Research voor Beleid onderdeel van Panteia
Inventarisatie regeldruk coalitieakkoord Balkenende IV
Research voor Beleid onderdeel van Panteia
Inventarisatie regeldruk coalitieakkoord Balkenende IV
Een onderzoek in opdracht van Actal C. van der Werf N. Stroeker J. Wils Projectnummer: B3309 Leiden, 11 mei 2007
De verantwoordelijkheid voor de inhoud berust bij Research voor Beleid. Het gebruik van cijfers en/of teksten als toelichting of ondersteuning in artikelen, scripties en boeken is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld. Vermenigvuldigen en/of openbaarmaking in welke vorm ook, alsmede opslag in een retrieval system, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van Research voor Beleid. Research voor Beleid aanvaardt geen aansprakelijkheid voor drukfouten en/of andere onvolkomenheden.
2
Voorwoord In opdracht van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft Research voor Beleid, in samenwerking met het Instituut Onderzoek Overheidsuitgaven onderzoek gedaan naar de regeldruk in coalitieakkoord dat ten grondslag ligt aan het nieuwe kabinet Balkenende IV. In algemene zin is het van belang op te merken dat de tekst van een coalitieakkoord vooral een uiteenzetting is op hoofdlijnen, waarin de coalitiepartijen hun gezamenlijke richting en doelen hebben geformuleerd. De daadwerkelijke effecten op (administratieve) lasten zijn in hoge mate afhankelijk van de keuzes die gemaakt gaan worden rond de inrichting van de uitvoering. Neemt niet weg dat het onderzoek een overzicht heeft opgeleverd van 86 beleidsvoornemens in het coalitieakkoord die zeker of waarschijnlijk invloed hebben op de administratieve lasten of overige nalevingskosten voor burgers, bedrijven en overheden. Voor nog eens 35 maatregelen geldt dat deze mogelijk effect hebben op de (administratieve) lasten, maar dat de uitwerking nog onvoldoende duidelijk is om hierover een oordeel te kunnen geven. Van vijftien van deze beleidsvoornemens is een, zo mogelijk kwantitatieve, inschatting gemaakt van het effect op de administratieve lasten voor burgers en bedrijven. Het onderzoek is vanuit Actal begeleid door de heer Floris Mreijen en mevrouw Aleid van der Zwan. Het rapport bestaat uit twee delen. Deel 1 bevat een inhoudelijke beschrijving van de onderzoeksopzet en resultaten van het onderzoek. Deel 2 bevat een overzicht van alle beleidsvoornemens, en de verwachtte effecten op de (administratieve) lasten, alsmede een overzicht per departement en de uitwerking van vijftien beleidsvoornemens met naar verwachting substantiële effecten voor de (administratieve) lasten. Cornelis van der Werf Directielid Research voor Beleid
3
4
Inhoudsopgave
Deel I
1
2
9
Doel en aanpak onderzoek
11
1.1
Beleidscontext
11
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen
11
1.3
Onderzoeksopzet
12
1.4
Leeswijzer
14
Beschouwing van het coalitieakkoord
15
2.1
Hoofdlijnen: aandacht voor regeldruk
15
2.2
Gebruikte beleidsinstrumentarium; trends
16
2.3
Maatregelen met regeldruk
17
2.4
Ontwikkeling regeldruk en haalbaarheid reductiedoelstelling
19
2.5
Conclusies
21
Deel II
23
3
Overzicht beleidsmaatregelen coalitieakkoord
25
3.1
Groslijst
25
Uitwerking shortlist
41
4
4.1
Verbetering immigratie kennismigranten
42
4.2
Invoering kilometerheffing
44
4.3
Experimenten tariefdifferentiatie OV
46
4.4
Uitbreiding levensloopregeling
48
4.5
Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
50
4.6
Versterken positie 35-min
52
4.7
WGA privaat
54
4.8
Afschaffing Pemba
56
4.9
Normering inkomens (semi) publieke sector
58
4.10
Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders
62
4.11
Verbod radicale boodschappen internet
64
4.12
Afschaffing no-claim
66
4.13
Invoering nieuw systeem eigen betalingen
68
4.14
Saldo premie en zorgtoeslag
72
4.15
Vereenvoudiging DBC-stelsel
74
5
5
Overzicht beleidsmaatregelen per ministerie
6
79
5.1
Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking
79
5.2
BZK
79
5.3
Economische Zaken
79
5.4
Financiën
80
5.5
Justitie
80
5.6
LNV
81
5.7
OCW
81
5.8
SZW
82
5.9
V&W
83
5.10
VROM
83
5.11
VROM / Wonen, Wijken en Integratie
83
5.12
VWS
84
5.13
VWS / Jeugd en Gezin
84
5.14
Rijksbreed
85
Samenvatting Doelstelling In opdracht van het Adviescollege toetsing administratieve lasten (Actal) heeft Research voor Beleid, in samenwerking met het Instituut Onderzoek Overheidsuitgaven onderzoek gedaan naar de regeldruk in het coalitieakkoord dat ten grondslag ligt aan het kabinet Balkenende IV. Het onderzoek heeft tot doel een overzicht samen te stellen van de beleidsvoornemens in het coalitieakkoord die van invloed zijn op de (administratieve) lastendruk voor burgers en bedrijven. Het onderzoek is nadrukkelijk geen ‘doorrekening’ van het coalitieakkoord. Het is een scan van de beleidsvoornemens op mogelijke effecten voor de regeldruk voor burgers, bedrijven en overheden. Waar mogelijk is een inschatting gemaakt van de richting van het effect van het coalitieakkoord op de lastendruk. Van een selectie van 15 maatregelen is daarnaast ook nadere berekening gemaakt van het administratieve lasteneffect. Het onderzoek kent een brede focus als het gaat om regeldruk. Dat betekent dat niet alleen gekeken is naar het effect van beleidsvoornemens voor de administratieve lasten, maar ook voor de overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten. Hoofdlijnen coalitieakkoord In het coalitieakkoord is expliciete aandacht voor de vermindering van de administratieve lasten. Concreet is de inzet een nieuwe tranche van 25% reductie administratieve lasten. Daarbij krijgen ook provincies en gemeenten nadrukkelijk tot taak de lasten voor burgers en bedrijven met minimaal 25% te verminderen. Deze reductiedoelstelling van 25% voor het rijk is echter alleen toegespitst op bedrijven. Voor burgers is geen doelstelling opgenomen. Overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten krijgen geen specifieke aandacht. Ongeveer de helft van alle in het coalitieakkoord voorgestelde beleidsmaatregelen heeft (mogelijk) effect op de regeldruk van bedrijven, burgers of mede overheden. In totaal heeft 36% (86 maatregelen) zeker of waarschijnlijk invloed op de administratieve lasten, overige nalevingskosten of interbestuurlijke lasten. Voor nog eens 15% (35 maatregelen) geldt dat deze, afhankelijk van de uitwerking, mogelijk effect hebben op de regeldruk. Uit de analyse blijkt dat met name de pijlers II ‘Innovatieve, concurrerende en ondernemende economie’, IV ‘Sociale samenhang’ en VI ‘Overheid en dienstbare publieke sector’ beleidsvoornemens bevatten met invloed op de regeldruk. Een deel van de verklaring hiervoor is dat in deze pijlers relatief veel wordt geïnvesteerd door middel van financiële instrumenten. Dit heeft invloed op de administratieve lasten en overige nalevingskosten doordat meer burgers en bedrijven toegang krijgen tot deze middelen. Het zwaartepunt van de maatregelen met invloed op de regeldruk ligt bij vier ministeries: SZW, OCW, VWS en Financiën. Gebruikte beleidsinstrumenten Er zijn vijf trends te distilleren ten aanzien van het gebruikte beleidsinstrumentarium en de invloed daarvan op de regeldruk. Financiële instrumenten Er is in het coalitieakkoord relatief vaak sprake van de inzet van financiële instrumenten. Doorgaans leveren deze baat op voor de doelgroep, maar op macroniveau nemen de administratieve lasten toe. Efficiënte aanvraag en afhandeling is voor de doelgroep dan van belang om de lasten te beperken. 7
Convenanten en prestatieafspraken Het kabinet zet onder andere in op convenanten en prestatieafspraken. Deze zijn doorgaans niet gebaseerd op wetgeving en leveren daarom in formele zin geen regeldruk op. In de beleving van betrokken burgers, bedrijven en decentrale overheden en zal dit doorgaans wel als een verzwaring van de regeldruk overkomen. Intensivering toezicht Meerdere maatregelen zijn gericht op intensivering van toezicht. Dit kan leiden tot toename van zowel administratieve lasten als overige nalevingskosten. Verschuiving naar private partijen Binnen de sociale zekerheid is sprake van een verschuiving van de uitvoering van overheidstaken naar private partijen. Hierbij is dan strikt genomen niet langer sprake van administratieve lasten. In de praktijk krijgen burgers en bedrijven mogelijk eerder met meer dan minder administratieve taken te maken. Decentralisatie Ook is sprake is van verplaatsing van taken van de rijksoverheid naar provincies en gemeenten. Voor een deel zullen hierdoor ook administratieve lasten van het rijk naar de lagere overheden meeverhuizen. Specifieke aandacht voor de lasten die provincies en gemeenten veroorzaken is daarom van belang. Effect coalitieakkoord op regeldruk De 86 maatregelen met een effect op de regeldruk blijken bij nadere analyse vaker een toename dan een afname in te houden. Dat geldt zowel voor bedrijven als burgers en decentrale overheden. Dit zegt overigens niets over de omvang van de totale regeldruk; een kleine toename kan tegenover een grote afname staan. Van vijftien maatregelen die naar verwachting een substantieel effect zullen hebben op administratieve lasten voor burgers of bedrijven is een schatting gemaakt van de omvang van het administratieve lasteneffect. Het blijkt dat er bij de geselecteerde maatregelen per saldo eerder sprake is van een toename van de administratieve lasten dan een afname. Op basis hiervan zijn echter geen uitspraken te doen over het totale effect van het coalitieakkoord op de administratieve lasten van burgers en bedrijven. Haalbaarheid reductiedoelstelling Voor zover het mogelijk is gebleken om de administratieve lasten effecten voor burgers en bedrijven in te schatten en te kwantificeren, is het niet aannemelijk dat de beleidsvoornemens zoals geformuleerd in het coalitieakkoord zullen leiden tot een afname met 25%. Naast de voorstellen die leiden tot reductie, zijn er ook nieuwe beleidsvoornemens die leiden tot nieuwe administratieve lasten. Wil het kabinet de beleidsdoelstelling van 25% reductie in de komende kabinetsperiode realiseren, dan is het van belang dat over de hele linie van het rijksbeleid, opnieuw, wordt nagegaan welke reductiemogelijkheden er zijn. Gelet op de reductieoperaties die de afgelopen jaren reeds zijn doorgevoerd zal dit geen gemakkelijke opgave zijn. Aangezien de reductievoorstellen in de achterliggende periode vaak werden ingegeven door het laten vervallen van ‘onnodige’ en ‘overbodige’ regelgeving, zou de focus bij de nieuwe reductiedoelstelling primair moeten liggen bij de uitvoeringspraktijk en de nieuwe nog vorm te geven beleidsvoornemens. Immers administratieve lasten worden doorgaans vooral veroorzaakt door de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het beleid. Reeds eerder is door Actal en anderen daarbij gewezen op het belang van een sterkere inzet van ICT, de zogenaamde clusteraanpak, versoberd toezicht en het delen van informatie tussen uitvoeringsorganisaties.
8
Deel I
9
10
1
Doel en aanpak onderzoek
1.1
Beleidscontext
In de afgelopen jaren hebben de kabinetten Balkenende II en III een impuls gegeven aan het terugdringen van de lasten voor burgers en bedrijven. De fracties van CDA, PvdA en ChristenUnie hebben zich in het coalitieakkoord ‘Samen Werken, Samen Leven’ ten doel gesteld de (administratieve) lasten verder te reduceren. In het coalitieakkoord staat hierover: “Een dienende overheid is een overheid die burgers centraal stelt. Minder regels en bureaucratische lasten en een heldere handhaving zijn daarbij nodig, evenals een hoge kwaliteit van publieke voorzieningen”.1 Concreet is de inzet een nieuwe tranche van 25% reductie administratieve lasten. Daarbij krijgen ook provincies en gemeenten nadrukkelijk tot taak de lasten voor burgers en bedrijven met minimaal 25% te verminderen. Actal adviseert de regering en de Staten-Generaal over voorgenomen wet- en regelgeving en over programma’s en maatregelen om de bestaande lastendruk voor bedrijven en burgers te verminderen. Om na te gaan in hoeverre het reductievoorstel van het kabinet haalbaar is, heeft Actal Research voor Beleid, in samenwerking met IOO, opdracht gegeven de regeldruk in kaart te brengen van het coalitieakkoord dat ten grondslag ligt aan het nieuwe kabinet Balkenende IV. Voor Actal heeft het onderzoek een signaalfunctie.
1.2
Doelstelling en onderzoeksvragen
De doelstelling van het onderzoek is primair om een overzicht samen te stellen van de beleidsvoornemens in het coalitieakkoord die van invloed zijn op de (administratieve) lastendruk voor burgers en bedrijven. Het onderzoek is nadrukkelijk geen “doorrekening” van het coalitieakkoord. Het is een scan van de beleidsvoornemens op mogelijke effecten voor de lasten. Waar mogelijk is een inschatting gemaakt van de richting van het effect van het coalitieakkoord op de lastendruk. Van een selectie van 15 maatregelen zijn daarnaast ook nader gekwantificeerde uitwerkingen gemaakt. Deze informatie vormt de basis voor het oordeel over de haalbaarheid van de kabinetsdoelstelling van een nieuwe reductie van 25% administratieve lasten. Daarnaast zijn zo mogelijk reductiesuggesties vermeld bij de nieuwe beleidsvoornemens. Het onderzoek kent een brede focus als het gaat om lastendruk. Dat betekent dat niet alleen gekeken is naar het effect van beleidsvoornemens voor de administratieve lasten, maar ook voor de interbestuurlijke lasten en de overige nalevingskosten.
1
‘Samen werken, Samen Leven. Coalitieakkoord tussen de Tweede Kamerfracties van CDA, PvdA en ChristenUnie.’ Pijler VI, p. 36.
11
Op basis van de doelstelling van het onderzoek zijn de volgende onderzoeksvragen geformuleerd: 1.
Welke beleidsvoornemens in het coalitieakkoord hebben (naar verwachting) invloed op de lasten van burgers, bedrijven en overheden?
2.
Welke van deze beleidsvoornemens zijn van invloed op:
3.
a.
de administratieve lasten?
b.
de overige nalevingskosten?
c.
de interbestuurlijke lasten?
Wat is het kwantitatieve (en indien niet mogelijk, kwalitatieve) effect van de beleidsvoornemens voor burgers, bedrijven en overheden op:
4.
a.
de administratieve lasten?
b.
de overige nalevingskosten?
c.
de interbestuurlijke lasten?
Welke reductievoorstellen zijn mogelijk bij de beleidsvoornemens die leiden tot een toename van de lastendruk?
5.
Lijkt, alles overziend, de kabinetsdoelstelling van 25% reductie haalbaar en welke aanknopingspunten zijn er om die doelstelling te halen?
Deze onderzoeksvragen zullen beantwoord worden in hoofdstuk 3, conclusies.
1.3
Onderzoeksopzet
Onderstaande volgende figuur geeft schematisch de onderzoeksopzet weer. Figuur 1.1
Onderzoeksopzet
Beleidsvoornemens Coalitieakkoord ( zes pijlers)
Stap 1
Relevant voor bedrijven
Stap 2
Informatie verplichtingen
Stap 3
Schatting mutatie AL
Inhoudelijke verplichtingen
Beschrijving nalevingskosten
Relevant voor burgers
Relevant voor overheden
Informatie verplichtingen
Inhoudelijke verplichtingen
Interbestuurlijke lasten
Schatting mutatie AL
Beschrijving nalevingskosten
Beschrijving lasten
Bron: Research voor Beleid
In de eerste fase van het onderzoek is de tekst van het coalitieakkoord zowel door het onderzoeksteam, als door medewerkers van Actal, doorgenomen met de vraag welke beleidsvoornemens zijn in het licht van lastendruk, relevant voor bedrijven, burgers en overheden.
12
Het product van deze inventarisatie is de zogenaamde groslijst van beleidsvoornemens. Vervolgens is per voornemen een eerste inschatting (stijging, daling of gelijkblijvend) gemaakt van de gevolgen voor administratieve lasten, overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten, geordend naar pijler en object van de lasten (bedrijf, burger of overheid). Het resultaat van deze exercitie is de groslijst zoals die is opgenomen in hoofdstuk 3. Tevens is in hoofdstuk 5 een overzicht per departement opgenomen van de beleidsvoornemens op de groslijst, en de inschatting van de effecten op administratie lasten, overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten.
Van groslijst naar shortlist In samenspraak met Actal is vervolgens een shortlist opgesteld met 15 beleidsvoornemens waarvan het in de ogen van het onderzoeksteam en/of Actal zinvol is de doorwerking op de lasten verder te analyseren. Criteria bij de selectie waren de mogelijkheid e.e.a. te kwantificeren en een naar verwachting substantiële omvang van het effect. Beleidsvoornemens waarbij de omvang van de lasten primair toenemen vanwege het uitbreiden van de doelgroep - bijvoorbeeld bij het openstellen van een subsidiemaatregel voor een grotere groep bedrijven - zijn niet meegenomen in de shortlist. In de shortlist is van ieder beleidsvoornemen een nadere uitwerking van het beleid gegeven en is een inschatting gemaakt van de invloed op de lasten. Daarnaast komen aandachtspunten en reductiemogelijkheden aan de orde. Bij het uitwerken van de items is zoveel mogelijk getracht een kwantitatieve analyse te maken van de gevolgen van beleidsvoornemens voor de administratieve lasten, overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten. Omdat beleidsvoornemens vaak in vrij algemene termen gesteld zijn, en veel uitvoeringsaspecten nog niet bekend zijn, heeft het onderzoeksteam per onderwerp contact gezocht met uitvoeringsorganisaties en departementen. Op deze wijze is een inschatting gemaakt van welke uitvoeringsmodaliteiten naar verwachting ingezet zullen worden. De uitgewerkte items van de shortlist staan in hoofdstuk 4.
Gehanteerde definities In het onderstaande kader staan de gehanteerde definities / omschrijvingen van de drie belangrijkste begrippen weergegeven. Administratieve lasten Dit zijn de kosten voor bedrijven en burgers om te voldoen aan informatieverplichtingen voortvloeiend uit wet- en regelgeving van de overheid. Voor bedrijven wordt de administratieve lastendruk uitgedrukt in euro’s en berekend volgens de formule: tarief * tijd * aantal bedrijven * frequentie. 2 De kosten voor burgers hebben betrekking op de door de burger bestede tijd (uitgedrukt in uren) en gemaakte (out-of-pocket) kosten (uitgedrukt in euro’s). 3
2
3
‘Meten is weten. Handleiding voor het definiëren en meten van administratieve lasten voor het bedrijfsleven’. IPAL, Den Haag, 2003. ‘Werkmap AL Burger’, Ministerie van BZK, Den Haag.
13
Overige nalevingskosten Dit zijn de kosten die burgers en bedrijven maken om te voldoen aan de overige (inhoudelijke) verplichtingen die wet- en regelgeving stelt. De overheid legt aan burgers en bedrijven inhoudelijke verplichtingen op om haar publieke belangen te kunnen waarborgen. Het gaat hierbij om verplichtingen tot het doen of nalaten van handelingen of gedragingen. Over de precieze afbakening en definitie van het begrip overige nalevingskosten zijn nog geen Rijksbrede afspraken gemaakt. Interbestuurlijke lasten Van dit begrip is nog geen eenduidige definitie en operationalisering. Interbestuurlijke lasten hebben, in het kader van dit onderzoek, in ieder geval betrekking op de administratief bureaucratische lasten die de formele bestuurslagen (rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) elkaar opleggen. Daarnaast zijn ook lasten die de formele bestuurslagen opleggen aan andere maatschappelijke instellingen (zoals bv. scholen) meegenomen.
Conform de definities in ‘Meten is weten’, worden zorginstellingen en woningbouwcorporaties meegeteld bij de administratieve lasten bedrijven.
1.4
Leeswijzer
Het rapport bestaat uit twee delen. Deel 1 bevat een inhoudelijke beschrijving van de onderzoeksopzet en resultaten van het onderzoek. In Deel 2 is een uitwerking van de groslijst opgenomen, komen de 15 nader uitgewerkte beleidsmaatregelen uit de shortlist aan de orde en is per departement een overzicht van relevante maatregelen gepresenteerd.
14
2
Beschouwing van het coalitieakkoord
2.1
Hoofdlijnen: aandacht voor regeldruk
Het coalitieakkoord heeft op een aantal plaatsen aandacht voor regeldruk. Daarbij geldt als een algemeen uitgangspunt: De overheid moet zich dienstbaar opstellen. Regels zijn nodig en moeten worden nageleefd. Maar wel moet steeds worden bezien of een regel echt nuttig is 4. Vermindering van de administratie lasten krijgt expliciete aandacht in het coalitieakkoord. Eén van de concreet genoemde maatregelen is een vernieuwde inzet voor een reductie van de AL van 25%. Hiermee bouwt het kabinet voort op het beleid van voorgaande kabinetten. “Het project vermindering regeldruk bedrijven zal worden gecontinueerd: de inzet is een nieuwe tranche van 25% reductie administratieve lasten”5. Daarnaast wordt de procedure van vergunningverlening voor bedrijven versneld6. Opvallend is dat in de tekst van het coalitieakkoord alleen wordt gesproken over regeldruk bedrijven. Voor administratieve lastendruk bij burgers is geen expliciete rijksdoelstelling opgenomen. Wel is er aandacht voor de verhouding burger overheid: “Een dienende overheid is een overheid die burgers centraal stelt. Minder regels en bureaucratische lasten en een heldere handhaving zijn daarbij nodig, evenals een hoge kwaliteit van publieke voorzieningen”7. Daarnaast is er specifieke aandacht voor administratieve lasten veroorzaakt door provincies en gemeenten. Het kabinet is voornemens in bestuursakkoorden met provincies en gemeenten afspraken te maken over vermindering van lasten voor bedrijven én burgers van minimaal 25%. “In deze bestuursakkoorden worden ook afspraken gemaakt over vermindering van de provinciale en gemeentelijke administratieve lasten voor burgers en bedrijven van minimaal 25%8” . Bij deze vermindering moet overigens worden opgemerkt dat deze niet meetelt bij de eerder genoemde reductiedoelstelling van 25% administratieve lasten. Naast administratieve lasten (informatieverplichtingen) hebben burgers en bedrijven ook te maken met overige nalevingskosten (inhoudelijke verplichtingen). Hiervoor is minder aandacht in het coalitieakkoord. Gelet op het feit dat het coalitieakkoord op diverse plaatsen9 het belang van handhaving benadrukt, zal in de praktijk wellicht sprake zijn van een toename van overige nalevingskosten. Interbestuurlijke lasten krijgen geen expliciete aandacht in het regeerakkoord, maar één van de beleidsmaatregelen gaat wel in op vermindering van de bureaucratische drukte binnen de overheid en een meer geïntegreerde en projectmatige wijze van beleidsvorming10. Mogelijk wordt hiermee tevens een vermindering van de interbestuurlijke lasten nagestreefd. Daar staat echter tegenover dat bij meerdere maatregelen sprake is van verschui4
Inleiding op de zes pijlers ‘Opgaven voor Nederland’, blz 11. Pijler II, thema Economie en ondernemerschap, artikel 7. 6 Door bundeling van vergunningen en ruime toepassing van het instrument van de lex silentio positivo. Pijler II, thema Economie en ondernemerschap, artikel 8. 7 Pijler VI, inleiding blz 36. 8 Pijler VI, thema Bestuurlijke inrichting en wetgeving, artikel 3. 9 Zowel in het kader van veiligheid (pijler V), als in algemene zin in pijler VI. 10 Pijler VI, thema Bestuurlijke inrichting en wetgeving, artikel 7. 5
15
ving van taken naar provincies en gemeenten. Per saldo komt uit de beleidsmaatregelen eerder een beeld van verzwaring dan een vermindering van interbestuurlijke lasten naar voren. Verder zijn er concrete maatregelen opgenomen om de uitvoering van beleid te vereenvoudigen. Zo opent bijvoorbeeld de paragraaf onderwijs met ‘Onderwijsinstellingen krijgen meer mogelijkheden invulling te geven aan het onderwijs door vertrouwen te geven aan de professionals in het onderwijs, minder regels en minder toezicht’, en wordt voorgesteld het DBC-stelsel in de zorg te vereenvoudigen11. Hier staat echter ook beleid tegenover dat juist een verzwaring zal betekenen, zoals bijvoorbeeld de invoering van een nieuw systeem van eigen betalingen in de zorg.
2.2
Gebruikte beleidsinstrumentarium; trends
Het regeerakkoord bevat uiteenlopende beleidsvoornemens gericht op het verwezenlijken van beleidsdoelen. Hiervoor staan de overheid verschillende typen instrumenten ter beschikking: juridische instrumenten (bijvoorbeeld wet- en regelgeving, beleidsregels, vergunningen, meldingen, convenanten) financiële instrumenten (subsidies, kredieten, heffingen, uitkeringen) communicatieve instrumenten (informeren, voorlichting, advisering). Deze instrumenten verschillen in de mate waarin er sprake is van dwang. Daarnaast loopt de mate van invloed op de administratieve lasten sterk uiteen. De meeste juridische en financiële instrumenten leiden doorgaans tot administratieve lasten. Communicatieve instrumenten doen dit niet. Vanuit dit perspectief kijkend naar het regeerakkoord vallen de volgende ontwikkelingen op. Ten eerste bestaat de indruk dat vrij veel gebruik gemaakt wordt van financiële instrumenten, met name subsidies. In totaal is bij 18 maatregelen concreet sprake van inzet van extra financiële middelen. Daarnaast zijn nog eens 17 maatregelen gericht op het vergroten van de doelgroep van de reeds bestaande financiële instrumenten. Voorbeelden van dergelijke onderzoeken zijn het vergroten van de toegang tot innovatiesubsidies voor het MKB, uitbreiding van de innovatievouchers en de vormgeving van de loonkostensubsidies aan werkgevers. De inzet van deze financiële instrumenten leidt op macroniveau in principe tot een toename van de administratieve lasten. Bedrijven of burgers moeten aanvragen indienen om voor de extra middelen in aanmerking te komen. Het feit dat bedrijven en burgers individueel baat hebben bij deze instrumenten zet de extra administratieve lasten weliswaar in een ander perspectief, maar dat neemt niet weg dat het van belang is dat de aanvraag en eventuele controle zo efficiënt mogelijk worden ingericht voor de belanghebbenden. Een tweede ontwikkeling uit het regeerakkoord is dat regelmatig gebruik wordt gemaakt van minder dwingende instrumenten zoals convenanten en andere prestatieafspraken om nieuwe beleidsvoornemens te regelen. Met name binnen het thema "wonen en wijkaanpak" is sprake van prestatieafspraken en convenanten met woningbouwcorporaties en gemeenten. Voorbeeld hiervan is de inzet om met woningbouwcorporaties afspraken te maken over 11
Pijler VI, Volkgezondheid en zorg, artikel 17. DBC is DiagnoseBehandelCombinaties.
16
investeringen in de betaalbaarheid van huurwoningen, de energie-efficiëntie van bestaande woningen, nieuwbouw en verbetering van kwetsbare probleemwijken. Strikt genomen vallen de informatieverplichtingen die uit deze afspraken voortvloeien niet onder de formele definitie van administratieve lasten. In de praktijk zullen corporaties en gemeenten echter wel een verzwaring van de administratieve taken, c.q. interbestuurlijke lasten te maken krijgen. In het regeerakkoord is verder relatief vaak sprake van een intensivering van het toezicht. Bij 11 maatregelen is expliciet sprake van verzwaring van het toezicht. Dit varieert van eliminatie van het gedoogbeleid tot striktere handhaving van de leeftijdsgrens bij de verkoop van alcohol. Afhankelijk van de wijze van invulling kan dit leiden tot toename van de administratieve lasten. De intensivering van het toezicht (met name te vinden in pijler V) is overigens enigszins in tegenspraak met de intenties in met name pijler VI om meer vertrouwen in ondernemers, burgers en overheden te geven. Een vierde trend is dat met name binnen de sociale zekerheid en de zorg een ontwikkeling is te zien, waarbij de beleidsuitvoering (voor een deel) verschuift naar private, commerciële partijen. Voorbeeld hiervan is onder meer de private uitvoering van de WGA. Deze maatregelen leiden weliswaar tot een vermindering van administratieve lasten volgens de strikte definitie, maar leveren betrokken burgers en bedrijven niet noodzakelijk minder lasten op. Tot slot lijkt sprake te zijn van decentralisatie en verplaatsing van rijkstaken naar regionale en lokale overheden. Hierbij worden de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van regionale en lokale overheden vergroot. Vanuit het oogpunt van administratieve lasten betekent dit dat mogelijk een deel van de wetgeving en uitvoering die lasten veroorzaakt ook naar provincies en gemeenten wordt verplaatst. De beleidsvrijheid van decentrale overheden brengt met zich mee dat er verschillende modaliteiten in de uitvoering, en daarmee meer administratieve lasten kunnen ontstaan. Het is daarom van belang dat er specifiek aandacht is voor de lasten van provincies en gemeenten. In het regeerakkoord staat vermeld dat in bestuursakkoorden hier afspraken over worden gemaakt.
2.3
Maatregelen met regeldruk
Het regeerakkoord bevat in totaal 238 beleidsvoornemens. Daarvan heeft ongeveer de helft mogelijk tot zeker invloed op de regeldruk. Bij 86 beleidsvoornemens (36%) is zeker of waarschijnlijk sprake van invloed (daling of stijging) op de administratieve lasten, overige nalevingskosten en/of interbestuurlijke lasten voor burgers, bedrijven en overheden. Voor nog eens 35 maatregelen (15%) geldt dat deze mogelijk effect hebben op de lasten, maar dat de uitwerking nog onvoldoende duidelijk is om hierover een oordeel te kunnen geven. Regeldruk per pijler Het regeerakkoord is opgedeeld in zes pijlers. Deze pijlers weerspiegelen de prioriteiten van de coalitiepartijen. Het aantal maatregelen en de mogelijke invloed op de administratieve lasten verschilt sterk per pijler. Eén van de factoren die hierbij een rol speelt, is dat het detailniveau waarop de maatregelen zijn beschreven verschilt per pijler. De pijlers met de meeste maatregelen (IV Sociale samenhang en VI Overheid en dienstbare publieke sector) zijn verder uitgewerkt en bevatten ook de meeste concrete maatregelen.
17
Tabel 2.1
Beleidsmaatregelen met gevolgen voor de lasten (positief en negatief)
I
Een actieve internationale en Europese rol
II
Innovatieve, concur. en ondernemende economie
Totaal aantal beleidsmaatregelen
Aantal met effect op AL, ON of IL*
Aantal met mogelijk effect
11
0
1
45
21
2
19
5
6
IV Sociale samenhang
76
36
14
V
18
5
2
69 238 (100%)
19 86 (36%)
10 35 (15%)
III Duurzame leefomgeving Veiligheid, stabiliteit en respect
VI Overheid en dienstbare publieke sector Totaal
* AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten
Uit het overzicht blijkt dat met name de pijlers II, IV en VI in absolute zin de meeste maatregelen bevatten met (potentiële) invloed op de lasten. Dit kan overigens zowel een toename als afname van de lasten betekenen. In de genoemde pijlers wordt relatief veel geïnvesteerd door middel van financiële instrumenten, of extra middelen (bv. ruimere toegang MKB tot innovatiesubsidies, het financieel stimuleren van mantelzorg en informele kinderopvang en extra middelen voor regionaal economisch beleid of verpleeghuiszorg). Dit heeft invloed op de administratieve lasten doordat meer burgers en bedrijven toegang krijgen tot deze middelen. Regeldruk per departement De maatregelen met regeldruk zijn ook naar departement in te delen. In de onderstaande tabel is het aantal maatregelen per departement gepresenteerd. Hierin zijn zowel de 86 maatregelen (36% van alle maatregelen) meegenomen die effect hebben op de administratieve lasten, inhoudelijke nalevingskosten en/of interbestuurlijke lasten, als de 35 maatregelen (15%) die mogelijk tot dergelijke lasten kunnen leiden. Tabel 2.2
Aantal beleidsmaatregelen met (mogelijk) effect op regeldruk, per departement Totaal
Aantal met effect op AL, ON of IL*
Aantal met mogelijk effect
SZW
21
10
31
OCW
14
5
19
VWS
10
8
18
Financiën
13
4
17
BZK
9
1
10
EZ
7
2
9
Justitie
8
0
8
VWS / Jeugd en Gezin
7
0
7
VROM
2
4
6
VROM / Wonen, Wijken en Integratie
5
1
6
V&W
4
1
5
LNV
2
2
4
BUZA / Ontwikkelingssamenwerking
0
1
1
AZ
0
0
0
BUZA
0
0
0
Departement
Defensie Totaal
0
0
0
86
35
121
* AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten NB: het totaal telt niet op tot respectievelijk 86 en 35 omdat regelmatig meerdere ministeries betrokken zijn. Daarnaast is een aantal maatregelen ministerie overstijgend.
18
Het zwaartepunt van de maatregelen met invloed op de regeldruk ligt bij vier ministeries: SZW, OCW, VWS en Financiën. Dit heeft uiteraard mede te maken met de beleidsprioriteiten die de huidige coalitie heeft aangebracht, maar ook het feit dat deze vier ministeries traditioneel een breed veld van (uitvoerings)organisaties kennen. In hoofdstuk 5 is per ministerie een lijst opgenomen met de maatregelen die (mogelijk) invloed hebben op de regeldruk.
2.4
Ontwikkeling regeldruk en haalbaarheid reductiedoelstelling
In algemene zin is het van belang op te merken dat de tekst van een coalitieakkoord, uit de aard der zaak, vooral een uiteenzetting is op hoofdlijnen, waarin de coalitiepartijen hun gezamenlijke richting en doelen hebben geformuleerd. De daadwerkelijke effecten op administratieve lasten, overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten zijn in hoge mate afhankelijk van de keuzes die gemaakt gaan worden rond de inrichting van de uitvoering. Wel kan de vermoedelijke richting van het effect op de regeldruk (verhoging, gelijkblijvend, verlaging) worden aangegeven. Ontwikkeling regeldruk Een behoorlijk deel van de 86 maatregelen met gevolgen voor de regeldruk leidt tot een toename van de administratieve lasten of overige nalevingskosten. Een kleiner deel zal waarschijnlijk resulteren in een afname. Daarnaast gaat een aantal maatregelen gepaard met (administratieve) lasten, maar is het saldo (positief of negatief) nog onbekend. In de onderstaande tabel is een overzicht van de mate waarin bij de 86 maatregelen sprake is van een toename of een afname van de regeldruk. Daarbij is een uitsplitsing gemaakt naar bedrijven en burgers (administratieve lasten en/of overige nalevingskosten) en overheden (interbestuurlijke lasten). Tabel 2.3
De 86 beleidsmaatregelen met gevolgen voor de regeldruk naar categorie Bedrijven
Burgers
Overheden
AL
ON
AL
ON
Aantal met toename
17
8
13
12
IL 9
Aantal met onbekend saldo van effect
11
4
7
1
4
Aantal met afname
10
3
6
1
5
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten
Uit de tabel valt op te maken dat bedrijven het meeste te maken krijgen met een verandering in de regeldruk. Vooralsnog is dit vaker een toename dan een afname. Dit zegt overigens niets over de omvang van de totale lasten; een kleine toename kan tegenover een grote afname staan. Hoewel minder maatregelen betrekking hebben op burgers is daarbij globaal hetzelfde beeld te zien als bij bedrijven. Er is vaker sprake van een toename dan een afname en van een relatief groot aantal maatregelen is het effect op de lasten nog niet in te schatten. Voor wat betreft de interbestuurlijke lasten valt op dat overheden, in vergelijking met bedrijven en burgers, minder vaak te maken krijgen met een verandering in de lasten, maar dat ook hier per saldo vaker sprake is van een toe- dan een afname.
19
Kwantificering regeldruk Van een selectie van beleidsmaatregelen is een nadere kwantificering gemaakt. Deze shortlist met maatregelen is geselecteerd op basis van de potentiële omvang van de effecten en mogelijkheid deze effecten te kwantificeren. In de onderstaande tabel zijn deze maatregelen gepresenteerd. Tabel 2.4
Inschatting effect op administratieve lasten 15 items op de shortlist
Pijler
Thema Art.
Bedrijven
II
B
5
Verbetering immigratie kennismigranten
— € 2,2 mln
II
C
2
Invoering kilometerheffing
+ € 18 mln
II
C
6
Experimenten tariefdifferentiatie OV
IV
A
13
Uitbreiding levensloopregeling
IV
A
14.2
Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
IV
A
14.7
Versterken positie 35-min
Burgers uur
oop
+ 2.6 mln
+ € 0,1 mln
+ 0,1 mln
+ € 0,06 mln
+ nihil
+ nihil
— 0,13 mln
— € 0,07 mln
— € 1 mln
+?
IV
A
14.8
WGA privaat
IV
A
14.9
Afschaffing Pemba
— €6,6 mln
—?
IV
B
7
Normering inkomens (semi) publieke sector
+ € 0,3 mln
IV
D
4
Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders
V
A
8
Verbod radicale boodschappen internet
VI
E2
8
Afschaffing no-claim
— € 9 mln
VI
E2
10
Invoering nieuw systeem eigen betalingen
+ € 24 mln
±?
±?
VI
E2
14
Saldo premie en zorgtoeslag
+?
+?
+?
VI
E3
17
Vereenvoudiging DBC-stelsel
— € 21 mln
+?
Oop = out of pocketkosten ‘+’ = toename, ‘ —‘ = afname, ‘?’ = omvang van de toe- of afname kan nog niet worden geschat Een nadere toelichting op de verschillende berekeningen is te vinden in hoofdstuk 4.
Op basis van beschikbare gegevens uit eerdere metingen van administratieve lasten, inschattingen en scenario’s omtrent de te verwachten uitwerking van beleidsvoorstellen is voor bovenstaande 15 maatregelen een schatting gemaakt van het effect op de administratieve lasten. Uit de tabel valt op te maken dat er zowel forse toe- als afnamen van de administratieve lasten zijn te verwachten. Op basis van deze kwantificering is het niet mogelijk uitspraken te doen over de totale omvang van de lasten van alle beleidsmaatregelen uit het regeerakkoord gezamenlijk. Hiervoor is de selectie van maatregelen te specifiek. Wel valt op dat binnen de geselecteerde maatregelen per saldo eerder sprake is van een stijging van de administratieve lasten dan een daling. Haalbaarheid reductiedoelstelling Op basis van de analyse van de maatregelen uit het coalitieakkoord is het niet zondermeer mogelijk vast te stellen of de doelstelling van 25% administratieve lastenreductie haalbaar is. Weliswaar is deze doelstelling als zodanig, voor bedrijven, in het coalitieakkoord opgenomen, maar daar is vooralsnog geen concrete invulling bij aangegeven. Voor zover het wel mogelijk is gebleken om de administratieve lasten effecten voor burgers en bedrijven in te schatten en te kwantificeren, is het niet aannemelijk dat de beleidsvoornemens zoals geformuleerd in het coalitieakkoord zullen leiden tot een afname met 25%. Naast de voorstellen die leiden tot reductie, zijn er ook nieuwe beleidsvoornemens die leiden tot nieuwe administratieve lasten. Bovendien zal een deel van de reductie die ingeboekt kan worden in
20
de praktijk neerkomen op een verschuiving / verplaatsing van de informatieverplichtingen naar het private domein. Zoals bijvoorbeeld rond het privatiseren van de WGA12. Daarmee vallen de informatieverplichtingen formeel buiten de definitie van administratieve lasten, maar in de beleving van bedrijven en burgers zal dit weinig verschil maken. Wil het kabinet de beleidsdoelstelling van 25% reductie in de komende kabinetsperiode realiseren, dan is het van belang dat over de hele linie van het rijksbeleid, opnieuw, wordt nagegaan welke reductiemogelijkheden er zijn. Gelet op de reductieoperaties die de afgelopen jaren reeds zijn doorgevoerd zal dit geen gemakkelijke opgave zijn. Aangezien de reductievoorstellen in de achterliggende periode vaak werden ingegeven door het laten vervallen van ‘onnodige’ en ‘overbodige’ regelgeving, zou de focus bij de nieuwe reductiedoelstelling primair moeten liggen bij de uitvoeringspraktijk en de nieuwe nog vorm te geven beleidsvoornemens. Immers administratieve lasten worden doorgaans vooral veroorzaakt door de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het beleid. Reeds eerder is door Actal en anderen daarbij gewezen op het belang van een sterkere inzet van ICT, de zogenaamde clusteraanpak, versoberd toezicht en het delen van informatie tussen uitvoeringsorganisaties.
2.5
Conclusies
Regeldruk in coalitieakkoord In het akkoord is expliciete aandacht voor de vermindering van de administratieve lasten. Deze reductiedoelstelling is echter alleen toegespitst op bedrijven. Voor burgers is geen doelstelling opgenomen. Dat is wel het geval in de ambitie bij gemeenten en provincies een reductie met 25% te realiseren. Overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten krijgen geen specifieke aandacht in het coalitieakkoord. Met name de pijlers II (Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie), IV (Sociale samenhang ) en VI (Overheid en dienstbare publieke sector) van het coalitieakkoord bevatten maatregelen met invloed op de regeldruk. Hierbij gaat het zowel om een toename als afname van de administratieve lasten, overige nalevingskosten of interbestuurlijke lasten. Een deel van de verklaring hiervoor is dat in deze pijlers relatief veel wordt geïnvesteerd door middel van financiële instrumenten. Dit heeft invloed op de lasten doordat meer burgers en bedrijven toegang krijgen tot deze middelen. Het zwaartepunt van de maatregelen met invloed op de lasten ligt bij 4 ministeries: SZW, OCW, VWS en Financien. Trends in beleidsinstrumenten Uit het regeerakkoord zijn vijf trends te distilleren ten aanzien van het gebruikte beleidsinstrumentarium en de invloed daarvan op de regeldruk. Financiële instrumenten Ten eerste is relatief vaak sprake van de inzet van financiële instrumenten. Doorgaans leveren deze baat op voor de doelgroep, maar op macroniveau nemen de administratieve lasten toe. Efficiënte aanvraag en afhandeling is voor de doelgroep dan van belang om de lasten te beperken.
12
Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
21
Convenanten en prestatieafspraken Ten tweede is regelmatig sprake van het gebruik van convenanten en prestatieafspraken. Deze zijn doorgaans niet gebaseerd op wetgeving en leveren daarom geen regeldruk op. In de beleving van betrokkenen zal dit echter wel als een verzwaring overkomen. Intensivering toezicht Ten derde zijn meerdere maatregelen gericht op intensivering van toezicht. Dit kan leiden tot toename van lasten. Verschuiving naar private partijen Een vierde trend is de verschuiving van de uitvoering van overheidstaken naar private partijen. Hierbij is dan strikt genomen niet langer sprake van administratieve lasten. In de praktijk krijgen burgers en bedrijven mogelijk eerder met meer dan minder administratieve taken te maken. Decentralisatie De laatste trend is dat sprake is van verplaatsing van taken van de rijksoverheid naar provincies en gemeenten. Voor een deel zullen hierdoor ook administratieve lasten van het rijk naar de lagere overheden meeverhuizen. Specifieke aandacht voor de lasten die provincies en gemeenten veroorzaken is daarom van belang. Effect coalitieakkoord op administratieve lasten, overige nalevingskosten en interbestuurlijke lasten Ongeveer de helft van alle in het coalitieakkoord voorgestelde beleidsmaatregelen heeft (mogelijk) effect op de regeldruk van bedrijven, burgers of mede-overheden. In totaal heeft 36% (86 maatregelen) zeker of waarschijnlijk invloed op de administratieve lasten, overige nalevingskosten of interbestuurlijke lasten. Voor nog eens 15% (35 maatregelen) geldt dat deze mogelijk effect hebben. Bij de 86 maatregelen waarvan een inschatting gemaakt kan worden of sprake zal zijn van een toe- of afname van de regeldruk, blijkt vaker sprake te zijn van een toename dan een afname. Dat geldt zowel voor bedrijven, burgers en decentrale overheden. Ook bij de vijftien maatregelen waarbij een schatting is gemaakt van het effect op de administratieve lastendruk voor bedrijven en burgers is per saldo eerder sprake van een toename. Dit zegt overigens niets over de omvang van de totale regeldruk; een kleine toename kan tegenover een grote afname staan. Op basis van de tekst van het coalitieakkoord en de beschikbare informatie kan geconcludeerd worden dat het niet aannemelijk is dat de beleidsvoornemens in het coalitieakkoord leiden tot een afname met 25%. Hiervoor zijn specifieke, op reductie van regeldruk gerichte, acties noodzakelijk.
22
Deel II
23
24
3
Overzicht beleidsmaatregelen coalitieakkoord
3.1
Groslijst
Per pijler van het coalitieakkoord is aangegeven welke beleidsvoornemens relevant zijn voor bedrijven, burgers of andere overheden. Vervolgens is een inschatting gemaakt of sprake is van een stijging of daling van administratieve lasten, overige nalevingskosten en/of interbestuurlijke lasten voor bedrijven, burgers en/of overheden is te verwachten. De onderzoekers hebben 86 beleidsvoornemens geïdentificeerd met administratieve lasten of inhoudelijke lasten voor bedrijven of burgers, dan wel interbestuurlijke lasten voor lagere overheden. Deze zijn in de kolom ‘Groslijst’ aangeduid met ‘ja’. Daarnaast zijn er 35 beleidsvoornemens waar mogelijk op termijn wel sprake is van AL of inhoudelijke lasten, maar waarvan het op dit moment nog niet duidelijk is hoe de uitvoering ter hand zal worden genomen. De keuzes die daarbij gemaakt worden zullen bepalend zijn voor het wel of niet optreden van AL, overige nalevingskosten of interbestuurlijke lasten. Deze voornemens zijn in de kolom ‘Groslijst’ aangeduid met ‘?’. Daar waar mogelijk is bij burgers reeds aangegeven voor welke van de doelgroepen het beleidsvoornemen relevant is. Bij bedrijven is aangegeven welke bedrijven, instellingen of sector met het beleidsvoornemen te maken zal krijgen. Dit is alleen gedaan indien op voorhand duidelijk voor welk deel van de bedrijven/instellingen het beleidsvoornemen relevant is.
Gehanteerde codes In het overzicht worden de volgende codes gebruikt: Lasten AL
= Administratieve lasten
ON
= Overige nalevingskosten
IL
= Interbestuurlijke lasten
Verwachtte effect beleidsvoornemen op AL, ON of IL ++
= toename
o
= gelijkblijvend
--
= afname
+/-
= effect onbekend
?
= mogelijk sprake van AL, ON of IL, maar beleidsvoornemen is nog niet uitgewerkt
25
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
I Een actieve internationale en Europese rol
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
0
Europa 1
Subsidiariteitsbeginsel
2
EU kandidaat-lidmaatschap
Overheden
nee nee
Buitenlands beleid en defensie 3
Bevordering vrede en stabiliteit
nee
4
Veiligheidsbeleid, toetsingskader
nee
5
Versterking capaciteit krijgsmacht
nee
6
JSF-testtoestellen
nee
7
Uitzending militairen en veteranen
nee
Ontwikkelingssamenwerking 8 9
Participatie wereldhandelstelsel
nee
Ontwikkelingssamenwerkingsbeleid
nee
10
Extra OS voor duurzame energie
nee
11
ORET aanpassen
Bedrijven
?
?
26
Uitbreiding, meer bedrijven, meer AL?
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
II Een innovatieve, concurrerende en ondernemende economie
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
21
Economie en ondernemerschap 1
Ruimte voor ontplooiing
nee
2
Stimuleren zelfstandig ondernemerschap
Bedrijven
+/-
ja
3
Bundeling durfkapitaalregelingen
Bedrijven
+/-
ja
MKB
++
4
MKB innovatiesubsidies
5
Bedrijven
nee
6
Ondernemerschap in onderwijs Taskforce 'Technologie, onderwijs, arbeidsmarkt
Bedrijven
nee
7
Vermindering regeldruk bedrijven
Bedrijven
--
8
Procedure vergunningverlening versnellen
Bedrijven
--
9
Koopzondagen tegengaan
Bedrijven
10
Sleutelgebiedenaanpak
Bedrijven
11
Vermindering tariefmaatregelen (WTO)
Bedrijven
ja
o
Makkelijker maken ondernemerschap, door AL-vermindering Vergroting doelgroep; Bundeling regelingen leidt mogelijk tot verbetering? Vergroting doelgroep; Ruimere toegang, zijn meer bedrijven, en daarmee toename AL
ja
Maatregel levert in zichzelf geen reductie op
Overheden
ja
Deels al lopend reductievoorstel
Overheden
nee nee
?
?
?
27
Vermindering tariefmaatregelen zal leiden tot minder AL, en ON?
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
Kennis en innovatie 1
Bedrijven
2
Uitwisseling onderwijs - bedrijfsleven Extra investering wetenschappelijk onderzoek
nee
Bedrijven
+/-
3
Uitbreiding innovatievouchers en WBSO
Bedrijven
++
ja
4
Innovatie meewegen bij aanbestedingen
Bedrijven
++
ja
5
Verbetering immigratie kennismigranten
Bedrijven
--
6
Innovatieplatform
+/-
ja
+/-
ja
ja
Extra middelen / vergroting doelgroep Extra middelen / vergroting doelgroep Mogelijk meer eisen bij aanbestedingen Leges zijn geen AL; maar doel is waarschijnlijk ook vereenvoudiging van de procedure
nee
Mobiliteit en infrastructuur 1
Kwaliteit leefomgeving bij mobiliteit
Bedrijven
2
Invoering kilometerheffing
Bedrijven
Burgers ++
?
Burgers
nee ++
?
ja
3
Opbrengst kilometerheffing
nee
4
Groei Schiphol
nee
5
Aandelen Schiphol
6
Experimenten tariefdifferentiatie OV
7
NS als maatschappelijke onderneming
8
Groei OV 5%
9
Verbreding wegcorridors
10
nee Bedrijven
Burgers
++
Overheden
++
Extra middelen regionaal economisch beleid Zuiderzeelijn
ja
Gratis OV is niet minder AL
nee Bedrijven
Burgers
nee
Nota Mobiliteit
3
ja nee
nee
Regionale economische ontwikkeling Versterking regionale economische ontwik1 keling 2
ja
Overheden Overheden
nee ++
ja nee
28
Vergroting doelgroep Extra middelen
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
Onderwijs
IL --
1
Kwaliteit onderwijs, verantwoording
Onderwijs
2
Bescherming grondslag
Onderwijs
3
Segregatie bestrijden; aanmeldmoment
4
Stimuleren kleinschalig onderwijs
Burgers
O
Onderwijs
++
15
ja
ja
?
ja ja
5
Gratis schoolboeken
6
Werkdruk en kwaliteit onderwijs
Onderwijs
nee
7
Onderwijs
nee
8
Zorgleerlingen in regulier onderwijs Speciaal onderwijs; vereenvoudiging indicatiestelling
Burgers
9
Bekostiging onderwijs; leerrechten
Burgers
10
Extra investering hoger onderwijs
11
Bestrijding voortijdig schoolverlaten
12
Drempel oa-beleid
13
Schrappen doorstroombeperkende wetgeving
14
Stimuleren brede school
Onderwijs
Shortlist
86
--
?
++
Onderwijs
?
Onderwijs
--
ja
ja
ja
Onderwijs
nee
ja
Burgers
++
++
Onderwijs
Burgers
?
?
Onderwijs
?
Onderwijs
nee
Onderwijs
29
Opmerking Minder regels en minder toezicht onderwijsinstellingen Toename interbestuurlijke lasten als gevolg van verantwoorden van resultaten. Afname toezichtslasten.
nee
Onderwijs
Burgers
Groslijst
++
ja
Levert vast aanmeldmoment en loting extra AL op voor scholen? Afschaffing faciliteit Fusieprikkel Extra middelen; scholen moeten het uitvoeren. Burgers; gratis is niet minder AL Commissie Vereenvoudiging indicatiestelling minder AL? Eenvoudige bekostigingsregels, voorstel leerrechten 'aangehouden' Extra middelen Bestaand beleid / Extra middelen; aansluiting bij de nota uit 2005. Hierin zijn onder andere plannen voor verplichte informatieverstrekking van jongeren aan gemeenten en inrichting jongerenloket opgenomen Vergroting doelgroep; Verlaging drempel meer scholen komen in aanmerking, toename AL
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
III Duurzame leefomgeving
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
5
Ontwikkeling van markten voor duurzame producten 1
Versnelde introductie schone technologieën
Bedrijven
2a
Doelstelling energiebesparing
Bedrijven
2b 2c
MEP-regeling kleine ondernemers Investeren in energiebesparing bestaande woningen
2d
Geen nieuwe kerncentrales
3 4
Watermanagement Stimuleren duurzame productie en consumptie
MKB Bedrijven
?
? Burgers
+/-
nee
+/-
?
ja Burgers
Nog geen concrete beleidsmaatregelen
?
?
Extra middelen / vergroting doelgroep Relevant voor woningbouwcorporaties?
nee Overheden Bedrijven
+/-
Burgers
nee
+/-
ja
Stimulering via financiële prikkels leidt tot AL?
Ontwikkeling van de ruimte 1
Ruimtelijke inrichting (WRO)
2
Infrastructuur, Ruimte en transport
Bedrijven
?
3
Extra middelen voor vervoer over water
Bedrijven
+/-
4
Luchtkwaliteit
Overheden
nee
5
Overheden
nee
7
Plattelandsontwikkeling Aanpassing Huisvestingswet; bouwen voor eigen bevolking; behoud voorzieningen platteland Maatschappelijke waarden in landbouwbeleid, stimulering
8
Sanering visserijsector
6
Woningb.corp.
?
Landbouw
?
?
Overheden
?
?
Overheden
?
? ja
Burgers ?
Overheden
? ?
?
Moeten lokale overheden rapporteren? Wellicht verplichtingen in kader MIRT Extra middelen / vergroting doelgroep
Rol gemeenten bij bouwen voor eigen bevolking?
?
Visserij
nee
Veeteelt
nee
Dierenwelzijn 1
Nota Dierenwelzijn
2 3
Dierenwelzijn in Europa Stimuleren diervriendelijke houderijsystemen
4
Strafmaat dierenmishandeling verhoogd
Bedrijven
++
++
Veeteelt
++
?
ja Burgers
ja
Burgers
nee
30
Is nog voornemen, kan wel leiden tot stijging Extra middelen / vergroting doelgroep Toename toezichtslasten
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
IV Sociale samenhang
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
36
Participatie 1
Participatietop
nee
1a
Additionele banen
1b
Markt persoonlijke dienstverlening
1c
Loonkostensubsidies
Bedrijven
++
1d
Toekomst WSW
Bedrijven
?
?
Welvaartsvaste AOW Verhoging arbeidskorting ouderen, belemmeringen doorwerken wegnemen, ondernemersfaciliteiten voor ouderen openstellen Vermindering overdraagbaarheid algemene heffingskorting Inkomensafhankelijke arbeidskorting en combinatiekorting
Bedrijven
+/-
+/-
1
2 3 4
5 6
Employability in sociale zekerheid Financieel stimuleren vrijwilligerswerk en mantelzorg
7
Informele kinderopvang; financiële ondersteuning
Uitk.gerecht.
++
Burgers
?
Burgers
++
Uitk.gerecht.
?
Ouderen
?
Ouderen
?
Overheden
?
Vergroting doelgroep; Belemmeringen wegnemen, lagere lasten?
ja
?
? ja
?
?
?
Burgers Burgers
ja
Langdurig werklozen moeten wellicht participatiebaan aanvaarden Niet duidelijk of er faciliteiten komen Extra middelen / vergroting doelgroep Niet duidelijk of wetswijzigingen komen Mogelijk informatieverplichtingen voor bedrijf en burger
nee ++
Uitk.gerecht.
?
Vergroting doelgroep; Uitbreiding IB-aangifte Wellicht nieuwe nalevingsverplichtingen voor uitkeringsgerechtigden
ja
++
ja
Budgetzekerheid WWB-gelden Wegnemen schotten re-integratie en participatiebudgetten
Overheden
?
?
Overheden
?
?
Extra middelen Vergroting doelgroep; mogelijk uitbreiding toeslagenformulier BD Meer ruimte gemeenten eigen beleid, leidt tot minder verantwoording? Wegnemen schotten leidt tot minder verantwoording?
10
Samenwerking CWI, UWV en gemeenten
Overheden
?
?
Informatie over prestaties
11
Wet gelijke behandeling; gehandicapten
Bedrijven
ja
12
Extra budget WSW
Bedrijven
++
13
Uitbreiding levensloopregeling
Bedrijven
+/-
Bestaand beleid Extra middelen / vergroting doelgroep Meer mensen zullen gebruik gaan maken, mogelijk integratie van spaarloon
14
WAO en WIA
8 9
14.1
Verhoging 70% naar 75%
Vrijwilligers
Burgers
++
nee
++
ja
Chr.zieken Uitk.gerecht.
Overheden
ja
ja nee Uitk.gerecht.
nee
31
ja
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
--
--
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
ja
ja
14.2
Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
Uitk.gerecht.
14.3
Uitk.gerecht.
14.4
Vrijgestelden terug in oude ao-percentage Recht op re-integratietraject bij herbeoordeling indien toename verdiencapaciteit
Uitk.gerecht.
+/-
++
ja
14.5
TRI-uitkering verlengd bij re-integratie
Uitk.gerecht.
+/-
++
ja
14.6
Brugbanen voor herbeoordeelden
Uitk.gerecht.
?
?
?
14.7
Versterken positie 35-min
14.8 14.9
Opmerking
Minder mensen herkeuring
nee
?
Uitk.gerecht.
ja
ja
--
--
Burgers
ja
ja
Personen die re-integratietraject volgen hebben toename ON Om verlengde TRI te krijgen moet je meewerken aan reintegratie Wellicht informatieverplichting gekoppeld aan verkrijgen brugbaan Extra middelen? Meer bedrijven zullen beroep doen Bedrijven en ged.arb.geschikten hebben niet meer met UWV te maken.
--
--
ja
ja
Bestaand beleid
Bedrijven
++
WGA privaat
Bedrijven
Afschaffing Pemba
Bedrijven
Inkomensbeleid 1
4
Aandacht voor reëel besteedbaar inkomen OR krijgt adviesrecht aandeelhoudersvergadering bij beloningsbeleid Verruiming mogelijkheden gemeentelijk armoedebeleid Tegemoetkoming buitengewone lasten chronisch zieken naar WMO
5
Verzilvering kinderkorting mogelijk
Burgers
++
ja
6
Inkomensafhankelijke arbeidskorting
Burgers
++
ja
2 3
7
Normering inkomens (semi) publieke sector
8
Maximering ontslagvergoeding topverdieners
Burgers Bedrijven
?
++
Chr.zieken
Bedrijven
++
++
?
?
Overheden
?
ja
Overheden
?
?
++ o
Geen concreet beleidsvoornemen Beursgenoteerde bedrijven dienen dit na te leven Extra middelen voor kwetsbare groepen; grotere groep Gemeenten moeten verantwoorden? Vergroting doelgroep; Meer burgers kunnen beroep doen om mogelijkheid
ja Burgers
Semi-publiek
nee
ja Burgers
ja
Is al genoemd bij IV.4 Ziekenhuizen etc. zijn semipubliek; verantwoording en naleving neemt toe
ja
Integratie 1
Verplichte inburgeringstoets
Burgers
2
Ruimere bestedingsmogelijkheid gemeenten inburgeren op hoger niveau
Burgers
3 4
Verbrede leerplicht Integratie via arbeidsparticipatie (participatietop)
5
Maatschappelijke betrokkenheid
6
Handvest verantwoordelijk burgerschap
Burgers Bedrijven
?
?
++
++
Overheden
?
ja
Overheden
++
ja ja
Burgers
nee
Burgers
nee nee
32
Bestaand beleid Extra middelen; Gemeenten moeten verantwoorden om gebruik te maken? Extra taallessen volgen door jonge kinderen Geen beleidsvoornemen wettelijke regeling
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
7
Nederlandse imamopleiding
nee
8
Aanpak discriminatie
nee
9
Evenwichtig personeelsbeleid, politie zal aangifte discriminatie altijd opnemen
10
4
Ouderschapsverlof uitgebreid Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders
5
Zwangerschapsverlof zelfstandigen
6
8
Harmonisering voorzieningen jonge kinderen Centra Jeugd & Gezin, ontkokering jeugdzorg Mogelijk verplichte opvoedingsondersteuning; WA minderjarige kinderen
9
Gevolgen echtscheiding
10
Maatschappelijke stage
Bedrijven
?
11
Elektronisch kinddossier
Bedrijven
++
12
Leer/werkplicht tot 27 jaar
7
?
Burgers
+/-
ja
Extra middelen; af en toename AL-burger Extra middelen
Vrijwilligers
Jeugd en gezin Inkomensafhankelijk kindgebonden budget 1 (i.p.v. kindertoeslag) met additioneel budget Financiële ondersteuning alleenverdiener 2 met ziek kind 3
?
Politie extra aangiftes opnemen, en 'de overheid' meer evenwichtig personeelsbeleid Extra middelen; Vrijwilligersorganisaties kunnen middelen aanvragen?
Overheden
Meer middelen voor breedtesport
Bedrijven
?
Bedrijven
?
Instellingen
?
?
++
ja
Burgers
++
ja
Burgers
o
ja
Uitk.gerecht.
--
Burgers
?
?
Overheden
?
ja ?
?
Overheden
Burgers ++
Burgers
?
Mogelijkheid wordt bezien
ja ja
++
Burgers Burgers
Sol.plicht vervalt, scholingsplicht er bij
nee
++
Burgers
ja
?
Burgers
++
Opmerking
++
ja
Overheden
++
ja
Overheden
?
ja
Ouderschapsplan opstellen; reeds voorgenomen beleid Scholen en jongeren moeten hier aan voldoen Bestaand reductievoorstel; is al in 2006 afgesproken. Voorstel is dit te bespoedigen Verplichte trajecten jongeren en handhaving door gemeenten?
Emancipatie 1
Nieuwe emancipatienota
2
Meer vrouwen op topposities
Bedrijven
3
Vrouwen in toppositie in onderwijs
Bedrijven
4
Ongewenste uitval vrouwen tegengaan
Bedrijven
Burgers
nee
5
Einde ongelijk verdienen m/v
Bedrijven
Burgers
nee
6
Middelen voor 'respect voor verschil'
nee
Bedrijven
?
? nee
Vrijwilligers
?
33
?
Maatregelen geen wettelijke verplichting Extra middelen; Aanvragen middelen door vrijwilligersorganisaties
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
Wonen en wijkaanpak 1 2
Actieplan 'sterke wijken' Corporaties; Investeren in betaalbare woningen en leefomgeving
Woningb.corp.
nee
3
Afspraken met woningbouwcorporaties
Woningb.corp.
nee
4
Prestatieafspraken met corporaties Gemeenten taak coördinatie wonen, werken, onderwijs, jeugd
Woningb.corp.
5 6
Burgers
Overheden
nee
Overheden
nee
Overheden
7 8
Geen wijziging hypotheekrenteaftrek
Burgers
nee
9
Intrekken wetsvoorstel huurliberalisatie
Burgers
nee
11
Verhoging woningproductie Aanwijzingsbevoegdheid woonontwikkeling randgemeenten
12
Voortzetting GSB
13
Wijken generatiebestendig maken
--
Burgers
--
Burgers
?
Overheden
nee
1-loket-functie stimuleren Budget stedelijke vernieuwing beschikbaar voor bewoners
10
Bedrijven
Prestatieafspraken kennen geen wettelijk kader
?
ja ?
Woningb.corp.
Extra middelen; Aanvragen budget
nee Overheden Overheden
Bedrijven
Overheden
34
nee +/-
ja nee
Woningbouwcorporaties worden aangesproken
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
V Veiligheid, stabiliteit en respect 1
Nieuw veiligheidsprogramma
2
Interbestuurlijke samenwerking veiligheid
3
Preventie o.g.v. veiligheid
Groslijst
Shortlist
86
15
5 Bedrijven
Bedrijven
++
++
Overheden
ja
Overheden
nee
Overheden
ja
4
Verplicht regionalisering brandweerkorpsen
Overheden
nee
5
Integraal veiligheidsbeleid gemeenten
Overheden
nee
6 7
Gelaatsbedekkingsverbod mogelijk Min. Justitie verantwoordelijk terrorismebestrijding
8
Verbod radicale boodschappen internet
9
Terugdringen gedoogbeleid
Overheden Bedrijven
+/-
++
Drugsbeleid doorgezet Burgers
12 13
Burgernet landelijk
Burgers
14
Aanpassen 'plukze'-wet
15
Aanpak huiselijk geweld en eerwraak
Versterken slachtofferhulp
18
EU samenwerking politie/justitie bij migratie
ja
Burgers
Jeugdcriminaliteit Stroomlijning maatregelen gedragsbeïnvloeding
Aanpak prostitutie-uitwassen
Toename toezichtslasten; Gebruik bibob
Toename toezichtslasten
nee
Burgers
10
17
Gebruik bibob
nee
11
16
Opmerking
Overheden
+/-
ja
ja
Maatregelen en melding door internet-providers Toename toezichtslasten
nee nee Overheden
Bedrijven
?
Burgers
Bedrijven
?
nee
Overheden
?
?
Overheden
+/-
ja
Burgers
Toename toezichtslasten
Regelgeving eenvoudiger, maar breder ingezet
nee
?
Overheden Burgers
? nee
Overheden
35
nee
Toename toezichtslasten; Uitbreiding handhaving bij prostitutiebedrijven
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
VI Overheid en dienstbare publieke sector
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
19
Bestuurlijke inrichting en wetgeving
1
Vermindering bestuurlijke drukte
Overheden
--
ja
2
Toetsing herindeling gemeenten
Overheden
++
ja
Overheden
+/-
ja
Vermindering aantal bestuurslagen dat zich met onderwerpen bemoeit Toetsing draagvlak gemeentelijke herindeling door provincie Extra middelen; Meer 'vrijheid' en generiek budget, ook rapportage en verantwoordingsverplichtingen?
Overheden
--
ja
Vermindering bestuurslast
3 4 5 6
Bestuursakkoorden provincies en gemeenten, incl. 25% AL-reductie Randstadoffensief (o.a. vermindering bestuurslast)
Bedrijven
Maatschappelijke onderneming ingevoerd Vertrouwen geven burgers in wetgevingsbeleid
7
Herinrichting rijksoverheid
8
Advies staatscommissie over Grondwet
9 10
Benoeming burgemeester en CdK Intrekken wetsvoorstel # gemeenteraadsleden
11
Gewetensbezwaarde trouwambtenaren
--
Burgers
--
nee Burgers
+/-
+/-
Overheden Overheden
?
ja
Afname informatieverplichtingen?
?
Afname toezichtslasten
nee Overheden
nee
Overheden
nee nee
Koninkrijksrelaties 12 13
Bestuurlijke herinrichting Ned. Antillen Inburgering Antillianen en Arubanen in de wet
14
Territoriale integriteit gehandhaafd
Overheden Burgers
?
++
nee ?
ja
Toename toezichtslasten
nee
Kunst en cultuur 1
Divers kunstaanbod
Cultuur
Vrijwilligers
nee
2
Stimuleren cultuurparticipatie
Cultuur
Vrijwilligers
nee
3
Cultuureducatie blijft van belang
Cultuur
Vrijwilligers
nee
4
Stimuleren amateur- en volkskunst
Cultuur
Vrijwilligers
nee
5
Nederlandse taal (Grondwet)
Burgers
36
--
ja
Extra middelen Eenvoudig taalgebruik, wel nog algemeen geformuleerd
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
Publieke omroep 1 2 3
Wetsvoorstel hoofd- en neventaken Verantwoordelijkheid omroepen en omroepverenigingen
4
Nieuwe toetreders Erkenning en concessie publieke omroep in stand
5
Financiële buffer publieke omroep
6
Gedragscode veilig media-aanbod
7
Wetsvoorstel mediawet ingetrokken
Omroepen
nee
Omroepen
nee
Omroepen
?
?
Omroepen
?
?
Mogelijke informatieverplichting bij nieuwe consessieverlening
nee Bedrijven
?
Extra middelen Mogelijk inhoudelijke naleving van gedragscode
? nee
Volksgezondheid en zorg Aandacht voor preventie 1
Effectief preventiebeleid
2
Nieuwe verzekeringsvormen
nee
3
Afspraken met scholen en centra J&G
4 5
Rookvrije horeca Verbod reclame en verscherpte controle leeftijdsgrens
6
Verslavingszorg
nee
7
Proef heroineverstrekking voortgezet
nee
Verzekeraars
Burgers
nee
Instellingen
nee
Horeca
?
++
Bedrijven
?
?
ja Burgers
Zelfregulering of wetgeving? Toename toezichtslasten; Verscherpte controle op handhaving
?
Bestaand beleid/ lopende reductie
Premie, zorgtoeslag, pakket en eigen betalingen 8
Afschaffing no-claim
Verzekeraars
--
9
Uitbreiding basispakket
Verzekeraars
?
Burgers
10
Invoering nieuw systeem eigen betalingen
Verzekeraars
++
Burgers
11
TBU naar WMO
Chr.zieken
?
12
Extra middelen verhoging zorgtoeslag Handhaving nominale premie en inkomensafhankelijke zorgtoeslag
Chr.zieken
?
13
--
ja
ja
? +/-
Burgers
ja ?
Overheden
?
?
Zelfde als IV inkomensbeleid 4
Overheden
?
?
Extra middelen; Extra werk BD?
nee
37
ja
Minder AL verzekeraars Extra AL en handelingen verzekeraars? Alle verzekerden 18-plus, excl. chronisch zieken en gehandicapten
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Verzekeraars
++
14
Saldo premie en zorgtoeslag
15
Terugdringen onverzekerden en wanbetalers
16
Ruimte vrije prijsvorming ziekenhuizen
Zorg
17
Vereenvoudiging DBC-stelsel
Zorg
--
18
Maatstafconcurrentie
Zorg
?
19
Financieel risico ziekenhuizen
Zorg
Burgers ON
Bestuur
Relevant?
AL
Burgers
+/-
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
ja
ja
Opmerking
Verzekeraars
nee
Cure nee ++
ja
ja
? nee
20
Aanpassing systeem nacalculatie
Zorg
21
Premieverlaging
Zorg
++
22
Elektronisch patiënten/medicatiedossier
Zorg
+/-
23
Extra middelen verpleeghuiszorg
Zorg
?
24
AWBZ geen concurrentie Lagere werkdruk, minder bureaucratie, grotere doelmatigheid, sterkere positie zorgconsument
Zorg
Nieuwe concepten in de care Financieel scheiden wonen en zorg bevorderen
Zorg
ja Burgers
nee
Burgers
ja
Bestaand reductievoorstel
?
Extra middelen
Care
25 26 27 28
Lagere premies en herinvesteren
29
Nieuwe toetreders niet belemmerd, toetsing
30
Geen verdere stappen WMO en AWBZ Kwaliteit en premieverlaging a.g.v. kostenbesparingen
31
nee
nee --
ja
Nog geen concreet beleidsvoornemen
nee nee Zorg
+/-
ja nee nee
Medische ethiek 32
Evaluatie Wet Afbreking Zwangerschap
Zorg
33 34
Alternatieven afbreking zwangerschap Voorlichting i.v.m. ongewenste zwangerschappen
Zorg
35
Geen wetswijziging levensbeëindiging
Zorg
36
Onderzoek stamcellen gestimuleerd
++
Burgers
ja
Anonieme registratie
nee Burgers
nee nee nee
38
Extra middelen
Samen werken, Samen leven
Bedrijven Relevant?
AL
Burgers ON
Relevant?
Bestuur AL
ON
Relevant?
IL
Groslijst
Shortlist
86
15
Opmerking
Immigratiebeleid 1
Asielbeleid en Vreemdelingenwet 2000
nee
2
Verbetering procedure toelating: 48uursprocedure
Burgers
3
Studie beperken herhaald asielaanvragen
Burgers
4
NL taal vereist
Burgers
5
Quotum uitgenodigde vluchtelingen
6
Afwikkeling oude Vreemdelingenwet (Generaal pardon)
9
Dienst Terugkeer en Vertrek (begin 2007)
Overheden
nee
IND als bestuursorgaan. IL omhoog, beter/langer onderzoek doen
nee ++
ja
Taaltoets NA en Aruba?
nee
Burgers
++
ja nee
39
Vergroting doelgroep; Aantonen van criteria door betrokken burgers
40
4
Uitwerking shortlist
Bij het samenstellen van de groslist is door het onderzoeksteam en Actal geconstateerd dat relatief weinig van de beleidsvoornemens dusdanig zijn uitgewerkt dat het mogelijk is het effect op de administratieve lasten te berekenen / schatten. Die beleidsvoornemens waarvan wel een substantieel effect op administratieve lasten voor burgers of bedrijven wordt verwacht zijn opgenomen op de shortlist. Daarbij zijn beleidsvoornemens waarbij de omvang van de administratieve lasten toenemen, vanwege het uitbreiden van de doelgroep, of het aantal bedrijven dat onder een regeling valt, niet meegenomen. De shortlist bevat de volgende 15 maatregelen. Samen werken, Samen leven
Bedrijven
Pijler Thema Art.
Doelgroep
AL
ON
Burgers
Bestuur
Doelgroep
AL
ON
Burgers
++
?
Burgers
++
II
B
5
Verbetering immigratie kennismigranten
Bedrijven
--
+/-
II
C
2
Invoering kilometerheffing
Bedrijven
++
?
II
C
6
Experimenten tariefdifferentiatie OV
Bedrijven
IV
A
13
Uitbreiding levensloopregeling
Bedrijven
+/-
IV
A
14.2
Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
IV
A
14.7
Versterken positie 35-min
Bedrijven
++
?
Uitk.gerecht.
IV
A
14.8
WGA privaat
Bedrijven
--
--
Burgers
IV
A
14.9
Afschaffing Pemba
Bedrijven
--
IV
B
7
Normering inkomens (semi) publieke sector
Semi-publiek ++
++
++
Uitk.gerecht. --
D
4
Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders
V
A
8
Verbod radicale boodschappen internet
Bedrijven
Uitk.gerecht. --
VI
E2
8
Afschaffing no-claim
Verzekeraars --
VI
E2
10
Invoering nieuw systeem eigen betalingen
Verzekeraars ++
Burgers
+/-
VI
E2
14
Saldo premie en zorgtoeslag
Verzekeraars ++
Burgers
+/-
VI
E3
17
Vereenvoudiging DBC-stelsel
Zorg
--
Overheden ++
--
--
IV
+/-
Doelgroep IL
?
Overheden ?
Burgers
--
++
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten
Verwachtte effect beleidsvoornemen op AL, ON of IL ++
= toename
o
= gelijkblijvend
--
= afname
+/-
= effect onbekend
?
= mogelijk sprake van AL, ON of IL, maar beleidsvoornemen is nog niet uitgewerkt
41
4.1
Verbetering immigratie kennismigranten
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Verdere verbetering immigratie
Pijler II, Kennis en innovatie, artikel 5
Justitie en SZW
voor de arbeidsmarkt en het beleid voor kennismigranten Omschrijving: Herijking van het reguliere vreemdelingenbeleid conform de nota "Naar een modern migratiebeleid” wordt uitgewerkt in een meerjarenprogramma voor immigratie ten behoeve van de arbeidsmarkt en door continuering en verdere verbetering van het beleid ten aanzien van kennismigranten. Bezien wordt of de hoogte van leges onnodige belemmering oplevert voor deze groepen; alsdan wordt de hoogte van deze leges aangepast. Bedrijven
Administratieve lasten Ja, de inzet van de nota en het naar aanleiding daarvan uitgebrachte SER advies is onder andere vereenvoudiging van de uitvoeringspraktijk voor zowel arbeidsmigranten in het algemeen als kennismigranten in het bijzonder. Mogelijk leidt dit tot afschaffing van de Wet Arbeid Vreemdelingen en aanpassing van de Vreemdelingenwet. Hierdoor kunnen de lasten afnemen. Voor de integratie van de WAV in de Vreemdelingenwet is eerder een voorlopige reductie van € 2 miljoen ingeboekt. De aanpassing van de Vreemdelingenwet is in algemene bewoordingen beschreven. In het SER advies is voorgesteld dat bedrijven en instellingen een convenant met de IND sluiten waarmee zij zelf voor een deel verantwoordelijk worden voor de toelating van arbeidsmigranten. Mogelijk wordt dit advies gevolgd. Nu geldt het convenant voor een beperkt aantal bedrijven in het kader van de Kennismigrantenregeling. De IND toetst convenanthouders vooraf en controleert achteraf. Om in aanmerking te komen voor het convenant dienen bedrijven aan verschillende administratieve verplichtingen te voldoen. Voorbeelden hiervan zijn het invullen van formulieren, ondertekening van een garantieverklaring, een verklaring loonbetaling van de Belastingdienst, een uittreksel uit het handelsregister e.d. Voordeel voor organisaties is dat vervolgens aanzienlijke tijdwinst wordt geboekt, omdat niet langer per migrant een uitgebreide aanvraag hoeft te worden ingediend. Per saldo gaan organisaties er dan op vooruit. Vanwege het ontbreken van zowel cijfers over de AL van de huidige vergunningprocedure als gebrek aan inzicht over de wijze van uitwerking is de daling van de lasten vooralsnog alleen zeer globaal te kwantificeren. Afhankelijk van de uitwerking bedraagt de besparing enkele tonnen tot meer dan een miljoen euro. Naast het convenant dienen ook aanpassingen in de eenvoud en snelheid van procedures van de IND bij te dragen aan verbetering van de dienstverlening en vermindering van de lasten. Aandachtspunt bij de invulling van de regeling is dat kleine bedrijven die incidenteel gebruikmaken van de regeling worden geconfronteerd met relatief hogere lasten door het convenant. Deze wegen mogelijk niet op tegen de tijdwinst in het vervolg van de procedure.
42
Overige nalevingskosten Door het convenant wordt de uitvoering van verschillende IND taken gedecentraliseerd naar bedrijven. Hoewel de precieze taakverdeling nog niet is uitgekristalliseerd kan dit leiden tot een toename van de overige nalevingskosten. Deze dienen voor organisaties op te wegen tegen de winst die elders met vermindering van administratieve lasten wordt behaald. Burgers
Administratieve lasten Arbeidsmigranten krijgen te maken met een reductie van de administratieve lasten. Omdat deze uit het buitenland afkomstig zijn, vallen zij niet onder de doelgroep. Overige nalevingskosten Zie hierboven
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Ja, Door de IND zijn reeds concrete voorstellen voor verbetering van de uitvoering genoemd zoals het benoemen van aanspreekpunten, digitalisering van aanvraagprocedures, het gebruikmaken van elders beschikbare informatie, de normering van doorlooptijden en het afzien van dubbele toetsing. Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Belangrijke factor voor de administratieve lasten is de beperking van de informatieverplichtingen bij het afsluiten van het convenant. Daarnaast dient aandacht te zijn voor de aanlevering van jaarlijkse informatieverplichtingen na afsluiting van het convenant. Bij voorkeur dienen alleen relevante wijzigingen in de situatie van het bedrijf of de kennismigrant te worden gemeld.
Toelichting berekening In 2006 zijn ongeveer 3.900 kenniswerkers toegelaten door middel van de Kennismigrantenprocedure. Als de verbeteringen met name in de uitvoering van de huidige procedure worden aangebracht zal de tijdwinst vooral bij deze groep optreden. Een tijdwinst van een uur op de huidige procedures voor een machtiging voorlopig verblijf (MVV) en een verblijfsvergunning levert een besparing van ongeveer € 200.000 op. Indien verbeteringen in de procedure voor alle arbeidsmigranten worden aangebracht dan zijn de besparingen groter. In totaal zijn in 2006 ongeveer 3.200 aanvragen voor een machtiging voorlopig verblijf (MVV) ten behoeve van arbeid afgehandeld. Daarnaast zijn er 4.600 verblijfsvergunningen voor deze groep verwerkt.
43
4.2
Invoering kilometerheffing
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Invoering systeem van kilometer-
Pijler II, Mobiliteit en infrastructuur,
Verkeer en Waterstaat
heffing
artikel 2
Omschrijving: Om de bereikbaarheid over de weg in het algemeen en van de randstad in het bijzonder te verbeteren, zal het systeem van kilometerheffing (gedifferentieerd naar tijd, plaats en milieukenmerken) in de komende kabinetsperiode -eventueel gefaseerd- worden ingevoerd, mits aan de randvoorwaarden van het naar rato afschaffen van bestaande belastingen (BPM, MRB, Eurovignet) en een maximale hoogte van de systeem- en inningskosten van niet meer dan 5% van de opbrengst wordt voldaan. Bedrijven
Administratieve lasten Ja, voor alle bedrijven met bedrijfsauto's leidt de invoering van kilometerheffing naar verwachting tot een toename van de administratieve lasten. De precieze omvang van de administratieve lasten zijn uiteraard sterk afhankelijk van factoren als het aantal locaties waar de kilometerheffing gaat gelden, het te gebruiken systeem en de wijze van inning en administratieve verwerking. De administratieve lasten zijn vooral gelegen in de wijze van invordering van de betalingen en eventuele bezwaren tegen foutieve aanslagen. Kwantificering van de lasten is lastig omdat de precieze omstandigheden van invoering nog niet bekend zijn. Grofweg zijn op basis van verschillende aannames (zie toelichting) wel enige indicaties van de omvang te geven. Bij een maandelijkse betaling via een acceptgiro komen de lasten op circa € 53 miljoen. Bij een inning per kwartaal loopt dit terug naar ± € 18 miljoen Overige nalevingskosten Mogelijk, afhankelijk van gekozen systeem. Indien bijvoorbeeld auto’s worden uitgerust met apparatuur dient mogelijk een (jaarlijkse) keuring plaats te vinden. Dit levert dan overige nalevingskosten op voor zowel het inbouwen van een systeem als de keuring.
Burgers
Administratieve lasten Ja, evenals voor bedrijven geldt ook voor alle burgers met een auto dat de invoering van kilometerheffing naar verwachting leidt tot een toename van de administratieve lasten. De basis is voor burgers hetzelfde als voor bedrijven. Analoog aan de berekening voor bedrijven is deze ook voor burgers ingevuld. Bij een maandelijkse betaling zijn de lasten 8 miljoen uren. De out-of-pocket kosten bedragen € 370.000,-. Bij betaling per kwartaal loopt het aantal uren terug tot ± 2.6 miljoen. De out-of-pocket kosten bedragen dan ± € 100.000,-. Overige nalevingskosten Mogelijk, zie bedrijven
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Bij de opgestelde scenario's voor de invoering van de kilometerheffing is duidelijk aandacht voor de afweging tussen de efficiëntie van het systeem en omvang van de lasten. Nadrukkelijk is aangegeven aandacht te hebben voor beperking van de potentieel omvangrijk lasten voor bedrijven en burgers.
44
Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Belangrijkste factoren voor het beperken van de administratieve lasten zijn:
De betrouwbaarheid van het administratiesysteem waardoor het percentage bezwaarschriften laag blijft,
Het toepassen van 1 systeem met 1 rekening, ook als meerdere overheden of andere wegbeheerders betrokken zijn bij de uitvoering,
Het instellen van een centraal punt (organisatie, website) waarbij burgers en bedrijven terecht kunnen,
Het mogelijk maken dat ook via pre-paid systemen wordt betaald, waardoor inning wordt voorkomen,
Het beperken van de frequentie van de betalingen en het instellen van de mogelijkheden voor elektronische en automatische betaling.
Toelichting berekening Aannames bedrijven In de memorie van toelichting van de Wijziging Wet bereikbaarheid en mobiliteit (TK, vergaderjaar 20052006, 30.615, nr.3) en de beantwoording van gestelde vragen (TK, vergaderjaar 2006-2007, 30.615, nr.6) is aangegeven dat voor de invoering van het tol- en versnellingstarief wordt uitgegaan van een free flowheffingssysteem. Er wordt niet gewerkt met tolpoorten en slagbomen. De memorie vermeldt expliciet dat bij de invoering van een kilometerprijs wordt aangesloten bij dit systeem. Binnen het free flow-heffingssysteem zijn wel verschillende technische varianten mogelijk. Belangrijkste verschil is of weggebruikers bij het passeren van een betalingspunt direct kunnen betalen (via een kastje waarmee een bedrag dat vooraf is betaald direct wordt afgeschreven) of dat na het passeren het kenteken aan NAW-gegevens wordt gekoppeld om een invorderingsproces in gang te zetten. Voor de techniek en invorderingswijze wordt nog een aanbesteding aan marktpartijen opgestart. Voor de berekening gaan we uit van een systeem waarbij inning van de kosten achteraf plaatsvindt. Daarnaast nemen we aan dat sprake wordt van een landelijk dekkend systeem waar alle bedrijven met bedrijfsauto's mee te maken krijgen. In Nederland zijn ongeveer 950.000 bedrijfsauto's (CBS). Belangrijke factor voor de lasten is de frequentie van betaling. Indien bijvoorbeeld maandelijkse inning d.m.v. een acceptgiro plaatsvindt zijn de lasten 950.000*5 min*12*€50 = € 47,5 miljoen. Daarbij komen nog de lasten van bezwaarschriften. Deze zijn hoger naarmate het aantal fouten in de registratie groter is. Op voorhand is dit niet goed in te schatten. Als aanname is er hier van uitgegaan dat bij 1% van de rekeningen bezwaar wordt gemaakt. De lasten hiervan zijn (950.000*12*1%)*1 uur*€ 50= € 5,7 miljoen. In totaal gaat het bij deze aannames dan om een bedrag van ± € 53 miljoen. Bij betaling per kwartaal lopen de kosten terug naar ± € 18 miljoen.
Aannames burgers In Nederland zijn ongeveer 7 miljoen auto's. Ook voor burgers gaan we er vanuit dat alle autobezitters te maken krijgen met de kilometerheffing. Aannames zijn verder gelijk aan die voor bedrijven. Bij een maandelijkse betaling zijn de lasten: 7.000.000*5 min*12= 7.000.000 uur. Ook hier komen er nog de lasten van bezwaarschriften bij. Indien bij 1% van de rekeningen bezwaar wordt gemaakt, lopen de bijkomende lasten op tot (7.000.000*12*1%)*1,25 uur= 1.050.000 uur. Het totaal aantal uren is dan 8 miljoen. De out-of-pocket kosten bedragen (7.000.000*12*1%)* € 0,44= € 370.000,-. Bij betaling per kwartaal loopt het aantal uren terug tot ± 2.6 miljoen. De out-of-pocket kosten bedragen dan ± € 100.000,-.
45
4.3
Experimenten tariefdifferentiatie OV
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Experimenten met tariefdifferen-
Pijler II, Mobiliteit en infrastructuur, arti-
Verkeer en Waterstaat
tiatie in het OV
kel 6
Omschrijving: In het stads- en streekvervoer komt ruimte om te experimenteren met tariefdifferentiatie, waaronder gratis OV voor specifieke doelgroepen. Bedrijven
Administratieve lasten Nee, maatregel is gericht op specifieke doelgroepen burgers Overige nalevingskosten Nee
Burgers
Administratieve lasten Ja, tariefdifferentiatie brengt voor specifieke doelgroepen administratieve lasten met zich mee. Door de introductie van de OV-chipkaart is tariefdifferentiatie op verschillende manieren mogelijk. Dit kan niet alleen door verschillende prijzen voor spits en dal, maar ook door tariefdifferentiatie naar doelgroep (bijvoorbeeld korting/gratis OV voor ouderen, scholieren, gehandicapten of werkzoekenden). Een lid van een doelgroep die onder de tariefdifferentiatie valt, kan alleen aanspraak maken op kortingen als deze een persoonlijke chipkaart aanvraagt (anders had ook met een anonieme of wegwerpkaart kunnen worden volstaan). Het aanvragen van een OV-chipkaart kan aan de balie van een OVbedrijf of d.m.v. een digitaal formulier. Hierbij moet een (digitale) pasfoto worden ingeleverd. De administratieve lasten zijn daarnaast sterk afhankelijk van de omvang van de doelgroep waarop de maatregel betrekking heeft en de gebruiksduur van de chipkaart. Een globaal rekenvoorbeeld: indien scholieren in Nederland gebruik kunnen maken van een reductie en een persoonlijke pas aanvragen via de balie dan bedragen de jaarlijkse lasten 46.000 uur. De out-of-pocket kosten bedragen dan € 33.000 per jaar. Voor ouderen zijn de jaarlijkse lasten naar schatting 37.000 uur. De out-of-pocket kosten zijn € 27.000 per jaar. Overige nalevingskosten Nee, waarschijnlijk niet
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Waarschijnlijk. Er zijn 19 decentrale overheden (provincies en kaderwetgebieden) betrokken bij het stads- en streekvervoer. Voor de monitoring van afspraken over tariefdifferentiatie dienen waarschijnlijk gegevens te worden verzameld en verstrekt.
Bestaande reductievoorstellen: Deels. Er is reeds een centrale website ingericht met informatie over de chipkaart en de mogelijkheid formulieren digitaal te downloaden en in te vullen. Aandachtspunten, reductiemogelijkheden:
Aanvragers van de OV chipkaart dienen zoveel mogelijk te worden gewezen op de mogelijkheid digitaal een pas aan te vragen. Dit scheelt aanzienlijk in de tijd en kosten.
Door zoveel mogelijk gebruik te maken van bestaande klantenbestanden met abonneegegevens en overheidsregistraties kunnen mensen uit de doelgroep actief (per post) worden benaderd met de mogelijkheid een persoonlijke chipkaart aan te vragen.
46
Toelichting berekening In Nederland zijn ongeveer 1,2 miljoen jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 17 jaar. De mate waarin deze groepen gebruikmaken van openbaar vervoer varieert van 6 tot 13%. Hieruit valt af te leiden dat in totaal ongeveer 115.000 jongeren op dit moment van het OV gebruikmaken. Dit zal grotendeels betrekking hebben op het stads- en streekvervoer. Indien deze allen persoonlijk bij de balie een formulier invullen voor de aanvraag van een persoonlijke OV-chipkaart (inclusief pasfoto) bedragen de lasten 115.000*2 uur= 230.000 uur. De out-of-pocket kosten bedragen 115.000* € 1,43 = € 165.000. Een persoonlijke chipkaart gaat maximaal vijf jaar mee. De kosten per jaar bedragen dan 46.000 uur en € 33.000 out-of-pocket kosten. Indien de kaarten digitaal worden aangevraagd dalen de lasten. Het aantal 65 plussers in Nederland bedraagt 2,3 miljoen. Hiervan is ongeveer 4% een OV-deelnemer. Dit zijn 92.000 ouderen. De lasten bij het persoonlijk indienen van de aanvraag van een chipkaart bedragen 92.000*2 uur = 184.000 uur. Ook hierbij uitgaande van een aanvraag eens in de vijf jaar zijn de jaarlijkse lasten 37.000 uur. De out-of-pocket kosten zijn € 27.000 per jaar. Een deel van de aanvragers had overigens ook zonder de tariefkorting waarschijnlijk een persoonlijke pas aangevraagd. Hoe groot deze groep is, is niet te zeggen. De aanname is verder dat het aantal OVgebruikers binnen de doelgroep gelijk blijft. Stijgt het aantal gebruikers, dan stijgen de lasten mee.
47
4.4
Uitbreiding levensloopregeling
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Uitbreiding levensloopregeling
Pijler IV, Participatie, artikel 13
SZW en Financiën
Omschrijving: De levensloopregeling wordt verder uitgebreid en zodanig nader vormgegeven dat de regeling meer dan thans het geval is over de volle lengte van het arbeidzame leven de mogelijkheden tot (blijvende) arbeidsdeelname ondersteunt en dat ook de start van een eigen bedrijf, de periode tussen twee banen of de overgang naar deeltijdwerk kan worden overbrugd. In overleg met sociale partners zal worden bezien of, en zo ja hoe, de spaarloonregeling kan worden geïntegreerd met de levensloopregeling en worden opengesteld voor zelfstandigen en zzp-ers. Leerrechten voor scholingsfaciliteiten en het sparen voor inkomen tijdens een verruimd ouderschapsverlof worden aan de bestaande levensloopregeling gekoppeld. Het gebruik van de levensloopregeling voor vervroegd pensioen wordt verder toegespitst op de inzet voor deeltijdpensioen. De levensloopregeling zal beter toegankelijk worden gemaakt voor met name mensen met lagere inkomens. Bedrijven
Administratieve lasten De maatregelen hebben gevolgen voor de administratieve lasten. Of het uiteindelijke saldo positief of negatief is, is moeilijk in te schatten. Enerzijds zijn er mogelijke extra lasten voor bedrijven. De wijzigingen moeten worden bestudeerd, de veranderde regeling moet worden aangeboden aan werknemers, verwerkt en toegepast in de salarisadministratie. Anderzijds wordt de spaarloonregeling mogelijk geïntegreerd in de regeling. Eerder is uitgerekend dat het volledig afschaffen van de spaarloonregeling een besparing van € 50 miljoen oplevert. Door integratie in de levensloopregeling zullen niet al deze lasten verdwijnen. In ieder geval vervallen wel de extra lasten voor werkgevers voor het moeten aanbieden van twee regelingen naast elkaar. Deze zijn op ongeveer € 1 miljoen geschat. Momenteel maakt 5 a 6% van de werknemers gebruik van de regeling. Door verbetering van de toegankelijkheid voor lagere inkomens en de samenvoeging met de spaarloonregeling zal een substantieel groter percentage van de werknemers van de regeling gebruik gaan maken. De lasten gaan op macroniveau omhoog door de toename van het gebruik. Daartegenover staat dat de lasten van de spaarloonregeling vervallen. Per werknemer nemen de lasten daardoor waarschijnlijk af. Per saldo zullen de lasten op macroniveau voor werknemers vermoedelijk stijgen door de hogere deelname. Een andere factor die een rol speelt is dat de regeling mogelijk wordt opengesteld voor zelfstandigen. Voor deze groep levert dit extra lasten op. Gezien de omvang van deze groep (er waren begin 2006 ruim 800.000 zelfstandigen) kunnen de totale lasten behoorlijk zijn. Overige nalevingskosten Nee
Burgers
Administratieve lasten Nee. De doelgroep van de maatregel bestaat specifiek uit werknemers. Deze vallen niet onder de definitie van AL Burgers, maar AL Bedrijven. Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
48
Bestaande reductievoorstellen: Ja. Integratie van de spaarloonregeling in de levensloopregeling levert een reductie van de administratieve lasten op. Aandachtspunten, reductiemogelijkheden:
Aandachtspunt is de openstelling van de regeling voor zelfstandigen. De voorwaarden waaronder deze mogelijk kunnen deelnemen hebben veel invloed op het uiteindelijke saldo van de administratieve lasten van de nieuwe regeling.
Bij de vormgeving van de nieuwe regeling dient zoveel mogelijk te worden aangesloten bij de reeds gedane aanpassingen in de administratie door bedrijven.
49
4.5
Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Grens vrijstelling herbeoordeling
Pijler IV Sociale samenhang
SZW
verlaagd
Participatie 14.2, 14.3
Tekst coalitieakkoord: De uitkeringen van de WAO en de uitvoering van de WIA zullen als volgt worden aangepast: 2.
De grens van boven de 50 jaar op de peildatum 1 juli 2004 voor vrijstelling van de herbeoordelingsoperatie met het aangepaste Schattingsbesluit wordt verlaagd naar 45 jaar.
3.
Degenen die nu worden vrijgesteld en al zijn herbeoordeeld met het aangepaste Schattingsbesluit worden ingedeeld op het oude arbeidsongeschiktheidspercentage. Door deze maatregel gelden in feite de reguliere WAO-regels en het oude Schattingsbesluit voor iedereen die 45 jaar of ouder was op 1 juli 2004.
Toelichting: In 2004 is UWV begonnen met de herbeoordelingen van cliënten met uitkering op grond van de WAO volgens het zgn. aangepaste Schattingsbesluit; dit met het oog op de latere invoering van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Mensen die op of voor 1 juli 1954 zijn geboren, worden uitgezonderd van deze herbeoordeling. Deze grens wordt nu verlaagd naar 1 juli 1959. Overigens betekent de ‘vrijstelling van de herbeoordeling’ in de praktijk niet dat er geen keuring meer plaats zal vinden, maar dat de oude minder strenge normen gehanteerd zullen worden. Het beleidsvoornemen is daarmee met name relevant voor mensen die geboren zijn tussen 1-7-1954 en 1-7-1959 en reeds een herbeoordeeld zijn. Immers voor hen kan een keuring op basis van andere normen leiden tot een ander resultaat. De minister van SZW heeft op 5 april jl. in een brief aan de Tweede Kamer (28333, Nr.82) laten weten op welke wijze de voornemens van het coalitieakkoord zullen worden uitgewerkt. Bedrijven
Administratieve lasten Nvt Overige nalevingskosten Nvt
Burgers
Administratieve lasten
Doelgroep
De omvang van de groep WAO-ers die onder de uitgebreide vrijstelling
Uitkeringsgerechtigden
valt wordt door SZW geschat op ongeveer 116.000 personen. Daarvan heeft UWV naar schatting reeds 44.000 beoordeeld. Bij circa 15.000 is de uitkering beëindigd of verlaagd. Voor hen geldt dat ze opnieuw zullen worden beoordeeld op basis van oude regels. De minister stelt voor dit te doen op basis van de gegevens in de dossiers. Dat betekent dat de betrokkenen niet opnieuw fysiek naar het UWV hoeven. Daarmee is het effect op de administratieve lasten naar verwachting gering tot nihil. Het uiteindelijke effect zal afhangen van de te kiezen praktische uitwerking. Uitgaande van een herkeuring op basis van dossiers bedraagt de totale administratieve last naar schatting 3.250 uur en € 1.000,-. Voor de groep die nog niet gekeurd is, en dus nu alsnog weer onder de oude regels gekeurd zal worden, zullen de administratieve lasten naar verwachting gelijk blijven. De normen van de keuring hebben geen invloed op de vormgeving en informatieverplichtingen in het kader van de keuring. Mogelijk zal een iets kleiner deel van de betrokkenen in beroep gaan, dan onder de strengere regels het geval zou zijn geweest. Overige nalevingskosten Nvt
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nvt
Bestaande reductievoorstellen: Nee
50
Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Bij de uitwerking en uitvoering van deze beleidsvoornemens is de communicatie over werkwijze bij deze groep burgers van groot belang. Dit voorkomt fouten waardoor onduidelijkheden, klachten en mogelijk bezwaarprocedures beperkt kunnen blijven.
Toelichting De minister stelt voor de keuring op basis van de oude normen te doen op basis van de gegevens in de dossiers. Dat betekent dat de betrokkenen niet opnieuw fysiek naar het UWV hoeven. Daarmee is het effect op de administratieve lasten naar verwachting gering tot nihil. Het uiteindelijke effect zal afhangen van de te kiezen praktische uitwerking. Mogelijk dient het vorige uitkeringsbesluit nietig verklaard te worden, of komt er een aangepast uitkeringsbesluit. Dat betekent dat dit eventuele uitkeringsbesluit op juistheid gecontroleerd moet/kan worden door de betreffende burgers. In het model AL Burger is voor het ‘in ontvangst en beoordeling beslissingsbrief UWV en archiveren documenten’ eenmalig 5 minuten per persoon opgenomen. Dit betreft een beperkt deel van de administratieve lasten die verband houden met een keuring. Uitgaande van een herkeuring op basis van dossiers bedraagt de totale administratieve last naar schatting 15.000 (personen) x 5 minuten = 1.250 uur. Naar verwachting gaan deze personen er in uitkeringshoogte op vooruit. Maar stel dat 2,5% leidt tot een bezwaar en/of beroepsprocedures, dan komt daar 375 x (max) 320 minuten = 2.000 uur en ± € 1.000,- bij. De totale administratieve last wordt daarmee geschat op 3.250 uur en € 1.000,-.
In het Model Administratieve lasten Burgers van SZW zijn voor het ‘Meewerken aan herbeoordeling WAO’, en ‘Aantekenen bezwaar of beroep’ de volgende informatieverplichtingen opgenomen: Aantal Meewerken aan herbeoordeling
o-o-p
keren p.j.
Tijd (min)
Ontvangst en lezen vragenformulier ter voorbereiding op herbeoordeling
0,4
15
Invullen en ondertekenen formulier herbeoordeling
0,4
90
Opsturen formulier
0,4
15
Voldoen aan oproep herbeoordeling: bezoek spreekuur
0,5
95
Ontvangst en beoordeling beslissingsbrief UWV en archiveren documenten
0,4
kosten
€ 1,28
5
Aantekenen bezwaar
220
€ 2,71
Aantekenen beroep
320
€ 2,71
51
4.6
Versterken positie 35-min
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Versterken positie 35-; no-risk
Pijler IV Sociale samenhang
SZW en Financiën
polis en premiekorting werkgevers
Participatie 14.7
uitgebreid Tekst coalitieakkoord: Er zal in samenspraak met sociale partners een pakket aan maatregelen worden gepresenteerd om de arbeidsmarktpositie voor gedeeltelijk arbeidsgeschikten (35-) te versterken. De no-risk polis en premiekorting voor werkgevers die een gedeeltelijk arbeidsgeschikte in dienst houden of nemen worden uitgebreid. Toelichting: Met de invoering van de wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) is er onderscheid gemaakt tussen volledig arbeidsongeschikte werknemers en gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers. Een bijzondere groep is de groep van gedeeltelijk arbeidsgeschikten die een vermindering van verdiencapaciteit hebben tot 35%, de zgn. ‘35-minners’. Werknemers in deze groep hebben na twee jaar ziekte geen recht een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Werkgevers die een gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemer (35-) in dienst nemen kunnen onder voorwaarden aanspraak maken op een premiekorting op de arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidspremies. Daarnaast kan een werkgever die iemand in dienst neemt die na twee jaar ziekteverzuim door het UWV minder dan 35 procent arbeidongeschikt is verklaard, bij ziekte van deze werknemer een beroep doen op de no risk polis. Dit betekent dat de werkgever, als deze werknemer ziek wordt, de eerste vijf jaar van loondoorbetaling via UWV ziekengeld krijgt. Bedrijven
Administratieve lasten Vooralsnog is niet duidelijk waar de ‘uitbreiding’ van de no-risk polis en premiekorting uit zal bestaan. Gaat het om een langere periode van norisk, een grotere premiekorting, het eerder kunnen toepassen van de instrumenten, of combinaties van deze mogelijkheden? Wellicht is het de bedoeling dat de regelingen ook gaan gelden voor het in dienst houden van de groep 35-. Afhankelijk hiervan kan de doelgroep van de regelingen (het aantal bedrijven dat er gebruik van kan maken) toenemen. In dat geval is er sprake van toename AL in verband met het aanvragen, c.q. verantwoorden van het gebruik no-risk en premiekorting. Voor zover bekend is geen nulmeting verricht op de administratieve lasten die voortvloeien uit het aanvragen gebruik van de no-risk op premiekorting. Aanvraag voor premiekorting dient bij de Belastingdienst ingediend te worden. Overige nalevingskosten ?
Burgers
Administratieve lasten Nvt Overige nalevingskosten Nvt
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nvt
Bestaande reductievoorstellen: Nee
52
Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Het is bekend dat werkgevers terughoudend zijn om gebruik te maken van regelingen als no-risk en premiekorting, omdat een dergelijk aanvraag gepercipieerd wordt als een hoge administratieve last. Het kabinet gaat over de ‘versterken positie 35-‘ in overleg treden met sociale partners; wellicht kan in dit overleg aandacht gevraagd worden voor de administratieve lasten voor werkgevers.
53
4.7
WGA privaat
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
WGA privaat
Pijler IV Sociale samenhang
SZW
Participatie 14.8 Tekst coalitieakkoord: De WGA zal volledig privaat uitgevoerd gaan worden. Toelichting: De regeling werkhervatting gedeeltelijk arbeidsgeschikten (WGA) is een onderdeel van de WIA, en heeft betrekking op de gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Voor deze groep (35-) is sprake van loongerelateerde uitkering van 70% van het ‘inkomen voorafgaand aan de ziekte’. Daarnaast kan sprake zijn van een WGAloonaanvulling en een WGA-vervolguitkering. Deze regelingen worden door UWV uitgevoerd. Wel kunnen grotere werkgevers er sinds de invoering van de WIA in 2006 voor kiezen om het risico op arbeidsongeschiktheid zelf te dragen, het onder te brengen bij een verzekeraar of bij UWV. Sinds 1 januari 2007 kunnen alle werkgevers er voor kiezen eigen-risico-drager te worden. Bedrijven
Administratieve lasten Op dit moment is nog niet duidelijk wat het in de praktijk betekent dat de WGA volledig privaat zal worden uitgevoerd. Betekent dit dat marktpartijen alle verzekerings- en uitvoeringstaken van UWV over gaan nemen, of blijft de keuring en de vangnetregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten met een duur van langer dan 2 jaar in handen van UWV? Hoe dan ook met het overgaan van publiek uitvoering naar de private sector nemen de administratieve lasten voor bedrijven (conform de definities) af. In de praktijk zullen werkgevers in plaats van met UWV met andere uitvoeringsorganisaties van verzekeraars en/of reintegratiebedrijven te maken krijgen. Momenteel registreert UWV, in het kader van de premiedifferentiatie het aantal zieken per bedrijf/sector. Niet duidelijk is hoe dat in de nieuwe situatie zal worden gedaan. Mogelijk dienen werkgevers zelf een ziekteregistratie bij te houden ten behoeve van hun particuliere WGA-verzekeraar. Daarnaast is de kans groot dat de bewijslast voor werkgevers bij particuliere verzekeraars zwaarder wordt. Private verzekeraar zullen wellicht ‘strenger’ zijn en proberen hun uitkeringslast te beperken. Sowieso ligt voor de hand dat de informatieverplichtingen vanuit private partijen in aanleg hoger zullen zijn dan die vanuit UWV, omdat UWV reeds over veel informatie beschikt en ook informatieuitvraag kan bundelen. Actuele aantallen werkgevers die gekozen hebben voor eigen risico zijn nog niet bekend. In 2005, onder de oude WAO, waren er bij het UWV en kleine 70.000 bedrijven geregistreerd als eigen risicodrager. Voor alle overige werkgevers betekent een ‘overgang’ naar een private WGA dus een daling AL. Overige nalevingskosten Afhankelijk van de vraag of alle WGA-gerelateerde uitvoeringsprocessen geprivatiseerd worden. Zo ja, dan vervallen formeel gesproken de overige nalevingskosten. Daarvoor in de plaats komen inhoudelijke verplichting ten behoeve van particuliere verzekeraars.
54
Burgers
Administratieve lasten Onduidelijkheid omtrent uitwerking zie boven. Met het overgaan van publiek uitvoering naar de private sector nemen de administratieve lasten (conform de definities) af. In de praktijk zullen gedeeltelijk arbeidsgeschikte werknemers in plaats van met UWV met andere uitvoeringsorganisaties van verzekeraars en/of reintegratiebedrijven te maken krijgen. Mogelijk zullen deze marktpartijen ‘strenger’ of ‘regelmatiger’ herbeoordelingen uitvoeren, waarmee materieel de administratieve last zou kunnen toenemen. Overige nalevingskosten Formeel vervallen waarschijnlijk ook hier de overige nalevingskosten. Daarvoor in de plaats komen inhoudelijke verplichting ten behoeve van particuliere verzekeraars.
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nvt
Bestaande reductievoorstellen: Nee Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Een belangrijk aandachtspunt is de vraag hoe zal worden omgegaan met bestaande uitkeringen? Vanuit de verzekeringsgedachte en schadelastbeperking, ligt het niet voor de hand dat particuliere verzekeraars reeds lopende uitkeringen zullen overnemen. Dat zou in de praktijk kunnen betekenen dat er twee uitvoeringsprocessen naast elkaar gaan ontstaan. Lopende uitkeringen via UWV en nieuwe via private partijen. Dit zou voor bedrijven in feite een toename van administratieve lasten betekenen. Immers het kan voorkomen dat men voor verschillende werknemers met verschillende uitvoeringsorganisaties (publiek en privaat) te maken heeft.
55
4.8
Afschaffing Pemba
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Afschaffing Pemba
Pijler IV Sociale samenhang
SZW en Financiën
Participatie 14.9 Tekst coalitieakkoord: De Pemba wordt afgeschaft. Toelichting: De Pemba (Premiedifferentiatie en marktwerking bij arbeidsongeschiktheidsverzekeringen) is bedoeld om werkgevers door financiële prikkels te stimuleren om ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken. De hoogte van de werkgeverspremie voor de WAO/WIA is afhankelijk van het aantal werknemers van het bedrijf dat een beroep doet op WAO/WIA. Een werkgever kan er ook voor kiezen in plaats van een gedifferentieerde premie te betalen, zelf het risico te dragen voor de eerste vijf jaar, danwel dat risico particulier te verzekeren. In het Najaarsakkoord van 2004 is overeengekomen dat de Pemba-premie zal worden afgeschaft. Het kabinet heeft eind 2006 de Kamer laten weten de gedifferentieerde Pemba-premie met ingang van 1 januari 2008 af te schaffen. Vanaf dat moment betalen alle werkgevers die bij het UWV verzekerd zijn dezelfde premie. Overigens wordt voor het WGA (Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten) onderdeel van de nieuwe WIA wel weer een gedifferentieerde premie geheven. Het afschaffen van de Pemba is gerelateerd aan het privatiseren van de WGA (Coalitieakkoord IV.14.8). Bij een private WGA zal ook de premie-inning en vaststelling niet meer door UWV plaatsvinden. Bedrijven
Administratieve lasten Reeds voorgenomen beleid. Niet duidelijk is of sprake zal zijn van een versnelde beëindiging van de Pemba. De minister van SZW heeft de kamer per brief (28333, Nr.82) op 5 april jl. laten weten dat wetgeving tot afschaffing van Pemba in voorbereiding is. Hoe dan ook, afschaffing Pemba leidt tot een daling van de administratieve lasten. Het AL-model bedrijven van SZW laat voor de post ‘Gegevensverzameling voor premievaststelling WAO’ een bedrag zien van € 6,62 miljoen. Dit vervalt bij afschaffing Pemba. De premie-inning Pemba loopt via Belastingdienst, ook dat vervalt. Afhankelijk van de vraag of er naast de private WGA ook nog een publiek deel zal blijven voor lopende uitkeringen, zal de premiedifferentie wellicht ook nog blijven bestaan. Zie uitwerking ‘WGA privaat’. Overige nalevingskosten Afname?
Burgers
Administratieve lasten Nvt Overige nalevingskosten Nvt
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nvt
Bestaande reductievoorstellen: Reeds voorgenomen beleid, en daarmee voorgenomen reductie Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Zie uitwerking ‘WGA privaat’
56
57
4.9
Normering inkomens (semi) publieke sector
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Normering respectievelijk maxime-
IV. Sociale samenhang, B Inkomensbeleid,
BZK, algemeen
ring inkomens (semi) publieke sec-
artikel 7
tor Omschrijving: De inkomens in de publieke en semi-publieke sfeer worden genormeerd respectievelijk gemaximeerd. De beloningsstructuur wordt vereenvoudigd; voor een aantal categorieën vloeit daar versobering uit voort. Met betrekking tot de inkomens in de publieke en semi-publieke sfeer geldt het inkomen van de Minister-president als maximumnorm. Daarbij wordt uitgegaan van het inkomen zoals dit zou moeten zijn overeenkomstig het kabinetsstandpunt op de voorstellen van de commissie Dijkstal. De aanpassing van het inkomen van bewindspersonen aan deze norm geschiedt in stappen. Aanpassingen zullen niet door het kabinet worden voorgesteld maar door een in te stellen commissie van wijzen worden vastgesteld. Bedrijven (semi-publiek)
Administratieve lasten Ja, er is naar verwachting sprake van een toename van de administratieve lasten. We schatten in dat de administratieve lasten toename voor instellingen in de publieke en semi-publieke minimaal 300.000 euro zullen bedragen en naar verwachting nog een stuk hoger zullen zijn. Aangezien de invulling van de nieuwe beloningsstructuur in grote lijnen nog onbekend is, kan een inschatting van de maximale AL moeilijk gemaakt worden (zie verder de toelichting hieronder). Een voorbehoud moet gemaakt worden indien deze beleidsmaatregel tot gevolg heeft dat de verplichtingen voortvloeiend uit de WOPT (= Wet op de Openbaarmaking uit Publieke Middelen) veranderen of verdwijnen. Indien dit het geval is, is het onduidelijk of de administratieve lasten per saldo toenemen, gelijk blijven of afnemen. Overige nalevingskosten Ja, wij verwachten een toename van de inhoudelijke lasten. Wellicht zullen de administratieve systemen van de instellingen aangepast moeten worden op basis van de vereenvoudiging van de beloningsstructuur en de aanpassing aan het inkomen van de bewindspersoon aan de norm.
Burgers
Administratieve lasten Nee Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Ja, er is naar verwachting sprake van een toename van de administratieve lasten. Immers, in het kader van deze beleidsmaatregel is het denkbaar dat bijvoorbeeld gemeenten aan het rijk (BZK) moeten opgeven hoeveel personen een inkomen genieten dat hoger is dan dat van de Minister-president. Ook hier geldt eenzelfde voorbehoud als hierboven bij de administratieve lasten bedrijven. Indien deze beleidsmaatregel tot gevolg heeft dat de verplichtingen voortvloeiend uit de WOPT (= Wet op de Openbaarmaking uit Publieke Middelen) veranderen of verdwijnen, is het onduidelijk of de interbestuurlijke lasten per saldo toenemen, gelijk blijven of afnemen.
Bestaande reductievoorstellen: Nee Aandachtspunten, reductiemogelijkheden:
Voor de uitwerking van deze beleidsmaatregel is de parallel met de WOPT (= Wet op de Openbaarmaking uit Publieke Middelen) getrokken
58
Toelichting: Inleiding Als uitgangspunt voor dit beleidsvoornemen gelden de adviezen van de commissie Dijkstal (Over dienen en verdienen (2004) en Advies beloningsverhoudingen politieke ambtsdragers (2005) en Advies beloning topfunctionarissen privaatrechtelijke zelfstandig bestuursorganen (2006)) en het kabinetsstandpunt daarop. In het kabinetsstandpunt van 13 april 2006 (BZK) wordt aangegeven dat de salaristabel (met een kleine wijziging) wordt overgenomen. Uit het eerste advies (2004) is naar voren gekomen dat het ministersalaris als hoogste salaris in de publieke sector de norm dient aan te geven. Dit wijkt af van de uitwerking in de beleidsmaatregel in het regeerakkoord, waar het inkomen van de Minister-president als maximumnorm geldt (110% van ministersalaris). Parallel WOPT De WOPT (Wet op de Openbaarmaking uit Publieke Middelen) regelt dat organisaties die onder de werking van de wet vallen (publieke en semi-publieke instellingen) de gegevens openbaar moeten maken van functionarissen wier beloning in enig jaar boven het gemiddelde ministersalaris (2005: 158.000 euro) uitstijgt . 13 Met ingang van 1 januari 2007 vallen ook zorginstellingen en zorgverzekeraars onder de WOPT d.m.v. een AMvB. Kortom, bij deze wet geldt het ministersalaris als normsalaris. Doelgroep beleidsmaatregel De doelgroep van deze beleidsmaatregel betreft publieke en semi-publieke instellingen net als bij de WOPT (inclusief zorginstellingen en zorgverzekeraars). In het document ‘Overzicht van gegevens op grond van artikel 6 van de Wet Openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens’ (BZK, 1 december 2006) wordt aangegeven dat in totaal 2.908 organisaties zijn aangeschreven met het verzoek aan te geven of zij functionarissen in dienst hebben die volgens de WOPT gemeld zouden moeten worden. Dit aantal is exclusief zorginstellingen en zorgverzekeraars. Wanneer wij deze erbij tellen komen wij uit op een totaal aantal instellingen / organisaties van 3.03714. Inschatting administratieve lasten Voor de aanpassing van het inkomen van bewindspersonen binnen deze 3.037 publieke en semi-publieke instellingen aan de norm, nemen wij aan dat de volgende handelingen gedaan zullen moeten worden door deze instellingen 15: a. Bepalen of er sprake is van aanpassing van het inkomen van bewindspersonen aan de norm (of valt iedereen hier al binnen) b. in salarisadministratie nakijken voor wie geldt dat belastbare loon niet aan de norm voldoet c. gegevens opnemen in het financieel verslagleggingsdocument (N.B. Dit geldt wel voor de WOPT, het is de vraag of dit hier ook geldt.) d. daadwerkelijk aanpassen van de salarissen binnen de norm, indien dit van toepassing is Bij de WOPT heeft men de inschatting gemaakt dat er 250 – 300 topfunctionarissen zijn met een loon hoger dan een ministersalaris. Uit het overzicht van gegevens (BZK, 1 december 2006) bleek het aantal functiona-
13
In het kader van de WOPT worden de organisaties in de publieke sector en privaatrechtelijke organisaties die uit de publieke middelen worden gefinancierd, verplicht in hun jaarrekening of jaarverslag het salaris van topfunctionarissen te vermelden, voor zover deze boven het ministerssalaris gaan (primaire openbaarmaking). Secundair worden de gepubliceerde gegevens ook gemeld bij het ministerie van BZK. 14 2908 + 110 ziekenhuizen + 19 zorgverzekeraars = 3.037. 15 Aannames zijn gebaseerd op de WOPT en de berekening van de AL in de Memorie van Toelichting van de WOPT (Tweede Kamer, vergaderjaar 2004 – 2005, 30 189, nr 3).
59
rissen waarvoor dit gold echter 1.542 16 te zijn, dus ongeveer 5x zo veel. Deze 1.542 functionarissen waren afkomstig van 183 organisaties17. De hoogte van de AL die berekend was gebaseerd op die 250 – 300 functionarissen bedroeg ongeveer 100.000 euro. Uitgaande van het daadwerkelijk aantal, kunnen de AL dus geschat worden op 500.000 euro. In de WOPT ging men uit van 2000 uren voor handelingen 0 en 1 en 100 uren voor handeling 2. Wij concentreren ons hier vooral op handelingen 0 en 1 en op handeling 3. 2000 uren voor 2.908 instellingen is iets minder dan een uur per instelling. Afhankelijk van de invulling van het nieuwe beloningsysteem zal dit ongeveer even veel of meer tijd per instelling vergen. Wij schatten de tijdsduur van deze handelingen in op 1,5 – 2 uur per instelling. De inschatting van handeling 3 kan niet gemaakt worden, omdat er te weinig bekend is over de nieuwe beloningsstructuur. Uitgaande van ongeveer 3.000 instellingen en 2 uur voor de handelingen 0 en 1 en een uurtarief van 47.50 euro (ook gehanteerd binnen de WOPT), resulteren administratieve lasten voor de instellingen van 288.515 euro om alleen handelingen 0 en 1 te ondernemen.
16
1.080 functionarissen ontvangen een gemiddelde beloning hoger dan het ministersalaris, 462 functionarissen komen aan dit bedrag door hun ontslagvergoeding in dat betreffende jaar. 17 183 organisaties van de 2.705 organisaties die gereageerd hebben op het onderzoek topinkomens, is 6,8%. Dit is dus het percentages organisaties waarvoor geldt dat er functionarissen in dienst zijn met een inkomen boven de norm, namelijk van een minister.
60
61
4.10
Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande ouders
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Schrappen sollicitatieplicht alleen-
Pijler IV Sociale samenhang
SZW
staande ouders in de bijstand
Jeugd en gezin, 4
Tekst coalitieakkoord: De sollicitatieplicht voor alleenstaande bijstandsgerechtigde ouders met kinderen tot 5 jaar wordt geschrapt. De maximale vrijstellingsperiode voor de sollicitatieplicht is 6 jaar. Er komt een scholingsplicht voor deze groep alleenstaande ouders, teneinde na de vrijstelling een baan te vinden. Er zal een regeling komen die werken in deeltijd voor sollicitatieplichtige alleenstaande ouders met kinderen financieel aantrekkelijk maakt. Bedrijven
Administratieve lasten Nvt Overige nalevingskosten Nvt
Burgers
Administratieve lasten
Doelgroep
In het WWB-model AL-Burger van SZW is de sollicitatieverplichting niet
uitkeringsgerechtigden
als afzonderlijk element onderscheiden. Als referentie is gebruik gemaakt van de sollicitatieverplichting in het kader van de WW. Hier is volgens de nulmeting per persoon sprake van 320 minuten op jaarbasis voor bezoek aan consulent (2 maal) en het maandelijks archiveren van bewijsstukken, plus €2,56 out-of-pocket-kosten per persoon per jaar. De omvang van de doelgroep waar de maatregel betrekking op heeft is naar schatting van het ministerie van SZW 30.000 (alleenstaande ouders met jonge kinderen). Daarbij wordt opgemerkt dat er bij deze doelgroep een samenloop bestaat met de leerwerkplicht voor mensen onder de 27. De vraag is welke van beide beleidsmaatregelen van toepassing zal zijn; de leerwerkplicht of de vrijstelling. Indien de groep jonger dan 27 jaar niet onder de vrijstelling van sollicitatieverplichting valt is de omvang van de doelgroep 26.000. De administratieve lasten nemen dan af met ruim 138.000 uur en €66.500,- out-of-pocketkosten. Dat is ongeveer 1% van de totale gemeten administratieve lasten WWB. Gemeenten kunnen in individuele gevallen al ontheffing van de sollicitatieplicht verstrekken aan alleenstaande ouders met jonge kinderen. Op dit moment is niet duidelijk hoe groot die groep is. Dit betekent wel dat de hierboven berekende afname van de administratieve lasten burgers een maximum is. Overige nalevingskosten - Vervallen van sollicitatieplicht betekent dat betrokken burgers niet meer gehouden zijn sollicitatieactiviteiten te ondernemen. - De scholingsplicht die in de plaats komt van de sollicitatieplicht brengt overige nalevingskosten met zich mee. Betrokken burgers dienen waarschijnlijk op advies / aanwijzing van de gemeente (WWBuitvoerder) opleidingen te volgen. Ook nu kunnen gemeenten al in individuele gevallen leden van de doelgroep een scholingsplicht opleggen. Het saldo van deze twee effecten zal per persoon, en wellicht ook per uitvoerende gemeente, verschillen. Op voorhand is niet te zeggen of er macro sprake is van een toe- of afname van de overige nalevingskosten.
62
Bestuur
Interbestuurlijke lasten wel/niet? Hangt af van de vraag of gemeenten op enigerlei wijze verantwoording, of rapportages moeten opstellen naar SZW danwel CBS omtrent het aantal verstrekte vrijstellingen. Gemeenten moeten in de huidige situatie al bij CBS opgeven wie er een ontheffing krijgt.
Bestaande reductievoorstellen: Nee Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Bekijken in relatie met leerwerk- en scholingsplicht. Vanuit deze (nieuw) verplichtingen komen wellicht nieuwe inhoudelijke nalevingskosten.
Toelichting op de berekening In het WWB-model AL-Burger van SZW is de sollicitatieverplichting niet als afzonderlijk element onderscheiden. Als referentie wordt gebruik gemaakt van de sollicitatieverplichting in het kader van de WW. Meewerken aan activiteiten die bevorderlijk zijn voor inschakeling in arbeid Bezoek aan casemanager WW (fysiek bij CWI) voor ri-begeleiding Archiveren bewijsstukken sollicitaties
aantal
o-o-p
keren p.j.
Tijd (min)
kosten
2
95
€ 1,28
13
10
Totale AL per persoon per jaar voor sollicitatieverplichtingen is (2 x 92 minuten) + (13 x 10 minuten) = 320 minuten en €1,28. Indien 26.000 personen onder dit beleidsvoornemen vallen betekent dit 26.000 x 320 minuten is 138.667 uur per jaar en € 66.560,- out of pocketkosten per jaar.
63
4.11
Verbod radicale boodschappen internet
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Beleidsmaatregel
Departement
Pijler V, veiligheid, stabiliteit en
Verbod doorgeven radicale boodschappen
Justitie
respect, artikel 8
via internetproviders
Omschrijving: Teneinde radicaliserende boodschappen en voorlichting over de middelen van terreur te bestrijden, wordt voorzien in de mogelijkheid om het doorgeven van boodschappen door internetproviders te verbieden. Bedrijven
Administratieve lasten Ja, waarschijnlijk is sprake van administratieve lasten. Doelgroep van de maatregel zijn internetproviders. Hiervan zijn er naar schatting 1.700. Enkele tientallen daarvan hosten het grootste deel van de websites. Internetproviders hebben reeds een rol in de beoordeling van vermeende onrechtmatige uitingen op internetsites. Na enkele recente rechtszaken zijn providers bezig eigen procedures op te stellen voor de behandeling van meldingen over sites. Dit gaat verder dan alleen terroristische informatie, maar heeft ook betrekking op bijvoorbeeld kinderporno of ander onrechtmatig of schadelijk gedrag. Daarnaast is recent een pilot gestart met een Meldpunt Cybercrime dat is ondergebracht bij de KLPD. Dit meldpunt richt zich op kinderporno en terroristische sites. Burgers en organisaties kunnen bij dit meldpunt meldingen doen. Deze worden beoordeeld en indien nodig doorgegeven aan betrokken instanties als de Nationale Recherche of de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Het is de bedoeling aan het meldpunt een zogenaamde “notice and takedown” procedure te koppelen voor serieuze meldingen. Hierbij gaat een melding uit naar de provider met het verzoek deze informatie te verwijderen. De voorgestelde beleidsmaatregel gaat verder en voorziet in wetgeving om boodschappen te verbieden. Op welke wijze dit wordt vormgegeven is nog niet duidelijk. Mogelijk wordt de status van het opgerichte Meldpunt verzwaard en wordt sprake van een dwingender procedure bij meldingen. Ook is het mogelijk dat bijvoorbeeld met filters of zwarte lijsten moet worden gewerkt die door de politie, OM of andere opsporingsinstanties worden aangeleverd. Naar verwachting zal de wetgeving hoe dan ook leiden tot verzwaring van de administratieve lasten, omdat gegevensuitwisseling met de politie of andere instanties plaats gaat vinden. Afhankelijk van de precieze invulling van de wet en de daaraan gekoppelde uitvoering, kunnen de lasten aanzienlijk zijn. Nadere kwantificering van de lasten is op dit moment niet mogelijk. Overige nalevingskosten Ja. De maatregel leidt tot overige nalevingskosten voor providers. Zij dienen actie te ondernemen om materiaal te verwijderen en eventueel te bewaren. Daarbij kan de maatregel ook voordelen hebben indien wordt voorzien in een systeem dat een onafhankelijke toetsing doet. Providers hoeven dan mogelijk niet langer zelf de rechtmatigheid van informatie op sites te beoordelen en krijgen minder te maken met juridische procedures.
Burgers
Administratieve lasten Nee Overige nalevingskosten Nee
64
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Nee Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: Er zijn meerdere varianten denkbaar voor de uitvoering van de wetgeving. Dit kan een infrastructuur met een centraal publiek meldpunt zijn dat providers aangeeft materiaal te verwijderen. Hieraan zijn waarschijnlijk meerdere verplichte handelingen gekoppeld die leiden tot AL. Andere mogelijkheid is bijvoorbeeld het verplicht hanteren van internetfilters of zwarte lijsten met sites die geblokkeerd moeten worden. Hierbij vinden waarschijnlijk minder verplichte handelingen plaats. Er bestaan al langer meldpunten (meldpunt kinderporno en het meldpunt racisme en discriminatie) en procedures bij internetproviders voor het omgaan met onrechtmatig materiaal op sites. Waar mogelijk verdient het aanbeveling aan te sluiten bij reeds bestaande procedures bij providers.
65
4.12
Afschaffing no-claim
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
De no-claim wordt afgeschaft
VI. Overheid en dienstbare publieke sector,
VWS
E2. Volksgezondheid en zorg; premie, zorgtoeslag, pakket en eigen betalingen, artikel 8 Omschrijving: De no-claim wordt per 01-01-2008 afgeschaft Bedrijven (verzekeraars)
Administratieve lasten Ja, de afschaffing van de no-claim zal voor een afname van de AL van zorgverzekeraars zorgen. De inschatting is dat de afname van de AL minder zal zijn dan 9 miljoen euro per jaar (zie toelichting hieronder). Overige nalevingskosten Ja, de afschaffing van de no-claim zal naar alle waarschijnlijkheid ook tot een afname van de overige nalevingskosten leiden, alhoewel wij inschatten dat de omvang klein zal zijn. Gedacht kan worden aan het uitbetalen van de 255 euro die voorheen door de verzekeraar werd gedaan en die nu niet met nodig is in verband met de afschaffing van de no-claim.
Burgers
Administratieve lasten Nee Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Nee (wel af te leiden uit eerdere berekeningen bij de invoering van de no-claim) Aandachtspunten, reductiemogelijkheden:
De beleidsmaatregelen VI E2, artikel 8 (afschaffing no-claim), VI E2, artikel 10 (nieuw systeem eigen
De inschatting van een afname van de AL bedrijven met 9 miljoen euro lijkt een overschatting, omdat
betaling ingevoerd) en VI E2, artikel 14 (saldo premie en zorgtoeslag) zijn gerelateerd. a) niet alle verzekerden en no-claim uitgekeerd zullen krijgen, slechts één rapport is gebruikt als basis waarvan de uitgangspunten voor een overschatting zorgen.
Toelichting: Administratieve lasten bedrijven (=zorgverzekeraars) Voor de invoering van de no-claim (ook wel bonusregeling genoemd) in 2005 is een berekening gemaakt door VWS 18. Tevens is deze wetswijziging voorgelegd aan Actal ter advies. De berekening van de administratieve lasten voor de invoering van de no-claim door VWS volgt hieronder. Doelgroep: zorgverzekeraars (t.t.v de berekening betrof het de 20 ziekenfondsen 19). Deze berekening is gebaseerd op drie deelhandelingen. Voor deelhandeling a20 geldt dat er geen nieuwe administratieve lasten zijn in verband met hergebruik van gegevens.
18
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met het invoeren van een bonus voor verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat (13 november, 2003). Kamerstukken II 2002/03, 28 637, nr. 19. 19 Op het moment zijn er in Nederland 31 zorgverzekeraars werkzaam, die zich allemaal verenigd hebben in Zorgverzekeraars Nederland. Bron: http://www.zn.nl/OverZN/Zorgverzekeraars/index.asp 20 Deelhandeling a: het zorggebruik op individueel niveau registreren.
66
Voor deelhandeling b 21 geldt de volgende berekening Uitgangspunten: cijfer accountantsdienst * aantal verzekerden 18-plus * prijsindexcijfer en daar eenderde deel van + storting bonus voor alle verzekerden Berekening: (€ 0,79 * 8,3 miljoen verzekerden * 1,20)/3 + € 0,10 * 8,3 miljoen verzekerden = € 2,6 miljoen + € 0,8 miljoen = € 3,4 miljoen; Voor deelhandeling c 22 geldt de volgende berekening Uitgangspunten: cijfer accountantsdienst * aantal verzekerden 18-plus * prijsindexcijfer * korting van 15%= € 0,70 * 8,3 miljoen * 1,20 * 0,85 = € 5,6 miljoen.
Structurele AL invoering bonusregeling per 2005 in miljoenen euro's Deelhandeling
Administratieve lasten
Deelhandeling a
geen
Deelhandeling b
3,4 miljoen
Deelhandeling c
5,6 miljoen
Totale administratieve lasten per jaar
9 miljoen
Bron: Wijziging Ziekenfondswet, nov. 2003, VWS en Advies Actal (dec. 2003)
Actal reageert hierop door te zeggen dat een maximale toename van de AL van 9 miljoen euro een overschatting lijkt. Er is immers vanuit gegaan dat alle 8,3 miljoen verzekerden een (gedeeltelijke) bonus krijgt uitgekeerd, terwijl dat niet het geval hoeft te zijn. Tevens wordt opgemerkt dat bij de berekening voornamelijk gebruik is gemaakt van een rapport van de Accountantsdienst van de toenmalige Ziekenfondsraad ten behoeve van de eigen bijdrageregeling 1997 en 1998. Op basis van dit rapport zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd die een overschatting van de omvang van de AL betekenen. In haar advies (04-12-2003) adviseert het college om bij het in beeld brengen van de gevolgen voor de AL gebruik te maken van uitgevoerde nulmetingen en ontwikkelde standaardkostenmodellen. Kortom, de AL voor de verzekeraars bij de invoering van de no-claim zijn geschat op maximaal 9 miljoen euro per jaar, met de verwachting dat deze lager zullen uitvallen. Dat betekent bij de afschaffing van de no-claim de AL reductie ook maximaal 9 miljoen euro per jaar zal bedragen of minder. Echter, deze besparing op AL zal straks ook nodig zijn als er een nieuw systeem van eigen betalingen ingevoerd zal worden (zie Beleidsmaatregel VI, E2, artikel 10), dat weer voor nieuwe administratieve lasten zal zorgen.
21 22
Deelhandeling b: periodieke berichtgeving van het ziekenfonds / de zorgverzekeraar aan verzekerden. Deelhandeling c: informatieverschaffing aan verzekerden over de rekeningen.
67
4.13
Invoering nieuw systeem eigen betalingen
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Nieuw systeem van eigen betalin-
VI. Overheid en dienstbare publieke sector,
VWS
gen ingevoerd
E2. Volksgezondheid en zorg; premie, zorgtoeslag, pakket en eigen betalingen, artikel 10
Omschrijving: Er zal een nieuw systeem van eigen betalingen worden ingevoerd ter vervanging van de no-claim. Omdat chronisch zieken en gehandicapten in dezen geen vrije keuze hebben, worden zij hiervan uitgezonderd. Bedrijven
Administratieve lasten Ja, het invoeren van een nieuw systeem van eigen betalingen ter vervanging van de no-claim zal een toename van de administratieve lasten voor zorgverzekeraars tot gevolg hebben. Hoe hoog deze toename zal zijn hangt af van de invulling van het nieuwe systeem. Hiervoor is een aantal varianten denkbaar, die in de toelichting zullen worden uitgewerkt. Hierbij zal rekening worden gehouden met twee scenario’s. In scenario 1 moeten chronisch zieken en gehandicapten eerst zelf moeten betalen en dit later terug moeten vorderen. In scenario 2 worden chronisch zieken en gehandicapten uitgezonderd bij het nieuwe systeem van eigen betalingen. Uitgaande van enkele varianten (zie toelichting) zal de AL toename naar verwachting maximaal 24 miljoen euro per jaar bedragen. Overige nalevingskosten Nee
Burgers
Administratieve lasten Ja, het invoeren van een nieuw systeem zal naar alle waarschijnlijkheid gevolgen hebben voor de AL voor burgers. Of dit echter een toe- of afname zal betekenen is afhankelijk van voor welk systeem wordt gekozen en hoe dit systeem wordt ingevuld. Uitgaande van scenario 1 zullen de administratieve lasten van chronisch zieken en gehandicapten die de eigen betalingen moeten terugvorderen, toenemen (voor een indicatie van de administratieve lasten, zie de toelichting). Doelgroep: alle verzekerden 18-plus, chronisch zieken, gehandicapten Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Nee (wel min of meer af te leiden uit varianten van eigen betalingen, VWS, 2006) Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: De beleidsmaatregelen VI E2, artikel 8 (afschaffing no-claim), VI E2, artikel 10 (nieuw systeem eigen betaling ingevoerd) en VI E2, artikel 14 (saldo premie en zorgtoeslag) zijn gerelateerd. De AL besparing voor verzekeraars door de afschaffing van de no-claim zal teniet worden gedaan door de AL toename die een nieuw systeem van eigen betalingen met zich mee zal brengen. Bij de keuze van een nieuw systeem van eigen betalingen uit de alternatieven, zullen naast administratieve lasten, ook de uitvoeringslasten, de technische en praktische haalbaarheid, solidariteit en rechtvaardigheid, de prikkelwerking en de begrijpelijkheid van het nieuwe systeem voor de burger een belangrijke rol spelen.
68
Toelichting: Administratieve lasten bedrijven (=zorgverzekeraars) In een stuk van VWS (2006) worden de varianten van eigen betalingen op een rijtje gezet. Door middel van de bijbehorende bijlagen en de Wijziging van de Ziekenfondswet 1 worden deze hieronder kort besproken en in sommige gevallen van administratieve lasten voorzien.
Er kunnen vier varianten van eigen betalingen worden onderscheiden, namelijk: 1. Verplicht eigen risico 2. Vrijwillig eigen risico 3. Eigen bijdrage 4. Inkomensafhankelijk systeem (variant op eerste drie varianten)
Wanneer het bij een variant mogelijk is om iets over de hoogte van de administratieve lasten te zeggen, zal dat gebeuren aan de hand van de twee hieronder gepresenteerde scenario’s: Scenario 1: Chronisch zieken en gehandicapten moeten eerst zelf betalen (dus: meelopen in het systeem van eigen betalingen) en de betaling later terugvorderen bij de Belastingdienst. Scenario 2: Chronisch zieken en gehandicapten worden echt uitgezonderd bij het nieuwe systeem van eigen betalingen, waardoor deze groep ook geen administratieve lasten voor de zorgverzekeraars veroorzaken. Ad. 1 Verplicht eigen risico: Betaling vindt plaats bij zorggebruik (tot een nominaal maximum). Deze variant zorgt voor hogere administratieve lasten dan de no-claim variant. De administratieve lasten van deze variant komen namelijk uit op 18 miljoen euro per jaar 2 (uitgaande van 8,3 miljoen verzekerden 18-plus). Het verschil met de eigen bijdrageregeling is dat de eigen risico-regeling leidt tot minder rekeningen van zorgverzekeraar naar verzekerde. Dit is positief voor de administratieve lasten van de eigen-risicoregeling ten opzichte van de eigen bijdrageregeling. De AL van 18 miljoen euro per jaar zijn als volgt opgebouwd: Deelhandeling b 3: 10,4 miljoen euro per jaar Deelhandeling c 4: 7,6 miljoen euro per jaar Scenario 1 (eerst zelf betalen en later terugvorderen): de administratieve lasten voor zorgverzekeraars bedragen 18 miljoen euro per jaar Scenario 2 (chronisch zieken en gehandicapten uitgezonderd van eigen betalingen): wanneer we de gehandicapten en chronisch zieken buiten beschouwing laten, worden de administratieve lasten voor zorgverzekeraars ongeveer 25% 1 lager en komen dan uit op 13,5 miljoen euro per jaar.
1
2
3 4
Wijziging van de Ziekenfondswet in verband met het invoeren van een bonus voor verzekerden die geen of weinig gebruik hebben gemaakt van zorg waarop ingevolge die wet aanspraak bestaat (13 november, 2003). Kamerstukken II 2002/03, 28 637, nr. 19. Zie advies Actal d.d. 04-12-2003 en berekening in Wijziging van de Ziekenfondswet (zie voetnoot 1 hierboven). Deelhandeling b: periodieke berichtgeving van het ziekenfonds / zorgverzekeraar aan verzekerden. Deelhandeling c: informatieverschaffing aan verzekerden over de rekeningen.
69
Ad. 2 Vrijwillig eigen risico: Keuze of men een eigen risico wil nemen in ruil voor bepaalde premiekorting (bestaat nu reeds in de Zvw naast de no-claimteruggaveregeling). Bij dit alternatief is er sprake van een beperkte uitvoeringslast, omdat de groep verzekerden die dit zal kiezen beperkt is. Beperkte doelgroep zorgt ook voor beperkte administratieve lasten. Ad. 3 Eigen bijdrage: Bepaalde aanspraken worden gecofinancierd (via vast bedrag of percentage) door de verzekerde. Bij dit alternatief is er sprake van een hoge uitvoeringslast omdat veelvuldig moet worden gecommuniceerd met de verzekerde over de eigen betaling. De uiteindelijke uitvoeringslast is o.a. afhankelijk van de specifieke invulling van een dergelijke regeling. Zo zal een eigen bijdrageregeling met een inkomensafhankelijk maximum een hogere uitvoeringslast kennen dan een regeling met een nominaal maximum. De administratieve lasten van de eigen-bijdrageregeling komen uit op 24 miljoen euro per jaar (uitgaande van 8,3 miljoen verzekerden 18-plus). De AL van 24 miljoen euro per jaar zijn als volgt opgebouwd: Deelhandeling b: 15,6 miljoen euro per jaar Deelhandeling c: 8,4 miljoen euro per jaar Scenario 1 (eerst zelf betalen en later terugvorderen): de administratieve lasten voor zorgverzekeraars bedragen 24 miljoen euro per jaar. Scenario 2 (chronisch zieken en gehandicapten uitgezonderd van eigen betalingen): wanneer we volgens scenario 2 de gehandicapten en chronisch zieken buiten beschouwing laten, komen de administratieve lasten voor zorgverzekeraars ongeveer 25% 2 lager uit, dus resulteren administratieve lasten van 18 miljoen euro per jaar. Ad 4. Inkomensafhankelijk systeem (voorbeeld: variant van eigen bijdrage): Bij een inkomensafhankelijk systeem is het uitgangspunt dat één van de drie eerder genoemde systemen inkomensafhankelijk wordt gemaximeerd. Een voorbeeld hiervan is bijvoorbeeld een IZA-achtig systeem van eigen bijdragen, waarbij er sprake is van een inkomensafhankelijke maximering. 3 Dit systeem is onderzocht om te bekijken of het mogelijk is een dergelijk systeem vorm te geven en vervolgens is het systeem vergeleken met de no-claimteruggaveregeling op de onderdelen solidariteit, prikkelwerking en technische haalbaarheid. De conclusie van het onderzoek was dat dit IZA-achtig systeem niet tot een eenduidige verbetering van de solidariteit, prikkelwerking en praktische haalbaarheid leidt. Qua solidariteit zorgt dit systeem voor een toename van de inkomenssolidariteit, maar een daling van de risicosolidariteit ten opzichte van de noclaimteruggaveregeling. Een voordeel van een IZA-achtige variant is een toename van de prikkelwerking. Op lange termijn is het IZA-achtige systeem technisch uitvoerbaar, maar leidt tot grotere uitvoeringskosten (naast de kosten moet immers een individuele inkomensbeoordeling worden gemaakt)
1
2
3
Inschatting aantal gehandicapten: 11.876 1 (afgerond naar beneden: 10.000). Inschatting aantal chronisch zieken 1: variërend van 1,5 – 4,5 miljoen mensen in Nederland; gemiddeld en afgerond naar beneden om alleen 18-plussers mee te rekenen komt dit uit op ongeveer 2 miljoen mensen. Twee miljoen van 8,3 miljoen is ongeveer 25%. Inschatting aantal gehandicapten: 11.876 2 (afgerond naar beneden: 10.000). Inschatting aantal chronisch zieken 2: variërend van 1,5 – 4,5 miljoen mensen in Nederland; gemiddeld en afgerond naar beneden om alleen 18-plussers mee te rekenen komt dit uit op ongeveer 2 miljoen mensen. Twee miljoen van 8,3 miljoen is ongeveer 25%. Bron: Bijlage 2 uit: Kamerstukken I, 2004/05, 29483 nr. H (bijlagen bij Varianten van eigen betalingen, VWS).
70
en verhoging van de administratieve lasten. De hoogte van deze administratieve lasten is onbekend. Op korte termijn is een dergelijke variant echter niet in te voeren (o.a. door toename van de uitvoeringskosten voor de Belastingdienst).
Administratieve lasten burgers Algemeen geldt dat onduidelijk is welke gevolgen het invoeren van een systeem van eigen betalingen heeft voor de administratieve lasten van burgers ofwel verzekerden. Immers, de administratieve lasten voor burgers zijn afhankelijk de specificaties en voorwaarden van het systeem. Voor de groep chronisch zieken en gehandicapten is een uitzonderingspositie gecreëerd, waarvan de invulling kan variëren (scenario 1 en 2).
Wanneer uitgegaan wordt van scenario 2, waarbij chronisch zieken en gehandicapten echt worden uitgezonderd bij het nieuwe systeem van eigen betalingen, wordt voor deze groep ook geen administratieve lasten veroorzaakt. Wanneer wordt uitgegaan van scenario 1 waarbij chronisch zieken en gehandicapten eerst zelf moeten betalen en deze eigen betalingen later terug kunnen vorderen bij de Belastingdienst is wel sprake van een toename van de administratieve lasten. Deze groep van chronisch zieken en gehandicapten zal naar alle waarschijnlijkheid een formulier moeten lezen, invullen, ondertekenen en terugsturen. Aanname is dat dit eens per jaar zal moeten gebeuren (vergelijk voorlopige teruggaaf, maandelijkse verrekening) en dat dit ongeveer 1 uur zal kosten. De groep waar het om gaat bestaat uit ongeveer 2 miljoen mensen, dit betekent dat de jaarlijkse administratieve lasten dan 2 miljoen uur zullen bedragen. Er wordt vanuit gegaan dat er geen out-of-pocket kosten zullen zijn.
71
4.14
Saldo premie en zorgtoeslag
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
Mogelijkheden saldo nominale
VI. Overheid en dienstbare publieke sector,
VWS
premie en inkomensafhankelijke
E2. Volksgezondheid en zorg; premie, zorg-
toeslag verruimen.
toeslag, pakket en eigen betalingen, artikel 14
Omschrijving: Het saldo van nominale premie en inkomensafhankelijke zorgtoeslag is inkomensafhankelijk. De mogelijkheden om dit bedrag ineens in rekening gebracht te krijgen (in plaats van een aparte rekening voor de premie en een aparte storting van de zorgtoeslag) zullen worden verruimd. Dit kan door - op basis van vrijwillige keuze van de verzekerde - de zorgtoeslag al bij de zorgverzekeraar met de nominale premie te verrekenen. Hierover zullen met verzekeraars afspraken worden gemaakt. Bedrijven (verzekeraars)
Administratieve lasten Ja, de verwachting is dat de administratieve lasten voor zowel de Belastingdienst (i.v.m. zorgtoeslag) als de zorgverzekeraars (i.v.m. nominale premie) toe zullen nemen als gevolg van de verrekening van de toeslag en de te betalen nominale premie. Hoe hoog deze AL zullen zijn is niet in te schatten aangezien nog niet duidelijk is hoe deze verrekening in de praktijk ingevuld zal gaan worden. Overige nalevingskosten Nee
Burgers
Administratieve lasten De verwachting is dat de AL voor ontvangers van de zorgtoeslag (tussen de 5 of 6 miljoen mensen) wellicht iets zal toenemen of gelijk zal blijven. Immers, de verzekerde zal te kennen moeten geven in aanmerking te willen komen voor de verrekening. Ook hier geldt weer dat de exacte hoogte van de toename onbekend is aangezien nog niet duidelijk is hoe de verrekening in de praktijk ingevuld zal gaan worden. Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Nee Aandachtspunten, reductiemogelijkheden:
De voordelen van de afschaffing van de no-claim regeling kunnen teniet worden gedaan, als de verzekeraars vervolgens betrokken worden in de financiële afhandeling van de zorgtoeslag.
De beleidsmaatregelen VI E2, artikel 8 (afschaffing no-claim), VI E2, artikel 10 (nieuw systeem eigen betaling ingevoerd) en VI E2, artikel 14 (saldo premie en zorgtoeslag) zijn gerelateerd.
72
Toelichting: Eén van de AL-coördinatoren van VWS heeft aangegeven dat op dit moment nog niet duidelijk is hoe invulling gegeven gaat worden aan de mogelijke verrekening van de nominale premie met de zorgtoeslag. Er zijn binnen VWS ook nog geen indicaties voorhanden voor de gevolgen voor de omvang van de administratieve lasten. Op het moment is er binnen VWS een werkgroep, die zich bezighoudt met wanbetalingsproblematiek, waarin dit onderwerp wordt meegenomen. In deze werkgroep worden de alternatieven getoetst op uitvoeringstechnische haalbaarheid. Wel is uit eerdere discussies omtrent dit punt bekend dat zorgverzekeraars niet positief staan ten opzichte van deze verrekening. Immers, deze verrekening zal (wederom) veel initiële lasten betekenen voor de zorgverzekeraars om de systemen en processen aan te passen. De vraag is bijvoorbeeld of de onderlinge gegevensuitwisseling plaats zal vinden via de Belastingdienst of via zorgverzekeraar etc.
73
4.15
Vereenvoudiging DBC-stelsel
Beleidsmaatregel
Coalitieakkoord; pijler, artikel
Departement
DBC-stelsel vereenvoudigen
VI. Overheid en dienstbare publieke sector,
VWS
E3. Volksgezondheid en zorg; cure, artikel 17 Omschrijving: Op korte termijn zullen de betrokken partijen een gezamenlijk plan om het DBC-stelsel te vereenvoudigen uitvoeren. Bedrijven (zorg)
Administratieve lasten Ja, de vereenvoudiging van het DBC-stelsel zal leiden tot een afname van de administratieve lasten voor de zorgaanbieders (= ziekenhuizen en medisch specialisten). Dit kan afgeleid worden uit het voorstel dat VWS heeft opgesteld samen met enkele brancheorganisaties (juni 2006) en dat verder is uitgewerkt door de NVZ en DBC-Onderhoud. De administratieve lasten vermindering wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door het verminderen van het aantal DBC’s en door het overbodig worden van de validatie module. Om er voor te zorgen dat de introductie van het DBC-stelsel per saldo (na vereenvoudiging) een administratieve lasten reductie voor zorgaanbieders tot gevolg heeft, zal de afname van de administratieve lasten door de vereenvoudiging van het DBC-stelsel minimaal 21 miljoen euro per jaar moeten bedragen (dit is immers ook het bedrag waarmee de structurele AL zijn toegenomen t.t.v. de introductie van het DBC-systeem). Overige nalevingskosten Ja, verwacht mag worden dat de vereenvoudiging van het DBC-stelsel zal leiden tot een toename van de overige nalevingskosten. Immers, het voorstel ter vereenvoudiging van de DBC systematiek (VWS, 7 juni 2006) impliceert soms forse systeemwijzigingen (o.a. vervanging van de huidige productstructuur, eenmalige bronregistratie en afleiding in plaats van valideren). Substantiële vereenvoudiging vraagt om substantiële ingrepen.
Burgers
Administratieve lasten Nee Overige nalevingskosten Nee
Bestuur
Interbestuurlijke lasten Nee
Bestaande reductievoorstellen: Gedeeltelijk, zij het impliciet. VWS, brancheorganisaties en NVZ zijn bezig met de invulling van de vereenvoudiging van de DBC-systematiek. Hieruit zijn voorstellen voor verbetering en vereenvoudiging naar voren gekomen, die impliciet ook samenhangen met verlaging van de AL. Aandachtspunten, reductiemogelijkheden: 1.
Berekeningen geven slechts een beperkt beeld, namelijk van een specifieke groep bedrijven die de DBCsystematiek nu reeds hebben ingevoerd. Andere bedrijven (zorgverzekeraars, geestelijke gezondheidszorg en categorale instellingen) worden min of meer buiten beschouwing gelaten (Advies Actal, 05-09-2005).
2.
Declaratiecasus niet meegenomen: in toekomst zullen de AL afnemen als gevolg van de introductie van het DBC-systeem (Advies Actal, 05-09-2005).
3.
Toekomst effecten AL door meer efficiëntie in de administratie van zorgprocessen (Advies Actal, 05-09-2005).
4.
Kortom, advies van Actal was: vereenvoudiging van het DBC-stelsel toespitsen op o.a. declaratiecasus, efficiëntie administratie zorgprocessen (enkelvoudige vastlegging t.b.v. meervoudig gebruik) en alleen de absoluut noodzakelijke controlemechanismen. Uitgangspunt: geen dubbele controles in de keten.
Aandachtspunt voor de toekomst: het breder trekken van de doelgroep (nu alleen ziekenhuizen en medisch specialisten) naar alle zorgaanbieders en ook zorgverzekeraars, zodat ook daar AL besparingen gerealiseerd kunnen worden.
74
Toelichting: Introductie DBC-systematiek Introductie van de DBC-systematiek heeft zowel een toename van de incidentele als de structurele administratieve lasten voor zorgaanbieders met zich mee gebracht. De incidentele administratieve lasten zullen we voor nu even buiten beschouwing laten1. De structurele AL toename door de DBC-systematiek is berekend als zijnde 21,9 miljoen euro per jaar2. De totale AL van zorgaanbieders voordat de DBC-systematiek werd geïntroduceerd bedraagt 133 miljoen euro per jaar. Totaal komt de AL van zorgaanbieders nu uit op 154,8 miljoen euro. Dit totale bedrag aan structurele AL kan als volgt onderverdeeld worden:
Structurele AL zorgaanbieders Omschrijving AL
Bedragen in euro per jaar
Bestaande structurele AL
Declaratieverkeer (nulmeting)
51.848.377
Correctie nulmeting (administratieve handelingen zorgaanbieder)
60.707.624
Nulmeting Justitie – WGBO (bijhouden van register van patiënt en
20.400.000
de uitgevoerde handelingen) Totaal bestaande AL Nieuwe structurele AL a.g.v. DBC Totale structurele AL
132.956.001 21.906.173 154.862.174
Bron: Rekensheets VWS
1
2
De rekensheets van VWS laten een toename van de incidentele AL ziekenhuizen zien van 116,8 miljoen euro per jaar als gevolg van de invoering van de DBC-systematiek. Bron: Notitie 'De introductie van DBCs en administratieve lasten', Ministerie VWS, 24 februari 2006
75
Deze 21,9 miljoen euro nieuwe structurele administratieve lasten als gevolg van de invoering van het DBC-systeem is als volgt opgebouwd:
Toename Structurele AL zorgaanbieders a.g.v. DBCs Handeling / reden Vereist wordt dat ziekenhuizen een AO/IC functie inrichten Accountantscontrole bestuursverklaring AO/IC Onderhoud en gebruik DIS module
Bedragen in euro per jaar 8.181.000 202.000 872.640
Extra licentiekosten software, DIS/registratie/validatie/facturatie module
4.040.000
Onderhoud en gebruik validatie module
8.181.000
Toename AL ziekenhuizen Toename AL ZBC’s Totale toename AL a.g.v. DBCs
21.476.640 429.533 21.906.173
Bron: Rekensheets VWS
Vereenvoudiging DBC-systematiek VWS heeft samen met enkele brancheorganisaties een notitie geschreven ‘DBC's: eenvoudig beter. De kunst van het weglaten’ (7 juni 2006). Hierin wordt een gezamenlijk voorstel gedaan ter vereenvoudiging van de DBC systematiek. Dit voorstel beschrijft tien verbeterpunten:
Enkelvoudige vastlegging voor meervoudig gebruik;
Uniformering van nomenclatuur en toepassingsregels;
Koppeling van ICD-codering aan DBC-registratie;
Specialist typeert alleen de diagnose en waar nodig de behandeling;
DBC’s niet meer vooraf vaststellen en achteraf valideren, maar afleiden uit de verrichte zorgactiviteiten;
Beter gebruik maken van bestaande ICT-mogelijkheden;
Betere en slimmere ICT-infrastructuur;
Reële tarieven en herkenbare producten;
Declareren op DBC-niveau, maar onderhandelen op clusterniveau;
Clustering op basis van diagnose als onderhandelingstool.
De NVZ heeft dit plan in september 2006 vertaald naar het Activiteitenplan DBC’s eenvoudig beter ‘Doorontwikkelen en doorpakken’1. Eén van de basale keuzes voor de vereenvoudiging van het systeem die op basis van deze plannen is gemaakt is de keuze voor een verbeterde productstructuur. Er vindt een verdere uitwerking plaats van de drie belangrijkste aandachtsvelden:
Uniformering
Eenmalige bronregistratie en afleiding in plaats van valideren
Uitwerking productstructuur en niveau van DBC-typering
Het plan is o.a. om de huidige productstructuur met DBC’s (erg veel, namelijk 30.000) en DBCproductgroepen te vervangen door circa 3.000 medisch herkenbare en kosten- en werklasthomogene declarabele DBC-zorgproducten gebaseerd op integrale kostprijzen. Dit zal zorgen voor een daling in de administratieve lasten voor zorgaanbieders als gevolg van een vereenvoudiging van het declaratieverkeer. Immers, het ontstaan van minder DBC-zorgproducten zal minder administratieve handelingen voor zorgaanbieders tot ge1
Bron: www.dbconderhoud.nl/actueel/verbeterplan.
76
volg hebben en dus minder administratieve lasten. Tevens zal de eenmalige bronregistratie en afleiding in plaats van validatie er uiteindelijk voor zorgen dat het onderhoud en gebruik van de validatie module overbodig wordt (afname structurele AL met ruim 8 miljoen euro per jaar).
Kortom, als gevolg van alle plannen ter vereenvoudiging van de DBC-systematiek zullen de administratieve lasten voor zorgaanbieders in de toekomst zeker afnemen. Aangezien de structurele AL door de introductie van de DBCsystematiek met 21,9 miljoen euro per jaar zijn toegenomen, is het van belang dat de afname die de vereenvoudiging van de DBC-systematiek met zich meebrengt, minstens 21,9 miljoen euro per jaar zal zijn, zodat de invoering van de DBC-systematiek op termijn per saldo voor een afname van de administratieve lasten zorgt. Immers, dit was één van de oorspronkelijke doelen van de introductie van het DBC-systeem.
77
78
5
Overzicht beleidsmaatregelen per ministerie
Onderstaande tabellen geven per departement / bewindspersoon een overzicht van beleidsvoornemens in het coalitieakkoord met effecten op de administratieve lasten, overige nalevingskosten ov interbestuurlijke lasten. Het betreft de beleidsvoornemens die in de groslijst die als ‘ja’ zijn gescoord of ‘?’ zijn gescoord.
5.1
Buitenlandse Zaken / Ontwikkelingssamenwerking
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. I
C
11
ORET aanpassen
Bedrijven Doelgroep
AL
Bedrijven
?
Burgers ON
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL ?
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.2
BZK
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven Doelgroep
AL
Burgers ON
IV
B
7
Normering inkomens (semi) publieke sector
Semi-publiek ++
++
IV
B
8
Maximering ontslagvergoeding topverdieners
Bedrijven
o
IV
F
12
Voortzetting GSB
V
A
1
Nieuw veiligheidsprogramma
V
A
13
Burgernet landelijk
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
ja Burgers
++ Burgers
?
ja
Overheden
ja
Overheden ?
?
VI
A
1
Vermindering bestuurlijke drukte
Overheden --
ja
VI
A
2
Toetsing herindeling gemeenten
Overheden ++
ja
VI
A
3
Overheden +/-
ja
Bestuursakkoorden provincies en gemeenten, Bedrijven
--
ja
ja Overheden +/-
Bedrijven
GL SL
Burgers
---
incl. 25% AL-reductie VI
C
5
Nederlandse taal (Grondwet)
Burgers
VI
F
4
NL taal vereist
Burgers
ja ++
ja
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.3
Economische Zaken
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven Doelgroep
AL
Bedrijven
?
Burgers ON
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL
I
C
11
ORET aanpassen
II
A
2
Stimuleren zelfstandig ondernemerschap
Bedrijven
+/-
ja
II
A
3
Bundeling durfkapitaalregelingen
Bedrijven
+/-
ja
II
A
4
MKB innovatiesubsidies
MKB
++
II
A
8
Procedure vergunningverlening versnellen
Bedrijven
--
Bedrijven
++
II
B
3
Uitbreiding innovatievouchers en WBSO
II
D
2
Extra middelen regionaal economisch beleid
III
A
2b
MEP-regeling kleine ondernemers
MKB
+/-
III
A
2c
Investeren in energiebesparing bestaande
Bedrijven
?
?
ja o
Overheden
ja ja
Overheden ++ +/-
ja ja
Burgers
?
?
woningen Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
79
5.4
Financiën
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven Doelgroep
AL
Burgers ON
Bestuur
Doelgroep
AL
ON
Doelgroep
IL
GL SL
IV
A
1b
Markt persoonlijke dienstverlening
Burgers
?
?
?
IV
A
2
Verhoging arbeidskorting ouderen, be-
Ouderen
?
?
?
Burgers
++
ja
Burgers
++
ja
lemmeringen doorwerken wegnemen, ondernemersfaciliteiten voor ouderen openstellen IV
A
4
Inkomensafhankelijke arbeidskorting en combinatiekorting
IV
A
7
Informele kinderopvang; financiële ondersteuning
IV
A
13
Bedrijven
+/-
ja
ja
IV
A
14.7 Versterken positie 35-min
Uitbreiding levensloopregeling
Bedrijven
++
?
Uitk.gerecht.
ja
ja
IV
A
14.8 WGA privaat
Bedrijven
--
--
Burgers
ja
ja
IV
A
14.9 Afschaffing Pemba
Bedrijven
--
--
ja
ja
IV
B
4
IV
B
5
IV
B
6
IV
D
1
Inkomensafhankelijk kindgebonden bud-
Tegemoetkoming buitengewone lasten
Chr.zieken
?
Overheden ?
?
Verzilvering kinderkorting mogelijk
Burgers
++
Inkomensafhankelijke arbeidskorting
Burgers
++
ja
Burgers
+/-
ja
Burgers
++
ja
chronisch zieken naar WMO ja
get (i.p.v. kindertoeslag) met additioneel budget IV
D
2
Financiële ondersteuning alleenverdiener met ziek kind
IV
D
3
Ouderschapsverlof uitgebreid
IV
D
6
Harmonisering voorzieningen jonge kinde- Instellingen
Bedrijven
V
A
3
Preventie o.g.v. veiligheid
Bedrijven
V
A
14
Aanpassen ‘plukze’-wet
Bedrijven
?
?
Burgers
o
ja
?
?
Burgers
?
?
ren ++ Burgers
Overheden
ja
Overheden +/-
ja
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.5
Justitie
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven
Burgers
Doelgroep
AL
ON
--
+/-
II
B
5
Verbetering immigratie kennismigranten
Bedrijven
IV
A
11
Wet gelijke behandeling; gehandicapten
Bedrijven
IV
D
8
++
Mogelijk verplichte opvoedingsondersteu-
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL ja
Chr.zieken
ja
ja
Burgers
++
ja
ning; WA minderjarige kinderen IV
D
9
Gevolgen echtscheiding
V
A
1
Nieuw veiligheidsprogramma
Bedrijven
++
Burgers
V
A
8
Verbod radicale boodschappen internet
Bedrijven
+/-
V
A
9
Terugdringen gedoogbeleid
Burgers
VI
A
6
Vertrouwen geven burgers in wetgevings-
Burgers
++
++
Burgers Overheden +/+/- +/-
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten
80
ja ja
beleid
GL = Groslijst; SL = Shortlist
ja Overheden
ja ja
ja
5.6
LNV
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven
Burgers
Doelgroep
AL
ON
II
A
11
Vermindering tariefmaatregelen (WTO)
Bedrijven
?
?
III
B
7
Maatschappelijke waarden in landbouwbe- Landbouw
?
?
III
C
2
Dierenwelzijn in Europa
Bedrijven
++
++
III
C
3
Stimuleren diervriendelijke houderijsys-
Veeteelt
++
?
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL
?
?
?
leid, stimulering ja Burgers
ja
temen Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.7
OCW
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. II
B
2
Bedrijven Doelgroep
Extra investering wetenschappelijk onder- Bedrijven
Burgers
AL
ON
+/-
+/-
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL ja
zoek II
E
1
Kwaliteit onderwijs, verantwoording
II
E
3
Segregatie bestrijden; aanmeldmoment
Burgers
II
E
4
Stimuleren kleinschalig onderwijs
II
E
5
Gratis schoolboeken
Burgers
II
E
8
Speciaal onderwijs; vereenvoudiging indi-
Burgers
o
--
?
++
++
Onderwijs
++
ja
Onderwijs
?
ja
Onderwijs
--
ja
Onderwijs
++
ja
Onderwijs
?
ja
Onderwijs
--
ja
++
ja
catiestelling II
E
9
Bekostiging onderwijs; leerrechten
Burgers
II
E
11
Bestrijding voortijdig schoolverlaten
Burgers
II
E
12
Drempel oa-beleid
II
E
13
Onderwijs Onderwijs
Schrappen doorstroombeperkende wetge-
Burgers
?
Burgers
++
?
ja
Onderwijs
?
ving IV
A
7
Informele kinderopvang; financiële onder-
ja
steuning IV
C
3
Verbrede leerplicht
IV
D
6
Harmonisering voorzieningen jonge kinde- Instellingen
IV
D
10
Burgers
?
?
?
Burgers
?
++
Burgers
?
++
ja ?
ren Maatschappelijke stage
Bedrijven
?
Bedrijven
++
++
Burgers
ja
IV
D
11
Elektronisch kinddossier
IV
D
12
Leer/werkplicht tot 27 jaar
VI
D
3
Nieuwe toetreders
Omroepen
?
?
VI
D
4
Erkenning en concessie publieke omroep
Omroepen
?
?
Burgers
++
Overheden ++
ja
Overheden ?
ja
in stand VI
D
6
Gedragscode veilig media-aanbod
Bedrijven
?
?
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
81
5.8
SZW
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. II
B
5
Verbetering immigratie kennismigranten
IV
A
1a
Additionele banen
Bedrijven
Burgers
Doelgroep
AL
ON
Bedrijven
--
+/-
Doelgroep
AL
IV
A
1b
Markt persoonlijke dienstverlening
IV
A
1c
Loonkostensubsidies
IV
A
1d
Toekomst WSW
Bedrijven
?
?
IV
A
1
Welvaartsvaste AOW
Bedrijven
+/-
+/- Ouderen
?
IV
A
2
Verhoging arbeidskorting ouderen, be-
Ouderen
?
Burgers
++
++
Doelgroep
++
Overheden
IL
GL SL ja
Uitk.gerecht.
Bedrijven
Bestuur ON
Burgers
?
Burgers
++
Uitk.gerecht. ?
?
ja
ja ? ja
?
? ja
?
?
lemmeringen doorwerken wegnemen, ondernemersfaciliteiten voor ouderen openstellen IV
A
4
Inkomensafhankelijke arbeidskorting en
ja
combinatiekorting IV
A
5
Employability in sociale zekerheid
IV
A
8
Budgetzekerheid WWB-gelden
Uitk.gerecht. ?
++ Overheden ?
?
ja
IV
A
9
Wegnemen schotten re-intergratie en
Overheden ?
?
Overheden ?
?
Overheden
ja
participatiebudgetten IV
A
10
Samenwerking CWI, UWV en gemeenten
IV
A
11
Wet gelijke behandeling; gehandicapten
Bedrijven
IV
A
12
Extra budget WSW
Bedrijven
++
IV
A
13
Uitbreiding levensloopregeling
Bedrijven
+/-
IV
A
14.2 Vrijstelling herbeoordeling verlaagd
Uitk.gerecht. --
IV
A
14.4 Recht op re-integratietraject bij herbe-
Uitk.gerecht. +/- ++
ja
Uitk.gerecht. +/- ++
ja
Uitk.gerecht. ?
?
++
Chr.zieken
ja
Uitk.gerecht.
--
ja
ja
ja
ja
oordeling indien toename verdiencapaciteit IV
A
14.5 TRI-uitkering verlengd bij re-integratie
IV
A
14.6 Brugbanen voor herbeoordeelden
IV
A
14.7 Versterken positie 35-min
Bedrijven
++
?
Uitk.gerecht.
ja
ja
IV
A
14.8 WGA privaat
Bedrijven
--
--
Burgers
ja
ja
IV
A
14.9 Afschaffing Pemba
Bedrijven
--
--
ja
ja
IV
B
2
?
++
ja
OR krijgt adviesrecht aandeelhoudersver- Bedrijven
?
gadering bij beloningsbeleid IV
B
3
Verruiming mogelijkheden gemeentelijk
Burgers
++
?
Overheden ?
ja
Overheden ++
ja
armoedebeleid IV
C
9
Evenwichtig personeelsbeleid, politie zal aangifte discriminatie altijd opnemen
IV
D
3
IV
D
4
Ouderschapsverlof uitgebreid
Bedrijven
?
Afschaffing sollicitatieplicht alleenstaande
?
Burgers
o
ja
Uitk.gerecht. --
?
Overheden ?
ja
Burgers
++
Overheden ?
ja
?
Overheden ?
?
ouders IV
D
5
Zwangerschapsverlof zelfstandigen
IV
D
12
Leer/werkplicht tot 27 jaar
IV
E
2
Meer vrouwen op topposities
VI
E2
11
TBU naar WMO
Bedrijven
Bedrijven
?
?
?
? Chr.zieken
?
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
82
ja
5.9
V&W
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven
Burgers
Bestuur
Doelgroep
AL
ON
Doelgroep
AL
ON
++
?
Burgers
++
?
Burgers
++
II
C
2
Invoering kilometerheffing
Bedrijven
II
C
6
Experimenten tariefdifferentiatie OV
Bedrijven
II
D
2
Extra middelen regionaal economisch be-
Doelgroep
IL
GL SL ja
ja
Overheden ++
ja
ja
Overheden ++
ja
leid III
B
2
Infrastructuur, Ruimte en transport
Bedrijven
?
III
B
3
Extra middelen voor vervoer over water
Bedrijven
+/-
?
Overheden ?
? ja
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.10
VROM
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. III
A
2b
III
A
2c
MEP-regeling kleine ondernemers
Bedrijven
Burgers
Doelgroep
AL
ON
MKB
+/-
+/-
Investeren in energiebesparing bestaande Bedrijven
Doelgroep
Bestuur
AL
ON
Doelgroep
IL
GL SL ja
?
Burgers
?
?
Bedrijven
+/-
Burgers
+/-
ja
?
woningen III
A
4
Stimuleren duurzame productie en consumptie
III
B
1
Ruimtelijke inrichting (WRO)
III
B
2
Infrastructuur, Ruimte en transport
Bedrijven
III
B
6
Aanpassing Huisvestingswet; bouwen
Woningb.corp. ?
? Burgers
Overheden ?
?
Overheden ?
?
Overheden ?
?
voor eigen bevolking; behoud voorzieningen platteland Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.11
VROM / Wonen, Wijken en Integratie
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. IV
C
1
IV
C
2
Bedrijven Doelgroep
AL
Burgers ON
Bestuur
Doelgroep
AL
ON
Doelgroep
Verplichte inburgeringstoets
Burgers
?
++
Overheden ?
IL
ja
GL SL
Ruimere bestedingsmogelijkheid gemeen-
Burgers
Overheden ++
ja
ten inburgeren op hoger niveau IV
F
7
Budget stedelijke vernieuwing beschik-
Burgers
?
Burgers
?
?
baar voor bewoners VI
B
13
Inburgering Antillianen en Arubanen in de
++
?
ja
wet VI
F
4
NL taal vereist
Burgers
VI
F
6
Afwikkeling oude Vreemdelingenwet (Ge-
Burgers
++
ja
++
ja
neraal pardon) Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
83
5.12
VWS
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven Doelgroep
AL
Burgers ON
IV
B
4
Tegemoetkoming buitengewone lasten
IV
C
10
Meer middelen voor breedtesport
VI
E1
4
Rookvrije horeca
Horeca
?
++
VI
E1
5
Verbod reclame en verscherpte controle
Bedrijven
?
?
Doelgroep
AL
Chr.zieken
?
Vrijwilligers
?
Bestuur ON
Doelgroep
IL
Overheden ?
GL SL ?
chronisch zieken naar WMO ? ja Burgers
?
leeftijdsgrens VI
E2
8
Afschaffing no-claim
Verzekeraars -Verzekeraars ?
--
ja
VI
E2
9
Uitbreiding basispakket
VI
E2
10
Invoering nieuw systeem eigen betalingen Verzekeraars ++
Burgers Burgers
+/-
VI
E2
11
TBU naar WMO
Chr.zieken
?
VI
E2
12
Extra middelen verhoging zorgtoeslag
Chr.zieken
?
VI
E2
14
Saldo premie en zorgtoeslag
Verzekeraars ++
Burgers
+/-
VI
E3
17
Vereenvoudiging DBC-stelsel
Zorg
--
VI
E3
18
Maatstafconcurrentie
Zorg
?
?
VI
E3
20
Aanpassing systeem nacalculatie
Zorg
++
ja
ja
? ja ?
Overheden ?
?
Overheden ?
?
++
Burgers
ja
ja
ja
ja
ja
VI
E3
22
Elektronisch patiënten/medicatiedossier
Zorg
+/-
VI
E4
23
Extra middelen verpleeghuiszorg
Zorg
?
?
ja
VI
E4
26
Nieuwe concepten in de care
Zorg
--
ja
VI
E4
29
Nieuwe toetreders niet belemmerd, toet-
Zorg
+/-
ja
Zorg
++
sing VI
E5
32
Evaluatie Wet Afbreking Zwangerschap
Burgers
ja
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
5.13
VWS / Jeugd en Gezin
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art. II
E
8
Bedrijven Doelgroep
AL
Burgers
Bestuur
Doelgroep
AL
ON
Doelgroep
IL
GL SL
Burgers
--
?
Onderwijs
?
ja
Verbrede leerplicht
Burgers
?
++
Inkomensafhankelijk kindgebonden bud-
Burgers
+/-
ja
Burgers
++
ja
Speciaal onderwijs; vereenvoudiging indi-
ON
catiestelling IV
C
3
IV
D
1
ja
get (i.p.v. kindertoeslag) met additioneel budget IV
D
2
Financiële ondersteuning alleenverdiener met ziek kind
IV
D
8
Mogelijk verplichte opvoedingsondersteu-
Burgers
++
ja
ning; WA minderjarige kinderen IV
D
9
Gevolgen echtscheiding
IV
D
11
Elektronisch kinddossier
Burgers Bedrijven
++
++
Burgers
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
84
ja Overheden ++
ja
5.14
Rijksbreed
Samen werken, Samen leven Pijler Thema Art.
Bedrijven Doelgroep
AL
II
A
7
Vermindering regeldruk bedrijven
Bedrijven
--
II
A
8
Procedure vergunningverlening versnellen Bedrijven
-++
II
B
4
Innovatie meewegen bij aanbestedingen
III
A
1
Versnelde introductie schone technologie- Bedrijven
Bedrijven
IV
B
7
Burgers ON
Doelgroep
AL
Bestuur ON
Doelgroep
IL
GL SL ja
o
Overheden
ja ja
?
?
++
ja
en Normering inkomens (semi) publieke sec- Semitor IV
B
8
++
publiek
Maximering ontslagvergoeding topverdie- Bedrijven
o
Burgers
ja
ners IV
C
9
Evenwichtig personeelsbeleid, politie zal
Overheden ++
ja
aangifte discriminatie altijd opnemen IV
E
2
Meer vrouwen op topposities
Bedrijven
IV
E
6
Middelen voor 'respect voor verschil'
Bedrijven
?
IV
F
6
1-loket-functie stimuleren
Bedrijven
--
V
A
3
Preventie o.g.v. veiligheid
Bedrijven
++
V
A
16
Aanpak prostitutie-uitwassen
Bedrijven
?
VI
A
1
VI
A
4
? Vrijwilligers
?
Burgers
--
?
? Overheden ?
ja
Overheden
ja
Overheden
?
Vermindering bestuurlijke drukte
Overheden --
ja
Randstadoffensief (o.a. vermindering be-
Overheden --
ja
Overheden ?
?
stuurslast) VI
A
7
Herinrichting rijksoverheid
Legenda: AL = administratieve lasten; ON = overige nalevingskosten; IL = interbestuurlijke lasten GL = Groslijst; SL = Shortlist
85
ja
86
Research voor Beleid Schipholweg 13-15 Postbus 985 2300 AZ Leiden tel: 071 525 37 37 fax: 071 525 37 02 e-mail:
[email protected] www.research.nl 87
Research voor Beleid onderdeel van Panteia
SCHIPHOLWEG 13-15
T. 071 525 37 37
POSTBUS 985
F. 071 525 37 02
2300 AZ LEIDEN
[email protected]
Research voor Beleid onderdeel van Panteia
WWW.RESEARCH.NL
Study of approaches in the European Union to career guidance provision to support workforce development Restricted invitation to tender CEDEFOP No: RP/B/JMC/CGS/008/05