Resultaten keurmerk Beton Bewust
Kwaliteit, zekerheid en verantwoordelijkheid in betonmortel
Het keurmerk voor bouwen met betonmortel
Het keurmerk Beton Bewust van de Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland (VOBN) garandeert de duurzame productie van betonmortel. De fabrikanten hebben werk gemaakt van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Het keurmerk is daarvan het tastbare bewijs. Betonmortelfabrikanten mogen het keurmerk alleen voeren als zij voldoen aan strenge eisen ten aanzien van betrouwbaarheid, deskundigheid, duurzaamheid en arbeidsveiligheid. Alle keurmerkhouders worden gecontroleerd op de eisen die zijn gesteld in de branchemeetlat 2012-2013 (zie kader op pagina 4). De uitkomsten van de afgelopen twee jaar zijn verwerkt in deze publicatie.
Ambitie: blijven verbeteren
Het duurzaamheidconcept is volop in ontwikkeling. Inzichten over bouwen veranderen. VOBN en haar leden zijn actief betrokken bij deze ontwikkelingen. De voorwaarden waaraan een keurmerkhouder moet
voldoen, zijn in afstemming met de stakeholders vastgesteld in een branchemeetlat en zijn dynamisch. Dat wil zeggen dat deze voorwaarden, qua inhoud en eisen, voortdurend tegen het licht worden gehouden en waar relevant worden aangescherpt. Bedrijven die het keurmerk Beton Bewust mogen voeren, hebben de ambitie deze voorwaarden continue te verbeteren. Daarom heeft VOBN, als eerste branche-organisatie via MVO Nederland, in april 2013 voor de tweede keer een stakeholdersbijeenkomst georganiseerd. De uitkomsten van deze bijeenkomst zijn als basis gebruikt voor de ontwikkeling van de branchemeetlat 2014-2015, de nieuwe voorwaarden waaraan een keurmerkhouder moet voldoen. Het keurmerk Beton Bewust geeft zekerheid voor de afnemers van betonmortel. De duurzame productie van betonmortel wordt gegarandeerd en geeft daarmee de benodigde basis om samen te werken. Afnemers van betonmortel kunnen erop rekenen dat de keurmerkhouder meedenkt, adviseert en een hoogwaardige bijdrage levert aan de duurzaamheid van te realiseren projecten.
2011
April 2013
Tweede stakeholdersbijeenkomst: Huidige branchemeetlat aangescherpt en start ontwikkeling branchemeetlat 2014-2015.
2012
Ruim 80 medewerkers geschoold. Bedrijven tekenen een duurzaamheidverklaring, waarin acht punten en ambitie-niveaus zijn vastgesteld.
–2–
2013
Eerste controles bij bedrijven, leerproces tot en met mei 2013.
Mei 2013
MVO als speerpunten binnen het beleid opgenomen, werkgroep MVO binnen VOBN geïnstalleerd, ontwikkeling branchemeetlat gestart.
Branchemeetlat 2012-2013 gereed en introductie keurmerk.
Augustus 2012
2010
Januari 2012
Januari 2011
Start ontwikkeling keurmerk voor betonmortel.
September 2011
2009
Eerste vergadering met stakeholders.
Juni 2010
September 2009
Geschiedenis keurmerk
Definitieve controles bij betonmortelbedrijven.
Wat is er in twee jaar bereikt? In de eerste twee jaren van het keurmerk zijn goede resultaten geboekt. VOBN is daar trots op. Deze jaren zijn te beschouwen als een leerproces waarin veel ervaring is opgedaan. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen gaat namelijk niet vanzelf. Het is een proces dat veel inspanning vergt en ook tijd vraagt, maar uiteindelijk tot betere en duurzamer resultaten leidt.
Zo is het mogelijk mengsels te ontwerpen die zowel constructief als qua duurzaamheid optimaal presteren, specifiek voor de toepassing van de klant. ■ Resultaat: De kwaliteit en betrouwbaarheid komen tot uiting in de wijze van registratie en controle van beproeven. Keurmerkhouders zijn allemaal KOMO gecertificeerd. Afnemers worden gewezen op de eigenschappen van het materiaal en hoe het materiaal het best verwerkt, gestort en nabehandeld moet worden. Keurmerkhouders hebben de afgelopen twee jaar geïnvesteerd om deze kennis d.m.v. algemene VOBN communicatiemiddelen, zoals website en brochures, verder toegankelijk te maken voor de klant. Betontechnologen spelen in dit proces een belangrijke rol. Door een actieve houding naar de afnemer wordt de optimale betonsamenstelling voor de beoogde toepassing geleverd.
1. Betrouwbaarheid van levering
De Betonbouwgids is een handig naslagwerk
Met afnemers worden duidelijke afspraken gemaakt over de aflevertijdstippen en de hoeveelheden van de te leveren betonmortel. De verschillende aspecten van levering worden regelmatig met afnemers geëvalueerd en (waar mogelijk) wordt er aan verbeteringen gewerkt. Van keurmerkhouders wordt verwacht dat zij afwijkingen in levertijd, of het nu te vroeg of te laat is, bijhouden. Het gaat hierbij om afwijkingen van meer dan 15 minuten. ■ Resultaat: Keurmerkhouders hebben geïnvesteerd in systemen of hebben werkprocedures veranderd om de registratie van levering bij te houden. Er zijn nog enkele bedrijven die dit handmatig registreren op de afleverbon, maar de meeste bedrijven verwerken deze gegevens in geautomatiseerde systemen. Het doel hiervan is om de komende jaren (2014-2015) meer inzicht te krijgen in de betrouwbaarheid van de leveringen. Het biedt keurmerkhouders ook de mogelijkheid om met de klant in dialoog te gaan over verbeteropties.
voor alle partijen die werkzaam zijn binnen de betonbouwketen. Download gratis op www.vobn.nl of vraag aan bij een bij VOBN aangesloten betonmortelfabrikant.
3. Lage CO 2-emissie
Het gebruik van klinkerarme cementsoorten wordt gestimuleerd en waar mogelijk uitgebreid. Om gericht reductiemaatregelen te kunnen nemen, wordt de gemiddelde CO2-emissie per m3-betonmortel via het VOBN-Benchmarkinstrument per betonmortelcentrale bepaald. ■ Resultaat: De inspanning is erop gericht om de CO2-emissie verder te reduceren. Tegelijkertijd zijn er ook factoren die niet of slecht beïnvloedbaar zijn, zoals het weer. Ondanks een lange winterperiode hebben de keurmerkhouders de CO2-emissie per m3 onveranderd laag kunnen houden.
Û
kg/CO 2 /m 3
CO 2-emissie per m 3 betonmortel
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
180
2011
160
2012
140 120 100 80 60
2. Kwaliteit van de geleverde betonmortel
40
Met de klant meedenken is het motto. Het komt nog te vaak voor dat de recepten voor betonmengsels door kopiëren en plakken van het ene bestek in het andere terechtkomen. Beton Bewust keurmerkhouders hebben veel kennis van hun product en weten hoe het zich in bepaalde toepassingen gedraagt. Daardoor kan de klant optimaal worden geadviseerd.
20 0
–3–
Energie voor productie mortel
Toeslagstoffen
Transport naar bouwplaats
Aanvoer grondstoffen
Bindmiddelen
Totaal
4. Hergebruik en gesloten materiaalkringloop
Naast het gebruik van hoogovenslak en e-vliegas als secundaire grondstof, wordt de kringloop van beton verder gesloten door uitbreiding van het gebruik van betongranulaat als grindvervanger. Hergebruik, d.w.z. de inzet van secundaire grondstoffen per m3 betonmortel per vestiging, wordt bijgehouden in het VOBN-Benchmarkinstrument en geverifieerd vastgelegd.
t.o.v. de toegepaste toeslagstoffen
Û Percentage secundaire grondstoffen
Gebruik secundaire grondstoffen
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
4,5
5. Arbeidsveiligheid
Van de keurmerkhouders wordt verwacht dat zij de arbeidsveiligheid op de betoncentrale en bij de aflevering van betonmortel naar de bouwplaats in al haar facetten bevordert. Medewerkers, met inbegrip van personeel van derden en bezoekers op de betoncentrale, worden adequaat geïnstrueerd. Maar ook mag worden verwacht dat keurmerkhouders goede gesprekspartners zijn voor hun afnemers om de veiligheid op een bouwplaats tijdens het verwerken te vergroten.
Resultaat: Arbeidsveiligheid wordt door keurmerkhouders op vele manieren bevorderd, onder andere met behulp van een vernieuwde Arbocatalogus Betonmortel. De Arbocatalogus is in 2012 met drie onderwerpen uitgebreid: machineveiligheid, fysieke belasting en inrichting van arbeidsplaatsen. De branche RI&E is geactualiseerd en wordt ter toetsing aan sociale partners en Steunpunt RI&E voorgelegd. Keurmerkhouders beschikken over interactief filmmateriaal en posters, die o.a. bij instructiebijeenkomsten kunnen worden gebruikt. Daarnaast worden onder de naam Ferry Slim posters uitgebracht die op een ludieke, maar met serieuze ondertoon, de arbeidsveiligheid bevorderen. Deze manier spreekt de werknemer aan en is zodanig succesvol dat de posters ook door branchegenoten in het buitenland worden gebruikt. ■
4 2011
3,5
2012
3 2,5 2 1,5 1 0,5 0 Betongranulaat
Ballastgrind
Vliegas
Hoogovenslak
Totaal
Resultaat: Naast het aandeel van secundaire grondstoffen die via de bindmiddelen (CEM III) worden toegepast is het percentage secundaire grondstoffen in 2012 t.o.v. 2011 met ca. 15% toegenomen.
■
Branchemeetlat
Keurmerkhouders beschikken over interactief filmmateriaal en posters die o.a. bij instructiebijeenkomsten kunnen worden gebruikt.
De basis van het keurmerk Beton Bewust is vastgelegd in een branchemeetlat. De branchemeetlat 2014-2015 qua inhoud en eisen weer een stap verder dan die van 2012-2013. Zie voor de volledige inhoud van de branchemeetlat www.betonbewust.nl. De branchemeetlat 2012 – 2013: ■ Betrouwbaarheid van levering; ■ Kwaliteit van de betonmortel; ■ CO 2-emissie; ■ Hergebruik en gesloten materiaal kringloop; ■ Arbeidsveiligheid.
Het bindmiddel (cement) heeft de grootste bijdrage aan de CO 2 -emissie Via de benchmark wordt per centrale de CO2-emissie per gemiddelde m3 betonmortel bepaald. Het bindmiddel dat wordt gebruikt, is voor een belangrijk deel verantwoordelijk voor de CO2-emissie. Er zijn in dat opzicht drie belangrijke aspecten te noemen die veel invloed hebben op deze emissie van het bindmiddel, te weten: ■ De decarbonatie van kalksteen bij het branden van kalksteen tot portlandcementklinker. ■ Het al dan niet toepassen van alternatieve brandstoffen voor het stookproces in de cementoven. ■ Het cementtype ofwel het aandeel
portlandcementklinker in het cement. Een portlandcement (CEM I) bestaat voor nagenoeg 100% uit portlandcementklinker, terwijl een hoogovencement (CEM III) in de regel ongeveer 30% portlandcementklinker bevat. Dat komt tot uiting in de emissiefactor van een ton cement, t.w. 818 kg CO2 voor CEM I en 296 kg CO2 voor CEM III. Goed is het dan ook te bedenken dat voor de productie van betonmortel in belangrijke mate hoogovencement (CEM III) wordt gebruikt en de emissie van CO2 laag kan worden gehouden. De CO2-emissie van een gemiddelde m3 betonmortel bedraagt daardoor ca. 160 kg CO2.
–4–
Percentage bindmiddel per gemiddelde m 3 in 2012 (Bron: VOBN-Benchmarkinstrument) 8%
4%
19%
2%
67% CEM I
Vliegas
CEM II
Hoogovenslak
CEM III
Doelstellingen en ambities In april 2013 is door VOBN, samen met MVO Nederland, een tweede stakeholderdialoog georganiseerd. De stakeholders zien het keurmerk als een goed instrument om duurzaamheid te bevorderen. De stakeholders zijn wel van mening dat de eisen die worden gesteld, ambitieuzer mogen. Zo kunnen bedrijven die een inspanning leveren op duurzaamheidgebied zich op basis van het keurmerk nog beter onderscheiden. Nu, na twee jaar, wordt de tijd rijp geacht om de controle, ook in het kader van een objectieve communicatie, volledig extern te laten verrichten. Met ingang van het jaar 2014 zal de controle dan ook door derden worden uitgevoerd.
Branchemeetlat 2014-2015
Zoals genoemd, mogen – volgens een aantal stakeholders – de eisen die aan het keurmerk zijn verbonden, ambitieuzer. Dit sluit aan bij de wens van de keurmerkhouders zelf. De branchemeetlat 2014-2015 is in dat opzicht dan ook op een 12-tal onderdelen aangevuld en uitgebreid. Zie www.betonbewust.nl. Keurmerkhouders dienen voor derden inzichtelijk te maken dat aan het keurmerk Beton Bewust wordt voldaan. Dat betekent dat de prestaties van de keurmerkhouders kenbaar moeten worden gemaakt aan hun eigen stakeholders. Deze informatie betreft dan ten minste: 1. Het certificaat keurmerk Beton Bewust. 2. Het branche duurzaamheidrapport. 3. Het beleid van de keurmerkhouder ten aanzien van de reductie van CO2 en de toepassing van secundaire grondstoffen. 4. Het nog beter meetbaar maken van arbeidsveiligheid door het bijhouden van een Injury Frequency (IF) in het VOBN-Benchmarkinstrument.
VOBN certificaat Beton Bewust Nummer : BB1301
Uitgegeven : 1 juli 2013 Geldig tot : 1 juli 2014
Certificaathouder:
Certificaat
Naam bedrijf Dit certificaat is afgegeven op basis van de branchemeetlat Beton Bewust 2012-2013
De inhoud van de branchemeetlat bestaat uit de volgende punten: • Betrouwbaarheid van levering. • Kwaliteit en betrouwbaarheid van het product. • Broeikasgassen - CO2 kg/m3. • Mate van hergebruik/ketenbeheer. • Arbeidsveiligheid.
VOBN verklaart dat controle voor dit certificaat heeft plaatsgevonden en dat het gerechtvaardigde vertrouwen bestaat dat door de certificaathouder bij voortduring voldoet aan de branchemeetlat.
Veenendaal, 1 juli 2013 Vereniging van Ondernemingen van Betonmortelfabrikanten in Nederland
drs. R. Peters Directeur VOBN
VOBN Vendelier 65-II 3905 PD VEENENDAAL Postbus 383 3900 AB VEENENDAAL T 0318 55 74 78
nadruk verboden
Bedrijf Adres gegevens
Branchemeetlat Beton Bewust - www.betonbewust.nl
voorbeeld is het onderwijsgebouw Orion. Met een GreenCalc score van meer dan 480 is dit gebouw het meest duurzame op het terrein van Wageningen University. Deze score is haalbaar door vooral efficiënt duurzaam energiegebruik. In het plafond
Certificaat Beton Bewust
Vervangt : verklaring Beton Bewust
Beton is de bouwsteen voor een duurzame en veilige gebouwde omgeving. Een
Erkenning van het keurmerk Beton Bewust is van groot belang om de ingezette koers van de sector, naar een blijvende verbetering van het referentieniveau, door te kunnen zetten. Opdrachtgevers en aannemerij mogen erop vertrouwen dat keurmerkhouders als toeleveranciers toegevoegde waarde hebben om hun eigen ambities op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen waar te kunnen maken. Het keurmerk staat daar borg voor.
zijn akoestische en thermische eigenschappen verenigt met een minimalistische betonlook. Alle voorzieningen, zoals verlichting en audio installatie, zijn in plafondcassettes opgenomen en in de vloerconstructie meegestort.
CO 2-prestatieladder
Met de Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden & Ondernemen (SKAO) wordt overleg gevoerd om op basis van het keurmerk erkenning te verkrijgen, die een vertaling krijgt in de CO2-prestatieladder. De opdrachtgever/aannemer wordt hiermee geholpen om zijn eigen positie op de CO2-prestatieladder te verbeteren en/of te behouden.
–5–
Dialoog met stakeholders
Beton Bewust staat niet op zichzelf. Het creëren van meerwaarde is slechts mogelijk indien betrokken partijen het gezamenlijke belang onderkennen. Vanuit die positie is het mogelijk concrete stappen te zetten. Keurmerkhouders hebben deze stappen al vanaf 2009 genomen. De stakeholders, waaronder de aannemerij, maatschappelijke organisaties, grondstoffentoeleveranciers en overheid, zijn gevraagd kenbaar te maken wat in hun optiek van belang is voor de leden van VOBN om invulling te geven aan Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). Beton Bewust heeft sindsdien gezorgd voor bewustwording van het belang van MVO in de bouwproductie en heeft daarmee een basis voor duurzaamheid gelegd bij een groot aantal bedrijven. Ook is het keurmerk Beton Bewust een nuttig meetinstrument op het gebied van duurzaamheid en geeft het inzicht in ontwikkelpunten.
VOBN-Benchmarkinstrument De basis van het keurmerk Beton Bewust is vastgelegd in de genoemde branchemeetlat. Er is sprake van een dynamisch proces, d.w.z. dat, vanuit de ambitie om te innoveren en te blijven verbeteren, de branchemeetlat 2014-2015 qua inhoud en eisen weer een stap verder is dan de branchemeetlat 2012-2013. Zie voor de inhoud van de branchemeetlat www.betonbewust.nl. Benchmark
Percentage bindmiddel per gemiddelde m 3 in 2011
De VOBN-Benchmark maakt onderdeel uit van de branchemeetlat en kent nu (nog) een tweetal thema’s: 1. CO2-emissie (kg CO2/m3 betonmortel) per centrale. 2. Gebruik van secundaire grondstoffen (gewicht in tonnen en %).
8%
5%
16%
CEM I CEM II CEM III
2%
Vliegas
Doel
Hoogovenslak
De doelstelling van de benchmark is tweeledig: – Intern gebruik De scores van de eigen centrales vergelijken met de overige verzamelde scores van de andere deelnemers in de benchmark. Vanuit bewustwording kan gericht worden gewerkt aan verbetering. De mogelijkheid om de resultaten van de verschillende centrales binnen het eigen bedrijf ook onderling te benchmarken.
69%
■
– Extern gebruik De resultaten en ontwikkelingen vanuit VOBN of de individuele onderneming te kunnen communiceren. 3 ■ Totale productie betonmortel, d.w.z. het aantal geproduceerde m betonmortel per jaar door de betreffende vestiging. ■ Brandstofgebruik, diesel etc., dat door de verschillende voertuigen (truckmixers, pompmixers, schrankladers, etc.) wordt gebruikt voor de productie en transport van de betonmortel van de betreffende vestiging. ■ Gebruik aardgas en elektriciteit voor de productielocatie. ■ Grondstoffenverbruik en transport (aanvoer). ■ De hoeveelheid van de verschillende grondstoffen die in het betreffende jaar is gebruikt voor de productie van de geproduceerde betonmortel.
Upstream Scope 3 emissies
Productie betonmortel
Cement
Grind
Vliegas
Naast de hoeveelheid bindmiddel per gebruikte grondstof worden de transportafstanden opgegeven die voor transportmiddelen zijn ingezet, gerekend vanaf het beginpunt (de winplaats of productielocatie van de betreffende grondstof). Zo geldt voor graniet uit Noorwegen dus de afstand van Noorwegen naar Nederland (coaster) en vervolgens de afstand van de haven van aankomst in Nederland naar de centrale met het dan gebruikte transportmiddel.
Emissiefactoren
Het VOBN-Benchmarkinstrument is door Arcadis vervaardigd en is gebaseerd op het zogenoemde Greenhouse Gas Protocol (GHG Protocol). Met de gehanteerde emissiefactoren is aangesloten op de CO2-prestatieladder en de emissiefactoren uit de Nationale Milieudatabase. Bij het ontbreken van de voor de Nederlandse situatie gevalideerde emissiefactoren, wordt gebruik gemaakt van andere bronnen, waaronder Eco-Invent, dan wel wordt er een default waarde gebruikt, zoals inhuur truckmixers.
Scope 1 & 2 emissies
Productie en aanvoer grondstoffen
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
Downstream Scope 3 emissies
Transport betonmortel
Zand
Gebruik
Betongranulaat
Hulpstoffen
Transport naar centrale Productie betonmortel Als referentie wordt een m3 betonmortel aangehouden. Dit betekent dat de prestaties m.b.t de carbon footprint en het hergebruik door de verschillende bedrijven, of in welk jaar is geproduceerd, onderling kunnen worden vergeleken.
Niet meegenomen in de CO2-footprint
–6–
Transport naar de bouwplaats
Gebruik End-of-life
End-of-life Water
Percentage CO 2 per gemiddelde m 3 in 2012
Percentage CO 2 per gemiddelde m 3 in 2011 13%
1% 5%
14%
Bindmiddelen Toeslagstoffen
3%
Bindmiddelen Toeslagstoffen
3%
Aanvoer grondstoffen
78%
1% 5%
Aanvoer grondstoffen
Energie voor productie
Energie voor productie
Transport naar de bouwplaats
Transport naar de bouwplaats
77%
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
Borging en controle
Door certificerende instelling KIWA-BMC is een analyse uitgevoerd naar de procedure die bij de benchmark tool behoort. Geconcludeerd is dat het proces in zijn geheel voldoet aan de in de benchmark gedefinieerde doelen. Dit betekent dat de aannames en conversiefactoren die in de benchmark tool worden gebruikt, op de juiste manier zijn gekozen. De actualiteit van de conversiefactoren wordt ten minste eenmaal per jaar gecheckt (december/januari), voorafgaande aan het moment dat de benchmark gegevens door de keurmerkhouders worden ingevoerd. Om zekerheid te kunnen bieden aan de juistheid van de door de leden verstrekte kwantitatieve gegevens voor de benchmark, wordt een Assurance rapportage ( juistheidverklaring) aan de keurmerkhouders gevraagd. Deze rapportage/verklaring moet worden afgegeven door een accountant, dan wel een certificerende instelling.
Samenwerking
De betonmortelindustrie kan niet alleen zorgen voor de benodigde versnelling en verandering. Om tot echte verduurzaming van gebouwen te komen, is de gehele keten nodig. Er zal gezamenlijk gesproken moeten worden over het wegnemen van belemmeringen, kansen, innovaties en nieuwe samenwerkingsverbanden. Samen werk maken van duurzaam bouwen? Kies dan voor een bij het keurmerk Beton Bewust aangesloten betonmortelfabrikant. Dan weet u zeker dat beton op een verantwoorde en duurzame wijze in uw projecten wordt toegepast.
Voor meer informatie en een overzicht van de keurmerkhouders: kijk op www.betonbewust.nl
–7–
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
Samenvatting Het keurmerk Beton Bewust voor de periode 2012-2013 omvat vijf elementen, die zijn opgenomen in een branchemeetlat: Element benchmark
Resultaat
1. Betrouwbaarheid van levering 2. Hoge kwaliteit van betonmortel 3. Lage CO2-emissie 4. Hergebruik en gesloten kringloop 5. Arbeidsveiligheid
Keurmerkhouders hebben geïnvesteerd in geautomatiseerde systemen en houden de levertijden bij. Keurmerkhouders voldoen aan alle normen en regelgeving. Zij investeren in communicatiemiddelen over het verwerken van betonmortel. De kennis van betontechnologen is bij keurmerkhouders van hoog niveau, zodat in overleg met de afnemers de optimale betonsamenstelling voor de beoogde toepassing wordt geleverd. De CO2-emissie van een gemiddelde m3 betonmortel bedroeg over de jaren 2011 en 2012 ca. 160 kg CO2. Het percentage secundaire grondstoffen is in 2012 t.o.v. 2011 met ca. 15% toe- genomen. Door middel van een actieve houding wordt arbeidsveiligheid in al haar facet- ten door keurmerkhouders op vele manieren bevorderd. Hiervoor heeft een keurmerkhouder veel communicatie- middelen tot zijn beschikking.
Resultaten VOBN-Benchmarkinstrument Energieverbruik incl. transport naar de bouwplaats
Emissiefactoren – invoergegevens over het jaar 2012
Û kg/CO2 /m 3
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
Grondstof
12 2011
10
2012
8 6 4
ton
550
LCA ENCI
CEM III
ton
296
MRPI-blad
CEM V
ton
500
LCA ENCI
Overige bindmidd.
ton
600
geen
Argex toeslagm.
ton
180
Betondatabase 3.1
Kalksteenmeel
ton
32
Betondatabase 3.1
silicafume
ton
5,2
Betondatabase 3.1
Kalksteen
ton
2,3
Betondatabase 3.1
Liapor toeslagm.
ton
2,3
Betondatabase 3.1
Basalt
ton
4,2
Betondatabase 3.1
Zand
ton
2,7
Betondatabase 3.1
Grind
ton
2,7
Betondatabase 3.1
Betongranulaat
ton
18
Betondatabase 3.1
Ballastgrind
ton
1,1
LCA Van Nieuwpoort BV
Hoogovenslak
ton
37
MRPI-blad
Vliegas
ton
13
Vliegasunie
Energiebron
Eenh.
Diesel truckmixers
liter
kg CO2 * Herkomst data
Diesel werktuigen
liter
Biodiesel
liter
2.500
VOBN Werkgroep B&R
Aardgas
m3
1.825
Handboek CO2-prestatieladder
Elektriciteit
kWh
ek El
El
80,0 2011
70,0
2012
60,0 50,0 40,0 30,0 20,0 10,0 0,0
CEM I
CEM II
CEM III
Overige bindmiddelen
aa To t
tr ic ( g itei rij t s)
ga rd Aa
e ov
er
ig
ur hu in
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
l
Betondatabase 3.1
ek tr ( g icit ro e i en t )
2,6
s
ton
B vo ra er nd tu st ig of en
Steenslag B uc ran km ds ix tof er s
CEM II
tr
MRPI-blad
B uc ran km ds ix tof er s
Û kg/CO 2 /m 3
818
0
Bindmiddelen
3.135
Handboek CO2-prestatieladder
3.135
Handboek CO2-prestatieladder
455
Handboek CO2-prestatieladder
Groene stroom (wind) kWh
15
Handboek CO2-prestatieladder
Groene stroom (zon) kWh
80
Handboek CO2-prestatieladder
Transportmiddel
Eenh.
Binnenvaartschip
kg CO2 * Herkomst data
ton/km 60
Handboek CO2-prestatieladder
Kustvaarder
ton/km 30
Handboek CO2-prestatieladder
1,50
Truck
ton/km 80
Handboek CO2-prestatieladder
1,00
* Emissiefactor kg/CO2
Toeslagmaterialen Û kg/CO 2 /m 3
kg CO2 * Herkomst data
ton
tr
2
Eenh.
CEM I
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
3,00 2011
2,50
2012
2,00
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
0,50 0,0
Zand
Grind
Û kg/CO 2/m3
Aanvoer grondstoffen
Betongranulaat
Overige toeslagmaterialen
Vanzelfsprekend!
(Bron: VOBN-Benchmarkinstrument)
Colofon
25 2011
20
2012
15 10 5 0
Binnenvaartschip
Kustvaarder
Aanvoer per as
Totaal
November 2013
VOBN
Deze brochure is een uitgave van de bij VOBN
Postbus 383
aangesloten betonmortelfabrikanten.
3900 AJ Veenendaal
Vormgeving Springvorm, Sint-Michielsgestel
t 0318 55 74 74
Fotografie Vincent van den Hoven, Voorschoten;
f 0318 55 74 70
Pieter Kers, Amsterdam; Petra Appelhof, Nijmegen
e
[email protected]
Tekstredactie PROAS, Arnhem Druk Schotanus&Jens, Nieuwegein
–8–
w www.vobn.nl