vastgestelde versie
Beleidsplan Toerisme & Recreatie …met een stap terug in de tijd de toekomst in.
B-knooppunt Moerdijk
A-knooppunt Willemstad B-knooppunt Klundert/Noordschans
Forten
Recreatief uitloopgebied
B-knooppunt Zevenbergen B-knooppunt Standdaarbuiten
Zevenbergen, 7 juli 2005 Afdeling Ruimtelijk en Maatschappelijk Advies Drs. A. Incze
Vooraf Het beleidsplan Toerisme en Recreatie is op 7 juli 2005 vastgesteld door de gemeenteraad van Moerdijk. De vastgestelde versie verschilt op één punt van de laatste conceptversie (v1.3) en dat betreft een beleidslijn met betrekking tot (jacht-)havens en watersport (Paragraaf 2.3). De gemeenteraad heeft in afwijking van het voorstel besloten om de jaarlijkse € 10.000 ten behoeve van initiatieven van havenexploitanten om hun havens aan meerdere criteria van de Blauwe Vlag te laten voldoen, niet te honoreren. In het beleidsplan is deze tekst dan ook doorgehaald.
2
Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 – Aanleiding en Opzet
6
1.1
Visie Toerisme en Recreatie
6
1.1.1 1.1.2
6 6
1.2
1.3 1.4
Op hoofdlijnen Ontvangst
Van visie naar beleidsplan
6
1.2.1 1.2.2 1.2.3 1.2.4
6 7 8 9
Uitgangspunten Thema’s Aandachtsgebieden en actiepunten Visievorming en beleidsplanning
Beleidsplan Toerisme en Recreatie Vakgebied
10 10
Hoofdstuk 2 – (Jacht)havens en Watersport
11
2.1 2.2 2.3 2.4
Huidige situatie Knelpunten Beleidslijnen Aandachtsgebieden
11 11 12 12
2.4.1
Jachthaven Willemstad 2.4.1.1 Omschrijving 2.4.1.2 Actievoorstellen
12 12 13
2.4.2
Mark/Dintel 2.4.2.1 Omschrijving 2.4.2.2 Actievoorstellen
13 13 13
2.5
Lopende projecten
14
2.5.1 2.5.2
14 14
Havenfront Willemstad Waterfront Moerdijk
Hoofdstuk 3 – Cultuurhistorie
15
3.1 3.2 3.3 3.4
Huidige situatie Knelpunten Beleidslijnen Aandachtsgebieden
15 15 16 16
3.4.1
Gemeentelijke monumenten 3.4.1.1 Omschrijving 3.4.1.2 Actievoorstellen
16 16 16
3.4.2
Fort Sabina Henrica 3.4.2.1 Omschrijving 3.4.2.2 Actievoorstellen
17 17 17
3.4.3
Fort de Hel 3.4.3.1 Omschrijving 3.4.3.2 Actievoorstellen
19 19 19
3
3.4.4
Mauritshuis 3.4.4.1 Omschrijving 3.4.4.2 Actievoorstellen
20 20 20
Hoofdstuk 4 – Verblijfsrecreatie
22
4.1 4.2 4.3 4.4
Huidige situatie Knelpunten Beleidslijnen Aandachtsgebieden
22 22 22 23
4.4.1
23 23 23
4.5
Campings 4.4.1.1 Omschrijving 4.4.1.2 Actievoorstellen
Lopende projecten
24
4.5.1
Bestemmingsplan buitengebied
24
Hoofdstuk 5 – Activiteiten en Voorzieningen
25
5.1 5.2 5.3 5.4
Huidige situatie Knelpunten Beleidslijnen Aandachtsgebieden
25 25 26 26
5.4.1
Evenementen 5.4.1.1 Omschrijving 5.4.1.2 Actievoorstellen
26 26 26
5.4.2
Industrieterrein Moerdijk 5.4.2.1 Omschrijving 5.4.2.2 Actievoorstellen
28 28 28
5.5
Lopende projecten
29
5.5.1
Golfbaan Zevenbergen
29
Hoofdstuk 6 – Verbindende Schakels
30
6.1 6.2 6.3 6.4
Huidige situatie Knelpunten Beleidslijnen Aandachtsgebieden
30 30 31 31
6.4.1
Fietspaden 6.4.1.1 Omschrijving 6.4.1.2 Actievoorstellen
31 31 32
6.4.2
Wandelpaden 6.4.2.1 Omschrijving 6.4.2.2 Actievoorstellen
32 32 33
6.4.3
Informatievoorziening 6.4.3.1 Omschrijving 6.4.3.2 Actievoorstellen
33 33 34
4
Hoofdstuk 7 – Meerjarenplanning
36
7.1 7.2
Prioriteiten Planning
36 36
7.2.1 7.2.2 7.2.3
36 36 37
Literatuurlijst
Activiteiten Capaciteit Financiën
39
5
Hoofdstuk 1 - Aanleiding en Opzet 1.1
Visie Toerisme en Recreatie
1.1.1
Op hoofdlijnen
“Het maatschappelijk belang van toerisme en recreatie is groeiende. Toerisme en recreatie leveren zowel direct als indirect bijdragen aan een verbetering van het woon- en werkklimaat in zijn algemeenheid en de leefbaarheid van de kernen in het bijzonder” (gem. Moerdijk, 2004: A). Met deze woorden opent de Visie Toerisme en Recreatie, waarmee gelijk de importantie van het beleidsveld wordt aangeduid. De visie op hoofdlijnen behelst het zo optimaal benutten van de toeristisch-recreatieve potenties binnen de gemeente Moerdijk, die met name liggen op het vlak van het behouden en het versterken van de cultuurhistorische waarden, het benutten van de groene kwaliteiten van het buitengebied als mede het herstellen van de oorspronkelijke relatie met het water. “Indien ingezet wordt op het benutten van deze potenties wordt de toekomst als het ware ingegaan met een stap terug in de tijd.” (gem. Moerdijk, 2004: A). Door de aanwezige potenties in samenhang met elkaar te ontwikkelen, ontstaat er een netwerk van toeristisch-recreatieve knooppunten “..passend bij de schaal van Moerdijk. Uiteraard vormt de kern Willemstad hierbij het ‘brandpunt’. De andere knooppunten worden gevormd door Klundert/Noordschans, Moerdijk, Standdaarbuiten en Zevenbergen. Verbindende schakels zijn het water (Hollandsch Diep, Volkerak, Mark- Dintel, kreken e.d.), het buitengebied met haar dijkenpatroon en verspreide bezienswaardigheden, waarbij de forten een belangrijke plaats innemen. De uitdaging is er onder meer in gelegen om de onderscheiden knooppunten via de verbindende schakels aan de hand van goed netwerk van routestructuren aan elkaar te koppelen, zodat een samenhangend geheel ontstaat” (gem. Moerdijk, 2004: A).
1.1.2
Ontvangst
Op 8 juli 2004 is de Visie Toerisme en Recreatie door de gemeenteraad van Moerdijk vastgesteld. Dankzij dit document ontstond er meer duidelijkheid over de richting waarin het toeristisch-recreatieve beleid zich de komende jaren zou moeten ontwikkelen. Halverwege 2004 gaf de gemeenteraad ook de opdracht aan vier professoren om een toekomstvisie te schrijven voor de gemeente Moerdijk. De rapportage die in april 2005 verscheen, strookt met de in de visie voorgeschreven aanpak. De bevestiging door een externe, kundige partij versterkt hierdoor de visie als onderlegger voor toekomstig toeristisch-recreatief beleid. Nu de koers voor toerisme en recreatie is bepaald, is het noodzakelijk om de verdere werkzaamheden op dit vakgebied voor de komende vijf jaar te specificeren. Na de vaststelling van de visie zijn dan ook de voorbereidingen gestart om een beleidsplan te formuleren. Alvorens inhoudelijk het beleidsplan te behandelen, zal eerst nader worden ingegaan op de relatie tussen de visie en het beleidsplan, teneinde de verhouding tussen de twee stukken te verduidelijken en begrijpelijk te maken hoe het beleidsplan gestructureerd is.
1.2
Van visie naar beleidsplan
1.2.1
Uitgangspunten
Met visievorming en beleidsplanning wordt voorgestaan om een oneindig groot beleidsveld terug te brengen tot een eindig aantal actiepunten. Het is ondoenlijk om alles wat een raakvlak heeft met een betreffend vakgebied op te pakken. Beschikbare ambtelijke capaciteit en financiële middelen zijn immers niet oneindig groot. In de praktijk staat beleid maken dan ook gelijk aan keuzes maken. Een allereerste stap die in dit kader genomen dient te worden is het vaststellen van de doelstelling van het voorgestane beleid.
6
De doelstelling van het toeristisch-recreatieve beleid van de gemeente Moerdijk is vergroting van het inkomend toerisme (met bijbehorende economische spin-off) en verbreding van het aanbod van toeristisch-recreatieve voorzieningen, voor zowel toeristen als burgers. Vanuit de geformuleerde doelstelling is het mogelijk om in het beleidsveld een aantal potenties te duiden, die wanneer zij benut worden kunnen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstelling. Deze potenties zijn gelimiteerd in aantal en worden uitgangspunten van beleid genoemd. Alles wat namelijk aan acties op dit gebied volgt is uiteindelijk te herleiden tot een van deze uitgangspunten. Zoals in Paragraaf 1.1.1 is gemeld gaat de Visie Toerisme & Recreatie (2004) uit van drie uitgangspunten: Het herstel van de band met het water, het behoud van de cultuurhistorische waarden en het benutten van de groene kwaliteiten van het buitengebied. Afbeelding 1.1 illustreert het bovengenoemde proces; het vormen van een gelimiteerd aantal uitgangspunten uit een oneindig beleidsveld.
Afbeelding 1.1 - Definiëren van uitgangspunten
doelstelling
1.2.2
beleidsveld
potenties
uitgangspunten
Thema’s
Voor de uitwerking van de visie is gekozen voor een thematische benadering, waarbij er zoveel mogelijk aansluiting is gezocht bij beleidsdocumenten van hogere overheden. Voor wat betreft de themakeuze zijn thema’s geselecteerd die een directe dan wel indirecte relatie hebben met bovengenoemde uitgangspunten van beleid. De in de visie gekozen thema’s voor het toeristischrecreatieve beleid van de gemeente Moerdijk zijn (Jacht-)havens & Watersport, Cultuurhistorie, Verbindende Schakels, Verblijfsrecreatie en Activiteiten & Voorzieningen. De thema’s die een directe relatie hebben met een uitgangspunt worden aangeduid als hoofdthema’s. Het thema correspondeert dan volledig met het achterliggende uitgangspunt. In het beleidsplan zijn de hoofdthema’s (Jacht)havens & Watersport (met als uitgangspunt ‘band met het water’) en Cultuurhistorie (met als uitgangspunt ‘cultuurhistorische waarden’). Thema’s die een indirecte relatie hebben met een uitgangspunt worden aangeduid als facilitaire thema’s. Dit zijn thema’s die ter dienste staan van de hoofdthema’s en zodoende indirect bijdragen aan de realisatie van de doelstelling op grond van de uitgangspunten. Als voorbeeld: wanneer het gemeentelijk beleid tot doel heeft het inkomend toerisme te vergroten en men cultuurhistorie als middel ziet om dit te verwezenlijken, is het wel noodzakelijk dat de toerist de cultuurhistorische objecten kan bereiken (verbindende schakels). Of dat er op de bewuste locatie iets speciaals te doen is (activiteiten & voorzieningen). Of dat men aan toeristen (overnachtings-)mogelijkheden kan bieden om zijn of haar verblijf te verlengen (verblijfsrecreatie). Resumerend zijn de facilitaire thema’s in deze Verblijfsrecreatie, Activiteiten & Voorzieningen en Verbindende Schakels. Het laatstgenoemde thema heeft overigens een bijzondere status. Naast de genoemde facilitaire functie, maken (fysieke) verbindende schakels tussen kernen het mogelijk om in aanraking te komen met het buitengebied. Hierdoor wordt ook een directe bijdrage geleverd aan het uitgangspunt ‘groene kwaliteiten van het buitengebied’. Daarom is ‘Verbindende Schakels’ zowel te typeren als een hoofdals een facilitair thema.
7
In Afbeelding 1.2 is de relatie tussen uitgangspunten en thema’s geïllustreerd; op grond van de uitgangspunten worden aanverwante hoofdthema’s en facilitaire thema’s geselecteerd.
Afbeelding 1.2 - Van uitgangspunten naar thema’s
beleidsveld
potenties
uitgangspunten
hoofdthema’s
facilitaire thema’s
1.2.3
Aandachtsgebieden en actiepunten
Het toeristisch-recreatieve veld, bezien vanuit de geformuleerde uitgangspunten en gekozen thema’s, biedt voldoende mogelijkheden tot beleidsontwikkeling. In de visie zijn deze mogelijkheden – onder de noemer van aandachtsgebieden – opgesomd. Zo is het Mauritshuis te Willemstad een aandachtsgebied in het kader van het hoofdthema ‘Cultuurhistorie’ en valt de jachthaven Willemstad onder het hoofdthema ‘(Jacht)havens en Watersport’. Het voordeel van het inhaken op aandachtsgebieden is dat er - naast themabrede ontwikkelingen - ook ruimte is om in te gaan op contextspecifieke problematiek. Oftewel praktische problemen die zich op de schaal van het aandachtsgebied voordoen. De problemen rondom onvergunde opstallen op (aandachtsgebied) fort de Hel bijvoorbeeld. Door het formuleren en uitvoeren van actiepunten is het mogelijk om knelpunten als gevolg van zowel de contextspecifieke als de themabrede ontwikkelingen, op te heffen. Hiermee is het proces van visievorming en beleidsplanning compleet; uitvoering van concrete actiepunten zorgt voor een optimale invulling van de diverse aandachtsgebieden, die als onderdeel van verschillende beleidsthema’s helpen de potenties van de gemeente - zoals geformuleerd in de uitgangspunten - te verwezenlijken. Afbeelding 1.3 toont het volledige proces. Het afnemende abstractieniveau is zichtbaar wanneer men verder rechts in het schema geraakt; van algemeen tot specifiek. Om het schema nu wat praktischer te maken zal het in de volgende paragraaf ingevuld worden voor het vakgebied toerisme en recreatie, op grond van de informatie uit de visie en dit beleidsplan.
beleidsveld
Afbeelding 1.3 - Proces in beeld
uitgangspunten
hoofdthema’s
aandachts gebieden
actiepunten
facilitaire thema’s
aandachts gebieden
actiepunten
8
1.2.4
Visievorming en beleidsplanning
Het volledige proces van visievorming naar beleidsplanning is samengebracht in Afbeelding 1.4, maar nu ingevuld voor het toeristische beleid van de gemeente Moerdijk. De rol van de visie en het beleidsplan binnen het proces komt nu ook duidelijk naar voren. Visievorming is het gedeelte waarin het (oneindige) beleidsveld wordt teruggebracht tot een (eindig) aantal uitgangspunten en de keuze wordt gemaakt voor aanverwante (directe en indirecte) thema’s. Beleidsplanning is het deel waar er – op grond van beschikbare middelen - keuzes moeten worden gemaakt ten aanzien van de te behandelen aandachtsgebieden en de uit te werken actiepunten.
Afbeelding 1.4 – Van visievorming naar beleidsplanning Uitgangspunten
Thema’s
Aandachtsgebieden
Hoofdthema’s
Actiepunten Verbeterplan
Haven W’stad (Jacht)havens & Watersport
Beleidsveld
Band met het water
Mark en Dintel Etc.
Fort Sabina Cultuurhistor. waarden
Cultuurhistorie
Fort de Hel Etc.
groene kwaliteit buitengebied
Fietspaden Verbindende schakels
Wandelpaden
Verord. jaarlijks aktualiseren
Formalisering Bouwk. aanpass Eigendomsconstr Aanbesteding
Opwaard. paden groengebieden Wandelknooppuntensysteem
Etc. Kampeerbeleid Mini-campings Verblijfsrecreatie
Campings Etc.
Industrieterrein Activiteiten & Voorzieningen
Evenementen
Kennisuitwisslng recreatieondern. Medew. Markdal
Haalbaarheid parkeerterrein Periodiek actual. Evenem. beleid
Etc. 650 jaar Klundert
Facilitaire thema’s Visievorming
Beleidsplanning
9
1.3
Beleidsplan Toerisme en Recreatie
Het Beleidsplan Toerisme en Recreatie volgt de opbouw van het in de vorige paragrafen geschetste proces van beleidsplanning. Zo zal er in het beleidsplan ook worden uitgegaan van een thematische benadering, zullen er aandachtsgebieden worden aangeduid en zullen er voorstellen worden gedaan tot te ondernemen acties. In de hoofdstukken 2 tot en met 6 zal telkens een thema worden behandeld. Hierbij zal allereerst een beeld geschetst worden van de belangrijkste ontwikkelingen rondom het thema, als samenvatting van hetgeen er over in de visie is gemeld. Vervolgens worden de beleidslijnen uiteengezet aan de hand waarvan toekomstige initiatieven worden getoetst. Daarna worden de voor het thema relevante aandachtsgebieden behandeld. Na een korte beschrijving van het aandachtsgebied volgt er een aantal toegelichte actievoorstellen. Het hoofdstuk wordt afgesloten met de (indien van toepassing) lopende projecten rondom het beleidsthema. Bij elk actievoorstel/actiepunt zal worden aangegeven of er sprake is van een keuze of dat het een lijnactiviteit betreft. In dit laatste geval zal de activiteit sowieso dienen te worden uitgevoerd, op basis van of een wettelijke verplichting of een reeds genomen raadsbesluit. Aan keuzeactiviteiten zal een prioriteit worden toegekend, als voorstel tot ambtelijke behandeling. Hierbij staat de prioriteitsaanduiding ‘Laag’ voor behandeling per 2009 á 2010, ‘Midden’ voor behandeling per 2007 á 2008 en ‘Hoog’ voor behandeling per 2005 á 2006. Wanneer alle thema’s de revue zijn gepasseerd, volgt er in Hoofdstuk 7 een voorstel tot meerjarenplanning. Dit houdt in dat alle aandachtsgebieden per thema opgesomd worden, met hierbij uitgezet in tijd het voorstel tot ambtelijke behandeling. Dit hoofdstuk geeft een samenvattend beeld van de items waarop toeristisch-recreatief de komende vijf jaar zal worden ingezet, alsmede de benodigde financiële middelen (waar bekend).
1.4
Vakgebied
De afdeling Ruimtelijk en Maatschappelijk Advies zal belast zijn met de coördinatie van de uitvoering van het beleidsplan. De trekker voor de uitwerking van actiepunten is echter niet altijd afkomstig van de afdeling RMA; in sommige gevallen is dit de afdeling Strategie en Projecten (S&P) of Realisatie en Beheer Openbare Ruimten (RBOR). In een enkel geval ligt het initiatief bij derden. Vaststelling van het beleidsplan houdt wel in dat de betreffende vakafdelingen de benodigde capaciteit van de keuzeactiviteiten opnemen in hun afdelingsplannen. Vanaf 2005 heeft het college structureel de beschikking over € 100.000 ter ontwikkeling en uitvoering van toeristisch-recreatief beleid. Bij de behandeling van actiepunten zal worden aangegeven of dit budget als dekking fungeert. Wanneer dit het geval is, zal de aanduiding gevolgd worden door een asterisk (*). Dit houdt automatisch in dat aangegeven dekking zonder asterisk verkregen wordt uit een ander budget. Indien er voor een actiepunt geen dekking is, zal dat als zodanig worden aangegeven. Dit impliceert dat om de activiteit uit te kunnen voeren, aanvullende middelen elders verkregen moeten worden. Toerisme en recreatie wordt door de gemeenteraad van Moerdijk gezien als een speerpunt van beleid. Met de vaststelling van de Visie Toerisme & Recreatie is een eerste stap gezet om dit voornemen te concretiseren. De toekenning van extra gelden voor toeristisch-recreatief beleid een tweede. Met dit beleidsdocument krijgt het toeristisch-recreatieve beleid voor de komende jaren definitief handen en voeten. Het is dan ook niet onterecht dat een verslaggever in een krantenartikel opmerkte dat het “toerisme Moerdijk in de lift” zit.
10
Hoofdstuk 2 – (Jacht)havens en Watersport 2.1
Huidige situatie
Vanuit het streekplan van de provincie, gebiedsplan Brabantse Delta als de structuurvisie plus wordt waterrecreatie gepropageerd. De ligging van gemeente Moerdijk is in dit kader gunstig: “Door de vele waterlopen, Mark, Dintel en Vliet, en de ligging aan het Volkerak-Zoommeer en Hollandsch Diep zijn er .. goede mogelijkheden voor waterrecreatie. Vormen van recreatie zijn: toer(varen), vissen, uitkijken over het water en wandelen, fietsen of autorijden langs het water” (prov. Noord-Brabant, 2004:114). Het grootste aanbod van ligplaatsen wordt gevormd door jachthaven Noordschans (650 ligplaatsen), jachthaven Willemstad (301 ligplaatsen) en jachtcentrum Dintelmond (360 ligplaatsen). Deze havens bieden ook de vereiste toeristische voorzieningen voor watersportactiviteiten. “Watersport aan de west- en noordzijde - respectievelijk Volkerak en Hollands Diep - vormt een van de belangrijkste attracties van Moerdijk .. De ligging tussen de Hollandse en Zeeuwse wateren biedt goede kansen voor een bezoek van passerende watersporters” (gem. Moerdijk, 2004). Om het bestaande aanbod aan te vullen lopen er momenteel twee projecten op het gebied van waterrecreatie, namelijk het havenfront Willemstad (Paragraaf 2.5.1) en het waterfront Moerdijk (Paragraaf 2.5.2), Meer kleinschalige mogelijkheden zijn er bij de haven Moerdijk (voornamelijk werkschepen), haven Standdaarbuiten (20 ligplaatsen) en WSV Nolleke Sas (60 ligplaatsen). Deze laatste twee liggen aan de zuidzijde van de gemeente, aan de Mark en de Dintel. Deze wateren “..zijn ontwikkeld als ware waterrecreatie-assen in het bijzonder voor toervaren en kanoën” (prov. Noord-Brabant, 2004: 115). De Mark en de Dintel zijn opgenomen in de vaarroute West-Brabant, een initiatief van de gelijknamige vereniging die sinds 1990 tracht een belangrijke impuls te geven aan watertoerisme in de regio.
2.2
Knelpunten
De tendens is dat de vraag naar waterrecreatieve mogelijkheden groeit en deze vraag momenteel al groter is dan het aanbod. “Algemeen knelpunt is wel de capaciteit van de havens. Er bestaat een tekort aan ligplaatsen. Dit is landelijk het geval, maar in Brabant niet anders. Bijna alle havens kennen een volledige bezetting” (prov. Noord-Brabant, 2004:114). Het capaciteitsprobleem wordt versterkt door de drang naar meer luxe, die zich manifesteert in een grotere omvang van schepen. “De afgelopen 10 jaar zijn de boten gemiddeld een halve meter langer en 29 centimeter breder geworden, waardoor de jachthavens gedwongen zijn grotere boxen aan te leggen” (gem. Moerdijk, 2004). Grotere schepen betekent meer benodigde ruimte, of minder schepen binnen de bestaande ruimte. Binnen de gemeente speelt hiernaast nog de opheffing van jachtcentrum Hollands Diep aan de Roode Vaart. Hierdoor neemt de vraag naar ligplaatsen bij de naburige jachthavens nog meer toe. De creatie van een havenfront Willemstad en een waterfront Moerdijk is in dit kader een zeer gewenste ontwikkeling. Bij de ontwikkeling van locaties staat duurzaamheid steeds meer centraal. Zo is er een internationaal kwaliteitslabel ontwikkeld dat garant staat voor duurzaam water(sport)toerisme: de Blauwe Vlag. Zwemplaatsen en jachthavens die in aanmerking willen komen voor een Blauwe Vlag worden getoetst aan uniforme, Europese criteria. Jachthavens die de Blauwe Vlag hebben behaald, hebben een stijging in het bezoekersaantal geconstateerd. De verwachting is dat – met de vraag naar grotere luxe – ook de vraag naar kwalitatief hoogwaardige voorzieningen zal toenemen. Hierdoor zal het belang van het Blauwe Vlag-kwaliteitslabel in de toekomst toenemen. Op korte termijn zijn de gevolgen nog beperkt; hiervoor is de vraag te groot en ligt het gemiddelde kwaliteitsniveau van waterrecreatieve voorzieningen in het buitenland nog te ver achter. Er is momenteel overigens geen enkele jachthaven binnen de gemeente Moerdijk die een Blauwe Vlag heeft behaald.
11
2.3
Beleidslijnen
Initiatieven van derden die leiden tot een vergroting van het aanbod van voorzieningen voor aan vaarwater gerelateerde toeristisch-recreatieve activiteiten, worden gestimuleerd mits deze zich verhouden met bestaande ruimtelijke kaders. Hetzelfde geldt voor plannen die de duurzaamheid van een zwemplaats of jachthaven bevorderen. Deze worden gestimuleerd wanneer men door middel van de voorgestelde ingrepen aan een groter aantal criteria van de Blauwe Vlag kan voldoen. Voorgesteld wordt om jaarlijks € 10.000 beschikbaar te stellen om dergelijke initiatieven te honoreren. Aan het eind van elk jaar worden de aanvragen beoordeeld en de afzonderlijke bijdragen bepaald. Voorwaarde voor het in aanmerking komen voor de gemeentelijke bijdrage is in ieder geval dat de jachthaven of zwemplaats aan de verplichte wettelijke eisen voldoet of de ingrepen dit mede zullen bewerkstelligen. Duurzaamheid wordt niet alleen bij niet-gemeentelijke havens gestimuleerd, ook voor de eigen havens (Paragraaf 2.4.1) dient te worden bekeken of er aan Blauwe Vlag-criteria kan worden voldaan. Bij de lopende (Paragraaf 2.5) en toekomstige projecten zal dit zelfs in het programma van eisen worden opgenomen. Gezien het belang dat de gemeente hecht aan waterrecreatie is het wenselijk om actief te blijven participeren in de Vereniging Vaarroute West-Brabant. Het voordeel van het aanhaken bij initiatieven van de vereniging is dat er met relatief geringe middelen op bovenregionale schaal ruchtbaarheid wordt gegeven aan het gemeentelijk toeristisch-recreatieve product. Projecten die voortkomen uit de vereniging waarvoor (naast de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage) aanvullende middelen zijn vereist, zullen afzonderlijk worden voorgelegd. De gemeente exploiteert momenteel twee havens (Willemstad en Moerdijk). De centrale vraag is in hoeverre deze taak bij de gemeente zou moeten liggen. Zeker in het huidige tijdperk waarin overheden zich steeds meer terugtrekken en diverse voorheen publieke domeinen geprivatiseerd worden. Hiermee wordt niet betoogd om in te zetten op privatisering van de haven(s), echter wel op het serieus in behandeling nemen van initiatieven van derden op dit vlak. Een uitgangspunt voor de situatie in Willemstad is in ieder geval het behoud van het gebruik van de binnenhaven ten behoeve van evenementen. Ligplaatshouders staan hierbij tijdelijk hun plaats af, opdat er deelnemende schepen kunnen liggen (zoals bij de afgelopen vestingstedendagen of bij jaarlijks terugkerende evenementen zoals het ‘rondje 10 gemeenten’). Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier / keuze Hoog continu (jaarlijks) 2005
2.4
Aandachtsgebieden
2.4.1
Jachthaven Willemstad
2.4.1.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Ver. Vaarroute, exploitanten RMA (40) RMA (20) € 11.500 € 1.500 ja*
“Jachthaven Willemstad ligt in het centrum van Willemstad en beslaat een oppervlakte van in totaal zo´n 3,7 hectare. De jachthaven heeft 231 vaste en 70 passantenplaatsen” (Boschvaart Milieu Advies, 2003). Dit gemeentelijk eigendom wordt sinds jaar en dag winstgevend geëxploiteerd. Vanwege de grote vraag naar ligplaatsen in de haven is het zelfs noodzakelijk geïnteresseerden op een wachtlijst te plaatsen. Beleidsmatig is hier wat marktwerking geïntroduceerd door een inschrijvingsbijdrage te vragen van 100 euro. Hierdoor wordt een drempel opgeworpen om alleen de werkelijk geïnteresseerde schippers over te houden. Hiernaast is er een puntensysteem geïmplementeerd, waarbij Moerdijkers 2 jaar voorsprong krijgen ten gunste van niet-Moerdijkers. Dit toewijzingsbeleid is geformaliseerd in de Havengebruiksverordening 2005 en Havengeldverordening 2005 (2e versie). Deze verordeningen zijn onlangs volledig gereviseerd en geactualiseerd, teneinde een goed en accuraat havenbeleid te kunnen voeren.
12
2.4.1.2
Actievoorstellen
De bestaande jachthaven is een belangrijke toeristische trekker, niet alleen uit het oogpunt van waterrecreatie, maar ook in het kader van verblijfsrecreatie (passanten verblijven immers op hun schepen) en schakel tussen water- en landrecreatie. Aangezien het grootschalige havenfrontproject veel van de aandacht op zich zal vestigen, is het van belang om de bestaande haven niet uit het oog te verliezen. Sterker nog: nu het project havenfront loopt is het des te meer aan te bevelen de pijlers mede te richten op de bestaande haven. Zodoende kan het gehele havengebied meeliften met de publiciteit wanneer het havenfront wordt opgeleverd. 1 Verbeterplan opstellen Wanneer het beleid gericht is op het stimuleren van de duurzaamheid van de bestaande jachthavens, dient de gemeente ook haar eigen jachthavens niet te veronachtzamen. Om deze duurzaamheid te verkrijgen alsmede de kwaliteit van dienstverlening te verbeteren verdient het de aanbeveling een verbeterplan op te stellen. Als input voor dit verbeterplan kunnen een viertal brondocumenten dienen. Als eerste is er het klanttevredenheidsonderzoek dat in 2004 onder zowel de vaste ligplaatshouders als passanten van de jachthaven Willemstad is gehouden. Hiernaast is de plankaart van het project havenfront van belang, om beiden optimaal op elkaar af te kunnen stemmen. Als derde kan de checklist Blauwe Vlag gebruikt worden. Het laatste relevante brondocument is het stadsplan Willemstad, waarin een aantal wensen wordt geuit ten aanzien van de jachthaven (en dan met name over een parkeervoorziening). Wat betreft de financiën van de op grond van het verbeterplan voorgestelde ingrepen, kan momenteel nog geen uitspraak gedaan worden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 1 jaar 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente RMA (100), FO (20), RBOR (80), S&P (10) n.v.t. n.v.t.
2 Jaarlijkse actualisatie havenverordeningen Om ervoor te zorgen dat het beleid van de havens goed geregeld blijft, is het aan te bevelen om de bestaande havenverordeningen jaarlijks te actualiseren. Een goede verordening speelt in op actuele ontwikkelingen (is dus actueel) en faciliteert de bedrijfsvoering. Met een goede bedrijfsvoering kunnen struikelblokken tijdig gesignaleerd worden en problemen voorkomen worden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (jaarlijks) 2005
2.4.2
Mark en Dintel
2.4.2.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente RMA (20), FO (20), JZ (20) n.v.t. n.v.t.
De Mark en de Dintel vormen de scheidslijn tussen de gemeente Moerdijk en de gemeenten Halderberge, Etten-Leur en Breda. De havens Dintelmond (Fijnaart/Heijningen), Leeman (Standdaarbuiten) en Nolleke Sas (Zevenbergen) liggen aan deze wateren. In het naburige Oudenbosch (gemeente Halderberge) bevindt zich een kanoverhuurbedrijf en in de Heen (gemeente Steenbergen) bevindt zich het in buitenactiviteiten gespecialiseerde Akkermans Outdoor.
2.4.2.2
Actievoorstellen
1 Kanoroutes tussen naburige kernen
13
Om de waterrecreatieve potenties van de Mark beter te benutten, met name voor de kansrijke kernen Zevenbergen en Standdaarbuiten, zou het wenselijk zijn om kanoroutes te realiseren tussen de havens van deze kernen. Hiervoor zal er in overleg getreden dienen te worden met de exploitanten van desbetreffende havens. Wellicht kan het verhuurbedrijf in Oudenbosch of Akkermans Outdoor de benodigde expertise leveren met betrekking tot praktische zaken. Voor de promotie en inrichting kan gebruik gemaakt worden van de kennis van de Vereniging Vaarroute West-Brabant. Bij de uitwerking van kanoroutes zal er aandacht moeten zijn voor bewegwijzering, de creatie van voldoende uitstapmogelijkheden, het periodieke onderhoud aan deze elementen en de vervaardiging en verspreiding van adequaat foldermateriaal (zie ook Paragraaf 6.4.3.2). Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag 1 jaar 2009
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
2.5
Lopende projecten
2.5.1
Havenfront Willemstad
gemeente, exploitanten, Ver. Vaarroute, B. Delta RMA (200), RBOR (40), GAOR (30) p.m. p.m.
De herontwikkeling van de voormalige werkhaven te Willemstad dateert al van voor de gemeentelijke herindeling (1995). In 2000 is het toenmalige plan gesneuveld bij de Raad van State vanwege inhoudelijke kritiek op de plaatsing van hoogbouw op de projectlocatie. Met het nieuwe project Havenfront, wat in 2001 is gestart, wordt ook getracht een toeristisch-recreatieve impuls aan het gebied te geven door middel van de aanleg van een jachthaven, watersportaccommodaties en horecavoorzieningen, echter minus het hotel wat destijds voor zo’n ophef zorgde. Naar verwachting zal de realisering van dit project in 2007-2008 geschieden. Met een recreatief havenfront heeft de gemeente er een toeristische trekker bij, die de potentie van Willemstad als A-knooppunt van toerisme waar kan maken. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
2.5.2
regulier (raadsbesluit) n.v.t. 4 jaar lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Ballast Nedam S&P (680), RMA (500), RBOR (200), V&H (100) €0 n.v.t.
Waterfront Moerdijk
De haven van Moerdijk, gelegen aan de oostelijke dorpsgrens van de gelijknamige kern, heeft momenteel voornamelijk een bedrijfsmatige functie. Vanwege de vraag naar een meer toeristischrecreatieve invulling, zowel vanuit gemeente (structuurvisie plus, 1999) als de bevolking (startdocument Hart van Moerdijk, 2002) wordt er al enige tijd bekeken of dit concreet in te vullen is. In het dorpsplan Moerdijk (2004) pleiten de bewoners voor een kleinschalige, bij het dorp passende ontwikkeling, in de vorm van een combinatie van wonen, werken en recreëren. Deze opzet wordt nu verder uitgewerkt. De plannen omvatten de realisatie van een aantal (scheeps-)woningen en een fullservice jachthaven aan de westzijde in combinatie met bedrijvigheid aan de oostzijde. Om dit te realiseren zal de gemeenteraad wel 3,5 miljoen euro moeten investeren. Uitvoering van de plannen zal een opsteker betekenen voor de inwoners van Moerdijk, die de toekomst van hun dorp momenteel met grote onzekerheid gadeslaan vanwege plannen van de provincie voor de aanleg van het grootschalige industrieterrein Moerdijkse Hoek. Ook wordt hierdoor tegemoet gekomen aan de grote vraag naar ligplaatsen. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier (raadsbesluit) n.v.t. 5 jaar lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, grondeigenaren, Inkoopbureau West-Brabant S&P(840),RMA(720),FO(80),RBOR(400),V&H(140),Fin(50),JZ(60) € 3.500.000 ja (meerjarenbegroting)
14
Hoofdstuk 3 – Cultuurhistorie 3.1
Huidige situatie
“Cultuurhistorische kwaliteiten kunnen een uniek karakter geven aan ruimtelijke ontwikkelingen en zo een tegenwicht bieden aan de toenemende eenvormigheid van onze leefomgeving. Ze dragen bij aan de identiteit die mensen ontlenen aan een gebied of plek” (Projectbureau Belvedere, 1999). Vanuit de hogere overheden is er steeds meer aandacht voor cultuurhistorie. Zo is er van rijkswege in 1999 de beleidsnota Belvedere verschenen. “Geen wet, geen regelgeving, maar wel een bron van inspiratie voor provinciaal en lokaal beleid, voor concrete ontwerpopgaven en ruimtelijke plannen” (Projectbureau Belvedere, 1999). De nota is feitelijk een oproep om bij de ruimtelijke planning rekening te houden met cultuurhistorische waarden, waarbij het behoud van deze waarden onder andere gerealiseerd kan worden door de toekenning van nieuwe gebruiksfuncties. Het Brabants Bureau voor Toerisme heeft hierop ingehaakt door een studie te doen naar de toeristische potenties van de verdedigingslinies in West-Brabant. Relevante bronnen van cultuurhistorie bevinden zich met name aan de westzijde van de gemeente, met als centrale spil de vestingstad Willemstad. Naast de vestingwallen zelf zijn beeldbepalende monumenten onder andere de Koepelkerk, het Arsenaal, het oude raadhuis, het Mauritshuis en de molen. De symmetrische vorm met de compacte inrichting, de gave omwalling en de historische haven maken het geheel tot een aantrekkelijke toeristische locatie. Willemstad maakt onderdeel uit van de Vereniging Nederlandse Vestingsteden, die zich inzet om “..door middel van gezamenlijke representatie, promotie en productontwikkeling, waarbij de potenties per vestingstad uitgangspunt vormen, een herkenbare plaats te verwerven op de cultuurhistorische kaart van Nederland en een sterkere positie te verwerven in de toeristische markt” (NVS, 2003). Willemstad heeft de potentie uit te groeien tot een A-knooppunt van toerisme, echter wel in combinatie met het omliggende buitengebied en in het bijzonder de forten Sabina en de Hel. Een ander cultuurhistorisch relevant gebied betreft de vestingstad Klundert, wat in samenhang met de jachthaven Noordschans uit zou kunnen groeien tot een potentieel B-knooppunt, een locatie met een hoogstens regionale betekenis. Een greep uit de andere monumentale panden binnen de gemeente: het voormalige suikerdepot en de Rooms-Katholieke kerk te Standdaarbuiten, dijkwoning “fort Oranje” te Heijningen, de voormalige pastorie te Noordhoek en de Nederlands Hervormde Kerk te Zevenbergen.
3.2
Knelpunten
Een eigenschap van cultuurhistorische objecten is dat ze over het algemeen prijzig zijn in het onderhoud. Het behoud van cultuurhistorische waarden is daarom in de regel een kostenintensief proces. Bovendien zijn subsidiemogelijkheden schaars; de gemeente Moerdijk behoort niet tot de (vanuit de gelijknamige nota toegekende) Belvederegebieden en komt hierdoor niet in aanmerking voor een subsidie op grond van deze regeling. Ook wordt de subsidiepot van het Rijk met betrekking tot de restauratie van rijksmonumenten (BRRM) met ingang van 2006 flink uitgekleed. Zodoende is vaak de enige uitweg om de jaarlijkse kostenposten terug te dringen het in overleg treden met derden over het onderbrengen van een commerciële functie in het cultuurhistorische object. Commerciële partijen zullen vanwege de aanzienlijke investeringen die met het onderhoud en/of restauratie gemoeid zijn inzetten op volledige zeggenschap. In het meest nadelige scenario gaat dit ten koste van het open karakter van het object. Op deze wijze zijn diverse monumentale panden in de gemeente aan het geïnteresseerde publiek onttrokken. De molen, het Arsenaal en het oude raadhuis in Willemstad zijn hiervan de sprekende voorbeelden. Voor de Moerdijkse situatie is nog een ander argument aan te dragen waarom eerdergenoemde monumenten hun open karakter hebben verloren. De gemeente Moerdijk heeft namelijk tot op heden nooit een formeel standpunt ingenomen over cultuurhistorie. Hierdoor zijn er in het verleden beslissingen genomen – waaronder het afstoten van waardevolle monumentale panden - waarbij deze invalshoek onvoldoende of niet is belicht.
15
3.3
Beleidslijnen
Als uitgangspunt van het toeristisch-recreatief beleid speelt cultuurhistorie een belangrijke rol. Het is daarom van belang om het cultuurhistorisch erfgoed te koesteren en te behouden voor toekomstige generaties. Hiernaast is behoud wenselijk vanwege de toeristische aantrekkingskracht. Het gemeentelijke beleid zal zich daarom moeten richten op het behoud van het open karakter van de resterende rijksmonumenten, althans de monumenten die op dit moment nog een publieke functie vervullen (zoals musea en kerken). Dit houdt niet in dat commerciële functies onmogelijk zijn, echter wel onder de voorwaarde van publieke openstelling op gezette tijden en/of dat de functies een wezenlijke bijdrage leveren aan het behalen van de doelstelling van toerisme en recreatie. Gezien de positieve bijdrage die de Vereniging Nederlandse Vestingsteden levert aan het uitdragen van de cultuurhistorische waarden van onze gemeente op bovenregionale schaal, is blijvende deelname aan de vereniging absoluut gewenst. Projecten die voortkomen uit de vereniging waarvoor (naast de jaarlijkse lidmaatschapsbijdrage) aanvullende middelen vereist zijn, zullen afzonderlijk worden voorgelegd. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (jaarlijks) lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
3.4
Aandachtsgebieden
3.4.1
Gemeentelijke monumenten
3.4.1.1
Omschrijving
gemeente, Vereniging Nederlandse Vestingsteden RMA (30) € 7.500 ja
Een manier om het cultuurhistorisch erfgoed te behouden is het aanwijzen van waardevolle gebouwen, die niet zomaar gewijzigd of gesloopt mogen worden. Een dergelijke regeling is al van toepassing op monumenten waaraan een landelijk belang tot behoud is gekoppeld: de rijksmonumenten. Echter zijn er ook monumentale panden aan te wijzen met een cultuurhistorische waarde op plaatselijk niveau. Dergelijke panden zijn echter binnen de gemeente Moerdijk niet aangeduid.
3.4.1.2
Actievoorstellen
1 Onderzoeken consequenties gemeentelijk monumentenbeleid Een middel om gemeentelijke monumenten in de toekomst te behouden, is het ontwikkelen en uitvoeren van gemeentelijk monumentenbeleid. Aangezien de implementatie hiervan behoorlijk wat voeten in aarde heeft, dient er eerst nader onderzoek verricht te worden naar met name de vereiste financiële en personele consequenties van een dergelijke operatie. Naast het formuleren van het beleid en de samenstelling van een gemeentelijke monumentenlijst, zal namelijk een subsidiestelsel in het leven geroepen dienen te worden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag 1 jaar 2009
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Vereniging Nederlandse Gemeenten RMA (40), V&H (10) p.m. p.m.
16
3.4.2
Fort Sabina Henrica
3.4.2.1
Omschrijving
In 1811 bouwden de Fransen dit circa 13 hectare grote fort, dat bestaat uit een kazerne met daaromheen liggende caponnières. De cultuurhistorische waarde van het fort alsmede de ligging aan de grens van natuurgebied de Anthoniegorzen maken een bezoek tot een unieke ervaring. Helaas blijft deze toeristisch-recreatieve potentie tot op heden onderbenut. Het fort is eigendom van Staatsbosbeheer en heeft de status van rijksmonument. De gemeente heeft het in erfpacht. Dit houdt onder andere in dat de gemeente verantwoordelijk is voor het onderhoud aan het fort. De huidige erfpachtconstructie met Staatsbosbeheer vormt echter een belangrijke beperking van de toeristisch-recreatieve mogelijkheden. Het fort behoeft dringend onderhoud. Om dit structureel op te pakken is er een Meerjarig Onderhoudsplan opgesteld. De jaarlijkse kosten (€ 140.000) om het onderhoud op basis van dit MOP uit te voeren zijn echter niet door de gemeenteraad gehonoreerd. In de onlangs verschenen rapportage van de professoren wordt de restauratie van Fort Sabina ten behoeve van recreatieve functies wel als noodzakelijk aangemerkt (gem. Moerdijk, 2005: 38). Momenteel beheert het Toeristisch Arrangementenbureau (TAB) de agenda van het fort. Zij verzorgen er rondleidingen, bruiloften, vergaderingen en exposities. Tevens is op het fort een werkgelegenheidsproject actief, voornamelijk voor het groenonderhoud, en een kunstenaar die in de weekenden op het fort verblijft. Deze situatie met drie verschillende partijen op het fort is verre van ideaal. Met name omdat elke partij er zijn eigen ideeën op nahoudt wat de exploitatie van het fort betreft. Dit heeft in het verleden al meerdere malen tot twistpunten geleid. Het fort is gebaat bij één enkele exploitant die zorgdraagt voor de openstelling en de toeristisch-recreatieve activiteiten. Bovendien zal hij verondersteld worden een deel van de onderhoudskosten op zich te nemen. Bij discussies over de ontwikkelingsmogelijkheden van Fort Sabina wordt geregeld de suggestie geopperd om de omliggende omgeving bij de ontwikkeling te betrekken. Echter is de omgeving momenteel als zoeklocatie aangewezen voor de plaatsing van windmolens (nota windenergie). De plaatsing van windmolens in de directe omgeving van het fort, zal niet alleen het gebruik van deze gronden voor toeristisch-recreatieve doeleinden ondermijnen, ook zal het afbreuk doen aan de cultuurhistorische waarde van het fort. De vaststelling van de nota windenergie is een voorbeeld van de in Paragraaf 3.2 besproken situatie, waarin de cultuurhistorische belangen – bij gebrek aan enige vorm van formeel onderkende status - onvoldoende zijn afgewogen bij beleidsbeslissingen. Voor de ontwikkeling van Fort Sabina is het echter noodzakelijk dat de omliggende gronden beschikbaar zijn voor een toeristisch-recreatieve ontwikkeling. Of in ieder geval gevrijwaard zijn van de plaatsing van windmolens. De eigenaar van de omliggende gronden prefereert zelf overigens ook een toeristische ontwikkeling boven voorzieningen voor windenergie.
3.4.2.2
Actievoorstellen
1 Formalisering van huidige situatie Om een nieuwe situatie te kunnen creëren op het fort, is het noodzakelijk om eerst de huidige situatie vast te leggen en er eindtermijnen aan te koppelen. Hier is in 2004 reeds de aanzet voor gegeven: -
De relatie met de kunstenaar wordt beëindigd. Hij zal uiterlijk eind 2005 zijn activiteiten op het fort beëindigen. Dit vanwege het feit dat de gemeente geen enkele relatie met de kunstenaar / poortwachter heeft. De kunstenaar is destijds door de stichting Fort Sabina binnengehaald, maar is na het ter ziele gaan van dezelfde stichting op het fort gebleven.
-
De uitvalsbasis van het op het fort aanwezige werkgelegenheidsproject zal in 2005 verplaatsen naar een alternatieve locatie. Dit vanwege het feit dat om het team aan het werk te houden er alternatieve werkzaamheden worden uitgevoerd die niets met het fort van doen hebben (b.v. het uit elkaar halen van gebruikte computers). Ondanks de nieuwe locatie blijft het groenonderhoud op het fort van belang voor het team. Dit zullen zij tot nader orde blijven doen.
17
-
Met het TAB is voor 2005 een exploitatieovereenkomst aangegaan. Hierdoor kan het TAB dit jaar nog hun toeristisch-recreatieve activiteiten op het fort ontplooien. Eind 2005 loopt deze overeenkomst af. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. 1 jaar lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB, team, kunstenaar RMA (80), JZ (100), V&H (40) n.v.t. n.v.t.
2 Bouwkundige aanpassingen Om het huidige en toekomstige beheer mogelijk te maken, zal de elektriciteitsvoorziening verbeterd dienen te worden, de verscheidene ruimtes voorzien van alle vereiste brandveiligheidsvoorzieningen en voorzieningen aangebracht dienen te worden in het kader van de drank- en horecawetgeving en de wet milieubeheer. Deze ingrepen dienen de goedkeuring van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg te hebben. De voorgestelde aanpassingen dienen niet verward te worden met de restauratie van het fort; een voorstel tot restauratie zal – als onderdeel van de aanbesteding exploitatie (actiepunt 4) – separaat worden voorgelegd. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 6 maanden 2006
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente RMA (20), RBOR (40), V&H (10) € 19.000 ja*
3 Eigendomsconstructie wijzigen Met Staatsbosbeheer zal in overleg getreden dienen te worden over herziening van de erfpachtconstructie. De huidige erfpachtovereenkomst legt gewoonweg te veel beperkingen op om een volwaardige toeristische exploitatie van de grond te krijgen. Mogelijkheden zijn het eigendom volledig overnemen, een nieuwe erfpachtovereenkomst aangaan met een soepeler kader dan het huidige of een externe partij (zie volgende actiepunt) een erfpacht te laten aangaan met een soepeler kader dan het huidige. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 6 maanden 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Staatsbosbeheer RMA (80), JZ (80) p.m. (afhankelijk van de uitkomst) p.m.
4 Aanbesteding exploitatie Wanneer voorgaande actiepunten zijn afgerond (of zich in een afrondende fase bevinden) kan de procedure gestart worden om te komen tot een volwaardige exploitatie van het fort door een externe partij. Het formaliseren van de huidige situatie (actiepunt 1) heeft er dan voor gezorgd dat het fort per 2006 vrij is van verplichtingen en de onderhandelingen met Staatsbosbeheer (actiepunt 3) hebben dan geresulteerd in een hernieuwde eigendomsconstructie, waarin voorwaarden zijn opgenomen die een betere toeristische exploitatie mogelijk maken. Het Brabants Bureau voor Toerisme heeft onderzoeksbureau BRO een uitwerking laten maken van een mogelijke invulling van Fort Sabina. Hun voorstel was om het fort om te dopen tot een congres- en expositiecentrum van allure. Dit is een goed voorstel, doch niet meer dan een denkrichting. Er wordt namelijk voorgesteld om de creativiteit van de markt te prikkelen. Dit is mogelijk door alleen de randvoorwaarden van gebruik aan te geven. De gemeentelijke randvoorwaarden – oftewel wat willen we absoluut wel en absoluut niet op het fort – zullen, samen met het kader van Staatsbosbeheer, uitmonden in een programma van eisen dat voorgelegd zal worden aan geïnteresseerde exploitanten. Vervolgens staat het de exploitanten vrij om met creatieve voorstellen te komen die passen binnen de gestelde kaders.
18
Het programma van eisen als vertrekpunt van de aanbestedingsprocedure zal naar verwachting eind 2005 ter vaststelling worden aangeboden. In de procedure tot aanbesteding moet overigens rekening gehouden worden met het aanpassen van het bestemmingsplan, met name wanneer de omliggende gebieden bij het plangebied worden betrokken. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 4 jaar 2006
3.4.3
Fort de Hel
3.4.3.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, exploitant, Inkoopbureau West-Brabant RMA (850), S&P (80), RBOR (160), V&H (160), Fin (60), JZ (60) p.m. p.m.
“In 1748 is de zuidwest-hoek van de polder De Ruigenhil, op de plaats waar de Helsedijk, de Westdijk en de Kraaiendijk samenkomen, een aarden verdedigingswerk opgericht met als functie om zowel fort Sabina als de vesting Willemstad te ondersteunen en aan de landzijde te beschermen” (Kastelein, 1998). Wie had er ooit kunnen denken dat op datzelfde fort meer dan 250 jaar later kinderfeestjes en knapzaktochten gehouden zouden worden? Fort de Hel is heden ten dage een levendige locatie. De huidige exploitant is sinds de restauratie in 1994 op het fort actief en heeft een breed activiteitenprogramma opgezet, met onderdelen zoals groepschilderen, boogschieten, historische verkleedpartijen, abseilen en barbecuen. Hij maakt gebruik van alle moderne kanalen om ruchtbaarheid te geven aan deze arrangementen. De combinatie van educatie en ontspanning maakt het mogelijk om mensen op een laagdrempelige manier in contact te brengen met de cultuurhistorische waarden van het fort. Daarom is het wenselijk dat dit activiteitenprogramma in de toekomst gecontinueerd wordt. Er zijn wel knelpunten te constateren. Zo is er geen gedegen schriftelijke overeenkomst waarin opgenomen is wat van beide partijen (gemeente, exploitant) wordt verwacht. Een eenduidige gemeentelijke visie is er wel, echter is deze niet formeel onderkend door de exploitant. De gebrekkige afstemming tussen gemeente en exploitant heeft in het verleden al eens tot een handhavingsprocedure geleid. Hiernaast is er sprake van een gedoogsituatie op verscheidene fronten, met name op het gebied van onvergunde opstallen.
3.4.3.2
Actievoorstellen
1 Formalisering van huidige situatie Net als bij Fort Sabina dient een formaliseringstraject doorlopen te worden om de huidige situatie beter geregeld te hebben. Hierdoor zal de kwaliteit van de exploitatie naar een hoger niveau getild worden. Zo moeten er aanpassingen verricht worden voor de verstrekking van een drank- en horecavergunning, dienen monumentenvergunningen aangevraagd te worden voor de bestaande opstallen en beelden en dient er een hernieuwde huurovereenkomst opgesteld en getekend te worden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. 1 jaar 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, exploitant fort de Hel RMA (80), RBOR (40), V&H (80), JZ (20) € 10.000 ja*
2 Verbeterplan opstellen Om de aankleding van het fort, de promotiemiddelen en de activiteiten beter op elkaar aan te laten sluiten, verdient het de aanbeveling om een universeel concept uit te laten werken door een extern ontwerpbureau en deze universele stijl op alle fronten te hanteren. Dit komt de uitstraling van het fort
19
ten goede en vergroot de allure van de locatie als recreatieve bestemming. Er is momenteel nog geen uitspraak te doen over de kosten van de uitvoering van dit te ontwikkelen concept. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 1 jaar 2006
3.4.4
Mauritshuis
3.4.4.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, exploitant fort de Hel RMA (80), RBOR (10), V&H (20), Fin (10) € 3.500 ja*
“Het Mauritshuis is in 1623 in opdracht van prins Maurits gebouwd. Het kreeg de naam Princehof. Later werd het ter ere van de Prins omgedoopt tot Mauritshuis. Het Mauritshuis biedt nu onderdak aan het museum van de Heemkundekring De Willemstad en het Toeristisch Arrangementen Bureau. Het Mauritshuis is daarbij voorts in trek als trouwlocatie” (TAB, 2000). In 2004 werd er een bezoekersaantal genoteerd van 2555 personen, waarvan 1944 het Mauritshuis bezichtigden onder leiding van een gids. Ook vonden er in datzelfde jaar 104 huwelijken plaats. Het Toeristen- en Arrangementenbureau levert naast hun toeristische activiteiten in het Mauritshuis ook diensten voor de eigen bewoners: zo is er een postkantoor in ondergebracht dat naast de “postale handelingen tevens de mogelijkheid biedt om busabonnementen en postbankzaken af te handelen” (Coenen, 2005). Er is een internet-leeszaal, die de gelegenheid biedt om “op het internet te surfen, om mail op te halen etc. Bovendien liggen er een aantal tijdschriften en dagbladen, die gelezen kunnen worden” (Coenen, 2005). Ten slotte fungeert het kantoor van het TAB ook als meldpunt van gevonden voorwerpen en uitgiftepunt van zwembadabonnementen. Het belangrijkste knelpunt van het Mauritshuis is dat het de eigenschap van veel monumenten deelt met betrekking tot de kostbaarheid qua onderhoud. Er is namelijk een exploitatietekort van € 75.000.
3.4.4.2
Actievoorstellen
1 Groeiplan huuropbrengsten Het is noodzakelijk het negatieve exploitatiesaldo terug te brengen. Hierbij wordt niet beoogd de verwachting te wekken om de exploitatie kostendekkend te krijgen. In ieder geval niet in het scenario waarin de huidige publieke openstelling gegarandeerd blijft en het Mauritshuis gebruikt zal blijven worden voor toeristisch-recreatieve activiteiten. Dit is wel een eis, want na de uitbesteding van de eerdergenoemde rijksmonumenten in Willemstad, zal door het verder uithollen van de cultuurhistorische waarden het fundament onder het huidige toeristisch-recreatieve beleid wegvallen. Immers wordt er dan direct getornd aan één van de drie uitgangspunten (behoud van cultuurhistorische waarden). In het stadsplan Willemstad (2005) heeft de bevolking ook aangegeven het huidige publieke karakter van het Mauritshuis te waarderen en te willen behouden. Voorgesteld wordt daarom om het TAB in het Mauritshuis te handhaven en afspraken met hen te maken ten aanzien van de huuropbrengsten. Een gefaseerde verhoging van de huur (boven de jaarlijkse index) zal hier onderdeel van uitmaken. Het is wel van belang om een contract aan te gaan voor een lange periode, aangezien het TAB zo in staat wordt gesteld om investeringen te plegen die zich in een later stadium kunnen vertalen in hogere huuropbrengsten. Hierdoor heeft het TAB de zekerheid van een langdurig verblijf en krijgt de gemeente meer zekerheid met betrekking tot hun inkomsten. Om de huuropbrengsten te vergroten dient bekeken te worden of de ruimtes die momenteel om niet in gebruik zijn door derden vrijgemaakt kunnen worden voor exploitatie door het TAB. Het museum van de heemkundekring op de zolderverdieping dient vanwege haar uniciteit en toeristische aantrekkelijkheid in ieder geval gehandhaafd te blijven.
20
Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 6 maanden 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB RMA (60), RBOR (60), Fin (10), V&H (20) n.v.t. n.v.t.
2 Kwaliteitsverbetering inrichting Om de uitstraling van het Mauritshuis te verbeteren, is het wenselijk om investeringen te plegen in inventaris en meubilair. In samenspraak met de gebruikers dient ook bekeken te worden, op welke punten de aankleding en presentatie verbeterd kan worden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 6 maanden 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB, heemkundekring RMA (50), RBOR (30) p.m. p.m.
21
Hoofdstuk 4 – Verblijfsrecreatie 4.1
Huidige situatie
“In ons land is momenteel een kleine 20.000 hectare aanwezig aan kampeerterreinen en bungalowparken” (RLG, 2004). De gemeente Moerdijk draagt hieraan bij middels vijf kampeerterreinen, te weten camping Jolly te Moerdijk (245 standplaatsen), camping Bovensluis te Willemstad (390 standplaatsen), camping Markdal te Standdaarbuiten (30 standplaatsen), camping Lansen te Moerdijk (30 standplaatsen) en naturistenvereniging Mens en Natuur te Zevenbergen (17 standplaatsen). Wat betreft hotels en pensions kan men op de volgende locaties terecht: In Willemstad is er het Willemstad Hotel, het Wapen van Willemstad en twee bed and breakfast –gelegenheden (totaal 20 gastenkamers), in Klundert Pension Klundert en Pension ‘t Tolhuys (samen 22 gastenkamers), Holiday Inn Express te Moerdijk (62 gastenkamers) en last but not least de Tulip Inn (63 gastenkamers) en de Molenberg (30 gastenkamers) te Zevenbergen. In het buitengebied bevinden zich ook verblijfsmogelijkheden. Om agrariërs een financieel steuntje in de rug te geven, wordt het creëren van kleinschalige verblijfsrecreatie op hun perceel vanuit de overheid gestimuleerd. Dit wordt ook gedaan om recreanten – naast het kunnen genieten van de natuur en het landschap – “..kennis te laten maken met het boerenleven en agrarische nevenactiviteit zonder in conflict te geraken met agrarische of natuurbelangen” (gem. Moerdijk, 2004).
4.2
Knelpunten
Bij Willemstad als het ‘toeristische centrum’ van de gemeente schort het aan verblijfsrecreatieve accommodaties, in het bijzonder wat betreft hotels en pensions. De hotels en pensions in de potentiële B-knooppunten Klundert en Moerdijk ontvangen daarentegen zelden toeristen; hun gasten zijn voornamelijk werkzaam op het industrieterrein Moerdijk. In de verblijfsrecreatieve sfeer vindt dezelfde ontwikkeling plaats als op het gebied van jachthavens en watersport. De wens naar meer luxe vertaalt zich in de vraag naar grotere en meer geoutilleerde kampeermiddelen. Hiernaast zijn de traditionele gezinsvormen niet langer meer de modus en uit zich dit in de samenstelling van kampeergroepen; deze worden – net als de gemiddelde gezinssamenstelling – kleiner en diverser. Eenzelfde groep kampeerders doet dus zowel een beroep op meerdere als op grotere kampeerplaatsen (RLG, 2004). Qua regelgeving zijn er ook wijzigingen gaande. De Wet Openluchtrecreatie, die sinds 1995 de wettelijke grondslag vormt voor het (kleinschalig) kamperen, wordt met ingang van 2008 ingetrokken. Dit heeft als gevolg dat gemeenten zelf dit beleid vorm dienen te geven. Nadeel voor de exploitanten is dat de regelgeving hierdoor per gemeente kan gaan verschillen. Dit zou voor de branche een onduidelijke en ongewenste situatie opleveren.
4.3
Beleidslijnen
Een toeristische trekpleister leeft bij gratie van de complementaire bestedingen van dagtoeristen, herhalingsbezoekers en overnachters. Momenteel is het gros van de bezoekers aan de vesting Willemstad van het type dagtoerist. Om inkomsten vanuit de andere categorieën te verhogen, is het noodzakelijk om herhalingsbezoek te ontlokken en te betrachten toeristen voor een langere periode te binden. De uitvoering van het beleidsplan beoogt dit te bewerkstelligen. Ontwikkelingen zoals het havenfront, de optimale benutting van gemeentelijke objecten en de uitbreiding van arrangementen en parkeermogelijkheden, dienen voorts marktpartijen te prikkelen om te investeren in overnachtingsmogelijkheden binnen de vesting. Het is dan zaak voor de gemeente om medewerking te verlenen om dergelijke initiatieven te verwezenlijken. Stimuleren van uitbreiding houdt tevens in dat de huidige verblijfsaccommodaties binnen de vesting behouden dienen te blijven.
22
Door de toekomstige uitbreiding van de verschillende kampeerterreinen, zal aan kampeerders een kwalitatief beter product geboden kunnen worden. Ook in de toekomst dient de inzet te zijn om de bestaande kampeerterreinen optimaal te benutten en kwalitatieve verbeteringen te steunen. Aanvragen tot nieuwe grootschalige kampeerterreinen worden in principe niet gehonoreerd. Voor kleinschalige verblijfsrecreatie komen in aanmerking agrarische bestemmingen in het buitengebied, mits niet aangewezen voor de doorgroei van glastuinbouw (AG-gebied). Hiernaast bestaat deze mogelijkheid ook voor woonbestemmingen in het buitengebied. Dit is het enige geval waarin de koppeling met de agrarische bestemming wordt losgelaten. Voorkeurslocaties voor kleinschalige verblijfsrecreatie bevinden zich langs het Hollands Diep, de Tonnekreek, Keenehaven, Mark en Dintel en verder een zone rond Zevenbergen en Langeweg. Bij de toetsing zal gekeken worden of er geen sprake is van clustering. Concreet houdt dit in dat binnen een straal van 1000m van een bestaande (mini-)camping zich geen andere mini-camping mag vestigen. De reden hiervoor is dat de kleinschaligheid van de activiteit op deze manier gewaarborgd blijft. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (jaarlijks) 2005
4.4
Aandachtsgebieden
4.4.1
Campings
4.4.1.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente RMA (20), V&H (20) n.v.t. n.v.t.
Zoals is opgemerkt neemt de roep om grotere standplaatsen op campings toe. Om hieraan tegemoet te komen voegen exploitanten bestaande standplaatsen samen, doch “..maakt in veel gevallen ook een fysieke ruimtelijke uitbreiding van het bedrijf onderdeel uit van de kwaliteitsverbetering” (gem. Moerdijk, 2004). Dit strookt met de uitbreidingsplannen van de campings Jolly, Markdal en Bovensluis. De uitbreidingsplannen van de campings Jolly en Bovensluis zijn meegenomen in het bestemmingsplan buitengebied. Voor camping Jolly zal de uitbreiding zowel resulteren in een toename van het aantal standplaatsen (van 245 naar 320) als een toename van de gemiddelde standplaatsgrootte (van 100m2 naar 140m2). Ook Bovensluis gaat grotere standplaatsen creëren. Dit zal ten koste gaan van 75 bestaande standplaatsen. De camping (van 16 hectare) wordt echter uitgebreid met een compleet chaletpark (van 12,5 hectare), dat ruimte zal gaan bieden voor 145 chalets (Brandsma, 2005). De plannen van camping Markdal tot uitbreiding met 111 standplaatsen en 125 chalets zijn uiteindelijk niet meegenomen in het bestemmingsplan buitengebied. De voornaamste reden hiervoor was het grote aantal bezwaren van de bedrijvigheid aan de andere zijde van de Mark. Deze bedrijven voelen zich door de uitbreiding beperkt in hun bedrijfsvoering en ontwikkelingsmogelijkheden.
4.4.1.2
Actievoorstellen
1 Gemeentelijk kampeerbeleid implementeren Om het gat wat ontstaat met het wegvallen van de Wet Openluchtrecreatie op te vangen, zal er gemeentelijk kampeerbeleid opgesteld dienen te worden. Om hierbij de onduidelijkheid voor de recreatieondernemers zoveel mogelijk te beperken zal bij de beleidsvoering aangesloten worden op een breder kader. Ook zullen de bestaande kampeervergunningen op basis van de WOR en de kampeerwet geactualiseerd dienen te worden. Aangezien er voor de campings met uitbreidingsplannen sowieso een nieuwe vergunning nodig zal zijn om de uitbreiding vast te leggen, zal de inzet zijn om deze activiteiten samen te laten vallen.
23
Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier (verplichting) n.v.t. 1 jaar 2007
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Ver. Nederlandse Gemeenten RMA (100), V&H (80), JZ (20) n.v.t. n.v.t.
2 Kennisuitwisseling recreatieondernemers De ondernemers van de genoemde campings hebben het de komende jaren druk met het opwaarderen van hun kampeerterreinen. Om ervoor te zorgen dat dit voortvarend verloopt, is het wenselijk om de recreatieondernemers op de hoogte te houden van de beleidsontwikkelingen. Kennisuitwisseling creëert duidelijkheid naar elkaar toe en komt de bedrijfsvoering ten goede. Eventueel kunnen gezamenlijke acties op poten gezet worden. Voorgesteld wordt om daarom twee keer per jaar een bijeenkomst te houden tussen gemeente en de verschillende recreatieondernemers. Wanneer er voor acties voortkomend uit dit overleg aanvullende middelen vereist zijn, zullen deze afzonderlijk worden aangevraagd. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Midden continu (jaarlijks) 2007
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, recreatieondernemers RMA (20) n.v.t. n.v.t.
3 Onder voorwaarden medewerking verlenen aan uitbreiding Markdal Vanuit toeristisch-recreatief oogpunt vormt de uitbreiding van camping Markdal de belangrijkste schakel bij de ontwikkeling van Standdaarbuiten tot kleinschalig toeristisch knooppunt. De gemeente staat daarom nog steeds positief tegenover de plannen. De exploitant zal echter aanvullend onderzoek dienen te verrichten, waaruit zal moeten blijken dat de uitbreiding van de camping geen beperking vormt voor de bestaande bedrijven aan de overzijde van de Mark. Onder deze voorwaarden zal alsnog medewerking verleend worden om de uitbreiding te realiseren (middels een bestemmingsplanherziening). Gezien de gegeven situatie zijn echter geen garanties af te geven of de uitbreiding er feitelijk zal komen. Ook dient er nog discussie gevoerd te worden over de dekking van de kosten tot het laten opstellen van het bestemmingsplan. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
4.5
keuze Hoog 1 jaar 2006
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Markdal, compositie 5 RMA (120), S&P (20) € 12.000 nee
Lopende projecten
4.5.1 Bestemmingsplan buitengebied In 2003 is het project gestart om het bestemmingsplan voor het gehele buitengebied van de gemeente te actualiseren. In het bestemmingsplan zijn de eerder besproken uitbreidingsplannen van camping Jolly en camping Bovensluis meegenomen. Ook bevat het plan eenvoudigere vrijstellingsmogelijkheden voor verzoeken tot kleinschalig kamperen. Deze kunnen in de toekomst eenvoudiger en sneller worden afgewerkt. De verwachting is dat het bestemmingsplan buitengebied in de periode 2005 tot en met 2006 de vigerende bestemmingsplannen zal vervangen, dit afhankelijk van de vraag of er beroep zal worden ingesteld bij de Raad van State. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier (raadsbesluit) n.v.t. 1 jaar lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, RBOI , provincie S&P (80), RMA (80) € 350.000 ja
24
Hoofdstuk 5 – Activiteiten en Voorzieningen 5.1
Huidige situatie
Activiteiten en voorzieningen raken de kern van wat toerisme in feite inhoudt. “Gerekend vanaf thuis is toerisme het reizen naar elders met het doel aldaar bezienswaardigheden te aanschouwen, bijzondere plaatsen en streken te bezoeken en/of aanwezig te zijn bij bepaalde evenementen” (Gemeente Moerdijk, 2005). Een aantal van de bezienswaardigheden die de gemeente rijk is, heeft in de voorgaande hoofdstukken al de revue gepasseerd: de forten, de vestingen Willemstad en Klundert, de (jacht-)havens, het toekomstige havenfront Willemstad. Echter zijn er nog talloze anderen te noemen, zoals bijvoorbeeld de Niervaert en het Suiker- en vlasmuseum te Klundert, de Stekkenplek in Zwingelspaan en de Fuchsiade te Oude Molen. Zoals later in dit hoofdstuk zal blijken is industrieterrein Moerdijk zelfs aan te merken als toeristische bezienswaardigheid! Wat opgemerkt dient te worden is dat bezienswaardigheden an sich geen garantie zijn voor een aanloop van toeristen. Consumenten van nu hebben zaken “veel sneller ‘gezien’ dan vroeger .. Men wil zowel beleven, ontsnappen als ontplooien” (Evers, 2005). Evenementen zijn een middel om op een andere manier de aandacht te vestigen op bezienswaardigheden en in te spelen op deze veranderende behoefte van de consument. Dit wordt onderstreept door de toenemende populariteit van evenementen in Nederland. Zo zijn er in 2002 34,2 miljoen uitstapjes gedaan naar evenementen, wat een stijging betekende van 7,5% in vergelijking met 1996 (NRIT, 2003). Evenementen brengen hoofdzakelijk twee effecten teweeg. Zo is er een direct economisch effect: mensen zijn bereid geld uit te geven aan evenementen. Dit blijkt uit het gegeven dat de totale bestedingen aan (jaarlijks terugkomende) evenementen in West-Brabant worden geschat op € 4.288.760 (Evers, 2005). Naast een direct economisch effect is er ook een indirect economisch effect. Evenementen kunnen gezien worden als promotiemiddel voor een bepaalde attractie, instantie en/of plaats. Dankzij evenementen komen een groot aantal mensen in aanraking met de bewuste locatie, waardoor de bekendheid ervan toeneemt en hiermee - als de ervaringen positief waren - de toeristische aantrekkingskracht. Naast de groeiende populariteit van evenementen is er een vorm van dagrecreatie die een nog snellere stijging laat zien: de golfsport. Golf wordt in Noord-Brabant meer beoefend dan in andere provincies. De verwachting is dat vooral het aantal ‘vrije golfers’ (golfers die niet gebonden zijn aan een bepaalde club en zodoende verschillende locaties aandoen) in de toekomst zal toenemen.
5.2
Knelpunten
West-Brabant kent veel evenementen die veelal jaarlijks terugkeren. “Het aantal stuwende evenementen is echter klein en in de loop der jaren zelfs afgenomen. Ook is de omvang van het totaal van deze stuwende evenementen veel kleiner dan bijvoorbeeld de omvang van stuwende evenementen in Midden-Brabant. De vele kleine evenementen in de regio hebben voornamelijk een verzorgende werking, gericht op de eigen inwoners (recreanten)” (Evers, 2005). Binnen de gemeente Moerdijk is er ook geen sprake van structurele evenementen met een bovenregionaal karakter. Zodoende is de waarde van evenementen ter promotie van toerisme momenteel beperkt. In West-Brabant liggen “in vergelijking met de rest van Noord-Brabant weinig golfbanen. Om op de toenemende vraag in te spelen zou het goed zijn in West-Brabant een aantal nieuwe golfbanen te realiseren” (SES, 2005).
25
5.3
Beleidslijnen
Wat betreft verzoeken voor de aanleg van golfbanen zal worden getoetst aan de richtlijnen van de provincie Noord-Brabant uit het streekplan. Hiernaast zal de aandacht zich richten op de haalbaarheid van de plannen. Gezien de stijgende populariteit van deze vorm van dagrecreatie worden er verder geen maxima toegekend aan het aantal toegestane golfbanen binnen de gemeente. Momenteel verleent de gemeente Moerdijk medewerking aan een initiatief van een golfbaan op de voormalige vuilstort in Zevenbergen (Paragraaf 5.5.1). De beleidslijnen met betrekking tot evenementen worden uiteengezet in Paragraaf 5.4.1.
5.4
Aandachtsgebieden
5.4.1
Evenementen
5.4.1.1
Omschrijving
De gemeente Moerdijk vervult in principe geen actieve rol wat betreft evenementen. Een uitzondering hierop betreft de organisatie van de Vestingstedendagen die in 2004 in Willemstad zijn gehouden. Dit evenement profileerde de stadskern als cultuurhistorisch baken, met een veelvoud aan kanonschoten, verklede deelnemers én bewoners, gereproduceerde veldslagen en zelfvoorzienende kampementen. De gemeente faciliteert de organisatoren van evenementen wel, door middel van een hand- en spandienstenregeling. Niet-commerciële partijen hebben zo geheel kosteloos de beschikking over dranghekken, vuilcontainers, verbodsborden, gemeentevlaggen en hesjes voor verkeersregelaars. Commerciële partijen kunnen tegen betaling ook beschikken over deze middelen. Op 21 november 2002 heeft de gemeenteraad een evenementenbeleid vastgesteld, waarin een toetsingskader is uitgewerkt voor het vergunnen van particuliere initiatieven. Met name zaken zoals brandveiligheid en volksgezondheid worden in de nota nader beschouwd. Het evenementenbeleid geeft een goed kader van hoe met evenementen om te gaan. Toch groeit langzamerhand de noodzaak tot herijking van het uit 2002 stammende beleidsstuk. Vanwege de potenties van Willemstad als A-knooppunt van toerisme, is in 2002 (als onderdeel van het lidmaatschap van de Vereniging Nederlandse Vestingsteden) een overlegorgaan in het leven geroepen dat zich richt op het verbeteren van bezoekersstromen aan de kern, onder de noemer ‘bezoekersmanagement’. De gemeente neemt deel aan dit overleg, evenals vertegenwoordigers van de horeca, middenstand, Hart voor Willemstad, Toeristen- en Arrangementen Bureau, politie, heemkundekring, havenmeester en recreatieondernemers. Men evalueert hier gezamenlijk de evenementen die in Willemstad plaatsvinden, geeft soms de aanzet tot nieuwe initiatieven, constateert knelpunten en denkt mee aan praktische oplossingen. Als deelnemer aan het bezoekersmanagement is de gemeente zo (toch) indirect betrokken bij het stimuleren van evenementen in Willemstad. Het continueren van dit overlegorgaan is ten zeerste aan te bevelen, met name omdat initiatieven en oplossingen aangedragen worden door een brede vertegenwoordiging, die een gedegen draagvlak representeert. Wanneer er vanuit het bezoekersmanagement projectvoorstellen worden gedaan waarvoor aanvullende financiële middelen vereist zijn, zullen deze afzonderlijk ter goedkeuring worden voorgedragen. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (jaarlijks) lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, bezoekersmanagement RMA (30) € 1.000 ja*
26
5.4.1.2
Actievoorstellen
1 Onderzoeken haalbaarheid evenementenparkeerterrein Binnen het bezoekersmanagement is geconstateerd dat de grootste bottleneck voor Willemstad op het gebied van evenementen het gebrek aan een evenementenparkeerterrein is. Gebleken is dat de maatregelen zoals genomen tijdens de vestingstedendagen en de vestingfair niet goed genoeg zijn. De keerzijde van het afhuren van een weiland werd evident tijdens het laatstgenoemde evenement. Bij zware regenval voorafgaand aan het evenement is een dergelijk weiland namelijk niet bruikbaar. De gevolgen waren duidelijk: platgetrapte velden en een failliete organisator. Indien de situatie niet wijzigt zullen veel initiatieven voor evenementen blijven liggen, daar men dergelijke risico’s niet wenst te nemen. De komst van het havenfront zal niets veranderen aan de roep om een evenementenparkeerterrein. De parkeerbalans zal als gevolg van deze ontwikkelingen slechts een kleine impuls krijgen. De oplossing die vanuit het bezoekersmanagement is aangedragen is een zoekgebied tussen vesting en het sluizenbos, tot aan de Noordlangeweg. Deze locatie wordt door de bevolking ook aangeduid in het stadsplan Willemstad. De haalbaarheid van een parkeerterrein op deze locatie dient echter nog nader bekeken te worden. Los van de mogelijke investering die vereist is, kan al wel gewezen worden op de mogelijkheid tot het verkrijgen van inkomsten, door bijvoorbeeld het verhuur van het terrein aan organisatoren van evenementen of door het hanteren van een tarief per parkeerder (parkeergeld). Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 2 jaar 2006
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, eigenaar gronden, welstand RMA (160), RBOR (200), GAOR (10) p.m. p.m.
2 Periodiek actualiseren evenementenbeleid Teneinde een actueel toetsingskader te behouden voor het beoordelen van evenementen is het aan te raden om het evenementenbeleid periodiek te actualiseren. Hiermee weten ook exploitanten beter wat ze van de gemeente kunnen verwachten en waar ze bij de organisatie van het evenement op moeten letten. Geadviseerd wordt deze actualisatie om het jaar plaats te laten vinden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (om het jaar) 2006
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente RMA (80), V&H (20), RBOR (20), FO (20) n.v.t. n.v.t.
3 650 jaar Klundert In 2007 bestaat de kern Klundert 650 jaar. Het is de bedoeling om deze gebeurtenis niet geruisloos voorbij te laten gaan. Het verenigingsleven in Klundert heeft zich reeds enthousiast getoond om het 650jarig bestaan te vieren. De animo binnen de kern Klundert is er. Net als bij de Vestingstedendagen 2004 zal de organisatie primair in handen zijn van een externe stuurgroep, echter zal de gemeente hier geen zitting in nemen. De gemeente draagt wel zorg voor de procesaansturing en externe communicatie. Voor het slagen van de operatie zal een krediet worden aangevraagd van € 50.000. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier (B&W) n.v.t. 2 jaar 2006
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, stuurgroep Klundert RMA (160),V&H (40), RBOR (60),FO (200),GAOR (60), IV(10) € 50.000 nee
27
5.4.2
Industrieterrein Moerdijk
5.4.2.1
Omschrijving
“Op het industrieterrein Moerdijk zijn meer dan 350 bedrijven gevestigd. Het merendeel hiervan is lid van de Bedrijvenkring Industrieterrein Moerdijk (BIM)” (Havenschap Moerdijk, 2005). “De meeste ondernemingen zijn industriële bedrijven (40%) die ±75% van het uitgegeven bedrijventerrein occuperen” (Bureau ir Verkuylen, 1998). De totale oppervlakte van het terrein beslaat zo’n 2600 hectare (Havenschap Moerdijk, 2005). Er is hierbinnen een onderverdeling gemaakt in themaparken, zoals de Seaport, Ecopark, Industrial Park, Trade Park en Distri Boulevard. Van oudsher bestaat de indruk dat industriële bedrijvigheid zich niet verhoudt met de toeristische sector. In deze optiek zijn toeristen op zoek naar overweldigend natuurschoon, rust en ontspanning. De gemeente Moerdijk dankt echter zijn naamsbekendheid aan het gelijknamige industrieterrein. Hiernaast speelt momenteel de discussie over de uitbreiding van het bestaande terrein (Moerdijkse hoek). Mogelijk komt er dus nog meer industrie binnen de gemeente. Dit leidt tot complicaties wanneer men - volgens de ´klassieke opvatting´ over toeristen – zich tracht te profileren als een toeristische gemeente. Het ‘profileringsprobleem’ speelt zeer zeker op het vlak van de in de visie geformuleerde uitgangspunten. Het is voor buitenstaanders moeilijk te bevatten dat er naast al het industriële geweld binnen dezelfde gemeente ook nog cultuurhistorische juweeltjes verscholen zijn zoals de vesting Willemstad. Het zal voor de gemeente lastig worden zich van het stigma “industriële gemeente” te ontdoen.
5.4.2.2
Actievoorstellen
Met de industriële bedreiging is ook anders om te gaan. Er liggen namelijk ook kansen. Op het industrieterrein zijn talloze grootschalige bedrijven gevestigd. Voor de een kan louter de schaal van deze bedrijvigheid eenzelfde emotie teweeg brengen als de aanblik van een reliëfrijk landschap. Voor de ander zou de aanwezigheid van gerenommeerde bedrijven een unieke gelegenheid zijn om eens een kijkje achter de schermen te kunnen nemen. In Rotterdam is industrieel toerisme al langer een begrip. Er is daar een organisatie in het leven geroepen die zich louter en alleen bezig houdt met het aanbieden van arrangementen op maat. Dit varieert van een kijkje achter de schermen bij een organisatie tot een compleet verzorgde dag, gecombineerd met een cultureel, sportief, ludiek of culinair element. Er zijn een aantal gidsen opgeleid die de geïnteresseerden door het gebied naar keuze heen loodsen. Op de eigen website worden bezoekers geënthousiasmeerd en kan een offerte worden aangevraagd. 1 Onderzoeken ontwikkelingsmogelijkheden industrieel toerisme Gezien de importantie die binnen onze gemeente aan toerisme wordt toegekend, ligt er een absolute kans in de ontwikkeling van industrieel toerisme op industrieterrein Moerdijk. Allereerst zal bekeken dienen te worden in hoeverre er interesse is vanuit de bedrijven die op het industrieterrein gevestigd zijn. Zowel het havenschap als de BIM zullen hiervoor benaderd dienen te worden. Ook kan er via het bedrijvenloket van de gemeente informatie ingewonnen worden. In het onderlinge overleg zal het veiligheidsaspect rondom het ontwikkelen van industrieel toerisme een fundamentele rol innemen. Indien er voldoende bedrijven bereid zijn om rondleidingen op hun terreinen te (laten) verzorgen, zal er gezocht moeten worden naar een geschikte uitvoeringsinstantie om het geheel vorm te geven, alsmede een geschikte vestigingslocatie. Het zogenaamde “Service Point” ten zuidoosten van het industrieterrein, zou hiervoor het aangewezen gebied zijn. De uitvoeringsinstantie zal zorg moeten dragen voor de scholing van gidsen en het ontwikkelen van een aanbod op maat. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag 3 jaar 2008
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, BIM, Havenschap, Inkoopbureau West-Brabant RMA (900), RBOR (400), V&H (60), Fin (30), JZ (40), IV (40) p.m. p.m.
28
5.5
Lopende projecten
5.5.1
Golfbaan Zevenbergen
“Ten zuiden van rijksweg A-17 en ten noorden van de kern Zevenbergen is de regionale stortplaats gelegen van de Milieu en Afval Regio Breda (deponie Zevenbergen). Deze stortplaats heeft een recreatieve nabestemming waarbij de hoogten zijn gemaximaliseerd. In de nabijheid van deze stortplaats ligt de oude gemeentelijke stortplaats. De omliggende gronden kennen voornamelijk een agrarisch gebruik. In 1995 is de ambitie door de initiatiefnemer geformuleerd om in dit totale gebied een volwaardige 27 holes golfbaan te realiseren en een 9 holes par 3 baan .. Op 3 juni 2004 is met de initiatiefnemer afgesproken dat, gelet op het feit dat de deponie Zevenbergen wordt gesloten, het verzoek van de initiatiefnemer in behandeling wordt genomen” (gem. Moerdijk, 2003:4). Op 2 december 2004 heeft de gemeenteraad het startdocument ter ontwikkeling van de golfbaan vastgesteld. Hiermee is de eerste stap tot realisatie gezet. “Een doorkijk levert het verwachtingspatroon op dat op basis van een eerste inschatting de golfbaan fasegewijs gerealiseerd kan worden in de periode 2006 – 2010” (gem Moerdijk, 2003: 4). Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier (raadsbesluit) n.v.t. 4 jaar lopend
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, Essent, Intergolf S&P (508), RMA (290), RBOR (150), V&H (100) €0 n.v.t.
29
Hoofdstuk 6 – Verbindende Schakels 6.1
Huidige situatie
In de vorige hoofdstukken zijn de toeristisch-recreatieve potenties van de gemeente uitvoerig beschreven aan de hand van een aantal thema’s. Zo is betoogd dat door de inzet op waterrecreatie, cultuurhistorie, verblijfsrecreatie en activiteiten en voorzieningen de gemeente zich optimaal kan profileren. Om echter de kansrijke kernen om te kunnen dopen tot knooppunten op het gebied van toerisme, is het noodzakelijk de onderlinge thema’s in samenhang uit te werken en de delen van potentiële knooppunten met elkaar te verbinden. Alleen dan kan Willemstad en omgeving uitgroeien tot A-knooppunt van toerisme, Klundert en Noordschans tot B-knooppunt en de kernen Zevenbergen, Moerdijk en Standdaarbuiten tot kleinschalig toeristische knooppunten. De noodzakelijke verbindende schakels vormen het laatste uit te werken beleidsthema. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen fysieke infrastructuur enerzijds en integrale informatievoorziening anderzijds. Beiden zijn onontbeerlijk voor een toeristische profilering; bezienswaardigheden dienen goed bereikbaar te zijn en de toerist moet op de hoogte gesteld worden van de aanwezigheid van de bezienswaardigheid. De toeristische informatievoorziening wordt binnen de gemeente hoofdzakelijk verzorgd door het Toeristen- en Arrangementenbureau te Willemstad. Hun activiteiten liggen, zoals verderop in dit hoofdstuk beargumenteerd zal worden, in het verlengde van het gemeentelijk toeristisch-recreatieve beleid. Bij de verdere promotie van de gemeente zullen zij dan ook een belangrijke rol vervullen. Ook het Sociaal-Economisch samenwerkingsverband West-Brabant (SES) stelt tot doel de gemeente, als onderdeel van de regio West-Brabant, te promoten. De gemeente Moerdijk neemt deel aan de stuurgroep van het SES ter initiatie van nieuwe activiteiten. Hiernaast verzorgt het SES de coördinatie van knooppuntennetwerken binnen de regio. Men levert dus zowel op het gebied van infrastructuur als integrale informatievoorziening een substantiële bijdrage.
6.2
Knelpunten
De toeristische potenties van Willemstad worden gevormd door de stadskern in combinatie met het omliggende buitengebied. Echter is de afstand tussen de verschillende bezienswaardigheden binnen dit A-knooppunt aanzienlijk. Bovendien zijn recreatieve routes erlangs momenteel beperkt vanwege het gebrek aan gescheiden fietspaden. Met name richting fort Sabina komt de veiligheid in het gedrang, vanwege de hoeveelheden vrachtverkeer van en naar industrieterrein Dintelmond. De twee kernen die uit kunnen groeien tot een B-knooppunt van toerisme, Klundert en Noordschans, zijn ook ruimtelijk gescheiden. Noordschans is vanuit Klundert langs twee wegen te bereiken; een verharde weg zonder apart fietspad of fietsstrook (Schansweg) en een onverhard wandel-/fietspad gelegen langs de groene bufferzone aan de oostzijde van Klundert (Schapenweg). Deze laatste verbinding is momenteel echter slecht begaanbaar vanwege de semi-verharding door keislag en grind. Er is geen verbinding over water; de Aalskreek buigt weliswaar af in de richting van Noordschans, maar eindigt halverwege. De havens bij Zevenbergen en Standdaarbuiten zijn niet (meer) geörienteerd op de kern. Het fraaie fietsgebied ten noorden van Zevenbergen, waarlangs het toekomstige golfterrein zal lopen, wordt gescheiden door de drukke provinciale weg, met minimaal één gebrekkig oversteekpunt ter hoogte van de Dikkendijk. De kern Moerdijk is in principe goed bereikbaar met de auto, maar ligt recreatief erg afgelegen. Bovendien is de verbinding met Zevenbergen vanuit de hoofdkern slecht aangegeven. Bewegwijzering is overigens op meerdere plaatsen een hekel punt: over het algemeen zijn aanduidingen naar bezienswaardigheden en voorzieningen onvolledig en loopt de vormgeving van de bordjes die er wel zijn volledig uiteen.
30
6.3
Beleidslijnen
Het verbinden van de Aalskreek met Noordschans zou de relatie tussen de twee kernen over het water kunnen versterken. Ondanks de wenselijkheid van deze operatie, is het vanwege de omvangrijke financiële middelen die dit naar alle waarschijnlijkheid zal vergen, momenteel geen prioriteit. Hetzelfde geldt voor het in de structuurvisie genoemde verleggen van de Roode Vaart naar de dorpshaven van Moerdijk. De deelname van de gemeente aan SES West-Brabant is wat toerisme en recreatie betreft, zeer waardevol en dient derhalve behouden te blijven. De projecten die uit dit samenwerkingsverband voortvloeien zullen per geval, aan de hand van zowel de visie als het beleidsplan, op wenselijkheid worden beoordeeld. Indien er voor de uitvoering aanvullende middelen vereist zijn, zullen deze ook afzonderlijk worden voorgelegd. Beleidslijnen op het gebied van wandel- en fietspaden komen bij de aandachtsgebieden ter sprake. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
regulier n.v.t. continu (jaarlijks) lopend
6.4
Aandachtsgebieden
6.4.1
Fietspaden
6.4.1.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, SES West-Brabant RMA (30) € 9.500 ja
Fietsen is nog steeds een ongekend populair tijdverdrijf. “‘Nederland fietsland’ ondernam in 2002 dan ook bijna 47,9 miljoen tochtjes” (NRIT, 2003). Het voordeel van recreatieve fietspaden en -routes is dat diverse van elkaar gescheiden bezienswaardigheden met elkaar verbonden kunnen worden terwijl de gebruiker de activiteit tijdens het overbruggen van de afstand (het fietsen zelf) als plezierig ervaart. Dit is een ideale manier om de subjectieve afstand tussen gescheiden kernen te verkleinen. De objectieve afstand is immers een gegeven. Voorwaarde is dan wel dat het tussenliggende gebied aantrekkelijk is ingericht (Administratie Wegen en Verkeer, 2004). Om het bestaande aanbod aan fietspaden optimaal te benutten, heeft de gemeente in 2003 besloten te participeren aan het fietsknooppuntensysteem. Dit systeem koppelt alle fietsroutes van heel Brabant en het noorden van België aan elkaar, door de tracés terug te brengen tot knooppunten. Dit zijn locaties waar verschillende fietsroutes elkaar kruisen. Op deze locaties komen borden te staan die de fietsers een keuze geven naar welke knooppunt ze vervolgens kunnen afreizen. Het fietsknooppuntensysteem schept zo een enorme vrijheid voor de fietser, en zet tevens een basisinfrastructuur op poten waaromheen nieuwe routes op een kostenextensieve manier kunnen worden ontwikkeld. Je hebt immers geen borden meer nodig, want je kunt refereren aan de borden van het knooppuntensysteem. De aanleg van het systeem is inmiddels voltooid en er zullen spoedig ondersteunende routekaarten uitgebracht worden waarop de verschillende knooppunten zijn aangegeven. Het bestaande aanbod aan fietspaden laat onverlet dat er nog ontbrekende schakels zijn te constateren. Het gemeentelijke verkeersveiligheidsplan uit 1998 bevat een overzicht van ontbrekende schakels bij recreatieve fietspaden. De geconstateerde knelpunten uit Paragraaf 6.2 zijn hier ook in opgenomen. Ondanks de leeftijd van het document heeft dit overzicht nog niets aan actualiteitswaarde ingeboet. Jammer genoeg zijn deze ontbrekende schakels, vanwege de lagere prioriteit die aan recreatieve fietspaden wordt toegekend ten opzichte van utilitaire fietspaden (fietspaden voor bijvoorbeeld de schoolgaande jeugd), tot op heden niet aangepakt.
31
6.4.1.2
Actievoorstellen
1 Themaroutes ontwikkelen In het verleden zijn er diverse fietsroutes uitgezet. Sommigen hiervan zijn wel bebord, anderen niet. Nu het fietsknooppuntensysteem voltooid is, is het een zinvolle aangelegenheid om de bestaande fietsroutes als themaroute van het knooppuntensysteem uit te werken. Nieuwe themaroutes ontwikkelen behoort ook tot de mogelijkheden. Als thema kan bijvoorbeeld gekozen worden voor een kern (Klundert) of een interessegebied (musea). Een andere optie is het koppelen van de uitgangspunten van de visie aan themaroutes (cultuurhistorie, waterrecreatie, groen in het buitengebied). Eén en ander zal moeten worden afgewogen aan de hand van wat voor een fietser redelijkerwijs te behappen is. In overleg met het SES zal er een uniforme layout moeten komen aan de hand waarvan de folder kan worden ontwikkeld. Voor de tekstuele inhoud kan het Toeristen- en Arrangementenbureau mede zorgen (zie Paragraaf 6.4.3), eventueel ondersteund door de beheerders van de aan de route gelegen bezienswaardigheden. Het voordeel van een universele vormgeving is dat de themaroutes onderdeel uit kunnen gaan maken van een serie, die profiteert van de omvang van het uitvoeringsgebied van het fietsknooppuntenplan (zuid-Nederland en het noorden van België). Zodoende kan een brede doelgroep met de fietsroute worden geconfronteerd. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag 2 jaar 2008
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB, SES West-Brabant RMA (300) p.m. p.m.
2 Aanpak ontbrekende schakels Door verschillende kernen en bezienswaardigheden beter met elkaar te verbinden, kunnen objectieve en/of subjectieve afstanden verkleind worden. Zodoende zal nagegaan worden of de ontbrekende schakels uit het verkeersveiligheidsplan alsnog aangepakt kunnen worden en wat de financiële consequenties van de beoogde maatregelen zijn. Op dit moment is hierover nog geen uitspraak te doen. Gezien de prijzigheid van infrastructurele werken zullen aanvullende kredieten waarschijnlijk wel noodzakelijk zijn. Deze zullen op ad hoc basis worden aangevraagd. Nieuwe fietspaden zullen in ieder geval worden opgenomen in het tracé van het fietsknooppuntennetwerk. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Midden 3 jaar 2006
6.4.2
Wandelpaden
6.4.2.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, rijkswaterstaat RMA (300), RBOR (450), V&H (60), GAOR (30) p.m. p.m.
Wandelen is in ons land – net als fietsen – een zeer geapprecieerde vorm van vrijetijdsbesteding. Met name het laagdrempelige karakter van de activiteit is debet aan de aanhoudende populariteit. Zo werden er in 2002 zo’n 65,9 miljoen tochtjes gemaakt (NRIT, 2003)! Ook binnen de gemeente Moerdijk doen wandelaars regelmatig het buitengebied aan voor een ommetje. Een aantal beborde wandelroutes zorgt voor de nodige ondersteuning. Echter zijn niet alle bestaande routes bebord. De in 2004 geopende wandelroute “Rondom de Ton”, illustreerde een nieuwe trend op wandelgebied: Wandelpaden met een openbaar karakter op private percelen. Deze wandelroute loopt namelijk dwars door de percelen van verscheidene boeren. Het toekennen van een recreatieve nevenfunctie aan percelen komt tegenwoordig ook voor bij landgoederen en golfterreinen. Ook binnen de gemeente Moerdijk wordt dit gestimuleerd, mits het geen gevaarlijke situaties voor wandelaars oplevert.
32
6.4.2.2
Actievoorstellen
1 Opwaarderen wandelpaden in groengebieden Binnen de gemeentegrenzen bevindt zich een aantal interessante (potentiële) wandelgebieden dat nadere aandacht behoeft. In overleg met Staatsbosbeheer zal bekeken worden welke mogelijkheden er zijn om deze gebieden toeristisch-recreatief beter te benutten. De betreffende gebieden zijn de groenstrook te Klundert, de Appelzak te Moerdijk en het Sluizenbos te Willemstad. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Midden 1 jaar 2007
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, staatsbosbeheer RMA (100), RBOR (100), GAOR (20) p.m. p.m.
2 Wandelknooppuntensysteem De wandelroutes binnen de gemeente worden voornamelijk gebruikt door de eigen bevolking. De huidige meerwaarde is dus eerder recreatief dan toeristisch. Door bestaande en toekomstige wandelroutes in een breder verband te trekken, is het mogelijk een groter publiek kennis te laten nemen van de wandelpaden binnen onze gemeente. SES West-Brabant is in dit kader momenteel bezig aan een pilot voor een wandelknooppuntensysteem. Ook hier wordt een algemene basisinfrastructuur gerealiseerd en krijgen gemeenten een kans om hun wandelroutes bovenregionale bekendheid te geven. De verwachting is dat het wandelknooppuntensysteem rond 2007 vaste vorm zal gaan krijgen. Gezien het wijde bereik van het project en de universele infrastructuur – resulterend in het voorkómen van wildgroei aan borden in het buitengebied - is participatie aan dit project zeer zeker aan te raden. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Midden 3 jaar 2006-2007
6.4.3
Informatievoorziening
6.4.3.1
Omschrijving
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, SES West-Brabant RMA (200), RBOR (80), GAOR (10) € 15.000 ja
Het Toeristen- en Arrangementen Bureau (TAB) Willemstad begon haar leven in 1991 als VVV-post, maar is als gevolg van onenigheid in 2000 uit de ANVV getreden. Hierna is er een omschakeling gemaakt van een vrijwilligersorganisatie naar een organisatie met bezoldigde krachten. De missie van het TAB is “het stimuleren van recreatie en toerisme in de gehele gemeente Moerdijk en in het verlengde hiervan de behartiging van de belangen van onze leden en medewerkers, waarbij de VVV Willemstad zo efficiënt mogelijk opereert” (Coenen & Ringerwöle, 2001). Deze missie ligt in het verlengde van de doelstelling van het product Toerisme en Recreatie van de gemeente Moerdijk. Het TAB kan in deze gezien worden als de complementaire promotionele tak van toerisme en recreatie. De gemeente stelt beleid op, subsidieert en faciliteert gewenste initiatieven, terwijl het TAB direct de toerist informeert, arrangementen aanbiedt en gewenste initiatieven (mede) ontplooit. Met andere woorden dragen zij zorg voor een deel van de uitvoering van gemeentelijk toeristisch-recreatief beleid. Hiernaast verhuren zij het Mauritshuis als vergader- en expositieruimte. Gezien haar positieve bijdrage aan het toeristisch-recreatief product subsidieert de gemeente de werkzaamheden van het TAB op zowel directe als indirecte wijze. De directe subsidie bestaat uit een structurele jaarlijkse bijdrage (van € 9.075). De indirecte subsidie betreft de detachering van een gemeenteambtenaar alsmede gereduceerde huurlasten. In haar ambitie om zoveel mogelijk producten en arrangementen te ontwikkelen, tevens zo professioneel mogelijk te opereren stuit men op het probleem van personele bezetting. Men wil veel maar met een beperkt aantal personen. Zodoende neemt de tijdsdruk per activiteit toe. Wanneer men
33
meerdere activiteiten in een krappe tijdspanne dient af te werken komt de kwaliteit van het bestaande aanbod onder druk te staan. Hiernaast wordt de drijvende kracht achter het TAB met betrekking tot de arrangementen hoofdzakelijk gevormd door één persoon. Indien deze persoon zou wegvallen zou dit grote gevolgen hebben voor het functioneren van het TAB. Wat betreft promotiemiddelen kan worden opgemerkt dat deze momenteel beperkt zijn. Bestaande folders van fiets- en wandelroutes zijn voornamelijk zwart-wit kopieën die nog met een typmachine zijn vervaardigd. Ander foldermateriaal is of zeer economisch van opzet of qua informatie gedateerd. Ook is er weinig tot geen standmateriaal voor representatie tijdens evenementen. Ter promotie van de gemeente is in 2000 een boekwerkje verschenen (‘boekje open over Moerdijk’), dat echter inmiddels al deels verouderd is. De roep om aktualisatie van de uitgave zal met de jaren toenemen.
6.4.3.2
Actievoorstellen
Gezien de absolute meerwaarde aan het toeristisch-recreatieve product is het noodzakelijk de samenwerking met het TAB in de toekomst te continueren en verder uit te bouwen. Om ervoor te zorgen dat het TAB haar ambitieniveau kan realiseren zijn een aantal actiepunten van belang. Voor de actiepunten met betrekking tot de huisvesting van het TAB in het Mauritshuis wordt verwezen naar Paragraaf 3.4.4. 1 Activiteitenprogramma opstellen Met betrekking tot het TAB zijn er verschillende geldstromen; enerzijds zijn er inkomsten uit de verhuur van ruimtes in Mauritshuis (zie Paragraaf 3.4.4) en tot 2006 in fort Sabina (zie Paragraaf 3.4.2). Anderzijds zijn er de directe en indirecte subsidieuitgaven. Het is zinvol om deze zaken naast elkaar te leggen en na te gaan of de herschikking van geldstromen een juridisch beter plaatje oplevert. Het TAB zal voor de komende jaren in samenspraak met de gemeente een activiteitenprogramma dienen op te stellen waarin zij de doorgroei van hun organisatie uiteenzetten. Wenselijk in ieder geval zou zijn om hierin op te nemen het aantrekken van een professionele kracht, waardoor niet alleen meer activiteiten ontplooid kunnen worden, maar ook de kwaliteit van de bestaande activiteiten een impuls krijgt. Tevens zou de continuïteit van de bedrijfsvoering beter gewaarborgd worden indien een medewerker zou uitvallen. Het activiteitenprogramma dient een financiële paragraaf te bevatten, met hierin een kostenbatenanalyse voor de komende 5 jaar. Wanneer gemeente en TAB het eens zijn over de inhoud van het document, zal de jaarlijkse directe subsidiebijdrage geëvalueerd worden en de bij het programma behorende doelstellingen in de vorm van een subsidieovereenkomst worden vastgelegd. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 1 jaar 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB RMA (100), JZ (20), RBOR (20), FO (20) p.m. p.m.
2 Uitbreiding arrangementen Uitbreiding van het aantal arrangementen zal ook onderdeel dienen uit te maken van het activiteitenprogramma. Hierbij zal het TAB naast Willemstad ook voldoende aandacht dienen te schenken aan de overige kansrijke kernen. Door het toeristisch-recreatieve aanbod te vermarkten middels concrete arrangementen, wordt er optimaal gebruik gemaakt van het bestaande aanbod. Nieuwe attractiepunten, zoals bijvoorbeeld het havenfront Willemstad en de golfbaan Zevenbergen dienen te zijner tijd ook in het aanbod te worden opgenomen. De creatie van arrangementen buiten het toeristenseizoen (‘winterarrangementen’) wordt ook aanbevolen, om zodoende de aanwas van toeristen gedurende een langere periode te bewerkstelligen. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag continu (jaarlijks) 2008
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB RMA (40) n.v.t. n.v.t.
34
3 Investeren in promotiemiddelen De gemeente zal zich beter moeten profileren op de (boven-)regionale toeristische markt. Een belangrijk middel om dit te kunnen realiseren is het gebruik van (tastbare) promotiematerialen. Dit betekent investeren in professioneel foldermateriaal voor o.a. het totale toeristische aanbod binnen de gemeente (nieuw ‘boekje open over Moerdijk’), de jachthaven, de forten, het Mauritshuis, het TAB en hun arrangementenaanbod. Andere tastbare promotiemiddelen zijn decors en decoratiemateriaal voor representatie tijdens fairs en evenementen. Ook traditionele kleding valt hieronder te scharen. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Hoog 1 jaar 2005
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB RMA (120), FO (30) € 50.000 ja*
4 Bewegwijzering verbeteren Zoals eerder betoogd laat de bewegwijzering binnen kernen en tussen kernen, om onbekenden naar bezienswaardigheden en voorzieningen te leiden, te wensen over. In het kader van een volledige informatievoorziening is het noodzaak om deze bewegwijzering te verbeteren. Dit komt niet alleen de uitstraling van de gemeente ten goede, ook worden onveilige verkeerssituaties - veroorzaakt door ronddolend zoekverkeer - voorkomen. Om de bewegwijzering zowel volledig als consistent aan te pakken, is het verstandig eerst een plan de campagne op te stellen. Hieruit zullen ook de financiële consequenties van de operatie blijken. Activiteit Prioriteit Looptijd Startpunt
keuze Laag 1 jaar 2009
Actoren Capaciteit Kosten Dekking
gemeente, TAB, Rijkswaterstaat RMA (100), RBOR (80), GAOR (20)) p.m. p.m.
35
Hoofdstuk 7 - Meerjarenplanning 7.1
Prioriteiten
Nu alle thema’s met aanverwante aandachtsgebieden en actiepunten zijn behandeld, is het zaak om al deze activiteiten nog eens naast elkaar te zetten, teneinde in één oogopslag te kunnen zien wat er de komende jaren op toeristisch-recreatief vlak zal plaatsvinden. Echter gezien de tijdsintensieve aard van sommige aandachtsgebieden, is het noodzakelijk om prioriteiten te stellen. Niet alles kan zonder meer direct behandeld worden. Sommige zaken kunnen wellicht in hun totaliteit niet worden opgepakt. Beleid ontwikkelen is – zoals elders in dit document al is betoogd - keuzes maken. Om dit keuzeproces te vergemakkelijken, zal in dit hoofdstuk een voorzet worden gegeven tot ambtelijke behandeling van de verschillende (keuze)activiteiten. Hierbij zal er aangehaakt worden bij de prioriteitsaanduiding zoals deze in de vorige hoofdstukken aan elk individueel actievoorstel is toegekend. De prioriteiten zijn hierbij als volgt in de tijd vertaald: Laag is behandeling per 2009 á 2010, Midden per 2007 á 2008 en Hoog per 2005 á 2006.
7.2
Planning
7.2.1
Activiteiten
De actiepunten, die in de voorgaande hoofdstukken uitvoerig zijn toegelicht, zijn in Afbeelding 7.2 samengebracht. Tevens is het voorstel tot ambtelijke behandeling van deze actiepunten weergegeven, gespecificeerd per kwartaal voor de komende vijf jaar. Rangschikking is wederom per thema en per aandachtsgebied. Ook zijn de lopende projecten in het overzicht meegenomen. De afbeelding levert zo een volledig overzicht op van alle activiteiten op het gebied van toerisme en recreatie voor de komende vijf jaar.
7.2.2
Capaciteit
Voor de uitvoering van de in het beleidsplan beschreven activiteiten is ambtelijke capaciteit vereist. De raming van de benodigde capaciteit werd in de vorige hoofdstukken per actiepunt aangeduid. Het onderstaande schema (Afbeelding 7.1) toont de optelsom van deze afzonderlijke capaciteitsramingen. De vereiste capaciteit is ook hier weergegeven in uren per afdeling.
Afbeelding 7.1 – Capaciteitsplanning t.b.v. Toerisme en Recreatie (in uren)* Capaciteit RMA FO RBOR S&P JZ V&H Financiën IV GAOR
2005 1180 30 330 678 230 200 20 0 0
2006 1460 190 570 560 70 150 30 0 20
2007 1430 140 650 470 80 310 30 10 100
2008 1330 60 580 390 50 220 40 20 10
2009 1400 70 410 120 50 160 30 20 50
* onder voorbehoud
36
Afbeelding 7.2 - Activiteitenplanning Toerisme en Recreatie 2005
Activiteiten 1
2
3
2006 4
1
2
3
2007 4
1
2
3
2008 4
1
2
3
2009 4
1
2
3
4
(Jacht)havens & Watersport Jachthaven Willemstad Verbeterplan opstellen Jaarlijkse actualisatie havenverordeningen Mark en Dintel Kanoroutes tussen naburige kernen Lopende Projecten Havenfront Willemstad Waterfront Moerdijk Cultuurhistorie Gemeentelijke monumenten Onderzoeken conseq. monumentenbeleid Fort Sabina Henrica Formalisering van huidige situatie Bouwkundige aanpassingen Eigendomsconstructie wijzigen Aanbesteding exploitatie Fort de Hel Formalisering van huidige situatie Verbeterplan opstellen Mauritshuis Groeiplan huuropbrengsten Kwaliteitsverbetering inrichting Verblijfsrecreatie Campings Gem. kampeerbeleid implementeren Kennisuitwisseling recreatieondernemers Onder voorw. medew. uitbreiding Markdal Lopende Projecten Bestemmingsplan buitengebied Activiteiten & Voorzieningen Evenementen Onderzoeken haalbaarh. parkeerterrein Periodiek actualiseren evenementbeleid 650 jaar Klundert Industrieterrein Moerdijk Onderzoeken ontw. industrieel toerisme Lopende Projecten Golfbaan Zevenbergen Verbindende schakels Fietspaden Themaroutes ontwikkelen Aanpak ontbrekende schakels Wandelpaden Opwaarderen paden in groengebieden Wandelknooppuntensysteem Informatievoorziening Activiteitenprogramma opstellen Uitbreiding arrangementen Investeren in promotiemiddelen Bewegwijzering verbeteren
7.2.3
Financiën
De toeristisch-recreatieve activiteiten hebben ook financiële consequenties. Met de jaarlijkse bijdrage voor de ontwikkeling en uitvoering van toeristisch-recreatief beleid zijn de mogelijkheden tot het ontplooien van activiteiten in ieder geval een stuk ruimer geworden. Om nu aan te kunnen geven waar het structurele budget van € 100.000 jaarlijks aan besteed zal worden, zijn de activiteiten met hun respectievelijke kostenplaatjes samengebracht in Afbeelding 7.3. Zoals uit de afbeelding blijkt wordt het budget met deze geoormerkte uitgaven nog ruim onderschreden. Dit heeft te maken met het feit dat voor veel actiepunten nog niet duidelijk is wat de financiële gevolgen precies zullen zijn. Om toch een beeld te krijgen waar het resterende budget aan zal worden gespendeerd toont Afbeelding 7.4 de activiteiten waar nog kosten van zijn te verwachten en wanneer deze kosten zijn te verwachten.
37
Afbeelding 7.3 – Activiteiten met geoormerkte gelden (in €) Activiteiten Stimuleren Blauwe Vlag jachthavens Bouwkundige aanpassingen Fort Sabina Formalisering situatie Fort de Hel Verbeterplan Fort de Hel Bezoekersmanagement Investeren in promotiemiddelen Totaal
2005
2006
10.000 19.000 10.000 1.000 20.000 60.000
2007
2008
2009
10.000
10.000
10.000
10.000
3.500 1.000
1.000
1.000
14.500
11.000
11.000
1.000 30.000 41.000
Afbeelding 7.4 – Activiteiten met nog te specificeren kosten Activiteiten Verbeteringen jachthaven Willemstad Kanoroutes Mark en Dintel Uitvoering verbeterplan Fort de Hel Kwaliteitsverbet. inrichting Mauritshuis Kosten mogelijke aanleg parkeerterrein Mogelijk ontw. industrieel toerisme Fietsthemaroutes ontwikkelen Aanpak ontbr. schakels fietspadennetwerk Opwaard. wandelpaden in groengebieden Subsidie TAB ogv activiteitenprogramma Bewegwijzering verbeteren
2005
2006 p.m.
2007
2008
2009
p.m. p.m. p.m.
p.m.
p.m. p.m.
p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m.
p.m. p.m. p.m. p.m. p.m.
p.m.
p.m. p.m.
38
Literatuurlijst Administratie Wegen en Verkeer (AWV) (2004) Vademecum Voetgangersvoorzieningen. http://www.steunpuntstraten.be/vademecum.
Brabants Bureau voor Toerisme (2005) folder fietsknooppuntensysteem. Tilburg: BBT.
Brandsma, R. (2005) Chaletpark naast camping Bovensluis. In: BN/De Stem (09-03-2005). Breda: BN/De Stem.
CDC (2004) website Commando Diensten Centra. http://www.dico.nl/dgwt/diensten/beheer/beheersplannen.html.
Coenen, V. & Ringerwöle, A. (2001) VVV Willemstad op koers naar zelfstandigheid. Willemstad: TAB.
Coenen, V (2005) Samen groeien. Actieplan TAB – Willemstad 2005-2010. Willemstad: TAB.
Evers, C. (2005) West-Brabant gewaardeerd. Breda: NHTV.
Gemeente Moerdijk (2005) Perspectief voor de Moerdijker: Het West-Brabantse zeekleigebied als cultuurlandschap. Zevenbergen: Gemeente Moerdijk.
Gemeente Moerdijk (2003) Startdocument Golfbaan – deponie Zevenbergen. Zevenbergen: gemeente Moerdijk.
Gemeente Moerdijk (2004) Visie Toerisme & Recreatie .. met een stap terug in de tijd de toekomst in? Zevenbergen: gemeente Moerdijk.
Havenschap Moerdijk (2005) Website Havenschap Moerdijk. http://www.havenvanmoerdijk.nl.
Industrieel Toerisme Rotterdam (2005) Website Industrieel Toerisme. http://www.industrieeltoerisme.nl.
Kastelein, F. (1998) Lopen naar de Hel. Helwijk: Stichting Vrienden van Fort de Hel.
Natuurbalans (2004) website Natuurbalans. http://www.natuurbalans.nl/html/visie.htm.
NRIT (2003) Trendrapport toerisme, recreatie en vrije tijd 2003-2004. Breda: Nederlands Research Instituut voor recreatie en Toerisme.
Projectbureau Belvedere (1999) website Belvedere http://www.belvedere.nu.
Provincie Noord-Brabant (2004) Gebiedsplan Brabantse Delta. ’s-Hertogenbosch: Provincie N-B.
39
RBOI (2005) Moerdijk bestemmingsplan buitengebied – toelichting. Zevenbergen: gemeente Moerdijk.
RLG (Raad Landelijk Gebied) (2004) Ontspannen in het Groen. Amersfoort: RLG.
SES West-Brabant (2005) Startnotitie: Economische toegevoegde waarde Golfsport. Roosendaal: Sociaal Economische Samenwerking West-Brabant.
Timmers, F. (2004) Jachthavens Noordschans krijgt face-lift. In: BN/De Stem (14-01-2005). Breda: BN/De Stem.
Vrolijks, R. (2004) Trossen Los – Visie op toervaren in Brabant. Breda: projectbureau Vrolijks.
40