Resultaten enquête bij overheden, experts en verenigingen
Resultaten enquête bij overheden, experts en verenigingen
September 2011 Afdeling Ruimtelijke Planning, Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed
1
Inhoudsopgave I II III
Leeswijzer ........................................................................................................................... 3 Inleiding en situering van de enquête................................................................................ 4 Algemene conclusies.......................................................................................................... 5 1) 2) 3) 4) 5) 6)
IV
Conclusies overheden ........................................................................................................ 9 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)
V
Profiel van de respondenten.................................................................................................................. 9 Verwachtingen van de overheid ............................................................................................................ 9 Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 10 Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050............................................................. 11 Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 12 Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 14 Strategische regio’s ............................................................................................................................. 17 Ideeën .................................................................................................................................................. 17 Bijlagen bij conclusies overheden ........................................................................................................ 18
Conclusies experts............................................................................................................ 28 1) 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9)
VI
Verwachtingen van de overheid ............................................................................................................ 5 Toekomstbeeld en uitdagingen voor Vlaanderen in 2050 ..................................................................... 5 Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ..................................................................... 6 Strategische doelen op lange termijn .................................................................................................... 7 Strategische acties op korte termijn ...................................................................................................... 7 Strategische regio’s ............................................................................................................................... 7
Profiel van de respondenten................................................................................................................ 28 Verwachtingen van de overheid .......................................................................................................... 28 Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 29 Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050............................................................. 30 Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 32 Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 34 Strategische regio’s ............................................................................................................................. 38 Ideeën .................................................................................................................................................. 39 Bijlagen bij conclusies experts ............................................................................................................. 40
Conclusies verenigingen en organisaties ......................................................................... 54 1) Profiel van de respondenten................................................................................................................ 54 2) Ruimtegebruik van de respondenten................................................................................................... 54 3) Verwachtingen van de overheid .......................................................................................................... 56 4) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn ........................................................................... 58 5) Toekomstbeeld: wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 ............................................................. 60 6) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening ................................................................... 62 7) Prioriteiten op lange en korte termijn ................................................................................................. 65 8) Strategische regio’s ............................................................................................................................. 69 9) Ideeën .................................................................................................................................................. 70 10) Bijlagen bij conclusie verenigingen en organisaties ............................................................................ 71
VII Nawoord........................................................................................................................... 91 VIII Bijlagen ............................................................................................................................. 92
2
I
Leeswijzer Beste lezer, In dit rapport vindt u de resultaten van een diepgaande enquête, afgenomen bij drie doelgroepen (overheden – experts – verenigingen). Het document bestaat uit drie grote delen: -
-
-
Inleiding en situering van de enquête Algemene conclusies. Dit zijn de conclusies die gegenereerd werden door samenvoeging van de analyse van de drie afzonderlijk enquêtes (bij de drie doelgroepen). Resultaten per respondentengroep. Ook de resultaten van de drie afzonderlijke enquêtes zijn opgenomen. In deze bespreking van de resultaten van de afzonderlijke enquêtes vindt u enkel de conclusies terug. Als u graag de antwoorden naleest, vindt u die steeds na elke resultatensectie. Nawoord en bijlagen. Als laatste is er een nawoord en de algemene bijlagen bij dit document zijn ook helemaal achteraan gebundeld.
Veel leesplezier!
3
II
Inleiding en situering van de enquête In het kader van de opmaak van een nieuwe Beleidsplan Ruimte nodigde het Departement RWO verenigingen, experts en overheden uit voor het invullen van een diepgaande enquête die peilde naar ruimteverwachtingen en –behoeften. De enquête werd via de website aangeboden en liep vanaf begin april tot eind juli 2011. De vragenlijst van de verschillende enquêtes vindt u in bijlage 1, 2 en 3 op het einde van het rapport. Er werd via verschillende kanalen gecommuniceerd over de bevraging. Zo werd een uitnodiging gestuurd naar de Verenigde Verenigingen, het VVSG en het VRP. Ook een tweehonderdtal partners uit verschillende achtergronden werden aangeschreven. Er kwam reactie van 30 verenigingen en organisaties, 24 experts en 15 overheden. Vanuit deze opkomst zijn enkele lessen te trekken voor de toekomst. De 30 verenigingen en organisaties zijn weinig divers. Concreet waren 18 van de 30 organisaties bezig met het beschermen van natuur en open ruimte. De vooropgestelde brede waaier aan verenigingen werd niet bereikt. Daarnaast lijkt een opkomst van 15 overheden eerder zwak. Voor een volgende bevraging zullen dan ook extra inspanningen geleverd worden om meer respons te krijgen van overheden. Met de antwoorden van 24 experts waren we zeer tevreden. Het is belangrijk dat deze positieve tendens behouden blijft. Vanaf 1 augustus werd gestart met de analyse van de resultaten. Voor elke vraag werden de antwoorden kort samengevat. De samengevatte antwoorden vindt u voor elke vraag telkens in bijlage bij de bespreking van de resultaten per respondentgroep (overheden, experts en organisaties of verenigingen). In het rapport zelf vindt u steeds het besluit bij elke vraag terug. De resultaten van de drie respondentengroepen werden samengegoten in het rapport dat nu voor u ligt. In hoofdstuk III leest u de algemene conclusies. Als u interesse hebt in één van de drie respondentengroepen in het bijzonder, kan u in hoofdstuk IV, V of VI de conclusies per respondentengroep terugvinden.
4
III Algemene conclusies De conclusies die u hier terugvindt werden geformuleerd door samenvoeging van de resultaten van de drie enquêtes afzonderlijk (overheden, verenigingen en organisaties, experts). U kunt de resultaten van elke afzonderlijke enquête nalezen in hoofdstukken IV, V en VI. 1)
Verwachtingen van de overheid
Over het algemeen kan gezegd worden dat overheden, experts en verenigingen gelijklopende verwachtingen hebben van de Vlaamse overheid betreffende het ruimtelijk beleid. Zij hebben concrete verwachtingen rond wat het beleid moet inhouden maar verwachten ook een bepaalde houding en visie van de overheid. In verband met de concrete verwachtingen komen drie zaken voor bij de drie groepen van respondenten. Ten eerste verwachten zij dat versnippering tegengegaan wordt en dat stedelijke ontwikkeling zo veel mogelijk geconcentreerd wordt. Als tweede verwachting halen de drie groepen van respondenten aan dat de open ruimte die vandaag nog overblijft zo veel mogelijk behouden dient te worden. Een opvallend verschil was wel dat experts vooral de nadruk leggen op het behoud van de open ruimte in de stad, terwijl de verenigingen en organisaties meer oog hebben voor de open ruimte in het buitengebied. Als laatste haalt een minderheid van de respondenten uit elke groep ook mobiliteit en bereikbaarheid aan als een belangrijke taak van de overheid. Over de houding en visie van de overheid werd veel neergeschreven. Eén van de elementen die bij alle groepen aan bod kwam, was de inspraak die nodig is in het beleid. Ook dient het beleid consequent en duidelijk te zijn. Daarnaast gaven experts en overheden aan dat daadkracht een heel belangrijk element moet zijn van het ruimtelijk beleid. 2)
Toekomstbeeld en uitdagingen voor Vlaanderen in 2050
De aangebrachte uitdagingen centreren zich rond vijf thema’s: mobiliteit, geconcentreerde steden, open ruimte, landschap en klimaatsverandering. Zes van de dertig verenigingen, zestien van de vierentwintig experts en vijf van de vijftien overheden haalden mobiliteit en bereikbaarheid aan als een belangrijke uitdaging voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. De auto dient ontraden te worden en de meest gebruikte vervoersmiddelen in de toekomst moeten de fiets, het openbaar vervoer of te voet worden. Ook de steden krijgen bij elk van de respondentengroepen veel aandacht. Waar vooral op gedrukt wordt is het verhogen van de densiteit in de steden maar steeds met aandacht voor de leefbaarheid. Experts en overheden halen aan dat hierbij ook aandacht moet zijn voor de aankomende demografische veranderingen en groene ruimte in de stad Niet alleen in de stad maar ook op industrieterreinen moet de verbouwing verdicht worden. Alle respondenten groepen halen de open ruimte aan als een te behouden onderdeel van de ruimte. Vooral de verenigingen vestigen hier zeer sterk de aandacht op (wat in lijn is met het groot aandeel natuurorganisaties bij de respondenten).
5
Ook wordt door de drie respondentengroepen een duurzaam antwoord gevraagd op de klimaatsverandering. Wateroverlast moet vermeden worden volgens verenigingen en overheden. Door de verenigingen en de experts werd ook het behoud van het landschap aangehaald. 3)
Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
Ruimtelijke kwaliteit Over het algemeen zijn de drie respondentengroepen het eens over een omschrijving van ruimtelijke kwaliteit als de harmonieuze balans tussen verschillende functies om de ruimte in te vullen. Bij de verenigingen antwoordden 9 van de 30 respondenten dat ruimtelijke kwaliteit steeds samengaat met veel open ruimte. Functies ruimtelijk scheiden Meer dan de helft van elk van de drie respondentengroepen vindt ruimtelijk scheiden enkel een goed idee om overlast of hinder te voorkomen. Als functies elkaar niet storen, is verweven de beste oplossing. Functies ruimtelijk verweven De overgrote meerderheid van de respondenten vindt ruimtelijk verweven een na te streven doel. Stad Uit elk van de drie respondentengroepen kwam dat de stad een plaats is waar bebouwing zo veel mogelijk geconcentreerd dient voor te komen. Daarnaast gaven de respondenten vooral een woon- en groenfunctie aan de stad, en in mindere mate haalden respondenten aan dat de stad ook een werkplek of schoolplek kan zijn. Platteland De meeste van de respondenten waren het erover eens dat het platteland open moest blijven en bebouwing zo veel mogelijk geclusterd dient te worden. Daarnaast gaven respondenten verschillende functies aan het platteland: vooral natuur, duurzame landbouw en recreatie moeten aanwezig zijn en in mindere mate mag er ook bewoning, recreatie, energiewinning en landschap voorkomen. Dorp De meeste respondenten uit de drie groepen zijn het erover eens dat het dorp niet uitgebreid dient te worden. Het dient voornamelijk om te wonen en verder dient alle bebouwing gereduceerd te worden tot de basisbehoeften. Verenigingen en experts benadrukken de aanwezigheid van sterke sociale netwerken in het dorp, die op andere plaatsen verloren zijn gegaan. Buurt/wijk De buurt of wijk is een deel van een stad met een eigen karakter. Het is de directe leefomgeving van mensen en moet zo aangenaam mogelijk zijn. Daarnaast halen
6
respondenten uit alle respondentengroepen aan dat in de buurt of de wijk de sociale contacten tussen mensen heel sterk zijn. Woning De respondenten zijn het erover eens dat een woning een ruimte is waarin één of meer families leven. Ze dient vooral ecologisch, compact en energiezuinig te zijn, maar daarnaast ook voldoende comfort en privacy te geven. Onderweg Algemeen kan gezegd worden dat de respondenten het eens waren over de nood aan verandering in het mobiliteitspatroon van vandaag. Vooral vervoer per openbaar vervoer, met de fiets en te voet dient aangemoedigd te worden. Over de auto zeggen sommige respondenten dat die afgeraden moet worden, andere leggen dan weer de nadruk op het verminderen van de files. 4)
Strategische doelen op lange termijn
Eén van de strategische doelen moet het behoud van de open ruimte zijn. Dit werd aangehaald bij elk van de drie respondentengroepen. Daarnaast deden de verenigingen een oproep om zo veel mogelijk ruimte voor natuur te reserveren. Naast de open ruimte moet ook de ontwikkeling van de steden steeds in de belangstelling staan. Buiten de stad moet bebouwing zo veel mogelijk vermeden worden, steden mogen wel geconcentreerder worden. Ook mobiliteit blijft belangrijk. Er moet een goed antwoord komen op het mobiliteitsvraagstuk van vandaag. Een ander vraagstuk dat om een oplossing vraagt is de klimaatsverandering. Ruimte voor de economie wordt genoemd door experts en overheden, voor de verenigingen was dit geen prioriteit. Voor het ruimtelijk beleid kwamen ook veel suggesties vanuit alle respondentengroepen. Deze zijn zo divers dat ze hier niet opgenomen worden. U kan ze nalezen in de afzonderlijke dossiers per respondentengroep. 5)
Strategische acties op korte termijn
Bij de strategische acties op korte termijn komen opnieuw veel van de eerder aangehaalde elementen terug, met op kop: mobiliteit, zuinig ruimtegebruik, open ruimte en klimaatsverandering. Op korte termijn worden ook doelen geformuleerd voor het ruimtelijk beleid. Daar springen drie aanbevelingen uit: het realiseren van vooraf gemaakte plannen, een strikte handhaving van de regelgeving en het ontwikkelen van een duidelijke visie. Er kwamen nog vele andere suggesties aan bod die hier niet zijn opgenomen omwille van de diversiteit ervan (ze zijn wel terug te vinden in de bespreking van de resultaten van de drie enquêtes afzonderlijk). 6)
Strategische regio’s
De strategische regio die het meest genoemd werd door respondenten uit de drie respondentengroepen is de open ruimte. Bij dit resultaat moet wel in het achterhoofd gehouden worden dat het grote aantal natuurverenigingen voor een vertekening kan hebben gezorgd. 7
Daarnaast worden de havens in totaal vijftien maal genoemd. Een derde plaats wordt gedeeld door Antwerpen, Brussel, de Kust, de Vlaamse ruit en de steden in het algemeen. Zij werden elk veertien maal genoemd.
8
IV
Conclusies overheden 1)
Profiel van de respondenten
Voor tabel met profiel per respondent: zie bijlage IV.1 Respondenten antwoordden vanuit diverse overheden. Antwoorden werden vooral toegestuurd vanuit de Vlaamse overheid, namelijk acht van de vijftien. Daarnaast bezorgden twee gemeentelijke en drie provinciale overheden hun antwoorden. Ook kregen we antwoord van een district en een politicus. Vijf van de enquêtes werden ingevuld vanuit een bestuurlijk oogpunt. Negen werden ingevuld vanuit een ambtelijk of administratief oogpunt. 2)
Verwachtingen van de overheid
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.2 - Democratisering Democratisering van het beleid betreffende ruimtelijke ordening vinden de respondenten heel belangrijk. Drie van hen onderlijnen dat alle stakeholders gehoord dienen te worden, twee van hen geven aan dat het maatschappelijk belang steeds boven het particulier belang moet staan en er wordt ook aangegeven door één respondent dat het belangrijk is informatie te verstrekken aan andere overheden en aan burgers. - Visie Vier van de vijftien respondenten geven aan dat de visie overkoepelend dient te zijn. Dit geldt zowel in de tijd als in de ruimte. Het is belangrijk dat de ruimtelijke ordening op de verschillende bestuursniveaus op elkaar afgestemd is. De visie op ruimtelijke ordening moet concreet zijn en dient daadkrachtig nagestreefd te worden (telkens aangegeven door twee respondenten). Daarnaast zou een visie op ruimtelijke ordening duurzaam moeten zijn (2 respondenten), rekening moeten houden met hedendaagse ontwikkelingen (2 respondenten), zuinig (2x), ethisch verantwoord (1x) en efficiënt (1x) moeten zijn. - Suggesties Ook inhoudelijk deden de respondenten enkele suggesties. De suggestie die het meest aan bod kwam is het tegengaan van versnippering (5 respondenten) en het concentreren van de stedelijke ontwikkeling (4x). Dit hangt samen met een grote nadruk die wordt gelegd op het behoud van de open ruimte (3x). Andere suggesties zijn het bundelen van verschillende functies binnen eenzelfde ruimte (2x) en het verzekeren van een duurzame bereikbaarheid (2x). Suggesties die door één enkele respondent genoemd werden zijn een blijvende aandacht voor vaste waarden zoals het recht op een volwaardige woning en ruimte voor water, een verbetering van de leefomgeving, een duurzame voedselvoorziening, uniformiteit en rechtszekerheid, duidelijkheid en het gebruik van gezond verstand. Ook geeft een respondent aan dat de individuele mobiliteit afgebouwd dient te worden ten voordele van de collectieve mobiliteit.
9
- Te vermijden aspecten De respondenten gaven ook enkele pijnpunten aan die in de toekomst beter vermeden worden. Zo gaf één van de respondenten aan dat het voor de overheid belangrijk is te faciliteren en niet te beperken. Ook is het belangrijk dat de overheid vermijdt dat er een schaarste in het aanbod ontstaat. 3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn De respondenten formuleerden de voor hen belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.3 - Hedendaagse ontwikkelingen Een uitdaging die vijf van de vijftien respondenten naar voor halen is het aanpassen van de ruimtelijke ordening aan hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen. Drie ontwikkelingen worden door de respondenten concreet aangehaald: namelijk de demografische ontwikkelingen (5x), klimaatsverandering (4x) en gezondheidsschadelijke milieufactoren (1x). Aansluitend hierbij is de vraag naar voldoende ruimte voor water (3x) en een duurzaam energieverbruik (1x). Ook de lokale voedselproductie (2x) en watervoorziening (1x) dient op lange termijn verzekerd te worden. De economie dient voldoende ruimte te krijgen maar dit op een gecontroleerde manier, zodat bedrijvigheid verzekerd is maar niet overheersend (2x). - Steden Vier respondenten wijzen op de concentratie in steden als grote uitdaging. Hierbij is een zuinig en efficiënt ruimtegebruik (2x) noodzakelijk en multifunctioneel ruimtegebruik (3x) dient aangemoedigd te worden. Dit moet een mogelijkheid bieden de stilstaande auto uit het straatbeeld te weren (1x) en winkelcomplexen te clusteren (1x). Daarnaast geven eveneens zeven respondenten aan zich over de kwaliteit van de steden zorgen te maken; vier daarvan hebben het specifiek over het vrijwaren van een kwalitatieve en duurzame woonomgeving in de stad. Eén respondent heeft het over verarming. De groene open ruimte (5x) speelt hierbij een belangrijke rol en in de stad mag deze niet verder teruggeschroefd worden. Leven in de stad dient gepromoot te worden, de provinciesteden moeten een nieuwe impuls krijgen (1x) en de groei van dorpen en gemeenten dient afgeremd te worden (1x). - Ontspanning Voor de belevingseconomie is het uitermate belangrijk een kwalitatief ruimtegebruik te verzekeren. Daarnaast dient de infrastructurele dreiging voor een aantal sporten opgeheven te worden. Een andere respondent noemt sport dan weer een oplossing voor sociaalmaatschappelijke en ruimtelijke problemen. - Mobiliteit Ook mobiliteit en bereikbaarheid vereist de nodige aandacht. Duurzaamheid is hierbij heel belangrijk (5x). Eén van de respondenten geeft de praktische tip om de fiets als basismiddel te promoten in een straal van 5 km.
10
- Landbouw Oneigenlijk gebruik van landbouwgrond moet ten allen tijde vermeden worden (1x). Daarnaast is het belangrijk de bodemvruchtbaarheid te vrijwaren (1x). De landbouw moet voldoende ruimte krijgen om bedrijvig te blijven in de toekomst (1x). - Ruimtelijk beleid Twee respondenten pleiten voor meer inspraak van de burger in de vorming van publieke ruimte en een andere stelt dat het maatschappelijk belang centraal moet staan. Andere respondenten dagen uit het debat aan te gaan met de burger (2x) maar erkennen ook de grote druk door het grote aantal stakeholders (1x). Er moet op een efficiënte manier met de burger gecommuniceerd worden bijvoorbeeld door een e-loket (1x). Regels moeten hiervoor eenduidig opgesteld worden om zo efficiënt en respectvol mogelijk te kunnen functioneren. Ook is het belangrijk dat er een bewustwording komt bij de burger. Het integraal watergebruik dient geïntegreerd te worden in de RO (1x). Een geïntegreerde visie op alle niveaus is nodig (1x). Daarnaast moedigt telkens één respondent aan om niet enkel te plannen maar ook te realiseren, om te zorgen voor een zinvolle herbestemming van de ruimte, om het nemen van verantwoorde beslissingen, om fouten uit het verleden te herstellen en om goede geopolitieke beslissingen te nemen. 4)
Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Er is een grote eenheid in het wensbeeld voor Vlaanderen bij de verschillende respondenten. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.4 - Stad De stad moet sterk geconcentreerd worden (vijf van de vijftien respondenten) en voorzien worden van voldoende open ruimte om de leefbaarheid te verhogen (4x). Die vrije ruimte dient multifunctioneel te zijn en efficiënt gebruikt te worden (3x). Daarnaast dienen steden opgewaardeerd te worden tot stijlvolle centra (2x). In de steden moet een kwalitatief, duurzaam en zuinig woonaanbod ontstaan (1x). Er moet een evenwicht gevonden worden tussen scheiding en concentratie van verschillende functies (1x). - Open ruimte Buiten de stad moeten er grote open ruimtes komen (7x). Deze moeten meer aaneengesloten (1x) worden dan vandaag en mogen niet doorkruist worden door spoor- of andere wegen (1x). De open ruimte moet ook een buffer vormen tegen wateroverlast (1x). - Bedrijvigheid Eén van de respondenten ziet Vlaanderen graag uitgroeien tot een transnationale megalopolis met een sterke economische positie. Het aandeel van landbouwgrond dient af te nemen (2x). Anderszijds moet er wel over gewaakt worden dat deze ruimte flexibel terug inzetbaar kan worden voor voedselproductie als dat nodig blijkt in de toekomst (1x). Er moet een slimme wisselwerking tussen stad en platteland ontstaan (1x). Ook de bedrijventerreinen dienen compact te zijn (1x). De invulling van de ruimte voor bedrijvigheid moet afhangen van de lokale noden (1x).
11
- Mobiliteit Er moet een efficiënte mobiliteit bestaan tussen steden (3x) dat daarnaast ook duurzaam is. Twee van de respondenten strijden voor betere fiets en wandelwegen en één respondent werpt het vervoer over water op als vervoersmiddel van de toekomst omdat het duurzaam is en files zal verminderen. Geparkeerde auto’s moeten uit het straatbeeld geweerd worden. Er moet gebruik gemaakt worden van duurzame energie, en dit niet enkel voor mobiliteit maar voor alle aspecten van het leven. - Ruimtelijk beleid Eén respondent suggereert dat de natuurlijke structuur en infrastructuur als uitgangspunt moet genomen worden van de planning. Ook wordt aangehaald dat het beleid zuiniger moet worden. Steeds weer moet het maatschappelijk belang centraal staan en particuliere belangen mogen een beslissing niet beïnvloeden. 5)
Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening
In wat volgt komt de visie aan bod die gegeven is op verschillende aspecten van de ruimtelijke ordening in het licht van 2050. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.5 - Ruimtelijke kwaliteit De ruimtelijke kwaliteit is uiterst belangrijk, het werkt immers door in alle aspecten van de maatschappij (1x). Dit verhoogt de waardering van de ruimte en de leefbaarheid (6x). De ruimtelijke kwaliteit wordt door verschillende respondenten anders gedefiniëerd. Ze is hoog als een ruimte aangenaam is voor alle functies (1x), als het ruimtegebruik logisch aanvoelt (1x), als er een aanvaardbare en leefbare integratie van mens en ruimte plaatsvindt (1x), bij verwevenheid van functies en evenwichtigheid, als verspreide bebouwing zo veel mogelijk vermeden wordt (1x) of als de eigenschappen van gebieden matchen met hun functie (1x). Eén respondent merkt op dat er aan ruimtelijke kwaliteit te laat en te ondoortastend is gewerkt. - Functies ruimtelijk scheiden Tien van de vijftien respondenten vindt het ruimtelijk scheiden van functies geen goed idee. Wel geven ze aan dat het soms nodig is om hinder te voorkomen. Een nadeel van functies ruimtelijk te scheiden is dat er meer nood zal ontstaan aan mobiliteit (1x). Toch zijn er ook vier respondenten die positief staan tegenover het ruimtelijk scheiden van functies. De redenen die ze daarvoor aangeven zijn divers: het voorkomen van conflicten (1x), het is nodig voor betekenisgeving (1x) en het is een manier om elke functie te optimaliseren (1x). - Functies ruimtelijk verweven Alle respondenten (14x) die geantwoord hebben op deze vraag vinden het verweven van verschillende functies een goed idee. Ze geven daarvoor verscheidene redenen: het brengt rust (1x), het vermindert de mobiliteit (1x), functies vormen een meerwaarde voor elkaar (1x), het zorgt voor een efficiënt ruimtegebruik (1x) en het creëert mogelijkheden (1x). Toch geven verschillende respondenten ook aan dat het succesvol verweven van functies zijn grenzen heeft. Zo moet de ruimte voor alle gebruikers bruikbaar blijven (1x), de 12
draagkracht van een ruimte mag niet overschreden worden en sommige functies zijn onverenigbaar en moeten dus gescheiden worden (2x). Daarnaast dient op strategische plaatsen één functie geconcentreerd te worden, dit is bijvoorbeeld het geval bij havens. (1x) - Stad Acht van de vijftien respondenten zien de stad als een knooppunt, een multifunctionele (3x) ontmoetingsplaats voor verschillende mensen. Het wordt gezien als de woonplaats van de toekomst (2x) en moet uitgebreid worden en leefbaar gehouden worden met voldoende groene ruimtes (4x). De stad moet ook geconcentreerd zijn (3x).Daarnaast moet ze uitnodigend (2x) zijn om verschillende redenen zoals toerisme en zelfbedruipend in energie (1x). - Platteland Het platteland wordt door drie respondenten gedefinieerd als ten dienste van de stad. Het wonen op het platteland moet afgeraden worden en de bewoning moet zoveel mogelijk geclusterd worden (5x). Een functie die is weggelegd voor het platte land is open ruimte (5x). Die open ruimte kan verschillende gebruiken hebben: recreatie (4x), natuur (3x), groene energie (2x) en landbouw (4x). Landbouw zou volgens twee van de respondenten een groter aandeel moeten krijgen omwille van het belang van de voedselproductie. Eén van de respondenten suggereert de functie van het platteland te laten afhangen van de locatie. Twee van de respondenten zien het platteland verdwijnen. Een andere respondent is van mening dat het platteland hersteld zou moeten worden. - Dorp Het dorp is een geconcentreerde kern in het platteland (6x). Het dorp dient hoofdzakelijk om te wonen met daarnaast basisvoorzieningen (2x). Het is belangrijk de bereikbaarheid ervan te waarborgen.(2x). Twee van de respondenten zijn ervan overtuigd dat het dorp op lange termijn zal verdwijnen (2x); een andere respondent zegt dan weer dat de capaciteit van dorpen verhoogd moet worden. Eén van de respondenten zegt dat deze samenlevingsvorm minder belangrijk is geworden dan de stad (2x). De bewoners worden gezien als de beheerders van de open ruimte (1x) en dienen geen subsidies te ontvangen voor het bouwen van hun woning(1x). Anderen benadrukken de voordelen van het platteland. Namelijk dat men er kan herbronnen (1x), dat er groene energie geproduceerd wordt (1x) of dat de gemeenschappen er veel hechter zijn dan in de stad (1x). - Buurt of wijk De buurt is een deel van een groter geheel (3x) en functioneert in wisselwerking met de stad (1x), één van de respondenten noemt het een dorp in een stad. Het is onze directe leefomgeving (2x). Sociaal contact is heel belangrijk in de buurt (2x), dit contact kan een bron zijn voor duurzame woningbouwprojecten. De ruimtelijke ordening moet ervoor zorgen dat er een gezonde mix van mensen woont (1x). Er wordt nadruk gelegd op kwaliteit en leefbaarheid (3x). Sommige vinden dat de buurt versterkt moet worden (2x), een andere respondent vindt het dan weer niet belangrijk (1x).
13
- Woning In een woning moet men op zoek gaan naar een evenwicht tussen voldoende comfort en een lage impact (6x). Daarnaast is er in een woning ruimte voor een eigen inbreng, uiteraard volgens de geldende regelgeving (3x). Een woning is een plaats waar men in alle privacy tot rust kan komen (3x). Een woning dient volgens één van de respondenten levensloopbestendig te zijn (1x) en moet in de toekomst kleiner worden dan op heden (1x). Ook kunnen er meerdere generaties samenleven (1x). - Onderweg In functie van mobiliteit moet het STOP-principe centraal staan. Daarin wordt de nadruk gelegd op het belang van openbaar vervoer (8x). Verplaatsen mogen we enkel nog doen als het echt nodig is (6x), en vooral de auto moet ontmoedigd worden als vervoersmiddel. Door ruimtelijke functies meer te concentreren (2x) en de verregaande impact van telecommunicatie (1x) wordt mobiliteit minder belangrijk. Als we ons dan toch verplaatsen moet dat zo comfortabel (2x), snel (1x) en duurzaam (3x) mogelijk gebeuren. De open ruimte mag niet het slachtoffer worden van nog meer mobiliteitsinfrastructuur (1x), het bestaande wegennet moet goed onderhouden worden (1x) en het vervoer over water wordt aangevoerd als alternatief (1x). 6)
Prioriteiten op lange en korte termijn 6.1) Strategische doelen op lange termijn
Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.6 - Concentratie Een belangrijk strategisch doel voor het ruimtelijk beleid van vandaag moet het concentreren van verschillende ruimtelijke functies zijn (7x). Lintbebouwing moet tegengegaan en eventueel afgebroken worden (1x). Het ruimtegebruik moet ook zuinig zijn (3x), want ruimte is schaars. - Mobiliteit Mobiliteit moet zo veel mogelijk beheerst worden (8x), met het aanmoedigen van openbaar vervoer als belangrijkste pijler. Het aantal verplaatsingen zou beperkt moeten worden (1x), er moet een doordacht locatie- en parkeerbeleid gevoerd worden (1x), stationsomgevingen moeten aangenamer worden (1x), - Veranderingen Er dient gestreefd te worden naar een klimaatneutrale maatschappij (7x).Er moet een antwoord komen op de dreigende klimaatsverandering, met voldoende ruimte voor water (6x). Ook moet er rekening gehouden worden met toekomstige demografische ontwikkelingen (1x). Er moet ook voldoende ruimte voor voedselproductie gereserveerd blijven (1x). Ook wijst een respondent erop dat het nodig zal zijn soberder te wonen in de toekomst (1x). De burger moet hiervan en van andere ontwikkelingen bewustgemaakt worden (1x).
14
- Stad De leefbaarheid in de stad moet gewaarborgd blijven (4x). Het imago van de stad moet hersteld worden (1x) en men moet er groener wonen (1x). - Open ruimte De bestaande open ruimte dient beschermd te worden (4x). Ze moet goed bereikbaar (1x), duurzaam recreatief (1x) en functioneel gedifferentieerd (1x) zijn. - Bedrijvigheid Er moet een duurzame economie ontstaan die veel groeikansen heeft (1x). De bedrijventerreinen dienen beter georganiseerd te worden (1x) en er moeten groeikansen blijven voor recreatieve functies op marktconforme plekken (1x). De economie mag bloeien, maar dit mag niet ten koste gaan van de volksgezondheid (1x). - Ruimtelijk beleid De fouten uit het verleden moeten rechtgezet worden (1x). Er moet een meer kwaliteitsvolle planning komen door het aanbod af te stemmen op de vraag (1x), het ruimtegebruik af te stemmen op de natuurlijke structuur en infrastructuur (1x) en dit alles zo efficiënt mogelijk wetgevend in te plannen (2x). Er moet gestreefd worden naar een gepaste prijs voor ruimte, aangezien ruimte schaars is (1x). Daarnaast is het ook belangrijk meer in te zetten op transnationaal beheer (2x). 6.2) Strategische acties op korte termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.7 - Mobiliteit Drie respondenten raden aan zo snel mogelijk te starten met het verbeteren en promoten van openbaar vervoer (3x). Een andere legt de nadruk op het belang van de nabijheid van het werk (1x). Dit alles omwille van de klimaats- en bereikbaarheidscrisis, vervoer moet in de toekomst meer duurzaam zijn dan vandaag. Concreet wordt ook gevraagd naar een opwaardering van de waterwegen (1x) en het promoten van de fiets (2x) als vervoermiddelen. - Wonen Daarnaast is het belangrijk dat we in de toekomst nog meer aandacht besteden aan de inplanting van woningen. Zo vragen drie respondenten zich af of kwaliteitsvol en betaalbaar wonen in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn. Om ruimtegebrek te voorkomen moet verhuizen gemakkelijker gemaakt worden (1x) en moet leegstand of het pas laat bebouwen van percelen ontmoedigd worden (1x). Daarnaast moet er rekening gehouden worden met de gevolgen van de vergrijzing en de vraag die dit zal stellen aan de woningmarkt. - Klimaat Drie respondenten zijn van mening dat groene energie nog meer aangemoedigd zou moeten worden. Daarnaast zijn er drie anderen die het concreet hebben over het creëren van ruimte voor water. Ook moet men de watertoets meer in het achterhoofd houden bij het plannen (1x).
15
- Stad Vier respondenten vestigen de aandacht over het ontwikkelen en organiseren van de ruimte in steden. Eén van hen raadt aan absoluut te gaan voor het creëren van lobbensteden. De nadruk dient gelegd te worden op zuinig ruimtegebruik (4x), zonevreemde elementen moeten streng geweerd worden (2x), inbreidingsprojecten moeten gestimuleerd worden (1x), de stadsrand dient uitgebreid te worden (1x) en groene zones moeten beschermd worden (1x). - Multifunctionele gebieden Drie respondenten leggen de nadruk op het delen van eenzelfde ruimte door verschillende functies. Op deze manier kunnen nieuwe ruimtes voor recreatie gecreëerd worden (2x) en ook bij het water kunnen multifunctionele bedrijventerreinen opgericht worden. Niet aangepaste ruimtes, zoals verouderde industrie, dienen gesaneerd te worden (1x). Naast multifunctioneel dienen deze ruimtes ook flexibel te zijn, om snel te kunnen inspelen op een veranderlijke vraag (1x). Daarnaast maakt men zich ook zorgen over de bereikbaarheid van recreatiedomeinen (1x). Dit probleem kan ook een oplossing vinden in de multifunctionele ruimtes. - Ruimtelijk beleid Er zijn heel wat suggesties voor het ruimtelijk beleid. Zo suggereren twee respondenten om een deel van de planning over te laten aan lokale overheden. Een andere respondent legt de nadruk op het actualiseren van de bestaande plannen. Daarnaast moeten de procedures vereenvoudigd worden om zo meer rechtszekerheid te garanderen aan de burger (2x). Het beleid moet meer afgestemd worden op de noden van vandaag (1x). Zo wordt er concreet gesuggereerd meer aandacht te hebben voor gezondheid in het beleid van de RO (2x). Ook vindt één van de respondenten dat er te weinig rekening wordt gehouden met de watertoets. Daarnaast moet de tijd genomen worden om het ruimere plaatje te evalueren (1x) en is er nood aan een groter budget (1x) en een versterkte deskundigheid (1x). Het ruimtelijk beleid moet eerlijk zijn naar de burgers toe (3x). Deze moeten gesensibiliseerd en geïnformeerd worden (1x) en er moet een eerlijk debat gevoerd worden (1x), bijvoorbeeld over Vlaanderen als logistieke draaischijf (1x). Ook de plannen moeten eenvoudiger beschikbaar gesteld worden (1x).
16
7) Strategische regio’s Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.8 Aantal keer gekozen
Strategische regio’s
5
Kust Verstedelijkt gebied Open ruimte
4
Vlaamse Ruit Poorten Stedelijke rand rond Brussel
3 2
Hasselt- Genk of MHAL (Maastricht-Hasselt-Aken-Luik) Antwerpen met haven Platteland Kempen Gent met kanaalzone Zeebrugge met haven en hinterland Vlaamse Ardennen Kortrijk-Lille Westhoek Brugge-Oostende ENA
1
Daarnaast hebben een aantal respondenten in eerder algemene termen op deze vraag geantwoord. Zo zijn er respondenten die aandacht vragen voor regio’s kwetsbaar voor klimaatsveranderingen (1x), de publieke ruimte (1x), industrie (1x) en waterwegen (1x). 8)
Ideeën
Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse Ruimte in 2050. Deze vindt u hier opgelijst: -
Lokale voedselproductie vrijwaren. Ruimte is schaars en moet zijn ware prijs krijgen. Transport over de weg en in de lucht vermijden. herziening bevoegdheidsverdeling te lange behandelingstermijnen nadruk op rol van Vlaanderen in Europese ruimte verdichtingsbeleid voeren dat rekening houdt met krimpscenario doorwerking van planning tot op laagste niveau eenvoudiger en vlotter ruimtelijk planningsnistrumentarium afschaffen plancompensatie duidelijke visie in functie van leefkwaliteit (met oog voor sport, recreatie en vrije tijd) sterke visie in plaats van strakke afbakening herkenningspunten (betekenis plaatsen) en verdichting streven naar verweving, uitzonderlijk scheiden efficiënt gebruik van schaarse ruimte rekening houden met alle niveaus (van internationaal tot zeer lokaal) brede maatschappelijke steun vanuit de burger nodig
17
9)
Bijlagen bij conclusies overheden
Bijlage IV.1 Profiel respondenten Respondent 1
Benaming
Type overheid
Oogpunt
District Deurne
District
Bestuurlijk
2
Gewestelijke Stedenbouwkundig Ambtenaar
Vlaamse overheid
Ambtelijk of administratief
3
Dept. LV afd. Duurzame Landbouwontwikkeling Limburg
Vlaamse overheid
Ambtelijk of administratief
4
Gemeente
Ambtelijk of administratief
5
Afdelingshoofd ruimtelijk en duurzaamheidsbeleid, gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar Bestuurslid Open VLD Veurne
Politicus
Bestuurlijk
6
Adjunct van de directeur
Vlaamse overheid
Bestuurlijk
7
Waterwegen en Zeekanaal NV
Vlaamse overheid
Ambtelijk of administratief
8
Provincie Limburg
Provincie
Ambtelijk of administratief (directie ruimte en directie mens)
9
Departement Landbouw en Visserij
Vlaamse overheid
Bestuurlijk
10
Toerisme Vlaanderen
Vlaamse overheid
Ambtelijk of administratief
11
Interprovinciaal Sportdienstenoverleg
Provincie
Ambtelijk of administratief
12
Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, team milieugezondheidszorg
Vlaamse overheid
Bestuurlijk
13
Provinciebestuur Oost-Vlaanderen
Provincie
Bestuurlijk én administratief
14
Gemeente Evergem – dienst prom-patrimonium
Gemeente
Ambtelijk of administratief
15
Consulent Vergunnen
Vlaamse overheid
Ambtelijk of administratief
18
Bijlage IV.2 Verwachtingen over de overheid Respondent 1 2 3 4 5 6 7 8
9 10 11 12 13 14
15
Verwachtingen -
Overkoepelende visie (zowel in tijd als in ruimte) Maatschappelijk belang boven particulier belang Verbetering leefwereld blijvende aandacht voor vaste waarden (open ruimte en recht op volwaardige woning) Maatschappelijk belang boven particulier belang behoud open ruimte duurzame voedselvoorziening geconcentreerde stedelijke ontwikkeling duurzame bereikbaarheid bereikbaarheid geconcentreerde stedelijke ontwikkeling duurzaam, ethisch en hedendaags beheer respect voor verschillende stakeholders spaarzaamheid met regels, mensen en middelen informatie naar andere overheden en burgers visie concreet maken Efficiënt, zuinig en duurzaam beleid Synergie tussen verschillende functies Blijvende aandacht voor vaste waarden (tegen versnippering, ruimte voor water) Overkoepelende visie overkoepelende visie uniformiteit en rechtszekerheid (vermijden conflicten) Overkoepelende visie Hedendaags Faciliterend, niet beperkend alle sectoren stem geven Daadkrachtig (beslissingen zonder 100 % draagkracht toch nemen) duidelijke scheiding verschillend ruimtegebruik geconcentreerde stedelijke ontwikkeling afbouw individuele mobiliteit uitbouw en nastreven van visie synergie tussen verschillende functies behoud open ruimte geconcentreerde stedelijke ontwikkeling garanderen van aanbod iedereen moet gehoord worden gezond verstand
19
Bijlage IV.3 5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) Respondent Visie op alle niveaus 1
Uitdagingen Maatschappelijk belang primeert Zinvolle herbestemming ruimte
Verantwoorde beslissingen nemen Duurzame bereikbaarheid
Auto’s uit het straatbeeld
Fiets binnen straal van 5 km
/
/
Geen oneigenlijk gebruik landbouwgrond Geconcentreerde steden + duurzame bereikbaarheid
Vrijwaren bodemvruchtbaarheid
Duurzame voedselproductie
watervoorziening
Fouten verleden herstellen
Aanpassen aan hedendaagse ontwikkelingen
Debat aangaan over compact wonen, werken en ontspannen
Niet enkel plannen maar ook realiseren
5 6
Geconcentreerde steden
Meer groen in stad
Ontwikkelen provinciesteden
Debat aangaan over open ruimte voor voedsel, water en natuur Afremmen groei gemeenten
Zuinig ruimtegebruik
Administratieve efficiëntie
7
Ruimte voor water
Aanpassen aan hedendaagse ontwikkelingen Duurzame mobiliteit
8
klimaatsverandering
Respectvolle maar consequente toepassing Integreren integraal waterbeleid in RO Kwalitatief wonen in de stad
9
Lokale voedselvoorziening verzekeren Behouden groene en blauwe open ruimte Klimaatsverandering en demografische ontwikkelingen
Kwalitatief (maar zuinig) ruimtegebruik Eenduidig en toegankelijk eloket van RO voor publiek Inspraak in vorming publieke ruimte Geconcentreerde, kwalitatieve steden Druk door groot aantal stakeholders in debat over RO Infrastructurele dreiging van een aantal sporten in Vlaanderen opheffen /
2 3 4
10 11 12 13 14 15
Klimaatverandering
Inspelen op demografische veranderingen Efficiënt en zuinig ruimtegebruik
Kwalitatief ruimtegebruik in steden Duurzaam wonen voor iedereen
clusteren winkelcomplexen
Aanpassen aan hedendaagse ontwikkelingen
Stimuleren multifunctioneel ruimtegebruik Voldoende maar gecontroleerde ruimte aan economie Sport als oplossing voor sociale en ruimtelijke problemen
Bescherming tegen gezondheidsschadelijke milieufactoren klimaatsverandering
/
/
Aanpassen aan hedendaagse ontwikkelingen Kwalitatief ruimtegebruik (belevingseconomie, recreatie) Verweven van verschillende functies (ontspanning met bv. natuur) /
Demografische veranderingen
verarming
Geopolitieke beslissingen
Duurzaam energiegebruik
Kwalitatieve woonomgeving
Stimuleren multifunctioneel ruimtegebruik Ruimte voor water
Behouden open ruimte
Duurzame bedrijvigheid (bedrijven en landbouw) Leefbare woonomgeving
Duurzame mobiliteit
Behouden open ruimte
Duurzame bereikbaarheid
Geconcentreerde, kwalitatieve steden
20
Participatie en bewustwording van de burger
Bijlage IV.4 Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 Respondent 1
2 3 4 5 6 7 8 9
10
11
12
Verwachtingen -
minder landbouwgrond meer open ruimte kwaliteitsvolle fietspaden geen geparkeerde auto’s op straat opgewaardeerde, stijlvolle steden geconcentreerde steden open ruimte maximale oppervlakte opnieuw inschakelbaar voor voedselproductie
-
geconcentreerde steden efficiënte mobiliteit multifunctionele open ruimte meer open ruimte meer groen in stad geconcentreerde steden als basis de natuurlijke structuur en infrastructuur efficiënt en ecologisch verantwoorde mobiliteit concentratie verschillende functies Bescherming tegen wateroverlast (Sigmaplan) Groei van watergebonden transport (duurzamer en fileleed verzacht) Wisselwerking en uitwisseling tussen stad en platteland Harmonieuze omgeving in de stad Duurzame energie leven centreren in de stad meer open ruimte voor verschillende functies ruimte voor ondernemen laten afhangen van lokale noden evenwicht tussen scheiding en verweving van functies grote mobiliteit tussen steden stijlvolle steden voldoende open ruimte voor recreatie in de stad buiten de stad grote aaneengesloten recreatieruimten aangename fiets en wandelwegen sterk verstedelijkt grote open ruimten tussen steden ook open ruimte in de stad leefbaarheid multifunctionaliteit om voldoende ruimte voor recreatie te creëren
/
21
13
14 15
-
groeiende transnationale megalopolis grote aaneengesloten open ruimten (zonder spoorwegen of autowegen erdoorheen) ook open ruimte in de stad leefbaarheid streven naar sterke economische positie multifunctioneel ruimtegebruik in de steden compacte bedrijventerreinen kwalitatief, duurzaam, zuinig woonaanbod zuiniger beleid denken in het belang van maatschappij, geen particuliere beslissingen
22
Bijlage IV.5 Betekenis begrippen Respondent
Ruimtelijke kwaliteit
Functies scheiden
Functies verweven
Stad
Platteland
Dorp
Buurt /wijk
woning
onderweg
1
Te laat en weinig doortastend
Goed idee want brengt rust.
Uit isolement halen
Verfijning van groter geheel
Rust
Zo aangenaam mogelijk maken
Belangrijk voor beleving
Veel activiteit, recreatie, ontmoeting tussen mensen Ontmoetingsplaats
Verdwijnt stilaan
2
Noodzakelijk om tot rust te komen
Nodig om te herbronnen
Sociaal contact
Rust
Comfortabel en snel
3
Verspreide bebouwing vermijden
Geen goed idee want werkt te veel mobiliteit in de hand Goed idee om hinder te voorkomen Goed idee
Geen goede plaats om te wonen
Door bewoners gefinancierd, geen subsidies
Goede mix van leeftijdsklassen nodig
Moet kleiner worden
4
Als logisch ruimtegebruik
Geen goed idee, enkel verantwoord als strikt noodzakelijk
Moet stad ondersteunen, meer belang hechten aan voedselproductie
Zal verdwijnen
Versterken als basis van samenleving
Evenwicht: comfort en minimale impact
Openbaar vervoer is norm, privé vervoer is uitzondering Verplaatsen enkel als nodig en openbaar vervoer
5
Belangrijk
Geen goed idee, verweven in stad
Goed idee, toepassen in de stad
Moet ontwikkeld worden en leefbaar gemaakt worden Meest duurzame samenlevingsvorm, moet gecombineerd worden met open ruimte Knooppunt voorzieningen, heel belangrijk
Lintbebouwing vermijden
Uitbreiden van capaciteit. Enkel voor wonen en basisvoorzieningen
Wonen
Kwalitatief, energiebewust, eigen inbreng
6
Aangename ruimte voor alle functies Werkt door in alle aspecten van leven
Geen goed idee, enkel als nodig
Minder belangrijk
Niet belangrijk
Wonen
Groene energie, geconcentreerd, bereikbaarheid waarborgen Hechte leefgemeenschapp en, kernen van platteland
Energiezuinig en ecologisch
Geen goed idee, enkel waar nodig
Eigenschappen gebied matchen functie
Optimalisering van één bepaalde functie
In overeenstemming brengen van verschillende functies
Knooppunt
Hechte gemeenschappen, ideaal voor duurzame woningbouwprojec ten Geheel, kwalitatief wonen en leven
Levensloopbesten dig, meergeneratie, energiezuinig, privaat
9
Open ruimte, recreatie, landbouw, groene energie Geclusterde bebouwing, voedselproductie, groene energie, open ruimte, recreatie Open ruimte, woon- en werkclusters, landbouw en natuur,
Kwaliteitsvolle publieke ruimte
Waardering van ruimte
Geconcentreerd, knooppunt, aangenaam Multifunctioneel, menselijke schaal, groene en blauwe open ruimtes Knooppunt
Natuur, landbouw, recreatie
8
Goed idee want vermindert mobiliteit Goed idee voor wonen, werken, groen, recreatie en water. Goed idee want functies vormen een meerwaarde voor elkaar.
7
Geen goed idee, enkel als hinderlijk
Goed idee want creëert mogelijkheden. Goed idee maar enkel als ruimte voor alle functies bruikbaar blijft. Goed idee, maar toch moeten bepaalde functies uiteen gehouden worden.
23
Geclusterd midden in de open ruimte
Huisvesting
Beperken door ook meer functies naar provinciesteden, openbaar vervoer in centrasteden Beperken en zo ecologisch mogelijk maken Duurzaam en openbaar vervoer, vervoer over water stimuleren Beperken, duurzaam, door telecommunicatie minder van belang
Beperken door concentratie woon/werk/winkel , open ruimte mag niet slachtoffer worden
Open ruimte + kleine dorpen
Geclusterde kern op platteland
/
Tweede verblijf?
/
Goed idee, als het niet anders kan scheiden
Belangrijk voor toerisme en recreatie Woonplaats bij uitstek, multifunctioneel
Open ruimte, in functie van stad, vermindert
Geclusterde kern op platteland
Directe leefomgeving
Eigen inbreng in woonst binnen reglementering
Vooral openbaar vervoer, fiets en trage wegen
/
/
/
/
/
/
/
/
Leefbare stedelijkheid, thuisvoelen, beleving
Goed idee want nodig voor betekenisgeving
Woonplaats, geconcentreerd, leefbaar houden
Openruimte ten dienste van de steden
Zal verdwijnen, beheerders van de groene ruimte
Direct leefomgeving
Eigen inbreng in woonst binnen regelementering
STOP-principe (voetgangers, fietsers, openbaar vervoer)
14
Verwevenheid van functies en evenwichtigheid
Geen goed idee, enkel waar nodig
Goed idee op lagere schaal, op strategische plaatsen (bv. havens) wel scheiden. Goed idee als draagkracht niet overschreden wordt
Uitnodigend, multifunctioneel
Functie is wonen + basisvoorzieningen
Deel van groot geheel, wisselwerking met stad
Evenwicht tussen confort en duurzaamheid
15
Belangrijk voor leefbaarheid
Goed idee om conflicten te voorkomen
Goed idee want nood aan efficiënt ruimtegebruik
Zelfbedruipend in energie, compact, kwalitatief ingericht
Open ruimte, functie afhankelijk van locatie (landbouw, natuur, groen) Open ruimte moet hersteld worden
concentratie
Dorp binnen een stad, kwaliteit en leefbaarheid
Evenwicht tussen comfort en duurzaamheid
Goed onderhouden wegennet, openbaar vervoer op maat Openbaar vervoer, auto ontmoedigen
10 11
12 13
Hogere belevings- en gebruikswaarde Aanvaardbare en leefbare integratie van mens in ruimte /
Steeds moeilijker toepasbaar
Heel belangrijk vandaag.
Geen goed idee, enkel waarnodig
24
Bijlage IV.6 Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) Respondent 1 2 3 4
Belangrijkste strategische doelen op lange termijn /
/
/
/
/
Leefbaarheid steden
Kwaliteitsvolle open ruimte
Ruimte voor water
Mobiliteit
/
Fouten uit verleden rechtzetten
Concentreren functies
Realistische prijs ruimtegebruik
Energiezuinige bebouwing
Soberder wonen
Optimaliseren gebruik schaarse ruimte Optimaliseren openbaar vervoer
Aanpassing aan klimaatsverandering Imago steden herstellen
6
Aanbod afstemmen op vraag
Zuinig ruimtegebruik
7
Duurzame mobiliteit
Beperkte maar efficiënte regelgeving Stimuleren openbaar vervoer
Leefomgeving vergroenen
8
Klimaatneutraliteit
Aanpassing aan klimaatsverandering Optimaliseren openbaar vervoer
Reductie verplaatsingsbehoeften Kwalitatieve stationsomgevingen Ruimtegebruik afstemmen op natuurlijke (infra)structuur Concentreren functies
Bewustmaking bevolking
5
Energiezuinig wonen, werken en vervoer Concentreren functies
9
Ruimte voor voedselproductie
Aanpassen aan demografische veranderingen Concentreren functies
Controle stromen (energie, water, afval, grondstoffen, verkeer Zuinig ruimtegebruik
Beperkte maar efficiënte regelgeving Geconcentreerde functies
10
Groeikansen geven aan recreatie op marktconforme plekken Verbeteren transnationaal beheer
Kwaliteitsvol ruimtegebruik
Concentreren functies
Ruimte voor water
Groene energieproductie
/
/
/
/
13
Bereikbaar en duurzaam recreatief gebruik open ruimte Oog voor mobiliteit, leefkwaliteit en recreatie op alle niveaus Verminderen gezondheidsschadelijke milieufactoren Beschermen groene zones
Transnationaal beheer
Ruimte voor water
Groene energieproductie
14
Leefbaarheid in steden
15
Beheersing mobiliteit
Ecologisch beheren van mobiliteit en levenskwaliteit in de stad Betere organisatie bedrijventerreinen Aanpassing klimaatsverandering
Aanmoedigen gebruik openbaar vervoer Leefbaarheid steden
Gedifferentieerd gebruik open ruimte Duurzame economie
Groeimogelijkheden voor bedrijvigheid /
11 12
Efficiënt ruimtegebruik wetgevend inplannen Doordacht locatiebeleid en parkeerbeleid Concentreren van functies
25
Lintbebouwing tegengaan en ev. afbreken Ruimtelijke kwaliteit
Bijlage IV.7 Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken Respondent / 1 Eerlijk beleid 2 3 4
Betaalbare woning voor jongeren Eerlijk debat aangaan met burgers
5
Budget voorzien
6
Actualiseren RSV
7
Hoofdwaterwegennet beter uitbouwen in beleidsplan ruimtelijk Vlaanderen Decentraliseren van deel van planning Zonevreemde elementen weren
8 9
Belangrijke acties op korte termijn /
/
/
/
Consequent rekening houden met watertoets Aangepaste woning voor ouderen decentraliseren beslissingen en stimuleren beslissingen door lagere overheden Geen vergunning voor ongewenste bebouwing Rest structuurplannen actualiseren Plannen eenvoudig beschikbaar stellen
Meer mogelijkheden alternatieve energie Nabijheid van werk
/
/
Leegstand en onbebouwde percelen ontmoedigen Ruimer plaatje evalueren
Verhuizen vergemakkelijken
Stadsrand uitbreiden
Inbreidingprojecten stimuleren
Uitbreiding openbaar vervoer
Ruimtelijke uitvoeringsplannen opmaken Duurzame mobiliteit
Administratieve efficiëntie
Procedures integreren
Ruimte voor water creëren
Onderzoek naar aanpassingen ivm klimaatsverandering Sanering van niet aangepaste industriële sites
Woonomgevingen inkrimpen maar kwaliteit behouden Opwaardering wijken + beperking woningen in open ruimte Instrumenten om snel in te spelen op recreatieve vraag
Vraagstuk mobiliteit en klimaat
Multifunctionele watergebonden bedrijventerreinen Vraagstuk groene energie
Zuinig ruimteverbruik afdwingen
/
Opmaken van ruimtelijke kwaliteitstoets
Flexibele en multifunctioneel invulbare ruimtes
Ruimte voor water voorzien
Meer aandacht voor de fiets
Groene energieproductie
/
/
/
Promoten openbaar vervoer en fiets Versterken deskundigheid RO
Verdere uitbouw kwaliteitselementen Draagvlak creëren door sensibilisering en informatie /
Beleid afstemmen op realiteit + creatie lobbenstad Rechtszekerheid
10
Toegankelijke en duurzame recreatie
11
13
Multifunctionele locaties vinden waar recreatie een plaats kan krijgen Integratie gezondheid in ruimtelijk beleid Groene zones beschermen
14
Stad- en dorpsvernieuwing
Strategische projecten en keuzes
15
Vervoerswijzen van de toekomst klaarstomen
Inspelen op maatschappelijke tendensen: vergrijzing, betaalbaar wonen
12
Oplossingen voor parkeerproblematiek rond recreatieattracties Beleid afstemmen op noden van vandaag Gezondheid betrekken bij RSV en beleid RO Ruimte voor water voorzien
Debat voeren over Vlaanderen als logistieke draaischijf
/
26
/
/
Bijlage IV.8 Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden Respondent / 1 Vlaamse ruit 2 Kwaliteitsvolle mobiliteit 3
Belangrijkste strategische regio’s /
/
/
/
Regiosteden buiten Vlaamse ruit
Kust
Open Ruimte in de Kempen
Vlaamse Ardennen
Minder mobiliteit
Maatschappelijk oogpunt
Vermogensbelasting op onroerend kapitaal (cfr. GB) /
4 5 6 7
Poorten
Open ruimte
Krijtlijnen uitzetten en bewaken
Afromen particulieren meerwaarde bij investeringen /
Vlaamse ruit
Kortrijk-Lille
Westhoek
Hasselt-Genk
Brugge-Oostende
Economische poorten
Vlaamse ruit
Platteland
Steden
/
Steden
Industrie
Havengebieden
Multifunctionele waterwegen
8
Stedelijke rand rond Brussel
Mobiliteit
ENA
9
Agrarisch gebied enkel voor voedselproductie Kust
Vlaamse Ruit
Regio’s kwetsbaar voor klimaatsverandering Vlaamse rand rond Brussel
Multifunctionele publieke ruimte MHAL /
/
Kempen
Kunststeden
/
11 12 13
Kust
Open Ruimte Gebieden
Verstedelijkte gebieden
Aaneengesloten grote groene ruimte Lobben van Brussel
/
/
/
/
/
/
Kust
/
Gent en Gentse kanaalzone
Onderzoek naar verleggen luchthaven (Zaventem) Brussel-Vlaams stedelijk gebied
/
14
Lobben van Brussel opvullen met stedelijke ontwikkelingen Antwerpen en haven Antwerpen
Hasselt-Genk
15
Haven van Antwerpen
Kust
Rand rond Brussel
Zeehaven Zeebrugge en hinterland Antwerpen als grootstad met rand
10
27
/
V
Conclusies experts 1) Profiel van de respondenten Respondenten voor de expertenenquête hebben verschillende achtergronden. Vijftien van de vierentwintig zijn professioneel met Ruimtelijke Ordening bezig. Daarnaast zijn er ook vakbondsmensen en onderzoekers. Als laatste zijn ook een gepensioneerde en een lagere schoolleerling opgenomen. 2) Verwachtingen van de overheid Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.1 - Duurzaamheid Zeven van de vierentwintig respondenten halen duurzaamheid als een belangrijk deel van een goede ruimtelijke ordening. Het is nodig dat die duurzaamheid in het RSV geïntegreerd wordt (1x), hierbij is het belangrijk dat rekening gehouden wordt met hedendaagse en toekomstige ontwikkelingen (2x). Ten slotte stelt een respondent dat planning duurzamer zou zijn wanneer het om een organische, natuurlijke ontwikkeling gaat. - Open ruimte Zes respondenten leggen de nadruk op de open ruimtes die ons resten. Het is belangrijk dat deze voor iedereen bereikbaar zijn (niet enkel voor welgestelde mensen (1x)) en dat deze tot diep in de stad reiken (1x). In de stad moet plaats gelaten worden voor een goed ingerichte publieke ruimte met meer gemeenschappelijke voorzieningen dan vandaag (2x). - Concentreren Ruimte is schaars geworden in Vlaanderen. Daarom is het belangrijk verschillende functies zo veel mogelijk te concentreren en steden meer dichtbevolkt maar toch kwaliteitsvol en betaalbaar te maken (7x). Groepswoningbouw in plaats van lintbebouwing dient bijvoorbeeld aangemoedigd te worden (1x). Er moet hierbij natuurlijk wel de nodige ruimte voorzien worden voor de noodzakelijke infrastructuur (1x). Het is belangrijk functies te bundelen in multifunctionele ruimtes (2x); zo kan bijkomende mobiliteitsinfrastructuur bijvoorbeeld onder de grond komen (1x). - Rekening houden met minderheidsstandpunten Naast het plannen van de grote lijnen die voor iedereen belangrijk zijn, mogen ook functies voor specifieke ruimtegebruikers niet vergeten worden. Het gaat onder andere om: volksgezondheid (1x), cultuur (1x), plaats om te spelen (1x), identiteit (1x) en esthetiek (1x). - Mobiliteit Slechts weinig respondenten hebben mobiliteit expliciet vernoemd. Die respondenten die dit wel hebben gedaan stellen dat er minder transport moet komen (1x). Andere respondenten vragen aandacht voor het aspect verkeersveiligheid (2x).
28
- Ruimtelijk beleid Voor het ruimtelijk beleid is het van belang consequentie, correctheid en duidelijkheid na te streven in alle activiteiten (8x). De planning dient niet alleen op papier gezet maar ook uitgevoerd te worden (1x) en het maatschappelijk belang moet boven individuele verzuchtingen staan (1x). Er is nood aan een definitieve bepaling van het grondgebruik met zekerheid op lange termijn (1x). Hiervoor zijn competente mensen nodig met visie (1x) en ook de burger (2x) en het wetenschappelijk onderzoek (1x) moeten betrokken worden in dit proces. 3) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.2 - Open ruimte Eén op drie respondenten ziet het beschermen van open ruimten als een belangrijke uitdaging. Twee van hen eisen absolute nultolerantie ten opzichte van ontbossing. Ook in de stad moet de overblijvende open ruimte goed ingevuld worden (2x). Eén van de respondenten stelt dat er een balans dient te worden gevonden tussen steeds groenere steden en steeds grijzer buitengebied. Ook op het platteland moet er een kwalitatief ruimtegebruik zijn en landbouw en landbouwbodems moeten duurzaam beheerd en beschermd worden (3x). - Mobiliteit Zestien respondenten vernoemden mobiliteit expliciet als uitdaging. De ene zegt dat economisch transport moet afnemen (1x) terwijl de andere van mening is dat privévervoer moet afnemen (1x). Nog twee andere respondenten geven aan te denken dat het openbaar vervoer moet herdacht worden. Twee doen de suggestie ondergrondse mogelijkheden te verkennen, bijvoorbeeld voor openbaar vervoer (1x) of buisleidingen voor de mobiliteit van goederen (1x). Er moet nagedacht worden over Vlaanderen als logistieke draaischijf (2x). - Steden Vijf respondenten benadrukken dat de stad aantrekkelijker gemaakt moet worden. De stad is de schaal van de toekomst voor het ruimtelijk beleid (2x). Daarnaast is het belangrijk dat de stad zelfvoorzienend is (1x), de impact van verstedelijking op de volksgezondheid moet nauwlettend in het oog gehouden worden (1x). - Concentratie Ruimte is een schaars goed. Het is dus nodig de ruimte die er is zo efficiënt mogelijk te gebruiken (7x). Eenzelfde gebied kan verschillende functies hebben en zo een ander gebied sparen voor een ander doel (3x). Lintbebouwing moet zo veel mogelijk vermeden worden (1x) en één respondent stelt dat ook de groei van dorpen afgeremd moet worden. Om dit duurzaam te kunnen doen is het belangrijk om voor elke regio rekening te houden met de draagkracht (1x). Andere respondenten wijzen op spreiding van de bebouwing als een typisch Vlaams landschap (4x) en willen het behoud van de eigenheid van elke regio aanmoedigen (1x). Daarnaast moet ook het culturele erfgoed bewaard blijven (1x).
29
- Demografische veranderingen Twaalf respondenten waarschuwen voor de aankomende demografische veranderingen. Door vergrijzing en migratie zal er nood zijn aan andere en meer woningen. Dit gecombineerd met de schaarse ruimte in Vlaanderen mondt uit in de nood aan meer geconcentreerd en efficiënt wonen. Woningen zullen kleiner (1x) worden en er zal een inbreiding van de wooncentra (1x) moeten gebeuren. Toch mag het recht op wonen niet aangetast worden (1x) en mogen deze ontwikkelingen niet leiden tot exclusie van bepaalde groepen in de samenleving (2x). - Klimaatsveranderingen Acht respondenten trekken de aandacht naar de klimaatsverandering. Eén van hen zegt dat het belangrijk is de ecologische voetafdruk niet naar het buitenland te exporteren. Milieukosten moeten in eigen land vereffend worden (1x). Daarnaast zijn er twee respondenten die vragen naar de creatie van ruimte voor windenergie. Drie respondenten vragen om een duidelijke aanpak van de energiecrisis. Twee van de respondenten dringen aan op een goed waterbeleid. - Economie De economie moet vanuit het ruimtelijk beleid gesteund worden (3x). Er moet plaats gemaakt worden voor industriële sites (1x). Industrie kan in meerdere lagen gebeuren (1x). - Ruimtelijk beleid Het ruimtelijk beleid moet efficiënter (3x). Eén van de respondenten geeft concreet aan dat de vergunningsverlening efficiënter kan. Daarnaast moeten de burgers meer betrokken worden bij het beleid (5x) en moet informatie gemakkelijker beschikbaar gesteld worden (1x). Er is nood aan een duidelijke visie die flexibel in praktijk wordt omgezet (5x), deze moet toekomstgericht, duurzaam en op lange termijn bedacht worden. Eén van de respondenten denkt dat een meer internationale kijk op de zaak belangrijk is (1x). 4) Toekomstbeeld: Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.3 Volgens één van de respondenten is 2050 een te verre horizon om wensbeelden op te projecteren. - Vlaanderen als regio in de wereld Vlaanderen zal in 2050 een verstedelijkte netwerkstad zijn (1x) met een duidelijke plaats in het Europese geheel (1x). Het is een plaats waar het aangenaam vertoeven is (1x) met veel open ruimte zowel in als buiten de stad. Eén respondent stelt zelfs dat Vlaanderen de Europese topregio in publieke ruimte zou kunnen worden. - Stad Acht respondenten hechten veel belang aan openbare open ruimte in de stad. Deze publieke open ruimte moet groen zijn (4x) en voorgaan op de private open ruimte (1x). De woningen moeten geconcentreerd zijn in de stad (7x). Ze moeten compact, betaalbaar, efficiënt en kwaliteitsvol zijn. De overheid moet streven naar het plaatsen van passieve-,
30
meergezins- en zorgwoningen (1x). Niet alleen grote steden maar ook de suburbane gebieden dienen te beschikken over een goed volwaardig stedelijk apparaat (1x). Daarnaast moet de stad zelf voorzien in haar energie- en voedselproductie (2x). Iedereen moet de mogelijkheid hebben een eigendom te kopen (1x). Het is belangrijk dat de stad duidelijke grenzen heeft (3x) en de combinatie van functies gebeurt zonder chaos te creëren (1x). - Open ruimte De open ruimte krijgt van verschillende respondenten een andere invulling. Vijf respondenten zien de open ruimte als een onmisbaar stukje groen, twee respondenten vinden het belangrijk dat het voor recreatie gebruikt wordt en twee respondenten zien in de open ruimte de energieproductie van 2050. Hierbij moet steeds in het achterhoofd gehouden worden dat de open ruimte niet chaotisch mag worden met een wirwar aan verschillende functies (1x). De natuurlijke processen dienen hersteld en benut te worden (1x) en er moet meer aandacht gaan naar landschapsintegratie (2x). Er is een slim waterbeleid nodig dat sommige problemen van de subsidiariteit overstijgt (1x). - Mobiliteit Drie respondenten leggen de nadruk op slimme en efficiënte mobiliteitsinfrastructuur. Er is nood aan een wijziging in de modal split (2x). Met voorrang voor een goed werkend openbaar vervoer op andere vervoersmiddelen. - Klimaatsverandering Zes respondenten dromen van een Vlaanderen dat klimaatsneutraal is. Het cradle to cradleprincipe moet toegepast worden (1x). Sommige zijn van mening dat ruimte voorzien moet worden buiten de stad voor ecologisch verantwoorde energieproductie (2x), anderen zien die energieproductie liever geïntegreerd in de stad (1x). Het Vlaanderen van 2050 moet ook een Vlaanderen zijn zonder kernenergie (1x). Om de welvaart voor de toekomst te garanderen zullen ook de burgers keuzes moeten maken om de impact op onze planeet te verminderen (1x). - Ruimtelijk beleid Het beleid moet getuigen van een professionele aanpak (1x) en uitgaan van de principes van het RSV 1 (1x). Er moeten duidelijke grenzen worden getrokken in het beleid (3x) en het beleid moet de daadkracht hebben projecten die niet in de visie passen te weigeren (1x). Volgens één respondent is er nood aan een totaal en alles overkoepelend beleid. Volgens een andere moet het beleid gebiedsgericht (1x) zijn en rekening houden met de eigenheid van elke streek (1x). De fouten uit het verleden moeten worden rechtgezet (1x) en er moet een flexibeler vergunningssysteem komen (1x). Vijf respondenten leggen de nadruk op het belang van burgerparticipatie in het beleid. Daarnaast moeten burgers ook gewezen worden op hun verantwoordelijkheid (1x). Er moet ruimte zijn voor initiatief (1x) maar daarbij moet het maatschappelijk belang wel boven het individueel belang staan (1x).
31
5) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.4 - Ruimtelijke kwaliteit Twee respondenten vinden het een belangrijk begrip, twee vinden het een te ruim begrip dat inhoudsloos dreigt te worden. Zes van de vierentwintig respondenten definiëren ruimtelijke kwaliteit als het harmonieus integreren van verschillende functies. Het is een langdurige (1x) zoektocht naar evenwicht tussen de verschillende stakeholders (2x). Twee respondenten zien ruimtelijke kwaliteit als het multifunctioneel gebruiken van de ruimte. Het is belangrijk dat er geen landschappelijke verrommeling groeit (1x) en dat er aandacht is voor zowel open ruimte als voor gezonde steden (1x). Ruimtelijke kwaliteit moet maatschappelijk en ruimtelijk vernieuwend zijn (1x) en economische, sociale en ecologische voordelen creëren (1x). Bij het streven naar ruimtelijke kwaliteit wordt gezocht naar aandacht voor verschillende aspecten van het leven zoals groen, erfgoed, esthetiek en leefbaarheid (1x). De ene denkt dat het moet vertrekken vanuit de woonkwaliteit en –kwantiteit (1x), de andere vanuit het schaalniveau van de wijken (1x). Een andere respondent stelt dat ruimtelijke kwaliteit te maken heeft met de gemiddelde afstand tot een goede openbare ruimte. - Functies ruimtelijk scheiden Veertien respondenten zijn van mening dat het ruimtelijk scheiden van functies wenselijk is waar nodig maar clusteren de beste oplossing is waar mogelijk. Hierdoor moeten negatieve effecten van de harde functies op de zachte functies vermeden worden. Deze respondenten zijn het eens over het scheiden van industrie van de rest. Eén respondent zegt een aantal kleine industriezones te verkiezen boven een te immense geclusterde industriezone. Daarnaast stelt één respondent voor om ook de natuur te scheiden van andere functies, twee andere stellen voor wonen te scheiden. Volgens anderen zou het scheiden van functies onmogelijk zijn door de hedendaagse druk op de ruimte (1x). Als functies gescheiden worden is het belangrijk een efficiënte infrastructuur voor verplaatsingen te creëren en die mobiliteitsinfrastructuur moet dan weer gescheiden worden van verblijfsactiviteiten. - Functies ruimtelijk verweven Achttien respondenten schatten het verweven van ruimtelijke functies positief in. Twee van de respondenten wijzen erop dat clustering zelfs een meerwaarde kan opleveren. Over welke functies juist verweven moeten worden bestaat geen eenduidigheid. De ene zegt landbouw, natuur en recreatie, de andere zegt groen-blauwe netwerken, nog een andere wonen, winkelen en school en een laatste zegt wonen, natuur, KMO, landbouw en industrie. De ene is van mening dat het verweven van functies vanzelf gebeurt (1x) terwijl een andere respondent zegt dat het een gebiedsgerichte sturing vraagt. - Stad Vijf respondenten definiëren de stad als de hedendaagse woonplaats bij uitstek, daarnaast dient er plaats te zijn voor niet-hinderlijke werkplekken (3x), schoolgaande jeugd (2x) en
32
recreatie door cultuur (1x) of groene zones (3x). In de stad dienen mensen zich te verplaatsen met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer (1x). Een stad is de motor van de kenniseconomie (3x) en is de bundeling van verschillende functies (4x). De ene stelt dat de stad duidelijk afgescheiden is van het platteland (1x). Een andere respondent zegt dat sprawl onvermijdelijk is en dat hierop geanticipeerd moet worden door het ontwikkelen van een duurzame, groene stad. - Platteland Drie respondenten stellen dat platteland niet meer bestaat in Vlaanderen. Het platteland is een open ruimte rondom de stedelijke kernen (4x). Het platteland heeft verschillende functies zoals natuur (8x), recreatie (7x), landbouw (5x), landschap (4x), wonen en energiewinning (1x). Sommigen strijden voor het vermijden van lintbebouwing (2x), terwijl een andere respondent stelt dat wonen op het platteland noodzakelijk is voor plaatselijke activiteiten en dat de bestaande situatie gerespecteerd moet worden. Eén respondent stelt dat men niet uit het oog mag verliezen dat het platteland de ecologische standaard is. Het moet gevrijwaard blijven van grote ontwikkelingen (1x). Een andere respondent zou er in de toekomst graag nationale parken zien (1x). Nog een andere respondent gelooft dat het platteland toe is aan herdefiniëring en de zoektocht naar nieuwe mogelijkheden. Dorp Zes respondenten omschrijven een dorp als een hechte, kleine gemeenschap met veel sociale controle. Drie respondenten zijn van mening dat het dorp een waardevolle samenlevingsvorm is die behouden dient te worden en inspirerend kan werken, ook voor stad en suburbane gebieden (1x). Het dorp verzamelt enkele eigenschappen die op andere plaatsen verloren zijn gegaan: het streekeigen karakter (1x), verkeersarm (1x), functioneel fietsverkeer (1x) en aandacht voor beeldkwaliteit (1x). Eén respondent vraagt uitdrukkelijk om het dorp leefbaar te houden. Zes respondenten geloven dat het dorp aan een herdefiniëring toe is en dat zeker lintbebouwing in de toekomst vermeden moet worden. Vijf respondenten zien het dorp als niets meer dan een uitloper van de stad, een echt dorp bestaat volgens hen niet meer. -
- Buurt / wijk Negen van de respondenten zien de buurt of de wijk als een plaats waar aandacht is voor sociale netwerken tussen mensen. Het is de thuis, de basis of de directe omgeving van mensen (6x). Het is een plek om te genieten (2x), waar de basisvoorzieningen aanwezig zijn (1x). Het is de schaal bij uitstek om burgers te laten participeren (4x), het is de kleinste ruimtelijke eenheid dus beheersbaar (4x). Drie respondenten geven aan dat het gelijkend is op een dorp. Eén respondent stelt dat ook de wijk of de buurt, net als het dorp, heropwaardering nodig heeft. Er is aandacht voor diversiteit, solidariteit en duurzame ontwikkeling (3x). Eén van de respondenten raadt aan op dit niveau wadi’s aan te leggen. - Woning Een woning is een ruimte waarin geleefd wordt en die gedeeld wordt met één of meer families (5x). Het is de plaats waar men steeds met een goed gevoel naar terugkeert en een
33
gezin grootbrengt (3x). Het is belangrijk dat een woning een thuis is, een kwaliteitsvolle ruimte die comfortabel is en privacy biedt (6x). Het huis moet betaalbaar en functioneel zijn en mag niet langer gezien worden als een statussymbool (1x). Een woning moet aangepast zijn aan de situatie waarin mensen leven. Ze moet zo compact mogelijk zijn en in een dorp of stad gelegen zijn (3x). Eén van de respondenten dringt aan op nieuwe concepten en mogelijkheden want zegt dat Vlaanderen achterloopt op de realiteit van vandaag. Ook moet een woning duurzaam zijn, energiezuinig - hoewel er nu veel energie verbruikt wordt (1x) - en klimaatsneutraal (5x). Eén van de respondenten raadt aan afvalwater te scheiden. Afgezien van al deze aspecten moeten mensen de vrijheid krijgen te wonen waar ze willen, in de woning die ze willen (1x). - Onderweg Volgens vier respondenten zal mobiliteit in de toekomst belangrijk blijven (4x). Dit om de economische ontwikkeling te stimuleren (1x), om de mogelijkheden voor volgende generaties maximaal te openen (1x), als ontmoetingsruimte met de wereld (1x) en omdat het noodzakelijk is voor de menselijke groei (1x). Vijf respondenten stellen echter dat het onderweg-zijn geminimaliseerd moet worden. Als het toch nodig is moet de verplaatsing zo kort (1x), aangenaam (2x), duurzaam (2x) en energiezuinig (2x) mogelijk zijn. De vervoerswijzen die uitgebouwd en gepromoot dienen te worden zijn het openbaar vervoer (6x), de fiets (2x), te voet (2x), sporen (1x) en varen (1x). Volgens sommige respondenten moet gezorgd worden voor een voldoende capaciteit van de wegeninfrastructuur (3x) terwijl een andere respondent het gebruik van de auto geboycot willen zien (1x) en nog een andere firmawagens voor privaat gebruik wil blokkeren ten voordele van het openbaar vervoer (1x). Er moeten minder verharde wegen komen en lintbebouwing dient afgebouwd te worden (1x). Middellange afstanden zullen op termijn wegvallen, dus moet er vooral gefocust worden op vervoer voor korte en lange afstanden (1x). 6) Prioriteiten op lange en korte termijn 6.1) Strategische doelen op lange termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.5 - Open ruimte Zes respondenten pleiten voor het behoud van de open ruimte die vandaag bestaat. Daarnaast zijn er drie die de open ruimte graag uitgebreid zouden zien. De open ruimte is belangrijk omwille van de ecosysteemdiensten die ze verzorgt (1x), het belang van open ruimte in kwalitatieve landschappen (1x), ruimte die voorbehouden dient te worden voor landbouw (2x) en platteland (1x) en de ruimte voor water (2x). De verweving van natuur in steden moet uitgebouwd worden (1x). De natuurlijke waterkringloop dient hersteld te worden (1x) en er is een eerlijke communicatie nodig over het overstromingsgevaar in veel steden (1x). De ene zegt dat we een versnippering van het landschap moeten tegengaan, de ander zegt dat de versnippering een opportuniteit vormt. Lintbebouwing moet afgebroken worden (1x), basisfuncties moeten geconcentreerd worden (1x).
34
- Mobiliteit Twaalf respondenten geven mobiliteit aan als belangrijke uitdaging. Dat transport moet gereduceerd worden (3x), één respondent suggereert dit te bereiken door meer tewerkstelling nabij de woning. Mobiliteit moet ook duurzaam (3x), comfortabel (1x) en vlot (1x) zijn maar betaalbaar voor iedereen (1x). Het dient herdacht te worden met meer aandacht voor openbaar vervoer, fiets en voetgangers en met auto’s als een secundaire zorg (2x). Bijkomende verhardingen (asfalt en beton) moeten vermeden worden (1x). Volgens één respondent moet het aantal luchthavens gereduceerd worden en volgens een andere moet vooral het spoorvervoer van zowel personen als goederen gestimuleerd worden. Het mobiliteitssysteem moet geüpgraded worden, bijvoorbeeld met de invoering van een light rail. - Steden Zes respondenten noemen de steden als belangrijk strategisch doel op lange termijn. Ze moeten versterkt worden (1x), bijkomende verstedelijking moet gebeuren in de goede richting (1x) en steden moeten aantrekkelijk gemaakt worden voor gezinnen en bedrijven (2x). De nabijheid en dichtheid in steden moet verhoogd worden (1x) en het patrimonium heeft opwaardering nodig (1x). Ook moeten steden zelfvoorzienend (1x), duurzaam (1x) en energiezuinig (1x) zijn. - Wonen Vijf respondenten geven aan dat betaalbaar en kwaliteitsvol wonen ook in de toekomst verzekerd moet worden, de groeiende bevolking heeft recht op een eigen woning. De woonvraag moet goed gestuurd worden. Dit heeft voor verschillende respondenten een verschillende betekenis. Zo zegt de ene dat wonen op het platteland gestimuleerd moet worden (1x), de andere heeft het over wonen in de eigen streek (1x), nog een andere wil wonen in de nabijheid van het werk (1x) en nog iemand anders wil een inbreiding van de woonkernen. Zonevreemde woningen moeten weggewerkt worden (2x). De leefkwaliteit moet centraal staan (1x) en er moet een soepele benadering bestaan ten opzichte van wonen (1x). Daarnaast moeten woningen verbeterd en gerationaliseerd worden (1x) en er moet nagedacht worden over andere woonvormen (1x). - Verweving Vier respondenten vragen expliciet om het verweven van verschillende functies. Efficiënt ruimtegebruik moet steeds het doel zijn (2x). - Klimaatsverandering Het ruimtelijk beleid moet zorgen voor voldoende veerkracht tegen de klimaatsverandering (5x). De ecologische voetafdruk moet opnieuw realistisch worden (1x) en ecologische kosten moeten doorgerekend worden aan de vervuiler (1x). Personen die het klimaat proberen te sparen moeten hiervoor beloond worden (1x). De mens moet opnieuw gezien worden als een deel van de natuur (1x). - Maatschappelijke veranderingen Daarnaast moet Vlaanderen durven experimenteren in functie van de maatschappelijke veranderingen, dit is niet enkel de klimaatsverandering maar ook de toenemende diversiteit in onze samenleving (1x).
35
- Economie Zeven respondenten geven aan dat de Vlaamse ruimte aantrekkelijk moet blijven voor de economie. Daarvoor moet een duidelijke visie ontwikkeld worden. Eén respondent doet de suggestie de ruimte voor economie te begrenzen in oppervlakte en niet langer in hoogte. Twee andere respondenten stellen dat Vlaanderen groei moet durven in vraag stellen. - Ruimtelijk beleid Er moet een duidelijke visie voor Vlaanderen uitgedacht worden (2x), die moet fundamenteel anders zijn dan de visie vandaag (1x). Vlaanderen moet meer dan vandaag in een internationaal plaatje worden gezien (2x). Er moet een debat geopend worden over het verspillend ruimtegebruik waarin burgers ook kunnen participeren en verantwoordelijkheid nemen (3x). Twee respondenten geven aan dat nieuwe concepten moeten uitgedacht worden (1x) en hiervoor kunnen zoekcellen opgericht worden (1x). Ook moet er ruime en grondige informatie aangeboden worden (2x). Vlaanderen heeft nood aan een versterkt, actief grondbeleid (2x) met aandacht voor de omgevingskwaliteit in het algemeen (1x) en op het platteland (1x) specifiek. Het ruimtelijk beleid zou een geïntegreerd beleidsdomein moeten worden (1x) en er zou samengewerkt moeten worden met andere beleidsniveaus (1x). Een andere respondent stelt dat er een ondersteuning moet plaatsvinden van andere niveaus en dat het subsidiariteitsbeginsel gehanteerd dient te worden in functie van de noodzaak (1x). 6.2) Strategische acties op korte termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.6 - Economie De economische visie moet geactualiseerd worden (1x). De ene zegt dat het belangrijk is om economische actoren aan te trekken (2x) terwijl de andere de bedrijven wil sensibiliseren (1x) of bedrijventerreinmanagement wil verplichten (1x). - Mobiliteit Er moet een hedendaagse visie op mobiliteit uitgewerkt worden (3x). Daarbij moet wetenschappelijk studiewerk gebeuren in de zoektocht naar oplossingen voor het mobiliteitsprobleem (1x). Vijf respondenten pleiten voor investeringen in een spoornet. Daarbij moet zo veel mogelijk ondergronds gebouwd worden, met luchtzuiveringssystemen voor de volksgezondheid (1x). Vooral het woon-werkverkeer moet hierbij als uitgangspunt genomen worden (1x). Privévervoer moet vervangen worden door openbaar vervoer (4x). Bij privévervoer moeten de externe kosten doorgerekend worden aan de verbruiker (1x). Er moet daarbij ook een beperking van 30 km/u worden ingevoerd in plaats van de huidige, 50, 70 en 90 km/u. De mobiliteitsstromen moeten een voldoende capaciteit hebben (3x) en vooral de mobiliteit rond Antwerpen (1x) en rond Brussel (1x) heeft dringend een oplossing nodig. - Wonen Woongebieden moeten zo veel mogelijk geconcentreerd zijn in de steden of bij stations (4x). De woningen moeten aangepast zijn aan hun bewoners (1x) en er moeten voldoende sociale woningen voorhanden zijn (2x). Er moet een reconversie gebeuren voor kwalitatief slechte
36
woningen (2x). Onbebouwd woongebied en woonuitbreidingsgebieden in afgelegen gemeenten dienen geschrapt te worden (2x). Er moet ingegrepen worden op de vastgoedmarkt om een eigen woning voor iedereen mogelijk te houden (1x). Het is de bedoeling kwaliteitsvolle, kindvriendelijke en samenhorige wijken te verkrijgen (1x) en men moet kwantitatieve modellen ontwikkelen om verschillende woonlocatiescenario’s te kunnen simuleren (1x). - Steden Een collectief stadsvernieuwingsbeleid dient opgestart te worden. Daarbij moet er meer geïnvesteerd worden in de publieke ruimte (2x). Ook dorpskernen dienen opgewaardeerd te worden (1x). - Open ruimte Drie respondenten zijn van mening dat er nieuwe open ruimte gecreëerd moet worden. Vijf houden het bij het afbakenen en beschermen van de huidige open ruimte. De open ruimte mag niet gefragmenteerd worden door lijninfrastructuren (1x) en de visuele en auditieve kwaliteit in de open ruimte moet bewaard blijven (1x). Daarnaast is er de suggestie om ecoducten en ecotunnels voor faunamigratie aan te leggen (1x) en ruimte te maken voor overstromingsgebieden met een strikt bouwverbod (1x). - Klimaatsverandering Vijf respondenten leggen de nadruk op de duurzaamheid van toekomstige projecten en toekomstig beleid. Daarbij moeten er aanpassingen gebeuren om de klimaatsverandering op te vangen (1x). Er worden ook enkele concrete voorstellen gedaan: het verplichten van energieneutraal bouwen (1x), het verbieden van zware energieverspilling (1x) en het verduurzamen van de financiering (1x) door het betalen voor ecosysteemdiensten en het afschaffen van “perverse subsidies”. - Ruimtelijk beleid Er moet een duidelijke en ruime visie ontwikkeld worden (5x). Die moet consistent zijn op de verschillende bestuursniveaus (1x) en moet vooruitziend zijn (2x). De visie moet meetbare doelstellingen hebben (2x). Deze visie moet het algemeen belang weerspiegelen en mag niet aangepast worden door lokale bestuurders (2x) of voor de voet gelopen worden door huidige verworven rechten (1x) of zwakke gebieden (1x). Het beleid moet het roer durven omgooien en knelpunten durven wegwerken (2x). Een andere respondent zegt dan weer dat het bestaande geherwaardeerd moet worden (2x) en leegstaande gebouwen en gemeenteverloederende locaties dienen gesaneerd te worden (2x). De visie kan tot stand komen op goed voorbereide kernvergaderingen met een werkgroep van competente mensen uit diverse disciplines (2x). Zes respondenten raden aan burgers en andere stakeholders zo veel mogelijk te laten participeren (1x) en de Vlaamse overheid zou meer moeten overleggen met buurlanden voor een bredere visie (1x). Men moet zich vragen durven stellen bij de planning (1x) en men zou experimentele proefopstellingen moeten uitbouwen om zo meer kennis te vergaren (1x). Twee respondenten raden aan fouten uit het verleden te corrigeren. Daarnaast is er ook een vereenvoudiging nodig van de wetgeving (3x) en de fiscaliteit (3x). Zo moet bijvoorbeeld een
37
systeem ontwikkeld worden om de waarde van bouwrecht af te romen (1x). Ook het gronden pandenbeleid moeten in de toekomst gevoerd worden door de overheid (1x). Anderen zeggen dan weer dat er enkel bijgestuurd mag worden als dat hoogstnoodzakelijk is (3x). 7) Strategische regio’s Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage V.7 -
Open ruimte (9x) Antwerpen met haven (7x) Vlaamse ruit (7x) Poorten (6x) Brussel en Brusselse rand (6x) Kust (5x) As Antwerpen-Brussel (5x) Vlaanderen als één regio (4x) Gent (4x) Regio nationale luchthaven (3x) Steden (3x) Kortrijk-Lille-Roubaix (3x) Albertkanaal (3x) West-Vlaanderen (2x) MHAL-gebied (2x) Scheldevalei (2x) Grensoverschrijdende gebieden (2x) Regiokernen (2x) Limburg (2x) Leuven (1x) Landbouwgebied (1x) Kempen (1x) Denderland (1x) Hasselt (1x) Zeebrugge (1x) Glastuinbouwzones (1x)
38
8) Ideeën Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse Ruimte in 2050, deze vindt u hier opgelijst. -
durven keuzes maken (privé of openbaar vervoer?) Het ruimtelijk beleid moet het lokale overstijgen Informeer je wereldwijd over successen en falen exploitatievergunningen voor alle lijninfrastructuren nodig voor strategische regio’s: zie Vlaams bouwmeester vooruit denken: leren leven met veel minder grondstoffen durven veranderen gezond milieu voor bewoners gezonde en duurzame tewerkstelling in eigen streek plaatselijke economie, middenstand en landbouw moeten bevorderd worden burgers eerlijk informeren invoeren watertaxi’s voor Albertkanaal, Antwerpen en as Antwerpen-Brussel duurzame ontwikkeling! krijtlijnen en richtlijnen in plaats van plannen participatie burgers publiek leesboek met input om maatschappelijk debat te stofferen variatie in ruimte als cultureel erfgoed koesteren biodiversiteit optimaal door versnippering in natuurlijke corridors denken op lange termijn en niet in functie van één legislatuur wees voorbereid op steeds mondigere burgers concrete veranderingen binnen lange termijnperspectief nodig meer geïntegreerde initiatieven nodig planning en uitvoering meer koppelen omgaan met verandering, onzekerheid en complexiteit geen ad hoc beleid maar een beleid gebaseerd op kennisontwikkeling, moitoring, management en evaluatie integratie RSV met andere beleidsplannen en acties meer erfpacht (overheid eigenaar) onteigeningen voor algemeen nut gemakkelijker maken efficiënter planbatenheffingen
39
9) Bijlagen bij conclusies experts Bijlage V.1 Respondent 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Verwachtingen over de overheid
Verwachtingen -
Ruimtelijke condities creëren voor duurzame ontwikkeling
-
coherentie en duidelijke keuzes op weg naar een duurzame, sociale en verantwoorde maatschappij Duurzaam beleid van natuur en natuurlijke hulpbronnen Versterken ruimtelijke kwaliteit leefomgeving Eerlijke verdeling schaarse ruimte beheren van groei in schaarse ruimte meervoudige functietoewijzing ruimte om te spelen goed ingerichte publieke ruimte veilige mobiliteit ruimte creëren voor noodzakelijke infrastructuur concentreren en denser maken van bebouwing duurzame recreatieve gebiedsontwikkeling ook aandacht voor identiteit, ecologie en esthetiek duurzame ontwikkelingsmogelijkheden creëren groenzones beschermen en uitbreiden faciliteren: vertalen van lokale wensen stimuleren van gewenste ontwikkelingen registreren: ontwikkelingen in gewenste banen leiden duurzaam beleid ruimtelijk en sociaal versterkend beleid voor steden rechtszekere ruimtelijke ordening
-
ruimtelijke kwaliteit voor dichtbebouwd Vlaanderen
-
sterke langetermijnvisie aandacht voor groene en blauwe netwerken Inplanten van functies in de ruimte Bescherming van open ruimte Op basis van overlegprocessen en wetenschappelijk onderzoek rekening houden met reeds dichtbevolkte Vlaanderen bijkomende verkeersinfrastructuur ondergronds open ruimte voor iedereen minder mobiliteit participatie maar ook verantwoordelijkheid voor burgers
40
16
17 18 19 20
21 22 23 24
-
Duurzaamheid in techniek (duza & duwobo) in RUP’s inwerken Sbk verordeningen Open ruimte tot diep in de stad trekken Stimuleren decentrale netwerken bijsturing RSV minder planbureaus en meer natuurlijke, organische ontwikkeling proactief planningbeleid gericht op de toekomst regelen van grondmarkt via vergunningen en bestemmingen krijtlijnen uittekenen voor gebruik ruimte met oog voor volksgezondheid, cultuur en welzijn duidelijk beleid visie competentie rekening houden met hedendaagse en toekomstige noden openingen voor nieuwe projecten (bv. niet lintbebouwing maar groepswoningbouw) duidelijke en langetermijn bepaling van gebruik van gronden
/ -
ruimtelijke kwaliteit
-
duurzame samenleving en ontwikkeling mogelijk maken beperking van individuele rechten meer gemeenschappelijke voorzieningen creëren uitvoeren van de planning
41
Bijlage V.2
5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Klimaatsverandering 1 Open ruimte behouden 2
Uitdagingen Mobiliteit
Demografische veranderingen
Administratieve efficiëntie
Open ruimte behouden
Meerlagen industrie
Transport voor industrie beperken Export ecologische voetafdruk naar buitenland tegengaan Ruimtelijke kwaliteit voor zo veel mogelijk vragen Kwaliteit, niet kwantiteit
Betaalbaar en kwaliteitsvol wonen Balans steeds groenere steden en grijzer buitengebied Gebieden met meervoudige functies Mobiliteit die niet verstikkend is
Steden aantrekkelijk houden
Ruimte vinden voor windenergie
Mmobiliteit
Bescherming en verduurzaming lokale landbouw en bodems Ruimte als schaars goed beheren Participatie burgers, leefbaarheid voor iedereen Stad terug aantrekkelijk maken
Natuurlijke hydrologie herstellen
7 8
Verwevenheid van functies
Behoud van open ruimte
Ruimte vinden voor windenergie
Geconcentreerd en gecontroleerd wonen Landbouw en natuur
Zelfvoorzienende steden
Efficiënt ruimtegebruik
9 10 11
Mobiliteit
Economische ontwikkeling
Rekening houden met demografische veranderingen Woningbehoefte
Toegankelijke info rond ruimtelijke ordening Groenstructuren
Duurzaamheid toepasbaar maken Flexibiliteit en inspraak
Mobiliteit
Woningkwaliteit
Vergrijzing
Diversiteit en migratie
/
Vaste beleidslijn
Duurzame regelgeving
Duidelijke regelgeving
Meer aandacht microniveau
12
Leefbare grootsteden
Mobiliteit
13
Visie hard maken
Participatie en uitvoeren van projecten met draagvlak /
14 15
Demografische veranderingen
Durven de bestemming bij te stellen Klimaatsverandering
Verandering systeem vergunningsverlening Goed waterbeleid
Regelgeving afgestemd op regels RO Ruimtelijke kwaliteit op het platteland Bos mag niet afnemen
Energievoorziening
Bereikbaarheid
Sociale segregatie
Lintbebouwing mijden
Nultolerantie t.o.v. ontbossing
16
Ecologie en duurzaamheid
Vooruitzien op maatschappelijke trends + afremmen mobiliteit
Demografische veranderingen (migratie en wonen) Prioriteit leggen bij duurzaamheid
Privé-vervoer ontmoedigen ten voordele van handelsvervoer Creëren van multifunctionele gebieden
17
Plannen flexibel uitvoeren
Groei dorpen afremmen
Recht op wonen
18
Demografische veranderingen
Klimaatsveranderingen
Deconcentratie als deel van Vlaamse cultuur Energiecrisis
Ook milieukosten bij prijzen rekenen Herwaardering steden, herzien van bestaande planning, open ruimtes Recht op wonen
Verstedelijking Vlaanderen
19
Klimaatsveranderingen
Optimaliseren mobiliteit
Europese doelstellingen halen
20
Goede invulling open ruimten in stad
Behoud van eigenheid van elke regio Respecteren regionale schaal (niet overal hoogbouw)
Goede verhouding bebouwing en groen
Mobiliteit
3 4 5 6
Grenswaarden draagkracht determineren Zorg en voortzetting van culturele erfgoed Beperken van mobiliteitsvraag
42
Efficiënter transport en infrastructuur Lijninfrastructuren en knooppunten als bindmiddel Duidelijke keuzes maken rond open ruimte Plaats voor bosbouw vinden
Impact verstedelijking op gezondheid en milieu Zoeken naar positie Vlaanderen in de wereld Openbaar vervoer herzien
21 22 23 24
Draagvlak creëren bij kiezen bestemming Efficiënt maken mobiliteit + onder de grond Klimaatverandering en energiecrisis Open ruimte behouden
Draagvlak creëren bij grote projecten Buisleidingen voor Vlaanderen als logistieke draaischijf van goederen Inclusie, demografische veranderingen Aangepaste land- en tuinbouw
Definitief vastleggen van bestemming en ruimtegebruik Ondergrondse mogelijkheden verkennen
/
/
Aanmoedigen ontwikkelen industriële sites
/
Stedelijke regio’s als nieuwe schaal Kleinere en meer aangepaste woning
Strategische en vooruitziende planning Inbreiding woon- en industriegebieden
Ontwikkelen van lange termijn visie Stimuleren openbaar vervoer
43
Bijlage V.3 Respondent 1 2 3 4 5
6 7 8
9 10 11 12
Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050
Wensbeeld -
aangenaam vertoeven in Vlaanderen
-
ruimte om te leven energiezuinig en ecologisch neutraal verrommeling is gestopt en waar nodig opgeruimd natuurlijke processen herstelt en benut gebundelde deconcentratie beter afgebakend en hersteld
-
verstedelijkte netwerkstad Vlaanderen recreatieve en ecologische open ruimte sterk openbaar vervoer voorrang voor openbaar vervoer geen kernenergie duurzame energie krijgt ruimte participatie burgers zorgt voor draagvlak overheden streven naar kwal. passieve woningen/meergezinswoningen/zorgwonen geconcentreerde woonkernen open ruimte buiten kernen deels benut voor industrie en hernieuwbare energie maatschappelijke boven individuele noden groen zowel op platteland als in stad meer aandacht voor omgevingskwaliteit en landschappelijke integratie synergie open ruimten en nieuwe woonvormen zelfvoorzienende steden (actieve energieontwikkeling en stedelijke landbouw) wijziging in modal split slimme mobiliteit Vlaanderen (België) op de Europese kaart ruimte voor initiatieven met nodige eisen helder kader voor verdere ontwikkelingen ruimte voor flexibiliteit en inspraak Feiburg in plaats van LA
-
rechtzetting anomalieën uit het verleden verder toekomstgericht beleid stop verrommeling van de open ruimte garantie ruimtelijke kwaliteit combinatie van functies zonder chaos ruimte voor ondernemen maar met grenzen flexibel vergunningssysteem nee zeggen tegen ongewenste projecten gebiedsgericht en participatief beleid
44
13
14 15 16 17 18 19
20 21 22 23 24
-
sterker geordend landschap aandacht voor leefkwaliteit biodiversiteit in de groenstructuren slim waterbeleid, zonder subsidiariteitsbeginsel efficiënte en compacte woningen meer belang publieke open ruimte dan private open ruimte steden en suburbane gebieden beschikken over volwaardig stedelijk apparaat verantwoordelijke burgers welvaart behouden door minder belangrijke dingen te laten vallen levende kernen en échte rustgebieden strikte grenzen aan stedelijke zones harmonisch samenleven voor iedereen garantie eigendomsrecht behoud eigen karakter 2050 is te veraf om een wensbeeld te formuleren
/
klimaatneutraal groen lokale voedselproductie cradle to cradle principe Europese topregio in publieke ruimte professionele aanpak totale aanpak bewaakte evolutie van wonen, werken, verkeer, industrie en groen groen kwaliteitsvol en betaalbaar wonen bereikbaarheid
-
zie principes RSV 1
-
geconcentreerd maar kwaliteitsvol wonen ruime natuurlijke omgeving
45
Bijlage V.4
Betekenis begrippen
Respondent Ruimtelijke kwaliteit
Functies ruimtelijk scheiden
Functies ruimtelijk verweven
Stad
Platteland
Dorp
Buurt/ wijk
Woning
Onderweg
Minimaliseren, anders kort en aangenaam Minimaliseren, anders duurzaam en energiezuinig
1
Optimaal gebruik ruimte
Enkel als noodzakelijk
Als synergie mogelijk
Natuurlijke habitat mens
Bestaat niet meer in Vlaanderen
Gesloten gemeenschap
Directe omgeving
Thuis
2
Lang proces van verbetering
Slechts in beperkte gevallen
Als mogelijk
Motor van economie en samenleving
Vrij van grootschalige ontwikkelingen
Verenigingsleven, sociaal gebeuren
Kwaliteit, klimaatsneutraal, energievoorzienend
3
Evenwicht zoeken tussen verschillende stakeholders en ecologie
Liever multifunctioneel ruimtegebruik
Als mogelijk
Afgescheiden van platteland
Niet uit het oog verliezen dat dit de ecologische standaard is
Opvangen maatschappelijke tendensen zonder grootstad te worden Buitengebied moet leefbaar gehouden worden
Potentieel voor verbetering, leefomgeving
Grote consumptie natuurlijke hulpbronnen, belangrijk in stad
4
Integratie en multifunctionaliteit
Wel voor harde, niet voor zachte functies
Nodig door schaarse ruimte
Grootste bundeling
Open ruimte rond nederzettingen
Enkel nog in compacte, verstedelijkte vorm wenselijk
Kleinste collectieve eenheid
5
Evenwicht door participatie burger- en stakeholders Ruimte voor alle functies zonder verstoring Aandacht groen, erfgoed, esthetiek en leefbaarheid
Om ademruimte te verzekeren, compatibele functies verweven Woningen scheiden
Meerwaarde aan schaarse ruimte
Grote en kleinere steden als knopen
Bestaat niet meer in Vlaanderen
/
Kleine ruimtelijke entiteit
Unitaire, private woongelegenheid, ev. Gelegen in woongebouw, altijd in wijk, dorp of stad Woonentiteit
Als mogelijk
Woonplaats
Voor landbouw, natuur, recreatie (incl. horeca)
Groener, vrijer, aangenamer
8
Genereren economische, sociale en ecologische voordelen
Enkel als noodzakelijk
Als mogelijk
Epicentrum maatschappij
Herdefiniëring en nieuwe mogelijkheden nodig
9
Belangrijk
Enkel als noodzakelijk
Belangrijk door schaarse ruimte
Economische motor kenniseconomie
Natuur, landbouw en recreatie
Secundaire woonplaats niet uitbreiden Aandacht beeldkwaliteit, ruimte voor functioneel fietsverkeer Herdefiniëring nodig, na te streven sfeer in plaats van ruimtelijk afgebakend begrip Lokale sociale gemeenschappen
Basis
Enkel voor intensieve functies (industrie en wonen)
Landbouw, energiewinning, bos en natuur Natuur, landbouw en recreatie
6 7
46
Plek om te genieten
Rustplaats voor één of meer families Energiezuinig
Kwaliteit, reizen noodzakelijk voor menselijke groei, evenwicht noodzaak en luxe Sporen en varen uitbreiden, andere lijninfrastructuren optimaliseren
Te voet
Minimaliseren
Fiets en openbaar vervoer promoten
Essentiële bouwsteen in woonbeleid, gelijkend op dorp
Vraagt nieuwe concepten en mogelijkheden, Vlaanderen loopt achter!
Vaag begrip
Sociale cohesie, voorzieningen toekomstbestendig
Belangrijk
Mobiliteit om economische ontwikkeling te stimuleren
10
Ondefinieerbaar begrip
Afhankelijk van functies
Afhankelijk van functies
Wonen, werken, leven
Goed voor korte vakantie
Verstikkende sociale controle
Rust
Privacy
Minimaliseren maar soms nodig
11
Belangrijk, vertrekkend vanuit woonkwaliteit en -kwantiteit
Enkel in bepaalde omstandigheden
Als mogelijk
Verweving van functies
Soepele verhouding met zachte functies (wonen, natuur)
Diversiteit, solidariteitsgebonden ruimtegebruik
Vrije keuze van wonen
Openbaar vervoer en voldoende capaciteit andere vervoersmiddelen
12
Integratie functies en omgeving
Onrealistisch bij hedendaagse druk op ruimte
Combinatie van mogelijkheden
Natuur, landbouw, landschap en recreatie
Sociale cohesie, vertrouwdheid
Duurzaam, zuinig, comfortabel
13
Geen landschappelijke verrommeling
Harde functies en natuur clusteren
Cruciaal maar moet gebiedsgericht gebeuren Groene en blauwe netwerken
Vermijden verdere lintbebouwing, soepele benadering van wonen en andere zachte functies Verstedelijkt
Anticiperen op onvermijdelijke sprawl
Landschap, open ruimte, ecologie, fauna en flora
Streekeigen karakter, verkeersarm
Sociale cohesie, ontmoetingsplaatsen, wadi’s
Passief, gescheiden afvalwater
Duurzaam, comfortabel transport is een hele uitdaging! Openbaar vervoer, boycot auto’s
14
Schaalniveau van wijk, nadruk op woonfunctie
Hinderlijke- en verblijfsactiviteiten scheiden
Toename van afstanden vermijden
Agglomeratie van verschillende wijken
Deel van suburbane structuur, niet meer van vandaag
Sociale cohesie, lokale voorzieningen
Functioneel, niet als statussymbool, zuinig, compact
Concentreren op openbaar vervoer, fiets en te voet
15
Open ruimte en gezonde steden
Verkeer scheiden van verblijfsactiviteiten, beter # kleine industriezones dan te groot
Wonen, winkelen en school opnieuw verweven
Bewaren zoals ze vandaag zijn
Duurzame ontwikkeling, burgerparticipatie
Duurzame ontwikkeling, ruimte om te leven
16
Deel van duurzaam ruimtegebruik
Enkel voor zware industrie
Als mogelijk
Groene open ruimte, wonen, werken, winkelen, schoolgaan, te voet, met de fiets, met openbaar vervoer Kritische massa, combinatie van functies, kindvriendelijk
Dient beschermd te worden i.f.v. landschap, natuur, recreatie en landbouw Kleine woonkernen, vermijden lintbebouwing, grote open ruimten
Natuur, recreatie, vermijden van lintbebouwing
Grenzen aan uitbreiding, aandacht potentieel van kernen, lokale voorzieningen
Sociaal kapitaal, herwaardering nodig, participatie bewoners
Woongemeenschappen, compact, buurten wijkleven
17
Ruimte benutten in harmonie en zonder conflict
Scheiden waar nodig, integreren waar mogelijk
Verstedelijkt
Thuis
Nest van goed gevoel, gezin grootbrengen
Inhoudsloos
Enkel als noodzakelijk
Woongebied met nood aan werk- en ontspanningsstructuren 21ste eeuw is eeuw van de stad
Landschap wonen en werken
18
Wonen, natuur, landbouw, industrie en KMO verweven Komt vanzelf
Minder en minder vervuilend verkeer, firmawagens niet voor privaat gebruik, dan openbaar vervoer Openheid en transparantie, minder verharde wegen, lintbebouwing afbouwen Ontmoetingsruimte met buitenwereld
Bestaat niet meer in Vlaanderen
Herdefiniëring nodig, zinvol sociaal economisch kader
/
/
19
Goede openbare ruimte binnen 5’ wandelafstand
Efficiënte infrastructuur voor verre verplaatsingen
Efficiënte publieke ruimte voor korte verplaatsingen
Vlaamse Ruit
Moeten nationale parken worden
Onder de kerktoren
Verliest traditionele betekenis, nog steeds sociaaleconomisch zinvol Bouwsteen van groter geheel, met basisvoorzieningen
Private entiteit, deel van wijk of buurt
Wegvallen middellange afstanden
47
20
Belangrijk
Conflicten voorkomen
Goede oplossing voor samenleven en –leving
Leefvriendelijke, evenwichtige oplossingen
21
/
/
/
/
Bestaande situaties moeten gerespecteerd worden /
22 23
/
/
/
/
Maatschappelijk en ruimtelijk vernieuwend Harmonisch integreren van cultuur en natuur
/
/
Vermijden negatieve beïnvloeding
Onderlinge bereikbaarheid maximaal houden
Motor van ontwikkeling en cultuur Wonen, culturele activiteiten en niet hinderlijke werkplekken
24
Eigenheid en schaal behouden
Integratie van verschillende leefgroepen
Compact, betaalbaar
Aanpassingen dringend nodig!
/
/
/
/
/
/
/
Vlot, kwaliteitsvol en betaalbaar openbaar vervoer, voldoende en kwaliteitsvolle wegeninfrastructuur /
Openheid en rust
Leefgemeenschap
Leefgemeenschap
Wonen noodzakelijk voor plaatsgebonden activiteiten
Verstedelijkt
Deel van stad of dorp met eigen gezicht
Ruimte waar huisgezin samenleeft Aangepast aan situatie, beschermde verblijfsplaats
48
Beweging, mobiliteit Maximale mogelijkheden volgende generaties openen
Bijlage V.5
Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)
Respondent Steden aantrekkelijk maken voor 1 2 3
gezinnen en bedrijven Ruimte voor economie begrenzen in opp., niet in hoogte Biodiversiteit behouden
Belangrijkste strategische doelen op lange termijn Open ruimte voor ecosysteemdiensten Natuurverweving uitbouwen
Ecologische voetafdruk opnieuw realistisch Ruimteregulering versterken
6
Ruimte uit marktwerking houden Patrimonium in netwerkstad opwaarderen Hernieuwbare energie
7
Visie voor leefbaar Vlaanderen
Mobiliteit herdenken: openbaar vervoer, fiets, te voet Zonevreemde woningen wegwerken Concentratie basisfuncties
8
Zelfvoorzienende steden
Efficiënt ruimtegebruik
9
Mobiliteit
10
Steden versterken
Visie op economische kerngebieden ontwikkelen Beheersen mobiliteit
11
Soepelere benadering wonen
12 13 14
Duurzame en comfortabele mobiliteit Groene netwerken Woonvraag goed sturen
15
Minder en gezonder transport
16
Fundamenteel andere gedachtegang voor RO Eigen woning voor groeiende bevolking Bijkomende verstedelijking in goede richting Duurzame ontwikkeling
4 5
17 18 19
Infrastructuur
Verweving
Minder transport door lokale economie
Betaalbaar wonen voor iedereen
Natuurlijke waterkringloop herstellen Kwaliteitsvolle steden: nabijheid en dichtheid Participatie operationaliseren
Ecologische kosten doorrekenen aan vervuiler Meer ruimteconcepten ontwikkelen Kwaliteitsvolle leefomgeving voor iedereen Geen groei asfalt en beton
Inbreiding woonkernen Aandacht omgevingskwaliteit Stimuleren experimenten i.f.v. maatschappelijke veranderingen Samenwerken met andere beleidsniveaus Betaalbare woningen voor iedereen Functies verweven
Voldoende aanbod industriële nederzettingen Ruimtelijke kwaliteit op platteland Blauwe netwerken Woon- en omgevingskwaliteit steden Einde lintbebouwing
Betaalbare duurzaamheid
Groei in vraag stellen
Leefkwaliteit centraal
Versnippering van landschap als opportuniteit Upgrade van mobiliteitssysteem (light rail) RO als geïntegreerd beleidsdomein
Mens als deel van natuur
Versnippering landschap tegengaan Eenvoudige toegang tot informatie Strategische opgaven definiëren en ontwikkelen Ruimte voor water
Veerkracht tegen klimaatverandering Actief grondbeheer
Publieke goederen voor iedereen Duurzame mobiliteit realiseren Nadenken over geen verdere economische groei Hoeveelheid luchthavens reduceren Bescherming landschap Zoekcellen vernieuwende concepten Duurzaamheid Afbouwen lintbebouwing
Wonen op platteland stimuleren
Optimaliseren mobiliteitsaanbod
Duurzame grootsteden
Werkbare participatie
/
Vrijwaren open ruimte Werken in nabijheid van wonen
Kwalitatieve landschappen Stimuleren spoorvervoer (goederen en mensen) Meer open ruimte
/ Beschermen open ruimte
Behoud en uitbouw van natuureenheden Vlaanderen oriënteren op bovenregionale context
49
Behoud economische slagkracht
Participatie en verantwoordelijkheid burgers Mobiliteit herzien, auto’s niet meer eerste zorg Eerlijk communiceren over ruimte voor water Milieu en gezondheid
Ondersteuning andere niveaus, subsidiariteit i.f.v. noodzaak
Overstijgen Europese milieudoelstellingen
Debat openen over verspillend ruimtegebruik Andere woonvormen
/ Ruimte voor economische ontwikkeling / Samenleven in diversiteit
/ Vergroening van Vlaanderen
/ Vlotte mobiliteit
22 23
Ruime en grondige info Betaalbaar wonen in eigen streek / Energie- en ruimtezuinigheid
/ Verdichting en verweving
24
Open ruimte behouden
Woningen verbeteren en rationaliseren
Industrie mogelijk maken
/ Lokale sociaal-ruimtelijke kwaliteit Landbouw mogelijk maken
20 21
50
/ Ruimte voor landbouw en platteland / Snelle veranderingen Vlaanderen in breder perspectief
Bijlage V.6 Respondent 1 2 3 4 5 6
Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken Belangrijkste acties op korte termijn
Fouten uit verleden corrigeren
Administratieve hervorming
Fiscale hervorming
/
/
Grond- en pandenbeleid door overheid
Voldoende sociale woningen
Actieve grondverwerving voor natuur
Bedrijventerreinmanagement verplichten
Goede kennisbasis, opvullen hiaten, goede kennis toekomstige conflicten Versterkte operationele randvoorwaarden vastleggen voor IC-IR-cargospoornet Ingrijpen op vastgoedmarkt
Verduurzamen financiering: betalen voor ecosysteemdiensten en afschaffen perverse subsidies Fietsroutenetwerk op stadsgewestelijk niveau
Beleid voor havens en aantrekken economische actoren Realistische visie met meetbare doelstellingen
Publieke participatie serieus nemen
Groene, blauwe en open ruimte vergroten en verbinden
Fragmentatie door lijninfrastructuren wegwerken
Consistente plannen op gewestelijk, provinciaal en gemeentelijk niveau Kwaliteitsvolle en samenhorige wijken
Zware energieverspilling verbieden
Participatie stakeholders en burgers
Echte noden onafhankelijk van lokale bestuurders in kaart brengen Implementatie duurzaamheidprincipe /
Publieke ruimte herorganiseren, veilige omgeving voor voetgangers en fietsers Verworven rechten herzien in functie van maatschappelijk belang Herbevestiging en ankerplaatsen
Beperking lokale beslissingen die tegen strategische doelen ingaan RUP’s
Verdere uitbouw openbaar vervoer, 30 km/u i.p.v. 50, 70 en 90 Fouten uit verleden rechtzetten
Dynamisch beleid voor stabiel klimaat dat knelpunten durft wegwerken Mobiliteitsvisie uitwerken
8 9
/
Sensibiliseren van bedrijven en lokale overheden /
/
/
Actuele visie op mobiliteit
Actualiseren economische visie
Structuurvisie ruim opstellen
Definiëren Vlaamse opgaven
10
Bevriezen woonuitbreidingsgebieden Zwakke gebieden die initiatieven in de weg staan geen voorrang geven Uitbouwen experimentele proefopstellingen Groenstructuren in groene gewestplanbestemmingen Ontwikkelen kwantitatief model inschatten woonlocatiescenario’s
Woninguitbreiding bij stations (ook buiten stad) Voldoende capaciteit mobiliteitsstromen
Vertrammen van Vlaanderen
Afbakenen open ruimte
Opwaardering dorpskernen
Stimuleren van wonen in de stad
Mogelijkheden duurzaamheid verbreden Opstarten collectief stadvernieuwingsbeleid Sociaal woonaanbod promoten en stimuleren
Studiewerk naar oplossingen mobiliteitsprobleem Overstromingsgebieden ruimte geven en strikt bouwverbod Schrappen onbebouwd woongebied en woonuitbreidingsgebieden in afgelegen gemeenten Geen nieuwe verkeersinfrastructuur behalve gezond ondergronds
Alternatief vergunningenbeleid
Experimenteren met participatie
/
Open ruimte met ecoducten en ecotunnels voor faunamigratie Investeren in woon- werk spoorinfrastructuur
Visuele en auditieve kwaliteit in landschappen Reconversie voor clusters kwalitatief slechte woningen
/
Openbaar vervoer i.p.v. privévervoer, externe kosten doorrekenen aan verbruiker
Eigen duurzame energie
Vereenvoudigen wetgeving
7
11 12 13 14
15
Ruimte voor bos laten
51
Ontwikkelen systeem waarde van bouwrecht afromen
Halt aan macht van planbureaus
Vragen stellen bij opmaak planning Participatie burgers
GEN netwerk uitbreiden (lightrail) Verhogen investeringen publieke ruimte Goed voorbereide kernvergaderingen met werkgroep van competente mensen uit diverse disciplines Mobiliteit rond Antwerpen verbeteren
Bijkomende grote Vlaamse parken ontwikkelen Afbouwen behoefte individueel gemotoriseerd vervoer /
Aanpassen aan klimaatsverandering Verplichten energieneutraal bouwen /
Mobiliteit rond Brussel verbeteren
22 23
/
/
Sanering brownfields en gemeenteverloederende locaties /
Geïntegreerd strategisch beleid
Onderzoek en actie rond bouwblokrenovatie in steden
24
Zonevreemde activiteiten beperken
Aangepaste woningen ter beschikking stellen
16 17 18 19 20
21
Kindvriendelijkheid in alle kernen Het roer om durven gooien
Duurzame projecten steunen
Ontwikkeling toekomstvisie en organiseren maatschappelijk debat Toezichten bij milieu- en bouwvergunning
52
Burgers betrekken
Herwaardering van het bestaande Enkel bijsturen als noodzakelijk
Organisch laten evolueren als mogelijk Strategische Vlaamse bedrijventerreinen Vrijwaren aaneengesloten open ruimte /
Mentaliteitswijziging voor duurzaamheid /
Aanpakken van leegstand
/
/
/
Concentratie, geen spreiding
Bescherming open ruimte
/
Overleg met buurlanden
Ruimtelijk-logistiek netwerk
Bijlage V.7
Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden
Respondent Scheldevallei 1 Vlaanderen als één regio 2 3 4 5 6 7
Belangrijkste strategische regio’s ABC-as
Haven van Antwerpen
/
/
West-Vlaanderen en Limburg als aparte dynamiek Intensieve en vergrijzende landbouwgebieden
Vlaamse Ruit
Havengebieden
Grote steden
Meer interactie met Brussel en Wallonië Ruimte voor water
Grenzen: Brusselse rand, Waalse en Nederlandse grensoverschrijdende projecten Vlaamse Ruit
Kust
Kust en Brugge
Kempische as
Kortrijk-Lille
Open ruimte
Netwerkstad
/
/
/
/
West-Vlaams binnenland
Denderland
Albertkanaal
Antwerpse haven
Zaventem
Vlaamse Ruit
Scheldegebied
Maasland
Kust
/
/
/
8 9 10 11 12 13 14
/
Groene rand rond Brussel beschermen /
Brussel
Antwerpen
Leuven
Brugge-Gent
Hasselt
Antwerpen-Brussel-Leuven
Gent en omgeving
Kust
autosnelwegen
Opletten voor congestie
Brusselse rand
Vlaanderen als transitgebied
Gent en omgeving
Antwerpen
Limburg
Vlaamse Ruit
Open ruimte
/
/
/
Kust
Rand rond Brussel
Vlaamse Ruit
/
/
Brusselse rand
Antwerpen-Mechelen-Brussel
poorten
/
15
Antwerpen met haven
As Antwerpen-Brussel
Open ruimte mag niet versnipperd worden Albertkanaal
Open ruimten
16 17 18 19 20 21 22 23
Vlaamse Ruit
Regionale landschappen
havens
Haven moeten transnationaal samenwerken /
/
Alle regio’s
/
/
/
/
Vlaamse Ruit
Kortrijk-Lille-Roubaix
MHAL-gebied
/
/
Vlaanderen is één regio
steden
Regiokernen
Open ruimte
Van volgend naar sturend beleid
Brussel
Antwerpen
Gent
Kortrijk
Kust + Brugge
24
Antwerpen
Zaventem
Zeebrugge
As Antwerpen-Brussel
Albertkanaal
/
/
/
/
/
poorten
Steenweg- en riviersteden
Open ruimte
Openbaar vervoer
havens
Zaventem
steden
Verkeersinfrastructuur
Steun voor stedelijk- en plattelandsbeleid Glastuinbouwzones
53
VI
Conclusies verenigingen en organisaties 1) Profiel van de respondenten
Voor tabel: zie bijlage VI.1 Dertig verenigingen en organisaties hebben deelgenomen aan de enquête. Elf daarvan zijn verbonden aan natuurpunt vzw. Zowel de koepelorganisatie als tien lokale organisaties vulden de enquête in. Ook zijn er zes organisaties die het behoud van open ruimte en bos als doelstelling hebben. Daarnaast deed de koepelorganisatie van de fietsersbond mee, samen met een lokale afdeling van de bond uit Antwerpen. Twee organisaties ijveren voor de belangen van de jeugd. Twee organisaties vragen de promotie van trage wegen, daarnaast was er een vereniging die de recreatieve luchtvaart in de verf zet, een organisatie voor range- en landrovers en een organisatie voor pitbiking. Ook vulden de gezinsbond, het algemeen boerensyndicaat, een federatie voor transporteurs door middel van pijpleidingen en het vzw leven in Vlaanderen en Europa de enquête in. Zevenentwintig van de dertig verenigingen definiëren zichzelf als middenveld of belangenvereniging en drie als hobby- of sportvereniging. Het ledenaantal varieert van 16 tot 290.000. Zes verenigingen tellen minder dan 250 leden, dertien verenigingen hebben een ledental tussen 250 en 2.500 en acht hebben meer dan 2.500 leden. De profielen van de verenigingen lopen zeer sterk uiteen. Een algemene conclusie trekken is dan ook moeilijk. Tegenstellingen tussen de verenigingen zullen ook verder naar voren komen. 2) Ruimtegebruik van de respondenten 2.1) Ruimtegebruik - inrichting van de ruimte voor vereniging of organisatie Elf van de dertig respondenten hebben de ruimte voor hun vereniging of organisatie zelf ingericht. Negen respondenten hebben de inrichting samen medegebruikers gedaan en zeven met de overheid of een privépartner. Geen enkele vereniging of organisatie functioneert in een ruimte die voor een ander doel werd ingericht. Daarnaast zijn er ook drie respondenten die geen antwoord gaven op deze vraag. - inrichting van de ruimte voor leden De ruimte voor de leden werd in vijf organisaties door de organisatie ingericht, bij vijf andere organisaties gebeurde dat door de organisatie samen met medegebruikers. De ruimte voor leden werd bij 11 organisaties door de overheid of een privépartner ingericht, bij vier organisaties werd die eigenlijk voor een ander doel ingericht. Vier respondenten weten het niet. - ruimte ingericht voor type activiteit Achtien respondenten beschikken over een buitenruimte van meer dan vijf hectare zonder gebouw voor hun activiteiten. Bij twee respondenten is die buitenruimte kleiner dan één hectare.
54
De grond rondom een gebouw varieert ook in grootte. Zo zijn er drie respondenten die over zo’n grond beschikken die meer dan vijf hectare groot is, drie waarvan de grond meer dan 2000 m² groot is en één waarvan de grond kleiner is dan 2000m². Zeven organisaties beschikken over een geheel gebouw. De grootte daarvan varieert van minder dan 100 m² (1x), over meer dan 100 m² (4x) tot meer dan 1500 m² (2x). Tien organisaties beschikken over een deel van een gebouw. Vijf van hen beschikken over één lokaal, vier over meer dan één lokaal en één over meer dan zes lokalen. - ruimte niet specifiek ingericht voor type activiteit Naast ruimten specifiek ingericht voor de activiteiten van de vereniging of organisatie, gebruiken verenigingen en organisaties ook ruimten die niet specifiek ingericht zijn voor hun activiteiten. Deze ruimten zijn: een buitenruimte zonder gebouw (13x), een grond zonder gebouw (5x), een deel van een gebouw (4x) een geheel gebouw (1x), paden (12x), een straat (5x), een buurt (6x), een stad (5x) of het platteland (16x). Ook zijn er vier organisaties die aangeven geen gebruik te maken van ruimten die niet specifiek zijn ingericht voor hun activiteiten. Vijf respondenten gaven aan ruimten te gebruiken die niet waren opgenomen in de lijst. Dit waren de brede kust (1x), het luchtruim (1x), de Kalkense Meersen (1x), natuurreservaten (1x), natuurgebieden (1x), bron en valleigebieden (1x), weiden (1x), bossen (1x) en openbare vergaderzalen (1x). - evolutie ruimtegebruik op lange termijn Zestien respondenten verwachten dat hun ruimtegebruik op lange termijn zal toenemen. Daarnaast zijn er acht die verwachten dat het ruimtegebruik zal gelijk blijven en vier die verwachten dat het zal afnemen. 2.2) Belangrijke elementen voor het ruimtegebruik Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.2 - Natuurbehoud Vier respondenten stellen dat het behoud van de biodiversiteit heel belangrijk is voor de ruimte die zij gebruiken. Ook het behoud van de natuur als geheel wordt belangrijk geacht (4x). Een oppervlakte van 250m² bos per Vlaming zou ideaal zijn volgens één van de respondenten. - Klimaatverandering Er is ook nood aan aangepaste ruimte voor klimaat en adaptatie (o.a. erosie en waterbuffering) (3x). Er wordt verder gesproken over het beschermen van zuiver water (1x), zuivere lucht (2x), zuivere bodems (2x) en oog voor reliëf (1x) - Toegankelijkheid en recreatief medegebruik Daarnaast moeten natuurgebieden en bossen toegankelijker gemaakt worden voor het brede publiek (3x). Er moet een maximale variatie aan onverharde wegen worden gecreëerd waarvan iedereen gebruik kan maken (1x). Een andere respondent legt de nadruk op veilig fietsers- en voetgangersverkeer. Twee respondenten drukken op de bruikbaarheid van de ruimte voor recreatie. Vijf respondenten halen concreet aan dat de ruimte ingericht dient te zijn om te wandelen.
55
- Ruimte gebruikt door de vereniging Vier respondenten hebben het over het gebruik van een ruimte in een gebouw. Deze moet verwarmd zijn (1x), er moet een opbergruimte beschikbaar zijn (1x), het moet goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer (1x), een binnentuin geldt als een pluspunt (1x), er moet voldoende natuurlijke lichtinval zijn (1x), het verkeer mag niet te druk en te vervuilend zijn (1x) en er moet de mogelijkheid zijn demonstraties te geven (1x). - Concrete suggesties Zes respondenten doen concrete suggesties die in de lijn van de missie van hun vereniging of organisatie liggen. Eén van hen spreekt over het kwalitatief ruimtegebruik voor en door jongeren. Er is een kwalitiatieve inplanting nodig van recreatieruimte met een strategische ligging in het jongerenweefsel. Een andere respondent wil meer ruimte voor landbouwproductie met gronden die landbouwkundig waardig zijn. Een volgende respondent ijvert voor een rustigeen groene buitenruimte voor jeugdverenigingen. Er zou ook een genenbank en zaadgaard van planten uit de Vlaamse Ardennen aangelegd moeten worden. Tenslotte ijvert een respondent voor het opleggen en communiceren over servitudes i.v.m. hoogteobstakels en gevaarlijke inrichtingen voor een vliegveld. - Ruimtelijk beleid De druk op de ruimte zal in de toekomst in negatieve zin toenemen (1x). Daarom lijkt multifunctioneel ruimtegebruik voor één respondent een heel goed idee (1x). Het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen moet verder uitgewerkt en geconcretiseerd worden (1x). Daarnaast moet er een belangenbehartiging zijn in naam van de burgers in ruimtelijke ordening en milieu (1x). 3) Verwachtingen van de overheid Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.3 - Mobiliteit De mobiliteit in Vlaanderen is een belangrijke verantwoordelijkheid van de Vlaamse overheid (5x). De ruimtelijke sturing moet het autogebruik terugdringen (1x), een veilige, vlotte, gezonde en duurzame mobiliteit voor fietsers garanderen (1x) en conflicten tussen verschillende verkeersstromen voorkomen (1x). Vrachtverkeer dient verminderd te worden ten voordele van de trein, het schip en de camionet (1x). Er moet daarnaast een juridische bescherming komen van de ‘kleine wegenis’ (1x). Twee respondenten pleiten voor de toegankelijkheid voor recreatief gemotoriseerd verkeer. Zo moeten de onverharde wegen toegankelijk gehouden worden voor recreatief gemotoriseerd verkeer (1x). Er moeten terreinen ter beschikking gesteld worden voor het gebruik van motorvoertuigen geschikt voor onverharde wegen (1x) en voor een minicrossparcours (1x). - Open ruimte Er moet meer ruimte gemaakt worden voor natuur (7x). De basis van de ruimtelijke ordening zou de natuurlijke en ecologische structuur moeten zijn (1x). Daarnaast drukken drie respondenten op de realisatie van de 48.000 hectare natuurgebied die vooropgesteld
56
werden in het RSV. De open ruimte moet zo gesitueerd worden dat ze geen geluidsoverlast ondervindt van het verkeer (1x). De biodiversiteit in Vlaanderen dient beschermd en hersteld te worden (1x). Het landbouwgebied moet kunnen rekenen op een basis natuur- en milieukwaliteit (1x). Daarnaast moeten overgangszones tussen natuur- en landbouwgebied ingepland worden om de gebieden leefbaar te houden (1x). De subsidies voor de aankoop en het beheer van natuurgebieden moeten behouden blijven (1x). - Steden Vijf respondenten vragen aandacht voor de stad aan de hand van verschillende suggesties. In de stad is het belangrijk verschillende functies te verweven (2x). Daarnaast moeten de in onbruik geraakte panden, eerst hergebruikt worden voordat nieuwe gebieden als woongebied worden aangesneden (1x). Ecologische tuinen en huizen in woonzones moeten gesteund worden (1x). Er dient een afschaffing te zijn van de regelgeving van zonevreemde woningen en nieuwe woontypologieën dienen uitgedacht te worden (1x). Stadsrandbossen (1x) en voldoende publieke ruimte (1x) moeten zorgen voor leefbare steden. Er moet ruimte voorzien worden om te spelen in de woonomgeving (1x). Jongeren moeten actief en op maat betrokken worden bij woonontwikkelingen (1x) en knooppunten in het ‘tiener- en jongerenweefsel’ dienen minstens impliciet afgestemd te worden op jongeren. - Concrete suggesties Enkele organisaties geven concrete aanbevelingen die in lijn liggen met de visie van hun vereniging. Zo vraagt één vereniging een ruimtelijk kader voor de kustzone. Een andere vraagt dat de regelgeving van het luchtruim gebeurt volgens de internationaal geldende regels. Een volgende vereniging vraagt om een reservatie van gronden voor kapitaalarme functies. Eigenaars zouden gestimuleerd moeten worden ruimte te voorzien voor bijvoorbeeld jeugdbewegingen. Er is ook een gedetailleerde inventaris nodig van de jeugdlokalen. Een andere respondent ijvert voor een ruimtelijke reservering voor leidingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen en een aangepast vergunningenbeleid in bestaande reserveringsstroken. Tenslotte legt een laatste organisatie de nadruk op een integratie van cultuurhistorie en erfgoed in de ruimtelijke plannen. Er moeten dwingende maatregelen komen om esthetiek van ruimte te bewaren en herstellen. - Ruimtelijk beleid Zeven respondenten pleiten voor een consequente handhaving van de regelgeving. De handhaving mag niet afhangen van persoonlijke betrokkenheid (1x) maar moet gebaseerd zijn op een sterke, duurzame visie (1x). Daarnaast moet ze zorgen voor een rechtzetten van vroeger gegroeide wanorde (2x). Het ruimtelijk beleid moet een inhaalbeweging maken in de behandeling van erkenningsdossiers (1x). Tenslotte moet de afbakening van gebieden samen met lokale actoren gebeuren (1x).
57
4) Uitdagingen voor ruimtelijk beleid op lange termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.4 - Mobiliteit Zes respondenten zien mobiliteit als een belangrijke uitdaging op lange termijn. Eén van hen pleit voor het oplossen van het mobiliteitsprobleem zonder de aanleg van nieuwe wegen. Er wordt ook een auto-ontradende planning gesuggereerd (2x), voldoende ruimte voor fietsers (4x) en openbaar vervoer (2x). - Stad Veertien respondenten halen concentratie in de stad aan als belangrijke uitdaging op lange termijn. Zuinig ruimtegebruik is noodzakelijk voor vijf respondenten omwille van een open en stedelijk Vlaanderen (2x) en het behoud van de open ruimte (1x). Dit zuinig ruimtegebruik moet vooral in de industriegebieden (2x) en steden (4x) in het achterhoofd worden gehouden. Verder moet een multifunctioneel gebruik van de ruimte aangemoedigd worden (3x). In de stad mag de densiteit echter niet worden overdreven (1x) want de kwantiteit en kwaliteit van de publieke ruimte mag niet in het gedrang komen (1x). De leefbaarheid in de steden moet gewaarborgd blijven (1x). Zo moet er voldoende groen in de steden aanwezig zijn (4x) en moeten steden gezins- (1x) en jongerenvriendelijk (2x) zijn. Aan de rand van de stad dienen bossen gecreëerd te worden (3x). Ook moeten we in de toekomst geconcentreerd, milieuvriendelijk en zongericht gaan bouwen (1x). In de stad moeten autoluwe woonwijken gevormd worden (1x) en woningen en tuinen die biodiversiteit bevorderen dienen gestimuleerd te worden (1x). Er moet ruimte genoeg zijn om te wonen (2x). Zo waarschuwen twee respondenten voor demografische veranderingen. Eén van hen stelt voor om het samenleven van verschillende leeftijden mogelijk te maken en aan te moedigen. - Open ruimte Negen respondenten gaan voor het behoud van de open ruimte als uitdaging op lange termijn. Ook de kwaliteit van de open ruimte moet bewaakt worden (1x). Eén van de respondenten stelt dat de open ruimte gereserveerd dient te worden voor natuur en landbouw. Lintbebouwing dient weggewerkt te worden om versnippering te stoppen (4x), de ruimtelijke ordening moet zo compact mogelijk zijn: met het verweven en het creëren van een grote densiteit aan verschillende functies (1x). Twee respondenten raden aan de verschillende functies aanwezig in het buitengebied (landbouw, industrie, bebouwing, recreatie en natuur) te verzoenen. Er moet een zuinig en duurzaam ruimtegebruik nagestreefd worden (1x). Zo moet het landbouwgebied bijvoorbeeld aan een minimum van natuur- en milieukwaliteit voldoen (3x). - Natuur en bos Elf van de organisaties vragen ruimte voor de natuur. Er moet een duidelijke juridische bescherming komen van de natuur (1x), aandacht voor cultuurhistorische, waardevolle natuurlandschappen (1x) en meer natuur in agrarische zones (1x). Er is een aaneensluiting nodig van vallei- en natuurgebieden (2x) en natuurgebieden moeten ontsnipperd worden. Zes respondenten vinden het herstel en behoud van de biodiversiteit heel belangrijk. Eén
58
van de respondenten klaagt aan dat mobiliteit en verstedelijking steeds boven natuur staan en nooit andersom. Vier respondenten willen meer bos in de open ruimte. Die bossen moeten toegankelijk zijn (2x) en de zonevreemde bossen moeten echte bossen worden (1x). - Landschap, toerisme en landbouw Er moet een afbakening en bescherming van authentieke landschappen komen (4x). Er moet ruimte zijn voor hernieuwbare energie zonder dat het landschap schade oploopt (3x). Kleine landschapselementen moeten beschermd worden (1x) en het landschap moet toegankelijk blijven door middel van trage wegen (1x). Volgens één van de respondenten moet ook voldoende aandacht uitgaan naar toerisme. Er moet een minimum aan natuur- en milieukwaliteit in agrarisch gebied verzekerd worden (3x). - Klimaatsverandering en waterbeheer Drie respondenten waarschuwen voor de impact van de klimaatsverandering en de gevolgen die dit meebrengt voor het ruimtelijk beleid. Water moet voldoende ruimte krijgen (5x). Alle waterlopen moeten hersteld worden (1x) en er moet een anticiperend waterbeheer gevoerd worden (3x). Bufferzones dienen aangelegd te worden tussen natuurgebieden, bron- en valleigebieden. Ook moet hemel- en afvalwater in de toekomst gescheiden worden en dienen er meer waterzuiveringsinstallaties te komen (1x). - Concrete suggesties Twee organisaties leggen de nadruk op het belang van kinderen en jongeren. Zo zouden kind- en jeugdvoorzieningen met elkaar en de wijk verbonden moeten worden door kindlinten. Er dient een open, rustige en groene speel- en ontmoetingsruimte te komen en er zijn voldoende jeugdlokalen in elke woonomgeving nodig. Daarnaast dienen ook de plattelandskernen aantrekkelijk gehouden te worden voor jongeren. Twee andere organisaties streven dan weer voor de aanvaardig van gemotoriseerde sportvoertuigen in het cultureel landschap. Onverharde wegen moeten ervoor toegankelijk gemaakt worden en er dient een evenwichtig maatschappelijk draagvlak voor het beoefenen van recreatieve gemotoriseerde sporten gevonden te worden. Eén van deze organisaties vraagt om een eigen ruimte voor elke organisatie. Een andere organisatie vraagt om meer aandacht voor cultuurhistorie en esthetiek in het ruimtelijk beleid. Ten slotte streeft een organisatie naar een ruimtelijke reservering voor pijpleidingen. Die zouden volgens hen gelijkwaardig moeten worden aan het spoor, het water of de weg. - Ruimtelijk beleid Voor het ruimtelijk beleid is er sensibilisering (1x) en participatie (1x) van de burgers nodig. Ook moet er efficiënt gecommuniceerd worden met belanghebbenden alvorens een beslissing te nemen (1x). Er moet tolerantie zijn en wederzijds respect (1x) en er moet actief gezocht worden naar een oplossing voor het NIMBY-syndroom (1x). De chaotische regelgeving van vandaag dient gestroomlijnd en transparanter te worden. Het ruimtelijk beleid moet ook een beleid zijn zonder vrees dat doelbewust is en onmiddellijk
59
zijn doelen realiseert (2x). Er mogen geen achterpoortjes geduld worden in de ruimtelijke regelgeving (2x). 5) Toekomstbeeld: wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.5 - Mobiliteit Acht respondenten zien de mobiliteit in 2050 anders gebeuren dan vandaag. Vier respondenten pleiten voor een autoluw Vlaanderen en dit zeker in de steden (1x). De auto moet vervangen worden door de fiets (2x) of het openbaar vervoer (2x). Een andere respondent pleit ervoor vaker thuis te werken (1x). Met dit veranderend mobiliteitspatroon moet ook de wegeninfrastructuur herdacht worden en moeten te brede wegen vernauwd worden (1x). Het vervoer van goederen moet ook herdacht worden. Zo kan goederenvervoer in de toekomst beter gebeuren met kleinere voertuigen (1x), via waterlopen (2x), het spoor (1x) of pijpleidingen (1x). - Densiteit bebouwing Zes respondenten vragen een meer compacte woonbebouwing voornamelijk in de stad. Dit kan gerealiseerd worden door leegstaande bebouwing opnieuw in gebruik te nemen (3x). Een andere methode is dat gezinnen waarvan de kinderen het huis uit zijn verhuizen van een te grote woning naar een kleiner optrekje (1x). - Industrie Ook industrieterreinen moeten zo dens mogelijk zijn, ze kunnen opgebouwd worden onder de grond en in de hoogte (1x). Robuuste groene en blauwe infrastructuren kunnen als drager gezien worden voor de inplanting en inrichting van economische functies (1x). - Stad Zeven respondenten hebben suggesties voor de stad. Vijf respondenten willen graag meer groen en natuur in de stad. Twee van hen wijzen daarbij op het belang van een kwaliteitsvolle, groene speelruimte voor kinderen. In de stad moeten functies zo veel mogelijk gemengd voorkomen (1x). Er moet voldoende publieke ruimte op wandelafstand bewaard blijven (2x) en er moeten kwaliteitsvolle, duurzame verbindingen ontstaan tussen de stad en wijken (1x). Wonen in de stad moet duurzaam (1x) en leefbaar (1x) zijn. - Landbouw Vier respondenten hebben plannen voor de landbouw in 2050. Die zou natuurlijker en duurzamer moeten worden met veel minder veeteelt en meer biologische landbouw (1x). Daarnaast zal er ook ruimte gecreëerd moeten worden voor biodiversiteit in landbouwgebieden (1x). Het agrarisch gebied van 750.000 ha dient bewaard te worden (2x). - Landschap Twee respondenten zouden graag het landschap behouden zien voor 2050. Eén van hen meent dat het ruimtegebruik geënt moet zijn op het fysische en natuurlijke systeem van het landschap.
60
- Natuur Twaalf respondenten dromen van een groener Vlaanderen in 2050. De 150.000 ha natuurgebied uit het RSV dienen gerealiseerd te worden (1x), het VEN dient gerealiseerd te worden (1x) en ook de doelstellingen voor de Natura-2000 gebieden dienen nog steeds nagestreefd te worden (1x). Ook het bosgebied van 53.000 ha uit het RSV moet gerealiseerd worden en één respondent vraagt concreet om de realisatie van stadsbossen en dit ook in het Gentse. Vier respondenten drukken op het belang van voldoende biodiversiteit. Eén van hen ziet de doelstellingen rond habitat en vogelrichtlijnen graag verder uitgebouwd. Een andere respondent zegt dat hiermee ook een boeiende leefomgeving voor de mens gecreëerd zou worden (1x). De overblijvende open ruimte dient beschermd te worden (5x). Eén respondent suggereert het fiscaal belonen van buitengebiedgemeenten voor het openhouden van de open ruimte. Tenslotte is er één respondent die een samengaan aanraadt van kustbescherming en recreatie. - Water De waterkwaliteit dient verbeterd te worden (2x). Daarnaast zou er een duidelijk waterbeheer moeten komen dat zowel water, als lucht en aarde maximaal beschermt (3x). - Duurzame ontwikkeling Drie respondenten zien Vlaanderen in 2050 graag meer ecologisch. Zo moeten woonzones ecologisch verantwoord zijn (1x), moet er groene stroom in plaats van kerncentrales komen (1x) en dient er een ecologisch netwerk ondersteund door verbindings- en verwevingsgebieden te komen (1x). Ook kringloopprocessen moeten vaker gebruikt worden (1x). - Concrete suggesties Twee respondenten ijveren voor de belangen van gemotoriseerde sporten. Ze willen geschikte, aangename en veilige terreinen (2x), dat er rekening gehouden wordt met alle disciplines van gemotoriseerde sporten (1x) en dat er gereglementeerde en toegankelijke onverharde wegen op het Vlaamse platteland en in het bos (1x) gecreëerd worden. Een andere vereniging ijvert voor het afstemmen van ruimtes voor jongeren op enkele cruciale punten. Daarnaast gaat een vereniging voor meer respect voor cultuurhistorie en esthetiek. - Ruimtelijk beleid Vijf respondenten dragen ideeën aan rond het ruimtelijk beleid. Zo moet er een duidelijke visie geformuleerd worden rond ruimtegebruik (1x) en is er een integrale (1x) en duurzame (2x) aanpak nodig. Het doel moet een gezond evenwicht tussen gebieden met verschillende bestemmingen zijn (1x). Er moet een betere coördinatie komen tussen de verschillende beleidsvelden (natuur, water, milieu, landbouw, infrastructuur en ruimtelijke ordening) (1x) en ook moet het RSV zoals het vandaag bestaat uitgevoerd worden (1x).
61
6) Visie op verschillende aspecten van ruimtelijke ordening Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.6 - Ruimtelijke kwaliteit Voor negen respondenten hangt de ruimtelijke kwaliteit sterk samen met voldoende en duurzame open ruimte. Die open ruimte moet zorgen voor een prettig gevoel (1x), veel biodiversiteit (1x) en voldoende spelimpulsen (1x). Een deel van die open ruimte moet ingericht worden als publieke ruimte (3x). Voor die ruimte is het belangrijk dat ze kwaliteitsvol, rustig en verkeersveilig is (2x). De inplanting van gebouwen moet gebeuren met het oog op de publieke ruimte (1x). Voor zeven respondenten is ruimtelijke kwaliteit de balans tussen verschillende ruimtelijke functies. Een mogelijke balans is bijvoorbeeld een geconcentreerde stad (2x) en een open en rustig buitengebied voor landschap en natuur (3x). De invulling van de ruimte dient kwaliteitsvol (1x), duurzaam (1x), zuinig (1x), overzichtelijk (1x) en ordelijk (1x) te zijn. Er moet aandacht zijn voor architectuur (1x) en het goed functioneren van sectoren (1x). Verder vulden respondenten ruimtelijke kwaliteit in als een sterke daling van de lucht-, water- en grondverontreiniging (1x), aandacht voor cultuurhistorie en esthetiek (1x) of het handhaven van 15 woningen per hectare (1x). - Ruimtelijk scheiden van functies Tien respondenten raden het ruimtelijk scheiden van functies aan voor die functies die onverenigbaar zijn, bijvoorbeeld omwille van overlast of hinder (1x). Voor twee respondenten hoeft het ruimtelijk scheiden van functies niet noodzakelijk. Zeven respondenten geven concrete suggesties over welke functies gescheiden moeten worden. Wonen moet gescheiden worden van natuur (1x), de stad moet gescheiden worden van het buitengebied (2x), industrie, wonen en harde natuur moet gescheiden worden van landbouw (1x), sport, natuur, recreatie en wonen moeten gescheiden worden van industrie (2x), grote wegen moeten gescheiden worden van woonomgevingen (1x) en vervuilende landbouw moet gescheiden worden van natuurgebieden (1x). Lintbebouwing dient tegengegaan te worden (1x), er moet een geclusterd ruimtegebruik zijn (1x) en bufferzones dienen aangelegd te worden met zachte recreatie, weiden of parken (1x). - Ruimtelijk verweven van functies Tien respondenten vinden het ruimtelijk verweven van functies een goed idee. Zelfs waar het ogenschijnlijk onmogelijk lijkt, moet men het toch proberen (1x). Eén respondent vindt het ruimtelijke verweven van functies onbelangrijk. Duurzame mobiliteit kan enkel gerealiseerd worden door het verweven van functies (2x). Verweving is ook een absolute noodzaak om de open ruimte te vrijwaren (1x). Zeven respondenten geven concrete suggesties over welke functies het best verweven worden. Er kan lineaire begroeiing langs waterlopen en secundaire wegen komen (1x), ecologische industriegebieden (1x) en wandel- en sportbossen kunnen gecreëerd worden (1x), recreatie, natuur en landbouw kunnen verweven worden (2x), vergroening en bebouwing kunnen verweven worden (1x), wonen, studeren, werken en winkelen kunnen verweven worden (1x). Om slaapdorpen en –steden te voorkomen, dient wonen en werken verweven te worden (1x).
62
Bij het verweven van functies mag niet nagelaten worden een blijvende economische landbouwactiviteit te stimuleren (1x). In dit gebied moet er een minimale basis natuur- en milieukwaliteit nagestreefd worden (1x). - Stad Een stad dient vooral gebruikt te worden als woon- (3x) en werkplaats (1x) en handelscentrum (1x). De woonfunctie mag niet opgedrongen worden, wonen in de stad is enkel voor zij die er willen wonen (1x). In de stad moet compact wonen aangemoedigd worden (7x). Dit kan door inbreiding (1x), leegstand te vermijden (1x) en meer in de hoogte te concentreren (1x). Er moet voldoende open ruimte aanwezig zijn in de stad (10x). Die open ruimte moet toegankelijk zijn, op loopafstand voor iedereen (2x). Ook moet er ruimte zijn voor recreatie (1x). Vijf respondenten doen suggesties voor de mobiliteit in de steden. Die moet autoluw zijn (4x), en zo veel mogelijk per fiets (1x), te voet (1x) of met gratis (1x) openbaar vervoer (2x). Ook moeten functies zo dicht mogelijk bij elkaar gesitueerd worden zodat vervoer niet nodig is (1x). Vier respondenten geven aan dat steden zo gezinsvriendelijk mogelijk moeten zijn, vier zeggen dat de leefbaarheid in de steden verzekerd dient te worden. Verder dient een stad duurzaam (1x), ecologisch (1x), rustig (1x), goed bereikbaar (2x) en veilig (1x) te zijn. De publieke ruimte dient kwaliteitsvol te zijn en moet in de toekomst gegarandeerd worden (2x). Er moet ook rekening gehouden worden met cultuurhistorische gelaagdheden (1x). Eén respondent haalt aan dat de stad de place to be is voor jongeren. Terwijl een andere zegt dat de stad een te vermijden plaats is (1x). - Platteland Het platteland is een gebied waar ruimte is voor bos (1x), duurzame landbouw (7x), compacte en leefbare woonkernen (4x), recreatie (3x), natuur (7x) en landschap (1x). De woonkernen moeten goed ontsloten zijn en verbonden worden met de stad en moeten beschikken over voldoende basisvoorzieningen (1x). Het buitengebied is een plaats waar open ruimte gevrijwaard moet blijven (2x) en niet mag verstedelijkt worden (1x). Er moet steeds rekening gehouden worden met het milieu (1x), de bedrijvigheid van landbouw (1x) en kleine landschapselementen moeten behouden en uitgebreid worden (1x). Er moet een striktere scheiding komen tussen harde functies en de open ruimte (1x). Er mag geen lintbebouwing (1x) bijkomen, evenmin als bijkomende verkavelingen (2x). Drie respondenten gaven aan dat het platteland voor hen reeds te verstedelijkt is. Volgens een andere respondent is de herwaardering van het platteland nodig want rurale gebieden bestaan nog steeds (2x). Enkele van de respondenten kennen aan het platteland een grote waarde toe. Ze noemen het prachtig (1x), zorgeloos (1x), de bestemming bij uitstek (1x). Het platteland moet voor iedereen bereikbaar zijn, vandaar dat trage wegen niet afgesloten mogen worden. - Dorp Tien respondenten zijn het erover eens dat een dorp een kleine, compacte woonkern is die best niet uitbreidt. Deze woonkern is gelegen in het platteland en de bewoners dragen zorg voor het platteland (9x). Het dorp is zelfstandig en voorziet in zijn basisbehoeften (3x). Leefbaarheid (2x) en kwaliteit (1x) zijn heel belangrijk. De sociale netwerken zijn heel sterk in
63
een dorp (2x). Dit is één van de redenen waarom jongeren zich met hun dorp blijven identificeren (1x). Volgens één respondent komt een dorp overeen met een gehucht. Het dorp moet gevrijwaard worden van verstedelijking en te grote transportstromen (1x). - Buurt/wijk Een buurt of wijk is een deel van een stad met een eigen karakter (5x). Het dient er autoluw (5x) en rustig (1x) te zijn. Doordat alles dichtbij is zijn verplaatsingen met de fiets of te voet eenvoudig (2x). Het openbaar vervoer kan gebruikt worden om zich buiten de buurt of wijk te verplaatsen (1x). In de buurt of de wijk bestaat er veel contact tussen de bewoners (5x) en is er veel groen (2x) en speelruimte (4x) aanwezig. Op deze manier blijft de buurt en wijk leefbaar (2x). Toch vreest één respondent dat dit in de toekomst verloren zal gaan. Twee respondenten dringen er dan ook op aan het buurtleven te versterken. Een andere respondent vraagt de intergenerationele mix te bevorderen, nog een andere vraagt om gettovorming tegen te gaan en een laatste vraagt jongeren niet te isoleren op één plek. - Woning Een woning dient duurzaam (3x), ecologisch (7x), gezond (1x), energiezuinig (3x) en compact (5x) te zijn. Renovatie van oude woningen moet voorgaan op het bouwen van nieuwe (1x). Het is een thuis (1x), een plaats om kinderen op te voeden (1x), oud te worden (1x) en moet dan ook voldoende groot zijn voor het hele gezin (1x). Eén respondent haalt aan dat nieuwe woontypologieën uitgewerkt moeten worden op maat van nieuw samengestelde gezinnen en ander gemeenschapsleven. Er dient ook aandacht te gaan naar de relaties tussen verschillende leeftijdsgroepen bij het nadenken over wonen (1x). Een woning is noodzakelijk (1x), privaat (1x) en moet betaalbaar blijven (1x). Eén respondent zegt dat wonen in de stad en in het dorp verschillend is. Een andere wil lintbebouwing zo veel mogelijk tegengaan. Ten slotte is er een respondent die zegt dat een woning onbelangrijk is. - Onderweg Er moet een heroriëntatie komen van de mobiliteit zoals die vandaag is (1x). Fiets en te voet onderweg zijn moet gestimuleerd worden voor korte afstanden (5x), het openbaar vervoer moet de beste optie worden voor lange afstanden (6x). Openbaar vervoer zou gratis georganiseerd moeten worden (1x). De rol van de auto dient gereduceerd te worden (3x). Andere respondenten sturen dan weer aan op een efficiënte vermindering van files (5x). Eén respondent betwijfelt of mobiliteit in de toekomst nog wel mogelijk zal zijn. Twee respondenten zeggen dat onderweg zijn een mengeling van allerhande vervoerswijzen mag inhouden waarbij veiligheid altijd prioritair is. Het openbaar vervoer moet duurzaam (2x), aangenaam (1x) en degelijk (1x) zijn. Daarnaast moet het ook zuinig met ruimte omspringen (1x). Eén respondent vraagt om minder vrachtvervoer via de weg. Een andere wil meer aandacht voor ontmoetingen onderweg.
64
7) Prioriteiten op lange en korte termijn 7.1) Strategische doelen op lange termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.7 - Densiteit en verweving Tien respondenten drukken op zuinig ruimtegebruik. Zo moet er een inbreiding van wonen en industrie komen (2x). Om de densiteit te verhogen moet bestaande ruimte eerst volledig benut worden voor nieuwe ruimte wordt aangesneden (1x). Vier respondenten vragen om een zo efficiënt en doorgedreven mogelijke verweving van functies. Steden Zes respondenten vragen aandacht voor de steden. Deze moeten leefbaar (2x) en aantrekkelijk blijven voor alle gezinnen (2x). De macht van de immobilieënsector moet in vraag gesteld kunnen worden (1x). Het aantal inwoners in de stad zou het best stabiel gehouden moeten worden (1x). In de stad moet de publieke ruimte de ontwikkeling van woonvelden sturen, dit mag niet andersom gebeuren (1x). Bij het inrichten van de publieke ruimte moet ook oog zijn voor de belangen van jongeren (1x). -
- Bebouwing buiten de stad Buiten de stad moet verstedelijking zo veel mogelijk tegengegaan worden (2x). Enkel in de kernen kan bebouwing nog groeien (1x). Het buitengebied moet zo veel mogelijk opengehouden worden (2x). Zo moet ook lintbebouwing afgebouwd (1x) of toch minstens afgeremd (1x) worden. Een andere respondent pleit dan weer voor dezelfde rechten voor zonevreemde woningen en woningen in alle kwetsbare gebieden (1x). - Open ruimte Tien respondenten pleiten voor het behoud van open ruimte. Een verdere versnippering van bossen, natuurgebieden en woongebieden moet tegengegaan worden. In de open ruimte moet er voldoende ruimte voor landbouw blijven en deze moet economisch rendabel zijn (1x). In dat landbouwgebied moet een minimum aan natuur- en milieukwaliteit gegarandeerd zijn (1x). Daarnaast moet in de open ruimte voldoende en diverse landelijke ruimte beschikbaar zijn voor recreatie (1x). Eventueel kunnen er bufferzones gesitueerd worden tussen gebieden met verschillende functies (1x). Een andere is dan weer van mening dat er een evenwicht tussen groen en rood gevonden moet worden in functie van het behoud van natuurlijke landschappelijke en culturele entiteiten (1x). Ook moet er aandacht zijn voor culturele planologie (1x) en landschapsontwerp (1x). Open ruimte en landschap moeten beschermd worden (1x). - Ruimte voor natuur Zeventien respondenten ijveren voor meer ruimte voor natuur en voor het behoud van de natuur die nu rest. Eén van hen dringt aan op een realisatie van het VEN. Natuur moet aan bod komen in het buitengebied, maar moet ook zijn plaats krijgen in de stad (2x). Natuurgebieden moeten aaneengesloten worden (3x). Eventueel moet er overgegaan
65
worden tot de aankoop van natuurgebieden om de versnippering van de natuur te voorkomen (2x). Naast ruimte voor natuur moet er ook ruimte voor water komen (5x). We moeten een voorbeeld nemen aan de delta-commissie en het kappa-plan, en het principe van ‘werken met de natuur’ ook in Vlaanderen introduceren en faciliteren (1x). De ruimte die voorzien wordt voor water kan nu best ingericht worden als natuurgebied (1x). - Mobiliteit Negen respondenten doen suggesties op het gebied van mobiliteit. Er moet een omwenteling komen in het mobiliteitsvraagstuk (2x). Drie respondenten leggen de nadruk op nabijheid en bereikbaarheid. Eén van hen stelt dat compacter leven een voorwaarde is om te leven zonder auto. Mobiliteit moet duurzaam zijn (2x). Anderzijds zijn er anderen die opteren voor de aanleg van meer wegen als die noodzakelijk zijn (1x) en het ordenen van de verkeerschaos (1x). - Klimaatsverandering Twee respondenten vragen aandacht voor de aanpassing aan het veranderende klimaat. Ook zuivere lucht, water en grond is belangrijk (2x). Ook is er een goed afvalbeheer nodig (1x). Het energieverbruik moet ook zo duurzaam mogelijk gehouden worden (5x). Dit kan door de afbouw van fossiele brandstoffen (1x), de afbouw van kernenergie (1x) en het inplanten van windmolens (1x). Ook is er nood aan een robuuste kustverdediging (1x). - Concrete suggesties Drie organisaties doen concrete suggesties op lange termijn die hun organisaties ten goede komen. Een eerste organisatie streeft naar een erkenning van pijpleidingen als een gelijkwaardige transportmodus. Ook is het nodig ruimte te reserveren voor leidingen. Twee andere streven naar het meer toegankelijk maken van onverharde wegen voor recreatieve en gemotoriseerde sporten en pleiten voor meer respect en verdraagzaamheid tussen de verschillende gebruikers van de landelijke ruimte. - Ruimtelijk beleid Het ruimtelijk beleid moet zich bezighouden met het realiseren van de krachtlijnen van het RSV (1x) en het moet fouten uit het verleden aanpassen waar het nog kan (1x). Er moet een integrale aanpak komen die leidt tot een eerlijke verdeling van de openbare ruimte (1x) en een ondubbelzinnig en eenvormig beleid (2x). Daarnaast moet er aandacht gaan naar inspraak (3x). Er moet een doelgerichte communicatie zijn met de belanghebbenden (1x). Acht respondenten benadrukken het belang van duurzaamheid in het beleid. Die duurzaamheid moet er zijn voor de open ruimte (1x), de energiebronnen (1x), landbouw (3x) en bebouwing (3x).
66
6.2) Strategische doelen op korte termijn Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage VI.8 - Mobiliteit Een heroriëntatie van het mobiliteitsvraagstuk is nodig (1x). Zeven respondenten halen mobiliteit aan als één van de belangrijkste strategische doelen op korte termijn. Autoverkeer dient zo veel mogelijk vermeden te worden (4x), fietsvervoer moet aangemoedigd worden (3x) en ook het openbaar vervoer is toe aan verbetering (2x). Daarnaast moeten goede intermodale knooppunten ontwikkeld worden (1x), er mogen geen verkeersaantrekkende functies meer ingepland worden waar deze niet bereikbaar zijn met de fiets, te voet of met het openbaar vervoer. Kindlinten kunnen een kans zijn om verplaatsingen nog veiliger en duurzamer te maken (1x). De bestaande infrastructuur dient slim gebruikt te worden. Er is geen verdere ontwikkeling van het wegennet gewenst (1x). - Zuinig ruimtegebruik Acht respondenten raden een zuinig ruimtegebruik aan. Vooral in de stad is inbreiding gewenst maar steeds met het oog op leefbaarheid en plaats voor open ruimte (3x). Daarnaast is het beter onbenutte gebouwen en gebieden een nieuwe functie te geven dan nieuwe ruimte aan te spreken (4x). De infrastructuur en bebouwing moeten gebundeld zijn (3x). Zo moet lintbebouwing (2x) en versnippering (1x) stopgezet worden. Via dit zuinig ruimtegebruik kunnen dan de natuurdoelstellingen gehaald worden (1x). Daarnaast raden twee respondenten aan buffers te behouden tussen verschillende functies. Eén respondent raadt aan maatregelen te nemen om de bevolkingsgroei af te remmen. - Natuur Tien respondenten leggen de nadruk op het beleid betreffende natuur en bossen. Vier respondenten halen de doelstellingen uit het RSV aan en dringen aan deze te realiseren. Daarnaast moeten de negatieve invloeden op natuurfunctie vermeden worden (1x). Drie respondenten vragen meer groen in en rond de steden. Ook via het ruimtelijk beleid dient de natuur gesteund te worden. Zo moet er een duidelijke afbakening komen van natuurlijke structuren (1x). Streekeigen landschappen dienen behouden of uitgebreid te worden (1x). Er dient een actieve natuurbeschermings- en ontwikkelingspolitiek te komen (3x). - Klimaatsverandering Zes respondenten halen aan dat de tijd rijp is een klimaatadaptatieplan op te maken. De kust heeft daarbij een specifiek plan nodig (3x). Daarnaast moet er een absoluut bouwverbod komen in overstromingsgebieden (3x). Ook moet men over de waterkwaliteit waken (2x). Hemel- en afvalwater dienen gescheiden te worden. Daarnaast moet er een juridische bescherming komen van de waterfunctie (1x). Kerncentrales moeten gesloten worden (1x) en kringloopprocessen moeten verder ontwikkeld worden (1x).
67
- Landbouw Zes respondenten vragen aandacht voor landbouw. Drie respondenten geven aan dat er genoeg ruimte verzekerd moet zijn voor landbouw in de toekomst. Daarnaast leggen vier respondenten de nadruk op duurzaamheid. De subsidies voor onduurzame landbouw dienen stopgezet te worden (1x). Er moet een minimale basis- en natuurkwaliteit zijn in alle agrarische gebieden (1x). Natuurverwevingsgebieden kunnen dienen als ruggengraat van duurzame landbouw (1x). - Steden Drie respondenten gaan in op de rol van steden. Die dienen gescheiden te blijven van het buitengebied (1x). Het stedelijk weefsel moet hersteld worden (1x). Een verluchting van de 19de eeuwse gordel is nodig met aandacht voor jongeren (1x) en ook nieuwe woningprojecten moeten oog hebben voor de belangen van de jeugd (1x). In woonzones dient ecologie en duurzaamheid hoog in het vaandel gedragen te worden (1x). - Concrete suggesties Drie organisaties suggereerden maatregelen die de concrete wensen van hun organisatie ten goede zouden komen. Zo wil één organisatie de omvorming van militaire domeinen naar recreatiegebied. Een ander wil meer ruimte voor de hobby van zijn leden (terreinwagens) en een derde wil de opmaak van een RUP voor leidingstraten. - Ruimtelijk beleid Zestien respondenten doen suggesties voor het ruimtelijk beleid. Het ruimtelijk beleid moet breed uitgedacht worden (1x) in interdisciplinaire teams (1x). Er moet geleerd worden uit de fouten van het verleden (1x). Op die manier dient er een nieuw ruimtelijk plan voor de toekomst te komen (1x). Vijf respondenten geven aan de realisatie af te wachten van voordien opgemaakte plannen (RSV, MIRA-S) (5x). Eén respondent zou graag een schoonheidscommissie (nu welstandscommissie) opgericht zien worden naar het Nederlands model. De regelgeving dient strikt gehandhaafd te worden (5x). Er mogen niet te veel regels gecreëerd worden (2x) en de regelgeving dient doorzichtig en eenvoudig te zijn (1x). Daarnaast moeten de regels voor iedereen gelden, het algemeen belang moet daarbij boven het lokale of persoonlijke belang staan (4x). Ook moet er een aangepast vergunningenbeleid komen (2x) en gemakkelijkere procedures (1x). De RUP’s dienen vooral opgesteld te worden om concrete lokale opportuniteiten of problemen te behandelen (1x). Burgers moeten gesensibiliseerd worden (1x) en gesolliciteerd voor beslissingen (2x). Concreet dient de wetgeving van de raad van state veranderd te worden (1x). De respondent die dit aanhaalt verwijst naar de problemen bij de aanleg van de tramlijn in Wijnegem. Een andere respondent zou graag een aanpassing zien van de wetgeving inzake de verlegging van leidingen ten gevolge van grote infrastructuurwerken. Ook is er een respondent die vraagt om meer subsidies voor natuurverenigingen en een andere die zijn organisatie betrokken wil zien in alle relevante overlegorganen.
68
8) Strategische regio’s Bij de respondenten was er een grote verscheidenheid aan interpretaties. Toch is getracht een lijst te maken van de meest gekozen strategische regio’s. Voor de antwoorden per respondent: zie bijlage IV.9 Aantal keer gekozen
Strategische regio’s
6
Steden Landbouwgebied Natuurgebieden Havens Vlaams-Brabant Antwerpen Brussel Waterwegen Het buitengebied Kust Vlaamse ruit Gent Limburg Kempen Westhoek Oost-Vlaanderen West-Vlaanderen Woongebieden Toeristische centra Regio’s geschikt voor hernieuwbare energie Vlaamse Ardennen Militaire domeinen Luchthavens Vlaanderen als geheel Zeebrugge Hasselt
5
4
3
2
1
69
9) Ideeën Respondenten formuleerden ook hun ideeën voor de Vlaamse ruimte in 2050, deze vindt u hier opgelijst. -
het ontwikkelen van internationale klimaatcorridors om biodiversiteit te beschermen (bv. langsheen de kust) voorbeelden uit het buitenland geen landschapsverstorende projecten inefficiënte inspraak zorgt ervoor dat mensen zich achteraf bedrogen voelen slimme combinaties tussen bijkomende bebouwing en vergroening kunnen zorgen voor meer publiek groen BRV mag geen afbreuk doen aan RSV Renovatie, verdichting en stimulering van onderbenutte terreinen voor woon- en industriegebieden Strategische regio’s moeten overleggen en samenwerken in plaats van concurreren Duidelijke vragenlijsten “op weg naar een kindnorm” te verkrijgen bij
[email protected] (vooral de hoofdstukken “een kindnorm inzake ruimte” en “een kindnorm in het verkeer”) Geboortebeperking stimuleren en immigratie beperken om overbevolking Vlaanderen te beperken Vrijwaring van de open ruimte in het kader van voedselvoorziening voor de groeiende bevolking Tewerkstelling op- en afwaarts de agro-voedingsketen Middenveld betrekken om de knoop te dichten tussen de bevolking en de overheid Aansluiting zoeken bij economisch niet-dominante sectoren Burgerparticipatie stimuleren Stimuleren van opleidingen en vormingen www.vzwlive.be
70
10)Bijlagen bij conclusie verenigingen en organisaties Bijlage VI.1 Profiel respondenten Respondent 1
Naam vereniging
Soort vereniging
Missie
Ledenaantal
Fietsersbond
Fietsgebruik promoten en ondersteunen
22.000
2
Natuurpunt Hoegaarden
Natuur, landschap en biodiversiteit vrijwaren, educatie en studie
150
3
Kustwerkgroep van natuurpunt Fietsersbond afdeling Antwerpen Natuurpunt Aulenteer
Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging
Meer, betere en toegankelijke natuur aan Vlaamse kust
6.000
Aanzetten tot aanleg van infrastructuur voor fietsers, fietsers opleiden, fietsen stimuleren Beheer natuurgebieden regio Sint-Truiden
3.000
Betaalbare toegang tot luchtvaart
300
Behoud van natuur en landschap van Tremelo
215
Natuurbehoud, -beheer, -beleving, -studie en -educatie
760
Herstel natuureenheden Deinze en Zulte
900
Beschermen fauna en flora, duurzaam ontwikkelen, aanmoedigen vrijetijdsbesteding studie en creativiteit Studie en bescherming van ongewervelden in regio Vlaamse Ardennen
143
Bescherming van belangrijke biotopen, soorten en landschappen
90.000
Ontwikkelen natuur, natuurstudie en educatie, betrokkenheid burger bij natuurbeleid, duurzame ontwikkeling en verbetering levenskwaliteit Natuurbehoud, sensibilisatie, inventarisatie en studie van fauna en flora
800 2150
Complementariteit, bijvoorbeeld vernieuwing vanuit traditie
350
Natuurstudie, -behoud, -beheer, -educatie en –beleving
980
Behoud, herstel en aanleg van trage wegen, duurzame ontwikkeling
400
4 5
7
Recreatief Vliegveld Grimbergen vzw Natuurpunt Tremelo
8
Natuurpunt Geel-Meerhout
9
Deinze plus
10
KOLENA vzw
11 12
Invertebraten Werk Groep Lampyris Natuurpunt vzw
13
Natuurpunt Voorkempen
14
Natuurpunt Brugge
15
Natuurpunt Boortmeerbeek
16
Natuurpunt Boven-Schelde
17
Vzw Trage Wegen
6
71
300
50
18
Natuurkoepel vzw
19
Gezinsbond vzw
20
Codegroen vzw
21
Vzw crossrover
22
Pitking
23
Natuurpunt Oudenaarde
24
26
Algemeen Boerensyndicaat vzw Vereniging voor Bos in Vlaanderen Katholieke Landelijke Jeugd
27
Hangman
28
Vereniging voor Natuur- & Stedenschoon vzw FETRAPI vzw (Federatie van Transporteurs d.m.v. Pipeline) Vzw leven in Vlaanderen & Europa
25
29 30
Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Hobby, sportvereniging Hobby, sportvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Hobby, sportvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging Middenveld of belangenvereniging
Natuur en milieuzorg in Zuid-West Vlaanderen
4.000
Maximale ontplooiingskansen voor alle gezinnen, versterken van draagkracht gezinnen
290.000
Vrijetijdsbesteding in natuur promoten, advies in kader van trage wegen
995
Land- en rangeroverrijders laten genieten
180
Aanleg pitbike-parcours in België
?
Aankoop, beheer en onderhoud van gronden met natuurwaarden
700
Familiale landbouw ondersteunen en belangen verdedigen
4.500
Bewustzijn van belang bos en bomen voor mens, plant en dier verhogen
2.000
Samenbrengen van jonge mensen en hen vormen
21.500
Rondhangen als fenomeen, niet als probleem, stimuleren praten over en met rondhangende jongeren De esthetiek van het landschap
10 organisaties
Belangenbehartiging van eigenaars of uitbaters van leidingen in België
16
Informeren, ondersteunen en behartigen van belangen inwoners van Vlaanderen op gebied van RO, leefmilieu, natuur, landbouw en erfgoed
Actief in gans Vlaanderen
72
500
Bijlage VI.2 Omschrijving ruimtegebruik en belangrijke elementen voor dit ruimtegebruik Respondent 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
20
Ruimtegebruik / -
Netwerk van aaneengesloten natuurgebieden voor erosie, waterbuffering, biodiversiteit en recreatie
-
druk op de ruimte zal in negatieve zin toenemen (meer activiteiten op zee als aan land)
-
slechts af en toe gebruik van vergaderruimte of kleine ruimte voor debat of presentatie
-
natuurbeheer, wandelingen, geleide wandelingen
- rond vliegveld: luchtruim tot 300m hoogte - opleggen van en communiceren over servitudes i.v.m. hoogteobstakels en gevaarlijke inrichtingen / -
biodiversiteit, natuurbehoud voor geleide wandelingen en realisatie wandelpaden
-
wandelen en genieten in en van de natuur
-
wandelen
-
voldoende biodiverse natuur
-
biodiversiteit ruimte voor klimaat en adaptatie (overstromingen, kustverdediging) toegankelijkheid voor derden en zachte recreatie zuiver water, lucht en bodem verwarmbaar lokaal met projectiemogelijkheid opbergruimte natuurgebieden optimaal inrichten voor natuurbehoud natuurgebieden openstellen voor brede publiek concretiseren en verder uitwerken van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen
-
inrichten en beheren van natuurterrein (inclusief bos)
-
multifunctioneel ruimtegebruik
/ -
hoofdgebouw (=kantoorruimte voor centrale diensten) moet goed bereikbaar zijn met openbaar vervoer groene binnentuin is pluspunt voldoende natuurlijke lichtinval nodig verkeer veel te druk en lucht te vervuild respectvol gebruik van onverharde wegen maximale variatie in onverharde wegen reliëf bodemgesteldheid
73
21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
-
demonstraties geven
/ /
aanleg wandelpaden met bewijzering en infoborden aanleg genenbank en zaadgaard van planten uit Vlaamse Ardennen Aanleg bufferzones met gebieden met andere bestemming ruimte voor productie gronden moeten landbouwkundig waardig zijn voldoende toegankelijk bos 250m² per Vlaming eigen lokaal voor jeugdverenigingen rustige/groene buitenruimte voor jeugdverenigingen veilig fiets/voetgangersverkeer kwalitatieve inplanting, nl. strategische ligging in het jongerenweefsel ingericht met inbreng van jongeren ingericht met jongeren voor ogen
-
alle zones behalve woongebieden en gevoelige natuurlijke zones
-
belangenbehartiging van burgers in ruimtelijke ordening en milieu
74
Bijlage VI.3 Verwachtingen van de overheid Respondent 1 2
3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
13 14 15 16 17 18 19
Verwachtingen -
Mobiliteitssturing verweven van functies ruimtelijke ordening baseren op natuurlijke en ecologische structuren middelen voor efficiënte implementatie ontsnippering handhaving en ondersteuning ruimtelijk kader voor kustzone strikte handhaving veilige, vlotte, gezonde en duurzame mobiliteit voor fietsers terugdringen van autogebruik voorkomen van conflicten tussen diverse verkeersstromen geconcentreerde stedelijke ontwikkeling behoud subsidies aankoop en beheer van natuurgebieden
/ -
regelgeving luchtruim volgens international geldende regels regelgeving niet à la tête du client
-
48 000 hectare natuur- en bosgebieden zoals voorzien in het RSV realiseren
/ -
betere handhaving en bescherming inrichten van open ruimte voor beter natuurbehoud en natuurontwikkeling juridische bescherming van de ‘kleine wegenis’
/ -
slimme verweving van functies open ruimte maximaal behouden hergebruik van in onbruik geraakte panden voor nieuw gebied aan te snijden duurzame mobilitietskeuzes
meer ruimte voor natuur 48 000 hectare natuur- en bosgebieden zoals voorzien in het RSV realiseren realisatie van een basis natuur- en milieukwaliteit in het landbouwgebied betere bescherming van natuur handhaving van regelgeving biodiversiteit in Vlaanderen beschermen en herstellen duurzaam beleid vanuit een sterke, duidelijke visie daadkrachtig en vooruitziend vergunningen- en handhavingsbeleid aandacht voor natuur, open ruimte, duurzame landbouw en klimaatsverandering orde brengen in de historisch gegroeide ruimtelijke wanorde
75
20 21 22 23
24 25 26
27
28 29 30
-
openhouden van onverharde wegen voor gemotoriseerd verkeer ter beschikking stellen van terreinen specifiek voor gebruik van motorvoertuigen geschikt voor onverharde wegen Afgelegen ruimte zonder geluidsoverlast van het verkeer
-
toelating om een mini-crossparcours aan te leggen
-
aankoop gronden (ev. via onteigening) en stimulering VEN inhalen behandeling erkenningsdossiers steun aan ecologische tuinen en huizen in woonzones verminderen vrachtverkeer ten voordele van trein, schip en camionetten afbakening gebieden samen met lokale actoren overgangszones om gebieden leefbaar te houden resterende open ruimte open houden 10.000 ha ecologische bosuitbreiding Rechtmatige bestemming aan bestaande bossen Stadsrandbossen voor leefbaarheid steden Reservatie van gronden voor kapitaalarme functies Eigenaars stimuleren ruimte te voorzien Gedetailleerde inventaris jeugdlokalen Stimuleren speelruimte in woonomgeving voldoende en goed gelegen publieke ruimte jongeren actief en op maat betrekken bij woonontwikkelingen nieuwe woontypologieën knooppunten ‘tiener- en jongerenweefsel’ minstens impliciet afstemmen op jongeren integratie cultuurhistorie en erfgoed dwingende maatregelen om esthetiek of schoonheid van ruimte te bewaren en herstellen ruimtelijke reservering voor leidingen in ruimtelijke uitvoeringsplannen aangepast vergunningenbeleid in bestaande reserveringsstroken afschaffing van regelgeving van zonevreemde woningen
76
Bijlage VI.4 5 belangrijkste uitdagingen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) Respondent
Uitdagingen
1
Verweven van functies
concentratie
Functionele densiteit
2
Behoud van open ruimte
Ruimte voor natuur en water
Kwaliteitsvolle woonomgeving
Bereikbaarheid (fiets en openbaar vervoer) Bos voor iedereen
3
klimaatadaptatie
biodiversiteit
toerisme
Ruimte creëren voor wonen
Afbakening en bescherming van authentieke landschappen Anticiperend waterbeheer
4
Auto-ontradende planning
Ruimte voor fietsers
Wegwerken van lintbebouwing
Beschermen open ruimte en natuur
5
Landbouw, industrie, bebouwing vs natuur Behoud van open ruimte
Open houden van open ruimte
Compacte RO, verweven en densiteit functies Kwaliteit open ruimte
Leefbaarheid in steden
Uitbreiding concentreren in steden, geen bebouwing in open ruimte Oplossing voor NIMBY-syndroom
6 7
Densiteit steden niet te ver doordrijven Cultuurhistorische, waardevolle natuurlandschappen Openbaar groen in en rond steden Duidelijke juridische bescherming van natuur Chaotische regelgeving stroomlijnen en transparanter maken Effectieve maatregelen voor herstel biodiversiteit Zuinig ruimtegebruik voor behoud open ruimte
mobiliteit
8
Aaneensluiting van vallei- en natuurgebieden Meer ruimte voor natuur
9
Meer ruimte voor natuur
10
Versnippering beperken
11
Ruimte voor natuur
12
Behoud biodiversiteit
13
Meer ruimte voor natuur, behoud biodiversiteit
Creatie van stadsrandbossen
14
Meer ruimte voor natuur, behoud biodiversiteit Meer ruimte voor natuur, behoud biodiversiteit
Zuinig ruimtegebruik voor open en stedelijk Vlaanderen (Standsrand)bossen
Impact veranderend klimaat in ruimtelijk beleid Zuinig gebruik voor open en stedelijk Vlaanderen
Vraag afstemmen op beperkte ruimte Behoud open ruimte voor natuur en landbouw
Natuur- en milieugerichte kwaliteit van ruimte handhaven Ruimtelijke ordening zonder achterpoortjes
Recreatie, landbouw en natuur verzoenen Multifunctioneel ruimtegebruik
15
16 17
Kleine landschapselementen
Tolerantie en wederzijds respect Herstel alle waterlopen
Auto-ontradende planning
/
Oplossen mobiliteit zonder aanleg nieuwe wegen /
Mobiliteit en verstedelijking gaat altijd boven natuur, nooit andersom Ruimte voor hernieuwbare energie zonder schade aan landschap /
Regelgeving doelbewust en onmiddellijk realiseren
Steden stedelijk en buitengebied
Zonevreemde bossen moeten echte bossen worden
Sensibilisering bevolking
/
/
Minimum natuur- en milieukwaliteit in agrarisch gebied Zuinig ruimtegebruik industrie
Adaptatie aan klimaatsverandering
Ruimte voor hernieuwbare energie
Geconcentreerd, milieuvriendelijk en zongericht bouwen Bescherming van open ruimte
Bouwen verbieden in overstromingsgebied
Natuur in agrarische zones
77
Minimum basis natuur- en milieukwaliteit in landbouwgebied Bebouwing beperken, kwaliteit verbeteren Ruimte voor water
Minimum aan natuur- en milieukwaliteit in landbouwgebied Ruimte voor hernieuwbare energie
Fietspaden en voetwegels in stand houden en verbeteren Toegankelijkheid van het landschap (d.m.v. trage wegen)
18
/
/
/
/
/
19
Bewoning en vergroening verzoenen
Kind- en jeugdvoorzieningen in woonwijken
Toegankelijk maken en houden van onverharde wegen voor recreatieve gemotoriseerde sporten Eigen ruimte voor iedere vereniging /
Draagvlak voor het beoefenen van recreatieve gemotoriseerde sporten op onverharde wegen
Autoluwe woonwijken, veilige fietspaden en openbaar vervoer Ontwikkelen van ondubbelzinnig en eenvormig beleid (zie Nl.)
Minder versnippering en gelijkere spreiding groene ruimten
20
Kind-en jeugdvoorzieningen met elkaar en wijk verbinden door kindlinten Voldoende en gediversifieerde landelijke ruimte
Aanvaarding van terreinwagens in het cultureel landschap /
/
/
/
/
21 22 23
24
25
26 27
28 29 30
Verbinding natuurgebieden met lineaire elementen langs waterlopen en secundaire wegen Resterend buitengebied vrijwaren voor landbouw
Aangepaste infrastructuur /
Efficiënte communicatie met belanghebbenden
Ontsnippering van natuurgebieden
Bufferzones tussen natuurgebieden, bron- en valleigebieden
Stimuleren om met woning en tuin biodiversiteit te verhogen
Scheiding hemel- en afvalwater, meer waterzuiveringsinstallaties
Behoud en goed beheer en zuinig ruimtegebruik van natuurgebieden Uitbreiding natuur- en bosgebieden + realisatie stadsrandbossen Voldoende jeugdlokalen in elke woonomgeving Vooruitziend beleid i.v.m. demografische veranderingen
Inbreiding in plaats van uitbreiding steden
Ruimtelijk beleid zonder vrees
Zuinig ruimtegebruik in nieuwe industriegebieden
Slimme combinatie van wonen en groen, zuinig en duurzaam ruimtegebruik Toegankelijke speel- en ravotbossen Verdichten zonder verlies kwantiteit en kwaliteit publieke ruimte Burgerparticipatie
Gezinsvriendelijke gemeenten met voldoende groen
Minimum bos-, natuur- en milieukwaliteit in landbouwgebied
Veilige mobiliteit met fiets of te voet Plattelandskernen aantrekkelijk houden voor jongeren /
Resterende open/groene ruimte behouden Reconversie en ontwikkeling met aandacht voor jongeren in sociale woonwijken /
/
/
/
Eigentijds wooncomfort bij bestaande woningen in kwetsbaar gebied
/
/
Bescherming en behoud van resterende open ruimte, natuur en bossen Open-, rustige- en groene speel- en ontmoetingsruimte Woonomgeving stad inrichten naar samenleven van alle leeftijden Cultuurhistorie
Esthetiek
Pijpleidingvervoer gelijkwaardig aan spoor, water, weg,… Discriminatie zonevreemde woningen
Ruimtelijke reservering voor pijpleidingen Herstelverweving functies in buitengebied
78
Bijlage VI.5 Wensbeeld voor de Vlaamse ruimte in 2050 Respondent 1
2
3 4
5 6 7
8 9 10
Wensbeeld -
autoluwe steden alle functies gemengd in de stad hoge ruimtelijke densiteit in de stad goede verbindingen met openbaar vervoer visievorming rond ruimtegebruik integrale aanpak rond behoeften leefkwaliteit en ruimtegebruik enten ruimtegebruik op fysische en natuurlijke systeem van het landschap compacte bebouwing met publieke ruimte op wandelafstand mobiliteit niet steeds associëren met wagens biodiversiteit waterbeheer robuuste groene en blauwe infrastructuur als drager voor economische functies Duurzaam Vlaanderen Auto enkel als noodzakelijk Veel groen en natuur, in stad en daarbuiten Veel ruimte voor ontspanning, spelende kinderen, natuur, … Natuurlijke en duurzame landbouw met veel minder veeteelt en meer biologische landbouw Veel ruimte voor fietsers en voetgangers Vlot, gezond en veilig fietsverkeer uitvoering van het RSV: 150.000 ha natuurgebied, 53.000 ha bosgebied en 750.000 ha agrarisch gebied
-
prioriteit moet zijn te komen tot een zinvol hergebruik van ruimte
-
verdere uitbouw doelstellingen rond habitat en vogelrichtlijnen instandhoudingdoelstellingen uitbouwen voor Natura-2000 gebieden betere coördinatie tussen verschillende beleidsvelden (natuur, water, milieu, landbouw, infrastructuur en ruimtelijke ordening) behoud van landschappelijke identiteiten verbetering van waterkwaliteit ecologisch netwerk ondersteund door verbindings- en verwevingsgebieden veel groen in stad om stad aantrekkelijk te maken om te wonen buitengebied sparen van nieuwe aanslagen op open ruimte meer ruimte voor natuur(ontwikkeling) uitgebloeide gezinnen verlaten te grote woning voor kleiner optrekje realisatie stadsbossen (ook in Gentse) buitengebiedgemeenten fiscaal belonen voor openhouden gebieden leegstaande fabrieken en gebouwen na vijf jaar opengesteld voor samenwoonexperimenten ook administraties (kadaster, belastingen, RVA, VDAB, …) voeren zuinig ruimtebeleid water, lucht en aarde worden maximaal beschermd
79
11 12
13
14 15 16 17 18 19 20 21 22 23
24
25
-
ruimte voor mens en natuur ruimte voor biodiversiteit in landbouwgebieden en steden creatie van een boeiende leefomgeving voor de mens open en biodivers Vlaanderen waar het aangenaam leven, wonen en werken is natuur- en milieukwaliteit op buitengebied verbeterd toegankelijke groengebieden op Europees en Vlaams niveau (ook voor overstromingen en adaptatie) natuurlijkere kustzones waar kustbescherming en recreatie samengaan groene stroom in plaats van kerncentrales goed om wonen voldoende respect voor schaarse natuur voldoende natuur en open ruimte voor ontspanning van stijgende bevolking voldoende biodiversiteit slimme combinaties tussen bijkomende bebouwing en vergroening door een zuinig ruimtegebruik
/ / -
bescherming van overblijvende open ruimte
-
voldoende geschikte terreinen voor gemotoriseerde sporten rekening houden met alle disciplines van gemotoriseerde sporten gereglementeerd toegankelijk maken van onverharde wegen op het Vlaamse platteland en in het bos aangename en veilige besteding van de ruimte beschikbaar voor de verschillende hobbyclubs
-
2050 is te ver om iets te wensen
-
gezond evenwicht tussen gebieden met verschillende bestemming gezonde lucht, water en grond decentralisatie van werkgelegenheid en zoveel mogelijk thuiswerken goederenvervoer met kleinere voertuigen, via waterlopen of spoor VEN gerealiseerd Ecologisch verantwoorde woonzones Gebruik van kringloopprocessen agrarisch gebied van 750.000 ha bewaren zuinig ruimtegebruik bij invulling ruimte met natuur compacte woonkernen met maximale inzet op leegstaande huizen industrieterreinen opgebouwd in de grond en in de hoogte verweven Vlaanderen met voldoende groene ruimte geclusterd wonen duurzame keuzes en investeringen in degelijk openbaar vervoer autoluwe steden met voldoende groen
open en groen Vlaanderen kwalitatieve stedelijke agglomeraties en leefbare dorpen principe van de kindnormering toegepast: elk kind toegang tot kwaliteitsvolle, groene speelruimte op loopafstand van de woning
80
26 27
28 29 30
/ -
duurzame wijken kwaliteitsvolle duurzame verbindingen tussen stad en wijken coherent netwerk van voldoende publiek domein ruimtes op jongeren afstemmen op cruciale punten cultuurhistorie en esthetiek herdenken van onze wegeninfrastructuur (vernauwen te brede wegen) meer gebruik van waterwegen voor vrachtvervoer erkenning van transport via pijpleidingen als volwaardige vervoerswijze voor goederen
-
leven, wonen en werken binnen een mobiliteitsbepalend geheel
81
Bijlage VI.6 Betekenis begrippen Respondent Ruimtelijke kwaliteit
Functies ruimtelijk scheiden
Functies ruimtelijk verweven
Stad
Platteland
Dorp
Buurt/ wijk
Woning
Onderweg
Bos en landbouw, geen lintbebouwing en verkavelingen Compacte leefbare kernen, scheiding harde functies en open ruimte
Geconcentreerd rond een centrum
Autoluw
Duurzaam
Met de fiets
Compacte woon/ werk kernen binnen duurzame open ruimte
Leefbaar, fietsen, wandelen, afbouw mobiliteit met auto
Compact en energiezuinig
1
/
Geen goed idee
Goed idee
Densiteit
2
Voldoende, duurzame open ruimte
Enkel waar het nodig is
Verweven is de basis
Open ruimte op loopafstand voor iedereen
3
Halt aan urban sprawl, buitengebied moet buitengebied blijven Duurzame leefomgeving voor prettig gevoel
Enkel als het moet
Waar het kan, ook als het ogenschijnlijk onmogelijk lijkt
/
/
/
/
/
Afbouw monomobiliteit met auto, heroriëntatie mobiliteit /
Enkel als meerwaarde
Belangrijk voor duurzame mobiliteit
Ruimte voor duurzame landbouw, recreatie en natuur + weinig bebouwing
In het platteland geïntegreerde plaats met geconcentreerde bewoning
Zo goed als autoloos, veel contact tussen bewoners
Duurzaam en gezond
Duurzaam en aangenaam
5
/
Enkel waar noodzakelijk
Als het mogelijk is
/
/
/
/
/
6
Diversiteit in elegante verhoudingen Evenwichtige balans tussen verschillende ruimtelijke functies
Afhankelijk van de impact op de samenleving Is geen verweving
Zo veel mogelijk
Compact wonen, groene ruimte en ruimte voor recreatie, mobiliteit bijna 100 % te voet, met de fiets, met OV Inbreiding zonder leefbaarheid te hypothekeren Om te wonen voor zij die willen
Geen verkavelingen
Bestaat dat nog?
Wordt moeilijk in de toekomst
Evenwicht tussen menselijke, natuur- en recreatieve activiteiten
Ruimte voor landschapsidentiteit, samenhang geïntegreerde landbouw en natuur
Klein verstedelijkt gebied met specifieke landschappelijke identiteiten
Onderdeel van dorp of stad met specifiek karakter
Thuis, kinderen opvoeden, oud worden Gebouw om in te leven
Voor elk wat wils, meer files voorkomen Verplaatsing tussen twee of meer locaties
Stad: aangenaam wonen voor iedereen, buitengebied: grote, kwaliteitsvolle natuureenheden
Geconcentreerd wonen zodat ruimte voor natuur gecreëerd wordt
Woongebied voor zeer veel mensen die er zich goed kunnen voelen
Buitengebied waar open ruimte gevrijwaard wordt
Geconcentreerde, kleine, nederzettingen, dragen zorg voor open ruimte
Deel van stad of dorp waar mensen in harmonie samenleven
Milieuvriendelijk minimaal verbruik fossiele brandstof, minimale bijdrage aan vervuiling water en lucht
Werkwoonverkeer: zoveel mogelijk openbaar vervoer, school- woonverkeer: fiets of te voet
4
7
8
Verschillende ruimtelijke functies zijn met elkaar verweven tot een zekere verhouding Wonen, studeren, werken en winkels verweven in steden om zo tot minder mobiliteit te komen
82
9
Open ruimte
10
Kwaliteitsvolle en duurzame invulling
11
12
13
Zo weinig mogelijk invloed van negatieve actoren Ja, stad en buitengebied duidelijk scheiden
Waar mogelijk andere functies toelaten Wonen en werken verweven, geen slaapdorpen en – steden meer
Woon- en werkfunctie
Ruimte voor natuur
Combinatie natuur en wonen
Rustig ’s nachts en in het weekend
Voor iedereen, trage wegen niet afsluiten
Aangename plek om te wonen, geen hoogbouw als in de steden
Woonfunctie in aangename omgeving Meer aandacht gemeenschappelijk groen en speelplekken
Open ruimte met veel biodiversiteit
Grote wegen van woonomgeving en vervuilende landbouw van natuurgebied
Open ruimte en groen, gratis openbaar vervoer
Biologische landbouw verweven met biodiverse natuur
Alles dichtbij en plaats voor groen
Alles dichtbij en plaats voor groen
Zuinig ruimtegebruik en aandacht voor architectuur /
Stedelijk vs buitengebied
Woon, werk en recreatie verweven, biologische landbouw en natuurgebied verweven Minimale basis natuur- en milieukwaliteit in het agrarisch gebied Ecologische industriegebieden, wandel- en sportbossen
Gezinsvriendelijk, nabijgelegen toegankelijk groen
Open, belangrijk voor natuur en duurzame landbouw Bestaat dit nog?
Zelfvoorzienend in basisbehoeften
Autoluw, gezinsvriendelijk
Energiezuinig
Netwerk van openbaar vervoer als ruggengraat
Geconcentreerd, inbreiding
Gezinsvriendelijke inrichting (pleinen, bomen en sportterreinen)
Files tegengaan
Geclusterd ruimtegebruik
Multifunctionele ruimte
Gezinsvriendelijk, autoverkeer geen hoofdfunctie meer
Kernversterking in plaats van verdere uitdeining
Sociale mix, openbaar vervoer, waar kinderen ruimte krijgen
Renovatie (Modern comfort en energiezuinigheid) boven nieuwbouw Ecologisch verantwoord
Sport, natuur, recreatie, woongebied en industrie scheiden Enkel als het moet of nodig is Industrie vs wonen
/
/
/
/
/
/
Als het mogelijk is
Belangrijk Aangenaam en groen netwerk, functionele nabijheid
Leefbaarheid en kwaliteit Zelfstandige woonkern in buitenruimte
Ontmoeting en geborgenheid Zelfstandige entiteit in stedelijk netwerk
Noodzakelijk
Een streefbeeld voor recreatie, natuur en landbouw
Zeer belangrijk maar verstedelijkt Woonkernen, maar vooral natuur en landbouw
Als het nog mogelijk is Korte verplaatsingen: te voet of met fiets, lange verplaatsingen met openbaar vervoer, beperkte rol auto’s /
Vooral lintbebouwing tegengaan
Meer groen, gezinsvriendelijk
/
Verschillend in dorp en stad, aandacht voor relaties tussen verschillende leeftijdsgroepen Milieuvriendelijk
/
15
Gezonde woonwerkomgeving met voldoende ruimte om te ontspannen Open ruimte
16
Veel
17
Hoge waardering landschap en landschapsontwikkeling
18 19
/
/
/
/
/
/
/
/
Overzichtelijk, ordelijk, kwaliteitsvolle publieke ruimte
Enkel waar het nodig is
Vooral vergroening en bebouwing verweven
Vergroenen en verduurzamen, autoluw, kwaliteitsvolle
Duidelijk verschil met stad? Minder verkavelingen
Leefbaar, werken aan lokale sociale cohesie
Buurtleven versterken, intergenerationele mix bevorderen
Voldoende grote gezinswoning
14
Gezond veerkrachtig ecosysteem met een basis aan natuur en milieukwaliteit /
/
83
Zuinig ruimtegebruik, zoveel mogelijk gegroepeerd
Veilig en vlot, gratis openbaar vervoer
Minder stress door goed openbaar vervoer, reductie files
Fiets en te voet stimuleren, autoverkeer verminderen
publieke ruimte Eerlijke verdeling van openbare ruimte voor verschillende gebruikersgroepen Redelijke tot goede kwaliteit
Belangrijk voor vermijden van overlast en hinder
Onbelangrijk
Woongebied
Agrarisch gebied ook toegankelijk voor recreatief gebruik
Geconcentreerde woonkern op platteland
Deel van de stad, niet bruikbaar
Onbelangrijk
Verplaatsing van woon- naar recreatiegebied
Hoeft niet noodzakelijk
Te vermijden
Prachtig en zorgeloos houden
Sociale netwerken
Kleine intieme gemeenschap
Privaat
Mengeling van allerhande
22
/
/
Veel mogelijkheden voor verweven van functies /
/
/
/
Ecologisch
/
23
Sterke daling lucht, water en grondverontreiniging Goede, kwalitatieve afbakening, goed functioneren van sectoren
Bufferzones met zachter recreatie, weiden of parken
Hopelijk nog genoeg landbouwland Behoud en uitbreiding KLE’s
Gettovorming tegengaan, buurtwerking stimuleren Onderdeel van stad, gecentraliseerde bebouwing
Duurzaam en ecologisch
Vermindering vrachtvervoer via weg
Rekening gehouden met bedrijvigheid zoals landbouw
Behoud cultuurhistorische waarden, vermindering lintbebouwing Leef-onderdeel van het platteland waar gewoond kan worden
Zuinig ruimtegebruik
Hoge veiligheid en zuinig ruimtegebruik
25
Voldoende en duurzame groene ruimte
Functies verweven is noodzakelijk
Absolute noodzaak om open ruimte te vrijwaren
Moet gevrijwaard worden van verstedelijking, ideale ontspanningsruimte
Moet gevrijwaard worden van verstedelijking en te grote transportstromen
Gezinsvriendelijk, voldoende speelruimye en veilige verplaatsingsruimte
Passief, zuinig ruimtegebruik
Duurzaam, degelijk, afgestemd openbaar vervoer, veilige fietsroutes en paden
26
Groene ruimte, minder beton, voldoende spelimpulsen, rustige en verkeersveilige openbare ruimte Structuur door samenhangend publiek ruimtenetwerk, richten naar publieke ruimte
/
/
/
/
/
/
/
Waar er onvermijdbare conflicten zijn
Zo veel mogelijk
The place to be voor jongeren, goed bereikbaar, publieke karakter blijft gegarandeerd
Rustige woonomgeving, goed ontsloten en verbonden met stad, voldoende basisvoorzieningen
Herkenbare woonentiteit waar jongeren zich mee blijven identificeren
Schaalniveau voor ruimte voor jongeren, jongeren niet isoleren op één plek
Meer aandacht voor ontmoetingen onderweg
Cultuurhistorie en esthetiek
/
/
Rekening houdend met cultuurhistorische gelaagdheden
Herwaardering platteland, rurale gebieden bestaan nog steeds
Gelijkend op gehucht
/
Nieuwe woontypologieën op maat van nieuw samengestelde gezinnen en ander gemeenschapsleven Weg met lintbebouwing
20
21
24
27
28
Industrie, wonen en harde natuur strikt scheiden van landbouw
Lineaire begroeiing langs waterlopen en secundaire wegen Stimulerend beleid voor blijvende economische landbouwactiviteit
Uitbreiding beperken, ecologisch aanpassen Leegstand tegengaan, meer in de hoogte werken, zuinig ruimtegebruik Geclusterd wonen, groene omgeving, zuinig ruimtegebruik, voldoende leefbare steden, aantrekkelijk voor gezinnen /
84
/
29
/
/
/
/
30
15 woningen per hectare handhaven
Liever verweven
Heel belangrijk
Bereikbaar, veiligheid, leefbaar, handelscentrum
Bestemming bij uitstek Herwaardering buitengebied nodig
85
/
/
/
/
Noodzakelijke kleine en economische activiteiten voor lokale bevolking
Rustige leefgemeenschap
Betaalbaar evoluerend wooncomfort
Geen fileproblemen
Bijlage VI.7 Vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) Respondent Hoge densiteit 1 Behoud duurzame open ruimte 2
Belangrijkste strategische doelen op lange termijn duurzaamheid
nabijheid
Gemengde functies
Propere lucht
Ruimte voor water en natuur
Omwenteling in mobiliteitsvraagstuk
Verweving van functies
Duurzame landbouw
Principe “werken met de natuur” introduceren en faciliteren (delta-comm. en kappa-plan) Onafhankelijkheid van onduurzame energiebronnen Verweving van functies
Robuuste natuurgebieden introduceren en faciliteren
Robuuste kustverdediging introduceren en faciliteren
Integrale aanpak ontwikkelingsprojecten (harde functies koppelen aan open ruimte functies) Robuust waterbeheer introduceren en faciliteren
Behoud en versterken van biodiversiteit en natuur Leefbare steden
Compacter leven zodat verplaatsingen zonder auto Voldoende investeren in natuur
Eerlijke verdeling van openbare ruimte /
/
Behouden wat nog rest
Aanpassen waar het nog kan
afvalbeheer
Energieverbruik
Evenwicht tussen groen en rood in functie van behoud natuurlijke, landschappelijke en culturele entiteiten Stabilisatie aantal inwoners
Aaneensluiten en verder ontwikkelen van natuur- en valleigebieden
Mobiliteit aanpassen aan vervoer van de toekomst Grote en kleine natuur entiteiten op platteland en in stad
Integratie van duurzame landbouw
Optimale waterkwaliteit enhuishouding
Duurzame landbouwvoering
Duurzame gebouwen
Afbouw lintbebouwing
Meer ruimte voor natuur
Negatieve actoren stoppen
/
/
Afbouw gebruik fossiele brandstoffen en kernenergie /
Openhouden buitengebied, versterken kernen van steden en dorpen Ruimte voor natuur
Aaneensluiten en uitbreiden bossen en natuurgebieden Behoud open ruimte
Ruimtelijke plannen die rekening houden met kwetsbaarheid gezinnen Bouwstop op platteland
Grondspeculatie tegenhouden macht immobiliënsector in vraag stellen /
13
Meer ruimte voor natuur en biodiversiteit Meer natuur
Bescherming open ruimte en landschappen Zuinig ruimtegebruik
Versnippering van bossen, natuurgebieden en woongebieden tegengaan Windmolens voor lokale energievoorziening Zuinig ruimtegebruik
14
Meer natuur en biodiversiteit
Zuinig ruimtegebruik
15
/
/
Duurzaam en ecologisch bouwen en verbouwen Impact veranderend klimaat en ruimte voor hernieuwbare energie /
Natuurlijke kustverdediging en adaptatie Durven wegen aanleggen waar noodzakelijk Multifunctioneel gebruik ruimte
/
Ruimte voor hernieuwbare energie Ruimte voor water inrichten als natuurgebied Minimum aan natuur- en milieukwaliteit in landbouwgebied garanderen /
16
Open ruimte met kwaliteit
Meer ruimte voor natuur
Verkeerschaos ordenen
Leefbare steden
/
3
4 5 6 7
8 9 10 11 12
86
/
17
Inbreiding wonen en industrie
18 19
/
20
21 22 23 24 25
Natuurbescherming en ontwikkeling /
Ruimte voor landbouw
Ontwarren mobiliteitsknoop
/
/
Adaptatie aan klimaatsverandering /
Bewoning en vergroening verzoenen Onverharde wegen meer toegankelijk maken voor recreatieve, gemotoriseerde sporten Dorpen behouden, niet laten groeien
Efficiënt ruimtegebruik
Duurzame mobiliteit
/
/
Respect en verdraagzaamheid tussen verschillende gebruikers van landelijke ruimte
Voldoende en diverse landelijke ruimte voor recreatie alle belanghebbenden
Ondubbelzinnig en eenvormig beleid
Efficiënte en doelgerichte communicatie naar belanghebbenden
Steden aantrekkelijker maken
Vrijwaren niet bebouwde zones
/
/
/
/
Meer eenheid in stedenbouwkundige inplantingen /
/
Aankoop en ontsnippering natuur Behoud open ruimte met economische rendabele landbouw Krachtlijnen RSV realiseren
Realisatie van VEN
Bufferzones tussen gebieden met verschillende functies Sterke industrie met zuinig ruimtegebruik
Duurzame en ecologische woonzones Land winnen op water
Verminderen van lucht, water en grondverontreiniging Zuinig ruimtegebruik voor alles
Behoud en uitbreiding bestaande waardevolle bos- en natuurgebieden /
Verstedelijking in buitengebied tegengaan Bestaande ruimte opgebruiken alvorens nieuwe ruimte aan te snijden /
Zunig en duurzaam ruimtegebruik
Basisnorm bos en natuur voor iedereen
/
/
Reconversie 19 eeuwse gordel, aandacht voor kwaliteit publieke ruimte en noden jongeren Betrokkenheid van alle actoren
Woonkernen platteland verbinden met stad, duurzaam transport /
/
/
/
/
/
/
/
26 27
/
28 29
Culturele planologie
Publieke ruimte stuurt ontwikkeling woonvelden, niet andersom Landschapsontwerp
Ruimtelijke reservering voor leidingen Zelfde rechten voor zonevreemde woningen
Erkenning leidingen als gelijkwaardige transportmodus Zelfde rechten voor woningen in alle kwetsbare gebieden
30
Duurzame verplaatsingen en bereikbaarheid steden
de
87
Meer inspraak, ook van jongeren
Bijlage VI.8 Vijf belangrijkste acties op korte termijn (2020) om strategische doelen te bereiken Respondent Ontraden autoverkeer 1
Belangrijkste acties op korte termijn Renovatie huizen
Herstel stedelijk weefsel
Fietsverbindingen
Instrumenten performante en afdwingbare projectontwikkeling Opmaak waterbalans
Dwingend beleid bij realisatie stadsbossen
2
Afbakening en realisatie natuurlijke structuur
Heroriëntatie mobiliteitsvraagstuk
3
Opmaak klimaatadaptatieplan
4
Terugdringen autoverkeer, investeren in fietsinfrastructuur
Opmaak plan specifiek voor kust Stopzetten subsidies onduurzame landbouw
5
/
/
/
/
6
Breder denken waterkwaliteit
Tirannie van ambtenaren onder controle Duurzame landbouw
Politieke corruptie bestrijden
7
Ophouden met overreglementeren Behoud en uitbreiding streekeigen landschappen
8
Realisatie natuurdoelstellingen uit RSV Vergroting oppervlakte waterfunctie Opmaak van degelijk onderbouwde opvolger RSV
Zuiver oppervlaktewater en lucht Juridische bescherming waterfunctie Creatie van 38.000 ha bijkomende natuur en 10.000 ha bijkomend bos /
Sluiting kerncentrales
9 10
Stopzetten lintbebouwing
Negatieve invloeden op natuurfunctie vermijden Doorzichtige en eenvoudige regelgeving
Zandbalans om kustverdedigingsbeleid bijsturen Geen nieuwe autowegen aanleggen
Bescherming en instandhouding habitaten en reservaten Verminderen aantal auto’s en beter OV /
Goede intermodale knooppunten ontwikkelelen Compact en leefbare stad met open ruimte op loopafstand / Geen verkeersaantrekkende functies als niet bereikbaar met fiets, te voet of OV / Jaarlijkse blunderboeken doornemen en lessen leren Sensibilisatie
Meer openbare parken in en rond stad /
Handhaving regelgeving
Procedures vergemakkelijken en inspraak burger
/
/
/
Bundeling harde activiteiten via fiscaal beleid op onbenutte gronden en panden Aanpassing wetgeving raad van state (cfr. tramlijn Wijnegem)
Stop op verlinting en versnippering
Realisatie van (rand)stedelijk groen
Algemeen belang boven lokaal belang
Uitzonderingsregels afschaffen
Natuurverwevingsgebieden als ruggegraad van duurzame landbouw /
Renovatie, verdichting en stimulering van onbenutte gebieden
11
Stop bevolkingsaanwas
12
Realisatie ruimtebalans RSV
13
Meer subsidies voor natuurverenigingen
Minimale basis- en natuurkwaliteit in agrarisch gebied Absoluut verbod bouwen in overstromingsgebied
14
Doelstelling natuur en bos van RSV realiseren
Geen bebouwing in overstromingsgebieden
Goed doordachte kustverdediging
15
/
/
/
16
Ruimtelijke bestemmings- en inrichtingsplannen
Beter vergunningenbeleid
Betere handhaving
88
Aankopen, inrichten en beheren van natuurgebied
/ Natuurrecreatie en trage wegen
17
Stringente ruimtelijke ordening en handhaving
Actieve natuurbeschermingsen ontwikkelingspolitiek
Beschermen landbouwareaal t.o.v. wonen en industrie
18 19
/
/
/
Infrastructuur slim gebruiken, geen verdere ontwikkeling wegennet /
Implementeren MIRA-Snormen Betrekken codegroen in alle relevante overlegorganen
Leefbare dichtbebouwde steden Objectieve en rationele benadering van problematiek
Industriezones beter ontsluiten met openbaar vervoer Beloofde gereglementeerde terreinen realiseren
Kindlinten voor veiligheid en duurzame verplaatsingen Behouden van buffer tussen functies
21
Ruimte geven voor hobby /
Minder wegen, meer veldwegen en fietswegen /
/
22 23
Dorpen en steden gescheiden houden /
Voorrang aan inbreiding, uitbreiding na doelmatigheidsanalyse Omvormen militaire domeinen naar recreatiegebied met natuurlijk karakter voor iedereen /
/
/
Landbouw en natuur correct afbakenen, huidige en toekomstige landbouw kans geven Krachtlijnen RSV realiseren
Ontwikkeling kringloopprocessen Leegstand in steden verminderen
48.000 ha bosgebied
24
Aanplant lineaire groenbuffers langs waterlopen en wegen RUP via lokaal dialoog uitwerken, niet via algemene doelstellingen maar op basis van lokale opportuniteiten Afbakening buitengebied RUP’s
Natuurdoelstellingen halen via zuinig ruimtegebruik
Stimulatie duurzame en ecologische woonzones Buitengebied behouden, 750.000 ha agrarisch gebied realiseren
/
/
/
/
/
/
Start met in kaart brengen noden en wensen van gebruikers
/
/
Oprichten schoonheidscommissie (cfr. Nl.)
/
/
Aanpassing wetgeving inzake verlegging van leidingen ten gevolge van grote infrastructuurwerken /
Bundeling infrastructuur
/
/
/
20
25 26 27
Scheiding hemel- en afvalwater
de
Verluchting 19 eeuwse gordel met aandacht voor jongeren
28
Interdisciplinaire pilootprojecten
29
Opmaak RUP voor leidingstraten
30
Aanpassing wetgeving op zeer korte termijn
Nieuwe sociale woningprojecten met oog voor principes van coherent jongerenweefsel Methodologieontwikkeling voor realisatie burgerparticipatie Aangepast vergunningenbeleid
Vermijden werken met twee maten en gewichten
Ruimtelijke afbakening voltooien /
89
Overstromingsgebieden bouwvrij houden /
Bijlage VI.9 Strategische regio’s waarmee Vlaamse overheid zich moet bezighouden Respondent
Belangrijkste strategische regio’s
1
Driehoek Antwerpen-Brussel-Gent
/
/
/
/
2
Open ruimte en platteland
3
Kust
Natuurlijke en waterstructuur
Vlaamse ruit
/
/
Buitengebied
/
/
/
4 5 6
/ / Vlaams Brabant
/ / Scheldebedding
/ / Polders en de westhoek
/ / Limburgse bosgebieden
/ / Antwerpse kempen
7
Vlaams Brabant
Regio Demer en Dijle
Vallei- en riviergebieden
/
/
8
Buitengebied
Stedelijke gebieden
Netwerk van waterwegen
Zandduinen van de Kempen
Habitatrichtlijngebieden
9
Platteland
/
/
/
/
10
Grootsteden
Havens
Buitengebieden
Toeristische centra
11 12
/ Buitengebied
/ Europese en Vlaamse natuur
/ Vlaamse ruit
/ Kust en polders
13
Limburg
Havens
Steden
Vlaamse ruit
Speelbossen, stadsbossen en natuurgebieden, geen golfterreinen / Regio’s geschikt voor hernieuwbare energie /
14 15 16
/ / Kust
/ / Havens
/ / Grote natuurterreinen
/ / Gent, Antwerpen en Brussel
/ / Plattelandsgebieden
17
West-Vlaanderen
Oost-Vlaanderen
Antwerpen
Vlaams-Brabant & Brussel
Limburg
18
/
/
/
/
/
19
Steden
Bos- en natuurgebieden
/
/
/
20
Kempen
Vlaamse Ardennen
Haven- en industriegebieden
Militaire domeinen
Westhoek
21
Ruimte creëren voor vrije tijd
Verkavelingsbeleid herzien
/
/
22 23
/ Kust
Zonevreemde woningen legaliseren of afbreken / Oost- en West-Vlaanderen
/ Antwerpen
/ Vlaams-Brabant
/ Brussel
24
Havens
Luchthavens
Woon- en landbouwgebied
Grote open landbouwgebieden
Steden
25
Buitengebied
/
/
/
/
26 27
/ 19de eeuwe gordel in stad
/ Geïsoleerde plattelandsregio’s
/ Geïsoleerde sociale woonwijken
/ /
/ /
28
Vlaanderen als geheel
/
/
/
/
29
Verbinding economische clusters
Grote leidingassen door het land
/
/
/
30
Vlaams-Brabant
Antwerpen
Zeebrugge
Gent
Hasselt
90
VII
Nawoord Alhoewel de respons op deze enquête bij overheden, experts en verenigingen eerder beperkt was, blijkt uit dit rapport dat de bevraging toch wel materiaal heeft opgeleverd. Samen met andere partner- en burgerinitiatieven (partnerdialogen, burgerevent, online burgerbevraging) vormt dit een waardevolle input voor het Beleidsplan Ruimte. Daarom willen we graag iedereen die de moeite genomen heeft om de enquête in te vullen hiervoor hartelijk bedanken!
91
VIII Bijlagen Bijlage VIII.1
Vragenlijst voor overheden
Uw benaming* Type overheid
gemeente provincie Vlaamse overheid andere Andere? omschrijf hier:
bestuurlijk oogpunt ambtelijk of administratief oogpunt Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens) Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) (max 150 tekens) 1 2. 3. 4. 5.
Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens) Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)? (max 150 tekens) 1. Ruimtelijke kwaliteit 2. Functies ruimtelijk scheiden 3. Functies ruimtelijk verweven 4. De stad 5. Het platteland 6. het dorp 7. De buurt/wijk 8. Een woning 9. Onderweg
92
Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150. karakters) 1. 2. 3. 4. 5. Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken? (max.150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5. Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden? (max 150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5. In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)
93
Bijlage VIII.2
Vragenlijst voor experts
Uw naam:* uw beroep:* Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens) Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) (max 150 tekens) 1 2. 3. 4. 5.
Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens) Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)? (max 150 tekens) 1. Ruimtelijke kwaliteit 2. Functies ruimtelijk scheiden 3. Functies ruimtelijk verweven 4. De stad 5. Het platteland 6. het dorp 7. De buurt/wijk 8. Een woning 9. Onderweg Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150. karakters) 1. 2. 3. 4. 5.
94
Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken? (max.150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5. Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden? (max 150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5. In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)
95
Bijlage VIII.3
Vragenlijst voor verenigingen en organisaties
Uw naam:* Welk type vereniging vertegenwoordigt u?
middenveld of belangenvereniging hobby, sportvereniging buurtvereniging politieke, ideologische of geloofsvereniging Naam van uw organisatie/vereniging* Missie van uw organisatie:* Ledenaantal van uw vereniging/organisatie* Op welke wijze werd de ruimte die UW VERENIGING OF ORGANISATIE gebruikt, specifiek ingericht voor het type activiteit waar u mee bezig bent?
door onszelf ingericht door onszelf en medegebruikers ingericht door overheid of een privépartner ingericht werd voor een ander doel ingericht weet niet Op welke wijze werd de ruimte die UW LEDEN gebruiken, specifiek ingericht voor het type activiteit waar u mee bezig bent?
werd door onszelf ingericht door onszelf en medegebruikers ingericht door overheid of privépartner ingericht werd voor een ander doel ingericht weet niet
96
Geef aan welke ruimte SPECIFIEK IS INGERICHT voor het type activiteit waar u mee bezig bent. (meer keuzes mogelijk)
Deel van een gebouw - maximaal 1 lokaal Deel van een gebouw - meer dan 1 lokaal Deel van een gebouw - meer dan 6 lokalen Geheel gebouw - maximaal 100m² Geheel gebouw - meer dan 100m² Geheel gebouw - meer dan 1500m² grond rondom een gebouw - maximaal 2000m² grond rondom een gebouw - meer dan 2000m² grond rondom een gebouw - meer dan 5 hectares buitenruimte (zonder gebouw) - max 1 hectare buitenruimte (zonder gebouw) - meer dan 1ha buitenruimte (zonder gebouw) - meer dan 5ha Geef aan welke ruimte u gebruikt voor uw activiteiten en die NIET SPECIFIEK IS INGERICHT voor deze activiteiten. (meer keuzes mogelijk)
deel van een gebouw een geheel gebouw een grond rondom een gebouw een buitenruimte zonder gebouw een straat paden het platteland de stad de buurt andere Indien andere: omschrijf hier nader: Duidt aan hoe u verwacht dat uw ruimtegebruik zal evolueren op lange termijn:
ons ruimtegebruik zal ongeveer gelijk blijven ons ruimtegebruik zal toenemen ons ruimtegebruik zal afnemen Omschrijf op welke wijze u de ruimte gebruikt en welke kwaliteitenof kenmerken u belangrijk vindt in de omgeving waar u uw activiteit uitoefent (max 400 tekens) Wat verwacht u dat de overheid via ruimtelijk beleid regelt? (max 400 tekens)
97
Welke zijn volgens u de 5 belangrijkste (maatschappelijke of ruimtelijke) UITDAGINGEN voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050) (max 150 tekens) 1 2. 3. 4. 5. Beschrijf kort wat uw wensbeeld is voor de Vlaamse ruimte in 2050. (max 400 tekens)
Welke betekenis hecht u aan volgende begrippen (in het licht van 2050)? 1. Ruimtelijke kwaliteit 2. Functies ruimtelijk scheiden 3. Functies ruimtelijk verweven 4. De stad 5. Het platteland 6. het dorp 7. De buurt/wijk 8. Een woning 9. Onderweg
Welke zijn volgens u de vijf belangrijkste strategische doelen voor het ruimtelijk beleid op lange termijn (2050)? (max 150. karakters) 1. 2. 3. 4. 5. Welke vijf belangrijke acties op korte termijn (2020) zijn volgens u noodzakelijk om deze strategische doelen te bereiken? (max.150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5.
98
Met welke vijf grote strategische regio's in Vlaanderen moet de Vlaamse overheid zich volgens u voortaan bezig houden? (max 150 tekens) 1. 2. 3. 4. 5. In dit vak kan u nog andere ideeën schrijven voor de Vlaamse ruimte in 2050 (max. 400 tekens)
99