Marijke Dijkstra Agnes van der Poel
www.trimbos.nl
ISBN: 978-90-5253-684-2
Risicogedrag en infectieziekten bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking
Volwassenen met een lichte verstandelijke beperking hebben een lager intellectueel niveau, een beperkt zelfinzicht en zijn sterk beïnvloedbaar. Deze groep kan de gevolgen van risicogedrag als onveilige seks en problematisch alcohol- en drugsgebruik waarschijnlijk niet overzien. Dit boekje geeft meer inzicht in risicogedrag van volwassenen met LVG en het risico op infectieziekten als gevolg van onveilige seks en onveilig drugsgebruik. Sleutelfiguren uit LVG-settings (verstandelijk gehandicapten zorg, MEE, sociale werkvoorzieningen) en algemene settings (maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra, verslavingszorg) zijn geïnterviewd, een online vragenlijst is uitgezet onder sleutelfiguren uit de verstandelijk gehandicaptenzorg en een search op internet is gedaan naar voorlichtingsmateriaal. Sleutelfiguren signaleren vaak risicogedrag bij volwassenen met LVG, vooral onveilige seks. Het aanbod en beleid van organisaties, op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik, is meestal voor iedereen gelijk en niet aangepast aan deze doelgroep. Sleutelfiguren van VG-instellingen hebben behoefte aan specifiek voorlichtings materiaal voor volwassenen met LVG, bij voorkeur gericht op seksuele weerbaarheid en (veilig) drugsgebruik. Ook voorlichtingsmateriaal over cannabis- en alcoholgebruik en (preventie van) infectieziekten is gewenst. Deskundigheidsbevordering zou op deze onderwerpen moeten aansluiten waarin inhoudelijke kennis en het aanleren van vaardigheden om risicogedrag te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken aan bod dienen te komen. Landelijke implementatie van enkele voorlichtingsmaterialen en een programma voor deskundigheidsbevordering is nodig om de vaak ernstige gevolgen van risicogedrag zoveel mogelijk te voorkomen bij volwassenen met LVG.
Risicogedrag en infectieziekten bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking Een verkennend onderzoek
Marijke Dijkstra Agnes van der Poel
Risicogedrag en infectieziekten bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking Een verkennend onderzoek
Trimbos-instituut, Utrecht, 2010
Colofon Auteurs Marijke Dijkstra Agnes van der Poel Met dank aan Els Bransen, Trimbos-instituut Productiebegeleiding Linda Groeneveld Omslagontwerp Ladenius Communicatie BV Houten Productie Ladenius Communicatie BV Houten
Artikelnummer: AF1003 ISBN: 978-90-5253-684-2 Deze uitgave is te bestellen via www.trimbos.nl/webwinkel, onder vermelding van artikelnummer AF1003. U krijgt een factuur voor de betaling. Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-2971100 F: 030-2971111 www.trimbos.nl © 2010, Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut.
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2 1.3
Inleiding Achtergrond Definitie lichte verstandelijke beperking (LVG) Doel en vraagstelling
2 2.1 2.2 2.3
Methoden Interviews Vragenlijstonderzoek Internet
5 5 6 6 9 9 10 11
3 Risicogedrag en infectieziekten in LVG-settings en algemene settings Samenvatting 3.1 Risicogedrag 3.2 Aandacht voor veilige seks en veilig drugsgebruik 3.3 Deskundigheid over (veilig) drugsgebruik en infectieziekten 3.4 Beleid infectieziekten
13 13 13 15 18 19
4 Voorlichtingsmateriaal over veilige seks en veilig drugsgebruik in de verstandelijk gehandicaptenzorg Samenvatting 4.1 Beschikbaarheid van voorlichtingsmateriaal 4.2 Behoeften aan voorlichtingsmateriaal 4.3 Verbeteren van voorlichtingsmateriaal 4.4 Materiaal voor deskundigheidsbevordering
23 23 24 26 28 29
5 Voorlichtingsmateriaal over veilige seks en veilig drugsgebruik op internet Samenvatting 5.1 Voorlichtingsmateriaal voor drugsvoorlichting 5.2 Voorlichtingsmateriaal voor seksuele voorlichting 5.3 Gebruik van voorlichtingsmateriaal in de praktijk
31 31 31 32 37
6 6.1 6.2 6.3
Conclusies en aanbevelingen Conclusies Landelijke implementatie van voorlichtingsmaterialen Tot slot
39 39 40 42
Literatuur Bijlage 1 Inhoud voorlichtingskoffer Bijlage 2 Materialen via internet Bijlage 3 Inhoud spellendoos seksuele voorlichting
43 45 47 55
Trimbos-instituut
3
1 Inleiding 1.1 Achtergrond Mensen met een lichte verstandelijke beperking (LVG) vormen een kwetsbare groep in de Nederlandse maatschappij. In 2008 zouden er minimaal 55.000 mensen een lichte verstandelijke beperking (IQ 50-69) zijn en van de 2,2 miljoen zwakbegaafden (IQ 70-85) zouden enkele honderdduizenden bijkomende problemen hebben1 waardoor zij eveneens tot de LVG-groep gerekend kunnen worden. De definitie van LVG leggen wij in paragraaf 1.2 uit. Net als in de algemene bevolking gebruiken ook jongeren en volwassenen met LVG alcohol en drugs.2;3 Exacte gegevens over het alcohol- en drugsgebruik onder mensen met LVG zijn echter niet beschikbaar. Een verkennende studie onder jongeren met LVG laat zien dat het percentage jongeren dat alcohol of softdrugs gebruikt vergelijkbaar is met de percentages in de normaal begaafde populatie.2 Deze studie laat zien dat 67% van de jongeren met LVG (n=760), met een gemiddelde leeftijd van 16 jaar, naar eigen zeggen recent alcohol heeft gebruikt.2 Ter vergelijking, het actuele gebruik (gebruik in de afgelopen maand) van alcohol onder middelbare scholieren van 12 tot 18 jaar (n=7883) is 58%.4 Onderzoek onder volwassenen met LVG laat zien dat de groep volwassenen met LVG als geheel in mindere mate alcohol en drugs gebruikt dan in de algemene bevolking, maar dat er naar schatting bij 10-30% sprake is van problematisch middelengebruik. Dit zijn voornamelijk de volwassenen met de hogere IQ’s (70-85), die niet op een instellingsterrein wonen maar in ‘de wijk’ en geen werk of dagbesteding hebben. Daarnaast komt uit dit onderzoek dat volwassenen met LVG in algemene settings zoals de maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra en de verslavingszorg vaker problematisch alcohol en drugs gebruiken, maar dat er in deze settings weinig kennis aanwezig is over een (lichte) verstandelijke beperking. In LVG-settings ontbreekt juist kennis over signaleren, begeleiden en behandelen van (problematisch) alcohol- en drugsgebruik.3 Op grond van de gerapporteerde (internationale) literatuur in verkennende Nederlandse studies kan gesteld worden dat algemene risicofactoren voor het ontstaan van problematisch middelengebruik onder mensen met LVG vaker voorkomen dan in de algemene bevolking, zoals een lage sociaal economische status en stressvolle levensgebeurtenissen. Ook lijken de gevolgen van middelengebruik groter en ernstiger te zijn onder mensen met LVG in vergelijking met de normaal begaafde populatie.2;3 Kenmerken van mensen met een lichte verstandelijke beperking zijn onder meer een lager intellectueel niveau, een beperkt zelfinzicht en een sterke beïnvloedbaarheid. Kennis over alcohol- en drugsgebruik maar ook over infectieziekten en seksualiteit lijkt beperkt en de gevolgen van risicogedrag worden waarschijnlijk door deze groep niet overzien. Het risico op onveilige seks en onveilig drugsgebruik is mogelijk groter onder mensen met LVG dan in de algemene bevolking. Naast meer inzicht krijgen in het
Trimbos-instituut
5
alcohol- en drugsgebruik van volwassenen met LVG3 is het belangrijk meer inzicht te krijgen in het risicogedrag onder deze doelgroep en daarmee gepaard het risico op infectieziekten.
1.2 Definitie lichte verstandelijke beperking (LVG) Voor de omschrijving van mensen met een lichte verstandelijke beperking wordt vaak de term LVG gebruikt, een afkorting van de woorden licht verstandelijk gehandicapt. Dit is een veel gebruikte term in de AWBZ-zorg en in het beleid voor deze doelgroep. Niettemin spreken de doelgroep zelf en haar belangenbehartigers liever van beperking dan van handicap, en ook liever van mensen met een beperking of handicap dan van beperkten of gehandicapten. Op die manier maken ze duidelijk dat ze meer zijn dan hun beperking of handicap. In dit rapport gebruiken wij de term LVG omdat de afkorting LVB minder ingeburgerd is. De meest gangbare definitie van LVG komt van de American Association of Mental Retardation.5 Deze spreekt van een intellectueel functioneren dat beduidend onder het gemiddelde ligt (IQ 50-70), en van aan de beperkte intelligentie gerelateerde beperkingen van het aanpassingsgedrag op twee of meer van de volgende tien gebieden: communicatie, zelfverzorging, zelfstandig kunnen wonen, sociale en relationele vaardigheden, gebruik maken van gemeenschapsvoorzieningen, zelfstandig beslissingen nemen, gezondheid en veiligheid, functionele intellectuele vaardigheden, vrijetijdsbesteding en werk. De verstandelijke beperking manifesteert zich vóór het achttiende jaar. In Nederland is een bredere definitie van het begrip LVG gebruikelijk. Deze definitie hanteren wij in deze rapportage. Het gaat dan om mensen met: a. een IQ tussen 50 en 70 of b. een IQ tussen 70 en 85 (zwakbegaafdheid) in combinatie met een beperkt sociaal aanpassingsvermogen en een blijvende behoefte aan ondersteuning. Een beperkt sociaal aanpassingsvermogen houdt in dat het de persoon niet lukt om zich zonder hulp in sociale situaties te handhaven. Zonder (langdurige) ondersteuning komt de persoon telkens opnieuw in de problemen.6 Een IQ van 70-85 verwijst volgens het classificatiesysteem DSM-IV naar zwakbegaafdheid.
1.3 Doel en vraagstelling Het doel van dit onderzoek is inzicht te verkrijgen in risicogedrag en infectieziekten (als gevolg van onveilige seks en onveilig drugsgebruik) onder volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Een tweede doel is een overzicht te krijgen van bestaande voorlichtingsmaterialen op het gebied van veilige seks en veilig drugsge-
6
Trimbos-instituut
bruik dat geschikt is voor volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. De vraagstellingen die bij deze doelen horen zijn: • Welke risicogedragingen met betrekking tot onveilige seks en onveilig drugsgebruik worden gesignaleerd onder volwassenen met een lichte verstandelijke beperking? • Hoe ziet het aanbod van voorlichtingsmaterialen, het beleid van instellingen en de deskundigheid van medewerkers eruit met betrekking tot veilige seks en veilig drugsgebruik door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking? • Welke voorlichtingsmaterialen op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik zijn beschikbaar voor volwassenen met een lichte verstandelijke beperking en aan welke materialen is eventueel behoefte?
Trimbos-instituut
7
2 Methoden Wij hebben verschillende methoden gebruikt om antwoord te kunnen geven op de vraagstellingen. In dit hoofdstuk worden deze methoden toegelicht.
2.1 Interviews Eind 2009 en begin 2010 zijn interviews afgenomen met sleutelfiguren in zes settings die te maken hebben met volwassenen met LVG. De settings zijn te verdelen in drie LVG-settings waar mensen met LVG een specifieke doelgroep zijn en drie algemene settings waar mensen met LVG geen specifieke doelgroep zijn. De zes settings zijn:
LVG-setting
Algemene setting
• Verstandelijk gehandicaptenzorg (VG) • MEE • Sociale werkvoorzieningen
• Maatschappelijke opvang • Psychiatrische penitentiaire centra (PPC) • Verslavingszorg (VZ)
Per setting zijn vier instellingen verspreid over het land (regio noord, oost, west/Randstad en zuid) telefonisch benaderd voor deelname aan de interviews. Deze instellingen werden aangedragen via de contactpersoon van de overkoepelende organisaties de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland, MEE Nederland, Brancheorganisatie Cedris, de Federatie Opvang en de Dienst Justitiële Inrichtingen. In de verslavingszorg zijn geen interviews gehouden, maar is een vergelijkbare vragenlijst verspreid in negen instellingen voor verslavingszorg om zicht te krijgen op het aantal volwassenen met LVG die door problematisch middelengebruik bij de verslavingszorg terecht komen. De semi-gestructureerde vragenlijst voor het interview bestond uit twee delen. Het eerste deel ging over alcohol- en drugsgebruik door volwassenen met LVG en was onderdeel van het project “LVG volwassenen en middelengebruik” van het Trimbos-instituut. De uitkomsten van dit deel van het onderzoek zijn terug te lezen in de rapportage van Dijkstra & Bransen.3 Het tweede deel van de vragenlijst ging over risicogedrag en infectieziekten van volwassen met LVG. De resultaten van dit gedeelte van de vragenlijst worden in de huidige rapportage gepresenteerd. Elke organisatie hebben wij telefonisch benaderd voor het afnemen van interviews in de organisatie. We vroegen naar sleutelfiguren die werken met volwassenen met LVG en bereid of in staat waren mee te werken aan het interview. Het tweede deel van de vragenlijst is bij een of twee sleutelfiguren per organisatie afgenomen. In één organisatie (VG-instelling) werd een groepsinterview gehouden en in een andere organisatie (maatschappelijke opvang) met twee sleutelfiguren tegelijk (tabel 1).
Trimbos-instituut
9
In totaal hebben wij 17 face-to-face interviews en 8 telefonische interviews afgenomen. In de verslavingszorg zijn in totaal 11 vragenlijsten ingevuld door zes instellingen. Ook heeft één maatschappelijke opvang die onderdeel is van een instelling voor verslavingszorg en twee sleutelfiguren van de VG-instelling waar het groepsinterview is afgenomen de vragenlijst ingevuld (tabel 1). Omwille van de leesbaarheid gebruiken we in dit rapport afwisselend de termen geïnterviewde, sleutelfiguur, medewerker en respondent. Daarmee bedoelen we in alle gevallen de personen die mondeling of schriftelijk onderzoeksvragen hebben beantwoord. Tabel 1. Aantal instellingen en sleutelfiguren die zijn geïnterviewd of vragenlijsten hebben ingevuld. Setting
Aantal instellingen
Aantal sleutel figuren
Aantal interviews
Aantal vragenlijsten
VG-instellingen
4
7
5
2
MEE
3
4
4
-
Sociale werkvoorzieningen
4
7
7
-
Maatschappelijke opvang
4
6
4
1
Psychiatrische penitentiaire centra
4
5
5
-
Verslavingszorg
6
11
-
11
Totaal
25
40
25
14
2.2 Vragenlijstonderzoek Aanvullend op de interviews hebben wij in de verstandelijk gehandicaptenzorg een quickscan uitgevoerd. Met behulp van een Netquestionnaire (online vragenlijst) hebben wij op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik vragen gesteld over voorlichtingsmaterialen en deskundigheid van medewerkers. Uit een lijst van VG-instellingen in Nederland (http:// verstandelijk-gehandicapten.startkabel.nl/) zijn 17 instellingen geselecteerd. Selectie vond plaats op basis van de doelgroep (volwassenen met een lichte verstandelijke beperking), geografische spreiding over Nederland of betrokkenheid bij eerdere LVG-projecten van het Trimbos-instituut. VG-instellingen voor alleen jeugd of alleen slechtziende en blinde mensen werden bijvoorbeeld uitgesloten van deelname. Per instelling hebben wij e-mailadressen verzameld van medewerkers die werken met volwassenen met LVG. Een e-mail met uitleg over het onderzoek en een link naar de vragenlijst is uiteindelijk naar 97 medewerkers verzonden. De respons was 69%. Elke benaderde VG-instelling heeft minimaal één vragenlijst ingevuld. De vragenlijst is voornamelijk door vrouwelijke medewerkers (80%) en door persoonlijk begeleiders (37%) ingevuld. De gemiddelde leeftijd van de medewerkers is 36 jaar en de gemiddelde werkervaring met mensen met een lichte verstandelijk beperking is 11 jaar. In tabel 2 op pagina 12 is te zien hoeveel medewerkers per organisatie en werkgebied participeerden in het vragenlijstonderzoek.
10
Trimbos-instituut
2.3 Internet Op internet is gezocht naar bestaand voorlichtingsmateriaal voor mensen met een lichte verstandelijke beperking. Wij zochten specifiek naar seksuele voorlichting en voorlichting over veilig drugsgebruik en infectieziekten. De zoektocht startte bij de website van ZonMw (http://www.zorgvoorbeter.nl) waarin onder andere via “Onderwerpen: Preventie seksueel misbruik” en “Goede voorbeelden: Preventie seksueel misbruik” materialen gevonden zijn. Vervolgens is met behulp van de zoekmachine “Google” naar bruikbare informatie gezocht. De gebruikte zoektermen in de zoekmachine waren “Seksuele voorlichting licht verstandelijk gehandicapten”, “Alcohol en drugsvoorlichting licht verstandelijk gehandicapten” en “Voorlichtingsmateriaal licht verstandelijk gehandicapten”. Op de website van de Rutgers Nisso Groep (http://database.rutgersnissogroep.nl) werd informatie over seksuele voorlichting voor mensen met LVG gevonden en op de website van Verslavingszorg Noord Nederland (http://www.vnn.nl/index.cfm?pid=357) voorlichtingsmateriaal op het gebied van alcohol en drugs voor deze doelgroep. Met behulp van de gevonden informatie hebben wij vervolgens contact gezocht met het Documentatiecentrum Seksualiteit van ’s Heeren Loo Kwadrant voor aanvullende informatie. Zo kwamen wij terecht bij de website http://www.begrensdeliefde.nl waar wij aanvullende informatie vonden rondom seksuele voorlichting. In de databank van Begrens de Liefde is gezocht met behulp van een combinatie van een specifieke doelgroep en een thema. Wanneer wij zochten op het thema “voorlichting” in combinatie met de doelgroep “mensen met een verstandelijke beperking” werden 31 instrumenten gevonden waarvan 16 instrumenten zijn opgenomen in de resultaten. Wanneer wij zochten op het thema “preventie” in combinatie met de doelgroep “mensen met een verstandelijke beperking” werden 9 instrumenten gevonden waarvan de 5 bruikbare instrumenten hetzelfde waren als in de voorgaande zoekstrategie. Daarnaast is gezocht op “alle doelgroepen” met als thema “begeleiding”. Zes nieuwe bruikbare instrumenten werden met deze zoekstrategie gevonden. Instrumenten die niet relevant werden bevonden waren bijvoorbeeld gericht op kinderen of het instrument bestond uit een (regionale) cursus zonder (beschrijving van) materialen.
Trimbos-instituut
11
Tabel 2. Aantal medewerkers van dit onderzoek per organisatie en het bijbehorende werkgebied. Organisatie
Aantal medewerkers
Werkgebied
A
7
Amsterdam
B
9
Rotterdam
C
1
Utrecht
D
4
Utrecht
E
8
Groningen
F
1
Leiden
G
1
Nijmegen
H
5
Midden Nederland
I
7
Noord-Holland Noord + Gelderland (Noord en West)
J
4
Noord-Holland Zuid
K
3
Overijssel
L
5
Oost Gelderland
M
3
Twente
N
6
Zeeland
O
2
Noord Limburg
P
1
Zuid Limburg
3 Risicogedrag en infectieziekten in LVG-settings en algemene settings Interviews zijn gehouden met 39 sleutelfiguren in 25 instellingen uit LVG-settings (verstandelijk gehandicaptenzorg, MEE, sociale werkvoorziening) en algemene settings (maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra, verslavingszorg). In dit hoofdstuk beschrijven wij de bevindingen van deze sleutelfiguren.
Samenvatting Risicogedrag van volwassenen met LVG wordt in verschillende settings door sleutelfiguren gesignaleerd. Het gaat dan met name om onveilige seks en infectieziekten. Harddrugsgebruik wordt bij deze doelgroep nauwelijks gesignaleerd in LVG-settings en vaker in algemene settings. Slechts de helft van de participerende instellingen heeft aandacht voor veilige seks, veilig drugsgebruik of beide door volwassenen met LVG. De aandacht is vooral gericht op veilige seks en bestaat dan met name uit het geven van voorlichting tijdens individuele gesprekken. De sociale werkvoorziening is de enige setting waarin alle geïnterviewden zeggen geen aandacht te hebben voor veilige seks en veilig drugsgebruik. Daarnaast blijkt kennis over (veilig) drugsgebruik door volwassenen met LVG beperkt aanwezig te zijn in de ondervraagde instellingen. Minder dan de helft van de ondervraagde instellingen heeft beleid en een aanbod gericht op infectieziekten zoals screening. Bovendien is het beleid en het aanbod van instellingen meestal gelijk voor iedereen (bijvoorbeeld alle cliënten) en niet specifiek voor volwassenen met LVG.
3.1 Risicogedrag Risicogedrag onder volwassenen met een lichte verstandelijke beperking wordt door 64% van de geïnterviewden gesignaleerd. De meest genoemde risicogedragingen of gevolgen van risicogedrag zijn onveilige seks, infectieziekten als een seksueel overdraagbare aandoening (SOA), HIV en hepatitis C en B, ongewenste/vroege zwangerschappen en seksueel misbruik (tabel 3). “De seksontwikkeling is anders, ze weten er niet veel van en zijn erg beïnvloedbaar”, geeft een geïnterviewde aan. Twee geïnterviewden van de maatschappelijke opvang geven aan dat risicogedrag veel voorkomt onder alle gebruikers, ook onder mensen met LVG. “Om aan drugs te komen doen ze alles, bijvoorbeeld ook onveilige seks. Ze lopen meer risico’s op infectieziekten.” Een sleutelfiguur van een VG-instelling geeft eveneens aan dat misbruik veel voorkomt. “De cliënten zijn allemaal wel eens misbruikt, financieel of seksueel. Seksueel misbruik komt vooral bij de meiden voor, maar van twee mannen weet ik het ook.” In de versla-
Trimbos-instituut
13
vingszorg geeft een respondent aan dat onveilig vrijen veel voorkomt met als gevolg een SOA of ongewenste zwangerschap. Van de sleutelfiguren die geen risicogedrag signaleren geven de meeste aan dat ze niet weten of risicogedrag voorkomt of dat ze zelf niet met risicogedrag geconfronteerd zijn geweest. “Mensen met LVG zijn wel een kwetsbare groep en die kwetsbaarheid wordt versterkt door drugsgebruik”, geeft een medewerker van MEE aan. Begeleiders in de sociale werkvoorziening hebben minder zicht op risicogedrag in het privéleven van de werknemers die zij begeleiden. “Ik denk niet dat risicogedrag plaatsvindt. Seks is ook niet echt bespreekbaar, meestal worden daar alleen grapjes over gemaakt op de werkvloer.” Een geïnterviewde van een PPC geeft aan dat begeleiders niet altijd weten wat zich in het verleden van de gedetineerde heeft afgespeeld. Tabel 3. Risicogedragingen van volwassenen met LVG die door geïnterviewden van verschillende settings gesignaleerd worden (n=25). Een geïnterviewde kon meerdere risicogedragingen noemen. Risicogedragingen
Aantal geïnterviewden (in %)
Onveilige seks
26%
Infectieziekten
26%
Ongewenste/vroege zwangerschappen
15%
Seksueel misbruik
13%
Prostitutie
8%
Grensoverschrijdend gedrag
8%
Ongeremdheid
5%
Agressie
5%
Zelfverwaarlozing
5%
Criminele activiteiten
3%
Onveilig drugsgebruik
3%
Loverboys
3%
Overdosis
3%
Harddrugsgebruik De meeste sleutelfiguren noemen risicogedragingen die te maken hebben met onveilige seks. Een enkeling geeft aan dat onveilig drugsgebruik of bijvoorbeeld “een overdosis” gesignaleerd wordt. Het lijkt erop dat harddrugsgebruik nauwelijks voorkomt onder volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. “Spuiten wordt niet gedaan, basecoke ook bijna niet” geeft een geïnterviewde van een sociale werkvoorziening aan. Een geïnterviewde van MEE zegt: “Voor veilig drugsgebruik is minder aandacht omdat het meer gaat over softdrugs en niet zo vaak om harddrugs.” Zoals ook blijkt uit de aard en omvangstudie naar het alcohol- en drugsgebruik door volwassenen met LVG wordt harddrugsgebruik nauwelijks gesignaleerd in LVG-settings, maar wel
14
Trimbos-instituut
in algemene settings.1 Ook is het mogelijk dat sleutelfiguren (van alle settings) bij veilig drugsgebruik vooral denken aan injecteren van drugs en niet aan de risico’s van bijvoorbeeld het gebruik van partydrugs als XTC zoals blijkt uit een interview met een medewerker in een VG-instelling: “Soms wordt een pilletje gebruikt, maar heroïnegebruik en dergelijke komt hier niet voor.”
3.2 Aandacht voor veilige seks en veilig drugsgebruik Volgens 51% van de geïnterviewden heeft de eigen organisatie aandacht voor veilige seks en veilig drugsgebruik door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking (tabel 4). Maar liefst 44% van de geïnterviewden geeft aan geen aandacht te besteden aan veilige seks, veilig drugsgebruik of beide. Twee sleutelfiguren hebben deze vraag niet beantwoord. De instellingen waar volgens de geïnterviewden kennis aanwezig is over veilige seks, veilig drugsgebruik of beide, passen medewerkers die kennis bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking voornamelijk toe over veilige seks. De meeste organisaties die aandacht hebben voor veilige seks geven voorlichting aan volwassenen met een lichte verstandelijke beperking (55%). Deze voorlichting vindt volgens de meeste respondenten tijdens individuele gesprekken plaats (35%). Een aantal respondenten die aangeven aandacht te hebben voor veilige seks geven aan dat de organisatie condooms verstrekt of condooms beschikbaar stelt (20%) aan alle mensen die in contact staan met de organisatie, bijvoorbeeld aan alle cliënten. “We kennen binnen PI’s ‘bezoek zonder toezicht’, dan kunnen ook seksuele contacten plaatsvinden. Op die plekken zijn condooms beschikbaar gesteld.” We bespreken hierna per setting waaruit de aandacht voor veilige seks en veilig drugsgebruik bestaat.
1
In de verslavingszorg is de gesloten vraag gesteld of de organisatie aandacht heeft voor veilige seks/drugsgebruik van volwassen cliënten met LVG. Het is daarom niet duidelijk of alle organisaties die ‘ja’ invulden aandacht hebben voor veilige seks en veilig drugsgebruik. In de tabel wordt uitgegaan van aandacht voor zowel veilige seks als voor veilig drugsgebruik.
Trimbos-instituut
15
Tabel 4. Aantal geïnterviewden per setting die aangeven wel of geen aandacht te hebben voor veilige seks en veilig drugsgebruik van volwassenen met LVG (n=37). Setting
Aandacht voor veilige seks
Aandacht voor veilig drugsgebruik
Geen aandacht voor veilige seks en veilig drugsgebruik
VG-instellingen
3
0
3
MEE
2
0
2
Sociale werkvoorzieningen
0
0
7
Maatschappelijke opvang
4
3
1
Psychiatrische penitentiaire centra
3
1
2
Verslavingszorg1
8
8
2
Totaal
20
12
17
Verstandelijk gehandicaptenzorg In VG-instellingen gaan medewerkers volgens drie geïnterviewden individueel het gesprek aan. “Maar er is veel schaamte rondom veilige seks en veilig drugsgebruik. Veel zullen wij als begeleiders daarom niet weten, wat er echt speelt.” Een medewerker van dezelfde VG-instelling zegt: “De ervaring leert ons echter wel dat wij ons meer zorgen hierover maken dan de cliënten zelf.” Een geïnterviewde van een andere VG-instelling geeft aan dat seksualiteit als speerpunt voor 2010 benoemd is door de organisatie: “Seks moet leuk zijn is dan de boodschap.” Daarnaast geeft een respondent aan dat voorlichtingsmaterialen wel veel gericht zijn op de VG doelgroep, maar niet op mensen met LVG. Een ander geeft aan dat het belangrijk is om goed materiaal te hebben over seksuele voorlichting, specifiek voor mensen met LVG. “In principe spuiten en basen ze hier niet dus over veilig drugsgebruik is niet echt voorlichting nodig. Wel over bijvoorbeeld GHB en de gevolgen daarvan.”
MEE Een MEE organisatie heeft een cursus “vriendschap, relaties en vrije tijd” waarin seksuele voorlichting een onderdeel is. De sleutelfiguur van deze MEE organisatie geeft tevens aan dat er meer voorlichting over cocaïne zou moeten komen: “Ik verwacht dat cocaïne over vijf jaar sociaal geaccepteerd is, zoals nu hasj. Daar zou meer voorlichting over moeten zijn, bijvoorbeeld in een soap want daar kijken ze naar.” Een ander geeft aan dat hij de cliënten wel een stukje voorlichting probeert mee te geven over de risico’s van veilig vrijen. “Meiden hebben bijvoorbeeld vaak moeite met de pil. Ik adviseer ze dan aan de prikpil te gaan.” Een geïnterviewde die zegt geen aandacht te hebben voor veilige seks en veilig drugsgebruik geeft aan dat dit via de huisarts gebeurt.
Sociale werkvoorzieningen Geen enkele geïnterviewde van een sociale werkvoorziening zegt aandacht te hebben voor veilige seks of veilig drugsgebruik. Eén geïnterviewde geeft aan dat ze voorlichting over veilige seks en veilig drugsgebruik liever over laten aan andere organisaties.
16
Trimbos-instituut
“Omdat in onze organisatie geen alcohol en drugs gebruikt mag worden en er ook geen lichamelijk contact plaats mag vinden is het ook niet logisch voorlichting te geven hoe je veilige seks hebt of hoe je veilig drugs kunt gebruiken.” Twee andere sleutelfiguren denken dat andere organisaties zoals de verstandelijk gehandicaptenzorg en de verslavingszorg wel voorlichting geven. “Wij verwijzen door naar de verslavingszorg, daar zullen ze ook wel seksuele voorlichting geven.” Ook geeft een geïnterviewde aan: “Nee, drugsgebruik wordt niet besproken, we willen het ook niet promoten.” Tenslotte zegt een geïnterviewde: “Het zou goed zijn om meer te doen voor de meiden die non-assertief zijn omdat zij vaak het risico lopen om misbruikt te worden. Voor deze doelgroep is een assertiviteitstraining erg welkom.”
Maatschappelijke opvang In de maatschappelijke opvang is naast aandacht voor veilige seks ook aandacht voor veilig drugsgebruik. Spuitomruil wordt bijvoorbeeld door twee geïnterviewden genoemd en het geven van voorlichting door drie geïnterviewden. Eén van deze sleutelfiguren zegt: “Er worden condooms uitgedeeld en verschillende onderwerpen maken we bespreekbaar zodat het ‘gewoon’ wordt. Ook wordt er voorlichting over hepatitis gegeven en vindt er bij ons vaccinatie plaats door de verslavingszorg.” Een ander geeft aan dat de organisatie alleen aandacht heeft voor veilige seks. De medewerker vertelt dat ze al vaak haar sekspraatje heeft gehouden met een cliënt. “Mensen met LVG weten er vaak niet zoveel vanaf. Ik heb ook wel eens condooms moeten halen voor een cliënt omdat hij dit niet durfde. En ook proberen we ervoor te zorgen dat vrouwen aan de pil zijn.”
Psychiatrische penitentiaire centra In één PPC wordt voorlichting gegeven met behulp van het programma ‘Seksetera’ omdat de meeste gedetineerden een slechte seksuele voorlichting hebben gehad. Daarnaast wordt in deze penitentiaire inrichting een informatiemodule gebruikt waarin onder andere over (de risico’s van) alcohol- en drugsgebruik wordt gesproken met gedetineerden, maar niet zozeer over veilig harddrugsgebruik. Een geïnterviewde van een andere PPC geeft aan dat de aanpak van voorlichting niet verschilt voor mensen met LVG. De aanpak is voor alle gedetineerden gelijk. Een andere medewerker van deze PPC geeft echter aan: “De uitleg van de Medische Dienst wordt altijd aangepast aan de problematiek waar de gedetineerde mee te maken heeft, zoals LVG of schizofrenie. De inhoud verschilt niet maar de uitvoering is dan mogelijk per persoon iets anders.” Een andere PPC is niet actief is op het gebied van voorlichting omdat gedetineerden te kort verblijven en de duur van het verblijf meestal niet voorspelbaar is, aldus de sleutelfiguur.
Verslavingszorg Omdat in de verslavingszorg een schriftelijke vragenlijst is uitgezet, is in deze setting alleen achterhaald of er wel of geen aandacht besteed wordt aan veilige seks en veilig drugsgebruik (gesloten vraag) en niet wat zij dan doen. Acht van de elf respondenten
Trimbos-instituut
17
in de verslavingszorg zegt aandacht te hebben voor veilige seks, veilig drugsgebruik of beide door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Een respondent die geen aandacht zegt te hebben geeft aan dat zij niet specifiek voor mensen met LVG aandacht hebben, maar voor iedereen.
3.3 Deskundigheid over (veilig) drugsgebruik en infectieziekten Drugsgebruik Aan de geïnterviewden vroegen wij of er voldoende kennis over (veilig) drugsgebruik door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking aanwezig is binnen de organisatie. Het grootste gedeelte heeft deze vraag met ‘nee’ beantwoord, namelijk 69%. Een aantal geeft aan dat zij doorverwijzen naar bijvoorbeeld de verslavingszorg, zij hebben geen behoefte aan kennis over veilig drugsgebruik. “Echte kennis is er niet, daar is ook geen behoefte aan omdat wij doorverwijzen naar de verslavingszorg”, geeft een geïnterviewde van een sociale werkvoorziening aan. Slechts 26% van de respondenten geeft aan wel kennis te hebben over (veilig) drugsgebruik door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking, waarbij de helft verslavingszorginstellingen zijn. Vanwege de gesloten vraag die in de schriftelijke vragenlijst gesteld is, is niet bekend welke kennis zij in huis hebben. In de psychiatrische penitentiaire centra ligt de kennis over (veilig) drugsgebruik bij een bepaalde groep professionals. Psychologen hebben over het algemeen geen specifieke kennis over drugsgebruik, maar twee geïnterviewden geven aan dat de medische diensten wel op de hoogte zijn. Daarnaast geeft een geïnterviewde van MEE aan wel behoefte te hebben aan meer kennis over (veilig) drugsgebruik en een medewerker van een VG-instelling geeft aan bezig te zijn met het schrijven van een training over (veilig) drugsgebruik.
Infectieziekten Minder dan de helft (41%) van de geïnterviewden geeft aan een bepaald aanbod te hebben op het gebied van infectieziekten voor volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Aan deze sleutelfiguren (n=16) werd vervolgens gevraagd welk aanbod zij in de organisatie hebben waarbij meerdere antwoorden mogelijk waren. Deze antwoorden zijn geclusterd in zes thema’s (tabel 5). Meestal is het aanbod infectieziekten gelijk voor alle mensen in de organisatie en is het aanbod daardoor niet specifiek voor mensen met LVG. Geen enkele medewerker van een MEE organisatie gaf aan een aanbod infectieziekten te hebben voor volwassenen met LVG. In drie psychiatrische penitentiaire centra die participeerden in dit onderzoek vindt vaak bij de intake van gedetineerden een uitgebreide screening plaats door de medische dienst waarin ook infectieziekten meegenomen wordt. Tot de mogelijkheden behoren ook het verstrekken van informatie, testen en behandeling. De geïnterviewden van instellingen die geen aanbod hebben (56%) geven aan dat doorverwijzing naar de huisarts (23%), de GGD (5%) of een kliniek (5%) plaatsvindt. Eén geïnterviewde geeft aan dat de GGD wel eens langskomt voor gratis
18
Trimbos-instituut
SOA tests en een respondent van de verslavingszorg geeft aan geen specifiek aanbod te hebben voor mensen met LVG. Tabel 5. Aantal sleutelfiguren die aangeven een aanbod infectieziekten te hebben voor volwassenen met een lichte verstandelijke beperking (“n” is het aantal sleutelfiguren die de vraag beantwoorden). Aanbod
SW (n=1)
MO (n=3)
PI (n=4)
VG (n=1)
VZ (n=7)
Informatievoorziening
0
1
2
1
6
Doorverwijzing
1
1
0
0
0
Screening
1
0
3
0
6
Testen
0
2
2
0
5
Vaccineren
1
1
1
0
0
Behandeling
0
0
3
0
3
3.4 Beleid infectieziekten De meeste organisaties hebben geen algemeen beleid gericht op infectieziekten. In totaal geeft 33% van de instellingen aan beleid te hebben op dit gebied en 62% geeft aan geen beleid te hebben (tabel 6). Twee sleutelfiguren hebben deze vraag niet beantwoord. Wanneer gekeken wordt wat voor beleid instellingen hebben, valt op dat de inhoud sterk uiteenloopt. De resultaten over dit onderwerp worden hierna per setting gepresenteerd. Tabel 6. Aantal sleutelfiguren die aangeven dat de organisatie infectieziektebeleid heeft (voor o.a. volwassenen met een lichte verstandelijke beperking) (n=37). Setting
Beleid infectieziekten aanwezig
Beleid infectieziekten niet aanwezig
VG-instellingen
0
6
MEE
1
3
Sociale werkvoorzieningen
0
7
Maatschappelijke opvang
4
1
Psychiatrische penitentiaire centra
4
1
Verslavingszorg
4
6
Totaal
13
24
Verstandelijk gehandicaptenzorg De geïnterviewden van de participerende VG-instellingen weten vaak niet of er beleid is of ze vinden het beleid onvoldoende. Zo geeft een medewerker aan dat er wel beleid
Trimbos-instituut
19
is over hoe te handelen wanneer iemand hepatitis heeft “maar verder waarschijnlijk niet.” Een ander geeft aan dat er wel wat gedaan wordt aan de meest voorkomende infectieziekten zoals hepatitis, maar dan alleen voor de medewerkers zoals vaccineren. Volgens een geïnterviewde zou het goed zijn om (duidelijk en uitvoerbaar) beleid op te stellen over veilig drugsgebruik en veilige seks.
MEE Een medewerker van MEE geeft aan dat MEE-Nederland een digitaal kwaliteitssysteem heeft opgesteld. Een ander geeft aan dat consulenten wel op de hoogte zijn van bepaalde infectieziekten: “Als iemand HIV heeft moet er geen bloedcontact zijn. Daar is geen protocol voor, maar dat is algemeen bekend.” Daarnaast geeft een geïnterviewde van de organisatie zonder infectieziektebeleid aan geen behoefte te hebben om iets aan infectieziekten te doen.
Sociale werkvoorzieningen In de sociale werkvoorzieningen is volgens de sleutelfiguren geen beleid aanwezig op het gebied van infectieziekten. Een geïnterviewde geeft als toelichting op het ontbreken van beleid: “Dit soort onderwerpen gaan we als organisatie niet bestrijden.”
Maatschappelijke opvang Vier geïnterviewden van de maatschappelijke opvang geven aan infectieziektebeleid te hebben waarvan één persoon aangeeft dat het beleid gericht is op de eigen medewerkers en niet op de cliënten. Een ander geeft aan dat de organisatie veel aandacht heeft voor hygiëne en infectieziekten omdat ook verpleegbedden in de organisatie aanwezig zijn. Een derde geïnterviewde geeft aan alert te zijn. De sleutelfiguur die zegt geen beleid te hebben vertelt dat een cliënt bij vermoedens van een infectieziekte doorverwezen wordt naar de verslavingszorg.
Psychiatrische penitentiaire centra In de meeste ondervraagde PPC’s is beleid aanwezig. Zo heeft één organisatie TBCcontrole, een intake door de medische dienst en protocollen voor prikaccidenten en screening en behandeling van infectieziekten. De sleutelfiguur van deze organisatie geeft aan dat protocollen centraal ontwikkeld worden. In een andere PPC zijn volgens de geïnterviewde tevens protocollen over screening en behandeling van infectieziekten aanwezig. Een derde geïnterviewde geeft aan dat de huisarts en medische dienst vooral toezien op het niet verspreiden van infecties. De medewerker geeft daarbij aan dat er geen behoefte is aan beleid, voorlichting of deskundigheidsbevordering op het gebied van infectieziekten. De aanwezigheid van de medische dienst is volgens de medewerker voldoende. Tenslotte zegt een geïnterviewde dat onderzoek en behandeling plaatsvinden wanneer een infectieziekte in de instelling bekend is.
20
Trimbos-instituut
Verslavingszorg In de verslavingszorg heeft het merendeel van de participerende instellingen geen beleid infectieziekten waarin aandacht is voor mensen met LVG. Een respondent geeft nadrukkelijk aan dat zij geen specifiek beleid hebben voor mensen met LVG. Een respondent waarvan de organisatie wel beleid infectieziekten heeft voor deze doelgroep, geeft aan dat dit beleid gericht is op de medische zorg die zij verlenen. Vanwege een gesloten vraag in de vragenlijst is niet bekend welk beleid instellingen voor verslavingszorg hebben op het gebied van infectieziekten.
Trimbos-instituut
21
4 Voorlichtingsmateriaal over veilige seks en veilig drugsgebruik in de verstandelijk gehandicaptenzorg De online vragenlijst om (de behoefte aan) voorlichtingsmateriaal op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik voor volwassenen met LVG te inventariseren werd door 67 medewerkers van 17 VG-instellingen ingevuld. In dit hoofdstuk worden de resultaten van deze sleutelfiguren gepresenteerd.
Samenvatting Medewerkers van VG-instellingen signaleren vaker onveilige seks bij volwassenen met LVG dan onveilig drugsgebruik, maar beide risicogedragingen worden door meer dan de helft van de medewerkers gesignaleerd bij de doelgroep. Voorlichtingsmateriaal voor volwassenen met LVG is echter vooral gericht op seks, seksuele voorlichting of beide. Zowel de eigen instelling als andere (landelijke) organisaties ontwikkelen een verscheidenheid van deze materialen. Sleutelfiguren hebben behoefte aan meer of ander voorlichtingsmateriaal voor volwassenen met LVG met name voor de thema’s seksuele weerbaarheid en veilig drugsgebruik maar ook op het gebied van alcohol- en cannabisgebruik en infectieziekten. Filmmateriaal (DVD) wordt door de respondenten het meest geschikte type materiaal gevonden om informatie over te dragen aan volwassenen met LVG. Op de tweede plaats staat een toolbox of lespakket omdat daarmee meerdere materialen flexibel ingezet kunnen worden. Om voorlichtingsmateriaal (beter) aan te laten sluiten bij volwassenen met LVG moet vooral rekening gehouden worden met de vormgeving (stoer, duidelijk, volwassen). Deskundigheidsbevordering voor medewerkers is eveneens gewenst, met name op de thema’s seksuele weerbaarheid, veilig drugsgebruik en cannabisgebruik. Deskundigheidsbevordering zou volgens de ondervraagde medewerkers in ieder geval inhoudelijke kennis moeten bevatten en ervoor moeten zorgen dat medewerkers onderwerpen rondom seks en drugsgebruik bespreekbaar kunnen maken.
Risicogedrag van volwassenen met LVG Volwassenen met een lichte verstandelijke beperking vertonen volgens de meeste ondervraagde medewerkers soms of vaak risicogedrag. Onveilige seks wordt door de medewerkers in VG-instellingen vaker gesignaleerd dan onveilig drugsgebruik, maar ook onveilig drugsgebruik wordt door 57% van de medewerkers “soms” gesignaleerd (tabel 7).
Trimbos-instituut
23
Tabel 7. Percentages van de ondervraagde medewerkers die nooit, soms of vaak onveilige seks en onveilig drugsgebruik signaleren onder volwassenen met LVG (n=67). Nooit
Soms
Vaak
Onveilige seks
8%
52%
40%
Onveilig drugsgebruik
19%
57%
24%
4.1 Beschikbaarheid van voorlichtingsmateriaal Veilige seks en seksuele voorlichting Voorlichtingsmateriaal op het gebied van seks, seksuele voorlichting of beide voor volwassenen met LVG is volgens 73% van de medewerkers in de instelling aanwezig. Van deze medewerkers geeft 26% aan dat het materiaal niet door de eigen instelling ontwikkeld is of dat ze niet weten of de eigen instelling dit materiaal ontwikkeld heeft. In drie instellingen wordt door een aantal respondenten hetzelfde materiaal genoemd, terwijl andere medewerkers van dezelfde instelling aangeven niet te weten welk materiaal er is op het gebied van seks, seksuele voorlichting of beide. Voorlichtingsmaterialen over seks, seksuele voorlichting of beide die door de eigen instelling ontwikkeld zijn, bestaat voornamelijk uit cursusmateriaal of een koffer of map met meerdere voorlichtingsmaterialen. De volgende specifieke materialen worden genoemd: • Deurtje open, deurtje dicht • Praten over seks • Baas over mijn eigen lijf • Vrienden en Vrijers • Certificaat Vrijbewijs • Basiscursus seksualiteit • Weerbaarheidskoffer • Reader over hoe seksuele voorlichting te geven • Training seksuele voorlichting • Memoriespel • Video ‘Alles uit de kast over seksualiteit’ (i.s.m. TV Gelderland) • Thema boekje ‘Intimiteit, lichaamsbeleving & seksualiteit’ voor medewerkers • Themacafé seksualiteit • Eigen voorlichtingsboxen samengesteld uit veel verschillende instellingen • Zwangerenboek Medewerkers die zeggen voorlichtingsmateriaal over seks, seksuele voorlichting of beide van andere organisaties te gebruiken, noemen voornamelijk algemeen materiaal zoals boeken (14%), folders (10%) en films (8%). De volgende specifieke voorlichtingsmaterialen, ontwikkeld door andere organisaties zoals Rutgers Nisso of een andere VG-instelling, worden genoemd:
24
Trimbos-instituut
• Lief en Lijf (4x) • Liefdesweetjes (2x) • Kunst vagina en penis (2x) • Koffer kinderwens van Carante Groep (2x) • Deskundigheidsbevordering door Bosch & Suykerbuyk • Deskundigheidstraining door Movisie • Folders van Rutgers Nisso • Boeken van Bosch & Suykerbuyk • Artikelen uit Klik en Markant • Video van Klos • Koffer met diverse materialen van Rutgers Nisso • Durexkoffer • Weerbaarheidskoffer • Vaardigheidstraining, werkboeken, video’s, trainingskoffer, pictoseries en spelletjes van Philadelphia zorg • Alles over seks •
[email protected] • Sterke meiden • Girls Choice • BONS methode voor seksuele voorlichting aan (jong)volwassenen met een nietaangeboren hersenafwijking (NAH) De meeste materialen worden elk door één respondent genoemd. Wanneer materiaal meerdere keren wordt genoemd, is dat meestal door medewerkers van verschillende VG-instellingen.
(Veilig) drugsgebruik Voorlichtingsmateriaal op het gebied van (veilig) drugsgebruik voor volwassenen met LVG wordt minder vaak genoemd dan op het gebied van (veilige) seks. Van de ondervraagde medewerkers geeft 46% aan materiaal te hebben gericht op (veilig) drugsgebruik. Van deze medewerkers geeft 36% aan geen materiaal te gebruiken dat door de eigen instelling ontwikkeld is of niet te weten of materiaal door de eigen instelling ontwikkeld is. Een cursus voor cliënten over (omgaan met) alcohol en drugs wordt door vijf medewerkers van dezelfde VG-instelling genoemd en een workshop voor medewerkers en cliënten door één medewerker van deze instelling. Daarnaast worden een koffer met verschillende materialen (2x), de aangepaste leefstijltraining ‘Henig an’ en een memoriespel genoemd. Van de medewerkers die voorlichtingsmateriaal hebben op het gebied van (veilig) drugsgebruik voor volwassenen met LVG geeft 26% aan gebruik te maken van folders die ontwikkeld zijn door andere organisaties zoals de verslavingszorg of het Trimbosinstituut. Daarnaast worden “posters” door twee medewerkers van dezelfde instelling genoemd en boeken, een DVD, kaarten met tekst- en uitleg, een kalender en een koffer met informatie elk door één medewerker van verschillende instellingen.
Trimbos-instituut
25
Infectieziekten Tenslotte is gevraagd of de instelling voorlichtingsmateriaal heeft op het gebied van infectieziekten (SOA, HIV, hepatitis, etc.) voor volwassenen met LVG. Ongeveer de helft van de medewerkers (51%) zegt dat dit materiaal niet in de instelling voorhanden is. Van de respondenten die aangeven materiaal te hebben op het gebied van infectieziekten zegt 42% geen materiaal te hebben dat door de eigen instelling ontwikkeld is of niet te weten of materiaal door de eigen instelling ontwikkeld is. De volgende materialen, ontwikkeld door de eigen instelling, worden genoemd: • Cursus seksualiteit en relaties • Seksualiteitsbeleid • Vrij veilig cursus met voorlichtingsfilm en materiaal • Speciaal samengestelde box voor voorlichting • Uitgebreid pakket over onder andere SOA’s Eén medewerker zegt dat cliënten geïnformeerd worden over hepatitis B door de Sociaalwetenschappelijke Dienst. “Dit gebeurt middels een brief die met de cliënt en zijn of haar coach wordt besproken.” Medewerkers gebruiken volgens de sleutelfiguren voornamelijk folders (36%) over infectieziekten voor volwassenen met LVG die ontwikkeld zijn door andere instellingen zoals de verslavingszorg en Rutgers Nisso. Twee medewerkers zeggen dat de folders reguliere folders van de huisarts zijn. Boeken en films/DVD wordt elk door drie medewerkers genoemd, en één medewerker noemt spelmateriaal. Daarnaast worden de volgende specifieke voorlichtingsmaterialen die door andere organisaties ontwikkeld zijn genoemd: • Boekjes over HIV: Draakje in het bloed •
[email protected] • Speciale dozen met alle verschillende anticonceptiemiddelen • Veilig vrijen koffer • Doos Lief, lijf, vriendschap en seks
4.2 Behoeften aan voorlichtingsmateriaal Uit de vragenlijst blijkt dat meer dan de helft van de respondenten behoefte heeft aan meer of ander voorlichtingsmateriaal voor volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Seksuele weerbaarheid, veilig drugsgebruik, alcohol en infectieziekten zijn de meest gewenste thema’s voor meer of ander voorlichtingsmateriaal (tabel 8). In de ‘anders, namelijk’ categorie worden de thema’s “Loverboys”, “Kinderwens” en “Omgaan met verslaving” elk door meer dan één medewerker genoemd.
26
Trimbos-instituut
Tabel 8. Percentages van de respondenten die aangeven behoefte te hebben aan meer of ander voorlichtingsmateriaal voor volwassenen met LVG op het gebied van (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik (n=67). Ja
Nee
Seks
69%
31%
Condoomgebruik
58%
42%
Seksuele weerbaarheid
82%
18%
Alcohol
79%
21%
Cannabis
76%
24%
Harddrugs
66%
34%
Veilig drugsgebruik
81%
19%
Infectieziekten
79%
21%
Preventie van infectieziekten
76%
24%
Anders, namelijk
30%
70%
Voorlichtingsmateriaal kan in verschillende vormen aangeboden worden, zoals een folder, website of DVD. Aan de sleutelfiguren werden meerdere typen materiaal voorgelegd waaruit zij drie typen kozen die ze het meest geschikt vinden voor volwassenen met LVG. In tabel 9 zijn de percentages per type materiaal weergegeven. Vervolgens werd uit deze drie materialen het meest geschikte type materiaal gekozen. Daaruit blijkt dat 40% van de medewerkers filmmateriaal (DVD) het meest geschikt vindt om informatie over te dragen aan volwassenen met LVG. De meest genoemde reden daarvoor is dat filmbeelden duidelijk en goed te begrijpen zijn door de doelgroep. Ook sluit filmmateriaal aan bij het mediagebruik van nu, is het aantrekkelijk en komt de boodschap reëel (herkenbaar) over. Na filmmateriaal volgt een toolbox/lespakket met 24%. Een belangrijke reden die door medewerkers genoemd wordt is dat het materiaal in een toolbox/lespakket door de begeleider afgestemd kan worden op de (behoeften van) de cliënt. Dit materiaal is flexibel in te zetten. Andere redenen zijn “een goede manier om op een actieve manier in gesprek te gaan en te blijven in de doe-sfeer. Dit komt beter binnen en wordt als leuk ervaren”, “het is directer”, “door de combinatie van schriftelijk en mondeling materiaal is de kans het grootst dat men er daadwerkelijk wat van opsteekt” en “meest compleet”. Foldermateriaal wordt door sommige medewerkers (9%) het meest geschikt bevonden voor volwassenen met LVG. Deze medewerkers vinden een folder laagdrempelig. Cliënten kunnen de folder zelfstandig door- of nalezen op de eigen kamer. Evenveel medewerkers vinden een website het meest geschikt voor voorlichting (9%) maar zij lijken de vraag beantwoord te hebben voor jongeren met LVG: “internet is een nieuw en aansprekend medium dat door veel jongeren gebruikt wordt.” In de ‘anders, namelijk’ categorie noemde 12% van de medewerkers ander materiaal waarvan “een persoonlijk gesprek (met een deskundige)”, “workshop, training of cursus”, “een spel” en “visueel beeldmateriaal” zoals foto’s en zwart-wit plaatjes elk meer dan één keer genoemd werden.
Trimbos-instituut
27
Tabel 9. Aantal medewerkers (in procenten) die aangeven het type voorlichtingsmateriaal geschikt te vinden voor volwassenen met LVG (elke medewerker koos een top 3 uit de materialen) (n=67). Ja
Nee
Folder
49%
51%
Poster
19%
81%
Boek
19%
81%
Filmmateriaal (DVD)
88%
12%
Website
33%
67%
Toolbox/lespakket
67%
33%
Anders, namelijk
24%
76%
4.3 Verbeteren van voorlichtingsmateriaal Suggesties van de sleutelfiguren om voorlichting (beter) aan te laten sluiten bij volwassenen met LVG kan gegroepeerd worden rondom drie thema’s: • Vormgeving • Spelvorm • Soap of televisieprogramma
Vormgeving Volgens de medewerkers moet de vormgeving aansluiten bij de belevingswereld van de doelgroep, bijvoorbeeld door gebruik te maken van stoere en prikkelende afbeeldingen, korte duidelijke tekst (“straight to the point”, “concreet en puntsgewijs”), opvallende kleuren en taalgebruik in ‘je’ vorm. De benadering moet niet kinderachtig maar volwassen zijn waarbij ingespeeld kan worden op situaties uit het dagelijks leven van de doelgroep. Ervaringsdeskundigen inschakelen wordt door twee medewerkers aanbevolen.
Spelvorm Een spelvorm voor het geven van voorlichting vindt 12% van de responenten een goede vorm om voorlichting (beter) aan te laten sluiten bij volwassenen met LVG. Een spel in de vorm van kwartet, een ander kaartspel of een gezelschapsspel (zoals Liefdesweetjes) lijken geschikte spelvormen te zijn voor volwassenen met LVG.
Soap of televisieprogramma Van de sleutelfiguren geeft 16% hun mening over soaps of televisieprogramma’s. Jongerenzenders als TMF en themaprogramma’s zouden volgens een medewerker laagdrempelig zijn en een voorbeeldfunctie kunnen vervullen. Vijf medewerkers vinden voorlichting via een soap een goed idee, terwijl drie medewerkers dit geen goed idee vinden. Zij geven bijvoorbeeld aan dat voorlichting via een soap niet gewenst is
28
Trimbos-instituut
vanwege kopieergedrag van cliënten of omdat de informatieoverdracht niet realistisch en specifiek genoeg is. “Cliënten zijn beïnvloedbaar voor een soap als ‘Goede Tijden Slechte Tijden”.
Overig Overige aanbevelingen van respondenten zijn: • Een website waar anoniem vragen gesteld kunnen worden • Afwisseling in materiaal zoals folders, beelden en oefeningen • Een thema-avond organiseren, eventueel ook voor ouders van cliënten omdat zij ook veel informatie overbrengen op de cliënt • Een stripverhaal voor cliënten die kunnen lezen • Nieuwe media inzetten zoals sms, chat en filmpjes op internet • Voorlichting laten geven door gespecialiseerde organisaties op een onderwerp, zoals Pretty Women die komt praten over loverboys. “Dit maakt soms meer indruk dan de bekende begeleiding” • Volwassenen met LVG zelf laten meedenken over hoe en wat. “Zo voelen ze zich gehoord wat erg essentieel is bij deze doelgroep.”
4.4 Materiaal voor deskundigheidsbevordering Voor het signaleren van risicogedrag, het geven van voorlichting over (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik en het begeleiden van volwassenen met LVG die met deze risicogedragingen te maken hebben (gehad) is deskundigheid van medewerkers nodig. Voor elk thema is nagevraagd of de medewerkers behoefte hebben aan deskundigheidsbevordering (tabel 10). Op het gebied van seksuele voorlichting en veilige seks is volgens medewerkers voldoende kennis aanwezig, maar de meeste medewerkers hebben behoefte aan deskundigheidsbevordering op het gebied van seksuele weerbaarheid, veilig drugsgebruik en cannabisgebruik. In de ‘anders, namelijk’ categorie wordt “kinderwens” door twee medewerkers genoemd. “Gameverslaving”, “loverboys”, “criminaliteit”, “seksueel wervend gedrag” en “weerbaarheid tegen drugs” werden elk door één medewerker genoemd. Deskundigheidsbevordering kan bestaan uit meerdere onderdelen waaronder inhoudelijke kennis en het aanleren van vaardigheden. De sleutelfiguren geven aan dat vooral “het bespreekbaar maken” en “inhoudelijke kennis” onderdelen zijn waar de deskundigheidsbevordering aan moet voldoen om aan te sluiten bij het kennisniveau van de medewerkers (tabel 11). Een sleutelfiguur geeft aan dat medewerkers wel beschikken over kennis op het gebied van (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik maar dat zij geen voorlichtingsmaterialen hebben voor volwassenen met LVG.
Trimbos-instituut
29
Tabel 10. Aantal respondenten (in procenten) die aangeven behoefte te hebben aan deskundigheidsbevordering op het gebied van (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik door volwassenen met LVG (n=67). Ja
Nee
Seksuele voorlichting
37%
63%
Veilige seks
27%
73%
Seksuele weerbaarheid
72%
28%
Alcoholgebruik
61%
39%
Cannabisgebruik
64%
36%
Harddrugsgebruik
61%
39%
Veilig drugsgebruik
69%
31%
Infectieziekten
55%
45%
Preventie van infectieziekten
58%
42%
Anders, namelijk
24%
76%
Tabel 11. Aantal respondenten (in procenten) die aangeven aan welke onderdelen deskundigheids bevordering moet voldoen om aan te sluiten bij het kennisniveau van medewerkers (n=67). Ja
Nee
Inhoudelijke kennis
93%
7%
Signaleren
90%
10%
Bespreekbaar maken
82%
18%
Gespreksvaardigheden
84%
16%
Motiverende gespreksvaardigheden
94%
6%
Consultatie en doorverwijzen
87%
13%
30
Trimbos-instituut
5 Voorlichtingsmateriaal over veilige seks en veilig drugsgebruik op internet Op internet is gezocht naar (informatie over) voorlichtingsmateriaal voor mensen met een lichte verstandelijke beperking op het gebied van (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik. De resultaten van deze search beschrijven we in dit hoofdstuk.
Samenvatting Op internet werden voornamelijk voorlichtingsmaterialen over (veilige) seks gevonden en veel minder over (veilig) drugsgebruik voor volwassenen met LVG. Onderwerpen van het gevonden materiaal zijn seksuele voorlichting, veilige seks, seksueel misbruik en infectieziekten. Wanneer over infectieziekten gesproken wordt gaat het voornamelijk over seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s). Slechts enkele specifieke materialen zijn ontwikkeld voor mensen met LVG op het gebied van alcohol en drugs zoals de brochures over alcohol, cannabis en harddrugs. De gevonden materialen zijn divers. Zowel folders, boeken, video & DVD’s, spellen, lespakketten en cursussen zijn beschikbaar. De meeste materialen zijn direct bedoeld voor mensen met LVG en minder vaak voor professionals die uiteindelijk de voorlichtingsboodschap dienen over te brengen. Soms is een handleiding voor de professionals aanwezig. Training en deskundigheidsbevordering voor professionals richten zich met name op het voorkomen, signaleren en bespreekbaar maken van seksueel misbruik bij de doelgroep. Voorlichtingsmateriaal over veilig harddrugsgebruik en infectieziekten voor mensen met een lichte verstandelijke beperking is niet gevonden.
5.1 Voorlichtingsmateriaal voor drugsvoorlichting Op internet vonden wij slechts één voorlichtingskoffer specifiek voor volwassenen met LVG op het gebied van alcohol en drugs, ontwikkeld door de Verslavingszorginstelling Noord Nederland (VNN). Met deze voorlichtingskoffer worden volwassenen met LVG geïnformeerd over de werking, de effecten en de risico’s van alcohol- en cannabisgebruik. De materialen in de koffer kunnen als hulpmiddel gebruikt worden om alcohol- en cannabisgebruik van volwassenen met LVG bespreekbaar te maken. In de voorlichtingskoffer zitten onder andere folders, een DVD, afbeeldingen en een handleiding voor het geven van bijeenkomsten over alcohol- en cannabisgebruik (zie bijlage 1). VNN heeft daarnaast een basiscursus “Middelen met een beperking” ontwikkeld en een verdiepingsmodule “(motiverende) gesprekstechnieken” voor medewerkers in de
Trimbos-instituut
31
verstandelijk gehandicaptenzorg. In de basiscursus worden de kennis en vaardigheden op het gebied van alcohol en drugs vergroot. Onderwerpen die onder andere aan bod komen zijn populaire genotmiddelen en gebruikswijzen, signalen en herkennen van middelengebruik en methodieken en hulpverleningstrajecten. De verdiepingsmodule gaat dieper in op motiverende gesprekstechnieken die in de verslavingszorg gebruikt worden en koppelt interventies aan stadia van gedragsverandering. In deze module wordt veel geoefend met het voeren van gesprekken met cliënten over hun middelengebruik. Voor MT-leden van de verstandelijk gehandicaptenzorg is een “Module Beleid” ontwikkeld. Een VNN instelling kan ondersteunen bij het invoeren van een alcohol- en drugsbeleid. Al deze materialen en preventieactiviteiten zijn beschikbaar voor de provincies Groningen, Friesland en Drenthe. Het Trimbos-instituut heeft in samenwerking met instellingen voor verslavingszorg en instellingen voor gehandicaptenzorg materialen ontwikkeld voor mensen met een lichte verstandelijke beperking op het gebied van alcohol en drugs. Allereerst zijn brochures ontwikkeld met de titels “Alcohol zonder flauwekul”, “Hasj en Wiet zonder flauwekul”, en “XTC, Cocaïne en Speed zonder flauwekul”. Deze brochures zijn door experts op het gebied van LVG en verslaving ontwikkeld in samenwerking met de doelgroep zelf. Op internet zijn op enkele websites van bijvoorbeeld instellingen voor verstandelijk gehandicaptenzorg hyperlinks naar deze brochures te vinden.
5.2 Voorlichtingsmateriaal voor seksuele voorlichting De materialen die wij vonden hebben vooral als doel de kennis over seksualiteit, relaties en veilig vrijen bij mensen met een verstandelijke beperking te vergroten. Daarnaast hebben wij materiaal gevonden om seksueel misbruik te voorkomen, een belangrijk thema voor de kwetsbare doelgroep LVG. Ook zijn er voorlichtingsmaterialen en cursussen voor mensen met een verstandelijke beperking die seksueel misbruikt zijn of seksueel misbruik hebben gepleegd. Cursussen en materialen om met seksueel misbruik om te gaan en voor de behandeling van plegers van zedendelicten zijn niet in ons overzicht opgenomen. Voorlichtingsmaterialen voor preventie van seksueel misbruik, seksueel geweld en weerbaarheid wel. In het overzicht noemen wij ook materialen waarmee ouders en begeleiders seksuele voorlichting kunnen geven aan mensen met een lichte verstandelijke beperking. De materialen die op internet gevonden zijn worden hieronder kort genoemd. In bijlage 2 is een uitgebreid overzicht te vinden van de gevonden materialen met daarbij de organisatie die het materiaal ontwikkeld heeft of waar het materiaal te krijgen is. In tabel 6 worden de materialen gepresenteerd met daarbij aangegeven of het materiaal aandacht heeft voor veilige seks, seksueel misbruik, infectieziekten of een combinatie van deze.
32
Trimbos-instituut
Folders & boeken • “Van wie ben jij, ik ben die ik ben” is een kijk- en voelboek met illustraties en simpele teksten die een begeleider/verzorger samen met een cliënt kan doornemen. Onderwerpen: seksualiteit, relatievorming en seksueel misbruik. • “Gewoon Zo!” is een brochure voor mensen die moeite hebben met lezen, waaronder mensen met een verstandelijke beperking. Het boekje geeft op eenvoudige wijze uitleg over alles wat met anticonceptie te maken heeft. Onderwerpen zijn: zwanger, anticonceptie. • “Fotoserie Vrouwenzaken” biedt vrouwen ondersteuning bij persoonlijke verzorging, bezoek aan een instantie, huisarts of ziekenhuis. Met foto’s worden besproken: inwendig onderzoek, menstruatie, borstonderzoek, tampongebruik. • “Jongens, het kan ook anders!” gaat over het voorkomen van seksueel geweld van jongens tegenover meisjes. • “Loverboys” is een fotoroman voor meiden met een lichte verstandelijke beperking. Het boek is op een speciale manier gebonden waardoor het verhaal op twee manieren te lezen is. • “Mooi meisje” is een leesboek voor jongeren in het praktijkonderwijs, speciaal onderwijs, VMBO en mensen met een verstandelijke beperking voor wie lezen moeilijk is over een meisje dat misbruikt wordt door een loverboy. • “Seksuele voorlichting aan mensen met een verstandelijke handicap: de kunst van het verstaan” besteedt aandacht aan: het lichaamsbeeld, normen en waarden, relatievorming, weerbaarheid, seksuele gevoelens en masturbatie. Ook wordt aandacht besteed aan de toon binnen seksuele voorlichting en aan seksuele variaties, homoseksualiteit, seksualiteit en autisme, kinderwens, lichaamsbeleving en seksueel misbruik. • “Verliefd en zo…” bestaat uit een vertelboek voor jonge mensen met een (verstandelijke) beperking en een handboek voor ouders om voorlichting te geven. • “Begeleiding van seksueel misbruikte cliënten met een verstandelijke beperking” is een boek voor begeleiders, gedragswetenschappers en beleidsmakers. Onderwerpen zijn seksueel misbruik, het belang van visie en beleid, de signalen die seksueel misbruikte cliënten geven en een nieuwe begeleidingsstijl. • “Weerbaar ondanks beperking” is een handboek voor trainers, leerkrachten en hulpverleners om weerbaarheidstrainingen op maat te maken voor specifieke doelgroepen. • “Van incident tot fundament” is een beleidsinstrument voor managers en beleidsmedewerkers. Concrete handvatten worden geboden voor het creëren van een veilig klimaat met aandacht voor de preventie van seksueel misbruik.
Video & DVD’s • “Liefde is overal” is een vierdelige serie waarin jonge mensen met een verstandelijke beperking vertellen over hun ervaringen, ideeën en dromen over liefde, familie, vriendschap, seks en veiligheid.
Trimbos-instituut
33
• “Jij en ik” bestaat uit zeven videofilms rondom de thema’s relaties en seksualiteit. De video’s hebben de volgende titels: Jongen en meisje; Ik geniet van mijn lijf; Hoe krijg ik verkering?; Vrijen: hoe gaat dat verder?; Een kind krijgen of toch maar niet?; Ik heb al een tijdje verkering; Verkering en vriendschap.
Spellen • “De blauwe spellendoos” bestaande uit verschillende spellen (zie bijlage 3). • “Vrienden & Vrijers” is een spelmethode om te praten over de onderwerpen: lichaam, vriendschap, partners, seksualiteit en weerbaarheid. • “Liefdesweetjes” is een interactief spel voor mensen met een lichte verstandelijke beperking, pubers en jeugdhulpverlening. Deelnemers krijgen meer zicht op eigen waarden en normen en de waarden en normen binnen de samenleving. • “Loverboys spel” is een bordspel met dobbelstenen en vragenkaarten met de categorieën relaties, grenzen, loverboys en zelfbeeld. Het onderwerp loverboys wordt met dit spel bespreekbaar gemaakt met meiden die tot de risicogroep behoren.
Lespakketten & lesmappen • “Lief en lijf: vriendschap en seks” bestaat uit drie leesboeken, vier videofilms en een handleiding met 91 lessen voor begeleiders en is erg visueel en concreet. Praten over seks is in dit pakket ingebed. Onderwerpen zijn: vrijen, vriendschap, relaties, met elkaar naar bed gaan, het eigen lichaam, seks, voorbehoedmiddelen en aidspreventie. • In de “anticonceptie koffer” zitten alle in Nederland verkrijgbare anticonceptiemiddelen, plus glijmiddel en een zwangerschapstest. Ook een brochure voor de docent/voorlichter en flyers voor jongeren met foto’s van de middelen, de voor- en nadelen, de risico’s en de verkrijgbaarheid zijn in de koffer te vinden. • “PDD-Nos map” met zeer weinig tekst en veel plaatjes. Onderwerpen zijn onder andere: lichaam, vriendschap, verliefd, verkering en dan, eerste kennismaking met seksualiteit, vrijen, veilig vrijen, SOA’s, zwangerschap en seksueel misbruik. • “
[email protected]” is een boek met een cd-rom met allerlei plaatmateriaal waarmee zelf een voorlichtingsprogramma gemaakt kan worden. Onderwerpen zijn onder andere: lichaam, voortplanting, vrijen, zwangerschap, SOA’s en masturbatie. • “Van Top tot Teen” is een praktisch lespakket (map) met 70 platen. Enkele onderwerpen zijn: ontwikkeling van baby tot oudere, zaadlozing, menstruatie, masturberen, kinderwens, homoseksualiteit, vrijen, normen en waarden. • “Praten over seks” bestaat uit een handboek voor cliëntbegeleiders, een werkmap voor cliënten, stickers en een sekswoordenboek. Het centrale onderwerp is seksualiteit in de breedste zin van het woord: van lichaamsbesef tot geslachtsgemeenschap. • “Deurtje open, deurtje dicht” (DODD) is voor mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking vanaf zestien jaar. Onderwerpen zijn: eigenwaarde, zelfvertrouwen aanleren, gevoelens herkennen, benoemen en uiten, vriendschap en relaties en de verschillen daartussen, seksuele intimidatie en macht binnen relaties. Het pakket bestaat uit twee dvd’s, een werkboek voor trainers, een doeboek voor
34
Trimbos-instituut
cursisten, een gevoelsplatenserie, signaalplaatjes en tips voor sociaal en weerbaar gedrag. Begeleiders moeten een tweedaagse workshop (train de trainer) volgen voordat zij met dit lespakket aan de slag kunnen. • “Geen kind meer” ondersteunt ouders en begeleiders om op een positieve manier seksuele voorlichting te geven aan jongeren vanaf 12 jaar met een verstandelijke beperking. Het pakket bestaat uit: 1. foto’s en tekeningen met een bijbehorende handleiding over de onderwerpen: algemene seksuele voorlichting, lichaamsveranderingen, rolpatronen, seksueel misbruik, veilig vrijen en aids. 2. Ideeënboek ten aanzien van seksuele voorlichting voor groepsleiders, hulpverleners en opvoeders die werkzaam zijn in de gehandicaptenzorg. 3. Brochure voor ouders, verzorgers en groepsleiding met achtergrondinformatie en tips voor het geven van seksuele voorlichting. • “Jongeren en seksualiteit: Grenzen stellen en respecteren” bestaat uit een cursusmap voor groepsleiding en een handleiding voor trainers. • “
[email protected]!” is een werkboek en cd-rom voor ouders, begeleiders en vrienden van mensen met een verstandelijke beperking. Onderwerpen zijn gevoelens, seksualiteit, vriendschapsrelaties onderhouden en weerbaarheid.
Cursussen • “Omgaan met seksuele relaties en intimiteit” is een groepstraining waarin de volgende onderwerpen aan bod komen: communicatievaardigheden, het aangaan van sociale relaties, het onderhouden van sociale relaties, beslissingen nemen, praten over intimiteit, en seksuele vaardigheden. Een handleiding voor de trainer en werkboeken voor cliënten zijn beschikbaar evenals een instructie dvd en een tweedaagse kennismakingstraining voor professionals. • “Ben je GROOT of ben je klein” is ontwikkeld voor mensen vanaf 15 jaar met een (verstandelijke) beperking die een tekort aan eigen stevigheid cq. weerbaarheid hebben/ervaren. De cursus bestaat uit twintig bijeenkomsten. • “Cursus omgaan met vragen seksueel misbruik”. In 7 dagen worden gedragswetenschappers (orthopedagogen en psychologen) in de gehandicaptenzorg geschoold zodat kennis en vaardigheden uitgebreid worden. Doel is grensoverschrijdende en normvervagingen te signaleren en bespreekbaar te maken. • ”Training seksualiteit & intimiteit Visie en vaardigheden” is een training voor begeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Onderwerpen die aan bod komen zijn: signalen van seksuele behoeften, seksualiteit, voorlichting geven (ad-hoc en gepland), persoonlijk reageren versus professioneel handelen, advisering en gesprekstechnieken en formuleren van beleidsvragen.
Theater • “Kriebels in je buik” is een theatervoorstelling over relatievorming en seksualiteit. Onderwerpen zijn: verliefdheid, relaties, seks, genieten van je eigen lijf en grenzen stellen.
Trimbos-instituut
35
Tabel 6. Voorlichtingsmateriaal voor mensen met LVG die aandacht besteden aan veilige seks, seksueel misbruik en infectieziekten en met name geschikt zijn voor jongeren, volwassenen en professionals. Materiaal
Onderwerp Veilige seks
Van wie ben jij, ik ben die ik ben Gewoon zo!
Doelgroep Seksueel misbruik
Infectieziekten
X
Jongeren
Volwassenen
X
X
X
X
Fotoserie Vrouwenzaken
X
Jongens, het kan ook anders!
X
X
Loverboys
X
X
Mooi meisje Seksuele voorlichting aan…de kunst van het verstaan
X X
Professionals
X
X
X
X
Verliefd en zo
X
Begeleiding seksueel misbruikte cliënten
X
X
Weerbaarheid ondanks beperking
X
X
Van incident tot fundament
X
X
Liefde is overal
X
Jij en ik
X
De blauwe spellendoos
X
Vrienden & Vrijers
X
Liefdesweetjes
X
Lief en lijf: vriendschap en seks
X
Anticonceptiekoffer
X
PDD-Nos map
X
[email protected]
X
Van Top tot Teen
X
Praten over seks
X
Deurtje open, deurtje dicht Geen kind meer
36
X
X
X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
X
X X
X
X X
X X
Trimbos-instituut
X
X
X
X X
X X
X
X
X
X
X
X
X X
Materiaal
Jongeren en seksualiteit
Onderwerp
Jongeren
Professionals
Seksueel misbruik
X
X
X
X
X
X
Infectieziekten
Volwassenen
Veilige seks
[email protected] Omgaan met seksuele relaties en intimiteit
Doelgroep
X
X
Ben je GROOT of ben je klein
X
Cursus omgaan met vragen seksueel misbruik
X
X
X
Training seksualiteit & intimiteit
X
X
Kriebels in je buik
X
X
TOTAAL
18
21
X
7
X
X
X
17
17
10
5.3 Gebruik van voorlichtingsmateriaal in de praktijk Wanneer wij de voorlichtingsmaterialen van internet vergelijken met de materialen die in paragraaf 3.2 genoemd werden door medewerkers van VG-instellingen dan valt op dat mogelijk niet alle gevonden materialen op internet in de praktijk bekend zijn en gebruikt worden en andersom. De volgende materialen worden zowel op internet als door medewerkers van VG-instellingen genoemd: • Vrienden & Vrijers • Liefdesweetjes • Lief en Lijf: Vriendschap en seks • Praten over seks • Deurtje open, deurtje dicht •
[email protected]
Trimbos-instituut
37
6 Conclusies en aanbevelingen Het doel van dit onderzoek was inzicht te krijgen in risicogedrag en infectieziekten (als gevolg van onveilige seks en onveilig drugsgebruik) bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. De vraagstellingen van dit onderzoek zijn met behulp van interviews met sleutelfiguren uit LVG-settings (verstandelijk gehandicaptenzorg, MEE, sociale werkvoorzieningen) en algemene settings (maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra, verslavingszorg), een online vragenlijst onder sleutelfiguren uit de verstandelijk gehandicaptenzorg en een search op internet beantwoord. De conclusies staan in dit hoofdstuk gevolgd door enkele aanbevelingen.
6.1 Conclusies Risicogedragingen met betrekking tot onveilige seks en onveilig drugsgebruik Risicogedrag wordt volgens 64% van de geïnterviewden in verschillende settings gesignaleerd. Onveilige seks werd door de meeste sleutelfiguren genoemd. Infectieziekten zoals SOA’s en HIV, ongewenste of vroege zwangerschap en seksueel misbruik werden eveneens veel genoemd, maar dit zijn eerder gevolgen respectievelijk oorzaken van onveilige seks. Onveilig drugsgebruik wordt minder vaak gesignaleerd bij volwassenen met LVG, zoals blijkt uit de interviews in de verschillende settings en het vragenlijstonderzoek in VG-instellingen. Wanneer risicogedrag genoemd wordt met betrekking tot onveilig drugsgebruik dan gaat het vaker over alcohol- en cannabisgebruik dan over harddrugsgebruik.
Aanbod en beleid van instellingen met betrekking tot veilige seks en veilig drugsgebruik De meeste instellingen hebben geen specifiek aanbod voor volwassenen met LVG op het gebied van veilige seks, veilig drugsgebruik of beide. In de meeste instellingen is de informatievoorziening, doorverwijzing en screening bijvoorbeeld gelijk voor alle mensen die bij de instelling komen. Beleid gericht op infectieziekten is vrijwel niet aanwezig volgens de sleutelfiguren, met uitzondering van de maatschappelijke opvang en psychiatrische penitentiaire centra.
Voorlichtingsmaterialen op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik Op het gebied van (veilige) seks is veel voorlichtingsmateriaal beschikbaar voor volwassenen met LVG. Meerdere organisaties en instellingen hebben dit materiaal ontwikkeld. De website www.begrensdeliefde.nl geeft een overzicht van veel gebruikte materialen voor professionals en opvoeders die werken met mensen met een verstandelijke beperking. Voorlichtingsmateriaal op het gebied van (veilige) seks is voldoende aanwezig maar lijkt versnipperd te zijn, elke instelling gebruikt iets anders en niet bij alle medewerkers
Trimbos-instituut
39
van eenzelfde instelling is hetzelfde materiaal bekend. Op het gebied van infectieziekten is enig materiaal ontwikkeld, maar dan vooral over veilig vrijen (SOA’s, ongewenste zwangerschap) en niet over veilig (hard)drugsgebruik (hepatitis). De sleutelfiguren van VG-instellingen hebben vooral behoefte aan specifiek voorlichtingsmateriaal voor volwassenen met LVG, bij voorkeur gericht op (seksuele) weerbaarheid en (veilig) drugsgebruik. Ook heeft meer dan de helft van de sleutelfiguren behoefte aan materiaal over cannabis- en alcoholgebruik en (preventie van) infectieziekten. Om voorlichtingsmateriaal beter aan te laten sluiten bij volwassenen met LVG moet de vormgeving van het materiaal afgestemd worden op de belevingswereld van de doelgroep. Sleutelfiguren vinden filmmateriaal of een toolbox/lespakket het meest geschikt voor de doelgroep. Materiaal moet stoer en prikkelend zijn met veel afbeeldingen, kleuren en makkelijk taalgebruik. De benadering moet vooral niet kinderachtig zijn volgens de sleutelfiguren. Daarnaast hebben sleutelfiguren behoefte aan (meer) deskundigheidsbevordering over dezelfde thema’s als waarvoor voorlichtingsmateriaal ontwikkeld zou moeten worden. Zo ontbreekt in de meeste ondervraagde instellingen bijvoorbeeld kennis over (veilig) drugsgebruik door volwassenen met LVG. Deskundigheidsbevordering moet volgens de sleutelfiguren inhoudelijke kennis bevatten maar er moeten ook vaardigheden aangeleerd worden om alcohol- en drugsgebruik te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken met de doelgroep. Dit geldt voor medewerkers in VG-instellingen, maar waarschijnlijk ook voor medewerkers in andere settings.
6.2 Landelijke implementatie van voorlichtingsmaterialen Een aantal reeds ontwikkelde voorlichtingsmaterialen op het gebied van (veilige) seks en (veilig) drugsgebruik voor mensen met LVG lijken geschikt te zijn voor landelijke implementatie. Seksuele voorlichting Zes van de gevonden materialen op internet werden ook door medewerkers van VG-instellingen genoemd. Drie van deze materialen lijken ons het meest geschikt voor landelijke implementatie als het gaat over seksuele voorlichting: • “Vrienden & Vrijers” omdat de onderwerpen ‘veilige seks’, ‘seksueel misbruik’ en ‘infectieziekten’ behandeld worden, het materiaal geschikt is voor jongeren en volwassenen met LVG en het een spelmethode betreft. • “Lief en Lijf: Vriendschap en seks” omdat hierin ‘veilige seks’ en ‘infectieziekten’ behandeld worden, het materiaal geschikt is voor volwassenen met LVG, het materiaal bestaat uit leesboeken, videofilms en een handleiding voor begeleiders en maar liefst 91 lessen samengesteld kunnen worden met het materiaal. Volgens een medewerker van het Documentatiecentrum Seksualiteit (Emaus/Middelrode) is dit “vrijwel het enige beeldmateriaal waarin wordt voorgedaan hoe je het allemaal doet, maar is het materiaal wel aan de oude kant.”
• “Praten over seks” dat ‘veilige seks’, ‘seksueel misbruik’ en ‘infectieziekten’ behandeld, geschikt is voor volwassenen met LVG en zowel materiaal bevat voor begeleiders (boek) als voor de volwassene met LVG (werkboek).
Alcohol- en drugsvoorlichting Van de bestaande materialen op het gebied van (veilig) drugsgebruik voor volwassenen met LVG vinden wij dat de brochures “Alcohol zonder flauwekul”, “Cannabis zonder flauwekul” en “XTC, cocaïne en speed zonder flauwekul” het meest geschikt zijn voor landelijke implementatie omdat deze brochures de meest gebruikte middelen bespreken en de brochures ontwikkeld zijn in samenwerking met de doelgroep. De brochures worden echter nauwelijks genoemd door geïnterviewden van verschillende settings of medewerkers van VG-instellingen. Dit duidt erop dat landelijke bekendheid en een brede verspreiding van dit materiaal nodig is.
Veilige seks en veilig drugsgebruik Nieuw filmmateriaal of een toolbox voor zowel voorlichting over veilige seks als over veilig drugsgebruik kan mogelijk ontwikkeld of samengesteld worden op basis van de reeds ontwikkelde materialen. Onderwerpen die daarin aan bod moeten komen zijn seksuele weerbaarheid, alcohol, cannabis, (veilig) drugsgebruik en (preventie van) infectieziekten.
Deskundigheidsbevordering Voor het vergroten van de kennis en vaardigheden van medewerkers op het gebied van alcohol- en drugsgebruik door volwassenen met LVG wordt momenteel door het Trimbos-instituut een programma ontwikkeld en getest. Het programma “Open en Alert, alcohol- en drugspreventie” is eerder ontwikkeld voor de residentiële jeugdhulpverlening, jongerenwerk en justitiële jeugdinrichtingen. Dit programma is nu ook toegespitst op alcohol- en drugspreventie in een LVG-setting. In 2010 wordt dit programma op kleine schaal in een pilot2 getest in verschillende organisaties waarbij een LVG-setting samenwerkt met de regionale instelling voor verslavingszorg. De belangrijkste onderdelen van Open en Alert zijn beleidsontwikkeling en een basis- en vaardigheidscursus voor medewerkers in een LVG-setting. Financiers worden gezocht om dit programma, na de pilotfase in 2010, landelijk te implementeren.
2
In deze pilot worden tevens twee andere interventies uitgetest, namelijk een “Toolbox” voor het geven van voorlichtingsbijeenkomsten over alcohol- en drugs aan volwassenen met LVG (op basis van de voorlichtingskoffer van VNN) en een “Motivatietraining” voor (jong)volwassenen met LVG die (riskant) middelen gebruiken.
Trimbos-instituut
41
6.3 Tot slot Wij willen benadrukken dat het belangrijk is om het gebruik en de bruikbaarheid van bovengenoemd materiaal voor het geven van voorlichting en deskundigheidsbevordering te evalueren in verschillende settings evenals de ervaringen en tevredenheid over het materiaal bij volwassenen met LVG. Dan kan materiaal aangepast worden zodat een optimaal effect bereikt kan worden. Mensen met een lichte verstandelijke beperking zijn een kwetsbare groep. Het is belangrijk om onveilige seks en onveilig drugsgebruik bij deze doelgroep zoveel mogelijk te voorkomen. Alleen op deze manier kunnen de vaak ernstige gevolgen van risicogedragingen beperkt worden.
42
Trimbos-instituut
Literatuur 1. Ras, M., Woittiez, I., Van Kempen, H., Sadiraj, K. (2010). Steeds meer verstandelijk gehandicapten? Ontwikkelingen in vraag en gebruik van zorg voor verstandelijk gehandicapten 1998-2008. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. 2. Bransen, E., Schipper, H., Mutsaers, K., Haverman, M., Blekman, J. (2008). Aard en omvang van middelengebruik bij licht verstandelijk gehandicapte jongeren. Een eerste verkenning bij jongeren zelf en hun begeleiders. Utrecht: Trimbos-instituut. 3. Dijkstra, M., Bransen, E. (2010). Middelengebruik door volwassenen met een lichte verstandelijke beperking. Een verkennend onderzoek. Utrecht: Trimbos-instituut. 4. Monshouwer, K., van Dorsselaer, S., Gorter, A., Verdurmen, J., Vollebergh, W. (2004). Jeugd en riskant gedrag. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek 2003. Utrecht: Trimbos-instituut. 5. Luckasson, R., Borthwick-Duffy, S., Buntinx, W.H.E., Coulter, D.L., Craig, E.M., Reeve, A. (2002). Mental retardation: Definition, classification, and systems of supports. Washington DC: AAMR. 6. Moonen, X., Verstegen, D. (2006). LVG-jeugd met ernstige gedragsproblematiek in de verbinding van praktijk en wetgeving. Onderzoek en Praktijk, 4(1): 23-28.
Trimbos-instituut
43
Bijlage 1 Inhoud voorlichtingskoffer Afkomstig van Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) De ervaring van medewerkers van LVG-instellingen is dat hun bewoners weinig weten over de middelen die zij gebruiken. Daarnaast wordt aangegeven dat cliënten over verkeerde informatie beschikken. Bijvoorbeeld over de effecten en risico’s van alcoholen cannabisgebruik. LVG-instellingen hebben behoefte om de kennis van alcohol- en cannabisgebruik bij hun cliënten te vergroten en om de onjuiste kennis bij te stellen. Bestaand voorlichtingsmateriaal voor normaalbegaafde jongeren sloot niet aan bij de cognitieve en sociale vaardigheden van mensen met LVG. Daarom heeft VNN een voorlichtingskoffer samengesteld speciaal voor mensen met een verstandelijke beperking met voorlichtingsmaterialen over alcohol- en cannabisgebruik.
Doel van de voorlichtingskoffer De voorlichtingskoffer heeft een preventief doel. Het voorlichtingsmateriaal wil de doelgroep informeren over de werking, de effecten en de risico’s van alcohol- en cannabisgebruik. Daarnaast kan het voorlichtingsmateriaal een hulpmiddel zijn om het gebruik van alcohol en hasj en wiet met bewoners te bespreken. Het vergroten van de kennis en het bespreekbaar maken van gebruik, kan een bijdrage leveren aan het voorkomen en verminderen van alcohol- en cannabisgebruik of aan een meer verantwoord gebruik.
Inhoud van de voorlichtingskoffer In de koffer vindt u voorlichtingsmateriaal over alcohol- en cannabisgebruik. Met behulp van verschillende werkvormen kunt u bewoners informeren over (het gebruik van) alcohol en cannabis en in gesprek gaan over hun eigen gebruik. Voor zowel de voorlichting over alcoholgebruik als voor de voorlichting over cannabisgebruik zijn drie bijeenkomsten uitgeschreven. De bijeenkomsten hebben een duur van ongeveer anderhalf uur (exclusief pauze).
Trimbos-instituut
45
Aan de hand van de voorlichtingsmaterialen kunnen de volgende onderwerpen met betrekking tot alcohol en cannabis aan de orde komen: - hoe ziet het middel eruit? - hoe wordt het middel gebruikt? - de route van het middel in het lichaam - de effecten van het middel op het lichaam - risico’s van gebruik - onder invloed van het middel deelnemen aan het verkeer - redenen van gebruik - alternatieven voor gebruik
46
Trimbos-instituut
Bijlage 2 Materialen via internet Seksuele voorlichting • Stichting Aveleijn: Boek ‘Van wie ben jij, ik ben die ik ben’. Kijk- en voelboek met illustraties, eenvoudige tweedimensionale weergaven van penis en vagina en simpele teksten die een begeleider/verzorger samen met een cliënt kan doornemen. Biedt hulp bij situaties en gedragingen op het gebied van seksualiteit, relatievorming en seksueel misbruik. Interne cursus van twee dagdelen beschikbaar. • Rutgers Nisso Groep: Anticonceptie koffer. De anticonceptiekoffer is geschikt om te gebruiken in de voorlichting aan jongeren over anticonceptie. Alle in Nederland verkrijgbare anticonceptiemiddelen zitten er in, plus glijmiddel en een zwangerschapstest. De koffer bevat ook een brochure voor de docent/voorlichter, met uitgebreide informatie over de verschillende anticonceptiemiddelen. Voor de jongeren zit er een flyers bij met foto’s van de middelen, de voor- en nadelen, de risico’s en de verkrijgbaarheid. • Rutgers Nisso Groep: “Begrijp me goed”, foldermateriaal • Documentatiecentrum Seksualiteit Emaus/Middelrode: Map bestaande uit verschillende onderwerpen met zeer weinig tekst en veel plaatjes (ook wel PDD-Nos map genoemd). Onderwerpen die aan de orde komen zijn: Paspoort, Ik en mijn lichaam, De ander, Vriendschap, Verliefd, Verkering, Verkering en dan, de eerste kennismaking met seksualiteit (man en vrouw), Vrijen met de ander, veilig vrijen, SOA”s, Zwangerschap, seksueel misbruik. • Documentatiecentrum Seksualiteit Emaus/Middelrode: De blauwe spellendoos bestaande uit verschillende spellen (zie bijlage). • Documentatiecentrum Seksualiteit Emaus/Middelrode:
[email protected] is een boek met achterin een cd-rom met allerlei plaatmateriaal. Deze zijn af te drukken en kunnen zodoende gebruikt worden om zelf een voorlichtingsprogramma te maken. Thema’s die aan bod komen zijn lichaam, lichamelijke veranderingen, seksuele gevoelens, masturbatie, voortplanting, vrijen, zwangerschap, geboorte, voorbehoedsmiddelen, seksueel overdraagbare ziektes. • Bureau Edubooks & Training: “Vrienden & Vrijers” is een spelmethode die het makkelijker maakt om met mensen met een verstandelijke beperking, docenten en begeleiders te praten over de thema’s het Lichaam, Vriendschap, Partners, Seksualiteit en Weerbaarheid. De methode bevat onder andere 135 kaarten met afbeeldingen en vragen, een Hulpvragenkaart en een Actiekaart. Elk thema is uitgewerkt in 27 kaarten met getekende situaties waarin één of meer mensen een rol spelen. Zie ook www.vriendenenvrijers.nl. • Theater A la Carte: ‘Kriebels in je buik’ is een theater voorstelling over relatievorming en seksualiteit. Op een vrolijke, open en toegankelijke manier wordt voorlichting geven over seksualiteit, intimiteit en relatievorming. Onderwerpen die aan bod komen zijn: verliefdheid, relaties, seks, genieten van je eigen lijf en grenzen stellen.
Trimbos-instituut
47
De voorstelling is geschikt voor mensen met een verstandelijke beperking, ouders en verzorgenden. ‘Kriebels in je Buik’ duurt ca. 45 minuten. De voorstelling wordt op locatie, dus bijvoorbeeld in de instelling, op aanvraag gespeeld. • Bosch & Suykerbuyk Trainingscentrum: “Van Top tot Teen” is een praktisch lespakket (map) met 70 platen. Enkele onderwerpen zijn: ontwikkeling van baby tot oudere, zaadlozing, menstruatie, masturberen, kinderwens, homoseksualiteit, vrijen met elkaar, normen en waarden enz. • Bosch & Suykerbuyk Trainingscentrum: “Liefdesweetjes” is een interactief spel voor mensen met een lichte verstandelijke beperking, pubers en jeugdhulpverlening. Op het spelbord wordt met behulp van een dobbelsteen en pionnen met elkaar gespeeld. Wie het eerst bij de grote liefdeskus komt krijgt het liefdesdiploma. Met behulp van het spel krijgen de deelnemers meer zicht op eigen waarden en normen, alsmede de waarden en normen binnen de samenleving. • Loesvanveen.nl: De dvd “Liefde is overal” bestaat uit een vierdelige serie waarin jonge mensen met een verstandelijke beperking vertellen over hun ervaringen, ideeën en dromen over liefde, familie, vriendschap, seks en veiligheid. De dvd is geschikt voor het onderwijs en in begeleiding. De vier films van elk 20 minuten staan op één dvd. • Garant-Uitgevers: “Praten over seks” is een methode voor het ondersteunen van mensen met een verstandelijke beperking bij hun seksuele ontwikkeling. Het centrale onderwerp van deze methodiek is seksualiteit in de breedste zin van het woord: van lichaamsbesef tot geslachtsgemeenschap. De beleving en ervaring van mensen met een matige tot lichte verstandelijke beperking is het vertrekpunt van de methodiek. Met de methode kan maatwerk geleverd worden. Deel 1 vormt de basis van de methode. Als een cliënt meer ondersteuning nodig heeft, kan gekozen worden voor (een selectie van thema´s uit) deel II. Deze thema´s zijn afhankelijk van leeftijd, levensfase, specifieke vragen en persoonlijke omstandigheden van de cliënt. De methode bestaat uit een begeleidersboek voor cliëntbegeleiders, een werkmap voor cliënten, stickers en een sekswoordenboek. • Garant-Uitgevers: “Lief en lijf: vriendschap en seks” is een lespakket bestaande uit drie leesboeken, vier videofilms en een handleiding voor begeleiders. Praten over seks is in dit pakket ingebed in praten over relaties, in het bijzonder over vriendschap. In het bijzonder, praten over de meest elementaire vorm van relaties: vriendschap. Een speciaal oogmerk van het pakket is seksuele voorlichting met het oog op aidspreventie. De begeleiderhandleiding vormt de verbinding tussen de leesboeken en films enerzijds en de ervaringen van verstandelijk gehandicapten anderzijds. De handleiding omvat 91 lessen. De begrippen vriendschap en seksualiteit worden in kleinere eenheden opgesplitst, die zich gemakkelijk laten vertalen in termen van gedrag. Het is zo mogelijk om te werken rond begrippen als vriendschap, vrijen en neuken. Het is een erg visueel en concreet programma, hetgeen tevens betekent dat het vrijen en neuken open en bloot getoond worden. De drie boekjes die bij het pakket horen gaan over ‘Vrijen’, ‘Vriendschap’ en ‘Met elkaar naar bed gaan’. De vier video’s over ‘Vriendschap’, ‘Het eigen lichaam’, ‘Seks’ en ‘Voorbehoedmiddelen’. De medewerker van het Documentatiecentrum Seksualiteit vult aan: “Lief
48
Trimbos-instituut
en lijf heeft beeldmateriaal, dat is wel aan de oude kant maar vrijwel het enige waarin wordt voorgedaan hoe je het allemaal doet.” • Uitgeverij Eenvoudig Communiceren: De “Gewoon Zo!” brochure is voor mensen die moeite hebben met lezen, waaronder mensen met een verstandelijke beperking. Het boekje geeft op eenvoudige wijze uitleg over alles wat met anticonceptie te maken heeft. Onderwerpen die aan bod komen zijn: Hoe wordt een vrouw zwanger? Wat is anticonceptie? Welke anticonceptiemiddelen zijn er? Hoe gebruik je anticonceptiemiddelen? En aan wie kan je vragen stellen over anticonceptie? Naast de belangrijkste informatie over anticonceptie bevat het boekje handige tips en weetjes. • Stichting Liberman Modules: De module “Omgaan met seksuele relaties en intimiteit” bestaat uit twee afzonderlijk te gebruiken delen. Deel 1 focust op het aangaan en onderhouden van allerlei, meer of minder intieme, relaties. Deel 2 richt zich op het aangaan en onderhouden van een intieme relatie, inclusief het aangaan en hebben van seks met een ander. Vaardigheden worden volgens vaststaande stappen getraind, waarbij gebruik wordt gemaakt van sociale bekrachtiging en beloning. Ieder deel is onderverdeeld in vier vaardigheidsdomeinen, te weten: in deel 1: communicatievaardigheden, het aangaan van sociale relaties, het onderhouden van sociale relaties en beslissingen nemen; in deel 2: praten over intimiteit, hoe werkt jouw zin, hoe wil je dat ik doe en probleem oplossen. Beide delen zijn onafhankelijk van elkaar te gebruiken, afhankelijk van het vaardigheidniveau en de behoefte van de deelnemer. De groepsgewijze aanpak levert een bijdrage aan de empowering van de doelgroep. In de training worden onderwerpen behandeld en geoefend die door de begeleiders of deelnemers aangegrepen kunnen worden om hier na de trainingssessies in groepjes verder over te praten en aan te gaan werken. De module richt zich op mensen, die zich bezighouden met de zorg voor mensen met een (lichte) verstandelijke of psychiatrische handicap. Het tempo en de intensiteit waarmee de module in de groep wordt uitgevoerd, kan worden aangepast aan het niveau en de grootte van de groep. Het taalniveau van het werkboek voor de deelnemers is behoorlijk hoog. Een complete module bestaat uit een handleiding voor de trainer die zowel deel 1 als deel 2 omvat. Daarnaast uit tien werkboeken voor cliënten deel 1, tien werkboeken voor cliënten deel 2, een instructie dvd en een tweedaagse kennismakingstraining voor een professional. De module is deels gebaseerd op de Amerikaanse module Conversational Skills en Friendship, waarbij vooral in het tweede deel veel nieuw is ontwikkeld. • Koninklijke Effatha Guyot Groep: De foto’s uit “Fotoserie Vrouwenzaken” bieden meisjes en vrouwen ondersteuning bij de persoonlijke verzorging, het bezoek aan een instantie, huisarts of ziekenhuis. Met behulp van de fotoserie kan o.a. een visueel stappenplan opgesteld worden. Het betreft vier series, namelijk: serie inwendig onderzoek (13 foto’s), serie menstruatie (33 foto’s), serie borstonderzoek (15 foto’s), serie tampongebruik (14 foto’s). • Provinciaal Steunpunt Groningen ‘Aandacht voor levensvragen’: “Jij en ik” is een videoserie bestaande uit zeven videofilms, waar mensen met een verstandelijke
Trimbos-instituut
49
handicap onder begeleiding naar kunnen kijken en waarop ze kunnen reageren. Daarbij worden via gesprekken in de studio en scènes uit het leven de thema’s relaties en seksualiteit zodanig binnen hun belevingswereld gebracht, dat ze voor henzelf herkenbaar en bespreekbaar kunnen worden. Bij de serie is een handleiding ontwikkeld, bestemd voor de begeleiding. Tevens is een versie met ondertiteling van de video’s verkrijgbaar. De video’s hebben de volgende titels: Deel 1: Jongen en meisje; Deel 2: Ik geniet van mijn lijf; Deel 3: Hoe krijg ik verkering?; Deel 4: Vrijen: hoe gaat dat verder?; Deel 5: Een kind krijgen... of toch maar niet?; Deel 6: Ik heb al een tijdje verkering; Deel 7: Verkering en vriendschap. • Helpende Handen: “Verliefd en zo…” bestaat uit twee onderdelen: een vertelboek voor jonge mensen met een (verstandelijke) beperking en een handboek voor ouders. In het vertelboek word op eenvoudige wijze en met illustraties laten zien wat er gebeurt en wat je moet doen als je tegen je zin in aangeraakt of aangerand wordt. Het handboek geeft voorlichting en informatie over seksuele ontwikkeling voor kinderen met een beperking waarbij de Bijbel uitgangspunt is geweest voor de gegeven adviezen en ethische dilemma’s.
Seksueel geweld • NIZW: “Jongens, het kan ook anders! Het voorkomen van seksueel geweld van jongens tegenover meisjes”. Spanjaard, H. (1992; 5e druk, 2005). Boek te bestellen bij Uitgeverij SWP Amsterdam 020 – 330 72 00, via e-mail, of via internet www.swpbook.com. • ‘s Heeren Loo kwadrant: Werkboek ‘Behandeling van jeugdige (lichte verstandelijk gehandicapte) plegers van seksueel geweld’. • ‘s Heeren Loo kwadrant: Een uitgebreid behandelaanbod voor plegers van seksueel geweld: een leerproject, individuele therapie en een categorale behandelgroep. • Forum Educatief: “Echte Seks” is een werkboek seksualiteit voor zwakbegaafde plegers van zedendelicten. Een seksueel vormingsprogramma voor zwakbegaafde plegers van zedendelicten. Ook licht verstandelijk gehandicapten met zwakcognitieve vermogens kunnen profiteren van dit programma. Naast seksuele voorlichting en gezonde vormen van seksualiteit komen problemen aan de orde die vaak bij plegers van zedendelicten te zien zijn: niet goed omgaan met grenzen, onjuiste attitudes, hyperseksualiteit. De doelstelling van het programma is het bevorderen van een emotioneel en seksueel gezonde ontwikkeling. Het programma is onderdeel van een behandelprogramma voor zwakbegaafde plegers van zedendelicten en seksueel ongepast gedrag. Gedurende ruim 1 jaar, iedere week 1 uur, worden thema’s uit het werkboek behandeld. Naast kennis en achtergrondinformatie die in het werkboek voor handen is, blijft improvisatie en inspelen op wat ter berde komt, noodzakelijk.
50
Trimbos-instituut
Weerbaarheidstraining tegen seksueel misbruik • Stichting Philadelphia Zorg: “Deurtje open, deurtje dicht” (DODD) is een lespakket bedoeld voor mannen en vrouwen vanaf zestien jaar met een lichte of matige verstandelijke handicap. Het pakket kan in z´n geheel (9 thema’s) en per thema apart gebruikt worden. Thema´s die aan de orde komen zijn eigenwaarde, zelfvertrouwen aanleren, gevoelens herkennen, benoemen en uiten, vriendschap en relaties en de verschillen daartussen, pesten, seksuele intimidatie en macht binnen relaties. Er is veel aandacht voor fysieke- en verwerkingsoefeningen en voor het leerproces er omheen. Het DODD-pakket bestaat uit twee dvd-s van ieder 120 minuten, een boek met veel inhoudelijke informatie voor begeleiders/trainers), en oefeningen voor cursisten (WerkBoek), een oefenboek voor cursisten (DoeBoek), een gevoelsplatenserie, signaalplaatjes en tips voor sociaal en weerbaar gedrag. Begeleiders moeten een tweedaagse workshop (train de trainer) volgen voordat zij met dit lespakket aan de slag kunnen. • Provinciaal Steunpunt Groningen ‘Aandacht voor levensvragen’: De cursus ‘ben je GROOT of ben je klein’ is ontwikkeld voor mensen (vanaf 15 jaar) met een (verstandelijke) beperking die een tekort aan eigen stevigheid cq. weerbaarheid hebben/ervaren. De cursus bestaat uit twintig bijeenkomsten. Er gaat een kennismakingsbijeenkomst aan vooraf, zodat cursisten met elkaar en met de opzet van de cursus kennis kunnen maken. De cursus wordt begeleid door drie docenten: een voor de rode draad van het proces, een voor de agogische en een voor de lichamelijke oefeningen. Per cursus zijn er maximaal 8 deelnemers. • Pretty Woman: “Loverboys” is een fotoroman voor meiden met een lichte verstandelijke beperking. Het boek is op een speciale manier gebonden waardoor het verhaal op twee manieren te lezen is. Op deze manier krijgen meiden met LVG meer inzicht in de gevaren van loverboyproblematiek. • Uitgeverij Eenvoudig Communiceren: “Mooi meisje” is een leesboek voor jongeren in het praktijkonderwijs, speciaal onderwijs, vmbo en mensen met een verstandelijke beperking voor wie lezen moeilijk is over een meisje dat misbruikt wordt door een loverboy. Laagopgeleide meisjes zijn een kwetsbare groep die met voorlichting lastig te bereiken zijn, ook al omdat ze vaak ‘zwakke lezers’ zijn. Dit boek is geschreven in begrijpelijk Nederlands: korte zinnen, geen moeilijke woorden, groot lettertype en moderne illustraties. ‘Mooi meisje’ gaat over Laura die door haar ‘lieve’ vriend (een loverboy) wordt ingepalmd met cadeaus en aandacht en daarna wordt aangezet tot prostitutie. • GGD IJselland: “Loverboysspel” is een hulpmiddel voor mensen die met jongeren werken, om het onderwerp loverboys bespreekbaar te maken in een groep of klas. De doelstelling van het spel is het aangaan van een gesprek met meiden, die tot de risicogroep behoren. Dit om te voorkomen dat ze slachtoffer worden van loverboys en hun weerbaarheid te vergroten.
Trimbos-instituut
51
Deskundigheidsbevordering • NGBZ/Vilans: Cursus omgaan met vragen seksueel misbruik. In 7 dagen worden gedragswetenschappers (orthopedagogen en psychologen) in de gehandicaptenzorg geschoold zodat kennis en vaardigheden uitgebreid worden. Doel is grensoverschrijdende en normvervagingen te signaleren en bespreekbaar te maken. • Boek (E. Bosch, E. Suykerbuyk, 2000): Seksuele voorlichting aan mensen met een verstandelijke handicap: de kunst van het verstaan. Op een praktische en methodische wijze wordt aangegeven hoe seksuele voorlichting gegeven kan worden aan mensen met een verstandelijke beperking. Er wordt ingegaan op het lichaamsbeeld, normen en waarden, relatievorming en weerbaarheid, op kanalisatie van seksuele gevoelens en masturbatie. Ook wordt aandacht besteed aan de toon binnen seksuele voorlichting en aan seksuele variaties, homoseksualiteit, seksualiteit en autisme, kinderwens, lichaamsbeleving en aan seksueel misbruik. • Bosch & Suykerbuyk (2005): “Begeleiding van seksueel misbruikte cliënten met een verstandelijke beperking” is een boek voor begeleiders, gedragswetenschappers en beleidsmakers. Het boek geeft inzicht in de beleving van seksueel misbruik, het belang van visie en beleid, de signalen die seksueel misbruikte cliënten geven en introduceert een nieuwe begeleidingsstijl van seksueel misbruikte cliënten met een verstandelijke handicap. • Rutgers Nisso Groep: “Geen kind meer” ondersteunt ouders en begeleiders om op een positieve manier seksuele voorlichting te geven aan jongeren vanaf 12 jaar met een verstandelijke beperking. Het pakket bestaat uit drie delen, te weten: 1. Voorlichtingsmethode voor ouders, verzorgers en groepsleiding. Deze bestaat uit een groot aantal foto’s en tekeningen met een bijbehorende handleiding. Behandeld wordt onder andere algemene seksuele voorlichting, lichaams-veranderingen, rolpatronen, seksueel misbruik, veilig vrijen en aids. De handleiding heeft onder meer aandacht voor vragen en problemen rond seksualiteit. 2. Ideeënboek ten aanzien van seksuele voorlichting voor groepsleiders, hulpverleners en opvoeders die werkzaam zijn in de gehandicaptenzorg. Naast tips en oefeningen voor de groepsleiders zelf, beschrijft het spel- en werkvormen waarmee men op vrij speelse wijze allerlei aspecten van seksualiteit en relaties bespreekbaar kan maken. 3. De brochure voor ouders, verzorgers en groepsleiding bevat achtergrondinformatie en tips voor het geven van seksuele voorlichting. De methode biedt ondersteuning aan degene die seksuele voorlichting wil geven en is geschikt voor individueel en groepsgebruik. Dat wil zeggen voor ouders of verzorgers die hun eigen kind willen voorlichten en voor groepsleiding die voorlichting wil geven aan een groepje jongeren. Behandeld worden de veranderingen die op lichamelijk en gevoelsmatig gebied spelen, de relaties van de jongere met anderen, en de interactie tussen de jongere en zijn of haar omgeving. Er is tevens een gelijknamige brochure voor ouders en verzorgers. • Uitgeverij Epo: “
[email protected]!” is een boek voor ouders, begeleiders en vrienden van mensen met een verstandelijke beperking met tientallen methodieken
52
Trimbos-instituut
en nuttige tips over onder andere praten over de eigen handicap, gevoelens, seksualiteit binnen een relatie, vriendschapsrelaties onderhouden en weerbaarheid. Deel 1 gaat over seksualiteit en deel 2 over relaties. Het materiaal bestaat uit een werkboek en cd-rom met foto’s en werkbladen. • MOVISIE: “Weerbaar ondanks beperking” is een handboek voor trainers, leerkrachten en hulpverleners om weerbaarheidstrainingen op maat te maken voor specifieke doelgroepen. Het boek geeft concrete handvatten en praktische tips voor professionals om te achterhalen wat hun cliënten of leerlingen nodig hebben en ze te kunnen wapenen tegen seksueel misbruik. • MOVISIE: “Van incident tot fundament” is een beleidsinstrument voor managers en beleidsmedewerkers. Concrete handvatten worden geboden voor het creëren van een veilig klimaat met aandacht voor de preventie van seksueel misbruik. • ‘s Heeren Loo kwadrant: Een cursusmap voor groepsleiding en handleiding voor trainers ‘Jongeren en seksualiteit: Grenzen stellen en respecteren’. • ‘s Heeren Loo kwadrant: Uitbreiding diagnostische middelen (CLS, SKAVE en de screeningslijst plegers van seksueel geweld). • ‘s Heeren Loo kwadrant: Cursusaanbod omtrent signalering van seksueel misbruik, confrontatiegesprekken met plegers, omgaan met slachtoffers in de leefgroep en het geven van seksuele voorlichting op de leefgroep. • ‘s Heeren Loo Zorggroep: Training seksualiteit & intimiteit ‘Visie en vaardigheden’ is een training (4 dagdelen) voor begeleiders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking. Onderwerpen die aan bod komen zijn: signalen van seksuele behoeften, woordgebruik, seksualiteit aan de orde stellen, voorlichting geven (ad-hoc en gepland), persoonlijk reageren versus professioneel handelen, niveaus van seksuele beleving, toestaan van seksualiteit, advisering en gesprekstechnieken, voorlichtingsmateriaal en formuleren van beleidsvragen.
Trimbos-instituut
53
Bijlage 3 Inhoud spellendoos seksuele voorlichting Afkomstig van Documentatiecentrum Seksualiteit Emaus/Middelrode Deze doos met spellen rondom het thema seksualiteit is ontwikkeld ter ondersteuning van de seksuele voorlichting en seksuele opvoeding aan jongeren. Door de eenvoud is de inhoud met name geschikt voor jongeren met een (lichte) verstandelijke beperking (MLK, ZMLK, ZMOK).
Waarom deze spellendoos? Ondanks de toenemende openheid over seksualiteit in de laatste decennia, blijft het soms moeilijk met bovengenoemde jongeren in gesprek te komen over hun seksuele kennis, vaardigheden, gevoelens en gedrag. Spelmateriaal is een uitstekend middel om met jongeren in gesprek te zijn, daar het minder bedreigend is, een ontspannen sfeer creëert en drempelverlagend werkt. Hiermee is ook het doel van deze spellendoos omschreven.
Inhoud Deze doos bevat vijf spellen: 1. Het hygiënekwartet 2. Levensloop Liefdesspel (bordspel) 3. Waar of niet waar spel (spel met stellingen) 4. Amorspel (vragenspel over verliefdheid en verkering) 5. Dan denk ik …Dan doe ik …(spel over denken en handelen bij situaties) 6. Spel over homoseksualiteit (jongensversie)* 7. Spel over homoseksualiteit (meisjesversie)* * Deze spellen zitten niet standaard in de spellendoos maar kunnen op aanvraag erbij worden geleverd.
Rol van de voorlichter Het is aan te bevelen dat de voorlichter meedoet als deelnemer aan het spel. Vanuit de deelnemende rol kan hij/zij anticiperen op antwoorden, situaties en thema’s die al spelenderwijs aan de orde komen. Als een deelnemer bijvoorbeeld een antwoord of een mening geeft kan de voorlichter hierop ingaan door reacties van andere deelnemers te vragen (met elkaar in gesprek raken) of enige aanvullende informatie te geven (kennisoverdracht). Natuurlijk hoeft dit niet bij elke vraag of situatie daar dit de voortgang van het spel te veel vertraagt.
Trimbos-instituut
55
1. Het hygiënekwartet Doel van het spel: Spelenderwijs kennis over te dragen en met de deelnemers in gesprek zijn over verzorging van het lichaam. Aantal deelnemers: 2-6 ( inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Het spel wordt gespeeld als een gewoon kwartetspel. De voorlichter/spelleider kan waar dat nodig wordt geacht, nader ingaan op een bepaalde kaart van een kwartet.
2. Het Levensloop-Liefdesspel Doel van het spel: Spelenderwijs met de jongeren in gesprek komen over thema’s als vriendschap, verkering en seks. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Het spel wordt gespeeld als een ganzenbordspel. Kom je op een gekleurd gezichtje, dan neem je een kaart van de bijbehorende kleur. Blauwe gezichtjes handelen over kennis van woorden m.b.t. seksualiteit en gele gezichtjes schetsen een situatie.
3. Waar of niet waar spel Doel van het spel: Aan de hand van stellingen met elkaar in gesprek komen over onderwerpen die te maken hebben met seksualiteit. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een stelling voor die op het kaartje staat. De stelling wordt door hem/haar beantwoord met waar of niet waar. Naar aanleiding van dit antwoord kan de spelleider/voorlichter doorvragen c.q. aanvullende informatie geven en andere deelnemers betrekken in het gesprek.
4. Amorspel Doel van het spel: Doormiddel van vragen op de kaartjes met elkaar in gesprek komen en zodoende een beeld vormen over verliefdheid en verkering. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een vraag voor die op het kaartje staat en beantwoordt deze vraag. Vervolgens kunnen anderen reageren op dezelfde vraag met als gevolg een (levendig) gesprek vanuit de belevingswereld van de deelnemers. De spelleider/voorlichter stimuleert het gesprek en geeft waar nodig informatie.
56
Trimbos-instituut
5. Dan denk ik… Dan doe ik… Doel van het spel: Rondom beschreven situaties met elkaar in gesprek komen en daarbij onderscheid maken in wat de speler bij bepaalde situaties denkt en wat hij/zij zou doen. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een situatie voor die op het kaartje staat beschreven. De speler benoemt bij de situatie wat hij/zij erbij denkt en doet. Vervolgens laat de spelleider/ voorlichter anderen aan het woord over deze situatie en kan daar waar nodig wordt geacht aanvullende informatie geven.
6. Spel over homoseksualiteit (jongens versie) Doel van het spel: Doormiddel van vraagkaartjes met elkaar (jongens/mannen) in gesprek komen over homoseksualiteit. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een vraag rond het thema homoseksualiteit voor die op het kaartje staat en beantwoordt deze vraag. Vervolgens kunnen anderen reageren op dezelfde vraag met als gevolg een gesprek vanuit de belevingswereld van de deelnemers. De spelleider/voorlichter geeft richting aan het gesprek en geeft waar nodig informatie.
7. Spel over homoseksualiteit (meisjes versie) Voor uitleg zie jongensversie N.B.: Er zijn variaties mogelijk om het spelelement van de spellen met vragen of stellingen te verhogen. Dit kan bijvoorbeeld door de spelers de kaartjes te laten houden bij (goed) beantwoorden. De speler die aan het eind van het spel de meeste kaartjes bezit heeft het spel gewonnen. Er is een mogelijkheid om de spellendoos uit te breiden met de volgende spellen:
8. Het aanraakspel Doel van het spel: Een spel om met elkaar in gesprek te komen over plezierige en onplezierige aanrakingen. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt de halve zin voor die op het kaartje staat en maakt deze zin af door het gevoel erbij te benoemen. Vervolgens geeft de speler een reden (“omdat …”). Dit spel vraagt een actieve rol van de spelleider, omdat gevoelens vaak moeilijk te benoemen zijn door jongeren.
Trimbos-instituut
57
9. Lekker belangrijk Doel van het spel: Spelenderwijs met de jongeren in gesprek komen over welke dingen voor jou belangrijk zijn. Waarom maak je welke keuze. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Het spel bestaat uit kaartjes. Op ieder kaartje staat een gebeurtenis met daarbij drie antwoorden. Om de beurt leest een deelnemer een kaartje voor. Het is de bedoeling dat er uit een van de drie antwoorden een keuze wordt gemaakt in belangrijkheid. Praat met elkaar hier over. Anderen kunnen andere keuzes maken, ook dit kun je met elkaar bespreken.
10. Ik vind het makkelijk/moeilijk Doel van het spel: Aan de hand van gebeurtenissen proberen te ontdekken welke situaties moeilijk of juist makkelijk zijn. Probeer de deelnemers handvaten te geven wat adequaat gedrag is. Het kan leuk en leerzaam zijn om een situatie te spelen. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een kaartje voor. Op de kaartjes staat een gebeurtenis beschreven die in het leven voorkomen. De deelnemer mag vertellen of hij de situatie moeilijk vindt of er juist geen moeite mee heeft. Daarnaast is er nog een mogelijkheid om het spel interessanter te maken. Het spel bestaat uit twee delen ( zie achterzijde van de kaartjes.) In het ene onderga je iets ( je word getroost, je word gebeld enz.) In het andere deel van het spel ben jij de gene die de actie maakt ( je troost iemand, je belt iemand enz.)
11. Soa spel Doel van het spel: Aan de hand van vragen die op kaartjes staan is het de bedoeling meer kennis te krijgen over soa’s. Aantal deelnemers: 2-5 (inclusief spelleider/voorlichter) Wijze van spelen: Elke speler leest om de beurt een kaartje voor en probeert een antwoord te geven op de vraag. Anderen kunnen helpen om een volledig antwoord te geven of om met elkaar in gesprek te gaan over de vraag die gesteld is.
58
Trimbos-instituut
Marijke Dijkstra Agnes van der Poel
www.trimbos.nl
ISBN: 978-90-5253-684-2
Risicogedrag en infectieziekten bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking
Volwassenen met een lichte verstandelijke beperking hebben een lager intellectueel niveau, een beperkt zelfinzicht en zijn sterk beïnvloedbaar. Deze groep kan de gevolgen van risicogedrag als onveilige seks en problematisch alcohol- en drugsgebruik waarschijnlijk niet overzien. Dit boekje geeft meer inzicht in risicogedrag van volwassenen met LVG en het risico op infectieziekten als gevolg van onveilige seks en onveilig drugsgebruik. Sleutelfiguren uit LVG-settings (verstandelijk gehandicapten zorg, MEE, sociale werkvoorzieningen) en algemene settings (maatschappelijke opvang, psychiatrische penitentiaire centra, verslavingszorg) zijn geïnterviewd, een online vragenlijst is uitgezet onder sleutelfiguren uit de verstandelijk gehandicaptenzorg en een search op internet is gedaan naar voorlichtingsmateriaal. Sleutelfiguren signaleren vaak risicogedrag bij volwassenen met LVG, vooral onveilige seks. Het aanbod en beleid van organisaties, op het gebied van veilige seks en veilig drugsgebruik, is meestal voor iedereen gelijk en niet aangepast aan deze doelgroep. Sleutelfiguren van VG-instellingen hebben behoefte aan specifiek voorlichtings materiaal voor volwassenen met LVG, bij voorkeur gericht op seksuele weerbaarheid en (veilig) drugsgebruik. Ook voorlichtingsmateriaal over cannabis- en alcoholgebruik en (preventie van) infectieziekten is gewenst. Deskundigheidsbevordering zou op deze onderwerpen moeten aansluiten waarin inhoudelijke kennis en het aanleren van vaardigheden om risicogedrag te kunnen signaleren en bespreekbaar te maken aan bod dienen te komen. Landelijke implementatie van enkele voorlichtingsmaterialen en een programma voor deskundigheidsbevordering is nodig om de vaak ernstige gevolgen van risicogedrag zoveel mogelijk te voorkomen bij volwassenen met LVG.
Risicogedrag en infectieziekten bij volwassenen met een lichte verstandelijke beperking Een verkennend onderzoek