RAPPORTAGE WAARSCHUWINGSDIENST DIJKEN IJSSELMEER.
1
november 1986 i
-
september 19871
2
DBW/RIZA notitie nr. 87.073X
.-.
I
Rijkswaterstaat Dienst Binnenwateren
/ RIZA
Hoofdafdelingi~Watersystemen
Onderafdelinq: Meren Noord Auteur.; Dr. T. Reitsma Lelystad, september 1987 riza
I NHOUD VOORWOORD 1.
INLEIDING
2.
DE WDIJ OP
3.
OVERLEG MGT BELANGHEBBENDEN OVER HET INSTELLEN VAN DE WDIJ 3 . 1 Gevoerd overleg 3 . 2 Afspraken
4.
ONTWIKKELING VAN DE WDIJ 4 . 1 Samenstelling van de IJsselmeergroep 4 . 2 Medewerking van het KNMI 4 . 3 Uitbreiding van te waarschuwen gebieden 4 . 4 Aanpassing van de criteria 4 . 5 Formele en informele waarschuwingen 4 . 6 Opbouw adressenbestand 4 . 7 Uitgeven van waarschuwingen 4 . 8 Hulpmiddelen in het Berichtencentrum
5.
ACTIVITEITEN VAN DE WDIJ IN 1 9 8 6 1 8 7
1
NOVEMBER 1 9 8 6
VOORWOORD Door de minister van Verkeer en Waterstaat is in haar brief aan de Tweede Kamer van 16 mei 1986 aangegeven, dat de bestaande waarschuwingsorganisatie voor stormvloeden (Stormvloedwaarschuwingsdienst) en voor rivierhoogwatervoorspelling wordt uitgebreid met een waarschuwingssysteem voor het IJsselmeergebied. Op 1 november 1986 is daartoe de Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer (WDIJ) ingesteld voor bepaalde dijkvakken langs het IJsselmeer en in het IJsseldeltagebied.
1. INLEIDING
In d i t rapport wordt een overzicht gegeven van de activiteiten van de WDIJ en van de ontwikkelingen in het waarschuwingssysteem sinds de oprichting. Het ligt in het voornemenjaarlijks een rapport uit te brengen over de activiteiten van de WDIJ.
2. D E WDIJ OP 1 NOVEMBER 1986
Stand van zaken. De Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer (WDIJ) is per 1 november 1986 ingesteld. De waarschuwingsdienst maakt deel uit van het Berichtencentrum van de Dienst BinnenwaterenlRiza dat op deze datum is gestart. Bij de instelling van de waarschuwingsdienst was deze dienst in zijn de criteria op grond waarvan de opzet gereed en waarschuwingen uitgegeven zullen worden, bekend. De opzet van de waarschuwingsdienst staat beschreven in de nota Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer (nota nr. WS 86046) en de hydraulische achtergronden van het systeem in de appendix : Hydraulische achtergronden WDIJ, behorend bij deze nota. Voorts staat er een standaardpakket ter beschikking waarin per windrichting. windkracht en meerpeil wordt aangegeven in welke gebieden (sectoren) dijkvakken gevaar kunnen lopen. De waarschuwingen worden gegeven aan de beheerders van de dijken en aan de overige belanghebbende instanties. Van deze beheerders is een lijst met telefoonnummers aanwezig. De waarschuwingsdienst wordt uitgevoerd door medewerkers van de Dienst BinnenwaterenlRIZA. Deze medewerkers hebben bij toerbeurt dienst gedurende een week, dag en nacht. De dienst wisselt op donderdag aan het eind van de middag. Bij de start van deWDIJ bestaat deze groep uit 4 medewerkers. De dienstdoende medewerker heeft de taak aan de hand van de windverwachtingen van het KNMI en op grond van de beschikbare gegevens en criteria over alarmeringsniveaus en meerpeil te beoordelen of en wanneer het nodig is waarschuwingen uit te doen gaan . Het ligt in het voornemen in de eerstkomende tijd de WDIJ verder noodzakelijke voorzieningen te treffen uit te werken. de voorzover nog niet aanwezig en de standaarddocumentatie te completeren. De WDIJ verkeert voorlopig nog in de opbouw- .en ontwikkelingsfase. Het is mogelijk dat in verloop van tijd deze waarschuwingsdienst volgens een standaarddraaiboek uitgevoerd en grotendeels geautomatiseerd kan worden. In die fase is overdracht aan de beheerder van het IJsselmeer, de direktie Zuiderzeewerken, mogelijk. In de ontwikkelingsen evaluatiefase is de waarschuwingsdienst ondergebracht bij de Dienst Binnenwaterenl RIZA.
3. OVERLEG MET BELANGHEBBENDEN OVER HET INSTELLEN VAN DE WDIJ.
3.1 Gevoerd overleg. In augustus 1986 zijn de belanghebbende RWS~direkties benaderd om hun mening te geven o v e r d e opzet van de nieuwe Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer en om kontakten te leggen met de belanghebbende dijkbeheerders. Hieropvolgend i s in december (8 en 9 december) een voorlichtingsbijeenkomst georganiseerd waarvoor alle dijkbeheerders en andere belanghebbende overheidsinstanties zijn uitgenodigd. Op deze dag is uiteengezet hoe de WDIJ bij de Dienst Binnenwateren intern is opgezet en hoe een waarschuwing inhoudelijk tot stand komt. Op deze voorlichtingsbijeenkomsten is aan de beheerders informatie meegegeven over de inhoud van de waarschuwingen die betrekking hebben op de dijkvakken in hun gebied. Het totale pakket van a1 deze waarschuwingen bevindt zich op het Berichtencentrum en staat ten dienste van de WDIJ. Voorts is op deze bijeenkomsten van gedachten gewisseld over de gevolgen van het instellen van de WDIJ voor de lagere overheden en over de bedoeling van deze waarschuwingsdienst. De dienst heeft het karakter van een adviesdienst. De WDIJ is zuiver adviserend voor de dijkbeheerders, maar doet dit in een aktieve vorm. Dit betekent dat de WDIJ adviezen verstrekt uit eigen beweging, maar ook op aanvraag van de beheerder. De WDIJ adviseert niet over te nemen maatregelen, alleen over te verwachten golfaanval en hoge waterstanden voor bepaalde dijkvakken. Naast deze eerste voorlichtingsbijeenkomst is er in het voorjaar van 1987 op verzoek overleg geweest met de Unie van Waterschappen over de instelling van de WDIJ. Tijdens deze bijeenkomsten zijn e e n aantal vragen n a a r v o r e n gekomen die hebben geleid tot een aantal aanpassingen, uitbreidingen en afspraken, waarop in deze rapportage nader wordt ingegaan. 3.2 Afspraken.
Op de bijeenkomst in
december is met de beheerders afgesproken dat in overleg nadere uitwerking van het waarschuwingssysteem zal plaatsvinden. Inmiddels is er met de provincies Friesland en overleg gevoerd over het opnemen van buitendijks Noord-Holland gelegen gebieden. In het overleg met de Unie van Waterschappen is afgesproken dat er jaarlijks een rapportage zal plaats vinden over het afgelopen stormseizoen en over de wijzigingen die zijn aangebracht in het waarschuwingssysteem, voorzover deze van belang zijn voor de beheerders. Bovendien zal er jaarlijks een bijeenkomst plaatsvinden waarvoor alle beheerders en belanghebbenden van de Waarschuwingsdienst worden uitgenodigd. Deze bijeenkomst zal plaatsvinden aan het begin van het nieuwe stormseizoen (septemberloktober). Tijdens deze bijeenkomst kan de jaarrapportage worden besproken en zonodig toegelicht. Bovendien kunnen ervaringen worden uitgewisseld en suggesties voor verbeteringen van het systeem worden gedaan.
4. ONTWIKKELING VAN DE WDIJ. 4.1 Samenstelling van de IJsselmeergroep.
A1 spoedig na het van start gaan van de waarschuwingsdienst is de groep medewerkers welke dienst doet voor de WDIJ met vier medewerkers van de Direktie Zuiderzeewerken uitgebreid. Enkele maanden later is de groep verder uitgebreid met medewerkers van DBWIRIZA tot in totaal een groep van twaalf personen.
4.2 Medewerking van het KNMI Bij de start van de WDIJ is het de taak van de dienstdoende medewerker zich zelf op de hoogte te stellen en te houden van de wind- en stormverwachting voor de komende periode. Tevens dient het WDIJ-lid op de hoogte te zijn van het heersende meerpeil. Dit betekent een aanmerkelijke belasting van het WDIJ-lid, temeer daar onder sommige weersomstandigheden vrij snel een storm op kan steken en dus frequent gelnformeerd moet worden naar de weersontwikkelingen. Daar de waarschuwingen afhankelijk zijn van bepaalde vaste criteria is door vereenvoudiging van deze criteria een standaardtabel ontwikkeld waaruit (globaal) afgelezen kan worden bij welke storm er gewaarschuwd moet gaan worden. Aan de hand van deze tabellen kan het KNMI de DBWIRIZA informeren op het moment dat er een storm wordt verwacht die aanleiding kan geven tot waarschuwingen. Sinds april zorgt het KNMI voor een melding aan DBWIRIZA wanneer er een gevaarlijke storm wordt verwacht. Deze waarschuwing van het KNMI gaat tijdens kantooruren naar het Berichtencentrum en buiten kantooruren per semafoon naar het dienstdoende WDIJ-lid. 4.3 Uitbreiding van te waarschuwen gebieden.
De WDIJ heeft in beginsel betrekking op dijkvakken die behoren tot de primaire hoogwaterkering. Vanaf de start van de WDIJ is het gebied Kampereiland, dat gelegen is buiten de primaire hoofdwaterkering en omgeven door kaden die niet behoren tot de primaire waterkering, in het waarschuwingssysteem opgenomen. De reden hiervan is dat in dit gebied een groot aantal woningen en bedrijven aanwezig is en dat de primaire kering (Kamperzeedijk) ver landinwaarts is gelegen. Het criterium voor het waarschuwen voor de kaden van het Kampereiland wijkt af van het criterium voor de primaire hoogwaterkering. Bij de kaden van buitendijkse gebieden wordt geen rekening gehouden met golfoploop, maar wordt alleen de waterstand voor de kaden in beschouwing genomen. (Belangen in deze gebieden zijn bij de keuze van het criterium meegewogen). Naast het Kampereiland zijn er in het IJsselmeergebied nog enkele buitendijkse gebieden, a1 dan niet met kaden omgeven. Van deze gebieden is inmiddels bekeken of het op grond van aanwezige bebouwing en bewoning gewenst is dat ze worden opgenomen in het waarschuwingssysteem. Langs de westkust van Friesland liggen enkele van deze gebieden en ook in Noord-Holland is een dergelijk gebied aanwezig. In overleg met de verantwoordelijke dienst (provincie) zullen deze gebieden in het systeem worden opgenomen.
Bij de start van de Waarschuwingsdienst Dijken IJsselmeer is het Kampereiland in het systeem opgenomen, maar de primaire hoofdwaterkering, de Kamperzeedijk, is nog buiten beschouwing gelaten, omdat voor de zeedijk nog geen waarschuwingscriterium modelmatig verwerkt kon worden. Inmiddels is de huidige primaire kering, de Kamperzeedijk ook in het systeem opgenomen. Een komplicatie bij de vaststelling van de criteria voor de Kamperzeedijk is, dat deze kering pas bedreigd wordt als de buitenpolder van dit gebied, het Kampereiland, reeds is geinundeerd. In de documentatie is nu ook aangegeven wanneer inundatie van de buitenpolder verwacht wordt. Het gedeelte van het Zwartewater, de Vecht en de IJssel dat beinvloed wordt door de waterstand op het Zwartemeer en het IJsselmeer is ook in het waarschuwingssysteem opgenomen. De dijken van deze wateren zijn nu nog opgenomen als een dijkvak, waarbij geen nadere detaillering is aangegeven. Het effect van een combinatie van hoge afvoeren op deze rivieren en een opwaaiing van het meerpeil ten gevolge van een storm zal voor deze gebieden nog verder onderzocht worden. De resultaten van het onderzoek naar een mogelijke aanleg van een keersluis bij Ramspol zullen hiervoor benut kunnen worden. 4.4
Aanpassing van de criteria.
Op grond van een verkenning van het gebied is in sector 6 voor de dijkvakken 25, 26 en 29 in verband met een hoog voorland de schematisatie aangepast, waardoor de waarschuwingscriteria zijn gewijzigd. Voor dijkvak 27 is het criterium gewijzigd, nadat gebleken is dat er ten onrechte rekening was gehouden met de decimeringshoogte bij golfoploop ter plaatse. Een gevolg van deze wijziging is dat er nu een waarschuwing uitgaat voor dit dijkvak bij een hogere waterstand dan aanvankelijk in de documentatie is vermeld. De documentatie is overeenkomstig aangepast. Aan de hand van opgetreden stormen en geregistreerde waterstanden in het jaar 1986187 op een aantal locaties in het IJsselmeergebied is nagegaan in hoeverre er grote afwijkingen zijn opgetreden tussen de gemeten en voorspelde waterstanden. Deze evaluatie heeft tot gevolg gehad dat voor enkele locaties de reprofunkties zijn aangepastof zullen worden aangepast. Voorts l i g t het in de bedoeling een toetsing uit te voeren van het Loegepaste golfmodel met behulp van golfmetingen. Dit onderzoek moet nog opgestart worden.
4.5 Formele en informele waarschuwingen. primaire hoofdwaterkeringen zijn De waarschuwingen voor de gebaseerd op andere criteria dan de waarschuwingen voor de kaden van de buitendijkse gebieden. Om ook een onderscheid in de waarschuwingen tot uitdrukking te laten komen wordt gesproken van formele waarschuwingen en informele waarschuwingen. Formele waarschuwingen hebben betrekking op de primaire hoofdwaterkering en informele waarschuwingen zijn van toepassing op de kaden van de buitendijks gelegen gebieden. Formele waarschuwingen worden
telefonisch gegeven, waarna een schriftelijke bevestiging volgt per telegram of telex op het kantooradres, bezorgd tijdens de kantooruren. Informele waarschuwingen worden eveneens per telefoon gegeven aan de diensten, maar hier volgt geen schriftelijke bevestiging. In de opzet van het waarschuwingssysteem is voorzien dat de berichtgeving over de formele waarschuwingen ook via de media, de radio, de t.v. en teletekst bekend zullen worden gemaakt. Inmiddels is intern DBWIRIZA besloten van deze bekendmakingen via de media af te zien in verband met het beperkte nut van deze bekendmakingen. 4.6 Opbouw adressenbestand.
In de loop van het afgelopen jaar is begonnen met het verzamelen van alle gegevens van te waarschuwen beheerders en te informeren belanghebbende overheidsdiensten. Om in geval van advisering door de WDIJ de waarschuwingen in korte tijd ter bestemde plaats te krijgen. is het nodig dat per dienstlbeheerder een aantal adressen beschikbaar zijn om de waarschuwing door te geven. Dit aantal moet minimaal drie bedragen. Van de dijkbeherende instanties zijn inmiddels deze adressen en telefoonnummers bekend. Van de belanghebbende overheidsinstanties is het bestand nog niet volledig.
4.7 Uitgeven van waarschuwingen. Bij de opzet van de WDIJ is gedacht het uitgeven van de waarschuwingen door de PTT te laten verzorgen, een en ander analoog aan de procedure van de Stormvloedwaarschuwingsdienst voor de kustgebieden. Voor de WDIJ blijkt het aantal te informeren instanties beperk't te zijn vergeleken met die van de SVSD en niet voldoende groot om voordeel te hebben van een voorrangsbehandeling door de PTT. Bij de SVSD worden de berichten via de PTT eerst telefonisch overgesproken waarna een telegram voor bevestiging wordt gestuurd. Voor de WDIJ is besloten de waarschuwingen ook telefonisch over te sturen met een bevestiging per telegram of per telex. Door de beperkte adressenlijst is het mogelijk dat de waarschuwingen verzorgd worden vanuit het Berichtencentrum van DBWIRIZA direkt aan de betreffende beheerder. Ook de telegrammen of telexberichten worden vanuit dit Berichtencentrum verzonden. 4.8 Hulpmiddelen in het Berichtencentrum
Om de weersontwikkelingen goed te kunnen volgen is nauw kontakt met het KNMI noodzakelijk. Voor de bereikbaarheid van het KNMI zijn afspraken gemaakt. Naast de algemene informatie over de weersverwachting en -0ntwikkeling over het gehele land en in het bijzonder in het IJsselmeergebied is het nuttig te beschikken over een goede informatie over de actuele windsnelheid in het gebied. Voor de presentatie van de actuele windsnelheidsregistratie van het station Houtrib nabij Lelystad, in het Berichtencentrum, zijn besprekingen gaande met het KNMI. Voor actuele informatie over en presentatie van waterstanden in
het IJsselmeergebied zijn besprekingen gaande met de beheerder van het IJsselmeer. Gedacht wordt een aantal peilmeetstations in het IJsselmeer en Ketelmeer te automatiseren, zodat op ieder gewenst ogenblik telefonisch informatie over de actuele waterstanden kan worden opgevraagd en in het Berichtencentrum gepresenteerd. Voor de WDIJ is automatisering van de peilmeetstations: Houtrib, Den Oever, Kornwerderzand, Lemmer, Ramspol en Kadoelen gewenst. De termijn waarbinnen realisatie van de automatisering van deze stations zal plaatsvinden is nog niet bekend.
5. AKTIVITEITEN VAN DE WDIJ IN 198617
De WDIJ is in het seizoen 198611987 tweemaal aktief geweest. Het betrof in beide gevallen een informele waarschuwing voor de dijkvakken rond het Kampereiland. Van beide waarschuwingen zi jn voor intern gebruik informatiebulletins opgemaakt. De inhoud van deze bulletins wordt hier weergegeven. Storm van 18 en 19 december 1986. Donderdagavond 18 december 1986 is om ca. 23 uur besloten zitting te gaan nemen in het Berichtencentrum, in verband met de uur via het ANP-nieuws weersverwachting uitgegeven om 23 inhoudende storm tot zware storm uit het westen (windkracht 9 tot mogelijk 10 Bft) op het IJsselmeer. Na verkrijging van nadere informatie van de weerkamer van het KNMI rond middernacht is besloten om een informeel bericht (telefonisch) uit te laten gaan naar het Waferschap IJsseldelta voor het gebied Kampereiland. De situatie was op dat moment op het IJsselmeer een windkracht 7 a 8 uit het westen. De verwachting was dat de wind binnen 2 B 3 uur zou gaan ruimen naar het NW en dan zou toenemen tot kracht 9 a 10 Bft. Er is om 24.00 uur een informele waarschuwing naar het WS IJsseldelta uitgegaan voor : SECTOR 6 (GENEMUIDEN) DIJKVAKKEN 25. 26 EN 27 MET EEN WINDRICHTING VAN 300°, WINDSNELHEID 24 M/SEC HIJ EEN MEEKF'EIL VAN NAP -0.40 M. In de loop van de nacht neemt de wind op het IJsselmeer toe tot ruim windkracht 8 uit het westen, met een gemiddelde windsnelheid van 20 mlsec en de situatie blijft daarna gedurende lange tijd onveranderd. Na 6.00 uur draait de wind door het westen naar WNW. Daarna neemt de wind om 8.00 uur af tot 7 Bft . De verwachting van het KNMI voor 19 december luidt: overdag windkracht 8 uit WNW. De storm blijft de hele vrijdagochtend nog aanhouden en pas in de middag neemt de wind wat verder af. Om ca 15.00 uur wordt de waarschuwing weer ingetrokken. Een tweede stormsituatie deed zich voor op 5 januari 1987. In dit geval was er sprake van een zeer hoog meerpeil gecombineerd met hoge rivierafvoeren, waardoor reeds b i een ~ krachtige wind ten gevolge van opwaaiing hoge waterstanden konden ontstaan. In de stormsituatie was de dagen voorafgaand aan deze hoogwaterberichtgeving actief. Een verslag van deze storm is eveneens vastgelegd in een intern infobulletin: Storm van 5 januari 1987 Maandagochtend 5 januari om 11.45 uur is op basis van gegevens over IJsselmeerpeil en windverwachting van de weerkamer van het KNMI, naar het waterschap IJsseldelta (beheerder van het buitendijkse, omkaad Kampereiland) een informele waarschuwing doorgebeld met de volgende inhoud: - SECTOR 6 , DIJKVAK 26 (GENEMUIDEN. DIJK TEN ZUIDEN VAN RAMSPOLBRUG) WINDRICHTING 270° WINDSNELHEIDSVEKWACHTING VOOK DE KOMENDE 6 a 12 UUR 14-20 MISEC (7 a 8 BFT) GEMIDDELD IJSSELMEERPEIL NAP +0,05 M.
Uit berichten van de brugwachter bij Ramspol bleek dat ter plaatse de waterstand om 11.30 uur tot NAP + 0.31 m was opgelopen (bij 6 Bft). De gemiddelde waterstand voor het IJsselmeer is om 14.00 uur door de directie Zuiderzeewerken formeel op NAP +0,10 m vastgesteld. De IJsselafvoer is ruim 1000 m3/sec (waterschijf op het IJsselmeer van 7 cm per dag, als er niet gespuid kan worden). Het Berichtencentrum WDIJ is nog niet formeel bezet, vanwege relatief geringe windkracht en goede bereikbaarheid tijdens de kantooruren. We1 is telefonisch kontakt met de Dagelijkse Berichtgeving op het Berichtencentrum gelegd. De waarschuwing is om 9.00 uur op dinsdagmorgen 6 januari weer ingetrokken. De windkracht is gedurende de nacht geleidelijk teruggelopen tot 5 B 6 Bft. Meer dan windkracht 7 is het overigens niet geworden (kracht 8 B 9 was tijdelijk verwacht door het KNMI). Het meerpeil achter op het Zwartemeer bij Genemuiden is rriaandagavond NAP +0,60 tot 0.80 m geweest. Bij Ramspol NAP + 0.65 B 0.70 m. Bij Roggebot NAP + 0,55 m. In de loop van vandaag draait de wind verder naar Noord tot Noordoost en neemt verder af : In de periode 1986187 zijn er enkele weersituaties geweest waarbij het dienstdoend WDIJ-lid meer informatie moest inwinnen om te kunnen beoordelen of instelling van het waarschuwingsbureau en zitting op het Berichtencentrum nodig 'was. Deze situaties gaven echter geen aanleiding tot zitting op het Berichtencentrum en uitgeven van waarschuwingen.