BRANCHELOKETTEN; A STATE OF THE ART - Inventarisatie en handreikingen voor beleid -
EINDRAPPORTAGE
Orbis Arbeid en Sociale Zekerheid BV
Amsterdam, 22 april 2004 Onderzoek en advies in opdracht van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
drs. Quirien H.J.M. van Ojen drs. Paul F. H. Nijhuis drs. Wietske Nijhof
INHOUDSOPGAVE
Hoofdstuk 1.
Inleiding 1.1 Aanleiding en doelstelling .................................................... 5 1.2 Opzet ................................................................................. 5
Hoofdstuk 2.
Brancheloketten in perspectief 2.1 Ontstaan van brancheloketten.............................................. 7 2.2 Marktontwikkelingen............................................................ 8 2.3 Krachtenveld rond brancheloketten .................................... 10
Hoofdstuk 3.
Analyse van de brancheloketten 3.1 Typologie van brancheloketten........................................... 13 3.2 Kenmerken van brancheloketten ........................................ 15 3.3 Algemene opbrengsten van brancheloketten....................... 19
Hoofdstuk 4.
Handreikingen voor beleid 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7
Bijlage 1: Bijlage 2:
Waarom een brancheloket? ............................................... 21 Voor wie is een brancheloket bedoeld?............................... 22 Wat pakt het brancheloket op?........................................... 22 Wie stuurt het brancheloket aan? ....................................... 23 Wie voert het brancheloket uit? .......................................... 24 Hoe wordt het brancheloket vormgegeven? ........................ 24 Slotopmerkingen ............................................................... 25
Overzicht van brancheloketten................................................. .27 Overzicht van ketendienstverleners.......................................... .61
3
4
1
INLEIDING
1.1
Aanleiding en doelstelling
De afgelopen jaren hebben ontwikkelingen in de markt en nieuwe wet- en regelgeving rond arbeidsomstandigheden, verzuim en reïntegratie geleid tot een veelvoud van vormen en typen van dienstverlening op brancheniveau. Zo zijn in verschillende branches en sectoren zogeheten ‘brancheloketten’ ontstaan. Deze rapportage gaat in op het fenomeen brancheloket. Definitie Allereerst geven we een heldere afbakening van het begrip ‘brancheloket’. Onder brancheloket verstaan we een “organisatorische voorziening op brancheniveau die ondersteuning biedt aan bedrijven bij de uitvoering van activiteiten op het terrein van preventie en reïntegratie rondom verzuim”. We vatten loketten in brede zin op, zowel naar omvang en aard van de dienstverlening, beheer als naar vorm (fysiek of virtueel). Doelstelling Met dit rapport wordt beoogd om convenantpartijen en derden meer inzicht in brancheloketten te geven. Het rapport biedt een leidraad voor de afweging óf en hoe op brancheniveau de ondersteuning op het terrein van arbeidsomstandigheden, verzuim en reïnt egratie georganiseerd, geborgd en gefinancierd kan worden op basis van ervaringen uit de praktijk. Bovendien kan de inventarisatie bijdragen aan een meer effectieve en efficiënte inzet van het instrument ‘brancheloket’ op de terreinen van arbeidsomstandigheden, verzuim en reïntegratie (AVR).
1.2
Opzet
Werkwijze In de maanden februari en maart 2004 is dit onderzoek uitgevoerd. Op basis van deskresearch is een overzicht gemaakt van branchevoorzieningen en hun kenmerken. Tot de documenten die in de deskresearch zijn betrokken behoren in eerste instantie de reeds verrichte onderzoeken en inventarisaties van brancheloketten op het terrein van arbeidsomstandigheden, verzuim en 1 reïntegratie . Tevens zijn relevante documenten over brancheloketten verzameld en bestudeerd. 1
‘Brancheorganisaties maken werk gezonder’ (IVA, november 2002); ‘Haalbaarheidsonderzoek regiepunt reïntegratie in de schoonmaak- en glazenwassersbranche’ (Dexis, februari 2003); ‘Arbo- en reïntegratiedienstverlening’ (Regioplan, september 2003).
5
Telefonische interviews Om relevante kenmerken van de betreffende branchevoorzieningen boven tafel te krijgen, zijn tientallen telefonische interviews afgenomen met vertegenwoordigers van de voorzieningen. Hen is onder meer gevraagd naar de ontbrekende informatie die niet met behulp van deskresearch was te achterhalen. Dit heeft geleid tot een beknopte en overzichtelijke reeks van typen brancheloketten. Diepte-interviews Daarnaast is een aantal diepte-interviews uitgevoerd om gericht aanvullende informatie over de werking van het brancheloket te verkrijgen met als doel om inzicht in succes- en faalfactoren van brancheloketten te verkrijgen. De interviews zijn gehouden met sleutelfiguren van uiteenlopende organisaties: -
brancheloketten, arbodiensten, reïntegratiebedrijven, verzekeraars, onafhankelijke deskundigen.
Handreiking voor beleid Op basis van het overzicht en de analyse van succes- en faalfactoren is een handreiking opgesteld. Deze handreiking is een hulpmiddel bij de keuze van een passende vorm van brancheloket. Met behulp van een heldere structuur wordt de gebruiker bij de hand genomen bij het nemen van (deel)beslissingen om te komen tot een bij de context en problematiek van de branche meest geëigende voorziening. Géén doorlichting loketten Er is voor gekozen om de loketten niet afzonderlijk te beschrijven maar overeenkomstige en bijzondere kenmerken weer te geven die ons inziens relevant zijn bij de keuzebepaling van een loket. Een doorlichting van individuele loketten is dus niet aan de orde. We geven ‘slechts’ een impressie van de brancheloketten, de betrokkenheid van en samenspel met arbodiensten, verzekeraars en reïntegratiebedrijven. Succes- en faalfactoren worden door de respondenten namens de brancheloketten zelf aangegeven. Van een evaluatie van de effecten van brancheloketten is geen sprake. Er zijn nog geen effectrapportages beschikbaar. Sommige respondenten van de brancheloketten hebben benadrukt wel behoefte te hebben aan een algemeen evaluatieonderzoek waardoor ze zichzelf kunnen benchmarken. We ronden de rapportage af met een analyse van de bevindingen. Hieruit volgt een overzicht van aandachtspunten en handreikingen ten behoeve van de besluitvorming over brancheloketten. In hoofdstuk 4 wordt de handreiking gegeven. De inventarisatie wordt in een bijlage gepresenteerd.
6
2
BRANCHELOKETTEN IN PERSPECTIEF
2.1
Ontstaan van brancheloketten
Er zijn twee belanghebbende partijen voor het opzetten van een brancheloket: sociale partners en (commerciële) marktpartijen. Deze hebben ieder hun eigen overwegingen om brancheloketten op te zetten. Die overwegingen kunnen bijvoorbeeld zijn: markt zien in de ondersteuning van werkgevers, willen bevorderen van verzuim- en/of reïntegratiebeleid, schadelastbeperking of benutten van een interessant verkoopkanaal. We signaleren de volgende typen van aanleiding om een loket op te zetten: 1. Ondersteuning werkgevers De belangrijkste aanleiding om een brancheloket (in welke vorm dan ook) op te richten, blijkt de ondersteuning van werkgevers bij hun verantwoordelijkheden rondom verzuimbeheersing. Deze verantwoordelijkheden zijn recentelijk verder e toegenomen met de loondoorbetalingsverplichting 2 ziektejaar. Vooral kleine bedrijven zijn vaak niet in staat om deze taken goed uit te voeren. Ook schiet het kennisniveau over de vaak complexe materie tekort en ontbreekt doorgaans een terzake deskundige personeelsfunctionaris. 2. Hoog verzuim Een tweede aanleiding om een brancheloket op te zetten is een relatief hoog verzuimpercentage en uitvalsrisico in de sector. In sectoren met veel verzuim is “the sense of urgency” hoger en zijn partijen eerder bereid tot verdergaande maatregelen. 3. Kwaliteitsverbetering (keten)dienstverlening Een derde reden om aan een brancheloket te beginnen, is dat de ervaringen met arbodiensten uitwijzen dat deze over het algemeen onvoldoende presteren. In het verlengde hiervan constateren we dat de afstemming tussen de dienstverlening van de verschillende partijen vaak ontbreekt. Het loket tracht erin te voorzien dat de partijen (inclusief de werkgever) door een betere afstemming van de werkprocessen een kwalitatief betere dienstverlening aanbieden. 4. Betere arbeidsomstandigheden Ook de verbetering van de arbeidsomstandigheden en een versterking van het imago van de branche kunnen aanleiding vormen om een brancheloket in te richten.
7
2.2
Marktontwikkelingen
Zoals gezegd ligt de belangrijkste aanleiding voor het ontstaan van brancheloketten in de groeiende verantwoordelijkheden voor individuele werkgevers rondom verzuim en reïntegratie. De verplichte ondersteuning bij verzuimbegeleiding door een arbodienst werd in 1994 ingevoerd. Daarbij werd de Ziektewet deels vervangen door een loondoorbetalingsplicht voor werkgevers. De taken ten aanzien van de medische verzuimadvisering door de verzekeringsarts van de toenmalige bedrijfsvereniging zijn overgegaan naar de bedrijfsarts van de 2 arbodienst. Blijkens een adviesaanvraag van het kabinet aan de SER is de achterliggende gedachte hierbij dat een onafhankelijke medisch deskundige adviseert over verzuim ter bescherming van zowel werkgever als werknemer. Gaandeweg heeft de wetgever de verantwoordelijkheden voor werkgevers uitgebreid zowel naar de termijn van loondoorbetaling als naar hoogte van de financiële sancties bij verzuim. Dit heeft niet alleen veel gevolgen gehad voor individuele werkgevers maar heeft er ook toe geleid dat een krachtenveld in de commerciële markt kon ontstaan dat zijn weerga nauwelijks kent. Markt voor arbodiensten In de tweede helft van de jaren ’90 werden veelvuldig arbodiensten opgericht aangezien er een commerciële markt open lag. Dit leidde aanvankelijk tot een competitieve markt gekenmerkt door een lage prijssetting, soms zelfs onder de kostprijs om een zo groot mogelijk marktaandeel te bereiken. Enkele jaren later blijkt na een sterke sanering het aantal arbodiensten fors ingekrompen. Werkgevers die altijd gewend waren dat de dienstverlening door de bedrijfsvereniging niet tot extra kosten leidde, reageerden erg terughoudend op de verplichting om contracten met arbodiensten af te sluiten. Uitgeklede contracten met hooguit basisdiensten waren daarom vaak het gevolg. Met een minimaal contract wordt immers voldaan aan de wettelijke verplichting. Daardoor ontstaat een vicieuze cirkel. Door een beperkte dienstverlening kan niet veel gedaan worden aan ondersteuning van de werkgever bij preventie en terugdringen van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. Bovendien leefde bij menig werkgever de idee dat hij zijn verzuimrisico’s met het contract had afgekocht. Dit ontsloeg hem van verdere verantwoordelijkheden. Door Pemba en de Wet Verbetering Poortwachter (WVP) werden de risico’s voor werkgevers nog groter. Door het gebrekkig functioneren van de uitvoering werden werkgevers steeds ontevredener en ontstond er behoefte aan regie op de uitvoering. Veel gehoorde kritiek uit vooral het midden- en kleinbedrijf is dat arbodiensten onvoldoende kennis bezitten van de werksituatie en processen binnen bedrijven. De klantgerichtheid kan beduidend beter. Arbodiensten hadden, gelet op de wettelijke contracteringsverplichting voor werkgevers, een relatief comfortabele positie. Ondanks de grote concurrentieslag betekende deze wettelijke verplichting een goede uitgangspositie voor een arbodienst.
2
4 april 2003.
8
Markt voor verzekeraars Bij met name werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf werd een behoefte zichtbaar om zich te verzekeren voor de risico’s die ze lopen als personeel verzuimt. Denk bijvoorbeeld aan een verzekering tegen de gevolgen van de verplichting tot loondoorbetaling voor zieke werknemers en het financieel afdekken van de premiedifferentiatie. Al met al werd een miljardenmarkt geschapen. Dit vormt de aanzet voor de massale toetreding op deze markt door verzekeraars. Circa 60% van de werkgevers heeft inmiddels één of meer verzekeringen op het gebied van verzuim afgesloten. Het totaal aan premievolume bedraagt meer dan 1 miljard euro. Net als bij arbodienstverleners, werd ook door verzekeraars sterk op prijs geconcurreerd. De markt voor de verzekeraars was aanvankelijk erg verliesgevend. Daarnaast hadden de verzekeraars onvoldoende zicht op (sectorale) verzuimcijfers waardoor van een adequate premieberekening geen sprake kon zijn. Dit heeft geleid tot enkele bewegingen om het belang van financiële schadelastbeperking zoveel mogelijk te waarborgen. De polisvoorwaarden voor werkgevers werden bijvoorbeeld vaak aangescherpt. Aan werkgevers werden voorwaarden gesteld aan het verzuimbeleid binnen het bedrijf, in het bijzonder ten aanzien van het tijdig inschakelen van de arbodienst en het (laten) verrichten van verzuimbegeleiding en reïntegratie. In de tweede plaats breidde de dienstverlening van de verzekeraars zich gaandeweg uit. Om het aantal verzuimuitkeringen zoveel mogelijk te beperken werden bijvoorbeeld financiële bijdragen voor werkgevers in het vooruitzicht gesteld voor op werkhervatting gerichte interventies. Samenwerking / ketendienstverlening Voorts werd de samenwerking tussen verzekeraars en arbodiensten sterker. Niet verwonderlijk is dat deze samenwerking zich met name is gaan richten op het bevorderen van een snelle terugkeer naar werk. Er werden talloze reïntegratiebedrijven opgericht. De invoering van de Wet Verbetering Poortwachter heeft deze ontwikkeling in een versnelling gebracht. Steeds vaker worden aan branches geïntegreerde dienstverleningspakketten aangeboden. Binnen deze pakketten zijn arbodienstverlening, casemanagement en reïntegratiediensten verenigd. Het gaat om leveranciers die een landelijke spreiding hebben. Deze onderhouden een vaste relatie met de verzekeraar of staan wat meer op afstand. Meestal wordt er ruimte geboden aan de werkgever om zijn keuze uit één van de aangeboden leveranciers te maken. In de ultieme samenwerkingsvorm behoren de verzekeraar, arbodienst en eventueel het reïntegratiebedrijf tot dezelfde holding. Markt voor reïntegratiebedrijven De markt van reïntegratiebedrijven laat voor een belangrijk gedeelte dezelfde ontwikkeling zien als die van arbodiensten. Ook daar heeft zich na de invoering van marktwerking op het terrein van werk en inkomen en de privatisering van arbeidsvoorziening een sterke groei voorgedaan. Probleem daarbij was dat de marktstrategie van veruit de meeste reïntegratiebedrijven was gericht op een andere doelgroep: werklozen en arbeidsongeschikten die buiten het arbeidsproces staan. Reïntegratie van zieke werknemers was een nieuwe markt waar menig reïntegratiebureau zich op stortte. Daarnaast ontstonden specifieke bureaus die aangaven gespecialiseerd te zijn in casemanagement. De Wet Verbetering Poortwachter heeft hen wind in de zeilen gebracht.
9
Rol werkgevers- en werknemersorganisaties Branche- en werknemersorganisaties bleven in eerste instantie enigszins buiten het speelveld. Er dreigde een zekere uitholling van de functie en waarde van brancheorganisaties door het gezamenlijke aanbod van verzekeraars, arbodiensten en reïntegratiebureau’s. De laatste jaren zien we echter een kentering. Brancheorganisaties worden steeds vaker door verzekeraars, arbodiensten - afzonderlijk of gezamenlijk – benaderd met het voorstel voor een (virtueel) loket ten behoeve van de melding van ziektegevallen door werkgevers en/of andere voorzieningen, zoals casemanagement. Men ontdekte dat via werkgevers- en werknemersorganisaties de toegang tot de markt gewaarborgd was. Steeds meer branches zijn zelf van mening dat zij terzake een duidelijke (faciliterende) rol hebben ten aanzien van hun achterban. Dit vloeit voort uit de vastgelegde taken en verantwoordelijkheden van de wetgever, maar kan ook het gevolg zijn van hoge verzuim- en arbeidsongeschiktheidscijfers in de branche. Ook de wens en/of noodzaak tot profilering naar de achterban speelt hierbij een rol. Toekomstige markt Als we naar de toekomst kijken, zal het speelveld voorlopig nog zeker niet tot rust komen. De effecten van nieuwe wet- en regelgeving zullen de spelers wederom in beweging brengen. We constateren dat de partijen volop inspelen op (mogelijk) nieuwe ontwikkelingen zoals de liberalisering van de arbodienstverlening. Andere voorbeelden van nieuwe ontwikkelingen zijn onder meer dat het kabinet in hoofdlijnen het advies overneemt van de SER over het nieuwe WAO-stelsel, dat in 2006 moet ingaan. Bij de keuring wordt gekeken naar het werk dat iemand nog kan doen en wat hij daarmee kan verdienen. Arbeidsongeschikten die minder dan 80 procent loonverlies lijden of van wie herstel binnen vijf jaar is te verwachten, vallen onder de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten. Werkgevers hebben de keuze of ze het risico van gedeeltelijke arbeidsgeschiktheid zelf dragen, of dat ze dit onderbrengen bij een private verzekeraar of bij het UWV. De huidige WAO blijft gelden voor bestaande gevallen. Het arbeidskundige deel van de beoordeling, waarbij wordt gekeken wat voor werk iemand gezien zijn beperkingen nog kan ve rrichten, wordt per 1 juli 2004 aangescherpt.
2.3
Krachtenveld rond brancheloketten
Mantelcontracten / SLA Vaak heeft het bestuur van het brancheloket (meestal gevormd door brancheorganisatie of sociale partners) afspraken in de vorm van mantelcontracten of service level agreements (SLA’s) gemaakt met arbodiensten. Dit betekent dat er door de brancheorganisatie of sociale partners onderhandeld is met een aantal arbodiensten die worden ‘aanbevolen’ aan hun achterban. Deze arbodiensten hebben meerdere vestigingen en een landelijke dekking. Dit is analoog aan de brancheloketten zelf die een ‘branchebreed’ bereik hebben. Niettemin blijven werkgevers vrij in hun keuze om daadwerkelijk een contract met de betreffende arbodienst(en) af te sluiten. Ze kunnen echter vaak een korting op hun premie krijgen als ze met de geselecteerde arbodiensten in zee gaan. Daarnaast zijn er brancheloketten die medewerkers van de geselecteerde arbodienst(en) kennis bijbrengen over de branche. Het gaat bijvoorbeeld om
10
informatie over de werkzaamheden, de verschillende beroepen die er voorkomen en de specifieke arbeidsrisico’s. Dit verhoogt de klantgerichtheid door het aanbod van branchespecifieke arbodienstverlening: maatwerk. Een enkele keer is vastgesteld dat er in de CAO collectieve afspraken zijn vastgelegd met de arbodiensten. Individuele werkgevers hoeven voor deze arrangementen zelf niets te betalen. Zodra werkgevers echter voor hun bedrijf additionele dienstverlening wensen, is dit voor eigen rekening. Verzekeringsarrangementen Vooral vanwege grotere (financiële) verantwoordelijkheden van werkgevers, kunnen brancheloketten zich verheugen op een groeiende belangstelling van verzekeraars. De toename van de decentrale verantwoordelijkheden houdt tenminste gelijke tred met de opkomst van verzekeringsarrangementen op het terrein van verzuimbeheersing en inkomensschadebeperking. Het belang van de verzekeraars is schadelastbeperking en een zo hoog mogelijke premieopbrengst. Dit houdt in dat ze de financiële schade als gevolg va n uitkeringen bij ziekte zo laag mogelijk willen houden. Dit kan door verzuimpreventie en een zo spoedig mogelijke terugkeer naar werk te bevorderen. Dit belang loopt parallel met die van individuele werkgevers en werknemers, brancheorganisaties en vakbonden. Verzekeraars komen met eigen voorstellen naar branches om een brancheloket te installeren. Het gaat hierbij vaak om een virtueel loket. Het meldcentrum is bijvoorbeeld centraal gevestigd in Nederland in een vestiging van de verzekeraar waarna arbodiensten, afhankelijk van het ingekochte dienstverleningspakket door de werkgever, aan het werk gaan. Dus behalve arbodiensten beogen ook verzekeraars om mantelovereenkomsten met brancheorganisaties en/of sociale partners af te sluiten. Geïntegreerde dienstverlening Verzekeraars bieden vaak een geïntegreerd pakket aan dat voorziet in de centrale doelstellingen van een brancheloket. Hierbij heeft de verzekeraar veelal zelf een ketendienstverlening opgezet waarvan één of meer arbodiensten en reïntegratiebedrijven deel uitmaken. De rol van casemanager of verzuimmanager die de uitvoeringsprocessen bewaakt, is vanuit de optiek van de verzekeraar dus niet onlogisch. Echter ook de werkgever kan hier voordeel bij hebben, gelet op zijn taken krachtens de Wet Verbetering Poortwachter. Nationale Nederlanden bijvoorbeeld, kent Keerpunt die ook een doorverwijzende functie naar interventiebedrijven (zoals het Rugadviescentrum) heeft en afhankelijk van de contractvoorwaarden financieringsbemiddeling uitvoert. Argonaut voert naast reïntegratietaken eveneens het casemanagement uit namens verzekeraar Achmea. Afstemming met branches Met branches wordt zoveel mogelijk afgestemd over specifieke wensen en mogelijkheden. Verzekeraars blijken bereid een substantiële financiële bijdrage te bieden ten behoeve van het brancheloket. Dit kan een investering in de (administratieve) infrastructuur zijn maar evenzo kan (een deel van) de medewerkers van het loket afkomstig zijn uit het personeelsbestand van de verzekeraar. Leidend voor het investeringsbedrag is de financiële afweging tussen de verwachte omvang van de schadelast en de inning van premieopbrengsten.
11
Soms hoeven de branches niets te financieren maar is de investering verdisconteerd in de verzekeringspremie. De geïntegreerde pakketten zijn een antwoord op de wens van het midden- en kleinbedrijf om de administratieve lasten terug te dringen. Bovendien kan het pakket kostenbesparend zijn ten opzichte van de opzet en het onderhoud van een eigen infrastructuur van het brancheloket. Met het pakket kan maatwerk voor de branche worden bereikt. Verantwoordelijkheidsverdeling Een brancheloket bestaat per definitie uit een branche-vertegenwoordigende partij die met één of meer partijen werkrelaties onderhoudt. Dit kan gaan om een intensieve samenwerkingsvorm maar ook om afstemming met partijen op afstand. Alle geïnterviewde personen benadrukken met klem dat de branche ervoor moet waken dat de verantwoordelijkheid voor verzuim en reïntegratie bij de individuele werkgever blijft liggen. Het brancheloket moet van de branche zijn en blijven. Voorkómen moet worden dat een tussenpersoon (zoals een verzekeraar) die onbekend is met de branche, het loket bedient. Vanwege het belang van een (h)erkenning door de individuele werkgevers, wordt het cruciaal gevonden dat de aansturing door de brancheorganisatie of sociale partners plaatsvindt. De branche moet zelf de regie houden. Een verzekeraar kan met een dienstverleningsconcept komen en zelfs financieel participeren, maar ook zíj wijzen op het belang van de centrale invloed van de branche zelf.
12
3
ANALYSE VAN DE BRANCHELOKETTEN
3.1
Typologie van brancheloketten
De omvang, vormgeving en inrichting van de brancheloketten is erg verschillend. Er kan sprake zijn van een loket met een beperkte schaalgrootte doordat de branche niet omvangrijk is of doordat de dienstverlening vanuit het loket beperkt is. Een loket kan grootschaliger zijn indien werkgevers uit meerdere branches of CAO-gebieden er aanspraak op kunnen maken. Afhankelijk van de doelstelling kunnen brancheloketten verschillende functies hebben, die lopen van een helpdeskfunctie tot aan casemanagement. Een typologie van het fenomeen “brancheloketten” is ons inziens het best te maken aan de hand van de verschilllende functionaliteiten. We onderscheiden typen van centrale branchevoorzieningen of brancheloketten naar gelang hun functionaliteit. Naar aanleiding van de inventarisatie komen we tot de volgende typologie. In de praktijk bestaan er talrijke mengvormen.
1.
Meldloket / gegevensloket / administratief loket
Elk loket heeft een meld- en doorgeeffunctie, omdat de melding van het ziektegeval de basis vormt voor een gericht dienstverleningsaanbod. Een elektronische melding is uit overweging van doelmatigheid aan te bevelen. Nog niet altijd is hier sprake van. Hoewel het aantal elektronische meldingen toeneemt, blijken nog regelmatig ziek- en herstelmeldingen op een foutengevoelige wijze per email, fax of telefoon te gebeuren. Indien voldoende werkgevers zijn aangesloten bij het loket en zij ziektegevallen ook daadwerkelijk melden, levert deze centrale sectorale verzuimregistratie een schat aan gegevens op die voordien niet voorhanden was. Pien en Plato zijn voorbeelden van dit soort loketten. Deze meldloketten kunnen beperkt blijven tot een telefoonnummer of een e-mailadres waar werkgevers of werknemers ziekmeldingen kunnen doen. Behalve het registreren is ook de doorgeeffunctie van de informatie aan bijvoorbeeld arbodiensten van groot belang.
2.
Kennis- en informatiecentrum / helpdesk
De functie van ‘voorlichting en advies’ is primair bedoeld voor de werkgevers uit de branche. We zien dat sommige loketten zich ontwikkelen als een kennis- en informatiecentrum met name rondom de soms complexe wet - en regelgeving rond de sociale zekerheid. Het brancheloket heeft dan veelal ook een wegwijs- en doorverwijsfunctie. Vaak is er een helpdesk aan het loket gekoppeld. Het Servicepunt Arbo-WSW en het Arbokenniscentrum Zorg & Welzijn zijn voorbeelden van een kennis- en informatiecentrum. Indien het informatie-en kenniscentrum ook functioneert als gegevensloket, ontstaat een databank die van groot belang kan zijn bij de ontwikkeling van branchebeleid. 13
Een dergelijk brancheloket kan ook onderzoek uitvoeren en instrumenten ontwikkelen in het kader van verzuimpreventie en reïntegratie, zoals het ontwerp van beroepsrisicoprofielen en de ontwikkeling van een branchegerichte RI&E. Het Arboservicepunt BVE en Arbouw zijn voorbeelden van dit type brancheloket.
3.
Regieloket
Bij het regieloket maken we onderscheid tussen drie soorten van regie, variërend van centrale inkoop tot casemanagement. Daartussenin zijn allerlei mengvormen mogelijk. Inkoper De functie van centrale inkoper richt zich op inkoop op brancheniveau van dienstverlening van arbodiensten, reïntegratiebedrijven en verzekeraars. Na de ziekmelding wordt de werknemer ‘doorgegeven’ aan de arbodienst waarmee afspraken zijn gemaakt. Blijft de werknemer ziek, dan wordt hij of zij na (meestal) zes weken ‘overgedragen’ aan een reïntegratiebedrijf dat deel uitmaakt van de keten. Uitvoerder Een meest uitgebreide vorm van regie is als een brancheloket ook zelf taken in de uitvoering rondom verzuimpreventie en reïntegratie uitvoert (casemanagement). Het loket voert (onderdelen van) het reïntegratietraject zelf uit maar kan daarnaast ook producten of diensten inkopen. Een voorbeeld hiervan is als de verzuimmanager van het brancheloket na een ziekmelding een eerste check en controle/diagnose uitvoert en daarmee beziet of inschakeling van een arbodienst of een andere hulpverlener noodzakelijk is. Het loket bewaakt de voortgang van het traject en de kwaliteit van de dienstverlening van de arbodienst en/of het reïntegratiebedrijf. Andere brancheloketten bieden naast casemanagement ook conflictbemiddeling. Een belangrijke reden om zelf het casemanagement op zich te nemen, is een ontevredenheid die bestaat over het functioneren van de arbodiensten waardoor uitgevallen werknemers niet snel genoeg in behandeling werden genomen. Voorbeelden zijn onder andere BGZ Wegvervoer, het Verzuimsteunpunt Grafimedia, Readirect en Remedium. Dit soort brancheloketten 3 worden ook wel ‘brancheloket als uitvoerder’ genoemd . Opdrachtgever Er is nog een derde variant aanwijsbaar binnen de regiefunctionaliteit. Het brancheloket (veelal sociale partners) heeft geen eigen mensen in dienst, maar geeft een verzekeraar opdracht om trajecten uit te voeren of de voortgang daarvan te bewaken. De verzekeraar treedt dan op als regisseur en schakelt arbodiensten en/of reïntegratiebedrijven in. Voorbeelden van deze vormen zijn Stigas, Sas en Sazas. Dit soort brancheloketten worden ook wel ‘brancheloket als opdrachtgever’ 4 genoemd . 3 4
Arbo- en reïntegratiedienstverlening (Regioplan, september 2003). Arbo- en reïntegratiedienstverlening (Regioplan, september 2003).
14
3.2
Kenmerken van brancheloketten
In totaal zijn 31 branchevoorzieningen als ‘brancheloket’ onderzocht (zie bijlage). Deze voorzieningen bieden ondersteuning aan groepen ondernemingen binnen één sector of branche bij hun activiteiten op het terrein van AVR (arbo, verzuim, reïntegratie). De inventarisatie is niet uitputtend. Sectoren / branches Sectoren met brancheloketten zijn relatief vaak sectoren (of branches) met veel werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf. Hiermee samenhangend zijn er ook relatief veel loketten in de detailhandel te vinden, zoals onder meer het SV Servicecentre en het Loket Sociale Zekerheid VBW. Brancheloketten richten zich dus meestal op werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf. Dit komt voort uit de grotere ondersteuningsbehoefte van het MKB, de schaalvoordelen die deze bedrijven kunnen behalen met een gezamenlijk loket en de grotere ontevredenheid die er bij het MKB bestaat over (extern ingekochte) arbodienstverlening. Tevens zijn de loketten veelal te vinden in sectoren en branches met een hoog verzuim- en WAO-instroompercentage. In deze sectoren is relatief vaak een arboconvenant gesloten. Van de 31 onderzochte brancheloketten is ongeveer de helft voortgekomen uit een dergelijk arboconvenant. Type voorzieningen We hebben 10 loketten gevonden die zijn op te vatten als type 1 (meldloket / gegevensloket / administratief loket). Er zijn 15 loketten van het type 2 (kennis- en informatiecentrum / helpdesk) en 18 loketten van het type 3 (regieloket). Een en ander wordt in onderstaande tabel overzichtelijk gepresenteerd.
Tabel 1.
Type brancheloketten naar aantal
Type Meldloket Kennis- en informatiecentrum Regie
Aantal 10 15 18
De tabel telt niet op tot 31 omdat een aantal loketten een combinatie vormt van meerdere typen. Binnen het regieloket (type 3) hebben we verschillende varianten onderscheiden. In de volgende tabel worden de mengvormen naar aantal gegeven.
15
Tabel 2.
Mengvormen type brancheloketten naar aantal
Type
Aantal
Meldloket Kennis- en informatiecentrum Regieloket Meldloket en kennis-/informatiecentrum Meldloket en regieloket Kennis-/informatiecentrum en regieloket Meldloket, Kennis-/informatiecentrum en regieloket
4 8 8 1 4 5
Totaal
31
1
Centrale thema’s Vrijwel alle loketten hebben verzuim en reïntegratie als centrale thema’s. Bij een aantal loketten staat tevens preventie, arbeidsomstandigheden of administratieve lastenverlichting centraal. Doelstellingen Hoewel we steeds vaker resultaatafspraken zien zoals met arbodiensten, zijn er nog weinig kwantitatieve doelstellingen voor het loket vastgesteld. Er zijn een paar uitzonderingen: het Loket Gezond Uitgeven streeft naar een reductie van 10% van e e 13 en 52 weeks- meldingen. Het Servicepunt Grafimedia heeft aantallen trajecten vastgelegd en streeft naar 60% duurzame plaatsingen. Overige (kwalitatieve) doelstellingen die vaak genoemd worden zijn het ondersteunen van de uitvoering van het arboconvenant, ondersteunen van werkgevers en werknemers, professionaliseren arbo- en verzuimbeleid, terugdringen verzuim en WAOinstroom, bewustwording bij werkgevers, administratieve lastenverlichting, schadelastbeheersing, kostenbesparing en preventie. Uit de interviews blijkt dat in de praktijk vooral de volgende doelstellingen van een brancheloket worden gehanteerd (niet limitatief): -
16
eenvoudige verzuimmelding voor werkgevers en administratief gemak betere stroomlijning van de uitvoeringsprocessen (case)management management- en beleidsinformatie voorlichting en advies bevordering van goede arbeidsverhoudingen vergroting bewustwording bij werkgevers mogelijkheid van profilering van brancheorganisaties naar achterban monitoring van prestaties van uitvoerders deskundigheidsbevordering waardoor uitvoerende partijen meer branchegericht kunnen werken (maatwerk)
Aard dienstverlening Overeenkomstig met de typen loketten komt de volgende dienstverlening het meeste voor: informatie & advi es, voorlichting, coördinatie en ondersteuning van verzuim- en reïntegratieprocessen, casemanagement, doorverwijzing, inkoop van arbo- en reïntegratiedienstverlening, registratie, analyse en doormelden van personeels- en verzuimgegevens. Tevens biedt een kleiner aantal loketten de volgende diensten aan: onderzoek en instrumentontwikkeling, benchmarking, opleiding en training, verzekeringen, conflictbemiddeling en kwaliteitsbewaking arbodienstverlening. Doelgroepen Bijna alle loketten richt zich op werkgevers in de betrokken sector of branche. Deze loketten geven soms aan dat ook werknemers gebruik kunnen maken van de dienstverlening, maar in de praktijk blijkt dat er nog weinig zicht is op het werkelijke bereik van werknemers. Een paar loketten zijn alleen toegankelijk voor werkgevers met een bepaalde verzekering, bijvoorbeeld het Verzuimsteunpunt Grafimedia. Andere loketten richten zich vooral op directies, besturen, managers en beleidsmakers, zoals het Arbokenniscentrum Zorg & Welzijn en het Servicepunt ArboWSW. Werkingsgebied Vrijwel alle loketten hebben een landelijk werkingsgebied. Alleen het Regiepunt Reïntegratie Verblijfsrecreatie richt zich in eerste instantie op de regio ZONederland. Ook hier heeft men echter de intentie om in de toekomst heel Nederland te bereiken. Operationele periode De meeste loketten zijn nog maar sinds kort operationeel, vanaf 2000. Deze zijn veelal opgericht vanuit een arboconvenant. Slechts een paar loketten bestaan al langer. Stigas bijvoorbeeld, bestaat al vanaf 1986, Arbouw en BGZ Wegvervoer bestaan sinds eind jaren ’80 en Sas en Sazas vanaf 1998. Deze oudere loketten zijn opgericht in arbeidsintensieve sectoren met veel verzuim. De Stichting Remedium in de drogisterijen- en tabaksdetailhandel (vanaf 1998) vormt hierop echter een uitzondering. Uitvoerende partijen Een breed scala aan partijen voert de diensten uit. In veel gevallen heeft het loket de vorm van een stichting die verantwoordelijk is voor de uitvoering van het loket. Deze stichtingen bestaan meestal uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers. In het geval dat er een arboconvenant is afgesloten in de sector, is de BBC of de projectorganisatie van het convenant ook betrokken bij de uitvoering. Daarnaast schakelen vrijwel alle loketten diverse externe partijen in, van reïntegratiebedrijven, arbodiensten, verzekeraars tot training- en adviesbureaus. Een enkele keer is een sectorfonds verantwoordelijk voor de uitvoering, zoals bij het Arbokenniscentrum Zorg & Welzijn. Sociale partners spelen vaak een rol bij de totstandkoming en aansturing (op afstand) van een loket. Tenslotte zijn er een paar loketten die samenwerken, zoals het Loket Gezond Uitgeven en het Loket Gezond Tekenen en Stigas en Sazas.
17
Aansturing Brancheloketten worden meestal aangestuurd door een bestuur dat gevormd wordt door één of meer brancheorganisaties en werknemersorganisaties. Indien het loket is opgericht in het kader van een arboconvenant is, is de BBC vaak eindverantwoordelijk. Financiering Financiering vindt vaak plaats vanuit meerdere bronnen: middelen vanuit arboconvenanten, middelen vanuit CAO’s, sectorfondsen, sociale partners, verzekeraars en werkgevers (de gebruikers). Een enkele keer worden UWV-gelden gebruikt, bijvoorbeeld door het Servicepunt Grafimedia en de Stichting Vervangingsfonds / Participatiefonds. De meeste loketten geven aan dat convenantsmiddelen een belangrijke financieringsbron vormen. Over de financieringsomvang valt weinig te zeggen. Vaak is het loket onderdeel van een arboconvenant en maakt het deel uit van een totaalbegroting, waardoor lastig te bepalen is welk bedrag specifiek voor het loket is bestemd. Deze loketten worden vaak gefinancierd vanuit een communicatiebudget. Wel is bij een paar loketten bekend hoeveel fte of personen zijn ingezet voor de bemensing. Dit geeft een meer globale indicatie van (een deel van) de kosten. Voorbeelden hiervan zijn het Servicepunt Grafimedia, Sas en Sazas. Er lijkt geen verband te bestaan tussen het totale aantal werknemers in een branche en het aantal fte van een brancheloket. Bereik Loketten zijn hoofdzakelijk bedoeld voor de ondersteuning van werkgevers bij het uitoefenen van de aangescherpte verantwoordelijkheden rond verzuim en reïntegratie. Uiteraard staat of valt een loket met het bereiken van deze doelgroep. Hoewel, voor zover ons bekend, geen specifiek onderzoek is uitgevoerd naar het bereik van brancheloketten, hebben we door de interviews aanwijzingen dat het bereik per loket sterk uiteen loopt. Dit kan samenhangen met de doelstellingen en functionaliteiten van het loket. Richt het loket zich op de regievoering of heeft het informatieve taken zoals voorlichting? Bij een regiefunctie is het bereik kleiner dan bij een voorlichtingsfunctie. Het kan ook samenhangen met de wijze waarop werkgevers worden benaderd of de kosten die werkgevers moeten maken bij het gebruik van de diensten van een loket. Sommige branchevoorzieningen zijn in hun doelstelling tevens gericht op werknemers. Het directe gebruik van de dienstverlening van het loket door werknemers, is echter beperkt. De branchevoorzieningen lijken weinig ingespeeld op de vraag van werknemers. Het werknemersbelang wordt niet goed geformuleerd door de brancheloketten. Dit neemt niet weg dat loketten incidenteel worden benaderd door werknemers. Dit gebeurt bijvoorbeeld ingeval er behoefte is aan advies bij een (dreigend) arbeidsconflict. Ook kunnen werknemers zich bij een casemanager (zoals Keerpunt, Argonaut) melden als ze advies willen over hun verantwoordelijkheden in het kader van de WVP.
18
3.3
Algemene opbrengsten van brancheloketten
Om een aantal redenen is het moeilijk om betrouwbare uitspraken te doen over de resultaten die brancheloketten al hebben geboekt. Veel loketten zijn van recente ontstaansdatum waardoor het moeilijk is om de opbrengsten te bepalen, aangezien de kosten op korte termijn voor de baten gaan. De loketten die langer operationeel zijn, zoals Arbouw voor de bouwsector, geven in het algemeen aan dat het verzuim en de WAO-instroom sterk is afgenomen. Maar of dat nu is toe te schrijven aan het brancheloket, is onzeker. Als we een brancheloket (slechts) beschouwen als een voorziening die een betere stroomlijning van ketenpartners probeert te realiseren, doen we er zeker een groot aantal tekort. Toch kan ons inziens de versterking van het opdrachtgeverschap, en daarmee een verdere professionalisering van de markt, als één van de belangrijkste opbrengsten van de brancheloketten worden beschouwd. We signaleren zes meer algemene opbrengsten van het brancheloket, waarvan een aantal ook terug te vinden zijn in de doelstellingen van de loketten: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
administratieve lastenverlichting van werkgevers snellere terugkeer naar werk van werknemers kostenbesparing beleid- en managementinformatie op brancheniveau door het genereren van kennis wordt branchespecifiek beleid mogelijk professionalisering van de markt en versterking opdrachtgeverschap
De volgende succes- en faalfactoren worden tijdens de interviews door de respondenten aangegeven. Deze succes- en faalfactoren kunnen worden opgevat als randvoorwaarden. Succesfactoren • • • • • •
een pro-actieve taakopvatting van het loket kennis van de sector/branche beperkte administratieve last voor de gebruiker beperkte kosten voor de gebruiker onafhankelijkheid van het loket samenhang met CAO-afspraken en convenantmaatregelen
Faalfactoren • • • • •
gegevensaanlevering door arbodiensten, UWV en werkgevers ondoorzichtigheid van de keten draagvlak bij werkgevers kwaliteitsborging uitvoerende partijen bereik van kleine werkgevers
19
20
4
HANDREIKINGEN VOOR BELEID
Hieronder wordt een zestal samenhangende hoofdvragen besproken die ons inziens moeten worden beantwoord bij de overweging of en zo ja, hoe een centrale branchevoorziening kan worden opgezet en ingericht: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Waarom een brancheloket? Voor wie is het brancheloket bedoeld? Wat pakt het brancheloket op? Wie stuurt het brancheloket aan? Wie voert het brancheloket uit? Hoe moet het brancheloket worden vormgegeven?
Het gaat hier niet om een allesomvattende leidraad bij besluitvorming, maar meer om een aantal vragen die beantwoord moeten zijn alvorens een verantwoord besluit kan worden genomen of en hoe een brancheloket kan worden opgezet. We benadrukken met klem dat deze handreiking geen relatie heeft met de effectiviteit van een brancheloket in het kader van terugdringing van ziekteverzuim, de verbetering van arbeidsomstandigheden of het bevorderen van reïntegratie. Het doel van de handreiking is het bieden van ondersteuning bij het besluitvormingsproces.
4.1
Waarom een brancheloket?
Geen dubbele werkzaamheden In weerwil van de verschillende ontstaansredenen die genoemd zijn, moet altijd worden afgevraagd of een brancheloket het meest effectieve en wenselijke instrument is. Het dient te worden voorkómen dat het loket taken en werkzaamheden van andere uitvoerende partijen dupliceert. Er mag geen overlap ontstaan, omdat dat inefficiënt is. We zien dan verschillende registratiesystemen naast elkaar ontstaan die niet leiden tot een optimale gegevenslogistiek. Plato en Pien hebben enige administratieve aansluitingsproblemen ervaren met systemen van andere betrokken partijen. Geen extra schakel Een andere kanttekening is dat loketten een extra schakel in de keten gaan vormen (bijvoorbeeld wanneer behalve de verzuimmelding bij een arbodienst ook een melding bij het loket moet plaatsvinden). Dit zou een contraproductief effect kunnen hebben; de administratieve lastendruk zal toenemen. Bovendien kost het ook dubbel geld: tweemaal melden is tweemaal kosten maken. Als bestuurders het idee hebben dat door goede resultaatafspraken met arbodiensten ook het gewenste resultaat kan worden bereikt, dan is een investering in een fysieke dan wel virtuele voorziening als een brancheloket overbodig. Maar bestaat dit idee niet en is er alom grote ontevredenheid over de performance en de kosten van de arbodienst, dan kan een loket uitkomst bieden. Er moeten dan wel goede 21
afspraken te maken zijn met de arbodienst over samenwerking, bijvoorbeeld rondom de gegevensaanlevering. Ook de wens tot profilering naar de achterban kan voor een brancheorganisatie een legitieme reden zijn om een loket in te richten. Doelstelling Als een brancheloket beoogt om de bewustwording van werkgevers te verbeteren om meer aandacht te schenken aan het voorkómen en verminderen van verzuim en om (branche) kennis te bundelen, kan een loket een goede methode hiervoor zijn. ‘Bezint eer ge begint’ Wegen de relatief hoge kosten op tegen de verwachte opbrengst van het loket? Bestaan er goede relaties tussen werknemers- en werkgeversorganisaties? Is er genoeg draagvlak binnen de sector en tussen betrokken partijen? Is er genoeg kennis van de sector, bijvoorbeeld over de verdeling tussen grote en kleine bedrijven, is het aandeel van arbodiensten en verzekeraars in de sector bekend, hoe hoog is het verzuim en de WAO-instroom en welke arbeidrisico’s bestaan er in de sector? Blijkt uit een behoeftepeiling dat er vraag is naar de aan te bieden diensten door het loket? Indien al deze vragen positief beantwoord kunnen worden, is de slaagkans van het op te richten loket groter.
4.2
Voor wie is het brancheloket bedoeld?
Midden- en kleinbedrijf Duidelijk is dat het brancheloket hoofdzakelijk bedoeld is ter ondersteuning van werkgevers bij de uitoefening van hun taken en verantwoordelijkheden rond verzuim en reïntegratie. Gelet op de bevindingen gaat het vaak om werkgevers uit het midden- en kleinbedrijf. Het grootbedrijf kan en wil de zaken liever zelfstandig regelen. Dit betekent uiteraard niet dat het brancheloket geen meerwaarde heeft voor het grootbedrijf. Met name als kennis- of informatiecentrum kan een brancheloket niet alleen voor het midden- en kleinbedrijf, maar evenzeer voor het grootbedrijf grote waarde hebben. Brancheorganisaties zien de ondersteuning van hun leden als een duidelijke taak voor zichzelf. Dit biedt hen ook een aanknopingspunt om zich door hun diensten beter te profileren naar hun achterban. Bovendien kunnen ze ten behoeve van de ontwikkeling van een branchegericht verzuim- en reïntegratiebeleid behoefte hebben aan geaggregeerde verzuimgegevens van de aangesloten leden.
4.3
Wat pakt het brancheloket op?
Typologie Uit de inventarisatie is op te maken dat de functies van de brancheloketten nogal variëren. We hebben vastgesteld dat indeling in eenduidige typologieën moeilijk is. Veelal is sprake van een mengvorm. Bovendien blijken soms de functionaliteiten te groeien en te verschuiven en lopen ze in elkaar over. Verschillende loketten zijn gestart met een voorziening voor registratie van ziektegevallen en zijn uitgebreid met voorlichtings - en adviestaken. Met het oog op de Wet Verbetering 22
Poortwachter is de behoefte aan het goed regisseren van uitvoerende partijen in belang toegenomen. Stroomlijning van werkprocessen is een voorwaarde om verzuim en reïntegratie adequaat aan te kunnen pakken. Doelstellingen Om welbewust een loket vorm te geven, is het noodzakelijk dat de initiatiefnemers hun bedoelingen en beoogde resultaten zo nauwkeurig mogelijk aangeven. Een lange termijnvisie is daarbij noodzakelijk. Hou vast aan de gestelde doelen, ook al is het starten van een loket soms een zaak van lange adem! Gaat het om ondersteuning van de werkgever bij de naleving van zijn taken en verantwoordelijkheden, treedt het brancheloket als onderhandelaar op waarbij het tegen een zo gunstig mogelijke prijs-kwaliteitverhouding contracten met leveranciers probeert af te spreken? Of richt de aandacht zich op het verstrekken van voorlichting en advies aan werkgevers en werknemers uit de branche? Maatwerk bieden is belangrijk! Wat opvalt is dat preventie minder tot uiting komt in specifieke diensten of producten van een loket, dan verzuim en reïntegratie. Communicatie Communicatie met werkgevers (en werknemers) is van groot belang voor het succes van het loket. Het is lastig om aan bedrijven uit te leggen wat de loketten precies doen en voor wie. Het loket moet de successen kunnen laten zien aan de bedrijven.
4.4
Wie stuurt het brancheloket aan?
Sociale partners Verschillende partijen kunnen initiatiefnemer voor een brancheloket zijn: brancheorganisaties, sociale partners, verzekeraars, arbodiensten en reïntegratiebedrijven. Alle partijen opereren in een krachtenveld rond de werkgever. Deze is financieel verantwoordelijk voor activiteiten rond preventie, verzuim en reïntegratie waarop hij onvoldoende zicht heeft en enigszins terughoudend is om voor te betalen. De meeste brancheloketten kennen een bestuur dat gevormd wordt door een brancheorganisatie en/of werknemersorganisatie. Ook komt een bestuur voor waarin een brancheorganisatie met de deelnemende verzekeraar participeert. Niettemin is er bij de partijen een eenduidige opvatting te bemerken. Uit de inventarisatie en de interviews die we met uiteenlopende sleutelfiguren hebben gehouden, komt naar voren dat de brancheorganisatie en/of de sociale partners het roer in handen moeten hebben. Zij kennen immers de branche en hun leden en hebben algemene belangenbehartiging voor hun leden tot taak. Dit impliceert ook een ondersteunende rol op het terrein van personeel en sociale zekerheid. Brancheorganisaties zijn immers een vertrouwenspartner voor hun leden. Dit maakt de centrale positie van de brancheorganisaties in een brancheloket voor de verzekeraar, arbodiensten en anderen ook commercieel interessant. De vakbonden zijn met name betrokken bij het voortraject van het loket zoals contracteringen en het opstellen van kwaliteitscriteria. Als het loket eenmaal loopt, is de rol van de werknemersorganisaties weinig zichtbaar.
23
De bonden constateren een risico van bedreiging van de privacy van werknemers zodra meer partijen dan de arbodienst zich met persoonsgegevens bezighouden. Dit kan een reden zijn voor de terughoudendheid van de vakbonden.”Arbodiensten kunnen hun licentie kwijtraken als ze de regels hieromtrent schenden. Echter, brancheloketten, casemanagementbureaus, reïntegratiebedrijven, verzekeraars initiatieven enzovoort, lopen het risico de privacyreglementen te schenden, maar kunnen hun licentie niet verliezen, eenvoudig omdat ze wettelijk geen licentie nodig hebben”, aldus een respondent. Onafhankelijkheid Partijen met een winstoogmerk hebben een prominente rol in het brancheloket. Daarom moet extra gewaakt worden voor een te grote afhankelijkheid van commerciële organisaties. Zowel verzekeraars als werkgevers hebben belang bij zo min mogelijk verzuim en een snelle reïntegratie. Arbodiensten hebben dat belang niet op de korte termijn. Soms dragen de verzekeraars substantieel bij aan de verwezenlijking van dit belang, bijvoorbeeld door het geven van een premiekorting bij de toepassing van bepaalde interventiemaatregelen. Voorkomen moet worden dat de invloed van commerciële partijen zich te ver uitstrekt waardoor de keuzevrijheid van werkgevers wordt verengd. Transparantie in de keten van dienstverleners is voorwaarde voor de kwaliteit van de dienstverlening aan werkgevers (en zieke werknemers).
4.5
Wie voert het brancheloket uit?
Afhankelijk van functie De vraag is welke partij door het bestuur wordt gemandateerd tot de uitvoering van het brancheloket. In het geval het loket meerdere functies heeft en dus een omvangrijker takenpakket heeft, blijkt het vaak te gaan om medewerkers die op de loonlijst van de brancheorganisatie staan. Eventueel kan dit team aangevuld zijn door personeelsleden van een verzekeraar. Bij een loket waar conglomeraten zijn betrokken, investeert de verzekeraar vaak in de bemensing van het loket. De registratie van verzuimgegevens gebeurt bijvoorbeeld bij een (separaat) centraal loket zoals Plato. Overigens bieden grote arbodiensten eveneens dergelijke meldvoorzieningen. Ten slotte bemensen ook onafhankelijke tussenpersonen van externe bureaus brancheloketten. Dit is vooral merkbaar als er loketten ontstaan als gevolg van bestuurlijke afspraken in arboconvenanten.
4.6.
Hoe wordt het brancheloket vormgegeven?
De essentie is dat alle partijen hun eigen taken en verantwoordelijkheden oppakken in aansluiting op de vraag van werkgevers en werknemers. In het algemeen kunnen afspraken met leveranciers over de uitvoering van kwalitatieve dienstverlening, de inrichting van werkprocessen en verantwoordelijkheden vastgelegd worden in protocollen en service level agreements (SLA’s). Van groot belang is dat de afspraken optimaal aansluiten bij de behoeften van werkgevers en/of werknemers. Een goed voorbeeld is het opzetten van brancheteams door arbodiensten met als doel deskundigheid over het midden- en kleinbedrijf of de
24
branche op te bouwen. Hierdoor zijn arbodiensten beter in staat een meer klantgerichte dienstverlening te leveren. Verzekeraars hebben doorgaans een heel arsenaal van verzekeringspakketten en -arrangementen. Over de aard en omvang daarvan kunnen goede afspraken met de brancheorganisatie gemaakt worden. Kwaliteitsborging Doorgaans hanteren verzekeraars bij de selectie van leveranciers zoals arbodiensten een set van kwaliteitscriteria als ze een samenwerkingsarrangement willen aangaan. Het verdient aanbeveling om de uitgevoerde activiteiten, verantwoordelijkheden en resultaten van alle partijen die betrokken zijn bij een brancheloket periodiek op hun kwaliteit te beoordelen. Is bijvoorbeeld de gegevenslevering van arbodiensten onvoldoende gewaarborgd, dan is het loket gedoemd te mislukken. Ook tevredenheidsonderzoeken onder de gebruikers (werkgevers en werknemers) kunnen onderdeel zijn van de kwaliteitsborging. Fysiek of virtueel Tot slot moet de verschijningsvorm van het brancheloket worden overwogen. Dit is uiteraard afhankelijk van de omvang van de dienstverlening en uit te oefenen functies. Gaat het om een meldloket of liggen de werkzaamheden in de sfeer van voorlichting en de coördinatie van cursussen (helpdesk) of voert het loket ook zelf uitvoeringstaken uit. Worden werkgevers en werknemers actief benaderd of niet, etcetera. Een fysieke vorm van het brancheloket, dat wil zeggen een aparte huisvesting, bemenst door meerdere medewerkers brengt de nodige kosten met zich mee. De investeringskosten voor een virtuele vorm zijn in het algemeen beperkter. Het aantal virtuele loketten die vooral vanuit verzekeraars worden aangeboden, lijkt een hoge vlucht te nemen. Dit komt vooral doordat deze vanwege marketingoverwegingen door verzekeraars geïnitieerd worden.
4.7
Slotopmerkingen
Het is op dit moment nog niet mogelijk om tot een compleet en bruikbaar besluitvormingsmodel te komen. Daarvoor zijn minimaal twee zaken nodig: 1. 2.
Duidelijkheid over de ontwikkeling van wet- en regelgeving. Inzicht in kwaliteit en effectiviteit van brancheloketten in relatie tot de kosten.
Voor de toekomst verwachten we dat een brancheloket een essentiële en nuttige voorziening kan zijn met name ter ondersteuning van het midden- en kleinbedrijf.
25
26
BIJLAGE 1:
OVERZICHT VAN BRANCHEVOORZIENINGEN
Deze bijlage geeft een inventarisatie van typen en kenmerken van centrale AVRdienstverlening op brancheniveau. Het overzicht is niet compleet, maar geeft een indruk van ‘the state of the art’. In het overzicht dat in deze bijdrage wordt gepresenteerd, wordt per voorziening / brancheloket een aantal kenmerken beschreven. De meeste spreken voor zich, maar sommigen behoeven een korte toelichting: Type voorziening: welk(e) type(n) loket betreft het? We verwijzen naar de typologie. Thema: welk onderwerp staat centraal in de dienstverlening van het loket? Beheer/uitvoering: welke partij(en) beheren het loket of voeren de diensten van het loket uit? Het betreft hier partijen die onderdeel van het loket uitmaken, maar het kunnen ook externe partijen zijn die zijn ingeschakeld om taken uit de voeren voor het loket. Taken en verantwoordelijkheden: wie is verantwoordelijk waarvoor? Potentieel bereik: op hoeveel bedrijven en werknemers richt het loket zich? Hoeveel kunnen er in principe door het loket bereikt worden? Overige effecten: zijn er naast de gestelde doelen ook extra of onverwachte neveneffecten merkbaar? Ontwikkelingsfase: is het loket al operationeel of bevindt het zich nog in een ontwikkelings- of oprichtingsfase? Relevante branchekenmerken: zijn er bepaalde kenmerken van de branche (o.a. de verhouding tussen grote, midden en kleine bedrijven) die van invloed zijn op de dienstverlening van het loket of voor het ontstaan ervan?
Brancheloketten naar type of combinatie van typen voorzieningen In de onderstaande tabel vindt u een overzicht van de geïnventariseerde brancheloketten, onderverdeeld naar het type voorziening: type 1: meldloket, gegevensloket administratief loket type 2: kennis- en informatiecentrum / helpdesk type 3: regieloket (inkoper, uitvoerder of opdrachtgever). Ook worden de loketten met gecombineerde voorzieningen weergegeven.
27
Type voorziening en combinaties
Loket
Type 1 (Meld- / gegevens- / administratief loket)
Pien Plato SV Service Centre Loket Sociale Zekerheid VBW Arbokenniscentrum Zorg & Welzijn Arbopodium Servicepunt Arbo WSW Regiepunt Reïntegratie Verblijfsrecreatie Schoonmaak- en glazenwassersbranche Regiepunt Orsima Happy Horeca Helpdesk NVAF Servicepunt Grafimedia Verzuimsteunpunt Grafimedia Loket Gezond Tekenen Loket Gezond Uitgeven Stigas St. Vervangingsfonds/Participatiefonds SAS SAZAS Vernet
Type 2 (Kennis- en informatiecentrum / helpdesk)
Type 3 (Regieloket / inkoper, uitvoerder en opdrachtgever) Type 3 (Regieloket / inkoper) Type 3 (Regieloket / uitvoerder) Type 3 (Regieloket / opdrachtgever)
Type 1 (Meldloket) en 2 (Kennis- en informatiecentrum) Type 2 (Kennis- en informatiecentrum) en 3 (Regieloket / opdrachtgever) Type 2 (Kennis- en informatiecentrum) en 3 (Regieloket / uitvoerder en opdrachtgever) Type 2 (Kennis- en informatiecentrum) en 3 (Regieloket / inkoper en opdrachtgever) Type 1 (Meldoket) en 3 (Regieloket / uitvoerder) Type 1 (Meldloket) en 3 (Regieloket / uitvoerder en opdrachtgever) Type 1 (Meldloket) en 3 (Regieloket / inkoper, uitvoerder en opdrachtgever) Type 1 (Meldloket), 2 (Kennis- en informatiecentrum) en 3 (Regieloket / inkoper, uitvoerder en opdrachtgever)
28
blad zijde 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42
43 44 45 46 47 48 49
Arboservicepunt HOO Healthy Hairdresser Regiepunt Reïntegratie Contractcatering Arbouw
50 51 52 53
Arboservicepunt BVE
54
Remedium Reïntegratiecentrum Wegvervoer Nuvo Reïntegratiedienst
55 56 57
Rea Direct
58
BGZ Wegvervoer
59
PIEN
Sector/branche: Type voorziening:
Pien is een voorziening voor alle klanten van Interpolis, waaronder 8 branches in de detailhandel met een mantelovereenkomst Type 1 (administratief loket)
Doelgroep:
Ziekteverzuim, in- en uitdiensttreding en andere personeelsgegevens Distributiecentrum voor personeelsgegevens (o.a. ziek- en herstelmeldingen, personeelsadministratie) Werkgevers
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Landelijk Onderdeel van Interpolis
Samenwerkende partijen:
ADN, ANKO, CBW, KNDB, MITEX, NUVO, OSB (mantelovereenkomsten) , Vakcentrum Levenmiddelen, Commit Arbo, Relan Pensioenen, Interpolis Inkomensverzekeringen, UWV
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Interpolis De informatie-ontvangende partijen
Financieringsomvang:
Doelstelling:
Niet bekend Pien stuurt alle personeelsmeldingen door naar verschillende uitvoerende partijen Administratieve lastenverlichting
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
2004: 150.000 aangesloten werkgevers 100.000 werkgevers aangesloten, voornamelijk MKB
Overige effecten:
Administratieve doorverwijzing naar en tussen uitvoerende organisaties Commit en Relan, melding begint op gang te komen, het proces met UWV verloopt al redelijk
Thema: Inhoud dienstverlening:
Taken en verantwoordelijkheden:
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
2002 Op verzoek van enkele brancheorganisaties wordt bij een andere arbodienst dan Commit aangesloten. Ontwikkeling van ketenintegratie naar netwerkintegratie
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
Niet bekend Snelheid: melding gegevenslogistieke processen
Faalfactoren:
Geen feedback m.b.t. ziek- en herstelmeldingen naar werkgever, waardoor minder prikkels voor werkgever om verzuim en mutaties door te geven
29
PLATO5
Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied:
Het loket richt zich nu vooral op de Grafimedia branche en klanten van Achmea (metaalbranche), in principe kunnen andere bedrijven ook aansluiten Type 1 (administratief loket) Ziekteverzuim, in- en uitdiensttreding en andere personeelsgegevens Distributiecentrum voor personeelsgegevens, doorgeven van meldingen van werkgevers naar uitvoerende organisaties als verzekeraars, arbodiensten en pensioenfondsen Branches, werkgevers, werknemers
Samenwerkende partijen:
Landelijk Onafhankelijke rechtsvorm (mogelijkheid is dat afnemende organisaties aandelen kunnen kopen) Verzekeraars, arbodiensten, UWV, Belastingdienst
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Cato BV De informatie-afnemende / uitvoerende organisaties
Financieringsomvang:
Doelstelling:
Niet bekend Loket geeft personeelsgegevens door aan juiste instanties, werkgevers geven op tijd informatie door. Administratief gemak en kostenbesparing
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
In principe alle werkgevers met personeel +/- 8.000 deelnemende bedrijven (2004)
Beheer/uitvoering:
Taken en verantwoordelijkheden:
Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
5
Aantal aanmeldingen blijft toenemen. Bovendien aantal grote afnemers aangesloten (vb Achema) 1999 Operationeel; Applicatie wordt voortdurend aangepast n.a.v. klantenverzoeken of nieuwe wet- en regelgeving Deelnemende bedrijven komen vooral uit MKB Minder administratieve rompslomp, tijdsbesparing, praktisch, behoeften werkgevers centraal, eenvoudige melding, kosteloos voor werkgevers Afhankelijkheid van samenwerking met afnemers
Pien en PLato zijn de twee meest bekende administratieve loketten. Daarnaast zijn er verschillende verzekeringsmaatschappijen die een eigen loket beheren.
30
SV SERVICECENTRE Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Detailhandel gemengde branche en speelgoed Type 1 (administratief loket) Verzuimbegeleiding, administratieve lastenverlichting
Inhoud dienstverlening:
Administratie in- en uitdiensttredingen, ziek- en herstelmeldingen, verzuimbegeleiding, informatie en advies, casemanagement
Doelgroep: Werkingsgebied:
Leden brancheorganisatie Landelijk
Samenwerkende partijen:
Extern administratief bureau, Optimaal BV, opereert namens de GEBRA GEBRA, arbodienst, verzekeraar
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Stichting Arbozorg GEBRA Aangesloten leden GEBRA Niet bekend
Beheer/uitvoering:
Doelstelling:
Administratieve stroomlijning en doorverwijzing, casemanagement, onder regie van GEBRA Administratieve lastenverlichting
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Alle leden: +/- 600 leden met zo’n 2.000 winkels Ongeveer 50% van de bedrijven is aangesloten
Overige effecten: Operationeel sinds:
Niet bekend 2000
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Operationeel MKB, enkele zeer grote bedrijven Bereikbaarheid, klantgerichtheid, sluit aan bij behoeften werkgevers
Taken en verantwoordelijkheden:
Succesfactoren: Faalfactoren:
Grote invloed van de arbodienst, afhankelijkheid van medewerking van uitvoeringsinstellingen (vb. arbodienst en UWV
31
LOKET SOCIALE ZEKERHEID VBW Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Bloemisten winkeliers Type 1 (administratief loket) Administratieve lastenverlichting, verzuimmanagement
Inhoud dienstverlening:
Administratieve diensten, personeelszorgpakket, helpdesk, persoonlijke verzuimbegeleiding en advies, casemanagement
Doelgroep: Werkingsgebied:
1500 bedrijven (leden VBW) Landelijk
Beheer/uitvoering:
Extern administratief bureau, Optimaal BV, opereert namens de VBW
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid:
ADD-Arbo, Interpolis VBW
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Aangesloten bedrijven Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
Niet bekend Voordelige contracten afsluiten met leveranciers voor leden, administratieve lastenverlichting Alle bedrijven uit VBW-branche
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten:
Meer dan 50% van de bedrijven zijn aangesloten Uit een klanttevredenheidsonderzoek uit 2003 blijkt dat men erg tevreden is over de dienstverlening.
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
2001 Operationeel
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
Veel MKB, laag verzuim Veel zaken op één plek geregeld (centraal)
Faalfactoren:
Meer persoonlijke communicatie en begeleiding en betere samenwerking met de (toenmalige) arbodienst
32
ARBOKENNISCENTRUM ZORG & WELZIJN Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Zorg & Welzijn Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim, reïntegratie
Inhoud dienstverlening:
Helpdesk, voorlichting en informatie uitwisseling Managers, P&O-ers, arbocoördinatoren, personeelsvertegenwoordigers en beleidsmedewerkers in de sector Landelijk
Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
Sectorfonds Zorg & Welzijn Sectorfonds, sociale partners van de verschillende deelbranches Bestuur Sectorfonds Sectorfonds Zorg & Welzijn en middelen uit arboconvenanten +/- € 1 miljoen per jaar Het Sectorfonds voert uit, het (partaire) bestuur van het Sectorfonds stuurt aan. Daling ziekteverzuim en WAO-instroom door uitwisseling van kennis - en informatie rondom AVR In principe alle instellingen Alle instellingen Uit recent klanttevredenheidsonderzoek onder instellingen blijkt dat bekendheid goed is 2002 Operationeel; momenteel is men bezig om te kijken hoe de dientverlening uitgebreid wordt (kennisborging) 8 zeer uiteenlopende branches (werksoort en omvang) Goede bekenheid onder instellingen, benutting website, brancheoverstijgend, uitgebreide productenaanbod Nog weinig gebruik gemaakt van dienstverening van het arbokenniscentrum, vooral in welzijnsector
NB: Tevens heeft een aantal van de deelbranches ter ondersteuning van het Arboconvenant Zorg & Welzijn een informatieve website (Arbo-ggz, Arbo-kinderopvang, Arbo-peuterspeelzalen, Arbo-thuiszorg), gericht op het uitwisselen van kennis en ervaring rondom de convenantsthema’s.
33
ARBOPODIUM Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Podiumkunsten Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Arbeidsomstandigheden (bevorderen arbobewustzijn, implementatie arbobeleid) Helpdesk, website, scholing, discussieplatform, advies
Werkingsgebied:
Instellingen voor podiumkunsten, werknemers, werkgevers - en werknemersverenigingen Landelijk
Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen:
Stichting Arbopodium Convenantspartijen
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Stichting Arbopodium Middelen uit arboconvenant, aangesloten organisaties +/- € 600.000 beschikbaar vanuit het convenant voor het kenniscentrum
Doelgroep:
Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Beoogd bereik:
Niet bekend Ondersteuning uitvoering convenant, informeren van de sector over arbozaken Alle werkgevers en werknemers in de sector
Werkelijk bereik: Overige effecten:
Niet bekend Niet bekend
Doelstelling:
Ontwikkelingsfase:
Mei 2002 Voorlopig tot mei 2006 Operationeel
Relevante branchekenmerken:
MKB, +/- 350 bedrijven met +/- 13.000 werknemers zijn aangesloten bij 10 koepelorganisaties
Succesfactoren: Faalfactoren:
Digitale (productie-) RI&E / arbohandboek Onvoldoende arbobewustzijn in de branche
Operationeel sinds:
34
SERVICEPUNT ARBO WSW Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied:
Sociale Werkvoorziening Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Terugdringen ziekteverzuim en WAO-instroom Voorlichting, uitwisselen van informatie, aanbieden van instrumenten, training en advies, helpdesk OR-leden, leidinggevenden, directies, P&O’ers, arbocoördinatoren in SW-bedrijven Landelijk
Samenwerkende partijen:
Orbis en Mede (projectorganisatie arboconvenant) in samenwerking met MrMedia (voor de website) Convenantspartijen, Orbis, Mede, MrMedia
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
BBC Sociale Werkvoorziening Middelen uit arboconvenant In 2003 was +/- €90.000 beschikbaar
Beheer/uitvoering:
Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik:
De projectorganisatie beheert het kennis - en expertisecentrum, de BBC stuurt aan Ondersteuning uitvoering arboconvenant
Werkelijk bereik:
Alle (96) SW-bedrijven 70% van de bedrijven heeft gebeld met de helpdesk; 50% van de bedrijven is bezocht door het Servicepunt
Overige effecten:
Niet bekend
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Website in de lucht sinds 1 februari 2003 Operationeel
Relevante branchekenmerken:
Grote ondernemingen Duidelijke en overzichtelijke site, op maat gemaakt voor de sector (bv. rekening gehouden met gehandicapten) Lastig om verschillende soorten informatie voor verschillende doelgroepen (gehandicapten, beleidsmedewerkers, P&O’ers etc.) te bundelen
Succesfactoren:
Faalfactoren:
35
REGIEPUNT REÏNTEGRATIE VERBLIJFSRECREATIE Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid:
Private zwembaden en verblijfsrecreatie Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Terugdringen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, advies arbobeleid (preventie), verzuim- en reïntegratiebeleid Voorlichting & helpdesk, advies, coördinatie, bewaking reïntegratie-processen Werkgevers en werknemers Pilotgebied Zuidoost-Nederland, uiteindelijk heel Nederland Extern bureau Sociale partners, Sociaal Fonds verblijfsrecreatie Georganiseerd overleg verblijfsrecreatie (sociale partners)
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Sociaal Fonds Verblijfsrecreatie € 200.000,- per jaar
Taken en verantwoordelijkheden:
Niet bekend Bewustwording werkgevers en werknemers, aanbieden van instrumenten Alle werkgevers en werknemers uit branches.
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds:
Ontwikkelingsfase:
Relevante branchekenmerken:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
36
Regio Zuidoost actief benaderd; overig passief via o.a. nieuwsbrieven Besef begint te groeien (vooral bij werkgever en OR), werknemers zijn lastig te bereiken. September 2001 Eerste jaar vooral werkgevers benaderd in Overijssel, Gelderland en Noord-Limburg. Later is pilotregio uitgebreid met Limburg, Zeeland en Noord-Brabant. Medio 2003 hebben de private zwembaden zich bijgevoegd. Veel MKB; Grote diversiteit in functies Actieve aanpak gericht op zowel werkgevers als werknemers, groeimodel (‘olievlekwerking’), kennisuitwisseling in netwerkbijeenkomst werkgevers en OR-bijeenkomsten Lange aanloopperiode doordat werkgevers aanvankelijk terughoudend waren, weinig zicht op verzuim (besef) bij kleine bedrijven
SCHOONMAAK- EN GLAZENWASSERSBRANCHE Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Schoonmaak- en Glazenwassersbranche Type 2 (kennis- en informatiecentrum), meldpunt reïntegratie / arbobeleid (Vroege ) reïntegratie, preventie en arbobeleid
Inhoud dienstverlening:
Informatievoorziening / helpdesk, (m.b.t. arboconvenant), advies, doorverwijzen, registratie knelpunten / melden ongewenste situaties
Doelgroep:
Werkgevers en werknemers en alle partijen betrokken bij AVR in de sector
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Landelijk Raad voor Arbeidsverhoudingen Schoonmaak- en Glazenwassersbranche (RAS), OSB
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid:
Convenantspartijen Niet bekend
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Middelen uit arboconvenant Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
Het meldpunt valt onder regie van de RAS. Het meldpunt registreert alle meldingen, adviseert, verwijst door en rapporteert hierover aan de BBC.
Doelstelling:
Ondersteunen van werkgevers en werknemers bij reïntegratieactiviteiten, ondersteunen uitvoering arboconvenant
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Niet bekend Niet bekend
Overige effecten: Operationeel sinds:
Niet bekend Het convenant is in april 2003 afgesloten
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
In oprichting, webiste nog niet ‘in de lucht’ Niet bekend Niet bekend
Faalfactoren:
Niet bekend
N.B: het Meldpunt is opgericht i.h.k.v. het arboconvenant Schoonmaak- en Glazenwassersbranche. De werkgeversorganisatie OSB houdt zich bezig met het afsluiten van mantelovereenkomsten met arbodiensten en RIB’s; vanuit het arboconvenant worden kwaliteitseisen geformuleerd en een modelcontract opgesteld.
37
REGIEPUNT ORSIMA Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Industriële reiniging en scheepsonderhoud Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en WAOinstroom
Inhoud dienstverlening:
Voorlichting & helpdesk, onderzoek, advies en coördinatie van convenantsactiviteiten
Doelgroep: Werkingsgebied:
Werkgevers (120) en werknemers (2500-3000) Landelijk
Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen:
Projectorganisatie arboconvenant Convenantspartijen
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
BBC Industriële reiniging en scheepsonderhoud Middelen uit arboconvenant
Financieringsomvang:
Niet bekend De BBC stuurt aan, het Regiepunt, bestaande uit medewerkers van de projectorganisatie, voert uit. Ondersteuning uitvoering arboconvenant
Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Alle bedrijven Het Regiepunt heeft schriftelijk contact gehad met alle bedrijven i.h.k.v. onderzoek.
Overige effecten: Operationeel sinds:
Niet bekend Sinds september 2002 tot september 2005
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
Operationeel Kleine tot middelgrote bedrijven De helpdesk kent alle bedrijven en sleutelfiguren
Faalfactoren:
Lastig om bedrijven te bereiken, vooral persoonlijk contact nodig. De helpdesk wordt relatief weinig gebeld met vragen.
38
HAPPY HORECA Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Horeca Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Vebeteren arbeidsomstandigheden, met specifieke aandacht voor werkdruk Voorlichting & helpdesk, aanbieden en implementatie van instrumenten
Doelgroep: Werkingsgebied:
Werkgevers, werknemers en OR-leden Landelijk
Beheer/uitvoering:
Eindverantwoordelijkheid:
Bedrijfschap Horeca & Catering, Foodstep Convenantspartijen, Bedrijfschap Horeca & Catering, Foodstep BBC Horeca
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Middelen uit arboconvenant € 400.000
Taken en verantwoordelijkheden:
De BBC stuurt aan, het Bedrijfschap verzorgt de projectorganisatie, horeca-adviesbureau Foodstep voert de trainingen en voorlichting op locatie uit
Samenwerkende partijen:
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Ondersteuning uitvoering arboconvenant 90% van de bedrijven kent de campagne, 60% bestelt instrumenten/bezoekt voorlichting, 30% maakt in de praktijk gebruik van de instrumenten Nog niet bekend, wel veel animo voor producten en bijeenkomsten
Overige effecten:
Scholen tonen veel belangstelling voor thema’s en instrumenten, richten stages in om instrumenten te implementeren in bedrijven
Operationeel sinds:
Sinds 1 juni 2000; Tot 31 mei 2004; instrumenten blijven daarna beschikbaar voor de branche
Ontwikkelingsfase:
Operationeel; op dit moment is men bezig met de eind-evaluatie van het convenant
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
MKB Inventarisatie van knelpunten vooraf leidt tot maatwerk Gesubsidieerde bijeenkomsten beter bezocht dan die waarvoor een eigen bijdrage werd gevraagd
39
HELPDESK NVAF
Sector/branche:
Funderingsbedrijven
Type voorziening:
Doelgroep:
Type 2 (kennis- en informatiecentrum) Introductie en implementatie van arbomaatregelen m.b.t geluidsbeheersing en begaanbaarheid bouwterreinen Informatie en advies aan werkgevers (leden en niet leden van NVAF) en werknemers, helpdesk Werkgevers en werknemers van bouwbedrijven
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Landelijk Commercieel bureau (AKA)
Thema: Inhoud dienstverlening:
Eindverantwoordelijkheid:
NVAF, AKA, en 3 vakbonden: Hout- en Bouwbond CNV, FNV Bouw en het Zwarte Corps Sociale partners in BBC
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Middelen uit arboconvenant Niet bekend
Samenwerkende partijen:
Taken en verantwoordelijkheden:
Doelstelling: Beoogd bereik:
Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
40
Werkgevers vanuit een centraal punt. Werknemers worden via regionale bijeenkomsten of op bedrijfsniveau benaderd. Zonodig worden ook individuele bedrijven bezocht. Ondersteunen van werkgevers en werknemers bij de uitvoering van hun taken op het terrein van arbo, verzuim en reïntegratie +/- 100 leden van VNAFen niet georganiseerde bedrijven, +/- 1800 werknemers Meer dan 100 bedrijven zijn aangeschreven, 28 hebben daadwerkelijk een plan opgezet of maatregelen doorgevoerd. +/- 30% van de werknemers is bereikt Niet bekend 2002 Operationeel;. Nadruk is verschoven van geluidsbeheersing naar verbetering van de begaanbaarheid en stabiliteit van bouwterreinen MKB; Risicovol werk (gehoorschade, fysieke belasting, ongevallen) Actieve benadering om doelgroep te bereiken Bereik van ongeorganiseerde / kleine bedrijven lastig
SERVICEPUNT GRAFIMEDIA Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Grafische sector Type 3 (regieloket / inkoper, uitvoerder, opdrachtgever) Reïntegratie 2 e spoor (stimuleren WAO-uitstroom en privaat opdrachtgeverschap) Arbeidsbemiddeling en werving van WW’ers en bemiddeling en begeleiding van WAO’ers Alle werkgevers (2700) en werknemers (50.000) in de branche en het zittende bestand WAO’ers (8340) Landelijk Stichting Servicepunt Grafimedia, waaronder Agens, Argonaut, SBK Advies & Training BBC, Stichting Servicepunt Grafimedia, UWV Sociale partners Middelen vanuit arboconvenant, werkgevers, UWV 1,5 fte ingezet bij uitvoerende partijen De BBC WAO Volumebeleid en het Kenniscentrum GOC sturen de uitvoerende partijen aan
Beoogd bereik:
Voor reïntegratie WAO’ers: 180 gestarte trajecten in 2004, 240 in 2005 en 240 in 2006, waarvan 60% duurzame plaatsing. Voor privaat opdrachtgeverschap: 50 werknemers in bemiddeling, waarvan 60% duurzame plaatsing. Zie ‘doelstelling’
Werkelijk bereik: Overige effecten:
Nog niet bekend Niet bekend
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Sinds eind 2002 Begin van de operationele fase
Relevante branchekenmerken:
MKB Goede afstemming, draagvlak binnen BBC, branchegerichtheid en maatwerk, onafhankelijkheid, centraal verzuimregistratiesysteem (Plato) en reïntegratievolgsysteem (Verzuim Expert)
Doelstelling:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
Moeizame samenwerking UWV wat betreft gegevensaanlevering, communicatie van producten en diensten naar bedrijven is lastig.
41
VERZUIMSTEUNPUNT GRAFIMEDIA Sector/branche:
Thema:
Grafische sector Type 3 (regieloket / inkoper, uitvoerder, opdrachtgever) Reïntegratie 1 e spoor, verzuim, schadelastbeheersing
Inhoud dienstverlening:
Advies, verzuimprocesmanagement, inschakelen reïntegratiebedrijf, bewaken trajectvoortgang
Type voorziening:
Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
42
Werkgevers en werknemers die verzuim hebben herverzekerd bij Centraal Beheer Achmea Landelijk Argonaut KVGO, Argonaut, Achmea Inkomensverzekeringen/Centraal Beheer Verzekeraar en werkgeversorganisatie óf sociale partners (ligt nog niet vast) Verzekeraar 1 fte ingezet bij Argonaut Commissie met afvaardiging vanuit verzekeraar en werkgevers of sociale partners stuurt aan, Argonaut voert uit Convenantsdoelstellingen (verzuim -10% en WAO instroom -20%) zijn reeds gehaald 1000 werkgevers (met 12.000 werknemers) met een verzuimverzekering bij Achmea 350 bedrijven hebben zich aangemeld voor ondersteuning Niet bekend Niet bekend Nieuwe start, heroriëntatie op rol loket (meer overdragen aan uitvoerende partijen) MKB Goede afstemming, draagvlak bij aansturende en uitvoerende partijen, voldoende marktaandeel voor betrokken arbodiensten en verzekeraars in de branche, branchegerichtheid en maatwerk, onafhankelijkheid, gebruik van centraal verzuimregistratiesysteem (Plato) en reïntegratievolgsysteem (Verzuim Expert) Moeizame gegevensaanlevering en informatiekoppeling door arbodiensten, nakoming van afgesproken prestatie-indicatoren uit SLA’s met arbodiensten, kwaliteitsborging verzekeraar en arbodiensten
LOKET GEZOND TEKENEN Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Architectenbranche Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Verzuimmanagement en vroege reïntegratie
Inhoud dienstverlening:
Informatie en advies, regelcentrum langdurig verzuim, benchmark van leveranciers (arbodiensten, reïntegratiebedrijven)
Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Potentieel bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds/tot:
Werkgevers en werknemers binnen de betrokken branche Landelijk Crawford Bene-fit Commissie BBC Architecten/Uitgeverijen, ArboNed, ArboUnie, Achmea, Crawford Bene-fit De BBC Architecten heeft mandaat gegeven aan een tripartiete begeleidingscommissie met afgevaardigden uit beide branches UWV, werkgevers, verzekeraars, middelen uit arboconvenant €233.240 beschikbaar vanuit convenant architecten voor uitvoering door Crawford Crawford Bene-fit treedt op als uitvoerder en regisseur van verzuim- en reintegratieprocessen; de BBC stuurt aan Ondersteuning kleine en middelgrote bedrijven bij verzuim en reïntegratie 12.000 werknemers en 1.650 werkgevers in de architectenbranche Nog niet bekend Nog niet bekend Sinds 3 november 2003 Voorlopig tot april 2005
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Operationeel MKB
Succesfactoren:
Indien de juiste gegevens beschikbaar komen, kan het loket pro-actief optreden naar bedrijven (bij 4 e weeks verzuim), schaalgrootte
Faalfactoren:
Draagvlak binnen bedrijven om gegevens aan te leveren, aanleveren van verzuimgegevens door arbodiensten
NB: Tevens is er in het kader van het arboconvenant Architectenbureaus een informatieve website (Arboarchitecten) voor de branche, gericht op het uitwisselen van kennis en ervaring rondom de convenantsthema’s. Deze site is gekoppeld aan die van het loket.
43
LOKET GEZOND UITGEVEN Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Uitgeverijenbranche Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Verzuimmanagement, preventie en vroege reïntegratie
Inhoud dienstverlening:
Informatie en advies, regelcentrum langdurig verzuim, benchmark van leveranciers (arbodiensten, interventie- en reïntegratiebedrijven)
Doelgroep: Werkingsgeied:
Werkgevers en werknemers binnen de branche Landelijk
Beheer/uitvoering:
Crawford Bene-fit Commissie BBC Architecten/Uitgeverijen, ArboNed, ArboUnie, Achmea, Crawford Bene-fit BBC heeft mandaat gegeven aan tripartiete begeleidingscommissie met afgevaardigden uit beide branches UWV, werkgevers, verzekeraars, middelen uit arboconvenant
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
Niet bekend Crawford Bene-fit treedt op als uitvoerder en regisseur van verzuim- en reïntegratieprocessen; de BBC stuurt aan 10% reductie van 13e en 52e weeks meldingen, o.a. door professionaliseren arbo- en ketendienstverlening 15.000 werknemers en 250 werkgevers in de branche Vooral informatie en advies: 550 vragen binnen Kwaliteit arbodienstverlening verbetert (meer sectorspecifiek), kostenbesparing werkgevers 3 november 2003; begin 2003 gestart met voorbereidingen. Vorlopig operationeel tot april 2005 Operationeel MKB; 60% van de werknemers werkt in enkele grote bedrijven Schaalvoordelen door samenwerking met architecten, benchmarking, veel MKB in de sector, onafhankelijkheid, combinatie van reactieve (informatie) en proactieve ondersteuning, actieve benadering van bedrijven i.v.m. promotie loket Reactieve functie (informatie), moeizame aanlevering verzuimgegevens door arbodiensten, ondoorichtigheid van de keten, communicatie en draagvlak, korte termijn perspectief partijen en bedrijven, cultuurverschillen samenwerkende branches
NB: Tevens is er ter ondersteuning van het arboconvenant Uitgeverijbedrijf een informatieve website (Gezond uitgeven), gericht op het uitwisselen van kennis en ervaring rondom de convenantsthema’s.
44
STIGAS 6 Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Landbouw / agrarische sectoren Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Preventie arbiedsongeschiktheid, nadruk op veiligheid en gezonde arbeid
Inhoud dienstverlening:
Informatie en advies, uitvoering RI&E en PAGO, preventiespreekuur, voorlichting, cursussen, ondersteuning uitvoering arboconvenant
Doelgroep:
Alle werkgevers en werknemers in de agrarische sectoren
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Landelijk Stichting Stigas, Commit, diverse onderzoeksbureaus (o.a. TNO en DLO)
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid:
Sociale partners, Stichting Stigas, Commit, SAZAS Bestuur Stigas
Financieringsbronnen:
Werkgevers (tarieffinanciering), middelen vanuit de CAO en het arboconvenant
Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Niet bekend Een paritair bestuur stuurt aan, Stichting Stigas heeft uitvoering uitbesteed aan derden (o.a. Commit)
Doelstelling: Beoogd bereik:
Preventie, afname ziekteverzuim en WAO-instroom Iedereen die in de sector werkt
Werkelijk bereik:
32.000 bedrijven (grotendeels met personeel) zijn aangesloten
Overige effecten: Operationeel sinds:
Niet bekend 1986
Ontwikkelingsfase:
Operationeel 30.000 bedrijven met personeel, verder veel kleine zelfstandigen (+/- 70.000) Branchekennis, instrumenten op maat gemaakt voor kleine bedrijven en zelfstandigen, arboconvenant
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
Niet bekend
NB: Tevens biedt werkgeversorganisatie Cumela advies en ondersteuning bij het personeelsbeleid van ondernemers in de branche. Stigas verzorgt tevens de procesbegeleiding en coördinatie van het Arboconvenant Agrarische Sectoren (Agro en Arbo Werkt Beter).
6
Stigas staat voor Stichting Gezondheidszorg Agrarische Sector.
45
STICHTING VERVANGINGSFONDS/PARTICIPATIEFONDS (VF/PF) Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Onderwijssector Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Ziekteverzuim, arbeidsongeschiktheid en preventie
Inhoud dienstverlening:
Ondersteuning en advisering onderwijsinstellingen, ontwikkelen (zelfhulp)instrumenten, subsidiëring arboen reïntegratiebeleid, begeleiding ‘wachtgelders’, uitvoering instroomtoetsen
Doelgroep:
Directies en management van instellingen voor primair en voortgezet onderwijs, arbodiensten
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds:
Landelijk Stichting Vervangingsfonds, Stichting Participatiefonds, Loyalis, CFI, regioadviseurs, reïntegratiedeskundigen Stichting Vf/Pf, UWV-Uszo, Loyalis, CFI, ministerie OC&W Beide stichtingen worden bestuurd door een algemeen bestuur Scholen, ministerie OC&W, WAO-gelden Niet bekend De stichtingen worden aangestuurd door een paritair bestuur, de Uitvoeringsorganisatie Vervangingsfonds en Participatiefonds, Diensten Vf/Pf, Loyalis en diverse reïntegratiedeskundigen voeren het beleid uit Professionaliseren arbo- en verzuimbeleid, terugdringen ziekteverzuim Alle onderwijsinstellingen Alle onderwijsinstellingen Niet bekend Vervangingsfonds: 1992 Participatiefonds: 1995
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Niet bekend Niet bekend
Succesfactoren:
Persoonlijke begeleiding van individuele schoolbesturen door regioadviseurs, subsidiëring van individuele reïntegratietrajecten is succesvol
Faalfactoren:
Scholen willen meer maatwerk
46
SAS 7 Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Slagersbranche Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Verbetering arbeidsvoorwaarden m.b.t. ziekteverzuimbeheersing en reïntegratie, schadelastbeheersing Verzekeringen, arbodienstverlening, reïntegratie, advies en kwaliteitsbewaking
Doelgroep: Werkingsgebied:
Alle ambachtelijke slagerijen Landelijk
Beheer/uitvoering:
Interpolis Mens & Werk Verzekeringen, Onderlinge Waarborg Maatschappijen (OWM)
Samenwerkende partijen:
Sociale partners, Commit BV, Relan Werk, Fourstar, Alexander Calder, Interpolis Mens & Werk Verzekeringen
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Het bestuur van SAS Werkgevers betalen premies aan SAS
Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik:
85 personen in dienst bij Interpolis voor uitvoering SAS en SAZAS De stichting wordt bestuurd door een paritair bestuur en heeft Interpolis opdracht gegeven om de dienstverlening samen met derden uit te voeren. Terugdringen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, schadelastbeheersing Alle ambachtelijke slagerijen (+/- 2400)
Overige effecten:
Alle werkgevers die bij brancheorganisatie KNS zijn aangesloten Niet bekend
Operationeel sinds:
Gestart bij invoering Wulbz; Stichting en de OWM bestaan sinds 1998
Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Operationeel +/- 2400 bedrijven, waarvan 33 grote bedrijven
Succesfactoren:
Betrokkenheid bij de sector vanuit de verzekeraar, CAO-partijen in bestuur SAS (vergroot samenwerking en solidariteit), deelname aan SAS-regeling via brancheorganisatie verhoogt bereik
Faalfactoren:
Hoge initiële kosten voor oprichten van een OWM
Werkelijk bereik:
7
SAS staat voor Stichting Aanvullingsfonds Slagersbedrijf. SAS is een onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) en maakt onderdeel uit van de CAO.
47
SAZAS 8 Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Agrarische sector Type 3 (regieloket / opdrachtgever) Verbetering arbeidsvoorwaarden m.b.t. ziekteverzuimbeheersing en reïntegratie, schadelastbeheersing Verzekeringen, arbodienstverlening, reïntegratie, advies en kwaliteitsbewaking
Doelgroep: Werkingsgebied:
Werkgevers in de agrarische sector Landelijk
Beheer/uitvoering:
Interpolis Mens en Werk Verzekeringen Sociale partners, Commit BV, Relan Werk, Fourstar, Alexander Calder, Interpolis Mens & Werk Verzekeringen Het bestuur van SAZAS
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Werkgevers betalen premies aan SAZAS 85 personen in dienst bij Interpolis voor uitvoering SAS en SAZAS De stichting wordt bestuurd door een paritair bestuur en heeft Interpolis opdracht gegeven om de dienstverlening samen met derden uit te voeren. Terugdringen ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid, schadelastbeheersing Alle bedrijven in de agrarische sector 90% van de agrarische bedrijven is aangesloten (+/25.000 contracten voor +/- 100.000 werknemers)
Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
8
Gestart bij invoering Wulbz; Stichting in huidige vorm bestaat sinds 1998 Operationeel Niet bekend Betrokkenheid bij de sector vanuit de verzekeraar, CAO-partijen in bestuur SAS (vergroot samenwerking en solidariteit), deelname aan SAS-regeling via brancheorganisatie verhoogt bereik Hoge initiële kosten voor oprichten van een OWM
SAZAS staat voor Stichting Aanvullingsfonds ZW- en WAO-uitkeringen Agrarische Sector. SAZAS is een onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) en maakt onderdeel uit van de CAO.
48
VERNET
Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Relevante branchekenmerken:
Zorgsector, Catering Type 1 (administratief loket), 2 (kennis - en informatiecentrum) Verzuim- en verzuimkosteninformatie voor werkgevers, arbodiensten, brancheorganisaties, onderzoeksbureaus, (semi-) overheidsinstellingen Produceren/analyseren verzuimcijfers. Informatieverstrekking. Training en advies obv verzuimcijfers (aan de hand van verzuimsysteem Versys) Werkgevers, arbodiensten, brancheorganisaties, onderzoeksbureaus, (semi-) overheidsinstellingen Landelijk Vernet verzuimnetwerk bv; commercieel onafhankelijke rechtsvorm Directie Vernet Abonnees op Vernetoverzicht en/of Versys (werkgevers) en brancheorganisatie en andere opdrachtgevers die Verzuimmonitoren afnemen. Niet bekend Ophalen, bewerken, analyseren en terugkoppelen van cijfermatige verzuimgegevens of verzuimbestanden aan opdrachtgevers. De directie stuurt aan. Een gunstig bedrijfsresultaat. In principe alle bedrijven uit de zorgsector en catering met personeel. 1400 werkgevers, brancheorganisaties en SZW Lager verzuimpercentage: van 8% in 2000 tot 6,1% in 2003. 1997 Na gestart te zijn met een aantal werkgevers van verzorgingstehuizen een sterke groei doorgemaakt. Uitgebreid naar cateringbedrijven. Men overweegt uitbreiding naar gemeentelijke sector en onderwijs. Veel vrouwen, uiteenlopende branches en werkzaamheden, verzuim aanvankelijk hoog
Succesfactoren:
IT-deskundigheid Vernet, zorgvuldige datauitwisseling, groeiend bewustzijn werkgevers
Faalfactoren:
Soms problemen met aanleveren bestand werkgevers door personeelsverloop bij de instelling. Bestanden komen uit personeelsinformatiesysteem. Soms problemen bij overgang naar nieuw PI-systeem.
49
ARBOSERCICEPUNT HOO
Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Onderwijs, deelsector Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek Type 2 (kennis- en informatiecentrum) en 3 (regieloket / opdrachtgever) Verzuimbeleid, werkdruk en reïntegratie Voorlichting, advies, training, helpdesk, instrument- en beleidsontwikkeling Colleges van Bestuur, management, staf, P&O en medezeggenschap binnen HOO instellingen Landelijk Arboservicepunt HOO, ondergebracht bij Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO)
Samenwerkende partijen:
(Deel)convenantspartijen, werkgevers- en werklnemersorganisaties, SBO, BBC Onderwijs
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Stuurgroep HOO en BBC Onderwijs SZW, OCW, instellingen, SBO
Financieringsomvang:
Totaal budget convenantsperiode: € 4.537.802,Een paritaire stuurgroep stuurt aan, Arboservicepunt HOO voert uit
Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling:
Behalen doelstellingen arboconvenant: minder verzuim en werkdruk en bevorderen van reïntegratie langdurig zieken
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Alle instellingen Alle instellingen
Overige effecten:
Begin van bewustwording bij instellingen van de noodzaak tot cultuurverandering m.b.t. verzuimbeleid
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Sinds december 2000 Operationeel
Relevante branchekenmerken:
kleine branche (+/- 70 instellingen) Directe contacten instellingen, pilots zorgen voor bekendheid van het Servicepunt, workshops zorgen voor ondersteuning bij implementatievraagstukken Niet bekend
Succesfactoren: Faalfactoren:
NB: Er zijn 2 aparte Arbo Servicepunten opgericht in het kader van het Arboconvenant Onderwijs, één voor HOO en één voor BVE. Beide servicepunten opereren afzonderlijk, maar maken gebruik van dezelfde ‘backcoffice’ (SBO).
50
HEALTHY HAIRDRESSER Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Kappersbranche Type 2 (kennis- en informatiecentrum) en 3 (regieloket / opdrachtgever) Arbeidsomstandigheden, met specifieke voorziening voor kapperseczeem Informatie & helpdesk, doorverwijzing, behandeling sectorspecifieke aandoeningen, branchegerichte arbodienstverlening Kappersbedrijven Landelijk Interpolis, Commit, Centrum voor Huid en Arbeid (CHA), BBC Kappers
Samenwerkende partijen:
Convenantspartijen, verzekeraar, arbodienst, CHA, Orbis
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
BBC, ANKO Middelen uit arboconvenant
Beoogd bereik:
Voor de kapperspoli: €300.000 per jaar Arbodienstverlening: €450.000 per jaar De BBC is verantwoordelijk voor uitvoering van de convenantsafspraken, CHA voor de kapperspoli en Interpolis en Commit zorgen voor sectorspecifieke verzekeringen en arbodienstverlening Ondersteuning uitvoering arboconvenant, preventie en behandeling kapperseczeem, branchespecifieke aanpak verzuim Werkgevers en werknemers, leerling kappers
Werkelijk bereik:
Alle kappersbedrijven; 80% van de bedrijven maakt gebruik van de sectorspecifieke arbodienstverlening
Overige effecten: Operationeel sinds:
Niet bekend Sinds december 2001
Ontwikkelingsfase:
Operationeel; steeds verdergaande instrumentontwikkeling en samenwerkingsafspraken
Financieringsomvang:
Taken en verantwoordelijkheden:
Doelstelling:
Relevante branchekenmerken:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
MKB; veel jonge vrouwelijke werknemers, specifieke beroepsziekten Aansluiting bij bijeenkomsten in de branche, combinatie arbo en entertainment9, eisenpakket voor arbodienstverlening opgesteld waardoor rol opdrachtgever en taken arbodienst duidelijker worden, verzuimregelement in CAO opgenomen Onvoldoende beleid- en sturingsinformatie, ziektegevallen niet altijd gemeld door werkgevers
9
De Preview Tour (theatertournee) is bezocht door 12.000 kappers en heeft 2 prijzen gewonnen voor de originele manier waarop de doelgroep bereikt is.
51
REGIEPUNT REÏNTEGRATIE CONTRACTCATERING Sector/branche:
Thema:
Contractcatering Type 2 (kennis- en informatiecentrum) en 3 (regieloket / opdrachtgever) Reïntegratie van zieke werknemers
Inhoud dienstverlening:
Voorlichting & helpdesk, ondersteuning reïntegratie 2 e spoor, monitoring, benchmarking, coördinatie
Type voorziening:
Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Hele branche: 105 werkgevers met 20.000 werknemers Landelijk
Eindverantwoordelijkheid:
Extern bureau Werkgevers- en werknemersorganisaties, Stichting Kwaliteit van de arbeid (SKA), UWV, arbodiensten, reïntegratiebedrijven, verzekeraars Bestuur SKA
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
SKA (paritair geld t.b.v. arboconvenant) Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
Arboconvenant met daarin neergelegde afspraken, doelstellingen en werkplan vormen de basis.
Samenwerkende partijen:
Doelstelling: Beoogd bereik:
Ondersteunen van werkgevers en werknemers bij verminderen verzuim en WAO-instroom. Alle werkgevers (leden) en werknemers uit branche
Werkelijk bereik:
Bij 26 bedrijven heeft een verdiepend onderzoek plaatsgevonden naar mogelijkheden voor effectieve implementatie van convenantsdoelstellingen
Overige effecten:
Convenantdoelstellingen zijn gehaald: vermindering langdurig verzuim is met meer dan 1% gedaald (ca. 2,5%) en WAO-instroom met 40% (beoogd was 10%)
Operationeel sinds:
Ontwikkelingsfase:
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
2001 Aanvankelijk werd in voorlichting en advies veel samengewerkt met meerdere, grotere bedrijven. Gaandeweg ontstaat de indruk dat bedrijven bewuster worden en meer zelf oppakken. Komende tijd wordt actiever ingezet op bewustzijnsvergroting bij werknemers. 12 grote en 93 kleine werkgevers Niet bekend Communicatie: nog weinig publiciteit
NB: Er is tevens een Steunpunt Arbeidsmarkt en Werkgelegenheid Contractcatering ter ondersteuning van werkgevers. Hiertoe hebben de sociale partners een samenwerkingsverband met Achmea afgesloten.
52
ARBOUW Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Bouwnijverheid Type 2 (kennis- en informatiecentrum) en 3 (regieloket / uitvoerder en opdrachtgever) Arbeidsomstandigheden, ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Onderzoek & ontwikkeling, voorlichting, helpdesk, cursussen, bedrijfsgezondheidszorg, kennisinstituut
Doelgroep: Werkingsgebied:
Werkgevers en werknemers in de bouwnijverheid Landelijk
Beheer/uitvoering:
Stichting Arbouw Werkgevers- en werknemersorganisaties, arbodiensten Paritair bestuur en directie
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase: Relevante branchekenmerken:
Succesfactoren:
Faalfactoren:
Werkgevers- en werknemersorganisaties, aangesloten leden. Individuele leden betalen niets voor de collectief afgesloten arbodienstverlening Niet bekend Brancheorganisaties zitten in bestuur Arbouw. Arbouw stuurt vooraf geselecteerde arbodiensten (23) aan, financiert achteraf en geeft scholing bij reïntegratie /casemanegement Terugdringen ziekteverzuim en WAO-instroomrisico, verlaging administratieve lastendruk In principe gehele bedrijfstak Ca 80 – 85% neemt diensten af van geselecteerde arbodiensten Ziekteverzuim en WAO % liggen nu op gemiddeld niveau (lagen aanvankelijk fors erboven) Begin jaren ’80: eerste aanzet (vooral op gezondheid gericht). In 1989: uitbreiding met veiligheid (preventie), waardoor Arbouw ontstond. Operationeel Ca 25-30.000 bedrijven: ¾ MKB en 280.000 werknemers Veel kennis over de bedrijfstak, uitgebreid en deskundig dienstverleningsapparaat, vermindering administratieve lasten werkgever, regie in handen van branche, collectieve sectorgewijze aanpak (belangrijk vanwege diversiteit in structuur bedrijfstak) Meer behoefte aan controle op de kwaliteit van de uitvoering door arbodiensten. Werkgevers met eigen arbodienst worden niet bereikt.
NB: Tevens is er ter ondersteuning van het Arboconvenant Bouw een informatieve website (Werkgoed), gericht op het uitwisselen van kennis en ervaring rondom de convenantthema’s.
53
ARBOSERVICEPUNT BVE
Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering: Samenwerkende partijen:
Onderwijs, deelsector Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie Type 2 (kennis- en informatiecentrum) en 3 (regieloket / inkoper, opdrachtgever) Verzuimbeleid, werkdruk en reïntegratie langdurig zieken Voorlichting, advies, training, helpdesk, instrumentontwikkeling Colleges van Bestuur, management, staf, P&O en medezeggenschap binnen BVE instellingen Landelijk Arboservicepunt BVE, ondergebracht bij Sectorbestuur Onderwijsarbeidsmarkt (SBO) (Deel)convenantspartijen, werkgevers- en werknemersorganisaties, SBO, BBC Onderwijs
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen:
Stuurgroep BVE en BBC Onderwijs SZW, OCW, instellingen, SBO
Financieringsomvang:
Totaal budget convenantsperiode: € 4.537.802,Een paritaire stuurgroep stuurt aan, arboservicepunt voert uit Behalen doelstellingen arboconvenant: minder verzuim en werkdruk en bevorderen van reïntegratie langdurig zieken Alle instellingen
Taken en verantwoordelijkheden: Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik: Overige effecten:
Alle instellingen Begin van bewustwording bij instellingen van de noodzaak tot cultuurverandering m.b.t. verzuimbeleid
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Sinds 1 maart 2001 Operationeel
Relevante branchekenmerken:
Kleine branche (+/- 70 instellingen) Directe contacten instellingen, pilots zorgen voor bekendheid van het Servicepunt, workshops zorgen voor ondersteuning bij implementatievraagstukken Niet bekend
Succesfactoren: Faalfactoren:
54
STICHTING REMEDIUM 10 Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Drogisterijen en tabaksdetailhandel Type 1 (administratief loket) en 3 (regieloket / uitvoerder) Ziekteverzuim en reïntegratie
Inhoud dienstverlening:
Registratie ziek- en herstelmeldingen, casemanagement, coördineren van verzuimbegeleiding
Doelgroep: Werkingsgebied:
Leden van de KNDB en NSO Landeljik
Beheer/uitvoering:
Eindverantwoordelijkheid:
Stichting Remedium Achmea Arbo, Commit, Argonaut, Zilveren Kruis Achmea, Achmea Inkomensverzekeringen Bestuur Remedium (brancheorgansiaties en Achmea)
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
NSO, KNDB, Achmea, leden brancheorganisaties Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
Remedium voert casemanagement en verwijst na melding door naar arbodienst, UWV of andere instantie.
Samenwerkende partijen:
Doelstelling: Beoogd bereik:
Terugdringen schadelast ziekteverzuim en WAOinstroom, administratieve lastenverlichting In principe alle leden van de brancheorganisaties
Werkelijk bereik:
300 van de 750 KNDB-leden zijn aangesloten (+/3500 werknemers) Aantal aangemelde zieke werknemers in 2002: 1200
Overige effecten: Operationeel sinds:
Daling verzuim en versnelde aanpak reïntegratie 1998
Ontwikkelingsfase:
Operationeel. Sinds kort richt de dienstverlening zich ook op reïntegratie 2 e spoor (Stichting Werk (t))
Relevante branchekenmerken:
MKB, De branche bestaat uit een klein aantal werkgevers
Succesfactoren:
Invulling casemanagement, beperkte schaalgrootte branche (waardoor goede kennis van de bedrijven), zakelijke verhoudingen brancheorganisaties en verzekeraar
Faalfactoren:
Aanpak en werkwijze van Remedium past bij beperkte schaalgrootte. Forse groei is daarmee niet mogelijk.
10
De Stichting Remedium is opgericht vanuit de drogisterijenbranche. Daarnaast is Remedium BV opgericht, dat commercieel werkt om meer branches te laten profiteren van het aanbod. Inmiddels zijn een aantal brancheloketten opgericht die allemaal het concept van de Stiching Remedium volgen: Hibin Zorg (bouw toeleveringsbedrijven), Vaco Zorg (banden- en wielenbranche) , Frugi Venta (agrarische groothandel / Groente en fruit), Bruna (lectuur) DLR (lederwaren en reisartikelen) en Modint (mode & interieur).
55
REÏNTEGRATIECENTRUM WEGVERVOER
Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep: Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Vervoer & Logistiek, vooral beroepsgoederenvervoer over de weg Type 1 (administratief loket), en 3 (regieloket / uitvoerder) Reïntegratie, verzuimbegeleiding, verzuimregistratie Casem anagement, advies, registratie en doormelden ziek- en herstelmeldingen Werkgevers en werknemers beroepsgoederenvervoer Landelijk Reïntegratiecentrum Wegvervoer (RCW), BGZ Wegvervoer, 5 arbodiensten, vele reïntegratiebedrijven Reïntegratiecentrum Wegvervoer (RCW), BGZ Wegvervoer, 5 arbodiensten, vele reïntegratiebedrijven, 3 verzekeraars Bestuur RCW, bestaande uit sociale partners Sociale partners, verzekeraars, individuele werkgevers Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
De directie stuurt aan, diverse afdelingen binnen BGZ ondersteunen11, diverse partijen (arbodiensten, adviseurs, reïntegratiebedrijven etc.) voeren uit
Doelstelling: Beoogd bereik:
Ondersteuning reïntegratieprocessen, preventie Gehele branche
Werkelijk bereik: Overige effecten:
Niet bekend Niet bekend
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
Begin 2003 Operationeel.
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
Vooral middelgrote bedrijven Niet bekend Niet bekend
11
Het Reïntegratiecentrum is gehuisvest bij BGZ Wegvervoer en BGZ Wegvervoer verzorgt de overheadactiviteiten van het Reïntegratiecentrum (Servicedesk, adminis tratie, gegevensverwerking, automatisering, onderzoek).
56
NUVO REÏNTEGRATIEDIENST Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening:
Optiekbranche Type 1 (administratief loket) en 3 (regieloket / uitvoerder, opdrachtgever) Stroomlijning dienstverlening op het gebied van ziekteverzuim, reïntegratie Registratie en analyse van ziekmeldingen, inschakelen casemanagement, informatiesite
Doelgroep: Werkingsgebied:
Aangesloten werkgevers bij Nuvo: 170 Landelijk
Beheer/uitvoering:
Eindverantwoordelijkheid:
CS Works Nuvo, Commit BV, Relan Werk, CS Works, Goudse verzekeraar Nuvo
Financieringsbronnen: Financieringsomvang:
Nuvo, Goudse verzekeraar en CS Works Niet bekend
Taken en verantwoordelijkheden:
Werkgever meldt ziektegeval bij Nuvo. Deze verwijst door naar CS Works als er sprake is van (verwacht) langdurig verzuim. Werkgever doet ziekmelding bij eigen arbodienst.
Doelstelling:
Administratieve lastenverlichting, collectieve regelingen waardoor inkoopvoordeel
Samenwerkende partijen:
Overige effecten:
Alle Nuvo-leden: 800 werkgevers met +/- 8.400 werknemers Aantal aangemelde zieke werknemers in 2002: 64. In 2003: 163 Niet bekend
Operationeel sinds: Ontwikkelingsfase:
2002 Operationeel
Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
Faalfactoren:
Werknemers zijn in het algemeen hoog opgeleid, weinig verzuim Maak het de werkgever gemakkelijk en geef zekerheid, kostenvoordeel Afstemming tussen arbodienst, reïntegratiedienstverlening en verzekeraar; ontbreken van goede beleids - en managementinformatie door gebrekkig registratiesysteem
57
REA DIRECT
Sector/branche: Type voorziening: Thema: Inhoud dienstverlening: Doelgroep:
Metaaltechnische Bedrijfstakken en Mobiliteitsbranche Type 1 (administratief loket) en 3 (regieloket / inkoper, uitvoerder en opdrachtgever) Langdurig verzuim en reïntegratie Advies bij ziekteverzuim, verzuimregistratie, inschakelen van interventiebedrijven (casemanagement) Aangesloten bedrijven bij Achmea verzekeringen (1640 met 14.000 werknemers)
Werkingsgebied: Beheer/uitvoering:
Landelijk Rea Direct
Samenwerkende partijen:
Metaalunie, Bovag, Achmea Arbo, ArboNed, ArboUnie, Maetis Arbo, Argonaut, Centraal beheer Achmea, MN Services
Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Koninklijke Metaalunie en Bovag Brancheorganisaties, verzekeraars. Via schadelastbeperking wordt getracht financieringsvoordeel te behalen Niet bekend Verantwoordelijkheid voor reïntegratie ligt bij individuele werkgevers. Verantwoordelijkheid voor casemanagement ligt bij het loket.
Beoogd bereik:
Bieden van ondersteuning van leden bij terugdringen verzuim. Alle leden van beide brancheorganisaties
Werkelijk bereik: Overige effecten: Operationeel sinds:
Aantal aangemelde zieke werknemers in 2002: 2000 Niet bekend 2002
Ontwikkelingsfase:
Na pilotfase is het loket in 2002 operationeel geworden. Stroomlijning van gegevens bereikt in 2003. Het loket wil dienstenpakket in 2004 uitbreiden.
Doelstelling:
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren: Faalfactoren:
58
MKB; vooral kleine bedrijven (tot 50 werknemers) zijn aangesloten Goed gestroomlijnde uitvoeringsprocessen en goed op elkaar afgestemde belangen Werkgevers melden niet alle ziektegevallen
BGZ WEGVERVOER
Sector/branche: Type voorziening: Thema:
Inhoud dienstverlening:
Vervoer & Logistiek, vooral beroepsgoederenvervoer over de weg Type 1 (administratief loket), 2 (kennis - en informatiecentrum) en 3 (regieloket / inkoper, uitvoerder en opdrachtgever) Arbozorg, veiligheid en gezondheid, verzuim, loket voor ziek- en herstelmeldlingen aan arbodienst Collectieve inkoop arbodienstverlening, ondersteuning arbodiensten, kwaliteitsbewaking, voorlichting-, kennis en onderzoekscentrum, servicedesk, conflictbemiddeling, registratie en doormelden ziek-/herstelmeldingen
Doelgroep: Werkingsgebied:
Werkgevers en werknemers beroepsgoederenvervoer Landelijk
Beheer/uitvoering:
Stichting BGZ Wegvervoer BGZ, Reïntegratiecentrum Wegvervoer (zusterbedrijf), 4 arbodiensten, vele reïntegratiebedrijven, 3 verzekeraars
Samenwerkende partijen: Eindverantwoordelijkheid: Financieringsbronnen: Financieringsomvang: Taken en verantwoordelijkheden:
Doelstelling: Beoogd bereik: Werkelijk bereik:
Bestuur BGZ, bestaande uit sociale partners Sociale partners, verzekeraars, individuele werkgevers, O&O-fonds Niet bekend De directie stuurt aan, diverse afdelingen binnen BGZ (secretariaat, automatisering, administratie, adviseurs en het Servicedesk) ondersteunen; diverse partijen (arbodiensten, adviseurs, reïntegratiebedrijven etc.) voeren uit Bevordering van arbo- en verzuimbeleid in de sector tegen een gunstige prijs -prestatieverhouding Gehele branche Aantal aangesloten werkgevers: +/- 5.000 (+/- 80%) met 100.000 werknemers. Aantal aangemelde zieke werknemers in 2002: 82.000. Info voor gehele bedrijfstak
Overige effecten: Operationeel sinds:
Het verzuim is gedaald in 2002 1988
Ontwikkelingsfase:
Operationeel. Nadruk op preventie, sinds 1994 ook op verzuim gericht en vanaf 2000 is de aandacht verschoven naar vroegtijdige reïntegratie (zie RCW)
Relevante branchekenmerken: Succesfactoren:
Faalfactoren:
Vooral kleine- en middelgrote bedrijven Deskundigheid en sectorkennis, bewustwording bij werkgevers , regierol bij de brancheorganisatie en het brede dienstenaanbod Slecht functioneren van arbodienst (traag, te medisch, slechte interne aansturing, gebrekkige registratie), te hoog tarief, informatievoorziening naar bedrijven
59
BIJLAGE 2: OVERZICHT VAN KETENDIENSTVERLENERS
Conglomeraten, marktpartijen en allianties tussen (zorg) verzekeraars, arbodiensten en reïntegratiebedrijven, stand van zaken januari 2004
VGZ-IZA Groep Bank
Verzekeraar
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
VGZ
Maetis Arbo1
IZZ
Falke & Verbaan
SIZ
Reïntegratie/ Uitzendbureau Maetis Reïntegratie Centrale VGZ Bedrijfszorgpakket IZA Bedrijfszorgpakket
Loyalis Ziektekostenp lan IZA IZR ZRA IAK 2 Interpolis (label) 1: PGGM 51%, VGZ 49% 2: Geen eigendom; samenwerking
ABP Loyalis Bank
Verzekeraar
Pensioenfonds
NIB Capital
Loyalis Verzekeringen
ABP Loyalis Pensioenfond Ziektekostens plan1
Loyalis Spaarfonds Obvion Hypotheken 1: VGZ is risicodrager
60
Zorgverzekeraar
Arbodienst Maashorst Arbo Advies
Reïntegratie/ Uitzendbureau Loyalis Mens & Werk
PGGM Bank
Verzekeraar
NIB Capital
Careon Verzekeringen
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
PGGM
Arbodienst Falke & Verbaan
Reïntegratie/ Uitzendbureau Maetis Reïntegratie Centrale
Maetis Arbo
Rabobank/Interpolis Bank
Verzekeraar
Rabobank
Interpolis
Robeco
Sterpolis
Obvion Hypotheken1
Mens & Werk Verzekeringen
Lage Landen Leasing
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Relan Pensioen Van Spaendonck BEON
Interpolis Commit Arbo Ziektekosten2 Relan Arbo
G.U.O.
Arbodienst
Prevend Rabobank Arbodienst
Reïntegratie/ Uitzendbureau Mens & Werk Bedrijfszorg Relan Werk Relan Interventie Centrum Meditel BEON Advies Tredin Pien een loket Compaan BMG-Groep Interpolis Werk Effect
1: Rabo 70%, ABP 30% 2: Met als risicodrager Zilveren Kruis
61
Achmea Eureko
1
Bank
Verzekeraar
Staal Bankiers Woonfonds Hypotheken Europa Bank
Centraal Beheer Avero
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
PVF
Achmea Zorg
Achmea Arbo
F&C Asset Management
Zilveren Kruis
GAK Verzekeringen FBTO
Groene Land
Top Land
PWZ
Royal Sun & Alliance
Eurocross
Reïntegratie/ Uitzendbureau Argonaut Achmea Health Center Verzuim Alert
FBTO
Verzuim Prevent Achmea/ Nuon Woonservice Plato
Achmea Health Service
Winnock
Pim Mulier Leefstijlcentrum OCA MediNova 1: Rabobank 5% belang in Eureko, Eureko is 75% belang Achmea
Fortis A.S.R. Bank
Verzekeraar
Pensioenfonds
Fortis Bank
Stad Rotterdam Mees Pierson Amev Amersfoortse Woudsend De Europeesche Falcon 1: OZ 75%, Amersfoortse 25% 2:Samenwerking met Stad Rotterdam 3:Fortis A.S.R. 50%, Nationale Nederlanden 50%
62
Zorgverzekeraar
Arbodienst
OZ1
Arbo-Duo3
Amev Zorg SR. Zorgverzekeraar DSW2 Amersfoortse
Reïntegratie/ Uitzendbureau Effort Care Keerpunt3
Delta Lloyd Zorgverzekeraar
Arbodienst
Delta Lloyd
Ohra Zorg
ArboNed1
Ohra
Delta Lloyd Zorg
Ohra Arbo
Bank
Verzekeraar
Ohra Bank Delta Lloyd Bank
Pensioenfonds
Reïntegratie/ Uitzendbureau Verzuim Effect2 Zorganize
ABN AMRO verzekeringen 2
1: Eigendom Centraal Beheer, Amerfoortse/Stad Rotterdam, Nationale Nederlanden, Delta Lloyd 2: Samenwerking met Tempo Team Traject, Manpower Reintegratie, Medio-Nova, Gezonde Zaak, Winnock 3: Joint Venture Delta Lloyd 51%, ABN AMRO 49%
Agis Groep Bank
Verzekeraar
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar Agis
Arbodienst o. a. Arbo Unie
Reïntegratie/ Uitzendbureau Verzuim Interventie Plan
Cardian
Menzis Bank
Verzekeraar NVS Income Care
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
Geové
Arduyn
Amicon
Arbodienst Gezondheids zorg
NVS
Reïntegratie/ Uitzendbureau Prové Reïntegratie Expresroute
Amicon Gezond in Bedrijf
Rijnmond DKV Nederland
63
Aegon Bank
Verzekeraar
Axent Aegon CNV
Aegon
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
Aemergo
Spaarbeleg BNG
Reïntegratie/ Uitzendbureau Verzuim Expertise Centrum 1 Gezond Werkplan1
1: In samenwerking met Kliq
ABN AMRO Bank
Verzekeraar
ABN AMRO
ABN AMRO Verzekeringen1
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
Reïntegratie/ Uitzendbureau
ABN AMRO Arbo
1: Joint Venture Delta lloyd 51%, ABN AMRO 49%
ING Groep Bank
Verzekeraar
ING BANK
Nationale Nederlanden
C+E Bank
SFB Verzekeringe n Movir Artsen Onderling Apollonia RVS
Postbank Regiobank
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Nationale Nederlanden Pensioen
Nationale Nederlanden Zorg
Arbodienst SFB Arbo
Reïntegratie/ Uitzendbureau Keerpunt1
Arbo Duo2
1: Samenwerking met Arbo Ned, 50% Nationale Nederlanden, 50% Fortis A.S.R. 2: Fortis A.S.R. 50%, Nationale Nederlanden 50%
Arbo-Unie Bank
Verzekeraar
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst Arbo Unie
64
Reïntegratie/ Uitzendbureau Arbo-Alert Fysarbo Fysergo o.a. Start
SNS Reaal Groep Bank
Verzekeraar
SNS Bank ASN Bank
Hooge Huys Proteq Verzekeringen Reaal Overlijdens zorg Zürich Nederland
BLG Hypotheken CVB Bank
Pensioenfonds
Zorgverzekeraar
Arbodienst
Reïntegratie/ Uitzendbureau
65