Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 doelstelling klasse B Paard/pony vertouwenen ontwikkelen. Ruiter rijervaring opdoen. Dit leerproces moet een goede basis zijn om zich verder in de eventing sport te bekwamen.
doelstelling klasse L Paard en ruiter moeten ritmisch en gelijkmatig tempo leren rijden.Lichte technische opgaven in meervoudige hindernissen ter voorbereiding volgen. Bij een moeilijk aan te rijden hindernis kan een alternatief toegepast worden. Leerproces verder bevestigen. Normaliter moet de finish te halen zijn.
hindernissen in terrein klasse B 4-5 sprongen per minuut Hindernissen recht aan- en vanaf rijden Terrein lichte glooiing geen bezwaar. Altijd een goede grondlijn in de juiste verhouding met de bouw/vormgeving van de hindernis en een ideale afzet bepaald.
hindernissen in terrein klasse L 5-6 sprongen per minuut Hinderniscombinaties in een rechte lijn met een voorbereiding m.b.t. het rijden van licht gebogen lijnen in meervoudige hindernissen op 3 of meer galopsprongen. Altijd een goede grondlijn in de juiste verhouding met de bouw/vormgeving van de hindernis en een ideale afzet bepaald.
steil hindernis klasse B Voorwaarts gebouwd en ±15º uit lood. Bovenkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
steil hindernis klasse L Voorwaarts gebouwd en ±15º uit lood. Bovenkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
breedte hindernis klasse B Voorzijde voorwaarts gebouwd ±15º uit het lood. Open breedte sprong bovenste bomen altijd oplopend.Dichte breedte sprong bovenkant rond/vloeiend. Vlakke breedte sprong bovenkant oplopend.(5cm) en voorkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
breedte hindernis klasse L Voorzijde voorwaarts gebouwd ±15º uit het lood. Open breedte sprong bovenste bomen altijd oplopend.Dichte breedte sprong bovenkant rond/vloeiend. Vlakke breedte sprong bovenkant oplopend.(5cm) en voorkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
smalle hindernis klasse B
smalle hindernis klasse L
Minimale frontbreedte 2.00 - 3.00 meter met aanleuning. Juist geplaatste grondlijn i.v.m. afzet.
2 smalle hindernissen met minimale frontbreedte 1.50 - 2.00 meter met aanleuning en bij een moeilijke aanrijlijn een alternatief. Juist geplaatste grondlijn i.v.m. afzet.
haag hindernis klasse B
haag hindernis klasse L
Een enkele of dubbele eenvoudige haag 20 cm doorspringbaar. Bij dubbele of tripple haag niet zichtbare ruimte i.v.m veiligheid stevig dicht maken om het paard eventueel te laten banken.
Enkele of dubbele haag 20 cm doorspringbaar. Dubbele haag(breedte sprong) of oplopend in triplebar uitvoering.Niet zichtbare ruimte i.v.m veiligheid stevig dicht maken om het paard eventueel te laten banken.
1
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 doelstelling klasse M Paard en ruiter moeten positieve ervaringen opdoen. Technisch opgestelde hindernissen leren aanrijden-springen en niet langs laten lopen. Bij normale weersomstandigheden 65%-75% zonder hindernisfouten en 80%-90% uitrijden.
doelstelling klasse Z Paard en ruiter testen aan meerdere specifieke en geëigende opgaven van de cross-country ter voorbereiding van een hoger niveau. Voor een positieve ervaring moeten deze opgaven bemoedigend en vertrouwengevende zijn. Bij normale weersomstandigheden ongeveer 65-75% zonder hindernis fouten en 80-90% uitrijden.
hindernissen in terrein klasse M Bewust rijden van technische hindernis-combinaties in gebogen lijn en aantal galopsprongen waarbij het in de hand staan van het paard getest wordt. Afstand minimaal 2-3 galop sprongen. Alleen alternatief bij moeilijke opgaven om de finish te kunnen halen. Grondlijn op juiste afstand, in verhouding en vorm met de hindernis.
hindernissen in terrein klasse Z Meer verfijnde hindernissen. Verschillende en uiteenlopende meervoudige hindernissen waar keuze gemaakt moet worden ingebogen lijn en aantal galop sprongen.Beperkt gebruik van alternatieven die veel tijd vragen maar waarin wel hetzelfde rithme behouden kan worden..Grondlijn op juiste afstand, in verhouding en vorm met de hindernis
steil hindernis klasse M Voorwaarts gebouwd ±15º uit lood. Bovenkant afgerond. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
Voorwaarts gebouwd en ±15º uit lood. Bovenkant afgerond. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
breedte hindernis klasse M Voorzijde voorwaarts gebouwd ±15º uit het lood. Open breedte sprong bovenste bomen altijd oplopend.Dichte breedte sprong bovenkant rond/vloeiend. Vlakke breedte sprong bovenkant oplopend.(5cm) en voorkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
breedte hindernis klasse Z Voorzijde voorwaarts gebouwd ±15º uit het lood. Open breedte sprong bovenste bomen altijd oplopend.Dichte breedte sprong bovenkant rond/vloeiend. Vlakke breedte sprong bovenkant oplopend.(5cm) en voorkant afgerond i.v.m. toucheren. Grondlijn in overeenstemming met de te springen parabool.
smalle hindernis klasse M
smalle hindernis klasse Z
2- 3 smalle hindernissen met minimale frontbreedte 1.10 - 1.50 m. met eenzijdige aanleuning en/of alternatief. Juist geplaatste grondlijn i.v.m. afzet. Toepassing in combinatie hindernis op meerdere galopsprongen in een rechte lijn.
2- 4 smalle hindernissen met minimale frontbreedte 1.00-1.50 m. Geen aanleuning. Juist geplaatste grondlijn i.v.m. afzet. Toepassing in combinatie hindernissen bestaande uit meerdere elementen en gebogen lijnen.
haag hindernis klasse M
haag hindernis klasse Z
Enkele of dubbele haag 20 cm doorspringbaar. Dubbele haag(breedte sprong) of oplopend in triplebar uitvoering.Niet zichtbare ruimte i.v.m veiligheid stevig dicht maken om het paard eventueel te laten banken.
Enkele of dubbele doorspringbare(20 cm) haag als een element in een combinatie of water hindernis. Dubbele haag (breedte sprong) niet zichtbare ruimte i.v.m veiligheid stevig dicht maken om het paard eventueel te laten banken..
2
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 meervoudige hindernissen klasse B 2-3 eenvoudige meervoudige hindernissen op 1-3 galop sprongen. Maximaal 2 elementen per combinatie. Rechte lijnen.
meervoudige hindernissen klasse L
in - uit combinatie klasse B Geen
in - uit combinatie klasse L Eenvoudige in-uit combinatie gebouwd van rond materiaal op correcte afstand en 10-20 cm onder de maximale hoogte van de klasse L.
3-4 meervoudige hindernissen op 1-5 galop sprongen. Maximaal 2 elementen per meervoudige hindernis. Flauwe gebogen lijnen met eerlijke ruime wendingen op drie of meer galopsprongen met als doel paard en ruiter op te leiden en voor bereiden op het volgende niveau. Leer proces.
meting afstand
water inloop klasse B water inloop-uitloop met alternatief. alternatief moet met water zijn. (natte voeten krijgen)
water insprong klasse B Geen
water inloop klasse L Waterinloop alleen als alternatief toepassen in de klasse L.
water insprong klasse L Dieptemaat insprong water, met wel of geen hindernis, van hoogste punt tot bodem 0.40m0.50m. Landing in water bodem aflopend. Diepte water 0.20m-0.25m. Element als waterinsprong mag niet meer dan ±10º uit het lood in springrichting gebouwd worden. Element als waterinsprong en de elementen op enkele galopsprongen ervoor geen open breedte sprong. Te hoog tempo-te grote insprong(parabool)-verre landing-remmende werking water-vallen-veiligheid! Als alternatief in de klasse L een tijdvragende water inloop toepassen.
2-3 galop sprongen
3
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 meervoudige hindernissen klasse M 3-5 meervoudige hindernissen op 1–5 galopsprongen. Maximaal 3 elementen per combinatie hindernis. Gebogen lijnen op meerdere galopsprongen en met ruime wendingen. Ëén eenvoudige in-uitsprong, rond materiaal, geen maximale hoogte maat en niet in combinatie met hindernis met meerdere(2) elementen. Meervoudige hindernissen in combinatie met kleine lage op- en afsprongen.
meervoudige hindernissen klasse Z 4-6 meervoudige hindernissen met meerdere elementen tot 1-5 galopsprongen waarin kan worden opgenomen één in-uit, één smalle hindernis dubbele punt en hindernissen met specifieke rijkunstige opgaven. Gebogen-gebroken lijnen met niet minder dan 2-3 galopsprongen afhankelijk van de buiging lijn. Meervoudige hindernissen in combinatie met op en afsprongen niet op maximale maat.
in - uit combinatie klasse M In-uit combinatie bestaande uit elementen gebouwd van rond materiaal of breed-stijl(gesloten en bovenkant dicht), op correcte afstand en 10 cm onder de maximale hoogte van de klasse Duidelijke grondlijn.
in - uit combinatie klasse Z In-uit combinatie opgebouwd uit een variatie van stijl en breedte hindernissen op maximale hoogte. Breedte hindernissen moeten altijd aan de bovenkant dicht(sterk) en 5 cm oplopend zijn. Voorkant voorwaarts gebouwd.(15º)
meting afstand
water inloop klasse M
water inloop klasse Z
geen
Geen
water insprong klasse M
water insprong klasse Z
Dieptemaat insprong water, met wel of geen hindernis, van hoogste punt tot bodem 0.60m0.80m Landing in water bodem aflopend. Diepte water 0.20m - 0.25m. Element als waterinsprong mag niet meer dan ±10º uit het lood in springrichting gebouwd worden. Element als water insprong en de elementen op enkele galopsprongen ervoor geen open breedte sprong. Te hoog tempo-te grote insprong(parabool)-verre landing -remmende werking water-vallen-veiligheid!
Dieptemaat insprong water, met wel of geen hindernis, van hoogste punt tot bodem 0.90m1,20m Landing in water bodem aflopend. Diepte water 0.20m - 0.25m. Element als waterinsprong mag niet meer dan ±10º uit het lood in spring-richting gebouwd worden. Element als water insprong en de elementen op enkele galop-sprongen ervoor geen open breedte sprong Te hoog tempo-grote insprong(parabool)-verre landing-remmende werking water-vallen-veiligheid!
1-2 galopsprongen 1 galopsprong
4
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 water uitsprong klasse B Geen.
water uitsprong klasse L Klasse L alleen uitloop. Moeilijkheidgraad verhogen met plaatsing van één element of elementen na water uitloop in een rechte lijn. Deze elementen mogen geen open breedte sprongen zijn.
2 galopsprongen uitloo uitloop
hindernis in water klasse B
hindernis in water klasse L
Geen.
Hindernis/sprong in wateralleen ronde vorm. Het zwaarte niveau wordt bepaald door de hoogte en plaatsing v.d. elementen voor en na water.
greppel klasse B
Greppel wel of niet bekist en voor de veiligheid alleen een afzetboom aan voorkant.
doorspringbare hindernis klasse B Ø ronde opening minimaal 1.80 m. Voor de veiligheid moet de bovenkant 50 cm flexibel en doorspringbaar zijn zonder vaste elementen van de constructie. Alleen alternatief indien de hindernis ineen moeilijke lijn aangreden moet worden
greppel klasse L
Greppel wel of niet bekist en voor de veiligheid alleen een afzetboom aan de voorkant.
doorspringbare hindern. klasse L Ø ronde opening minimaal 1.80 m. Voor de veiligheid moet de bovenkant 50 cm flexibel en doorspringbaar zijn zonder vaste elementen van de constructie. Alleen alternatief indien de hindernis in een moeilijke lijn aangreden moet worden
5
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 water uitsprong klasse M Klasse M alleen uitloop. Moeilijkheidgraad verhogen door plaatsing van één element of elementen na uitsprong in een rechte of lichte gebogen lijn.Deze elementen mogen geen open breedte sprongen zijn.
water uitsprong klasse Z Moeilijkheidgraad verhogen door plaatsing van element(en) na uitsprong in een gebogen lijn. Deze element(en) mogen geen open breedte sprongen zijn. uitsprong rond materiaal 0-70 cm
1-2 galop spr.
1 galopsprong uitloop
hindernis in water klasse M Hindernis/sprong in water alleen ronde vorm. Het zwaarte niveau wordt bepaald door de hoogte/plaatsing v.d.elementen voor en na het water.
greppel klasse M Meerdere greppels wel of niet bekist met afwisselend water en voor de veiligheid alleen een afzetboom aan de voorkant.
doorspringbare hind. Klasse M Ø ronde opening minimaal 1.80 m. Voor de veiligheid moet de bovenkant 50 cm flexibel en doorspringbaar zijn zonder vaste elementen van de constructie.
hindernis in water klasse Z Hindernis/sprong in water alleen ronde vorm. Het zwaarte niveau wordt bepaald door de hoogte/plaatsing v.d.elementen voor en na het water.
greppel klasse Z Meerdere greppels wel of niet bekist met afwisselend water en voor de veiligheid alleen een afzetboom aan de voorkant.
doorspringbare hindern. Kl. Z* Ø ronde opening minimaal 1.80 m. Voor de veiligheid moet de bovenkant 50 cm flexibel en doorspringbaar zijn zonder vaste elementen van de constructie.
6
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 afsprong klasse B
afsprong landing aflopend.
13
afsprong klasse L
afsprong over half ingegraven boom landing aflopend.
normandy wal klasse L bovenkant opsprong altijd afgerond i.v.m. toucheren. 1 plateau 1-2 galopsprongen als opsprong of oploop
piano klasse B
2 plateau's 1 galopsprong eenvoudige hoogte
bovenkant opsprong altijd afgerond i.v.m. toucheren 1 plateau 1-2 galopsprongen afsprong met boom
piano klasse L
in-uit lage opsprong met eenvoudige sprong
7
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 afsprong klasse M
afsprong klasse Z afsprong over een kwart ingegraven ronde boom. Landing aflopend. Aanzicht springzijde moet dicht zijn. Nooit geen open breedte sprong
afsprong over een kwart ingegraven ronde boom. Landing aflopend. Aanzicht springzijde moet dicht zijn. Nooit geen open breedte sprong
Ook geen ronde boom op klossen met een open ruimte er onder i.v.m. veiligheid.
normandy wal klasse M
normandy wal klasse Z
bovenkant opsprong altijd afgerond i.v.m. toucheren in-uit
Ook geen ronde boom op klossen met een open ruimte er onder i.v.m. veiligheid.
bovenkant opsprong altijd afgerond i.v.m. toucheren afstanden in-uit of 1 galopsprong
in-uit
piano klasse M
piano klasse Z
afstand element in-uit element geen maximale hoogte
afstand elementen 1-3 galopsprongen. 1-2 elementen in een rechte of gebogen lijn
in-uit 2x
1 galop spr. in-uit
1 galop spr.
8
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 punt klasse B Geen
punt klasse L Gepaste aanleuning en flexibele vlag bij punt.Vlag moet mimaal 0.50m boven hoogste punt hindernis uitsteken. Klasse L bij maximale hoek en moeilijke terrein omstandigheden alternatief element toepassen
springbare breedte
te springen hoek 30º -
In hoeverre de punt, voor de veiligheid, open of dicht gebouwd moet worden is afhankelijk van de grote hoek en plaatsing in het cross traject. Klasse L 1 punt.
hindernis op heuvels klasse B
hindernis op heuvels klasse L
coffin klasse B
coffin klasse L
glooing in terrein zonder greppel. Afstand bomen op 4-5 galopsprongen .
Afstand element greppel of greppel element wordt mede bepaald door breedte greppel.minimale breedte greppel 1.00 m. diepte 0.30 m. Glooiing < 5º. 1 galop spr.
2 galop spr.
2 galop spr
9
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 punt klasse M
punt klasse Z springbare breedte 2.00m
Gepaste aanleuning en flexibele vlag bij punt. Vlag moet mimaal 0.50m boven hoogste punt hindernis uitsteken.
springbare breedte 1,60m
Flexibele vlag bij punt moet mimaal 0.50m boven hoogste punt
te springen hoek 45º-
te springen hoek 40º -
In hoeverre de punt, voor de veiligheid, open of dicht gebouwd moet worden is afhankelijk van de grote hoek en plaatsing in het cross traject. Klasse M 1-2 punten
hindernis op heuvels klasse M Een hindernis aan de voet van de heuvel moet de landing altijd vlak zijn.De lengte van de landing kan varieëren om de moeilijkheidgraad te verhogen mits de paarden goed voorwaarts de helling op kunnen galoperen.
coffin klasse M
glooiing ± 10º-20º. 1-2 galopsprongen.
minimale breedte greppel 1.10m diepte 0.40-0.50 m.
In hoeverre de punt, voor de veiligheid, open of dicht gebouwd moet worden is afhankelijk van de grote hoek en plaatsing in het cross traject.
hindernis op heuvels klasse Z Een hindernis aan de voet van de heuvel moet de landing altijd vlak zijn.De lengte van de landing kan varieëren om de moeilijkheidgraad te verhogen mits de paarden goed voorwaarts de helling op kunnen galoperen
coffin klasse Z glooiing ± 20º-30º. 1 galopsprong. minimale breedte greppel 1.20m. diepte 0.40-0.50 m.
10
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 holle weg klasse B
holle weg klasse L
Geen
Geen
overbouwde greppels klasse B
overbouwde greppels klasse L eenvoudig overbouwde greppel met boom.
eenvoudig overbouwde greppel met boom en alternatief. eenvoudige Trakehner.
tafel hindernis klasse B
tafel hindernis klasse L
parameters op B niveau tafelblad van stevig materiaal bestand om te kunnen banken en licht dalend naar de afzet kant. 3 tot 5 cm
verticaal front ± 25 cm
parameters op L niveau lichtgekleurde indicatie om de breedte van de tafel aan te geven
tafelblad van stevig materiaal bestand om te kunnen banken en licht dalend naar de afzet kant. 3 tot 5 cm
lichtgekleurde indicatie om de breedte van de tafel aan te geven
verticaal front ± 25 cm
11
Richtlijnen ontwerp en bouw cross-country parcoursen 2011 holle weg klasse M
holle weg klasse Z
Voor de klasse M een holle weg zonder hindernissen.
De hoek van de elementen t.o.v. de weg kunnen variëren om de moeilijkheidgraad te verhogen.
1-2 galop sprongen
1-3 galop sprongen
1-3 galop sprongen
overbouwde greppels klasse M
1-2 galop sprongen
1-2 galop sprongen
overbouwde greppels klasse Z Trakehner.
Tripple hindernis Trakehner. Eventueel te groot open gat met en derde boom opvullen tafel hindernis klasse M
tafel hindernis klasse Z
parameters op M niveau tafelblad van stevig materiaal bestand om te kunnen banken en licht dalend naar de afzet kant. 3 tot 5 cm
verticaal front ± 25 cm
parameters op Z niveau lichtgekleurde indicatie om de breedte van de tafel aan te geven
tafelblad van stevig materiaal bestand om te kunnen banken en licht dalend naar de afzet kant. 3 tot 5 cm
lichtgekleurde indicatie om de breedte van de tafel aan te geven
verticaal front ± 25 cm
12