Verlaat verdriet
Mieke Ankersmid
Verlaat verdriet bij mensen die als kind een ouder hebben verloren
Witsand Uitgevers
Ik draag dit boek op aan ‘mijn’ mannen: mijn vader Evert, die – net als ik – zijn moeder al jong heeft verloren; mijn man Marcel, die mij steunt en stimuleert in het gaan van mijn eigen weg; mijn oudste zoon Wouter, die mij letterlijk en figuurlijk tot moeder heeft gemaakt; en mijn jongste, Tim, die ons allemaal verbindt.
Een boek van Witsand Uitgevers www.witsand-uitgevers.com Volledig herziene uitgave Zesde druk, tiende duizendtal Schutbladen: De klimop is een plant die zich met allesdoordringende wortels stevig kan verankeren in hout of steen en zo kale muren en schuttingen verfraait. In de Keltische mythologie staat klimop, omdat hij zich overal doorheen slingert, voor het optimisme waarmee iedereen barrières kan overwinnen. De klimop kan honderden jaren oud worden. Hij wordt vaak gebruikt op kerkhoven, als symbool van eeuwigheid. © Witsand Uitgevers en Mieke Ankersmid D/2015/12.051/1 - NUR 749 - ISBN 978-94-9201-120-6 Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag, door middel van fotokopie of met elektronische of andere middelen, met inbegrip van automatische informatiesystemen, worden gereproduceerd en/of openbaar gemaakt zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
Inhoud bij de zesde druk van dit boek Het leven niet buitensluiten, Marieke de Vrij Inleiding Leeswijzer Mamma, Marja van der Vegt Hoofdstuk 1. Als een ouder sterft Mother/Father Hoofdstuk 2. Wat er overblijft Zo, Herman van Veen Hoofdstuk 3. Het verhaal van toen Weet niet, Herman van Veen Hoofdstuk 4. Geen plek voor rouw Bericht aan zijn vader, Willem Broens Hoofdstuk 5. Alsnog rouwen Afscheid nemen, Jan Vijn Hoofdstuk 6. Geen afscheid kunnen nemen Wat in de gedachten…, Joseph Christian Von Zedlitz Hoofdstuk 7. Helende rituelen en symbolen Kijken, Saskia van der Lyke Hoofdstuk 8. Waar hoor je nog bij? Het grote verlangen, Jolanda & Monique Hoofdstuk 9. Je overleeft en gaat verder Pijn, Toon Tellegen Hoofdstuk 10. De pijn breekt door Heb geduld, Rainer Maria Rilke Hoofdstuk 11. Op zoek naar hulp Ja, ik hou van mijzelf, Marieke de Vrij Hoofdstuk 12. De positieve erfenis Zomer 1985, Marjon Jens Hoofdstuk 13. Relaties en ouderschap De levenskracht, Paul Bourget Hoofdstuk 14. Beschrijving van twee cases Papa, Mieke Ankersmid Hoofdstuk 15. Mijn eigen verhaal
7 10 11 15 16 17 30 31 42 43 50 51 62 63 72 73 78 79 90 91 100 101 108 109 120 121 134 135 140 141 158 159 164 165
Bijlagen Dankwoord Bronnen Om verder te lezen Relevante adressen
6
171 172 173 174
BIJ dE ZESdE dRuK VAn dIT BoEK Aan het herschrijven van de eerste versies van dit boek begin ik in een heftige periode waarin de dood weer heel nabij is in mijn leven. Op de dag dat het akkoord met uitgever Dirk Demuynck beklonken is, rijd ik door naar het ziekenhuis waar mijn vader opgenomen is vanwege een herseninfarct. Het is goed bij mijn vader te zijn, maar ook confronterend om hem kwetsbaar in een ziekenhuisbed te zien liggen. Mijn sterke, stoere vader, die altijd zei dat hij honderd zou worden. Daar leefden wij als kinderen helemaal mee: we hoefden ons voorlopig geen zorgen te maken; papa werd immers honderd. Helaas heeft hij dat niet gehaald. Bovenop het infarct kreeg hij een longontsteking en een week later stierf hij, 89 jaar oud. Evert Ankersmid Die week waren we als familie bijna dagelijks samen rond papa’s bed. We hebben veel warmte, liefde en verbondenheid kunnen voelen met elkaar. We hebben hem ontslagen van zijn belofte honderd te worden en hebben hem moeten laten gaan, met pijn in ons hart. Hij heeft zijn leven ten volle geleefd. Ik voel zijn aanwezigheid nu nog sterker in mijn leven omdat ik een paar keer per dag naar deze foto kijk, waar hij stralend op staat. Hij verstond de kunst om ondanks vele 7
moeilijkheden te genieten van alle goeds in zijn leven. Via deze foto inspireert hij me nu elke dag. Drie weken na zijn dood overleed ook zijn tweede vrouw, mijn stiefmoeder. Het bizarre was dat dit ongeveer op dezelfde manier verliep: eerst een herseninfarct en vervolgens een longontsteking, die ook haar fataal werd. Weer zijn we als familie heel erg samen. Ik merk dat dit emotioneel voor mij een ander verhaal is; mijn hart is niet zo geraakt als door het verlies van mijn vader. En dat mag, dat verschil mag er zijn. Het verdriet komt nu meer doordat ik meeleef met haar kinderen: mijn zusje en twee broers, die in zo korte tijd hun beide ouders kwijt zijn. En ook wordt de oude wond van het verlies van mijn eigen moeder (al zo lang geleden), opnieuw geraakt door dit verse verlies. Ik ben heel dankbaar dat mijn vader wel lang in mijn leven is geweest. Dirk Demuynck van uitgeverij Witsand ontmoette ik bij de presentatie van het Handboek Rouw, Rouwbegeleiding, Rouwtherapie (samengesteld door Johan Maes en Harriëtte Modderman) in Gent. Blij verrast was ik door zijn complimenten over mijn boek Verlaat verdriet, dat al jaren bij hem in de kast bleek te staan. Toen hij hoorde dat ik geen boeken meer op voorraad had, zei Dirk meteen dat hij het boek graag opnieuw uit wilde geven. Geweldig nieuws vond ik dat. Omdat het boek gewaardeerd wordt zoals het is, en blijkbaar aan zijn doel beantwoordt, heb ik besloten niet al te veel veranderingen aan te brengen. Het blijft een eenvoudig geschreven boek, dat vooral inzicht in de beleving biedt. De citaten blijken zeer aansprekend te zijn voor jou als lezer. De leeftijden onder de citaten zijn van het moment waarop de uitspraak gedaan is. Ik neem wel de nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot rouwbegeleiding en -therapie mee. Deze zijn de afgelopen jaren wat veranderd. Steeds meer wordt erkend dat een rouwproces een zeer individuele zaak is, waar geen blauwdruk voor klaarligt. En zeker bij een verlies dat al tientallen jaren geleden plaats heeft gehad, is de 8
rouw daarover verschillend voor ieder persoon. Natuurlijk zijn er raakvlakken en kan herkenning bij elkaar goed doen. Die herkenning en erkenning van de problematiek zijn zeker in dit boek te vinden. In 2002 heb ik Verlaat verdriet in eigen beheer uitgegeven. Op 24 april 2002 heb ik het boek voor het eerst gepresenteerd. Een bijzondere dag: de sterfdag van mijn moeder, destijds 36 jaar geleden. Het boek werd vervolgens erg goed ontvangen. Er volgden interviews in de bladen en op tv. De eerste druk was daardoor snel uitverkocht. Inmiddels zijn er 9000 exemplaren verschenen en verspreid over de hele wereld. Hartverwarmend waren – en zijn nog steeds – de reacties van lezers. Sommigen melden het in één nacht uitgelezen te hebben; anderen doen er, stukje bij beetje, jaren over omdat het zoveel emoties oproept. Soms belt iemand alleen om te zeggen: ‘Dank je wel dat je dit boek geschreven hebt.’ Dat is voor mij een schitterende beloning. Mieke Ankersmid
9
Het leven niet buitensluiten
Het leven kun je niet buitensluiten Onherroepelijk zal verlies van wat je minde eens aan je deur kloppen. Daar waar liefde werkelijk diepte heeft gekend is de beloning hoe vreemd dit ook moge klinken verlies. De herinnering verzachting en het open hart het teken geluk gekend te hebben lief te mogen hebben zonder te verharden om dat wat je verloor. Verlies is daarom een niet mindere staat van zijn. Alleen de gelukkigen weten wat het is dierbaren te verliezen en het hart open in herinnering te dragen.
Uit: Een leven lang in liefde, Marieke de Vrij
10
InLEIdInG Niets is blijvend, verlies hoort bij het leven. Het liefst zouden we natuurlijk willen dat alle goede dingen in ons leven blijvend zijn. ‘Onherroepelijk zal verlies van wat je minde eens aan je deur kloppen’ staat in het gedicht op de vorige bladzijde. Als je mensen verliest aan wie je sterk gehecht bent, is dat erg pijnlijk en moet je een weg vinden om met die verwonding verder te leven. Verlies je op jonge leeftijd je ouder(s), dan word je al heel vroeg geconfronteerd met een pijnlijke ingrijpende verlieservaring, die diepe sporen in jouw leven na zal laten. Het onbewuste vertrouwen dat het leven goed zal gaan is dan niet meer zo vanzelfsprekend. Het ondenkbare is gebeurd. ‘De dag waarop je moeder sterft… de dag waarna je nooit meer kind zult zijn…’ zingt Karin Bloemen in haar prachtige lied ‘Geen kind meer’. Karin verloor haar zus en nam de zorg voor haar neefje op zich. Acteur Jeroen Willems zegt in een documentaire over zijn leven: ‘Ik ben er later wel achter gekomen dat de daverende klap van mijn vaders dood mij behoorlijk verwond heeft, ja.’ Jeroen was vijftien toen zijn vader plots overleed aan een hartaanval. Dit boek gaat over de gevolgen op latere leeftijd wanneer je als kind één of beide ouders door overlijden hebt verloren. Het is geschreven voor allen die dit in hun leven mee hebben gemaakt en voor mensen die hier als naasten of beroepshalve mee te maken hebben. Zelf was ik twaalf jaar toen mijn moeder overleed aan de gevolgen van borstkanker. Wanneer je nog een kind bent als je moeder of vader sterft, heeft deze gebeurtenis een enorme impact op je leven. Er verandert veel in één klap. De manier waarop je hier als kind zelf mee om bent gegaan en de wijze waarop de omgeving je al dan niet hierin geholpen en ondersteund heeft, zijn bepalend voor de invloed die dit verlies op je verdere leven heeft. Niet iedereen draagt hiervan een negatieve last met zich mee. 11
Bij velen zijn er echter verstoringen in de ontwikkeling opgetreden door de gebeurtenissen rondom en na het sterven van een ouder. Veel kinderen/jongeren hebben deze ervaringen moeten wegstoppen, omdat ze te pijnlijk waren om toe te laten. Het kind in onszelf, dat zo verwond is, sluit zijn gevoelens af voor de buitenwereld en vaak ook voor zichzelf. Als er geen veilige plek is om kwetsbaar te durven zijn, als er geen geduldige aandacht en steun is, wordt het een kwestie van aanpassen en overleven. Dat vraagt veel energie; energie die dan niet beschikbaar is voor andere zaken in het leven. Ongeveer tien procent van de mensen die nu tussen de twintig en zeventig jaar oud zijn, hebben vóór hun twintigste jaar één of beide ouders door overlijden verloren*. Zij hebben allen met deze gebeurtenis moeten leren leven. Vaak hebben zij dit alleen uit moeten zoeken; er was decennia geleden nog weinig bekend over ‘kinderen en rouw’. De laatste jaren is hier veel over gepubliceerd. Er is überhaupt meer aandacht voor rouw, op tv, in boeken, in films en songs. Over de gevolgen op latere leeftijd is nog weinig wetenschappelijk bekend. Het is moeilijk vast te stellen wat die gevolgen precies zijn. Zoveel factoren kunnen een rol spelen en de loop van het verdere leven bepalen. Dat het een ingrijpende en levensbepalende gebeurtenis is, is evident. De afgelopen twintig jaar heb ik met honderden mensen gewerkt die als kind het verlies van een ouder hebben meegemaakt. Ik word regelmatig geroerd door hun verhalen, die ook vaak een stukje van mijn eigen verhaal raken. In 2002 heb ik de ervaringen van al deze mensen in de eerste versie van dit boek beschreven. Naast het materiaal dat er al was vanuit de workshops, individuele therapiesessies, telefoongesprekken, mails, heb ik een aantal diepte-interviews gehouden met mannen en vrouwen die vroeg een ouder hebben verloren. Zij waren divers in de leeftijd die ze hadden *bron: Graaf, N.D. de, P.M. de Graaf, G. Kraaykamp, W.C. Ultee (1998). Familie- enquête Nederlandse Bevolking 1998, Katholieke Universiteit Nijmegen.
12
op het moment van overlijden van hun ouder (van voor de geboorte tot 21 jaar) en ook divers in de leeftijd waarop zij geïnterviewd werden (van begin twintig tot in de zeventig). Een uitgebreide aanvulling bood destijds de afstudeerscriptie van Jolanda Blokhuis, Marion Groothuis en Carmen Zwaga (2001). Zij hebben hiervoor een enquête gehouden onder 160 mannen en vrouwen die als kind één of beide ouders verloren. De uitkomsten waren een bevestiging van mijn eigen bevindingen. Ik pretendeer niet een wetenschappelijk verantwoord boek te schrijven. Ik baseer me voor dit boek op de contacten die ik de afgelopen twintig jaar gehad heb met honderden lotgenoten en op mijn eigen ervaringen, aangevuld met relevante informatie over rouwprocessen. Mijn contacten zijn voornamelijk met mensen die op latere leeftijd problemen kregen en die een verband vermoedden met dit grote verlies op jonge leeftijd. Met al dit materiaal heb ik een paar keer de rust, structuur en inspirerende omgeving van een klooster opgezocht. Daar is een groot deel van het boek op papier gekomen. De grootste klus voor mijzelf tijdens het schrijven was: mezelf, mijn ervaringen en die van de mensen met wie ik de afgelopen jaren heb gewerkt, bloedserieus te durven nemen. Dit hield in dat ik zelf allereerst erkenning moest geven aan de impact die zo’n vroeg verlies kan hebben en er publiekelijk voor uit moest komen dat ook ik, schijnbaar sterke vrouw, daar behoorlijk veel last van gehad heb en hiermee soms nog worstel. Ik ben blij dat ik voor die worsteling op verschillende plekken hulp heb gezocht en gevonden. Dit boek kan een bijdrage zijn in het herkennen van de problematiek van mensen die van jongs af aan geleerd hebben hun verlies te bagatelliseren: ‘Dat is al zo lang geleden, daar moet ik toch allang overheen zijn…’ Het kan wellicht een ‘eye-opener’ zijn voor mensen die hun recente problematiek (nog) niet koppelen aan deze verlieservaring. 13
Mijn bedoeling is niet alleen een beschrijving van de problematiek te geven. Ik wil ook zicht bieden op hoe je hier alsnog mee om kunt gaan en hoe je de wonden die je in je kinderjaren hebt opgelopen, alsnog zou kunnen helen. Je hoeft geen slachtoffer te blijven van wat jou in het verleden is overkomen; je kunt daarvan vrij worden. Dit gaat niet door te ontkennen of te verdringen wat vroeger gebeurd is, maar door dit onder ogen te zien en werkelijk te aanvaarden als deel van jouw leven. Je hoeft ook niet gepantserd door het leven te gaan. Kracht en kwetsbaarheid kunnen heel goed samengaan en zo je leven verrijken. Erkenning van het ‘gewond zijn’ is hierbij een eerste stap. Ik zou je willen stimuleren zelf verantwoordelijkheid te nemen voor jouw genezing, groei en ontwikkeling; als volwassene op te pakken wat vroeger is blijven liggen, een goede vader of moeder voor jezelf te worden en zelf te gaan voorzien in jouw essentiële levensbehoeften. Dit vraagt zeker een investering van jou: emotioneel, in tijd en wellicht financieel. Voor wie na het lezen van dit boek verder wil werken aan deze problematiek heb ik achterin aanbevelingen opgenomen om verder te lezen. Ik noem daar ook een aantal relevante adressen. Tussen de hoofdstukken in dit boek staan gedichten en stukjes proza, die vanuit verschillende invalshoeken de kracht en kwetsbaarheid in het omgaan met verlies en verdriet belichten. Ook mensen die door andere oorzaken dan het verlies van een ouder verwondingen hebben opgelopen in hun kinderjaren, zullen wellicht veel herkennen in dit boek. Berg en Dal, april 2015
14