kan nooit een lokaal of regionaal bestuur zijn.
De bijzondere premie voor onderwijsgebouwen Voor de restauratiewerkzaamheden aan onderwijsgebouwen door een universiteit, een Vlaamse autonome hogeschool, een gemeenschapsschool of een gesubsidieerde vrije school is een bijzondere premie van 80 % voorzien : Vlaams Gewest Provincie Gemeente 50 % 15 % 15 % Opgelet : deze premie wordt slechts berekend op 4/5 van het bedrag van de raming. De Vlaamse Gemeenschap stelt immers al werkingsmiddelen ter beschikking voor het onderhoud van onderwijsgebouwen.
IN DE OPENBARE SECTOR Lokale besturen Voor restauratiewerken aan beschermde monumenten die toebehoren aan lokale besturen en die niet bestemd zijn voor een erkende eredienst, seminaries en pastorieën, worden de kosten verdeeld als volgt: Vlaams Gewest Provincie Lokaal bestuur 60 % 20 % 20 % Voor restauratiewerken aan beschermde gebouwen die toebehoren aan lokale besturen en die bestemd zijn voor een erkende eredienst, seminaries en pastorieën, worden de kosten verdeeld als volgt: Vlaams Gewest Provincie Gemeente Andere lokale besturen 60 % 20 % 10 % 10 %
www.callebaut-architecten.be
- 12 -
Regionale besturen Voor restauratiewerken aan beschermde gebouwen, toebehorend aan regionale besturen, die niet bestemd zijn voor een erkende eredienst, seminaries en pastorieën, worden de kosten verdeeld als volgt: Vlaams Gewest Regionaal bestuur 60 % 40 % Voor restauratiewerken aan beschermde gebouwen, toebehorend aan regionale besturen, die bestemd zijn voor een erkende eredienst, seminaries en pastorieën, worden de kosten verdeeld als volgt: Vlaams Gewest Provincie Andere regionale besturen 60 % 30 % 10 % Onroerende leasing met verplichte aankoop Lokale en regionale besturen kunnen een restauratiepremie krijgen op basis van een onroerende leasing met verplichte aankoop op voorwaarde dat: - het opdrachtgevend bestuur vooraf een verantwoordingsnota voorlegt waarin het die keuze motiveert; - alle bepalingen van het besluit, en in het bijzonder die voor ontwerpers en uitvoerders en de bescherming van het vakmanschap, nageleefd worden; - de werken gegund worden volgens de wetgeving op de overheidsopdrachten; - het opdrachtgevend bestuur alle kosten draagt die voortvloeien uit de leasing. Opdrachtgevende besturen die kiezen voor de formule van onroerende leasing met verplichte aankoop, zien af van de restauratiepremie en moeten eventueel ontvangen voorschotten terugbetalen wanneer ze, zonder toestemming van Ruimte en Erfgoed binnen een termijn van 20 jaar de bestemming van het beschermde monument veranderen of de onroerende investering vervreemden. Onderwijsgebouwen Onderwijsgebouwen en hun aanhorigheden die op grond van hun onderwijsbestemming vrijgesteld zijn van de onroerende voorheffing en die effectief voor educatieve doeleinden gebruikt worden, kunnen ook van een restauratiepremie genieten. Hiervoor komt hoogstens vier vijfde van de kostenraming in aanmerking voor de premie. De Vlaamse Gemeenschap stelt immers al werkingsmiddelen ter beschikking voor het onderhoud van onderwijsgebouwen. Voor gemeentelijke scholen Vlaams Gewest Provincie 60 % 20 % Voor provinciale scholen Vlaams Gewest 60 % Onderzoeksprojecten Aangezien de Vlaamse overheid het vooronderzoek bij restauraties wenst te stimuleren, kent ze een bijzondere restauratiepremie toe voor werkzaamheden en diensten die betrekking hebben op onderzoek dat noodzakelijk is voor een globale en
www.callebaut-architecten.be
- 13 -
kwaliteitsvolle restauratie van een beschermd monument. Deze regeling geldt zowel voor de openbare als de private sector. Vlaams Gewest 80 %
www.callebaut-architecten.be
- 14 -
7. DE PROCEDURE VOOR DE PRIVE-SECTOR HOE DUIDT U EEN ONTWERPER AAN ? Een kwaliteitsvolle, duurzame en succesrijke restauratie begint met de aanduiding van een deskundig ontwerper, die op een respectvolle manier het monument benadert. Een privé-premienemer (natuurlijke personen of een privaatrechtelijke rechtspersonen) is niet verplicht de bepalingen inzake de selectie en gunning van de ontwerpers te volgen zolang de totale premie maximaal 40 % van de kostprijs bedraagt en de kostprijs van de werken minder is dan 135.000euro. De premienemer moet wel alle maatregelen ondernemen om een deskundige ontwerper te vinden. Bedraagt uw premie meer dan 40% en is de kostprijs van de werken meer dan 135.000euro (zoals soms het geval is bij molens, ZEN-monumenten, openmonumentenverenigingen of bij onderwijsgebouwen, óf in het geval van een vooronderzoek), dan dient u de regelgeving betreffende de overheidsopdrachten te respecteren. HOE DUIDT U EEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR AAN ? Wanneer moet er een veiligheidscoördinatie zijn ? Zodra de bouwwerken worden uitgevoerd door ten minste twee verschillende aannemers of door een aannemer en de opdrachtgever zelf (tegelijkertijd of achtereenvolgens), geldt automatisch de coördinatieverplichting ongeacht de aard, de omvang, de oppervlakte, de risicograad of de kostprijs van de werken. En dit zowel bij bouwopdrachten voor particulieren als voor ondernemingen. Wie stelt de veiligheidscoördinator aan en wanneer ? Voor werven groter dan 500m2 : De veiligheidscoördinator moet aangesteld zijn door de opdrachtgever voordat de architect is aangesteld. Voor werken kleiner dan 500m2 : De opdrachtgever kan de opdracht tot het aanstellen van een veiligheidscoördinator doorschuiven naar : 1- de architect (ev. samen met andere adviseurs in een tijdelijke vereniging); 2- de aannemer, indien geen architect bij de opdracht betrokken is; Opgelet : Indien de opdrachtgever de werken zelf uitvoert (ev. samen met aannemers), dan moet hij zelf de veiligheidscoördinator aanstellen voordat de werken aanbesteed worden. HOE VRAAGT U EEN RESTAURATIEPREMIE AAN EN HOE WORDT ZE TOEGEKEND? Voorafgaand overleg Vóór u een premie aanvraagt, wordt een overlegvergadering georganiseerd op basis van het restauratiedossier om het restauratieproject voor te stellen. Naast de ontwerper dienen hierop alle besturen die bijdragen in de kosten te worden uitgenodigd: - het Vlaams Gewest: de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed; - het Provinciebestuur; - het Gemeentebestuur.
www.callebaut-architecten.be
- 15 -
Verschillende onderwerpen kunnen hier aangesneden worden, zoals het vooronderzoek, de restauratieoptie, de wijze van opstelling van het restauratiedossier, de kostenverdeling, de eventuele fasering, de plaats van uitvoering, de bestemming, de selectie van de aannemers en de wijze van gunnen,… . Van het overleg wordt een verslag opgemaakt, dat ter goedkeuring aan de verschillende partijen wordt voorgelegd. Eenmaal een akkoord bereikt kan het restauratiedossier met zijn zes essentiële hoekstenen als basis, op punt gesteld worden. Aanvraag Indien u uw dossier volledig hebt samengesteld, is het aangewezen het voor een voorafgaandelijk advies voor te leggen aan de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed. U dient het eigenlijke dossier in vier exemplaren in bij de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed. Gebruik het restauratiedossier met zijn zes essentiële hoekstenen als basis voor uw aanvraag. Voeg daarbij nog: een afschrift van de eigendomstitel of overeenkomst inzake erfpacht; een attest van de btw-administratie dat u de btw op de restauratiewerkzaamheden niet kan recupereren.
btw-attest Vennootschappen, vzw’s en alle btw-plichtigen dienen een attest van de btwadministratie in te dienen, waarop vermeld staat welk btw-percentage ze al dan niet kunnen recupereren (of een verklaring op erewoord toevoegen dat ze geen btw kunnen recupereren).
De consulent van de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed zal zich uitspreken over de vraag of uw dossier ontvankelijk kan verklaard worden. Indien de consulent uw dossier niet ontvankelijk kan verklaren, zal hij/zij dit motiveren en aangeven wat nog aangepast en aangevuld moet worden. Ruimte en Erfgoed te Brussel verspreidt de ontvankelijke dossiers vervolgens naar het betrokken provincie- en gemeentebestuur, samen met een voorstel voor de kostenverdeling. Uiteindelijk beslist de minister, rekening houdend met de beschikbare kredieten op de begroting, over de toekenning van de premie. Wanneer een premie wordt toegekend, dan wordt u hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Bij deze brief vindt u ook een kopie van het ministerieel besluit waarbij u een Restauratiepremie werd toegekend. In dit besluit wordt ook het voorlopig bedrag van de restauratiepremie vermeld. Nadat de restauratiepremie met een Ministerieel Besluit tot voorlopige goedkeuring van de restauratiepremie werd toegekend, mag de lijst der werken die in aanbesteding gaan, niet meer gewijzigd worden. DE WERKEN GUNNEN Bedraagt uw restauratiepremie 40% of minder van de totale kostenraming, dan hoeft u niet te voldoen aan de bepalingen van de wetgeving overheidsopdrachten.
www.callebaut-architecten.be
- 16 -
Geniet u van een hogere premie dan 40% en is de kostprijs van de werken hoger dan 135.000euro, dan moet u wel degelijk voldoen aan de volledige wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. De aannemers en firma's moeten in elk geval geregistreerd zijn overeenkomstig artikel 299bis van het wetboek van de inkomensbelasting en artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. Bovendien moeten ze in het bezit zijn van de vereiste erkenning in uitvoering van de wet van 20 maart 1991. Na ontvangst van het ministerieel besluit waarbij u een premie werd toegekend bezorgt u Ruimte en Erfgoed te Brussel zo spoedig mogelijk vier exemplaren van het volledige gunningdossier. Hou er rekening mee dat een premie slechts 5 jaar geldig blijft, te rekenen vanaf datum van voormeld ministerieel besluit. Dat gunningdossier, bevat volgende documenten, indien van toepassing: - de publicatie- of uitnodigingsberichten (indien van toepassing); - het verslag van het nazicht van de inschrijvingen en het toewijzingsbesluit; - de ingediende inschrijvingen, waaronder het origineel van de gekozen inschrijving; - een document dat verwijst naar het Veiligheids- en Gezondheidsplan met de preventieve maatregelen; - een afzonderlijke prijsberekening i.v.m. de preventieve maatregelen; - de bouwvergunning (indien van toepassing). Uitgaande van dit dossier wordt overgegaan tot vaststelling van het definitieve premiebedrag. Dit resulteert in een besluit van het afdelingshoofdagentschapsbeheer houdende toekenning van de definitieve restauratiepremie.
www.callebaut-architecten.be
- 17 -
8. DE PROCEDURE VOOR DE OPENBARE SECTOR HOE DUIDT U EEN ONTWERPER AAN ?
Het is aangewezen steeds contact op te nemen met de provinciale afdeling Ruimte en Erfgoed en dit met het oog op de omschrijving en de bepaling van de algemene lijnen van de opdracht van de ontwerper. Als lokaal of regionaal bestuur dient u een ontwerper aan te stellen op basis van de wetgeving betreffende de overheidsopdrachten. Ongeacht de door u gekozen wijze van aanstelling zal u steeds rekening moeten houden met volgende selectiecriteria : - de studie- en beroepskwalificaties; - de relevante referenties over restauraties, uitgevoerd tijdens de laatste drie jaar in binnen- of buitenland; - het gedeelte van de studieopdracht dat de ontwerper in onderaanneming wil geven. Als openbaar bestuur moet u, voor een opdracht beneden de 67.000euro, minstens 5 van elkaar onafhankelijke ontwerpers selecteren en moet u, voor een opdracht van meer dan 67.000euro, steeds een algemene of beperkte offerteaanvraag organiseren. Indien dit aantal van 5 ontwerpers niet te bereiken is, kan het aantal verminderd worden mits toestemming van Ruimte en Erfgoed. Als openbaar bestuur kiest u een ontwerper op basis van de volgende gunningcriteria (in dalende volgorde van prioriteit): - de conceptnota, met omschrijving van de aanpak en de methodologie van de opdracht; - de visie op de aard en de intensiteit van de door de kandidaat-ontwerp(s) voorgestelde werfopvolging; - de te leveren diensten voor het door de premienemer vooraf vastgestelde percentage of de te betalen prijs als honorarium. Een correcte toepassing van de selectie en de gunning van de ontwerpopdracht is van groot belang. Indien deze niet correct is verlopen, kan het dossier niet ontvankelijk worden verklaard. Het opdrachtgevend bestuur wordt geadviseerd bij twijfel het gunningdossier voor advies voor te leggen aan Ruimte en Erfgoed te Brussel. Die zal enkel een advies geven over de inhoudelijke aspecten van het dossier. HOE DUIDT U EEN VEILIGHEIDSCOÖRDINATOR AAN ?
Wanneer moet er een veiligheidscoördinatie zijn ? Zodra de bouwwerken worden uitgevoerd door ten minste twee verschillende aannemers of door een aannemer en de opdrachtgever zelf (tegelijkertijd of achtereenvolgens), geldt automatisch de coördinatieverplichting ongeacht de aard, de omvang, de oppervlakte, de risicograad of de kostprijs van de werken. En dit zowel bij bouwopdrachten voor particulieren als voor ondernemingen. Wie stelt de veiligheidscoördinator aan en wanneer ? Voor werven groter dan 500m2 : De veiligheidscoördinator moet aangesteld zijn door de opdrachtgever voordat de architect is aangesteld. Voor werken kleiner dan 500m2 :
www.callebaut-architecten.be
- 18 -
De opdrachtgever kan de opdracht tot het aanstellen van een veiligheidscoördinator doorschuiven naar : 1- de architect (ev. samen met andere adviseurs in een tijdelijke vereniging); 2- de aannemer, indien geen architect bij de opdracht betrokken is; Opgelet : Indien de opdrachtgever de werken zelf uitvoert (ev. samen met aannemers), dan moet hij zelf de veiligheidscoördinator aanstellen voordat de werken aanbesteed worden. HOE VRAAGT U EEN RESTAURATIEPREMIE AAN EN HOE WORDT ZE TOEGEKEND? Voorafgaand overleg Vóór u een premie aanvraagt, wordt een overlegvergadering georganiseerd op basis van het restauratiedossier om het restauratieproject voor te stellen. Naast de ontwerper dienen hierop alle besturen die bijdragen in de kosten te worden uitgenodigd: - het Vlaams Gewest: de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed; - het Provinciebestuur; - het Gemeentebestuur. Verschillende onderwerpen kunnen hier aangesneden worden, zoals het vooronderzoek, de restauratieoptie, de wijze van opstelling van het restauratiedossier, de kostenverdeling, de eventuele fasering, de plaats van uitvoering, de bestemming, de selectie van de aannemers en de wijze van gunnen,… Van het overleg wordt een verslag opgemaakt, dat ter goedkeuring aan de verschillende partijen wordt voorgelegd. Eenmaal een akkoord bereikt kan het eigenlijke restauratiedossier met zijn zes essentiële hoekstenen, op punt worden gesteld. Préadvies en aanvraag Indien u uw dossier volledig hebt samengesteld, is het aangewezen het opnieuw voor een voorafgaandelijk advies voor te leggen aan de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed. Eénmaal dit advies verkregen, legt u uw dossier neer bij de gemeente of de provincie (naar gelang u een lokaal of regionaal bestuur bent). Essentieel is dat u uw dossier in het correcte aantal exemplaren indient. Als lokaal bestuur, andere dan een gemeente, dient u uw restauratiedossier in in vier exemplaren; als gemeentebestuur in drie exemplaren; als provinciaal bestuur, andere dan het provinciebestuur, in drie exemplaren; als provinciebestuur in twee exemplaren. Uw dossier legt vervolgens de gebruikelijke hiërarchische weg af, die langer of korter kan zijn naar gelang u een lokaal of regionaal bestuur bent. Zo zal het dossier van een kerkbestuur (een lokaal bestuur) achtereenvolgens de gemeentelijke technische dienst, de gemeenteraad, de provinciale technische dienst en de diensten van de gouverneur doorlopen, alvorens doorgestuurd te worden naar de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed. Het is deze provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed die oordeelt of uw dossier al dan niet ontvankelijk is. Indien uw dossier niet ontvankelijk kan verklaard worden, zal men dit motiveren en aanduiden wat moet worden aangepast of vervolledigd. Eénmaal ontvankelijk verklaard, wordt uw dossier overgemaakt aan Ruimte en Erfgoed te Brussel.
www.callebaut-architecten.be
- 19 -
Toekenning Uiteindelijk beslist de minister, rekening houdend met de beschikbare kredieten op de begroting, over de toekenning van de premie. Wanneer een premie wordt toegekend, dan wordt u hiervan schriftelijk op de hoogte gesteld. Bij deze brief vindt u ook een kopie van het ministerieel besluit waarbij u een restauratiepremie werd toegekend. In dit besluit wordt ook het voorlopig bedrag van de restauratiepremie vermeld. Nadat de restauratiepremie met een Ministerieel Besluit tot voorlopige goedkeuring van de restauratiepremie werd toegekend, mag de lijst der werken die in aanbesteding gaan niet meer gewijzigd worden. DE WERKEN GUNNEN Na de toekenning van de premie, kan u de werken gunnen. Als openbaar bestuur dient u de restauratiewerkzaamheden te gunnen met inachtneming van de regelgeving betreffende de overheidsopdrachten. Opteert u voor een beperkte aanbesteding, dan moet aan ten minste vijf aannemers prijs gevraagd worden. Wanneer slechts drie of minder aannemers voorhanden zijn, kan Ruimte en Erfgoed een afwijking verlenen. Na ontvangst van het ministerieel besluit waarbij u een premie werd toegekend bezorgt u Ruimte en Erfgoed te Brussel zo spoedig mogelijk vier exemplaren van het volledige gunningsdossier. Hou er rekening mee dat een premie slechts 5 jaar geldig blijft, te rekenen vanaf datum van voormeld ministerieel besluit. Ook de uitvoerders moeten vooraf worden geselecteerd op basis van hun vakmanschap en bekwaamheden inzake restauratie. Ze leggen hun studie- en beroepskwalificaties voor; een lijst van restauratiewerkzaamheden, uitgevoerd tijdens de voorbije drie jaar; en een lijst van de technici of de technische diensten die ter beschikking zullen staan van de uitvoerder. Ter bescherming van het vakmanschap gelden nog bijkomende voorwaarden. Hier zal de uitvoerder van de restauratiewerkzaamheden in zijn overeenkomst met de premienemer uitdrukkelijk moeten bepalen dat minstens 50% van de restauratiewerkzaamheden met eigen personeel zal uitgevoerd worden. Deze bepaling kan het best in het administratief gedeelte van het bestek opgenomen worden. Daar kan slechts van afgeweken worden als de aard van de werkzaamheden of de coördinatie dit vereisen en mits voorafgaande toelating van de Vlaamse Overheid.
Analoog met de premieaanvraag, volgt ook uw aanbestedingsdossier een hiërarchische weg alvorens toe te komen bij Ruimte en Erfgoed te Brussel. Ook hier dient u er dus op te letten dat u voldoende exemplaren indient. Als lokaal bestuur, anders dan de gemeente, wordt het gunningdossier ingediend in drie exemplaren; als gemeente in twee exemplaren; als provinciaal bestuur, anders dan het provinciebestuur, in twee exemplaren en als provinciebestuur in één exemplaar. Bij Ruimte en Erfgoed te Brussel gebeurt de uiteindelijke berekening en aanpassing van het premiebedrag op basis van het definitieve gunningsdossier. Dit dossier omvat : - het verslag van de selectie van de uitvoerder (indien de selectiecriteria van toepassing zijn); - het bestek en de plannen, indien gewijzigd, sinds de premietoekenning;
www.callebaut-architecten.be
- 20 -
-
de publicatie- of uitnodigingsberichten : het origineel en vier kopieën; het proces-verbaal van de opening van de inschrijvingen; de ingediende inschrijvingen, opgesplitst in subsidieerbare en nietsubsidieerbare posten; een document dat verwijst naar het Veiligheids- en Gezondheidsplan met de preventieve maatregelen; een afzonderlijke prijsberekening i.v.m. de preventieve maatregelen; de bouwvergunning en het brandweerverslag (indien van toepassing); het toewijzingsbesluit; een geactualiseerde raming (indien van toepassing).
Zijn eventuele aanpassingen nodig, waarbij het inschrijvingsbedrag hoger of lager ligt dan de raming, dan wordt de premie aangepast conform art. 3 §5 van het Besluit. Hierna kan het besluit van het afdelingshoofd-agentschapsbeheer houdende toekenning van de definitieve restauratiepremie opgemaakt worden.
www.callebaut-architecten.be
- 21 -
9. HET VERDERE VERLOOP DER WERKEN.
WANNEER MOGEN DE WERKEN STARTEN? Vanaf het moment dat de Minister op basis van de raming een premiebedrag heeft toegekend in het Ministerieel besluit houdende toekenning van een restauratiepremie en u daar bericht van hebt ontvangen, mag u starten met de werken U dient de betrokken consulent op de hoogte te houden van de start en vordering der werken, hen uit te nodigen op de werfvergaderingen en hen de werfverslagen direct na elke vergadering te bezorgen. In een uitzonderlijk geval dat er gevaar bestaat voor verder verval van het monument, als de cofinanciering in het gedrang zou komen of op basis van de resultaten van bouwhistorisch, bouwtechnisch of herbestemmingsonderzoek of wegens een andere dwingende noodzaak, kan u als premienemer op eigen risico en in afwachting van een eventuele toekenning van de premie, een gedeelte van de restauratiewerkzaamheden uitvoeren. Uw dossier moet dan wel al ontvankelijk verklaard zijn, en de kostprijs van de restauratiewerkzaamheden mag niet meer dan één vijfde van de kostenraming bedragen. Een aanvraag hiertoe dient gestuurd naar Ruimte en Erfgoed te Brussel. Voert u werken uit voor meer dan één vijfde en voor minder dan de helft van de kostenraming, dan wordt het bedrag dat het één vijfde overschrijdt in mindering gebracht van de kostenraming en niet in aanmerking genomen voor de premie. Voert u werken uit voor meer dan de helft van de kostenraming, dan komt u niet meer in aanmerking voor een premie. U wordt dan geacht volledig afstand te doen van de premie. Slechts in dringende gevallen kan na grondige motivatie en met toelating van de minister in een afwijking op deze regel voorzien worden.
VOORWAARDEN In ruil voor het verlenen van een premie, moet u als premienemer wel een aantal verbintenissen respecteren : - zo dient u de restauratiewerkzaamheden volledig en integraal uit te voeren binnen een termijn van vijf jaar volgend op de toekenning van de restauratiepremie; - binnen dezelfde termijn van vijf jaar na toekenning van het MB moeten de restauratiewerkzaamheden opgeleverd en het saldo opgevraagd zijn - met een motivatie kan een termijnverlenging aangevraagd worden. Als u aan deze verbintenissen niet tegemoet kan komen, gaat men er van uit dat u afstand doet van de premie. De door u ontvangen voorschotten dienen dan terugbetaald te worden aan de Vlaamse Overheid. Slechts in geval van overmacht, na grondige motivatie en met toelating van Ruimte en Erfgoed kan hierop teruggekomen worden. Terugbetaling van de totaliteit van de ontvangen premie is ook voorzien, als : - u de restauratiewerken laat uitvoeren door een aannemer en/of onderaannemer die niet voldoet aan de vereisten inzake de registratie en erkenning van aannemers, of waarvan de keuze niet voorafgaand is goedgekeurd door Ruimte en Erfgoed. Dit geldt echter niet als de werken in eigen beheer worden uitgevoerd of als een beroep wordt gedaan op een
www.callebaut-architecten.be
- 22 -
-
-
-
organisatie voor opleiding en/of tewerkstelling van werkzoekenden, voor zover de raming niet meer bedraagt dan 55.000 euro. Een erkenning is ook niet nodig voor werken onder de 50.000 euro (excl. btw) in een ondercategorie of onder de 75.000 euro in een hoofdcategorie; u de toegekende restauratiepremie geheel of gedeeltelijk aanwendt voor een ander oogmerk dan dat waarvoor ze werd toegekend of als u tijdens de restauratiewerkzaamheden wijzigingen aanbrengt in de lijst van aanvaarde werkzaamheden zonder voorafgaande goedkeurig door Ruimte en Erfgoed; u het monument vervreemdt of in erfpacht geeft in de periode tussen de toekenning van de premie en de voorlopige oplevering van de restauratiewerkzaamheden; u het monument verhuurt en de huur verhoogt omdat uw monument door de restauratie een meerwaarde heeft gekregen.
MEERWERKEN, MINWERKEN EN BIJWERKEN Ook vanaf het besluit van het afdelingshoofd-agentschapsbeheer houdende toekenning van de definitieve restauratiepremie, mag de lijst der werken niet meer gewijzigd worden In de loop van een restauratie kan, ondanks een minutieus voorbereid dossier, toch een verrassing opduiken. Onder een lambrisering komt bijvoorbeeld een aantasting door huiszwam tevoorschijn waar niemand het bestaan van afwist en waar het dossier dus onmogelijk rekening mee heeft kunnen houden. In dat geval zijn bijkomende werkzaamheden of bijwerken nodig om deze huiszwam te verwijderen. Een bijwerk is daarbij een werk dat niet opgenomen is op de aanvaarde meetstaat en kostenraming en dat ingevolge onvoorzienbare omstandigheden noodzakelijk is en onmogelijk kan losgekoppeld worden van de in uitvoering zijnde werken. Een bijwerk moet aangevraagd en goedgekeurd zijn voordat overgegaan wordt tot Voorlopige Oplevering van de restauratiewerkzaamheden van de hoofdopdracht. Wanneer tijdens de restauratie wordt vastgesteld dat een grotere oppervlakte van een bepaalde muur moet behandeld worden dan in de raming opgenomen was, dan spreken we van meerwerken. Blijkt diezelfde muur er echter minder erg aan toe te zijn dan verwacht en minder werk en materiaal te vergen, dan hebben we te maken met minwerken. Meer- en minwerken hebben dus enkel betrekking op posten met een vermoedelijke hoeveelheid die opgenomen zijn op de aanvaarde meetstaat en kostenraming. Meerwerken die niet gecompenseerd worden door minwerken, kunnen niet betoelaagd worden. Om te mogen afwijken van het goedgekeurde bestek is steeds een voorafgaandelijke toelating nodig. De toelating moet aangevraagd worden bij de desbetreffende provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed en moet ontvankelijk verklaard worden door de afdeling Agentschapsbeheer van Ruimte en Erfgoed te Brussel. BETOELAGINGSMOGELIJKHEDEN Binnen de toegekende premie kan het bedrag dat uitgespaard wordt door minwerken gebruikt worden voor meerwerken. Zie ook hierboven. Voor bijwerken is steeds een bijkomende goedkeuring met een bijkomend Ministerieel Besluit nodig. Deze bijpremie bedraagt maximum 10% van de toegekende restauratiepremie met een maximum van 125.000euro en moet voorafgaandelijk worden aangevraagd. De aanvraag gebeurt op dezelfde wijze als
www.callebaut-architecten.be
- 23 -
de aanvraag voor het hoofddossier. Particulieren dienen een aanvraag in vier exemplaren in bij de provinciale afdeling van Ruimte en Erfgoed, openbare besturen respecteren de hiërarchische weg. VERVREEMDING BINNEN 10 JAAR Een specifieke regeling geldt wanneer een beschermd monument binnen de tien jaar na de voorlopige oplevering van de restauratiewerkzaamheden, wordt vervreemd of in erfpacht gegeven. Gebeurt deze vervreemding of in erfpachtgeving zonder de toelating van Ruimte en Erfgoed dan dient u het ontvangen premiebedrag boven de 10 % terug te betalen. Gebeurt dit met aanvaarding van de reden door Ruimte en Erfgoed, dan moet u als premienemer slechts per volledig jaar dat niet verstreken is van de termijn van tien jaar een tiende van het premiebedrag boven de 10 %, verhoogd met de wettelijke interestvoet, terugbetalen. In geval van overmacht kan Ruimte en Erfgoed de premienemer geheel of gedeeltelijk ontslaan van deze verplichting. Deze specifieke regeling geldt niet als u als premienemer de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen of een sociale huisvestingsmaatschappij bent. HOE WORDT DE RESTAURATIEPREMIE UITBETAALD? De premie wordt uitbetaald in twee voorschotten en één saldo, naarmate de werken vorderen. Eerste voorschot Bij de aanvang van de werken vraagt u per brief, in vier exemplaren, per hiërachische weg de uitbetaling van het eerste voorschot aan bij Ruimte en Erfgoed te Brussel. Voeg bij dit schrijven: - de brief aan de aannemer bij wie u de werken bestelt; - het bevel tot aanvang van het werk (brief aan de aannemer waarbij u de datum van de aanvang van de werken vaststelt); - het borgstellingsbewijs (indien van toepassing); - het rekeningnummer waarop het bedrag moet worden gestort, en de naam van de rekeninghouder; - de data van de werfvergaderingen. Zodra Ruimte en Erfgoed te Brussel daarvan in het bezit is van deze documenten, wordt een eerste voorschot van 25 % uitbetaald. Tweede voorschot Zijn de werken voor een bedrag van meer dan 50 % van de in de kostenraming voorziene restauratieve werkzaamheden uitgevoerd en hebt u minstens 25 % betaald aan de uitvoerder, dan kan u het tweede voorschot (50 %) aanvragen. U nodigt echter eerst de betrokken erfgoedconsulent uit om een kijkje naar de werken te komen nemen. Stuur vervolgens vier exemplaren van uw aanvraag naar Ruimte en Erfgoed te Brussel via hiërarchische weg. Voeg daarbij: - de vorderingsstaten, de facturen en bewijzen waaruit blijkt dat er werken zijn uitgevoerd voor een bedrag van meer dan 50 % van de kostenraming, en waarvan minstens 25 % aan de uitvoerder is betaald. Saldo
www.callebaut-architecten.be
- 24 -
Het resterende saldo van de premie wordt uitbetaald nadat u Ruimte en Erfgoed te Brussel in het bezit gesteld hebt van: - een vaststelling door erfgoedconsulent dat de restauratiewerkzaamheden integraal en volgens de regels van de kunst zijn uitgevoerd. U vraagt hiertoe een bewijs aan de betrokken erfgoedconsulent; - de afrekening, die per post gerelateerd is aan de kostenraming; - een overzicht van de uitvoeringstermijnen; - het bewijs dat voor de werken die in aanmerking komen voor de premie de uitvoerder door de premienemer voor minstens 60% betaald is; - het bewijs dat voor een termijn van ten minste tien jaar een monumentenverzekering is afgesloten; - een afschrift van de overeenkomst waarbij de premienemer zich er voor een termijn van tien jaar toe verbindt tweejaarlijks op zijn kosten een nazicht te laten uitvoeren van de technische toestand van het monument; - een restauratieverslag met de werfverslagen; een beknopte toelichting bij de restauratiewerken en materialen die initieel niet in het restauratiedossier opgenomen zijn; het proces-verbaal van de oplevering; - een evaluatief relaas van de wijze waarop de aannemer(s) de restauratiewerkzaamheden uitvoerde(n)) en de productfiches voor zover de producten niet in het initiële restauratiedossier vermeld zijn; - een nota waarin staat hoe het gerestaureerde monument zal worden onderhouden.
Bij de afrekening van de restauratiepremie neemt u de aanvullende kosten voor de meerwerken voor uw rekening voor zover het bedrag van de eindafrekening hoger is dan dat waarop de premie is berekend. Is het eindbedrag van de restauratiewerkzaamheden lager dan de toegekende premie, dan wordt de premie in verhouding verminderd. Vergeet niet dat u voor elke wijziging in uw dossier vooraf toelating moet vragen aan Ruimte en Erfgoed. Bij de afrekening van de restauratiepremie neemt u de aanvullende kosten voor de bijwerken voor uw rekening indien u geen bijkomende premie heeft ontvangen.
www.callebaut-architecten.be
- 25 -
Nuttige adressen Ruimte en Erfgoed - Onroerend Erfgoed Phoenix-gebouw-8ste verdieping Albert II-laan 19 – bus 3 1210 Brussel Tel.: 02-553 16 11 Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Antwerpen Anna Bijnsgebouw Lange Kievitstraat 111/113 – bus 52 2018 Antwerpen Tel.: 03-224 65 20 Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Limburg Vlaams Administratief Centrum Koningin Astridlaan 50 bus 1 3500 Hasselt Tel.: 011-74 21 00 Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Oost-Vlaanderen Gebrs. Van Eyckstraat 2-4-6 9000 Gent Tel.: 09-265 45 11 Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed Vlaams-Brabant Blijde Inkomststraat 105 3000 Leuven Tel.: 016-24 98 18 Ruimte en Erfgoed – Onroerend Erfgoed West-Vlaanderen Werkhuisstraat 9 8000 Brugge Tel.: 050-44 28 11
www.callebaut-architecten.be