RICHTLIJNEN VOOR DIABETESBELEID IN RUSTHUIZEN Door diabetescentrum AZ Sint-Blasius en de coördinerende en raadgevende artsen Vehamed
Versie 1: Mei 2014
INHOUD 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Algemeen Onderscheid zorgtraject/conventie De vingerprik Orale antidiabetica GLP-1 Analogen Insulines Wat te doen bij hypoglycemie?
3 4 5 6 7 8 9
2
1. ALGEMEEN •
Glycemiecontroletoestel EN prikpen zijn individueel, dus niet voor algemeen gebruik.
•
Strips worden meegegeven per patiënt via zorgtraject of conventie. Zo men geen recht heeft op terugbetaling, dient deze zelf of via rusthuis aangekocht te worden.
3
2. ONDERSCHEID ZORGTRAJECTEN/CONVENTIE A. Zorgtraject diabetes type 2 Contract tussen patiënt-huisarts en endocrinoloog, waarbij de huisarts, de endocrinoloog adviseert en de patiënt zich ertoe verbindt enkele gezondheidsdoelen na te streven. Inclusiecriteria: Patiënt heeft diabetes en: § volgt momenteel een insulinebehandeling met 1of 2 insuline-injecties per dag § OF een GLP-1 analoog wordt gehanteerd § OF de behandeling met orale antidiabetica is onvoldoende: een insulinebehandeling of behandeling met GLP-1 analoog valt te overwegen. Voordelen: § Glycemiecontroletoestel per 3 jaar. § 150 strips en 100 lancetten per 6 maanden. § Gratis consultatie bij de huisarts en endocrinoloog. § Tevens is er mogelijkheid tot educatie door diabeteseducator met de vooropleiding dietetiëk of podologie. Diabeteseducatie via een verpleegkundige zit in het forfait van het rusthuis. Coördinator/voorschrijver = huisarts, ook strips en lancetten dienen door hem/haar te worden voorgeschreven, materiaal dient te worden afgehaald bij de apotheek of erkende thuiszorgwinkel. Voorwaarden: § minstens 2 contacten/jaar met huisarts (raadpleging of bezoek) § minstens 1 raadpleging/jaar bij de endocrinoloog B. Diabetesconventie Een uniek systeem van diabetesondersteuning/begeleiding. Het is steeds verbonden aan een ziekenhuis en staat onder leiding van een endocrinoloog. Door overheidsfinanciering kunnen diabetespatiënten, behandeld met insuline, ondersteund worden zowel wat betreft materiaal voor zelfcontrole, educatie als dieetbegeleiding. Voorwaarden: § Minstens 2 insuline-injecties per dag 4 vormen van conventie: § Diabetesconventie voor volwassenen § Diabetesconventie voor kinderen § Pompconventie § Voetconventie (ook voor patiënten enkel op orale antidiabetica).
Materiaal is te verkrijgen in het diabetescentrum van het ziekenhuis waar de conventie ondertekend is. Patiënt heeft recht op een glycemiecontroletoestel, een aantal strips en lancetten, afhankelijk van het aantal injecties/dag.
4
3. DE VINGERPRIK A. Doel Een mooie bloeddruppel bekomen om een juiste glycemie te bepalen. B. Hoe? § Propere en droge handen bij de bewoner § Geen ontsmetting § Voor de maaltijd! § Noteren in het dagboekje/volgblad § Steeds prikken in het zijvlak van de vingertop § Afwisselen van vinger
C. Hoeveel controles per dag/week te doen bij welke patiënt? Dit hangt af van het contract waar de patiënt is geïncludeerd, wat hoofdzakelijk wordt bepaald door het aantal injecties per dag, dus door de therapie. Uiteraard is individuele bijsturing mogelijk. Groep Zorgtraject Conventie groep 3a Conventie groep 2 Conventie groep 1
Aantal controles /week 2 x nuchtere glycemie + 1 dagcurve 4x nuchtere glycemie + 1 dagcurve 4x nuchtere glycemie + 3 dagcurves 7x dagcurve van 4 punten
D. Wat is een dagcurve? Er wordt dan 4x/dag een glycemie bepaald: § Nuchter (voor het ontbijt) § Voor het middagmaal § Voor het avondmaal § Voor het slapengaan
5
Opmerking 25 strips/maand pakket per 6 maand Complexere type 2 patienten 30 strips/maand 3 à 4 injecties/dag 60 strips/maand 4 injecties/dag 120 strips/maand
4. ORALE ANTIDIABETIC NOOIT GEVEN INDIEN PATIËNT NUCHTER MOET BLIJVEN! A. Sulfonylurea § Unidiamicron, Glibenclamide, Gliclazide, Daonil, Euglucon, Amarylle, Glurenorm, Minidiab, … § Te nemen voor de maaltijd! § Kunnen hypoglycemie veroorzaken, hebben effect op de werking van sommige andere medicatie! B. Glucophage § Metformax, Metformine § Bij voorkeur na de maaltijd om gastro-intestinale klachten te vermijden. Niet geven indien er een onderzoek met contrast wordt voorzien: 1 dag voor tot 3 dagen na onderbreken. C. DPP-4 remmers § Januvia, Onglyza, Galvus, Trajenta
6
5. GLP-1 ANALOGEN •
VICTOZA/BYETTA/LYXUMIA/BYDUREON
•
Wordt ook ingespoten
•
Mag ook gegeven worden indien patiënt nuchter moet blijven, werkt alleen wanneer er wordt gegeten (glucose-afhankelijk).
7
6. INSULINES 1 NAALDJE MAXIMAAL VOOR 3 à 4 INJECTIES GEBRUIKEN! A. Hoe injecteren? § Menginsuline 10 x zwenken alvorens toe te dienen, NIET schudden! § Voor elk gebruik het naaldje purgeren met 2E. § Steeds langzaam injecteren en na injectie 10 tellen wachten alvorens pen terug te trekken. § Na elke inspuiting het naaldje van de pen draaien en steriel bewaren, dit om lekkage of verstopping te vermijden. § Indien men niet is zeker of de patiënt zal eten, mag de insuline ook na de maaltijd ingespoten worden en dan in dezelfde verhouding: 1/3 gegeten, 1/3 inspuiten. § Insuline bewaren in de frigo, behalve de flacon/penfill in gebruik. § Injectieplaatsen: o Zo weinig mogelijk in de arm, wegens veel sneller kans op lipodystrofie. o In de buik: snelwerkende insuline. o In de dij: langwerkende insuline.
B. Insuline-inspuiting in functie van de maaltijd Type Snelwerkende Menginsulines met snelwerkende Ultrasnelwerkende Menginsulines met ultrasnelwerkende
Merknaam Actarapid Humaline Regular Insuman Rapid Humuline Mix 30 Novorapid Apidra Humalog Novomix Humalog Mix
8
Maaltijd 30 minuten voor maaltijd 30 minuten voor maaltijd Net voor tot net na de maaltijd Net voor tot net na de maaltijd
7. WAT TE DOEN BIJ HYPOGLYCEMIE? Bij glycemie: < 70 mg/dl Situatie Indien eetmoment Indien geen eetmoment Indien patiënt bewusteloos
Wat te doen? Patiënt goed laten eten Half glas cola OF 4 druivensuikers OF 1 maatje Glucopur & Boterham OF gesuikerde yoghurt OF koek Glucagon inject (dit mag zowel IM als IV)
Steeds controle van de glycemie na 10 minuten, indien dan nog hypo, opnieuw snelle suikers geven. Bij ernstige hypoglycemie steeds een arts contacteren.
STAP 1
STAP
STAP 3
STAP 4
9
2