Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e Uitwerking bestemming Gemengde Doeleinden II
Rietzoom – Van der Waalslaan Zuid
Vastgesteld door College van B&W gemeente Rotterdam d.d. xx-xx-2015 Datum 24 april 2015 1
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Colofon Opgesteld door: Stadsontwikkeling Rotterdam – afdeling Ruimte & Wonen i.s.m. Projectteam Park Zestienhoven Datum: 24 april 2015 Vastgesteld door: College van B&W gemeente Rotterdam: xx- xx -2015
2
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Inhoudsopgave Toelichting 1
Inleiding
1.1
Aanleiding
1.2
Noodzaak tot uitwerking
1.3
Begrenzing van de uitwerking
2.
Park Zestienhoven
2.1
Van der Waalslaan Zuid
2.2
Stedenbouwkundige randvoorwaarden
2.3
Bouwplan ‘Van der Waalslaan Zuid’
3.
Bebouwingsbepalingen
4.
Bijlage bij de toelichting
Voorschriften ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 1 – Begripsbepalingen Artikel 2 – Algemene Bepalingen BESTEMMINGEN Artikel 3 – Woningen Artikel 4 – Tuin Artikel 5 – Groen Artikel 6 – Verblijfsgebied Artikel 7 – Water Bijlage: Plankaart
3
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Toelichting 1.
Inleiding
1.1 Aanleiding Het bestemmingplan HSL-Overschie, dat op 13 januari 2000 is vastgesteld door de gemeenteraad en door GS is goedgekeurd op 29 augustus 2000, is een globaal bestemmingsplannen met een uitwerkingsverplichting (op onderdelen). Zonder uitwerking is het bestemmingsplan niet afgerond. Met een globaal bestemmingsplan kan flexibel en adequaat ingesprongen worden op ontwikkelingen in de planfase. Deze uitwerking heeft betrekking op een woningbouwontwikkeling in het zuidelijke deel van Park 16Hoven. Het betreft een locatie in het deelgebied Rietzoom. Deze planontwikkeling valt binnen twee bestemmingsplannen: in de bestemming ‘Woningen II a’ van het bestemmingsplan Polder Zestienhoven en de bestemming ‘gemengde doeleinden II UW’ van het bestemmingsplan HSL-Overschie.
Afb. 1: Plangebied met uitsnede Bestemmingsplan HSL-Overschie
1.2 Noodzaak tot uitwerking Krachtens artikel 3.6 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening, moet het College van Burgemeester en Wethouders het bestemmingsplan uitwerken, voor zover het de uit te werken bestemmingen betreft. In de voorliggende bestemmingsplan-uitwerking wordt een deel van het deelgebied Rietzoom gedetailleerd bestemd. De belangrijkste bestemmingen in de uitwerking zijn “Woningen”, “Tuin”, “Groen”, “Verblijfsgebied” en “Water”.
4
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
1.3 Begrenzing van de uitwerking Deze uitwerking heeft betrekking op het zuidelijke deel van de Van der Waalslaan, gelegen in het deelgebied Rietzoom. De uitwerking betreft twee plandelen. Het zuidelijke deel heeft betrekking op de aan de westzijde van de Van der Waalslaan gelegen woningen. Dit plandeel wordt aan de zuidwestzijde begrensd door de achter de woningen gelegen singel, aan de noordwestzijjde door de aangrenzende woonstraat en aan de overige zijden door de uitwerkingsgrens. Het noordelijke deel betreft een klein deel van de locatie van de ten oosten van de Van der Waalslaan gelegen hoekwoning. Dit driehoekige plandeel wordt aan de oostzijde begrensd door de uitwerkingsgrens en aan de overige zijden door de beide aangrenzende woonstraten. De woningen van het deelplan Van der Waalslaan Zuid vallen deels binnen de globale eindbestemming “Woningen IIa” van het bestemmingsplan Polder Zestienhoven en deels binnen de uit te werken bestemming “Gemengde doeleinden II UW” van het bestemmingsplan HSL-Overschie. Voor de eerste is geen uitwerking nodig, vandaar dat slechts een deel van de woningen binnen de plangrens van deze uitwerking valt.
Afb. 2: Uitsnede plankaart met plangrens Uitwerkingsgebied
5
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
2
Park Zestienhoven De Rotterdamse woningvoorraad heeft een tekort aan woonmilieus met tuinen. Hierdoor trekken de mensen, die op zoek zijn naar dit type woningen weg naar andere gemeenten. Onderzoek wijst uit dat het vooral gaat om hoogwaardige groene en stedelijke woonmilieus. Het toevoegen van deze nu nog schaarse woonmilieus zal het imago van Rotterdam als aantrekkelijke en gedifferentieerde woonstad versterken. Park Zestienhoven is één van de gebieden, die in de behoefte aan hoogwaardige groene woongebieden gaat voorzien. De nieuwe wijk moet dan ook een chique en groene uitstraling krijgen. Met de bouw van veelal grondgebonden woningen in het middeldure en dure segment wil de gemeente Rotterdam het tekort aan grotere, duurdere woningen in de stad terugdringen. Tegelijkertijd moet het gebied de groene uitstraling, die het nu heeft behouden. Het stedenbouwkundig plan gaat uit van 4 hoofdprincipes: 1. Het onderliggende landschap; door het handhaven van structuren en het inpassen van bestaande elementen wordt er verband gelegd met het omliggend gebied. 2. De ruggegraat met de ribben: de hoofdontsluiting wordt gevormd door de van der Duijn van Maasdamweg met de lanen als ‘ribben’ die het gebied verder ontsluiten. 3. Contrast tussen lanen en binnenwereld; de lanen hebben een verbindend en open karakter, terwijl de er tussen liggende straten (de binnenwerelden) juist een meer intieme, besloten en informele sfeer uitstralen. 4. De gradiënt; de bebouwingsdichtheid in het plangebied loopt op van west naar oost. In het noordoostelijk gelegen deel van de wijk kunnen hoge dichtheden worden gerealiseerd vanwege de goede bereikbaarheid, zowel over de weg als met het openbaar vervoer (de RandstadRail).
Afb. 3: Stedenbouwkundig Plan Park Zestienhoven
6
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
2.1 Van der Waalslaan Zuid Het deelplan Van der Waalslaan Zuid wordt gevormd door het zuidelijke deel van de Van der Waalslaan en ligt in deelgebied Rietzoom. Rietzoom is gelegen in het zuidelijk deel van Park Zestienhoven. De buurt ligt aan de rand van de polder en grenst aan de steilrand en de Overschiese Kleiweg, die onderdeel zijn van de Groene Loper, een recreatieve route vanuit de stad naar het buitengebied. Kenmerkend voor deze buurt is de grote hoeveelheid water. Water bepaalt dan ook voor een belangrijk deel de sfeer van Rietzoom. Veel woningen in Rietzoom hebben een tuin die direct aan het water grenst. Op andere plekken is juist gekozen voor woningen met terrassen of openbaar groen langs het water. Ook de beplanting in en rond het water varieert. Zo wordt een eigen identiteit van en voldoende verschil tussen de verschillende delen van Rietzoom gewaarborgd. Het HSL-park doorsnijdt de buurt en vormt zo een centrale groene plek voor spel en ontspanning. Het brede, doorgaande fietspad zorgt bovendien voor een snelle verbinding naar het centrum en het buitengebied. Rietzoom wordt aan de zuidzijde begrensd door de steilrand, van oudsher de rand van de polder gevormd door de boezemdijk en de Overschiese Kleiweg. Deze zone vormt een groene recreatieve verbinding vanuit de stad naar het buitengebied en krijgt een waterrijke invulling, bestaande uit een brede watergang en een eilandenzone. Rietzoom is onderverdeeld in een aantal ontwerpeenheden, namelijk: Lanen, Binnenwerelden en HSL-park; de bebouwing en de openbare ruimte in zo’n eenheid vertonen samenhang. De “Mocklaan Zuid”, die inmiddels Van der Waalslaan Zuid heet, maakt deel uit van de ontwerpeenheid Lanen.
2.2 Stedenbouwkundige randvoorwaarden Stedenbouwkundige randvoorwaarden zijn opgesteld als ontwikkel- en ontwerpopgave op het stedenbouwkundig plan. De randvoorwaarden voor deelgebied Rietzoom zijn vastgesteld door de deelgemeente Overschie (DB) d.d. 28 september 2010. Een concept-verkaveling maakt onderdeel uit van de randvoorwaardennota en heeft als basis gediend voor de randvoorwaardenkaart en het concept stedenbouwkundig matenplan (SMP). Afwijkingen van de proefverkaveling en/of randvoorwaardenkaart zijn acceptabel mits ze passen “in de geest van” het plan.
7 Afb 4: Concept-verkaveling Bovenbeek 2e fase met plangebied van de bestemmingsplanuitwerking
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Van der Waalslaan Zuid De Van der Waalslaan Zuid maakt deel uit van de ontwerpeenheid Lanen. De lanen zijn de ribben van het stedenbouwkundig plan van Park Zestienhoven en zorgen voor de ontsluiting van de buurten. Ze takken aan op de Van der Duijn van Maasdamweg en refereren met hun richting en lengte aan het oude poldergrid. Ze lopen door verschillende buurten (Vijverbuurt en Bovenbeek) en kruisen de Beekweg alvorens ze Rietzoom binnenkomen. De gradiënt zorgt ervoor dat elke laan een eigen uitstraling krijgt. In oostelijke richting neemt de bebouwingsdichtheid toe en wordt de laanbebouwing steeds steviger en stedelijker. Elke laan heeft een eigen profiel; de afstand tussen de gevels is echter altijd 27 meter. In oostelijke richting worden de voortuinen kleiner en het aantal parkeerplaatsen op straat neemt toe. Langs de Van der Waalslaan zijn de woningen geschakeld tot eenheden van twee, drie of vier woningen. De woningen zijn ruim en hebben ruime achtertuinen, soms grenzend aan water. Het profiel van de laan bestaat uit een centrale rijloper met aan weerszijden een berm met gras en bomen waarlangs geparkeerd kan worden.
Afb 5: Impressie Van der Waalslaan Zuid 2015
2.3 Bouwplan ‘Van der Waalslaan Zuid’ Het actuele bouwplan ‘Van der Waalslaan Zuid’ betreft 31 eengezinswoningen en bestaat uit een mix van twee-, drie- en vier-onder-een-kapwoningen. Hiervan maken 11 woningen deel uit van deze uitwerking. De woningen zijn georiënteerd op de laan. De voorgevels richten zich op de laan en de woningplattegrond ondersteunt dit met de ligging van leefruimtes. Hoekwoningen aan een straat naar de binnenwereld zijn ook op deze zijstraat georiënteerd. Aangebouwde garages zijn hier alleen toegestaan indien ze tot voorbij de helft van de zijgevel zijn teruggelegen en mits ze deel uitmaken van de architectuur doordat de kap tot over de garage is doorgezet. De woningen zijn geclusterd in korte rijen van 2, 3 of 4 woningen. Verschillende clusters wisselen elkaar af. De clusters vormen tezamen een wand, die de laan begeleidt. Door de langskap af te wisselen met dwarskappen ontstaat een levendige straatwand, waarbinnen de individuele woningen herkenbaar zijn.
8
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
3
Bebouwingsbepalingen Bouwhoogte De woningen hebben een bouwhoogte van 2 lagen met kap, die afwisselend in de langs- of dwarsrichting is geplaatst. Aan- en uitbouwen Alle hoekwoningen aan een straat naar de binnenwereld hebben een dwarskap. Hier is langs het achterste deel van de zijgevel een aanbouw mogelijk in de vorm van een extra kamer of garage mits deze tot aan de achtergevel van het hoofdgebouw schuin is afgedekt. Dit schuine dak dient dezelfde richting te hebben als de kap van het hoofdgebouw en sluit hier aan de bovenzijde direct op aan. Tussen geclusterde woningen zijn aanbouwen in één bouwlaag toegestaan. De plaats hiervan is op de verbeelding aangegeven. Desgewenst kan deze aanbouw bij woningen met een dwarskap worden afgedekt met een schuin dak, dat aansluit op het dak van het hoofdgebouw. Dakkapellen Dakkapellen aan voorgevelzijde en in het naar de openbare ruimte gekeerd zijdakvlak van woningen met een dwarskap zijn toegestaan. De maximale afmetingen hiervan zijn in deze uitwerking vastgelegd. De dakkapellen zijn mee ontworpen met de woningen en worden als standaardoptie aangeboden. Erfscheidingen en bergingen Op zij-erven, die bij de zijstraten grenzen aan het openbaar gebied zijn langs de zijtuinen tot minimaal 6 meter achter de voorgevel erfscheidingen met een maximale hoogte van 2 meter toegestaan, mits deze zijn uitgevoerd als een transparant hekwerk met begroeiing. Op deze 3 zij-erven is tevens een berging toegestaan mits deze niet hoger is dan 3 meter en een maximale oppervlakte van 10 meter heeft.
9
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
4
Bijlage bij de toelichting Dit uitwerkingsplan dient gelezen te worden in samenhang met de voorschriften van het bestemmingsplan “HSL-Overschie”. Deze bijlage bevat ter informatie enkele voorschriften uit de desbetreffende bestemmingsplannen.
Artikel 1 – BEGRIPSBEPALINGEN (Bestemmingsplan HSL-Overschie) HSL-Zuid Spoorweg ten behoeve van het reizigersvervoer conform het tracébesluit HSL- Zuid zoals dit op 15 april 1998 is vastgesteld door de Minister van Verkeer en Waterstaat in overeenstemming met de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Maatschappelijke voorzieningen Voorzieningen op het gebied van onderwijs, religie, cultuur, gezondheidszorg, maatschappelijke dienstverlening en de publieke dienst. Uitgezonderd hiervan zijn psychiatrische ziekenhuizen, sanatoria, inrichtingen voor zwakzinnigen en zintuiglijk gehandicapten, medische kindertehuizen en kleuterdagverblijven, alsmede Riagginstellingen.
10
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Voorschriften Voorschriften 7e uitwerking bestemming “Gemengde Doeleinden II UW” bestemmingsplan HSL-Overschie, betreffend plandeel (of deelplan?) Van der Waalslaan Zuid. Deze additionele voorschriften dienen te worden gelezen in samenhang met de voorschriften van het bestemmingsplan “HSL-Overschie”. ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 1 – Begripsbepalingen Artikel 2 – Algemene Bepalingen BESTEMMINGEN Artikel 3 – Woningen Artikel 4 – Tuin Artikel 5 – Groen Artikel 6 – Verblijfsgebied Artikel 7 – Water
11
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
ALGEMENE EN TECHNISCHE BEPALINGEN Artikel 1 – BEGRIPSBEPALINGEN Voor zover aan de orde, vervangen deze additionele begripsbepalingen de overeenkomstige begripsbepalingen van het bestemmingsplan "HSL-Overschie". Bouwlaag of laag Het tussen twee opeenvolgende vloeren/plafonds gelegen, voor verblijf geschikt deel van een gebouw, met inbegrip van een kap met een dakkapel die breder is dan 2/3 van de breedte van het pand. Een vliering, kap, zolderverdieping, kelder, souterrain of ondergrondse parkeervoorziening wordt niet als afzonderlijke laag begrepen. Kap Een geheel of gedeeltelijke niet-horizontale dakconstructie gevormd door schuin hellende vlakken met een hellingshoek van niet meer dan 60 graden. Souterrain Verdieping van een gebouw die zich voor minder dan de helft van de hoogte van deze verdieping boven de grond bevindt. Artikel 2 – ALGEMENE BEPALINGEN Voor zover aan de orde, vervangen deze additionele algemene bepalingen de overeenkomstige bepalingen van het bestemmingsplan "HSL-Overschie". Wijze van meten 1. Bij de toepassing van deze voorschriften geldt de volgende wijze van meten: a. de grondoppervlakte van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten tussen de verticale projecties van de buitenzijde van de gevels en 1 meter boven peil; dakoverstekken, luifels, niet aaneengesloten balkons en dergelijke worden hierbij niet meegeteld, mits zij niet verder uitsteken dan 0,5 meter; b. de inhoud van een gebouw of ander bouwwerk wordt gemeten buitenwerks en boven peil; c. - de hoogte van een gebouw of ander bouwwerk (bouwhoogte) wordt gemeten vanaf het hoogste punt van dat gebouw of ander bouwwerk tot het peil, schoorstenen en antennes en lift opbouwen - met een hoogte van maximaal 5 meter - uitgezonderd; - de goot- of boeiboordhoogte van een gebouw wordt gemeten vanaf de horizontale snijlijn van gevelvlak en dakvlak tot aan het peil; d. de breedte van een gebouw wordt gemeten van en tot de buitenkant van een zijgevel dan wel het hart van een gemeenschappelijke scheidingsmuur, met dien verstande, dat wanneer de zijgevels verspringen of niet evenwijdig lopen, het gemiddelde wordt genomen van de kleinste en de grootste breedte; e. de afstand van een gebouw tot de zijdelingse perceelsgrens wordt gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van de gevel van het gebouw, haaks op de perceelsgrens.
12
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Bebouwingsnormen 2. Op de voor bebouwing bestemde gronden dienen - onverminderd hetgeen daartoe in de desbetreffende voorschriften is bepaald - de op de plankaart aangegeven bebouwingsnormen in acht genomen te worden. Voor zover voor de desbetreffende gronden op de plankaart respectievelijk in de voorschriften geen maximum bebouwingspercentage is ingeschreven, mogen deze gronden volledig worden bebouwd. Goot- en nokhoogte 3. a. Ter bepaling van de maximaal toegestane goothoogte van een gebouw, voor zover op de plankaart respectievelijk in deze voorschriften voor dit gebouw een maximaal toegelaten aantal bouwlagen is gegeven, dient als hoogte van een bouwlaag 4 meter te worden aangenomen, met dien verstande, dat indien voor de begane-grondlaag een andere dan woonbestemming is toegelaten, voor de beganegrondlaag een hoogte van 5 meter dient te worden aangenomen; b. de nokhoogte mag niet meer bedragen dan 4 meter boven de onder a bedoelde goothoogte mits een kap is toegestaan. c. voor zover geen maximumhoogte is aangegeven mag niet hoger gebouwd worden dan 45 meter.
BESTEMMINGEN Artikel 3 – WONINGEN Doeleindenomschrijving 1. De gronden, aangewezen voor "woningen", zijn bestemd voor: a. gebouwen waarin zijn toegestaan woningen, met de daarbij behorende berg- en stallingruimten, alsmede tuinen, ontsluitingswegen, fiets- en voetpaden, en dakterrassen op geheel of gedeeltelijk plat afgedekte woningen; b. gebouwde parkeervoorzieningen ten behoeve van de woningen. 2. Woningen mogen mede worden gebruikt voor de uitoefening van een aan huis gebonden beroep/bedrijf, mits: a. de woonfunctie van de desbetreffende woning (hoofdgebouw) in overwegende mate gehandhaafd blijft doordat maximaal 30% van de vrije vloeroppervlakte van de woning voor beroeps-/ bedrijfsactiviteiten wordt gebruikt; b. de woning er als woning uit blijft zien (reclame-uitingen aan o.a. de gevel en dakrand zijn niet toegestaan); c. het ten behoeve van de bedrijfsuitoefening benodigd (opgesteld) vermogen niet meer bedraagt dan 5 kilowatt op de begane grond, respectievelijk 1,5 kilowatt op de verdieping; d. er niet meer dan 10 liter samengeperste gassen ten behoeve van de bedrijfsuitoefening in de woning aanwezig zijn. e. er niet meer dan 25 liter gevaarlijke stoffen (niet zijnde samengeperste gassen) ten behoeve van de bedrijfsuitoefening in de woning aanwezig zijn; f. er geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op het onderhouden en repareren van motorvoertuigen; g. er geen detailhandelsactiviteiten plaatsvinden, tenzij het betreft detailhandelsactiviteiten als ondergeschikt onderdeel van de beroeps-/bedrijfsactiviteiten; Bebouwingsbepalingen 3. De aanduidingen op de plankaart dienen in acht te worden genomen. 4. Een dakkapel aan de voorgevelzijde van woningen met een zadeldak met een hellingshoek van meer dan 30 graden is toegestaan, met dien verstande dat: de afstand tot de dakvoet minimaal 0,5 meter en maximaal 1 meter bedraagt, de maximale afstand bovenzijde van de dakkapel tot de nok minimaal 0,5 meter bedraagt
13
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
(verticaal gemeten), de bovenzijde van de dakkapel op één lijn (horizontaal) dient te zijn met de naastgelegen dakkapellen, de afstand tot het hart van de woningscheidende muur minimaal 0,5 meter bedraagt (horizontaal gemeten), de breedte van de dakkapel maximaal 2/3 van de woningbreedte bedraagt, de maximale hoogte 1,90 meter inclusief dakrand is, de afstand tot de zijgevellijn minimaal 0,5 meter is indien het zijerf niet grenst aan openbaar groen of openbare weg en minimaal 2 meter indien het zijerf wel grenst aan openbaar groen of openbare weg; 5. Een dakkapel aan de zijzijde is toegestaan bij de woningen met een dwarskap, met dien verstande dat: de afstand tot de dakvoet minimaal 0,5 en maximaal 1 meter bedraagt, de maximale afstand bovenzijde van de dakkapel tot de nok minimaal 0,5 meter bedraagt (verticaal gemeten), de bovenzijde van de dakkapel op één lijn (horizontaal) dient te zijn met de dakkapellen aan de voorgevelzijde, de afstand tot de voorgevel minimaal 2 meter bedraagt (horizontaal gemeten), de breedte van de dakkapel maximaal 4 meter en de maximale hoogte inclusief dakrand 1,90 meter bedraagt en niet meer dan één dakkapel in het zij-dakvlak mag worden gerealiseerd.
Artikel 4 – TUIN Doeleindenomschrijving 1. De gronden, aangewezen voor “tuin”, zijn bestemd voor: a. tuin, groen, water, paden en inritten; b. parkeren in de zij- en achtertuin ten behoeve van maximaal twee motorvoertuigen. Bebouwingsbepalingen 2. Op de in het eerste lid bedoelde gronden mogen uitsluitend de volgende bouwwerken worden gebouwd: a. een bijgebouw met een maximale hoogte van 3 meter, uitsluitend in de achtertuin, met een oppervlakte van maximaal 20% van de oppervlakte van de achtertuin, met dien verstande dat de oppervlakte maximaal 25 m2 mag bedragen; b. een erfafscheiding met een maximale hoogte van 2 meter op de grens van zij- en achtertuin met het openbare gebied, met dien verstande dat deze erfafscheiding op de grens van de zijtuin met het openbare gebied tevens minimaal 6 meter achter het verlengde van de voorgevel van de woning is geplaatst.
Artikel 5 – GROEN Doeleindenomschrijving 1. De gronden, aangewezen voor “groen“, zijn bestemd voor: a. park, plantsoen, speelgelegenheden, ontsluitingswegen- en paden, fiets- en voetpaden; b. overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden, beschoeiingen, duikers en gemalen, alsmede activiteiten in het kader van onderhoud, inrichting en beheer waaronder baggerwerkzaamheden; - onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval; c. parkeervoorzieningen; d. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut.
14
Stadsontwikkeling Rotterdam - afdeling Ruimte & Wonen Bestemmingsplan HSL-Overschie 7e uitwerking Gemengde Doeleinden II
Bebouwingsbepalingen 2. Op de in het eerste lid bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, te weten: a. bouwwerken - geen gebouwen zijnde - als straatmeubilair, verfraaiingselementen, speelelementen; b. bouwwerken - geen gebouwen zijnde - van waterbouwkundige aard als een brug, een duiker; c. containers ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval; d. niet voor bewoning bestemde kleine bouwwerken van openbaar nut als telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten, transformatorgebouwtjes, verdeelkasten, gasdrukregel- en meetstations, gemaalgebouwtjes.
Artikel 6 – VERBLIJFSGEBIED Doeleindenomschrijving 1. De gronden, aangewezen voor “verblijfsgebied”, zijn bestemd voor verkeers- en verblijfsruimte, waaronder: a. voorzieningen voor rijdende en stilstaande voertuigen; b. voorzieningen ten behoeve van wandelen, verblijven en spelen; c. groenvoorzieningen en overige in het kader van de waterhuishouding nodige voorzieningen, zoals taluds, keerwanden, beschoeiingen, duikers en gemalen; d. onder- en/of bovengrondse voorzieningen ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval; e. parkeervoorzieningen; f. voorzieningen ten behoeve van het openbaar nut. Bebouwingsbepalingen 2. De aanduidingen op de plankaart dienen in acht te worden genomen. 3. Op de in het eerste lid bedoelde gronden mogen uitsluitend in de bestemming passende bouwwerken worden gebouwd, te weten: a. bouwwerken - geen gebouwen zijnde - als straatmeubilair, verfraaiingelementen, speelelementen; b. bouwwerken - geen gebouwen zijnde - van waterbouwkundige aard als een brug, een duiker, en een gemaal; c. containers ten behoeve van het inzamelen van huishoudelijk afval.
Artikel 7 – WATER Doeleindenomschrijving 1. De gronden, aangewezen voor “water”, zijn bestemd voor: a. singels, vijvers en waterlopen ten behoeve van de waterhuishouding van het omliggende gebied, met de daarbij behorende voorzieningen als taluds, keerwanden, beschoeiingen, duikers en gemalen; b. groenvoorzieningen. 2. In aanvulling op het bepaalde in het eerste lid is ter plaatse van de op de plankaart aangegeven aanduiding “hoofdwatergang” tevens een hoofdwatergang met een minimale breedte van 10 meter, gemeten op de waterlijn uitgaande van het hoogste waterpeil toegestaan. Bebouwingsbepalingen 3. Op de in het eerste lid bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken - geen gebouwen zijnde - van waterbouwkundige en/of recreatieve aard worden gebouwd, als een brug, een duiker, een steiger, een vlonder, en een gemaal.
15
an nla rge be Tin
Gr Vg
T W.2
W.1
W.1 W.2
W.1
Va nd
W.2
er W aa
lsl
aa
W.1 Wa
n
T
rdijkpa rk
W.2 W.1
Vg
Weste
W.1 Gr Gr
W.1
W.1 Vg W.2
Edwa
rd Jen
f nerho W.1 Gr
T
RIETZOOM
Wa
Gr SITUERING UITWERKING BESTEMMING GEMENGDE DOELEINDEN II
SCHAAL 1:1000
GEMEENTE ROTTERDAM 7e UITWERKING
BESTEMMING GEMENGDE DOELEINDEN II
BESTEMMINGSPLAN HSL - OVERSCHIE PLANKAART VASTGESTELD DOOR HET COLLEGE VAN B&W
D.D.
bp_p16h_8e_uitw_plankaart
A.v.Vr. / 24-04-2015