Rossano Bacchin
Curriculum vitae van Rossano BACCHIN Rossano Bacchin werd geboren in Bassano del Grappa (VI) (Noord-Italië) op 1 maart 1963. Gevolgde studies: • Liceo Artistico Statale (hoger middelbaar kunsthumaniora) te Padova (1977-1981) • Accademia di Belle Arti - sezione pittura (Academie voor Schone Kunsten Venetië - afdeling schilderkunst - 1983-1987) Artistieke activiteiten: Hij kreeg de eerste prijs en een studiebeurs op de “1a Rassegna Biennale d’Arte Nuove Leve” - 1988-89 - Marsala (Sicilië) Hij nam deel aan de volgende tentoonstellingen: Groepstentoonstelling - gemeente Rubano (Padua) - 1988 Groepstentoonstelling - gemeente Piombino Dese (Padua) - 1989 Eigen tentoonstelling in de “Chiesetta dell’Angelo” te Bassano del Grappa - 1990 Groepstentoonstelling van stichting “Bevilacqua la Masa” - Venetië en Padua 1991/92/93 Eigen tentoonstelling “ Pensieri di carta” in “Galerij Nico Van Dale” te Brugge 1993 Eigen tentoonstelling in “Lichtateljee” te Brugge in 1995 Eigen tentoonstelling in de Volkshogeschool te Brugge in 1995 Eigen tentoonstelling georganiseerd door het Cultuurcentrum van de Stad Brugge - december 1995 Eigen tentoonstelling in “El Gato Negro” te Torhout - mei-juni 1996 Groepstentoonstelling “Klein” - Galerij De Witte Beer te Brugge - september 1996 Eigen tentoonstelling in Cultureel Centrum De Brouckere te Torhout - februari 1998 Eigen tentoonstelling in “Librairie des étangs” te Brussel - maart 1998 Eigen tentoonstelling in Galerij Minotaurus te Brugge - april 1998 Eigen tentoonstelling in het Kunsthuis van het PMMK te Oostende - mei 1998 Groepstentoonstelling in Galerij Minotaurus te Brugge - mei 1999 Opendeurweekend in eigen atelier “Séjour couleur” - juni 2002 Eigen tentoonstelling in “El Gato Negro” te Torhout - oktober 2002 Groepstentoonstelling in Galerij Pick’s Art te Oostende - zomer 2003 Eigen tentoonstelling in atelier “Sedia” te Oostkamp - maart 2004 Eigen tentoonstelling in “Speelmanskapel Vrijzinnig Huis” te Brugge - oktober 2005 Groepstentoonstelling in Galerij Pick’s Art te Oostende - zomer 2008 Eigen tentoonstelling in “Raakpunt” te Brugge - januari 2011 Werk in openbaar kunstbezit: provincie West-Vlaanderen www.rossanobacchin.be
Ik vind het niet nodig een logische uitleg te geven aan mijn werk. Uiteraard is er een traject dat hier en daar geïnspireerd werd door wat mij omringde. Ik ben overtuigd dat iemand vooral “doet” wat hij “weet”. Weten wat een schilderij voorstelt kan een ontgoocheling betekenen en in de abstracte schilderkunst geldt dit meer dan elders. Daarom ben ik altijd een beetje verrast als ik “interpretaties” hoor die verschillen van de mijne... en het zou zonde zijn ze te vernietigen... Wie mijn traject gevolgd heeft kan zeggen dat er een vage herinnering aan een landschap in zit, een onmiskenbare invloed van bepaalde grootmeesters uit de vorige eeuwen enz... Trouwens, een uitleg of een beschrijving, hoe wetenschappelijk ook, zullen (gelukkig) nooit volledig kunnen uitdrukken wat iemand ziet in een kunstwerk...
Zuiders licht Wat is het Zuiders licht voor mij...? Ik leef hier al een tijdje maar ik kan nog geen duidelijk verschil maken tussen “het noordenlicht” en “zuiders licht”. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat mijn geboorteregio nogal somber is van kleur in de zomer en nog meer in de winter. Het beeld van blauwe en turquoise zeeën met aangepaste aarde- en hemelkleur blijft voor mij ook iets tropisch. Ik vroeg me af, tijdens mijn studies in de Academie van Venetië, hoe dat kwam dat de Italiaanse geschilderde landschappen vaak waziger waren dan die van Vlaanderen en omgeving... . De Vlamingen: een preciezer volk (en dit zou kloppen met de zogenaamde nalatigheid van de zuiderlingen)? Of een kwestie van modellen: je schildert wat je iedere dag ziet? In ieder geval zou het simplistisch zijn om zuiders licht te beperken tot een zekere kleurencombinatie die niet te vinden is in de Vlaamse landschappen (gedomineerd door koude en/of neutrale kleuren). Het zuiders licht dat ik soms probeer te bereiken is een reis door landen die niet bestaan, belicht door een zon die meer een god is dan een ster en waar ik, en eventueel de toeschouwer, de enige onderdaan ben. Rossano Bacchin in Speelmanskapel Uit liefde voor Carine heeft Rossano Bacchin 11 jaar geleden Noord-Italië voor Vlaanderen, meer bepaald voor Brugge ingeruild. En aangezien Rossano schildert, Brugge niet zo groot is en het artistieke wereldje nog kleiner, lag het voor de hand dat wij elkaar eerder vroeg dan laat tegen het lijf zouden lopen. En zo gebeurde. Eerder vroeg dan laat schreef ik over zijn werk dat ik onder de noemer “landschappen van de ziel” verzamelde. Landschappen gezien het rigide en aan het landschap refererende stramien dat aan de grondslag van zijn werk ligt; van de ziel omdat deze zachtaardige Italiaan pas dan - binnen die zekere structuur, binnen die vertrouwde omgeving - zijn ziel bloot kan geven. En omdat die zo puur is krijg je die kwetsbare transparantie, ervaar je als kijker een nauwelijks te peilen verte, waarin je helemaal kan wegzinken, zoals Carine wellicht en geregeld, in die grote ogen van Rossano. Ik had naar zijn werk gekeken en in zijn ziel geblikt en door het aftasten van zijn werk was ik op een trein verzeild geraakt. Een trein die zich langzaam door dat landschap wurmde. En hoewel er weinig opzienbarends te zien viel, las ik verwondering in de ogen van de jonge kunstenaar uit het kleine Bassano del Grappa in de buurt van Venetië. Een gevoelige jongen met een uitgesproken sedentaire geaardheid en moederbinding, iemand voor wie reizen eigenlijk te veel onzekerheid inhoudt. Er werd dan ook niet echt, maar in gedachten gereisd. Terug in de tijd, langs monumenten uit de kunstgeschiedenis en kunstenaars die hem inspireerden, Rothko en Klee. Het landschap was van een blauwe dominantie en overal was er water. De andere kleuren weerspiegelden zijn gemoed, zijn weemoed, terwijl bladgoud en kalligrafisch aandoende tekens verhalen vertelden. Over de pracht van de basiliek op het San Marco-plein in Venetië bijvoorbeeld, de stad waar hij academie had gelopen. En vanuit een groot respect voor wat de kunstgeschiedenis tot op vandaag heeft voortgebracht, schilderde Rossano met water en met water en met pigmenten verder op eigenhandig geschept papier. En laat de wereld buiten maar knetteren en zot draaien, in het atelier duikt Rossano zijn eigen binnenwereld in om vorm te geven aan zijn gevoelens, om landschappen te creëren die hem toelaten in gedachten op reis te gaan, terug in de tijd, terug naar de plek waar hij opgroeide, zich koesterend binnen dat strakke stramien dat zijn werk zo kenmerkt en zich wentelend in de gelaagdheid van de vele lagen verf over elkaar heen, in een amalgaam van pigmenten en poeders. Vele jaren en een huis later ontmoet ik Rossano opnieuw. Zijn taal is minder exotisch, zijn werk blijft bijzonder herkenbaar en zijn kleurenpalet is verrijkt. Of het met passie te maken heeft, met temperament? Nee, maar hij durft nu meer. Zegt hij zelf. Hij gebruikt kleuren die hij vroeger niet durfde te gebruiken en graait in potjes met pigmenten die hij 20 jaar onaangeroerd had gelaten. De Italiaanse dromer is in het killere Noorden wat gehard, heeft zich moeten aanpassen, heeft de taal geleerd, is om den brode aan de slag gegaan, en vandaag staat de bescheiden, minzame, welhaast verlegen eenzaat zowaar voor de klas! Al zeker zijn biotoop niet. Hij is dus assertiever geworden en dat weerspiegelt zich dus ook een beetje in zijn plastisch werk. Het gaat hem de laatste maanden niet zo goed af. Er zijn praktische problemen met het huis en de drive om te schilderen ebt weg. En heeft het zin wat ik doe? Rossano is bijwijlen een vat vol twijfels. Ik surf naar zijn website en zie hoe zijn werken het licht opslorpen, hoe groot de rol is en blijft die water in zijn werk speelt en hoe hij het werk niet langer achter glas koestert. Het is als met vlinders, zegt hij. Die beschermde ik vroeger achter glas, maar nu is het glas weg. Het werk is broos, maar dat wil ik, ik wil dat men het werk en zijn intrinsieke broosheid respecteert! Het papier waarop hij doorgaans werkt wordt gemaroufleerd op doek of op hout of hij schildert al eens meteen op het hout en laat de tekening van het hout meespelen, zoals hij in al zijn werken ook het water zijn gang laat gaan. Ik lees op de site dat hij zichzelf nooit als een kunstenaar heeft beschouwd, maar dat hij gewoon iemand is die het grootste gedeelte van zijn leven schildert. Hij staat ver van de avant-garde en in feite vindt hij het een beetje déjà-vu wat hij doet, maar hij is tenminste eerlijk met zichzelf en zijn al die modernisten dat wel? Of gaat het bij hen alleen om de show, de gimmick, de truc, het shockeren? Ik moet maar niet te veel verhalen bij zijn werk opdissen, laat dat maar aan de individuele kijker over, dat is trouwens de sterkte van dit werk, dat het zoveel aan interpretatie nog overlaat. Rossano schept landschappen waarin wij zelf nog alles kunnen invullen, onze eigen reis nog kunnen uitstippelen. Hij zal dat wellicht altijd blijven doen. Je doet wat je kent, lees ik op zijn site. Er blijven die vage herinneringen aan het landschap in al zijn facetten, aan verre invloeden van grote meesters en momenten uit de kunstgeschiedenis, aan wat hij ziet en ervaart, aan reizen - echte dan toch - naar plaatsen als Pompeï, waar hij tevreden vast kan stellen dat kleine stukjes van de aloude muurschilderingen heel dicht aanleunen bij wat hij creëert. Maar voorts wordt het werk van Rossano hoe langer hoe meer een louter spel van kleur en compositie. Nog soberder dan voorheen. Hij wil zo veel mogelijk ballast kwijt en gaat de weg van het minimalisme. Gestaag gaat hij zijn eigen weg en blijf variëren op dat ene thema dat hij zo goed kent, op dat stramien en met die textuur en gevoeligheid die hem zo eigen zijn en hem zo uniek maken. Is er een manager in de zaal? Johan De Bruyne 2005
Minotaurus 1983 Noordoost Italië ... Rossano Bacchin is dan twintig en woont in Tombolo, een onooglijk dorpje ongeveer honderd km noordwestelijk van Venetië, in de landstreek Veneto. Tombolo ligt in de uitlopers van de Dolomieten, ten zuiden daarvan stroomt de Po doorheen de weidse vlakte naar de grote lagune, om er samen met de Adige en de Brenta, tussen de 118 eilanden waarop Venetië is gebouwd, in de Adriatische Zee uit te monden. In Venetië zit Rossano Bacchin ‘op kot’ en volgt schilderkunst aan de Academie voor Schone Kunsten. Dat verblijf ervaart Rossano als vochtig en grijs. De Venetiaanse mentaliteit deprimeert hem en doet hem besluiten om terug te keren naar Tombolo om vandaar te pendelen. Het wordt, jarenlang een dagelijkse treinreis. Alleen met zichzelf, van ruim twee uur. Rossano Bacchin, een minzaam - introverte man, die met grote zachte ogen dromerig de wereld lijkt in te kijken, is daarvan gediend en neemt, gedurende vier jaar, altijd gezeten aan het treinvenster - héél intens- het landschap in zich op. Dat landschap is vaak beregend, vlak, met weinig bomen en daardoor slechts gestructureerd door de gewassen op het veld. Het heeft ‘s avonds, bij het terugsporen naar Tombolo, de blauwig versluierde contouren van de Dolomieten als hoge horizon. Het is het uitzicht dat hij bewust en, dieper nog, onbewust in zich opneemt. Nu, vele jaren later, is dàt landschap, als decorum voor de treinreizen en zijn ‘condition humaine’, binnenin Rossano Bacchin bewaard tot een blijvende poëtische herinnering. Het is ook en evengoed de oorzaak van een levenslange en beschouwende reis naar zichzelf. Tot op vandaag is het zijn introspectieve onderwerp en de motivatie tot schilderen, het is het stuk verleden en de zuurstof voor diepgravende gedachten, voor zijn doorgrondingsproces en het leidt hem tenslotte tot de ascese waaruit hij kunstenaar wordt, “is”, en uitdrukt wat hij voelt. Het landschap en de Venetiaanse brandglasramen, die hij vaak ging zien, die hem fascineerden en die hij grondig bestudeerde, zetten Bacchin nog steeds aan tot de schilderkunstige onderzoekingen die hij sinds zijn academische opleiding héél intens beoefent. Ze zijn, op velerlei wijzen, telkens het middel tot de beeldvorming -een innerlijk landschap- van ‘vastgehouden tijd’. Het landschap werd de basis voor het structurele onderzoek, voor de vormgeving, de glasramen, zoals hij zich die herinnert, zetten hem aan tot kleurenonderzoek, tot het op zoek gaan naar wat hij noemt, een ander dan het gebruikelijke kleurensysteem. Was Rossano Bacchin tijdens zijn opleiding een begenadigde en ook gelauwerde figuurschilder, dan is daar vandaag, in zijn werken, niets meer van te merken. Begeesterd, gepassioneerd door schilderkunst zoals hij altijd al was, en door de onnoemelijke rijkdom van de Italiaanse cultuur, is hij op zoek gegaan naar zijn identiteit als kunstenaar en is strikt eigen wegen beginnen exploreren. Hij verlaat het traditionele verfgebruik. Hij experimenteert met aquarel, gouache, pastel, krijt en industriële producten op zelfgemaakte dragers -zoals handgeschept papier- verlaat die dragers weer omwille van de houdbaarheid en wendt die dan weer aan als collage-elementen ... Zijn atelier wordt een chemisch labo, stinkt en is deels giftig .. . Maar zéker niet giftiger dan de wereld daarbuiten. Kortom hij lééft ... en node, maar om den brode, gaat hij werken in grafische bedrijven ... node, want hij leeft haast uitsluitend en slechts volkomen binnenin de eigen creatieve exploraties die het gevolg zijn van een zich voortdurend ontwikkelend schilderkunstig denken. Karakteristiek is wat opvalt als de persoonlijke eigenheid ... en dat kunnen we zien in het werk van Bacchin. De indruk is niet onmiddellijk, want de voorstellingen dwingen tot verdiepend waarnemen en wel omdat picturale elementen nagenoeg ontbreken, De landschappen die Bacchin aan ons voorstelt zijn karakteristiek omdat ze als dusdanig niet meteen herkenbaar zijn. Ze zijn de verinnerlijkte verbeelding van een verre maar onuitwisbare indruk. Het steeds opnieuw evalueren en uitpuren van de herinnering en de verbeelding. We zien nagenoeg monochrome, zonder uitzondering verticale en altijd in de diepte gestructureerde vlakken onder een vaak hoge horizon... , zéér expliciet om Bacchin als mens en als kunstenaar in zijn werken te plaatsen. Sterke composities zien we, als een solide architectuur waarin de kunstenaar op zoek gaat naar licht en kleur én naar een ultieme harmonie in de abstrahering. ‘In de diepte gestructureerd’, zoals de herinnering het hem oplegt, is een werkwijze geworden. Een omgaan met kleuren die hij zelf maakt uit pigmenten en vinyllijm en die, opgelost in water, dun, laag na laag aangebracht worden op het papier dat al naar gelang zijn gevoelsmatige positionering kan variëren in dikte, hoedanigheid en vaak ook onregelmatig van vorm kan zijn. Zijn alternatieve kleurgebruik houdt soms het gebruik in van metaal- en edelmetaalpigmenten waardoor er een wisselende optische reflectie waargenomen wordt, zoals dat bij kostbare stoffen, bijvoorbeeld zijde, het geval is. Het zijn weloverwogen toepassingen die het geheel, de vorm én de inhoud, dienen en nooit als toevoeging worden aangewend, nooit om zichzelf te plezieren. Met deze werkwijze wil Bacchin als het ware de diepten van zijn herinnering en van zijn gedachten evenaren en daarmee de vervlogen tijd en de rijke Venetiaanse traditie vasthouden. Zijn schilderkunstig denken leidt zodoende tot de perfecte integratie van de vernoemde componenten, van heden en verleden. En dat kunnen we niet alleen waarnemen maar ook nog goed aanvoelen. Deze ‘landschappen’ worden steeds vaker donkere schemerzones als gevolg van de noordwestelijke invloeden op het verleden en zijn, uiteraard, ook van psychische aard”. Maar méér nog zijn ze het gevolg van zijn onderzoek naar de kleurmechanismen, naar grijswaarden als samenstelling van alle kleuren, dus naar wat ‘onbepaald’ is en blijft ... Het beeld van de tijd is daarmee gerelativeerd tot een schilderkunstige filosofie en ontdaan van sentiment of nostalgie. De landschappen zijn ‘volledig’ in de letterlijke zin van het woord. Ze zijn laag na laag egaal bewerkt, vandaar de diepte, en soms door inkrassingen gestructureerd. Ze vragen daardoor onze nauwkeurige aandacht… Onderbouwd door technisch vernuft verdragen ze die aandacht ook al, en méér nog, wanneer Bacchin het landschap creëert achter een door hemzelf aangebracht watergordijn. Om het druppelen, en zéker om geïsoleerde vlekken te vermijden, om te ontsnappen aan wat hij als zijn ‘horror - vacui’ omschrijft, voegt Bacchin, met nauwgezette gelijkmatigheid, water toe aan het landschap. Hij beoogt geenszins ‘drippings’, maar een harmonieus en stabiel vlak waarin de pigmenten hun vorm, hun structuur behouden, zoekend naar licht in de kleuren verwerpt hij het gebruik van aquarelverf omdat de aquarelstructuur microscopisch egaal is. Met de in vinyllijm en water opgeloste pigmenten behoudt Bacchin de zichtbare korrelstructuur van zijn
pigmenten en hij zit weer aan het beregende venster van de trein die nog altijd van Tombolo naar Venetië en terug naar Tombolo dendert. Zo schiet het landschap telkens weer voorbij aan het venster van zijn herinnering in de inhoud van zijn vormgegeven schilderijen. In deze werken, als resultaat van onderzoek en streven, is de vorm wèrkelijk de inhoud geworden, als het gesloten circuit van een intens verinnerlijkte dialoog met zichzelf, als de verwijzing vàn zichzelf nààr zichzelf. Waarneming wordt gevoel en vertaald, bewerkt tot een nieuwe waarneming, maar nu van een hoogstpersoonlijke signatuur ... . Ik verwijs hier, met graagte, naar vooral Rothko, Hartung en Klee, als de mystieke vertalers van het onuitspreekbare. Verscheidenheid en tegenstrijdigheid zijn de essentie zelf van de creatieve daad, als Bacchin zich al eens ‘frivoler’ uit, wordt zijn palet lichter en verschijnen er soms organische of streng geometrische elementen in het werk en verwijst hij naar de brandglasramen, hij zoekt immers licht in zijn kleuren, maar ook naar Italiaanse fresco’s, hetgeen uiteraard zijn afkomst en zin voor raffinement verraadt. Van zichzelf zegt Rossano Bacchin hoe hij het schilderen als een nood ervaart, als een soort ziekte die altijd blijft terugkeren, die hem naar het atelier stuwt waar hij balanceert tussen begeestering en trance, tussen ervaring en instinct. Maar we zien en voelen zijn controle over het fenomeen ‘schilderen’ én over zijn emoties, die schilderkunstig onderzocht en geëvalueerd, vertaald zijn tot de bedrieglijke eenvoud van creaties die verbeeldende scheppingen zijn als uitgepuurde poëzie en getuigen van een weldoordachte structuur. En het is daarmee en zodoende dat hij ook onze verbeelding schept. Het is het weloverwogen kunnen aan banden leggen van de emotionele drang tot expressie ... en de daaruit resulterende eenvoud is ontroerend want al kennen we zijn innerlijke landschappen niet -we hebben die immers nooit gezien- voelen kunnen we die wél. Net als in goede poëzie zijn we deelgenoot van een existentie die universeel is ... En het is daarom dat we de schilderkunst van Rossano Bacchin als absoluut hedendaags ervaren, als een verzoening van het verleden met het heden ... Het zijn beeld geworden diepe gedachten en de verzameling van alle eerst geselecteerde en vervolgens doordachte indrukken. De mens-kunstenaar als materie ... een perfecte synthese. 1998 - Germain De Meurisse
De volgende werken zijn gemengde techniek op doek, gerealiseerd tussen einde 2007 en 2008. De afmetingen zij in cm uitgedrukt, breedte x grootte x diepte. De bovenste afbeeldingen zijn in het geheel, onderaan enkele details.
Alone - 50 x 100 x 4
Ashes to ashes - (2x) 50 x 70 x 3,5
Blauwe duo - (2x) 100 x 50 x 4
Is dit oranje? - (3x) 60 x 60 x 3
Rood genoeg - 100 x 100 x 4
3 Grigi - (3x) 30 x 90 x 3,5
Quartet - (4x) 50 x 50 x 3,5
Asymmetrie - (1x) 70 x 70 x 4 + (1x) 50 x 70 x 4
In mezzo - (2x) 50 x 100 x 4
Rood III - 60 x 70 x 4
Rood IV - 60 x 70 x 4
Spot - (2x) 50 x 70 x 4
Die 2 rode daar - (2x) 80 x 80 x 4