108
KINDEREN TEN PLATTE LANDE EN IN KLEINERE GEMEENTEN.
Het ligt in het voornemen van het hoofdbestuur der Zuid-Hollandsche vereeniging „Het Groene Kruis" om in gemeenten, waar scholen voor buitengewoon onderwijs bestaan, huisvestingscomité's in het leven te roepen ten behoeve van misdeelde kinderen uit de kleine gemeenten van Zuid-Holland. En intusschen zal zich voornoemd hoofdbestuur tot de betrokken gemeente- en schoolbesturen wenden om de voorwaarden te vernemen waaronder de bedoelde scholen voor kinderen van buiten toegankelijk kunnen worden gesteld. Woensdag 27 Mei werd te Rotterdam een vergadering gehouden war voor de Ver. „Het Groene Kruis" de heeren Dr. P. H. Elias, v.d. Berg en Dr. Beekenkamp aanwezig waren. Verder werd de vergadering bijgewoond door Dr. v. Voorthuijsen„ C. Schenk secretaris der Commissie van huisvesting, J. de Graaff, Hoofd der Chr. school voor B. L. O. te R'dam, P. Willemsen, Hoofd der R. K. school voor B.L.O. te Den Haag, C. Leeflang, Hoofd der Openb. school voor B. L. O. te R'dam en A. v. Roon, Hoofd der school voor slechthoorenden te R'dam. Besloten werd daar: a. inlichtingen in te winnen van gemeente- en schoolbesturen op welke voorwaarden zij kinderen uit andere gemeenten op hun inrichtingen willen toelaten. b. de groote en kleine pers te bewerken om het publiek in te lichten over den aard van het Buitengewoon Onderwijs en om vooroordeelen weg te nemen. c. het vragen van subsidie aan het provinciaal bestuur van Z. Holland en aan de gemeentebesturen, die kinderen willen uitzenden. Het opsporen van geschikte adressen voor huisvesting en de condities, waarop pleegouders leerlingen willen opnemen.
QaQaQaQpQC3daQapaQQpaQaQO Q Q
Afdeelingssecretarissen,
voor nieuwe leden.
L
denkt om de propaganda
81 1
@
)swC40)("QG)WC),Q0)COC:DQ49)
AUGUSTUS 1925.
6e JAARGANG Info. 8.
TIJDSCHRIFT VOOR
BUITENGEWOON ONDERWIJS Verschijnt maandelijks.
Abonnementsprijs f 4.— per jaar.
Redactie : P. H. SCHREUDER, G. J. VOS, Dr. D. HERDERSCHËE. Redactie-Adres :
P. H. SCHREUDER, Anemoonstraat 167, -- Den Haag.
Administratie-Adres : N.V. UITGEVERS-MIJ. „RAGA", DEN HAAG -- Giro No. 32990.
INHOUD : De „Gestaltspsychologie". -- Rapport over het zaakonderwijs. Hoofdbestuur. -- Verslag afd. Arnhem. — Benoemingen (omslag).
Men lette op liet veranderde Redactie-adres, thans Anemoonstraat 167.
P. H. Schreuder, Anemoonstraat 167, Den Haag, Voorzitter. Dr. D. Herderschêe, Keizersgracht 104, Amsterdam, 2e Voorzitter. W. P. Blokpoel, Valkenboschkade 409, Den Haag, 1 e Secretaris. J. J. Edens, Bilderdijkpark 15, Amsterdam, 2e Secretaris. C. Leeftang, Schiekade 160, Rotterdam, Penningmeester. Postrekening Hoofdbestuur No. 67181, R'dam.
DE GESTALTS-PSYCHOLOGIE". 1) Men kan bijna geen psychologisch tijdschrift opslaan, of men vindt er iets over, of aangehaald van de militante promotors van de „Gestaltspsychologie": Kohler, Wertheimer, Kofka e.a. Reeds de Grieken leerden, dat het geheel meer is dan de som der deelen, ja, vaak is het iets geheel anders. Een verticaal streepje en het figuurtje < aan elkaar gevoegd doet plotseling de letter K ontstaan, dus één geheel, één vorm, een „Gestalt". Dit woord, ontleend aan de waarnemingen op visueel gebied, wordt nu ook gebruikt voor de uit een veelheid opgebouwde eenheid op ander gebied. Een, in bepaald tempo op elkaar volgende, notenreeks, kan een melodie vormen, een akustische „Gestalt". De vroegere exmenten van het geestelijk leven en vaak was die psychologie niet te onderscheiden van de physiologie der zintuigen. En de associaperimenteele psychologie hield zich in hoofdzaak bezig met de eletie-psychologie deed er het hare toe, om den indruk te vestigen, alsof I) Wij vertalen maar niet tot „gedaante-psychologie", daar de Duitsche uitdrukking internationaal burgerrecht heeft verkregen.
110
DE „GESTALTS-PSYCHOLOGIE''.;
iedere waarneming was: een optelling van elementaire zintuiggewaarwordingen. De groote moeilijkheid was nu, hoe een optelling van heterogene dingen tot één som, tot het begrip konden leiden. Als het kind maar eenmaal geleerd had, hoe het „uberlr aupt"t zoo'n begrip kan komen, dan konden ook verder wel nieuwe begrippen ontstaan. Het eenvoudigste begrip is wel het „dingbegrip''. Hoe leert het kind met zijn primitievaa ken-orgaan van de buitenwereld, met de hand, dat de vele gewaarwordingen die het krijgt van een in de hand genomen voorwerp, allen uitgaan van één ding? Waarschijnlijk hoeft het kind dit heelemaal niet te leeren en be leeft het direct die eenheid, die „Gestalt". Dit wordt aannemelijk door het feit, dat reeds voor er van veel bewustzijn sprake is, het ééne voorwerp één „Stel1ungnahme" van het lichaam, één actie veroorzaakt: wanneer men een pasgeboren kind een pennehouder in de hand drukt, dat volgt een grijpbeweging, zoodanig, dat men het kind aan den pennehouder van zijn kussen kan optillen. En; eenige weken na de geboorte zien wij hoe het kind bij het opknippen van het licht, één beweging maakt met de oogen naar dat licht. Het licht wordt dus waarschijnlijk ook als een „Gestalt" beleefd en niet als een som van bewustwordingen van, verschillende geprikkelde netvlieselemeriten, eventueel met aan ieder netvliesgedeelte geassocieerde spiergewaarwordingen, zooals men wel aanneemt. De associatiepsychologie krijgt van de Gestaltspsychologie harde noten te kraken. De associatiepsychologie leert, dat de onderdeelen van een komplex van zintuigindrukken elkaar wederkeerig in het bewustzijn wakker kunnen roepen. Het is echter gebleken, dat dit onjuist is, wanneer dat komplex als een ,,Gestalt" was opgevat en de onderdeelen, de „Ganz-Teile" niet als „Teil-Ganze", dus als „Gestalte" van lager orde waren bewust geworden. Terecht vraagt Koh ler, of het figuurtje ooit bij iemand de herinnering wekt aan de letter R, hoewel wij toch oneindig vaak die letter hebben waargenomen. Indien de associatie-leer juist ware, dan zou, wanneer a met b en a met c is waargenomen, b c gemakkelijker a kunnen wakker roepen dan b of c afzonderlijk. Het tegendeel is waar en de „Gestaltspsychologie" zegt: natuurlijk want de „Gestalt" b-c is geheel onafhankelijk van a, terwijl b en c ieder afzonderlijk, mits als Teil-Ganze opgevat, wel iets met a hebben te maken. Dat de denkbeelden der „Gestaltspsychologie" bevruchtend werken, blijkt uit de publicaties van de Hamburger school van Stern. Om de teekenbegaafdheid te beoordeelen, is niet voldoende, te onderzoeken of de candidaat „sehend erfassen" kan en of hij over goede spier-coördinaties beschikt, maar het komt er op aan, or hij in staat is het geziene door spier-coordinaties weer te geven. De muzikale, begaafdheid wordt niet bepaald door een som van gunstig uitvallende elementaire functies als: :uiver kunnen nazingen van een toon plus nauwkeurig kunnen onderscheiden van geringe toonshoogte. verschillen enz., maar de mogelijkheid van het kunnen „erfassen ''
DE ,,GESTALTS-PSYCHOLOGIE".
111
van melodieën, want Mozart leerde dat de melodie het wezen van de muziek is. En Lipmann noemt verstand: de mogelijkheid tot het maken van „Gestalten": het kleine kind ziet van een prentje slechts de losse figuren. (Binet's enumeratiestadium) , het oudere of meer intelligente kind overziet het geheel, maakt er een „Gestalt" vare (Binet's descriptie- en interpretatiestadium) . Dat de niet natuurwetenschappelijk opgeleide onderwijzer zich tot de „elementen-psychologie" weinig voelde aangetrokken, is zeer verklaarbaar. Hij wil zijn leerlingen en hun reacties leeren begrijpen en de nieuwere psychologie zal hem dichter bij de werkelijkheid schijnen te staan. Ook de nieuwere experimenteele-psychologie, die staat in het teeken van Stern's „Personalisme", dat in alle reacties zoekt naar de persoonlijkheid van het kind, zal mogelijk voor den onderwijzer van meer practisch belang zijn dan het oude Platonische idealisme, dat trachtte af te zien van alle persoonlijks, op zoek naai de abstracte idee.
Dr. D. HER DERSCHÊE.
RAPPORT OVER HET ZAAKONDERWIJS. (Vervolg.)
ELEMENTAIRE VERSTANDSOEFENINGEN, In de laagste klassen van de zwakzinnigen-school (hieronder de z.g. bezinkingklassen en de voorbereidingsklasse inbegrepen) is het moeilijk, in vele gevallen onmogelijk, aan te vangen met het onderwijs i n de leerstof als die der aanvangsklasse eener gewond school. Men beginne nog zoo eenvoudig, de opmerkzaamheid der leerlingen is nog zoo gebrekkig, de aandacht nog zóó weinig doeltreffend geoefend, dat zelfs het meeste eenvoudige „onderwijs' veel te moeilijk blijkt. We stuiten echter niet alleen op een gebrekkige aandachtsconcentratie, maar eveneens op de gevolgen der gebrekkige en onvoldoende oefening van andere -elementaire verstandsfuncties. Bij de opvoeding der laagstaande zwakzinnigen heeft men dit van den aanvang af reeds ingezien. Zoowel Séguin in zijn „Traitement moral, hygiene et éducation des idiots et des autres arriérés", „ls Sengelmann in zijn „System. Lehrbuch der Idiotenp[lege" geven bepaalde elementaire verstandsoefeningen aan. De oefeningen van Dr. Séguin werden door Dr. Bourneville gewijzigd en uitgebreid en door hem toegepast in de idioten-afdeeling van het krankzinnigengesticht te Bicêtre, in de Fundation, Vallée en in zijn particulier medisch-paedagogisch internaat te Vitry. Thans kan men ze toegepast zien, in nog uitgebreider omvang
110
DE „GESTALTS-PSYCHOLOGIE"
iedere waarneming was: een optelling van elementaire zintuiggewaarwordingen. De groote moeilijkheid was nu, hoe een optelling van heterogene dingen tot één som, tot het begrip konden leiden. Als het kind maar eenmaal geleerd had, hoe het „uberl: auptholt zoo'n begrip kan komen, dan konden ook verder wel nieuwe begrippen ontstaan. Het eenvoudigste begrip is wel het „dingbegrip". Hoe leert het kind met zijn primitiev3 ken-orgaan van de buifenw ereld, met de hand, dat de vele gewaarwordingen die het krijgt van een in de hand genomen voorwerp, allen uitgaan van één ding? Waarschijnlijk hoeft het kind dit heelemaal niet te leeren en leeft liet direct die eenheid, die „Gestalt". Dit wordt aannemelijk door het feit, dat reeds voor er van veel bewustzijn sprake is, het ééne voorwerp één „Stellungnahme" van het lichaam, één actie veroorzaakt: wanneer men een pasgeboren kind een penn,ehouder in de hand drukt, dat volgt een grijpbeweging, zoodanig, dat men het kind aan den pennehouder van zijn kussen kan optillen. En4 eenige weken na de geboorte zien wij hoe het kind bij het opknip-pen van het licht, één beweging maakt met de oogen naar dat licht. Het licht wordt dus waarschijnlijk ook als een „Gestalt" beleefd en niet als een som van bewustwordingen van, verschillende geprikkelde netvlieselemeriten, eventueel met aan ieder netvliesgedeelte geassocieerde spiergewaarwordingen, zooals men wel aanneemt. De associatiepsychologie krijgt van de Gestaltspsychologie harde noten te kraken. De associatiepsychologie leert, dat de onderdeelen van een komplex van zintuigindrukken elkaar wederkeerig in het bewustzijn wakker kunnen roepen. Het is echter gebleken, dat dit onjuist is, wanneer dat komplex als een ,,Gestalt" was opgevat en de onderdeelen, de „Ganz-Teile" niet als „Teil-Ganze", dus als „Gestalte" van lager orde waren bewust geworden. Terecht vraagt Kohler, of het figuurtje ooit bij iemand de herinnering wekt aan de letter R, hoewel wij toch oneindig vaak die letter hebben waargenomen. Indien de associatie-leer juist ware, dan zou, wanneer a met b en a met c is waargenomen, b± c gemakkelijker a kunnen wakker roepen dan b of c afzonderlijk. Het tegendeel is waar en de „Gestaltspsychologie" zegt: natuurlijk want de „Gestalt" b-c is geheel onafhankelijk van a, terwijl b en c ieder afzonderlijk, mits als Teil-Ganze opgevat, wel iets met a hebben te maken. Dat de denkbeelden der „Gestaltspsychologie" bevruchtend werken, blijkt uit de publicaties van de Hamburger school van Stern. Om de teekenbegaafdheid te beoordeelen, is niet voldoende, te onderzoeken of de candidaat „sehend erfassen" kan en of hij over goede spier-coördinaties beschikt, maar het komt er op aan, or hij in staat is het geziene door spier-coördinaties weer te geven. De muzikale, begaafdheid wordt niet bepaald door een som van gunstig uitvallende elementaire functies als: zuiver kunnen nazingen van een toon plus nauwkeurig kunnen onderscheiden van geringe toonshoogte verschillen enz., maar de mogelijkheid van het kunnen „erfassen '
be-
D E „GESTALTS-PSYCHOLOGIE".
111
van melodieën, want Mozart leerde dat de melodie het wezen van de muziek is. En Lipmann noemt verstand: de mogelijkheid tot het maken van „Gestalten": het kleine kind ziet van een prentje slechts de losse figuren. (Binet's enumeratiestadium) , het oudere of meer intelligente kind overziet het geheel, maakt er een „Gestalt" van (Binet's descriptie- en interpretatiestadium) . Dat de niet natuurwetenschappelijk opgeleide onderwijzer zich tot de „elementen-psychologie" weinig voelde aangetrokken, is zeer verklaarbaar. Hij wil zijn leerlingen en hun reacties leeren begrijpen en de nieuwere psychologie zal hem dichter bij de werkelijkheid schijnen te staan. Ook de nieuwere experimenteele-psychologie, die staat in het teeken van Stern's „Personalisme", dat in' alle reacties zoekt naar de persoonlijkheid van het kind, zal mogelijk voor den onderwijzer van meer practisch belang zijn dan het oude Platonische idealisme, dat trachtte af te zien van alle persoonlijks, op zoek naai de abstracte idee.
Dr. D. HERDERSCHÊE.
RAPPORT OVER HET ZAAKONDERWIJS. (Vervolg.)
ELEMENTAIRE VERSTANDSOEFENINGEN. In de laagste klassen van de zwakzinnigen-school ( hieronder de z.g. bezinkingklassen en de voorbereidingsklasse inbegrepen,) is het moeilijk, in vele gevallen onmogelijk, aan te vangen met het onderwijs i n de leerstof als die der aanvangsklasse eener gewone] school. Men beginne nog zoo eenvoudig, de opmerkzaamheid der leerlingen is nog zóó gebrekkig, de aandacht nog zóó weinig doeltreffend geoefend, dat zelfs het meeste eenvoudige „onderwijs ' veel te moeilijk blijkt. We stuiten echter niet alleen op een gebrekkige aandachtsconcentratie, maar eveneens op de gevolgen der gebrekkige en onvoldoende oefening van andere - elementaire verstandsfuncties. Bij de opvoeding der laagstaande zwakzinnigen heeft men dit van den aanvang af reeds ingezien. Zoowel Séguin in 'zijn „Traitement moral, hygiène et éducation des idiots et des autres arriérés", ls Sengelmann in zijn „System. Lehrbuch der Idiotenp f lege" geven bepaalde elementaire verstandsoefeningen aan. De oefeningen van Dr. Séguin werden door Dr. Bourneville gewijzigd en uitgebreid en door hem toegepast in de idioten-afdeeling van het krankzinnigengesticht te Bicêtre, in de Fundation Vallée en in zijn particulier medisch-paedagogisch internaat te Vitry. Thans kan men ze toegepast zien, in nog uitgebreider omvang