RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij RIGO Research en Advies. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldiging en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van RIGO Research en Advies. RIGO Research en Advies aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
RIGO Research en Advies BV De bewoonde omgeving www.rigo.nl
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
Opdrachtgever
Provincie Utrecht
Auteurs
Froukje van Rossum Jeroen Neele Annika Janse Wouter Nijland
Uitgave
maart 2012
Rapportnummer
19990
RIGO Research en Advies BV ∙ De Ruyterkade 139 ∙ 1011 AC Amsterdam Telefoon 020 522 11 11 ∙ Fax 020 627 68 40 ∙ E -mail
[email protected] ∙ www.rigo.nl
5
Inhoud Hoofdstuk 1
Inleiding
1
1.1
Inleiding
1
1.2
Onderzoeksvragen
1
1.3
Aanpak
2
Hoofdstuk 2
Leren van anderen
5
2.1
Respijthuis Alkmaar
5
2.2
Logeerhuis en hospice In Via te Eindhoven
7
2.3
Logeerhuis De Buren te Rotterdam
9
2.4
Logeerhuis Twente te Zenderen
10
2.5
Hospice Kromme Rijnstreek
12
Hoofdstuk 3
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
14
3.1
Spoor 1: mantelzorgers
14
3.2
Spoor 2: zorgvragers
19
3.3
Spoor 3: aantal geïndiceerden
22
3.4
Spoor 4: gebruik huidig aanbod
23
3.5
Spoor 5: behoefte op basis van ervaringen Alkmaar
26
Hoofdstuk 4
Kwalitatieve verkenning van de behoefte
29
4.1
Behoefte aan respijt
29
4.2
Vormen van respijtzorg
29
4.3
Onderscheid naar diverse doelgroepen
30
4.4
Houding tegenover concept logeerhuis
30
4.5
Waar moet een logeerhuis aan voldoen?
32
4.6
Varianten logeeraanbod
35
Hoofdstuk 5
Financiering
37
5.1
Inleiding
37
5.2
Programma en investeringskosten
37
5.3
Kosten en opbrengsten tijdens het gebruik
38
5.4
Kosten en opbrengsten opstartfase
44
5.5
Mogelijke partners
45
5.6
Aandachtspunten bij realisatie
45
5.7
Conclusie
46
Aantal personen/huishoudens met beperkingenInhoudsopgave
6
Hoofdstuk 6
Business case
47
6.1
Business opportunity: behoefte en product
47
6.2
Markt
48
6.3
Ambitie
50
6.4
Maatregelen
50
6.5
Risico’s
51
6.6
Uitvoering
51
6.7
Financiën
52
Hoofdstuk 7
Conclusies en aanbevelingen
53
7.1
Conclusies
53
7.2
Aanbevelingen
53
Bijlage 1
Aantal personen/huishoudens met beperkingen
57
Bijlage 2
Geraadpleegde personen
61
Bijlage 3
Aanbod logeren/tijdelijk verblijf
63
3.1
Bunnik
63
3.2
Houten
64
3.3
Utrechtse Heuvelrug
65
3.4
Wijk bij Duurstede
66
3.5
Zeist
67
Bijlage 4
Afkortingen
72
Bijlage 5
Uitgangspunten exploitatieberekening
73
Bijlagen
1
Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1
Inleiding
Als gevolg van demografische ontwikkelingen, overheidsbeleid (o.a. extramuralisering, bezuin igingen in de zorg) en de wensen van mensen om - ook met een beperking - zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en functioneren, neemt de druk op mantelzorgers toe. In de peri ode 2001 tot 2008 is het aantal overbelaste tot zwaar overbelaste mantelzorgers toegenomen 1 met 50% naar 450.000 . Ook neemt het aantal oudere mantelzorgers toe. Wat is mantelzorg? Mantelzorg is niet hetzelfde als vrijwilligerswerk of burenhulp. Het onde rscheidt zich van vrijwilligerswerk door de persoonlijke band met de verzorgde persoon. Mante lzorgers zijn geen beroepsmatige zorgverleners: zij geven zorg vanuit een persoonlijke band met de verzorgde persoon. Mantelzorg is niet de alledaagse zorg, zoals de zorg voor een gezond kind. De zorg is vaak langdurig en intensief. Ondersteuning van mantelzorgers is een van de negen prestatievelden van de Wmo. In de g emeente Bunnik is een hiervoor het Steunpunt Mantelzorg Bunnik ingericht (onderdeel van zorgaanbieder Quarijn) die individuele ondersteuning, praktische informatie, cursussen en lo tgenotencontact biedt. De Wmo-raad van de gemeente Bunnik wil het ondersteuningsaanbod voor mantelzorgers verder uitbreiden en heeft het initiatief genomen om de mogelijkheden voor een logeervoorziening als respijtzorg voor mantelzorgers te (laten) onderzoeken. Hiertoe heeft zij de notitie “Kon hij maar eens uit logeren” opgesteld. Het doel van de logeervoorzi ening is dat mantelzorgers langer in staat zijn om mantelzorg te blijven verlenen en dat meer mensen kiezen voor het geven van mantelzorg. De logeervoorziening zou een huiselijke uitstraling moeten hebben, waarbij de mantelzorg wordt overgenomen door vrijwilligers. De professionele zorg die thuis geleverd wordt kan naar het logeerhuis worden verplaatst. In Alkmaar is in 2010 een dergelijk logeerhuis geopend voor vier logés. De provincie Utrecht, de gemeente Bunnik en de Wmo -raad van de gemeente Bunnik hebben RIGO Research en Advies opdracht gegeven een haalbaarheidsstudie voor een logeervoorziening in Bunnik en de regio laten uitvoeren. Als regio geldt: Bunnik, Houten, Utrechtse Heuve lrug, Wijk bij Duurstede en Zeist.
1.2
Onderzoeksvragen
De volgende vijf onderzoeksvragen zijn geformuleerd: 1.
Zijn er naast Alkmaar andere voorbeelden van logeervoorzieningen en respijthuizen? Hoe zijn deze initiatieven tot stand gekomen en hoe worden ze geëxploiteerd?
2.
Welk potentieel is er voor deze voorziening aanwezig, afgaande op het aantal geïndiceerden dat thuis woont? o
1
In de gemeente Bunnik
Bron: Mantelzorg uit de doeken, SCP, 2010.
Aantal personen/huishoudens met beperkingenInhoudsopgave
2
o 3.
4.
5.
In omliggende gemeenten/regio
Hoeveel belangstelling/vraag is er naar verwachting voor deze voorziening? o
In de gemeente Bunnik
o
In omliggende gemeenten/regio
Wat kost een logeerhuis? o
Wat zijn de kosten voor de ontwikkeling van het concept?
o
Wat zijn de kosten van de exploitatie?
Hoe kan een logeerhuis worden gefinancierd? o
Financiering ontwikkeling concept
o
Financiering exploitatie
Het onderzoek resulteert in een business case voor het logeerhuis.
1.3
Aanpak
In deze haalbaarheidsstudie hebben we de informatie op de volgende wijze verzameld:
Literatuurstudie;
Koppeling kengetallen en demografische gegevens;
Interviews met een Bunnikse huisarts en sleutelfiguren: medewerkers van vier stichtingen die mantelzorgers ondersteunen, zie bijlage;
Interviews met mantelzorgers, zie bijlage;
Interviews met voorbeeldprojecten;
Bezoek aan respijthuis Alkmaar en Hospice Kromme Rijnstreek
Inventarisatie bestaand aanbod in de regio op basis van informatie op internet, adresboek Verzorgings-, Verpleeg-, Ziekenhuizen en Serviceflats in Nederland en www.logerenmetzorg.nl. Aanvullende belronde met zes aanbieders t.b.v. gebruik en b ezetting;
Gegevens opgevraagd bij Kennemer Wonen, eigenaar woning respijthuis Alkmaar.
1.3.1
Leren van anderen
We hebben informatie verzameld en contact gezocht met betrokkenen van projecten die als voorbeeld en inspiratie kunnen dienen voor een logeerhuis in Bunnik:
Respijthuis te Alkmaar
Logeerhuis en hospice In Via te Eindhoven
Logeerhuis De Buren te Rotterdam
Logeerhuis Twente
Hospice Houten
1.3.2
Behoefte
In deze haalbaarheidsstudie richten wij ons op een brede potentiële doelgroep:
3
2
Ouderen, uitgesplitst naar ouderen met psychogeriatrische problemen en ouderen met somatische problemen;
chronisch zieken en lichamelijk gehandicapten;
verstandelijk gehandicapten (IQ lager dan 70).
In kwantitatieve zin is het lastig zijn om de behoefte van mantelzorgers van mensen met psychiatrische aandoeningen te bepalen. Bij de sleutelfiguren is wel specifiek naar de behoefte van deze doelgroep gevraagd. Daarnaast zijn mantelzorgers van mensen met psychiatrische aandoeningen geïnterviewd. Kwantitatieve verkenning Via documentstudie en aanvullende analyses met kengetall en is de potentiële behoefte in beeld gebracht. De potentiële behoefte wordt in kaart gebracht via een vijftal sporen: 1.
Op basis van de mantelzorgers.
2.
Op basis van de zorgvragers.
3.
Op basis van het aantal geïndiceerden.
4.
Op basis van het gebruik van het huidige aanbod aan logeren/tijdelijk verblijf.
5.
Op basis van het gebruik van het respijthuis in Alkmaar.
Kwalitatieve verkenning Behoefte aan respijtzorg is wat anders dan feitelijk gebruik. Diverse studies laten zien dat er drempels bestaan voor het gebruik van respijtvoorzieningen. Deze drempels zijn onder andere praktische zoals het administratief regelen van de respijtzorg (b.v. indicatiestelling), drempels bij de mantelzorger (het moeilijk vinden om de zorg uit handen te geven) en drempels bij de verzorgde (niet verzorgd willen worden door iemand anders dan de mantelzorger). Het onderzoek richt zich dan ook op het achterhalen van de voorwaarden waaronder mantelzorgers gebruik willen maken van een logeervoorziening. Voor het onderzoek zijn daarvoor gesprekken gevoerd met enkele sleutelfiguren in Bunnik, Nieuwegein, Alkmaar en Zoetermeer. Daarnaast zijn gesprekken gevoerd met mantelzorgers in de gemeente Bunnik en mantelzorgers die g ebruik maken van het respijthuis in Alkmaar. Ook wordt in dit onderzoek ook gebruik gemaakt van de interviews met acht mantelzorgers in Zoetermeer eerder dit jaar. In de bijlage is een (geanonimiseerde) lijst met respondenten opgenomen.
1.3.3
Financiering
Voor het berekenen van de verwachte kosten voor de exploitatie van een logeerhuis zijn gegevens opgevraagd bij corporatie Kennemer Wonen, de eigenaar van het respijthuis. Verder zijn de gegevens van enkele hospices gebruikt voor referentiegegevens. Daarnaast zijn de geschatte eenmalige ontwikkelkosten in beeld gebracht. Bij de financieringsmogelijkheden is gebruik gemaakt van de voorbeelden en de suggesties van de geïnterviewden en kennis hierover bij RIGO zelf.
2
Hier zit ook de doelgroep ouderen met psychogeriatrische problemen en somatische problemen bij.
Aantal personen/huishoudens met beperkingenInhoudsopgave
4
1.3.4
Afronding
De onderzoeksresultaten komen samen in een businessca se. Tot slot wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen.
5
Hoofdstuk 2 Leren van anderen In dit hoofdstuk treft u een beschrijving aan van vijf initiatieven elders in het land die als voorbeeld kunnen dienen voor een mogelijk logeerhuis in Bunnik e.o.
2.1
Respijthuis Alkmaar
In 2010 is in Alkmaar het Respijthuis geopend. In een verbouwde vrijstaande woning wordt tijdelijk verblijf geboden aan zorgvragers uit Alkmaar en omgeving om mantelzorgers te ontla sten.
2.1.1
Aanbod
Het Respijthuis biedt huiselijke, kleinschalige logeeropvang waarbij vrijwilligers de mantelzorg overnemen. De wensen van de gasten staan centraal om hen een zo prettig mogelijk verblijf te bieden. De thuiszorg wordt verplaatst naar het Respijthuis. Een betaalde coördinator zorgt voor de intake, de ondersteuning van vrijwilligers, de algehele leiding, het aantrekken en scholen van vrijwilligers en het genereren van media-aandacht. Daarnaast heeft zij gezorgd voor de inrichting bij de opstart van het Respijthuis. Er kunnen vier gasten verblijven. Ieder heeft e en eigen slaapkamer met TV en computer en aangepaste badkamer. Er is een ruime gemeenscha ppelijke woonkamer met open keuken. De tuin ligt aan een watertje en heeft een vlonder om te vissen. Het Respijthuis is volledig rolstoeltoegankelijk, m.u.v. de bovenv erdieping waar de kantoorruimte zich bevindt. Gasten kunnen maximaal zes weken verblijven. Visite is de hele dag welkom. Er zijn ongeveer 60 vrijwilligers verbonden aan het Respijthuis: voor de zorg, het koken, activiteiten met gasten, de tuin en onderhoud. Een vrijwilliger maakt het planningsrooster voor de vrijwilligers en ondersteunt de coördinator bij administratieve taken. Er zijn 24 uur per dag vrijwilligers aanwezig: overdag minimaal twee wanneer er vier gasten zijn en ’s nachts een. De coördinator fungeert dan als achterwacht.
2.1.2
Doelgroep
Het Respijthuis richt zich op mensen met lichamelijke problematiek, zoals ouderen en chronisch zieken vanaf 18 jaar en ouder. Voor mensen met psychogeriatrische problemen of een vermi nderd geestelijk vermogen is het huis niet geschikt. Het huis heeft een open karakter en de vri jwilligers zijn voor deze groep zorgvragers niet opgeleid. Het blijkt dat de helft van de gasten uit Alkmaar zelf komt en de andere helft uit diverse omli ggende gemeenten. Gasten verblijven per keer gemiddeld 13 dagen en in totaal gemiddeld 3 weken gedurende het startjaar. Ongeveer 30% van de gasten komt vaker terug, waarbij opvalt dat hoe vaker men komt, hoe korter het verblijf in het Respijthuis is. Ruim driekwart van de gasten is ouder dan 65-jaar. De bezetting is gedurende het eerste jaar omhoog gegaan en ligt de laatste 4 maanden op gemiddeld 70%. De verwachting van het Respijthuis zelf is dat dit het komende jaar naar 80% gaat.
Leren van anderen
6
2.1.3
Financiering
Het Respijthuis kent meerdere financieringsbronn en. Alle gasten hebben een CIZ-indicatie nodig voor tijdelijk verblijf, waardoor het verblijfsdeel uit de AWBZ vergoed wordt. Hiervoor is een zogenaamde “u-bochtconstructie” met een nabijgelegen verpleeghuis ingesteld: zij innen het geld en sluizen dit met goedkeuring van het zorgkantoor door naar het Respijthuis. Zodra mensen thuiszorg ontvangen in het verpleeghuis wordt d it betaald uit het budget. Het Respijthuis in Alkmaar vraagt verder aan gasten een vergoeding van € 40 per dag voor zogenaamde hotelmatige kosten. Daarnaast ontvangt het Respijthuis een exploitatiesubsidie van de gemee nte Alkmaar. Het zorgkantoor zorgt ervoor dat gasten geen (extra verhoging van de) CAK bijdrage hoeven te betalen. Deze kosten draagt het zorgkantoor. Bij het opstarten is naast een startsubsidie van de gemeente Almaar gebruik gemaakt van spo nsoring via fondsen en donateurs. Donaties vonden ook plaats in de vorm van goederen, zoals rollators. De Steunstichting Vrienden van het Respijthuis vervul den hier een belangrijke rol in. Het pand is in eigendom van woningcorporatie Kennemer Wonen en wordt door de Stichting Respijthuis gehuurd. Het is aangekocht en verbouwd in nauwe samenspraak met de Stichting Respijthuis.
2.1.4
Ervaringen van gebruikers
Er is gesproken met drie mantelzorgers bij wie de zorgvrager gebruik heeft gemaakt van het Respijthuis. In de bijlage is een korte typering opgenomen van de mantelzorgrelatie en de zor gachtergrond van de geïnterviewden. Alle geïnterviewden geven aan dat zij en de zorgvragers (zeer) tevreden zijn over het verblijf in het Respijthuis. De volgende aspecten blijken voor gebruikers van groot belang:
De kleinschaligheid, waardoor er veel persoonlijke aandacht is. Men voelt zich hier geen “nummer”. Mantelzorgers voelen zich daardoor minder/niet schuldig om voor zichzelf deze respijt te organiseren. De zorgvrager wordt niet ergens “gestald” maar heeft daar ook een prettig verblijf.
De huiselijkheid die zoveel mogelijk wordt nagestreefd door het Respijthuis, door de inrichting, de schaal, bezoek altijd welkom is, de persoonlijke betrokkenheid en zaken als een wijntje bij de maaltijd, vinden de mantelzorgers en zorgvragers erg belangrijk.
De opgewekte stemming en goede sfeer, waardoor de voorziening een prettige uitstr aling heeft. Volgens de geïnterviewden zijn de vrijwilligers zeer belangrijk hierbij: elk dagdeel komen er weer andere mensen die er zin in hebben en goed gehumeurd zijn. Volgens een geïnterviewde juist omdat het niet hun werk is, maar omdat zij dit vrijwi llig doen.
Alle geïnterviewden vertellen dat het erg fijn is dat zorgvragers mogen kiezen wat er gekookt wordt en dat zij betrokken worden bij kleine klusjes.
De fysieke aspecten van het Respijthuis zijn aantrekkelijk: een ruime eigen kamer (er kunnen zelfs twee personen in verblijven) met computer/internet, TV en muziekinstallatie, een rolstoelgeschikte privé badkamer, de huiselijke en gezellige inrichting van de gemeenschappelijke woonkamer (“smaakvol, bloemen, kaarsen”), de ramen en de tuin die ligt aan een watertje.
De aanwezigheid van een professional vindt men belangrijk, omdat er ook veel desku ndigheid komt kijken bij het reilen en zeilen van het Respijthuis, zoals bij de intake. Daarnaast vindt men het fijn dat de algehele leiding in handen is van een professional.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
7
In vergelijking met een zorghotel waar twee geïnterviewden ook gebruik van hebben gemaakt is de zorg persoonlijker en worden gasten meer betrokken bij de dagelijkse a ctiviteiten en klusjes. De geïnterviewden zijn wel tevreden over de zorg die in het zorghotel wordt geboden, maar na de maaltijd gaat ieder naar zijn eigen kamer. In het Respijthuis is er dan juist de gezelligheid met de vrijwilligers die een activiteit binnen of buitenshuis met gasten kunnen ondernemen. Daarnaast is het Respijthuis voor gasten goedkoper dan een zorghotel.
In de gesprekken is ook gevraagd of het een drempel zou zijn als ook andere typen zorgvragers zoals mensen met dementie of mensen in de laatste fase van hun le ven te gast zouden zijn in het Respijthuis of in een eventuele naastgelegen woning aan het Respijthuis vast. Bij aparte woningen zou dit geen probleem opleveren bij deze geïnterviewden. Ook lichte geheugenproblemen vindt men niet bezwaarlijk in het Respijthuis. Bij zware dementie zien twee geïnterviewden wel problemen voor de aantrekkelijkheid van het Respijthuis. Uit een gesprek komen enkele aandachtspunten naar voren: voor deze gast moest dagelijks de thuiszorg komen, maar deze kwam soms heel laat of helemaal niet, waardoor de gast niet g ewassen en aangekleed was als hij bezoek kreeg. Deze zorg mag niet door vrijwilligers overgenomen worden, maar voor hem was het niet duidelijk wie welke handelingen wel en niet mocht verrichten. Hij bevond zich dan in een situatie waarin er wel veel mensen aanwezig waren, maar die hem niet konden helpen met de dagelijkse zorg. Verder werd een krant gemist. Ook werden de kosten genoemd als aandachtspunt: het is een drempel om er langere tijd gebruik van te maken.
2.1.5
Succes en faalfactoren
Het Respijthuis is na een jaar geëvalueerd en hiervan is een rappo rtage opgesteld. We lichten de belangrijkste punten eruit:
Succesfactor is enthousiast team vrijwilligers;
Kleinschaligheid, huiselijkheid en gastvrijheid van belang;
Ruime eigen kamer en badkamer, prettige inrichting huiskamer;
Draagvlak bij maatschappelijke partners bewerkstelligen om de haalbaarheid te vergroten;
“Herpakcursus” bieden aan mantelzorgers om mantelzorgers de ondersteunen om de situatie thuis anders te organiseren;
Veel aandacht voor vrijwilligers werven, opleiden en begeleiden.
Leerpunt: duidelijke afspraken over bevoegdheden tijdens verbouwing van pand .
2.2
Logeerhuis en hospice In Via te Eindhoven
Deze voorziening is een logeerhuis gecombineerd met hospice. Het staat op een terrein met andere paviljoens met zorgvoorzieningen op het terrein va n Eikenburg, van de internationale religieuze congregatie Broeders van der Liefde. In Via is onderdeel van zorgaanbieder Stichting Sint Annaklooster.
2.2.1
Aanbod
In Via vangt gasten op in een huiselijke en persoonlijke sfeer. Er is plaats voor 13 gasten: 9 re spijtplaatsen en 4 plaatsen palliatieve zorg. De respijtplaatsen zijn bedoeld voor als er te weinig
Leren van anderen
8
mantelzorg aanwezig is bij mensen die uit het ziekenhuis worden ontslagen of ter ontlasting van de thuissituatie. Er is enige flexibiliteit mogelijk in de ve rdeling van het aantal plaatsen over de doelgroepen. Er is plaats voor maximaal 4 gasten palliatieve zorg van buiten Eindhoven. Deze bewoners kunnen hun eigen huisarts niet aanhouden vanwege de afstand en vallen daa rom onder de verantwoordelijkheid van de palliatieve arts verbonden aan het hospice, die maximaal vier gasten kan begeleiden. Gasten hebben op de bovenverdieping een eigen kamer en delen met een andere gast een ba dkamer. Er is een gemeenschappelijke huiskamer met open keuken en receptie op de ben edenverdieping. Familie en vrienden zijn de hele dag welkom. Er is ook gelegenheid om mee te he lpen bij de verzorging, zoals de maaltijdbereiding of persoonlijke verzorging.
2.2.2
Doelgroep
Het combineren van de twee doelgroepen heeft voordelen en nadelen. Hoew el de meeste palliatieve gasten veel/uitsluitend in de eigen kamer verblijven, is er wel contact met andere ga sten en bezoekers. Zij mogen er echt “zijn”. Het overlijden van een gast komt echter wel vaak hard aan bij de andere gasten die na een tijdje weer naar huis gaan. De maximale verblijfduur is drie maanden. Soms loopt dit uit. Als contra-indicatie geldt psychogeriatrische problematiek. Als mensen echter geen dwaalg edrag hebben en onrust geven (b.v. roepen) dan kunnen ze wel terecht bij In Via. Er komen ook gasten uit omliggende gemeenten. Er is bekendheid gegeven aan het logeerhuis en hospice door een fotoboek te maken over de voorziening en deze naar huisartsen, zieke nhuizen en andere verwijzers te sturen.
2.2.3
Financiering
In Via bestaat zes jaar en in 2010 was de bezetting 80%. Mensen hebben een CIZ indicatie nodig voor AWBZ zorg. Er wordt dan “thuis verplaatste” zorg geleverd in het logeerhuis. Daarnaast wordt een indicatie voor huishoudelijke verzorging aangevraagd bij de gemeente. Er is 24 uur per dag een verpleegkundige aanwezig, maar dat wordt niet geheel vergoed vanuit de AWBZ. Mensen betalen een eigen bijdrage voor de geïndiceerde zorg en een eigen bijdrage van € 30 per dag voor het verblijf in In Via. Naast de verpleegkundigen werken er ziekenverz orgenden, zorghulpen en vrijwilligers. Ook is een pastor beschikbaar. De warme maaltijden komen uit de centrale keuken van het broerderhuis. Het hospice trekt meer vrijwilligers dan het logeerhuis. Voor het logeerhuis is er niet elk da gdeel een vrijwilliger beschikbaar. Daarbij is er onder de respijtgasten een zeer wisselende b ehoefte aan activiteiten. Dat is geheel afhankelijk van de wensen van de gasten van dat moment. Er is een wachtlijst die in omvang fluctueert. De respijtplaatsen liggen eigenlijk alti jd vol, aldus de teamleidster. Van te voren reserveren kan en wordt ook meestal gedaan, maar een plaats wordt maximaal 2 tot 3 dagen vrijgehouden om een zo optimaal mogelijk gebruik van de voo rziening te garanderen. Een reservering is daarmee dus geen gega randeerde plek, hoewel crisisplaatsing niet vaak voorkomt.
2.2.4
Succes en faalfactoren
De volgende aspecten zijn worden door de teamleidster aanbevolen: -
Eigen, ruime kamer met televisie
-
Geen bezoektijden hanteren
-
Eigen meubels mee kunnen nemen
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
9
-
Alarmering beschikbaar
-
Gasten kunnen hun kamer afsluiten
-
Een eigen badkamer is prettiger dan delen
-
Geen vloerbedekking i.v.m. incontinentie
-
Eigen keuken hoeft niet. Wel een koelkast en koffie/thee voorziening
-
Computeraansluiting op de kamer
2.3
Logeerhuis De Buren te Rotterdam
Het logeerhuis is een initiatief van de Stichting voor Kerkelijke Sociale Arbeid (KSA). Het wordt gerund door vrijwilligers die de rol van “de buren” overnemen als iemand uit het ziekenhuis komt of het thuis tijdelijk niet meer alleen redt: hulp bij het huishouden, de was, eten koken etc. Het logeerhuis is bedoeld voor mensen die geen mantelzorgers (beschikbaar) hebben.
2.3.1
Aanbod
De aanleiding voor het oprichten van het logeerhuis was de invoering van de Wmo waarbij voor hulp eerst naar het eigen netwerk gekeken wordt. Het logeerhuis is geen zorginstelling, maar positioneert zich als een aanvulling op het bestaa nde aanbod. Vrijwilligers nemen de zorgtaken op zich die anders mantelzorgers zoals familie en buren zouden doen. De wijkverpleging en thuiszorg bi edt de geïndiceerde zorg. Het logeerhuis is gesitueerd in een appartement en heeft plaats voor maximaal vier gasten. Ieder heeft een eigen slaapkamer, en er is een gezamenlijke badkamer en huiskamer. De maximale verblijfsduur is 6 weken. Er wordt naar het logeerhuis verwezen door huisartsen, transferverpleegkundigen, het Alg emeen Maatschappelijk Werk en kerken. Het logeerhuis wordt in principe gerund door 16 vrijwilligers. ’s Ochtends en ’s avonds is een vrijwilliger aanwezig, ’s nachts is er een alarmeringssysteem. Een coördinator, gedetacheerd vanuit een andere organisatie, draagt zorg voor de planning, de intake en het bekend maken van het aanbod van het logeerhuis. Hiervoor verschijnen regelmatig artikelen in streekbladen, is zij actief op zorgmarkten, is geïnterviewd op radio Rijnmond en organiseert zij open dagen. Dit is een continu proces aldus de coördinator. Het inplannen van de vrijwilligers is nogal a rbeidsintensief omdat de “nieuwe vrijwilliger” meestal geen vast dagdeel wil werken, maar per week wil bezien wat het beste uitkomt.
2.3.2
Doelgroep
De meeste gasten komen uit het ziekenhuis. Een deel komt vanuit de thuissituatie. Het zijn mensen die te goed zijn voor een verplegings- of verzorgingshuis, maar geen netwerk (beschikbaar) hebben. De gasten komen uit heel Rotterdam. Er blijkt een jongere doelgroep van het logeerhuis gebruik te maken dan vooraf werd gedacht, er komen vooral mensen tussen de 43 en 68 jaar, met name mannen. Een deel van deze ma nnen kan als “zorgmijder” worden gezien. Als contra-indicatie gelden zeer intensieve zorg, terminale zorg en psychogeriatrische zorg.
Leren van anderen
10
2.3.3
Samenwerking
Het logeerhuis heeft na enige tijd afspraken kunnen maken met een zorginstelling die, via korte lijnen, mensen die teveel zorg nodig blijken te hebben kan opnemen. Voorheen moest het logeerhuis nog wel eens “leuren” met gasten die te zorgbehoevend zijn voor het logeerhuis.Deze organisatie verzorgt meestal ook de thuiszorg die in het logeerhuis wordt geleverd. Dat is pre ttig, want veel verschillende mensen over de vlo er werkt niet fijn en er moet anders elke keer weer veel uitgelegd worden.
2.3.4
Financiering
Het appartement is gekocht door KSA. Voor eventuele thuiszorg is een indicatie nodig. De coö rdinator wordt via een zusterstichting gefinancierd. Gasten betalen een eig en bijdrage van € 10 per persoon per nacht. Verder is een startsubsidie toegekend en is gebruik gemaakt van diverse fondsen. De bezetting is ongeveer 50%.
2.3.5
Succes en faalfactoren
De coördinator formuleert de volgende tips:
Vooraf in de wijk bekend maken dat het logeerhuis er komt en wat het inhoudt, om weerstand bij buren te voorkomen. In Rotterdam waren buren bang dat er daklozen en verslaafden zouden komen, waardoor de vergunningaanvraag met bezwaarprocedure lang heeft geduurd;
Bekendheid geven aan de voorziening om verwijzers te informeren;
Bekendheid geven aan de voorziening om vrijwilligers aan te trekken. Ook goed om dat via vrijwilligersorganisaties te doen: vrijwilligerscentrale, unie van vrijwilligers, maa tschappelijke stages scholen, kerken.
2.4
Logeerhuis Twente te Zenderen
Stichting Logeerhuis Twente is een initiatief geweest van het Steunpunt Informele Zorg. Het logeerhuis is in 2009 als proef gestart en in 2010 verder ontwikkeld. Begin 2011 is echter het faillissement aangevraagd door het bestuur van de stichting.
2.4.1
Aanbod
Het logeerhuis had acht plaatsen en was bedoeld als respijtvoorziening. Mantelzorgers en/of zorgvragers kunnen individueel of samen een tijdje in het logeerhuis verblijven zodat de ma ntelzorger even van de dagelijkse zorg wordt ontl ast. Het logeerhuis stond voor een gezellige en kleinschalige opvang, in een prettige omgeving, vrijwilligers droegen zorg voor een activite itenprogramma en er was een bus beschikbaar voor vervoer. Alle gasten hadden een eigen slaapkamer en badkamer, en er was een gezamelijke woonkamer, een tuin en een aangepaste badkamer voor mensen die rolstoelafhankelijk zijn.
2.4.2
Doelgroep
Er zijn geen contra-indicaties. Eenmaal kon een logeerverblijf niet plaatsvinden, omdat de zor gvrager eigen zuurstof nodig had en het logeerhuis niet voldeed aan de voorschriften van bran dveiligheid.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
11
De overige belangstellenden konden allemaal terecht. Het logeerhuis was in bepaalde perioden gereserveerd voor bepaalde typen zorgvragers, zoals mensen met psychogeriatrische problem atiek. Dit werkte goed, aldus de geïnterviewde betrokkene.
2.4.3
Personele bezetting
Er was een vaste kracht die overdag enkele uren aanwezig was voor het ondersteunen van vri jwilligers, het verzorgen van de intake en om bekendheid te geven aan het logeerhuis. Verder waren er 24 per dag opgeleide vrijwilligers aanwezig. Daarnaast kwam op indicatie de thuiszorg en de wijkverpleging.
2.4.4
Bezetting door gasten
De bezetting was ongeveer 60%, waarbij de verwachting was dat dit door zou groeien naar 80%. Ongeveer tweederde van de gasten waren mantelzorgers en zorgvragers die samen kwamen. Ook kwamen mantelzorgers wel eens alleen. Ongeveer 10% bestond uit zorgvragers die alleen kwamen.
2.4.5
Financiering
De financiering was gebaseerd op: -
Eigen bijdrage van € 125 per dag van mantelzorgers, die dit via de aanvullende zorgverzekering vergoed kregen voor maximaal 3-5 etmalen. De meeste gasten bleven een lang weekend of midweek.
-
Eigen bijdrage van € 125 per dag van zorgvragers. Dit wordt niet vergoed via de aanvu llende verzekering. Alleen zorgverzekeraar Menzis wil dit nu ook via de aanvullende verzekering dekken.
-
Subsidie van gemeenten. Van tien gemeenten werd in totaal € 50.000 bijgedragen.
-
Startsubsidie van de provincie
-
Startsubsidie van het Oranjefonds
Na een succesvolle proefperiode werd het logeerhuis een feit: er bleek een behoefte en de financiering was rond. Op de financiering is het echter toch kort daarna gestruikeld: als gevolg van de financiële crisis zegden veel mantelzorgers hun aanvullende verzekering op, waardoor de basisfinanciering verdween. Daarnaast wilden gemeenten zich vanwege de gevolgen van de financiële crisis zich niet vastleggen op steun aan het logeerhuis. In januari 2011 heeft het b estuur toen faillissement aangevraagd.
2.4.6
Aanbevelingen
Begin met kleine arrangementen voor verschillende doelgroepen, zodat de bezetting hoog is;
Begin klein: huur voor een aantal weekenden per jaar iets af, bij voorkeur met een kookgelegenheid;
Zorg dat je geen zorginstelling wordt.
Leren van anderen
12
2.5
Hospice Kromme Rijnstreek
In maart 2011 opende Hospice Kromme Rijnstreek haar deuren in Houten. Er kunnen vier ga sten verblijven.
2.5.1
Aanbod
Palliatieve zorg met verblijf voor maximaal vier gasten. Gasten hebben de beschikking over een eigen appartement met aangepaste badkamer, hoog/laagbed, tv op de slaapkamer, z itje met o.a. slaapbank zodat familie kan blijven overnachten, keukenblokje, tv in de woonkamer. Daa rnaast is een grote gemeenschappelijke woonkamer met diverse zitjes en open keuken. Ook is er een stilteruimte. Het hospice heeft een prettige, ruime en hui selijke uitstraling en is kleinschalig. De wensen en het welzijn van de gasten staan voorop. Bezoek mag de hele dag blijven, k oken, meehelpen met de verzorging etc. Omdat veel gasten erg ziek zijn is er meestal weinig behoefte aan georganiseerde activiteiten.
2.5.2
Doelgroep
De doelgroep betreft mensen met een terminale aandoening met een levensverwachting van maximaal drie maanden. Ook mensen buiten Houten kunnen verblijven in het hospice: zij va llen dan onder de verantwoordelijkheid van de hospice -arts. Ongeveer de helft van de gasten komt uit Houten zelf. De bezetting is zeer goed: 1 week na opening lag het al vol. Na een half jaar ligt de bezetting op 80-90%. Er zijn geen contraindicaties, ook mensen met psychogeriatrische problematiek zijn welkom. Er zijn voldoende vrijwilligers om zich om hen te bekommeren.
2.5.3
Personele bezetting
Er zijn twee betaalde coördinatoren werkzaam. Bij een volledige bezetting is er ’s nachts en ’s morgens altijd een verpleegkundige aanwezig. Vrijwilligers zijn er 24 uur per dag. Ook de coördinatoren hebben een verpleegkundige achtergrond. Daarnaast wonen (toevalligerwijs) alle verpleegkundigen binnen 10 minuten afstand van het hospice. Ook zijn er 125 daartoe geschoolde vrijwilligers verbonden aan het hospice. Er zijn vrijwilligers vo or het koken, de zorg (ondersteunend aan de verpleegkundige), activiteiten, de tuin, schoonmaak, onderhoud en administratie. Een vrijwilliger verzorgt het rooster en inplannen van de vrijwilligers. De ervaring is dat veel oudere vrijwilligers een vast dagd eel willen, de jongere vrijwilligers niet. De vrijwi lligers varieren in leeftijd van 22 tot 74 jaar. Het aantrekken van vrijwilligers verloopt vrij makkelijk zolang er genoeg ruchtbaarheid aan het hospice wordt gegeven, zoals een advertentie in een plaats elijk krantje, oproep via kerken etc.
2.5.4
Financiering
Alle gasten hebben een indicatie nodig van het CIZ, waardoor het Hospice een vergoeding krijgt vanuit de AWBZ. Daarnaast betalen gasten een eigen bijdrage van € 30 per persoon per dag. Een aanvullende verzekering vergoedt deze eigen bijdrage grotendeels of helemaal. De Stic hting Vrienden en het bestuur vinden het zeer belangrijk dat het hospice voor iedereen toega nkelijk is. Het is nog niet gebeurd dat gasten de eigen bijdrage niet konden financieren, maar het hospice treft in zo’n geval een financiële voorziening met de gast. Door de Stichting Vrienden is veel geld ingezameld, waardoor het pand in eigendom van de stichting kon worden gebouwd. Er rust wel een hypotheek op. Voor de meubels en inrichting hebben veel bedrijven een vriendenprijs gerekend voor het hospice.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
13
2.5.5
Aanbevelingen
Het kleinschalige karakter is van belang om huiselijkheid te bieden. Zodra het voor acht of tien personen is, is huiselijkheid bieden erg moeilijk;
Een praktische indeling, een eigen badkamer, de mogelijkheid om zich met familie terug te trekken op de kamer is van belang;
De “Stichting Vrienden Van het Hospice” heeft een belangrijke rol gespeeld bij de oprichting van het hospice en het inzamelen van middelen voor de aankoop van he t pand. Het zijn mensen die in hun eigen netwerk bronnen aanboren om aandacht, geld en goederen voor het hospice vrij te spelen. Hier komt veel kracht en energie vandaan;
Men heeft zich verkeken op het realiseren van voldoende bergruime. Soms moeten m atrassen en meubels tijdelijk worden opgeslagen. Daarnaast zijn er rolstoelen, rollators etc. die ook veel plek innemen.
Leren van anderen
14
Hoofdstuk 3 Kwantitatieve verkenning van de behoefte De potentiële behoefte wordt in dit hoofdstuk via een vijftal sporen in beeld g ebracht om een zo betrouwbaar mogelijk beeld te krijgen van de omvang van de behoefte en van onderscheiden doelgroepen daarbinnen. Elk spoor wordt afgesloten met een samenvatting.
3.1
Spoor 1: mantelzorgers
3.1.1
Aantal mantelzorgers 3
Uit een landelijke studie blijkt dat 20% van de volwassenen in Nederland mantelzorg biedt langer dan drie maanden en/of meer dan acht uur per week. 42% van deze mantelzorgers biedt zowel langdurig als intensieve hulp. Voor Bunnik en omliggende gemeenten gaat het om ruim 12.500 mantelzorgers. We gaan in het onderzoek uit van deze groep mantelzorgers. Tabel 1 Geraamd aantal mantelzorgersregio Bunnik Bunnik
Houten
Utrechtse Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
Totaal
Intensief en/of langdurig
2.230
7.070
7.650
3.570
9.550
30.070
Intensief en langdurig
940
2.970
3.215
1.500
4.010
12.630
Bron: SCP 2010 en CBS
3.1.2
Kenmerken van mantelzorgers 4
Uit landelijk onderzoek blijkt dat 60% van de mantelzorgers vrouwen betreft. De gemiddelde leeftijd van mantelzorgers is 61 jaar, en de helft van de mantelzorgers bevindt zich in de lee ftijdsgroep tussen de 45 en 65 jaar. Van de mantelzorgers biedt 40% hulp aan ouder/schoonouder, 18% aan partner, 11% aan (stief/pleeg)kind, 15% aan ander familielid en17% aan familie, kennissen, collega of buren. De meeste mantelzorgers bieden begeleiding en emotionele steun of toezicht. Ruim een kwart biedt echter ook persoonlijke verzorging en eveneens ruim een kwart verpleegkundige hulp.
3 4
Mantelzorg uit de doeken, SCP, 2010 Mantelzorg, SCP, 2009.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
15
T a b e l 2 V o r m e n v a n m a n t e l z o r g : w a t v o o r h u lp g e v e n m a n t e lz o rg e rs ? Vorm mantelzorg
Percentage
Emotionele steun/toezicht
83%
Begeleiding bij bezoeken
78%
Huishoudelijke hulp
77%
Administratie
62%
Persoonlijke verzorging
29%
Verpleegkundige hulp
26%
Bron: SCP 2009
3.1.3
Ontvangers van mantelzorg
In 2007 is in een grootschalig onderzoek in Nederland van het SCP aan (ongeveer 2500) mante lzorgers gevraagd aan wie zij mantelzorg verlenen. Daaruit komt het volgende beeld naar voren:
Leeftijd: 18% is 0-39 jaar; 25% is 40-64 jaar; 26% is 65 tot 79 jaar; 31% is 80+.
Geslacht: 65% is vrouw.
Woonsituatie: 26% woont samen met een mantelzorger; 58% helpt iemand die zel fstandig woont (maar niet bij de mantelzorger); de overige 16% van de zorgbehoevenden woont in een tehuis of een wooncomplex.
Mate van beperking: 70% is ernstig fysiek beperkt; 15% is niet alleen te laten; en 41% voortdurend/vaak bedlegerig.
3.1.4
Behoefte aan respijtzorg logeren 5
Uit landelijke cijfers blijkt dat 6% van de mantelzorgers behoefte heeft aan logeeropvang en dat 2% van de mantelzorgers logeeropvang ook daadwerkelijk gebruikt. Behoefte is namelijk wat anders dan feitelijk gebruik. Diverse studies laten zien dat er drempels besta an voor het gebruik van respijtvoorzieningen. Deze drempels zijn onder andere praktische zoals het admin istratief regelen van de respijtzorg (bijvoorbeeld indicatiestelling), drempels bij de mantelzorger (het moeilijk vinden om de zorg uit handen te geven, het aanbod sluit niet aan bij de vraag omdat de setting teveel een zorginstelling is) en drempels bij de verzorgde (niet verzorgd willen worden door iemand anders dan de mantelzorger). Het feitelijk gebruik en daarmee de minimale behoefte wordt op basis van deze kengetallen geschat op ongeveer 20 in Bunnik en 255 voor Bunnik en de regio. De maximale potentiële behoefte is 760 voor de regio. Tabel 3 Geraamde behoefte en gebruik aan logeeropvang Bunnik
Houten
Utrechtse Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
Totaal
Behoefte
55
180
195
90
240
760
Gebruik
20
60
65
30
80
255
Bron: SCP en CBS
5
In het SCP-rapport uit 2009 zijn mantelzorgers geraadpleegd die intensieve zorg verlenen. Wij gaan daa rom uit van de eerder genoemde groep van 12.500 mantelzorgers in de regio Bunnik.
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
16
Het blijkt dat mensen die hun partner verzorgen en/of iemand bij zich in huis hebben meer 6 behoefte aan respijtzorg hebben dan andere mantelzorgers . Uit onderstaande tabel blijkt dat inwonende mantelzorgers gemiddeld de meeste uren zorg verlenen. De groep mantelzorgers die behoefte heeft aan respijtzorg verleent zwaarder en intensiever zorg en voelt zich meer belast. Er is ook vaker een geestelijke aandoening bij de zorgvrager (psychische, psychogeri atrisch, verstandelijke beperking). Tabel 4 Sociale relatie en gemiddeld aantal uren mantelzorg Sociale relatie
Percentage
Gemiddeld aantal uren mantelzorg per week
Partner
18%
45 uur
(schoon)ouders
40%
16 uur
Andere familie
15%
10 uur
Vrienden/kennissen
17%
10 uur
(Stief/pleeg)kind
11%
37 uur
Bron: SCP, 2009 Een andere kwetsbare groep mantelzorgers zijn ouderen. Het blijkt dat tweederde van de mantelzorgers op iemand terug kan vallen, maar bij oudere mantelzorgers geldt dat maar voor 7 28% . De meeste oudere mantelzorgers staat er dus alleen voor. Het aantal oudere mantelzo rgers neemt ook toe: in 2001 was 13% van de mantelzorgers 65 jaar of ouder; in 2008 is hun 8 aandeel gestegen naar 20% .
3.1.5
Effecten van respijt
In recent onderzoek in Den Haag geeft 84% van de mensen die respijtzorg krijgen aan dat men door de respijtzorg de mantelzorg langer vol kan houden (Behoeftepeiling respijtzorg, gemee nte Den Haag, 2011). Het gaat hierbij om verschillende vormen van respijtzorg: binnenshuis en buitenshuis, door professionals en vrijwilligers. Ook de geïnterviewde sleutelfiguren en mantelzorgers zijn van mening dat door respijtzorg mantelzorgers de zorgsituatie langer volhouden, waardoor de zorgvrager langer thuis kan blijven wonen. Een van de mantelzorgers gaf aan dat het zowel voor de mantelzorger als voor de zorgvrager een goede ‘opfrisser’ is. Respijtzorg blijkt dus een betekenisvolle bijdrage te leveren aan het ontlasten v an mantelzorgers.
3.1.6
Huidige situatie en toekomstverwachting
We hebben gezien dat met name de inwonende mantelzorgers het zwaarst belast zijn. Als tweede worden kinderen (met name dochters) genoemd die hun ouders verzorgen en daa r-
6
Behoeftepeiling respijtzorg Den Haag, Gemeente Den Haag/OIV, 2011 Tevredenheidsonderzoek Wmo Gemeente Zoetermeer/SGBO, 2011. 8 Mantelzorg uit de doeken, SCP, 2010. 7
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
17
naast ook werk en een eigen gezin hebben. Een klein deel betreft mantelzorgers die zorgen voor een kind met een verstandelijke beperking. Het merendeel betreft zorgvragers met lich amelijke beperkingen als gevolg van een chronische ziekte of ouderdom en zorgvragers met dementie. Daarnaast komen in de kwalitatieve verkenning in het volgende hoofdstuk ook de me nsen met NAH en psychiatrische problematiek naar voren. Jaarlijks worden er ongeveer 100.00 mensen met NAH ontslagen uit ziekenhuizen. De kwantitatieve behoefte van mensen met ps ychiatrische problematiek is onbekend. De volgende tabel geeft aan dat er in de regio Bunnik naar verwachting bijna tweeduizend huishoudens zijn waarbinnen een bewoner mantelzorg geeft aan een huisgenoot, waarvan bi jna 1.200 oudere huishoudens. Daarnaast zijn er naar verwachting mantelzorgers actief rond bijna 1.400 alleenstaanden met ernstige beperkingen die zelfstandig wonen. In deze cijfers zitten in elk geval de mensen met lichamelijke beperkingen. Bij de paren zal ook een deel mensen met ernstige psychogeriatrische problematiek zijn. Bij alleenstaanden zal het alleen gaan om mensen met lichte psychogeriatrische problematiek en ernstige lichamelijke beperkingen. Tabel 5 Geraamd aantal alleenstaanden/huishoudens met een persoon met een ernstige b eperking bij ADL/HDL in 2011 in de regio Bunnik Leeftijd
Alleenstaanden
Paren/meerpersoonshuishoudens
t/m 24
15
5
25 t/m 34
5
15
35 t/m 44
35
70
45 t/m 54
70
250
55 t/m 64
130
305
65 t/m 74
180
395
75 t/m 84
500
580
85 +
435
205
Totaal
1.370
1.825
Totaal 65+
1.115
1.180
Bron: Pearl prognose CBS/ PBL, bewerking RIGO
Er zijn ongeveer 1.100 alleenstaande ouderen met ernstige beperkingen (zie tabel 5). Rond deze ouderen zullen vermoedelijk veel mantelzorgers actief zijn die risico lopen op overbela sting, onder andere vanwege de combinatie van meerdere (zorg)taken. Bij alleenstaanden zal het aantal mensen met matige en ernstige beperkingen jonger dan 65 jaar licht toe zal nemen tot 2040 (zie bijlage). Voor paren jonger dan 65 jaar geldt dat het aa ntal iets afneemt tot 2040, waarschijnlijk als gevolg van de toenemende individualisering. In de bijlage is een overzicht opgenomen met het aantal personen/huishoudens met een mati ge en ernstige beperking nu en in de toekomst. Bij de ouderen is echter een sterke toename te verwachten, zie figuur 1 en 2. Het aantal allee nstaande 65-plussers met matige/ernstige beperkingen zal sterk toenemen: in 2030 is dat aantal bijna verdubbeld en in 2040 bijna verdrievoudigd. Bij de echtparen is de toename geringer en blijft na 2030 ongeveer gelijk.
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
18
F i g u u r 1 O n t w i k k e l i n g a l l e e n s t a a n d e 6 5 - p lu s s e rs re g io B u n n ik m e t m a t ig e e n e rn s t ig e beperkingen bij ADL/HDL
12000 10000 8000 ernstige beperkingen
6000
matige beperkingen 4000 2000 0 2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040 Bron: Pearl prognose CBS/PBL, bewerking RIGO
F i g u u r 2 O n t w i k k e l i n g e n a a n t a l p a re n 6 5 - p lu s r e g i o B u n n ik m e t m a t ig e e n e rn s t ig e b e p e r kingen bij ADL/HDL
7000 6000 5000 4000 ernstige beperkingen 3000
matige beperkingen
2000 1000 0 2011 2015 2020 2025 2030 2035 2040
3.1.7
Samengevat mantelzorgers
-
Verwacht gebruik logeeropvang op basis van SCP is ongeveer 250. De maximale potentiele behoefte betreft 750.
-
Inwonende mantelzorgers het meest belast, vooral PG, VG en NAH.
-
Kwetsbaar zijn de oudere mantelzorgers omdat een groot deel van hen niemand heeft om op terug te vallen. Het aantal oudere mantelzorgers dat voor een partner zorgt, zal
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
19
snel toenemen. -
Andere risicogroep betreft dochters die ouders verzorgen en dit combineren met b etaald werk en een eigen gezin. Er zijn ongeveer 1.100 oudere alleenstaande zorgvr agers met ernstige beperkingen waar een of meer mantelzorgers actief zijn. Deze groep zorgvragers zal eveneens flink toenemen in de toekomst.
-
Er zijn ruim 1.800 huishoudens waarvan een bewoner ernstige beperkingen heeft bij ADL/HDL, waarvan ongeveer 1.200 65+ huishoudens.
3.2
Spoor 2: zorgvragers
In deze paragraaf gaan we in op de omvang van de potentiële vraag van verschillende doe lgroepen. We onderscheiden de volgende doelgroepen:
Ouderen, uitgesplitst naar ouderen met psychogeriatrische problemen en ouderen met somatische problemen.
Chronisch zieken en lichamelijk gehandicapten.
Mensen met een verstandelijke beperking (IQ lager dan 70).
3.2.1
Ouderen
Er wonen anno 2011 ongeveer 31.000 65-plussers in de regio Bunnik (zie bijlage). Dit aantal neemt toe tot ruim 50.000 in 2040, waarmee de regio in de pas loopt met de landelijke ontwikkeling dat in 2040 25% van de bevolking ouder is dan 65 jaar. In Bunnik zelf is de toename van het aantal ouderen minder sterk als in de regio als totaal. F i g u u r 3 P r o c e n t u e l e o n t w i k k e lin g a a n t a l 6 5 - p lu s s e rs
Bron: CBS, bewerking RIGO
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
20
Figuur 4 Aantal 65 -plussers in 2011
2.780 Bunnik
4.590
10.920
Houten Utrechtse Heuvelrug Wijk bij Duurstede Zeist
10.250
2.820
totaal 31.360
Bron: CBS, bewerking RIGO
Bij ouderen kunnen we een onderscheid maken naar ouderen met psychogeriatrische probl ematiek en ouderen met somatische problematiek. Ouderen die op beide gebieden beperkingen hebben, rekenen wij tot de eerste groep, omdat deze beperking het meest bepalend is voor de mate van zelfstandigheid en het kunnen voeren van de eigen regie. In de bijlage is een raming opgenomen van het aantal dementere nden dat zelfstandig woont, al dan niet met intensieve zorg, nu en in de toekomst in Bunnik en de regio. Hier zien we dat in de regio anno 2011 zo’n 1.800 dementerenden zelfstandig wonen met intensieve zorg aan huis. T a b e l 6 G e s c h a t a a n t a l z e l f s t a n d ig w o n e n d e d e m e n t e re n d e n
Bunnik
Regio Bunnik
Regio Bunnik met intensieve zorg aan huis
2011
240
2.970
1.775
2025
390
4.100
2.450
2040
440
5.515
3.300
Bron: RIGO, op basis van gegevens van het AAK, VWS en SCP In de bijlagen is het geraamde aantal mensen met een beperking bij ADL en HDL opgenomen. De behoefte aan respijtzorg zal vooral aanwezig zijn bij de groepen met de zwaarste beperki ngen, zie tabel 5. Zoals gezegd zal het bij alleenstaanden vooral gaan om lichamelijke problem atiek, omdat bij ernstige beperkingen door psychogeriatrische problematiek men over het alg emeen niet alleen zelfstandig kan wonen. In de regio Bunnik gaat het om ongeveer 1.100 alleenstaande ouderen. Bij de tweepersoonshuishoudens zullen bij de mensen met zwa re beperkingen ook deels dementerenden meegeteld zijn. Het gaat om bijna 1.200 huishoudens in de regio.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
21
Tabel 7 Geraamd aantal huishoudens waarvan minstens een bewoner ernstige beperkingen heeft bij ADL/HDL in Bunnik en de regio Bunnik Alleenstaanden
Paren
Bunnik
regio
Bunnik
regio
25-64 jaar
15
240
50
640
65+
80
1.115
115
1.185
Bron: Pearl prognose CBS/ PBL, bewerking RIGO
3.2.2
Chronisch zieken/mensen met lichamelijke problematiek
In tabel 7 vinden we ook informatie over deze doelgroep. Het gaat hierbij om ongeveer 240 alleenstaanden in de regio en ongeveer 640 paren jonger dan 65 jaar met ernstige beperki ngen.
3.2.3
Mensen met een verstandelijke beperking 9
In Nederland hebben ongeveer 115.000 personen een verstandelijke beperking (IQ < 70) . Iets 10 meer dan de helft daarvan woont in een instelling . Zo’n 3 op de 1000 personen in Nederland heeft een verstandelijke beperking en woont zelfstandig in gezinsverband . We kunnen ervan uitgaan dat deze verhouding ook in de regio Bunnik toepasbaar is. Tabel 8 Geschat aantal personen met een verstandelijke beperking dat in gezinsverband woont in 2011 Bunnik
Regio
45
585 11
Bron: Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2010 , bewerking RIGO
3.2.4
Samenvattend
Onderstaande cijfers zijn een raming en moeten als zodanig gezien worden. Het zijn geen “ha rde” cijfers. Kijkend naar de verschillende doelgroepen zorgvragers is de doelgroep ouderen het grootst in omvang. Er zijn minimaal 3.800 zorgvragers in de regio Bunnik met ernstige/zware beperkingen. Tabel 9 Overzicht geraamde omvang zorgvragers naar doelgroep in de regio Bunnik Alleenstaanden
Paren/meerp. huishoudens
Aantal zelfstandig wonende dementerenden met intensieve zorg
9 10 11
Totaal 1.775
Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2010. Brancherapport gehandicpatenzorg 2010, Kiwa Prismant, 2011. www.nationaalkompas.nl
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
22
Ouderen (65+) totaal met ernstige beperkingen ADL/HDL
1.115 (vooral 12 somatiek )
1.185 (PG en somatiek)
2.300
Chronisch zieken/licham. handicap (65-)met ernstige beperkingen ADL/HDL
240
640
880
Verstandelijke beperking (1Q<70)
585
Geschat totaal
3.800– 4.300
13
Diverse bronnen genoemd in deze paragraaf Deze omvang moet gezien worden als een minimum omdat we bij het bepalen van de omvang uit zijn gegaan van mensen met een ernstige beperking in het dagelijks functioneren. De m ensen die een matige of lichte beperking hebben bij het dagelijks functioneren, zijn in bove nstaande cijfers niet meegenomen.
3.3
Spoor 3: aantal geïndiceerden
Het aantal mensen met een AWBZ-indicatie voor kortdurend verblijf geeft een indicatie van de potentiële behoefte. De verwachting is dat de werkelijke vraag veel hoger ligt. Het afge ven van een indicatie voor een voorziening hangt namelijk samen met de verwachtingen ten aanzien van de aanwezigheid en de kwaliteit van die voorziening ten tijde van de indi catie. Anders gezegd: tijdens het intakegesprek zal de zorgvrager zeggen dat een indicatie voor kortdurend ve rblijf niet nodig is als men denkt er geen gebruik te van te zullen maken omdat het er niet is of niet aan de wensen voldoet. Zo zijn er bijna 1.800 dementerenden die zelfstandig wonen met intensieve zorg aan huis, terwijl er maar 6 mensen uit deze doelgroep geïndiceerd zijn voor kortdurend verblijf. Daarnaast levert een deel van de mantelzorgers zorg aan mensen die (nog) geen AWBZ-zorg ontvangen. Enerzijds gaat het om mensen van wie de zorgvraag ‘te licht’ is voor AWBZ-zorg. Anderzijds gaat het om mensen die nog geen AWBZ -zorg hebben aangevraagd omdat er mantelzorg is. Daardoor is er ook geen indicatie voor kortdurend ver blijf afgegeven. In de regio Bunnik zijn er ruim 200 mensen met een indicatie voor kortdurend verblijf. Bij 7 0% betreft het mensen met een verstandelijke beperking. Hiervoor is ook daadwerkelijk een l ogeeraanbod aanwezig, zie § 3.4.1. T a b e l 1 0 A a n t a l g e ï n d i c e e r d e n v o o r k o r t d u re n d v e r b li j f p e r 1 j u l i 2 0 1 1 Cliëntgroep
Bunnik
Houten
Utrechtse Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
Totaal
Somatiek 0-64 jaar
1
3
5
0
3
12
Somatiek 65 jaar en
1
1
6
1
5
14
12
Zoals reeds eerder vermeld zal het bij de alleenstaanden vooral gaan om mensen met lichamelijke pr oblematiek en om mensen met lichte psychogeriatrische problematiek i.c.m. ernstige lichamelijke beperkingen. De verwachting is dat alleenstaanden die uitsluitend vanwege psychiatrische problematiek er nstig beperkingen hebben bij ADL/HDL niet zelfstandig kunnen wonen. 13 Tussen het aantal zelfstandig wonende dementerenden met intensieve zorg en ouderen (65+) met ernstige beperkingen ADL/HDL zit een overlap, waarvan de omvang niet bekend is. Deze aantallen kunnen dus niet bij elkaar opgeteld worden.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
23
Cliëntgroep
Bunnik
Houten
Utrechtse Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
Totaal
Psychogeriatrie 65 jaar en ouder
0
0
4
1
1
6
Psychiatrie 18 jaar en ouder
0
0
1
2
1
4
Verstandelijk gehandicapten 0-17 jaar
4
35
22
14
45
120
Verstandelijk gehandicapten 18 jaar en ouder
2
3
10
8
5
28
Zintuiglijk gehandicapten
0
2
2
0
1
5
Lichamelijk gehandicapten
1
4
5
6
7
23
Totaal
9
48
55
32
68
212
ouder
Bron: CIZ basisrapportages, 2011
3.3.1
Samengevat aantal indicaties
Het aantal indicaties voor kortdurend verblijf geeft geen goed beeld van de daadwerkelijke behoefte. Het aanbod/ de afwezigheid van het aanbod bepaalt in grote mate de vraag . Mensen vragen geen indicatie aan voor zorg die er niet is of niet voldoet aan de wensen.
3.4
Spoor 4: gebruik huidig aanbod
3.4.1
Het aanbod
Om de behoefte aan een nieuwe logeervoorziening in beeld te brengen is ook geïnventariseerd wat het huidige aanbod is. De resultaten hiervan treft u aan in bijlage 3. Er zijn 30 voorzieningen gevonden die in de regio Bunnik tijdelijk verblijf of logeren bieden , waarvan 17 in Zeist. Onderstaand is een samenvatting weergegeven. Het huidige aanbod aan tijdelijk verblijf/logeervoorzieningen en het gebruik ervan is geïnventariseerd op basis van documentst udie, internet en een (telefonische) ronde langs een selectie van zeven initiatieven. Tabel 11 Overzicht aanbod logeren/tijdelijk verblijf naar gemeente Voorziening
doelgroep
Aantal plaatsen
1. De Kip
Alle
2
2. Bunnichem
Ouderen V&V ZZP 1-4
2
3. De Barrage
Kinderen met een beperking
12
Bunnik
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
24
Houten 4. Meander
Jongeren met ontwikkelingsachterstand of b eperking VG ZZP 2-4
2
5. Hospice Kromme Rijnstreek
Palliatieve zorg
4
6. Loerickerstee
Volwassenen en ouderen, na ziekenhuisopname, respijtzorg, verpleging. In woonzorgcentrum en huisartsenkliniek.
?
7. Zonnehuis
V&V, ZZP 5 - 10
3: 1 PG, 1 som, 1 gingszorg/crisisbed
8. Ridderhof
V&V, ZZP 1-4
1
9. Hospice De Wingerd
Palliatieve zorg
5
10. Beukenstein
V&V, ZZP 1-10
?
11. Sparrenheide
V&V, ZZP 1-4
3 + 28 revalidatie
12. Ewoud en Elisabeth Gasthuis
V&V, ZZP 1-4
2
13. De Boeg
Kinderen en volwassenen met een verst. beperking
6
14. De Wijngaard
Mensen met psychogeriatrische problematiek
2: 1 PG en 1 NAH
15. Zorghotel Sparrenheuvel
Alle ZZP’s
2
16. Zorghotel De Horst
Alle ZZP’s
10
17. Crosestein
Kinderen/jong volwassenen normaal begaafd met stoornis in autistisch spectrum
4
18. Huis 58
Kinderen en volwassenen met een verst. beperking
10
19. De Bonte Villa
Kinderen 4-18 jaar met psychiatrische problematiek en verstandelijke beperking
?
20. De Logeerzolder
Kinderen 4-18 jaar met psychiatrische problematiek en verst. beperking
?
21. Amandelhof
V&V ZZp 1-4
9
Utrechtse Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
25
22. Mirtehof
V&V en palliatieve zorg
7
23. Bovenwegen
V&V, Permanente en kortdurende verpleging
?
24. Hospice Heuvelrug
Palliatieve zorg
6
25. Zonnacare
Palliatieve zorg aan kinderen
3
26. Tuinlaan logeerhuis
Kinderen/jongeren met lichamelijke beperkingen
6
27. Tuinlaan midweek
Jongeren 12-20 jaar met een verst. beperking
?
28. Vredenoord
V&V
2
29. Amerpoort
Logeergezinnen kinderen met een verst. beperking
?
30. Zideris
Logeeropvang kinderen met een verst. beperking
?
Tabel 12 Overzicht logeren/tijdelijk verblijf naar doelgroep doelgroep
Aantal voorzieningen
Aantal plaatsen
verstandelijke beperking
7
Minimaal 30
Kinderen/jongeren lichamelijke beperking
1
6
Kinderen/jongeren psychiatrische problematiek
3
Minimaal 4
Palliatieve zorg
5
21
Ouderen
11
Minimaal 24
Brede doelgroep
3
14
Totaal
30
Minimaal 99
3.4.2
Het gebruik van het aanbod
Via de (telefonische) ronde bij een zevental voorzieningen is ook het gebruik geïnventariseerd. Het beeld dat daaruit naar voren komt is dat het aanbod dat er is ook veel gebruikt wordt. Er worden geen wachtlijsten aangelegd omdat het aanbod van beschikbare capaciteit in de re gio via www.zorgspoor.nl wordt aangeboden, zodat verwijzers hier gericht op kunnen zoeken. De beheerder van deze site heeft de indruk dat het aanbod aan tijdelijk verblijf in de regio krap is vergeleken met de vraag. Er is geen “overbodig” aanbod dat niet gebruikt wordt. Dat is ook de ervaring van de Bunnikse huisarts dr. Reedijk. In noodgevallen lukt het uiteindelijk wel om i emand ergens in de regio tijdelijk op te laten nemen, maar dit is niet makkelijk , aldus de geïnterviewde. Ook voor permanent verblijf bijvoorbeeld voor verpleging en verzorging zijn er ru ime wachttijden: voor zorgcentrum Bunnichem betreft de wachttijd al gauw 2 jaar.
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
26
3.4.3
Samengevat huidig aanbod
Met name in Zeist zijn veel voorzieningen rond logeren /tijdelijk verblijf. Logeren voor kinderen en jongeren met een beperking en palliatieve zorg is een groot aandeel van het totale aanbod. Voor ouderen zijn er veel zorgcentra die ook tijdelijke opname bieden, maar er zijn geen spec ifieke voorzieningen voor tijdelijk verblijf, m.u.v. de zorghotels. Dat geldt ook voor chronisch zieken en mensen met lichamelijke beperkingen. Voor mensen met psychogeriatrische problematiek en NAH zijn er twee logeerplaatsen beschikbaar bij verpleeghuis De Wijngaard dat is georganiseerd via kleinschalig groepswonen, maar hier blijkt nauwelijks vraag naar. Ondanks het ruime aanbod lijkt er geen overcapaciteit aanwezig te zijn: het is vaak niet makkelijk om iemand in de regiogeplaatst te krijgen voor tijdelijk verblijf, zeker niet i n de eigen gemeente. Verder zijn er ook wachtlijsten voor permanent verblijf in de Verpleging en Verzorging.
3.5
Spoor 5: behoefte op basis van ervaringen Alkmaar 14
Ervaringen in het Alkmaarse Respijthuis zijn eveneens een aanknopingspunt om een antwoord te geven op de omvang van de potentiële doelgroep. Herkomst en bezetting De doelgroep van het Respijthuis in Alkmaar betreft mensen met lichamelijke/somatische pr oblematiek. Het blijkt dat de helft van het aantal opnamedagen inwoners uit Alkmaar betreft. De andere helft betreft het bewoners uit 6 omliggende gemeenten. De bezetting is gedurende het jaar omhoog gegaan en ligt de laatste 4 maanden op gemidde ld 70%. De verwachting van het Respijthuis zelf is dat dit het komende jaar naar 80% gaat. Uit het bovenstaande kan afgeleid worden dat op dit moment in Alkmaar zelf een behoefte bestaat aan 2 respijtplaatsen, bij een bezetting van 70%, mogelijk 80%. Mogelijk wordt dit nog meer als het concept nog beter bekend en ingeburgerd is in Alkmaar. In elk geval zal de behoe fte toenemen met de toename van het aantal zorgbehoevenden (ouderen). Verblijfsduur 30% van de gasten in Alkmaar komt (vaker) terug. Gemiddeld verbleef men 13 dagen per keer en 21 dagen per persoon gedurende het hele jaar. Vertaling naar regio Bunnik 1 Voorspelling van de behoefte aan een aanbod dat er (deels) nog niet is, gaat gepaard met enige onzekerheid en de cijfers zijn daarom niet “hard”. Een deel van de onzekerheid is dat het feitelijk gebruik afhangt van de inhoud, vormgeving, bekendheid en kwaliteit van het aanbod. We doen toch een poging: 15
Wanneer we uitgaan van een minimale behoefte aan logeer/respijtzorg voor 255 zorgvragers in de regio Bunnik en de regio en dit vertalen naar het benodigd aantal plaatsen volgens de Alkmaarse ervaringen, krijgen we de volgende rekensom:
14
De gegevens uit deze paragraaf zijn afkomstig uit de rapportage ‘Oprichting Respijthuis Alkmaar’, november 2011 15 Minimaal, want we gaan hier uit van het feitelijk gebruik dat er nu al is. De vraag naar respijtzorg met verblijf/logeeropvang zit hier naar verwachting maar deels in, omdat er voor een deel van de vraag nu nog geen adequaat aanbod is.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
27
16
De ervaringen in Alkmaar laten zien dat een gast gemiddeld drie weken verblijft gedurende het eerste jaar. Ervan uitgaande dat elke gebruiker gemiddeld drie weken gebruik zal maken is er een behoefte aan minimaal 255 zorgvragers x 21 dagen = 5.355 dagen respijt in de vorm van logeren/tijdelijk verblijf. Bij een bezetting van 80% is er dan een minimale behoefte aan 5.355: (365 X 0,8) = 18 plaatsen. Dit gaat om mantelzorgers van alle verschillende groepen zorgvr agers. De totale behoefte is een factor 3 van het gebruik: 18 x 3 = 54. Met een aanbod van m inimaal 99 plaatsen tijdelijk verblijf/logeren is in theorie aan de kwantitatieve behoefte voldaan. Hierbij moet worden opgemerkt dat meer dan de helft van de voorzieningen zich in Zeist bevinden, en Zeist tevens een functie zou kunnen vervullen voor andere omliggende gemeenten. Daarnaast kan het ruime aanbod aan tijdelijk verblijf duid en op een ondercapaciteit van het aantal plaatsen permanent verblijf, waardoor dit als overloop dient voor mensen die op de wachtlijst staan voor permanent verblijf. Dit was bij twee van de zeven benaderde instellingen het geval. Vanuit twee geraadpleegde bronnen ontstaat het beeld dat er geen sprake is van overcapaciteit van het aanbod tijdelijk verblijf in de regio. Vertaling naar regio Bunnik 2 Een andere manier om de ervaringen van het Respijthuis in Alkmaar te vertalen naar andere gemeenten is als volgt. Het Respijthuis in Alkmaar richt zich uitsluitend op mensen met lich amelijke problematiek, zoals chronisch zieken en ouderen met somatische problemen. Omdat het merendeel van de gasten in Alkmaar (77%) bestaat uit 65 -plussers gebruiken we het aantal 65-plussers in Alkmaar om een voorspelling te doen over de potentiële behoefte in de regio Bunnik voor chronisch zieken en mensen met lichamelijke problematiek, waaronder ouderen. Alkmaar heeft bijna 14.000 65-plussers per 1-1-2011, waarmee gezien de ervaringen ongeveer 2 bedden Respijthuis mee bezet kunnen worden. Een grove berekening laat zien dat op basis van de ervaringen in Alkmaar voor de regio Bunnik (ongeveer 31.360 65 -plussers, zie figuur 3) zeker 4 bedden bezet kunnen worden op basis van het Alkmaar se concept, ervan uitgaande dat er geen echt alternatief aanbod bestaat waarmee de doelgroep (deels) bediend wordt. Over 4 jaar (2015) zit het aantal 65-plussers naar verwachting op ruim 35.000 (zie bijlage), waarmee 5 plaatsen “a la Alkmaar” bezet mee kunnen worden.
3.5.1
Vertaling ervaringen Alkmaar samengevat
Er is, gebaseerd op onderzoek door SCP en gebruikservaringen van het Respijthuis in Alkmaar, theoretisch behoefte aan minimaal 18 tot maximaal 54 plaatsen tijdelijk verblijf/logeren in de regio Bunnik. Het aanbod in de regio overtreft deze vraag: er zijn minimaal 99 plaatsen tijd elijk verblijf/logeren. Hierbij kunnen de volgende opmerkingen bij geplaatst worden:
16
-
De meeste capaciteit bevindt zich in Zeist, dat mogelijk een centrumfunctie vervult voor andere omliggende gemeenten;
-
Mogelijk is er een ondercapaciteit voor wat betreft het aantal plaatsen permanent verblijf, waardoor de tijdelijke plaatsen deels worden ingezet als permanente plaa tsen. Hier zijn enkele signalen van ontvangen, maar nog geen uitgebr eid nader onderzoek naar geweest;
-
Een huisarts en de beheerder van de website “Zorgspoor” waar het vrije aanbod aan (tijdelijk) verblijfsplaatsen bekend gemaakt wordt, geven aan dat het aanbod in de r egio niet ruim is t.o.v. de vraag;
-
Puur cijfermatig zou het aanbod “voldoende” moeten/kunnen zijn, rekening houdend
Sommige gasten komen vaker. Per jaar komen gasten gemiddeld 21 dagen, per verblijf is het 13 dagen.
Kwantitatieve verkenning van de behoefte
28
met bovenstaande opmerkingen. Wanneer gekeken wordt naar de mate waarin de i nhoud van het aanbod past bij de kwalitatieve vraag, dan kan er wel een opgave liggen. Dit verkennen we in de volgende paragraaf. Op basis van het aantal 65-plussers in de regio Bunnik kan een Bunnikse versie van het respij thuis vier tot vijf plaatsen vullen wanneer we ervan uitgaan dat er geen geschikt alternatief is. In aantal plaatsen is het aanbod echter wel aanwezig. Het is de vraag of dit aanbod ook kwalitatief gezien een geschikt alternatief is en respijtzorg biedt die laagdrempelig is en een aantrekkelijk, huiselijk karakter heeft.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
29
Hoofdstuk 4 Kwalitatieve verkenning van de behoefte In dit hoofdstuk verkennen we de kwalitatieve behoefte. We gaan na welke mantelzorgers het meest belast zijn en welke mantelzorgers behoefte hebben aan respijt. Daarnaast wordt weergegeven hoe mantelzorgers en sleutelfiguren tegen een logee rhuis aankijken en aan welke voorwaarden een logeerhuis moet voldoen wil men er gebruik van maken. Tot slot is een eerste aanzet gegeven voor de verschillende vo rmen waarin een logeeraanbod gerealiseerd kan worden.
4.1
Behoefte aan respijt
Uit de literatuur en gesprekken met sleutelfiguren komt naar voren dat mantelzorgers die een inwonende zorgvrager hebben het zwaarst belast zijn. Daarnaast is zorgen voor mensen met beperkingen in het geestelijk vermogen over het algemeen zwaarder dan zorgen voor mensen met uitsluitend lichamelijke problematiek. Deze groepen mantelzorgers blijken ook meer be17 hoefte te hebben aan respijt . Ook wordt opgemerkt dat de belasting voor mantelzorgers die voor een terminale zorgvrager zorgen over het algemeen minder ernstig is, omdat het tijdelijk is vergeleken met mantelzorgers die zeer lange tijd voor iemand zorgen. Verder zijn oudere mantelzorgers meer kwetsbaar dan jongere mantelzorgers omdat veel van hen niet op andere mantelzorgers terug kunnen vallen en zij zelf ook eerder aandoeningen of beperkingen hebben dan jongere mantelzorgers. Het “zwaarst belast” is echter niet hetzelfde als “het meest behoefte aan respijt”. Ouderen blijken in verhouding niet meer behoefte te hebben aan respijt dan mantelzorgers van andere leeftijdsgroepen. Tot slot is genoemd dat dochters die voor (schoon)ouders zorgen en dit combineren met de zorg voor een eigen gezin en werk zeer zwaar belast kunnen zijn. In de leeftijdsgroep 33-44 jaar zien we dan ook een wat grotere behoefte aan respijtzorg in de Haagse behoeftepeiling.
4.2
Vormen van respijtzorg
Professionele organisaties en vrijwilligers kunnen tijdelijk mantelzorgtaken overnemen. Dit heet respijtzorg. Respijtzorg richt zich op de zorgvrager, maar is primair bedoeld om de mante lzorger te ontlasten. Daarnaast zijn er verschillende vormen van zorg die als neveneffect respijt voor de mantelzorger hebben. Er zijn verschillende vormen van respijtzorg en zorg die als n eveneffect respijt hebben:
Zorg thuis o
17
Geleverd door professionals. Als de zorgvrager een indicatie voor AWBZ -zorg heeft langer dan drie maanden kan een indicatie voor respijtzorg worden afgegeven. Deze zorg wordt dan in natura of via PGB vergoed vanuit de AWBZ. Een eigen bijdrage AWBZ is verschuldigd.
Behoeftepeiling respijtzorg Den Haag, Gemeente Den Haag/OIV, 2011
Kwalitatieve verkenning van de behoefte
30
o
Door vrijwilligers, bijvoorbeeld vrijwillige thuishulp van Stichting Mantelzorg of vrijwilligers via handen-in-huis. Bij deze laatste hulpvorm neemt een vrijwill iger gedurende minimaal drie etmalen de zorg over van de mantelzorger. Dit wordt meestal geheel vergoed via een aanvullende zorgverzekering.
Zorg buitenshuis o
Dagopvang, dagactiviteiten. Soms is dit gratis, soms is een eigen bijdrage ve rschuldigd. Bij AWBZ-zorg is een indicatie en eigen bijdrage nodig.
o
Logeeropvang/tijdelijk verblijf in een verzorgingshuis, verpleeghuis of zorghotel. De financieringsvormen verschillen (AWBZ, aanvullende verzekering, bekostiging deels of geheel door zorgvrager).
4.3
Onderscheid naar diverse doelgroepen
Uit het onderzoek komen verschillende doelgroepen naar voren. In onderstaand schema zijn ze ingedeeld naar zeven doelgroepen. De groep oudere zorgvragers (5, 6 en 7) neemt in de toekomst toe.
1. chr. zieken, lich. beperking 2. NAH, jong dementerend 653. verstandelijke beperking inwonend
4. ggz 5. lichte PG PG 65+
mantelzorger
6. zware PG 7. somatiek
dochters die taken combineren uitwonend
4.4
Houding tegenover concept logeerhuis
Dit haalbaarheidsonderzoek gaat over zorg buitenshuis waar mensen ook overnachten (bi jvoorbeeld logeeropvang, vakantieopvang) en waar zij tijdelijk kortere of langere tijd kunnen verblijven. Aan mantelzorgers en professionals (huisarts en medewerkers van verschillende stichtingen Mantelzorg) is gevraagd wat zij van een kleinschalig logeerhu is waar vrijwilligers een grote rol spelen vinden.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
31
4.4.1
Mantelzorgers
Er is gesproken met vier mantelzorgers uit de gemeente Bunnik en acht mantelzorgers uit de gemeente Zoetermeer voor een soortgelijk onderzoek. In de bijlage is een korte, geanonim iseerde beschrijving opgenomen van de geïnterviewden. Mantelzorgers van alle typen zorgvragers zijn vertegenwoordigd. Uit de interviews blijkt dat bijna mantelzorgers van al deze ve rschillende groepen zorgvragers de komst van een logeerhuis zouden toejuichen. Slechts een van de geïnterviewde mantelzorgers gaf aan dat inspanningen beter ingezet kunnen worden om bestaande logeervoorzieningen die nu door bezuinigingen dreigen te verdwijnen, te behouden, zoals de zorghotels van het Rode Kruis. Ongeveer de helft van de geïn terviewden heeft ervaring met tijdelijk verblijf of logeren. De ervaringen hiermee zijn wisselend. Over zorghotels is men over het algemeen positief. Over zorgcentra en logeerhuizen lopen de meningen uiteen: van zeer positief tot zeer negatief, en iets ertussenin. Negatieve ervaringen betreffen het gebrek aan flexibiliteit, de bejegening/omgaan met de zorgvrager en de kwaliteit van de geleverde zorg. Over deelname aan dagactiviteiten is enkele malen gezegd dat de zorgvrager zich niet op zijn/haar plek voelt tussen de andere deelnemer vanwege het grote verschil in opleidingsn iveau. De activiteiten die worden geboden is van een zeer laag intellectueel niveau. Vrijwilligers, die veelal een uiteenlopende achtergrond hebben, zouden hierin wellicht mogelijkheden kunnen bieden om aan deze behoefte tegemoet te komen: samen de krant lezen, een wetenscha ppelijk programma bekijken, een gesprek over een bepaalde interesse van de zorgvrager etc. Van de twaalf geïnterviewde mantelzorgers geven tien aan behoefte te hebben d at de zorgvrager binnen een half jaar een keer tijdelijk elders ondergebracht kan worden, zodat de mante lzorger op adem kan komen, zelf op vakantie kan gaan of een noodzakelijke operatie kan onde rgaan. Het concept van een logeerhuis zoals het Respijthuis in Alkmaar spreekt zeer aan: kleinschalig, huiselijk, veel aandacht van vrijwilligers en de opgewekte, lichtvoetige sfeer die vrijwi lligers een dergelijke opvangvoorziening brengen. De meeste mantelzorgers verwachten dat er weerstand bij de zorgvrager zal zijn voor een logeerhuis en dat dat een (grotere of kleinere) drempel is om gebruik te maken van een logeerhuis. Een financiële bijdrage van € 40 per dag is voor de meesten geen drempel om er incidenteel of kortdurend gebruik van te maken. Een mantelzorger gaf aan dat zij nu niet op vakantie “moet” om even op adem te komen, maar dit rustig thuis kan doen als de echtgenoot in een logeerhuis zou verblijven. Nu hoeft de noo dzaak voor een tijdelijk verblijf elders niet aan een vakantie worden “opgehangen”, omdat het voor de zorgvrager ook een prettig verblijf/vakantie is.
4.4.2
Professionals
De geïnterviewde Bunnikse huisarts en de sleutelfiguren staan alle positief tegenover een logeerhuis. Ook zij zijn enthousiast over een logeerhuis dat kleinschalig en huiselijk i s. Alle vier geïnterviewden denken dat hier zeker behoefte aan is. Een geïnterviewde denkt dat dit vooral bij jongere zorgvragers en zorgvragers aanwezig is die (nog) geen zware zorgbehoefte hebben: voor hen is het bestaande aanbod van tijdelijk verblijf i n een zorginstelling wel erg ver van hun bed en daarmee onaantrekkelijk: het is een echte zorginstelling, het is te onpersoonlijk, de andere bewoners zijn zeer zorgbehoevend , er kan een “incontinentielucht ” hangen en de activiteiten sluiten niet aan op hun belevingswereld. Een geïnterviewde geeft wel aan dat mantelzorgers het idee aantrekkelijk zullen vinden, maar om er concreet gebruik van te maken is een stap verder. Ook de anderen wijzen op diverse drempels om gebruik te maken van een logee rhuis, met name bij de zorgvrager die niet weg wil/door iemand anders verzorgd wil worden en bij de mantelzorger om de zorg uit handen te geven (zie § 4.5.4 ). De belangrijkste voorwaarde om drempels weg te nemen is dat het logeerhuis een prettig verblijf voor zorgvragers in het
Kwalitatieve verkenning van de behoefte
32
vooruitzicht stelt en dat tijdens een goede 1 op 1 voorlichting alle angsten en onzekerheden besproken kunnen worden. De geïnterviewden geven aan dat een logeerhuis geschikt is voor zowel zorgvragers met lichamelijke problematiek als zorgvragers met psychogeriatrische pr oblematiek. Ook is er bij sommige mantelzorgers van psychiatrische clienten behoefte aan re spijt, waarvoor een logeerhuis geschikt kan zijn. Bij mantelzorgers van deze groepen zorgvragers bestaat behoefte aan respijt in de vorm van logeren. Het verblijf (“gesloten” maken d.m.v. domotica) en de scholing van vrijwilligers moet wel goed aangepast worden op zorgen voor deze doelgroep.
4.5
Waar moet een logeerhuis aan voldoen?
We hebben verschillende informatiebronnen gebruikt om handvatten te formuleren voor de vormgeving van een logeerhuis: literatuur, gesprekken met mantelzorgers, een groepsgesprek met zorgaanbieders in Zoetermeer en sleutelfiguren. In dit hoofdstuk wordt de doelgroep b esproken, de gewenste uitstraling, drempels en voorwaarden, personele bezetting, draagvlak, de ervaringen in Alkmaar en communicatie.
4.5.1
Doelgroep
Het Respijthuis in Alkmaar richt zich op mensen met l ichamelijke problematiek als gevolg van een chronische ziekte of ouderdom en kent als contra -indicatie psychogeriatrische problemen en zware lichamelijke zorg. Het Respijthuis heeft zo een duidelijk profiel en ook in de praktijk blijkt de gekozen doelgroep goed hanteerbaar voor de vrijwilligers en de grenzen die same nhangen met het gekozen concept. Er blijkt echter wel een vraag te zijn voor logeerrespijtzorg voor mensen met dementie, niet aangeboren hersenletsel (NAH) en psychiatrische problem atiek. Voor kinderen en volwassenen met verstandelijke beperkingen is er over het algemeen in Nederland veel aanbod. Een mantelzorger uit Zoetermeer geeft echter aan dat dit aanbod niet flexibel genoeg is.
4.5.2
Combineren van doelgroepen
Het tegelijkertijd combineren van doelgroepen wordt zowel door professionals als tweederde van de potentiële gebruikers afgeraden. Het gaat hierbij om het combineren van mensen waa rbij de geestelijke vermogens (ernstig) zijn aangetast met mensen waarvan de geestelijke ve rmogens nog (grotendeels) intact zijn. Met name onaangepast gedrag en verlies van decorum zijn uitingsvormen die een negatieve impact hebben voor de uitstraling en aantrekkingskracht van de voorziening op andere gebruikers. Mensen met een lichte/beginnende vorm van deme ntie kunnen wel gecombineerd worden met mensen zonder geheugenproblematiek, aldus de geïnterviewden. Eenderde van de geïnterviewde mantelzorgers vindt het overigens geen pr obleem als deze doelgroepen gecombineerd worden. Wanneer gekozen wordt om het logeerhuis voor meerdere doelgroepen te bestemmen, moet de voorziening moet uiteraard geschikt zijn voor de verschillende typen gebruikers: rolstoe ltoegankelijk voor mensen met lichamelijke problematiek, een beveiliging voor mensen met dementie om te voorkomen dat zij weglopen (b.v. via domotica), het creëren van verschillende kleine hoekjes waar mensen met psychiatrische problematiek zich prettig en veilig voelen etc. Een optie om de voorziening toegankelijk te maken voor verschillende doelgroepen is om het de ene periode voor de ene doelgroep open te stellen en de andere periode voor een andere doelgroep. Nadeel is dan dat de voorziening minder flexibiliteit biedt, wat het weer minder aantrekkelijk maakt voor gebruikers. Een oplossing kan dan het reserveren van één plaats voor
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
33
crisis/noodsituaties zijn. En: vol is vol, anders worden alle plaatsen ‘crisis’. Er is nadrukkelijk ook behoefte om het kunnen reserveren van een plek in het logeerhuis zodat de gegadigde verzekerd is van respijt gedurende een afgesproken period e.
4.5.3
Gewenste uitstraling
Wat maakt een logeerhuis aantrekkelijk? Een logeerhuis moet een prettig verblijf bieden, een soort vakantie en het moet een ‘opgewekte situatie’ zijn om zorgvragers en mantelzorgers over de streep te trekken. Het moet een kleinschalige, gezellige, warme en huiselijke uitstraling hebben. Het moet veilig zijn (bijvoorbeeld domotica) en vooral niet de uitstraling van een i nstelling. “Niet met 15 man om een tafel gaan zitten, dan lijkt het net het verpleeghuis” zo zegt een van de mantelzorgers. ”Het moet gastvrij zijn, geen ophokhuis” aldus een andere mante lzorger. Het koppelen aan een dagvoorziening wordt aantrekkelijk gevonden : het verlaagt de drempel als men al bij de dagvoorziening komt. Hierbij moet wel de kleinschaligheid bewaakt worden. Als het aan andere voorzieningen wordt gekoppeld, bijvoorbeeld een hospice, dan is het van belang dat het logeerhuis een eigen gezicht en eigen ingang heeft. De ideale omvang is vier a vijf plaatsen. Acht plaatsen vinden sommigen al te veel. Het is belangrijk dat er niet teveel prikkels zijn en dat het logeerhuis niet in een drukke omgeving ligt. Er mag (moet) wel een zekere actieve sfeer zijn maar niet een opgewonden sfeer. Ve rder wordt het op prijs gesteld als er ruimte is voor geloofsbeleving, bi jvoorbeeld even stilte bij maaltijd. Verder moet het ook ruimtelijk zijn en geschikt voor het laten verblijven van meerdere mensen die in een rolstoel zitten. Een eigen kamer waar men zich in terug kan trekken en prive -sanitair vindt men belangrijk.
4.5.4
Drempels/voorwaarden 18
Uit een literatuurstudie over respijtzorg blijkt dat er grote behoefte is aan respijtzorg, maar dat men geen (volledig) gebruik maakt van de mogelijkheden van respijtzorg. Redenen zijn onder meer onbekendheid met respijtzorg en de concrete voorzieningen. Verschillende termen voor de voorzieningen bemoeilijkt de herkenbaarheid. Er zijn ook psychologische drempels: gevoelens van angst, onzekerheid en schuld bij mantelzorgers bij het overdragen van de zorg. Praktische drempels zijn de bereikbaarheid, het papier- en regelwerk, de kosten, afstand of vervoer, toegankelijkheid voorziening en flexibiliteit van de instelling. Soms is er specifieke deskundigheid of ervaring nodig rond specifieke zorgvragen. Zo kan de zorgvrager communic atieproblemen hebben, wat extra eisen stelt aan de zorgverlener. Zorgvragers willen vaak ook van niemand anders zorg ontvangen. Tot slot kan er verschil in inzicht zijn tussen mantelzorger en zorgvrager of er überhaupt hulp of toezicht nodig is, waarbij zorgvragers hun ze lfredzaamheid overschatten. Uit de gespreksronde voor dit onderzoek komen de volgende punten naar voren:
18
Emotioneel bij mantelzorger. Schuldgevoelens bij de mantelzorger dat deze de zorgvrager elders laat verblijven wordt als de belangrijkste drempel gezi en. Het is dan ook belangrijk om het logeerhuis een zo aantrekkelijk mogelijke uitstraling te geven. Een van de geïnterviewde sleutelfiguren geeft aan te verwachten dat men in de toekomst met een nieuwe groep mantelzorgers te maken krijgt die meer gewend d e eigen grenzen te bewaken en iets voor zichzelf te vragen.
Literatuurstudie Respijtzorg. Gemeente Den Haag, 2010.
Kwalitatieve verkenning van de behoefte
34
Kwaliteit van de zorg. Een tweede belangrijke drempel bij de mantelzorger is de zorg uit handen geven. Er moet, met name bij de mantelzorgers die intensieve/complexe zorg geven, 24-uurs professionele zorg aanwezig zijn. Daarnaast moet er voldoende vertrouwen zijn dat de zorg ook inderdaad goed wordt uitgevoerd. Uit de gesprekken blijkt dat mantelzorgers daar slechte ervaringen mee hebben. Belangrijk hierin is voor sommigen dat dezelfde professionele zorgverlener als thuis blijft komen. Dat is ook van belang voor mantelzorgers van mensen met dementie die in het logeerhuis bezocht worden door de casemanager. Een andere voorwaarde is een zogenaamde ‘warme overdracht’ van de mantelzorger. Deze zou de eerste dag en eventueel nacht mee kunnen gaan en de zorgverleners en vrijwilligers voor kunnen doen hoe de zorg het beste verleend kan worden.
Weerstand bij de zorgvrager. Veel zorgvragers willen niet door anderen verzorgd worden en/of willen niet naar een respijtvoorziening, zo geven mantelzorgers aan. Het logeerhuis moet daarom een aantrekkelijke uitstraling hebben. Verder kan de huisarts en wellicht ook andere professionele zorgverleners met autoriteit (wijkverpleging, onde rsteuning mantelzorg) hierin een belangrijke rol spelen. Als zij belang van ontlasting van de mantelzorger benadrukken, dan zal er meestal meer draagvlak ontstaan bij de zor gvrager. Het is van belang dat ook anderen dan de mantelzorger de boodschap ove rbrengen dat respijt noodzakelijk is om de zorgvrager zo lang mogelijk thuis te kunnen laten blijven wonen. In sommige gemeenten zijn cursussen voor mantelzorgers ontwi kkeld om zelf grenzen te stellen en tijd voor zichzelf te vragen bij de zorgvrager.
Aanwezigheid vrijwilligers. De aanwezigheid van vrijwilligers vindt men zeer belangrijk, voor de huiselijke uitstraling en voor de begeleiding en aandacht die zij bieden. Een mantelzorger verwacht een sterk normaliserend effect van het omgaan met vrijwi lligers op het gedrag van de zorgvrager die erg lelijk kan doen tegen de mantelzorger: de zorgvrager moet zich – anders dan thuis – wat meer “inhouden” en zal thuis wellicht meer oog hebben voor de positie van de mantelzorger en rekening houden met de mantelzorger. Activiteiten zoals naar buiten gaan, een spelletje doen of een gesprek voeren aan de hand van eigen fotoboeken (PG) wordt als belangrijke voorwaarde gezien voor het g ebruikmaken van het logeerhuis. Een enkele geïnterviewde geeft aan dat de zorgvrager zich liever terugtrekt op de eigen kamer en geen behoefte heeft aan aandacht of gezelschap. Er worden wel vragen gesteld over de deskundigheid van vrijwilligers: weten zij wel goed hoe te handelen in noodsituaties? Kunnen zij omgaan met mensen met dementie, een depressie of iemand die in een psychose zit?
Onaangepast gedrag en psychogeriatrische problematiek bij andere gasten. Dit kan gasten met andersoortige problematiek afschrikken. Zie ook het combineren van doe lgroepen.
Eigen bijdrage. Uit Alkmaar weten we dat een financiële bijdrage een drempel kan zijn voor sommigen. In de interviews met mantelzorgers wordt dat bevestigd. In Alkmaar wordt een eigen bijdrage voor hotelmatige kosten gevraagd van € 40 per dag. De eigen bijdrage AWBZ voor het kortdurend verblijf worden vergoed door het zorgk antoor. Een deel van de mantelzorgers dat is geïnterviewd vindt € 40 per dag veel, maar zegt wel bereid te zijn een financiële bijdrage te leveren. De anderen zeggen dit bedrag er voor over te hebben. Sommigen kiezen wel eerder voor 1 week respijt dan 2 we ken i.v.m. de kosten.
Voorwaarden inrichting. Het logeerhuis moet, naast gezellig, warm en huiselijk, geschikt zijn voor de gebruikers. Voor PG geldt dat de ruimte bijvoorbeeld via domotica
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
35
‘afgesloten’ is. Voor mensen met lichamelijke problematiek geldt d at het volledig rolstoeltoegankelijk moet zijn, dat er de nodige hulpmiddelen aanwezig moeten zijn (pl afondlift, stalift, hooglaagbed met rekken eromheen, ruimte om eigen hulpmiddelen (scootmobiel + oplaadplek) mee te nemen, rollator, rolstoelen, sta op st oelen
Kennismaking/wennen. Het is belangrijk voor zowel mantelzorger als zorgvrager om eerst te kunnen kijken en eventueel te kunnen wennen. Een logeerhuis wordt laagdrempeliger als het gekoppeld wordt aan een dagopvang voor de mensen die gebrui kmaken van deze dagopvang.
Flexibiliteit. Mantelzorgers willen zowel ad hoc van de respijtvoorziening gebruik ku nnen maken als het van te voren kunnen reserveren. Ook is het belangrijk dat het aantal dagen en de begindag niet vastligt, zoals bijvoorbeeld in het Logeerhuis waar een logeerweek van maandag t/m zondag is. Men moet al vanaf 1 nacht gebruik kunnen m aken van het logeerhuis, tot maximaal 6 weken.
Indicatie. In het Respijthuis Alkmaar hebben alle gasten een CIZ indicatie nodig. Een deel van de gasten maakt nog geen gebruik van de AWBZ of Wmo en een dergelijk ind icatietraject is een drempel om gebruik te maken van het Respijthuis.
De ervaringen in het Respijthuis in Alkmaar laten zien dat de drempels vermind eren/verdwijnen als men vaker gebruik maakt van het Respijthuis, m.u.v. het financiële aspect. Dat wordt juist een grotere drempel als men er vaker of gedurende een langere periode gebruik 19 van maakt.
4.6
Varianten logeeraanbod
Uit de gesprekken en de voorbeelden komen verschillende varianten voor een mogeli jk logeeraanbod naar voren. Het onderscheid zich naar vorm, doelgroep en financieringswijze.
4.6.1
Vorm
Te denken valt in elk geval aan de volgende hoofdvarianten:
19
1.
Logeerhuis als stand alone-voorziening, zoals het Respijthuis in Alkmaar.
2.
Logeerhuis koppelen aan andere voorziening. Hierbij kan gedacht worden aan een zorgcentrum, een hospice of dagopvang. In het laatste geval kan dan een verlengde dagopvang worden geboden en is de drempel om van logeren gebruik te maken laag voor de gebruikers van dagopvang.
3.
Respijtfunctie koppelen aan buurtzorgpension/zorghotel met verkeerde bed problem atiek. Hier zal meer nadruk liggen op de aanwezigheid van professionals vanwege inte nsieve zorgverlening. De gebruikers zullen vooral mensen met lichamelijke problematiek zijn. Het voordeel kan zijn dat voor “verkeerde bed problematiek” veel draagvlak aa nwezig is om dit te bekostigen door het zorgkantoor. Daarnaast is een zekere flexibiliteit in capaciteit aantrekkelijk: lege plaatsen kunnen door de andere doelgroep worden b ezet.
4.
Logeerfunctie bij kleinschalige woonvorm (zorginstelling/particulier) . Dit zal bijvoorbeeld voor dementerenden een goede optie kunnen zijn. De voorziening en het personeel is al ingericht op PG. Voor de instelling is het daarnaast aantrekkelijk om lege plaatsen extra aan te bieden voor tijdelijk verblijf. Dit wordt nu ook geboden door de
Bron: Oprichting Respijthuis Alkmaar, rapport 2011.
Kwalitatieve verkenning van de behoefte
36
Wijngaard, overigens met weinig succes. Nader onderzoek is aan te bevelen om te ac hterhalen waardoor dit komt.
4.6.2
Doelgroep
Inhoudelijk kan het zich richten op een doelgroep of meerdere doelgroepen. We onderscheiden dan drie hoofdvarianten: a) Logeerhuis voor een specifieke doelgroep; b) Logeerhuis voor een brede doelgroep. Verschillende typen zorgvragers verblijven teg elijkertijd in het logeerhuis. Bij zeer onaangepast gedrag kunnen speciale respijtweekenden worden georganiseerd voor deze doelgroepen. Daarnaast kan respijt ook thuis worden geboden door vrijwilligers die voor deze doelgroepen zijn opgeleid. c)
4.6.3
Logeerhuis voor een brede doelgroep. Verschillende typen zorgvragers verblijven in afzonderlijke perioden in het logeerhuis. In de perioden dat bepaalde doelgroepen niet terecht kunnen is het alternatief hulp in huis door getrainde vrijwilligers, al dan niet verbonden aan het logeerhuis. Daarnaast kan gekozen worden om een noodplek vrij te houden waar alle mogelijke doelgroepen gebruik van kunnen maken. Financieringswijzen
Op basis van de voorbeeldprojecten zijn de volgende financieringswijzen te onderscheiden . Sommige kunnen dienen als basisfinanciering, andere moete n in combinatie met elkaar ingezet worden: 1.
Via een CIZ indicatie voor kortdurend verblijf (Respijthuis Alkmaar). Dit wordt dan gefinancierd uit de AWBZ. Kortdurend verblijf gaat per 2013 over naar de Wmo;
2.
Via een CIZ indicatie voor persoonlijke verzorging/verpleging. Dit wordt dan gefinancierd uit de AWBZ (Logeerhuis In Via).
3.
Indicatie voor huishoudelijke verzorging, gefinancierd uit de Wmo (Logeerhuis in Via). Dit is niet genoeg voor een basisfinanciering, maar wordt gecombineerd met andere bronnen, zoals 2.
4.
Afzonderlijke financieringsafspraken met het zorgkantoor. Dit wordt aantrekkelijker voor zorgkantoren als er sprake is van een duidelijke besparing, bijvoorbeeld het voorkomen of verkorten van duurdere opnamen, zoals initiatieven die “verkeerde bed prob lematiek” aanpakken: mensen die te lang een duur ziekenhuisbed bezet houden, omdat er geen g eschikt alternatief is om te revalideren. Initiatieven hiervoor zijn bijvoorbeeld buurtzorgpe nsions (www.buurtzorgpension.nl), die naast alternatieve zorg met verblijf voor “verkeerde bed problematiek” ook respijtzorg bieden.
5.
Persoonsgebonden budget: zorgvragers met een CIZ indicatie voor verzorging die kiezen voor een persoonsgebonden budget i.p.v. zorg in natura mogen zelf kiezen waar zij de zorg inkopen. Dat kan ook respijtzorg zijn bij een logeerhuis.
6.
Aanvullende zorgverzekering. Verblijf in een zorghotel wordt meestal deels vergoed via de eigen aanvullende zorgverzekering. Mantelzorgers die meegaan moeten meestal wel zelf betalen. In het voorbeeld van het Logeerhuis Twente werd het verblijf van mantelzorgers juist deels vergoed en dat van zorgvragers niet.
7.
Subsidies, fondsen, sponsoring. Verschillende initiatieven hebben gebruik gemaakt van deze vormen van aanvullende financiering, vooral in de startfase (Hospice Kromme Rij nstreek, Respijthuis Alkmaar).
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
37
Hoofdstuk 5 Financiering In dit hoofdstuk kijken we naar de kosten en de financieringsmogelijkheden voor de exploitatie en de ontwikkeling van een logeerhuis. We gaan hier uit van de meest optimale variant van een stand-alone logeerhuis voor vier gasten, die ieder over een eigen kamer en badkamer beschikken naast de gezamenlijke ruimten.
5.1
Inleiding
In dit hoofdstuk gaan we in op de investerings- en gebruikskosten en de financiering van een logeerhuis. We besluiten met een analyse van mogelijke partners bij de ontwikkeling en gebruik voor de initiatiefnemers van de voorziening. A ls referentie gebruiken we het Respijthuis in Alkmaar en een aantal hospices.
5.2
Programma en investeringskosten
Bij het bepalen van het programma en de investeringskosten gaan we uit van de volgende ui tgangspunten: een logeerhuis dient geschikt te zijn voor mensen die aangewezen zijn op een grote diversiteit aan zorg. Dat kan van lichte tot zware zorg zijn. Zorg die in principe aan huis geleverd kan worden door thuiszorgorganisaties. De zorgvraag van de tijdelijke bewoners stelt hoge eisen aan de inrichting en uitrusting van de voorziening. Zo moeten gangen en deuren moeten voldoende breed zijn en dient het sanitair aangepast te zijn. Voor de benodigde ruimten en bijbehorende oppervlakte bieden de klei n20 schalige woonvoorzieningen een goede referentie. Omdat aan dit type voorzieningen geen oppervlaktenormen meer worden gesteld, grijpen we terug op eerdere referenties van het Co llege Bouw Zorgvoorzieningen uit 2007. Daarin werd uitgegaan van een netto oppervlakte van 45 m² per persoon. Hierin waren alle benodigde privé en gemeenschappelijke ruimten inbegr epen: woonruimten (een privé zit/slaapkamer, sanitair en een gemeenschappelijke huisk amer/keuken), plus personeels- en zorgruimten. Omdat zorgruimten in een logeerhuis niet noodzakelijk zijn, kan hierop mogelijk worden bespaard. Aan de andere kant is de ruimteb ehoefte door de tijdelijke en onregelmatige aanwezigheid van professionele verzorgers en ma ntelzorgers groter. We rekenen daarom op een netto oppervlakte van 50 m ² per logeereenheid. 21
Omgerekend naar bruto vloeroppervlakte komt dit neer op 75 m² per persoon. Dat is 300 m² 22 voor een logeerhuis met 4 plaatsen. Daarop kan eventueel worden bespaard als het logeerhuis fysiek kan aanhaken bij bijvoorbeeld een bestaand zorgcentrum en gemeenschappelijke ruimten kan delen. Ter vergelijk: het Respijthuis Alkmaar heeft een bruto oppervlakte van 310 m².
20
21
22
‘Kleinschalig wonen, grote verschillen. Bouwkundige verschijningsvormen van kleinschalig wonen in de ouderenzorg’, College bouw zorginstellingen, 2007. De omrekenfactor van netto naar bruto oppervlakte is volgens de norm van het College bouw zorginstellingen 1,5. Het Respijthuis Alkmaar (vier logeerplaatsen) heeft een bruto oppervlakte van 310 m².
Financiering
38
Voor een globale indicatie van de investeringskosten van een nieuw logeerhuis hanteren we de kostrennormen uit het TNO-rapport Jaarbeeld Bouwkosten Zorgsector 2010. Exclusief inventariskosten en rentelasten tijdens de bouw stelt TNO de totale investeringskosten op € 2.265 per m² bvo (prijspeil januari 2010, inclusief BTW). Rekening houdend met een bouwtijd van één jaar (en een rentepercentage van 5) en inventarislasten van € 45 per m² bvo, komen de investeringskosten op € 2.350 per m² bvo. Voor een logeerhuis voor 4 personen bekent dat een investering van ruim € 0,7 miljoen inclusief BTW. Ter vergelijking: door Kennemer Wonen is € 1,2 miljoen geïnvesteerd voor het Respijthuis in Alkmaar. Daarbij is een onrendabel genomen van € 0,03 miljoen. De stichting betaalt een huur van € 4.200 per maand. figuur 5 Bouw Respijthuis Alkmaar
bron: www.respijthuis.nl
5.3
Kosten en opbrengsten tijdens het gebruik
We onderscheiden voor een logeerhuis de volgende kostenposten: 1.
Huisvestingskosten (incl. tuin).
2.
Personeelskosten.
3.
Kosten vrijwilligers.
4.
Publiciteit en communicatie.
5.
Kantoor- en algemene kosten.
6.
Afschrijvingskosten inventaris.
Daartegenover staan de volgende baten: 7.
Giften en donaties.
8.
Subsidies.
9.
Bijdragen bewoners.
10. Bijdragen vanuit AWBZ
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
39
11. Bijdragen vanuit de Wmo. In het volgende deel van dit hoofdstuk bespreken we kort de aard van deze kostenposten en geven een globale indicatie van de omvang per jaar. Essentieel daarin is uiteraard het aantal dagen dat de voorziening bezet is, want hoe lager de bezetting is, hoe meer de vaste lasten zullen doorklinken in het financiële resultaat. We gaan voor het eerste jaar uit van een bezetting van 50% en vanaf het tweede jaar van 75%. Bij vier plaatsen komt dit neer op 730 logeerdagen in het eerste jaar en 1.100 vanaf het tweede jaar.
5.3.1
Kosten
Huisvestingskosten In deze raming van de kosten en opbrengsten gaan we uit van een huursituatie en een huurn iveau waarbij door de eigenaar/ontwikkelaar van het logeerhuis een klein onrendabel wordt 23 24 genomen. Bij een investering van € 0,7 miljoen en gemiddelde onderhouds- en beheerlasten komt dat neer op een huurniveau van € 650 per plaats per maand, ofwel € 2.600 per maand voor de gehele voorziening. De kosten voor gas, water en elektra ramen we op € 700 per plaats per jaar.
25
Schoonmaakkosten: € 1.560 per jaar per plaats. Personeelskosten Coördinatoren, 1 fte > totale personeelskosten € 60.000 per jaar. Voeding / verzorging /activiteiten Voor voeding en verzorging: € 20 per dag per bezette plaats. Voor activiteiten rekenen we op € 5 per dag per bezette plaats. Vrijwilligers Het Respijthuis in Alkmaar draait voor een groot deel op de inzet van vrijwilligers. Ook het Logeerhuis De Buren draait bijna uitsluitend op vrijwilligers. Dit zorgt ervoor dat de kosten voor begeleiding van de bewoners beperkt blijven en de exploitatie niet (te) sterk negatief uitvalt. Ook de hospices in ons land worden veel vrijwilligers ingezet voor de verzorging en begeleiding van bewoners. Handen-in-Huis, een landelijk werkende organisatie die zich richt op 24 -uurs vervanging van de vaste mantelzorgers van thuisverblijvende zorgbehoevenden, verstrekt vrijwilligers een vergo eding van € 50 per dag (afhankelijk van ervaring en opleiding). Daarnaast worden de werke lijke e reiskosten op basis van openbaar vervoer 2 klas volledig vergoed. Als onkostenvergoeding voor vrijwilligers rekenen we op € 20 per dag per bezette plaats. Dit bedrag sluit aan bij gemiddelden die we uit de jaarverslagen van enkele hospices herleiden. Publiciteit en communicatie Een nieuw logeerhuis dient een naam op te bouwen. Daarvoor is reclame nodig. Dit zal voor een deel via bestaande kanalen verlopen, maar vraagt zeker de eerste jaren een reservering. 23
24
25
We rekenen op een onrendabel van € 40.000. In de bijlage is een overzicht van de uitgangspunten opgenomen voor de investeringskosten. Er is uitgegaan van de volgende normbedragen per plaats per jaar: onderhoudskosten € 600, beheerkosten € 375 en overige kosten € 150 per jaar. Deze normbedragen zijn gebaseerd op het Respijthuis Alkmaar. Gebaseerd op een gemiddeld energiegebruik (gas, elektra, water) van een eenpersoonshuishouden.
Financiering
40
Kostenpost € 10.000 per jaar in de eerste twee jaar en vervolgens € 5.000 per jaar. Kantoor- en algemene kosten Voor algemene en organisatorische kosten rekenen we op een bedrag van € 20.000 per jaar. Afschrijvingskosten inventaris 26
Voor het afschrijven van de kosten van inventaris rekenen we met een afschrijvingstermijn van vijf jaar. Bij de eerder genoemde initiële investering voor de inventaris van € 90 per m² komt dat neer op een kostenpost van € 2.700 per jaar.
5.3.2
Opbrengsten / financiering logeerhuis
Een logeerhuis is voor de inkomsten aangewezen op de AWBZ of Wmo, eigen bijdragen van de bewoners en op giften van bedrijven en particulieren. AWBZ: kortdurend verblijf Voor verblijf in het Respijthuis Alkmaar is een indicatie van het CIZ nodig. De functie verblijf is bedoeld voor mensen die vanwege een aandoening of beperking niet (meer) thuis kunnen w onen. Opname in een instelling is dan nodig omdat de verzorging thuis te zwaar wordt en familie of vrienden (mantelzorg) die niet meer op kunnen brengen, of omdat iem and door ernstige gedragsproblemen of dementie een gevaar is voor zichzelf en zijn omgeving. In een instelling krijgen ze therapie, bescherming en toezicht. Bij kortdurend verblijf staan centraal:
herstel;
het draaglijk maken van de gevolgen van de aand oening of beperking;
het ontlasten van de mantelzorg.
De AWBZ-vergoeding voor kortdurend verblijf bedraagt in 2011 € 99 per etmaal. In 2011 zijn de regels voor kortdurend verblijf aangescherpt. Beroep op kortdurend verblijf is alleen mogelijk op basis van een afgewogen oordeel of de cliënt behoefte heeft aan zorg met permanent toezicht. Deze nieuwe regelgeving is van toepassing op nieuwe indicaties en heri ndicaties. Een deel van de ouders van jeugdige verzekerden krijgt sinds begin 2011 geen indic atie meer voor kortdurend verblijf voor hun kind en ook andere mantelzorgers geven aan geen indicatie meer te krijgen. Kortdurend verblijf is bedoeld voor verzekerden die zorg nodig he bben met permanent toezicht. Voor het overnemen van ouderlijk toezicht is geen k ortdurend verblijf meer mogelijk. ‘Kortdurend verblijf’ gaat waarschijnlijk in 2013 (overgangsjaar) over naar de Wmo. Dat biedt voor de gemeente kansen om hierin te sturen. Respijtzorg door beroepskrachten kan zowel in een instelling als bij mensen thuis p laatsvinden. Voorbeelden zijn dagopvang, logeerhuizen, zorgboerderijen en professionele respijtzorg thuis. Sommige vormen van vervangende zorg door beroepskrachten worden betaald uit de AWBZ, na een indicatiestelling door het CIZ. Ook is het mogelijk verva ngende zorg in te kopen met een PGB. Vervanging voor een mantelzorger die op vakantie gaat, kan ook in huis worden geleverd door Handen-in-Huis (www.handeninhuis.nl). Dit wordt door veel zorgverzekeringen vergoed via een aanvullende verzekering.
26
In verband met de zorgzwaarte van de bewoners (‘zwaar’) is gerekend met een investering van bijna € 7.000 per kamer. Hiervoor zullen zowel de individuele kamers als de gemeenschappelijke ruimten worden ingericht.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
41
Wmo Zoals gezegd gaat het kortdurend verblijf over naar de Wmo. Daarnaast is ondersteuning van mantelzorgers onderdeel van de Wmo. Dit zijn aanknopingspunten voor gemeenten om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling en exploitatie van een logeerhuis als respijtv oorziening. Bijdragen bewoners voor verblijf Het Respijthuis in Alkmaar vraagt aan de tijdelijke bewoners een vergoeding van € 40 per dag voor zogenaamde hotelmatige kosten. Sommige zorgverzekeraars vergoeden respijtzorg tot een bepaald aantal dagen per jaar of tot een bepaald bedrag. Deze vergoeding komt ten goede aan de ontvanger van de respijtzorg en niet aan de verstrekker daarvan. Zorgverzekeraar Menzis vergoedt als enige tot nu toe ook respijtzorg aan de mantelzorger zelf wanneer deze zelf g ebruik maakt van een respijtvoorziening, zoals een georganiseerde vakantie voor mantelzorgers. Deze vorm van respijtzorg is geen onderdeel van deze haalbaarheidsstudie. Subsidie De hospices in Nederland zijn voor een belangrijk deel afhankelijk van subsidies door de overheid en van donaties en giften van particulieren. De minister voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) stelt jaarlijks een instellingssubsidie beschikbaar voor instellingen die palliatieve terminale zorg verrichten. Voor respijtzorg is deze subsid ie niet beschikbaar.
5.3.3
Exploitatieresultaat
Op basis van de hiervoor beschreven kosten en opbrengsten ramen wij het tekort van het logeerhuis regio Bunnik in het eerste jaar op bijna € 70.000, waarbij we uitgaan van een gemiddelde bezetting van 50% in het eerste jaar. In de daarop volgende jaren is dat tekort circa € 30.000 bij een bezetting van 75% en € 15.000 bij een bezetting van 85%. Dit tekort zal moeten worden opgevangen door giften en donaties of een extra subsidie.
Financiering
42
tabel 13 Indicatie exploitatieresultaat logeerhuis (stand-alone) jaar 1
jaar 2
jaar 3
jaar 4
jaar 5
50%
75%
75%
75%
75%
hui s ves tings kos ten huur pa nd s ervi cekos ten
- 31.500 - 2.400
- 32.100 - 2.500
- 32.800 - 2.500
- 33.400 - 2.600
- 34.100 - 2.600
gebrui ks kos ten ga s , wa ter, el ektra s choonma a k vri jwi l l i gers kos ten voedi ng en verzorgi ng en a ctivi tei ten
- 2.900 - 6.300 - 11.100 - 13.800
- 3.000 - 6.500 - 17.200 - 21.200
- 3.100 - 6.700 - 17.700 - 21.600
- 3.200 - 6.900 - 18.200 - 22.000
- 3.300 - 7.100 - 18.800 - 22.400
pers oneel zorgcoordi na tor publ i ci tei t burea u/orga ni s a tie
- 60.900 - 10.100 - 30.300
- 62.700 - 10.300 - 30.900
- 64.600 - 5.300 - 31.500
- 66.500 - 5.400 - 32.200
- 68.500 - 5.500 - 32.800
- 2.700
- 2.800
- 2.800
- 2.900
- 3.000
Bezetti ng LASTEN
overi g a fs chri jvi ngen totale lasten
- 172.000 - 189.200 - 188.600 - 193.300 - 198.100
BATEN kortdurend verbl i jf a wbz ei gen bi jdra ge gi ften en dona ties
73.000 29.500 PM
111.700 45.100 PM
113.900 46.000 PM
116.200 46.900 PM
118.500 47.900 PM
totale inkomsten
102.500
156.800
159.900
163.100
166.400
saldo inkomsten - uitgaven
- 69.500
- 32.400
- 28.700
- 30.200
- 31.700
Als alternatief van een stand-alone logeerhuis is gekeken naar de mogelijke invloed van twee alternatieven op de jaarlijkse kosten en baten: 1.
aanhaken bij een andere zorgvoorziening;
2.
een stand-alone logeerhuis met acht in plaats van vier plaatsen.
In de volgende tabel is het relatieve effect per kostenpost (lasten en baten) weergegeven op de volgende wijze: ++
sterk positief effect
+
positief effect
O
geen effect
-
negatief effect
--
sterk negatief effect
Indien het logeerhuis aanhaakt bij een bestaande zorgvoorziening zal dit voordeel opleveren in het gebruik van gemeenschappelijke voorzieningen (positief effect op de huisvestingskosten en
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
43
energiekosten). Er zijn ook efficiencyvoordelen te verwachten voor zorgcoördin ator/slaapwacht/vrijwilligers. Een groter logeerhuis zal bij een gelijke bezettingsgraad mogelijk een klein positief effect ku nnen hebben op de inzet van de zorg coördinator, vrijwilligers en algemene bureaukosten. We verwachten niet dat een groter logeerhuis evenredig grote giften en donaties zal opleveren. Per plaats zal dat daardoor een klein verlies opleveren. Het saldo van kosten en baten zal bij meer plaatsen niet noemenswaardig veranderen, maar kan door het grot ere risico van leegstand eerder negatief dan positief uitvallen. Aanhaken bij een bestaande zorgvoorziening verdient uit financieel oogpunt daardoor de voo rkeur. tabel 14 Invloed alternatieven op de kosten en baten logeerhuis (effect per plaats) aanhaken bestaande voorziening
logeerhuis met meer plaatsen
huisvestingskosten huur pand servicekosten
+ O
O O
gebruikskosten gas, water, elektra schoonmaak vrijwilligerskosten voeding en verzorging en activiteiten
+ + + O
O O + O
personeel zorgcoordinator publiciteit bureau/organisatie
+ O +
+ O O
overig afschrijvingen
O
O
totale lasten
+
+/O
O O O
O O -
totale inkomsten
O
O/-
saldo inkomsten - uitgaven
+
O
LASTEN
BATEN kortdurend verblijf awbz eigen bijdrage giften en donaties
Financiering
44
5.4
Kosten en opbrengsten opstartfase
5.4.1
Kostenposten opstarten
In de eerste helft van 2012 kan de gemeente, provincie of andere initiatiefnemer zich nader oriënteren op de kansen en risico’s voor een logeerhuis in de regio Bunnik: wat verklaart het zeer ruime aanbod aan tijdelijk verblijf/logeren in de regio? Is er – kwantitatief gezien – voldoende vraag voor realisatie van een aanvullend aanbod of moet het bestaande aanbod omg evormd worden? Welk draagvlak is er bij zorgaanbieders om een dergelijke voorziening te ste unen? Welke partijen zouden een rol kunnen spelen bij de realisatie van een logeerhuis? Waar zou het logeerhuis eventueel aangehaakt kunnen worden? Zijn er andere mogelijkheden om de behoefte aan logeren voor ouderen, mensen met lichamelijke problematiek, NAH en psychiatr ische problematiek in een kleinschalige, huiselijke setting vorm te geven? Acties: gesprekken met zorgaanbieders, groepsgewijs en individueel, huisartsen bevragen over behoefte in relatie tot aanbod, gesprekken met gemeenten. De inspanning schatten wij in op 15 – 20 dagen. Hiervoor zou een medewerker vrijgesteld kunnen worden of deze capaciteit kan extern ingehuurd worden. Het vrijmaken van interne capaciteit is goedkoper dan extern inh uren. We ramen dit op € 6.000 (intern) tot € 15.000 (extern). Indien blijkt dat er voldoende behoefte blijkt aan een logeerhuis, dan kan in de tweede helft van 2012 gerichter worden gezocht naar initiatiefnemers, locaties en financiering. Deze inspanning ramen wij op 8 dagen (€ 3.000 intern of € 8.000 extern). In 2013 kunnen concrete voorbereidende stappen worden ondernomen voor d e realisatie van een logeerhuis. Het aanstellen van een coördinator ligt voor de hand. De ervaring in Alkmaar laat zien dat deze persoon de handen vol heeft aan allerlei voorbereidende werkzaamheden, in samenspraak met bestuur of stuurgroep: het opstellen van e en ondernemingsplan, een programma van eisen voor het gebouw, een communicatieplan opstellen en uitvoeren , inrichten van het logeerhuis etc. In de opstartfase zal een coördinator gemiddeld 4 dagen per week nodig hebben, waarbij het handig is als deze uren flexibel worden ingezet (sommige weken meer, sommige weken minder). De kosten voor een coördinator (Hbo-niveau) ramen wij op € 50.000. Communicatie is belangrijk om het logeerhuis bekend te krijgen bij verwijzers, mantelzorgers en zorgvragers en potentiële vrijwilligers. Het communicatieplan voorziet in het ontwikkelen van foldermateriaal, het ontwikkelen van een website en contacten leggen met huisartsen, bureaus mantelzorg, thuiszorg, ouderenadviseurs en Wmo afdelingen. Voor de eerste twee jaar wordt hiervoor € 10.000 per jaar gerekend naast de werkzaamheden van de coördinator. Daarnaast is het van belang dat vrijwilligers getraind worden. Hiervoor reserveren wij € 10.000 in het eerste jaar en € 5.000 in de jaren daarna. Tabel 15 Opstartkosten
Omschrijving
In euro’s
Nadere oriëntatie kansen en risico’s
€ 6.000 - € 15.000
Initiatiefnemers, locatie en financiering
€ 3.000 - € 8.000
Coördinator 1 jaar
€ 50.000
Communicatie 1 jaar
€ 10.000
Vrijwilligers trainen
€ 10.000
Totaal
€ 79.000 - € 93.000
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
45
Voor deze opstartkosten kunnen eenmalige (start)subsidies worden aangevraagd bij gemeenten (bijvoorbeeld € 15.000 van grotere gemeenten en € 7.500 van kleinere), provincies en fondsen, zoals het VSB-fonds of het Oranje Fonds. Ook kunnen giften en goederen worden ingezameld, zoals gedaan wordt voor het Respijthuis en het hospice Kromme Rijnstreek door de “Stichting vrienden van ”. Het Respijthuis in Alkmaar mag zich bijvoorbeeld verheugen in bijdragen van bedrijven en particulieren. Verschillende bedrijven en stichtingen droegen bij aan de inrichting van het Respijthuis (financieel of in natura). Belangrijk waren ook de bijdragen van het Oranje Fonds (€ 25.000,- voor het ontwikkelen van een cursus voor vrijwilligers in de respij tzorg en € 40.000,- voor de inrichting van de gemeenschappelijke ruimten). Ook Provincie Noord Holland draagt bij met € 1.500,- subsidie voor PR-activiteiten voor het werven en behouden van vrijwilligers voor het Respijthuis. In deze haalbaarheidsstudie is geen bedrag opgenomen voor giften en donaties. Voor de opstartfase is dit echter wel reëel.
5.5
Mogelijke partners
Voor een logeerhuis ligt samenwerking met een woningcorporatie en een zorginstelling voor de hand. Ook zijn particuliere zorgondernemers mogelijk geïnteresseerd in het opzetten van een logeerhuis. Zoals reeds aangehaald zal het financiële risico van realisatie van een logeerhuis in eigen beheer door een Stichting Logeerhuis te groot zijn. Een woningcorporatie is als professionele vastgoedeigenaar en –beheerder beter in staat dat risico te dragen. Verder liggen er wellicht mogelijkheden om verblijf te koppelen aan voorzieningen die dago pvang of dagactiviteiten bieden, zoals zorgboerderijen. Tijdens de brainstormbijeenkomst in een andere regio bleek dat partners de financiële haalbaarheid en de regelgeving de grootste bedreigingen vinden van de realisatie van een logeerhuis.
5.6
Aandachtspunten bij realisatie
Ervaringen in Alkmaar laten zien dat draagvlak bij kernpartijen noodzakelijk is: bestuu rlijk en ambtelijk bij gemeente, corporatie, zorginstellingen en zorgkantoor.
Zorgvuldig opgezet communicatietraject voor informeren mantelzorgers, verwijzers etc. is van belang.
Respijtzorg in vroeg stadium inzetten voor het meeste rendement. Hier ligt een ro l voor huisartsen en wijkverpleging. Verwachting is dat diagnose dementie steeds eerder g esteld wordt. Mantelzorgers zijn daarom lang en intensief bezig met zorg. Verpleeghuis past pas in de laatste fase.
Crisisbed/noodplek vrijhouden, maar maximeren tot 1 .
Financiering: kansen voor gemeente ivm Wmo. De ervaringen in Alkmaar laten zien dat een indicatiestelling een extra drempel opwerpt. Er zou gekozen kunnen worden voor een toeleiding naar het respijthuis zonder indicatie. Na 1 jaar zou er geëvalueerd om t e kijken of er ‘misbruik’ van wordt gemaakt.
Eigen bijdrage: ook dit is een belangrijke drempel. De mogelijkheden voor een ink omensafhankelijke bijdrage en/of een beroep op de bijzondere bijstand voor zorgvragers die een eigen bijdrage niet of nauwelijks kunnen betalen.
Financiering
46
5.7
Conclusie
Basisfinanciering via de AWBZ lijkt voor de hand te liggen. Er zijn echter wel drempels voor mantelzorgers om een dergelijk indicatietraject in te gaan. Daarnaast gaat de functie kortd urend verblijf naar verwachting in 2013 over naar de gemeenten via de Wmo. Hier ligt dus een belangrijke kans voor de gemeente om hier zelf in te sturen. Een logeerhuis is verder financieel haalbaar indien er, naast inkomsten uit Wmo/AWBZ voor verblijf, met een eigen bijdrage wordt gewerkt en een st ructurele extra subsidie van ongeveer € 15.000 tot € 30.000 wordt verkregen. Het bezettingspercentage is hierbij een belangrijke factor. De financiële haalbaarheid wordt groter als het logeerhuis aan een andere voorziening wordt gekoppeld.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
47
Hoofdstuk 6 Business case In dit hoofdstuk wordt de informatie uit de voorgaande hoofdstukken gebundeld en weergegeven via de principes van een business case. We werken hier een stand-alone logeerhuis met vier plaatsen voor een brede doelgroep uit als meest optimale logeervoorziening voor zorgvragers om mantelzorgers te ontlasten .
6.1
Business opportunity: behoefte en product
6.1.1
Doelstelling: in welke behoefte wordt voorzien?
Met het logeerhuis wordt primair beoogd dat mantelzorgers ontlast worden (respijt krijgen) zodat zij het langer volhouden om mantelzorg te verlenen en de zorgvrager zo lang mogelijk zelfstandig blijft wonen. Omdat er veel drempels zijn voor mantelzorgers èn zorgvragers om gebruik te maken van tijdelijk verblijf in andere voorz ieningen, is de opzet van het logeerhuis zo dat deze drempels zo laag mogelijk zijn om het gebruik ervan te stimuleren. Zo moet het logeerhuis een prettig vakantie/logeeradres zijn voor zorgvragers, zodat zij hier ook een plezi erige tijd hebben.
6.1.2
Product
Het product betreft een kleinschalig logeerhuis met een huiselijke uitstraling, waarbij de beg eleiding grotendeels in handen is van vrijwilligers. De coördinatie is in handen van een professional. Er kunnen maximaal vier gasten verblijven. Elke gast heeft e en ruime eigen slaapkamer en rolstoelgeschikte badkamer. Er is een televisie, computeraansluiting en muziekinstallatie op de eigen kamer. Het hele gebouw voldoet vanzelfsprekend aan hoge eisen van toegankelijkheid. In de gemeenschappelijke woonkamer zijn verschillende zit/eethoeken en is er ruimte om zich alleen of per tweetal wat af te zonderen. Voor mensen met dementie zijn maatregelen getro ffen dat zij niet zomaar de woning kunnen verlaten. Er gaat een pieper af als een gast met g eheugenproblematiek het logeerhuis zonder begeleiding verlaat. De woning is zo ingericht dat dwaalgedrag wordt ontmoedigd (b.v. voordeur zit achter een gordijn). Bij meerdere gasten met geheugenproblematiek wordt het aantal vrijwilligers verhoogd. In deze businesscase gaan we uit van een logeerhuis waar elke twee weken de primaire doelgroep wisselt tussen mensen met lichamelijke problematiek en mensen met psychogeriatrische problematiek en NAH. Een plaats blijft vrij voor nood/crisis. Verder zal er enige flexibiliteit zijn als de verblijfsperiode de “doelgroepperiode” overschrijdt omdat het ontlasten van mantelzorgers de primaire invalshoek is . Gasten met psychiatrische problematiek en gasten met lichte psychogeriatrische problematiek zullen in overleg tijdens een intakegesprek bij een van de primaire doelgroepen worden ingedeeld. Naar verwachting zal een groot deel van hen kunnen aansluiten bij de gasten met lich amelijke problematiek.
Business case
48
6.2
Markt
6.2.1
Ontwikkelingen
De meeste mensen met een beperking willen zo lang mogelijk zelfstandig blijv en wonen. Met de benodigde hulp aan huis van professionals en/of mantelzorgers, aanpassingen in de woning en het gebruik van ambulante zorg zoals dagverzorging in een zorgcentrum wordt verhuizen naar een zorginstelling zo lang mogelijk uitgesteld of voorko men. Het overheidsbeleid is erop ingericht om dit verder te stimuleren, mede omdat vanwege de vergrijzing het aantal zorgvr agers flink zal stijgen. De druk op mantelzorgers neemt door deze ontwikkeling toe. I n de periode 2001 tot 2008 is het aantal overbelaste tot zwaar overbelaste mantelzorgers toegenomen 27 met 50% naar 450.000 . Ook neemt het aantal oudere mantelzorgers toe.
6.2.2
Betrokken partners
Voor de realisatie van een logeerhuis moet er draagvlak zijn in de regio, moet er een initiatief worden genomen en moeten partijen financieel bij willen dragen. Het eerste initiatief is nu genomen door de Wmo raad en daarna overgenomen worden door een particuliere partij of bij een zorginstelling. Particulieren die het voortrouw nemen om een dergelijke voorziening van de grond te krijgen (b.v. Respijthuis Alkmaar, hospice Kromme Rijnstreek) zorgen voor een breed maatschappelijk draagvlak b.v. via een “Stichting vrienden van”. Zij verzorgen binnen hun eigen netwerk een belangrijk deel van de pr bij de opstartfase en weten fondsen aan te boren en op andere wijze geld in te zamelen. Het voordeel van het initiatief bij een zorginstelling is dat er al een organisatie op poten is waaraan dit initiatief aangehaakt kan worden. Er kan wellicht bij een bestaande locatie ruimte vrijgemaakt worden en een coördinator binnen de personeelsformatie vrijgesteld worden voor voorbereidende werkzaamheden. Ondersteuning van mantelzorgers is een van de negen prestatie velden van de Wmo, waarmee de gemeente een logische partner is bij de realisatie van een logeerhuis. Een tweede voor de hand liggende partner is het zorgkantoor, omdat met een logeerhuis duurdere en langere o pnamen in verpleeg- of verzorgingshuizen worden uitgesteld of voorkomen. Het kan voor een actieve betrokkenheid d.m.v. financiering door het zorgkantoor belangrijk zijn om dit effect ook daadwerkelijk aan te tonen. De zorgverzekeraars zijn door mogelijkheden van een (gedeelteli jke) vergoeding via een aanvullende zorgverzekering eveneens een belangrijke partner. Voor een goede bezetting (bekendheid, mond tot mondreclame, voldoende verwijzingen) is draagvlak bij zorgpartners voor een dergelijke voorziening. Huisartsen, wijkverpleging, zorgce ntra, casemanagers en mantelzorgondersteuners moeten het initiatief kennen en overtuigd zijn van de kwaliteit en positief effect op de belasting/belastbaarheid van de mantelzorger.
6.2.3
Klanten
De behoefte aan logeeropvang/tijdelijk verblijf wordt geschat op maximaal 6% van de mantelzorgers op basis van een onderzoek onder mantelzorgers door het SCP. Dit betreft in de regio Bunnik (Bunnik, Houten, Wijk bij Duurstede, Utrechtse Heuvelrug, Zeist) maximaal 54 plaatsen tijdelijke opvang/logeer, verspreid over verschillende doelg roepen (zie paragraaf 3.5) . Er blijkt bij alle onderscheiden doelgroepen behoefte te bestaan aan een logeervoorziening die niet de kenmerken van een zorginstelling heeft: kleinschalig, huiselijk en met veel persoonlijke aa ndacht.
27
Bron: Mantelzorg uit de doeken, SCP, 2010.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
49
6.2.4
Concurrentie
In de regio Bunnik is het aanbod aan tijdelijk verblijf/logeren minstens 99 plaatsen (zie paragraaf 3.4). Daarmee overtreft het aanbod de theoretische vraag. Uit de inventarisatie kwam het beeld naar voren dat dit aanbod echter wel een goede bezetting kent. Hoe kan da t? Er moet worden opgemerkt dat meer dan de helft van de voorzieningen zich in Zeist bevinden, en Zeist tevens een functie zou kunnen vervullen voor andere omliggende gemeenten. In Zeist woont 1/3 van het aantal 65-plussers in de regio Bunnik, dus dat wijst erop dat Zeist een centrumfunctie heeft voor andere gemeenten. Daarnaast kan het ruime aanbod aan tijdelijk verblijf duiden op een ondercapaciteit van het aantal plaatsen permanent verblijf, waardoor dit als overloop dient voor mensen die op de wachtlijst staan voor permanent verblijf. Dit was bij twee van de zeven benaderde instellingen het geval. Nader onderzoek is essentieel om een goed beeld te krijgen van de marktkansen van een mogelijk logeerhuis. In elk geval wordt een kleinschalig logeerhuis als een aantrekkelijk alternatief gezien voor tijdelijk verblijf in een instelling en als een relevante aanvulling op het bestaande aanbod, waardoor andere/meer mantelzorgers wo rden ontlast dan alleen met het reguliere aanbod van tijdelijk verblijf: sommige zor gvragers/mantelzorgers willen geen gebruik maken van het aanbod in een zorginstelling, maar we llicht wel van een kleinschalig logeerhuis. In het bestaande aanbod zijn de logeervoorzieningen voor kinderen/volwassenen met een verstandelijke/lichamelijke/psychiatrische beperking en de hospices over het algemeen kleinsch alig en huiselijk ingericht. Bij hospices werken daarnaast ook veel vrijwilligers, waardoor het aanbod lijkt op een logeerhuis zoals in deze businesscase. De twee zorghotels zijn bij uitstek geschikt ter overbrugging van de afwezigheid van de mantelzorger vanwege vakantie. Gebru ikers zijn meestal tevreden over de kwaliteit van de geboden zorg. Er worden echter geen activ iteiten geboden: na de maaltijd gaan gasten weer naar de eigen kamer, waar is een logeerhuis dan vrijwilligers beschikbaar zijn voor een spelletje, gesprek, wandeling etc. Hiermee onderscheidt het logeerhuis zich van het aanbod van zorghotels. De positionering van een logeerhuis kan als volgt worden samengevat:
24 uur professionele zorg aanwezig
Tijdelijk verblijf zorgcentrum
24 uur professionele zorg aanwezig
Logeerfunctie bij kleinschalige
zorghotel
woonvorm
Vakantie/prettig verblijf
Kleinschalig logeerhuis
Geen instellingssfeer
Huiselijk Geen instellingssfeer
Vrijwilligers: veel aandacht en activiteiten
Business case
50
Het huidige aanbod tijdelijk verblijf voor ouderen is bijna volledig ondergebracht bij zorgcentra en verpleeghuizen. Een groot deel van dit aanbod is gericht op ZZP 1 – 4, waardoor mensen met matige/ernstige psychogeriatrische problematiek hier niet terecht kunnen. Er is een inste lling gericht op revalidatie, een huisartsenkliniek en een kleinschalige woonvoorziening PG die ook een logeermogelijkheid heeft. Deze blijkt nauwelijks gebruikt te worden als logeerplek.
6.3
Ambitie
6.3.1
Korte termijn: tot 2014
2012 kan gebruikt worden als nader oriëntatiejaar: wat verklaart het zeer ruime aanbod aan tijdelijk verblijf/logeren in de regio? Is er – kwantitief gezien – voldoende vraag voor realisatie van een aanvullend aanbod of moet het bestaande aanbod omgevormd worden ? Welk draagvlak is er bij zorgaanbieders om een dergelijke voorziening te steunen? Welke partijen zouden een rol kunnen spelen bij de realisatie van een logeerhuis? Wa ar zou het logeerhuis eventueel aangehaakt kunnen worden? Zijn er andere mogelijkheden om de behoefte aan logeren voor ouderen, mensen met lichamelijke problematiek, NAH en psychiatrische problematiek in een kleinschalige, huiselijke setting vorm te geven? In 2013 kunnen concrete voorbereidende stappen worden ondernomen voor de realisatie van een logeerhuis/uitbreiding logeerfunctie voor andere doelgroepen.
6.3.2
Lange termijn: 2014 tot 2020
Afhankelijk van de uitkomsten van de oriëntatie en het nader onderzoek w ordt deze periode gebruikt om een logeerhuis te realiseren dan wel de logeerfunctie in de regio voor bepaalde doelgroepen uit te breiden en/of om te vormen.
6.4
Maatregelen
Het belangrijkste aandachtspunt dat de ontwikkeling van een logeerhuis in de weg staat is het rondkrijgen van de financiën en wegnemen van de eventuele drempels die dit opwerpt voor het gebruik (indicatie nodig, eigen bijdrage). Er zijn verschillende mogelijkheden om de financiële haalbaarheid te beïnvloeden: 1.
Hoog bezettingspercentage: veel inzet plegen op bekendheid en individuele informatievoorziening. Er kan een groter gebied worden gekozen als “afzetgebied” dan de vijf gemeenten die nu zijn gekozen. Hierop moet dan wel veel inspanning worden gepleegd om het logeerhuis overal bekend te krijgen;
2.
Kostenreductie door af te wijken van optimale kwaliteit, b.v. badkamer per 2 gaste nkamers te delen, minder oppervlakte (niet elke kamer hoeft wellicht rolstoelgeschikt te zijn);
3.
Kostenreductie door het logeerhuis aan een andere voorziening te koppele n;
4.
Lange termijn afspraken met gemeenten en zorgkantoor ;
5.
Incidentele en vaste sponsor(s) vinden, o.a. voor inrichting ;
6.
Verhoging eigen bijdrage.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
51
Verder is het van belang dat er maatschappelijk draagvlak is voor een logeerhuis en dat het initiatief van de Wmo-raad een vervolg krijgt doordat andere partijen het logeerhuis verder gaan ontwikkelen en uitvoeren.
6.5
Risico’s
Het belangrijkste risico’s voor een succesvol gebruik van een logeerhuis is de bezetting. Voor een goede bezetting is het belangrijk dat er veel bekendheid wordt gegeven aan het logeerhuis in alle gemeenten waarvoor het een functie heeft. Dit vraagt veel inspanning. Daarnaast is tijd nodig om een goede naam via mond-tot-mond reclame op te bouwen. Een dergelijke voorziening heeft zeker twee jaar tijd nodig om in een regio van meerdere gemeenten goed bekend te raken en te blijven. Een ander risico is de continuïteit van de financiering vanwege bezuinigi ngen in de zorg en de beperkte financiële ruimte bij gemeenten.
6.6
Uitvoering
Relevante partners zijn gemeenten, zorgkantoor, (particuliere) zorgaanbieders, welzijnsorgan isaties (ouderenadviseur), organisaties die mantelzorgers ondersteunen en vrijwilligersorganis aties. Het verhoogt de haalbaarheid als er draagvlak is bij de maatschappelijke organisaties in de regio, zodat zij de realisatie ervan kunnen steunen en faciliteren, bijvoorbeeld een locatie b eschikbaar stellen, zorg verlenen in het logeerhuis, een coördinator vrijstellen, AWBZ gelden willen innen, vrijwilligers werven, vrijwilligers opleiden, optreden als initiatiefnemer etc. Ook ouderenbonden, kerken en andere organisaties die in contact staan met ouderen en and ere zorgvragers zijn belangrijke netwerkpartners. Voor een goede bekendheid is het belangrijk dat diverse organisaties zich als “ambassadeur” opstellen voor het logeerhuis en de mensen de weg wijzen naar deze voorziening. Alternatieven voor het realiseren van een stand alone logeerhuis zijn:
Logeerhuis aanhaken bij zorgcentrum
Logeerhuis aanhaken bij dagvoorziening (verlengde dagopvang), hospice of andere voorziening
Respijtfunctie koppelen aan buurtzorgpension/zorghotel met verkeerde bed problem atiek. Hier zal meer nadruk liggen op de aanwezigheid van professionals vanwege inte nsieve zorgverlening. De gebruikers zullen vooral mensen met lichamelijke problematiek zijn. Het voordeel kan zijn dat voor “verkeerde bed problematiek” veel draagvlak aa nwezig is om dit te bekostigen door het zorgkantoor. Daarnaast is een zekere flexibiliteit in capaciteit aantrekkelijk: lege plaatsen kunnen door de andere doelgroep worden b ezet.
Logeerfunctie bij kleinschalige woonvorm (zorginstelling/particulier). Dit zal bijvoo rbeeld voor dementerenden een goede optie zijn. De voorziening en het personeel is al ingericht op PG. Voor de instelling is het daarnaast aantrekkelijk om lege plaatsen extra aan te bieden voor tijdelijk verblijf. Dit wordt nu ook geboden door de Wijngaard, ov erigens met weinig succes. Nader onderzoek is aan te bevelen om te achterhalen waa rdoor dit komt.
Respijt bieden los van de voorziening: opgeleide vrijwilligers kunnen respijt bieden in een logeerhuis of bij mensen thuis als het logeerhuis vol zit of wanneer de zorgvrager niet bij de doelgroep van dat moment past;
Business case
52
Regionale coördinatie van respijtzorg, b.v. een respijtpunt o pzetten. Van hieruit wordt de vraag naar het beschikbare aanbod toe geleid en worden eventuele leemten in het aanbod beter zichtbaar.
6.7
Financiën
Het exploitatieresultaat geeft een tekort van €70.000 in het eerste jaar, en de jaren daarna tussen de € 15.000 en € 30.000, afhankelijk van de bezettingsgraad (zie tabel 14 in paragraaf 5.3.3). T a b e l 1 6 I n d i c a t i e e x p l o i t a t i e r e s u lt a a t lo g e e rh u is 4 p la a t s e n ” s t a n d a lo n e ”
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
bezetting
50%
75%
75%
75%
75%
Totale lasten
-172.000
-189.200
-188.600
-193.300
-198.000
Totale inkomsten
102.500
156.800
159.900
163.100
166.400
saldo
-69.500
-32.400
-28.700
-30.200
-31.700
Bovenstaand exploitatieresultaat is gebaseerd op basisinkomsten uit de AWBZ voor kortdurend verblijf en een eigen bijdrage van € 40,- per gast per dag. Er wordt in deze constructie een jaarlijks tekort voorzien. Het tekort kan worden gedekt door giften en donaties en extra subsidie van bijvoorbeeld gemeenten, provincie, zorgverzekeraar of fondsen. Er kan ook gekozen worden om de opzet van het logeerhuis aan te passen zodat de kosten lager zijn (zie 6.4). Het logeerhuis wordt financieel beter haalbaar als het wordt gekoppeld aan een andere voorziening, zoals een zorgcentrum, een dagopvang of een hospice. Voor de opstartfase (ongeveer anderhalf jaar) is ongeveer € 85.000 nodig (zie paragraaf 5.4.1). Financiering kan worden gezocht in startsubsidies van gemeent en, provincie, zorgkantoor en fondsen. Ook zorginstellingen kunnen bijdragen, bijvoorbeeld personele uren beschikbaar ste llen voor nader onderzoek tijdens de oriëntatiefase.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
53
Hoofdstuk 7 Conclusies en aanbevelingen 7.1
Conclusies
De belangrijkste conclusies op een rij: -
Er zijn, naast de grote hoeveelheid van logeermogelijkheden voor mensen met een ve rstandelijke beperking, enkele voorbeelden van kleinschalige logeeropvang in Nederland voor met name mensen met lichamelijke problematiek ;
-
Er is een kwalitatieve behoefte aan kleinschalige, huiselijke logeeropvang vanuit de verschillende doelgroepen. Kleinschaligheid, huiselijkheid en werken met geschoolde vrijwilligers i.c.m. een professionele coördinator is een concept dat mantelzorgers e n zorgvragers aanspreekt ;
-
Het tegelijkertijd combineren van doelgroepen in een logeerhuis werpt voor een mee rderheid van de potentiele gebruikers drempels op. Beter is om het logeerhuis bepaalde perioden te bestemmen voor afzonderlijke doelgroepen, eventu eel in combinatie met een noodbed dat voor iedereen beschikbaar is. In de tussentijd kunnen vrijwilligers ook thuis respijtzorg geven.
-
Er is een ruim aanbod aan tijdelijk verblijf/logeren aanwezig in de regio. Het beeld is echter dat er geen “overcapaciteit” aanwezig is. Voor volwassenen is dit aanbod meestal niet kleinschalig, maar verbonden aan een traditionele zorginstelling;
-
Wanneer gekozen wordt voor de (vanuit de zorgvrager en mantelzorger gezien) meest optimale logeervoorziening van een stand-alone logeerhuis, zijn extra structurele inkomsten nodig van € 15.000 tot €30.000 per jaar. Het tekort wordt lager wanneer de bezetting hoger wordt of de kosten dalen, bijvoorbeeld wanneer het logeerhuis aan een andere voorziening wordt gekoppeld of wanneer geko zen wordt voor een soberder invulling.
7.2
Aanbevelingen
Voor het komende jaar zou een verder oriëntatie plaats moeten vinden:
Nader onderzoek naar gebruik huidig aanbod is raadzaam. Wanneer bepaald aanbod weinig wordt gebruikt dan zou gekozen kunnen worden voor omvorming van dat aanbod naar een logeerhuis;
Draagvlak bij zorgaanbieders en andere samenwerkingspartners zou onderzocht moeten worden, waarbij ook mogelijke andere logeerinitiatieven worden geïnventariseerd. Afhankelijk daarvan kan een keuze worden gemaakt voor een doelgroep of juist niet;
Financiële haalbaarheid: de overgang van kortdurend verblijf naar de Wmo is aanle iding om met de gemeenten te praten over hun mogelijke rol. Daarnaast ligt er – wanneer gekozen wordt voor een stand-alone logeerhuis - een structureel gekort van € 15.000 tot € 30.000 dat moet worden opgevangen. Fondsen, zorgverzekeraar en pr ovincie zijn mogelijke aanvullende financiers.
Conclusies en aanbevelingen
54
Het is raadzaam om parallel aan een verdere verkenning van de haalbaarheid van een logeerhuis ook de alternatieven te verkennen, zoals een respijtpunt, het uitbreiden van bestaande (kleinschalige) voorzieningen met een logeerfunctie en het koppelen van een logeerhuis aan andere voorzieningen.
Uit het onderzoek komen ook diverse aanbevelingen naar voren rondom de realisatie van een logeerhuis. We noemen hier de belangrijkste:
Aantrekkelijker uitstraling logeerhuis, inrichting op aanpassen, buitenruimte, rustige omgeving;
Eigen (ruime) kamer en badkamer;
Geen bezoektijden hanteren;
Communicatietraject tijdig inzetten voor werving vrijwilligers en logees;
Eén op één gesprekken om drempels weg te nemen;
Trainen van vrijwilligers;
Mogelijkheid wennen, open dag en warme overdracht van belang;
Liefst eigen zorgverlener meenemen;
Buurt informeren voor draagvlak en voorkomen van tijdrovende bezwaarprocedures;
Een Stichting Vrienden Van kan voor veel draagvlak en sponsoring zorgen . Belangrijk is dus om initiatiefnemers te vinden die zich hierbij betrokken voelen en zich als amba ssadeurs in willen zetten;
Bevoegdheden rond eventuele verbouwing goed regelen;
Zorgen dat logeren voor iedereen financieel haalbaar is. Voor mensen die het niet ku nnen betalen regeling treffen bijvoorbeeld via bijzondere bijstand.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
Bijlagen
57
Bijlage 1 Aantal personen/huishoudens met beperkingen Introtekst T a b e l 1 7 A a n t a l i n w o n e r s n a a r le e f t i j d r e g io B u n n i k , 2 0 1 1
Utrechtse 2011
Bunnik
Houten
Heuvelrug
Wijk bij Duurstede
Zeist
< 25
4.284
16.590
14.033
7.145
17.979
25-45
3.020
12.451
10.002
5.553
14.888
45-65
4.353
14.308
14.438
7.601
17.033
65-85
2.520
4.021
8.705
2.580
9.170
85 eo
260
565
1.548
236
1.754
Totaal
14.437
47.935
48.726
23.115
60.824
Bron: CBS, bewerking RIGO
T a b e l 1 8 P e r c e n t a g e i n w o n e r s n a a r le e f t i j d r e g io B u n n ik , 2 0 1 1 - 2 0 4 0
Regio
2011
2015
2020
2025
2030
2035
2040
< 25
31%
31%
29%
29%
29%
30%
31%
25-45
24%
22%
22%
23%
24%
24%
23%
45-65
30%
29%
29%
26%
23%
21%
21%
65-85
14%
16%
17%
20%
21%
22%
21%
85 eo
2%
2%
2%
3%
3%
4%
4%
Totaal
195.000
198.100
201.300
203.200
205.800
207.600
206.500
Bron: CBS, bewerking RIGO
T a b e l 1 9 P e r c e n t a g e i n w o n e r s n a a r le e f t i j d B u n n ik , 2 0 1 1 - 2 0 4 0
2011
2015
2020
2025
2030
2035
2040
< 25
30%
28%
27%
25%
26%
28%
29%
25-45
21%
19%
20%
23%
26%
27%
25%
45-65
30%
30%
29%
26%
21%
19%
19%
65-85
17%
19%
20%
21%
22%
22%
21%
85 eo
2%
3%
3%
5%
5%
4%
5%
Totaal 14.500 14.100 14.300 14.600 15.100 15.600 15.400 Bron: CBS, bewerking RIGO
Conclusies en aanbevelingen
58
Tabel 20 Aantal alleenstaanden in regio Bunnik met matige en ernstige beperkingen bij ADL/HDL
matig beperkingen t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 t/m 84 85 t/m hi 65+
2011 50 75 125 360 510 620 1.405 935 2.960
2015 55 75 115 390 560 730 1.435 1.060 3.225
2020 55 80 110 395 650 855 1.625 1.205 3.685
2025 60 80 120 380 715 975 2.145 1.430 4.550
2030 55 85 130 365 730 1.160 2.655 1.755 5.570
2035 55 95 135 395 705 1.335 3.140 2.445 6.920
2040 60 95 145 415 675 1.435 3.795 2.980 8.210
ernstige beperkingen t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 t/m 84 85 t/m hi 65+
2011 15 5 35 70 130 180 500 435 1.115
2015 15 5 35 80 145 210 510 490 1.210
2020 15 5 30 80 170 245 580 555 1.380
2025 20 5 35 75 185 280 765 660 1.705
2030 20 5 35 75 190 335 945 810 2.090
2035 20 5 40 80 180 385 1.120 1.130 2.635
2040 20 5 40 85 175 415 1.355 1.380 3.150
Bron: Pearl prognose CBS/PBL, bewerking RIGO
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
59
Tabel 21 Aantal huishoudens/echtparen in regio Bunnik waarvan minimaal een bewoner matige of ernstige beperkingen heeft bij ADL/HDL
matig beperkingen t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 t/m 84 85 t/m hi 65+
2011 20 165 490 1.065 1.300 1.140 1.050 305 2.495
2015 20 160 425 1.045 1.310 1.390 1.110 345 2.845
2020 20 160 375 985 1.405 1.575 1.235 380 3.190
2025 20 155 375 865 1.415 1.665 1.525 415 3.605
2030 20 155 375 785 1.350 1.795 1.670 465 3.930
2035 20 165 365 795 1.210 1.795 1.750 575 4.120
2040 20 165 375 815 1.140 1.705 1.865 610 4.180
ernstige beperkingen t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 44 45 t/m 54 55 t/m 64 65 t/m 74 75 t/m 84 85 t/m hi 65+
2011 5 15 70 250 305 395 580 205 1.180
2015 5 15 60 245 305 480 615 235 1.330
2020 5 15 50 230 330 545 685 260 1.490
2025 5 15 50 205 330 575 845 285 1.705
2030 5 15 50 185 315 620 925 315 1.860
2035 5 15 50 190 285 620 970 395 1.985
2040 5 15 50 190 265 590 1.035 415 2.040
Bron: Pearl prognose CBS/PBL, bewerking RIGO
Conclusies en aanbevelingen
60
Tabel 22 Raming zorgbehoefte 65+ers in Bunnik, 2011-2040
Bunnik, 65+ers 24-uurs zorg totaal psychisch somatisch zorg op afroep totaal dementerend somatisch dementerend totaal zelfstandig met intensieve zorg
2011 95 50 50 195 80 115 240 145
2015 120 60 60 230 90 140 280 170
2020 145 75 70 265 105 165 330 195
2025 185 95 85 315 115 200 390 235
2030 190 100 90 325 120 205 405 240
2035 195 100 95 345 130 215 430 260
2040 205 110 95 350 130 225 440 265
Bron: RIGO, op basis van gegevens van het AAK, VWS en SCP
Tabel 23 Raming zorgbehoefte 65+ers in de regio Bunnik, 2011-2040
Regio, 65+ers 24-uurs zorg
zorg op afroep
dementerend zelfstandig
totaal psychisch somatisch totaal dementerend somatisch totaal met intensieve zorg
2011 1.305 670 635 2.405 930 1.490 2.970 1.775
Bron: RIGO, op basis van gegevens van het AAK, VWS en SCP
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
2015 1.340 680 660 2.545 980 1.575 3.080 1.845
2020 1.495 755 740 2.895 1.130 1.770 3.500 2.090
2025 1.750 885 860 3.345 1.325 2.030 4.100 2.450
2030 2.010 1.025 990 3.770 1.495 2.285 4.670 2.795
2035 2.277 1.173 1.104 4.150 1.617 2.544 5.177 3.095
2040 2.480 1.290 1.190 4.370 1.680 2.700 5.515 3.300
61
Bijlage 2 Geraadpleegde personen Contactpersonen voorbeeldprojecten Mia Bronder, logeerhuis De Buren te Rotterdam Marcel Garritsen, Steunpunt Informele Zorg (Stichting Logeerhuis Twente Ans Geurts, coördinator hospice Kromme Rijnstreek Mirjam Struik, teamleider logeerhuis en hospice In Via te Eindhoven Simone Schmidt en Karel Zwarenstein, respectievelijk coördinator en vrijwilliger Respijthuis Alkmaar
Sleutelfiguren Els Ingelse, Steunpunt Mantelzorg Nieuwegein Wicorel Koning, Stichting Rondom Mantelzorg Anja Parijs, Steunpunt Mantelzorg Bunnik Truus Oud, directeur mantelzorgcentrum te Heiloo Overige professionals Mw. Reedijk, huisarts te Bunnik Peter de Roeck, ZorgSpoor
Mantelzorgers Gemeente Bunnik:
Vrouw, 69 jaar, zorgt voor haar 65-jarige man met MS en urinestoma. Man is ernstig verlamd;
Vrouw, 75 jaar, zorgt voor haar 80-jarige man met schizofrenie. Man kan in paniek raken en wordt ook wat vergeetachtig;
Vrouw, 72 jaar, zorgt voor haar 82-jarige man die tweemaal een herseninfarct heeft gehad. Man kan niet goed lopen en langer staan, valt snel;
Vrouw, 77 jaar, zorgt voor haar 83-jarige man, die 30 jaar geleden een hartinfarct heeft gehad, 20 jaar geleden een herseninfarct en sindsdien depressief is. De depressie is het meest bepalend voor de zorgvraag.
Mantelzorgers bij wie de zorgvrager gebruik heeft gemaakt van het Respijthuis in Alkmaar:
Vrouw die voor haar ouders zorgt. Ouders zijn 75+ en hebben samen twee weken in het Respijthuis geweest. Ouders hadden beide door valincidenten breuken opgelopen. Daarnaast is een van de ouders licht dementerend. In dezelfde tijd raakte echtgenoot van mantelzorger diverse malen in coma vanwege diabetes. De mantelzorger werkt vier dagen en past een dag op een kleinkind;
Conclusies en aanbevelingen
62
Vrouw die voor haar echtgenoot zorgt. Echtgenoot heeft MS en heeft veel zorg nodig, en kan maximaal 3 uur alleen zijn. De mantelzorger heeft ook lichamelijke beperkingen door reumatische artritis en een aandoening aan de pols. Man is vier maal in het Respijthuis geweest, variërend van een weekend tot een week, zodat de mantelzorger thuis op adem kon komen;
Vrouw die voor haar echtgenoot zorgt. Echtgenoot heeft diverse hersenbloedingen g ehad en is rechtszijdig verlamd. Echtgenoot is een week in het Respijthuis geweest, zodat de mantelzorger een dochter in het buitenland kon bezoeken.
Gemeente Zoetermeer:
Vrouw, 72 jaar, verzorgt haar 75-jarige man die een ruggemergziekte heeft, volledig ro lstoelafhankelijk.
Vrouw, 60 jaar, verzorgt haar 64-jarige man met MS, volledig rolstoelafhankelijk.
Vrouw, 56 jaar, verzorgt haar man met CVA, vo lledig rolstoelafhankelijk.
Vrouw, 45 jaar, verzorgt haar meervoudig complex gehandicapte dochter van 17 jaar
Vrouw, 65+, verzorgt haar 81-jarige man met dementie.
Man, 84 jaar, verzorgt zijn 80-jarige vrouw met dementie
Man, 65 +, verzorgt zijn vrouw die de ziekte van Parkinson heeft
Man, 50-, verzorgt zijn vrouw (50-) die de ziekte van Alzheimer heeft
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
63
Bijlage 3 Aanbod logeren/tijdelijk verblijf 3.1
Bunnik
3.1.1 Logeerhuis de Kip, Werkhoven
Inhoud aanbod: particuliere logeervoorziening met ondersteuning, 24 uur per dag beschikbaar en bevoegd verpleegkundige handelingen te verrichten. De Kip beschikt over een vrijstaand, rolstoeltoegankelijk huisje, voor logeerweekend of vakantie. Voorheen ook kampeeraanbod, nu niet meer. Ondersteuning moet door 2 personen gedaan kunnen worden. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 1-2 personen tegelijk in het huisje (kunnen elkaar wel/niet kennen) Doelgroep: Iedereen die zorg nodig heeft (meestal tussen 6-66 jaar): (licht) verstandelijk gehandicapt, lichamelijk gehandicapt, meervoudig (complex) gehandicapt, aandoening uit het autistisch spectrum, ADHD en PDD-nos ernstig en/of chronisch ziek, gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen, auditieve beperkingen, visuele beperkingen Contra – indicaties: geen. Indicaties zijn ook niet benodigd. Termijn: minimaal 4 uur achter elkaar en maximaal 1 week. (echt vakantie/of lang weekend) Wachtlijst?: nee, op dit moment niet. Er is een vast klantenbestand (ca. 15 gebruikers). Momenteel laten ze bewust weinig nieuwe mensen instromen i.v.m. andere bezigheden. Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): ca 90%, geen actieve werving, is niet nodig. Aanmelding via reservering of ad hoc: via reservering, vaak langere tijd vooruit. Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, wel uitbreiding voorzieningen/activiteiten Kosten: het uurtarief is afhankelijk van je ondersteuningsbehoefte (tariefgroepen). Het basistarief bedraagt € 32,25 per uur. Plus kosten voor maaltijden, vervoer en onkosten van bezigheden. Je betaalt zowel voor jezelf als voor diegene van ons die met je meegaat. Betaling vaak vanuit PGB (geen AWBZ vergoeding). Algemene opmerking: Veel onrust merkbaar over ontwikkelingen rond PGB.
3.1.2 Woonzorgcentrum Bunninchem, Bunnik (QuaRijn)
Inhoud aanbod: Woonzorgcentrum met aanbod van wonen, welzijn en zorgdiensten (Verzorging en Verpleging). Er zijn 24 aanleunwoningen. Er zijn 49 tweekamerappartementen die voor zowel alleenstaanden als echtparen geschikt zijn. Verder zijn er 2 appartementen voor kortdurende opname. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 2 appartementen voor kortdurende opname Doelgroep: zorgzwaartepakket 1, 2, 3 of 4, vooral somatische cliënten met kleine zorgvraag. De vraag komt meestal na verblijf in het ziekenhuis (revalidatie) of een lastige thuissituatie, via de huisarts. Contra – indicaties: in principe niet, in sommige gevallen wanneer het niet alleen een somatische indicatie betreft. Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht?: maximaal zes weken, met mogelijkheid tot verlenging van nog eens zes weken. De meeste cliënten blijven 5-6 weken. Wachtlijst?: nee, want meestal lastminute opname
Conclusies en aanbevelingen
64
Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): constant bezet, bijna 100%. Wanneer er wel een plek beschikbaar is wordt dit aangegeven op Zorgspoor (www.crisisbed.nl) Aanmelding via reservering of ad hoc: in de meeste gevallen ad hoc, alleen voor specifiek respijtzorg via reservering Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, daar zijn geen mogelijkheden voor. De behoefte en vraag naar dit aanbod is echter wel groot genoeg om uit te breiden.
3.1.3 Logeeropvang De Barrage, Werkhoven
3.2
Inhoud aanbod: De Barrage biedt mogelijkheden voor logeeropvang voor kinderen met een beperking en/of achterstand in weekenden en vakantieperiodes. De Barrage maakt gebruik van de boerderijomgeving om de persoonlijke ontwikkeling van het kind te stimuleren. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: ? Doelgroep: kinderen met een beperking en/of achterstand. Het logeren vindt plaats in heterogene groepen Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht?: in weekenden (vrijdag 16:30 tot zondag 16:30 uur en vakantieperiodes)
Houten
3.2.1 Meander Woon- en logeerhuis
Inhoud aanbod: woon- en logeerhuis voor tieners. De Meander is een woon- en logeerhuis voor jongeren met een ontwikkelingsachterstand of beperking. Er wonen zeven jongeren en er zijn twee logeerplekken. Het hele jaar door kan er worden gelogeerd: in vakanties, weekenden of door de week. Het kan voor jongeren ook een opstapje zijn naar de (beschermde) zelfstandigheid, bijvoorbeeld begeleid of zelfstandig op een eigen kamer wonen. Zij leren hier meer op eigen benen te staan en krijgen een indruk van welke manier van wonen bij hen past. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 2 plaatsen Doelgroep: van 12 tot en met 20 jaar, verstandelijk gehandicapt. Deze woning is meest geschikt voor bewoners met zorgzwaartepakket: VG 2 - 4
3.2.2 Hospice Kromme Rijnstreek
Inhoud aanbod: Palliatieve zorg met opname. Een hospice geeft 24 uur per dag zorg aan mensen die niet lang meer te leven hebben en het liefst de laatste dagen van hun leven in de eigen vertrouwde omgeving doorbrengen. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 4 plaatsen Doelgroep: voor iedereen voor wie het einde van het leven nabij is. In het algemeen geldt als richtlijn een levensverwachting van ten hoogste 3 maanden. Contra – indicaties: geen Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht?: max 3 maanden? Wachtlijst: nee Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): 80-90% Aanmelding via reservering of ad hoc: via aanmelding Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
65
3.2.3 Wooncentrum De Loerickerstee, Houten (Warande)
Inhoud aanbod: Warande verleent er zorg in de appartementen voor Wonen met zorg, meerzorg (aanvullende zorg psychogeriatrie), tijdelijk verblijf (ook in de huisartsenkliniek) en intensieve verpleging. Voor ouderen die tijdelijke zorg nodig hebben, die niet in de thuissituatie gegeven kan worden, is het mogelijk om tijdelijk verzorgd te worden. Bijvoorbeeld na een ziekenhuisopname of als (tijdelijke) verlichting van de mantelzorg (maximaal zes weken). In de Huisartsenkliniek kunnen patiënten vanaf 16 jaar worden opgenomen als de huisarts daarvoor een medische indicatie heeft afgegeven. Ook wordt er tijdelijke verpleging geboden aan patiënten met een somatische verpleegbehoefte. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: ?
3.3
Doelgroep: ouderen, patiënten vanaf 16 jaar, patiënten met een somatische verpleegbehoefte Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? De maximale verblijfsduur is drie maanden voor verpleging. In de Huisartsenkliniek is de maximale verblijfsduur 3 weken.
Utrechtse Heuvelrug
3.3.1 Woonzorgcentrum Het Zonnehuis, Doorn
Inhoud aanbod: somatische en psychogeriatrische zorg, dagbehandeling Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: somatische zorg 1 bed voor kortdurende opname, psychogeriatrische zorg 1 bed voor kortdurende opname en 1 overbruggingsbed/crisisbed, 18 plaatsen voor revalidatie orthopedie, 14 plaatsen voor revalidatie CVA Doelgroep: een indicatie voor dagbehandeling (somatisch, psychogeriatrisch, palliatief of niet- aangeboren hersenletsel), een indicatie voor zorgzwaartepakket 5, 5c ggz, 6, 6c, 7, 8, 9, of 10 Contra – indicaties: nee Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? maximaal zes weken, met mogelijkheid tot verlenging van nog eens zes weken. Wachtlijst?: nee, n.v.t. Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): meestal vol, bijna 100% Aanmelding via reservering of ad hoc: ad hoc (want voor crisissituaties buiten kantooruren) Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, daar zijn geen mogelijkheden voor.
3.3.2 Woonzorgcentrum de Ridderhof, Amerongen (QuaRijn)
Inhoud aanbod: Verzorging en Verpleging, somatische en psychogeriatrische zorg Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: In het verzorgingshuis 1 plaats kortdurende opname Doelgroep: zorgzwaartepakket 1, 2, 3 of 4
3.3.3 Hospice de Wingerd, Amerongen (Zorggroep Charim)
Inhoud aanbod: high care palliatieve terminale zorg aan cliënten bij wie medisch gezien geen genezing meer wordt verwacht en die een levensverwachting van maximaal drie maanden hebben. Naast permanente opname biedt De Wingerd mogelijkheden voor een tijdelijke opname. Redenen kunnen zijn: ontlasting van de mantelzorgers of instellen op medicatie. Er is mogelijkheid tot particuliere opname. Ook is een spoedopname vanuit de thuissituatie mogelijk
Conclusies en aanbevelingen
66
Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 5 1-persoonsappartementen Doelgroep: cliënten bij wie medisch gezien geen genezing meer wordt verwacht en die een levensverwachting van maximaal drie maanden hebben. Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Maximaal drie maanden
3.3.4 Zorgcentrum Beukenstein, Driebergen-Rijsenburg (Beukenstein, stichting voor Verpleging en Verzorging)
Inhoud aanbod: wonen met en zonder indicatie, t/m ZZP 9. O.a. Kortdurende Opnamen, tijdelijk wonen in verband met revalidatie en herstel. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: ?
3.3.5 Woonzorgcentrum Sparrenheide, Driebergen-Rijsenburg (ISZ De Brug)
3.4
Inhoud aanbod: woonzorgcentrum Sparrenheide en revalidatieafdeling De Brug Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 3 plaatsen + 28 revalidatieplaatsen
Wijk bij Duurstede
3.4.1 Ewoud en Elisabeth gasthuis (QuaRijn)
Inhoud aanbod: In het gasthuis zijn 35 eenpersoons appartementen, 2 tweepersoons appartementen, 26 kamers verpleegunit en 2 appartementen kortdurende opname. Wonen in het gasthuis wordt gecombineerd met een zorgzwaartepakket (ZZP). Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 2 appartementen voor kortdurende opname Doelgroep: zorgzwaartepakket 1, 2, 3 of 4 Contra – indicaties: in principe niet, in sommige gevallen wanneer het niet alleen een somatische indicatie betreft. Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? maximaal zes weken, met mogelijkheid tot verlenging van nog eens zes weken. De meeste cliënten blijven 5-6 weken Wachtlijst?: nee, want meestal lastminute opname Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): constant bezet, bijna 100%. Wanneer er wel een plek beschikbaar is wordt dit aangegeven op Zorgspoor (www.crisisbed.nl) Aanmelding via reservering of ad hoc: in de meeste gevallen ad hoc, alleen voor specifiek respijtzorg via reservering. Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, daar zijn geen mogelijkheden voor. De behoefte en vraag naar dit aanbod is echter wel groot genoeg om uit te breiden.
3.4.2 Logeerhuis De Boeg (Abrona)
Inhoud aanbod: de Boeg is een logeervoorziening voor kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking, die thuiswonend zijn. In deze voorziening is ruimte voor logeren, buitenschoolse opvang en vakantieopvang. Daarnaast wordt thuiszorg geboden. De Boeg is tevens aangepast voor de opvang van meervoudig complex gehandicapte kinderen en volwassenen. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 6 plaatsen Doelgroep: kinderen en volwassenen met een verstandelijke beperking, die thuiswonend zijn.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
67
3.5
Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Het logeren in het weekend begint vrijdag om 16.00 uur en eindigt zondagavond om 20.00 uur. Bij voldoende deelnemers kan dit uitgebreid worden naar maandagochtend 9.00 uur.
Zeist
3.5.1 De Wijngaard, Bosch en Duin (Accolade Zorggroep)
Inhoud aanbod: In verpleeghuis De Wijngaard kunnen mensen terecht die psychogeriatrische zorg nodig hebben vanwege een geheugenstoornis of dementie. Daarnaast revaldiatie- en somatische zorg aan cliënten met lichamelijke beperkingen. De logeerfaciliteit maakt het mogelijk de zorg voor een hulpbehoevende partner of zieke familielid even uit handen te geven. Deze faciliteit wordt eigenlijk permanent gebruikt door cliënten die op de wachtlijst staan voor een plek in het verpleeghuis. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 2 (1 PG en 1 niet aangeboren hersenletsel), maar worden voornamelijk gebruikt als doorstroomplekken voor het verpleeghuis zelf. Doelgroep: lichamelijk gehandicapt, verstandelijk gehandicapt, gedragsproblemen en/of psychiatrische of psychogeriatrische problemen ernstig en/of chronisch ziek Contra – indicaties: nee Termijn: maximaal zes weken, wanneer het daadwerkelijk om logeren gaat (komt niet veel voor) Wachtlijst?: Er bestaat een forse wachtlijst voor het verpleeghuis, geen voor de logeerfaciliteit (daar zijn weer te weinig aanvragen voor) Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): permanent, ca. 100%, omdat de cliënten van de wachtlijst voor het verpleeghuis gebruik maken van deze plekken. Aanmelding via reservering of ad hoc: in principe via reservering, tenzij een plek vrij is dan kan het ad hoc ingevuld worden (dit komt 1-2 keer per jaar voor). Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: niet direct. Er is wel van alles in beweging op het moment, dus het behoort wel tot de mogelijkheden.
3.5.2 ECR Zorghotel Sparrenheuvel, Bosch en Duin (ECR) ECR/RAZ: In samenwerking met de European Care Residences (ECR’s) kunt u op diverse locaties (4 locaties in de provincie Utrecht) gebruik maken van onze zorghotelservice. Deze service is voor iedereen die tijdelijk zorg nodig heeft. Bijvoorbeeld bij herstel na ziekenhuisopname. Particuliere instelling.
Inhoud aanbod: tijdelijk verblijf met zorg (herstel, revalidatie, revitalisatie, vakantie, time-out, tijdelijk gebrek aan ondersteuning thuis, overbruggingsperiode, verlichting van familie- en mantelzorg, terminale zorg. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 2 zorghotelstudio’s (geschikt voor 1 persoon, en eventueel de partner), maar deze zijn momenteel permanent in gebruik, niet voor tijdelijk verblijf beschikbaar. Doelgroep: voor iedereen die tijdelijk met zorg wil verblijven. Mensen met een beperking, ouderen, revalidatie, vakantie Contra – indicaties: Nee. Zeer breed pakket, alles is mogelijk, ruimte voor alle ZZP Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Geen minimum of maximum. Alles is mogelijk (want particulier) Wachtlijst?: nee Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): bijna altijd vol (90%-100%)
Conclusies en aanbevelingen
68
Aanmelding via reservering of ad hoc: In de meeste gevallen via reservering (soms al ver van te voren, voor het komende jaar). Ad hoc is ook mogelijk. Dat gaat meestal via de huisarts. Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, deze twee plekken zijn vrij recent gerealiseerd Eigen bijdrage/kosten: de kosten voor het wonen zijn particuliere kosten en vallen onder de eigen bijdragen, de kosten voor de zorg worden in principe betaald uit de AWBZ. De zorghotelstudio’s kosten 106 euro per dag. Sommige verzekeraars vergoeden echter een gedeelte van deze kosten (tot 75 euro).
3.5.3 ECR Zorghotel De Horst, Huis ter Heide (ECR)
Inhoud aanbod: tijdelijk verblijf met zorg (herstel, revalidatie, revitalisatie, vakantie, time-out, tijdelijk gebrek aan ondersteuning thuis, overbruggingsperiode, verlichting van familie- en mantelzorg, terminale zorg. Particuliere instelling. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 10 zorghotelstudio’s voor tijdelijk verblijf Doelgroep: voor iedereen die tijdelijk met zorg wil verblijven. Mensen met een beperking, ouderen, revalidatie, vakantie. Alle ZZP mogelijk. Contra – indicaties: Nee. Zeer breed pakket, alles is mogelijk, ruimte voor alle ZZP Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Geen minimum of maximum. Alles is mogelijk (want particulier) Wachtlijst?: Nee Gemiddelde bezetting aantal plaatsen (in %): circa 90%. Wanneer er ruimte is wordt dat bij zorgspoor bekend gemaakt. Aanmelding via reservering of ad hoc: In de meeste gevallen via reservering (soms al ver van te voren, voor het komende jaar). Ad hoc is ook mogelijk. Dat gaat meestal via de huisarts. Plannen voor uitbreiding logeer-aanbod?: nee, geen ruimte voor Eigen bijdrage/kosten: de kosten voor het ‘wonen’ zijn particuliere kosten en vallen onder de eigen bijdragen, de additionele kosten voor de zorg worden in principe betaald uit de AWBZ. De zorghotelstudio’s kosten 106 euro per dag. Sommige verzekeraars vergoeden echter een gedeelte van deze kosten (tot 75 euro).
Algemeen vanuit ECR: bestaan ongeveer 10 jaar. Indruk is dat de vraag naar tijdelijk verblijf constant stijgt, regelmatig aanbod uitgebreid.
3.5.4 Logeerhuis Crosestein, Zeist (Abrona)
Inhoud aanbod: Logeerhuis Crosestein ligt in een woonwijk in Zeist. Het logeren is voor de deelnemers een leuk en gezellig gebeuren binnen een duidelijke structuur. De ouders en het gezin kunnen in die periode even rust nemen. Bij logeerhuis Crosestein kunnen per weekend 4 normaal begaafde kinderen en/of jongvolwassenen met een stoornis in het autistisch spectrum logeren. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 4 plaatsen Doelgroep: normaal begaafde kinderen/jong volwassenen met een stoornis in het autistisch spectrum. Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht?: Bij logeerhuis Crosestein wordt alleen in de weekenden gelogeerd. De deelnemers kunnen terecht van vrijdagmiddag 16.00 uur tot zondagavond 20.00 uur. Naast de weekenden wordt ook in de zomervakanties gelogeerd.
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
69
3.5.5 Logeerhuis Huis 58, Huis ter Heide (Abrona)
Inhoud aanbod: In Huis 58 is in totaal plaats voor 10 kinderen en/of volwassenen met een verstandelijke beperking om te komen logeren. Huis 58 wordt naast de weekenden ook in de schoolvakanties, van woensdagmiddag tot donderdagochtend en regelmatig een midweek gelogeerd. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 10 plaatsen Doelgroep: kinderen en/of volwassenen met een verstandelijke beperking
3.5.6 Logeerhuis De Bonte Villa, Zeist (Zonnehuizen)
Inhoud aanbod: In de logeerhuizen wordt niet behandeld. Er wordt, kijkend naar de wensen en de mogelijkheden van de kinderen, een leuk, ontspannend dagprogramma ontwikkeld. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf:? Doelgroep: Kinderen met een psychiatrische problematiek, een verstandelijke handicap of meervoudige handicap, tussen de 4 en 18 jaar oud Contra-indicatie: wegloopgedrag of agressiviteit
3.5.7 Logeervoorziening: De Logeerzolder, Zeist (Zonnehuizen)
Inhoud aanbod: In de logeerhuizen wordt niet behandeld. Er wordt, kijkend naar de wensen en de mogelijkheden van de kinderen, een leuk, ontspannend dagprogramma ontwikkeld. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: ? Doelgroep: Kinderen met een psychiatrische problematiek, een verstandelijke handicap of meervoudige handicap, tussen de 4 en 18 jaar oud Contra – indicaties: wegloopgedrag of agressiviteit
3.5.8 Amandelhof, Zeist (Charim)
Inhoud aanbod: Naast de reguliere verzorgingshuiszorg biedt de Amandelhof ook kortdurende opname. Er is een afdeling voor aanvullende verpleeghuiszorg somatiek en een verpleegunit. Tijdelijke verblijf is wonen met zorg, maar dan voor een beperkte tijd. De verblijfsduur is maximaal drie maanden Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: negen plaatsen Doelgroep: V&V ZZP 1-4 Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Maximaal drie maanden
3.5.9 Mirtehof, Zeist (Charim)
Inhoud aanbod: woonzorgcentrum, gecombineerd met high care palliatieve terminale zorg. Naast permanente opname biedt Mirtehof mogelijkheden voor een tijdelijke opname. Redenen kunnen zijn: ontlasting van de mantelzorgers of instellen op medicatie. Er is mogelijkheid tot particuliere opname. Ook is een spoedopname vanuit de thuissituatie mogelijk Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: zeven plaatsen Doelgroep: V&V en palliatieve zorg Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht? Maximaal drie maanden?
3.5.10 Reactiverings- en verpleeghuis Bovenwegen, Zeist (Warande)
Inhoud aanbod: zorg voor mensen met een (chronische) somatische aandoening of met de behoefte aan intensieve verpleging. Verpleeghotel Bovenwegen en hun revalidatieafdeling in het Diakonessenhuis, bieden gespecialiseerde revalidatie na een ziekenhuisopname.
Conclusies en aanbevelingen
70
Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf:? Doelgroep: somatiek revalidatie
3.5.11 Hospice Heuvelrug, Zeist (Warande)
Inhoud aanbod: Het hospice ligt in het woonpark van Warande waar ook de woonzorgcentra Bovenwegen, Heerewegen en Klein Heerewegen liggen. Naast palliatieve terminale zorg is een tijdelijke opname om de mantelzorgers te ontlasten óf om beter te worden ingesteld op symptoombestrijding bij bijvoorbeeld pijn, is ook mogelijk. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: zes eenpersoonskamers totaal in hospice Doelgroep: terminale patiënten.
3.5.12 Zonnacare, Den Dolder
Inhoud aanbod: Palliatieve zorg met opname. Logeren voor zorgintensieve kinderen. Het verblijf is huislijk van aard, voorzien van vele faciliteiten en ligt in een bosrijke omgeving. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 3 Doelgroep: Jonge, beperkt mobiele kinderen bij wie in de thuissituatie ziekenhuisverplaatste zorg wordt geleverd en permanent toezicht noodzakelijk is. Termijn: hoe lang kunnen mensen min/max terecht?: Zorgsessies van een dag-nacht-dag worden geboden, iedere di-wo, vr-za of za-zo. Opvang voor langere tijd is mogelijk.
3.5.13 Tuinlaan – Logeerhuis, Den Dolder (Reinaerde)
Inhoud aanbod: In Den Dolder op het bosrijke terrein van Dennendal staat het logeerhuis Tuinlaan, waar ruimte is voor zes logé´s. De woning is volledig rolstoeltoegankelijk. De logés kunnen alleen onder begeleiding naar buiten. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: 6 Doelgroep: kinderen en jongeren tot 21 jaar met een beperking. De locatie is niet geschikt voor jongeren met ernstige motorische beperkingen.
3.5.14 Tuinlaan – Midweek Wonen, Den Dolder (Reinaerde)
Inhoud aanbod: ouders die de zorg voor hun kind met een ontwikkelingsachterstand of een beperking willen delen, kunnen gebruikmaken van Midweek wonen bij Reinaerde Kinderen & Jeugd. Doordeweeks woont het kind bij Reinaerde Kinderen & Jeugd en in de weekenden is het kind weer thuis bij zijn ouders. Midweek wonen is daarmee een tussenvorm tussen wonen en logeren. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf: Doelgroep: voor jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 20 jaar met een verstandelijke beperking. De jongeren willen niet volledig binnen Reinaerde wonen en hebben een sterke binding met het ouderlijk huis.
3.5.15 Woonzorgcentrum Vredenoord, Huis ter Heide
Inhoud aanbod: In woonzorgcentrum Vredenoord zijn 2 kortdurende opvangplaatsen. Deze zijn bedoeld voor tijdelijke opvang van bewoners die het in hun huis zelfstandig niet meer redden. Deze mensen kunnen dan voor een bepaalde periode zorg en ondersteuning ontvangen. Aantal plaatsen logeren/tijdelijk verblijf:2 Doelgroep: V&V
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
71
3.5.16 Amerpoort, voor mensen met een verstandelijke beperking Amerpoort biedt wonen, logeren en dagbesteding voor kinderen e n jeugd vanuit het antroposofisch mensbeeld. Kinderen en jongvolwassenen met een ernstige of matige verstandelijke beperking maken er gebruik van. Een deel heeft een ernstige meervoudige beperking. Bosch en Duin: 11 locaties (Kaspar, Erabel, Nachtegaal, Balthasar, Demetrius, Andreas, Egelantier, Talander, Cantecleer, Fransicus, Christophorus.
3.5.17 Zideris professionele begeleiding en ondersteuning aan kinderen en volwassenen met een verstand elijke beperking. Zideris heeft verschillende mogelijkheden voor kort verblijf: van logeren in het weekend en in vakanties, opvang op woensdag en zaterdag tot naschoolse opvang , voor kinderen en jongeren van 6 t/m 21 jaar met een verstandelijke beperking .
Conclusies en aanbevelingen
72
Bijlage 4 Afkortingen ADL
Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen
AWBZ
Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten
CAK
Centraal Administratie Kantoor
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CIZ
Centrum Indicatistelling Zorg
GGZ
Geestelijke gezondheidszorg
HDL
Huishoudelijke dagelijkse levensverrichtingen
IQ
Intelligentie quotiënt
LG
Lichamelijk gehandicapten
NAH
Niet aangeboren hersenletsel
PBL
Planbureau voor de leefomgeving
PGB
Persoonsgebonden budget
PG
Psycho-geriatrisch
Som
Somatiek
SCP
Sociaal Cultureel Planbureau
VG
Verstandelijk gehandicapten
Wmo
Wet maatschappelijke ondersteuning
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.
73
Bijlage 5 Uitgangspunten exploitatieberekening bedrag
per
indexatie
per jaar
LASTEN hui s ves tings kos ten huur pa nd s ervi cekos ten gebrui ks kos ten ga s , wa ter, el ektra s choonma a k vri jwi l l i gers kos ten voedi ng en verzorgi ng en a ctivi tei ten
€ €
650 * €/pl a a ts .ma a nd huurs tijgi ng 50 €/pl a a ts .ma a nd i nfl a tie
2,00% 2,00%
€ € €
700 €/pl a a ts .ja a r 1.560 €/pl a a ts .ja a r 5.475 * €/pl a a ts .ja a r
energi ekos tens tijgi ng pers oneel s kos tens tijgi ng pers oneel s kos tens tijgi ng
4,00% 3,00% 3,00%
€
6.844 * €/pl a a ts .ja a r
i nfl a tie
2,00%
pers oneel zorgcoordi na tor publ i ci tei t burea u/orga ni s a tie
€ 60.000 € 10.000 € 30.000
€/ja a r €/ja a r €/ja a r
pers oneel s kos tens tijgi ng i nfl a tie i nfl a tie
3,00% 2,00% 2,00%
overi g a fs chri jvi ngen
€
2.700
€/ja a r
i nfl a tie
2,00%
€ €
99,00 * €/pl a a ts .da g 40,00 * €/pl a a ts .da g PM
i nfl a tie i nfl a tie
2,00% 2,00%
BATEN kortdurend verbl i jf a wbz ei gen bi jdra ge gi ften en dona ties *
afhankelijk van bezettingsgraad
Conclusies en aanbevelingen
74
Haalbaarheidsstudie logeerhuis Bunnik e.o.