Richtlijnen Assortimentskeuze De 1e Fase op weg naar de gezonde kantine Voorlopig achtergrond document tbv Criteria Brons voor de sportkantine februari 2014 Achtergrond Er zijn veel locaties die voedingsmiddelen verstrekken aan consumenten zoals schoolkantines, sportkantines, bedrijfskantines, tehuizen, zorginstellingen. Het Voedingscentrum heeft als taak om voor dergelijke omgevingen, waar de consument in meer of mindere mate genoodzaakt is om zijn voeding ter plaatse te betrekken, criteria vast te stellen waaraan de kantine moet beantwoorden om gezond te kunnen worden. Voor producten bestaan er criteria op basis waarvan zij beoordeeld kunnen worden op nutritionele kwaliteit. Voor kantines speelt daarnaast het geheel van de assortiments-samenstelling. Zijn er voldoende gezonde producten in de kantine aanwezig waaruit gekozen kan worden? Wat is de verhouding tussen gezonde en minder gezonde producten. Kantines kunnen hun assortiment zodanig inrichten dat zij de gezonde keuze de makkelijke keuze maken, en daarmee bijdragen aan (het versterken van) de gezonde eetgewoonten van hun consument. We zien zulke criteria als een standaard voor eetomgevingen en als praktische handvatten om gezonder gedrag te faciliteren. De criteria die we ontwikkelen zijn in principe van toepassing op alle genoemde kantine-settings, waar de consument verblijft om een andere hoofdreden dan het consumeren van voedsel. Dit is wezenlijk dan in een restaurant. De criteria zijn dus niet van toepassing op dergelijke horecagelegenheden. Kantine-settings verschillen enorm. Zo kan de uitgangssituatie anders zijn, staat de ene kantine veel verder af van het gezonde ideaal dan de andere. Verder is de ene setting bedoeld om in de hoofdmaaltijden te voorzien ( zoals bij een zorginstelling) en zorgt de andere kantine voor consumpties in de vrije tijd (zoals een sportkantine). Het is uiteindelijk de verantwoordelijkheid van de setting om het ambitieniveau te bepalen waarop zij met hun kantines willen inzetten, wat in hun praktijk haalbaar is en welke bijdrage zij zouden moeten leveren aan (het verbeteren van) het eetgedrag van hun consumenten. De richtlijnen assortimentskeuze worden daarom voorgesteld als een gefaseerd traject, waarbij verschillende stadia gelden met elk een eigen set aan criteria. Elk stadium wordt voorgesteld als een bepaalde status (voor de sportkantine is dit bijvoorbeeld brons, zilver, goud) waarbij het ultieme einddoel van het traject altijd De Gezonde Kantine is.
1/5
De eisen die worden gesteld aan de samenstelling van een kantine assortiment zijn per stadium vastgelegd in een aantal criteria. We onderscheiden twee soorten criteria. Enerzijds criteria die zich richten op het assortiment per se. Bijvoorbeeld welk deel van de producten uit de gezondere of betere keus moet bestaan. Anderzijds criteria waarmee het gedrag van de consument beïnvloed kan worden. Dit kan door eisen te stellen aan hoe producten worden aangeboden.
Sportkantine Brons In het voorliggende document worden de criteria uiteengezet die zijn opgesteld voor de eerste stap op weg naar een Gezonde Sportkantine, namelijk stadium Brons. We stellen hiermee nadrukkelijk, dat kantines die voldoen aan de criteria voor Brons niet een gezonde sportkantine zijn, maar een eerste stap op weg daar naartoe hebben gemaakt.
Doel van Brons Het doel van brons is om het assortiment in de kantine zo in te richten dat een betere keuze mogelijk is op alle eetmomenten in de sportkantine, en zo bewustwording over een gezonder aanbod bij de kantinebeheerders en kantinebezoekers op gang te brengen. In deze fase gaat het om de eerste stappen die een sportkantine kan zetten. De eerste stap naar een gezonder aanbod in de sportkantine moet logisch en haalbaar zijn en zeer snel uit te rollen en bijdragen aan het doel. Deze eerste stap bestaat daarom niet uit veranderingen in het bestaande assortiment maar uit aanvullingen op dit assortiment. Deze aanvullingen zorgen ervoor dat een betere keuze mogelijk wordt voor die consumenten die dat wensen.
2/5
Uitganspunten voor stadium 1 / sportkantine brons 1)
De criteria zijn erop gericht om een betere keuze (zie onder wat daarmee wordt bedoeld) mogelijk te maken uitgaande van het bestaande assortiment, daarmee wordt bedoeld dat binnen alle productgroepen die worden verkocht in de sportkantine* ten minste een gezondere keuze mogelijk moet zijn. *dus alleen als er binnen deze productgroepen gewoonlijk een aanbod is in een
individuele kantine 2)
Voedingsmiddelen worden beoordeeld op basis van de Richtlijnen Voedselkeuze (RVK) van het Voedingscentrum. Daarmee wordt bepaald of producten zogenaamde basisvoedingsmiddelen zijn of niet-basis voedingsmiddelen (extra’s). Basisproducten leveren een essentiële bijdrage in belangrijke voedingsstoffen. Extra’s doen dat niet en zijn veelal producten met een lage nutriënten- en hoge energiedichtheid. Verder wordt met de RVK bepaald of producten in de categorie “ voorkeur”, “middenweg” of “ uitzondering” binnen hun productgroep vallen en dus een betere of minder goede keus zijn. Producten die voldoen aan de criteria voor “bij voorkeur” en “middenweg” worden beschouwd als de betere keus. De criteria die Stichting Ik Kies Bewust (Vinkje), hanteert voor de indeling van producten zijn hiermee geharmoniseerd. Producten met een Vinkje vallen daarom ook binnen de betere keus voor de sportkantine.
3)
De criteria uit de Richtlijnen Voedselkeuze worden voor de volgende productgroepen een-op-een overgenomen: alle basis-productgroepen ( groente, fruit, brood, ontbijtgranen, aardappelen/pasta, rijst, melk(producten), kaas, vlees, eieren, vis, vleeswaren, smeer-en bereidingsvetten, water/koffie/thee) en uit de niet-basisproductgroepen: dranken (dranken (fris-en alcoholische), soepen en overig(zoet) broodbeleg*. Voor de productgroepen snacks wordt voor dit eerste stadium een aangepaste indeling en criterium gehanteerd (zie punt 6 en 7).
* Met broodbeleg wordt hier zoet en overig broodbeleg zoals salades bedoeld, maar niet kaas en vleeswaren. De laatste twee vallen namelijk onder de basisproducten en tellen daar mee.
3/5
4)
Vanwege de zeer beperkte keuze in de voorkeur/middenweg categorie voor vruchtensappen is deze productgroep voor dit eerste stadium buiten beschouwing gelaten. Binnen de productgroep sappen hoeft dus niet per se de betere keus beschikbaar te zijn. In de vervolg-stadia zullen hiervoor mogelijk striktere criteria gaan gelden.
5)
De productgroep sauzen is voor dit eerste stadium buiten beschouwing gelaten. Deze producten worden alleen als toevoeging gegeten en de keuze voor voorkeur/middenweg producten is hier beperkt. Door hier minder restrictief te zijn blijft het mogelijk om een saus op een gezond broodje en een dressing op een salade te doen. In de vervolg-stadia zullen hiervoor mogelijk striktere criteria gaan gelden.
4/5
6)
De productgroep snacks is voor de kantine Brons onderverdeeld in verschillende subgroepen ( koek en gebak, snoep en chocola, zoutjes en chips, noten, gefrituurde snacks en ijs). Omdat deze producten gewoonlijk een ander eetmoment kennen en bij een bepaalde “snack-behoefte” horen, en daarin per categorie de betere keuze beschikbaar zou moeten zijn, wordt de groep snacks voor de bronzen sportkantine beoordeeld in 3 aparte groepen: snacks zoet (koek en gebak, snoep en chocola), snacks hartig ( zoutjes en chips, noten, gefrituurde snacks) ijs. Voor elk van deze groepen moet dus de betere keus aanwezig zijn.
7)
De Richtlijnen Voedselkeuze (RVK) en richtlijnen voor het Vinkje hanteren voor de extra’s criteria voor energie, verzadigd vet, transvet, natrium en toegevoegd suiker. In de praktijk leidt dat voor de categorie snacks tot weinig keus, omdat veel producten uitzondering zijn op basis van het natrium-gehalte. Voor sportkantine Brons wordt daarom voor de snacks alleen een energie-criterium gehanteerd. Dat wil zeggen dat voor deze extra’s (snacks (= koek en gebak, snoep en chocola, gefrituurde snacks , chips en zoutjes) als criterium het aantal calorieën per portie/verpakking geldt ( ≤110 kcal). Deze worden omschreven als “minder calorierijke opties”. Hiervoor is gekozen om beoordeling van producten door relatieve leken ( de consument/ kantinebeheerder) haalbaarder te maken, en om toch een betere keuze te kunnen bieden in producten die veelal op basis van het natrium-criterium als uitzondering gelden. Door alleen kcal als criterium mee te nemen (waarin suiker en verzadigd vet meegaan) , wordt natrium dus veelal genegeerd. Producten die beoordeeld worden volgens de Richtlijnen Voedsel Keuze (RVK) of die het Vinkje dragen, worden dus strenger beoordeeld en voldoen hoe dan ook aan deze criteria. Met een portie wordt hier bedoeld de hoeveelheid zoals omschreven in de Richtlijnen Voedselkeuze 2011, bijlage 9.
8)
De wijze waarop een assortiment wordt aangeboden, bepaalt mede de keus die de consument maakt. Het gezonder maken van het aanbod in de kantine kan hiervan niet los worden gezien. Daarom zijn er voor brons ook criteria opgesteld voor de wijze van aanbieden van de betere keuze. Drie bepalende factoren hierbij zijn prijs, promotie en plaats. Deze hebben allen een effect op het koopgedrag van de consument, waarbij plaatsing het gezondere aanbod als criterium binnen dit eerste stadium is opgenomen. In de vervolg-stadia zullen hiervoor mogelijk additionele criteria gaangelden. Voor samengestelde producten zoals belegde broodjes moet er tenminste een samengesteld product te bestellen zijn dat op alle onderdelen binnen de voorkeurs- of middenwegcategorie valt (zoals broodsoort, smeersel en beleg)
De criteria voor stadium1, een bronzen assortiment 1.
Binnen alle aangeboden * productgroepen, behalve de productgroepen die in dit stadium buiten beschouwing zijn gelaten ( vruchtensappen en sauzen), moet ten minste één optie worden aangeboden die voldoet aan de criteria voor de betere keus. Dit zijn voor de basis-productgroepen de producten die voldoen aan de criteria voor “voorkeur” of “middenweg” uit de richtlijnen Voedselkeuze van het Voedingscentrum, of een groen Vinkje hebben. Dit zijn voor extra’s (behalve voor snacks, zie onder) de producten die voldoen aan de de criteria voor “voorkeur” of “middenweg” uit de richtlijnen Voedselkeuze van het Voedingscentrum, of een blauw Vinkje hebben. Dit zijn voor de snacks, in elk van de subgroepen zoete snacks, hartige snacks en ijs de producten met een energiegehalte van ≤110 kcal /portie.
2.
Er is gratis water aanwezig om waterdrinken te stimuleren, via een van deze opties: Kannen met kraanwater en bekers op de bar. - Een speciaal watertappunt voor drinkwater. - Een water-cooler.
3.
Bij het frituren worden harde frituurvetten vervangen door vloeibare.
4.
Om de gezondere keuze onder de aandacht te brengen moet deze op een zichtbare plek direct naast het minder gezonde alternatief worden aangeboden.
* Onder het aanbod in de sportkantine wordt verstaan: alle voedingsmiddelen, inclusief dranken, die worden aangeboden of verkocht door de vereniging in de kantine, en op en rond het veld of sportaccommodatie (ook in de rust, of bij toernooien). Onder het aanbod in de sportkantine wordt niet verstaan de voedingsmiddelen en dranken die worden aangeboden tijdens niet-sportieve evenementen (zoals voor de verhuur van een kantine voor een feest)
5/5