ministerie van verkeer en waterstaat
rijkswaterstaat dienst binnenwateren/riza
Hoofdproiekt LAB* November 1990 Exempl. bestemd voor:
RIJKSWATERSTAAT Dienst Binnenwateren RIZA Maerlant 4-6 8224 A C Postbus 17 8200 AA Lelystad
Projektplan LAB*
SAMENVATTING In de voorliggende notitie is een beschrijving gegeven van het hoofdprojekt laboratoria (LAB*). Het doel van het hoofdprojekt LAB* is het operationeel houden van een doelmatig en flexibel funktionerend laboratorium met een, met het oog op de taakstellingen van D.B.W. adekwate omvang, diepgang en kwaliteit. Hiertoe zijn projekten geformuleerd op een aantal onderscheiden gebieden. Naast een meer adviesgericht projekt zijn dit zowel projekten vanuit de invalshoek kwaliteit als vanuit de invalshoeken automatisering en ondersteuning. Innovatieve, alsmede standaardisatieaspekten op analytisch-chemisch gebied zijn ondergebracht binnen Methoden en Technieken (MET*), en sterke dwarsverbanden bestaan voorts met Monitoring (MON*) en Emissie kontrole (EMC*), waarbij ten behoeve van de herkenbaarheid zoveel mogelijk gebruik is gemaakt van akronymen met het algemene patroon XXX*LABNNN. De omvang van LAB* is voor 1990 begroot op 10.3 mj en 2.09 Mf. Voor de komende jaren is tweemaal een aanzienlijke toename van financiele middelen gewenst, als gevolg van noodzakelijke vervangingen.
1
1.
Projektplan LAB*
INLEIDING
In de onderhavige notitie is een beschrijving alsmede een raming van een meerjarenplanning gegeven voor een aantal aspekten binnen de laboratoriumfunktie van de D.B.W./RIZA, verzameld onder het akronym LAB*. Waar mogelijk is bij deze beschrijving uitgegaan van een model-projektplan (memo AOX 89.108). Bedacht dient te worden dat LAB* in belangrijke mate laboratoriumaktiviteiten van permanente aard omvat, die bovendien overwegend beperkt zijn tot een afdeling.
2.
DOEL Het doel van het hoofdprojekt LAB* is het operationeel houden van een doelmatig en flexibel funktionerend laboratorium met een, met het oog op de taakstellingen van de D.B.W./RIZA adekwate omvang, diepgang en kwaliteit.
3.
KONTEKST RWS heeft grote behoefte aan chemische en biologische gegevens van watersystemen. Deze gegevens zijn nodig voor het adekwaat beheren van Rijkswateren, maar eveneens voor het initieren, formuleren en toetsen van nationaal en internationaal waterkwaliteitsbeleid. Ook zijn dergelijke gegevens nodig voor beleids- en beheersonderbouwende onderzoekingen. Aspekten die in dit verband, met name voor D.B.W./RIZA kunnen worden genoemd, zijn: * * *
onderzoek van afvalwater(stromen) i.v.m. vergunningseisen. onderzoek van oppervlaktewater/waterbodem i.v.m. toetsen aan normen. signaleren van trendmatige ontwikkelingen in de waterkwaliteit (monitoring) al dan niet voortvloeiend uit internationale verplichtingen. 2
* * *
signaleren van- en analytisch onderzoek bij, plotselinge verontreinigingen (kalamiteiten). inventariserende onderzoekingen naar de mogelijke verontreinigingstoestand van watersystemen. beleids- en beheersonderbouwende onderzoekingen, zowel in situ als experimenteel.
De totale vraag naar analytische werkzaamheden overtreft verre de beschikbare kapaciteit. Uitbesteding vindt dan ook op grote schaal plaats (in 1990 een bedrag, voor D.B.W., in de orde van tenminste 1 miljoen). De omvang van deze uitbestedingen, in kombinatie met de kosten verbonden aan (beheers)maatregelen die op grond van de verkregen informatie worden genomen, maken het noodzakelijk dat analytisch-chemische deskundigheid binnen de organisatie aanwezig is, zowel voor de kontrole op, als voor de sturing van de kwaliteit. De taken van de eigen -analytische- laboratoria kunnen als volgt worden samengevat: * * * * * * * * *
ontwikkelen van nieuwe en optimaliseren van bestaande analytische onderzoeksmethoden en technieken. opzetten en uitvoeren van experimenteel onderzoek. uitvoeren van analyses en metingen aan monsters van uiteenlopende aard en gericht op verschillende vraagstellingen. vaststellen en bevorderen van de kwaliteit en vergelijkbaarheid van gegevens binnen het landelijk waterkwaliteitsbeheer en in internationale kaders. adviseren over voor te schrijven of toe te passen analysemethoden. adviseren t.a.v. uitbestedingen in het licht van de verschillende vraagstellingen. advisering t.a.v. inhoudelijk-analytische aspekten bij opzet en uitwerking van projektonderzoek. advisering bij de interpretatie van onderzoeksresultaten. vastleggen van verworven kennis in verslagen en rapporten en uitdragen daarvan middels lezingen en publikaties.
Bovengenoemd overzicht van taken, die de analytische laboratoriumfunktie gezien het werkveld van D.B.W./RIZA dient te omvatten, impliceert een komplex geheel, en een divers en breed aandachtsterrein waarvoor een aanzienlijke diepgang qua expertise, een flexibele personele bezetting en een adekwaat en effektief instrumentarium alsmede toereikende middelen aan de orde zijn c.q. dienen te zijn.
3
4.
AFBAKENING In een dergelijk komplexe struktuur, waar allerlei processen met onderscheiden diepgang, snelheid en invalshoek door elkaar lopen zijn, afgezien van de meer inhoudelijke aspekten, effektieve en efSciente bedrijfsmatige aspekten van kruciaal belang voor een goed funktioneren van de laboratoria. Het merendeel der inhoudelijke aspekten t.a.v. de laboratoriumfunktie is ondergebracht in andere hoofdprojekten. Zo is de inzet t.b.v. afvalwateronderzoek ondergebracht bij EMC*, de inzet t.b.v. monitoring bij MON* en de inzet m.b.t. innovatie en standaardisatie bij MET*. Ten behoeve van de herkenbaarheid is daarbij overigens zoveel mogelijk gebruik gemaakt van akronymen met het algemene patroon XXX*LABNNN. Het hoofdprojekt LAB* behelst daarentegen de meer bedrijfsmatige aspekten. Naast een adviesgericht projekt betreft dit projekten, zowel vanuit de invalshoek kwaliteit als vanuit de invalshoek automatisering en ondersteuning. Opgemerkt wordt dat aspekten als opleidmg/vorming, maar ook veiligheid en omgaan met chemisch afval, weliswaar belangrijk zijn voor een goed funktionerend laboratorium, maar net als de voornoemde inhoudelijke aspekten evenmin worden gerekend tot het hoofdprojekt LAB*.
5.
PLANANALYSE Binnen de bedrijfsmatige aspekten die op zichzelf permanent van aard zijn, kunnen niettemin twee clusters worden onderscheiden die projekt genoemd mogen worden in de ware zin des woords. Vanuit de invalshoek kwaliteit is dit de sterke extra inzet t.b.v. certificering, vanuit de invalshoek automatisering, (maar met nauwe raakvlakken naar kwaliteit) is dit de inzet op het gebied van het laboratorium informatiesysteem. Onderstaand volgt voor deze, alsmede voor de overige binnen LAB* vallende projekten een korte beschrijving. De desbetreffende projektleider is achter het projektakronym vermeld. Waar relevant is een produkt met het verwachte jaar van gereedkomen vermeld. 4
5.1
LAB*KWALSYS (P. Stoks, per 01-01-1991 J. Maaskant) Probleemstelling Uiterlijk 1994 dienen laboratoria die voor, of namens de overheid milieuonderzoek verrichten, te zijn gecertificeerd door de Stichting Erkenning Laboratoria (STERLAB). De eisen die daartoe aan laboratoria worden gesteld, zijn omschreven in (door Nederland/NNI overgenomen) Europese CEN-normen uit de 45000serie. Werkwijze Op basis van o.a. een eerder doorgevoerde voorstudie binnen IOL, alsmede in samenwerking met o.a. DGW en ILOW wordt het bestaande kwaliteitssysteem van IOL in projektverband verder verbeterd en uitgebouwd, teneinde aan de door STERLAB te stellen eisen/verplichtingen te kunnen voldoen. (eisen ta.v. o.a. management, organisatie, personeel, methodieken en procedures alsmede huisvesting/faciliteiten). Produkt: 1991 nadere inventarisatie en opstellen projektplan. 1992 operationalisering kwal.systeem voor tenminste de op Monitoring en vergunningenkontrole/heffingen betrokken IOL-aspekten. 1993 starten certificeringsprocedure.
5.2
LAB*INFOS (J. Meijer) Probleemstelling De komplexe gegevensstromen binnen IOL zijn medio 80er jaren reeds aanleiding geweest om vergaand te automatiseren op gebied van gegevensverwerking. Per 1988 kon voor't eerst met een (redelijk) operationeel laboratorium informatiesysteem worden gewerkt. Het bijschaven en optimaliseren begint medio 1990 geleidelijk te verschuiven naar een meer op exploitatie gericht accent (deelprojekt INFOSEXP) en een, gezien o.a. certificeringsverplichtingen, op systeemaanpassing gericht accent (deelprojekt INFOSYS). 5
Werkwijze Systeemaanpassingen zullen worden doorgevoerd, met name op het gebied van validatie/approval van analyseresultaten, (zowel eigen als afkomstig van uitbestedingen) en op gebied van (verdere) zekerstelling van de kwaliteit van de diverse analysegangen (kontrolekaarten, specifikaties/toleranties e.d.), maar ook ten behoeve van b.v. een lokale PC-LAN infrastruktuur, i.v.m. koppeling van analyseapparatuur (binnen het projekt AUTINAP). Produkt: 1991 1992 1993 -
53
automatisering van approval van analyseresultaten. realiseren van (softwarematige) ondersteuning van uitbesteding. realiseren van systeemvalidatie. verbeteren beheer van ruwe data. vervanging centrale VAX-computer. verbeteren van responstijden v.h. gehele systeem.
LAB*AUTINAP (P. Stoks) Probleemstelling Het bestaande laboratoriuminformatiesysteem is vooral bedoeld voor, en ontworpen met het oog op gegevensverwerking. Het is dan ook in beduidend mindere mate gericht op/geschikt voor gegevensmwinning. Om diverse, vooral technisch-inhoudelijke redenen ligt voor het bestaande systeem, inwinning slechts voor de hand op eindresultaat-niveau. Afgezien van het "autoanalyzer-park" geschiedt deze inwinning momenteel voornamelijk via handmatige invoer, al dan niet na datareduktie. Werkwijze Voor de diverse, in aanmerking komende instrumenten wordt decentraal de vereiste mate van datareduktie verzorgd (varierend van simpele een-op-een aansluiting van 'n signaaluitgang tot speciaal aan te schaffen of te ontwikkelen dataverwerkingsapparatuur als interface) waarbij als voorwaarde geldt dat e.e.a. geautomatiseerd dient plaats te vinden en dat adekwate kwaliteitsborging in de decentrale applikatiesoftware is opgenomen. Produkt: (1991-1993) gefaseerd realiseren van aan het bestaande laboratorium informatiesysteem gekoppelde analyseinstrumenten.
6
5.4
LAB * ADVAN OW (P. Frintrop) Probleemstelling Op het -brede- terrein van de analytische methodieken voor de matrix oppervlaktewater (met inbegrip van waterbodem en organismen) is, zeker voor niet analytisch-chemisch geschoolden niet altijd inzichtelijk hoe (en soms waarom) bepaalde vraagstellingen of konkrete parameters "aangepakt" dienen te worden om het gevraagde doel/antwoord te kunnen benaderen. Werkwijze Desgevraagd, maar menigmaal ook ongevraagd, wordt advies verstrekt m.b.t. analytisch chemische aspekten, gekoppeld aan bepaalde vraagstellingen. Dit kan zijn bij opzet of uitvoering van onderzoek, bij interpretatie van resultaten, maar ook bij totstandkomen van wettelijke richtlijnen en bepalingen (AMvBs, AMK2000), bij optimalisatiestudies van monitoring/"early warning"-programma's of bij normtoetsingen. Produkt: (permanent) adviezen op analytisch-chemisch gebied.
5.5
LAB* LAB EVA (E. Gerrissen) Probleemstelling Jaarlijks wordt door RWS als geheel voor ca. / 15 miljoen aan analyses uitbesteed. Daar komt naar schatting nog eens een bedrag in dezelfde ordegrootte bij, voor monstername, transport en inspanning gemoeid met uitwerken van terug ontvangen resultaten. De omvang van deze kosten, in kombinatie met de vaak vergaande kosten verbonden aan de beheersmaatregelen die op grond van de resultaten worden getroffen (denk aan bagger) maken inzicht in de "performance" van opdrachtgevers kruciaal. Voor RWS is een der belangrijkste instrumenten daartoe het regelmatige lab-evaluerende onderzoek ("ringonderzoek") onder de ca. 40 potentiele opdrachtnemer-laboratoria, georganiseerd door IOL/D.B.W. Werkwijze Enige malen per jaar wordt, voor de verschillende matrices oppervlaktewater, afvalwater en slib, een lab-evaluerend onderzoek opgezet, doorgevoerd en geevalueerd. Regionale direkties (of intern D.B.W. projektleiders) kunnen voor een voorgenomen uitbesteding informatie verkrijgen (met, uiteraard, beperkte geldigheidsduur) bij IOLK, over de performance van "kandidaat7
opdrachtnemers". Produkt: (permanent) rapportages/publikaties over ringonderzoek en performance-karakteristieken van deelnemende laboratoria. De overige onder LAB* ressorterende "projekten" zijn veeleer aktiviteiten, gericht op de bedrijfsvoering van IOL. Volstaan wordt dan ook met een korte, meer algemene beschrijving.
5.6
LAB*LABAPP (P. Stoks) Onder dit akronym vallen alle aktiviteiten (en middelen) verbonden aan de dienstbrede (IO, AO en RA) aanschaf en het onderhoud van laboratoriumapparatuur met een aanschafwaarde boven / 2500,-. Opgemerkt zij dat onderhoud/service kontrakten hier wel, en verbruiksmaterialen hier niet zijn inbegrepen.
5.7
LAB*HULPMLDD (P. Stoks) Onder dit akronym vallen de aktiviteiten verbonden met en de budgetbewaking van verbruiksmaterialen IOL alsmede aanschaffingen van z.g. kleine apparatuur (beneden / 2500,-). Bedacht moet worden dat hier verbruiksmaterialen worden bedoeld die niet vallen onder de reguliere magazijnvoorraad.
5.8
LAB*IMPLEMNT (P. Stoks) Dit akronym behelst de menskracht en middelen, verbonden aan het implementeren van laboratoriumapparatuur in de gegeven laboratorium omgeving. Hierbij dient vooral gedacht te worden aan doorgaans niet voorziene alsmede doorgaans niet bij de aanschaf inbegrepen aanpassingen (wijzigingen spanning van een uitgang, verandering in standaardkonfiguratie, uittesten van diverse mogelijke verbruiksmaterialen etc.). 8
5.9
LAB*MONSTER (G. Helens) Voorbewerkingen zoals vriesdrogen, zeven, mengen, verdelen etc. van binnengekomen (veelal sediment) monsters zijn wat betreft kapaciteit niet aan specifieke analytische werkzaamheden te koppelen, zoals dat wel gebeurt met b.v. ijkingen, blanko's of andersoortige kwaliteitskontrole-aktiviteiten. Met het oog op een realistische inplanning van kapaciteitswensen dient voor dergelijke voorbewerking echter wel de nodige tijd gereserveerd te worden.
5.10
LAB*SUPPORT (G. Helens) Onder dit akronym worden begrepen de ondersteunende werkzaamheden zoals begeleiding van onder kontrakt verrichte spoelwerkzaamheden (Cemsto), het bereiden van kweekmedia, sterilisatiewerkzaamheden e.d. Analoog aan hetgeen onder LAB*MONSTER is beschreven, dienen dergelijke aktiviteiten bij het inplannen van wensen binnen de randvoorwaarden, te worden verdiskonteerd.
6.
ORGANISATIE Gezien de wat bijzondere positie van hoofdprojekt LAB* wordt voor de organisatorische aspekten verwezen naar de organisatiestruktuur van IOL. Dit, aangezien de binnen LAB* aan de onder 5 genoemde projektleiders toegekende verantwoordelijkheden (voortgang, produkten), "toevallig" eveneens deel uitmaken van hun lijn-verantwoordelijkheid. Opgemerkt wordt overigens dat die lijnverantwoordelijkheid zich, geheel konform de projektfilosofie, uitstrekt over de verschillende onderafdelingen binnen IOL.
9
7.
PERSONELE EN FINANCIELE INZET De wensen en de plan-inzet 1990 wat betreft kapaciteit, en de wensen plus (voorlopige) planning '91 alsmede de wens voor '92 en '93 is per projektakronym in tabel 7.1 weergegeven. Een analoog overzicht voor de financiele inzet is weergegeven in tabel 7.2.
7.1
PERSONELE INZET 1990 LAB* *KWALSYS *INFOS *AUTINAP *ADVANOW *LABEVA *LABAPP *HULPMIDD *IMPLEMNT *MONSTER •SUPPORT totaal
wens 3 104 303 25 12 28 29 9 2 38 553
1991 plan 2 87 158 12 10 26 14 5 2 36 352
wens 2 146 179 31 12 39 29 1 9 14 38 500
plan 1 139 108 16 10 38 19 1 8 14 32 386
1992 wens 2 146 140 31 12 51 29 1 9 14 34 469
1993 wens 2 146 180 22 12 51 29 1 9 14 34 500
plan a)
1992 wens
1993 wens 120 1375 150
inzet in mensweken.
7.2
FINANCIELE INZET
1990 wens LAB* *KWALSYS •INFOS •AUTINAP •ADVANOW
-
100 555 150
1991 plan 25 555 0
wens
-
100 415 150 10
-
100 350 100
-
120 360 150 _
_
•LABEVA *LABAPP b) 2020 •HULPMIDD 450 *IMPLEMNT 7 •MONSTER •SUPPORT 60 totaal 3342 a) b)
-
17 2200 450 10
1080 370 5
.
•
60 2095
70 3412
0 1510 445 10 _
60 2575
17 1230 450 10 _
70 2407
17 1180 450 10 _
70 3372
bedragen per 01-09-1990 onder voorbehoud. inklusief onderhoud/servicekontrakten; exklusief verbruiksmaterialen. Bedragen in Kf.
Opmerking bii tabel 7.2 Voor 1990 betreft het hier gelden van het materiele artikel 102 en, alleen voor LAB^INFOS, gelden van het WVO-artikel. Voor 1991 en verder blijft LAB^INFOS vallen onder het WVO-artikel en alle overige posten resorteren dan onder de posten Onderhoud Waterhuishouding (510) en Basisgegevens (517.03), respectievelijk 75% en 25%. Voor 1991 is m.b.t. LABAPP een nadere onderverdeling gemaakt (plan) onderhoud/servicekontrakten 450 k aanschaf app. IO 700 k aanschaf app. AO 300 k aanschaf app. RA 50 k aanschaf alg. techn. inst. 10 k T.a.v. de wens ad 2200 k dient te worden vermeld dat hier bij inbegrepen is een bedrag van 800 k voor vervanging GCMS. Op grond van de ontwikkelingen m.b.t. budgettoewijzingen 1991 dient naar verwachting de wens voor 1992 dienovereenkomstig te worden verhoogd. De ruim 1 Mf toename in de wens voor LAB*INFOS in 1993 wordt verklaard door vervanging van het dan ruim 5 jaar oude computersysteem waarop het laboratorium informatiesysteem draait.
8.
VOORTGANGSKONTROLE
8.1
RAPPORTAGES Rapportages over de voortgang van het hoofdprojekt worden opgesteld in het kader van het managementkontrakt.
11
8.2
MULPALEN EN PRODUKTIE Voor zover relevant zijn produkten aangegeven onder 5. bij de beschrijving der individuele projekten.
83
BEGELEIDINGSBESPREKINGEN Maandelijks wordt minimaal de voortgang van LAB* doorgesproken op status kapaciteit, status middelen, en status voortgang, als vast onderdeel van het IOL-stafoverleg. Planningsaspekten volgen daarbij sekuur de D.B.W.planningsprocedure/termijnen. Aanvullend zijn frekwente, doch niet van een kalender afhankelijke besprekingen specifiek voor de projekten KWALSYS en LABINFOS.
12
Bylage by Projektplan LAB* Knelpunten 1991 voor LAB* Uit het personele overzicht (7.1) op pagina 10 blijkt dat in 1990 ca. drievijfde, en in 1991 ca. driekwart van de totale vraag voor LAB* kan worden gehonoreerd. De toename van geplande LAB* kapaciteit 1991 t.o.v. 1990 met 1 mj., is vooral voor rekening van versterking KWALSYS (certificeringsverplichting per 1994), LABEVA (de druk op IOL om meer aan ringonderzoek te doen neemt steeds meer toe) en MONSTER (de medio 1990 gewijzigde monsternameprocedures leiden tot toenemende voorbewerkingsaktiviteiten bij IOL). De overige, daarvoor benodigde kapaciteit is gevonden door interne verschuivingen (minder inzet op INFOS). Specifieke knelpunten in het personele vlak, zowel t.a.v. niveau als t.a.v. omvang, zijn het jaarlijks opnieuw zoeken van een balans tussen de "noden" van LAB* en de claims vanuit de overige hoofdprojekten (MON, EMC, MIV etc.), maar eveneens het onvoldoende realiseren van geplande kapaciteit ten gevolge van personeelsverloop, trage vakaturevervulling en krappe (bij)scholings mogelijkheden. Knelpunten in het financiele vlak (7.2) zijn, op grond van huidige inzichten over het algemeen eerder "voorwaardelijk" dan konkreet; indien een vervanging GCMS t.w.v. ca. 800 k, zo niet in 1991, dan wel in 1992 kan worden gerealiseerd, en indien betaling van momenteel lopende vervangings aanschaffingen nog tijdig in 1990 kan plaatsvinden, zijn geen grote financiele problemen te verwachten, op grond van de thans toegedachte budgetten voor de verschillende LAB* onderdelen. Overigens is LAB* voor de eigen bedrijfsvoering deels afhankelijk van MAT* (chemikalien, gassen en glaswerk maar ook b.v. onderhoud gebouw/faciliteiten).