Renee van Amstel
De xtase van Floor
Proloog
Ik koesterde mijn geluk en genoot volop van de liefde van de twee mannen in mijn leven en hun soms ietwat ongenadige manier om die te tonen. Het volume van knagende stemmetjes – als ze er al waren – effectief op nul gedraaid, weggemoffeld in mijn onderbewustzijn of in ieder geval opgeborgen op een plek in mijn hoofd waar zelfs ik amper kwam. Als je twee keer zo veel krijgt kun je ook dubbel zo veel verliezen, maar ik realiseerde me dit niet of stond er in elk geval niet bij stil. Ik kwam terug van een heerlijke avond, nacht en ochtend bij Jon. Ik had nog een uurtje of twee voor mezelf en zou dan naar mijn ouders gaan. Het was niet lang geleden dat ik er was geweest maar als enig kind voelde ik in toenemende mate de verantwoordelijkheid om ze aandacht te moeten geven, zeker na de huwelijksproblemen waarmee ze zichzelf en dus mij onverwacht opzadelden. Gek: eigenlijk had ik ze nooit gemist, een broer of zus, ook niet toen ik thuis opgroeide in Heerhugowaard. Ik vond het eigenlijk wel prima en had genoeg vriendinnen om me mee te vermaken en had geen aandacht van een broer of zus nodig. Maar als ze nu af en toe ook even langs hadden kunnen gaan bij mijn ouders 5
zou me dat heel wat waard zijn geweest. Vroeger was enig kind zijn een luxe, het werd gaandeweg een verantwoordelijkheid en was op weg om een belasting te worden. Hoe dan ook was het een jaar of dertig te laat voor herstelwerkzaamheden. Jon en ik hadden een gewone burgerlijke avond gehad: een avond zonder opdrachten, zonder zweepjes, en ik was niet in touwen gewikkeld, vastgebonden en geblinddoekt geweest. Wel hadden we gevreeën, gewoon in bed, nadat we wijn hadden gedronken op een van de tweezitsbankjes en voor het slapengaan, een beetje zoals andere mensen het wel doen, vermoedelijk alleen wat uitgebreider. Met volop aandacht voor elkaar, een uur of anderhalf uur, zacht en een beetje hard, lief en geil. Hij had in mijn oor gebeten, me aan mijn haar getrokken, hij had me neergelegd waar hij me wilde hebben, tot ik hem weer op zijn rug dwong en hem liet voelen hoe goed hij paste. Er is niets mis met een stevige bondage, een dosis vernedering en zo af en toe een scheutje pijn; ik wist hoe erg ik het kon missen als het me niet werd aangedaan. Maar er is zeker ook niets mis met een portie vanilleseks, als het de kwaliteit heeft zoals ik die met Jon – en ook met Rick – kon beleven. Het gebeurde zelden dat ik bij een van beiden sliep en we geen seks hadden. Het is een van de voorbeelden die aantonen dat je meer van elkaar geniet als je bij elkaar bent terwijl je niet samenwoont. In het tweede geval word je te snel onderdeel van het interieur, zo vanzelfsprekend als de orchidee in de vensterbank. Misschien kwam het overigens ook omdat ik Rick erbij had – en andersom. Het kan best zijn dat mannen dan extra hun best doen en in elk geval niet willen achterblijven. Uiteindelijk blijven het natuur6
lijk voetballertjes die willen winnen, mannen die landjepik spelen – en ik was het land. Mij best. Alles beter dan een orchidee. We hadden, tegen elkaar aan hangend, naar beelden gekeken van zijn reis naar Venezuela, waarvan hij net een paar dagen geleden was teruggekeerd. Hun groepje was, onder meer, in een klein chartervliegtuigje langs de Canaima-watervallen naar een indianendorp gevlogen en vandaar waren ze met z’n vieren langs en door een riviertje gewaad om bij een voor de dorpsbewoners heilige plek uit te komen: een kleine waterval die tientallen meters boven je begint en eindigt bij het begin van het riviertje waar ook zij in stonden, met het water tot aan hun middel, tussen de hoog oprijzende rotswanden waartegen glanzende, heldergroene planten wortel hadden geschoten. Flikkerende zonnestralen vermengden zich met het water en vielen ineengestrengeld naar beneden. Zelfs op film was het indrukwekkend. Het was een van de mooiste plekken geweest die hij ooit had gezien, zei Jon. We hadden het ook over Rick gehad. Jon had het altijd over Rick en Rick had het nooit over Jon. Achteraf snap ik het wel: voor de een, Jon, was het een kunstmatig zoeken naar bevestiging, voor de ander was het een dwangmatige ontkenning. Ondertussen wentelde ik me in hun aandacht, koesterde ik hun liefde en beantwoordde ik die met alles wat ik in me had. Lichaam, ziel en geest, minstens. Over mijn wil hadden we het niet eens, dat was zo’n beetje het eerste wat ik hun had aangeboden. Dat was een conditio sine qua non; als ik die niet ter beschikking stelde, zou ik niet met ze kunnen hebben wat ik had: een intense bdsmrelatie, maar die naam was dan ook het enige wat overlapte. 7
Voor de rest was die bdsm-relatie zo anders als het maar zijn kon, simpelweg omdat hun behoeften als Dom zo uiteenliepen als links- en rechtsaf. Mij maakte het als sub niet uit. Sterker: ik prees me er gelukkig mee, de ene kant op genoot ik net zo veel als de andere kant op. Ik was niet moeilijk. Die zondagmorgen was ik op de fiets teruggereden naar mijn appartement in de Jordaan; ik fietste langs terrassen waar mensen zaten te ontbijten. Het was een mooie dag op de rand van het late voorjaar en de vroege zomer, met de temperatuur waar ik van hou. Niet warm, niet koud, misschien een beetje koel, in elk geval voor mij net goed. Het zong in mijn hoofd, ik proefde nog de smaak van het roerei met zalm dat Jon had gemaakt. Ik had het gegeten met de helft van een warm broodje. We hadden er jus d’orange, koffie en champagne bij gedronken, vaste prik als ik op zondag bij hem was. Ik lachte de mensen toe zoals het leven mij. Mijn fiets ketende ik aan een ring in de muur naast het portiek en ik opende de buitendeur om de trap op te lopen naar de binnenvoordeur. Eigenlijk hoor je het al te weten als je thuiskomt, dat er iets niet klopt. Toch? De deur ziet er anders uit dan gisteren, een voetafdruk, het licht is aan of uit terwijl dat gisteren andersom was. In de film hoor je het aan de muziek, maar ik hoorde niets bijzonders, zag geen voetstap, de deur zag er hetzelfde uit en van het ganglicht maakten de andere vier bewoners ook gebruik, dus ja... Geen aanzwellende synthesizerklanken, niets anders dan de gebruikelijke straatgeluiden van vrolijke mensen vermengd met wat verkeer. Anders had ik het wel geweten. Ik hoorde de synthesizer pas toen ik het ding zag hangen aan de deurknop. Een ding – eerst zag ik niet wat het was. 8
Toen ik dichterbij kwam zwol de muziek verder aan. Het ding was een halve handboei, doorgeknipt bij het kettinkje en het was met een roze shawltje aan de deurknop vastgeknoopt. Ik snapte het niet. Ik werd pas bang toen ik zag dat er iets van de polsband op de grond was gedrupt. Bloed, wist ik gelijk. Alsof er iets mis was gegaan bij het doorknippen.
9
1.
‘Ik ga trouwen!’ Jasmijn keek me aan met die twee pikdonkere Marokkaanse ogen van haar, waarin alles tegelijk scheen: de zon, de maan en de sterren. Stralender had ik ze nooit gezien. Ik wist zo gauw niet wat ik moest zeggen, dus ik keek alleen maar naar dat prachtige gezicht, haar licht getinte Arabische huid, het golvende zwarte haar dat op haar schouders hing, en het schoot door me heen: wat is ze toch mooi. ‘En jij bent de ceremoniemeester én de voorzitter van het organisatiecomité.’ Dat ging wel heel snel. We zaten in de wijnbar Vyne aan de Prinsengracht, een geschikte halte tijdens ons rondje door de Negen Straatjes, drie rijtjes van drie straatjes tussen de Prinsengracht en het Singel. Na Vyne kwam er doorgaans niet veel meer terecht van de rest van de tocht. We waren vandaag op mijn favoriete plek begonnen, op de hoek van de Runstraat en de Prinsengracht, omdat deze hoek niet meer dan een minuut of drie lopen is vanuit mijn huis in de Jordaan. Jasmijn kwam met de tram of met de fiets, we dronken koffie bij De Doffer en eindigden, voor kortere of langere tijd, bij Vyne. Meestal trouwens wat korter want ik had het op de zaterdagen tegenwoordig wel druk met zo veel mannen in 10
mijn leven. Vlak daarnaast zit 360 volt, waar ik pas geleden een oude groene fotografenlamp op drie houten poten voor Jon had gekocht. Het was nog een hele klus om de lamp bij hem thuis te krijgen. ‘Trouwen?’ riep ik nadat ik even stil was geweest, om direct daarna op te springen en haar hevig te kussen. ‘Geweldig, gefeliciteerd! Met Lex neem ik aan?’ ‘Ja, met Lex, hoe weet jij dat nou weer?’ We lachten. ‘Nou, kom op, vertel eerst maar eens voordat ik ja zeg tegen je verzoek over dat ceremoniemeesterschap en het organisatiecomité.’ Ze vertelde dat Lex haar die week had gevraagd met haar te trouwen. Er was geen hele toestand van gemaakt, hij had haar niet meegenomen naar Parijs om daar op zijn knieën te vallen en geen heteluchtballon gehuurd om hoog in de lucht een aanzoek te doen. Hij had haar aangekeken, gezegd dat ze de mooiste vrouw was, niet alleen van de wereld maar van het omniversum, en gevraagd of zij met hem wilde trouwen. Het was geen grapje, hij had er zelfs niet bij geglimlacht, vertelde ze. ‘Ik zag liefde, pure liefde,’ zei Jasmijn. ‘Ik kón gewoon geen nee zeggen. Zo hoort dat met aanzoeken. Ze moeten recht uit het hart opstijgen.’ ‘En wanneer gaan jullie trouwen?’ vroeg ik, voorbijgaand aan het feit dat ze gewoon geen nee kón zeggen. ‘Geen idee. Ik denk dit najaar. Anders volgend voorjaar.’ Ze had me expres niet gebeld of gemaild, maar het bewaard voor vandaag. Ze had het haar moeder verteld, en nu vertelde ze het aan mij, als tweede. ‘Wil je ceremoniemeester zijn, Floor?’ vroeg ze nogmaals. Wat moest ik? Ik zei maar ja. Ik voelde me er ongemakkelijk bij. Ik had zelf net nee gezegd. 11
Het was nu drie maanden geleden dat Jasmijn en ik elkaar weer in de armen waren gevallen. We lachten van opluchting maar tranen prikten in mijn ogen, zo blij was ik. We hielden elkaar minutenlang vast en toen moesten we nog beginnen met praten, maar die omhelzing was de bezegeling van wat we beiden wisten: het was weer goed tussen ons. We hadden elkaar ongelooflijk gemist. Niet het lot maar Rick had ons weer samengebracht, per ongeluk; hij kon er niets aan doen maar we waren hem er niettemin dankbaar voor. We waren dolgelukkig. Ik had haar gebeld toen Rick mij over haar vertelde, zei dat ik haar dolgraag weer wilde zien, ze zei direct ja, en dat zij mij ook graag wilde zien en zo hingen we dus twee dagen later in elkaars armen. Jasmijn had destijds zeer rigoureus de vriendschap beëindigd. Ze had het eerst toegelicht en me nog dezelfde dag ontvriend op Facebook. De tranen liepen in straaltjes over mijn wangen, zo mijn hals in. Nadat ik eerst Rick was kwijtgeraakt, verloor ik nu ook nog mijn oudste vriendin, Jasmijn. Het was te veel en te kort na elkaar. Ze kon niet accepteren dat ik een sm-relatie had gehad met Rick, dat ik me had laten slaan en dat ik ervan genoten had. Haar moeder was vroeger ook geslagen door haar vader, omdat hij meende dat dit helemaal niet zo ongewoon was. Haar moeder en later Jasmijn dachten daar heel anders over. Zij vond dat ik de vrouw in het algemeen te schande maakte. Vandaar. Drie weken voor zij mij vertelde over haar aanzoek was ik met Rick in Tavira, volgens hem een van de mooiste plaatsen van de Algarve en we sliepen in de Pousada de Tavira, volgens hem ook nog eens een van de sfeervolste pousada’s 12
van Portugal. Pousada’s zijn vergelijkbaar met paradores in Spanje: hotels ondergebracht in historische gebouwen zoals landhuizen, kloosters en paleizen. Zo kende ik Rick van vroeger, een levensgenieter die de beste plekjes kende in Italië, Spanje en Portugal. Die altijd wist waar je uitstekende en ook nog eens betaalbare wijnen kon kopen, zoals bij La Canonica in Piemonte, waar we jaren eerder waren geweest. Hij wist welke kazen je moest nemen en wat de worsten waren van de streek. Een registeraccountant saai? Als dat zo is, had Rick overduidelijk het verkeerde beroep gekozen. Rick was uiterlijk veranderd, sinds het feestje bij Jasmijn waar ik hem een jaar of zes geleden had ontmoet, maar ten goede. In het weekend was er nog steeds die stoppelbaard, het haar was misschien iets langer en soms dacht ik een glimpje grijs op te vangen, maar als ik beter keek leek het weer verdwenen. Hij had er altijd al als een man uitgezien in die zin dat ik nooit iets jongensachtigs had ontdekt, maar het vleugje rijpheid dat hij ergens onderweg had opgedaan had hem krachtiger gemaakt. En aantrekkelijker. Kracht en aantrekkelijkheid: de ideale combinatie voor een Dom. Tegelijkertijd bleef er altijd iets onder de oppervlakte, een beetje zoals die grijze haar: je denkt dat het er is maar je kunt het niet zien, het is niet tastbaar, je hebt er geen woorden voor, dus je twijfelt eerder aan jezelf dan aan hem. En toch, soms opeens, voel je het als een tochtvlaag en als je omkijkt heb je geen idee waar die vandaan komt. Pousada de Tavira is een hotel ondergebracht in een oud klooster op het hoogste puntje midden in het plaatsje, op loopafstand van de haven. Het hotel heeft een royale patio in het midden, vroeger vermoedelijk een tuin, waarvan je 13
je heel goed kon voorstellen dat de monniken daar in het zonnetje of in de schaduw, al naar gelang het jaargetijde, de Bijbel en aanverwante werken zaten te bestuderen. Toen me dat werd verteld, klonk het me als een heerlijk onbezorgd leven in de oren. In het hotel werkten aardige mensen, de kamers waren comfortabel en gaven door fraai kleurgebruik een behaaglijk gevoel, dat meer paste bij een B&B dan bij een groter hotel. Ik dacht dat we hier naartoe gingen om te vieren dat we weer samen waren, al moest hij me dit keer delen. Misschien was het dat ook, maar zeker niet alleen. Toen we net weer samen waren had ik hem verteld over de zaterdag dat ik onze relatie, vier jaar eerder, beëindigde. ‘Ik heb zo’n beetje de hele zaterdag gehuild,’ zei ik, geheel naar waarheid. ‘Ik wilde én het verdriet én jou uit mijn leven huilen, in één keer. Er moest niets anders overblijven dan een herinnering, maar dan een herinnering als een monument dat herinnert aan de slavernij – aardige woordspeling trouwens in dit verband – het moest niet vergeten worden maar mocht nooit meer voorkomen. Ik kon niet eten, was boos, voelde me eenzaam, waanzinnig verdrietig, snapte niet wat er was gebeurd en had alleen maar de zekerheid dat je ons op onherstelbare manier in scherven had laten vallen. Twee dagen daarvoor dacht ik nog dat we altijd bij elkaar zouden blijven.’ ‘Maar het lukte niet in één dag,’ zei hij. ‘Het lukte niet in vier jaar, ondanks therapieën, dingen van me af schrijven, diverse relatietjes en minnaars. Toch had ik nooit gedacht dat ik je weer in mijn leven zou toelaten.’ 14
‘Ik ook niet,’ antwoordde hij. ‘Eerst begreep ik wel dat het erg was wat ik had gedaan. Ik zag wat ik je had aangedaan en realiseerde me direct dat het over was. Later vroeg ik me af of het niet al te rigoureus was, zo plotseling stoppen, en of we het niet samen hadden kunnen oplossen. Maar naarmate ik verderging met de bdsm ging ik het beter snappen. Elke keer als ik andere mensen vertelde hoe cru ciaal en essentieel vertrouwen is in bdsm, begreep ik beter hoe ik je in de steek had gelaten.’ ‘Ik vond het ook moeilijk om uit te leggen,’ zei ik. ‘Ik probeerde het bij Liza. Vertelde dat je beloofd had me te zullen opvangen als ik me met mijn ogen dicht achterover liet vallen, maar dat je in plaats daarvan een stap opzij deed om eens te zien wat er gebeurde als je me liet gaan. Dat ik me dus nooit meer achterover zou durven laten vallen bij je.’ ‘Een mooie vergelijking.’ Op die bewuste vrijdagmorgen had Rick me een halsband laten omdoen met de opdracht om elke twee uur een bericht te versturen met een fantasie; elke fantasie moest verder gaan dan de vorige, tot hij thuis zou komen. Dat zou aan het einde van de dag zijn, dacht ik, maar hij bleef weg tot de volgende morgen. ‘Ik kon op het laatst niet meer ademen. Niet vanwege de halsband, maar door het effect dat de opdracht op me had. Eerst gewoon een wens sturen, dat ging wel. Maar later was het alsof je in mijn hoofd zat; ik sms’te je mijn wildste fantasieën omdat ik dacht dat je ze toch al kon zien, zo erg was ik in de war. Je weet niet half wat er met me gebeurde na zo veel uur. Hoelang duurde het, zestien uur of zo? Langer nog, als je tot de volgende ochtend rekent toen je pas 15
thuiskwam. Ik raakte in paniek, dacht letterlijk dat ik zou stikken. De wijn zal ook een rol hebben gespeeld.’ Ik lachte een beetje wrang. ‘Ik zag het aan je toen ik naar je toe kwam. Dat ik te laat was. Je weet niet half hoeveel spijt ik ervan heb gehad.’ ‘Die zaterdag heb ik de hele dag om ons gehuild. Daarna niet meer. Nooit meer.’ Onze hereniging vier jaar later voltrok zich niet zonder slag of stoot. Alle verschillende Floortjes binnen in mij vonden er wat van; er was volop verzet, discussies voltrokken zich met rumoer en overslaande stemmen, ook al had ik hem vergeven. Ik had de woorden uitgesproken, ‘ik vergeef je’, ik meende het, voelde hoe de boosheid weer ruimte maakte voor liefde, maar die andere stemmen bleven maar dingen zeggen als: En Jon dan? Weet je wel waar je aan begint? Vergeet hem toch! Is één man niet meer dan genoeg? Alleen mijn lichaam had geen enkele aarzeling en gaf zich zonder enige terughoudendheid weer over aan onstuimige seks met hem. Zijn lichaam voelde bekend, was warm en zacht op de plekken waarvan ik me kon herinneren dat ze altijd warm en zacht waren, gevoelig waar het dat vroeger ook was, hij rook nog steeds naar een mengeling van L’eau d’Issey met zijn eigen aangenaam zoetige geur die door zijn poriën naar buiten kwam, juist bij het vrijen, en zijn geluiden klonken identiek, alsof een paar jaar later gewoon dezelfde cd was opgezet. Zelfs in me, waar dan ook in mij, voelde en proefde het vertrouwd. Wat verschilde was dat het nog intenser leek, intiemer, hartstochtelijker, geiler. Het was een soort inhaalrace waarbij we alle verloren keren probeerden goed te maken. 16
Bij Rick had ik ontdekt een sub te zijn. Ik noemde het niet ‘slavin’ want ik had moeite met het woord, maar dat was ik feitelijk geweest: zijn eigendom – ik had gehoorzaamd, gedaan wat hij me opdroeg, had me laten weggeven aan andere mannen en vrouwen met een bandeloosheid die ik niet of nauwelijks van mezelf kende. Ik was nooit preuts geweest, had weinig remmingen bij seks, maar dit was onvergelijkbaar anders. En het maakte me op een zeldzame manier vrij. Opnieuw vormde seks de gloeiende kern van onze relatie en als we vreeën lukte het me om alle andere stemmen het zwijgen op te leggen en alleen nog te luisteren naar de klanken van mijn lichaam. Dat had het laatste woord. Al heel snel gaf hij me weer weg, verkocht me eigenlijk, op een verdergaande manier dan jaren eerder. Het was alsof in de jaren dat we elkaar niet gezien hadden ook de grenzen waren opgerekt. Hij was geoefender, ik door het gemis meer verlangend en bood geen enkele weerstand. Integendeel. De eerste avond na aankomst in Tavira hadden we gegeten in een familierestaurantje, Aquasul, in een kleine zijstraat in het centrum van Tavira, aan de andere kant van de rivier die dwars door het stadje stroomt. Rick was er zonder aarzeling naartoe gelopen; het zou me niet hebben verbaasd als hij zou zijn begroet als een oude bekende, maar zo gek werd het nog net niet. Vanavond aten we hier, morgenavond in het hotel, de avond daarna in een restaurantje schuin tegenover Aquasul, eigendom van twee broers. Je kunt het saai vinden dat alles is uitgestippeld, maar ik was er dol op. Ik zorgde voor een paspoort en lippenstift en voor de rest leverde ik me met groot genoegen over aan zijn programma. 17
Tot ik dingen moest gaan zeggen die ik niet wilde. De volgende dag toerden we in de huurauto door de omgeving. Op de weg terug aten we als lunch gegrilde inktvis met tomatensalade in Santa Luzia, een klein vissersplaatsje een stukje verder. En toen we om vier uur ’s middags in het hotel arriveerden, keek de receptioniste ons extra vriendelijk glimlachend aan toen zij de sleutel aangaf. Die glimlach begreep ik toen we op de kamer kwamen. Er brandden kaarsen en er stonden een wijnkoeler met champagne en twee plankjes met tapasachtige hapjes. Ik hoorde het bad vollopen en toen ik verbaasd naar de badkamer liep, zag ik dat deze met stoom was gevuld; op het water dreef olie. ‘Rozenblaadjes vond ik net weer te gek worden,’ zei hij zachtjes in mijn oor toen hij over mijn schouder meekeek en zijn armen om me heen sloeg. ‘Tijd voor verwennerij. Ga jij maar lekker in bad zitten, dan ga ik een glaasje champagne voor ons inschenken.’ Ik voelde me een prinsesje. Toen hij even later met twee glazen terugkwam en op de rand van het bad ging zitten en we samen proostten, vroeg hij of ik met hem wilde trouwen. Dat hij niets liever wilde. Ik wist direct dat ik niet met hem zou gaan trouwen, nog niet in elk geval. Ik zou nu geen ‘ja’ zeggen maar de verleiding was groot om het wel te doen, omdat elk ander antwoord dan een hartstochtelijk ‘graag’ of ‘eindelijk’ voor hem zou voelen als een afwijzing en gemakkelijk de stemming kon verpesten. Dat was wel het laatste wat ik wilde. Ik was ook dolgelukkig dat we weer bij elkaar waren. Het zat alleen een beetje ingewikkelder. Zo komen mensen dus soms ongewild in een huwelijk terecht, schoot het door me heen. Ze durven geen nee te zeggen omdat ze hun geliefde niet willen teleurstellen. Daarna kunnen ze er met goed 18
fatsoen niet meer op terugkomen omdat dat tot een naar gesprek over hun relatie zou leiden: waarom wil je dan nu opeens niet meer met me trouwen? ‘Je overvalt me wel een beetje,’ stamelde ik dus maar. ‘Wat lief van je dat je met me wilt trouwen.’ Hij bleef me verwachtingsvol aankijken, maar toch al iets zorgelijker dan toen hij de vraag stelde. ‘Mag ik er even over nadenken? Het is zo snel, we zijn pas zo kort weer samen.’ Het was laf en killing, wist ik. Maar ik kon het gewoon niet, ronduit zeggen: nee, ik trouw niet met je. Nog niet in elk geval. Hij kwam niet bij me in bad zitten. Ik denk dat hij, even goed als ik, wist waarom ik wilde nadenken. En dat dit niet eens zozeer met ons – met hem en mij – te maken had. ‘Natuurlijk mag je er even over nadenken,’ zei Rick, maar zo klonk het toch niet helemaal. Hij zag eruit als een strakblauwe lucht maar in de verte donderde het al. Hij was geen type dat zomaar een no for an answer nam. Dat wist ik natuurlijk heel goed.
19