Magazine 2014-2015 #2
Reportage Een dag uit het leven van een danser Interviews Sebastiaan van Bavel Jan Daems Janine Stubbe Neil Wallace
Saxofonist Bart Wirtz:
‘Je eigen pad kiezen’
1
Studentenportretten Cynthia Castaños Ralph Öllinger Joia Rath Timo Tembuyser
The Big Day in de Doelen Zaterdag 28 maart 2015, van het middaguur tot midden in de nacht, zijn alle theaterzalen, hallen en foyers van de Doelen in Rotterdam voor de tweede maal het toneel van The Big Day. Na de succesvolle eerste editie van dit non-stop muziek-, dans- en circusevenement, in april 2013, was een vervolg niet meer dan logisch. Het programma vind je te zijner tijd op de (nieuwe) website van Codarts. In 2013 danste de toenmalige derdejaarsstudente Jouke Istar Rouwenhorst in de hal van de Grote Zaal van de Doelen (zie foto) samen met haar jaargenoot Duarte Fernandes (niet zichtbaar op de foto) een duet uit Once a Tango van choreografe Neel Verdoorn. De live-muziek daarbij werd verzorgd door OTRA, het tango-orkest van Codarts onder leiding van Leo Vervelde. Beide dansers zijn in de zomer van 2014 afgestudeerd. Het orkest vierde
Foto Roelof Mulder.
vorig jaar z’n 20-jarig bestaan.
2
3
Magazine schooljaar 2014-2015 #2
The Big Day in de Doelen
Portret: Ralph Öllinger
Zaterdag 28 maart 2015, van het middaguur tot midden in de nacht, zijn alle theaterzalen, hallen en foyers van de Doelen in Rotterdam voor de tweede maal het toneel van het non-stop muziek-, dans- en circusevenement The Big Day.
Derdejaarsstudent Circus Arts.
pagina 2 & 3
Bart Wirtz Vanwege z’n flexibele en veelzijdige stijl, z’n eigen geluid en z’n openminded benadering van jazz wordt hij beschouwd als één van de beste jonge Europese saxofonisten van vandaag: Bart Wirtz, in 2002 afgestudeerd aan het toenmalige Rotterdams Conservatorium (nu Codarts). pagina 6, 7 & 8
Nieuw website Hier móet je zijn. Hier wíl je zijn. Dat is het gevoel dat aankomende studenten moeten krijgen als ze een bezoek brengen aan de nieuwe website van Codarts. pagina 9
Portret: Joia Rath
pagina 11
Neil Wallace De Doelen is niet alleen een naaste buur van Codarts, maar ook een belangrijke samenwerkingspartner. Een gesprek met Neil Wallace, hoofd programmering van het concertgebouw. pagina 12 & 13
Een dag uit het leven… Naast vele hoogtepunten hebben de dansstudenten van Codarts natuurlijk ook hun doorsnee doordeweekse dagen. Hoe ziet zo’n dag eruit? Marie-Louise Hertog vertelt.
Twee nieuwe gezichten Janine Stubbe (lector Excellence and Wellbeing) en Jan Daems (hoofd van de bacheloropleiding Circus Arts) zijn twee nieuwe gezichten bij Codarts. Ter kennismaking legt Codarts Magazine hen ieder vijf vragen voor. pagina 18 & 19
Sebastiaan van Bavel Pianist/componist Sebastiaan van Bavel, vierdejaarsstudent aan de Jazzopleiding, is de winnaar van de Edison Jazz Nationaal 2014. pagina 20 & 21
Codarts Symphony Orchestra
Portret: Timo Tembuyser
De circa zestig musici van het Codarts Symphony Orchestra viel de eer te beurt te mogen repeteren onder leiding van niemand minder dan Yannick Nézet-Séguin.
Eerstejaarsstudent Muziektheater.
pagina 22 & 23
pagina 14 & 15
pagina 16
Portret: Cynthia Castaños Tweedejaarsstudente Master Muziek. pagina 17
Vierdejaarsstudente Pop / zang.
Highlights Iets meer dan een handvol korte berichten. pagina 24 & 25
18
Beste lezer, We schreven het al eerder: jazz is stevig geworteld in Rotterdam. Mede dankzij het North Sea Jazz Festival (dat in 2015 plaatsvindt op 10, 11 en 12 juli) en podia als LantarenVenster, Dizzy, BIRD en de Doelen. En natuurlijk óók vanwege de Jazzopleiding van Codarts. Deze editie van Codarts Magazine bevat een interview met een oud-student en met een vierdejaarsstudent van deze opleiding: saxofonist Bart Wirtz (pagina 6) en pianist Sebastiaan van Bavel (pagina 20). Beide heren zijn winnaar van een Edison; Bart kreeg zijn prijs in 2012, Sebastiaan vorig jaar. Naast de Jazzopleiding krijgt ook de Doelen ruim aandacht in deze uitgave. En dat is niet voor niets: het concertgebouw is niet alleen een naaste buur van Codarts, maar ook een belangrijke samenwerkingspartner. Lees de artikelen op pagina 2 en pagina 12. Op pagina 22 zie je de circa zestig musici van het Codarts Symfonie Orkest in actie in de Grote Zaal van de Doelen, onder leiding van niemand minder dan Yannick Nézet-Séguin. Verder vind je in deze uitgave vier studentenportretten, een reportage over het dag uit het leven van een dansstudent en een kennismakingsinterview met twee nieuwe gezichten bij Codarts: Janine Stubbe (lector Excellence and Wellbeing) en Jan Daems (hoofd van de bacheloropleiding Circus Arts). We wensen je veel lees- en kijkplezier met deze uitgave van Codarts Magazine. Het volgende nummer verschijnt in augustus 2015.
pagina 10
De redactie
4
22
Foto Felipe Pires de Brito.
Foto Marcel van Oostrom.
20
Foto Jan Hordijk.
16
Foto Marcel van Oostrom.
14
Foto Frank Hanswijk.
12
Foto Frank de Graaf.
6
5
Codarts Magazine Jaargang 12, nummer 2 Januari 2015 Codarts Magazine, een uitgave van Codarts Rotterdam, verschijnt twee maal per schooljaar. Stuur voor een gratis abonnement een e-mail naar
[email protected]. Redactie Hans Boerrigter Geertje Cornelissen Claudia Klaassen Cindy Moerman Karlijn Verschoor Vertaling Leo Reijnen e.a. Basisontwerp 75B, Rotterdam Vormgeving HollandsOntwerp, Rotterdam Druk Veenman+, Rotterdam Codarts Magazine Kruisplein 26 3012 CC Rotterdam 010-2171172
[email protected] Foto omslag: Frank de Graaf
Bart Wirtz: ‘Ik ben een laatbloeier. Aanvankelijk was ik een bandjesman.’
Bart Wirtz
‘Je eigen pad kiezen’ Vanwege z’n flexibele en veelzijdige stijl, z’n eigen geluid en z’n open-minded benadering van jazz wordt hij beschouwd als één van de beste jonge Europese saxofonisten van vandaag. In 2002 studeerde hij af aan het toenmalige Rotterdams Conservatorium (nu Codarts). Na een tijd in meerdere bands te hebben gespeeld, maakte hij in 2009 z’n eerste soloplaat. Voor z’n tweede album ontving hij de Edison Jazzism Publieksprijs 2012. En eind vorig jaar verscheen z’n derde cd. Een gesprek met Bart Wirtz.
Er is nooit een moment geweest dat hij bewust heeft gekozen voor de altsax, zegt Bart Wirtz (Leiderdorp, 1976). ‘Het is geleidelijk aan mijn instrument geworden. Rolf Delfos was m’n eerste leraar; ik kreeg privéles van hem. Wel wist ik al vroeg dat ik na de middelbare school naar een conservatorium wilde. Het toenmalige Rotterdams Conservatorium – internationaal, goeroes op elk vakgebied – had een enorme aantrekkingskracht op mij. Ik ging er heen met het idee: ik word jazzmuzikant en dan ga ik de wereld over. Toen kwam ik daar, in het gebouw in de Willem Buytewechstraat… Het was overweldigend, ik moest echt acclimatiseren. Voor mijn gevoel kon ik bijna helemaal niks. Op de middelbare school speelde ik in een funkbandje; als je optrad, was je the man. Maar op het conservatorium liepen allemaal jongens rond die heel goed konden spelen. Stap voor stap, met Jasper Blom als docent, ben ik m’n instrument beter gaan beheersen.’
de verschillende studierichtingen van de afdeling Wereldmuziek en speelde in wereldmuziekensembles.’ ‘De band Monsieur Dubois is op het conservatorium ontstaan. We speelden funk, soul jazz, jungle beats. Daar heb ik veel aan gehad. Young Sinatras, een bigband met een zanger, stamt ook uit die periode. Later is daar The Very Next uit voortgekomen. Inmiddels ben ik gestopt met die bands. Nu speel ik in Artvark Saxophone Quartet. En in het twaalfkoppige New Rotterdam Jazz Orchestra, dat projectmatig werkt.’ In 1999 won Bart de Erasmus Jazz Prijs, de jaarlijkse prijs voor de beste jazzstudent van het Rotterdams Conservatorium (nu Codarts). ‘Die prijs heeft me destijds een ontzettende boost zelfvertrouwen gegeven en een mogelijkheid om iets meer van mezelf te laten zien. Bovendien dwingt de prijs je om, zowel van tevoren als naderhand, na te denken over je eigen muzikale richting. Voor de ontwikkeling naar een volwaardig muzikantschap is dat essentieel.’
Foto Frank de Graaf.
‘Ik was van nature een beetje lui. Zo’n opleiding echter verwacht van je dat je dagelijks flink wat uren studeert. Die discipline vond ik lastig. Ben van den Dungen, destijds ook al docent, heeft me bij de kladden gegrepen. Hij peperde me in: ‘Je moet werken op dat ding!’ Die push heeft mij toen enorm verder geholpen.’ Op het conservatorium maakte hij deel uit van ‘een intiem groepje’, vertelt Bart. ‘Dat heb ik als heel tof ervaren. Ik vond het ook leuk dat het een open opleiding was. Ik kwam er bijvoorbeeld in aanraking met
6
Ook zijn tijd in New York gaf hem een boost. Nadat hij in Rotterdam was afgestudeerd, woonde en studeerde hij een half jaar in The Big Apple. Bart: ‘Het conservatorium had me aangeraden een beurs aan te vragen. Die heb ik toen gekregen, van het VSBfonds. Ik heb in New York privéles gehad van mensen als Gary Bartz en Steve Wilson. Gewel-
7
Nieuwe website
‘Op het conservatorium liepen allemaal jongens rond die heel goed konden spelen.’ dig. En verder deed ik mee met jamsessies en bezocht ik concerten. Een gave stad! Veel muziek, veel muzikanten. Die periode in New York heeft m’n perspectief verbreed. Als je nooit buiten je eigen vertrouwde omgeving komt, raak je wellicht de touch met de realiteit kwijt; veel van de mensen met wie je omgaat vinden immers hetzelfde goed. Wat ik me daar realiseerde was dat ik uit m’n cirkel moest stappen. Je moet durven je eigen pad te kiezen. Dat klinkt als een cliché, maar voor veel muzikanten is dat moeilijk.’
eerstvolgende North Sea Jazz Festival (editie 2012) waarvoor Bart werd uitgenodigd. De festivalprogrammeur stelde toen voor om meestertrompettist Sean Jones te vragen. En aldus geschiedde. ‘Dat was zo onwijs kicken! Het klikte meteen tussen ons,’ vertelt Bart. Tot z’n grote vreugde kreeg de samenwerking in 2014 een vruchtbaar vervolg op z’n derde plaat: Interview – ‘Bart Wirtz feat. Sean Jones’ (genomineerd voor de Edison Jazzism Publieksprijs 2014). Bart – die onlangs met z’n vriendin en hun twee dochters (2 en 5 jaar) van Amsterdam naar Leiden verhuisde – is niet alleen actief als muzikant, hij maakt ook een radioprogramma, samen met Rolf Delfos: Dutch Jazz op Sublime FM (elke dinsdag van 22.00 tot 23.00 uur). ‘Dat is te gek. De muziek die we draaien, moet op de een of andere manier een Nederlands tintje hebben. Dat kan dus ook een nummer zijn van een buitenlandse student die bij Codarts de jazzopleiding volgt. Elke week bespreken we een nieuwe cd en we hebben een concertagenda. Iedereen kan input leveren; we laten ons graag verrassen.’ Waarvan akte.
‘Mijn pad? Ik ben een laatbloeier. Aanvankelijk was ik een bandjesman. Monsieur Dubois, Young Sinatras, The Very Next – daar heb ik heel veel en met veel plezier mee gespeeld. Toch voelde ik steeds de behoefte om solo dingen te gaan doen. Na m’n eerste plaat, die uitkwam in 2009, ben ik me meer gaan focussen op solodingen. Naar aanleiding van dat album, Prologue, kreeg ik het aanbod om in New York een cd op te komen nemen.’ Dat werd iDreamer, die in 2011 verscheen en waarmee Bart de Edison Jazzism Publieksprijs 2012 won. Hij nam iDreamer op met een pianist, een bassist en een drummer uit New York en een trompettist uit New Orleans, de virtuoze Nicholas Payton. Die kon niet meespelen op het
Je voelt het. Je ziet het voor je. Dit is waar je wil zijn de komende jaren. Dit is de school die jou gaat klaarstomen voor je weergaloze carrière. Als danser, circusartiest, musicus, docent, zanger, acteur, danstherapeut. Hier móet je zijn. Hier wíl je zijn. Dat is het gevoel dat aankomende studenten moeten krijgen als ze een bezoek brengen aan de nieuwe website van Codarts.
Foto Joke Schot.
bartwirtz.com sublimefm.nl
Bart Wirtz op het podium van LantarenVenster in Rotterdam (mei 2014), met Sean Jones (midden) en Jeroen Vierdag (rechts).
8
De ultieme beleving codarts.nl is dé plek om talenten enthousiast te maken en te werven. Daarom geeft de website hen een kijkje in het echte leven van Codartsstudenten. ‘Maar,’ vertelt Karlijn Verschoor van de afdeling Communicatie & PR, ‘op de site zie je niet alleen de fancy future, maar ook het echte werk. Niet alleen de glamour, ook de werkplaats. De weg naar de top is niet altijd makkelijk, maar absoluut de moeite waard. Voor die studenten die er écht voor gaan. Die artiestenbloed hebben, bereid zijn hard te werken en de top willen bereiken.’ De website geeft onder meer een letterlijk kijkje achter de schermen
door de koppeling aan een Instagramaccount waarop studenten eigen foto’s kunnen posten, een soort live-dagboek. Daarnaast biedt de site vooral veel relevante informatie voor aanstaande studenten; denk aan toelating, collegegeld, huisvesting en (het aanvragen van) scholarships. ‘Vragen die eigenlijk heel logisch zijn als je als (buitenlandse) student naar informatie zoekt om je aan te melden bij Codarts, maar waarop het antwoord eerder niet op de website te vinden was.’ Belangrijk is dat de site makkelijk is in het gebruik. Bezoekers dienen in weinig kliks te kunnen vinden wat ze zoeken. Zeker gezien de jonge doel-
9
groep, moet de site ook op een mobiel goed te zien zijn. ‘We hebben het ontwerp uitvoerig getest en zijn erg tevreden over het resultaat. Maar we horen het graag als er nog wensen zijn of iets onverhoopt toch niet (prettig) werkt. Ondertussen blijven we door ontwikkelen om de site verder tot leven te brengen. Bijvoorbeeld met videomateriaal, voor de ultieme beleving, om de bezoeker écht onderdeel te maken van het Codarts-gevoel. Want je moet het voelen. En willen. En na een bezoek op de site moet je daar nóg zekerder van zijn.’ Heb je een opmerking over of suggestie voor de nieuwe website? Laat het weten via
[email protected].
Ralph Öllinger, Circus Arts
‘Eerlijk en persoonlijk’
‘Theater en jongleren’
‘De auditie hier was zó leuk! Alleen al de sfeer in het WMDC. En ik werd op m’n gemak gesteld en de auditiecommissie toonde zich heel geïnteresseerd. Het voelde meteen helemaal goed.’ Ze werd aangenomen en nu is Joia Rath (Boxtel, Nederland, 1992) vierdejaarsstudente aan de afdeling Pop. ‘Ik ben van de laatste lichting die als hoofdvak zang heeft; zang en songwriting zijn samengevoegd tot singer/ songwriter.’ Vanaf haar 8ste ging Joia naar de muziekschool in haar geboorteplaats; ze kreeg er zang- en pianoles. ‘Ik was een creatief kind. Meezingen met de radio, improviseren op de piano. En schrijven. M’n eerste liedje maakte ik toen ik 14 was, na m’n eerste schoolfeest. Ik zag die avond hoe iedereen veranderde onder invloed van bier en zo. Dat vond ik raar. Het liedje was best goed. Een duidelijk begin.’ Na een jaar een vooropleiding van de Rockacademie in Tilburg te hebben gevolgd, deed ze auditie bij meerdere kunsthogescholen. Haar keuze viel dus op Rotterdam. ‘Je krijgt hier heel veel vrijheid,’ vertelt Joia. ‘Zeker in het begin – net van de middelbare school, voor het eerst op kamers – vond ik het wel moeilijk om m’n eigen richting en werkwijze te bepalen.’ Maar het is allemaal goed gekomen. ‘De duur van de opleiding, vier jaar, heeft precies gepast voor mij. Ik weet nu wat ik wil. Op muzikaal gebied heb ik hier heel veel kunnen uitproberen, met verschillende mensen en in verschillende stijlen. Het leukste aan de opleiding vind ik dat je zo veel inspiratie opdoet en leert van elkaar. Hier zitten allemaal super getalenteerde jonge mensen.’ Op haar website (joiamusic.nl) meldt Joia dat ze het intieme van een singer/ songwriter wil combineren met het expressieve van de Nederlandse kleinkunst. ‘Eerlijk en persoonlijk, direct gericht aan jou.’ Als inspiratiebronnen noemt ze Ane Brun, Wende Snijders, Patrick Watson, Jeff Buckley, Lianne La Havas, de sfeer van Woodstock en Franse chansons. Joia: ‘Via een expressieve performance zoek ik contact met het publiek.’ Kun je zoiets leren? ‘Daar gaat m’n scriptie over!’ Voor haar eindexamen, in juni, bereidt Joia een theatervoorstelling voor met eigen liedjes, gecombineerd met dans en film. ‘Het zou fantastisch zijn als ik daarvoor terecht kan in het Maaspodium hier in Rotterdam.’
Foto’s Marcel van Oostrom.
Joia Rath, Pop
Het begon allemaal met twee Argentijnen. Ralph Öllinger (Amstetten, Oostenrijk, 1989) was enorm onder de indruk toen deze acrobaten zijn basisschool vereerden met een optreden. ‘Die lenigheid, die geweldige flikflaks; dat wilde ik ook.’ Zijn liefde voor de circuskunst was geboren en al snel groeide jongleren uit tot Ralphs specialiteit. ‘Dat kun je overal doen. Thuis oefende ik hard en bij vriendjes of tijdens verjaardagen trad ik regelmatig op. In de zomer deed ik mee aan circusworkshops.’ Het besef dat hij professioneel met circus verder wilde, kwam heel wat jaren later. ‘Op mijn 20ste vervulde ik mijn vervangende dienstplicht in Madagaskar. Daar stierf een van mijn beste vrienden. In die periode realiseerde ik me: ik wil mijn droom leven.’ Ralph had op dat moment een baan als landschapstuinier. ‘Maar ik deed niet wat ik werkelijk wilde doen. Ik begon me daarom serieus te oriënteren op circusopleidingen.’ Na zijn tijd in Madagaskar verhuisde hij naar Wenen waar hij parttime werkte en studeerde. Het bleek een zware combinatie. ‘Bovendien was ik niet helemaal gelukkig met de opleiding; ik werd onvoldoende uitgedaagd.’ Ralph deed auditie bij een circusopleiding in Frankrijk en bij Codarts. Inmiddels is hij derdejaarsstudent in Rotterdam. ‘Op beide plekken kon ik terecht, maar ik koos voor Codarts, omdat ik hier intensief met grondacrobatiek aan de slag zou gaan. Ik wilde werken aan een combinatie van acrobatiek en jongleren.’ Helaas moest hij dit plan vanwege een knieblessure loslaten. ‘Acrobatiek op hoog niveau is geen optie meer. Maar hoe vreemd het ook klinkt, ik had de blessure niet willen missen. In de tijd dat ik niet kon trainen, heb ik veel geleerd over grenzen stellen en plannen gemaakt voor nieuwe acts. Ik wil mijn toeschouwers confronteren met iets wat ze niet eerder hebben gezien en ze tot nadenken stemmen. Niet door ideeën op te dringen, maar door toneelspel – al dan niet woordeloos – en jongleren samen te brengen. Zo probeer ik iets in hen te raken. Het jongleren heeft daarbij eenzelfde functie als het zakhorloge bij een hypnose; het grijpt je aandacht. En met het toneelspel breng ik een boodschap over.’
Neil Wallace
‘Samenwerking met Codarts zuurstof van onze toekomst’ De Doelen – die in 2016 z’n 50ste verjaardag viert – is niet alleen een naaste buur van Codarts, maar ook een belangrijke samenwerkingspartner. Een gesprek met Neil Wallace, sinds april 2006 hoofd programmering van het concertgebouw.
zegt hij, ‘we kunnen er niet omheen dat we ook hier in Rotterdam al enige tijd te maken hebben met een fundamentele daling van de publieke belangstelling voor klassieke concerten. Via een participatieproject waaraan ook Codarts deelneemt willen we een nieuwe generatie muziekliefhebbers aantrekken voor live-uitvoeringen van klassieke muziek.’ De afgelopen jaren is Codarts een belangrijke samenwerkingspartner geworden van de Doelen, aldus Wallace. ‘Er is een prachtige turbulentie gecreëerd. Elk jaar hebben we naast een aantal kleine en een paar grote orkestprojecten met de afdeling Klassieke Muziek ook structureel dansvoorstellingen en tangoconcerten van Codarts-studenten in huis. En natuurlijk is er The Big Day – dat tweejaarlijkse evenement is voor ons een red letter day. Ik ben hartstikke trots op de bruisende samenwerking met Codarts. De komende jaren zullen we gebaande wegen blijven volgen, maar daarnaast gaan we nieuwe dingen doen.’
Foto Sanne Donders.
‘Vijftig jaar geleden is de Doelen uit het niets begonnen met het aantrekken van publiek. Dat werd vier keer groter dan was verwacht. Ongelofelijk; economen hebben daar destijds over geschreven,’ vertelt Neil Wallace. ‘Om allerlei redenen wordt het helaas steeds moeilijker om een zaal met ruim 2.100 stoelen vol te krijgen. Onze concertserie Music for the Millions krijgt er elk seizoen honderd nieuwe abonnees bij, maar tegelijkertijd haken er oude abonnees af. Hoeveel hebben we er over twintig jaar nog? Ik overdrijf niet als ik zeg dat onze samenwerking met Codarts, in het bijzonder met de afdeling Klassieke Muziek, de zuurstof van onze toekomst is.’ Wat hij daarmee bedoelt, legt Wallace zometeen uit.
12
Eén van die dingen is genoemd participatieproject. Wallace: ‘Een panel van jonge mensen uit de stad en studenten van Codarts gaat drie of vier symfonische projecten programmeren voor de Grote Zaal. Ze doen eerst onderzoek en vervolgens werken ze onder begeleiding van een coach aan nieuwe sjablonen voor het presenteren van symfonische muziek, op een aantrekkelijke en vernieuwende manier die aansluit bij de belevingswereld van hun leeftijdgenoten. Ik verwacht niet dat drie of vier experimentele concerten een radicale ommezwaai teweeg zullen brengen, maar dit project is een fantastisch en vooral hoopvol begin.’
De Doelen werd vijftig jaar geleden, op 18 mei 1966, geopend door Koningin Juliana. Een halve eeuw later wordt het door sommigen het meest innovatieve concertgebouw van Nederland genoemd en is het een state-of-the-art congresgebouw. Jaarlijks vinden in de Doelen ruim 1.200 evenementen plaats – zo’n 600 concerten in alle muziekgenres en ongeveer evenveel congressen – die 650.000 bezoekers trekken, van wie 450.000 voor de culturele functie. De Doelen is tevens de vaste locatie voor onder meer het International Film Festival Rotterdam en het Gergiev Festival. Het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) is de belangrijkste vaste bespeler van de Grote Zaal van de Doelen. Aanvankelijk speelde het orkest hier tachtig keer per seizoen, sinds 2011-2012 is dat zestig maal.
Ondertussen is Wallace druk met de voorbereidingen voor het jubileumseizoen 2015-2016. Codarts is daar ook bij betrokken. ‘Door samen te werken met Codarts, halen we de nieuwe energie die we nodig hebben in huis.’
Het feit dat het RPhO nu minder vaak in de Doelen concerteert dan voorheen heeft deels te maken met de groei van het aantal buitenlandse reizen van het orkest, aldus Wallace. ‘Maar,’
Neil Wallace: ‘Er is een prachtige turbulentie gecreëerd.’
13
Een dag uit het leven van een dansstudent
10.45 uur Moderne dans ‘Hoe deze les eruit ziet, is sterk afhankelijk van de docent. We hebben dit jaar alleen gastdocenten; om de twee weken een ander. Ieder brengt een eigen benadering van dans met zich mee. Voor mij is dat een grote meerwaarde. Het verruimt mijn blik. Onze huidige gastdocent, Iker Arrúe uit Spanje, heeft een heel mooie, inspirerende kwaliteit van dansen. Alsof het hem geen enkele moeite kost. En hij ziet precies waar wij vastlopen. Zijn heldere uitleg brengt ons verder.’
Foto’s Marcel van Oostrom.
Ze treden op in theaters door het hele land, dansen choreografieën die speciaal voor hen zijn gemaakt en lopen stage bij gerenommeerde gezelschappen. Naast vele hoogtepunten hebben de dansstudenten van Codarts natuurlijk ook hun doorsnee doordeweekse dagen. Hoe ziet zo’n dag eruit? Marie-Louise Hertog (Vlissingen, 1995), derdejaarsstudente van de bachelor Dans, vertelt.
14.45-16.15 uur Repeteren voor danstournee (foto onder in het midden) ‘Na een theoretische les over anatomie is het tijd om te repeteren. Efthimis en ik zijn vaak partners in duetten. Zo ook in Stonehenge, van Jiří Kylián. Dat stuk dansen we tijdens de Talent On The Move Tour, onze tournee langs theaters in het land. Een hoogtepunt in het derde jaar. Naarmate de voorstellingen dichterbij komen, worden de repetities langer en intensiever. Soms zijn we tot half acht ’s avonds bezig om alles te perfectioneren.’
09.00 uur Ballet ‘Als klein meisje was het mijn grote droom: ballerina worden. Gaandeweg neigde ik steeds meer naar moderne dans, maar nog steeds kan ik van ballet genieten. We krijgen er vijf keer per week les in en altijd volgens een vaste opbouw. We beginnen met oefeningen aan de barre, daarna in het midden van de zaal. De écarté is mijn favoriete houding. Je staat daarbij schuin naar het publiek, met één been hoog in de lucht. Gracieus, vind ik.’
08.00 uur Ochtendritueel ‘Ik ben geen ochtendmens. Als de wekker gaat, blijf ik nog een halfuur tot drie kwartier doezelen. Dan werk ik snel mijn ontbijt naar binnen. Dat is meestal yoghurt met banaan en krokante muesli. Ik was mijn haren en smeer boterhammen voor de lunch. Twee met kaas, twee met worst. Voor mijn make-up neem ik even de tijd. Ik ga rustig zitten en doe eyeliner op. Dat is een moment van ontspanning.’
08.30 uur Onderweg ‘In tien minuutjes fiets ik naar Codarts, samen met mijn Griekse huis- én klasgenoot, Efthimis Tsimageorgis. Mijn andere huisgenootje is een tweedejaarsstudente dans. We delen een ruim huis met twee badkamers in RotterdamNoord. Als ik ’s ochtends aanrijd, ben ik nog een beetje slaperig. We kletsen wat, vaak over school, terwijl ik langzaam ontwaak.’
14
08.45 uur Warming-up ‘Je bent zelf verantwoordelijk voor je warming-up. Sommige studenten doen yoga-oefeningen, anderen gebruiken de crosstrainers op de negende etage. Ik schiet alvast de dansstudio in om te stretchen.’
19.30 uur Rijst, kip, groente & ontspanning ‘Mijn avondmaaltijden zijn niet bepaald culinair. Rijst, kip, groente. Hop in de pan en klaar. Meestal eet ik alleen. Mijn huisgenoten en ik hebben alle drie een eigen voorkeur en avondritme. Over het algemeen blijf ik op werkdagen ’s avonds thuis. Met z’n tweeën of drieën ontspannen we in de woonkamer. In het weekend komen we vaak met meer klasgenoten samen en koken we voor elkaar. Sommigen zetten een heerlijk en fotogeniek maal op tafel. Ik schuif dankbaar aan.’
12.15 uur Lunch ‘Tijd voor mijn zelfgesmeerde boterhammen. Wat dat betreft ben ik een uitzondering: de meesten eten ’s middags een warme maaltijd. Pasta is enorm populair. Vaak rust ik uit op een bank in de buurt van de dansstudio’s, samen met een aantal klasgenoten. Ze komen overal vandaan. Van Denemarken tot Griekenland en van Polen tot Zuid-Afrika. De onderlinge sfeer is fijn en warm. Onlangs deed een aantal van ons auditie voor een afstudeerstage bij Scapino Ballet. We steunden elkaar, er was totaal geen sprake van afgunst.’
15
Cynthia Castaños, Master Muziek
‘Alle facetten van het vak’
‘Fantastische docenten’
Hij groeide op in een klein dorpje in België, behaalde zijn vwo-diploma (de Vlaamse variant) en stroomde keurig door naar de Universiteit Gent. Terwijl hij als architectuur-student in de ‘analytische’ universitaire wereld verkeerde, werd zijn hang naar muziek en theater almaar groter. ‘De activiteiten naast mijn studie namen steeds meer tijd in beslag,’ zegt Timo Tembuyser (Aalst, 1991), eerstejaarsstudent Muziektheater. Hij doelt onder meer op het universiteitskoor en het studententheater. ‘Muziek en theater waren al heel lang belangrijk voor me. Op mijn achtste begon ik met gitaar- en tekstvoordrachtlessen, maar na de middelbare school was de universiteit een logisch vervolg. Een keuze die mijn ouders stimuleerden. Toch miste ik iets op de universiteit, dus ging ik op zoek naar buitenschoolse bezigheden. Zo kwam ik ook, pas in die periode, met musicals in aanraking.’ Via via hoorde hij dat een musicalgroep mannelijke spelers zocht. ‘Ik had nog nooit in een musical gespeeld, zelfs nog nooit solo gezongen. Desondanks besloot ik auditie te doen en kreeg ik zowaar een rol.’ Dat beviel goed; productie na productie volgde. In die tijd kwam Timo in contact met muziektheaterstudenten. ‘Ik raakte geënthousiasmeerd door hun verhalen en wilde auditie doen voor een opleiding in die richting. Het liefst in Nederland, want de toneel- en muziektheaterstudies hier hebben een goede reputatie.’ In de laatste fase van zijn studie Architectuur, die hij in 2014 afrondde, auditeerde hij in verschillende steden, waaronder Tilburg, Maastricht en Rotterdam. Voor alle drie de opleidingen werd hij aangenomen. ‘Ik koos voor Codarts vanwege de combinatie van muziek, spel, dans en theater maken. Alle facetten van het vak komen aan bod, op hoog niveau en toegespitst op uiteenlopende genres. Van musical tot abstract theater.’ Als hij Muziektheater heeft afgerond, wil Timo mogelijk een master Scenografie (theatervormgeving) volgen. ‘Daarmee kan ik mijn kennis van vormgeving en theater mooi combineren. Maar ik ben nog niet heel zeker over die keuze. Eerst wil ik genieten van het feit dat ik mijn lichaam en stem mag ontwikkelen. Iets wat jarenlang op een zijspoor heeft gestaan.’
Foto’s Marcel van Oostrom.
Timo Tembuyser, Muziektheater
‘Ik wil mezelf blijven ontwikkelen,’ zegt de Spaanse fagottiste Cynthia Castaños, tweedejaarsstudente in de Master Muziek. Haar bachelor behaalde ze aan Musikene, ‘Centro superior de música del País Vasco’, in San Sebastian. Ze is niet iemand die de makkelijke weg kiest, meldt ze. ‘Ik wil het op mijn manier doen, ik houd ervan om dingen zelf te ontdekken. Ik ben geïnteresseerd in het proces, de weg ergens heen. Je doet iets altijd met een bepaald doel, natuurlijk, maar als je je alleen daarop richt, mis je onderweg een heleboel.’ Cynthia, in 1990 geboren in Logroño (La Rioja), ging op zesjarige leeftijd op muziekles. Toen ze acht was, kreeg ze haar eerste fagotles. Ze koos het instrument na het bijwonen van een concert, samen met haar ouders. ‘Ik hoorde de fagot en hield meteen van het geluid,’ vertelt ze enthousiast. Tot haar opluchting bleken haar relatief kleine handen groot genoeg om het instrument te kunnen bespelen. Vanaf haar 8ste had Cynthia tien jaar lang een heel druk leven: overdag naar school, daarna drie uur muziek- en fagotles en vervolgens huiswerk maken. ‘Soms was dat iets te veel van het goede,’ lacht ze. Op de vier jaar aan Musikene kijkt ze met voldoening terug. ‘Het is een goede school met goede docenten. Ik heb er veel geleerd.’ Eén keer per maand ging ze naar huis. Aanvankelijk nam ze dan haar fagot mee, om ook thuis te kunnen studeren, maar na een tijdje liet ze het instrument in San Sebastian. ‘Ik wilde m’n vrije tijd doorbrengen met familie en vrienden.’ Zichzelf blijven ontwikkelen; om die reden koos Cynthia voor de master. En het werd Rotterdam vanwege de fagotdocenten Pieter Nuytten en Bram van Sambeek. ‘Zij zijn echt fantastisch!’ Ze geven je alle vrijheid, aldus Cynthia, ‘maar je bent zelf verantwoordelijk voor die vrijheid’. Het onderzoek dat ze als onderdeel van haar opleiding uitvoert, betreft het doen van orkestaudities: ‘Hoe kan ik leren die audities leuk te vinden?’ Straks, na wellicht nog een master, deel uitmaken van een orkest, dat zou ze geweldig vinden. ‘Ja, wauw!’
Twee nieuwe gezichten
Zijn er grote verschillen tussen de fysieke en mentale belasting van dansers en circusartiesten enerzijds en musici anderzijds? ‘De eerste resultaten van het monitoren van de fysieke belasting van dansers, circusartiesten en musici laten inderdaad grote verschillen zien. Bij dansers zijn er met name problemen in de onderste extremiteit (knie, enkel, voet). Bij musici zie je veel problemen ten aanzien van de nek, bovenrug en pols/vingers. Bij circusstudenten zijn er naast overbelastingsblessures ook acute blessures, bijvoorbeeld door een val.’
In hoeverre komt de fysieke en mentale belasting van musici, dansers en circusartiesten overeen met die van sportmensen? Janine Stubbe: ‘Bij zowel sporters als podiumkunstenaars zie je een enorme motivatie om goed te presteren. Er wordt ontzettend veel getraind en gerepeteerd. Het lichaam krijgt niet altijd genoeg tijd om te herstellen van de zware fysieke en mentale belasting. Hierdoor neemt het risico op overbelastingsblessures toe. Bij sporters wordt dit probleem steeds groter. Bij musici, dansers en circusartiesten is de verwachting dat overbelastingsblessures die geleidelijk ontstaan een groter probleem zijn dan acute letsels. Verder komt in de sport en bij de podiumkunsten steeds meer aandacht voor mentale aspecten. De druk om te presteren is enorm.’
Heb je als bewegingswetenschapper specifieke tips voor podiumkunstenaars? ‘Het Nederlands Olympisch Comité hanteert als richtlijn dat topsporters gemiddeld 17 uur per week sporten. Daar zitten onze studenten boven, want de meesten oefenen wekelijks meer dan 20 uur. Het lichaam van de studenten is in feite hun belangrijkste instrument. Een goede fysieke gesteldheid is essentieel om goed te presteren. Studenten moeten pijnklachten dan ook serieus nemen. Het healthteam van Codarts bestaat uit experts op dit gebied. Maak daar als student gebruik van als je voelt dat je fysiek of mentaal te zwaar wordt belast.’
‘Een juiste balans vinden’ Kun je iets vertellen over hoe je het praktijkgericht onderzoek uitvoert? ‘Er lopen nu diverse projecten. Zo onderzoeken we hoe we de (para)medische screening die wordt uitgevoerd bij de dansafdeling zo efficiënt mogelijk kunnen maken. Daarnaast monitoren we de pijnklachten, blessures en medische behandelingen van een grote groep eerstejaarsstudenten. Bij muziek kijken we specifiek naar de effecten van de Feldenkreizmethode ten opzichte van de Alexandertechniek. Daarnaast richten we ons op vragen die worden gesteld door professionals uit de praktijk. In de eerste drie maanden heb ik veel gesprekken gevoerd met betrokkenen uit het werkveld. De onderzoeksvragen die straks centraal staan in het lectoraatsplan zijn dus afgestemd met de praktijk.’
Je kent de wereld van de sport. Een wereld van verschil met die van de (podium)kunsten? ‘Ik zie juist heel veel overeenkomsten. Bij de Hogeschool van Amsterdam kijk ik naar de fysieke en mentale belasting van talentvolle sporters. Zij zitten in dezelfde leeftijdscategorie als de studenten hier. Beide groepen bezitten een enorme drive om goed te presteren. Ook komt in beide groepen het probleem rondom belasting en belastbaarheid naar voren. Hoe zorg je voor een juiste balans tussen opleiding, werk in de avonduren en wedstrijden/optredens? Ik hoop daar voor zowel de talentvolle sporters als de podiumkunstenaars een antwoord op te vinden.’
18
Foto Marcel van Oostrom.
Janine Stubbe en Jan Daems – twee nieuwe gezichten bij Codarts. Ter kennismaking legt Codarts Magazine hen ieder vijf vragen voor. Janine Stubbe (Wedde (Groningen), 1977) is per 1 september 2014 aangesteld als lector Excellence and Wellbeing. Janine studeerde Bewegingswetenschappen aan de RU Groningen. In 2006 promoveerde ze aan de VU Amsterdam. Janine is ook lector Sportzorg bij de Hogeschool van Amsterdam. Jan Daems (Antwerpen, 1964) is sinds 1 januari 2015 hoofd van de bachelor-opleiding Circus Arts. Na zijn studies aan Mime Studio Antwerpen en Ecole de Cirque de Bruxelles werkte Jan op meerdere plekken in de wereld als regisseur, coach, acteur en docent. Je hebt in meerdere landen/culturen gestudeerd en gewerkt. Heb je daar wat circus betreft grote verschillen gezien? Jan Daems: ‘Ik vond het schitterend hoe men in Marokko elke ochtend samen de nieuwe dag tegemoet zong, om daarna sterk in te zetten op de fysieke training. In Mexico ervaarde ik de opbouw van elke les als een zeer sociaal gebeuren, terwijl in Noord-Europese landen alle activiteiten over het algemeen heel gestructureerd verlopen. Als Belg, blanke en/of vreemde mocht ik vaak ervaren hoe open andere culturen met mijn input omgingen. En onderweg leerde ik hoe trots je op je eigen identiteit mag zijn. Codarts, als instituut met een internationale uitstraling, sluit aan bij mijn visie op een circusopleiding: ruwe en onontgonnen talenten de middelen bieden om zich te laten ontpoppen tot artiesten met een eigen paspoort met humor als een universeel visum.’
‘Humor als universeel visum’ verder tot een gezamenlijke structuur te herwerken, beleeft het publiek uiteindelijk een totale ervaring. It takes two to tango, niet?’ Het werkveld van de circuskunstenaar beperkt zich niet tot circustheater à la Cirque de Soleil. Waar liggen volgens jou kansen voor een afgestudeerde circusartiest? ‘Overal. Er zijn bijvoorbeeld nog veel onbenutte mogelijkheden in de open ruimte en voor voorstellingen op locatie. Ook (inter)nationaal liggen er via de schouwburgen kansen om circus in zowel een grote als een kleine bezetting te programmeren. Een interessante optie om afgestudeerde studenten naar het professionele veld te begeleiden, is hen bij bestaande companies te laten aantreden in plaats van hen direct een nieuw gezelschap te laten oprichten. Dat levert hen tourervaring en knowhow op, zonder dat ze zich bezig hoeven te houden met administratie en logistiek.’
Bijten het hedendaagse circus en het traditionele circus elkaar? ‘Er is een tendens om circus opnieuw in de tent te brengen. Een hedendaagse visie op circus kan zeker een aanvulling betekenen op het traditionele circus. Als we er nu in slagen om zorgzaam met het circuserfgoed om te gaan, kunnen we door de samenwerking nog nipt een pak waardevolle kennis overdragen die anders volledig dreigt te verdwijnen.’ Je wil dat de circusstudenten tijdens hun opleiding aan de slag gaan met de andere troeven van Codarts: muziek en dans. ‘Absoluut. In circus, muziek en dans zit ritme vervat als essentieel onderdeel van de kunstdiscipline op zich. Door twee disciplines samen te brengen, kun je tot een resultaat komen dat meer is dan de som der delen. Een concreet voorbeeld? Een jongleur en een pianist laten elkaars patronen en de partituur op elkaar inspelen. Door het ontstane materiaal
Hoe ziet de wereld van de circuskunst er anno 2025 uit? ‘Ik hoop op een volwaardige erkenning voor het circus dat mensen raakt en verwondert, op een plek in het hart van de stad of het dorp. Ik citeer de Belgische circuszoon Danny Ronaldo: ‘De burgemeester moet er samen met de schepenen, de politie en heel het volk, hoog en laag, dicht bij elkaar zitten en lachen met elkaars dwaasheden’.’
19
Hij zit aan een tafeltje op één van de balkons in het WMDC (World Music & Dance Centre), de thuishaven van de afdelingen Jazz, Pop en Wereldmuziek van Codarts. Geregeld komt een docent of medestudent hem de hand schudden: ‘Gefeliciteerd jongen!’ Of er wordt naar boven geroepen: ‘Hé Sebas! Top!’
Edison-winnaar
Een paar dagen eerder heeft hij, tijdens het Edison Jazz/World Gala 2014 in Eindhoven, de Edison Jazz Nationaal in ontvangst mogen nemen. Hij, dat is pianist/componist Sebastiaan van Bavel (Rotterdam, 1992), vierdejaarsstudent aan de Jazzopleiding van Codarts. En die Edison is één van de oudste muziekprijzen in de wereld, destijds ingesteld als ‘een jaarprijs voor artiesten die met hun platenoeuvre van dat jaar de beste prestatie (naar het oordeel van een jury) in hun genre gegeven hebben’. Sebastiaan kreeg hem voor de in mei vorig jaar verschenen debuut-cd van het Sebastiaan van Bavel Trio, getiteld As The Journey Begins.
Foto Felipe Pires de Brito.
Deze plaat, schrijft de vijfkoppige Edison Jazz/World-jury van 2014, ‘viel onmiddellijk op door de originele composities van Van Bavel en de muzikaal intelligente manier waarop deze door het trio worden geïnterpreteerd. Het hele album is één groot avontuur met steeds weer nieuwe verrassende ritmes, maatsoorten, lijnen en andere muzikale vondsten. De Edison-jury is dan ook unaniem van mening dat Sebastiaan van Bavel met dit veelbelovende debuutalbum een Edison heeft verdiend en kijkt reikhalzend uit naar een volgende album van dit bijzondere trio.’
20
Naast z’n naamgever bestaat het Sebastiaan van Bavel Trio uit drummer Remi Troost en contrabassist Maciej Domaradzki. ‘Die twee zijn heel actief als muzikant en ze geven ook les,’ vertelt Sebastiaan. ‘Remi en ik zijn ongeveer even oud. We hebben elkaar een jaar of acht geleden ontmoet tijdens een Codarts Jazz Summerschool. Maciej heeft zich een jaar later bij ons gevoegd; hij is nu 42. En hij is onlangs vader geworden.’ Op de debuut-cd krijgt het trio versterking van zangeres Vera Naus. ‘Mijn vriendin.’
Naar muziek luisteren en piano spelen is Sebastiaan met de paplepel ingegeven. Zowel z’n vader (Rob van Bavel) als z’n moeder (Anna Elis de Jong) is pianist en pianodocent (beiden volgden hun opleiding in Rotterdam en beiden geven hier nu les). ‘Thuis was er altijd muziek,’ aldus de oudste zoon. ‘Er stonden een vleugel en piano’s, en m’n ouders hadden een enorme cd-collectie. Wanneer er zo veel muziek om je heen is, heeft dat ongetwijfeld invloed op je. Ik ben al op jonge leeftijd begonnen met jazz, ook experimentele jazz. Je gehoor raakt daar aan gewend. Pop en rock heb ik nooit gedaan; daar ben ik ook niet goed in. En vanwege m’n moeder hoorde ik ook veel Braziliaans en andere wereldmuziek. Klassiek kwam aanvankelijk niet helemaal binnen bij mij. Maar toen ik een jaar of 16 was, en in de Doelen werk gehoord had van Sjostakovitsj, ben ik helemaal in de orkestrale muziek gedoken. In symfonieën zit zó’n rijkdom. Op dit moment heb ik een voorkeur voor Lutoslawski en Messiaen.’ Gezien enerzijds z’n liefde voor jazz en voor klassieke muziek, en anderzijds z’n talent en z’n passie voor de piano, mag het niet echt verwonderlijk heten dat Sebastiaan het prestigieuze Prinses Christina Concours zowel in de categorie Jazz als in de categorie Klassieke Muziek op z’n naam heeft geschreven, respectievelijk in 2008 en 2011. Maar bijzonder blijft het. Overigens was de keuze voor muziek in het algemeen en piano in het bijzonder absoluut z’n eigen keuze, zegt Sebastiaan. ‘Ik heb gewoon de basisschool en de middelbare school doorlopen, met beide benen op de grond. Ik heb zelfs ooit nog overwogen rechten of geneeskunde te gaan studeren, maar daarvan is het dus nooit gekomen.’ In de weekein-
21
den draaide alles om muziek, dat wel. ‘Al vanaf m’n 6de treed ik op; van voorstellingen voor kinderen tot gastoptredens op het North Sea Jazz Festival.’ Sebastiaan begon z’n muziekstudie in Utrecht; na twee jaar maakte hij de overstap naar Rotterdam. Naast z’n hoofdvak- en theorielessen, bij z’n vader en Ab Schaap, volgt Sebastiaan een aantal extra lessen: ritmeklas bij Niti Ranjan Biswas (Indiase Muziek) en compositiegerichte lessen bij maestro Gustavo Beytelmann (Argentijnse Tango). ‘Ik heb een paar vakken kunnen inruilen.’ Voor de alternatieve minor Compositie schuift hij aan bij Paul M. van Brugge (docent componeren/arrangeren van de jazzafdeling). Komende zomer studeert Sebastiaan af. En dan? ‘In september komt de nieuwe cd uit van m’n trio, weer met medewerking van Vera. En verder hoop ik op goeie plekken te kunnen spelen. En veel te componeren en te arrangeren. Dat vind ik te gek.’ Met een zelfverzekerde glimlach: ‘We gaan het wel zien.’
Sebastiaan van Bavel (midden): ‘Klassiek kwam aanvankelijk niet helemaal binnen bij mij.’ Links Remi Troost, rechts Maciej Domaradzki.
‘I had a great time with these very talented young musicians!’
Foto’s Jan Hordijk.
22
Foto’s Jan Hordijk.
De circa zestig musici van het Codarts Symphony Orchestra viel op maandag 20 oktober 2014 de eer te beurt te mogen repeteren onder leiding van niemand minder dan Yannick Nézet-Séguin, de veelgeprezen chef-dirigent van het Rotterdams Philharmonisch Orkest. Na afloop van deze enerverende (openbare) repetitie, die plaatsvond in de Grote Zaal van de Doelen, noteerde de maestro op z’n persoonlijke Facebookpagina: ‘I had a great time with these very talented young musicians!’
Young Talent Orchestra Speciaal voor jonge talenten heeft Codarts (samen met Muziekinstituut Hellendaal) in 2013 het Young Talent Orchestra opgericht. Dit orkest bestaat uit instrumentalisten in de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Er zijn twee projecten/concerten per jaar, onder leiding van een professionele dirigent. De sectierepetities worden gecoacht door professionele docenten. Alle repetities vinden plaats op zaterdagen (in Rotterdam). Aan deelname aan het Young Talent Orchestra zijn geen kosten verbonden. Info:
[email protected].
Rotterdam Philharmonic Codarts Academy De hechte relatie die Codarts onderhoudt met het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO) heeft onder meer geresulteerd in de Rotterdam Philharmonic Codarts Academy. Via individuele lessen, groepslessen en auditietrainingen van musici van het RPhO maken alle studenten Klassieke Muziek gedurende hun opleiding uitgebreid kennis met de orkestpraktijk. Een aantal excellente studenten krijgt bovendien de kans om, gecoacht door RPhO-musici, in de speelpraktijk van het beroemde orkest hun professionele vaardigheden te ontwikkelen. Info:
[email protected].
23
Wie in februari of maart 2015 een voorstelling van de Talent On The Move Tour bezoekt, is niet alleen getuige van de veelzijdigheid van de talentvolle dansers van Codarts, maar ziet tegelijk een fraaie collage van choreografiestijlen. Op het ˇ programma staan dansstukken van Jirí Kylián, Stephen Shropshire, Konstantin Keykhel, Marina Mascarell, Felix Landerer, Jan Martens en Armancio Gonzalez & Jone Martin. Zie ook codarts.nl en holland-dance.com.
Je vijf dagen onderdompelen in het nieuwe circus, dat kan tijdens Circusstad Festival in Rotterdam. De eerstvolgende editie van het festival vindt plaats van 6 tot en met 10 mei 2015. Met de stad als decor en podium presenteert Circusstad Festival dan de crème de la crème van het internationale circustheater, nieuwe voorstellingen van eigen bodem en werk van talloze talenten, onder wie – uiteraard – circusstudenten van Codarts. Zie ook circusstad.nl. Circusstudenten van Codarts tijdens een voorstelling. Foto Jan Hordijk.
De Showcase is de jaarlijks terugkerende voorstelling waarin alle studenten van de afdeling Muziektheater zich presenteren op het toneel van het Oude Luxor Theater in Rotterdam. Klassieke Broadway-shownummers worden afgewisseld met scènes uit avant-garde musicals, en door studenten gecreëerde muziektheaterperformances lopen over in grote acts waarin het totale Codartslandschap zichtbaar wordt. Kortom, een cocktail van zangers, performers, circus, pop- en wereldmuziek. In 2015 zijn er twee voorstellingen: op 25 en op 26 juni. Een moment uit de Showcase van 2014. Foto Jan Hordijk.
Stonehenge van Jirí Kylián. Foto Jan Hordijk.
Bárbara Varassi Pega tijdens het tango-symposium. Foto Marcel van Oostrom.
Showcase Muziektheater
Showcase Music Theatre
De brochure Muziek aan de Basis 2015. Foto Leo Aussems.
Talent On The Move Tour
Bárbara Varassi Pega at the Tango symposium. Photo Marcel van Oostrom.
Stonehenge by Jirí ˇ Kylián. Photo Jan Hordijk.
Being totally immersed in new circus for five days; it can come true at the Circusstad Festival (Circus Town Festival) in Rotterdam. The festival’s next edition will take place from 6 to 10 May 2015. With the city as its backdrop and stage, the Circusstad Festival presents the crème de la crème of international circus theatre, new performances from the Netherlands and works by numerous talents, including – obviously – Codarts’ own circus students. See also circusstad.nl.
Circusstad Festival highlights
Talent On The Move Tour
Oud-masterstudente Bárbara Varassi Pega (piano, Tango-afdeling) verdedigde 11 december 2014 haar promotieonderzoek aan de Universiteit van Leiden. De Argentijnse onderzocht ontwikkelingen in de tangomuziek door de jaren heen. De titel van haar dissertatie luidt: Creating and Re-creating Tangos: Artistic Processes and Innovations in Music by Pugliese, Salgán, Piazzolla and Beytelmann. Een dag eerder vond ter gelegenheid van Bárbara’s promotie een tango-symposium plaats bij Codarts.
Van 6 tot en met 11 juli 2015 organiseert Codarts in samenwerking met Gehrels Muziekeducatie de negende editie van de zomercursus Muziek aan de Basis. Deze cursus is bedoeld voor docerende musici en leraren in het basisonderwijs die hun kennis en vaardigheden op het gebied van lesgeven aan (grote) groepen kinderen willen verbreden. De locatie van de zomercursus is wederom Conferentieoord Mennorode in Elspeet. Vraag de brochure en het inschrijfformulier aan via
[email protected].
Codarts’ circus students during a performance. Photo Jan Hordijk.
Leif de Leeuw. Foto Marcel van Oostrom.
Oud-studente promoveert
Circusstad Festival
Anyone attending a performance of the Talent On The Move Tour in February or March 2015, will not only witness the versatility of Codarts’ talented dancers, but will also see a delightful collage of choreographic styles. The programme ˇ Kylián, includes dance works by Jirí Stephen Shropshire, Konstantin Keykhel, Marina Mascarell, Felix Landerer, Jan Martens and Armancio Gonzalez & Jone Martin. See also codarts.nl and holland-dance.com.
In oktober 2014 won de band van gitarist Leif de Leeuw – tweedejaarsstudent van de Pop-opleiding – de prestigieuze Dutch Blues Challenge. De prijs? Meedoen aan de 31st International Blues Challenge in Memphis (januari 2015) en aan de 5th European Blues Challenge (EBC) in Brussel (maart 2015). De reis naar Memphis werd gecombineerd met een trip naar Nashville, om in de Jesse Poe Studio aldaar een volledig album op te nemen. Zie ook leifdeleeuw.com.
Muziek aan de Basis
A scene from the Showcase 2014. Photo Jan Hordijk.
Leif de Leeuw Band
highlights
The Showcase is the annual performance in which all students of the Music Theatre department present themselves on the stage of Rotterdam’s Old Luxor Theatre. Classic Broadway show acts are alternated with scenes from avant-garde musicals, and music theatre performances created by students merge into huge acts in which the entire Codarts landscape unfolds. In short, a cocktail of singers, performers, circus, pop and world music. In 2015, there will be two shows: on 25 and on 26 June.
highlights
The brochure Muziek aan de Basis 2015. Photo Leo Aussems.
From 6 to 11 July 2015, Codarts, in collaboration with Gehrels Music Education, organises the 9th edition of the summer course Muziek aan de Basis. The course is intended for musicians who teach in basic education and who wish to broaden their knowledge and skills in teaching to large groups of children. The location is again conference centre Mennorode in Elspeet. A brochure and registration form are available via
[email protected].
Muziek aan de Basis
On 12 December 2014, former Master’s student Bárbara Varassi Pega (piano, Tango department) defended her doctoral thesis at Leiden University. The Argentine alumnus did research into developments in Tango music through the years. The title of her dissertation is Creating and Re-creating Tangos: Artistic Processes and Innovations in Music by Pugliese, Salgán, Piazzolla and Beytelmann. A day earlier, a Tango symposium was held at Codarts on the occasion of Bárbara taking her PhD.
Former Codarts student obtains PhD highlights
Leif de Leeuw. Photo Marcel van Oostrom.
On October 2014, the band of guitar player Leif de Leeuw – second-year student Pop Music – won the prestigious Dutch Blues Challenge. And the prize was… A place in the 31st International Blues Challenge in Memphis (in January 2015) and in the 5th European Blues Challenge (EBC) in Brussels (in March 2015). The trip to Memphis was combined with a trip to Nashville, where the band recorded a complete album in the Jesse Poe Studio. See also leifdeleeuw.com.
Leif de Leeuw Band
Rotterdam Philharmonic Codarts Academy Codarts maintains a close relationship with the Rotterdam Philharmonic Orchestra (RPhO) and one of the fruits of this relationship is the Rotterdam Philharmonic Codarts Academy. In the course of their studies, all Classical Music students are given an extensive introduction to the orchestral practice through individual lessons, group lessons and audition trainings given by musicians of the RPhO. Also, a number of excellent students are given the opportunity, coached by RPhO musicians, to develop their professional skills in the performing practice of this famous Orchestra. Info:
[email protected].
Young Talent Orchestra In 2013, Codarts (together with Hellendaal Music Institute) started the Young Talent Orchestra, aimed especially at young talents. This orchestra consists of instrumentalists between the ages of 12 and 18. There are two projects/ concerts a year, supervised by a professional conductor. The section rehearsals are coached by professional teachers. All rehearsals take place on Saturdays, in Rotterdam. Taking part in the Young Talent Orchestra is free of charge. Info:
[email protected].
‘I had a great time with these very talented young musicians!’
On Monday 20 October 2014, the roughly sixty musicians of the Codarts Symphony Orchestra felt honoured to rehearse under the supervision of none other than Yannick Nézet-Séguin, the renowned music director of the Rotterdam Philharmonic Orchestra. Following this exciting rehearsal, which took place in the Grote Zaal of de Doelen, the maestro noted on his personal Facebook page: ‘I had a great time with these very talented young musicians!’
Foto’s Jan Hordijk.
Photos Jan Hordijk.
22 27
26 23
Edison winner
He sits at a small table on one of the balconies in the WMDC (World Music & Dance Centre), the home of the departments Jazz, Pop and World Music at Codarts. Many teachers and fellow students stop and shake his hand: ‘Congratulations, man!’ Or someone shouts from below: ‘Hey Bas! Cool!’
A few days earlier, at the Edison Jazz/ World Gala 2014 in Eindhoven, he won the Edison Jazz National Award. ‘He’ is pianist/composer Sebastiaan van Bavel (Rotterdam, 1992), fourth-year student of the Jazz programme at Codarts. And the Edison is one of the world’s oldest music awards, which started out as ‘an annual award for artists who have, in the opinion of the jury, performed best in their genre with their recording work’. Sebastiaan received it for the debut album by the Sebastiaan van Bavel Trio, As The Journey Begins, which was released last year in May. According to the five-person Edison Jazz/World jury 2014, the album ‘immediately stood out because of Van Bavel’s original compositions and the musically intelligent way in which these are interpreted by the trio. The entire album is one big adventure with new surprising rhythms, metres, lines and other musical ideas that never fail to surprise. The Edison jury are therefore unanimous in awarding Sebastiaan van Bavel the Edison for his promising debut album and are looking forward with great anticipation to the next album by this special trio.’
Photo Felipe Pires de Brito.
Besides Van Bavel himself, the trio consists of drummer Remi Troost and double bass player Maciej Domaradzki. ‘They are both very active as musicians and they also teach,’ says Sebastiaan. ‘Remi and I are roughly the same age. We met about eight years ago at a Codarts Jazz Summer School. Majiec joined as one year later; he is 42 now and has recently become a father.’ On the debut album the trio is reinforced by singer Vera Naus. ‘She’s also my girlfriend.’ Listening to music and playing piano are things that Sebastiaan was brought
20
up on. Both his father (Rob van Bavel) and his mother (Anna Elis de Jong) are pianists and piano teachers (both studied in Rotterdam and now teach there). ‘There was always music in our home,’ recalls their oldest son. ‘We had a grand piano and several upright pianos and my parents have a huge CD collection. With so much music around you, it is bound to have an influence. I took up jazz at a young age, experimental jazz as well. You develop an ear for that kind of music. I never did pop or rock music, and I’m not very good at those genres. My mother introduced me to much Brazilian and other world music. Classical music was initially wasted on me, but when I was 15 or 16, I heard the music of Shostakovich at de Doelen and I began to study orchestral music in depth. There is such a wealth in symphonies. At the moment I favour Lutoslawski and Messiaen.’
Sebastien started his musical studies in Utrecht, but after two years he switched to Rotterdam. Apart from following classes in his major and in theory, with his father and Ab Schaap, Sebastiaan takes a number of extra classes: rhythm with Niti Ranjan Biswas (Indian Music) and composition-oriented classes with maestro Gustavo Beytelmann (Argentinian Tango). ‘I was allowed to swap a number of subjects.’ For the optional minor Composition he sits with Paul M. van Brugge (teacher of composition/arranging at the Jazz department). This summer Sebastien will graduate. What then? ‘In September my trio’s new album will be released, again with Vera as the singer. And I hope to have the opportunity to perform at nice venues. And do a lot of composing and arranging. I absolutely love that.’ Smiling confidently: ‘We’ll see.’
In view of, on the one hand, his love of jazz and classical music, and, on the other hand, his talent and passion for the piano, it is hardly surprising that Sebastiaan has won the prestigious Princess Christina Concours in both the categories Jazz and Classical Music, in 2008 and 2012, respectively. Hardly surprising, but remarkable all the same. Making a career in music and choosing the piano as his instrument was definitely his personal choice, says Sebastiaan. ‘I went through primary and secondary school like everyone else, with both feet firmly on the ground. I even contemplated studying law or medicine for a while, but I never went through with it.’ The weekends were all about music, though. ‘I have been performing since I was six; ranging from concerts for children to guest performances at the North Sea Jazz Festival.’
Sebastiaan van Bavel (in the middle): ‘Classical music was initially wasted on me.’ On the left Remi Troost, on the right Maciej Domaradzki.
21
Two new faces Janine Stubbe and Jan Daems – two new faces at Codarts. By way of introduction, Codarts Magazine has five questions for each of them. Janine Stubbe (Wedde (Groningen), 1977) was appointed Professor of Excellence and Well-Being on 1 September 2014. Janine has studied Motion Sciences at the University of Groningen. In 2006, she obtained her PhD at the VU Amsterdam. Janine is also Professor of Sportcare at the Hogeschool Amsterdam. Jan Daems (Antwerp, 1964) has been Head of the Bachelor programme Circus Arts since 1 January 2015. After having studied at Mime Studio Antwerp and Ecole de Cirque de Bruxelles, Jan has worked all over the world as director, coach, actor and teacher. In how far is the physical and mental strain for musicians, dancers and circus artists comparable to that of athletes? Janine Stubbe: ‘In both sport and the performing arts people are extremely motivated to perform well. They train and rehearse a lot and as a result their bodies do not always get enough time to recover from the intense physical and mental strains. This increases the risk of injury because of too much strain. It is a growing problem with sports people. With musicians, dancers and circus artists the assumption is that injuries because of too much strain that develop gradually pose a bigger problem than acute injuries. Also, there is now more attention to mental aspects involved in sport and the performing arts. There is such enormous pressure to perform.’
‘Finding a right balance’ Can you tell something about your practice-oriented research? ‘There are several projects at the moment. For instance, we study how the medical and paramedical screening in the dance department can be done as efficiently as possible. Another example is the monitoring of pain, injuries and medical treatment of a large group of first-year students. In music we are looking specifically at the effects of the Feldenkreiz method in relation to the Alexander technique. We also deal with questions from professionals in the work field. These first three months I have met with many of those professionals. The research questions that will make up the core of the Research Group’s schedule are very much aligned with the practice.’
Are there big differences between the physical and mental strain of, on the one hand, dancers and circus artists and, on the other hand, musicians? ‘The first results of the monitoring of physical strain with dancers, circus artists and musicians do indicate considerable differences. Dancers mostly experience problems with their lower extremities (knees, ankles, feet). Musicians often have problems with their necks, upper backs and wrists/fingers. Circus students suffer from strain injuries, but also from acute injuries, for instance from a fall.’ Do you have any specific advice for performing artists, being a motion scientist? ‘The Dutch Olympic Committee’s guideline suggests an average 17 hours of practising sport a week for top athletes. Our students exceed that figure, as most of them practice for more than 20 hours a week. Their body is in fact their main instrument. Maintaining a good physical health is essential to performing well and therefore students must take pain complaints seriously. Codarts’ health team is made up of experts in this field. I advise students to contact them whenever they feel they are overstrained either physically or mentally.’ You are familiar with the world of sports. Is there a world of difference with the performing arts? ‘On the contrary. I see a lot of similarities. At the Hogeschool Amsterdam I look at the physical and mental strain of talented athletes, who are in the same age range as the students here. Both groups are extremely driven to perform well and in both groups the problem of strain and strain tolerance manifests itself. How do you arrive at a right balance between study, working at night, and games/performances? I hope to be able to provide the answer to that question for both the talented athletes and the performing artists.’
You have studied and worked in many countries and cultures. Did you see many differences in terms of the circus? Jan Daems: ‘I was fascinated by how people sang together to greet the new day in Morocco, and then went hard to work on physical training. In Mexico I felt that the set-up of each class was a very social event, whereas in northern European countries all the activities are usually quite structured. As a Belgian, a white person, a stranger, I have often experienced how other cultures adopted a very open attitude to my input. Along the way I have learned that everyone can be proud of their own identity. Codarts, being an institute with an international image, suits my view of circus training: providing rough and unpolished talents with the means to develop into artists with their own passport and humour as a universal visa.’ Are contemporary circus and traditional circus at odds with each other? ‘There is a tendency to bring back circus into the big top again. A contemporary view of circus can most certainly add value to the traditional circus. If we succeed in taking good care of the circus heritage, we may be able, by collaborating, to preserve a valuable body of knowledge just in time. Knowledge that would otherwise vanish completely.’ You would like to see circus students also work with the other trump cards of Codarts: music and dance. ‘Absolutely. Circus, music and dance all have rhythm as an essential element of their artistic discipline. By bringing two disciplines together, you can obtain results that are more than the sum of their parts. An example? A juggler and a pianist can let their patterns and musical score influence each other. By reworking the result into a joint structure, they can offer the audience a total experience. It takes two to tango, doesn’t it?’’
18
Photo Marcel van Oostrom.
‘Humour as the universal visa’ The work field of the circus artist is not limited to circus theatre à la Cirque de Soleil. Where do you think the opportunities for graduated circus artists present themselves? ‘Everywhere. For instance, there are still many unexplored opportunities in public space and with regard to on-site performances. Both here and abroad, there are options to programme circus with either large or small casts in theatres. An interesting option in guiding graduates on their way to the professional field is to have them work with existing companies instead of them founding a new company right away. It would give them touring experience and know-how without having to concern themselves with administrative issues and logistics right from the beginning.’ What will the world of circus art look like in 2025? ‘Hopefully, there will then be full recognition of the circus as something that touches and amazes people, at locations in the heart of cities and villages. Let me quote the Belgian son of the circus, Danny Ronaldo: ‘The mayor, the councillors, the police and the entire population, from high to low, should sit there and laugh about each other’s foolishness’.’
19
‘Marvellous teachers’
‘All aspects of the profession’
Cynthia Castaños, Master of Music
Timo Tembuyser, Music Theatre
He grew up in a small village in Belgium, graduated from secondary school and went on to Ghent University, all as it should be. While studying architecture in the ‘analytical’ academic world, his penchant for music and theatre became steadily stronger. ‘My activities beside my studies began to take up more and more of my time’, says Timo Tembuyser (Aalst, 1991), a first-year student of Music Theatre, referring to the university choir and the student theatre company. ‘Both music and theatre had been important to me for a long time. When I was eight, I started taking guitar and declamation lessons, but after secondary school, university seemed the logical choice and one that my parents encouraged. Still, I felt something was missing, so I started looking for extracurricular activities. It wasn’t until then that I was introduced to musicals.’ He then heard of a musical group that was looking for male actors. ‘I had never performed in a musical nor had I sung solo before. I decided to audition nevertheless and to my surprise they gave me a part.’ It was quite satisfactory and one production followed another. During that time, Timo met a couple of students of music theatre. ‘I became excited by their stories and wanted to audition at an academy that provided such a training. Preferably in the Netherlands, because Dutch theatre and music theatre studies have a good reputation.’ During the last stage of his architectural studies, which he concluded in 2014, he auditioned in various cities, including Tilburg, Maastricht and Rotterdam. He was accepted at all three schools. ‘I chose Codarts because here I can combine music, acting, dance and theatre. All aspects of the profession are taught here, at a high level and geared toward various genres, from musical to abstract theatre.’ After finishing Music Theatre, Timo is considering doing a Master Scenography (theatre design). ‘It would mean being able to combine my knowledge of design with theatre, but I haven’t quite decided yet. For now I just want to enjoy the fact that I can develop my body and my voice. I have been putting that off for too many years.’
Photos Marcel van Oostrom.
‘I want to keep developing myself,’ says Spanish bassoon player Cynthia Castaños, now a secondyear student in the Master of Music. She obtained her Bachelor’s degree at Musikene, ‘Centro superior de música del País Vasco’, in San Sebastian. She is not someone to take the easy road, she says. ‘I want to do it my way, I like discovering things myself. I’m interested in the process, in the road that leads to your goal. Of course, you always do things with a certain goal in mind, but if you only focus on that, you miss a lot on the way there.’ Cynthia was born in 1990 in Logroño (La Rioja) and started taking music lessons at the age of six. When she was eight, she took her first lesson on the bassoon. She chose this instrument after attending a concert, together with her parents. ‘I heard the bassoon and immediately fell in love with its sound,’ she says enthusiastically. To her relief, her relatively small hands were still big enough to play the instrument. From the age of 8 to 18, Cynthia had a very busy life: school in the daytime, then three hours of music and bassoon lessons, and then homework. ‘It was a bit much sometimes,’ she laughs. She looks back on the four years at Musikene with satisfaction. ‘It is a good school with great teachers. I’ve learned a lot there.’ Once a month, she would go home. Initially she took her bassoon with her so she could study at home as well, but after a while she left the instrument behind in San Sebastian. ‘I wanted to spend my spare time with my family and friends.’ To keep developing herself; that is the reason why Cynthia chose to do the Master. And she chose Rotterdam because of bassoon teachers Pieter Nuytten and Bram van Sambeek. ‘They are really marvellous!’ The research she is doing as part of her programme concerns auditions for orchestras. ‘How can I learn to enjoy those auditions?’ Later, perhaps after another Master, she would love to be a musician in an orchestra. ‘Yes, wow!’
A day in the life of a dance student They perform at venues throughout the land, dance choreographies that are especially conceived for them and they do internships with renowned dance companies. But of course, besides many highlights, dance students at Codarts also experience average, routine weekdays. What such days are like? Marie-Louise Hertog (Vlissingen, 1995), third-year Bachelor student of Dance, can tell us.
09:00 Ballet ‘As a little girl, my dream was to become a ballerina. I only gradually developed a preference for modern dance, but I still enjoy ballet. Every week we have five ballet classes, with a rather fixed set-up. We start with exercises at the barre, and then move to the centre of the studio. My favourite posture is the écarté, when you face the audience at an angle, with one leg in the air. I find it very graceful.’
14:45-16:15 Rehearsals for the dance tour (photo bottom center) ‘Following a theory class on anatomy, it’s time to rehearse. Efthimis and I are often partners in duets. Likewise in Stonehenge, by Jiří Kylián. We will be performing this piece during the Talent On The Move Tour, our tour of theatres in the Netherlands. A highlight of the third year. As the performance dates come closer, the rehearsals become longer and more intensive. Sometimes we are at it until 19:30, getting everything just right.’
10:45 Modern dance ‘This class depends very much on who teaches it. This year, we have only guest teachers, a different one every two weeks. They all have their personal approach to dance, which I find very valuable, as it widens my perspective. Iker Arrúe, our current guest teacher, displays a very nice and inspiring quality of dance. It all seems so effortless with him, and he sees exactly where we get stuck. His clear way of explaining things helps us grow.’
Photos Marcel van Oostrom.
08:00 Morning ritual ‘I am not the early bird type. When the alarm goes off, I put it on snooze for another half hour or forty minutes. Then I eat a quick breakfast. Most days it is yoghurt with banana and crunchy muesli. Then I wash my hair and make sandwiches for lunch. Two with cheese, two with meat. I do take my time putting on my make-up. Applying eyeliner is a relaxing moment.’
08:30 On my way ‘It takes me ten minutes to reach Codarts on my bicycle, riding together with my Greek roommate/classmate Efthimis Tsimageorgis. My other roommate is a second-year student of dance. The three of us share a spacious house with two bathrooms in RotterdamNoord. In the morning I am always still a bit sleepy. On the way we talk some, often about school, while I slowly wake up.’
08:45 Warming-up ‘Warming-up is our own responsibility. Some students do yoga exercises, others use the cross trainers on the ninth floor. I usually go straight to the dance studio for some stretching.’
12:15 Lunch ‘Time for the sandwiches I brought with me. This is rather exceptional, as most students eat a hot meal for lunch. Pasta is a great favourite. I often relax on one of the benches near the dance studios, together with some classmates. They come from all over the world: from Denmark to Greece and from Poland to South Africa. There is a very pleasant and warm atmosphere among us. The other day, some of us auditioned for a graduation internship with Scapino Ballet. We all supported each other, without the slightest sign of jealousy.’
14
19:30 Rice, chicken, vegetables & relaxation ‘My evening meals are no culinary events. Rice, chicken, vegetables. I just throw it all in a pan, stir it, done. I usually eat alone. My roommates and I all have our own preferences and evening rhythms. On weeknights, I usually stay home. The two or three of us just chill out in the living room. In the weekends we often get together with other classmates and cook for each other. Some of them manage to produce great-tasting and great-looking meals. Well, I pull up a chair gratefully.’
15
Photo Sanne Donders.
Neil Wallace
‘Collaboration with Codarts oxygen of our future’ De Doelen, the venue that will celebrate its 50th birthday in 2016, is not only Codarts next-door neighbour but also an important collaborative partner. An interview with Neil Wallace, who has been the concert hall’s Programme Director since April 2006. ‘Fifty years ago, de Doelen started from scratch in drawing an audience. It turned out to be four times as large as expected. Incredible. At the time, economists devoted articles to it,’ says Neil Wallace. ‘For a number of reasons it is becoming increasingly difficult to fill a hall of 2100 seats, unfortunately. Every season, our concert series Music for the Millions sells 100 new subscriptions, but at the same time existing subscribers give up. How many will we have left in twenty years’ time? I am not exaggerating in saying that our collaboration with Codarts, especially with the Classical Music department, is the oxygen of our future.’ What Wallace means by that, he will explain later. Fifty years ago, on 18 May 1966, de Doelen was officially opened by then Queen Juliana. Half a century later, some call it the most innovative concert hall of the Netherlands and it is a state-of-the-art convention centre. Each year, over 1200 events take place at de Doelen – some 600 concerts in all music genres and roughly the same number of conventions – drawing 650,000 visitors, 450,000 of whom attend the cultural events. De Doelen is also a regular location for the International Film Festival Rotterdam, the Giergev Festival, and others. The Rotterdam Philharmonic Orchestra (RPhO) is the principal orchestra in residence of de Doelen’s Grote Zaal. The orchestra used to give eighty performances each season, since 2011-2012 this number has been reduced to sixty.
interest in live classical music has been structurally declining for quite a while now. By organising a participation project – in which Codarts is also a partner – we hope to interest a new generation of music lovers for live performances of classical music.’ Over the past few years, Codarts has become an important partner for de Doelen, says Wallace. ‘We have created a wonderful ‘turbulence’. Every year, besides a few small and a number of large orchestra projects together with the Classical Music department, we also structurally organise dance performances and tango concerts by students of Codarts. And then of course there is The Big Day, the biannual event which for us is a red-letter day. I am very proud of our energetic collaboration with Codarts. In the next few years we will uphold proven traditions, but we will also develop new initiatives.’ One of those initiatives is the participation project mentioned earlier. Wallace: ‘A panel of young people from the city together with students of Codarts will programme three or four symphonic projects for the Grote Zaal. They will do the research and then, under supervision of a coach, will work on new templates for presenting symphonic music in an attractive and innovative way that appeals to people of their own age. I don’t expect three or four experimental concerts to produce a radical transformation, but this project is a wonderful and especially hopeful start.’ Meanwhile Wallace is busy preparing the Jubilee season 2015-2016, in which Codarts is also involved. ‘By collaborating with Codarts we are bringing the new energy we need into de Doelen.’
The reason why the RPhO gives fewer concerts at de Doelen now than before has partly to do with the increasing number of performances abroad by the orchestra, explains Wallace. ‘But,’ he adds, ‘we can’t deny that here in Rotterdam too public
12
Neil Wallace: ‘We have created a wonderful ‘turbulence’.’
13
‘Acting and juggling’
‘Sincere and personal’
Ralph Öllinger, Circus Arts
Joia Rath, Pop Music
‘Auditioning here was such fun! The atmosphere at the WMDC, that alone. They made me feel at ease and the audition committee showed genuine interest. It felt good, right from the start.’ She was accepted and by now Joia Rath (Boxtel, the Netherlands, 1992) is a fourthyear student in the Pop Music department. ‘I’m from the last class that has vocals as a major. Singing and songwriting have since been combined into the major singer/songwriter.’ Joia went to the music school in her birthplace since she was 8, taking singing and piano lessons. ‘I was a creative child, always singing along with the radio and improvising at the piano. And writing. I wrote my first song when I was 14, after my first school dance. I noticed that night how everyone changed under the influence of beer and other things. I thought that was weird. And it wasn’t a bad song at all. It was definitely a start.’ After following a preliminary course of the Rockacademie in Tilburg, she auditioned at a number of art universities and eventually chose for Rotterdam. ‘You have quite a lot of freedom here,’ says Joia. ‘So, especially in the beginning, fresh out of secondary school and living on my own for the first time, I found it hard to determine my own direction and way of working.’ But it all turned out all right. ‘The study takes four years, which suits me very well. Now I know what I want. I have been able to try out many things in music here, with lots of different people and in various styles. The nicest thing about the programme is that it gives you so much inspiration and that you can learn from each other. There are so many super-talented young people here.’ On her website (joiamusic.nl) Joia says that she wants to combine the intimacy of a singer-songwriter with the expressiveness of Dutch cabaret in the broadest sense. ‘Sincere and personal, aimed directly at you.’ When asked who inspires her, she mentions Ane Brun, Wende Snijders, Patrick Watson, Jeff Buckley, Lianne La Havas, the spirit of Woodstock and French chanson. ‘I try to connect to the audience through an expressive performance.’ Is that something you can learn? ‘That’s what I’m writing my graduation paper about!’ For her graduation, in June, Joia is preparing a theatre performance with her own songs, in combination with dance and film. ‘It would be wonderful if I could do that at the Maaspodium here in Rotterdam.’
Photos Marcel van Oostrom.
It all started with two Argentinians. Ralph Öllinger (Amstetten, Austria, 1989) was very much impressed by these acrobats when they performed at his primary school one day. ‘Such agility, those wonderful backflips; I wanted to be able to do that.’ And so his love of circus art was born and pretty soon juggling became Ralph’s speciality. ‘You can do it anywhere. I used to practice a lot at home and would perform frequently for friends and at birthday parties. In the summer I took part in circus workshops.’ Many years later, he realised that he wanted to make the circus his profession. ‘When I was 20, I was in civil service, stationed on Madagascar. One of my best friends died there and it was then that I realised: I want to live my dream.’ At the time, Ralph had a job as a landscape gardener. ‘But I wasn’t doing what I really wanted to be doing. Therefore I began to take a serious look at educational programmes in circus arts.’ Having fulfilled his obligations on Madagascar, Ralph moved to Vienna, studying and working parttime. It was hard doing both things. ‘Also, I was not totally happy with the school; they didn’t challenge me enough.’ Ralph auditioned at a circus school in France and at Codarts and he is now in his third year in Rotterdam. ‘I was accepted at both schools, but I chose Codarts because I could really work on floor acrobatics here. I wanted to do a combination of acrobatics and juggling.’ Unfortunately, a knee injury forced him to abandon this plan. ‘Doing acrobatics at a high level is no longer an option. It may sound strange, but the injury was a blessing in disguise. In the period when I was unable to train I learned a lot about setting boundaries and made plans for new acts. I want to confront my audience with something they have never seen before and give them food for thought. Not by forcing my ideas upon them, but by combining acting – with or without words – with juggling. That way, I try to touch something in them. Here juggling has a similar function as the pocket watch with a hypnosis; it grabs your attention. And with the acting I communicate a message.’
New website
‘At the conservatoire there were lots of guys who could play very well.’ with reality, because many of the people that you hang out with share the same taste in music. New York made me realise that I had to step outside of my circle. You must have the courage to choose your own path. I know that sounds corny, but many musicians find it difficult.’ ‘My own path? I am a late-bloomer. I used to be a band guy. Monsieur Dubois, Young Sinatras, The Very Next – I played a lot with them and have enjoyed it enormously. But I still felt the need to do solo stuff. After my first album, which was released in 2009, I started focusing more on doing solo things. It was because of that album, Prologue, that I was invited to record a CD in New York.’ That became iDreamer, which was released in 2011 and won Bart the Edison Jazzism Audience Award 2012. iDreamer was recorded with a pianist, a bass player and a drummer from New York, and a trumpet player from New Orleans: the virtuoso Nicholas Payton. He was not available to play with Bart at the North Sea Jazz Festival 2012, and the festival programmer then suggested to ask master
trumpet player Sean Jones. And so it happened. ‘Man, that was so incredibly cool! We immediately had a click’, says Bart. To his delight, their collaboration resulted in a fruitful follow-up with his third album: Interview – ‘Bart Wirtz feat. Sean Jones’ (nominated for the Edison Jazzism Audience Award 2014). Bart recently moved from Amsterdam to Leiden with his girlfriend and their two daughters (two and five years old). Besides being active as a musician, he also does a radio show together with Rolf Delfos: Dutch Jazz, at Sublime FM (every Tuesday from 10 – 11 PM). ‘That is great. The music we play must have some Dutch aspect to it. So it could be a track by a foreign student studying jazz at Codarts. Each week we review a new album and we also have a concert agenda. We are open to any input and we don’t mind surprises.’ Duly noted. bartwirtz.com sublimefm.nl
The ultimate experience You can feel it. You can see it. This is where you want to be over the next few years. This is the school that is going to prepare you for your unequalled career as a dancer, circus artist, musician, teacher, singer, actor, or dance therapist. This is the place to be. This is where you want to be. That is the feeling that aspiring students should get when visiting Codarts’ new website.
Photo Joke Schot.
Bart Wirtz on stage at LantarenVenster in Rotterdam (May 2014), with Sean Jones (in the middle) and Jeroen Vierdag (on the right).
codarts.nl is the place to recruit talents and make them enthusiastic. That’s why the website offers them a glimpse of the real life of Codarts students. ‘However,’ says Karlijn Verschoor of the Communications & PR department, ‘the site does not just present the fancy future, but the real work too. Not just the glamour, the work floor too. The way to the top is not always easy, but always worth the effort. It is only for students who are really prepared to make that effort. Students with artist blood in their veins, students who are prepared to work hard and want to reach the top.’ Among other things, the website literally offers a look behind the scenes,
8
as it is linked to an Instagram account where students may post their own photographs, making it into a sort of live diary. The site also offers much relevant information for new students about things such as admission, tuition fees, housing and (how to apply for) scholarships. ‘The site answers questions that students, especially students from abroad, obviously have when they are looking for information about how to enrol at Codarts and could not always find on the website before.’ An important feature of the site is its ease of use. Visitors must be able to find what they’re looking for in just a few mouse clicks. In view of the
young target group the site must also be suitable for accessing it with a mobile phone. ‘We have thoroughly tested the design and are quite satisfied with the results. However, if anything is not functioning or is working less well than expected, please let us know. Meanwhile, we will continue to develop the website, for instance by adding video material, for the ultimate experience of really being part of the Codarts feeling. Because you have to feel it. You have to want it. And after visiting the site you must be even more sure of that.’ For any comments about or suggestions for the new website, please contact us at
[email protected].
40 9
Bart Wirtz: ‘I am a late-bloomer. I used to be a band guy.’
Bart Wirtz
‘Choose your own path’ He is considered one of today’s best young European saxophone players, because of his flexible and versatile style, his individual sound and his open-minded approach to jazz. In 2002, he graduated from the then Rotterdam Conservatoire (now Codarts). After playing in several bands for a while, he made his first solo album in 2009. With his second album he won the Edison Jazzism Audience Award 2012. And late last year he released his third album. A conversation with Bart Wirtz.
There was really no specific moment that he consciously decided to play the alt sax, says Bart Wirtz (Leiden, 1976). ‘It gradually became the instrument for me. My first teacher was Rolf Delfos. I took private lessons with him. Soon after finishing secondary school I already knew that I wanted to go to a conservatoire. The then Rotterdam Conservatoire, which was internationally oriented and had gurus in all fields, held an enormous attraction to me. I went there thinking I was going to be a jazz musician and travel the world. But when I first entered the building in Willem Buytewechstraat… It was overwhelming and I really had to adjust. I felt like I couldn’t play at all. In school I played in a funk band. If you played in a band, you were ‘the man’. But at the conservatory there were lots of guys who could play very well. Step by step, with Jasper Blom as my teacher, I began to master my instrument.’ ‘I was a little lazy by nature. But at the school you are expected to study many hours a day. I had trouble with that kind of discipline. Ben van den Dungen, already one of the teachers back then, gave me a wake-up call: “You’ve got to work that thing!” It was the push that I needed.’ At the conservatory, Bart was part of an ‘intimate group’. ‘I really did dig that. And the fact that it was a very open study. For example, I was introduced to the various sections of the World Music department and I played in their ensembles.’
Photo Frank de Graaf.
6
‘The band Monsieur Dubois was formed at the conservatory. We played funk, soul jazz, jungle beats. This helped me a lot. Young Sinatras, a big band with a singer, is also from that period. Later, this led to The Very Next. I no longer play in these bands, but I now play in Artvark Saxophone Quartet. And in the twelve-men New Rotterdam Jazz Orchestra, which is more project-based.’ In 1999, Bart won the Erasmus Jazz Award, the annual award for best jazz student at the Rotterdam Conservatoire (now Codarts). ‘That award really was a great confidence booster, as well as an opportunity to present more of myself. Besides, such an award makes you think about your own musical direction, both before and after receiving it. That is essential in becoming a complete musician.’ The time Bart spent in New York was also a boost. After graduating in Rotterdam, he lived and worked in the Big Apple for six months. Bart: ‘At the conservatoire they advised me to apply for a scholarship, which I got, from the VSBfonds. In New York I took private lessons with people such as Gary Bartz and Steve Wilson. That was great! I also played jam sessions and went to concerts. New York is such a cool city! Lots of music, lots of musicians. Those six months have really broadened my horizon. If you never play outside of your own familiar circle, you may lose touch
7
6
12
Photo Frank de Graaf.
Third-year student Circus Arts.
On Saturday, 28 March 2015, from noon till way past midnight, all the theatres, halls and foyers of de Doelen in Rotterdam will be the stage of the non-stop music, dance and circus event The Big Day for the second time.
Portrait: Ralph Öllinger
The Big Day at de Doelen
pages 2 & 3
Bart Wirtz He is considered one of today’s best young European saxophone players, because of his flexible and versatile style, his individual sound and his open-minded approach to jazz: Bart Wirtz, graduated from the then Rotterdam Conservatoire (now Codarts) in 2002. pages 6, 7 & 8
New website This is the place to be. This is where you want to be. That is the feeling that aspiring students should get when visiting Codarts’ new website. page 9
Portrait: Joia Rath
14
Photo Frank Hanswijk.
page 11
Neil Wallace De Doelen is not only Codarts next-door neighbour but also an important collaborative partner. An interview with Neil Wallace, the concert hall’s Programme Director. pages 12 & 13
A day in the life… Besides many highlights, dance students at Codarts also experience average, routine weekdays. How do such days like? Marie-Louise Hertog can tell us. pages 14 & 15
Portrait: Timo Tembuyser First-year student Music Theatre. page 16
18
Magazine School year 2014-2015 #2
20
22
Dear reader,
Two new faces Janine Stubbe (Professor of Excellence and Well-Being) and Jan Daems (Head of the Bachelor programme Circus Arts) are two new faces at Codarts. By way of introduction, Codarts Magazine has five questions for each of them.
We have said it before: Jazz is firmly rooted in Rotterdam, not in the least thanks to the North Sea Jazz Festival (which in 2015 will take place on 10, 11 and 12 July) and venues such as LantarenVenster, Dizzy, BIRD and de Doelen. And of course also thanks to Codarts’ Jazz study programme. This edition of Codarts Magazine features an interview with an alumnus and a fourth-year student from the Jazz department: saxophone player Bart Wirtz (page 6) and pianist Sebastiaan van Bavel (page 20), respectively. Both have won an Edison: Bart in 2012 and Sebastiaan last year.
pages 18 & 19
Sebastiaan van Bavel Pianist/composer Sebastiaan van Bavel, fourth-year student of the Jazz programme, is the winner of the Edison Jazz National Award 2014.
Codarts Magazine Volume 12, number 2 January 2015 Codarts Magazine, a publication of Codarts Rotterdam, appears twice per school year. For a free subscription send an email to
[email protected]. Editors Hans Boerrigter Geertje Cornelissen Claudia Klaassen Cindy Moerman Karlijn Verschoor
This issue not only devotes space to the Jazz department, but also to de Doelen. And for good reason, as this concert hall is not only Codarts nextdoor neighbour but also an important partner in all sorts of collaborations (see the articles on pages 2 and 12). And on page 22 we see the roughly sixty musicians of the Codarts Symphony Orchestra in action in the Grote Zaal at de Doelen, under the supervision of none other than Yannick Nézet-Séguin. Elsewhere in this issue four student portraits, a day in the life of a dance student and introductory interviews with two new faces at Codarts: Janine Stubbe (Professor of Excellence and Well-Being) and Jan Daems (Head of the Bachelor programme Circus Arts).
pages 20 & 21
Codarts Symphony Orchestra The roughly sixty musicians of the Codarts Symphony Orchestra felt honoured to rehearse under the supervision of none other than Yannick Nézet-Séguin. pages 22 & 23
Portrait: Cynthia Castaños Second-year student Master of Music. page 17
Highlights Slightly more than a handful of short messages.
Translation Leo Reijnen a.o. Original design 75B, Rotterdam Layout HollandsOntwerp, Rotterdam Printing Veenman+, Rotterdam Codarts Magazine Kruisplein 26 3012 CC Rotterdam The Netherlands +31-10-2171172
[email protected]
We hope you will enjoy the articles and photographs in this issue of Codarts Magazine. The next issue will appear in August 2015.
pages 24 & 25
Fourth-year student Pop Music / vocals.
16
Photo Marcel van Oostrom.
Photo Marcel van Oostrom.
Photo Marcel van Oostrom.
Photo Felipe Pires de Brito.
Photo Jan Hordijk.
Photo cover: Frank de Graaf
The editors
page 10
4
5
The Big Day at de Doelen On Saturday, 28 March 2015, from noon till way past midnight, all the theatres, halls and foyers of de Doelen in Rotterdam will be the stage of The Big Day for the second time. After the successful first edition of this non-stop music, dance and circus event in April 2013, it was obvious that there would be a follow-up. In due time, the programme will be published on Codarts’ new website. In 2013, then third-year student Jouke Istar Rouwenhorst danced a duet from Once a Tango by choreographer Neel Verdoorn in the hall of the Grote Zaal in de Doelen (see photograph) with her fellow third-year student Duarte Fernandes (not in the photograph). The live music was performed by OTRA, Codarts’ tango orchestra, led by Leo Vervelde. Both dancers graduated in 2014. The orchestra celebrated its twentieth anniversary last year.
Photo Roelof Mulder.
Saxophone player Bart Wirtz:
‘Choose your own path’
Magazine 2014-2015 #2
Report A day in the life of a dance student Interviews Sebastiaan van Bavel Jan Daems Janine Stubbe Neil Wallace
Student portraits Cynthia Castaños Ralph Öllinger Joia Rath Timo Tembuyser