Regels en Richtlijnen voor de Examens
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
1/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
2/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
2015 - 2016 © Erasmus MC, Rotterdam Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, hetzij mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
3/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens Geneeskunde
Inhoud Artikel 1
Toepasselijkheid van de regeling .......................................................................... 5
Artikel 2
Begripsbepalingen ................................................................................................ 5
Artikel 3
Werkwijze Examencommissie ............................................................................... 5
Artikel 4
Aanwijzen examinatoren ....................................................................................... 5
Artikel 5
Borging kwaliteit toetsen en examens ................................................................... 6
Artikel 6
Tijdstippen toetsen ................................................................................................ 6
Artikel 7
Aanmelding toetsen .............................................................................................. 6
Artikel 7a
Deelname en registratie vaardigheidsonderwijs .................................................... 7
Artikel 8
Orde tijdens schriftelijke tentamens: algemene bepalingen ................................... 8
Artikel 9
Orde tijdens schriftelijke tentamens: specifieke bepalingen ................................... 9
Artikel 10 Orde tijdens schriftelijke tentamens: tentamenopgaven en – uitwerkingen ........... 12 Artikel 11
Functiebeperking................................................................................................. 13
Artikel 12
Vrijstellingen........................................................................................................ 14
Artikel 13
Fraude ............................................................................................................... 14
Artikel 14
Sancties bij fraude en wangedrag ....................................................................... 15
Artikel 15
Beoordeling toetsen ............................................................................................ 16
Artikel 16
Getuigschriften en Verklaringen .......................................................................... 19
Artikel 17
Judicium “cum laude” .......................................................................................... 19
Artikel 18
Afwijkingsmogelijkheden ..................................................................................... 20
Artikel 19
Beroep ................................................................................................................ 20
4/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens Geneeskunde
Artikelen
Artikel 1
Toepasselijkheid van de regeling
Deze regeling geldt voor het studiejaar 2015-2016 en is van toepassing op de toetsen en het examen van de bachelor-, master-, doctoraal- en artsopleiding Geneeskunde, hierna genoemd opleiding, en op alle studenten die voor deze opleidingen staan ingeschreven.
Artikel 2
Begripsbepalingen
Tenzij anders vermeld, worden in deze Regels en Richtlijnen dezelfde definities van begrippen gehanteerd als in de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de betreffende opleiding.
Artikel 3
Werkwijze Examencommissie
1. De taken van de Examencommissie staan vermeld in art. 7.11, 7,12, 7,12b en 7,12c van de wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (hierna: WHW). 2. Aanvullende taken van de Examencommissie worden genoemd in de OER, bacheloropleiding 2015-2016, artikel 8.4. 3. De Examencommissie beschikt over een huishoudelijk reglement waarin de taakverdeling binnen de Examencommissie en de wijze waarop de Examencommissie uitvoering geeft aan haar taken staan beschreven. 4. Verzoeken aan de Examencommissie dienen schriftelijk te worden ingediend vergezeld van eventueel relevante bijlagen. De Examencommissie streeft ernaar binnen 6 weken na ontvangst van het verzoek een besluit te nemen en informeert de student hierover per brief geadresseerd aan diens bij de instelling bekende huisadres.
Artikel 4
Aanwijzen examinatoren
1. Leden van de wetenschappelijke staf, die door het hoofd van de betreffende afdeling zijn belast met het verzorgen van onderwijs binnen de opleiding, zijn door de Examencommissie aangewezen als examinator en derhalve ook verantwoordelijk voor de toetsing van het onderwijs. 2. De Examencommissie kan overige leden van het wetenschappelijk personeel en deskundigen van buiten de opleidingen als examinator aanwijzen.
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
5/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
3. Een examinator dient in het bezit te zijn van een Basis Kwalificatie Onderwijs (BKO) en/of een deelcertificaat BKO voor het onderdeel toetsing, of anderzijds aantoonbaar te zijn geschoold in het geven van onderwijs en het ontwikkelen en beoordelen van toetsen aan een instelling voor hoger onderwijs. 4. De Examencommissie kan overgaan tot intrekking van de aanwijzing als examinator indien de examinator zich niet houdt aan wet- en regelgeving of richtlijnen van de Examencommissie, of als de competentie van examinator op het gebied van toetsen (maken, afnemen, beoordelen) herhaaldelijk van onvoldoende kwaliteit is gebleken.
Artikel 5
Borging kwaliteit toetsen en examens
1. De Examencommissie stelt in overleg met de opleidingsdirectie een toetsplan op per opleiding waarin alle toetsen systematisch zijn beschreven. Dit toetsplan is weergegeven in het facultair document ‘Transparant Toetsen’ en, als samenvatting, in Bijlage 1 van de OER van de opleiding. 2. De Examencommissie stelt voor iedere opleiding een protocol op met betrekking tot de constructie, afname, beoordeling, analyse en administratie van toetsing en toetsresultaten. Het protocol is weergegeven in het facultair document ‘Transparant Toetsen’. Zie ook artikel 15 van deze Regels en Richtlijnen voor de Examens.
Artikel 6
Tijdstippen toetsen
1. Schriftelijke toetsen worden afgenomen op tijdstippen die tenminste drie maanden voor aanvang van de betreffende toets door de Examencommissie, in samenspraak met de opleidingsdirectie en het Diensten Centrum Onderwijs (DCO) zijn vastgesteld. Het DCO draagt zorg voor de tijdige bekendmaking van deze tijdstippen. 2. Wijziging van vastgestelde tijdstippen vindt uitsluitend plaats in geval van overmacht en na goedkeuring door de Examencommissie. 3. a. Indien het KNMI voor een bepaalde periode een weeralarm (code rood) afgeeft voor het hele land of specifiek voor de Regio Rijnmond vanwege extreme weersomstandigheden, bepaalt de Examencommissie, na overleg met het DCO, welke in de betreffende periode geplande schriftelijke tentamens afgelast worden. De afgelasting wordt terstond bekendgemaakt via sms en e-mail. b. De Examencommissie stelt zo spoedig mogelijk na de afgelasting in overleg met de betreffende examinatoren vast op welke datum de betreffende tentamens alsnog afgenomen zullen worden, bij voorkeur binnen twee weken na de oorspronkelijke tentamendatum. De nieuwe tentamendata worden terstond bekend gemaakt via SINOnline en gepubliceerd op de roosterwebsite. 4. Mondelinge toetsen worden op een door de betreffende examinator(en) zo mogelijk na overleg met de student te bepalen tijdstip afgenomen.
Artikel 7
6/20
Aanmelding toetsen
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
1. Studenten worden geacht deel te nemen aan de eerste gelegenheid tot het afleggen van een tentamen of examen. 2. Studenten mogen uitsluitend deelnemen aan een schriftelijk tentamen wanneer zij daarvoor zijn ingeschreven (zie ook het vijfde lid). 3. Voor de eerste tentamenmogelijkheid van het studiejaar, dit zijn de tentamens die aansluitend aan het onderwijs worden afgenomen, zorgt het DCO voor inschrijving van alle studenten van dat studiejaar. Studenten die dit tentamen al in een vorig studiejaar hebben kunnen maken maar daar nog niet voor zijn geslaagd zullen voor deze eerste tentamenmogelijkheid ook door het DCO worden ingeschreven. 4. Voor de tweede tentamenmogelijkheid, dit zijn de tentamens die gegroepeerd halverwege en aan het eind van het studiejaar worden ingepland, dienen studenten zelf zorg te dragen voor inschrijving volgens de gangbare procedure van het DCO en uiterlijk zeven dagen voor het desbetreffende tentamen. 5. Studenten die te laat zijn met hun aanmelding, maar desondanks toch aan het tentamen willen deelnemen, kunnen zich nog tot en met de voorlaatste werkdag voorafgaand aan het tentamen bij het DCO inschrijven en dienen een administratieve bijdrage van € 13,50 te betalen. Het bewijs van betaling dient meegenomen te worden naar het tentamen zodat het aan de surveillant kan worden getoond. 6. Studenten die niet tevoren voor een tentamen staan ingeschreven kunnen op eigen risico aan het tentamen deelnemen. Het resultaat van dit tentamen is echter niet geldig, tenzij de Examencommissie anders beslist. Deze studenten dienen uiterlijk een week na de tentamendatum een met redenen omkleed verzoek in te dienen bij de Examencommissie om het resultaat alsnog geldig te laten verklaren. De student dient bij een positieve beslissing van de Examencommissie alsnog de administratieve bijdrage te betalen, ook indien het tentamen als onvoldoende is beoordeeld. In voorkomende gevallen kan de Examencommissie de administratieve bijdrage kwijtschelden. Gedurende de periode dat dit verzoek in behandeling is en/of de administratieve bijdrage nog niet is betaald, wordt eventueel wel een voorlopig cijfer toegekend maar nog niet het definitieve cijfer noch de bijbehorende ECTS. 7. Registratie voor een tentamen geeft alleen recht op deelname indien de deelnemer zich bij aanvang van het tentamen kan identificeren door middel van zijn geldige collegekaart en een geldig legitimatiebewijs (ID-kaart, rijbewijs, paspoort). 8. Voor inschrijving voor de vaardigheidstoetsen wordt verwezen naar de handleiding van het betreffende onderwijs.
Artikel 7a
Deelname en registratie verplicht vaardigheidsonderwijs
1. Voor onderdelen waarvoor (delen van) het vaardigheidsonderwijs verplicht is (zijn), geldt dat een beoordeling voor het dat onderdeel betreffende tentamen wordt gegeven die wordt gepubliceerd in Osiris. Er worden echter geen ECTS toegekend zolang de genoemde verplichte onderwijsonderdelen niet naar behoren zijn gevolgd. 2. Studenten worden geacht de opdrachten (inclusief zelfstudieopdrachten) die beschikbaar gesteld worden ter voorbereiding van het vaardigheidsonderwijs uit te voeren. 3. Indien tijdens een bijeenkomst van het vaardigheidsonderwijs blijkt dat een student, zonder geldige reden, de uitwerking van een opdracht ter voorbereiding van die bijeenkomst niet ter hand heeft genomen is de docent bevoegd de student uit te sluiten van verdere deelname aan de desbetreffende bijeenkomst.
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
7/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
4. In geval van verhindering tot deelname aan een bijeenkomst van het vaardigheidsonderwijs door aantoonbare overmacht (bijvoorbeeld ziekte) geldt dat, bij afmelding vóór aanvang van de desbetreffende bijeenkomst bij de docent met cc aan het DCO, de student gerechtigd is de bijeenkomst in te halen. Voor bepaalde onderdelen kan de mogelijkheid worden geboden deze in te halen door het uitvoeren van een vervangende opdracht (zie ook Bijlage 2 van de OER 2015-2016). 5. De studenten dienen aan het vaardigheidsonderwijs van een onderwijsonderdeel deel te nemen op het moment dat dit onderwijs regulier volgens de geldende volgorde van de onderwijsonderdelen wordt aangeboden, conform de indeling op practicumnummer/studiegroep. Bij het niet gebruik maken van de reguliere volgorde, dient met de consequenties genoemd in lid 1 van dit artikel rekening gehouden te worden. 6. Bij de inschrijving voor vaardigheidsonderwijs wordt de volgende voorkeursvolgorde aangehouden: a Studenten die volgens hun studieprogramma regulier aan het vaardigheidsonderwijs toe zijn. b Studenten bij wie toelating tot bepaalde onderwijsonderdelen is geaccordeerd. Hierbij zal met de opleidingscapaciteit binnen het vaardigheidsonderwijs rekening gehouden dienen te worden. c Studenten die een geldige reden hadden om niet volgens reguliere volgorde aan het vaardigheidsonderwijs deel te nemen (ter beoordeling van de Examencommissie). d Studenten die geen geldige reden hadden om niet volgens de reguliere volgorde aan het vaardigheidsonderwijs deel te nemen (ter beoordeling van de Examencommissie). 7. De afdelingen die verplicht vaardigheidsonderwijs verzorgen, houden een sluitende administratie bij (aanwezigheid student, voldoende participatie). Vanuit de onderwijsadministratie krijgen zij daartoe desgevraagd presentielijsten van studenten met een practicumnummer/plaats voor een bepaald collegejaar of de mogelijkheid om de aanwezigheid digitaal te laten registeren door medewerkers van de onderwijsadministratie. In geval van een niet digitale registratie of bij laatkomers die niet digitaal geregistreerd zijn, verstrekken de afdelingen na afloop van het vaardigheidsonderwijs een overzicht aan de onderwijsadministratie welke studenten wel en welke niet naar behoren het vaardigheidsonderwijs hebben gevolgd.
Artikel 8
Orde: algemene bepalingen
1 Studenten dienen zich in het kader van hun opleiding, zolang zij als student geneeskunde staan ingeschreven, te gedragen zoals het een goed student geneeskunde betaamt. Dit geldt uitdrukkelijk, doch beslist niet met uitsluiting van andere omstandigheden, in geval van examenonderdelen of andere delen van de opleiding waarbij handelingen en/of vaardigheden dienen te worden verricht of uitgevoerd aan of bij personen (medestudenten, simulatiepatiënten, patiënten), en evenzeer in andere gevallen waarbij een student binnen het kader van zijn of haar opleiding, dan wel vanuit zijn of haar functie als student geneeskunde, contact heeft met personen die aanwezig en/of werkzaam zijn in het Erasmus MC of de gezondheidszorginstelling waarbinnen hij of zij een deel van de opleiding volgt, dan wel geacht wordt nog te gaan volgen. Wanneer studenten naar het oordeel van een docent, dan wel naar het oordeel van de Examencommissie, zich bij zulke onderdelen van een examen of van de opleiding, dan wel anderszins, niet welvoeglijk gedragen, kan de Examencommissie - gehoord hebbende de verschillende partijen -
8/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
- besluiten tot het opleggen van een sanctie zoals verwoord in lid 2, eventueel langs indirecte weg door inschakeling van de decaan of het instellingsbestuur, wanneer de aard van het gewraakte gedrag daar aanleiding toe geeft. Onder onwelvoeglijk gedrag wordt in dit verband onder meer verstaan: discriminerende, beledigende, kwetsende of anderszins negatieve opmerkingen, dan wel onbeschofte of verregaand onbeleefde uitingen, dan wel hardhandigheid, dan wel geen of te weinig respect, fatsoen of hygiëne, dan wel verbreking van de geheimhoudingsplicht, dan wel het gedurende de coschappen misbruik maken van de mogelijkheid tot (papieren of elektronische) inzage in patiëntgegevens, dan wel bedrieglijk handelen, valsheid in geschrifte, fraude, bewuste misleiding e.d., dan wel grensoverschrijdend gedrag inclusief seksuele intimidatie, dan wel het handelen jegens een derde tegen de wens van die persoon in. 2 De Examencommissie is bevoegd in situaties zoals genoemd in lid 1, hetzij zelf hetzij via de decaan of het instellingsbestuur, over te gaan tot gepaste maatregelen in de vorm van sancties. Deze sancties kunnen in het uiterste geval een schorsing inhouden. De Examencommissie kan ertoe besluiten paragraaf 7 van de OER in werking te stellen wanneer de aard van de misdraging daar aanleiding toe geeft. 3 Ter aanvulling op, en ondersteuning van lid 1 en lid 2, en ter verduidelijking van hetgeen binnen de opleiding van studenten mag worden verwacht, heeft de faculteit richtlijnen uitgevaardigd met betrekking tot patiëntgebonden vaardigheden en patiëntcontacten. Deze zijn vastgelegd in een document: ‘Patiëntgebonden vaardigheden en patiëntcontacten bij studenten geneeskunde’, dat jaarlijks voorafgaand aan de start van het studiejaar zo nodig wordt bijgesteld en dat te raadplegen en te downloaden is via de website: http://www.erasmusmc.nl (onderwijs/geneeskunde/regelsenrichtlijnen). De genoemde richtlijnen zijn van kracht voor alle studenten geneeskunde aan het Erasmus MC. 4 Van iedere student wordt verwacht dat hij/zij zich voorafgaand aan het tentamen zorgvuldig op de hoogte heeft gesteld van de regels en richtlijnen die gelden voorafgaand en tijdens het tentamen waaraan hij/zij deelneemt.
Artikel 9 A: 1.
2.
3.
Afname schriftelijke tentamens Locatie
Schriftelijke tentamens worden in verschillende zalen en hallen van het Woudesteincomplex van de EUR afgenomen. De meest gebruikte tentamenlocatie is de M-hal op de begane grond van het van der Goot Building. Op de dag van het tentamen geven monitoren bij onder andere de ingang van het van der Goot Building de precieze locatie en eventuele wijzigingen aan. Deze informatie is vanaf 21:30 uur voor in ieder geval de ochtendtentamens van de volgende dag ook te vinden op het SIN-channel ‘Tentamenlocaties’. Met het oog op een rustig en ordelijk verloop dienen deelnemers tijdig in de tentamenruimte te arriveren en plaats te nemen. De tentamenhal is opgedeeld in blokken. In ieder blok kunnen maximaal 47 studenten plaatsnemen. De blokken zijn vooraf ingedeeld op basis van achternaam of studentnummers. Het eerste en laatste nummer of achternaam van ieder blok is op de monitoren aangegeven. In gevallen waarin voorzien is in een deugdelijk opbergsysteem voor de persoonlijke eigendommen van de student buiten de ruimte waarin het tentamen wordt afgenomen, mogen jassen en tassen niet meegenomen worden in de tentamenruimte. In alle andere
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
9/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
gevallen dienen jassen over de stoel gehangen te worden. Tassen en dergelijke dienen gesloten te zijn en buiten handbereik neergelegd te worden bij de linker voorpoot van de tafel. B: 4.
5. 6.
7. 8.
9.
10. C: 11.
12.
13.
10/20
Orde Namens de Examencommissie zijn daartoe aangestelde surveillanten belast met de handhaving van de orde tijdens het schriftelijk tentamen. In de tentamenhal is bij schriftelijke tentamens een hoofdsurveillant alsmede een door de Examencommissie aangewezen tentamenbegeleider van het DCO aanwezig. De tentamenbegeleider heeft de organisatorische leiding en coördineert de gang van zaken tijdens het schriftelijk tentamen. De surveillanten zijn verantwoordelijk voor de ordehandhaving in hun blok vóór, tijdens en na het tentamen. Surveillanten en tentamenbegeleider zijn verantwoordelijk voor de distributie van de tentamenopgaven. Gedurende het schriftelijk tentamen is tenminste één examinator, of een door deze aangewezen vervanger met examinator bevoegdheid die tevens inhoudelijk deskundig is, aanwezig in één van de ruimtes waar het schriftelijk tentamen wordt afgenomen, en direct in persoon bereikbaar voor de hoofdsurveillant. In geval het tentamen gelijktijdig in meerdere ruimtes plaatsvindt rouleert de tentamenbegeleider en examinator geregeld tussen deze ruimtes. De deelnemer aan een tentamen dient de aanwijzingen van de surveillant op te volgen. Wanneer de aanwijzingen van een surveillant niet worden opgevolgd, maakt de surveillant hiervan samen met de tentamenbegeleider een schriftelijke rapportage op en stuurt deze naar de Examencommissie. De deelnemer aan een tentamen is verplicht op aanwijzing van de surveillanten materiaal dat hij of zij tijdens het tentamen voorhanden heeft aan de surveillanten te overhandigen. Dit materiaal wordt na afloop van het tentamen zo spoedig mogelijk aan de deelnemer teruggegeven tenzij dit materiaal een rol speelt bij geconstateerde of vermoede fraude volgens artikel 13. In de tentamenzaal dient het rustig te zijn vóór, tijdens en ook na het tentamen. Aanvang en vertrek Bij aanvang van het tentamen dient iedere deelnemer zich te kunnen identificeren door middel van zijn geldige collegekaart en een geldig legitimatiebewijs (ID-kaart, rijbewijs, paspoort). Studenten die geen geldig legitimatiebewijs kunnen tonen zijn in principe uitgesloten van deelname aan het tentamen, maar mogen het tentamen op eigen risico wel maken. Het tentamen is echter ongeldig tenzij de Examencommissie, op basis van een verzoek daartoe voorzien van een verklaring van de student, anders beslist. Tot 15 minuten na aanvang van het tentamen is het, bij wijze van uitzondering, nog mogelijk aan het tentamen te beginnen; daarna niet meer, tenzij de tentamenbegeleider toestemming geeft voor verlate deelname aan het tentamen als gevolg van aantoonbare ernstige verkeershinder. Tegen de beslissing dat vanwege te laat arriveren geen tentamen gedaan kan worden is geen beroep mogelijk. De namen van alle studenten die na aanvang van het tentamen de tentamenruimte nog binnenkomen worden gerapporteerd aan de Examencommissie. De deelnemer mag een tentamenzaal niet eerder dan één uur na aanvang van het tentamen verlaten. Het is de deelnemer niet toegestaan de tentamenruimte te verlaten zonder het gemaakte werk in te leveren, uitgezonderd bij toiletbezoek. De student die de
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
14.
15. 16.
D: 17. 18. 19.
20. 21. 22.
23.
24.
25.
tentamenuitwerkingen vóór de eindtijd van het tentamen inlevert bij de surveillant, zorgt ervoor dat hij zo min mogelijk overlast veroorzaakt voor de andere deelnemers. Voordat het door de deelnemer gemaakte werk wordt ingenomen, controleert de examinator en/of de surveillant of het examennummer en de naam van de deelnemer naar behoren op alle tentamenformulieren zijn ingevuld. De surveillant kan de student ter controle op zijn of haar identiteit verzoeken ook bij inlevering van het gemaakte werk een legitimatiebewijs te tonen. Teneinde overmatige overlast te beperken mogen deelnemers gedurende de laatste 15 minuten van een tentamen mogen deelnemers de tentamenzaal niet verlaten. Tentamenopgaven en/of andere informatie die betrekking heeft op het tentamen zoals antwoorden, informatie over gekozen alternatieven bij meerkeuzevragen, of eigen aantekeningen over het tentamen en/of de gegeven antwoorden in de breedste zin, mogen, ook na afloop van het tentamen, niet door de deelnemer buiten de tentamenruimte worden meegenomen. De surveillant kan uitsluitend toestaan dat studenten na het verstrijken van de reguliere tentamentijd door hen gemaakte aantekeningen over het tentamen op een speciaal hiervoor bedoeld antwoord/aantekenvel meenemen dat bij aanvang van het tentamen wordt uitgereikt. Studenten die voor het verstrijken van reguliere tentamentijd de zaal verlaten moeten dit antwoord/aantekenvel inleveren bij de surveillant, maar kunnen, desgewenst, daags na het tentamen hun antwoord/aantekenvel ophalen bij hun jaarvertegenwoordiging. Tijdens het tentamen Tijdens het tentamen zijn alle vormen van communicatie uitgesloten, behalve die met de surveillant, tentamenbegeleider en de examinator (of diens vervanger). Tijdens het tentamen is het niet toegestaan te roken, dan wel alcohol of andere stimulerende middelen te gebruiken of mee te nemen. Op de tafel van de student mogen, naast de uitgedeelde tentamenbescheiden, uitsluitend aanwezig zijn: een geldig legitimatiebewijs en collegekaart, een (bescheiden hoeveelheid) eten en drinken (maximaal 500 ml) voor eigen gebruik en eventueel een bewijs van deelname. Bij een schriftelijk tentamen mag uitsluitend gebruik gemaakt worden van schrijfgerei dat beschikbaar wordt gesteld door de surveillanten. Studenten mogen tijdens het tentamen geen horloge dragen. Bij vaardigheidstoetsen mag de deelnemer naast schrijfgerei, gum en legitimatiebewijs, ook andere benodigdheden (bijvoorbeeld instrumenten) voor het afleggen van de toets meenemen. De deelnemer wordt geïnformeerd in de studentenhandleiding van het betreffende onderwijs en/of via SIN-online welke specifieke benodigdheden zijn toegestaan tijdens de toets. Indien bij een tentamen gebruik mag worden gemaakt van een bepaalde informatiebron, dient de examinator dit vooraf aan te geven en dient dit vermeld te staan op het voorblad van het tentamen. Bronnen die bij een tentamen zijn toegestaan, mogen niet zijn voorzien van eigen aantekeningen, tenzij de examinator dit vooraf aangegeven heeft en het vermeld staat op het voorblad van het tentamen. Apparatuur en ook andere toegestane bronnen mogen van een andere deelnemer geleend worden, mits de overdracht plaatsvindt vóór het tentamen begint. Indien zich hierop informatie bevindt waarmee gefraudeerd kan worden, is zowel de eigenaar als de lener verantwoordelijk.
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
11/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
26.
27.
28.
E: 29. 30. 31.
32.
F: 33.
34.
Mobiele telefoons en/of andere (potentiële) informatiedragers dienen te zijn uitgeschakeld en mogen niet binnen handbereik zijn. Een GSM telefoon die niet kan worden uitgezet dient voorafgaand aan het tentamen te worden overgedragen aan de aanwezige surveillant. Iedere overtreding op deze regel wordt onverwijld gemeld aan de Examencommissie die gerechtigd is het tentamen daarbij ongeldig te verklaren. Tijdens afname van een schriftelijke tentamen is de tentamenbegeleider de eindverantwoordelijke voor de algehele gang van zaken. De examinator of diens plaatsvervanger is de inhoudelijk eindverantwoordelijke voor het tentamen. Zolang het tentamen niet is ingeleverd is het deelnemers niet toegestaan om tijdens de tentamenperiode, hetzij binnen hetzij buiten de examenruimte, zonder uitdrukkelijke toestemming van de surveillant te communiceren met anderen dan de surveillant, tentamenbegeleider of examinator alleen. Toiletbezoek Per tentamen is één toiletbezoek per deelnemer toegestaan, waarbij per blok aan niet meer dan één persoon gelijktijdig toestemming wordt verleend. Toiletbezoek dient bij de surveillant te worden aangemeld die hiervan een notitie maakt. Aanwijzingen van de surveillant dienen door de deelnemer te worden opgevolgd. De surveillant of examinator kan de bezoeker van het toilet verzoeken de inhoud van diens zakken e.d. te tonen, ter controle op het in bezit hebben van ongeoorloofd materiaal (zie artikel 13), waarbij de privacy van de student in acht wordt genomen. Toiletbezoek is niet toegestaan gedurende het eerste uur en het laatste halfuur van een tentamen, behoudens in zeer bijzondere (medische) omstandigheden die tevoren door de student bij de surveillant worden gemeld. Rapportage Indien tijdens het tentamen wordt afgeweken van het in artikel 8, 9 of 10 bepaalde wordt door de tentamenbegeleider een rapportageformulier ingevuld waaruit de aard en reden van deze afwijking blijkt. Indien van toepassing wordt deze verklaring ter kennisgeving en ondertekening aangeboden aan de student. Deze verklaring wordt door het DCO ter evaluatie aangeboden aan de Examencommissie. Indien de surveillant, tentamenbegeleider, examinator of diens vervanger, tijdens het tentamen fraude constateert of vermoedt maakt tentamenbegeleider hiervan onverwijld melding op een rapportageformulier waarop de aard en reden van de (vermoede) fraude nauwkeurig wordt omschreven. Dit formulier wordt ter kennisgeving en ondertekening aangeboden aan de student. Direct na afloop van het tentamen wordt het rapportageformulier ter evaluatie aangeboden aan de Examencommissie (zie ook artikel 13). De betrokken student(en) mag (mogen) het tentamen wel voortzetten.
Artikel 10
Tentamenopgaven en – uitwerkingen bij schriftelijke tentamens
1. Alleen het papier dat door de universiteit ten behoeve van een tentamen wordt verstrekt, mag tijdens dat tentamen worden gebruikt. Het gebruik van eigen papier is niet toegestaan. 2. De eindtijd van het tentamen is tevens de eindtijd waarop alle tentamenuitwerkingen uiterlijk ingeleverd moeten worden. Alle in te leveren formulieren dienen te zijn voorzien van met pen geschreven studentnummer, naam en handtekening van de student en aldus bij de surveillant ingeleverd te worden. Na het verstrijken van de tentamentijd haalt de
12/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
surveillant alle tentamenuitwerkingen op. De student dient dit materiaal onverwijld te overhandigen aan de surveillant. 3. De tentamenopgaven mogen na afloop van het tentamen niet worden meegenomen, tenzij op het voorblad staat vermeld dat ze wel mogen worden meegenomen.
Artikel 11
Functiebeperking
1. De Examencommissie weegt in gevallen van studenten met een functiebeperking het belang van de student af tegen de eisen en verwachtingen die het latere functioneren als arts met zich meebrengt en brengt in geval van gerede twijfel over de haalbaarheid van het artsdiploma de student hiervan op de hoogte, zulks ter bescherming van de student tegen zichzelf. Voor het overige maakt de Examencommissie geen onderscheid tussen studenten met en zonder functiebeperking, tenzij: - dit nodig is om veiligheids- of gezondheidsredenen - het voorkeursbeleid betreft (positieve discriminatie) - het een voorziening betreft voor iemand met een functiebeperking. 2. Aan studenten met een functiebeperking wordt door de Examencommissie gelegenheid geboden de toetsen op een zoveel mogelijk aan hun functiebeperking aangepaste wijze af te leggen conform de in de OER vastgelegde voorwaarden. Studenten dienen zo spoedig mogelijk, doch in ieder geval uiterlijk vier weken voor aanvang van het tentamen waarvoor een aanpassing wordt verzocht, een schriftelijk verzoek hiertoe in bij de Examencommissie, voorzien van een verklaring van een daartoe bevoegde instantie. In het geval van dyslexie dient de verklaring afkomstig te zijn van een BIG-, NIP- of NVOgeregistreerd testbureau. Betrokkenen geven daarbij tevens zo nodig aan wat de aard van de gevraagde voorziening zou dienen te zijn. 3. De voorzitter van de Examencommissie of diens vervanger beslist namens de commissie over het verzoek binnen 15 werkdagen na ontvangst daarvan. Hij/zij deelt daarbij tevens mee met hoeveel tijd het tentamen wordt verlengd, waarbij in principe een maximum van dertig minuten geldt, en tevens wat de aard is van de eventuele overige specifieke regeling(en). Voor studenten met dyslexie geldt daarbij de volgende regeling: - het tentamen vindt plaats in een aparte ruimte - verlenging van duur tentamen met 30 minuten (tentamen vangt voor studenten met dyslexie 30 minuten eerder aan; de studenten mogen de zaal gedurende deze 30 minuten niet verlaten) - het tentamen wordt in een groter lettertype afgedrukt. - Studenten mogen een zelf meegenomen en door de surveillant goedgekeurde tekstmarkeerstift gebruiken. 4. De Examencommissie zendt een afschrift van haar beslissing naar de aanvrager en naar het DCO. 5. Het DCO draagt vervolgens zorg voor toezending van een bewijs dat de student recht geeft om de toets af te leggen in de ruimte voor studenten met een functiebeperking (ook wel ‘ruimte voor dyslectici’ genoemd). 6. De student dient dit bewijs mee te nemen en aan de surveillant te tonen bij aanvang van de toets.
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
13/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
Artikel 12
Vrijstellingen
1. Met inachtneming van de in de OER gestelde voorwaarden kan de Examencommissie vrijstelling verlenen voor het afleggen van een toets of tot het volgen van verplicht vaardigheidsonderwijs. 2. Een verzoek tot vrijstelling dient schriftelijk te worden ingediend bij de Examencommissie en dient, indien opportuun, te zijn voorzien van afschriften van bewijsstukken op grond waarvan de vrijstelling wordt aangevraagd. 3. De Examencommissie vraagt advies over een verzoek voor vrijstelling aan de coördinator van het betreffende onderwijs en neemt pas een besluit over dit verzoek na ontvangst van dit advies.
Artikel 13
Fraude
1. Onder fraude wordt verstaan: het handelen of nalaten van een student waardoor het voor de examinator en de Examencommissie onmogelijk is of is geworden zich een juist oordeel te vormen over de door de student verworven kennis, inzicht en vaardigheden of over de kennis, inzicht en vaardigheden van medestudenten. 2. De student dient een mogelijke schijn van fraude die hemzelf betreft tijdens het tentamen te voorkomen en bij twijfel terstond te melden bij de surveillant. 3. De volgende zaken worden in ieder geval als fraude aangemerkt: i. zich voorafgaand aan het tentamen in kennis stellen van de vragen of opgaven van dat tentamen; ii. zich tijdens het tentamen voor iemand anders uitgeven dan wel zich tijdens het tentamen door iemand anders laten vertegenwoordigen; iii. tijdens het tentamen informatiebronnen (of digitale informatiedragers) (bijvoorbeeld boeken, syllabi, op eigen papier, op de huid of op textiel geschreven aantekeningen, programmeerbare rekenmachines, mobiele telefoons, smartphones, smartwatches) waarvan raadpleging niet uitdrukkelijk krachtens artikel 13 is toegestaan, raadplegen of binnen handbereik hebben; digitale datadragers zoals genoemd in art. 9D, lid 26 dienen tevens uitgeschakeld te zijn en in de tas te worden opgeborgen of aan de bloksurveillant in bewaring te worden gegeven. iv. tijdens het tentamen bij medestudenten afkijken of met hen, op welke wijze dan ook, binnen of buiten de tentamenruimte, informatie uitwisselen. Ook een ander in de gelegenheid stellen fraude te plegen, wordt aangemerkt als fraude. Ter voorkoming van misverstanden en ter preventie van fraude is het voorts niet toegestaan om zodanige hoofddeksels, zonnebrillen of haardracht te dragen dat de ogen naar de mening van de surveillant niet goed kunnen worden geobserveerd; v. tijdens het tentamen op welke wijze dan ook contact te zoeken of informatie uit te wisselen met buitenstaanders; vi. de hem of haar uitgereikte vragenformulieren en/of antwoordformulieren verwisselen of met anderen uitwisselen; vii. het aanbrengen van wijzigingen in al ingeleverde tentamenuitwerkingen tijdens de inzage achteraf; viii. plagiaat plegen, waaronder hier wordt verstaan het voor een (groeps)opdracht, werkstuk, scriptie of enige andere vorm van tekst die onderdeel uitmaakt van het
14/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
onderwijs, uit eigen of andermans werk letterlijk of in vertaling overnemen van een passage groter dan een of enkele woorden zonder dit aan te geven middels aanhalingstekens of een ander eenduidig typografisch hulpmiddel, zelfs indien een bibliografisch naspeurbare correcte bronverwijzing is opgenomen. Ook een ander in de gelegenheid stellen plagiaat te plegen, wordt aangemerkt als fraude; ix. op welke wijze dan ook, in het bijzonder door onwelvoeglijk of bedrieglijk handelen of nalaten, het vormen van een juist (dat wil zeggen betrouwbaar en valide) oordeel omtrent zijn/haar kennis, inzicht en/of vaardigheden, dan wel professioneel gedrag, geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken; dit geldt evenzeer voor verslagen, werkstukken, scripties, referaten en opdrachten in de breedste zin des woords die worden meegenomen in de beoordeling van kennis, inzicht en/of vaardigheden, dan wel professioneel gedrag van studenten. Tevens wordt als fraude aangemerkt: x. aan het tentamen deel te nemen zonder daartoe gerechtigd te zijn; xi. op enig andere wijze door bedrieglijk handelen of nalaten het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. 4. Een studieprestatie bestaande uit een schriftelijke product kan slechts eenmaal in studiepunten gewaardeerd worden. Het is daarom niet toegestaan om een reeds geschreven scriptie, werkstuk of enige andere vorm van tekst, geschreven in het kader van de huidige of eerder door de student gevolgde opleiding binnen of buiten de faculteit zonder nader overleg met en goedkeuring van de docent (van het onderdeel waarbij de tekst opnieuw wordt ingeleverd c.q. de tekst voor de tweede keer studiepunten moet opbrengen) nogmaals in te brengen in hetzelfde of een ander vak of om zonder overleg met en goedkeuring van deze docent een deel van een eerder gemaakte opdracht, al dan niet in gewijzigde vorm, te gebruiken bij het maken van een scriptie/werkstuk en dergelijke, teneinde daar opnieuw studiepunten voor te verkrijgen. Studenten hebben -naast de algemene plicht tot heldere bronverwijzing- de bijzondere plicht om over het hergebruik van eigen werk altijd volledig transparant te zijn en hebben op dit punt een expliciete verantwoordingsplicht.
Artikel 14
Sancties bij fraude en wangedrag
1. Studenten die handelen in strijd met de orderegels genoemd in artikel 8, 9 of 10, of studenten die handelen in strijd met de bepalingen in artikel 13 alsmede studenten die aanleiding geven tot handelingen in strijd met artikel 8, 9, 10, of 13 maken zich schuldig aan fraude. 2. Wanneer bij of ten aanzien van het afleggen van een tentamen fraude wordt geconstateerd of ernstig wordt vermoed, deelt de surveillant of examinator dit terstond mede aan de student. De surveillant of de examinator maakt hiervan aantekening op het door de student in te leveren werk en neemt eventuele bewijsstukken in. De tentamenbegeleider maakt naar aanleiding hiervan een rapportage op die de student ter kennisgeving gevraagd wordt te ondertekenen. De student wordt in de gelegenheid gesteld het tentamen af te maken en het werk in te leveren. 3. Zo spoedig mogelijk na afloop van een tentamen waarbij de fraude is geconstateerd of wordt vermoed, nemen de tentamenbegeleider en de examinator kennis van het weerwoord van de student, en maken daarvan schriftelijk aantekening, zo mogelijk op het
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
15/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
4.
5.
6.
7.
door de betrokken student in te leveren werk; in geval van een constatering of verdenking van fraude na afloop van een tentamen (zoals wanneer sprake is van overschrijven van antwoorden van mede-examinandi) leggen zij beiden schriftelijk de bevindingen vast in een afzonderlijk verslag; ook dan dient de student hiervan op de hoogte gesteld te worden en kennis genomen te worden van zijn of haar weerwoord. Zo spoedig mogelijk na afloop van een tentamen waarbij fraude is geconstateerd of ernstig wordt vermoed, wordt het in lid 3 bedoelde verslag en ook het eventuele commentaar van de betrokken deelnemer aan de Examencommissie ter hand gesteld. De voorzitter van de Examencommissie, of diens vervanger, roept vervolgens zowel de tentamenbegeleider, examinator als de betreffende student op voor een gesprek; hierna kan de Examencommissie, alle betrokkenen gehoord hebbende, besluiten een sanctie op te leggen, met vermelding van deze sanctie in het persoonlijk dossier van de student. Een sanctie kan één of meer van de volgende maatregelen inhouden: a. berisping; b. ongeldig verklaring van het betrokken tentamen (dan wel van de beoordeling voor het onderwijsonderdeel waarop de fraude betrekking had), ook wanneer inmiddels het behaalde cijfer is vrijgegeven; c. uitsluiting van het desbetreffende tentamen (dan wel van de beoordeling voor het onderwijsonderdeel waarop de fraude betrekking had) voor ten hoogste één jaar d. uitsluiting van één of meer tentamenronden, dan wel van het afleggen van tentamens gedurende een periode van ten hoogste één jaar. De betrokken student wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van de getroffen sanctie en van de mogelijkheid hiertegen beroep in te stellen bij het College van Beroep voor de Examens (CBE) van de EUR. In uitzonderlijke gevallen kan door de Examencommissie een Iudicium Abeundi traject in gang gezet worden. Zie hiervoor artikel 7 van de OER.
Artikel 15
Beoordeling toetsen
1. Toetsen worden normaliter beoordeeld met een cijfer. Cijfers worden gegeven op een schaal van 1 tot en met 10. In overige gevallen worden toetsen beoordeeld met ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. 2. Men is voor een tentamen geslaagd, indien, mathematisch afgerond, tenminste het cijfer zes of een beoordeling van tenminste ‘voldoende’ is behaald. Tentamenresultaten worden gearchiveerd (in OSIRIS) met de nauwkeurigheid waarmee de beoordeling is bepaald. 3. Voor de regels omtrent het toekennen van ECTS wordt verwezen naar de OER van de betreffende opleiding. 4. De volgende niet-numerieke resultaten worden in onderstaande gevallen toegekend: a. de student die staat ingeschreven voor een toets, maar niet heeft deelgenomen ontvangt een NO (Niet Op komen dagen / No show) b. de student die staat ingeschreven voor een cursus maar niet aan alle toetsonderdelen heeft deelgenomen ontvangt een NVD (Niet VolDaan) c. indien de student heeft voldaan aan een onderdeel, maar hier geen cijfer voor ontvangt, kan de student een V (Voldaan) als resultaat worden toegekend d. de student aan wie vrijstelling is verleend door de Examencommissie ontvangt een VR (VRijstelling).
16/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
5. Bij de beoordeling van tentamens, werkstukken en andere vormen van toetsen waarbij studenten hun antwoorden e.d. zelf dienen te verwoorden, wordt ook verwacht dat daarbij wordt blijk gegeven van beheersing van de Nederlandse taal. Dit houdt in dat incorrect taalgebruik dat tot begripsverwarring aanleiding geeft of dubbelzinnig is, wordt meegenomen in de beoordeling. 6. Voorafgaand aan elk tentamen wordt een correctievoorschrift opgesteld, waarin onder andere is vastgelegd het antwoordmodel en de wijze waarop de puntentoekenning geschiedt. De examinator bewaakt de procedure rondom het nakijken van open vragen en draagt zorg voor een optimale betrouwbaarheid en validiteit van de beoordeling. Iedere tentamenvraag wordt naar aanleiding van commentaar van studenten en/of docenten én van de itemanalyse, bekeken op inhoudelijke juistheid, moeilijkheidsgraad en discriminerend vermogen. Op grond van de uitkomsten hiervan kan de vraag vervallen of kan het antwoordmodel ervan worden aangepast. Het aantal punten dat aan een vraag is toegekend kan niet meer worden gewijzigd. De examinator documenteert zorgvuldig welke vragen vervallen en wat daarvoor de reden was. Wijzigingen in het antwoordmodel van MC vragen wordt ook gedocumenteerd. Na de toets- en itemanalyse en eventuele bijstelling wordt de maximale score van de toets bepaald door de maximale scores van alle overgebleven vragen bij elkaar op te tellen. De normering van de eerste tentamengelegenheid van het collegejaar wordt bepaald met behulp van de compromismethode van Hofstee. Voor het beheersingsniveau gelden de volgende regels: 7. A. Studenten die in het huidige collegejaar (2015-2016) starten met Ba1 curriculum: Het beheersingsniveau van de schriftelijke tentamens is voor de eerste tentamengelegenheid van het collegejaar vastgelegd tussen de 50% en 60% van de maximale score van de toets (absolute cesuur) en het percentage toelaatbare zakkers tussen de 20% en 50% (relatieve cesuur). Om de cesuur van een tentamen te berekenen wordt de toets-score van de studenten (Yas) uitgezet tegen het cumulatieve percentage studenten dat deze toets-score heeft behaald (X-as). Dit wordt de toetscurve genoemd Vervolgens wordt er een lijn (cesuurlijn) getrokken door de punten (20% studenten, 60% van de maximale score) en (50% studenten, 50% van de maximale score). Het snijpunt van de cesuurlijn met de toetscurve van de studenten is de cesuur. Deze cesuur geeft het cijfer 5,50 (een 5,49 is dus onvoldoende). Indien de cesuurlijn geen snijpunt heeft met de toetscurve van de studenten is de absolute cesuur leidend indien de toetscurve van de studenten links van de cesuurlijn valt (‘makkelijk’ tentamen). Er is immers voldaan aan het vereiste beheersingsniveau van 60%. De relatieve cesuur is leidend indien de toetscurve van de studenten rechts van de cesuurlijn valt (‘moeilijk’ tentamen). In dergelijke gevallen kan een beheersingsniveau van minder dan 50% acceptabel zijn. Teneinde een negatief effect te compenseren van studenten die in 2015-2016 starten met Ba1, maar vóór 1 februari 2016 al weer stoppen met de studie (zgn. ‘februari-stakers’), wordt voor deze studenten ook aangenomen dat zij deelnemen aan de schriftelijke toetsen na 1 februari en dat zij daarvoor een onvoldoende hebben gescoord. Voor het verkrijgen van ECTS wordt verwezen naar de OER, bachelor Geneeskunde N=N (paragraaf 5.4) B. Studenten die in het huidige collegejaar (2015-2016) starten met het Ba2 curriculum:
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
17/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
Het beheersingsniveau van de schriftelijke tentamens is voor de eerste tentamengelegenheid van het collegejaar vastgelegd tussen de 55% en 65% van de maximale score van de toets (absolute cesuur) en het percentage toelaatbare zakkers tussen de 10% en 40% (relatieve cesuur). Nadat de toetscurve (zie hierboven) is vastgesteld wordt de cesuurlijn getrokken tussen de punten (10% studenten, 65% van de maximale score) en (40% studenten, 55% van de maximale score) en wordt de cesuur bepaald (zie hierboven). Voor het verkrijgen van ECTS wordt verwezen naar de OER, bachelor Geneeskunde N=N (paragraaf 5.5). C. Overige bachelorstudenten: Schriftelijke toetsen van studenten die niet starten met het Ba2 curriculum, maar daar nog wel onderdelen van moeten behalen worden op dezelfde wijze beoordeeld als beschreven onder ‘B’. Voor schriftelijke toetsen van studenten die starten met het Ba3 curriculum, of daar nog onderdelen van moeten behalen, geldt voor de eerste tentamengelegenheid een beheersingsniveau tussen de 50% en 60% van de maximale score. Zie ‘A’ voor de verdere cesuurbepaling. ECTS worden toegewezen bij ieder behaald tentamen indien ook aan de verplichte onderwijsonderdelen is voldaan. D. Cesuurbepaling bij de tweede tentamengelegenheid van een schriftelijke toets: Bij de tweede keer dat een schriftelijke toets wordt afgenomen binnen hetzelfde collegejaar wordt dezelfde procentuele cesuur gehanteerd als bij de eerste tentamengelegenheid van dat jaar, tenzij de Examencommissie anders beslist. Indien de procentuele cesuur een getal oplevert dat tussen twee gehele puntenaantallen ligt, dan is het eerstvolgende gehele puntenaantal hoger dan de cesuur een 5,50. E. Cesuurbepaling keuzeonderwijs: Vanwege de kleine aantallen studenten bij de schriftelijke tentamens van het keuzeonderwijs in bachelor 2 en 3 (minor) is de compromismethode van Hofstee niet mogelijk. Voor deze tentamens geldt een absoluut beheersingsniveau van 60%. De Examencommissie kan beslissen de normering aan te passen indien dit niet ten nadele van de studenten is. Voor de regels omtrent doorstroming naar een volgend studiejaar en het bindend studieadvies wordt verwezen naar de voor het cohort geldende OER. 8. Van elke toets wordt door de examinator de psychometrische kwaliteit van het tentamen vastgesteld. Hierbij dient het facultaire document ‘Transparant Toetsen’ als leidraad. Daarbij worden onder meer vastgesteld: de gehanteerde beoordelingsnormen (aantal MC/Open vragen, eventuele vervallen vragen, maximaal aantal punten, cesuur, het aantal studenten dat aan de toets heeft deelgenomen, het aantal studenten dat de toets voldoende heeft gemaakt). Deze gegevens worden beschikbaar gesteld aan de Examencommissie en aan de onderwijskundigen van de Desiderius school. Het DCO draagt zorg voor bekendmaking van de beoordeling. 9. Voor regelingen omtrent nabespreking, inzage en bezwaar van toetsen wordt verwezen naar de betreffende OER van de opleiding.
18/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016
Regels en Richtlijnen voor de Examens
Artikel 16
Getuigschriften en Verklaringen
1. Nadat alle tentamens behorend bij de onderdelen van het desbetreffende examen met goed gevolg zijn afgelegd, wordt de uitslag van dit examen met inachtneming van het hierover bepaalde in de OER, vastgesteld door de Examencommissie. 2. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd wordt door de Examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt ondertekend door de algemeen voorzitter of de voorzitter van de Kamer van de Examencommissie die zich met het betrokken examen bezighoudt, of door één of meer andere leden van de Examencommissie die hen vervangen. 3. De Examencommissie voegt aan het getuigschrift een cijferlijst toe alsmede een supplement overeenkomstig het Europese standaardformaat. 4. Bij de bepaling van het gemiddeld eindcijfer van de cijferlijst worden de cijfers gebruikt met de nauwkeurigheid waarmee ze in Osiris zijn gearchiveerd. 5. In geval van een gemiddeld eindcijfer voor het bachelor-, master-, doctoraal- of artsexamen ≥ 8,25 kan artikel 17 in werking treden. 6. Studenten die meer dan één tentamen met goed gevolgd hebben afgelegd maar aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt, kunnen de Examencommissie verzoeken een verklaring af te geven waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die met goed gevolg zijn afgelegd.
Artikel 17
Judicium “cum laude”
1. Ingeval de geëxamineerde tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid zoals bedoeld in lid 2, wordt dit op het getuigschrift vermeld met de woorden "cum laude" dan wel "met lof". Het bepaalde in lid 2 is van toepassing. 2. Van uitzonderlijke bekwaamheid, bedoeld in het vorige lid, is sprake wanneer de geëxamineerde alle tentamens van het curriculum, met inbegrip van de onderdelen keuzeonderwijs, minor, keuzeonderzoek en master kennistoetsen (MAK-toets), slechts eenmaal heeft afgelegd, geen vrijstellingen voor onderdelen zijn verleend, en wanneer de geëxamineerde voor de tentamens die met een cijfer worden beoordeeld een, rekenkundig bepaald, gemiddeld cijfer groter of gelijk aan 8,25 heeft behaald, waarbij geen der cijfers lager dan 7,0 mag bedragen. Examenonderdelen waarvoor een V (voldoende) of G (goed) als beoordeling is gegeven dienen tenminste als voldoende te zijn beoordeeld, en worden verder buiten beschouwing gelaten, evenals de onderdelen waarbij het gegeven cijfer geen oordeel over de individuele student maar over een groep studenten inhoudt. 3. Voor studenten aan wie vrijstellingen zijn verleend op grond van een research master opleiding geldt dat zij individueel worden beoordeeld en dat hun studieresultaten bij de masteropleiding die aanleiding vormden voor de vrijstelling(en) zullen worden meegewogen bij het al dan niet in aanmerking komen voor het judicium “cum laude”. Indien voor meer dan 30 ECTS per research master opleiding aan vrijstellingen voor de masteropleiding Geneeskunde zijn verkregen kan geen judicium ‘cum laude’ voor de masteropleiding Geneeskunde worden afgegeven.
Augustus 2014 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2014-2015\ Regels en Richtlijnen – 2014-2015
19/20
Regels en Richtlijnen voor de Examens 2015-2016
4. De in lid 2 genoemde regeling rond het judicium “cum laude” geldt voor zowel het bachelor examen Geneeskunde, het master examen Geneeskunde, het doctoraalexamen Geneeskunde en het artsexamen.
Artikel 18
Afwijkingsmogelijkheden
1. De student kan de Examencommissie of examinator verzoeken om de studieadviseur of studentendecaan te horen, alvorens een beslissing te nemen omtrent een verzoek tot een afwijkingsmogelijkheid betreffende het in de OER of in de Regels en Richtlijnen bepaalde inzake tentamens of examens. 2. De Examencommissie c.q. de examinator neemt bij beslissingen over tentamens en examens de volgende maatstaven tot richtlijn: a het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een examen of tentamen; b doelmatigheid, onder meer tot uitdrukking komend in een streven: - voor studenten die snelle voortgang met de studie maken, tijdverlies bij de voorbereiding van een examen of tentamen zoveel mogelijk te beperken - studenten te bewegen hun studie af te breken indien met succes voltooien van de studie onwaarschijnlijk is geworden; c. beheersing van de extra werklast voor docenten; d. bescherming van de student tegen zichzelf, indien deze, naar het oordeel van de Examencommissie, een te grote studielast op zich wil nemen; e. mildheid ten opzichte van studenten die aantoonbaar door omstandigheden buiten hun schuld vertraging in de voortgang van hun studie hebben ondervonden. Studie belemmerende omstandigheden kunnen alleen worden meegenomen bij afwegingen over afwijkende maatregelen, wanneer deze tijdig, zijnde binnen vier weken na aanvang van de omstandigheden, bij de studieadviseur zijn gemeld. 3. Bij strijdigheid van deze maatstaven weegt de Examencommissie het belang van hantering van deze maatstaven en motiveert de commissie desgevraagd haar beslissing.
Artikel 19
Beroep
Tegen beschikkingen van de Examencommissie staat, krachtens artikel 7.61 van de WHW, beroep open bij het College van Beroep voor de Examens van de Erasmus Universiteit Rotterdam.
20/20
Augustus 2015 © Examencommissie Geneeskunde, Erasmus MC, Rotterdam \ 2015-2016\ Regels en Richtlijnen – 2015-2016