Unieke steeksluis helemaal uit hout opgebouwd
Restauratie van het Bleiswijkse Verlaat Door Jan W. Bol Het Bleiswijkse Verlaat, een sluis tussen De Rotte en de Lange Vaart of Heulsoot bij Bleiswijk, is een Rijksmonument. Voor het behoud van het monument, dat helemaal uit hout is opgebouwd, bleek restauratie nodig te zijn. De restauratie past in de visie en plannen van het recreatieschap Rottemeren voor het gebied. De uitvoering van de restauratie op locatie was van begin maart tot half oktober 2015. Rijksmonument het Bleiswijkse Verlaat is een bijzonder monument. Deze sluis is helemaal uit hout opgebouwd. Hij ligt tussen de rivier de Rotte en de Heulsloot ofwel Lange Vaart, die loopt tot bij Bleiswijk. Houten portalen ofwel jukken, met regelmaat verdeeld over de hele lengte, zijn kenmerkend voor het type steeksluis. De houten jukconstructie is als het ware het geraamte, dat de sluis stevigheid biedt en de houten wanden aan weerszijden op hun plaats houdt. Aan beide zijden zijn in de sluis houten sluisdeuren opgenomen. Deze vorm is nog dezelfde als die van het eerste verlaat op deze plaats. Dat was een schutsluis die dateerde van 1774, bedoeld om het peil te overbruggen tussen de hooggelegen Rotte en de lager gelegen polder bij Bleiswijk, ten behoeve van het economisch belangrijke transport per schip, van turf en later van agrarische producten. In maart 2015 begon de huidige restauratie van het verlaat. Restauratie was hard nodig omdat de sluis in zeer slechte staat verkeerde. Het inlands eiken, dat gebruikt werd bij een eerdere, complete restauratie in 1972, werd steeds slechter van kwaliteit. Behalve een attractief monument is het Bleiswijkse Verlaat ook een deel van de waterkering tussen de Rotte en de polder, belangrijk voor de veiligheid van het gebied. Het recreatieschap Rottemeren besloot in 2013 tot de restauratie, die volgens planning in oktober 2015 klaar was. Steeksluis, een monument Het Bleiswijkse Verlaat stamt van oorsprong uit 1774, uit de tijd van de droogmakerijen van Bleiswijk en een gedeelte van Hillegersberg. In eerste instantie was het een schutsluis, ook geschikt voor spuien.
Het type is een zogeheten steeksluis. Houten portalen ofwel jukken, met regelmaat verdeeld over de hele lengte, zijn kenmerkend voor dit type sluis. Het verlaat is helemaal in hout uitgevoerd, 32 meter lang en drie meter breed en voorzien van puntdeuren, sluisdeuren die in een puntvorm staan als ze dicht zijn. De drempeldiepte is 1,20 meter onder het boezempeil van de Rotte aan de oostkant en de Heulsloot ofwel Lange Vaart aan de westkant, de polderkant van Bleiswijk. Het verlaat maakt deel uit van de secundaire waterkering langs de Rotte. De technische staat van het verlaat is ook in dat opzicht van belang. De jukken zijn de versterkingen van de sluis, om te voorkomen dat de houten sluiswanden aan beide zijden naar binnen zouden uitzetten of vervormen, door zijdelingse (grond-)druk. Het Bleiswijkse Verlaat heeft een fundering van 140 vurehouten palen. Deze palen zijn op trek belast, vanwege het opdrijvende karakter van de houten sluisvloer. Het verlaat werd in 1972 helemaal gerestaureerd en behield zijn oorspronkelijke vorm. In 1974 kreeg de sluis de status van Rijksmonument en maakt als zodanig deel uit van het Zuid-Hollandse culturele erfgoed. Een waardevol historisch element dat inmiddels het recreatieschap Rottemeren als eigenaar kreeg. De restauratie van de helemaal in hout uitgevoerde sluis gebeurde begin jaren ’70 met inlands eiken. Deze houtconstructie heeft het natte klimaat niet doorstaan. Vocht werkte in op de jukken. Het was van kwaad tot erger, omdat vocht in de constructie drong. Er ontstond schade door vorst. Vanuit technisch oogpunt, dat wil zeggen het type sluis, én vanuit het oogpunt van veiligheid, het verlaat als deel van een secundaire waterkering, én in monumentaal opzicht was restauratie steeds dringender nodig. Voor het recreatieschap Rottemeren en het bestuur van de gemeente Lansingerland werd het duidelijk dat restauratie nodig was om te voorkomen dat het echt te laat zou zijn. Het recreatieschap liet zich overtuigen van de noodzaak en besloot tot investeren in de restauratie van het verlaat, als deel van de plannen die het schap maakte voor het opwaarderen van het gebied van de Rottemeren in het programma ‘De Rotte verdient het’. Recreatie en toerisme en de attractieve en monumentale aspecten van het Bleiswijkse Verlaat zijn daarbij een belangrijk argument. In kaart brengen Alvorens tot daadwerkelijke restauratie van het Bleiswijkse Verlaat over te gaan, was het nodig om een goed beeld van de technische kwaliteit van de sluis versie 1972 in kaart te brengen. Dat betekende bouwtechnisch en historisch onderzoek. Uit visuele inspectie was al snel op te maken dat de houtconstructie van de sluis in slechte conditie was. Het inlands eiken was door vochtindringing zwart geworden. Plantengroei en vorst tastten het relatief zachte hout aan. Dat voor zover de steeksluis boven maaiveld te inspecteren viel. Van het Bleiswijkse Verlaat was uit eind 18e eeuw geen technische of waterbouwkundige informatie voorhanden. Aan de hand van het bestek van de restauratie van 1972, de tekeningen uit 1968 en onderzoeken vooraf is een bestek gemaakt en is aanbesteed. In het bestek was een post opgenomen om werktekeningen te maken. De aannemer koos voor driedimensionale tekeningen. Een soort reconstructie dankzij de mogelijkheden van CAD. De evenknie van het Bleiswijkse Verlaat, het Boterdorpse Verlaat, is bijna identiek qua constructie en dimensies. De kennis die de gemeente Rotterdam, eigenaar van Boterdorpse Verlaat, had opgedaan, leverde informatie voor de
restauratie van het Bleiswijkse Verlaat en is later gebruikt voor het opstellen van het bestek voor het Bleiswijkse Verlaat. Naast technisch en historisch onderzoek waren natuurlijk het regelen van de nodige vergunningen en nakomen van wettelijke verplichtingen belangrijke onderdelen van de voorbereiding van de restauratie. Het Hoogheemraadschap Schieland en Krimpenerwaard moest toestemming geven voor de plannen, in verband met de ligging vaan het verlaat in een secundaire waterkering, de dijk langs de Rotte. Bovendien is ook in deze situatie de Flora- en faunawet van kracht, vanwege vissoorten en vogelsoorten. Wettelijk verplichte procedures kosten tijd. Vanwege het specifieke karakter van zo’n restauratie was het in het najaar van 2014 een meervoudig onderhandse aanbesteding. Een waterbouwkundig aannemer moet namelijk wel affiniteit en ervaring hebben met sluizenbouw en monumenten. De opdracht voor de uitvoering van de restauratie werd gegund aan B. van Hees en Zonen uit Nieuwegein. In december 2014 begonnen de voorbereidende werkzaamheden voor de vervanging van de houtconstructie van het Bleiswijkse Verlaat. Ten eerste met het maken van werktekeningen ter voorbereiding van de bestelling van het hout. Uitvoering De kwaliteit van de houtconstructie onder maaiveld was natuurlijk niet minder belangrijk. Een specialistisch bureau onderzocht door het nemen van monsters en door boringen de technische toestand van de fundering van het verlaat. Daarbij bleef de technische kwaliteit van de houten sluisvloer en van de kespen over de paalkoppen en funderingspalen zelf nog ongewis. Alleen door het maken van een bouwkuip met daarin de hele houtconstructie vrij zou nader onderzoek mogelijk zijn. Deze fase van noodzakelijk nader onderzoek, om een zo goed mogelijke restauratie te kunnen realiseren en om risico’s uit te sluiten, werd in de aanbesteding en opdracht ingecalculeerd. Voor de restauratie van het Bleiswijkse Verlaat is met stalen damwandprofielen een bouwkuip gemaakt, om de houtconstructie van de sluis heen. De damwand diende als waterkering en grondkering. Door het water uit de kuip te pompen en door te ontgraven kwam de eikenhouten, gerestaureerde sluisconstructie, die dateerde van 1972, vrij te staan. Ten behoeve van de bouwkuip moesten enkele leidingen verlegd worden, zoals woonhuisaansluitingen voor elektriciteit en dataverkeer. Probleem bij het traceren en verleggen van leidingen is altijd het ontbreken van kennis van de exacte situatie. Hoe dan ook, bewoners in de directe omgeving mochten niet te lang afgesloten zijn van hun voorzieningen. Na het maken van de bouwkuip, ontgraven aan weerszijden van de sluis en het afstempelen van de bouwkuip zijn de meeste jukken van het verlaat verwijderd, evenals de sluiswanden en de sluisdeuren voor en achter. Enkele van de oorspronkelijke jukken bleven in eerste instantie staan in verband met stabiliteit van sluiswanden in de oude constructie. Zoals gepland lag eind mei 2015 de bestaande eikenhouten sluisvloer vrij van slib. Vanaf dat moment en in die toestand kon inspectie van de kwaliteit en bruikbaarheid van deze houten sluisvloer en van de bestaande fundering van houten palen plaatsvinden. Om te bepalen wat nog vervangen of verbeterd moet worden voordat de nieuwbouw van het verlaat naar het authentieke beeld kon beginnen. In verband met de levensduur werd nu gebouwd met duurzaam tropisch hardhout azobé dat tegenwoordig uit gecontroleerde bosbouw leverbaar
is. Daarvoor waren de houtmaten van de constructie bepalend, net als bij het Boterdorpse Verlaat. Het hout voor de restauratie kwam op de bouwplaats aan als een bouwpakket. De uit precieze engineering afkomstige 3D-tekeningen tot in het detail maakten het bouwpakket mogelijk. De nieuwe houtconstructie in azobé is net als de oorspronkelijke sluisconstructie voorzien van traditionele verbindingen, met pen en gat en met gesmede nagels naar 18e-eeuws model. Ambachtelijk timmermans- en smeedwerk. De sluisvloer is bij deze restauratie in twee lagen hout uitgevoerd, net als in het oorspronkelijke ontwerp. Bij de restauratie in 1972 gebeurde dit niet. Nu is beton gebruikt als ballast, waar vroeger bakstenen gebruikt werden, om opdrijven van de constructie te voorkomen, in het geval dat eventueel in de (naaste) toekomst de sluis weer als schutsluis zou gaan functioneren. Houten kwelschermen, aan het boven- en onderhoofd van de sluis, haaks op de sluisconstructie, moeten eveneens zogenoemde onderloopsheid door waterdruk en achterloopsheid voorkomen. Tenslotte beschermt ook een stortebed van puin vóór de sluis tegen wegspoelen van de grond. Na het opbouwen van de nieuwe houten sluisconstructie met jukken en sluiswanden en na het inhangen en installeren van de sluisdeuren aan het boven- en onderhoofd kan de grond aan weerszijden weer aangebracht worden. De uitkomende grond lag hiervoor in depot. Als grond aangevuld is en de houtconstructie staat kan de stalen damwand getrokken worden. Daarmee is het Bleiswijkse Verlaat een behouden waterbouwkundig monument voor vele decennia en komende generaties. Scheepvaart Het Bleiswijkse Verlaat was van grote waarde voor de historie en economische ontwikkeling van Bleiswijk en het bij deze plaats gelegen poldergebied. Dankzij deze schutsluis kon scheepvaart vanuit de polder gebruik maken van de belangrijke vaarroute over de Rotte naar Rotterdam en verder gelegen steden, zoals Delft en Den Haag. Die scheepvaart was van belang voor de handel in landen tuinbouwproducten. Pas halverwege de 19e eeuw werd de weg van Rotterdam naar Bleiswijk verhard. Tot die tijd was die route een karrenspoor, dat in de natte maanden onbegaanbaar was. Scheepvaart werd in de loop van de 20e eeuw in economisch opzicht van steeds minder van belang. Bleiswijk was tot 1955 nog per schip bereikbaar, tot in het dorp zelf. Dat kon door schutten in het Bleiswijkse Verlaat, van de Rotte naar de ruim een meter lager gelegen Heulsoot, waarlangs voor de trekschuit een jaagpad liep, nu nog bekend als de Lange Vaart. Aan de oever van de Rotte staat nog een huisje dat de woning van de sluiswachter was. Het Bleiswijkse Verlaat werd een monument, een Rijksmonument. Een waterbouwkundige bijzonderheid in vorm en techniek. Net als zijn ‘broertje’, het Boterdorpse Verlaat. De Rotte verdient het Het recreatieschap Rottemeren besloot in 2013 tot investeren in het restaureren van het historisch belangrijke Bleiswijkse Verlaat. Deze sluis is sinds 1974 een Rijksmonument. Het recreatieschap is eigenaar van het verlaat en zag de plicht en noodzaak van restauratie in.
De restauratie van het verlaat past in de plannen van het recreatieschap Rottemeren met thema ‘Rotte, van oorsprong tot dam’. Want de Rotte is cultuurhistorisch en economisch voor het hele gebied en voor de stad Rotterdam, ook als naamgever, van enorme betekenis. Het was wat men noemt een werkrivier, eerst voor het vervoer van turf, de brandstof voor de bewoners van de stad, later voor de aanvoer van voedsel naar de stad, van landbouw- en tuinbouwproducten, totdat in de jaren ’50 het wegtransport het definitief won van het transport per schip. Sindsdien lag de rivier er wat werkloos bij. Met het programma ‘De Rotte verdient het’ blaast het recreatieschap het gebied van de Rottemeren en de Rotte met zijn periferie meer leven in. Dat gebeurt over de boeg van de Rotte als plezierrivier. Omdat het recreëren en het toerisme op het water en op het land nu veel economische kansen bieden. Met name ook aan ondernemers die de vrijetijdsector bedienen, bijvoorbeeld horeca en booten fietsverhuur. De geschiedenis van de Rottemeren, langs de Rotte kun je als ware in het gebied lezen. Aan de hand van de molens, de verlaten, de structuur van het landschap met vaarten en sloten, zie je het ontstaan van een gebied door de eeuwen heen. Een uniek achterland van grote steden in de Randstad Holland.