De taal van sociaal rendement Floor Basten – OrléoN
ARM & RIJK Bijvoeglijke naamwoorden die naar een hoeveelheid verwijzen Je kunt tegelijkertijd arm zijn aan X en rijk aan Y of omgekeerd, maar je kunt niet tegelijkertijd arm en rijk zijn aan X of Y Binnen X en Y zijn arm en rijk elkaar uitsluitende begrippen
MACHT Schaarstedenken: van X is weinig én iedereen wordt verondersteld X te willen Toegang tot X en de bescherming van de toegang tot X en van X zelf Alternatieven … Spreekwoorden …
Maar dan…
Katrina
DE SOCIALE STAAT VAN NEDERLAND Voor 2004 wordt het aandeel lage inkomens geraamd op 11% (p. 106) Leefsituatie: de geobjectiveerde kwaliteit van leven in een veelheid van dimensies, zoals gezondheid, vrijetijdsbesteding, vakantiegedrag, sociale contacten en maatschappelijke participatie, het bezit van duurzame consumptiegoederen, mobiliteit, veiligheid en huisvesting.
BALKENENDE II meer meedoen, meer eigen verantwoordelijkheid en meer saamhorigheid: “Het sociale stelsel wordt primair beoordeeld op zijn betekenis voor activering van de burger. […] de ruimhartigheid van de sociale zekerheid zou de weg naar betaald werk in de weg staan” (p. 36).
REINTEGRATIE Reïntegratie-inspanningen voor werklozen die relatief moeilijk inzetbaar zijn (ingedeeld in fase 2, 3 of 4), eindigen lang niet altijd succesvol. Zo heeft van de reïntegratietrajecten die in 2001 door UWV zijn aanbesteed (ruim) drie jaar later slechts iets meer dan 40% geresulteerd in een plaatsing (p. 106).
MENS MENS MENS The results are that in September 2004, 34 out of 68 clients in the study, have become socially included and are now active in either voluntary work, schooling or in reintegration to work. Another 15 clients are expected to reach this level of social inclusion in the next few months, thereby aiming for a success level of 49/68 =72% (Thijssen & Maes, 2005)
DISCOURS Een samenhangend geheel van taaluitingen over een thema door een groep met een collectieve identiteit (taalgemeenschap)
VERTELLER Wie vertelt het verhaal, is in de gelegenheid de definities te maken en aan ons – de lezers/toehoorders – een visie/perspectief op het geheel te geven? Namens wie wordt het verhaal verteld? Wie wordt hoe geciteerd?
VERTELLER (II) • Adviesbureau • Onderzoekers • Geciteerden: klanten en case-managers
CONCLUSIES (I) De ‘taal van sociaal rendement’ gaat vooral over (leer)winst voor zoveel mogelijk betrokkenen, maar in dit multi-shareholderperspectief moet het perspectief op en vanuit de klant niet vergeten worden
CONCLUSIES (II) Het verhaal wordt verteld door het adviesbureau, dat ook de taalcreatie voor rekening neemt (bijvoorbeeld: klant = architect & bouwer); er is weinig aandacht voor de taalbijdrage van de klant (beperkte en geredigeerde citaten)
CONCLUSIES (III) Er worden verschillende metaforen gebruikt, maar gelijktijdig gebruik daarvan kan leiden tot paradoxen en dubbele boodschappen die het doel ondermijnen
AANBEVELING (I) Plaats ‘armoede’ in een bredere context, bijvoorbeeld in het licht van de conclusies van het Sociaal & Cultureel Planbureau en van de mondiaal voortschrijdende feminisering van armoede (opvallend veel klanten zijn vrouwen)
AANBEVELING (II) Analyseer wie de helpers en de tegenstanders kunnen zijn op macroniveau (Bob Geldof en de make-poverty-history-beweging versus Bush-achtige traagheid en nonchalance) en op microniveau (nieuwe inzichten versus oude mentale modellen en reflexen)