Verheyen, T., & Vermeir, B. (2011).
Remotie Een stap terug is een stap vooruit Mechelen: Uitgeverij Wolters Kluwer Belgium ISBN: 978-90-4652-830-3
Marleen de Fraeye
Dit is een boek met een wel erg merkwaardige titel: Remotie. Een nieuwe term, een nieuwe betekenis, aantrekkelijk genoeg om nieuwsgierigheid op te roepen bij iedereen die met werkgerelateerde problematiek bezig is? Ik was in elk geval heel erg benieuwd. We zijn allemaal vertrouwd met de term ‘promotie’ en met zijn tegenhanger ‘demotie’, waarmee doorgaans bedoeld wordt: verplaatsing van een hogere functie naar een lagere, verlaging van rang, terugzetting, degradatie. Ondanks dat de term remotie volgens het woordenboek afzetten, ontslag en verwijdering betekent en een bijna nog minder fraaie bijklank heeft, hebben de auteurs hier toch expliciet voor gekozen. Het voorzetsel ‘re’ roept volgens hen positievere betekenissen op en geeft iets aan van ‘terug in beweging zetten’ of ‘herschikken van emoties’. Dit staat in contrast met het voorzetsel ‘de’ dat in heel wat samenstellingen een overwegend negatieve bijklank heeft. Het boek brengt een fenomeen onder de aandacht dat in alle soorten werkcontexten gekend is. Demotie komt frequenter voor dan je denkt, hoewel er in de managementliteratuur weinig over terug te vinden is. Behalve binnen de veilige context van het privéleven, psychotherapeutische of coa* personalia
JG30 / 2012 / SB2 / boeken
chingsgesprekken, wordt er nauwelijks over gesproken. Het blijkt nog steeds een maatschappelijk taboe, staat gelijk met mislukking en niemand praat er graag over. Deze schroom of angst om openlijk over demotie te spreken is te begrijpen vanuit het evidente maatschappelijke denken over loopbaanevolutie. Deze moet met de leeftijd een gestage opgang maken, tenminste als je van een geslaagde carrière wil spreken! Succes in je werk wordt in onze samenleving ondermeer afgemeten aan de hoogte van je positie en je inkomen. Iemand met een vlakke carrière doet lagere competenties vermoeden, terwijl bij een verlaging van positie gedacht wordt aan verlies van competenties. Bij de uitwerking van de idee van demotie als oplossing voor het pensioenvraagstuk en de vergrijzing onder werknemers duiken een aantal gemeenplaatsen op over wensen en noden van ‘de’ werknemer op leeftijd zoals: minder financiële noden, meer interesses buiten het beroep, hogere wens naar vrije tijd, minder aankunnen dus meer werkdruk, behoefte aan minder verantwoordelijkheden. Ik stoorde mij aan deze evidente perspectieven op oudere werknemers. Werk kan toch voor mensen heel belangrijk zijn in hun leven, en ook blijven, ongeacht de gevorderde leeftijd. Als in het kader van een demotie oudere werknemers op een creatieve manier nieuwe taken worden voorgesteld, zoals een rol als coach voor jongere werknemers of het delen van opgebouwde expertise door aan ‘sharing’ te doen met andere bedrijven, kan je je afvragen of hier niet een beetje kort door de bocht wordt gegaan. Deze mogelijkheden gelden lang niet voor iedereen en zijn erg afhankelijk van de aard van het werk en de sector waarin men tewerkgesteld is. Ook is elke leef- en gezinssituatie anders en kan ook daar je functie en positiebehoud een belangrijke verbinding betekenen. Met Een stap terug is een stap vooruit als ondertitel is meteen ook de toon van het boek gezet: een hiërarchische verlaging hoeft niet noodzakelijk een kwalitatieve achteruitgang te betekenen. De teneur in het begin van het boek is beloftevol en opvallend optimistisch. De auteurs presenteren geen wetenschappelijk gestaafd, evidence based behandelplan voor werknemers die een demotie meemaken. Daarentegen geven ze ons een inkijk in veertien persoonlijke verhalen waarin mensen getuigen over wat ze hebben meegemaakt. Hierin ligt voor mij ook de absolute sterkte van dit boek. De verhalen worden verrijkt met commentaar
boeken / JG30 / 2012 / SB2
en inzichten van specialisten, onder wie professionele coaches Hilde de Raedt en Katrin Van Bladel, professoren organisatiepsychologie Karel De Witte en Roland Pepermans, psycholoog Dany Baert, en in arbeidsrecht gespecialiseerde advocaten Christine Onbekent en Wim Van Roeyen. Alhoewel de auteurs in de beschrijving van het veranderproces van demotie naar remotie zich hebben laten inspireren door de fasen van de rouwverwerkingcurve van Kübler Ross, gebruiken ze die gelukkig niet als normatieve richtlijn. Ze hanteren een remotiecurve die als leidraad dient om de individuele verhalen aan op te hangen en te structureren. Ze ordenen de gegevens in de tijd en sorteren thema’s onder de volgende koppen: indicatoren, het breekpunt, het verhaal, de gevolgen, de kanteling. En tonen op deze wijze dat een demotie niet altijd een negatieve afloop kent. Niettemin blijft er bij het bekijken van de tekening van de fasen van remotie iets hangen van een maakbaarheidsdenken en naïef optimisme met als bijklank: uiteindelijk komt alles goed! Doorheen het boek zijn heel wat uitspraken te vinden die verwijzen naar de evidentie van de zelfontwikkeling en de zelfredzaamheid, waarbij vooral de invloed van de persoon zelf op de vooruitgang van het proces wordt (over)geaccentueerd. Deze gedachtegang representeert het ideaal van de mens als zelfsturend individu: ‘Demotie als groeikans heb je zelf in de hand!’. Meer nog, als je er niet over geraakt betekent dit dat er iets niet in orde is, ‘als je geestelijk gezond bent, kom je die slag wel te boven’ (p. 144). Dat je voor je veranderingsproces wezenlijk afhankelijk bent van anderen wordt met name door Dany Baert, algemeen directeur van de Interactie-Academie, expliciet naar voor gehaald, en hij pleit hiermee voor een opvatting over het zelf als sociaal construct. In dit proces van remotie is het volgens hem cruciaal dat de situatie uitgebreid wordt verkend en genuanceerd doorgesproken met de betrokkene. Communicatie gaat om meer dan een heldere mededeling alleen. Je engageren in sociale contacten, je door iemand begrepen voelen, ergens je verhaal kwijt kunnen, onderzoeken van andere visies enzovoort zorgen voor verbreding van je kijk, waardoor opnieuw mogelijkheden zichtbaar worden. Mensen hebben nood aan aansluiting met hun omgeving tijdens dergelijke moeilijke momenten in hun leven, waardoor ze sociale toetsing krijgen en de kans op versterking van hun identiteit en werkidentiteit toeneemt.
JG30 / 2012 / SB2 / boeken
De getuigen die in het boek aan bod komen zijn er, in mindere of meerdere mate, allemaal op een constructieve manier uitgeraakt. Vanuit mijn praktijk als coach en procesbegeleider word ik echter regelmatig met minder positieve uitkomsten geconfronteerd. Ik blijf met de vraag zitten wat nu het verschil zou kunnen maken. Vanwaar de keuze om onsuccesvolle verhalen niet op te nemen in het boek? Terecht wordt in het boek meerdere keren benadrukt dat remotie de nodige onderhandelingen vraagt tussen werknemers, werkgevers, human resource verantwoordelijken, overheid en sociale partners. De auteurs sluiten af met een hele reeks tips voor de werknemer, werkgever en human resources verantwoordelijke. Mijn vraag blijft: is dit alleen een probleem van onvoldoende communicatie? Ik denk dat er momenteel nog een onvoldoende breed maatschappelijk draagvlak is voor dit remotie-idee. Er is een mentaliteitsverandering nodig opdat mensen die een degradatie meemaken zich staande kunnen houden en zelfwaardegevoel kunnen houden in een samenleving waar werk nog steeds, zowel voor mannen als voor vrouwen, een belangrijk onderdeel uitmaakt van hun identiteit. Tot slot denk ik dat bij de introductie van remotie als creatieve mogelijkheid voor een arbeidsorganisatie, het heel belangrijk is dat een vorm van keuzevrijheid gewaarborgd kan worden. Keuzevrijheid waarbij de persoon in kwestie rekening kan houden met zijn/haar verbindingen in de eigen leefomgeving en werkcontext, waar Dany Baert ook meer de nadruk op legt dan de auteurs of overige experten. Dit is een proces waarvoor mensen voldoende tijd en middelen moeten krijgen om de nodige onderhandelingen te kunnen voeren en voldoende afstemming te kunnen krijgen zowel binnen als buiten de werkcontext. Verlies van verbinding maakt ziek en tast het welbevinden aan. Werk is een veel te belangrijk aspect in een mensenleven om zomaar te herschikken zonder samenspraak. Vanuit dat perspectief vermoed ik dat het een enorm verschil maakt of demotie een gedwongen of een gewenste optie is, opdat dit de betekenis van een re-motie kan krijgen.
boeken / JG30 / 2012 / SB2
personalia
albrechts birgit
Cluster Manager; GZ- Psycholoog; Systeemtherapeut bij Mondriaan, Divisie Kinderen en Jeugdigen te Heerlen. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] belfor daniëlle
Psycholoog NIP bij Balans & Impuls BV in Den Haag. E-mail:
[email protected] de fraeye marleen
Klinisch Psycholoog-Systeemtherapeut-Coach in privépraktijk te HeusdenZolder. Lector aan de Katholieke Hogeschool te Hasselt. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] de sterck stein
Kinderpsycholoog - Systeemtherapeut op het Vertrouwenscentrum Kinder mishandeling Antwerpen. E-mail:
[email protected] heemskerk leny
Systeemtherapeut, privépraktijk “Gezin&co” te Soesterberg. E-mail:
[email protected] marres philip
Systeemtherapeut gezinstrainingsprogramma bij Stek Jeugdhulp te Gouda. E-mail:
[email protected]
begin artikel
personalia / JG30 / 2012 / SB2
van reybrouck tomas
Klinisch psycholoog-psychotherapeut. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. Werkzaam bij CGG Eclips afdeling verslavingszorg te Gent en groepspraktijk de Luwte te Lochristi. E-mail:
[email protected] scherpenisse rien
Juridisch Kwaliteitsmedewerker voor de gemeente Schouwen-Duiveland. Werkt als klantmanager Werk, Inkomen en Zorg en is daarbij actief in het in 2011 opgerichte samenwerkingsverband Openbare Geestelijke Gezondheidszorg. E-mail:
[email protected] staelens ilse
Klinisch psycholoog bij CGG ZO-Vlaanderen in Aalst en privépraktijk in Lede. E-mail:
[email protected] verdru hannes
Lector psychologie aan de Hogeschool West-Vlaanderen te Brugge. Daarnaast werkzaam als vrij gevestigd psychotherapeut. Geassocieerde trainer bij de Interactie-Academie. E-mail:
[email protected] winter christiane
Werkzaam in het UZ Brussel op het Centrum Medische Genetica. Bezig met onderzoek in verband met het functioneren van kinderen na pre-implantatie genetische diagnostiek en de beleving van de overgang naar ouderschap onder verschillende premissen (genetische - en fertiliteitsproblematiek). Daarnaast verbonden aan de groepspraktijk d_Link te Mechelen. E-mail:
[email protected]
JG30 / 2012 / SB2 / personalia
begin artikel