ontwerp bestemmingsplan parapluherziening
Monumenten en beschermde dorpsgezichten gemeente Alkemade
oktober 2006 projectnummer 60232
INHOUD TOELICHTING
1
INLEIDING
2
1.1
AANLEIDING
2
1.2
LIGGING EN KARAKTERISTIEK VAN ALKEMADE
3
1.3
LEESWIJZER TOELICHTING
4
2
RUIMTELIJKE BESCHRIJVING
2.1
INLEIDING
5
2.2
ONTSTAANSGESCHIEDENIS
5
2.3
BESTAANDE RUIMTELIJKE SITUATIE: DE DORPEN
2.4
DE BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN
10
2.5
DE MONUMENTEN
13
3
BEHEER VAN DE BESTAANDE RUIMTELIJKE SITUATIE
3.1
BEHEER VAN DE BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN
18
3.2
BEHEER VAN DE RIJKS- EN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
20
5
7
UITVOERBAARHEID INLEIDING
21
4.2
BELEID
21
4.3
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
26
•
4.4
HANDHAAFBAARHEID
26
5
WIJZE VAN BESTEMMEN
5.1
DIT BESTEMMINGSPLAN
28
5.2
ALGEMEEN
28
28
6
DE PROCEDURE
6.1
INSPRAAK
6.2
OVERLEG
31
6.3
ZIENSWIJZEN
31
BIJLAGEN −
p.m.
31 31
AMSTERDAM
21
|
4 4.1
SAB
18
|
1
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
SAMENVATTING
I
S A M E N V ATT I N G Voorliggend plan is gericht op de verankering van gemeentelijke monumenten en vier beschermde gemeentelijke dorpsgezichten in de verschillende vigerende bestemmings-
monumentenverordening 2004 van de gemeente Alkemade. In deze parapluherziening is dan ook geen regeling voor gebouwde gemeentelijke monumenten opgenomen. De gemeentelijke monumenten zijn indicatief, dat wil zeggen met een ‘schildje’, op de plankaart opgenomen. Ook de rijksmonumenten binnen de gemeente Alkemade zijn op de plankaart aangeduid. Rijksmonumenten genieten hun bescherming op basis van de Monumentenwet 1988. Voor het bouwen in, op, aan of bij een beschermd monument of voor het wijzigen of afbreken van een beschermd monument is altijd een monumentenvergunning nodig. Het ontbreken van deze vereiste monumentenvergunning bij verbouw van een rijksmonument is op basis van de limitatief-imperatieve weigeringsgronden zoals bepaald in artikel 44 van de Woningwet, reden tot het aanhouden van de behandeling van de aanvraag om bouwvergunning. Voor een gemeentelijk monument bestaat deze aanhoudingsplicht niet. De aangewezen beschermde gemeentelijke dorpsgezichten zijn op de plankaart aangegeven en hiermee als zodanig bestemd. Met de aanwijzing van beschermde dorpsgezichten en de verankering in de vigerende bestemmingsplannen wordt het behoud van de historische karakteristieken nagestreefd waarbij deze nadrukkelijk een plaats krijgen in de toekomstig ontwikkelingen. De ruimtelijk-juridische verankering van de beschermde dorpsgezichten in deze parapluherziening heeft tot gevolg dat de gronden die zijn gelegen binnen het beschermde dorpsgezicht naast de eigenlijke functie(s), tevens zijn bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de ruimtelijke karakteristiek en voor behoud van cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht. De bescherming heeft niet tot doel de bestaande situatie te bevriezen of elke verandering tegen te houden. Nagestreefd wordt dat de hoofdstructuur van het gebied in stand blijft en ontwikkelingen blijven aansluiten op het historische karakter. Daarnaast maakt het bestemmingsplan het mogelijk eventuele veranderingen aan gebouwen en ruimtelijke inrichting te toetsen aan de aanwezige historische karakteristieken. Met betrekking tot de uitvoerbaarheid is in deze parapluherziening een beschrijving gegeven van het ruimtelijk beleid van de hogere overheden en de gemeente zelf. Daarnaast is ingegaan op de economische haalbaarheid en de handhaafbaarheid.
GEMEENTE ALKEMADE
De gemeentelijke monumenten genieten hun bescherming op basis van de gemeentelijke
|
ge van burgemeester en wethouders van de gemeente Alkemade.
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
made, Deel 1 Selectie’. Dit document is vastgesteld op 13 december 2005 door het colle-
|
staan beschreven in het inventarisatiedocument ‘waardevolle objecten gemeente Alke-
1
SAB• AMSTERDAM
plannen. Deze gemeentelijke monumenten en beschermde gemeentelijke dorpsgezichten
1
INLEIDING
AANLEIDING De gemeente Alkemade heeft de wens uitgesproken om te komen tot een gemeentelijk beleid op het gebied van cultuurhistorie van de gemeente. Zo heeft het gemeentelijk monumentenbeleid in de achterliggende periode vorm gekregen door een drietal vastgestelde verordeningen: de monumentenverordening, verordening op de monumentencommissie en de subsidieverordening. Daarnaast is de geïnstalleerde monumentencommissie betrokken bij de advisering van het college inzake vergunnings- en subsidieaanvragen met betrekking tot restauratie en onderhoud van gemeentelijke monumenten. Op basis van de voorgaande lijsten van beeldbepalende panden uit 1989 en 1998 en aan de hand van een gebiedsgerichte inventarisatie is door de gemeente Alkemade in nauwe samenwerking met de monumentencommissie en de Stichting Dorp Stad en Land een nieuwe lijst van gemeentelijke monumenten geformuleerd. Op deze lijst staan de meest karakteristieke en beeldbepalende objecten en dorpsgezichten van de gemeente Alkemade. Hierbij is rekening gehouden met de waardering en betekenis van bouwwerken vanuit een cultuurhistorisch besef. De gebiedsgerichte inventarisatie heeft geleid tot een selectie van karakteristieke bouwwerken met bijbehorende karakteristieke kenmerken. Aan de hand van een bepaalde waarderingsmatrix is per pand een bepaalde score toebedeeld. De hoogte van de score is een optelsom van bepaalde architectonische en cultuurhistorische factoren waarbij gekeken wordt naar o.a. de ontstaansgeschiedenis, bouwstijl, uniciteit, ligging en kwaliteit van het bouwwerk in kwestie. Een en ander heeft geleid tot twee ontwerpdocumenten, te weten een selectielijst en een
•
1.1
groslijst. Op de selectielijst zijn bouwwerken geplaatst die na beoordeling en waardering
SAB
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
2
in aanmerking komen voor de status van gemeentelijk monument (12 punten of hoger). Daarnaast bevat de selectielijst een aantal waardevolle dorpsgezichten. Op de groslijst staan bouwwerken die weliswaar beeldbepalend of karakteristiek zijn maar niet voldoende cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen om aangemerkt te worden als gemeentelijk monument (maximaal 11 punten). Het college van burgemeester en wethouders heeft op 13 december 2005 de selectielijst vastgesteld. Door de vaststelling van de lijst worden de panden uit deze lijst aangewezen en beschouwd als gemeentelijk monument met bijbehorende rechtsbescherming en rechtsgevolg zoals neergelegd in de gemeentelijke monumentenverordening, de Monumentenwet 1988 en de Woningwet. Hierbij kan gedacht worden aan vergunningplicht ingeval van wijziging, onderhoud of sloop van het pand, maar ook de mogelijkheid voor subsidie ingeval van renovatie zoals omschreven in de geldende monumentenverordeningen. Met het vaststellen van deze lijst vervallen de voorgaande lijsten. Daarnaast zijn de vier waardevolle dorpsgezichten door het vaststellen van de selectielijst aangewezen als beschermde gemeentelijke dorpsgezichten. Middels voorliggende parapluherziening krijgen de gemeentelijke monumenten en de vier beschermde gemeentelijke dorpsgezichten een verankering in de verschillende vigerende
bestemmingsplannen. De vigerende bestemmingsplannen worden hiermee thematisch herzien.
De gemeente Alkemade ligt in de provincie Zuid-Holland (op de grens met NoordHolland) in het groene hart van Holland, ten noord-oosten van Leiden. Alkemade wordt aan drie zijden ingesloten door water: in het westen de Kagerplassen, in het noorden de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder en in het oosten het Braassemermeer. De
|
Amsterdam, die door Roelofarendsveen loopt.
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
gemeente is met de auto bereikbaar via de autosnelweg A4/E19, Rotterdam/Den Haag-
3 GEMEENTE ALKEMADE
LIGGING EN KARAKTERISTIEK VAN ALKEMADE
SAB• AMSTERDAM
1.2
Grondgebied gemeente Alkemade
Voor waterrecreanten is de gemeente per boot bereikbaar. Voor watersporters biedt de gemeente veel mogelijkheden. Ook wandelaars en fietsers kunnen terecht in deze omgeving. Er zijn diverse fiets- en wandelroutes uitgezet. dorpen: Roelofarendsveen, Oude Wetering, Nieuwe Wetering, Rijpwetering, Oud Ade en Kaag. De economische structuur is gevarieerd: veeteelt en glastuinbouw (kassen), industrie en handel, alsmede toerisme en recreatie (watersport). In het landelijk gebied wordt de bebouwing gekenmerkt door het grote aandeel van de glastuinbouw. In Roelofarendsveen hebben zich bedrijventerreinen ontwikkeld met transportbedrijven, groothandels en loodsen. Gezien de geografische ligging vervult Leiden een centrumfunctie voor de gemeente Alkemade. Bestuurlijke samenwerkingsverbanden vallen bijvoorbeeld onder de noemer "Leidse Regio". Ook onderwijs- zorg- en cultuurvoorzieningen waar inwoners van Alkemade op aangewezen zijn, zijn in Leiden te vinden. De gemeente had op 1 januari 2006 14.514 inwoners. Daarvan wonen de meesten (circa 11.000) in de aaneengebouwde kernen Roelofarendsveen en Oude Wetering. De totale oppervlakte van Alkemade is 3.088 ha.
LEESWIJZER TOELICHTING Het voorliggende bestemmingsplan bestaat uit een plankaart met bijbehorende voorschriften, vergezeld van een toelichting. De voorschriften en de plankaart vormen de juridisch bindende elementen van het bestemmingsplan. De toelichting van dit bestemmingsplan is opgebouwd uit vijf hoofd hoofdstukken. Na dit inleidende hoofdstuk volgt in hoofdstuk 2 het hoofdstuk ‘ruimtelijke beschrijving Alkemade’. Hierin wordt een beschrijving opgenomen van de ruimtelijke en historische karakte-
monumenten en de gemeentelijke monumenten uit het inventarisatiedocument ‘waarde-
SAB
AMSTERDAM
1.3
•
|
4 PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
De gemeente Alkemade bestaat overwegend uit landelijk gebied (grasland) en heeft 6
ristieken van de gemeente als geheel, van de verschillende dorpskernen en van de beschermde gemeentelijke dorpsgezichten. Daarnaast is een lijst opgenomen van de rijksvolle objecten’. Met deze uitgebreide beschrijvingen wordt aangegeven wat de situatie is die middels voorliggend bestemmingsplan ruimtelijk-juridisch wordt beheerd. Hieraan liggen planologische afwegingen ten grondslag. De beelden die in deze parapluherziening opgenomen zijn, zijn grotendeels afkomstig uit het inventarisatiedocument. In hoofdstuk 3 komt de uitvoerbaarheid van het plan aan de orde. De verschillende van invloed zijnde haalbaarheidsaspecten zoals het relevante beleid en regelgeving, de economische haalbaarheid en de handhaafbaarheid worden in dit hoofdstuk beschreven. In hoofdstuk 4 is de wijze van bestemmen aangegeven. Er wordt een antwoord gegeven op de vraag hoe hetgeen in voorliggend plan juridisch wordt geregeld. Er wordt beschreven hoe de plankaart en de voorschriften zijn opgebouwd en welke bestemmingen er in het plan voorkomen. Ook wordt in dit hoofdstuk aangegeven hoe de voorschriften moeten worden geïnterpreteerd en uitgelegd. In het laatste hoofdstuk van dit bestemmingsplan wordt ingegaan op de procedure die voorliggend bestemmingsplan doorloopt.
beheer er voor de ruimtelijke structuur van Alkemade uitziet en waarom dat zo gedaan wordt. Hiertoe wordt in paragraaf 2.2. de ontstaansgeschiedenis beschreven. In paragraaf 2.3 is een beschrijving gegeven van de verschillende dorpen binnen de gemeente Alkemade. Daarna wordt in paragraaf 2.4 een beschrijving gegeven van de beschermde gemeentelijke dorpsgezichten. Paragraaf 2.5 geeft een overzicht van de rijks- en gemeentelijke monumenten in de gemeente. In paragraaf 2.6 wordt ingegaan op de achtergronden bij het beheer van de ruimtelijke situatie. Voor het beheer is met name de planologische gedachte achter de bestemmingssystematiek van belang. Het is de beleidsmatige motivering voor de manier waarop de beheerfunctie van dit bestemmingsplan wordt ingevuld.
2.2
ONTSTAANSGESCHIEDENIS De geschiedenis van Alkemade gaat terug tot het einde van de dertiende eeuw. Toen werd het gebied dat Alkemade destijds omvatte opgekocht. De achtereenvolgende bezitters werden daardoor automatisch de 'Heren van Alkemade', van wie de eerste Dirk van Alkemade. De heren woonden op het slot Alkemade, dat ten noorden van Warmond lag, met riant uitzicht over de Kagerplassen. Het kasteel stond er al in de 9e eeuw en werd meerdere keren verwoest en opgebouwd, maar de verwoesting tijdens het beleg van Leiden betekende het definitieve eind van het slot. In 1291 schonk graaf Floris V aan de heer van Alkemade het 'recht van Heerlijkheid', dat wil zeggen: een vorm van rechtspraak en bestuur, zoals onder andere het jachtrecht en het recht om tienden te heffen. Zo was de Heerlijkheid Alkemade geboren, die in 1795 weer werd opgeheven en werd wat het nu nog is: de Gemeente Alkemade. Het wapen van de gemeente werd overgenomen van de eerste heer van Alkemade, Dirk van Alkemade. Omstreeks 900 vestigden zich de eerste bewoners in dit gebied. Zij waren afkomstig van de reeds eerder bewoonde duinen en geestgronden, waar men behoefte kreeg aan ruimte. Deze eerste occupatie ging niet verder dan het riviertje de Oude Ade. De verkaveling in dit gebied is een soort blokverkaveling. Het is een spontane en planloze verkaveling, waarbij zoveel mogelijk van natuurlijke grenzen, als waterlopen, gebruik gemaakt werd. Ondanks overstromingen nà de eerste occupatie bleef het verkavelingspatroon in hoofdzaak behouden. In dit gebied vestigde men zich niet in dorpen, maar in verspreid liggende boerderijen. Ten oosten van de Oude Ade bleef lange tijd een moerasachtige wildernis liggen, begrensd door de dorpen Leimuiden, Rijnsaterwoude en Esselijckerwoude. Deze wildernis werd in het begin van de 13e eeuw na de oprichting van het Hoogheemraadschap Rijn-
GEMEENTE ALKEMADE
|
Deze parapluherziening is beheergericht. In dit hoofdstuk wordt aangegeven hoe dit
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
INLEIDING
5
|
2.1
RUIMTELIJKE BESCHRIJVING
SAB• AMSTERDAM
2
land ontgonnen. Deze ontginning heeft vanuit het oosten plaats gehad in de vorm van een soort slagenverkaveling (= strokenverkaveling, met bewoning op de kavels), de copeverkaveling. De cope is een door de graaf uitgegeven stuk veengrond ter ontginning 6
maten gebonden. De werkwijze was als volgt: vanaf de ontginningbasis (weg, dijk of
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
(Nieuwkoop, Boskoop). De grootte van de eenheden, lengte en breedte, waren aan vaste wetering) zette men loodrecht daarop de kavels uit en eindigde met een nieuwe wetering, van waaruit men weer verder werkte. Voor Alkemade loopt dit als volgt: als eerste ontginngsbasis gaan we uit van de dorpen Leimuiden, Rijnsaterwoude en Esselijckerwoude. De tweede linie, gesticht vanuit de dorpen was respectievelijk Oude Wetering, Roelofarendsveen en Woudbroek (later Woubrugge). De derde linie is Nieuwe Wetering, Rijpwetering en Ofwegen. Met de groei van de Hollandse steden aan het eind van de Middeleeuwen ontstond een grote behoefte aan brandstof. Het houtaanbod werd snel kleiner en de behoefte aan turf daardoor steeds groter. Grote delen van het veenweidegebied in West-Nederland zijn toen afgegraven, vooral de gebieden op enige afstand van de rivieren zoals Alkemade aangezien hier het als brandstof zeer geschikte veenmosveen voorkwam. Door deze grootschalige verveningen was een landschap vol plassen ontstaan, die veelal nog vergroot werden door afslag van de oevers op plaatsen waar de wind vrij spel had.
SAB
•
AMSTERDAM
|
Bewoning bleef grotendeels beperkt tot de oude hooggelegen stroomrug.
Historische kaart, bron: Grote Historische Atlas van Nederland
Na de ontwikkeling van verbeterde windmolens konden de eerste veenplassen in de 17e eeuw worden drooggemalen. In de 18e en 19e eeuw vonden dezen inpolderingen op grotere schaal plaats. De grote rijkdommen die Holland zich in deze periode verworven had, werden op deze wijze belegd. De Veender- en Lijkerpolder ten oosten van Rijpwetering werd in 1784 drooggemalen, de Akkerslootpolder in 1816. Zo ontstond een landschap met relatief grote hoogteverschillen. In de droogmakerijen werd een beperkt aantal boerderijen gebouwd.
De landschappelijke hoofdstructuur van veenpolders, veenstromen en droogmakerijen is nog grotendeels intact. Het grootste deel van de copeverkaveling is echter door de vervening verdwenen. In plaats daarvan kwam de rationele verkaveling van de droogmakerijen. schap gaan vormen. De rijksweg A4 is later over de oude structuur heen gelegd en vertoont daarmee geen enkele visuele relatie.
BESTAANDE RUIMTELIJKE SITUATIE: DE DORPEN
Deze dorpskern ligt in het noordwesten van de gemeente op het eiland Kaagerpolder. De Kagerpolder maakt deel uit van het Kagerplassengebied, dat een onderdeel vormt van het veenplassenlandschap. Het Kagerplassengebied wordt gekarakteriseerd als een open tot zeer open veenweidegebied, afgewisseld met een stelsel van meren. Dit landschap is het resultaat van 3000 jaar durende veenvorming en ongeveer zeven eeuwen menselijke beïnvloeding. Veenstromen en natuurlijke meren doorsneden de uitgebreide veengebieden. Door ontginning en het uitvenen van deze gebieden is veel van de kwaliteiten van het vroegere landschap verloren gegaan. In de loop der eeuwen is de bodem sterk geklonken, waardoor open meren ontstonden en de veengronden van kaden moesten worden voorzien. Opvallend is de hoge ligging van het boezemwater ten opzichte van de omringende veenweidegebieden. Het verschil bedraagt ongeveer een meter, veroorzaakt door inklinking van veen. Het verkavelingspatroon in de Kagerpolder bestaat uit een onregelmatige slagenverkaveling, die kenmerkend is voor het veenweidegebied. De bebouwingskern Kaag heeft aan de westzijde van de Kagerpolder als ontginningsas gefungeerd. Het zuidelijk deel van de polder heeft een noordzuidgeoriënteerde verkaveling, het noordelijk deel een oostwestgerichte verkaveling. Het grondgebruik bestaat uit grasland ten behoeve van intensieve veehouderij. De kade rond de Kagerpolder is relatief laag. Waarschijnlijk is Kaag de oudste van alle dorpskernen in Alkemade. Kaag komt van het woord "kaghe", wat buitendijks land betekent en al in 1308 voorkwam. Het was vanouds een vissersdorp, vooral oudvissers van de vaart op de grote rivieren vestigden er zich. Ter plaatse van het huidige Kaagdorp was ook in de 19e eeuw al sprake van bebouwing. Uit een beschrijving van Kaageiland in 1845 blijkt dat er in dat jaar reeds 28 woningen, 4 boerderijen, een molen en een kapel voorkwamen. Het merendeel van deze bebouwing bevond zich aan de westzijde van het eiland in de vorm van een bebouwingslint aan weerszijden van de Julianalaan. Sinds 1849 is aan de noordzijde van Kaag een scheepswerf gevestigd. Het betreft het huidige bedrijf van Van Lent. De werf heeft een schaal die sterk afwijkt van zijn omgeving. Wel is de werf nauw met de omgeving verweven. Het gehucht van destijds is in de loop der jaren uitgegroeid tot een dorp met bijna 250 woningen, enkele eigen voorzieningen en een aantal jachthavens. Kaag is gevestigd in een karakteristiek, relatief open en groen veenweidelandschap met veel water. In de kern komen enkele gedeelten voor, die een vrij uitzicht over de Kager-
|
Kaag
SAB• AMSTERDAM
2.3.1
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
2.3
7 GEMEENTE ALKEMADE
De provinciale weg N445 is door de jaren heen min of meer een onderdeel van het land-
plassen of de polder bieden en als zodanig van grote betekenis zijn voor de landschappelijke beleving. De directe omgeving van het dorp vertoont een sterke verdichting in het landschap, 8
zijn de bebouwing van Buitenkaag en de kruising van de A44 en de spoorlijn Den Haag-
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
waarin zich verschillende stedelijke elementen presenteren. Deze stedelijke elementen Amsterdam met de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Kaag ligt op een eiland en is dus alleen te bereiken via het water per boot of via het pontje over de Ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Kaag is een goede uitvalsbasis voor waterrecreatie gezien de nabijheid van de Kagerplassen Er zijn jachthavens, zeilscholen en er is botenverhuur.
2.3.2
Oude wetering Oude Wetering is samen met Rijpwetering en Nieuwe Wetering ontstaan als stichtingen vanuit Leimuiden en Rijnsaterwoude. Rond 1342 worden zij voor het eerste vermeld. Oude Wetering ligt in het noordoosten van Alkemade, tegen Roelofarendsveen aan en heeft een dorps karakter. Oude Wetering was echt een scheepvaartdorp gericht op visserij en zeilvaart. Op de Wetering bestond in de 13e eeuw reeds een druk scheepvaartverkeer. Het was de verbinding tussen noord en zuid. Er waren toen nog weinig zeewaardige schepen, dus b.v. van Hamburg naar Vlaanderen voer men over de Zuiderzee via Amsterdam binnendoor naar het zuiden. Bij slecht weer wachtte men op Wetering een beter tij af. Vanzelfsprekend ging men zich in Oude Wetering op de scheepvaart instellen: scheepswerven, zeilmakerijen, schipperscafés en bevoorradingswinkels, etc. In 1749 telde het dorp 117
AMSTERDAM
|
huizen, Nieuwe Wetering daarentegen slechts 38 en Kaag 82. Tegenwoordig is de kern Oude Wetering samen met Roelofarendsveen de grootste van Alkemade. De detailhandel van de gehele gemeente Alkemade is hoofdzakelijk geconcen-
•
treerd in deze dorpen. In het centrum van Oude Wetering bevindt zich het winkelcentrum
SAB
De Meerkreuk. Elke vrijdagochtend is er tevens een markt. Er zijn diverse zeilscholen, jachthavens en botenverhuurbedrijven. Het Braassemermeer is dan ook dichtbij.
2.3.3
Roelofarendsveen Niet lang nadat in 1342 de dorpen Rijpwetering, Oude Wetering en Nieuwe Wetering hun naam kregen, ontstond het dorp Roelofarendsveen. Lange tijd was het dorp even groot als Oude Wetering. In 1749 bestond Roelofarendsveen uit 110 huizen. In dit tuinbouwdorp was in de 18e eeuw de gehele oppervlakte reeds voor de tuinbouw bestemd. Per dag gingen drie groenteschuiten naar Amsterdam. Nu is Roelofarendsveen samen met Oude Wetering de grootste plaats uit de gemeente. De beide dorpen zijn vrijwel aan elkaar gegroeid. Markant herkenningspunt is de watertoren die met zijn 31 meter al van verre te zien is. Deze toren is nu multifunctioneel in gebruik als winkel, expositieruimte en woning. In het centrum van Roelofarendsveen bevindt zich winkelcentrum Noordplein. Langs rijksweg A4 heeft Roelofarendsveen drie bedrijventerreinen, De Lasso Zuid, De Lasso Noord en het nieuwe Veenderveld. Daarnaast zijn er twee grote glastuinbouwgebieden.
2.3.4
Rijpwetering Rijpwetering ligt in het midden van de gemeente Alkemade. De naam Rijpwetering komt het eerst voor rond 1342. Het dorp is van oorsprong gericht op veeteelt. Nu nog zijn er
ruimtelijke structuur. Tevens is in de jaren '90 besloten om parallel aan de A4 de HSLZuid aan te leggen, waarvan de voltooiing medio 2007 is gepland. De HSL-Zuid verbindt de steden Amsterdam, Rotterdam, Brussel en Parijs. Vanuit Rijpwetering zijn de Kager Plassen bereikbaar via het meertje Koppoel. In Rijpwetering liggen diverse jachthavens. Door de economische teruggang in de agrarische sector, waarbij door schaalvergroting en modernisering steeds meer agrarische bedrijven zijn beëindigd, zijn veel agrarische gebouwen vrijgekomen en door andere functies ingenomen. Veel voormalige agrarische bebouwing is in gebruik voor bewoning, maar ook verschillende bedrijven (met een relatief grote ruimtevraag) hebben zich in het gebied gevestigd. Hierdoor is een diversiteit ontstaan aan gebouwen en functies in het oude dorpslint.
2.3.5
Nieuwe wetering Nieuwe Wetering ligt ten westen van de snelweg A4. Tussen de A4 en het dorp wordt de HSL aangelegd. Ten westen van het dorp ligt een tuinbouwgebied. De bebouwing vormt evenals in Rijpwetering een lint. Het dorp heeft het minste aantal straten van alle dorpskernen van Alkemade. Nieuwe Wetering heeft geen winkels, maar wel een groot verenieigen identiteit.
2.3.6
Oude Ade Oud Ade ligt in het westen van de gemeente vlakbij Rijpwetering. Het is het jongste dorp van de gemeente Alkemade. In 1731 stonden er pas drie boerderijen. Inmiddels is het inwonertal flink gegroeid in het dorp. Oud Ade ligt in de Vrouw Vennepolder en de Akkerslootpolder. Voor het droogmaken van beide polders zijn molens gebruikt, die nu nog intact zijn. De Vrouw Vennemolen is gebouwd in 1632 en na herbouw in 1835 en restauratie in 1998 nu weer in gebruik genomen.
SAB• AMSTERDAM
|
gingsleven. Hierdoor heeft Nieuwe Wetering, ondanks de geringe omvang, toch een
GEMEENTE ALKEMADE
tussen 2000 en 2010 verbreed tot 6 rijstroken en vormt een wezenlijk onderdeel in de
|
De bebouwing vormt een lint. Het dorp staat haaks op rijksweg A4. De rijksweg A4 is
9
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
diverse veehouderijen.
2.4
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
10
2.4.1
DE BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN
Julianalaan (Kaag) Binnen de langgerekte structuur van Kaag is nog veel van de oude, karakteristieke bebouwing overgebleven. In het gebied komt nog een aantal boerderijen of als woning gebruikte boerderijen voor, die getuigen van het oorspronkelijke agrarische karakter. Deze gebouwen staan vrijwel zonder uitzondering loodrecht op en aan weerszijden van de Julianalaan. De intimiteit van deze weg is groot door het eenvoudige, smalle profiel, de ongedwongen ligging van de bebouwing, de kleinschaligheid en de steeds afwisselende beplanting. De Julianalaan kenmerkt zich door een afwisseling van functies: naast elkaar komen bedrijven, woningen, boerderijen, recreatieve voorzieningen en (horeca)voorzieningen voor. Deze vervlechting van functies is karakteristiek voor het plangebied. Een deel van de bebouwing aan de Julianalaan wordt beschouwd als cultuurhistorisch waardevol of tenminste karakteristiek. Het betreft woningen, boerderijen en grotere bebouwing, waarvan het karakter wordt bepaald door ligging, bouwmassa, kapvorm, materialen, lage goothoogte, geringe breedte en oppervlakte. In meer of mindere mate kunnen cultuurhistorische aspecten daarbij een rol spelen. Naast de vervlechting van functies en de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing is de Julianalaan zelf - en met name het tracé en profiel daarvan - van belang voor de karakteristiek van het plangebied. De Julianalaan volgt de oever van de Dieperpoel en het ’sGravenwater en heeft daardoor een zeer bochtig verloop. Het wegprofiel is erg smal (3 tot 5 meter). De bebouwing is uitgesproken kleinschalig. De bebouwing vormt een min of meer aaneengesloten lint, waarin het oorspronkelijk agrarisch karakter nog steeds herkenbaar is door de aanwezigheid van enkele boerderijen. Beeldbepalende onderdelen van dit lint zijn de Rijks- en gemeentelijke monumenten, voornamelijk boerderijen maar ook een kerk. Voor de beleving van de laan is bovendien de beplanting in de vorm van heggen van groot belang. In combinatie met het tracé en verloop van de laan mag deze beplanting als karakteristiek worden beschouwd. Het beschermde dorpsgezicht Julianalaan omvat de adressen Julianalaan 1 t/m 72, een gebogen lint van ca. 800 meter.
2.4.2
Kerkstraat – Veerstraat (Oude Wetering) De oude kern van Oude Wetering wordt gevormd door het lint van de Kerkstraat en Veerstraat. Dit lint is een van de belangrijkste dragers van de ruimtelijke hoofdstructuur
dan de ten westen van het lint gelegen woonwijken. De grens van het hoger gelegen deel volgt de lintstructuur en wordt begrensd door de noordzuid georiënteerde Ringsloot. De randen van infrastructuur en water zijn als duidelijke grenzen van het gebiedaanwezig. Bepalend voor het profiel van de Kerkstraat en Veerstraat is de aanwezigheid van een straatwand aan de westzijde en de wetering aan de oostzijde.
Binnen deze ruimtelijke structuren bevindt zich de bebouwing en de in hoofdzaak aanwezige woonfunctie. Het lint heeft een gesloten bebouwingsstructuur met veelal karakteristieke huizen, een aantal monumenten en kleinschalige nieuwbouw (zoals aan het Johan Sepershof). Het lint is georiënteerd op het water van de Oude Wetering en staat hierdoor als het ware met de rug richting het lager gelegen deel (de vroegere Googerpolder) en de rest van de bebouwde kom van Oude Wetering en Roelofarendsveen. De diepe achtertuinen van de woningen aan de Kerkstraat en Veerstraat en twee kerkhoven dragen bij aan het groene karakter. De bebouwing heeft een uitgesproken dorps karakter met doorgaans een opbouw van een begane grond en dakverdieping. De nokrichting is loodrecht op of evenwijdig aan de rooilijn, waardoor het afwisselende straatbeeld wordt versterkt. Beeldbepalende onderdelen van de lintbebouwing zijn een drietal kerken, waaronder twee Rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten.
2.4.3
Witte Singel – Noordkade – Het Haventje (Roelofarendsveen) De lintbebouwing langs het Zuideinde wordt ter hoogte van het Braassemermeer onderbroken door een vaart, die via een sluis in verbinding staat met het meer. Vaart en sluis hebben een belangrijke rol gespeeld bij het transport (met schuiten) van bloemen en tuinbouwproducten naar het (voormalige) veilinggebouw,dat zich bij de sluis bevindt. De grotendeels aaneengesloten bebouwing in de omgeving van de sluis: resp. de Witte Singel aan de zuidzijde en de Noordkade aan de noordzijde vormt een nederzetting met een herkenbaar eigen karakter. Met name de bebouwing
GEMEENTE ALKEMADE
Dit deel is door de ligging op een dijklichaam duidelijk hoger in het landschap gelegen
|
bouwing heeft de vorm van een traditionele dijknederzetting behouden.
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
westelijke oever vormt van de Oude Wetering. De grotendeels aaneengesloten lintbe-
|
Kerkstraat en Veerstraat liggen in elkaars verlengde en vormen één rechte straat die de
11
SAB• AMSTERDAM
van Oude Wetering.
rondom de sluis is zeer karakteristiek. Behalve de sluis met ophaalbrug is ook de sluiswachterwoning Noordkade 1 een blikvanger en aangewezen als gemeentelijk monument. Het beschermde gemeentelijke dorpsgezicht omvat beide oevers van de vaart tussen het Zuideinde en de oever van het Braasemermeer, een strook met een lengte
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
12
van ca. 200 meter.
2.4.4
Aderpolder/Boerenbuurt (Rijpwetering) De Aderpolder heeft een oppervlakte van ongeveer een vierkante kilometer. De polder wordt aan de noordzijde begrensd door een ca 1,5 kilometer lang gedeelte van de Ringvaart, aan de oostzijde door de Ade, aan de zuidzijde door de Boerenbuurt en aan de westzijde door de Balgerij. De polder is alleen over het water bereikbaar. Daardoor is het landelijk karakter opmerkelijk gaaf gebleven, mede door de afwezigheid van recreatiebouw. De bebouwing, bestaande uit een drietal boerderijen met bijgebouwen, een molen en een woning, is gesitueerd aan de ringdijk. Aan weerszijden van de Boerenbuurt zijn enkele boerderijen dicht bij elkaar gesitueerd. Twee boerderijen (Aderpolder 2 en 4) hebben monumentale kwaliteit en zijn Aangewezen als gemeentelijk monument. De polder is waardevol vanwege het onaangetaste landelijke karakter en de kleinschaligheid van de schaarse bebouwing.
rijksmonumenten
lens en een zeven boerderijen. Hieronder worden de Rijksmonumenten per dorpskern genoemd. Kaag Julianalaan 29, Boerderij 18e eeuw Julianalaan 16;18, Boerderij 17e eeuw Julianalaan 20;22, Boerderij, waarschijnlijk 18e eeuw onbekend, Poldermolen "De Kaager" Oud Ade Boekhorsterweg 1, boerderij 17e eeuw Boekhorsterweg 11, Voormalig rechthuis v.d. "Vrije en Lage Boeckhorst" Rodepolder 1, Boerderij "de Moppenhoeve" 17e eeuw Blauwe polder 4, "Blauwe Molen" Leidseweg 4;6, Pastorie 1881 onbekend, Poldermolen "De rode molen" 1632 onbekend, Poldermolen "De Vrouw Venner" 1835 herbouwd Oude Wetering Kerkstraat 11, NH kerk Kerkstraat 40, Huis zonder verdieping begin 19e eeuw
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
Julianalaan 7, NH Kerk
13 GEMEENTE ALKEMADE
De gemeente Alkemade heeft 33 Rijksmonumenten waaronder vijf kerken, dertien mo-
|
2.5.1
DE MONUMENTEN
Kerkstraat 41, Remonstrantse kerk Kerkstraat 46;47;48, Herenhuis omstreeks 1774 Roelofarendsveen Noordeinde 187, RK kerkgebouw (18e eeuwse preekstoel e.a.) Googermolenweg 1, Poldermolen "De Googer" Aderweg 2, Veendermolen Rijpwetering Koppoellaan 3, Huis eerste helft 19e eeuw Koppoellaan 22, Herberg "De Vergulden Vos" Achterdijk 2, Langgerekte hoeve eind 18e eeuw Pastoor v.d. Plaatstraat 79, Hoeve waarschijnlijk 18e eeuw Pastoor v.d. Plaatstraat 24;26, Boerderij met deftig woongedeelte 1846 Zuidweg 57, Boerderij Aderpolder 3, Poldermolen 1941 onbekend, Buurtermolen onbekend, Poldermolen 1793 Pastoor v.d. Plaatstraat 17, O.L. Vrouw Geboorte 1860 Poeldijk 8, Molen 1780 Poeldijk 1, Molen 1780 Poeldijk 15, Poldermolen "De Moppemolen" 1792 Achterdijk 11, Poldermolen 1857
SAB• AMSTERDAM
2.5
2.5.2
gemeentelijke monumenten Met de recent uitgevoerde inventarisatie waardevolle objecten heeft het gemeentebestuur van Alkemade een lijst met 87 gemeentelijke monumenten vastgesteld. Hieron-
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
14
der worden de gemeentelijke monumenten per dorpskern genoemd. Kaag Julianalaan 11, villa-achtig woonhuis 1912 Julianalaan 13, boerderijwoning met stallen 1914 Julianalaan 52, woonhuis 1886.
Julianalaan 52
Julianalaan 11
Nieuwe Wetering Achterweg 2, boerderijcomplex 18e eeuw Achterweg 19, woonhuis-bollenschuur ca. 1925 Achterweg 35-37, boerderijwoning ca. 1890 Noordveenweg 4, boerderijwoning ca. 1900 Noordveenweg, sluis 1880 Voorweg 1, boerderijcomplex 18de eeuw Voorweg 2, woonhuis ca. 1895 Voorweg 18-20, stal 18de eeuw Voorweg 54-65, boerderijwoning en stal eind 19de eeuw Voorweg 153, woonhuis ca. 1895 Oud Ade Boekhorsterweg 19, boerderijwoning en stallen 18de/19de eeuw Boekhorsterweg 21, boerderijcomplex met stallen ca. 1880 Bospad 17, woonhuis ca. 1850 Hofdijklaan 13, boerderij op L-vormig plattegrond ca. 1700 Kolk 4, woonhuis ca. 1860 Kolk 12, woonhuis ca. 1900 Leidseweg 2, boerderijwoning met stal en schuren ca. 1890 Leidseweg 11/13, boerderijwoning met stal ca. 1905 Leidseweg 23, boerderijcomplex ca. 1910 Leidseweg 30, woonhuis ca. 1930 Leidseweg 32, boerderijwoning met stal ca. 1700 en bijgebouwen deels 19de eeuws Leidseweg 44, boerderijwoning ca. 1895 Leidseweg 46, boerderijwoning met stal ca. 1890 Zwarteweg 4, boerderijwoning met stal 1821 Zwarteweg t.o. 8, wc-hokje ca. 1900 Zwarteweg 10-12, boerderijwoning 17de eeuws
Zwarteweg 13, boerderijwoning ca. 1850
Hofdijklaan 13
Leidseweg 32
Oude Wetering Kerkstraat 7, woonhuis ca. 1935 Kerkstraat 10, herenhuis ca. 1880 Kerkstraat 32, woonhuis ca. 1900 Kerkstraat 37, woonhuis ca. 1900 Kerkstraat 42, woning ca. 1875 Kerkstraat 50, kerk 1909 Kerkstraat 59, woonhuis 1915 Kerkstraat 71, woonhuis 18de/19de eeuws Kerkstraat 75, boerderijwoning 18de eeuws
SAB• AMSTERDAM
|
Kerkstraat 79, woonhuis ca. 1895
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
GEMEENTE ALKEMADE
15
Kerkstraat 10
Kerkstraat 91, herenhuis 1882 Plantage bij 78, gemaal-transformatorhuisje ca. 1920 Plantage 153, starttoren 1950-1952 Veerstraat 1, woonhuis ca. 1790 Veerstraat 1b, woonhuis ca. 1890 Veerstraat 5, woonhuis 18de eeuws Veerstraat 8, woonhuis ca. 1870 Veerstraat 9, woonhuis ca. 1900
Kerkstraat 50
Veerstraat 10, woonhuis ca. 1900 Veerstraat 19, woonhuis 1850-1875 Veerstraat 20, woonhuis 1750-1790 en 19de eeuws Veerstraat 40, woonhuis-pottenbakkerij 1911
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
16 Rijpwetering Achterdijk 1, woonhuis ca. 1900 Aderpolder 2, boerderijwoning en stal eind 17de, begin 18de eeuw Aderpolder 4, boerderijwoning en bakhuis 1859 Buurterpolder 3, boerderijwoning en stal 17de eeuw Koppoellaan 4, woonhuis ca. 1935 Koppoellaan 21, woonhuis ca. 1920 Oud Adeselaan 2, woonhuis ca. 1935 Pastoor Van der Plaatstraat 8-10, woonhuizen ca. 1905
Aderpolder 2
Pastoor Van der Plaatstraat 8-10
Pastoor Van der Plaatstraat 17, pastorie ca. 1860 Pastoor Van der Plaatstraat 28-28a, boerderijwoningen ca. 1875 Pastroor Van der Plaatstraat 31, boerderijwoning 1870 Pastoor Van der Plaatstraat 117, woonhuis ca. 1860 Zuidweg 20, boerderijwoning met stal en hooiberg ca. 1890 Zuidweg 53a, boerderijwoning met hooiberg en hooimijt ca. 1890 Roelofarendsveen Narcisstraat 3, woonhuis 1910 Noordeinde 6, woonhuis 1918 Noordeinde 76, woonhuis met pakhuis/bollenschuur 1927 Noordeinde 110, woonhuis ca. 1915 Noordeinde 164, woonhuis ca. 1895 Noordeinde 166, huisartsenpraktijk en woning ca. 1890 Noordeinde 173, woonhuis 1910 Noordeinde 185, pastorie 1877 Noordeinde bij 187, heiligenbeelden 1875-1900 Noordeinde 242, woonhuis ca. 1915 Noordhoek 7, watertoren 1931 Noordhoek t.o. 7, verzetsmonument 1949 Noordkade 1, woonhuis 1880 Noordkade t.o. 1, brug met sluis 1892 Noordkade 15, woonhuis met bollenschuur ca. 1925
Pastoor Onelplein 1-3, kerk met pastorie ca. 1950 Westeinde 47, woning ca. 1935 Westeinde 79, woonhuis en bedrijfspand ca. 1930 Westeinde 81, hotel-pension met garage ca. 1935 17
Witte Singel 5-6, woonhuizen ca. 1925
|
Noordeinde 185
SAB• AMSTERDAM
Noordhoek 7
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
GEMEENTE ALKEMADE
Zuideinde bij 105, bollenschuur ca. 1900
3
B E H E E R V A N D E B E S TA A N D E R U I M T E L I J K E S I T U AT I E
3.1 3.1.1
inleiding
te behouden en nadrukkelijk een plaats te geven in de toekomstige ontwikkelingen. In de praktijk betekent dit dat de historische karakteristieken, zoals omschreven in de toelichting bij de aanwijzing, een belangrijke plaats krijgen bij de ruimtelijke inrichting. De bescherming heeft niet tot doel de bestaande situatie te bevriezen of elke verandering tegen te houden. Nagestreefd wordt dat de hoofdstructuur van het gebied in stand blijft en ontwikkelingen blijven aansluiten op het historische karakter. Daarnaast maakt het bestemmingsplan het mogelijk eventuele veranderingen aan gebouwen en ruimtelijke inrichting te toetsen aan de aanwezige historische karakteristieken.
3.1.2
bestemming beschermd gemeentelijk dorpsgezicht Op de plankaart zijn de gebieden aangegeven die zijn aangewezen als beschermd gemeentelijk dorpsgezicht. De ruimtelijk-juridische verankering van de beschermde dorpsgezichten in deze parapluherziening heeft tot gevolg dat de gronden die zijn gelegen binnen het beschermde dorpsgezicht naast de eigenlijke functie(s), tevens zijn bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van de ruimtelijke karakteristiek en voor behoud
AMSTERDAM
• SAB
BEHEER VAN DE BESCHERMDE GEMEENTELIJKE DORPSGEZICHTEN
Het doel van de aanwijzing als beschermd dorpsgezicht is de historische karakteristieken
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
18
van cultuurhistorische waarden van het beschermd dorpsgezicht.
3.1.3
vergunningenstelsel in verband met wijzigen of sloop van bouwwerken Binnen het beschermd gemeentelijk dorpsgezicht is het verboden bouwwerken te beschadigen of te vernielen. Daarnaast is sprake van een vergunningenregime inzake wijziging of sloop van bouwwerken. Dit geldt voor alle bouwwerken, dus niet alleen voor beschermde monumenten. Een uitzondering wordt gemaakt indien er gesloopt wordt als gevolg van een aanwijzing van burgemeester en wethouders. Verder geldt in zijn algemeenheid ten aanzien van het slopen van bouwwerken in beschermde dorpsgezichten dat de beslissing op een aanvraag om sloopvergunning kan worden aangehouden als voor een, in de plaats van het te slopen bouwwerk, op te richten bouwwerk een bouwvergunning is vereist en aangevraagd maar deze nog niet is verleend. Het verlenen van goedkeuring tot het slopen van een bouwwerk in een beschermd dorpsgezicht kan dus afhangen van het verlenen van (eventuele) goedkeuring tot het bouwen van een nieuw bouwwerk. Deze laatste kan dan weer worden getoetst aan het ter plaatse vigerende bestemmingsplan en de ter plaatse geldende welstandseisen. Tenslotte geldt een vergunningenregime voor het wijzigen van onroerende zaken, geen bouwwerken zijnde, waaronder begrepen straten, wegen, wateren, groen en erfscheidingen – niet zijnde bouwwerken. Burgemeester en wethouders vragen advies aan de monumentencommissie voordat zij beslissen op een vergunningaanvraag.
nader afwegingskader voor vrijstellingen
bepalingen behorende bij de verschillende bestemmingen. Vrijstelling is alleen mogelijk per afzonderlijk, concreet geval. Aan een vrijstelling worden voorwaarden verbonden. Op deze wijze hebben burgemeester en wethouders de mogelijkheid tot het maken van afwegingen van de noodzaak van ontwikkelingen ten opzichte van aanwezige belangen. Door het opnemen van een nader afwegingskader in deze parapluherziening krijgt het college van burgemeester en wethouders de bevoegdheid tot het maken van afwegingen vanuit een cultuurhistorisch perspectief in het geval van vrijstellingen ex artikel 15 WRO. Voordat burgemeester en wethouders over de vrijstelling een besluit nemen vragen zij advies aan de monumentencommissie.
3.1.5
nadere eisen regeling In de vigerend bestemmingsplannen voor de gronden gelegen binnen de dorpsgezichten zijn bebouwingsvoorschriften opgenomen die eisen stellen aan de plaats, afmeting en vormgeving van bebouwing. Voor de conservering van de ruimtelijke kwaliteit van de beschermde dorpsgezichten kan in een concreet geval een nader voorschrift op bepaalde punten noodzakelijk zijn. Om dit te beoordelen is in onderhavige parapluherziening de bevoegdheid voor het college van burgemeester en wethouders tot het stellen van nadere eisen opgenomen. Het stellen van nadere eisen kan alleen voor die eisen die reeds in de bebouwingsvoorschriften zijn neergelegd. Nadere eisen kunnen in het algemeen betrekking hebben op het bebouwingsvlak, de bebouwingsgrens, de bebouwingsschaal naar breedte, diepte en hoogte, de gevelvorm- en indeling, de dak- en kapvorm, de kleur en het materiaal van bebouwing. Voor het stellen van nadere eisen vragen burgemeester en wethouders advies aan de monumentencommissie.
3.1.6
kappenregeling Ten aanzien van hoofdgebouwen die gelegen zijn binnen de beschermde gemeentelijke dorpsgezichten en die voorzien zijn van een kap, geldt dat de kap dient te worden gehandhaafd. Het gaat hierbij specifiek om het handhaven van de bestaande kaprichting en kapvorm.
GEMEENTE ALKEMADE
hoeverre vrijstelling kan worden verleend van de bebouwingsvoorschriften en gebruiks-
|
heid op basis van artikel 15 WRO opgenomen. Deze bevoegdheid geeft aan of en in
19
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
beschermde gemeentelijke dorpsgezichten is in de voorschriften een vrijstellingsbevoegd-
|
In de vigerende bestemmingsplannen voor de gronden gelegen binnen de aangewezen
SAB• AMSTERDAM
3.1.4
3.2 3.2.1
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
20
BEHEER VAN DE RIJKS- EN GEMEENTELIJKE MONUMENTEN
inleiding Het is niet zo dat de panden binnen de beschermde dorpsgezichten automatisch de status van beschermd monument verwerven. Bescherming van gezichten en bescherming van objecten zijn verschillende instrumenten die elkaar kunnen aanvullen maar niet vervangen. Terwijl de gezichtsbescherming is gericht op de stedenbouwkundige karakteristiek en het toekomstig functioneren daarvan wil veiligstellen, is de objectbescherming erop gericht het architectonisch beeld veilig te stellen en de authenticiteit van het materiaal te behouden.
3.2.2
monumentenvergunning De Rijksmonumenten en de gemeentelijke monumenten genieten hun bescherming op basis van resp. de Monumentenwet 1988 en de Monumentenverordening 2004 van de gemeente Alkemade. Volgens artikel 11 van de Monumentenwet 1988 en artikel 14 van de Monumentenverordening 2004 is het verboden een beschermd monument te beschadigen of te vernielen. Daarnaast is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van burgemeester en wethouders, de zogenaamde “monumenten-vergunning”, een beschermd monument af te breken, te verstoren, te verplaatsen, in enig opzicht te wijzigen, te herstellen, te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze, waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht. Een dergelijke vergunning kan in het belang van de monumentenzorg worden geweigerd. Ook kunnen hieraan in het belang van de monumentenzorg voorschriften worden verbonden. Voor het bouwen in, op, aan of bij een rijks- of gemeentelijk monument is altijd een bouwvergunning nodig. Zelfs bij het plegen van normaal onderhoud en als de verbouwing door de gemeente is opgelegd, is een bouwvergunning nodig. Het ontbreken van de vereiste monumentenvergunning bij verbouw van een Rijksmonument is op basis van de limitatief-imperatieve weigeringsgronden zoals bepaald in artikel 44 van de Woningwet, reden tot het aanhouden van de behandeling van de aanvraag om bouwvergunning. Voor een gemeentelijk monument bestaat deze aanhoudingsplicht echter niet. Een aanvullende regeling in een bestemmingsplan ter bescherming van de monumenten leidt tot verwarring en dubbele regelgeving. In deze parapluherziening is dan ook geen nadere regeling voor gebouwde gemeentelijke en rijksmonumenten opgenomen. Zowel de Rijks- als de gemeentelijke monumenten zijn indicatief, dat wil zeggen met het ‘schildje’, op de plankaart opgenomen.
Hierbij moet worden gedacht aan onder meer het ruimtelijke beleid van de hogere overheden en de gemeente zelf, economische haalbaarheid en handhaafbaarheid. Voor deze parapluherziening geldt dat de bestaande situatie is getoetst op uitvoerbaarheid. In dit hoofdstuk is aangegeven wat hiervan de resultaten zijn.
4.2
BELEID Alvorens een bestemmingsplan te kunnen opstellen is het noodzakelijk te bekijken welke beleidslijnen zowel de gemeente als ook andere overheden uitgestippeld hebben.
4.2.1
rijksbeleid nota ruimte, deel 3 (2004) In de Nota Ruimte is het nationaal ruimtelijk beleid vastgelegd tot 2020. Bovendien bevat het een doorkijk op de langere termijn, namelijk de periode 2020-2030. De Nota Ruimte vervangt de ruimtelijk relevante rijksnota’s c.q. de planologische kernbeslissingen (PKB’s) behorende bij de Vierde nota over de ruimtelijke ordening Extra (en de Actualisering daarvan in de Vinac) en het Structuurschema Groene Ruimte. Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het relatief beperkte oppervlak van Nederland. Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen: versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland, bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland, borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden, en borging van de veiligheid. Met de Nota Ruimte heeft het kabinet gekozen voor een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid. Het accent verschuift daarmee van het stellen van beperkingen naar het stimuleren van ontwikkelingen. Er wordt meer nadruk gelegd op “ontwikkelingsplanologie” en minder op “toelatingsplanologie”. Daarbij is het belangrijk dat iedere overheidslaag in staat wordt gesteld de eigen verantwoordelijkheid waar te maken. Het Rijk heeft in de Nota Ruimte twintig Nationale Landschappen aangewezen, waaronder het Groene Hart. Deze landschappen hebben internationaal zeldzame, unieke en nationaal kenmerkende eigenschappen. Daardoor hebben ze ook bijzondere natuurlijke en recreatieve kwaliteiten. De Nota Ruimte geeft voor elk van deze Nationale Landschappen in het kort weer welke bijzondere kernkwaliteiten ze hebben. Het Groene Hart bestaat uit drie met elkaar samenhangende delen: het Hollands Utrechts veenweidegebied, de ‘waarden’ en de plassen, met elk hun eigen kernkwaliteiten. Het grondgebied van de gemeente Alkemade ligt in het plassengebied dat gekenmerkt wordt door open veenplassen en veenweide. Provincies werken de in de Nota Ruimte genoemde kernkwaliteiten uit in hun Streekplan. De kernkwaliteiten van Nationale Landschappen zijn bepalend voor de ruimtelijke ontwikkelingen die er mogelijk zijn. Uitgangspunt is dat deze kwaliteiten niet mogen worden
GEMEENTE ALKEMADE
lend voor de vraag of een nieuw bestemmingsplan ook daadwerkelijk uitvoerbaar is.
|
Het al dan niet voldoen aan verschillende randvoorwaarden en uitgangspunten is bepa-
21
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
INLEIDING
|
4.1
UITVOERBAARHEID
SAB• AMSTERDAM
4
aangetast. Woningbouw is binnen Nationale Landschappen alleen toegestaan voor de eigen bevolkingsgroei. De provincies zetten voor de Nationale Landschappen uitvoeringsprogramma’s op.
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
22
nota belvedère (1999) beleidsnota over de relatie cultuurhistorie en ruimtelijke ordening Vanuit een ontwikkelingsgerichte visie op de omgang met cultuurhistorie worden in deze nota beleidsmaatregelen voorgesteld die tot een kwaliteitsimpuls bij de toekomstige inrichting van Nederland zouden moeten leiden. Doelstelling van de nota is om de alom aanwezige cultuurhistorische waarden sterker richtinggevend te laten zijn bij de inrichting van Nederland. Dit met als doel het aanzien van Nederland aan kwaliteit te laten winnen en tegelijkertijd de onderlinge samenhang van cultuurhistorische waarden op het terrein van de archeologie, gebouwde monumenten en historische cultuurlandschap te versterken. In de Nota Belvedere is een gedeelte van het grondgebied van de gemeente Alkemade aangewezen als belvederegebied ‘Oud-Ade’. Fysieke dragers in dit belvederegebied zijn: •
de Kagerplassen, oude veenstromen, hoog gelegen boezemwateren en sloten;
•
de veenontginningen met grillige blokverkaveling en gerende strokenverkaveling in het zuidelijke deel;
•
de vele molens en historische boerderijen;
•
lintbebouwing langs de Oude Rijn;
•
de oeverwallen van de Oude Rijn met bewoningsresten vooral uit de ijzertijd tot de Vroege Middeleeuwen.
4.2.2
provinciaal beleid streekplan Zuid-Holland west (2003) Het streekplangebied Zuid-Holland West valt geheel binnen de Deltametropool. De Deltametropool is in de Vijfde Nota gepresenteerd als nieuw beleidskader voor ruimtelijke ontwikkeling, economie, infrastructuur en ontwikkeling van groenblauwe waarden. De ruimtelijke beleidsvisie van de Deltametropool is uitgewerkt in vier ontwikkelingsperspectieven: •
versterking van de water- en groenstructuur;
•
versterking van de bestaande netwerken van weg, spoor en water;
•
versterking van verstedelijking;
•
opvang van de ruimtevraag van de Deltametropool in het gebied zelf.
Het streekplangebied is onderverdeeld in een aantal deelgebieden op grond van structuur en karakteristiek. Het grondgebied van de gemeente Alkemade ligt in het deelgebied ‘Hollands Plassengebied’. Het gebied wordt gekenmerkt door openheid en de afwisseling tussen veenweidegebied, water, recreatie en natuur. Het Hollands Plassengebied maakt deel uit van het Nationaal Landschap Groene Hart, waarop specifiek rijksbeleid van toepassing is. Op de streekplankaart is het gebied grotendeels aangeduid als agrarisch gebied plus. Dit gebied heeft landbouw (met name veehouderij) als hoofdfunctie waarbinnen verspreid natuur-, landschappelijke en cultuurhistorische waarden voorkomen. De rode contouren bepalen de ruimte voor dorpsuitbreiding voor wonen en werken. In het streekplan is de bebouwing van de kernen Kaag, Oud Ade, Rijpwetering, Nieuwe Wetering en Oude Wetering in combinatie met Roelofarendsveen aangewezen binnen de
rode contour. Binnen deze bebouwingscontour wordt ruimte geboden voor wonen, werken en andere stedelijke voorzieningen. In de gebieden buiten de contouren geldt een restrictief beleid ten aanzien van stedelijke ontwikkelingen.
om het behouden van cultureel erfgoed in de vorm van belangrijke objecten of gebieden die kenmerkend zijn voor een bepaalde periode of gebeurtenis. Een zorgvuldige ontwikkeling in dit gebied wordt voorgestaan, gericht op het behoud van het huidige karkater. Goed gemeentelijk welstandsbeleid en monumentenbeleid worden gestimuleerd. Het streekplan wijst een viertal bebouwingslinten binnen de gemeente Alkemade aan als bebouwingslint met cultuurhistorische waarde. Hier gelden beperkingen ten aanzien van ruimtelijke ontwikkelingen vanwege de cultuurhistorische waarde met name in relatie tot het omringende landschap. Het gaat om de Julianalaan in Kaag, de Leidseweg in Oud Ade, het lint van Rijpwetering, en de Kerkstraat-Veerstraat in Oude Wetering.
kaart Cultuurhistorische Hoofdstructuur provincie Zuid-Holland (2002) Deze kaart geeft een overzicht van cultureel erfgoed in Zuid-Holland op drie thema’s, te weten: archeologie, landschap en nederzettingen. In het kader van dit bestemmingsplan is het thema nederzettingen relevant. Het grondgebied van de gemeente Alkemade kent 14 molenbiotopen en een aantal linten van (redelijk) hoge waarde. Dit zijn de Julianalaan in Kaag, het lint van Rijpwetering, Kerkstraat-Veerstraat in Oude Wetering en het dorp-
SAB• AMSTERDAM
|
slint van Oud Ade.
GEMEENTE ALKEMADE
richt op bescherming van waardevolle landschappen en structuren. Daarnaast gaat het
|
aangewezen als Topgebied cultureel erfgoed tevens Belvederegebied. Het beleid is ge-
23
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
Op het gebied van cultuurhistorie is een gedeelte van het grondgebied van Alkemade
waardenkaart nederzettingen, bron: Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland
regels voor ruimte (2005) Op 8 maart 2005 hebben Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland de nota Regels voor Ruimte vastgesteld. Deze nota vormt naast de streekplannen het beoordelingskader voor gemeentelijke ruimtelijke plannen en bevat beleidsregels ten behoeve van de goedkeu-
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
24
ring van ruimtelijke plannen. De voorloper van de Nota Regels voor Ruimte is de Nota Planbeoordeling 2002. De nota bevat toetsingskaders voor ruimtelijke plannen met betrekking tot de onderwerpen als “Economie, Mobiliteit en Samenleving”, “Landelijk Gebied”, “Milieu”, “Water” en “Cultureel Erfgoed”. Voor dit bestemmingsplan is het laatstgenoemde onderwerp van belang. Het cultureel erfgoed is een belangrijke drager van de identiteit van Zuid-Holland. Instandhouding hiervan draagt bij aan versteking van de kwaliteit van de leefomgeving. Voorop staat daarbij de inpassing en het gebruiken van cultureel erfgoed als uitgangspunt bij planvorming en ontwerp voor ruimtelijke plannen. Het provinciaal beleid is met name gericht op het beschermen van het cultureel erfgoed voor zover dit is vastgelegd in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur. In de Topgebieden, Belvederegebieden en beschermde stads- en dorpsgezichten moet de bescherming en zonodig versteking van de aanwezige cultuurhistorische waarden, waaronder de aanwezige landschappelijke structuren, nederzettingen en archeologische waarden in het ruimtelijk plan worden geregeld. Ook monumentale en karakteristieke objecten gelegen in deze gebieden dienen te worden beschermd.
4.2.3
gemeentelijk beleid structuurvisie 2020 "Alkemade, ruimtelijk gezien" De structuurvisie is een integraal plan waarin het gemeentelijk ruimtelijk beleid voor de komende 15 jaar wordt vastgelegd. ‘Integraal’ betekent dat voor de komende 15 jaar in de visie verschillende aspecten zoals de identiteit, de gewenste omvang van de gemeente, het woonmilieu, de werksituatie, de infrastructuur, de benodigde voorzieningen, de toekomst van de glastuinbouw, de veeteelt, de recreatie en de waterberging etc. worden uitgewerkt en daarmee voor een belangrijk deel de toekomst van Alkemade bepalen. Uitwerking van hoofdkeuzen en het optimaal gebruik maken van de ruimtelijke kwaliteiten en mogelijkheden leidt tot een voorstel van een aantal projecten voor Alkemade. Voor deze parapluherziening zijn de volgende projecten relevant. −
voor het historisch bebouwingslint van de Julianalaan in Kaag wordt een consoliderend beleid voorgestaan. Dit beleid richt zich op behoud en versterking van de aanwezige cultuurhistorische waarden. Een verfraaiing van de inrichting kan de samenhang van dit lint versterken. In dit lint ligt het accent op wonen. De horecafaciliteiten dienen in het totale wegbeeld een duidelijker plek te krijgen. Hiermee wordt de uitstraling voor de toerist/recreant vergroot;
−
incidenteel kan de mogelijkheid c.q. noodzaak zich voordoen tot realisering van vervangende nieuwbouw. Echter, hierbij moet worden gewaakt, dat de nu bestaande doorzichten op de plassen respectievelijk weidegebieden verloren gaan;
−
Het historisch lint langs de Oude Wetering/Veerstraat wordt als een beschermingswaardig gebied aangemerkt. Met name de cultuurhistorische en beeldbepalende gebouwen dienen gehandhaafd te blijven.
−
De inrichting van de gehele Veerstraat kan door middel van bijzonder materiaalgebruik en verlichtingsarmaturen gaandeweg een meer eenduidige en sfeerrijk beeld verkrijgen. Hiermee wordt het bijzondere karakter van dit lint versterkt.
welstandsnota (2004) Voor het gehele gebied van Alkemade is een welstandsnota opgesteld. Het welstandsbeleid biedt een kader voor de toetsing van een bouwaanvraag aan redelijke eisen van
en situering van de gebouwen. Er is dus een nauwe relatie met het bestemmingsplan. De ruimtelijk relevante aspecten kunnen – wanneer wenselijk en noodzakelijk – vertaald worden in het bestemmingsplan. Lintbebouwing is kenmerkend voor de gemeente Alkemade, zowel t.a.v. de ruimtelijke hoofdstructuur als voor de bebouwingstypologie. Bebouwing binnen de lintstructuren is zeer specifiek t.a.v. rooilijn, kapvorm en situering. Daarnaast komen binnen de linten bouwvormen uit verschillende stijlperiodes voor. Vanwege dit specifieke karakter zijn de lintstructuren opgenomen als aparte welstandstypen. Er is een tweetal hoofdtypen linten: −
Polderlint: in en aan de rand van de droogmakerijen zijn verschillende linten ontstaan. De bebouwing aan het polderlint heeft overwegend dezelfde richting als de verkaveling.
−
Veenlint: deze linten zijn ontstaan aan de randen van veenafgravingen of langs veenstromen. De verkavelingrichting heeft vaak te maken met de eigendomssituatie en de manier van afwateren van het gebied
De beschermde gemeentelijke dorpsgezichten Julianalaan en Kerkstraat – Veerstraat zijn specifiek genoemd in de Welstandsnota. De Julianalaan is gekarakteriseerd als een dorps veenlint en de Kerkstraat – Veerstraat als een dorps polderlint. De dorpsgebieden aan de veenontginningslinten en polderlinten worden gekenmerkt door een dorpse stedelijkheid. De dorpspit kent zowel bebouwing met een agrarische oorsprong als bebouwing met een niet-agrarische oorsprong. Bij nieuwbouw en vervanging van de hoofdbouwmassa kan één van deze typen worden teruggebouwd. Bij monumentale/ cultuurhistorische waardevolle panden of gevelwanddelen dient bij vervanging in een zelfde architectuurtype te worden teruggebouwd. Voor beide linten geldt een bijzonder niveau van welstand. In gebieden met een bijzonder welstandsniveau wordt niet alleen gekeken naar de hoofdlijnen, maar ook naar de details. Voorzover mogelijk zijn de ruimtelijk relevante aspecten in onderhavig bestemmingsplan op/overgenomen.
GEMEENTE ALKEMADE
zoals kleur en materiaalgebruik, als ruimtelijk relevante aspecten zoals hoogte, omvang
|
Aspecten die aan de orde komen betreffen zowel niet-ruimtelijke relevante aspecten
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
leerd vanuit een visie op het gebied en vanuit een beeld van de aanwezige waarden.
|
toekomstige bebouwing past in de omgeving. De criteria worden onder andere geformu-
25
SAB• AMSTERDAM
welstand. In de welstandsnota worden criteria genoemd die er aan bijdragen dat de
4.3
Bij de voorbereiding van een ontwerp voor een bestemmingsplan dient op grond van
26
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
artikel 9, tweede lid van het Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 (BRO) onderzoek plaats te vinden naar de uitvoerbaarheid van het plan. Voor de gemeente Alkemade zijn aan zowel de opstelling als de uitvoering van dit bestemmingsplan, met uitzondering van de begrootte kosten voor de planvorming, geen kosten verbonden. De economische uitvoerbaarheid van dit bestemmingsplan kan derhalve worden geacht te zijn aangetoond. Voor de uitvoering van het monumentenbeleid is momenteel een jaarlijks budget van € 50.000 beschikbaar. Dit staat los van de subsidie voor de rijksmonumenten in de gemeente. Die regeling wordt uitgevoerd door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg op basis van een eigen lijst en criteria. Wie een pand bezit dat op de gemeentelijke monumentenlijst staat, kan bij een verbouwing in aanmerking komen voor subsidie. Dit bedrag kan oplopen tot tienduizend euro. De toekenning ervan is wel aan een aantal strikte voorwaarden verbonden. Deze criteria staan exact omschreven in de 'Subsidieverordening gemeentelijke monumenten en gemeentelijk beschermde dorpsgezichten'. Ze komen erop neer dat bouwkundige ingrepen die bijdragen aan het opheffen van bouwkundige gebreken en die nodig zijn voor de instandhouding van het monument in aanmerking komen voor subsidie. De gemeente vergoedt hooguit de helft van deze extra kosten tot een maximum van tienduizend euro.
HANDHAAFBAARHEID
Nota ‘daadwerkelijk handhaven in Alkemade’
•
4.4
Binnen de gemeente Alkemade is in vergelijking met de andere taakvelden van de ge-
SAB
AMSTERDAM
ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID
meente relatief weinig aandacht geweest voor de handhaving van bestemmingsplannen en bouwregelgeving. Er vond wel adhoc handhaving plaats, maar het ontbrak aan een stelselmatige aanpak. Handhaving vond plaats naar aanleiding van concrete klachten van inwoners. Met de nota ‘daadwerkelijk handhaven in Alkemade’ is een eerste aanzet gegeven voor een verandering hierin. Hiervoor zijn de volgende doelstellingen geformuleerd: •
Door het opstellen van beleidsregels cq. het maken van keuzes in de aanpak van de geconstateerde dan wel nog te constateren overtredingen (welke overtredingen worden wel/niet gehandhaafd, wanneer, hoe etc.).
•
Het vormen van een kader/handvat voor de wijze van inventariseren het maken van keuzes in de opsporing en aanpak van oude en nieuwe overtredingen en de afhandeling van de resultaten hiervan.
•
Het creëren van draagvlak, niet alleen politiek, maar meer nog onder de inwoners van de gemeente, voor het verhogen van het kwalitatieve en kwantitatieve niveau van de handhaving binnen de gemeente Alkemade. Erkenning van de beginselplicht tot handhaving, in het volle besef dat handhaving niet de meest populaire activiteit is, maar wel een noodzaak. Onvoorwaardelijke politieke steun zal nodig zijn voor het welslagen van het handhavingsbeleid. Dit impliceert dat eenmaal ingezette handhavingstrajecten dienen te worden doorgezet
en dat niet zal worden meegewerkt aan informele schorsingsverzoeken (verzoeken rechtstreeks aan een bestuurder om een handhavingsactie uit te stellen). •
Het in beeld brengen van de benodigde middelen om de doelstellingen te kunnen realiseren.
waar nodig en flexibel en ruim waar mogelijk. Bij de opzet van deze beheersregels is een ruimtelijke motivering opgenomen in de toelichting die in de dagelijkse praktijk goed is uit te leggen. In deze motivering wordt ook ingegaan op de mogelijkheden om alsnog af te wijken van dit plan na een ruimtelijk-juridisch afwegingsproces. Zo wordt recht gedaan aan de praktijk dat een bestemmingsplan (ook dit bestemmingsplan!) een momentopname is. De mogelijkheden voor een goede handhaafbaarheid van dit bestemmingsplan zijn daarmee gewaarborgd.
|
De regels die voor de beschermde dorpsgezichten zijn opgesteld zijn star en strak gesteld
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
lijker; de rechtsgelijkheid is namelijk goed verzorgd op deze manier.
|
dorpsgezichten met voor iedereen dezelfde (on)mogelijkheden maakt handhaving makke-
SAB• AMSTERDAM
Het opstellen van één eenduidige parapluherziening voor monumenten en beschermde
GEMEENTE ALKEMADE
27
5
WIJZE VA N BESTEMMEN
5.1
DIT BESTEMMINGSPLAN Dit bestemmingsplan bestaat uit een plankaart, voorschriften en een toelichting. De plankaart en de voorschriften vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide planonderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. De toelichting heeft geen rechtskracht, maar vormt niettemin een belangrijk onderdeel van het plan. De toelichting van dit bestemmingsplan geeft een weergave van de beweegredenen, de onderzoeksresultaten en de beleidsuitgangspunten die aan het bestemmingsplan ten grondslag liggen. Tot slot is de toelichting van wezenlijk belang voor een juiste interpretatie en toepassing van het bestemmingsplan.
5.2
ALGEMEEN Dit bestemmingsplan is bijzonder in zijn soort. In dit bestemmingsplan worden enkel cultuurhistorische aspecten voorzien van een planologisch juridische regeling. Dit plan kan niet losgezien worden van de eerder opgestelde vigerende bestemmingsplannen. Dit bestemmingsplan is hierop een aanvulling. Dit bestemmingsplan geeft geen bouwmogelijkheden of gebruiksmogelijkheden. Dit bestemmingsplan verankert cultuurhistorische waarden. Daarnaast heeft dit bestemmingsplan een indicatieve functie. Op de plankaart zijn alle
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
28
(gebouwde) gemeentelijke- en rijksmonumenten opgenomen. Deze zijn niet voorzien van een regeling in dit bestemmingsplan. Rijksmonumenten hebben hun bescherming via de
•
Monumentenwet. Gemeentelijke monumenten hebben hun bescherming via de gemeen-
SAB
telijke Monumentenverordening. Een aanvullende regeling is niet opgenomen omdat dit leidt tot onduidelijkheid en dubbele regelgeving. De bepalingen in dit bestemmingsplan beperking zich, anders dan de plankaart doet vermoeden, tot enkel de beschermde dorpsgezichten. De bestemmingsgrens is hiermee gelijk aan de plangrens.
5.2.1
wat is een bestemmingsplan Het gemeentelijke bestemmingsplan is een middel waarmee functies aan gronden worden toegekend. Het gaat dus om het toekennen van gebruiksmogelijkheden. Vanuit de Wet op de Ruimtelijke Ordening volgt een belangrijk principe: het gaat om toelatingsplanologie. Het wordt de grondgebruiker (eigenaar, huurder etc.) toegestaan om gronden voor een bepaalde functie of doel te gebruiken. Dit houdt in dat: 1.
de grondgebruiker niet kan worden verplicht om een in het bestemmingsplan aangewezen bestemming ook daadwerkelijk te realiseren, en
2.
de grondgebruiker geen andere functie mag uitoefenen in strijd met de gegeven bestemming (de overgangsbepalingen zijn hierbij mede van belang).
5.2.2
over bestemmen Op de plankaart wordt aangegeven welke bestemming gronden hebben. Dit gebeurt via een bestemmingsvlak. Voor het op de plankaart aangegeven bestemmingsvlak gelden de
reeds hebben op basis van de vigerende bestemmingsplannen, een nader afwegingskader toe. Hiermee wordt het voor het college mogelijk de cultuurhistorische waarde van een gebied te betrekken in hun belangen afweging omtrent, bijvoorbeeld, het verlenen van een vrijstelling.
hoofdstukopbouw van de voorschriften De voorschriften zijn verdeeld over 4 hoofdstukken: 1.
Inleidende bepalingen. In dit hoofdstuk worden begrippen verklaard die in de voorschriften worden gebruikt (artikel 1). Dit gebeurt om een eenduidige uitleg en toepassing van de voorschriften te waarborgen. Ook is bepaald de wijze waarop gemeten moet worden bij het toepassen van de voorschriften (artikel 2).
2.
Overkoepelende bestemmingen. In dit tweede hoofdstuk zijn vier overkoepelende bestemmingen opgenomen. Naast de vigerende bestemmingen en daarvoor geldende regels en bepalingen wordt met deze vier bepalingen de cultuurhistorische waarde beschermd een voorzien van een juridisch kader. De bestemming beschermd dorpsgezicht wijst de gronden aan voor het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de met het beschermd dorpsgezicht verbonden cultuurhistorische waarden. Met deze aanvullende bestemming kan bij de beoordeling
|
van aanvragen voor aanlegvergunningen en vrijstellingen de cultuurhistorische waarde van het beschermde dorpsgezicht mede in overweging genomen. Zo geldt dit ook voor eventuele wijzigingen of uitwerkingen van het plan. Belangrijk is om op te merken dat, alvorens het college gebruik maakt van flexibiliteitsbepalingen, de monumentencommissie om advies gevraagd moet worden. De regeling voor kappen bepaald dat indien bestaande hoofdgebouwen voorzien zijn van een kap deze, en de kaprichting, behouden dient te blijven. Deze bepaling geldt voor alle gebouwen binnen het plangebied. De algemene bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen geeft het college de bevoegdheid nadere eisen te stellen. Hiermee bestaat de mogelijkheid bouwmogelijkheden op basis van vigerende bestemmingsplannen nader te beperken ten einde cultuurhistorische waarden te beschermen. Als laatste bepaling is een algemeen sloopverbod opgenomen. Zonder vergunning kan binnen een beschermd dorpsgezicht niet zomaar gesloopt worden. Een sloopvergunning kan worden geweigerd indien door de uitvoering van de sloopwerkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan cultuurhistorische / karakteristieke waarden. 3.
Algemene bepalingen. In dit hoofdstuk is de algemene gebruiksbepaling opgenomen. Hierin is bepaald dat het verboden is de in het plan begrepen gronden en de daarop
SAB• AMSTERDAM
5.2.3
GEMEENTE ALKEMADE
schermd dorpsgezicht’. Deze bestemming voegt, naast de bestemming die de gronden
|
stemmingsplan is uniek en kent feitelijk maar één bestemming, de bestemming ‘Be-
29
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
gebruiksmogelijkheden zoals die in het bijhorende voorschrift worden gegeven. Dit be-
voorkomende bouwwerken te gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de in het plan aan de grond gegeven bestemming(en). 4.
SAB
•
AMSTERDAM
|
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN| GEMEENTE ALKEMADE
30
Overgangs- en slotbepalingen. In het laatste hoofdstuk zijn respectievelijk een strafbepaling, overgangsbepalingen en een slotbepaling opgenomen. Hoewel het hier in wezen ook algemene bepalingen betreft, zijn deze vanwege hun meer bijzondere karakter in een apart hoofdstuk opgenomen.
6
DE PROCEDURE
6.1
INSPRAAK In deze paragraaf worden te zijner tijd de resultaten van de inspraak ex artikel 6a WRO
In deze paragraaf worden te zijner tijd de resultaten van het overleg ex artikel 10 WRO opgenomen.
6.3
ZIENSWIJZEN In deze paragraaf, of in een separate bijlage, worden te zijner tijd de zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan en de gemeentelijke reactie hierop opgenomen.
|
OVERLEG
SAB• AMSTERDAM
6.2
PARAPLUHERZIENING MONUMENTEN EN BESCHERMDE DORPSGEZICHTEN
|
opgenomen.
GEMEENTE ALKEMADE
31