51.913975 4.493679
RESPONS 07
15
“We willen in control zijn, ook met asbestbeheer”
22
Twee leiders, twee succesvolle bedrijven
RESPONS is een uitgave van RPS 51.996217,4.382966
Het beste bewijs voor succes
RPS 5 locaties: Breda Delft Hoogeveen Leerdam Rotterdam
51.913975 | 4.493679
Beste relaties en vrienden van RPS, Het gaat goed met de havens en de industrie in Nederland. De concurrentiekracht is daar aanwezig om ook in deze lastige tijden goed mee te kunnen. Wij denken dat er nog steeds mensen en bedrijven zijn die tegen de stroom in groeien. Daarom organiseren wij op 28 mei een nieuw evenement ‘Rotterdams Peil’, een platform voor bedrijven en relaties die zich hierin herkennen. In dit nummer van Respons brengen we het succes van Nederland naar voren. Dit succes is terug te zien in projecten, bedrijven én mensen. Zonder de inzet, passie en vakkennis van medewerkers zijn er geen successen te bouwen. Lees in de artikelen over de groei van Rhenus en Damen, bedrijven in de logistieke sector die als geen ander weten hoe te groeien in een sector in mineur. Ook bij het Erasmus MC weten ze van aanpakken en combineren ze vakkennis met technologie om het vernieuwingstraject van de huisvesting succesvol te laten verlopen.
RPS is een onafhankelijk adviesen ingenieursbureau. Met een team van 350 specialisten werken we dagelijks, vanuit verschillende disciplines, aan een mooier, veiliger en gezonder Nederland. We zijn actief in de werkvelden ‘Gebiedsinrichting & Infrastructuur’, ‘Huisvesting & Vastgoed’ en ‘Milieu & Veiligheid en Laboratoria’. CO2 bewust RPS heeft eind 2012 het certificaat ‘CO2 bewust’, niveau 3, behaald. De doelen die RPS zich op het gebied van milieu en duurzaamheid heeft gesteld, zijn gebaseerd op een actieplan. Details hierover vindt u op rps.nl. Rotterdams Peil Op dinsdag 28 mei aanstaande organiseert RPS een nieuw ontmoetingsplatform waarbij de groei van de havens, industrie en de stad centraal staat. Details hierover vindt u op rotterdamspeil.nl.
RPS voelt zich thuis bij deze verhalen en bedrijven. Wij willen met onze opdrachtgevers en relaties de groei benutten waar het kan. Laten we vanuit deze succesverhalen met een positieve blik naar de toekomst kijken. Veel leesplezier! Frank Vrolijks algemeen directeur
02 | 03
03 Voorwoord
07 het beste bewijs voor succes Alphons van Erven
inhoudsopgave
15 “We willen in control zijn, ook met asbestbeheer” Matty Beek
12 Realisatie van een postsorteercentrum PostNL Real Estate
21 Projectmatig werken
51.963143 | 5.807079
Sint Elisabeth Ziekenhuis
22 twee leiders, twee succesvolle bedrijven Durk-Jan Nederlof en Frank Vrolijks 26 rdm, wervend stadshavengebied Jeroen van Meel 30 “werken volgens de gouden driehoek is een succes” Ludolph Wentholt
29 Herinrichting RDM-terrein Havenbedrijf Rotterdam
32 Digispectie STOWA en RWS
Meten van en adviseren over het stuwenensemble Nederrijn & Lek, in samenwerking met Nebest.
04 | 05
Het beste bewijs voor succes 51.502826 | 5.48516
Alphons van Erven Dit voorjaar nam Rhenus Logistics een nieuw distributiecentrum van 57.000 vierkante meter in gebruik. De nieuwbouw is nodig om de verwachte groei voor de komende jaren te faciliteren. Alphons van Erven, verantwoordelijk voor de divisie Contract Logistics: ‘Dit pand is ons beste salesargument.’
06 | 07
Het beste bewijs voor succes
Rhenus
Rhenus Contract Logistics verzorgt complete logistieke dienstverlening voor tal van opdrachtgevers. De organisatie is onder andere succesvol in supply chain management voor bedrijven in de medische en ICTbranche. Rhenus verzorgt het complete logistieke traject van aanvoer, opslag, voorraadbeheer, handling en transport naar de eindafnemers.
Met gepaste trots leidt Alphons van Erven ons rond door het hagelnieuwe magazijn van Rhenus Logistics, dat dit voorjaar in Son en Breugel is verrezen. Eigenlijk is magazijn het verkeerde woord, want dat roept maar associaties op met volgepakte, stoffige ruimtes waar het daglicht niet komt. Warehouse is de moderne benaming voor het fonkelnieuwe duurzame gebouw, bestaande uit vier geschakelde hallen van ieder 13.000 vierkante meter. Met een prijskaartje van 40 miljoen is het de grootste nieuwbouw in zijn soort in Nederland dit jaar. Rhenus Logistics, onderdeel van een groot Duits familiebedrijf, sloot een langjarige huurovereenkomst met projectontwikkelaar Dok Vast. ‘Zie je die LED-verlichting aan het plafond’, wijst Van Erven. ‘Als er daglicht binnenvalt of als een deel van de hal lang niet belopen is, dimt het licht vanzelf. Dat bespaart ons 70% aan energiekosten per jaar.’ De ruimtes in het distributiecentrum zijn hoog, licht, brandschoon en voldoen aan alle denkbare milieu- en veiligheidseisen. Voor een healthcare klant staan er peperdure MRI-scanners klaar voor verzending, voor een andere klant staan er vele duizenden pallets met studieboeken op voorraad. Strategische keuze De divisie Contract Logistics, waarvoor Van Erven verantwoordelijk is, verzorgt voor haar klanten de opslag van goederen en het klaarzetten en verzenden van orders. Het bedrijf telt zeven vestigingen in Zuid-Nederland, waarvan de nieuwe locatie het paradepaardje vormt. ‘We hebben altijd al veel aandacht besteed aan de uitstraling van onze panden’, verduidelijkt Van Erven. ‘Het pand is het enige wat we onze klanten kunnen laten zien. Als je je goederen ergens wilt onderbrengen en je loopt een aftands pand binnen, dan weet ik één ding zeker: dan kies je voor
08 | 09
51.502719 | 5.483937
Het beste bewijs voor succes
51.502719 | 5.483937
een ander.’ De nieuwbouw is het beste bewijs voor het succes van Rhenus. De afgelopen vijf jaar groeide de omzet van Contract Logistics jaarlijks gestaag. Aan het succes ligt een duidelijke strategische keuze ten grondslag. ‘Tien jaar geleden groeiden we nauwelijks. We hebben er toen bewust voor gekozen om van een generalist een specialist te worden. Omdat we kwalitatief altijd al aan de bovenkant van de markt zaten, zochten we naar hoogwaardige producten. Zo kwamen we uit bij de medische sector. Er was bovendien weinig concurrentie in die markt en door de vergrijzing is het nog een groeimarkt ook.’ Behalve voor de healthcare apparatuur klant werkt Rhenus voor leveranciers van kunstaderen, hartkleppen en implantaten. Het is een markt die veel vraagt van een logistieke dienstverlener. ‘Een hartklep weegt enkele grammen en kost duizenden euro’s. Dat vraagt om een heel ander proces dan het versturen van mp3-spelers aan winkels. Voor hightech producten is een niveau van 99% correctness prima, maar medische klanten vragen om een kwaliteitsniveau van méér dan 99,99%. Het lijkt maar een verschil van 1%, maar die laatste procent vergt enorm veel van je processen. In het begin hebben we weleens ons hoofd gestoten, we hebben een leercurve doorgemaakt voordat we op het vereiste niveau zaten.’ Dagelijks verzendt Rhenus honderden zendingen naar ziekenhuizen in heel Europa. De doelstelling is minder dan vijf fouten op jaarbasis. Ook voor de huisvesting heeft dat consequenties. De temperatuur en vochtigheid moeten constant zijn (afwijkingen worden direct doorgegeven aan de meldkamer) en de brandveiligheid ligt op het allerhoogste niveau. De brandwerende muren zorgen voor een vertraging van drie uur, ruim boven de norm die verzekeraars stellen. Webshops als groeimotor Bij de strategische heroriëntatie tien jaar geleden werd behalve de medische sector ook ingezet op distributie van high-end elektronica en fulfillment voor webshops. Met name de laatste categorie is een groeimarkt van jewelste. De cijfers laten wat dat betreft niets aan duidelijkheid te wensen over. Voor een internationale webshop in dierenbenodigdheden, heeft Rhenus zevenduizend artikelen op voorraad en verzendt het dagelijks liefst tienduizend bestellingen door heel Europa. ‘We hebben een locatie in Tilburg van 34.000 vierkante meter, alleen voor deze klant. Er werken 260 mensen in twee ploegendiensten, zeven dagen per week.’ De voorspellingen voor e-commerce zijn onverminderd positief en dat is gunstig voor partijen met hoogwaardig logistiek vastgoed, zoals Rhenus. ‘De voorraad verschuift steeds meer van de fysieke winkels naar de magazijnen van de webshops. De komende jaren zal een enorme stroom goederen
10 | 11
Het beste bewijs voor succes
verhuizen van de stadscentra naar de industrieterreinen.’ De nieuwbouw is erop gericht om de groei voor de komende jaren gestalte te kunnen geven. De kost gaat daarbij voor de baat uit. ‘Pas als je de ruimte hebt, kun je de klant krijgen’, legt Van Erven uit. ‘Er is geen klant die zegt: ik besteed het aan jou uit, en ik kom over een jaar terug als je de ruimte hebt.’ Bewust koos Rhenus voor een groot pand van 57.000 vierkante meter. ‘In onze business is schaalgrootte van belang. We hebben een aantal vestigingen van 10.000 vierkante meter, maar die gaan we nu afstoten. Bij elke locatie heb je een basis infrastructuur nodig, IT-systemen en management. Die kosten verdien je makkelijker terug in een grote locatie dan een kleine. Het nieuwe pand biedt trouwens nóg een voordeel. Voor een bestaande klant hadden we goederen op drie verschillende locaties staan. Dat zorgt voor extra distributiestromen en is slecht voor het milieu. Nu staat alles op één plek.’
Sterk salesargument De nieuwbouw is soepel verlopen. Heembouw, de verantwoordelijke aannemer, heeft de bouw keurig volgens planning binnen een jaar opgeleverd. RPS werd ingeschakeld om het projectmanagement te voeren over alle huurdersvoorzieningen. Van Erven: ‘Voor ons is deze nieuwbouw geen core business, we doen het naast ons bestaande werk. Het is een gigantisch karwei om voor de inrichting van het warehouse en kantoor, datanetwerken, zonwering en tientallen andere zaken de leveranciers te selecteren, offertes te vergelijken en erop toe te zien dat alles volgens afspraak wordt geleverd. RPS heeft die taak prima op zich genomen.’ De nieuwe huisvesting is een belangrijke succesfactor voor Rhenus, beaamt Van Erven: ‘Door de grote omvang behalen we schaalvoordelen. En door het hoge kwaliteitsniveau van deze locatie hebben we een sterk salesargument in handen.’
51.911152 | 4.469517 Realisatie van een postsorteercentrum PostNL Real Estate
12 | 13
De afgelopen jaren heeft RPS voor PostNL met meerdere projectleiders aan het project Centrale Voorbereidingslocaties gewerkt. Dit alles ten behoeve van ‘de nieuwe weg van de brief’. Hierin wordt het postproces anders ingericht en vormen de nieuwe negen Centrale Voorbereidingslocaties (CVL’s) de spil tussen sorteren en bezorgen. De projectleiders van RPS hebben deelgenomen aan de projectteams belast met de locatiekeuze, het voorbereiden en verbouwen van de diverse Centrale Voorbereidingslocaties en het begeleiden van de
realisatie van een tweetal depots voor de Nieuwe Logistieke Infrastructuur (NLI). Voor de Centrale Voorbereidingslocaties zijn bestaande panden in een zeer korte tijd verbouwd zodat deze geschikt zijn voor het bedrijfsproces van PostNL. Per pand gaat het om ca. 25.000 m2 bruto vloeroppervlak. De depots van de Nieuwe Logistieke Infrastructuur zijn identieke nieuwbouwpanden (circa 6.000 m2 per pand) elk met een bouwtijd van ca. 9 maanden. Op dit moment zijn vrijwel alle nieuwe depots geopend en in gebruik genomen.
Kind team Huisvesting & Vastgoed
51.910894 | 4.470337
“We willen in control zijn, ook met asbestbeheer” Matty Beek Het oude Dijkzigt Ziekenhuis in Rotterdam – dat later opging in het Erasmus MC – dateert uit de jaren zestig. In het gebouw is veel asbest verwerkt, wat jarenlang leidde tot vertraging en extra kosten tijdens verbouwingen. Dankzij het vastgoeddossier zijn die zorgen verleden tijd. “Vroeger was er vaak twijfel als werkzaamheden begonnen. Nu is er duidelijkheid vooraf.”
14 | 15
“We willen in control zijn, ook met asbestbeheer”
In de binnenstad van Rotterdam wordt sinds 2009 hard gewerkt aan de nieuwbouw van het Erasmus MC. In de schaduw van de hoge, nieuwe gebouwen blijft het oude beddenhuis van het Dijkzigt, het H-gebouw, de komende jaren nog voor een groot deel overeind. De ruimte is hard nodig om alle
verhuisbewegingen op te vangen. Het oude ziekenhuisgebouw dateert van 1961 en heeft een problematiek waar de nieuwbouw uiteraard geen last meer van heeft: asbest. Matty Beek is binnen de sector vastgoedbeheer van Erasmus MC verantwoordelijk voor veiligheid
en milieuzaken. “Nadat asbest in 1993 werd verboden hebben we de eerste onderzoeken verricht. We troffen veel asbest aan, zowel in vloeren, plafonds, wanden, leidingen als installatieruimtes. Dat is niet verrassend. Toen het gebouw werd opgeleverd, was asbest een
ERASMUS MC
51.910907 | 4.468549
Het Erasmus MC is een universitair medisch centrum in Rotterdam. Van de acht centra in Nederland is het Erasmus MC het grootst en meest veelzijdig. De organisatie bestaat uit ruim vijftig afdelingen. Elke afdeling levert een bijdrage aan de drie kerntaken van het Erasmus MC: patiëntenzorg, onderzoek en onderwijs.
16 | 17
“We willen in control zijn, ook met asbestbeheer”
heel gangbaar product.” Al het asbest verwijderen is geen optie. Dat is niet alleen onbetaalbaar, maar ook niet te combineren met de fulltime beschikbaarheid van gebouw en installaties. Het is bovendien niet nodig. Asbest dat verstopt zit achter wanden en onder vloeren levert pas gevaar op bij breken of boren. Wel zijn de nodige preventieve maatregelen genomen om medewerkers een veilige werkomgeving te kunnen blijven garanderen. Beek: “Dat hebben we opgelost door het asbest waarmee mensen in contact konden komen te coaten. Door die beschermlaag komt het materiaal niet in de lucht en is er geen gevaar voor de gezondheid.” Digitale oplossing Het Erasmus MC besteedt alle verbouwingswerkzaamheden uit; het voert echter wel de regie. De afgelopen jaren kwam het vaak voor dat een aannemer of installateur moest breken of boren en tijdens zijn werkzaamheden op asbestverdacht materiaal stuitte. “Dat leidde steevast tot vertraging”, legt Beek uit. “Het werk moest dan direct worden stilgelegd. Vervolgens werd het materiaal geïnspecteerd en werden luchtmetingen verricht. Als er inderdaad asbest aanwezig was, moest dat eerst worden gesaneerd voordat de installateur verder kon met zijn werk. Dat zorgde voor vertraging, extra kosten en voor onrust onder medewerkers.” In de loop der jaren werden tal van ruimtes op asbest onderzocht. “Het probleem was dat er geen totaaloverzicht was”, zegt Beek. Om dat overzicht alsnog te krijgen, besloot Erasmus MC voor eens en voor altijd het aanwezige asbest in de oude gebouwen, met een vloeroppervlak van 400.000 vierkante meter, in kaart te brengen. “Het moest een digitale oplossing zijn, en op tekening, niet in Excel. Eén beeld zegt meer dan duizend woorden. Een elektricien die aan de slag gaat, moet in één oogopslag kunnen begrijpen hoe het zit.” Erasmus
18 | 19
MC trok samen op met RPS, dat al het aanwezige asbest in kaart bracht en een online vastgoeddossier ontwikkelde waarin de resultaten kunnen worden opgeslagen en geactualiseerd. Het onderzoek nam een jaar in beslag. Beek klapt zijn laptop open. Op zijn scherm verschijnt een mappenstructuur, ingedeeld naar ruimtenummers. Als hij doorklikt verschijnt een plattegrond van het gewenste vertrek in beeld. Hij zoomt in en wijst op een rode lijn: “Kijk, in deze wand zit asbest. De witte stukken die je ziet, zijn gesaneerd.” Weer andere kleuren staan voor ‘astbestvrij’ of ‘asbestverdacht’. “Je hebt meteen de informatie die je zoekt. Je ziet heel precies waar het asbest zit: bijvoorbeeld in een plafond, een leiding of een beugel van een leiding. Onze projectmanagers kunnen ingehuurde aannemers en installateurs daardoor in een paar minuten instrueren, zonder dat ze hele rapporten moeten doorworstelen of afhankelijk zijn van individuele medewerkers. Vroeger was er vaak twijfel als werkzaamheden begonnen. Nu kunnen we die twijfel vooraf wegnemen.” Actualiseren Het verschil met vroeger, zegt Beek, is het verschil tussen wel of niet zeker weten. “We varen nu op ons dossier. Dat zorgt voor tijdwinst, kostenbesparing en het geeft rust. We hebben deze aanpak duidelijk gecommuniceerd naar het ziekenhuispersoneel. In het verleden was er onrust onder medewerkers, ook zij hoorden de verhalen in de media over de gezondheidsrisico’s. Het aantal vragen over asbest is drastisch afgenomen.” De totale kosten van het inventariseren en documenteren waren aanzienlijk. “De investering verdienen we echter snel terug. Vroeger maakten we bij iedere inventarisatie kosten, naast de kosten voor oponthoud van werk. Verschillende gebouwen van het Erasmus MC moeten nog jaren mee, dan is de rekensom snel gemaakt.”
51.910384 | 4.466597
“We willen in control zijn, ook met asbestbeheer”
Het vastgoeddossier is eenvoudig uit te breiden met andere statische gegevens. Denk aan gegevens over legionella of brandveiligheid. Ook certificaten en meetresultaten kunnen in het dossier worden ondergebracht en voorzien van tekeningen en foto’s. Beek geeft ook een waarschuwing. “We hebben alles goed in beeld gebracht nu, maar het is zaak om het bij te houden. Als bij het plaatsen van een nieuwe installatie asbest is verwijderd, moet je dat verwerken in het dossier. We hebben de processen zo ingeregeld dat het dossier elk kwartaal wordt geactualiseerd. Doe je dat niet, dan kun je over twee jaar weer
opnieuw beginnen.” Ook over de toegang tot de gegevens zijn heldere afspraken gemaakt. Grote bouwbedrijven die dagelijks aanwezig zijn, hebben zelf toegang tot het vastgoeddossier. Kleinere partijen krijgen de documenten toegestuurd. Erasmus MC houdt ook hier graag de regie en wil voorkomen dat verouderde documenten worden gebruikt. Terwijl hij zijn laptop dichtklapt, zegt Beek: “Je bent als werkgever verplicht om asbest te inventariseren en te documenteren. Doe het dan goed en niet op basis van vermoedens. Ik kan deze aanpak iedereen aanraden.”
51.911529 | 4.469019
Projectmatig werken Sint Elisabeth Ziekenhuis
Kind team Huisvesting & Vastgoed
Samen met ToC Resultants is RPS momenteel bezig met de implementatie van projectmatig werken in het St. Elisabeth. Het doel is om binnen een aantal maanden een groep medewerkers zodanig op te leiden in het projectmatig werken dat zij straks zelfstandig project start-ups kunnen leiden. Daarnaast kunnen zij na afloop projectleiders begeleiden en zorgen dat dit bijdraagt aan het binnen de vooraf gestelde tijd, budget en inhoud afronden van projecten. Dit alles wordt gedaan aan de hand van Theory of Constraints.
‘projecten’ tegelijkertijd uitgevoerd. Deze duren vaak enkele jaren en doen veelal een beroep op mensen die primair ervoor willen zorgen dat mensen beter worden. Het is dan ook een uitdaging om het aantal projecten te verminderen. Zo kunnen we ervoor zorgen dat projecten kort cyclisch een beroep doen op de beperkte tijd en middelen die beschikbaar zijn. Een prettig neveneffect is dat er op die manier vaak veel meer projecten worden afgerond. Het resultaat voor de organisatie is dan ook groter.
Dit lijkt wellicht een eenvoudige klus. In veel ziekenhuizen worden echter vaak tientallen
20 | 21
Twee leiders, twee SUCCESVOLLE bedrijven Durk-Jan Nederlof I Frank Vrolijks Twee bedrijven die de afgelopen jaren de crisis te lijf gingen en daar beter uitkwamen. Damen en RPS werken in verschillende branches. Damen voornamelijk op het water en RPS voornamelijk op het land. Er zijn overeenkomsten die leiden tot het succes van beide bedrijven. Twee directeuren, Durk-Jan Nederlof, Director Damen Shiprepair & Conversion van Damen en Frank Vrolijks, algemeen directeur bij RPS, praten over hun bedrijven en aanpak. Durk-Jan Nederlof en Frank Vrolijks treffen elkaar op de reparatiewerf van Damen in Schiedam. Vanuit het raam kijken ze neer op de grote werkplaats waar verschillende schepen in de dokken liggen. “Dit is de eerste keer dat ik
22 | 23
zo dichtbij ben”, vertelt Vrolijks, “Wij zijn als bedrijf wel actief in de haven, maar voornamelijk op het gebied van asbest op schepen, arbeidshygiëne en blootstellingsonderzoeken. Het is een wereld waarin we ons in toenemende
51.903507 | 4.383888
twee leiders, twee succesvolle bedrijven
Damen Shipyards Group is een Nederlands scheepsbouwconcern en nog steeds een familiebedrijf. Met meer dan 6000 medewerkers in 35 landen hebben zij een leidende positie. Damen Shiprepair & Conversion is onderdeel van de Damen Shipyards Group en richt zich onder andere op het repareren en ombouwen van schepen.
51.902130 | 4.386055
mate interesseren.” Nederlof: “Ik moet eerlijk zeggen dat ik jullie naam wel kende, maar ik had niet precies voor ogen wat jullie doen. Damen is een echt familiebedrijf. De gebroeders Damen zijn in 1927 gestart met het opzetten van de eerste scheepswerf. En net als jullie zijn we daarna succesvol gegroeid door overnames. Het afgelopen half jaar hebben we vijf reparatiewerven overgenomen waardoor onze capaciteit bijna verdubbeld is. In het begin werkten al deze verschillende werven elkaar tegen. Dat kwam doordat we de verschillende werven zoveel mogelijk op eigen benen wilden laten staan. Hierdoor was er eigenlijk concurrentie binnen Damen. De afgelopen tijd zijn we bezig geweest met een grote rebranding, om van onze verschillende werven, één Damen te maken.” “Daar zit een grote overeenkomst”, vertelt Vrolijks enthousiast. “Vorig jaar hebben wij onze rebranding succesvol afgerond. Vanuit de deelondernemingen hebben we één RPS gemaakt met een set gedeelde waarden: persoonlijk, pragmatisch en daadkrachtig.” Officiële dealer De groei van Damen en RPS is niet de enige overeenkomst tussen de bedrijven. Nederlof: “Een deel van ons succes in de afgelopen zes à zeven jaar kun je vergelijken met autodealers: je hebt de groene Romneyloods, Piet van Oostende om de hoek en de Mercedesdealer. De afgelopen jaren hebben we de Romneyloods achter ons gelaten en zijn we gegroeid naar officiële Mercedesdealer. We zijn gegroeid in wat we kunnen, in performance en kwaliteit, maar ook in omvang. Dit laatste door interne groei en door overnames. Dankzij deze groei kunnen we steeds grotere en complexere
projecten aan. Projecten die eigenlijk niet voor mogelijk werden gehouden.” Vrolijks: “Ook wij zijn de afgelopen jaren gegroeid in service en klantgerichtheid. Door digitalisering van werkprocessen leveren we resultaten eerder en preciezer op. Dat geldt zowel voor asbest als voor blootstellingsonderzoeken of huisvesting. We merken dat kleinere bedrijven en zzp’ers die slag niet kunnen maken.” Ever changing world Nederlof: “Ook de crisis heeft gezorgd voor verandering binnen ons bedrijf. Waar we eerst veel schepen bouwden, zijn we nu voornamelijk bezig met het onderhouden, repareren en ombouwen van schepen. Zo hebben we bijvoorbeeld een boorplatform omgebouwd tot hotelaccommodatie. Het blijft een ever changing world.” Vrolijks: “Dat vraagt om vakmanschap. Mensen en hun capaciteiten spelen hierbij een grote rol. Wat ik geleerd heb is dat laboratoria in de wereld een soort hotlinesysteem met elkaar hebben. Als jij iets niet kunt meten, kan iemand in Spanje dat wel. We sturen het monster dan die kant op en 24 uur later ontvangen we een betrouwbaar resultaat. Een succesvolle samenwerking binnen RPS maar ook met andere bedrijven is hierin erg belangrijk.” Nederlof beaamt de samenwerking: “Zo werken wij ook. Nu kunnen we tegen een klant zeggen dat we hem op dit moment in Rotterdam niet kunnen helpen, maar als hij naar Vlissingen vaart helpen we hem direct. Grote klussen houden ons daardoor niet meer tegen om kleine klussen te doen. Je moet het allemaal kunnen, groot en klein, en flexibel inspelen op de vraag.” Vrolijks beaamt dat graag en de heren praten nog levendig verder over systemen en verantwoordelijkheden, vastbesloten om goed te reageren op de volgende uitdaging.
24 | 25
RDM, wervend stadshavengebied JEROEN VAN MEEL 51.899096 | 4.419937 We staan op het dak van het Oude Hoofdkantoor van de voormalige Rotterdamsche Droogdok Maatschappij (RDM) in de haven van Rotterdam. Jeroen van Meel, RDM Gebiedsmanager bij Havenbedrijf Rotterdam, wijst ons het dorpje Heijplaat waar vroeger de medewerkers van RDM woonden. Rechts daarvan ligt het Innovation Dock (de oude Machinefabriek) en de Onderzeebootloods. Binnen in het Oude Hoofdkantoor vragen we Van Meel wat het succes achter dit terrein is. “De charme”, zegt hij vastberaden. “Je wordt op slag verliefd.”
Jeroen van Meel werkt al drie jaar aan RDM bij het Havenbedrijf Rotterdam. Hij richt zich volledig op het herinrichten van het oude RDM-terrein. Als eerste neemt Van Meel ons mee naar een grote luchtfoto van het terrein. “In het dorpje Heijplaat, naast het RDM-terrein, herken je nog altijd oude factoren uit de tijd dat hier echt arbeiders van RDM woonden. Je kunt nog altijd aan de grootte van de huizen zien voor wie deze bedoeld waren. Zo is er bijvoorbeeld het ‘jong gezellen
26 | 27
huis’ met kleine kamertjes en zijn er diverse directiewoningen. Er heerste een grappig soort ‘standenstructuur’ in dit dorpje.” Stadshavens Met de komst van Maasvlakte 2 ligt er in de ‘oude’ havens binnen de stad een nieuwe kans voor de economische vernieuwing van activiteiten en de ontwikkeling van aantrekkelijke waterfronten. Van Meel noemt het
“RDM, wervend stadshavengebied”
Het Havenbedrijf Rotterdam is beheerder, exploitant en ontwikkelaar van het Rotterdamse haven- en industriegebied. In het hart van het Rotterdamse havengebied herontwikkelt het Havenbedrijf het RDM-terrein. Bij deze herinrichting staan de thema’s Research, Design and Manufacturing centraal.
51.899676||05º63’52.89 4.419862 52º34’34.28
Herinrichting RDM-terrein Havenbedrijf Rotterdam
oude RDM-terrein (en het bijbehorende dorpje Heijplaat) dé showcase van het Havenbedrijf en de gemeente Rotterdam. “Het RDM-terrein is echt een voorbeeld voor stad en haven. Daarin ligt onze focus voornamelijk op technisch onderwijs, een van onze speerpunten voor dit terrein, naast innovatieve maakindustrie en economische bedrijvigheid zoals stukgoed en off-shore. We geven oude haventerreinen een eigentijdse invulling.” Blijvend succes Van Meel vindt dat de historie van het RDM-terrein een grote rol speelt in de ontwikkeling ervan. “De echte succesfactoren achter dit terrein zijn het ensemble, alle verhalen en de historie. Deze spelen ook een grote rol bij de herontwikkeling van dit terrein. Ik geloof echt in het succes van deze locatie als we er ook nog een publieke trekpleister van maken. De openbaarheid van de locatie speelt daarin een grote rol. Enkele jaren geleden hebben we, mede dankzij scholen, de poorten opengezet. Hierdoor werd het mogelijk rechtstreeks vanuit het
Het Havenbedrijf Rotterdam is met RPS adviesen ingenieursbureau een raamovereenkomst aangegaan voor de herinrichting van de buitenruimte van de voormalige RDM-scheepswerf bij Heijplaat. Het doel van de nieuwe inrichting van het RDM-terrein is het realiseren van een gebied met een uitstraling die bijdraagt aan de aantrekkelijkheid van het totale RDM-terrein. De engineering en realisatie vinden plaats in afzonderlijke deelprojecten en bestaan uit het slopen van opstallen, spoorbanen en kraanfundaties, uitvoeren van asbestinventarisaties, verwijderen en aanleggen van riolering, kabels en leidingen, openbare verlichting, wegverhardingen, groen- en speelvoorzieningen.
dorp het voorheen gesloten terrein op te komen. Naast onderwijs, maakindustrie en economische bedrijvigheid willen we een stap verder richting publieke functies. Op dit moment zijn we goed op weg en qua ontwikkeling halverwege. RDM staat vanaf nu voor Research, Design and Manufacturing.” Maximaal gebruik In de toekomst wil het Havenbedrijf maximaal gebruikmaken van het gebied. Van Meel legt uit dat de rol van het Havenbedrijf hierin veranderd is. “In zekere zin hebben we een grote stap gemaakt van terrein kopen en uitmelken naar het succesvol maximaal gebruikmaken van een gebied. De haven is nu eenmaal een belangrijk gebied waar investeringen een grote rol spelen. Het Havenbedrijf is goed in staat om gebieden te transformeren en nieuwe markten en producten aan te trekken. Ik geloof erin om het RDM-terrein tot dé trekpleister van de Rotterdamse haven te maken. Anders zat ik hier niet.”
RPS verzorgt hierin het projectmanagement, de risicoanalyses, de ontwerpfase, de contractfase en de begeleiding van de uitvoeringsfase. Hierin vragen het omgevingsmanagement, het ontwerpproces en de logistieke aspecten speciale aandacht. Vooral vanwege de uiteenlopende belangen van de gebruikers, het intensieve vrachtverkeer op de Heijplaatweg en de ‘buren’ in het dorp Heijplaat. Het deelproject ‘RDM Oost’ is inmiddels in volle gang en moet binnen korte tijd gerealiseerd worden. De werkzaamheden liggen op schema en zullen naar verwachting op tijd afgerond worden.
28 | 29
“Werken volgens de gouden driehoek is een succes” Ludolph Wentholt In een eerder artikel heeft u gelezen over meerlaagse veiligheid, STOWA loopt hierin vooruit. STOWA is een stichting die door waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat gefinancierd wordt. Door middel van onderzoek ontwikkelt en verspreid STOWA richtlijnen en handreikingen voor de werkprocessen van waterbeheerders. Dit doet STOWA in vier waterthema’s: Waterweren, Watersystemen, Afvalwatersystemen en Waterketen.
Van afvalwatersystemen tot hoogwaterbescherming en stedelijk waterbeheer, de waterschappen, provincies en Rijkswaterstaat zorgen voor een goede (be-)geleiding van al het water in ons land. De Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) is een kennispartner van deze vierentwintig waterschappen in samenwerking met marktpartijen en kennisinstituten. STOWA ontwikkelt en deelt de kennis en kunde om de processen van waterbeheerders op een hoger peil te brengen. De waterschappen vertrouwen op de richtlijnen en handvatten van STOWA. Deze zijn gericht op de dag van morgen, maar bij voorkeur ook op overmorgen. Op het kantoor van STOWA aan het station van Amersfoort treffen we Ludolph Wentholt, Programmamanager Waterveiligheid. Hij is al twintig jaar verantwoordelijk voor de kennisontwikkeling op het gebied van waterveiligheid bij STOWA. Het is druk op het kantoor, bijna alle medewerkers zijn aanwezig. Op een rustige plek beschrijft Wentholt vier succesfactoren achter STOWA. “Ten eerste doen wij geen onderzoek omdat we dat zelf zo leuk vinden, maar we proberen vraaggestuurd te werken. In een rondje langs de velden vragen we waar verschillende waterbeheerders
30 | 31
morgen en overmorgen behoefte aan hebben. Ten tweede betrekken we waterschappen, marktpartijen en kennisinstituten bij de verschillende onderzoeken. Ten derde zorgen we voor een toegepast kennisproduct. Wij ontwikkelen bijvoorbeeld niet alleen software of een handreikingen, maar toegepast, geïmplementeerd door en met de waterbeheerders en klaar voor gebruik. Tot slot stoppen we veel energie in kennisverspreiding. We organiseren symposia, kennisdagen, cursussen en gebruikersoverleggen om onze doelgroep bij het eindproduct te betrekken. “En eigenlijk is er nog een vijfde
52.197135 | 4.902697
“Werken volgens de gouden driehoek is een succes”
succesfactor”, zegt hij enthousiast. “Naast kennisverspreiding, wordt ook veel kennis gedeeld en verzameld, samen met en voor waterbeheerders.” Niet langs, maar haasje-over Voor diverse onderzoeken werkt STOWA samen met verschillende marktpartijen uit de gouden driehoek (onderzoeksinstituten, bedrijfsleven en overheid). Hierbij richten zij zich niet op het oplossen van de problemen bij waterbeheerders van nu, maar op het verbeteren van de werkprocessen van morgen. Zo kunnen eventuele problemen van overmorgen voorkomen worden. Wentholt vertelt dat STOWA veel energie stopt in het uitwisselen en delen van kennis. “Verder is werken volgens de gouden driehoek is écht een succesfactor achter onze onderzoeken. Een voorbeeld hiervan is Digispectie. Alle partijen, bedrijfsleven, kennisinstituten en waterbeheerders waar wij mee samenwerken hebben hun eigen unieke kennis. Door bij onderzoeken deze kennis en kunde te verzamelen en delen kunnen wij door externe partijen erbij te betrekken hun unieke kennis zodanig inzetten dat er een gezamenlijke
Digispectie STOWA en RWS
Na de dijkdoorbraak bij Wilnis heeft RPS de eerste applicatie ontwikkeld voor het vastleggen van schades aan waterkeringen. Deze voorloper van de huidige Digispectieapplicatie heeft de basis gelegd voor het gestandaardiseerd registreren van schades met behulp van invullijsten, fotokoppeling en het intekenen van de schadelocatie in een mobiel GIS. De afgelopen jaren heeft RPS voor de STOWA en RWS de huidige Digispectie-applicatie verder ontwikkeld. Digispectie bestaat uit een drietal onderdelen: een veldmodule voor de keringsinspecteur, een desktopmodule in ArcGIS waarmee de waarnemingen en schadebeelden kunnen worden geanalyseerd
meerwaarde ontstaat. Daarbij willen we onze belangen bundelen en voor elke partij haar winst pakken. Op die manier werken we niet langer langs elkaar, maar doen we samen haasje-over”, beeldt hij lachend uit. Nieuwe jas voor dijken “Het succes achter waterveiligheid is het collectief belang. Niet alleen de stad of het dorp dat achter de dijk ligt heeft baat bij een goede waterwering, maar ook de steden en dorpen daarachter. We zijn met z’n allen verantwoordelijk voor veilige waterweringen”, vertelt Wentholt. Rondom waterveiligheid bestaan wettelijke toetsinstrumenten die door het Rijk en de overheid opgesteld zijn. Wentholt legt uit dat de richtlijnen waaraan bijvoorbeeld dijken moeten voldoen nogal robuust zijn. “Deze richtlijnen gaan meestal uit van het worstcasescenario. Wij bekijken of goed dijkbeheer deze scenario’s kan voorkomen. Een dijk is, net als kleding, niet van de één op andere dag versleten. Door een dijk regelmatig een nieuwe jas aan te trekken, kan hij nog veel langer succesvol meegaan.”
en gemonitord, en een online fotocatalogus van schadebeelden: de Digigids. Het systeem kenmerkt zich door een eenduidige opzet, een standaardwerkwijze en een flexibele inrichting. Op die manier kunnen verschillende type keringen en verschillende soorten schadebeelden snel en efficiënt in kaart gebracht worden. Momenteel vindt er een modernisering van Digispectie plaats waarbij de veldmodule geschikt wordt gemaakt voor het werken met de huidige generatie tablets en smartphones. In de desktopapplicatie wordt de mogelijkheid toegevoegd om op basis van geconstateerde schadebeelden of tekortkomingen, eigenaren van de percelen automatisch aan te schrijven.
51.891588 | 4.667977
COLOFON RPS Elektronicaweg 2 2628 XG Delft T +31 15 750 16 00
[email protected] www.rps.nl REDACTIE Jojanneke Langevoord
FOTOGRAFIE Paulien de Gaaij
Liza Bakker
[email protected]
VORMGEVING Grafisch Ontwerpbureau
TEKST
Onze Jongens
Koen van Santvoord Liza Bakker
DRUK Grafisch Bedrijf Crezée Oplage 5.000 exemplaren