REVISIE-voorstellen van de NBV op 1 KONINGEN (incl. vragen en opmerkingen aan het adres van het NBG). In het algemeen: Geschiedenisverhalen zoals die in deze boeken beschreven zijn, zijn principiëel meestal niet zo gevoelig (als bv de brieven van Paulus, waar het soms op elk woord aankomt). Vandaar dat de kritische opmerkingen nogal meevallen. Hoofdstuk 1: Vers 5: een zoon van David en… In de MT staat enkel dat hij een zoon van Chaggit was. Dat hij een Davidszoon was, hoefde er kennelijk niet bij te staan. Dat moest een doorgaande lezer bekend zijn vanuit 2 Samuël. De NBV hoeft niets aan te vullen, als de MT zelf dat niet nodig vond. Vers 6: De tweede zin van dit vers lijkt verkeerd vertaald te zijn. Het gaat hier volgens verschillend commentaren (en ook de NV) om een derde reden voor Adonia om koning te willen worden: hij was na Absalom de oudste zoon. In de NBV worden de tweede reden (hij was knap van uiterlijk) en de derde ten onrechte gecombineerd. Vers 16: ” Ze neeg…”. Dat is wel erg plechtig, en voor veel mensen onbegrijpelijk, schatten we in. Waarom niet gewoon: “Ze boog…”. Of heeft dit bijbelboek een heel hoog register? Zie ook vers 31 voor dezelfde uitdrukking. Vers 20: Het verschil tussen de MT en de hss die door de NBV gevolgd worden, is inhoudelijk hier niet van belang. Vers 24: Hebt u niet gezegd…? Dat komt in het redebeleid vreemd over. Beter lijkt ons: U hebt blijkbaar gezegd…, zoals ongeveer de NV, of juist: Hebt u soms gezegd…? In vers 27 zou dan het woordje ‘inderdaad’ toegevoegd kunnen worden: Als dit inderdaad van u is uitgegaan…. Vers 41: Geeft de ramshoorn(bazuin) geluid of lawaai? Hoort Joab het geluid van de ramshoorn of meer het geluid van juichende mensen (zie vers 45)? Alernatieve vertaling voor het slot van dat vers: Waarom is de stad in rep en roer? Hoofdstuk 2: Vers 5: “als was het oorlog”(NV) ontbreekt in de NBV. Waarom? Komt de zonde van Joab zoals NV vertaalt niet in des te schriller licht te staan? Alternatief: hij vergoot oorlogsbloed in vredestijd. Vers 34: De vertaling “familiegraf” is nogal vrij, maar waarschijnlijk wel terecht. Want Joab kwam wellicht, net als David, ook uit Betlehem dat aan de rand van de woestijn van Juda lag, en waar in de heuvels een familiegraf gelegen kan hebben. Hoofdstuk 3: Vers 2-3: Het woord ‘hoogten’ uit de NV is nu geworden tot ‘offerplaatsen’. Dat is nogal een bleke en neutrale weergave, die niets zegt over het illegitieme van dit offeren. Die hoogten waren oorspronkelijk de verhoogde plekken in Palestina waar de (vroegere) heidense bewoners hun offers brachten aan hun goden. Als Israël die hoogten overnam en er eigen hoogten bij maakte, was het gevaar van synkretisme levensgroot. Vandaar dat dit offeren in Gods ogen bedenkelijk was, en hier als negatief wordt beoordeeld. Een veelzeggender vertaling is wellicht: afgodshoogten, eventueel: offerhoogten.
Vers 9: ‘Recht spreken over een volk’ is volgens ons geen Nederlands. Waarom zou niet gewoon met ‘heersen’of ‘regeren’ of juist ‘besturen’ (concordant binnen één zin!) vertaald kunnen worden? Vers 22: Het woord ‘bepleiten’ is wel erg plechtig en netjes voor het gekibbel ten overstaan van de koning. Het lijkt hier toch te gaan om zoiets als bekvechten, twisten of ruzieën. Tegelijk moeten we hier natuurlijk wel oppassen, dat we het werkwoord niet vrouwonvriendelijker weergeven dan wat er staat. Dat is het bezwaar tegen ‘krakelen’(NV), dat eigenlijk alleen van vrouwen gezegd wordt en extra negatief overkomt. Misschien moet dan ‘bepleiten’ (of: verdedigen) toch maar gehandhaafd blijven. Hoofdstuk 4: Vers 3: Wat zegt de term ‘kanselier’de hedendaagse bijbellezer? Gezien de Hebreeuwse term (substantief afgeleid van het verbum zachar = gedenken, vermelden) lijkt een weergave met ‘woordvoerder’ hier meer op zijn plaats (zie ook POT van H.A. Brongers op dit vers). Vers 6: ‘Herendienst’ is vandaag ook een onbekend woord. Eigenlijk is daar geen goed alternatief voor dat onmiddellijk duidelijk is. Missschien moet hier voor een omschrijving gekozen worden, zoiets als: Adoniram, de zoon van Abda, had het toezicht over de onbetaalde arbeid voor de staat. Hoofdstuk 5: Vers 27: Herendienst verrichten kan nu wellicht weergegeven worden met: arbeid voor de koning te verrichten. Hoofdstuk 6: Vers 19: Het lijkt een kleinigheidje, maar er is toch wel verschil tussen het verbond van de Heer of het verbond met de Heer. Het verbond is eenzijdig begonnen, van de kant van de Heer; de uitdrukking “het verbond met de Heer”kan zomaar suggereren dat er een verbond is op voet van gelijkheid tussen het volk en de Heer. Vertaal dus gewoon de genitief met ‘van’ om geen verkeerde suggesties te wekken, is ons voorstel. Hoofdstuk 7: Vers 48: Terecht is, anders dan in de NV, nu causatief vertaald: en hij liet maken… Salomo maakte immers niets zelf, maar liet dat door vakmensen doen. Hoofdstuk 8: Verzen 1 en 6: Ook hier is weer vertaald met ‘het verbond met de Heer’. Zie de opmerking bij 6 : 19. In vers 21 lezen we hoe het echt gegaan is: “de ark die het verbond bevat dat de HEER met onze voorouders sloot…”. Vers 30 (en volgende verzen): ‘Aanhoor’: is dat goed Nederlands? Volgens ons niet. Waarom niet gewoon: Luister of hoor naar……? Hoofdstuk 10: Vers 2: Ze bracht Salomo een bezoek. Deze vertaling kan suggereren dat ze eventjes ‘langs’ kwam. Maar de bedoeling zal wel zijn dat ze na zo’n lange reis een paar dagen/nachten bleef logeren. Beter zo te vertalen: Ze kwam Salomo bezoeken… Of anders: Ze kwam bij Salomo binnen en….. (eerst was ze aangekomen in het paleis en toen ze zich van haar mantel ontdaan had, en zich opgefrist had, kwam ze bij de koning in zijn ontvangstzaal/troonzaal).
Hoofdstuk 12: Vers 10: “Mijn pink is dikker dan mijns vaders lendenen”, zegt de NV. Maar wordt er eerder gedacht aan het mannelijk lid van zijn vader, zoals de NBV suggereert? Dat zou wel eens waar kunnen zijn, omdat kennelijk twee lichaamsdelen wat betreft dikte vergeleken worden. POT op 1 Koningen schrijft: ‘Lendenen’ is hier waarschijnlijk een eufemisme voor pars virilis. Het Hebreeuwse woord wijst op alles wat zich bij mannen rond het ‘kruis’ bevindt. De NBV-weergave kan o.i. gehandhaafd blijven, omdat er tegenwoordig meer openheid is over deze zaken en eufemismen, denken we, zoveel mogelijk vermeden moeten worden. Vers 11: schorpioenen ipv gesels. Rechabeam gaat het volk natuurlijk niet met echte schorpioenen gehoorzaamheid leren. Metaforisch heeft het Hebreeuwse woord voor ’ schorpioen’ de betekenis van een bijzonder pijnlijke gesel, maar in het Nederlands is dat niet zo. Daarom moet de NV hier volgens ons gewoon gehandhaafd blijven. Hoofdstuk 17: Verzen 10/12: In de NV gaat het twee keer over een ‘kruik’, terwijl er in het Hebreeuws verschillende woorden staan. Het specifieke woord voor ‘kruik’ staat in vers 12 (kruik bestemd voor olijfolie), en dat wordt soms ook wel verbonden met water, maar in vers 10 staat juist een ander (en heel algemeen) woord. Terecht dat de NBV dan ook in vers 10 een andere vertaling kiest, om niet de indruk te wekken dat hier van concordantie sprake is. Alleen die term ‘kommetje’ is niet zo geslaagd, vinden wij. Als je een eindje moet lopen met zo’n kommetje water, valt de helft eruit, en dat is zeker in die tijd van watergebrek niet echt handig. We zouden dan zelf liever kiezen voor het woord ‘kannetje’. Hoofdstuk 18: Vers 19: In de NV staat er van de profeten van Asjera vermeld dat ze “van de tafel van Izebel eten.” Dat is een letterlijke weergave. In de NBV is die beeldende taal tot een neutrale mededeling geworden: “die door Izebel aan het hof zijn opgenomen.” Waarom was dat nodig? Het is toch een sprekend en niet mis te verstaan beeld. Deze profeten eten uit Izebels hand en we denken bij deze ‘broodprofeten’ aan het spreekwoord: wiens brood men eet, diens woord men spreekt. Vergelijk hiervoor Deurloo/ter Linden, Het luistert nauw, pag. 157. Vers 27: NBV heeft als eerste ‘excuus’ van de godheid: Hij heeft zeker iets anders te doen. Dat is nogal vaag, vergeleken bij de drie andere bezigheden die genoemd worden (afzondering, op reis, slaap). Het Hebreeuwse werkwoord lijkt toch wel iets concreters te betekenen: mediteren o.i.d. De NV is beter aan te houden: hij is zeker in gepeins, of wat mooier Nederlands: hij is vast in gedachten verzonken (vert. Groot Nieuws). Vers 32: Het is niet waarschijnlijk dat de Hebreeuwse maataanduiding op een lengte wijst (NBV) in plaats van wijdte of breedte, eventueel diepte (NV). Hoofdstuk 19: Vers 3: Hierover staat een kanttekening onderaan. Gezien het verband lijkt het ons waarschijnlijker dat de NBV gelijk heeft in zijn keuze voor: Elia werd bang, ipv Elia zag/merkte het (NV). In het Hebreeuws gaat het om dezelfde medeklinkers, maar het woord kun je verschillend lezen naar gelang van de klinkers die je toevoegt. De Masoreten lazen wellicht liever: en Elia zag, dan dat hij bang werd, omdat ze in die grote profeet liever geen bangerd zagen. Als dan Joodse geleerden toch de keuze hebben uit twee varianten, dan ligt het voor de hand dat ze Elia zoveel mogelijk alles wat negatief is, zullen besparen.
Hoofdstuk 20: Vers 12: Waarom de weergave ‘in de schaduw’in de NBV, als het over Sukkot (loofhutten) gaat? Het zal gaan over legertenten, of over een vergaderplek onder een dak van bladeren. Maar wie zegt, dat ze daar zaten vanwege de schaduw? Dat is maar een interpretatie. Ze kunnen daar ook zitten vanwege de beslotenheid en de privacy. Bvoendien si er in eht Hebreeuws ook een apart woord voor ‘schaduw’ (tsél). Een letterlijke weergave is hier te verkiezen, bv. onder een loofdak (Willibrord-vertaling). Zie ook vers 16 voor hetzelfde woord. Vers 43: Waarom heeft de NBV de woorden ‘woedend en terneergeslagen’ in volgorde omgedraaid? Want in de grondtekst staat eerst de term voor ‘terneergeslagen/mismoedig’ en dan pas het woord voor ‘woedend’. In Groot Nieuws staat ook gewoon die volgorde van de MT, net als in de NV. We zien ook geen reden om het om te keren. Hoofdstuk 21: Vers 4: Ook hier weer die omgekeerde volgorde van woedend en terneergeslagen (zie reeds hierboven bij 20 : 43). Vers 27: ‘Boetekleed’ is een mooie en treffende vertaling! Beter nog dan rouwgewaad in de NV, omdat Achab inderdaad in zekere zin boete doet. Hoofdstuk 22: Vers 31: Moesten de Arameeërs vechten met (NBV) de koning van israël of tegen hem (NV)? Volgens ons taalgevoel klopt de NBV hier niet, maar de NV wel. Maar dit is vooral een kwestie van goed Nederlands. Dus dat moet een Neerlandicus maar bekijken.
EVENTUELE REVISIE van de NBV op 2 KONINGEN HET TWEEDE BOEK KONINGEN Hoofdstuk 1: Vers 8: Er staat nu van Elia vermeld: Hij was sterk behaard. In plaats van het vroegere: Het was iemand met een haren kleed (zoals Johannes de doper later!). De NBV geeft nu de indruk van een ruwe behaarde bonk, zonder bovenkleding. Is dat de bedoeling? Brongers in POT schrijft: “Dit wijst niet op een overvloedige natuurlijke beharing van de godsman, maar op de harige mantel waarin deze ‘men of God’ gewoonlijk gekleed gingen en die min of meer als hun ambtsgewaad kon worden beschouwd.” Zie Zacharia 13 : 4 en Matteüs 3 : 4. Hoofdstuk 2: Vers 3: De uitdrukking “(van) boven uw hoofd” is in de NBV onvertaald gebleven. Toch zal dat er m.i. in het Hebreeuws niet voor niks bij staan. Er staat bijvoorbeeld niet dat Elia van de zijde van Elisa zal worden weggenomen, maar (al wandelende) van boven zijn hoofd. Wijst dat niet op een soort ‘opname’ , hetzij naar omhoog (de hemel) hetzij elders heen (zie vers 16)? Hoofdstuk 3: Vers 27: “Toen kwam een grote toorn over Israël…”, zo luidt de NV. De NBV heeft iets heel anders: “Dat wekte zoveel ontzetting bij de Israëlieten…”. Volgens mij is het Hebreeuwse woord qètsèf niet met ‘ontzetting’ te vertalen, en is de terugtocht van Israël niet hun eigen inititatief geweest, maar eerder een straf van de Heer. Want Israël had Moab zo onbarmhartig in het nauw gebracht, dat ze mee schuldig waren aan de opoffering van de oudste zoon van Mesa, de koning van Moab. Hoofdstuk 4: Vers 3: Wat in de NV met ‘vaten’ vertaald is, wordt in de NBV steevast met ‘kruiken en kannen’ weergegeven. Waarom die dubbele vertaling? Is het soms een soort van hendiadys? Of speelt de zegswijze “niet alles in kannen en kruiken hebben” nog mee? Maar kunnen we niet gewoon met ‘vaten’ blijven vertalen, wat zou daar tegen zijn?