R
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o. Samenvatting
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van RIGO Research en Advies. RIGO Research en Advies aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o. Samenvatting
Opdrachtgever
Provincie Utrecht
Auteurs
Froukje van Rossum Jeroen Neele Annika Janse Wouter Nijland
Uitgave
maart 2012
Rapportnummer
19990
RIGO Research en Advies BV ∙ De Ruyterkade 139 ∙ 1011 AC Amsterdam Telefoon 020 522 11 11 ∙ Fax 020 627 68 40 ∙ E -mail
[email protected] ∙ www.rigo.nl
Inhoud Voorwoord
1
Hoofdstuk 1
Achtergrond haalbaarheidsonderzoek
2
Hoofdstuk 2
Voorbeeldprojecten
3
Hoofdstuk 3
De behoefte in beeld
5
3.1
Kwantitatieve verkenning
5
3.2
Kwalitatieve verkenning
7
Hoofdstuk 4
Marktpositie
9
Hoofdstuk 5
Financiering
10
5.1
Optimale variant
10
5.2
Alternatieve varianten
11
Hoofdstuk 6
Conclusies en aanbevelingen
12
Bijlage 1
13
Inhoudsopgave
1
Voorwoord Deze samenvatting is een publieksversie van een haalbaarheidsonderzoek naar de mogelijkheden van een logeerhuis ter ontlasting van mantelzorgers in Bunnik en omgeving. Het volledige onderzoeksrapport is te downloaden op www.provincieutrecht.nl/onderwerpen/alle-onderwerpen/wel-thuis!/documenten-downloads/ en www.rigo.nl.
Voorwoord
2
Hoofdstuk 1 Achtergrond haalbaarheidsonderzoek De Wmo-raad van de gemeente Bunnik heeft het initiatief genomen om een haalbaarheidsstudie uit te laten voeren naar een logeervoorziening om mantelzorgers te ontlasten. In zo’n l ogeerhuis kunnen mensen die mantelzorg ontvangen (ouderen, chronisch zieken, mensen met een lichamelijke beperking etc.) een paar dagen of paa r weken logeren in een huiselijke setting. De mantelzorg wordt overgenomen door vrijwilligers. De professionele zorg die thuis wordt geleverd kan naar het logeerhuis worden verplaatst. In Alkmaar is in 2010 een dergelijk logee rhuis geopend voor vier logees. De aanleiding hiervoor is de toename van het aantal overbelaste mantelzorgers. Het doel van de logeervoorziening is dat mantelzorgers langer in staat zijn om mantelzorg te blijven verl enen, zodat mensen langer zelfstandig kunnen blijven wonen. De provin cie Utrecht, de gemeente Bunnik en de Wmo-raad van de gemeente Bunnik hebben RIGO Research en Advies opdracht gegeven voor dit haalbaarheidsonderzoek. Het onderzoek geeft antwoord op de volgende vr agen: 1.
Zijn er naast het Respijthuis Alkmaar andere voorbeel den van logeerhuizen?
2.
Welke potentiële behoefte is aanwezig in de regio Bunnik ?
3.
Wat zijn de kosten van een logeerhuis en hoe kan het gefinancierd worden?
1
Voor dit onderzoek is bestaand onderzoek geraadpleegd, zijn kengetallen aan demografische gegevens gekoppeld en is gesproken met mantelzorgers en professionals die veel mantelzorgers tegenkomen in hun praktijk. Ook is informatie opgevraagd bij voorbeeld - en referentieprojecten.
1
De regio Bunnik is hier gedefinieerd als de vijf gemeenten Bunnik, Wijk bij Duurstede, Zeist, Utrechtse Heuvelrug en Houten.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
3
Hoofdstuk 2 Voorbeeldprojecten Nederland kent veel kleinschalige logeervoorzieningen voor kinderen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking. Hierin is geen of een beperkte rol voor vrijwilligers. Er is in Nederland een klein aantal voorzieningen gericht op tijdelijk verblijf waar vrijwilligers wel een r ol spelen en waar de doelgroep geen kinderen betreft, zoals het Respijthuis in Alkmaar en Logeerhuis De Buren in Rotterdam: Het Respijthuis in Alkmaar biedt huiselijke, kleinschalige logeeropvang waarbij vrijwilligers de mantelzorg overnemen. Er zijn in totaal zo’n 60 vrijwilligers verbonden aan het respijthuis. Een betaalde coördinator zorgt voor de intake, de ondersteuning van vrijwilligers, het aantrekken en scholen van vrijwilligers, het genereren van media -aandacht en heeft de algehele leiding. Er kunnen vier gasten verblijven in het Respijthuis, waarbij elke gast over een eigen slaapkamer met TV en computer en aangepaste badkamer beschikt. Bezoek mag de hele dag komen en ook mee-eten. Het Respijthuis richt zich op mensen met lichamelijke problematiek. De helft van de gasten komt uit Alkmaar zelf, de andere helft uit omliggende gemeenten. 30% van de gasten komt vaker terug. Gemiddeld verblijft een gast gedurende een jaar drie weken in het respij thuis. Ruim driekwart van de gasten is ouder dan 65 jaar. De bezetting na een jaar ligt op 70%. Het Respijthuis wordt gefinancierd vanuit de AWBZ: alle gasten hebben hiervoor een indicatie voor Kortdurend Verblijf nodig. Daarnaast betalen ze een eigen bijdrage van € 40 per dag. Ook zijn er enkele startsubsidies toegekend vanuit verschillende organisaties en zijn er sponsors. Het Respijthuis is een verbouwde vrijstaande woning en ligt in een groene woonwijk. Het logeerhuis De Buren in Rotterdam is een initiatief van de Stichting voor Kerkelijke Sociale Arbeid en wordt gerund door zo’n 16 vrijwilligers die de rol van de “de buren” overnemen als iemand uit het ziekenhuis komt of het thuis tijdelijk niet meer alleen redt: hulp bij het hui shouden, de was, eten koken etc. De meeste gasten komen uit het ziekenhuis. Het logeerhuis is bedoeld voor mensen die geen mantelzorgers (beschikbaar) hebben. Contra-indicaties zijn zeer intensieve zorg, terminale zorg en psychogeriatrische zorg. Vanuit een andere k erkelijke organisatie is een aantal uren coördinatie beschikbaar gesteld door een professional. Er is plaats voor vier gasten, die over een eigen kamer beschikken. Er is een gezamenlijke woonkamer, keuken en badkamer. ’s Ochtends en ’s avonds is er een vrijwilliger aanwezig. Er wordt vooral door mannen tussen de 45 en 70 jaar gebruik gemaakt van het logeerhuis. Een deel van deze ma nnen kan als “zorgmijder” worden gezien. Er wordt samengewerkt met een zorginstelling die gasten ook snel kan opnemen als de zorgbehoefte toch te groot blijkt. Het logeerhuis is gelokaliseerd in een appartementencomplex. Het verblijf wordt betaald door de kerk, gasten betalen een eigen bijdrage van € 10 per persoon. Verder is een startsubsidie toegekend en wordt g ebruik gemaakt van diverse fondsen. Naast deze initiatieven bestaat in Eindhoven een logeerhuis gecombineerd met een hospice, In Via. Hoewel hier vrijwilligers bij betrokken zijn, ligt de nadruk op de professionele zorgverl ening. In totaal is er plaats voor 13 gasten, wa arvan een deel bedoeld is als respijtplaatsen voor mensen die uit het ziekenhuis worden ontslagen en waar te weinig mantelzorg aanwezig is of ter ontlasting van de thuissituatie. Als contra -indicatie geldt psychogeriatrische problematiek. Gasten beschikken over een eigen kamer en delen een badkamer met een andere gast. Er is een gezamenlijke woonkamer en keuken. Er heerst een huiselijke en persoonlijke sfeer, maar het is vergeleken met de andere twee voorbeelden minder kleinschalig. Visite is de hele dag we lkom
Voorbeeldprojecten
4
en mag ook meehelpen met de persoonlijke verzorging of maaltijden bereiden. De gemiddelde bezetting ligt op 80%, waarbij de respijtplaatsen nagenoeg altijd vol zijn aldus de teamleidster. Het logeerhuis wordt gefinancierd via de AWBZ (CIZ indicatie no dig voor persoonlijke verzorging/verpleging), Wmo (indicatie voor huishoudelijke zorg) en een eigen bijdrage van € 30 per dag.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
5
Hoofdstuk 3 De behoefte in beeld In het haalbaarheidsonderzoek is gekeken naar de potentiële behoefte in omvang (de kwantitatieve verkenning). Daarnaast is gekeken in hoeverre er belangstelling zou kunnen zijn voor het concept van een logeerhuis en onder welke voorwaarden mantelzorgers en zorgvragers hier gebruik van zouden maken (de kwalitatieve verkenning).
3.1
Kwantitatieve verkenning In de regio Bunnik bieden naar verwachting ruim 12.500 inwoners langer dan drie maanden en meer dan 8 uur per week mantelzorg. Tabel 1 Relatie mantelzorger - zorgvrager Hulp aan
percentage
Ouder/schoonouder
40%
Partner
18%
(stief/pleeg)kind
11%
Ander familielid
15%
Vrienden, kennissen, buren
17%
Bron: SCP, 2009
Mantelzorgers die hulp bieden aan een inwonende zorgvrager (partner, kind) zijn het zwaarst belast en hebben ook de meeste behoefte aan respijt. Daarbij geldt dat geestelijke problematiek bij de zorgvrager (dementie, niet aangeboren hersenletsel, psychiatrische problematiek of verstandelijke beperking) vaak voor een zwaardere belasting zorgt bij de mantelzorger dan wanneer het uitsluitend om lichamelijke problematiek gaat. Een extra kwetsbare groep betreft de oudere mantelzorgers, omdat een groot deel van hen (72%) niet op anderen terug kan vallen. Bij alle leeftijdsgroepen samen ligt dit percentage gemiddeld op 33%. Onderzoek elders laat zien dat 84% van de mantelzorgers die respijtzorg krijgen aangeeft dat 2 men door de respijtzorg de mantelzorg langer vol kan houden . Onder respijtzorg verstaat men zorg thuis door professionals of vrijwilligers, of opvang buitenshuis zoals dagopvang of logee ropvang. 6% van de mantelzorgers heeft behoefte aan logeeropvang en 2% maakt er daadwerk e3 lijk gebruik van . Voor de regio Bunnik gaat het om ongeveer 750 respectievelijk 250 mante lzorgers. Het verschil tussen behoefte en feitelijk gebruik wordt veroorzaakt door d rempels bij mantelzorgers en zorgvragers om van het bestaande aanbod gebruik te maken: de mantelzo rgers vinden het bijvoorbeeld moeilijk om de zorg uit handen te geven door schuldgevoelens of gebrek aan vertrouwen in de kwaliteit van de logeer/verblijfsvoo rziening, de zorgvrager wil bijvoorbeeld niet door anderen dan de mantelzorger verzorgd worden of weg uit de eigen w oning.
2 3
Bron: Behoeftepeiling respijtzorg. Gemeente Den Haag, 2011. Bron: Mantelzorg. SCP, 2009
De behoefte in beeld
6
In het onderzoek is op verschillende manieren de potentiële behoefte in kaart gebracht: Tabel 2 Overzicht geraamde omvang zorgvragers naar doelgroep in de regio Bunnik Al.staanden
Paren/meerp.
Aantal zelfstandig wonende dementerenden met intensieve zorg
Totaal 1.775
Ouderen (65+) totaal met ernstige be4 perkingen ADL/HDL
1.115 (vooral 5 somatiek )
1.185 (PG en somatiek)
2.300
Chronisch zieken/licham. handicap (65-) met ernstige beperkingen ADL/HDL
240
640
880
Verstandelijke beperking (1Q<70)
585
Geschat totaal
3.800– 4.300
6
Voorspelling van de behoefte aan een aanbod dat er nog nauwelijks is , gaat gepaard met enige onzekerheid, o.a. omdat het feitelijk gebruik afhangt van de inhoud, vormgeving, bekendheid en kwaliteit van dat aanbod. Dit in acht nemende maken we de volgende raming, gebaseerd op de gebruiksgegevens van het Respijthuis in Alkmaar en onderzoek door het SCP over behoefte en gebruik van respijtzorg met verblijf: In de regio Bunnik is theoretisch behoefte aan minimaal 18 tot maximaal 54 plaatsen tijdelijk verblijf en logeren. Het aanbod in de regio overtreft echter deze vraag: er zijn minimaal 99 plaatsen tijdelijk verblijf/logeren gevonden. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen bij g eplaatst worden: -
De meeste capaciteit bevindt zich in Zeist, dat mogelijk een centrumfunctie vervult voor andere omliggende gemeenten;
-
Mogelijk is er een ondercapaciteit voor wat betreft het aantal plaatsen permanent ve rblijf, waardoor de tijdelijke plaatsen deels worden ingezet als permanente plaatsen. Hier zijn enkele signalen van ontvangen, maar nog geen uitgebreid nader onderzoek naar geweest;
-
Een huisarts en de beheerder van de website “Zorgspoor” waar het vrije aanbod aan (tijdelijk) verblijfsplaatsen bekend gemaakt wordt, geven aan dat het aanbod in de r egio niet ruim is t.o.v. de vraag;
-
Het bestaande aanbod betreft voor volwassenen tijdelijke op name in zorgcentra en enkele zorghotels. Er is nog geen aanbod van kleinschalig logeren in huiselijke setting b eschikbaar.
4
ADL staat voor Algemene dagelijkse levensverrichtingen (bijvoorbeeld eten, drinken, in en uit bed komen, wassen, toiletgang) en HDL staat voor Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen (bijvoorbeeld eten koken, afwassen, stofzuigen, bedden opmaken). 5 Bij de alleenstaanden zal het vooral gaan om mensen met lichamelijke problematiek en om mensen met lichte psychogeriatrische problematiek i.c.m. ernstige lichamelijke beperkingen. De verwachting is dat alleenstaanden die uitsluitend vanwege psychogeriatrische problematiek ernstig beperkinge n hebben bij ADL/HDL niet zelfstandig kunnen wonen. 6 Tussen het aantal zelfstandig wonende dementerenden met intensieve zorg en ouderen (65+) met ernst ige beperkingen ADL/HDL zit een overlap, waarvan de omvang niet bekend is. Deze aantallen kunnen dus niet bij elkaar opgeteld worden.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
7
-
3.2
Op basis van het aantal 65-plussers in de regio Bunnik kan een Bunnikse versie van het respijthuis vier tot vijf plaatsen vullen wanneer we ervan uitgaan dat er geen geschikt alternatief is.
Kwalitatieve verkenning Zowel mantelzorgers als professionals geven aan dat het concept van een kleinschalig logee rhuis met een huiselijke uitstraling waar voornamelijk vrijwilligers werken voor volwassen zorgvragers zeer aanspreekt en tegemoetkomt aan een behoefte. Het gaat hierbij om alle mogelijke doelgroepen, waarbij opgemerkt is dat er voor mensen met een verstandelijke beperking al redelijk veel kleinschalige logeervoorzieningen bestaan. Figuur 1 Verschillende typen zorgvragers
Een logeerhuis kan aantrekkelijk genoeg zijn om drempels te overbruggen, zodat zorgvragers van mantelzorgers met behoefte aan respijt met verblijf ook daadwerkelijk gebruik gaan maken van dit aanbod aan tijdelijk verblijf. De volgende aspecten zijn onder meer van belang:
Vooruitzicht van een prettig verblijf uitstralen: gastvrij, opgewekte stemming, kleinschalig, veel persoonlijke aandacht, keuzen en wensen van gasten staan centraal, sfeervolle inrichting, voldoende ruimte voor mensen in rolstoelen en mensen die zich in de gemeenschappelijke ruimte wat willen afzonderen ;
Doelgroepen lichamelijk en psychogeriatrisch scheiden: bijvoorbeeld 2 weken voor de ene doelgroep, daarna 2 weken voor de andere enz. of afzonderlijke logeervoorzieningen maken;
Individuele voorlichting;
Eigen kamer, liefst eigen sanitair;
Aanwezigheid opgeleide vrijwilligers;
Kwalitatief goede zorg;
De behoefte in beeld
8
Aandacht voor overwinnen weerstand bij zorgvrager, b.v. door huisartsen en wij kverpleging kan benadrukt worden dat respijt voor de mantelzorger noodzaak is ;
Vooraf een kamer kunnen reserveren, zodat mantelzorgers weten wanneer zij zelf vrijaf hebben, bijvoorbeeld om zelf op vakantie te gaan, te verhuizen, familiebezoek af te leggen of een operatie te ondergaan.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
9
Hoofdstuk 4 Marktpositie Het huidige aanbod tijdelijk verblijf voor volwassenen is bijna volledig ondergebracht bij zor gcentra en verpleeghuizen. Een groot deel van dit aanbod is gericht op ZZP 1 – 4, waardoor mensen met matige/ernstige psychogeriatrische problematiek hier niet terecht kunnen. Er is in de regio wel een kleinschalige woonvoorziening PG die ook een logeermogelijkheid heeft. Deze blijkt nauwelijks gebruikt te worden als logeerplek. De redenen hiervoo r zouden achterhaald moeten worden. De twee zorghotels zijn bij uitstek geschikt ter overbrugging van de afwezigheid van de mante lzorger vanwege vakantie. Gebruikers zijn meestal tevreden over de kwaliteit van de geboden zorg. Er worden echter geen activiteiten geboden: na de maaltijd gaan gasten weer naar de eigen kamer. In een logeerhuis zijn dan vrijwilligers beschikbaar voor een spelletje, gesprek, wandeling etc. Hiermee onderscheidt het logeerhuis zich van het aanbod van zorghotels. Een kleinschalig logeerhuis wordt als een aantrekkelijk alternatief gezien voor tijdelijk verblijf in een instelling en als een relevante aanvulling op het bestaande aanbod, waardoor andere/meer mantelzorgers worden ontlast dan alleen met het reguliere aanbod van tijdelijk v erblijf: sommige zorgvragers/mantelzorgers willen geen gebruik maken van het aanbod in een zorginste lling, maar wel van een kleinschalig logeerhuis. De positionering van een logeerhuis kan als volgt worden samengevat:
24 uur professionele zorg aanwezig
Tijdelijk verblijf zorgcentrum
24 uur professionele zorg aanwezig
Logeerfunctie bij kleinschalige
zorghotel
woonvorm
Vakantie/prettig verblijf
Kleinschalig logeerhuis
Geen instellingssfeer
Huiselijk Geen instellingssfeer
Vrijwilligers: veel aandacht en activiteiten
Marktpositie
10
Hoofdstuk 5 Financiering 5.1
Optimale variant In dit haalbaarheidsonderzoek is berekend wat de kosten zijn van een stand -alone logeerhuis voor vier gasten met rolstoelgeschikte privé kamer en sanitair, als optimale variant van een logeervoorziening. Daarbij is berekend wat de inkomsten zullen zijn bij verschillende beze ttingspercentages en het exploitatieresultaat. Het exploitatieresultaat geeft een tekort van €70.000 in het eerste jaar, en de jaren daarna tussen de € 15.000 en € 30.000, afhankelijk van de bezettingsgraad. Tabel 3 Indicatie exploitatieresultaat logeerhuis 4 plaatsen ”stand alone” Jaar 1
Jaar 2t/m 5
Jaar 2 t/m 5
bezetting
50%
75%
85%
saldo
-70.000
-30.000
-15.000
Bovenstaand exploitatieresultaat is gebaseerd op basisinkomsten uit de AWBZ voor kortdurend verblijf en een eigen bijdrage van € 40, - per gast per dag. Dit kan ook uit het persoonsgebonden budget gefinancierd worden. Er wordt in deze constructie een jaarlijks tekort voorzien. Het tekort kan worden gedekt door giften en donaties en extra subsidie van bijvoorbeeld gemee nten, provincie, zorgverzekeraar of fondsen. Overige financieringsbronnen die in andere fina ncieringsvarianten mogelijk zijn betreft:
CIZ indicatie voor persoonlijke verzorging/verpleging. Dit wordt dan gefinancierd uit de AWBZ (Logeerhuis In Via).
Indicatie voor huishoudelijke verzorging, gefinancierd uit de Wmo (Logeerhuis in Via).
Afzonderlijke financieringsafspraken met het zorgkantoor. Dit wordt aantrekkelijker voor zorgkantoren als er sprake is van een duidelijke besparing, bijvoorbeeld het voorkomen of verkorten van duurdere opnamen, zoals initiatieven die “verkeerde bed problematiek” aanpakken. Voorbeeld hiervan is buurtzorgpension (www.buurtzorgpension.nl), die naast alternatieve zorg met verblijf voor “verkeerde bed problematiek” ook respijtzorg biedt.
Aanvullende zorgverzekering. Verblijf in een zorghotel wordt meestal deels vergoed via de eigen aanvullende zorgverzekering.
Daarnaast zijn er in het eerste jaar opstartkosten die in bovenstaande tabel nog niet zijn me egenomen van ongeveer € 85.000, waarvan het grootste deel het aa nstellen van een coördinator is die de voorbereidende werkzaamheden uitvoert. Financiering kan worden gezocht in startsubsidies van gemeenten, provincie, zorgkantoor en fondsen. Ook zorginstellingen kunnen bi jdragen, bijvoorbeeld personele uren beschikbaar stellen voor nader onderzoek tijdens de orientatiefase.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
11
5.2
Alternatieve varianten Er kan ook gekozen worden om de opzet van het logeerhuis aan te passen zodat de kosten lager zijn: 1.
Het logeerhuis wordt financieel beter haalbaar als het wordt gekoppeld aan e en andere voorziening, zoals een zorgcentrum, een dagopvang of een hospice.
2.
Ook kan kostenreductie plaatsvinden door af te wijken van optimale kwaliteit, b.v. ba dkamer per 2 gastenkamers te delen, minder oppervlakte (niet elke kamer hoeft wellicht rolstoelgeschikt te zijn).
3.
Respijtfunctie koppelen aan buurtzorgpension/zorghotel met verkeerde bed problem atiek. Hier zal meer nadruk liggen op de aanwezigheid van professionals vanwege inte nsieve zorgverlening. De gebruikers zullen vooral mensen met lichamelijke problematiek zijn. Het voordeel kan zijn dat voor “verkeerde bed problematiek” veel draagvlak aa nwezig is om dit te bekostigen door het zorgkantoor. Daarnaast is een zekere flexibiliteit in capaciteit aantrekkelijk: lege plaatsen kunnen door de andere do elgroep worden bezet.
4.
Logeerfunctie bij kleinschalige woonvorm (zorginstelling/particulier). Dit zal bijvoo rbeeld voor dementerenden een goede optie kunnen zijn. De voorziening en het pers oneel is al ingericht op PG. Voor de instelling is het daarnaast aan trekkelijk om lege plaatsen extra aan te bieden voor tijdelijk verblijf.
5.
Respijt bieden los van de voorziening: opgeleide vrijwilligers kunnen respijt bieden in een logeerhuis of bij mensen thuis als het logeerhuis vol zit of wanneer de zorgvrager niet bij de doelgroep van dat moment past;
6.
Regionale coördinatie van respijtzorg, b.v. een respijtpunt opzetten. Van hieruit wordt de vraag naar het beschikbare aanbod toe geleid en worden eventuele leemten in het aanbod beter zichtbaar.
Financiering
12
Hoofdstuk 6 Conclusies en aanbevelingen De belangrijkste conclusies op een rij: -
Er zijn, naast de grote hoeveelheid van logeermogelijkheden voor mensen met een ve rstandelijke beperking, enkele voorbeelden van kleinschalige logeeropvang in Nederland voor met name mensen met lichamelijke problematiek;
-
Er is een kwalitatieve behoefte aan kleinschalige, huiselijke logeeropvang vanuit de verschillende doelgroepen. Kleinschaligheid, huiselijkheid en werken met geschoolde vrijwilligers i.c.m. een professionele coördinator is een concept dat mantelzorgers en zorgvragers aanspreekt;
-
Het tegelijkertijd combineren van doelgroepen in een logeerhuis werpt voor een mee rderheid van de potentiele gebruikers drempels op. Beter is om het logeerhuis bepaalde perioden te bestemmen voor afzonderlijke doelgroepen, eventueel in combinatie met een noodbed dat voor iedereen beschikbaar is. In de tussentijd kunnen vrijwilligers ook thuis respijtzorg geven.
-
Er is een ruim aanbod aan tijdelijk verblijf/logeren aanwezig in de regio. Het beeld is echter dat er geen “overcapaciteit” aanwezig is. Voor volwassenen is dit aanbod meestal niet kleinschalig, maar verbonden aan een traditionele zorginstelling;
-
Wanneer gekozen wordt voor de (vanuit de zorgvrager en mantelzorger gezien) meest optimale logeervoorziening van een stand-alone logeerhuis, zijn extra structurele inkomsten nodig van € 15.000 tot €30.000 per jaar. Het tekort wordt lager wanneer de bezetting hoger wordt of de kosten dalen, bijvoorbeeld wanneer het logeerhuis aan een andere voorziening wordt gekoppeld of wanneer gekozen wordt voor een soberder invulling.
Voor het komende jaar zou een verder oriëntatie plaats moeten vinden:
Nader onderzoek naar gebruik huidig aanbod is raadzaam. Wanneer bepaald aanbod weinig wordt gebruikt dan zou gekozen kunnen worden voor omvorming van dat aanbod naar een logeerhuis;
Draagvlak bij zorgaanbieders en andere samenwerkingspartners zou onderzocht mo eten worden, waarbij ook mogelijke andere logeerinitiatieven worden geïnventariseerd. Afhankelijk daarvan kan een keuze worden gemaakt voor een doelgroep of juist niet;
Financiële haalbaarheid: de overgang van kortdurend verblijf naar de Wmo is aanle iding om met de gemeenten te praten over hun mogelijke rol. Daarnaast ligt er – wanneer gekozen wordt voor een stand-alone logeerhuis - een structureel gekort van € 15.000 tot € 30.000 dat moet worden opgevangen. Fondsen, zorgverzekeraar en pr ovincie zijn mogelijke aanvullende financiers.
Het is raadzaam om parallel aan een verdere verkenning van de haalbaarheid van een logeerhuis ook de alternatieven te verkennen, zoals een respijtpunt, het uitbreiden van bestaande (kleinschalige) voorzieningen met een logeerfunctie en het koppelen van een logeerhuis aan andere voorzieningen.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
13
Bijlage 1 Gebruikte afkortingen ADL
Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
CAK
Centraal Administratie Kantoor
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CIZ
Centrum Indicatistelling Zorg
GGZ
Geestelijke gezondheidszorg
HDL
Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen
IQ
Intelligentie quotiënt
LG
Lichamelijk gehandicapten
NAH
Niet aangeboren hersenletsel
PBL
Planbureau voor de leefomgeving
PGB
Persoonsgebonden budget
PG
Psycho-geriatrisch
Som
Somatiek
SCP
Sociaal Cultureel Planbureau
VG
Verstandelijk gehandicapten
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
Bijlage 1