0
Rollator applicatie Een ontwerpverslag naar een functioneel hulpmiddel voor het plaatsen van medische apparatuur op een rollator.
Mijke Braam
1
Rollator applicatie Een ontwerpverslag naar een functioneel hulpmiddel voor het plaatsen van medische apparatuur op een rollator. Januari 2014
Mijke Braam [09022422] Opleiding Bewegingstechnologie, Haagse Hogeschool Lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende Omgeving Bronovo ziekenhuis Den Haag, afdeling Fysiotherapie
2
Voorwoord Dit verslag is tot stand gekomen naar aanleiding van een stage van een vierdejaars student Bewegingstechnologie aan de Haagse Hogeschool. Het betreft een ontwerpopdracht waar gedurende vier weken aan is gewerkt. De opdracht is geformuleerd door het Lectoraat Gezonde Leefstijl in een Stimulerende omgeving van de Haagse Hogeschool en de afdeling Fysiotherapie van het Bronovo ziekenhuis te Den Haag. De informatie benodigd voor de opdracht en het uiteindelijke resultaat beschreven in dit verslag zijn bedoeld voor de lectoren van het lectoraat en de medewerkers van het Bronovo ziekenhuis op de afdelingen Heelkunde en Fysiotherapie. Daarnaast dient dit verslag als basis voor een te ontwikkelen prototype en is het geschikt voor studenten die deze opdracht voort zetten. Graag wil ik de personen bedanken die de totstandkoming van dit verslag mede mogelijk hebben gemaakt. Allereerst bedank ik Floris Braam, fysiotherapeut aan het Bronovo ziekenhuis, en Daphne Wezenberg kenniskringlid van het Lectoraat en docente aan de Haagse Hogeschool, voor de begeleiding gedurende de opdracht. Daarnaast gaat mijn dank uit naar alle medewerkers van het Bronovo ziekenhuis die hebben bijgedragen aan de informatiewinning voor deze opdracht.
Den Haag, januari 2014
3
Inhoudsopgave Samenvatting 1. 2.
3. 4.
5.
6.
7. 8.
4
Inleiding Analyse 2.1 De doelgroep 2.2 De Quatro rollator 2.2.1 Veiligheidsvoorschriften 2.3 Medische apparatuur 2.3.1 Infusen 2.3.2 Katheters 2.3.3 Voeding 2.3.4 Zuurstof 2.4 Voorgaande ontwerpen 2.4.1 Prototype fysiotherapeut 2.4.2 Ontwerp student Human Technology TM 2.5 De Mobilyzer Eisen en wensen Ideefase 4.1 Hoe kun je ‘s 4.2 Ideeschetsen Conceptvorming 5.1 Concept 1 5.2 Concept 2 5.3 Concept 3 5.4 Concept 4 5.5 Concept 5 5.6 Conceptkeuze 5.6.1 Beoordeling van de concepten 5.6.2 Resultaat conceptkeuze Optimalisatie en materialisatie 6.1 Het frame 6.2 Verstelbaarheid 6.3 Bevestiging 6.4 Materiaalkeuze Eindontwerp 7.1 Plaatsing van apparatuur Evaluatie en aanbevelingen
Literatuur en links Bijlagen I II III IV V
Technische gegevens Quatro rollator Eisen en wensen fysiotherapeut Eisen en wensen student Human Technology Ideeschetsen Conceptkeuzetabel
5 6 6 6 7 8 8 11 12 13 14 14 14 16 18 20 20 20 21 21 21 22 22 23 23 23 24 25 25 25 26 26 27 27 28 29
4
Samenvatting Voor het revalidatieproces van patiënten is het bevorderend de patiënten zo snel mogelijk na een operatie te mobiliseren. Echter, brengt het een groot nadeel met zich mee. In de beginfase van het revalidatieproces is de patiënt erg laag belastbaar en voor de toediening van de benodigde medicatie aan diverse medische apparatuur verbonden. Tijdens de fysiotherapiesessies vormt de apparatuur een grote belemmering voor de fysiotherapeut en de patiënt. Het is noodzakelijk om de apparatuur mee te nemen en daarom wordt deze op een rollator, rolstoel of infuustandaard geplaatst. Dit is echter niet ideaal en daarom moet er een product worden ontworpen om medische apparatuur snel en eenvoudig aan een rollator te bevestigen. Uit de analysefase van het ontwerpproces is gebleken dat de meerderheid van de patiënten een infuuspomp met een infuuszak of een voedingspomp met een voedingszak bij zich dragen. Daarnaast worden er vaak katheterzakken, urimeters en zuurstofcilinders gebruikt. Het komt wel eens voor dat er van deze apparatuur meerdere stuks nodig zijn. De belangrijkste informatie met betrekking tot de doelgroep en de apparatuur is gebruikt om het plan van de eisen en wensen op te stellen. De hieruit volgende ideefase heeft geleidt tot vijf concepten waarvan er één is doorontwikkeld tot eindontwerp. Het eindontwerp bestaat uit een rek dat op de Quatro rollator geklemd wordt. Het rek is hoger dan de rollator en bevat diverse toepassingen voor het plaatsen van medische apparatuur. De toepassingen hierbij zijn gebaseerd op eisen die aan de plaatsing van de apparatuur worden gesteld. De geïntegreerde infuuspaal bevat haken waaraan de voeding- en infuuszakken gehangen worden. De bestaande haken onder aan de Quatro rollator worden hergebruikt om de katheterzakken en urimeters aan te hangen. Daarnaast bevat het frame meerdere dwarsstangen met gaten die een snelle bevestiging van de perfusoren mogelijk maken. Tot slot zijn er diverse verticale stangen die de overige plaatsing van pompen mogelijk maken. Het eindontwerp biedt plaats voor alle apparatuur, maar is nog niet vervaardigd tot een prototype waardoor het niet is getest. Het vervolg van deze opdracht is daarom het vervaardigen van een prototype.
5
1. Inleiding De fysiotherapeuten van het Bronovo ziekenhuis komen dagelijks in aanraking met een grote diversiteit aan patiënten. Het merendeel van de patiënten komt van de afdeling Heelkunde. Op deze afdeling liggen volwassenen en ouderen met aandoeningen van dusdanige aard dat een operatie noodzakelijk is. Voorbeelden hiervan zijn onder andere trauma’s, infecties en aandoeningen aan het maagdarmstelsel of van oncologische aard. Na de operatie is het ten behoeve van het revalidatieproces belangrijk de patiënten weer zo snel mogelijk te mobiliseren met behulp van fysiotherapie. Hierbij start de fysiotherapeut met oefeningen in onbelaste situatie aan het ziekenhuisbed van de patiënt. Zodra de patiënt enigszins belastbaar is vinden de oefeningen buiten het bed plaats. In eerste instantie zijn dit nog oefeningen direct naast het bed, maar al snel verplaatsen deze oefeningen naar de loopzaal op de afdeling fysiotherapie. Hier wordt de spierkracht van de patiënten weer opgebouwd en leert de patiënt als het ware opnieuw lopen. Het revalidatieproces verloopt snel en in sommige gevallen staat een patiënt al enkele dagen na de operatie in de loopzaal. Hoewel het snel mobiliseren van patiënten positieve effecten heeft op het revalidatieproces, brengt het een groot nadeel met zich mee. In de beginfase van het revalidatieproces zijn de patiënten laag belastbaar en voor de toediening van de benodigde medicatie met diverse medische apparatuur verbonden. Deze apparatuur moet worden meegenomen wanneer de patient zich verplaatst. Hierbij wordt de patiënt geholpen door verpleegkundigen, maar tijdens therapiesessies ligt deze taak bij de fysiotherapeuten. De apparatuur wordt dan op de rollator, rolstoel of infuustandaard geplaatst. Dit is echter niet ideaal omdat de fysiotherapeut zijn aandacht over zowel de patiënt als de apparatuur moet verdelen. Vanuit dit probleem is de opdracht geformuleerd een mogelijkheid te ontwerpen om medische apparatuur snel en eenvoudig aan de rollator, die momenteel in het Bronovo worden gebruikt, te bevestigen. Een oplossing hiervoor zorgt dat zowel de patiënt als de fysiotherapeut minder worden belemmerd door de apparatuur tijdens de therapiesessie. Daarnaast is het voor de patiënt, buiten de therapie, eenvoudiger om zelfstandig te gaan lopen. De opdracht is gestart met een analysefase waarin de nadruk wordt gelegd op de medische apparatuur. De informatie is hierbij onder andere verkregen uit gespreken met fysiotherapeuten tijdens observaties in het ziekenhuis. Aan de hand van deze informatie zijn eisen en wensen opgesteld vanuit waar de ideefase is gestart. De ideefase heeft geleidt tot diverse concepten waaruit één ontwerp is gekozen dat geoptimaliseerd is. Het resultaat van deze stage opdracht is een ontwerp bestaande uit een rek dat op de rollator geplaatst wordt, met diverse toepassingen om medische apparatuur te plaatsen. Het verslag wordt afgerond met een aantal aanbevelingen met betrekking tot het ontwerp en voor het vervolg van deze opdracht.
6
2. Analyse In de inleiding is zojuist beschreven dat de analyse zich voornamelijk richt op de medische apparatuur. De informatie die hiertoe verkregen wordt geeft inzicht in de werking en specifieke plaatsing van de apparatuur. Naast medische apparatuur besteedt dit hoofdstuk aandacht aan de doelgroep en drie oplossingen die voor hetzelfde probleem zijn ontworpen. Hiervan is één product, de MobilyzerTM, op de markt gebracht.
2.1 De doelgroep In de inleiding is beschreven dat de fysiotherapeuten van het Bronovo ziekenhuis vooral in aanraking komen met patiënten van de afdeling heelkunde. Hoewel het merendeel van de patiëntengroep uit ouderen bestaat, varieert de leeftijd tussen 24 en 75 jaar. Doordat de patiënt op zeer korte termijn na de operatie start met de therapie, is de belastbaarheid van de patiënt van de therapie zeer laag en is de patiënt aan verschillende medische apparatuur verbonden. Naarmate de belastbaarheid toeneemt, ziet men dat het aantal medische apparaten waar de patiënt aan verbonden is afneemt. De meerderheid van de patiëntgroep draagt een infuuspomp met infuuszak, een perfusor of een voedingspomp met een voedingszak bij zich met daarnaast een katheterzak en een zuurstofcilinder. Het maximum aantal perfusoren waaraan de patiënt is verbonden ligt op drie stuks. De patiënten revalideren gedurende twee tot vier weken in het ziekenhuis. De fysiotherapeut start het revalidatieproces van een laag belastbare patiënt met het lopen met een loophulpmiddel. Hierbij wordt in het begin gekozen voor het gebruik van een rollator. Het verbeteren van de mobiliteit gebeurd in de loopschool van het Bronovo ziekenhuis. Op doordeweekse ochtenden wordt er door meerdere therapeuten een groep van ongeveer 10 patiënten begeleid. De trainingsmomenten worden hierbij afgewisseld tussen de verschillende patiënten zodat er voor iedere patiënt regelmatig momenten van rust zijn. In de loopschool leren de, laag belastbare, patiënten allereerst het lopen met een rollator. Het is hierbij belangrijk dat de patiënt tussen de wielen van de rollator loopt om te voorkomen dat men krom gaat lopen. Wanneer de patiënt dit goed beheerst wordt de overstap gemaakt naar het lopen met een kruk. Hierna leert de patiënt lopen aan de arm, geheel zelfstandig lopen en als laatste traplopen. In de loopschool en op de afdeling loopt een patiënt slechts enkele minuten en legt hierbij niet meer dan 30 meter af. Tot slot wordt er gebruik gemaakt van fitnessapparatuur o.a. de fiets en legpress ter verbetering van de spierkracht.
2.2 De Quatro rollator De rollator die standaard gebruikt wordt in het Bronovo ziekenhuis is de Quatro rollator van Thuasne. In 2010 is deze rollator als beste getest in het tv-programma KASSA waar hij geprezen werd om zijn duurzaamheid, comfort, stabiliteit en de lage prijs. Het frame van de rollator is gemaakt van duurzaam staal. De handgrepen zijn vervaardigd van een zacht materiaal en hebben een ergonomische vorm. De materiaalkeuze maakt dat de rollator zowel binnen- als buitenshuis te gebruiken is.
7 De rollator wordt geleverd met een afneembaar boodschappenmandje, een klein bagagerek en een dienblad. Hij beschikt over een breed zitvlak, waar mensen even op kunnen plaatsnemen tijdens een wandeling om uit te rusten. Verder bevinden zich aan beide zijden van de rollator parkeerremmen zodat de rollator veilig kan worden geblokkeerd voordat men plaats neemt op het zitvlak. Het is een eenvoudig inklapbare rollator die men overal mee naar toe kan nemen. De Quatro Rollator wordt in zijn geheel weergegeven in figuur 1. Figuur 1 De Quatro rollator. Voor enkele technische gegevens wordt verwezen naar bijlage I. 2.2.1 Veiligheidsvoorschriften Om de veiligheid van de gebruiker te waarborgen zijn er een aantal voorschriften waar de gebruiker rekening mee dient te houden. Maakt een persoon van het zitvlak dan is het belangrijk dat men rechtop, en niet naar één kant overhangend of dwars op het zitvlak plaatsneemt. Het is niet de bedoeling dat de rollator wordt gebruikt als stoel, hij doet slechts dienst als steun voor korte duur. Verder is de rollator geschikt voor gebruikers met een lichaamsgewicht van maximaal 130 kg. Tot slot mag de rollator niet worden overbelast tijdens transport. Er geldt hiervoor een maximaal gewicht van 10kg.
8
2.3 Medische apparatuur De hoofdfunctie van het te ontwerpen product is het bevestigen van medische apparatuur aan de rollator. Het Bronovo ziekenhuis heeft aangegeven dat het hierbij vooral gaat om infuusapparatuur, katheterzakken, voedingsapparatuur en zuurstofcilinders. In deze paragraaf worden de werking, plaatsing en specificaties van de medische apparatuur welke gebruikt worden in het Bronovo beschreven. 2.3.1 Infusen Infusen worden gebruikt om vloeistoffen in het lichaam te brengen. Er zijn passieve en actieve toedieningsmethoden. De passieve methode wordt gebruikt wanneer infusievloeistoffen niet nauwkeurig gedoseerd hoeven worden. Wanneer dit wel van belang is worden er actieve toedieningsmethoden toegepast. Een pomp wordt dan gebruikt om de dosering te regelen. Het Bronovo ziekenhuis maakt gebruik van twee soorten pompen; de Volumed μV7000 en de Perfusor Secura FT. De specificaties en werkingsprincipes van beide pompen en de overige benodigdheden met betrekking tot infusen worden hieronder toegelicht. Infuusvloeistoffen Infusievloeistoffen worden opgeslagen in zakken, spuiten of cassettes. De cassettes worden gebruikt wanneer het lastig is voor iedere toediening een ader in de arm aan te prikken of een toediening 24 uur of langer duurt. De patiënt ondervindt van de cassette geen problemen met betrekking tot de mobiliteit omdat de cassette om het middel wordt gedragen. Figuur 2 Een infuuszak De infuuszak wordt voor zowel een actieve als passieve toedieningsmemet infuusroute. thode gebruikt en hoort boven het niveau van de patiënt te hangen. Op een infuuszak bevinden zich een aanprikpunt voor de steriele infuusroute en een bijspuitpunt. Het bijspuitpunt wordt gebruikt om bijvoorbeeld medicatie aan de infusievloeistof toe te voegen. De inhoud van een infuuszak varieert tussen de 10ml en 3 liter. Het toedienen van infuusvloeistoffen met behulp van een spuit is op twee Figuur 3 Een medicatiespuit. manieren mogelijk. De vloeistof wordt rechtstreeks toegediend door de spuit direct in het lichaam te spuiten. Op deze manier is doseren wederom niet nauwkeurig en daarom wordt er ook gebruik gemaakt van een spuitenpomp. De inhoud van de spuiten varieert tussen de 10 en 50 ml.
Infuusroute De steriele infuusroute wordt gebruikt in actieve- en passieve toedieningssystemen. De route bestaat uit een steriele slang, een druppelkamer, doseerklem en een kraan. Voor de plaatsing van het infuus is het van belang dat de druppelkamer verticaal hangt. Figuur 4 geeft een infuusroute weer in een passief toedieningssysteem. Vanuit de infuuszak loopt de infuusvloeistof1 door de infuusslang naar de druppelkamer4. Hier vallen de druppels infuusvloeistof met een ingestelde snelheid op een filter. Vervolgens komt de infuusvloeistof bij de doFiguur 4 Een weergave seerklem5. Met de doseerklem wordt de infuusslang volledig geblokvan de werking van een infuusroute. keerd. Wanneer de doseerklem open staat vervolgd de infuusvloeistof
9 zijn weg in de richting van de kraan6 en komt via de infuusnaald7 in het lichaam van de patiënt terecht. Bij een actieve toedieningsmethode is de infuuspomp na de druppelkamer geplaatst. De doseerklem en kraan zijn verwerkt in de pomp, omdat de pomp de dosering regelt. Infuusstandaard Een infuusstandaard, weergegeven in figuur 5, bestaat uit een boven- en onderzijde die met elkaar verbonden zijn door een paal. De wielen aan de onderzijde maken de infuusstandaard verrijdbaar. De bovenzijde bevat in de meeste gevallen vier haken waaraan infuus- en voedingszakken gehangen worden. Indien een patiënt meerdere infuus- of voedingszakken nodig heeft is het belangrijk het gewicht van de zakken goed te verdelen over de haken van de infuusstandaard. Van een aantal infuusstandaarden is de hoogte van de paal verstelbaar. Dit maakt het mogelijk de hoogte te variëren aan de lengte van een patiënt of de Figuur 5 Een infuusstandaard hoogte van een ruimte tot maximaal 2100mm. Passieve toedieningsmethode Infuusvloeistoffen worden op een passieve manier toegediend met behulp van een steriele infuusslang en een infuuszak. Figuur 4 gaf eerder al een weergave van deze toedieningsmethode. De infuusvloeistof wordt hierbij onder invloed van de zwaartekracht, dus passief, door de steriele infuusroute aan de patiënt toegediend. Het is hierbij van belang dat de infuuszak boven het niveau van de patiënt geplaatst wordt. Dit gebeurt veelal door het infuus aan een infuusstandaard te hangen. Op deze manier wordt er namelijk een drukverschil gecreëerd dat het inlopen van de vloeistof mogelijk maakt. De vloeistof loopt, door middel van een druppelmechanisme, met een regelmatige snelheid door de infuusroute naar de patiënt. De snelheid waarmee dit gebeurd is afhankelijk van de zwaartekracht en is in te stellen met behulp van een druppelregelaar. Door het verder open of dicht draaien van de druppelregelaar neemt de snelheid toe of af. Actieve toedieningsmethode Het actief toedienen van infuusvloeistoffen gebeurt met behulp van een steriele infuusslang, een infuuspomp en een zak infuusvloeistof. Het Bronovo ziekenhuis maakt gebruik van twee soorten infuuspompen; de Volumed μV7000 en de Perfusor Secura FT. Beide pompsystemen worden hier besproken. Volumed® μVP7000 De Volumed® μVP7000 in figuur 6 is een volumetrische infuuspomp. Deze microprocessor gestuurde pomp werkt door de infuusvloeistof met behulp van een peristaltisch systeem te pompen. Onder druk worden medicatie en andere infuusvloeistoffen op een gecontroleerde manier in het liFiguur 6 Volumed® μVP7000 chaam van de patiënt gebracht. Naast infuuspomp wordt de Volumed® gebruikt als voedingspomp. De pomp is geschikt voor vaste en vervoerbare toepassingen. De specificaties van de Volumed® μVP7000 worden weergegeven in tabel 1.
10 Voor een goede toediening van infuusvloeistoffen met de Volumed® is het van belang dat de infuusslang niet knikt. Gebeurt dit wel, dan komen de vloeistoffen deels of niet meer in het lichaam van de patiënt terecht. De Volumed® μVP7000 wordt, samen met de infuuszak, aan Figuur 7 Het klemsysteem aan de achterzijde van de Volumed® μVP7000 de infuusstandaard bevestigd. Voor de bevestiging wordt de achterzijde van de pomp om de paal van de infuusstandaard geplaatst en met de schroef vast gedraaid. De pomp is dan om de paal van de infuusstandaard geklemd. De schroef is met een rode pijl weergegeven in figuur 7. Wanneer de pomp op deze manier bevestigd wordt mag de pomp niet hoger dan 1400mm worden geplaatst om stabiTabel 1Specificaties van de Volumed® liteit te verzekeren. μVP7000. Indien er meerdere pompen boven elkaar worden gemonteerd moet de maximale hoogte tot de vloer in acht worden genomen en moeten er maatregelen worden getroffen om instabiliteit te voorkomen. Perfusor Secura FT De Perfusor Secura FT is een spuitenpomp geschikt voor het toedienen van kleine volumes medicatie gedurende een langere periode. Het gaat hierbij vooral om het nauwkeurig en met een constante snelheid toedienen van medicatie. Een injectiespuit met medicatievloeistof wordt hiervoor op de perfusor geplaatst, zie figuur 8. De spuitenpomp drukt de plunjer van de injectiespuit op een nauwkeurige en gecontroleerde snelheid naar voren. Figuur 8 Perfusor Secura FT De snelheid waarmee dit gebeurt, is afhankelijk van de inhoud van de spuit en wordt geregeld door het toerental van de motor, welke de spuitzuiger beweegt, aan te passen. De infusievloeistof loopt vervolgens vanuit de spuit door de infusieslang naar de patiënt. De specificaties van de Perfusor Secura FT worden weergegeven in tabel 2. De spuitenpomp wordt bevestigd met behulp van een klem, zie figuur 8. Deze klem wordt vastgedraaid aan een frame, van bijvoorbeeld een rollator, infuusstandaard of bed. In de klem zit een achthoekige opening, waarin de achthoekige pin Tabel 2 Specificaties van de Perfusor Secura geplaatst wordt die aan de achterkant van de Perfusor FT. Secura FT zit. Door deze eenvoudige bevestiging blijft de pomp aan het frame hangen.
11 Samenvattend Het toedienen van infuusvloeistoffen is belangrijk voor de doelgroep. Hierbij wordt de vloeistof vanuit infuuszakken en spuiten via een steriele infuusroute op een passieve of actieve manier aan de patiënt toegediend. Het is voor een juiste toediening belangrijk dat de druppelkamer van de infuusroute verticaal hangt en dat de infuusslang niet knikt. De infuuszakken moeten altijd boven het niveau van de patiënt hangen en worden daarom meestal aan de haken van een infuusstandaard gehangen. De spuiten worden gebruikt voor actieve en passieve toediening. Bij passieve toediening worden ze direct in het infuus van de patiënt gespoten en bij de actieve toediening worden ze in de perfusor geplaatst. Het toedienen van de vloeistoffen met een spuit is daarom geen specifiek punt waar rekening moet worden gehouden tijdens het ontwerpen. Met de gebruikte pompen, de Perfusor Secura FT en de Volumed® μVP7000 moet wel rekening worden gehouden.
2.3.2 Katheters Het plaatsen van een katheter is een passieve manier om urine uit het lichaam te voeren. Het is hierbij van belang dat de opvangzak onder het niveau van de patiënt geplaatst wordt. Een katheter is een flexibel slangetje om urine en andere vloeistoffen uit het lichaam af te voeren. De katheter loopt Figuur 9 Schematische weergave van de via de plasbuis naar de blaas. Aan het uiteinde van de kahevelwerking van een katheter. theter zit een ballonnetje dat voorkomt dat de katheter uit de blaas glijdt. Het andere uiteinde van de katheter is bevestigd aan een katheterzak. De werking, weergegeven in figuur 9, van een katheter is gebaseerd op een hevelwerking waarbij de afvoerslang actief zuigt zodra de blaas volloopt. Door het zuigen van de afvoerslang loopt de urine vervolgens de opvangzak in. Voor de continue afvoer van urine uit het lichaam mag er geen knik in de afvoerslang ontstaan. Opvanghulpmiddelen De afgevoerde urine wordt opgevangen beenzakken, bedzakken of urimeters. De beenzakken zijn het kleinst en worden overdag aan het been gedragen. Doordat het in deze zakken mogelijk is slechts een klein volume op te slaan, worden ze in het ziekenhuis vrijwel niet gebruikt. Figuur 10 Een bedzak voor De bedzakken (figuur 10) worden veel gebruikt en zijn de gehele dag de opvang van urine. met een toevoerslang van ongeveer 1000mm aan de katheter van de patiënt verbonden. De zakken zijn geschikt om volumes tot maximaal 2 liter op te slaan en worden met een haak onder aan het bed of de rolstoel gehangen. Naast de bedzak wordt er in het ziekenhuis gebruik gemaakt van urimeters. Een urimeter is vergelijkbaar met een bedzak maar is voorzien van een schaalverdeling. Hierdoor is het eenvoudig inzicht te krijgen in de hoeveelheid urine die over een bepaalde tijd geproduceerd is. De urimeter wordt net als de bedzak aan het bed gehangen en heeft een ingebouwde hanger voor een veilige fixatie aan het bed. Urimeters hebben een maximale inhoud van 2600ml.
12 2.3.3 Voedingsapparatuur In het Bronovo ziekenhuis worden twee soorten voedingspompen gebruikt een van deze pompen is de eerder besproken Volumed® μVP7000. De toediening van vloeibare voeding gebeurd hierbij, net als bij infuusvloeistoffen, druppelsgewijs. Hierbij is de slang tussen de Volumed® μVP7000 en de voedingszak slechts 300 tot 500 mm lang en worden de pomp en voeding dicht bij elkaar geplaatst. De eisen met betrekking tot de plaatsing van de Volumed® μVP7000 blijven verder gelijk aan de eisen wanneer hij gebuikt wordt voor infusie en worden daarom in deze paragraaf niet nog eens besproken. De Kangaroo 324 is de andere voedingspomp en is geschikt voor het toedienen van sondevoeding. De werking en plaatsing van de Kangaroo 324 en het bijbehorende toedieningssysteem worden in deze paragraaf beschreven. Daarnaast worden de opslag van voeding in diverse verpakkingen beschreven voor beide pompsystemen. Kangaroo 324 Sondevoeding wordt druppelsgewijs met behulp van de Kangaroo 324 voedingspomp, welke in figuur 11 is weergegeven, toegediend. De specificaties van de pomp zijn vermeld in tabel 3. Voor de toediening zijn er, naast de pomp, een toedieningssysteem en een sonde nodig. Het toedieningssysteem bestaat uit een slang met een rolregelklem en een druppelkamer. De rolregelkamer wordt gebruikt om de slang dicht te klemmen. In de druppelkamer worden, net als bij een infuussysteem, de Figuur 11 Kangaroo 324 gevallen druppels geteld. Nadat de voeding in de pomp geTabel 3 Specificaties Kangaroo 324. plaatst is, wordt deze door de pomp door het toedieningssysteem gepompt. De voeding komt aan het einde van het toedieningssysteem in de sonde van de patiënt terecht. Ondanks dat er bij de Kangaroo 324 een druppelkamer aanwezig is, hoeft hier geen rekening mee worden gehouden bij het plaatsen van de pomp omdat de druppelkamerhouder in de pomp verwerkt is. Een verticale plaatsing van de pomp is hiervoor voldoende. Aan de achterzijde van de pomp zit een draaischroef die deze plaatsing mogelijk maakt. De slang die van de pomp naar de neus van de patiënt loopt is erg lang. Voor een continue toediening van de voeding is het ook hier van belang dat de slang niet knikt. Het geeft daarom de voorkeur de pomp hoger te plaatsen om knikken te voorkomen. Verpakkingen Sondevoeding is verpakt in flessen, packs of zakken en worden moeiteloos aan de Kangaroo aangesloten. De maximale inhoud van deze verpakkingen is 1000ml, dit komt neer op een gewicht van 1kg. Voeding die met de Volumed® μVP7000 wordt toegediend is verpakt in zakken, welke aan de infuusstandaard worden gehangen. Het Bronovo ziekenhuis maakt gebruik van zakken met een maximale inhoud van 1875ml. Dit komt neer op een gewicht van 2 kg. Het komt voor dat een patiënt twee van deze voedingszakken nodig heeft. Voor te ontwerpen product wordt er rekening gehouden met het maximaal gewicht van twee voedingszakken met een inhoud van 1875ml.
13 2.3.4 Zuurstof De toediening van extra zuurstof is voor een grote groep patiënten noodzakelijk. Hiervoor wordt er gemaakt van een zuurstofcilinder en een slangetje. Een patiënt gebruikt nooit meer dan één zuurstofcilinder tegelijkertijd. De cilinder en de slang worden hieronder kort toegelicht. De zuurstofslang Vanuit de cilinder wordt de zuurstof met een zuurstofslang opgenomen. Deze slang is aan de andere zijde verbonden met de neus van de patiënt. Er zijn drie manieren om de slang aan de neus te verbinden. Het merendeel van de patiënten maakt gebruik van een zogenaamde neusbril, zie figuur 12. Hierbij wordt een flexibel kunststof slangetje met twee kleine uiteinden in de neus aangebracht. De lengte van dit slangetje is circa 1500mm. Zuurstoftoediening met behulp van een neusbril is de meest comfortabele manier van zuurstoftoediening. Andere methoden zijn de neuskatheter of en kapje over de mond en neus. Zuurstofcilinder Het Bronovo ziekenhuis heeft de beschikking over zuurstofcilinders van 2 liter met medicinale zuurstof (Conoxia®). Het LIVzuurstofcilinder, zie figuur 13, is een lichtgewicht, kant- en klare mobiele gasoplossing met geïntegreerde drukregelaar. Aan de cilinder is een ophangbeugel gemonteerd. Dit maakt het hangen van de cilinder aan een bed of rolstoel voor de verpleegkundige zeer eenvoudig. De specificaties van de cilinder worden weergegeven in tabel 4.
Figuur 12 Toediening van zuurstof met een neusbril.
Figuur 13 Zuurstofcilinder van Linde Healthcare
De zuurstofcilinder moet dusdanig worden geïnTabel 4 Specificaties zuurstofcilinder. stalleerd dat deze niet valt. Wanneer het cilinder valt en op de grond terecht komt, kan er namelijk zuurstof ontsnappen. De voorkeur ligt om deze reden ook bij het verticaal plaatsen van de cilinder. Aan de bovenzijde van de cilinder zitten twee haken die het eenvoudig maken de cilinder aan een rolstoel, bed of rollator te hangen.
14
2.4 Voorgaande ontwerpen Het bevestigen van medische apparatuur aan een rollator is een probleem waar al eerder is geprobeerd een oplossing voor te vinden. Deze paragraaf beschrijft de voor- en nadelen van het prototype dat ontwikkeld is door een fysiotherapeut van het Bronovo ziekenhuis. Daarnaast wordt een ontwerp besproken van een student Human Technology wat gebaseerd is op de sterke en zwakke punten van het eerder vervaardigde prototype van de fysiotherapeut. 2.4.1 Prototype Fysiotherapeut De fysiotherapeut uit het Bronovo ziekenhuis heeft dagelijks te maken met de problematiek die de medische apparatuur met zich mee brengt. Om hier een oplossing voor te vinden heeft hij een aantal eisen opgesteld waaraan zijn prototype moest voldoen. Het complete overzicht van eisen en wensen is terug te vinden in bijlage 2. Het eindresultaat was een eenvoudig en functioneel prototype. Het prototype, weergegeven in figuur 14, bestaat uit een u-frame wat op het rollatorframe is bevestigd. De medische apparatuur wordt aan het u-frame gehangen of geklemd en in het rollatormandje Figuur 14 Het prototype geplaatst. van de Fysiotherapeut. Positieve en negatieve punten Het ontwikkelde prototype is geschikt om meerdere infuus- en voedingszakken aan op te hangen. Verder biedt het prototype de mogelijk zuurstofcilinders en infuuspompen te plaatsen. De pompen worden eenvoudig door middel van een u-frame en draaischroeven aan de rollator bevestigd of op het zitvlak geplaatst. Ondanks het ontstaan van een functioneel werkend prototype, zitten er naast bovengenoemde voordelen ook een aantal grote nadelen aan het prototype. Deze punten hebben voornamelijk te maken met stabiliteit en zicht. De stabiliteit van het prototype is verminderd doordat het in zowel beladen als onbeladen situatie topzwaar is. De oorzaak hiervoor is het grote en zware stalen frame waarvoor gekozen is. De bevestiging van de apparatuur op de rollator zorgt ervoor dat het zicht van de patiënt afneemt. Het gezichtsveld van de gebruiker wordt verkleind doordat onder andere de infuuszak recht voor het gezicht hangt. 2.4.2 Ontwerp student Human Technology Aan de hand van het prototype van de afdeling fysiotherapie van het Bronovo ziekenhuis is er door een student Human Technology een nieuwe oplossing ontworpen voor het probleem. Hij heeft hiervoor veel vooronderzoek verricht naar rollatorgebruik van zijn doelgroep binnen diverse instellingen en de te plaatsen medische apparatuur. Vanuit deze informatie heeft hij een plan van eisen en wensen opgesteld, wat terug te vinden is in bijlage 3. In het ontwerpproces heeft hij zich gericht op de mobiliteit, modulariteit en motivatie van de rollator. Het eindontwerp van de student is niet vervaardigd tot een prototype. Figuur 15 op de volgende pagina geeft het eindontwerp weer.
15 Het ontwerp bestaat uit een apparatenrek, infuusstokhouder, magneetsluiting en een pedaal welke op de Quatro rollator bevestigd worden. De diverse onderdelen worden hieronder kort toegelicht. Het pedaal maakt het voor de gebruiker mogelijk eenvoudig en met weinig kracht over drempels heen te komen. Door het pedaal in te drukken wordt de voorkant van de rollator opgetild volgens het hefboom principe. Het pedaal wordt op de as van een van de achterwielen bevestigd. Het is gemaakt van metaal en heeft een licht profiel voor grip. Figuur 15 Het ontwerp van de Human Technology student met daar-
Een magneetsluiting is in het ontwerp op- op een apparatenrek, infuusstokhouder, magneetsluiting en een pedaal. genomen omdat de remkabels van de Quatro rollator uitsteken. Dit is vooral het geval wanneer de rollator afgesteld is op kleinere mensen. De remkabels worden dan meer naar onderen gedrukt en dijen uit naar de buitenkant van de rollator. Door een simpele magneetsluiting worden de remkabels bij elkaar gehouden. De magneetsluiting is eenvoudig te openen waardoor het boodschappenmandje bruikbaar blijft. De infuushouderstok biedt de mogelijkheid tot het ophangen van infuuszakken aan de rollator. Deze constructie wordt door middel van schroefdoppen bevestigd aan een van de verticale buizen van de rollator. De constructie is iets gebogen zodat het infuus recht hangt. De constructie is in hoogte verstelbaar tot twee meter. De rollator heeft dankzij het apparatenrek de mogelijkheid diverse medische apparatuur te vervoeren. Deze constructie wordt vervaardigd van dezelfde materialen als de rollator en is eenvoudig door klikelementen aan het rollatorframe te bevestigen. De medische apparatuur wordt vervolgens aan het apparatenrek bevestigd door middel van draaischroeven. Positieve en negatieve punten Ondanks dat er van het ontwerp geen prototype is vervaardig zijn er een aantal positieve en negatieve punten die hier besproken worden. Het is positief dat het apparatenrek eenvoudig aan de huidige rollator te bevestigen is. Daarnaast hangen de infuuszakken niet in het zicht van de patiënt en is de infuushouderstok in hoogte verstelbaar. Verder is het toevoegen van een pedaal op het achterwiel functioneel om over drempels te komen. Desondanks zijn er aan dit ontwerp enkele verbeterpunten. Er nu slechts plaats voor één infuus- of voedingszak. Patiënten van de afdeling Heelkunde lopen regelmatig met meerdere infuus- en voedingszakken waarvoor plaats moet zijn. In het ontwerp is het niet mogelijk dat de druppelkamer van een infuus verticaal te hangen. Dit is echter wel noodzakelijk voor een juiste toediening van de infuusvloeistof.
16
2.5 De MobilyzerTM De MobilyzerTM is een nieuw loophulpmiddel wat de oplossing biedt voor het bevestigen van medische apparatuur en het mobiliseren van de patiënt. Het loophulpmiddel, weergegeven in figuur 16, bestaat uit een basis waar diverse onderdelen op geplaatst worden welke functioneel zijn voor de bevestiging van medische apparatuur. Denk hierbij aan een infuusbuis, diverse accessoires, cilinder- en pomphouders en contactdozen. De mogelijkheden van deze onderdelen worden hieronder besproken. Omdat de MobilyzerTM recentelijk is aangeschaft door het Bronovo Ziekenhuis wordt de paragraaf afgesloten met de ervaringen van het ziekenhuispersoneel. TM
Figuur 16 De Mobilyzer .
De basis Een onderstel met een stuur vormt de basis van de MobilyzerTM. Het onderstel is opgebouwd uit een frame met vijf zwenkwielen. De combinatie van de vorm van het frame en de posities van de wielen zorgen voor een stabiel hulpmiddel zowel belast als onbelast. Daarnaast is het door de vijf zwenkwielen eenvoudig over obstakels, als bijvoorbeeld drempels, te komen. De vorm van het frame zorgt ervoor dat het loophulpmiddel nergens achter blijft hangen en biedt bescherming voor de medische apparatuur. Het stuur is in hoogte verstelbaar en bestand tegen grote belastingen. Diverse onderdelen voor op de basis Op het onderstel van de MobilyzerTM wordt een bovendeel geplaatst. Het bovendeel is in verschillende vormen verkrijgbaar waarbij het bovendeel verschillende functies vervuld. Voorbeelden van deze functies zijn diverse ophangmogelijkheden voor infuuszakken en mogelijkheden tot plaatsing van medische apparatuur. Een overzicht van de diverse bovendelen wordt weergegeven in figuur 17. De verschillende bovendelen zijn eenvoudig te verwisselen.
TM
Figuur 17 De diverse bovendelen van de Mobilyzer .
Naast de diverse bovendelen is de MobilyzerTM uit te ruisten met verschillende accessoires voor de bevestiging van apparatuur. Voorbeelden van accessoires zijn de druppelsensorhouder, RVS haken voor katheterzakken, verstelbare onderarmsteunen, montagebeugels, netsnoeren en contactdozen. Enkele van voorbeelden worden weergegeven in de figuren 18 tot en met 20.
Figuur 18 RVS haken
Figuur 19 Onderarmsteunen.
Figuur 20 druppelsensor-houder.
17 Tot slot is er aan de voorzijde van het onderstel de mogelijkheid voor het plaatsen van pomp- en cilinderhouders. Hierbij is te denken aan houders voor zuurstofcilinders (figuur 21) en verschillende soorten pompen. Er zijn meerdere pomphouders ontwikkeld voor de MobilyzerTM die plaats bieden aan twee tot zes apparaten. Een overzicht van de pomphouders is weergegeven in figuur 22.
Figuur 21 De cilinderhouder
TM
Figuur 22 De pomphouders van de Mobilyzer .
Ervaringen van het Bronovo ziekenhuis De MobilyzerTM van het Bronovo ziekenhuis is uitgevoerd met een vijfvoudige contactdoos, één cilinderhouder, twee pomphouders en een bovendeel met zeven haken zoals is weergegeven in figuur 23. De MobilyzerTM is een licht en wendbaar hulpmiddel. De contactdoos wordt als prettig ervaren omdat er de mogelijkheid is tot het inpluggen van stekkers die aan de apparatuur bevestigd zijn. Echter heeft het naast de vele voordelen zeker nog nadelen. Net als bij het prototype van de fysiotherapeut is er ook hier het probleem dat infuuszakken en medische apparatuur in het gezichtsveld van de patient geplaatst worden. Daarnaast is het met de MobylizerTM niet mogelijk om alle gewenste ruimtes te betreden omdat het loophulpmiddel daar te breed voor is. Verder nemen de patiënten een kromme houding aan wanneer zij met de MobilyzerTM lopen, omdat zij niet tussen maar achter de wielen moeten lopen. Tot slot ligt de prijs van de MobylizerTM rond de €1200,-. Deze prijs is vrij hoog en daarom is er vraag naar een Figuur 23 De Mobilygoedkopere oplossing. TM
zer -uitvoering van het Bronovo ziekenhuis.
18
3. Eisen en wensen De eisen en wensen worden opgesplitst in twee delen. Het eerste deel bestaat uit de eisen en wensen die gesteld worden aan het te ontwerpen product. Hierbij is de informatie uit de analyse gecombineerd met de lijst eisen en wensen die in de voorgaande ontwerpen opgesteld zijn. De eisen en wensen voor het product worden opgesteld voor de maximale hoeveelheid apparatuur die een patiënt bij zich draagt. Gewichten en aantallen zijn dan ook hier op gebaseerd. Het tweede deel van de eisen en wensen richt zich specifiek op de richtlijnen voor de medische apparatuur. Indien er in dit hoofdstuk gesproken wordt over het product, wordt de applicatie bedoeld die aan de rollator wordt bevestigd. Wanneer er gesproken wordt over het geheel, dan wordt de rollator met daaraan het product bedoeld. Eisen en wensen aan het product Eisen 1. Het product is eenvoudig aan de rollator te bevestigen. 2. Het product is eenvoudig van de rollator te verwijderen. 3. Het product biedt plaats voor maximaal; o Twee infuuszakken o één Volumed® μVP7000 o drie perfusoren o één zuurstofcilinder o één katheterzak o één urimeter o twee voedingszakken 4. De medische apparatuur is snel aan het product te bevestigen. 5. De patiënt ondervindt geen belemmering van de medische apparatuur. 6. De patiënt behoudt zijn bewegingsvrijheid. 7. Het geheel is geschikt voor een laag belastbare patiënt. 8. Het geheel is primair een steunmiddel. 9. Het geheel is stabiel. 10. Het geheel blijft niet achter objecten hangen. 11. Het geheel draait binnen een vierkante meter. 12. Het geheel is, onder alle beladingen, een gemakkelijk verrijdbare constructie. 13. Het geheel kan een gewicht van 24,5 kg dragen. 14. Het geheel kan door deurposten en liften. 15. Op het product is een 5-delige contactdoos aanwezig. 16. De verstelbaarheid (in hoogte) van de rollator blijft behouden. 17. De loopruimte aan de binnenzijde van de rollator moet open blijven. 18. Het product weegt maximaal 5 kg. Wensen 19. De kosten van het product zijn zo laag mogelijk. 20. Het product is onderhoudsvriendelijk.
19 Eisen voor plaatsing medische apparatuur 1. De medische apparatuur mag niet vallen. 2. De slangen van en naar de medische apparatuur mogen niet knikken. 3. De pompen moeten op ooghoogte geplaatst worden. 4. De infuushoogte moet verstelbaar zijn. 5. De infuuszak moet boven het niveau van de patiënt hangen. 6. De druppelkamer van het infuussysteem moet verticaal hangen. 7. De infuus- en voedingszak zijn niet meer dan 500mm verwijderd van de Volumed® μVP7000. 8. De Volumed® μVP7000 is maximaal 1400mm boven de grond geplaatst. 9. Katheterzakken en urimeters hangen onder het niveau van de patiënt. 10. De zuurstofcilinder wordt verticaal geplaatst. 11. De zuurstofcilinder en patiënt zijn niet meer dan 1500mm van elkaar verwijderd.
20
4. De ideefase Om tot een ontwerp te komen voor een hulpmiddel op een rollator is het ontwerpproces gestart met een ideefase. In deze fase is gezocht naar oplossing voor verschillende deelproblemen. Deze oplossingen zijn gevonden met de “hoe-kun-je”-methode. Vervolgens zijn van de meest kwalitatief bruikbare oplossingen, verkregen uit de zojuist genoemde methode, ideeschetsen gemaakt.
4.1 “Hoe kun je ‘s” Om het ontwerpproces te starten wordt gebruik gemaakt van “Hoe Kun Je ’s” (HKJ’s). De HKJ’s zijn opgesteld voor verschillende deelproblemen welke uit de lijst van eisen en wensen naar voren zijn gekomen. De oplossingen voor de deelproblemen moeten in het ontwerpproces gevonden worden. Voor deze ontwerpopdracht zijn er zeven HKJ’s opgesteld, namelijk; -
Hoe kun je voorkomen dat iets valt Hoe kun je stabiel zijn Hoe kun je hoogte verstellen Hoe kun je losmaken Hoe kun je stootbestendig zijn Hoe kun je laag in kosten zijn Hoe kun je bevestigen
Figuur 24 De HKJ’s uit de creativiteitssessie
Voor iedere HKJ wordt een creativiteitssessie gehouden met als doel kwantiteit van ideeën. Per HKJ worden hierbij alle ideeën opgeschreven. Een beeld van het resultaat van de creativiteit sessies voor de zeven HKJ’s is weergegeven in figuur 24.
4.2 Ideeschetsen Gedurende de creativiteitssessies stond de kwaliteit van de oplossingen niet voorop. Voor het vervolg van het ontwerpproces wordt er kritisch naar het alle gegenereerde oplossingen gekeken. De vele eisen en wensen maken het lastig om direct vanuit de HKJ’s tot concepten te komen. Om deze reden zijn de bruikbare oplossingen vanuit de HKJ-methode gebruikt als basis voor de ideeschetsen. De ideeschetsen zijn gecategoriseerd tot negen onderwerpen en zijn terug te vinden in bijlage 4.
21
5. Conceptvorming De ideeën uit de ideefase zijn geclusterd tot vijf concepten. Het resultaat hiervan wordt in dit hoofdstuk weergegeven. De eerste vijf paragrafen van dit hoofdstuk bespreken ieder één concept. Hier wordt naast het ontwerp kort de plaatsing van de apparatuur op het concept besproken. Uit deze vijf concepten wordt één concept gekozen dat als eindproduct geoptimaliseerd wordt. Het maken van deze keuze wordt besproken in de laatste paragraaf.
5.1 Concept 1 Het eerste concept bestaat uit een losse infuushouder en een apparatenrek. De infuushouder wordt in de bestaande stokhouder van de Quatro rollator geplaatst. De buis van de infuushouder heeft een lichte kromming zodat de infuuszakken recht boven de rollator blijven hangen. De infuushouder is stapsgewijs in hoogte verstelbaar en biedt plaats voor vier infuus- en voedingszakken en één pomp. Het apparatenrek wordt met een kliksysteem aan de onderkant van de rollator beves- Figuur 25 Schets van concept 1 met in het paars de plaatsing van apparatuur. tigd. Op het rek is plaats voor één urimeter, één katheterzak, één zuurstofcilinder en één pomp. Daarnaast is er nog een mandje waar de patiënt spullen in kan leggen. Figuur 25 geeft concept 1 en de plaatsing van de apparatuur bij dit concept weer.
5.2 Concept 2 Het apparatenrek en de infuusstandaard zijn in concept 2 geïntegreerd tot één rek. Dit rek wordt aan de voorzijde van de rollator geplaatst met behulp van ringen met schroeven om de rollatorbuizen. Dit principe is weergegeven in figuur 26. De hoogte waarop de infuuszakken komen te hangen is instelbaar door de buis in of uit te schuiven en bij de gewenste hoogte vast te klemmen. Figuur 26 Schets van concept 2 met in het paars de plaatConcept 2 biedt plaats aan vier infuus- en voe- sing van apparatuur. dingszakken, minimaal één perfusor, één Volumed® μVP7000, twee katheterzakken of urimeters en één zuurstofcilinder. De Volumed® μVP7000 wordt op de standaard manier bevestigd waarbij de pomp om de buis wordt geplaatst en aan de achterzijde met een schroef wordt aangedraaid. De pin van de Perfusor Secura FT wordt in het gat van de horizontale buizen geplaatst. De losse klem is hierdoor niet meer noodzakelijk voor het plaatsen van de pomp. Verder hangen alle zakken aan de daarvoor bestemde haken en hangt de zuurstofcilinder aan de horizontale buizen.
22
5.3 Concept 3 Concept 3 bestaat uit twee delen die aan de zijkant van de rollator bevestigd worden. De zuurstofcilinder wordt hierbij in de beugel aan het lage deel van de rollator geplaatst. De katheter en de urimeter worden aan de bestaande haken van de Quatro rollator gehangen, zoals is weergegeven in figuur 27. Beide pompen worden op de oude manier om de verticale buizen geklemd. De vier infuus- en voedingszakken kunnen hoger of lager worden gehangen door het handvat Figuur 27 Schets van concept 3 met in het paars de plaatmet de klok mee, of tegen de klok in te draai- sing van apparatuur. en. Het gehele ontwerp wordt door middel van schroeven aan de rollator bevestigd. Hiervoor moeten er gaten in het frame van de Quatro rollator worden geboord. Figuur 27 geeft een weergave van concept 3 met de bijbehorende apparatuur plaatsing.
5.4 Concept 4 Het vierde concept in figuur 28 lijkt in het eerste opzicht veel op het tweede concept maar is anders. Ook dit ontwerp wordt aan de voorkant op de rollator geplaatst. Hierbij wordt het bevestigd met een scharnierend klemsysteem dat om de rollatorbuizen komt te zitten. Het totale rekje is hoger waardoor de pompen hoger geplaatst worden. Dit is prettiger voor de verpleging. De Volumed® μVP7000 wordt in dit ontwerp Figuur 28Schets van concept 4 met in het paars de plaatsing van aan de verticale buis op het rekje geapparatuur. plaatst. De perfusor Secura FT wordt in de gaten gehangen welke direct in de horizontale buizen zitten. De infuusstandaard kan in dit ontwerp niet zelf in hoogte versteld worden, maar doordat de standaard vlak voor de handvatten geplaatst is, versteld de hoogte van de standaard door het verstellen van de hoogte van de handvatten. Wederom is er plaats voor vier infuus- en voedingszakken.
23
5.5 Concept 5 Om het vijfde concept in figuur 29 aan de rollator te bevestigen wordt er gebruik gemaakt van een losse klem die om de buizen van de rollator geplaatst wordt. Na plaatsing van deze klem wordt het rek aan de rollator geklemd. Dit gebeurd aan de voorzijde van de rollator. Vanaf de onderkant van de voorzijde van de rollator loopt een verticale buis waar het zuurstofcilinder aan bevestigd wordt. Daarboven, om het tafeltje van de Figuur 29 Schets van concept 5 met in het paars de plaatsing rollator, zit een kubusvormig stangenstel- van apparatuur. sel waar pompen en zakken aan gehangen worden. Ook is hier in een van de hoeken een verlenging van één van de verticale buizen die fungeert als infuusstandaard. De hoogte hiervan wordt ingesteld door het bovenstuk te verschuiven in een rail.
5.6 Conceptkeuze Een keuze uit de vijf concepten wordt gemaakt om tot één eindontwerp te komen. Het maken van deze keuze gebeurt door de concepten te scoren op de mate waaraan ze aan de gestelde eisen en wensen voldoen. Voldoet het concept niet aan de eis dan wordt het gescoord met een ‘1’. Als het concept wel aan de eis voldoet krijg het een score van ‘3’. Een score van ‘2’ wordt gegeven wanneer het concept deels aan de eis voldoet. Naast de scores die aan de concepten worden toegekend zijn er aan de eisen en wensen weegfactoren geven die aangeven hoe belangrijk de eis is voor het eindproduct. Een eis met een weegfactor 5 is zeer belangrijk voor het eindproduct. Van een eis met een weegfactor van 1 is het belang echter minimaal. De weegfactoren 2, 3 en 4 zijn respectievelijk, minder belangrijk, gemiddeld belangrijk en redelijk belangrijk. Nadat alle concepten gescoord zijn wordt per eis de weegfactor vermenigvuldigd met de behaalde score per concept. Dit wordt gedaan voor iedere eis en voor ieder concept. De scores die hieruit voortkomen van alle eisen worden bij elkaar opgeteld tot een totaalscore voor ieder concept. Het concept met de hoogste totaalscore wordt doorontwikkeld tot eindproduct. 5.6.1 Beoordeling van de concepten Een aantal eisen is niet beoordeeld op de mate waarop een concept aan de eis voldoet. Eis 1 2 en 4 zijn beoordeeld op het aantal benodigde handelingen om het concept te bevestigen of verwijderen. De concepten met de meeste handelingen kregen hierbij een lage score en concepten met de minste handleiding een hoge score. Bij de eis met betrekking tot het maximale gewicht van het product is gekeken naar de hoeveelheid benodigd materiaal, omdat er aan de hand van de concepten nog niet exact iets te zeggen over het gewicht. De wens met betrekking tot de productkosten is naast de hoeveelheid materiaal ook nog beoordeeld op de verschillende productietechnieken. Wat betreft de eisen voor plaatsing van medische apparatuur is eis 3 beoordeeld op de hoogte waarop de apparatuur geplaatst wordt. Lage bevestigingen van apparatuur krijgen een lage score en hoge bevestigingen van apparatuur krijgen een hoge score.
24 In het geval van eis 7 wordt gekeken naar de afstand tussen de infuuszak en de Volumed® μVP7000. Een score van ‘3’ geeft aan dat de infuuszak en pomp dicht bij elkaar geplaats zijn. Een score van ‘1’ geeft echter aan dat de afstand tussen beide te groot is. Scores van ‘2’ worden bij de bovengenoemde uitzonderingen gegeven wanneer er op het gebied van de desbetreffende eis nog verbeteringen aan het concept nodig zijn. 5.6.3 Resultaat conceptkeuze In bijlage 5 wordt de conceptkeuzetabel weergegeven. Deze tabel laat zien dat de scores redelijk dicht bij elkaar liggen. Het verschil tussen de hoogste score van concept 4 en de laagste score van concept 2 is slechts 18 punten. De reden hiervoor is dat bij het merendeel van de eisen gelijke scores werden behaald, omdat alle concepten niet, deels of wel voldeden. Een andere reden hiervoor is dat de concepten afhankelijk waren van de afmetingen, materiaalkeuze of belasting van de patiënt. Deze gegevens waren nog niet bekend voor de concepten en zijn daarom gelijk beoordeeld. Hoe dan ook komt concept 4 als beste uit de test. Concept 4 scoorde maximaal op het snel plaatsen van apparatuur en het bevestigen en verwijderen van het product aan de rollator in vergelijking met de andere concepten. Op andere punten werd minder hoog gescoord, dit zijn dan ook punten die verbeterd moeten worden. Ten eerste was, net als bij de andere concepten, de stabiliteit van het concept niet optimaal wanneer er gekeken werd naar de verdeling van de apparatuur. Daarnaast was er geen contactdoos op het ontwerp aanwezig. De afstand tussen de infuuszakken en de Volumed was daarbij ook te groot en de pompen moeten nog hoger geplaatst worden. Tot slot is het raadzaam om aandacht te besteden aan de kosten, materiaalkeuze, productietechnieken en de hoeveelheid materiaal die nodig is om het product te vervaardigen. Ondanks dat concept 4 als beste uit de test kwam, wil het niet zeggen dat de andere concepten slecht waren. Aan concept 4 valt nog het een en ander te verbeteren en het is daarom aan te raden de sterke punten van de andere concepten mee te nemen in de optimalisatiefase. De infuushaken van concept 1,2 en 5 zijn erg eenvoudig, functioneel en er is niet veel materiaal voor nodig. Het gebruik van deze haken bespaart kosten in het eindontwerp. Het verstelmechanisme van concept 2 is eenvoudig en vrijwel identiek aan het mechanisme dat op de rollator zit om de handvatten in hoogte te verstellen. Dit is voordelig want dezelfde handelingen moeten uitgevoerd worden om de hoogte te verstellen. Het is voor de veiligheid verstandig een extra beveiliging op het klemsysteem van concept 4 aan te brengen. De beveiliging die hier in concept 5 voor gebruikt wordt kan zinvol zijn. Concept 3 maakt gebruik van de haken die onderaan de rollator zitten, door er infuuszakken aan op te hangen. Voor de gewichtsverdeling en kosten van het eindontwerp is dit gunstig. Tot slot is de druppelkamer houder van concept 3 een houder waarbij gegarandeerd wordt dat de druppelkamer verticaal blijft hangen. Dit is ook het geval bij concept 4, maar het gebruik van de houder van concept 3 is het overwegen waard.
25
6. Optimalisatie Uit de conceptkeuze is gebleken dat er aan concept 4 het een en ander te verbeteren valt met betrekking tot de stabiliteit, gewichtsverdeling, kosten, materiaalkeuze, productietechnieken en de ontbrekende contactdoos. Daarnaast bleek het gunstig te kijken naar de sterke punten van andere concepten. In de optimalisatiefase is de grootste nadruk gelegd op de veranderingen in de constructie, bevestiging en verstelbaarheid van de infuusstandaard. Deze veranderingen worden hieronder besproken.
Figuur 30 Verdeling van de apparatuur bij concept 4.
6.1 Het frame Voor de optimalisatie van het concept is de nadruk gelegd op veranderingen van het frame ter verbetering van de stabiliteit. In concept 4 komt veel gewicht op het handvat van de rollator te staan doordat infuusstandaard hier op bevestigd is. Door dit gewicht is er het risico dat het handvat naar beneden zakt of dat de gehele infuusstandaard om het handvat heen draait. In de optimalisatiefase is daarom besloten de infuusstandaard aan de linkerzijde aan het rek vast te maken. De standaard moet hierbij verder naar achteren worden geplaatst om te voorkomen dat het gewicht van een beladen standaard alsnog op de voorzijde van de rollator komt te liggen. Hiervoor is de keuze gemaakt om de infuusstandaard boven de stang te plaatsen die naar het achterwiel van de rollator loopt. Zo wordt het gewicht ook verdeeld over het achterwiel. Daarnaast is er besloten om aan de rechterzijde meer opties te creëren om perfusoren te plaatsen. Hiervoor zijn er meer horizontale stangen tussen de verhoogde verticale stangen geplaatst. Tot slot is de middenstang van het frame, die de linker- met de rechterzijde verbind, iets hoger komen te liggen. Dit is noodzakelijk geweest omdat door de veranderingen de gehele linkerzijde van het frame verder naar achter is geplaatst. De lage stang kon op deze manier namelijk geen verbinding meer maken tussen beide zijden.
6.2 Verstelbaarheid Doordat het rek en de infuustandaard een geheel zijn geworden moest er gekozen worden voor een andere verstelmogelijkheid. De keuze hiervoor is gevallen op het verstelmechanisme van concept 2. Figuur 31 laat een uitvergrootte versie zien van de verstelling. Het principe bestaat uit een binnen buis, een buitenbuis, een klem om de buitenbuis en een draaiknop. In de buitenbuis zit een sleuf die ervoor zorgt dat het bovenste deel van de buitenbuis smaller wordt wanneer de klem, die er omheen zit, wordt aangedraaid. Het aandraaien van de klem gebeurd met behulp van een draaiknop die door de gaten met schroefdraad van de klem gaat. Figuur 31 Detailtekening van de verstelbaarheid.
26
6.3 Bevestiging Uit de conceptkeuze bleek dat de bevestigingsklem van concept 4 gedetailleerd moest worden. Daarbij was het verstandig een extra beveiliging op de klem aan te brengen.
④
Figuur 32 geeft een detailtekening van de klem op ① het frame van het rek. De buis van de rollator, waar ③ de klem omheen klemt, is in de figuur niet zichtbaar ⑤ maar bevindt zich in de ronde opening. De klem is ② 1 aan de zijkant van het frame bevestigd. De overgang van dit deel naar de onderplaat2 van de klem Figuur 32 Het klemsysteem voor de bevestiwordt gevormd door een scharnier. Dit scharnier maakt ging van het frame aan de Quatro rollator. het eenvoudig de onderplaat van de klem om de rollatorbuis te plaatsen. Aan het andere uiteinde van de onderplaat bevindt zich nog een scharnier3. Vanuit dit scharnier ontspringen twee haken en één langere klikstrip5. De twee haken worden aan de onderste stang van het bevestigingsdeel4 gehangen. Hiermee komt de klem vast om de buis te zitten. Als extra beveiliging wordt de langere klikstrip in het bovenste gat van het bevestigingsdeel geklikt, waardoor het geheel nog net iets strakker vast komt te zitten. Het bevestigingsdeel4 en het uitgangspunt van de klem1 zijn beide vaste delen aan het frame. Deze twee onderdelen worden met behulp van schroeven aan het frame bevestigd.
6.4 Materiaalkeuze De materiaalkeuze kwam regelmatig terug als verbeterpunt tijdens de conceptkeuze. In de eisen en wensen worden er een aantal eisen aan het product gesteld en die betrekking hebben op de materiaalkeuze. Zo mag het product niet meer dan 5 kilogram wegen, moet het onderhoudsvriendelijk zijn en moeten de kosten laag zijn. Vooral vanwege het gewicht, is de keuze gevallen het frame te maken van holle aluminium buizen. Het is een sterk materiaal wat slechts één derde van de soortelijke massa van staal bedraagt. Daarbij komt dat het een relatief goedkoop materiaal is, zeker wanneer het vergeleken wordt met carbon. Carbon is erg sterk en licht, maar de kosten ervan liggen een stuk hoger. Voor het aan elkaar lassen van het frame is er echter een nadeel aan het gebruik van aluminium. Het materiaal is namelijk gevoelig voor warmscheuren waardoor de sterkte van het materiaal daalt wanneer het gelast wordt. Het gebruiken van een geschikt toevoegmateriaal tijdens het lassen is hierbij belangrijk. Het materiaal zorgt ervoor dat de materiaalsterkte op het laspunt weer naar het normale niveau wordt gebracht.
27
7. Eindontwerp Het ontworpen apparatenrek wordt op de Quatro rollator geplaatst met behulp van een klemsysteem. De plaatsing van het rek op de rollator is weergegeven in figuur 33. De details van het gebruikte klemsysteem zijn terug te zien in figuur 32. Het frame van het rek aan de rechterzijde bevat vier dwarsbalken voor de plaatsing van apparatuur en heeft een totale hoogte van 1300mm. Daarnaast is er aan deze zijde op het frame een contactdoos bevestigd, zodat er één centraal punt is voor de voorziening van elektriciteit aan de medische apparatuur. De linker zijde van het frame is ten opzichte van de rechter zijde verder naar achteren geplaatst met het oog op de gewichtsverdeling. De infuuspaal, welke in het frame is geïntegreerd, bevat vier infuushaken en twee druppelkamer-geleiders. De hoogte van de infuuspaal is instelbaar tot een maximale hoogte van 2000mm. Beide framezijden worden in het midden met elkaar verboden door een dwarsbalk. Figuur 33 Het eindontwerp. Naast de mogelijkheden tot de plaatsing van medische apparatuur die het product biedt, is het geschikt om mee te lopen wanneer het geplaatst is op een rollator. De loopruimte aan de binnenzijde van de rollator is open gebleven en het frame is zo ontworpen dat de er patiënt geen belemmeringen van ondervindt tijdens het lopen. Ligt de patiënt in bed, dan staat de rollator naast het bed en blijft alle apparatuur aan het frame bevestigd. Zodra de patiënt weer wil gaat lopen, hoeft enkel de rollator gepakt te worden.
7.1 Plaatsing van de apparatuur Het eindontwerp is geschikt voor het snel en eenvoudig plaatsen van medische apparatuur. Het biedt plaats voor twee infuuszakken en twee voedingszakken, één Volumed® μVP7000, drie perfusoren, één zuurstofcilinder, één katheterzak en een urimeter. In het geval van patienten die niet maximaal beladen zijn met apparatuur is het gewicht van de apparatuur eenvoudig te verdelen over de verschillende plaatsingsmogelijkheden op het frame. De infuus- en voedingszakken worden hierbij aan de haken van de infuuspaal gehangen net als bij een normale infuustandaard. De druppelkamers worden geleid door de kleinere dwarse haakjes op het midden van de infuuspaal. In de dwarsbalken van het frame zijn drie gaten gemaakt die een snelle plaatsing van de perfusoren mogelijk maken. De pin aan de achterzijde van de perfusor wordt hierbij in een van de gaten geplaatst, waardoor de pomp blijft hangen. De Volumed® μVP7000 wordt op de oude manier, met een draaischroef, aan de infuuspaal bevestigd. De diameter van de infuuspaal is hiervoor groter dan van een gebruikelijke infuuspaal zodat de knop niet ver ingedraaid hoeft te worden voordat er klemming optreedt. Aan een van de dwarsbalken aan de rechterzijde van het frame wordt de zuurstofcilinder gehangen door middel van de beugels die aan de bovenzijde van de cilinder bevestigd zijn. De originele haken aan de onderzijde van de rollator worden gebruikt om de urimeter en katheterzak aan te hangen.
28
8. Evaluatie en aanbevelingen Het eindontwerp is goed ontvangen in het Bronovo ziekenhuis. De bij deze opdracht betrokken fysiotherapeut vanuit het Bronovo ziekenhuis reageerde zeer positief op het ontwerp. Er waren vrijwel geen punten van kritiek, alleen moest de eis toegevoegd worden dat het ontwerp bestand moet zijn tegen een natte ruimte. Het is lastig dit ontwerp te beoordelen op de vooren nadelen die het biedt. Voor zoverre dat het nu beoordeeld kon worden, waren er volgens de fysiotherapeut geen nadelen. Het vervaardigen van een prototype maakt het mogelijk hier meer inzicht in te krijgen en levert meer informatie op. Het vervolg van deze opdracht is het vervaardigen van een prototype zodat het mogelijk is het ontwerp te testen aan de eisen en wensen. Hiervoor moeten de juiste afmetingen van de rollator applicatie bepaald worden aan de hand van de afmetingen van de Quatro rollator. Daarnaast is het hierbij van belang dat er sterkte berekeningen uitgevoerd worden zodat de juiste materiaaldikte gekozen wordt en het ontwerp eventueel aangepast wordt op de punten waar het te zwak blijkt te zijn. Vervolgens worden er vanuit deze gegevens technische tekeningen gemaakt die als leidraad dienen voor het vervaardigen van een prototype. Bij het testen van het prototype aan de eisen en wensen komen er punten naar voren waaruit blijkt dat het prototype verder doorontwikkeld moet worden. Waarschijnlijk hebben deze punten te maken met de gewichtsverdeling en stabiliteit van het ontwerp. In het ontwerpproces is hier tot nu toe weinig aandacht aan besteed. Er is slechts gekeken naar de plaatsing van de apparatuur op de rollator applicatie ten opzichte van de Quatro rollator en er zijn dus geen berekeningen voor uitgevoerd. Dit is daarom nog een punt om mee te nemen in het vervolg van de opdracht. Hierbij is het mogelijk om een vijfde wiel aan de voorzijde van de rollator te plaatsen, zodat het gewicht beter verdeeld wordt en de stabiliteit wordt bevorderd. Daarnaast is het eventueel een optie om het frame van de rollator applicatie aan beide zeiden door de trekken naar de achterwielen voor extra stabiliteit. Tot slot wordt dit hoofdstuk afgerond met de aanbeveling een kostenplaatje te maken voor het prototype. Dit was een onderdeel van de opdracht waar tot op heden nog niet aan is gewerkt.
29
Literatuur en Links Boeken Everdingen van, J.J.E., Glerum, J.H., Wiersma, T. (2012) Diagnose en therapie 2013-2014. Houten, Nederland: Bohn Stafleu van Loghum. Strokap. H., Buis, J.J., (1992) Medische technologie en instrumentatie. Amersfoort, Nederland: ThiemeMeulenhoff
Internetbronnen: Quatro rollator
www.thuasne.de/thuasne/front/site/netherlands_new/pid/4903
Perfusor Secura FT
www.internetmed.com/sites/default/files/B.Braun_Perfusor_ Secura_FT_-_Service_Anleitung.pdf
Vomuled μVP7000
http://frankshospitalworkshop.com/equipment/documents /infusion_pumps/service_manuals/Arcomed_Volumed_uVP-7000__Maintenance_manual.pdf
Infuuszakken
www.aluglas.com/nl/kunststofverpakking-infuuszakken#.UpiEp8TuIqQ
Kangaroo324
www.sparrow.org/upload/docs/Services/MedicalSupply/ EnteralPump_324_Instructions.pdf
Aluminium profiel
www.mcbboek.nl/MCB_h07/Aluminium_profielen.htm#EN AW-6060
30
Bijlagen I
Technische gegevens Quatro Rollator
II
Eisen en wensen fysiotherapeut
III
Eisen en wensen student Human Technology
IV
Ideeschetsen
V
Conceptkeuzetabel
31
Bijlage I
Technische gegevens Quatro rollator
Technische gegevens: Lengte Breedte Dimensies Hoogte verstelbaarheid Bandgrootte Totaal gewicht (transport) Maximale belastbaarheid
67,5 cm 59,5 cm 88 x 59,5 x 26,5 cm 78,5-97,5 cm 190 x 46 mm 13,4 kg 130 kg
Maximale belastbaarheid van de accessoires: Boodschappenmandje Dienblad Bagagerek
5 kg 5 kg 10 kg
Totale gemeenschappelijke maximale belastbaarheid van de accessoires Totaal gewicht Max. hoek instelling van de handgrepen
10 kg 11,9 kg 0°
32
Bijlage II Eisen en wensen fysiotherapeut Eis Het prototype moet primair een steunmiddel zijn. Het prototype moet goed beladen kunnen worden met infusen, infuuspompen, perfusoren en zuurstoftanks. Het prototype moet door laag belastbare patiënt te gebruiken zijn en onder alle beladingen een gemakkelijk rijdbare en stabiele constructie zijn. Het prototype moet gemakkelijk rijden over verschillende ondergronden, vlakke vloer, gymzaalvloer en drempels. De patiënt moet zich goed kunnen bewegen bij het gebruik van deze rollator en mag geen hinder ondervinden aan de rollator. Het prototype moet de mogelijkheid hebben om te draaien binnen een vierkante meter. Het prototype is te gebruiken in natte ruimtes en moet tegen een stootje kunnen. De rollator moet door deurposten kunnen en door liften. De kosten van het prototype moeten zo laag mogelijk zijn. Het prototype moet uit zo min mogelijk verschillende soorten materialen bestaan en onderhoudsvriendelijk zijn.
Prototype voldoet prototype voldoet gedeeltelijk prototype voldoet niet
Opmerking prototype Het zitvlak valt weg wanneer beladen Kan diverse medische apparatuur meenemen. Het prototype is instabiel en zwaar. Dit heeft te maken met het gebruikte materiaal en de bevestiging van apparatuur aan de voorzijde van de rollator. Het rollatorontwerp houdt geen rekening met obstakels op de weg. Naast de belemmering van de remkabels hangt de infuuszak in het zichtveld en steken de apparaten uit. Het prototype heeft draaibare voorwielen. Dit is afhankelijk van de apparatuur bevestigd aan de rollator. Door hoger zwaartepunt bestaat de kans op omvallen. De rollator is geschikt voor gebruik binnen het ziekenhuis. Lage deurposten in andere gebouwen of thuissituatie zouden voor hinder kunnen zorgen. Stalen U-buis en schroefdoppen zijn relatief goedkoop. Het metaal gebruikt in de U-buis is ongelakt.
Voldaan
33
Bijlage III Eisen en wensen student Human Technology NR 1
Eis
2
Beschrijving
Opmerking prototype
De rollator moet primair een steunmiddel zijn.
De rollator behoud al haar steunfuncties. De zitfunctie blijft ook bestaan
2.1
Eis
De rollator moet goed beladen kunnen worden met: Infusen
2.2
Eis
Infuuspompen
2.3
Eis
Perfusoren
2.4
Eis
Zuurstofcilinders
3
Eis
De rollator moet door een laag belastbare patiënt te gebruiken zijn en onder alle beladingen een gemakkelijk berijdbare en stabiele constructie zijn.
4
Eis
De rollator moet gemakkelijk over drempels heen kunnen.
5
Eis
De patiënt moet zich goed kunnen bewegen bij het gebruik van deze rollator (zonder zich te hinderen aan de rollator).
6
Eis
De rollator moet kunnen draaien binnen een vierkante meter.
7
Eis
De rollator is te gebruiken in natte ruimtes en tegen een stootje kunnen.
8
Eis
De rollator moet door deurposten en liften kunnen.
9
We ns
De oplossing(en) moeten zo laag mogelijk in kosten zijn.
10
We ns
11
We ns
De rollator moet onderhoudsvriendelijk zijn (zo min mogelijk verschillende materialen gebruiken). De rollator moet gemakkelijk inklapbaar zijn.
Prototype voldoet prototype voldoet gedeeltelijk prototype voldoet niet
Door de toebrenging van de infuushouderstok kunnen er gemakkelijk infuuszakken aangebracht worden op de rollator. Het apparatenrek kan twee infuuspompen waarborgen. Meerdere pompen kunnen aan andere pompen opgehangen worden. Het apparatenrek kan twee perfusoren waarborgen. Meerdere perfusoren kunnen aan andere pompen opgehangen worden. Het apparatenrek kan één zuurstofcilinder waarborgen.
Door de toevoeging van medische apparatuur neemt het totaalgewicht van de rollator toe. Maar omdat het gros van dit gewicht laag geplaatst is zal de rollator niet instabieler worden. Het zal meer kracht kosten om de rollator voort te laten bewegen, maar niet meer dan in de huidige situatie met het prototype van de fysiotherapeut Het rollator pedaal kan de voorwielen van de rollator gemakkelijk omhoog duwen zonder al te veel inspanning. De magneetsluiting zorgt ervoor dat de remkabels niet meer in de beweegruimte van de rollator komen. De infuuszak hangt niet meer pal in het gezicht zoals dat bij het prototype wel was. De rollator kan dan nog steeds draaien binnen een vierkante mater. De constructies zijn gemaakt van dezelfde materialen als de rollator; hole, stalen, gelakte buizen. Dit zijn in principe sterke materialen die tegen een stootje en water kunnen. De breedte van de rollator blijft nagenoeg hetzelfde alleen zal het rollatorpedaal de breedte een paar centimeter breder maken. De verstelbare infuushouderstok is maximaal twee meter en kan daarom zonder moeite door enig moderne deur. worden. Er is geen aanschaf van een nieuwe rollator nodig en de constructies kunnen overgezet worden als de rollator aan vervanging toe is. De constructies zijn gemaakt van dezelfde materialen als de rollator en hebben weinig onderhoud nodig. Alle toevoegingen aan de rollator kunnen ook weer verwijderd worden. De rollator kan daarna gewoon opgeklapt worden en de toevoegingen kunnen apart mee vervoerd worden.
Voldaan
34
Bijlage IV
Ideeschetsen
Bevestiging apparatuur
Bevestiging infuuspaal
Infuushaken
35
Druppelkamer geleiding
Hoogte verstellen
Buizen en beugels
36
Apparatenrekken en – kasten
Bevestigingen aan de rollator
37
Gewichtsverdeling
38
Bijlage V
Conceptkeuzetabel
39