Right!
23 e jaargang, nummer 1, maart 2013
Tijdschrift voor de Rechten van het Kind
Nieuwe samenlevingsvormen:
Afstammen
van
twee moeders Rechten van
Palestijnse jongeren geschonden
Veiligheid in justitiële jeugdinrichtingen:
Jongeren geven advies
Inhoud
6
10
16
Redactioneel3 Right! Now
4
Opmerkelijk5 Aloys van Rest
Buitenland6 Met eigen ogen Kinderrechtenschendingen in Palestina
Reportage8 “Het is een andere wereld” Palestijnse jongens zoeken steun in Nederland
Onderzoek10 Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen aan het woord 2 Right!
Bedankt Nationale Postcode Loterij!
12
Kind in rechtspraak
13
Interview14 Het recht om iets moois te maken Caroline Forder, de creatieve hoogleraar Rechten van het Kind
Achtergrond16 Nieuwe samenlevingsvormen Afstammen van twee moeders
Actie!18 Hair Heroes zamelen geld in
Cultuur19 All Right!
20
18
Redactioneel Colofon Right! Tijdschrift voor de Rechten van het Kind is een uitgave van Defence for Children. Verschijnt vier keer per jaar. Nummer een, 2013. Redactieadviesraad Menno Bosma, Mariëlle Bruning (voorzitter), Goos Cardol, Majorie Kaandorp, Jeanette Kok, Ton Liefaard, Adrianne van Rheenen Redactie Joyce Brummelman (jeugdrecht), Manon Eijgenraam (jurisprudentie), Carla van Os (hoofdredactie, vreemdelingenrecht), Aloys van Rest (directeur), Celine Verheijen (uitbuiting), Jolien Verweij (cultuur, eindredactie), Annette Zeelenberg (eindredactie) Verder werkten mee aan dit nummer Alexandra Barendsen, Maartje Berger, Laura Bosch, Martine Goeman, Ayda Naser Sadeh, Aysel Sabahoglu, Penny Slaney, Iara de Witte Vormgeving Ontwerp: Akimoto, Amersfoort Opmaak: Nulduizend, Den Haag Beeld DCI Palestina, Matthew Jansen, Flip Franssen/ Hollandse Hoogte, Arie Kieviet/Hollandse Hoogte, Sander Nieuwenhuys, Roelof Pot, Wim Stevenhagen, StudioVU/Yvonne Compier, Josee Tesser Druk Stenco, Amsterdam ISSN: 0927-1333 © 2013
Abonnementen Jaarabonnement € 35,00 Losse nummers € 9,00 Jongeren en studenten € 25,00
[email protected] www.defenceforchildren.nl Postbus 11103, 2301 EC Leiden Het reprorecht voor de artikelen, foto’s en illustraties berust bij de makers. Overname alleen na voorafgaande schriftelijke toestemming. Defence for Children - ECPAT ontvangt substantiële financiële bijdragen van de Nationale Postcode Loterij, Stichting Kinderpostzegels Nederland, Plan Nederland, UNICEF Nederland en ICCO/Kerk-in-Actie.
Rauwer Rauweter Tom (vijftien jaar), bekend uit de media, zat lang thuis zonder naar school te gaan. Zijn moeder gaf hem thuisonderwijs, terwijl de kantonrechter haar daar al een boete voor had opgelegd. Zij had immers geen vrijstelling gekregen van de plicht om Tom naar school te sturen. Tom bleef thuis omdat hij als rauweter moeite had zich staande te houden op een school met zo veel verleidingen, zo leek het. In de tweede documentaire over Tom, Rauwer, die in december 2012 op tv te zien was, zagen wij dat Tom door zijn dieet een forse groeiachterstand heeft, wat door een gerenommeerde kinderarts als ernstige bedreiging werd gezien. Tom was volgens de arts, en volgens een tweede kinderarts die de moeder om een second opinion had gevraagd, flink ondervoed. Tom lijkt het zelf echter eens te zijn met de keuzes van zijn moeder. Bureau Jeugdzorg begeleidt Tom nu. Hij is onder toezicht gesteld van een gezinsvoogd. De kinderrechter vindt namelijk dat Tom weer naar school moet. De moeder lijkt echter elke aanwijzing in de wind te slaan en haar eigen opvoedkoers te varen. Dat leidde er eind december toe dat Bureau Jeugdzorg nog maar één juridisch middel kon inzetten om beweging te forceren: een uithuisplaatsing van Tom. Het zal duidelijk zijn dat een uithuisplaatsing van deze vijftienjarige jongen, die zelf aangeeft achter het dieet te staan en die zelf ook niet naar school wil, geen oplossing biedt. Elk kind heeft het recht om bij zijn eigen ouders op te groeien en er moet voor een uithuisplaatsing altijd een dringende noodzaak zijn. Dat staat ook in het VN-Kinderrechtenverdrag. Tom heeft het recht om gehoord te worden over zo’n ingrijpende beslissing en zijn mening moet er toe doen. Daartegenover staat het recht op bescherming van Tom tegen kindermishandeling, het recht op een gezonde ontwikkeling en het recht op onderwijs. De balans slaat hier duidelijk niet door naar een uithuisplaatsing. Moet de overheid zich überhaupt wel bemoeien met Toms opvoeding? Langdurig schoolverzuim en handelen in strijd met de Leerplichtwet lijken gegronde redenen voor bemoeienis. Mij lijken de deskundigenverklaringen van de beide kinderartsen te bevestigen dat de gezondheid van Tom inderdaad in gevaar is en dat daarom bemoeienis van de overheid nodig zou kunnen zijn. Maar in dit soort situaties zullen telkens alle kinderrechten en belangen zorgvuldig moeten worden gewogen, en zal de mening van een kind ook serieus moeten worden genomen. En Tom? Hij was misschien beter af geweest als al het mediageweld hem bespaard was gebleven. De keuze van de moeder van Tom om de rest van Nederland mee te laten kijken, lijkt me in ieder geval bepaald niet in zijn belang. Mariëlle Bruning, Hoogleraar jeugdrecht aan de Universiteit Leiden en voorzitter van de redactieadviesraad van Right!
3 Right!
Right! Now Europese Unie bestemt geld Nobelprijs voor kinderen De Europese Unie (EU) kreeg vorig jaar de Nobelprijs voor de vrede toegekend. Het aan de prijs verbonden bedrag – 930.000 euro – wordt aangevuld tot twee miljoen euro en gaat naar projecten voor kinderen in oorlogsgebieden. “We willen het geld van de Nobelprijs gebruiken voor kinderen, de meest kwetsbare groep die vaak het meest onder oorlogen te lijden heeft”, zei Barroso, voorzitter van de Europese Commissie. “We willen dat ‘oorlogskinderen’ ‘vredeskinderen’ worden.”
Illustratie: Wim Stevenhagen
De EU-projecten zijn gericht op kinderen uit Syrië, Colombia, Congo en Pakistan en bieden onderwijs, een beschermde omgeving en psychosociale hulp. Organisaties als UNICEF en Save the Children, die al actief zijn in de oorlogsgebieden en de situatie goed kennen, voeren de projecten uit. Het EU-initiatief ‘Children of Peace’ blijft niet beperkt tot 2013, ook volgend jaar wordt er geld vrijgemaakt voor kinderen die te maken hebben met oorlog. Meer informatie: www.europa.eu
Verplichte meldcode kindermishandeling
Samenwerken tegen kindersekstoerisme
De Tweede Kamer heeft op 5 februari 2013 het wetsvoorstel ‘verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling’ aangenomen. Dit wetsvoorstel verplicht instanties waar professionals met kinderen werken, om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling, de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen en de meldcode te hanteren. Het gaat om de asielzoekerscentra, het gevangeniswezen, het onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen, zorginstellingen en organisaties die maatschappelijke ondersteuning bieden. Uit onderzoek van de Universiteit Leiden en TNO bleek dat in 2010 ruim 118.000 kinderen en jongeren het slachtoffer werden van kindermishandeling. Om dit aantal terug te dringen is vroege signalering noodzakelijk. Hoe eerder professionals geweld signaleren, hoe sneller hulp en ondersteuning geboden kunnen worden om het geweld te stoppen, en hoe sneller slachtoffers kunnen worden opgevangen. In die gevallen waarin de professional besluit te melden, is ook zorgvuldig onderzoek noodzakelijk. Op basis daarvan kan snel passende zorg voor het kind en het gezin worden ingezet. Uit onderzoek van de Gezondheidsraad blijkt dat het hieraan behoorlijk schort. Niet alle kinderen krijgen een volledig assessment en er is geen landelijk dekkend gespecialiseerd aanbod aan hulp. Het wetsvoorstel moet nog door de Eerste Kamer worden behandeld. De verwachting is dat de wet op 1 juni 2013 in werking zal treden.
Defence for Children - ECPAT was op de Vakantiebeurs 2013 om reizigers bewust te maken van kindersekstoerisme en hen op te roepen om bij www.meldkindersekstoerisme.nl meldingen te doen. Ook verzorgde ECPAT samen met Travel Counsellors en de Koninklijke Marechaussee een workshop tijdens de ANVR-conferentie ‘Changes in Tourism’. De workshop ging over maatregelen die de reissector kan nemen ter voorkoming van kindersekstoerisme en over de campagne die op alle Nederlandse vliegvelden loopt. Deze campagne, die reizigers oproept om kindersekstoerisme te melden, is een initiatief van het ministerie van Veiligheid en Justitie, de Koninklijke Marechaussee, ANVR, TUI, Defence for Children - ECPAT en Plan Nederland.
Meer informatie: www.defenceforchildren.nl 4 Right!
Meer informatie: www.ecpat.nl
Geen vrouwenbesnijdenis in Nederland Vrouwenbesnijdenis wordt in Nederland waarschijnlijk niet uitgevoerd, blijkt uit een rapport van Pharos, kennis- en adviescentrum voor migranten, vluchtelingen en gezondheid. Het rapport werd gepresenteerd tijdens een conferentie op 6 februari 2013: de Zero Tolerance Day tegen vrouwelijke genitale verminking. Jaarlijks lopen echter wel veertig tot vijftig meisjes uit Nederland het risico om besneden te worden, vooral tijdens een bezoek aan het land van herkomst. Tachtig procent van de meisjes die in Nederland tot de risicogroep behoren, is afkomstig uit Somalië en Egypte. In totaal wonen in Nederland naar schatting dertigduizend vrouwen (20–49 jaar) die besneden zijn. Aangezien de besnijdenis medische en psychosociale klachten kan veroorzaken, krijgt ook de gezondheidszorg hiermee te maken. Uit het onderzoek blijkt dat het overheidsbeleid, bestaande uit een combinatie van voorlichting, preventie en een wettelijk verbod, goed werkt: zonder dat beleid zouden de aantallen hoger zijn. Tijdens de conferentie waren ook vertegenwoordigers van Defence for Children Sierra Leone aanwezig. Hawantatu Mansaray vertelde hoe de organisatie samenwerkt met lokale leiders, die zich nu inzetten tegen meisjesbesnijdenis. Meer informatie: www.defenceforchildren.nl
opmerkelijk Twee kinderen missen hun vader Een moeder belt onze helpdesk. Haar kinderen zijn twee en vier jaar oud. Ze missen hun vader ontzettend. Hun vader, die een verblijfsvergunning heeft, woont in Leeuwarden. De moeder en de kinderen verblijven op de gezinslocatie voor uitgeprocedeerde gezinnen in Amersfoort. Eerder zaten ze in het asielzoekerscentrum in het Friese Burgum, vijftien kilometer van Leeuwarden. De kinderen zagen hun vader toen vaak, ze hebben een goede band met hem. Ook de praktische hulp van hun vader is hard nodig omdat de moeder medische klachten heeft. De vader leeft van een uitkering en kan zich de reis naar Amersfoort (160 kilometer) niet veroorloven. In Burgum is inmiddels ook een gezins locatie en de moeder vraagt of ze niet terug mag naar deze locatie, zodat de kinderen hun vader weer kunnen zien. Omdat het Centraal Opvangorgaan Asielzoekers (COA) onlangs met veel enthousiasme onze kinderrechtentraining heeft gevolgd, belt onze helpdeskmedewerker vol goede moed naar het COA over dit in zijn ogen eenvoudig op te lossen probleem. Tevergeefs. Het mag niet. “Omdat het beleid is dat er niet verhuisd wordt tussen gezinslocaties.” Kinderbelangen voorop stellen bij beslissingen die hen raken: daartoe verplicht het VN-Kinderrechtenverdrag. Dat blijkt nog niet zo eenvoudig als zou moeten. Aloys van Rest directeur Defence for Children
[email protected]
Twee prijzen voor ECPAT
Kinderhandel
ECPAT Internationaal won eind vorig jaar de Gold Standard Award voor de gezamenlijke campagne met The Body Shop ‘STOP seksuele uitbuiting van kinderen en jongeren’. Op 10 december 2012 ontving ECPAT bovendien de Asia Democracy and Human Rights Award. Deze prijs werd toegekend voor de inzet van het mondiale netwerk voor de beëindiging van commerciële seksuele uitbuiting van kinderen, zoals kinderpornografie, kinderprostitutie, kinderhandel voor seksuele doeleinden en kindersekstoerisme.
Steeds meer kinderen worden het slachtoffer van mensenhandel, blijkt uit het jaarrapport van UNODC (de VN-organisatie die zich bezighoudt met drugs en criminaliteit). In de periode 2007–2010 maakten kinderen 27% uit van alle slachtoffers van mensenhandel. Ter vergelijking: in de periode 2003–2006 was dat 20%. Vooral meisjes blijken kwetsbaar: twee van elke drie verhandelde kinderen zijn meisjes, stelt het rapport. Er zijn grote regionale verschillen, in Europa en Centraal-Aziatische landen is 16% van alle slachtoffers van mensenhandel een kind. Maar in Afrika en het Midden-Oosten is dat 68%.
Meer informatie: www.ecpat.nl
Meer informatie: www.unodc.org
5 Right!
Buitenland Schendingen van kinderrechten in Palestina
Met eigen ogen Jaarlijks worden vijf- à zevenhonderd Palestijnse k inderen gearresteerd door het Israëlische leger, veelal verdacht van het gooien van stenen naar militairen. Uit onderzoek van Defence for Children Palestina blijkt dat hun recht op een eerlijk proces structureel wordt geschonden. Defence for Children organiseerde daarom met steun van ICCO en Save the Children eind vorig jaar een reis voor Nederlandse politieke jongerenorganisaties. Zij zagen hoe weinig aandacht er is voor de rechten van Palestijnse kinderen.
D
e reis startte in Silwan, een Palestijnse wijk in OostJeruzalem, waar War Child actief is. In Silwan vernietigt het leger huizen van Palestijnse gezinnen, zodat kolonisten zich daar kunnen vestigen. Het Israëlische leger moet de veiligheid van de kolonisten garanderen en gebruikt daarbij grof geweld. Kinderen, al dan niet terecht verdacht van het gooien van stenen naar militairen en kolonisten, worden vaak ‘s nacht uit hun bed gelicht en meegenomen naar detentiecentra in Israël. De kinderen worden in veel gevallen vastgebonden en geblinddoekt en meestal vallen er ook klappen. “We zien in Silwan dat kinderen ernstig getraumatiseerd raken. Uit de rapporten van Defence for Children weten we dat deze behandeling de meeste kinderen ertoe brengt schuld te bekennen”, vertelt Francesca Bombi van War Child. “Ze groeien op in een onveilige omgeving. Het is goed dat jonge politici uit Nederland zich laten informeren over de situatie van kinderen hier.”
Rechtsongelijkheid
De diplomaten die in Ramallah de Nederlandse overheid vertegenwoordigen, ontvangen de jongeren met een masterclass internationaal humanitair recht. “Wat mij is bijgebleven van dit college, is dat er zelfs in oorlogstijd regels zijn die gerespecteerd moeten worden om de burgers zoveel mogelijk te beschermen, en dat Israël en organisaties als Hamas zich aan deze regels zouden moeten houden”, vertelt Eddie Förster (JOVD) later. “Israëlische en Palestijnse kinderen horen voor dezelfde 6 Right!
Door Aysel Sabahoglu en Maartje Berger
overtredingen op dezelfde wijze berecht te worden. In de praktijk is er rechtsongelijkheid”, stelt Gerard Horton, jurist bij de Palestijnse tak van Defence for Children. “Palestijnse kinderen worden berecht volgens het Israëlische militair strafrecht, terwijl voor Israëlische kinderen het Israëlische burgerlijk jeugd strafrecht geldt. Palestijnse kinderen zien voor en tijdens het verhoor hun familie en advocaat niet. Voor Israëlische kinderen is dit allemaal wel geregeld.”
Militaire rechtbank
Sober ingerichte barakken doen dienst als militaire rechtbank in Ofer, nabij Jeruzalem. Jonge militairen zijn aanklager, getuige, tolk of persofficier. Kinderen worden naar binnen gebracht met ketens aan hun voeten. Het proces is in het Hebreeuws. “De zittingen verliepen in een chaotische sfeer. Contact tussen kind en familie werd niet toegestaan”, zegt Frank Visser (CDJA) na afloop. “De rechter had niet alle bewijsstukken ontvangen. De verdediging kreeg al helemaal geen documenten toegezonden, omdat die ‘vertrouwelijk’ zouden zijn. Je zag de onmacht in de ogen van de familieleden bij het horen van de verlenging van de detentie”, vult Arrie Vis (CDJA) aan. De jongeren reizen naar Hebron met de orthodox-joodse ex-militair Yehuda Shaul van Breaking the Silence, een Israëlische mensenrechtenorganisatie van gewetensbezwaarde oud-militairen. De reis voert langs checkpoints, nederzettingen en de bezettingsmuur. Hebron is een heilige stad voor moslims, joden en christenen. Een groep van ongeveer achthonderd
Foto: Defence for Children Palestina
kolonisten heeft de historische stadskern bezet en krijgt bescherming van het Israëlische leger. “Het oppakken van alle kinderen uit een bepaalde buurt ontwricht de Palestijnse gezinnen en maakt hen volgzamer”, verklaart Yehuda Shaul. “Met alleen militaire middelen is een bevolking niet onder controle te houden. Dan moet je naar manieren zoeken om mensen angst in te boezemen.” “Een oplossing voor het conflict lijkt ver weg, maar dat hoeft de aandacht voor de rechten van kinderen niet in de weg te staan”, vindt Dirkjan Tijs (Jonge Democraten).
Wrede dingen
Terug in Nederland erkennen alle deelnemers dat er een kinder rechtelijk probleem is. “Autoriteiten moeten op een verantwoorde manier omgaan met kinderen. Het kan niet zo zijn dat zij ’s nachts door een peloton soldaten uit hun huis worden gehaald”, stelt Frank Visser (CDJA). “Er gebeuren over en weer wrede dingen, maar kinderen mogen niet het slachtoffer worden”, vindt ook Maruschka Gijsberta (JS). Jeroni Vergeer van DWARS is stelliger: “Het is Israël dat Palestijnse kinderen opsluit, het zijn niet de Palestijnen die Israëlische kinderen opsluiten. Daarom is Israël verantwoordelijk.” Het lukt de politieke jongeren niet om tot een gezamenlijke oproep aan de Nederlandse regering te komen. “Daarvoor is het debat te gekleurd”, denkt Matthijs de Snoo (Perspectief). “Oproepen dat Israël moet stoppen met het oppakken van kinderen en met het bouwen van nederzettingen, is eenzijdig. Je moet ook fel durven te zijn tegen Palestijnen.”
Het doel van deze reis was om de politieke jongeren kennis te laten maken met de situatie van Palestijnse kinderen in het Israëlische militaire rechtbanksysteem. DWARS, de Jonge Democraten en de Jonge Socialisten hebben een pleidooi gepresenteerd over basisrechten voor de Palestijnse kindgevangenen. CDA-Kamerlid Pieter Omtzigt heeft over deze kwestie vragen gesteld aan de minister van Buitenlandse Zaken. Voor Palestijnen is het niet eenvoudig om de Israëlische overheid aan te spreken op haar kinderrechtenverplichtingen. Steun vanuit Nederland om de kinderrechtensituatie in Israël en Palestina te verbeteren zal nodig blijven.
Delegatie De delegatie bestond uit Arrie Vis (CDJA, CDA), Frank Visser (CDJA), Maruschka Gijsbertha (Jonge Socialisten, PvdA), Matthijs de Snoo (Perspectief, ChristenUnie), Jeroni Vergeer (DWARS, GroenLinks), Karen van der Heijden (DWARS), Dirkjan Tijs (Jonge Democraten, D66), Hans van ‘t Land (SGPj, SGP), Eddie Förster (JOVD, VVD), Bram Dirkx (JOVD) en Kirty Matabadal, VN-jongerenvertegenwoordiger. De reis werd begeleid door Maartje Berger en Aysel Sabahoglu van Defence for Children. 7 Right!
Reportage Palestijnse jongens zoeken steun in Nederland
‘Het is een andere wereld’ Saleh en Rabee zijn mishandeld in een Israëlische g evangenis. In samenwerking met Defence for Children Palestina en Stichting Talliq zijn ze in Europa om aandacht te vragen voor de talrijke kinderrechtenschendingen waar jaarlijks honderden Palestijnse kinderen mee te maken hebben in Israëlische militaire detentie. Voor hun Nederlandse leeftijdgenoten lijken ze bijna van Mars te komen. In de Tweede Kamer boeken ze resultaat. Right! liep een dag met ze mee.
‘W
aarom gooien jullie dan stenen naar tanks als je weet dat je daarvoor opgepakt wordt?”, vraagt een leerling aan Saleh en Rabee, twee Palestijnse jongens van zestien jaar die op het Stedelijk Gymnasium Leiden vertellen over hun ervaringen in Israëlische gevangenissen. De jongens lijken verbaasd over de vraag. De kloof die ze moeten overbruggen tot de leefwereld van de gymnasiasten is groot. De leerlingen zijn goed op de hoogte van het conflict en stellen intelligente vragen waaruit blijkt dat ze het nieuws volgen en er ook een mening over hebben. De kloof is meer van emotionele aard. En dat is ook niet gek, als je de gruwelijkheden hoort waar de Palestijnse jongens mee geconfronteerd zijn geweest.
Door Carla van Os
Blinddoek
Saleh was veertien jaar toen hij van zijn bed werd gelicht. “Ons huis werd omsingeld en de deur werd open getrapt. De soldaten waren heel agressief, ze hadden bivakmutsen op. Ze sloegen me met mijn hoofd tegen de muur en daarna werd ik geboeid en geblinddoekt. Ze smeten me in een jeep. Ik lag op de bodem, de soldaten zetten hun laarzen op mijn lijf. Bij de inlichtingendienst deden ze even mijn blinddoek af. Er stonden drie grote mannen. ‘Zie je die twee?’, zei de derde. ‘Als je niet bekent, slaan zij je in elkaar.’ Ik kreeg de loop van een geweer in mijn mond geduwd. Ik heb niet bekend en ben in elkaar getrapt. Toen kreeg ik de blinddoek weer om en werd ik naar de gevangenis gebracht.”
Onder de indruk
In de klas is het muisstil. De leerlingen zijn zichtbaar onder de indruk en op zoek naar logica. “Hoe wisten ze dat jij stenen had gegooid?”, vraagt een meisje. “De soldaten hebben camera’s op de tanks”, zegt Saleh, “en er zijn ook Palestijnse verraders.” “Mag Israël dit allemaal zomaar doen op Palestijns gebied?”, vraagt een jongen. “Was het proces voor de rechtbank wel eerlijk?”, “Denken jullie dat er vrede komt?”. De Palestijnse jongens lijken verlegen bij dit spervuur van vragen en kijken regelmatig naar hun tolk Salim voor hulp bij een antwoord. Rabee komt wat los als een leerling vraagt: “Haten jullie de soldaten?” “Ja natuurlijk”, zegt hij, “en niet alleen omdat ze ons zo slecht behandelen. Ze spelen de baas in ons land. Dat accepteren wij niet.” 8 Right!
Saleh (l) en Rabee (r) voor de klas in Leiden, met hun tolk Salim (midden).
Als de schoolbel luidt, blijven alle leerlingen zitten. Docent Saskia Hakkaart moet ze echt manen om het klaslokaal te verlaten. De zestienjarige Tim praat nog even na. “Het was heel indrukwekkend. Heftig ook. Vooral ook omdat het mensen van je eigen leeftijd zijn. Je ziet het allemaal wel op het Journaal, maar dan zap je even gemakkelijk weer weg. Dat kan nu niet. Ik zou hier wel mee bezig willen blijven.”
Bezoek aan de Kamer
Veel leerlingen van het Leidse gymnasium ondertekenen een kaart die de Nederlandse regering oproept om aandacht te besteden aan de situatie van Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen. Ze kiezen klasgenootjes Souhailla en Miriam uit om samen met Rabee en Saleh de kaarten in de Tweede Kamer aan te bieden. De meiden hebben hoge verwachtingen van hun bezoek. “In de klas was het best moeilijk voor Saleh en Rabee omdat de leerlingen gewoon geen idee hadden wat deze jongens hebben meegemaakt. Maar ik denk dat de Kamerleden al veel meer weten over wat er gebeurt met de Palestijnen en dat ze daarom sneller in actie kunnen komen”, zegt Souhailla.
Boosheid in je hart
De jongeren worden ontvangen door de Kamerleden Emile Roemer en Harry van Bommel van de SP en Désirée Bonis van de PvdA. Alle drie zijn ze inderdaad goed op de hoogte. Roemer en Van Bommel bezochten vorig jaar een aantal rechtszaken waar lotgenoten van Rabee en Saleh bij betrokken waren.
En Bonis was eerder ambassadeur in Syrië, waar ongeveer een half miljoen Palestijnse vluchtelingen verblijven. Zij zegt tegen Rabee en Saleh: “Ik vind het heel erg wat jullie meegemaakt hebben. Zeker als je zo jong bent, is dit enorm ingrijpend. En ik denk dat het heel moeilijk is om verder te moeten te leven met de boosheid die jullie in je hart voelen.” Namens de Vaste Kamercommissie voor Buitenlandse Zaken neemt Harry van Bommel de kaarten in ontvangst: “We gaan de minister om een reactie vragen. Dat hebben we vorig jaar ook al gedaan over dit onderwerp, maar nu hebben we een nieuwe minister. We hopen dat hij meer zal doen tegen de schending van kinderrechten in de Palestijnse gebieden.” Rabee en Saleh gaan na een week vol uitwisselingen en politieke afspraken terug naar hun gewone leven. Saleh woont in een vluchtelingenkamp bij Hebron, Rabee woont in een dorp in de bezette gebieden, vlakbij een joodse nederzetting. Saleh vond het best lastig om in de klas over zijn ervaringen te vertellen: “Je ziet gewoon dat ze het echt niet snappen, het is een andere wereld.” Hij haalt zijn schouders op bij de vraag of dit bezoek dan wel nut heeft. Rabee is positiever: “Ik vond het lastig om te zien wat voor een gemakkelijk leven de Nederlandse kinderen hebben. Het is zo’n groot verschil met ons. Maar ik denk wel dat ze dit verhaal nooit zullen vergeten, en dan is het de moeite waard geweest.”
9 Right!
Onderzoek Jongeren in justitiële jeugdinrichtingen
Veiligheid bespreekbaar maken Wie opgesloten is, is extra kwetsbaar. Juist in jeugd instellingen kan veiligheid altijd beter. Daarom vroeg Defence for Children een onderzoeksteam van jonge ervaringsdeskundigen wat er moet gebeuren. Zij concludeerden dat vertrouwen het sleutelbegrip is bij het vergroten van de veiligheid. “Sommige jongeren kunnen niet zeggen dat ze zich onveilig voelen, omdat er geen vertrouwen is.”
‘J
ongeren zijn uiteindelijk de beleidsmakers, het zijn de jongeren die daar elke dag moeten zitten. Ik ben jong, ik heb erin gezeten, ik weet hoe het voelt en jullie niet”, zegt onderzoeker Eva. De vijf jongeren uit het onderzoeksteam van Defence for Children hebben zelf in het verleden ook in een justitiële jeugd inrichting gezeten, via het jeugdstrafrecht of de jeugdzorg. “Ik werk mee aan het onderzoek omdat het belangrijk is dat jongeren zich in de toekomst veilig
Door Maartje Berger en Joyce Brummelman
voelen in de gevangenis”, vertelt Saïda. Zij bezocht net als de andere jonge onderzoekers verschillende jeugdinrichtingen en interviewde daar jongeren over geweld en veiligheid. De jongeren uit het onderzoeksteam weten zelf hoe het is om opgesloten te zitten, in een isoleercel te worden geplaatst, hardhandig vastgepakt te worden of om agressie onder groepsgenoten mee te maken. “Ik doe mee omdat ik wil dat de situatie verandert voor jongeren onder de achttien jaar en dat er een
beter zorgtraject voor hen komt. Ik vond participeren in het onderzoek leuk, maar het hielp me ook te verwerken wat ik zelf hebt meegemaakt”, zegt Eva. Zij stelt dat het verblijf in geslotenheid heel heftig kan zijn en dat de jongeren hier ook naderhand nog last van kunnen hebben. Nazorg is dan ook van groot belang. Hier is onderzoeker Jeffry het mee eens: “Soms ben ik echt boos dat ze me op deze manier hebben laten gaan na al die jaren. Dat is bijna vragen om problemen.”
Aanbevelingen • Vertrouwen is het belangrijkste. Als het personeel duidelijk is, goede informatie geeft en problemen bespreekbaar maakt, voelen jongeren zich veiliger. • Belangrijk is verder dat management en personeel zich bewust zijn van hun macht en deze goed gebruiken. • Een goede screening van het personeel is nodig en klachten moeten serieus genomen worden. • Volgens de jongeren is de ideale hulpverlener open, betrouwbaar, vrolijk, commu nicatief sterk, flexibel, rechtvaardig en goed opgeleid. Het is iemand met wie je kunt praten en die niet meteen conclusies trekt, die goed gedrag beloont en zich aan beloftes houdt. 10 Right!
Foto: Flip Franssen/Hollandse Hoogte
Wat is geweld?
Het jongerenonderzoeksteam stelde een lijst op met vragen over wat geweld is, of dat in justitiële jeugdinrichtingen voorkomt, welke risico’s er zijn, wat de ondervraagden zouden willen doen om geweld te stoppen en te voorkomen en welke verbeteringen nodig zijn. In totaal werden vijftien jongens geïnterviewd binnen vier verschillende justitiële jeugdinrichtingen. Uitde interviews blijkt dat het essentieel is dat de jongeren het gevoel hebben dat ze hun groepsleiding kunnen vertrouwen. “Vertrouwen tussen een jongere en de groepsleiders is de basis voor een betere samenwerking. Sommige jongeren kunnen niet zeggen dat ze zich onveilig voelen, omdat er geen vertrouwen is”, zegt een jongen van zeventien. Dat viel ook onderzoeker Saïda op: “Een jongen zei dat zijn vertrouwen was geschaad. Hij had een geheim aan zijn begeleider
verteld, maar die had het weer door verteld aan zijn collega’s.”
Weerloos
Jongeren die in een justitiële jeugdinrichting zitten, lopen vanwege het gesloten karakter van de instelling een groter risico om daar in aanraking te komen met geweld dan daarbuiten. Dit kan agressie
te beschermen, maar het is beter als iedereen z’n eigen problemen oplost. Geweld op deze manier, tussen jongeren in een justitiële jeugdinrichting, zal hoe dan ook altijd blijven.” Een jongen van negentien: “Geweld komt hier meer voor, want je hebt meer prikkels, er zijn meer irritaties en je zit veel op elkaars lip. Je moet hier ook steeds omgaan met tegenslagen. Je bent je vrijheid kwijt en je bent meer prikkelbaar.” De machtsverhouding tussen het personeel en de jongeren in een instelling is soms moeilijk, geven de geïnterviewde jongens aan. “Ik vind beloftes nakomen erg belangrijk. Als jij iets fout doet of te laat bent, krijg je op je flikker, doen zij het, dan zeggen ze sorry en het is klaar”, aldus een achttienjarige jongen. Het onderzoeksteam vroeg aan de jongeren wat zij voor advies aan
“Ik werk mee aan het onderzoek omdat het belangrijk is dat jongeren zich in de toekomst veilig voelen in de gevangenis” zijn van groepsgenoten maar ook van het personeel. “In de instelling komt haantjesgedrag tussen jongeren voor. Ze testen uit hoever je gaat”, vertelt een achttienjarige jongen. Volgens hem maakt het ook uit wat voor persoon je bent: “Ik zal jongeren die weerloos zijn wel proberen
11 Right!
Ook aanbevelingen uit andere landen In januari 2013 is ook het rapport gepubliceerd met de aanbeve lingen van jongeren uit andere EU-landen, waaronder Engeland, Cyprus, Roemenië en Oostenrijk. Dit rapport heet: ‘Speaking freely. Children and young people in Europe talk about ending violence against children in custody’.
bedankt, Nationale Postcode Loterij!
Voor meer informatie, zie www.violencefreecustody.org.uk
Foto: Roy Beusker Fotografie
de medewerkers zouden geven als zij directeur van de instelling waren. Eén van de jongens: “Zorg dat je je beloftes nakomt, ook kleine beloftes.” Volgens Jeffry zijn er twee dingen vooral belangrijk: “Geen machtsmisbruik binnen de inrichting en goede nazorg na je straf”.
Jongeren betrekken bij beleid
Het jongerenonderzoeksteam formuleerde samen met Defence for Children een aantal aanbevelingen om het risico op geweld in een justitiële jeugdinrichting te verminderen. Deze aanbevelingen zijn door het onderzoeksteam aangeboden aan het ministerie van Veiligheid en Justitie en ze zijn ook naar de directeuren en de voorzitters van de klachtencommissies van de justitiële jeugdinrichtingen gestuurd. Het is belangrijk dat hulpverleners, directeuren van instellingen en de staatssecretaris van Veiligheid en Justitie de ervaringen en de mening van jongeren serieus nemen en bespreekbaar maken. Ook zouden jongeren in justitiële jeugdinrichtingen structureel moeten worden betrokken bij het signaleren van risico’s en het maken van beleid over het voorkomen van geweld en misbruik in dergelijke instellingen.
Advertentie
Tweede geheel herziene druk Het meest complete naslagwerk met toelichting op het VN-Kinderrechtenverdrag.
Aantal pagina’s: 1096 - Prijs: €75 Te bestellen op www.defenceforchildren.nl
12 Right!
Judith Lingeman, hoofd afdeling Goede Doelen van de Nationale Postcode Loterij en Aloys van Rest, directeur van Defence for Children.
Op 13 februari 2013 ontving directeur Aloys van Rest van Defence for Children op het Goed Geld Gala in het Concertgebouw in Amsterdam uit handen van Judith Lingeman van de Nationale Postcode Loterij een cheque van € 500.000. “Sinds 2010 ontvangen wij elk jaar een bijdrage van de Nationale Postcode Loterij. Dit betekent een geweldige steun voor ons werk. Wij zijn de Nationale Postcode Loterij en daarmee tevens de deelnemers aan de Loterij zeer dankbaar voor hun support en bijdrage”, zegt Aloys van Rest. De Nationale Postcode Loterij is de grootste goede doelen loterij van Nederland. Van elk lot van € 9,50 gaat vijftig procent naar maar liefst 85 goede doelen op het gebied van mensenrechten, ontwikkelingssamenwerking, sociale cohesie, natuur en milieu.
Kind in Rechtspraak
Illustratie: Josee Tesser
Termijnoverschrijding leidt tot niet-ontvankelijkheid In juni 2010 is een toen zestienjarige jongen voor het eerst gehoord over diverse inbraken, diefstallen en vernielingen waarvan hij verdacht wordt. Ongeveer 28 maanden later komt de zaak voor bij de rechtbank. De Hoge Raad heeft in een eerdere uitspraak gesteld dat zaken waarin het strafrecht voor minderjarigen wordt toegepast binnen zestien maanden afgerond dienen te zijn met een einduitspraak, tenzij er sprake is van een ingewikkelde zaak of als de verdachte de zaak vertraagt. In de regel leidt een overschrijding van de termijn tot strafvermindering. Op grond van artikel 40 van het VN-Kinderrechtenverdrag dient een strafzaak van een minderjarige zonder
vertraging beslist te worden door een rechter. Dit omdat het pedagogische karakter van het jeugdstrafrecht maakt dat een strafrechtelijke reactie snel, doeltreffend en op maat moet zijn. De rechtbank Arnhem is van oordeel dat de officier van justitie met de forse termijnoverschrijding het recht op vervolging heeft verloren, gezien het bijzondere karakter van het jeugdstrafrecht en het bepaalde in het VN-Kinderrechtenverdrag. De jongen heeft sinds zijn aanhouding een positieve ontwikkeling doorgemaakt en een veroordeling zou in zijn geval een averechts effect hebben. De rechter stelt het belang van de jongen voorop en verklaart de officier van justitie niet-ontvankelijk. Bron: Rechtbank Arnhem, 25 september 2012, LJN BY7720 ������
Belang van kinderen weegt zwaarder dan algemeen belang Drie in Zwitserland geboren kinderen zijn vanuit dat land met hun ouders gedwongen uitgezet naar Sri Lanka. De vader verlaat na een maand het gezin. De moeder vertrekt na enkele maanden verblijf in Sri Lanka met haar drie kinderen naar Nederland en vraagt in 2000 asiel aan. Dit wordt afgewezen. De kinderen spreken goed Nederlands en een beetje Tamil. Zij hebben bijna twaalf jaar in Nederland onderwijs gevolgd en zijn ook sociale contacten aangegaan. Volgens de rechter dient de staatssecretaris voor Veiligheid en Justitie een nieuw besluit te nemen op de aanvragen van de kinderen en een verblijfsvergunning toe te kennen vanwege schrijnende omstandigheden. De rechter legt de staatssecretaris op om het niet nader gemotiveerde algemeen belang niet (langer) zwaarder te laten wegen dan de belangen van de drie in Zwitserland geboren en in Nederland opgegroeide kinderen bij rechtmatig verblijf en de aanvraag te honoreren. Bron: Rechtbank ’s-Gravenhage, zittingsplaats Groningen, 5 december 2012, LJN BY5962 �������� Onthouden vaststelling vaderschap strijdig met IVRK Een in Nederland verblijvende, ongetrouwde Nigeriaanse moeder van twee kinderen wil dat het vaderschap van de Nigeriaanse (biologische) vader wordt vastgesteld. Volgens Nigeriaans recht hebben kinderen die buiten het huwelijk geboren zijn, geen familierechtelijke betrekkingen met de vader. Tevens is het volgens Nigeriaans recht niet mogelijk om het vaderschap vast te stellen. Daarom oordeelt de rechter dat dit in strijd is met het in artikel 8 EVRM vastgelegde recht op familie- en gezinsleven en het in artikel 8 lid 2 IVRK v astgelegde recht van het kind op bescherming van zijn identiteit. Bron: Rechtbank Haarlem, 18 december 2012, LJN BY6564 ������
13 Right!
interview Caroline Forder, de creatieve hoogleraar Rechten van het Kind
Het recht om iets moois te maken Caroline Forder is een veelzijdig en bijzonder kinderrechtenmens. Als hoogleraar, journalist en advocaat in opleiding beweegt ze velen tot creativiteit en compassie in de zoektocht naar de rechten van het kind. Met haar oratie over de ‘rechterlijke creativiteit’ drukte ze een persoonlijk stempel op haar bijzondere leerstoel Rechten van het Kind aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.
De titel van je oratie luidt ‘Rechterlijke creativiteit en de rechten van het kind’. Waarom is die creativiteit nodig? “Ik ben niet zo tevreden over hoe de rechters met de rechten van het kind omgaan. Het klinkt heel bot, maar ik vind dat zij soms zelfs op een onzuivere manier met kinderrechten omgaan. Bijvoorbeeld door artikel 3 (over het belang van het kind, cvo) te gebruiken zonder goed uit te leggen waarin precies het belang van het kind is gelegen, zonder het recht in te vullen. Dat kan vreselijke gevolgen hebben. Zo zijn er verschillende keren kinderen opgesloten met een beroep op ‘het belang van het kind’ zonder dat aan de wettelijke voorwaarden was voldaan. De rechter zei dan simpelweg dat het in het belang van het kind was om opgesloten te worden. Erger kan eigenlijk niet.
Kinderrechtenverdrag. De formulering in het Kinderrechtenverdrag is heel breed. Je moet dat koppelen aan feiten en uitspraken. Neem bijvoorbeeld artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag over de bescherming tegen kindermishandeling. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft in honderden uitspraken
Door Carla van Os
Hoe heb je zelf geleerd om creatief te zijn? “Ik kom uit Engeland, ben ook in het Engelse recht opgeleid. Daar richt het recht zich op feiten. En in Nederland richt het recht zich op regels. In het Engelse recht begin je altijd met de feiten en dan probeer je door vergelijking met feiten in andere zaken een achterliggend beginsel te vinden. Natuurlijk zijn er daar ook regels. Maar dat is niet waar je mee begint. Soms kun je de regel pas kennen nadat er veel uitspraken zijn gedaan, de regel verschijnt dan langzaam. Dit is ook de manier waarop het Europees Hof voor de Rechten van de Mens werkt.”
“Je moet rechters helpen door de zaken heel concreet te maken”
Een ander probleem is de gedachte van veel rechters dat kinderrechten alleen ontstaan via het 14 Right!
uitgelegd hoe de overheid die verplichting tot bescherming van kinderen tegen mishandeling moet invullen. Die moet je wel lezen om artikel 19 van het Kinderrechtenverdrag ook concreet te kunnen toepassen. De rechter heeft juridische creativiteit nodig om het internationaal recht toe te passen in het nationaal recht. Dat vraagt om creatieve vakkundigheid.”
Je werkt nu bij Fischer advocaten als wetenschappelijk adviseur, je gaat binnenkort de opleiding tot advocaat volgen. Hoe kun jij als toekomstig advocaat rechters tot creativiteit bewegen? “Je moet rechters helpen door de zaken
Foto: StudioVU/Yvonne Compier
heel concreet te maken. Laatst pleitte ik bij de Raad van State over het kindgebonden budget (voor mensen zonder rechtmatig verblijf, cvo). Ik probeer die rechters dan te overtuigen dat het nodig is om een inbreuk te maken op een nationale regel om kinderrechten en mensenrechten na te leven.” Wat voor een missie heb je met de studenten? “Dit klinkt arrogant. Maar ik ben nu op de top van wat ik kan doen. Dit is het moment om alles door te gaan geven aan de studenten. Ik probeer ze vooral te leren dat de kinderrechten op alle niveaus gezocht moeten worden, dus niet alleen in verdragen maar bijvoorbeeld ook in beleidsregels. Dat zij moeten leren om de kracht van rechterlijke uitspraken te ontdekken en dat ze moeten leren verbindingen te leggen tussen verschillende rechtsregels en tussen het praktische leven van mensen en de theorie. En vooral probeer ik ze te stimuleren om heel creatief te zijn. Ik merk dat dat nieuw voor ze
is. Ik denk wel dat ze me heel erg streng vinden. Er zijn studenten die er vijf keer over doen om tot een titel voor een paper te komen. Ik ben niet gemakkelijk voor ze. Naast de juridische eisen stel ik ook nog journalistieke eisen (Caroline studeerde ook journalistiek, cvo). Geen overbodige woorden. Schoonheid zit in het kort
Welk kinderrecht staat jou het meest na? “Dat is een moeilijke vraag. Je begrijpt dat ik niet ga zeggen: ‘artikel 3’… Ik vind het recht op privéleven heel belangrijk. Maar dan in de brede zin. Dat gaat ook om het recht op respect voor je identiteit en het recht op informatie over jezelf. Maar ook het recht om afgeschermd te worden als je dingen niet wilt prijsgeven. Daarbij hoort het recht op de menselijke waardigheid, als onderdeel van het recht op identiteit. Natuurlijk vind ik het recht op water, of op eten ook heel belangrijk. Daar gaan de procedures over die wij doen vanuit Fischer advocaten voor mensen die geen verblijfsvergunning en dus geen inkomen hebben. Maar ik hoop dan altijd dat ik uiteindelijk daarmee ook kinderen in staat stel om muziek te maken, of een schilderij, of om een gedicht te schrijven. Om iets gelukkigs mee te maken. Ik denk dat dat uiteindelijk de essentie is van waarom we hier zijn. Iets moois mogen maken of meemaken, dat is een deel van het recht op respect voor je identiteit.”
“Ik vind het recht op privéleven heel belangrijk” kunnen zijn. En ik stimuleer dat ze de actualiteit opzoeken. Dat is ook belangrijk voor het mensenrechtenwerk, dat zie je ook in jullie Right! Door aan te sluiten bij wat er speelt in de maatschappij trek je de aandacht van de lezer, maar ook die van de rechter.”
15 Right!
Achtergrond Nieuwe samenlevingsvormen
Afstammen van twee moeders Als een lesbisch stel een kind krijgt, kan de partner van de biologische moeder voortaan juridisch ouder worden zonder daarvoor naar de rechter te gaan. Dat staat in een wetsvoorstel dat nu bij de Eerste Kamer ligt. Right! vraagt zich af of met dit nieuwe wetsvoorstel recht wordt gedaan aan de nieuwe samenlevingsvormen in onze maatschappij en of het belang van het kind hierbij leidend is geweest.
S
iebe Buijs is opgegroeid met twee moeders. Hij kent zijn biologische vader wel, maar “als ik het over mijn ouders heb, dan heb ik het over mijn moeders”, zegt hij. Siebe en zijn moeders zijn een voorbeeld van een nieuw soort gezinssamenstelling die steeds vaker voorkomt. Door moderne voortplantingstechnieken zijn tegenwoordig vele gezinsvormen mogelijk. Zo kunnen bijvoorbeeld homoseksuele mannen een draagmoeder inschakelen en op die manier een kind krijgen. Maar ook heteroseksuele stellen kunnen van deze of andere methoden gebruikmaken. Het nieuwe wetsvoorstel lesbisch ouderschap wil met de veranderende samenleving meegaan. Het wetsvoorstel introduceert drie nieuwe manieren waarop het juridisch ouderschap van de duomoeder tot stand kan komen. Als een kind geboren wordt binnen een huwelijk tussen twee vrouwen, wordt de echtgenote van de vrouw die het kind heeft gebaard auto matisch ook juridisch moeder. Zij hoeft dus niet meer, zoals nu nog het geval is,
16 Right!
Door Alexandra Barendsen en Laura Bosch
het kind te adopteren. Voorwaarde is wel dat er gebruik is gemaakt van een donor via de spermabank, de zogenaamde ‘onbekende donor’. Indien er wel sprake is van een bekende donor, kan de duomoeder het kind erkennen. En een derde manier die het wetsvoorstel biedt, is om het moederschap gerechtelijk te laten vaststellen, net zoals dat nu al mogelijk is voor het vaderschap.
Biologische en sociale realiteit
Door dit wetsvoorstel kan een kind dat wordt geboren binnen een huwelijk tussen twee vrouwen nu gemakkelijker en sneller een tweede juridische ouder krijgen. Kinderen hebben er baat bij om twee juridische ouders te hebben: zij kunnen dan bijvoorbeeld aanspraak maken op de onderhoudsplicht of op een deel van de erfenis. “Kennis over de biologische afkomst is echter ook belangrijk”, zegt Ties van der Meer, voorzitter van Stichting Donorkind. Hij is zelf donorkind, en sinds een aantal jaren ook zelf donor. “Een kind heeft recht op
zijn biologische realiteit én zijn sociale realiteit. Ook al is het sociale aspect voor donorkinderen vaak belangrijker, je hebt toch te maken met twee loyaliteiten. Die bijten elkaar niet, maar ze vervangen elkaar ook niet.” Hij benadrukt dat het wel belangrijk is om kinderen tijdig in te lichten, zodat de rollen van de verschillende ouders duidelijk zijn. Op grond van het VN-Kinderrechten verdrag heeft een kind het ‘recht te weten wie zijn ouders zijn en door hen te worden verzorgd’. Het Verdrag geeft echter geen uitsluitsel over de vraag of dit alleen de biologische ouders zijn, of dat het ook gaat om de feitelijke verzorgers en opvoeders. Het recht van het kind om zijn identiteit te kennen was een aantal jaren geleden in Nederland een zwaarwegend argument om de anonimiteit van spermadonoren op te zeggen.
Doorbraak in afstammingsrecht?
Ook nu is het al mogelijk voor de duomoeder om door middel van adoptie juridisch ouder te worden. Het huidige
Foto: Arie Kieviet/Hollandse Hoogte
wetsvoorstel tast echter wel het uitgangspunt van het afstammingsrecht aan, waarbij de juridische werkelijkheid zoveel mogelijk overeenkomt met de biologische werkelijkheid. “Wie juridisch je ouders zijn, hoeft niet gebaseerd te zijn op genetisch ouderschap”, zegt Margreet de Boer, Eerste Kamerlid voor Groen Links. “Tegenwoordig ontstaan families op nieuwe manieren en hebben we daar andere normen over. Het recht moet die verschuivende normen volgen.” De Boer ziet het wetsvoorstel lesbisch ouderschap als een eerste stap naar een familierecht waarbij het juridisch ouderschap en het afstammingsvraagstuk apart worden geregeld. Nanneke Quik, senator voor de SP, wijst erop dat het wetsvoorstel alleen een oplossing biedt voor lesbische paren. “De vraag waar we in onze samenleving familiebanden op baseren en hoe ze juridisch moeten worden vormgegeven, zou het onderwerp moeten zijn van een bredere discussie over familierecht.” Veel nieuwe familievormen passen immers niet in het huidige familierecht. Als voorbeeld wijst ze op de situatie van
gehuwde homoseksuele vaders. “Er moet ook een regeling komen voor de gevallen waar een van de vaders de biologische vader is.” Het familierecht moet dan ook opnieuw worden ingericht, met het belang van het kind voorop. “Het wetsvoorstel lesbisch ouderschap zoals het er nu ligt, is onvoldoende”, vindt Quik.
Belang van het kind
Er zijn zeker kanttekeningen bij het wetsvoorstel lesbisch ouderschap te plaatsen. Het regelt het juridisch ouderschap van slechts een beperkte groep en het is zeer de vraag of het belang van het kind hierbij leidend is geweest, of dat het eerder gaat
om het gelijkstellen van de rechten van heteroseksuele en lesbische paren. Over de bredere kwestie van veranderende gezinssamenstellingen in de maatschappij lijkt niet te zijn nagedacht. Gezien de veranderingen die hebben plaatsgevonden sinds de introductie van het huidige familierecht, vindt Defence for Children het nodig dat er nader onderzoek wordt gedaan naar een herziening van het afstammingsrecht als geheel. Daarbij zou er gekeken moeten worden naar welke nieuwe indeling recht zou doen aan de nieuwe samenlevingsvormen, aan de rechten van de volwassenen, maar vooral aan de rechten van de kinderen.
Contact tussen donorkinderen en donoren Zaaddonoren konden tot 1 juni 2004 anoniem doneren. Daardoor was er geen mogelijkheid tot contact tussen donorkinderen en donoren. Nu kan dat echter wel. Donorkinderen en donoren kunnen zich inschrijven in het Fiom-KID-register en hun DNA-gegevens laten opnemen in de DNA-databank. Zo helpt het FIOM, waar mogelijk, donorkinderen en donoren met elkaar in contact te komen. Meer informatie: www.fiom.nl 17 Right!
Actie! Hair Heroes zamelen geld in
Steun bij een nieuwe start in Bulgarije Door Penny Slaney
Foto’s: Matthew Jansen
In november 2012 bezochten Naomi Wijnands en Matthew Jansen namens Stichting Hair Heroes en in samenwerking met Defence for Children - ECPAT twee opvangcentra voor slachtoffers van seksuele uitbuiting in Bulgarije. De twee kappers wilden meer leren over de achtergrond en werkwijze van de centra én de kinderen inspireren met een kapperstraining. Ze brachten cadeaus mee – föhns, stijltangen en krultangen – en gaven een demonstratie. “We hebben de kinderen verteld over ons werk. Ze waren zo enthousiast dat we vervolgens iedereen hebben geknipt en gestyled”, vertelt Naomi. “We zien elke dag in de salon hoe een mooie, nieuwe coupe het gevoel van eigenwaarde kan vergroten, en het was voor ons erg bijzonder om dat hier ook te ervaren. Je zag dat de kinderen echt blij werden en zich goed voelden. Een van de jongeren zei dat het voelde als een nieuwe start.” Stichting Hair Heroes, opgericht door een aantal Nederlandse kappers, organiseert samen met kapsalons acties om geld in te zamelen. Dat gaat naar projecten voor kinderen die slachtoffer zijn van mensenhandel. In 2012 heeft Hair Heroes ruim € 8.000,– opgehaald voor de opvangcentra die gesteund worden door Neglected Children Society – ECPAT Bulgarije. In de centra krijgen enkele tientallen minderjarigen hulp om geestelijk en lichamelijk te herstellen. Het Hair Heroes-team zag dat er met name een grote behoefte is
18 Right!
aan goede psychologische hulp. “De kinderen in deze centra zijn vaak langdurig en zwaar mishandeld. Ze kunnen meestal maar zes maanden in de centra blijven”, aldus Matthew. “Het team daar heeft de moeilijke taak om de kinderen te helpen herstellen en de andere, positieve kant van het leven te laten voelen. Psychologische ondersteuning en samen leuke activiteiten doen spelen daarbij een essentiële rol. We hopen dat de bijdrage van Hair Heroes op deze vlakken een verschil kan maken.”
Cultuur Dansen voor je leven
Gekidnapt
In Kirgizië is het mogelijk dat je als meisje ‘s ochtends fluitend naar school vertrekt, maar ’s avonds als bruid in een wildvreemde familie belandt. Regisseur Petr Lom filmde gekidnapte bruiden, hun echtgenoten en schoonfamilies. Hij spreekt deskundigen die uitleggen waar de traditie vandaan komt. Het is voor de Kirgiziërs een normale gang van zaken. “We zijn allemaal ontvoerd”, vertelt een vrouw aan een verlegen meisje dat net is geschaakt. Iedereen lijkt te accepteren dat dit nu eenmaal de traditie is. Toch geven de cijfers aan dat vrouwen die gekidnapt werden om te trouwen, vaker zelfmoord plegen, vaker mishandeld worden en vaker weglopen, zelfs met achterlating van hun kinderen. De documentaire laat zien hoe er plannen gemaakt worden voor de kidnapping. Zelfs de beste vriendin van het meisje helpt mee en leidt haar naar de waterplaats, waar vrienden van de aanstaande bruidegom haar meeslepen, de auto in. De meisjes zijn vandaag de dag ouder dan vroeger, maar toch nog vaak minderjarig en schoolgaand. Vaak kunnen ze de school niet meer afmaken en zien zij ook andere plannen in rook opgaan. Deze mooi gemaakte documentaire laat zien dat uiteindelijk de mannen profijt hebben van deze traditie en dat de vrouwen er veelal bekaaid (of erger) afkomen.
Meysam Noori, bekend van So You Think You Can Dance (SYTYCD), bracht een boek uit over zijn leven. Tijdens SYTYCD bleek al dat Meysam een moeilijke jeugd had gehad. Dat was terug te zien in zijn emotievolle dans, die de kijker van SYTCYD raakte. In het boek ‘Dansen voor je leven’, vertelt Meysam hoe hij als achtjarige naar Nederland vluchtte met zijn moeder, broertje en zusje. Zijn vader en broer waren vermoord door de Taliban, maar dat wist hij toen nog niet. Hij kreeg direct bij aankomst in Nederland de ‘vaderrol’ in het gezin, wat uiteraard veel verantwoordelijkheden met zich meebracht. Het gemis van zijn vader en broer en de enorme last op zijn schouders verwerkte Meysam door zoveel mogelijk te dansen. Het bevrijdde hem van het verleden dat hem achtervolgde. Tegen de wil van zijn moeder heeft Meysam doorgezet met dansen. Hij is zelfs derde geworden bij SYTYCD, en zijn moeder was uiteindelijk ontzettend trots. Voor wie benieuwd is naar het verhaal achter de dans van Meysam, is dit boek zeker de moeite waard. Het geeft tegelijkertijd een beeld van wat dergelijke ingrijpende ervaringen met iemand doen. (Ayda Naser Sadeh). Dansen voor je leven (Meysam Noori) Uitgeverij Manteau Jeugd: 2012
Coming of Age
Van 21 t/m 27 maart vindt het Movies that Matter festival plaats in Den Haag. Het programma-onderdeel over kinderrechten heeft dit jaar als thema ‘coming of age’. De films gaan veelal over kinderen en jongeren in moeilijke omstandigheden en laten zien hoe veerkrachtig zij zijn, en met hoe veel doorzettingsvermogen zij overleven. Van de krottenwijken van Casablanca en de achterbuurten van Londen tot aan de woestijn in Irak, het naoorlogse Sarajevo en de chaos in Kinshasa – in de zeven films met dit thema komt het allemaal langs. De films laten zien wat de waarde is van vriendschap en familie, en hoe de jongeren vol moed, kracht, hoop, humor en creativiteit omgaan met hun onverdiende lot. De volgende films zijn te zien: • Bekas (Karzan Kader); • Les Cheveaux de Dieu (Nabil Ayouch); • My Brother the Devil (Sally El Hosaini); • Children of Sarajevo (Aida Begic); • Rebelle (Kim Nguyen); • Kinshasa Kids (Marc-Henri Wajnberg); • Tall as the Baobab Tree (Jeremy Teicher). Voor meer informatie: www.moviesthatmatter.nl
Bride Kidnapping in Kyrgyzstan (Petr Lom) In een enigszins ingekorte versie ook te zien op YouTube.
19 Right!
All Right!
Foto: Sander Nieuwenhuys; Tekst: Martine Goeman.
Kelvin liep toch stage Kelvin (nu 21) mocht niet op stage omdat hij geen verblijfsvergunning had. Maar zonder die stage kon hij zijn diploma niet halen. Omdat hij alle andere vakken al had gehaald, zat hij vervolgens twee jaar thuis. Dat was een schending van zijn recht op onderwijs, vond hij. Kelvin pikte dit niet en spande met steun van Defence for Children een procedure tegen de Nederlandse Staat aan. En met succes! Hijzelf en andere jongeren zonder verblijfsvergunning mogen nu stage lopen. “Ik keek best op tegen zo’n grote zaak”, zegt Kelvin. “Een procedure tegen de Staat win je niet zomaar. Maar ik ben heel blij dat we de zaak hebben gewonnen en dat de weg nu ook voor anderen is geopend. Inmiddels heb ik mijn stage afgerond en krijg ik mijn diploma. Het was geweldig om stage te lopen, ik hoop verder te kunnen studeren met een studie visum. Veel mensen vinden het knap dat ik een procedure heb gevoerd tegen de Staat. Ik vind het zelf ook wel stoer.”