Rekenkamercommissie Coevorden:
De doelmatigheid van het re-integratiebeleid in de gemeente Coevorden
Rekenkamercommissie Coevorden mr. H. Haan, plaatsvervangend voorzitter mr. J. Riddersma drs. A.J.M. Smale, voorzitter mw. J. IJpma G.A. Zoons
Ambtelijke ondersteuning rekenkamercommissie: drs. C.H. Horstmeier drs. F.A.C. Lucassen
Opstellers rapport: Jasper Lohuis (I&O Research) Jon Severijn (I&O Research) Henry de Vaan (I&O Research)
Adres: Gemeente Coevorden Rekenkamercommissie Postbus 2 7740 AA Coevorden T (0524) 598 724 / 598 633 E
[email protected] I www.coevorden.nl/rekenkamer
Oktober Oktober 2011
Het is toegestaan om uit deze publicatie over te nemen, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Inhoudsopgave
pag.
Bestuurlijk rapport Samenvatting en conclusies
I
Inleiding
I
1. Wat is het re-integratiebeleid?
II
2. Hoe groot is de gemeentelijke bijstand de instroom, doorstroom en uitstroom en hoe definitief is deze uitstroom?
III
3. Welke uitgaven zijn er gedaan voor re-integratiebeleid
V
4. In hoeverre is het beleid aanpasbaar aan wisselingen in de marktomstandigheden en in hoeverre is het beleid daarop daadwerkelijk aangepast?
VII
5. In hoeverre is het beleid doeltreffend en doelmatig?
VIII
6. Hoofdconclusie
XI
6. Aanbevelingen
XII
Bestuurlijk wederhoor door college van B&W
XIII
Nawoord Rekenkamercommissie Coevorden
XVI
1. Inleiding
1
1.1 Aanleiding
1
1.2 Onderzoeksvragen
1
1.3 Onderzoeksaanpak
2
1.4 Leeswijzer
3
2. Beleidsontwikkeling
5
2.1 Inleiding
5
2.2 Wat er vooraf ging: periode 2002-2006
5
2.3 Beleidsstukken 2007-2011
6
2.4 Analyse klantenbestand
11
2.5 Analyse externe factoren
13
2.6 Resumé
13
3. Uitvoering re-integratiebeleid
17
3.1 Inleiding
17
3.2 Uitvoeringsstructuur
17
3.3 Samenwerking
19
3.4 Trajecten, instrumenten
20
3.5 Monitoring en managementrapportages
21
3.6 Inkomsten en uitgaven
21
3.7 Financiële risico’s
24
3.8 Resumé
26
4. Resultaten
29
4.1 Inleiding
29
4.2 Ontwikkeling bestand bijstandsgerechtigden
29
4.3 Monitoring resultaten
31
4.4 Doelrealisatie
34
4.5 Ontwikkeling in perspectief
37
4.6 Kosten per traject
43
4.7 Resumé
44
Bijlage 1. Normenkader
47
Bijlage 2. Gesprekspartners
49
Bijlage 3. Begrippenlijst
50
Bestuurlijk rapport
Samenvatting en conclusies Inleiding Door een aantal specifieke ontwikkelingen op het gebied van re-integratie heeft de Rekenkamercommissie Coevorden (kortweg: Rekenkamercommissie) aanleiding gezien om het re-integratiebeleid tegen het licht te houden. Het gaat om de volgende ontwikkelingen: 1. de economische crisis heeft ook de economie en werkgelegenheid van de gemeente Coevorden getroffen. Hierdoor moet de gemeente hard bezuinigen en staan alle gemeentelijke uitgaven onder druk, dus ook die voor het re-integratiebeleid. Bovendien is de instroom in de algemene bijstand gestegen. 2. Coevorden kent, los van de conjuncturele ontwikkelingen, van oudsher een zwakke sociaal-economische structuur, met een relatief hoge werkloosheid en deels een cultuur van werkloosheid die van generatie op generatie wordt overgedragen. Om deze zichzelf voortstuwende ontwikkeling tegen te gaan, is uitstroom uit de Wwb van groot belang. De rekenkamercommissie van Coevorden wil om deze redenen graag inzicht krijgen in de wijze waarop het reintegratiebeleid in de gemeente Coevorden is vormgegeven en verder wordt ontwikkeld. Daarnaast wil zij inzicht krijgen in doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van het beleid in de praktijk. Zij heeft daarop de volgende centrale onderzoeksvraag en deelvragen opgesteld. Centrale onderzoeksvraag: ‘In hoeverre voert de gemeente Coevorden haar re-integratiebeleid doelmatig uit?’ Deelvragen 1. Wat is het re-integratiebeleid? 2. Hoe groot is bij de gemeentelijke bijstand de instroom, doorstroom en uitstroom en hoe definitief is deze uitstroom? 3. Welke uitgaven zijn hiervoor gedaan? 4. In hoeverre is het beleid aanpasbaar aan wisselingen in de marktomstandigheden en in hoeverre is het beleid daarop daadwerkelijk aangepast? 5. In hoeverre is het beleid doeltreffend en doelmatig?
III
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
1. Wat is het re-integratiebeleid? Het re-integratiebeleid van de gemeente Coevorden is vastgelegd in de reguliere stukken uit de beleidsplancyclus als bestuursprogramma’s, jaarbegrotingen en jaarrekeningen. Daarnaast is er een aantal specifieke nota’s aan gewijd, met name de volgende zijn relevant: • Verordeningen Wwb, WIJ • Beleidsplan Werk en Inkomen 2007-2010 • Hoofdlijnennotitie uitvoering Integraal Sociaal Beleid Coevorden (september 2009) en de Kadernotitie waarin wordt aangegeven hoe Coevorden de lokale regie op het gebied van participatie en toeleiding tot de arbeidsmarkt voor Wwb-ers en Wsw-ers willen invullen • Notitie Couleur Locale, 2009, die ingaat op de inzet op lokale, kleinschalige projecten (maatwerk) Belangrijkste kernpunten uit het beleid zijn: Het kernbegrip binnen het beleidsveld sociale zaken van de gemeente Coevorden is “maatschappelijke participatie”. Inwoners die aangewezen zijn op een uitkering worden geacht niet stil te zitten, maar actief mee te doen en alles in het werk te stellen in het eigen levensonderhoud te voorzien. • Coevorden wil “de menselijke maat” inbrengen en haar dienstverlening optimaliseren door de diverse infrastructuren voor dagbesteding, integratie in de Nederlandse maatschappij, re-integratie, onderwijs en sociale werkgelegenheid samen te brengen. De gemeente is van mening dat het strikt vasthouden aan de criteria die gelden voor verschillende doelgroepen de mogelijkheden om geïntegreerde dienstverlening te bieden aan burgers die behoren tot verschillende doelgroepen sterk beperkt wanneer hier aan wordt vastgehouden. De scheidslijnen tussen de doelgroepen zijn in de praktijk vaak flinterdun. Mensen worden, om de dienstverlening te kunnen optimaliseren, daarom niet langer ingedeeld in doelgroepen die gekoppeld zijn aan de wijze waarop de financiering van die doelgroepen geregeld is. 1 • Geen doelgroepen benoemen, maar uitgaan van de persoon en dan per persoon maatwerk in het traject afspreken. • Gebruik maken van de initiatieven en voorzieningen die zijn opgezet in het kader van “Couleur Locale”. • Creëren van maatschappelijke meerwaarde met projecten om zodoende, naast de uitstroom van uitkeringsgerechtigden, het maatschappelijk draagvlak onder burgers en bedrijven te verhogen. •
Conclusie ten aanzien van beleid De gemeente Coevorden beschikt over twee recente nota’s rondom de doelstellingen van het sociaal beleid en het reintegratiebeleid. De uitgangspunten daarin zijn helder verwoord. De geformuleerde doelstellingen zijn kwalitatief van aard en gericht op de manier waarop de problematiek wordt aangepakt. De doelstellingen in de beleidstukken zijn in beperkte mate Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch en Tijdgebonden (SMART) geformuleerd. Over het algemeen zijn de doelstellingen niet specifiek gericht op doelgroepen, maar juist vrij generiek gericht op de gehele populatie bijstandsgerechtigden. Het beleid is beperkt meetbaar, alleen op hoofdlijnen zijn voor de uitstroom naar werk doelstellingen geformuleerd, voor de rest ontbreekt het aan kwantitatieve doelen. De doelstellingen zijn wel acceptabel
1
Verwezen wordt daarbij naar de landelijke Commissie De Vries die pleit voor ontschotting van sociale zekerheidsbudgetten.
II
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
en realistisch te noemen. De beleidsdocumenten kennen allemaal een afgebakende looptijd, daarmee zijn de doelstellingen ook tijdgebonden. De raad wordt geïnformeerd over het re-integratiebeleid, maar alleen op hoofdlijnen. De informatie gaat vooral in op de te verwachten instroom, de aanpak en de financiële consequenties daarvan. Daarbij gaat veel aandacht uit naar de risico’s op het inkomensdeel van de Wwb. In de beleidstukken is slechts beperkt aandacht voor bestandsanalyse, doelgroepen en generatiewerkloosheid. Er wordt gekozen voor generiek beleid voor de hele doelgroep, met daarbinnen maatwerk voor het individu. Dit maatwerk wordt geleverd binnen de lokale projecten. Wel is er onderscheid tussen moeilijk en makkelijk bemiddelbare reintegratieklanten. Het begrip participatieladder wordt nergens in de beleidsstukken genoemd. De ideeën achter participatieladder worden wel gebruikt, maar de stappen die cliënten op deze ladder maken worden niet systematisch geregistreerd. Het team Werk geeft aan haar klantenbestand goed te kennen. Deze kennis is echter beperkt geborgd in systemen. Daarnaast is het team goed bekend met de vragen naar personeel uit de lokale arbeidsmarkt vanuit de nauwe banden die worden onderhouden met Parkmanagement Coevorden (PMC) en de Industriële Vereniging Coevorden (IVC). Deze kennis is echter niet vastgelegd in nota’s of beleidstukken.
2. Hoe groot is de gemeentelijke bijstand de instroom, doorstroom en uitstroom en hoe definitief is deze uitstroom? Het totaal aantal bijstandsgerechtigden is vanaf eind 2007 tot en met eind 2010 gestegen van 570 naar 680. In diezelfde periode lag de instroom in de Wwb tussen 200 en 300 per jaar. Het aantal personen dat uitstroomt jonger dan 65 jaar schommelt in deze periode tussen 185 en 270. Gemiddeld genomen stroomt daarvan 45%-50% uit naar regulier werk. Het jaar 2009 valt op doordat het een hoge instroom (ca.300) en een lage uitstroom (ca. 160) kent. Het aantal rere-integratietrajecten dat de gemeente uitvoert, is tussen 2007-2010 toegenomen van 310 naar 600 per jaar. Met name in 2007 en 2010 is er sprake van een forse instroom van meer dan 300 personen. Het aantal uitstromers schommelt tussen 200 en 250. Ook hier vormt 2009 een uitzondering met slechts 109 uitstromers. De slechte resultaten ten aanzien van in- en uitstroom in 2009 zijn voor een belangrijk deel te wijten aan de economische recessie. Hierdoor is er sprake van een forse daling van de werkgelegenheid, waardoor het vinden van een baan voor veel mensen moeilijk is geweest. In 2010 is de werkgelegenheid weer aangetrokken en stromen weer meer mensen uit de Wwb naar een reguliere baan. De doorstroom wordt gedefinieerd als het iedere stap vooruit die cliënten op de participatieladder als gevolg van nieuw aangeleerde vaardigheden maken. Het systeem van de gemeente Coevorden is nog niet zodanig ingericht dat hieruit informatie over de doorstroom kan worden gehaald. Daar wordt op dit moment wel aan gewerkt. Over terugval in de bijstand zijn alleen cijfers over 2007 en 2009 bekend. In 2007 valt minder dan 5% van de uitstromers binnen een jaar terug in de bijstand, in 2009 is dit met 22% aanmerkelijk hoger. Dat betekent dat in 2007 meer dan 95% van de uitstromers niet terugvalt in de bijstand; in 2009 is dat 78%.
III
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Binnen de gemeente Coevorden is wel sprake van een harde kern bijstandgerechtigden van circa 200-300 personen. Binnen deze groep zitten ook mensen die van generatie op generatie op generatie in de bijstand komen. Tabel 1 Overzicht stand, instroom en uitstroom bijstand en rere-integratie Overzicht Wwb Aantal personen in de bijstand (op 31-12) Instroom Uitstroom (<65 jaar)
2007 570
2008 545
200 185
200
2009 670 300
2010 680 230*)
160
270*)
46*) 29%
126*) 47% 2010 600 329 212
Uitstroom naar werk % uitstroom naar werk
95 51%
90 45%
Terugvallers re--integratietrajecten Overzicht re
< 5% 2007
2008
Aantal re-integratietrajecten Instroom*)
310 303
330 178
22% 2009 530 117
Uitstroom*)
242
204
109
Bron: Kernkaart Wwb, Ministerie SZW en *) gemeente Coevorden
Overige bevindingen ontwikkeling bijstand en aantal rere-integratietrajecten Vanaf het derde kwartaal 2007 tot aan het vierde kwartaal 2008 ligt het aantal Wwb-uitkeringen stabiel rond 550, waarvan ca. 115 langdurige uitkeringen. Onder invloed van de economische recessie loopt dit in 2009 en 2010 op tot ca. 700 in het eerste kwartaal van 2011; • De instroom in de Wwb was in 2009 dan ook aanzienlijk. Per 1 oktober 2009 is de Wet Investering in Jongeren (WIJ) in werking getreden. Sindsdien stromen veel mensen daar in. Blijkbaar zijn er in Coevorden veel mensen tot 27 jaar die een beroep doen op de bijstand; • In 2009 is de uitstroom kleiner dan de instroom. In 2010 is dit omgekeerd en is de uitstroom hoger ondanks de economische crisis en de hoge instroom ook in dat jaar; • Verdere bestandsanalyse is niet mogelijk aangezien Coevorden pas voor 2011 een nadere implementatie van de participatieladder en diagnosemethodiek op de planning heeft staan; • De gemeente administreert wel de resultaten per project als het gaat om de instroom en uitstroom; • De instroom in de Wwb was in 2009 veel lager dan begroot. De uitstroom daarentegen een stuk hoger. Waarschijnlijk is dit deels uitstroom van de Wwb naar de WIJ voor alle jongeren onder 27 jaar; • De gemeente Coevorden had voor 2010 110 WIJ uitkeringen en 561 Wwb uitkeringen begroot. Uiteindelijk was het aantal WIJ uitkeringen 108 en het aantal Wwb uitkeringen 552 en daarmee onder de begrote waarden; • De instroom in de WIJ lag met 121 fors boven de begroting (66). De uitstroom was conform de begroting; • De doelstelling voor 2010 was om 145 personen uit de Wwb te laten uitstromen. Het zijn er 273 geworden, waarmee deze doelstelling ruim is gehaald. Vooral de uitstroom naar werk ontwikkelde zich positief. •
IV
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
3. Welke uitgaven zijn er gedaan voor re-integratiebeleid
Uitvoering De gemeente Coevorden werkt in het kader van de uitvoering van de Wwb nauw samen met de gemeenten Emmen en Borger-Odoorn (BOCE). Het inkomensdeel van de Wwb wordt uitgevoerd door Emmen dat functioneert als gastheer voor de beide andere gemeenten (Fins gastheermodel). De intake van klanten die een uitkering aanvragen, gebeurt dan ook op het Werkplein Zuidoost-Drenthe. Consulenten van de gemeente Coevorden verzorgen daar meteen ter plekke de intake voor het werkdeel. Het werkdeel van de Wwb voert de gemeente Coevorden in eigen beheer uit. Tot 2009 werden er met name trajecten ingekocht bij commerciële re-integratiebureaus en andere aanbieders, al dan niet in gezamenlijkheid aanbesteed in BOCE-verband. Vanaf 2009 kiest Coevorden er bewust voor de re-integratie volledig in eigen beheer uit te voeren. Sinds 2009 staat De Bentheimer die deel uitmaakt van het Team Werk van de gemeente Coevorden centraal in de aanpak van de arbeidsre-integratie. Vanuit De Bentheimer stuurt een team van jobhunters, jobcoaches, projectcoaches, een coördinator en een accountmanager een aantal projecten aan waarin de re-integratieklanten worden ondergebracht. In totaal gaat het om 9,64 formatie-eenheden. De projecten van de Bentheimer zijn zeer divers; ze worden georganiseerd in en rondom Coevorden en bieden aan elke doelgroep mogelijkheden te re-integreren of te participeren. Er wordt overigens naar gestreefd de scheidslijnen tussen doelgroepen te laten vervagen en de menselijke maat naar voren te laten komen in de projecten. De achtergrond van klanten is daarbij niet zo relevant evenals het budget waaruit de re-integratie of participatie betaald wordt. Naast re-integratie en participatie probeert de Bentheimer met haar projecten sociaal-maatschappelijke meerwaarde te creëren zoals met het project Ellert en Brammert, Buurtconciërge en het Zwerfvuilproject. Specifieke trajecten rondom scholing of andere zorg worden nog wel extern ingekocht. Wel is de doelstelling om zoveel mogelijk van het aanbod van re-integratiediensten aan te bieden direct op locatie binnen het project. De samenwerking met andere partijen is vooral rondom de projecten georganiseerd. Er wordt daarbinnen samengewerkt met bijvoorbeeld: De Nieuwe Veste, Parkmanagement Coevorden, Stichting Welzijn 2000, de EMCO, Industriële Vereniging Coevorden en individuele instellingen en bedrijven. De klanten die instromen in de Bentheimer zijn opgenomen in het Stratech-systeem. Daarin worden de activiteiten per klant gevolgd. Op dit moment wordt deze informatie nog maar in beperkte mate gebruikt voor managementrapportages en monitoring. Nu duidelijk is dat Coevorden haar re-integratiebeleid in eigen beheer zal blijven uitvoeren en niet uitbesteedt aan Emmen zal de komende tijd ook zwaarder ingezet worden op het volgen van klanten en monitoring van de resultaten.
Budget en uitgaven Het financiële plaatje voor het re-integratiebeleid ziet er als volgt uit:
V
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Tabel 2 (2007--2010) Overzicht van budget en uitgaven werkdeel, inclusief loonkostensubsidie (2007
2007 2008 2009 2010*
Toegekend Toegekend Budget 2.617.930 2.873.700 3.406.080 2.567.180
Meegenomen van vorig jaar -241.820 -150.380 -75.930 -198.250
Ontvangsten 189.490 166.610 10.170 72.430
Beschikbaar budget 2.565.610 2.889.920 3.340.330 2.441.360
Uitgaven 2.715.990 2.965.850 3.538.570 2.950.590
Overschot/ Tekort -150.380 -75.930 -198.250 -509.230
* voorlopige cijfers Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kernkaart en gemeente Coevorden
Uit de gegevens blijkt dat met name in 2009 en 2010 een fors tekort is ontstaan op het re-integratiebudget. In 2010 is dit opgelopen tot 0,509 mln euro. Dit kan onder meer verklaard worden door de hogere instroom van bijstandsgerechtigden als gevolg van de economische crisis. De grootste overschrijdingen hebben plaatsgevonden in een aantal projecten van de Bentheimer. Team Werk geeft aan dat een aantal opbrengsten niet is in de boekhouding van 2010 is verwerkt. Zij heeft nog niet aangegeven welke dat zijn, maar waarschijnlijk zijn het derde geldstromen uit de projecten. Verder zijn er in 2010 veel eenmalige investeringen gedaan in kapitaalgoederen ten behoeve van de projecten (bijv. wasmachines). In totaal werd in 2010 11% van het totale re-integratiebudget besteed aan projectmanagement en exploitatiekosten. Onduidelijk is verder of de gemeente inmiddels andere budgetten gebruikt om de extra uitgaven op re-integratie en participatie te bekostigen. Wel mag worden geconcludeerd dat de financiële situatie zorgelijk is. Het tekort op het Rijksbudget over 2010 gaat ten koste van het re-integratiebudget voor 2011. Er is ook gekeken naar de financiële risico’s en verplichtingen die de gemeente aangaat met de huidige invulling van het re-integratiebeleid. Daarbij moet in ogenschouw worden genomen dat de gemeente dit risico steeds moet afwegen tegen het risico dat ze loopt op het inkomensdeel van de Wwb. Coevorden heeft er voor gekozen het budget voor het werkdeel van de Wwb volledig te benutten om zo tekorten op het inkomensdeel trachten te voorkomen. Bovendien is dit een voorwaarde van het Ministerie van Sociale Zaken om als gemeente een beroep te kunnen doen op een Incidenteel Aanvullende Uitkering (IAU) op het inkomensdeel. Op het werkdeel probeert het Team Werk de financiële risico’s en verplichtingen zoveel mogelijk te beperken door: flexibele huur van gebouw De Bentheimer, geen langlopend huurcontract; • zo veel mogelijk tijdelijke contracten voor het personeel van het team van de Bentheimer; • bedrijfsmatige risico’s worden gedragen door partners in het project of zijn overzienbaar; • projecten kunnen worden opgeheven of juist worden opgestart om zo flexibel in te kunnen spelen op dynamiek in de instroom van bijstandsgerechtigden of nieuw beleid (bezuinigingen) van de rijksoverheid. •
Conclusie ten aanzien van uitvoering Tijdens het evaluatieonderzoek is zowel ambtelijk als bestuurlijk veel enthousiasme aangetroffen over het huidige functioneren van De Bentheimer en de projecten die hieronder draaien. Ook externe partijen als het georganiseerde bedrijfsleven zijn enthousiast over de actieve rol die de gemeente bij de re-integratie speelt. Het gemeentelijke
VI
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
schaalniveau waarop de projecten plaatsvinden en de maatschappelijke meerwaarde die geleverd wordt, spreken veel mensen aan. Het team Werk is er zelf van overtuigd dat re-integratie zowel doeltreffender als doelmatiger verloopt sinds zij de re-integratie zelf uitvoert. Op dit moment is er echter te weinig cijfermateriaal voorhanden waarmee deze stelling volledig kan worden onderbouwd. De financiële macrocijfers laten zien dat de totale uitgaven voor re-integratie in 2009 en 2010 flink omhoog gegaan zijn, waardoor het tekort op het re-integratiebudget is opgelopen. De kosten per traject zijn wel gedaald.
4. In hoeverre is het beleid aanpasbaar aan wisselingen in de marktomstandigheden en in hoeverre is het beleid daarop daadwerkelijk aangepast? De gemeente Coevorden moet steeds een afweging maken tussen de financiële risico’s die de gemeente loopt op het inkomensdeel en de financiële risico’s die zij loopt op het werkdeel van de Wwb. Coevorden kiest er voor om het beschikbare budget voor het werkdeel steeds maximaal in te zetten om zodoende het maximale te doen om mensen terug te leiden naar werk en daarmee het financiële risico op overschrijdingen in het inkomensdeel te verkleinen. Ook is het een voorwaarde van het Rijk om als gemeenten voor Incidenteel Aanvullende Uitkering op het inkomensdeel in aanmerking te komen. De belangrijkste wisselingen in marktomstandigheden en daarmee risico’s worden gevormd door: • hogere of lagere instroom in re-integratie dan begroot in relatie tot een mogelijke inflexibiteit in de organisatie; • verlaging van het beschikbare rijksbudget voor re-integratie. Hogere of lagere instroom De economische crisis heeft aantoonbaar geleid tot een hogere instroom in de re-integratie in 2009 en 2010. In 2009 was er door de crisis bovendien sprake van een moeizame uitstroom. Dit heeft geleid tot een flinke groei in het aantal re-integratietrajecten. Anderzijds kan bij hoogconjunctuur het aantal re-integratietrajecten flink teruglopen. De gemeente anticipeert daar in zoverre op dat zij in dat geval meer aandacht besteedt aan de makkelijk bemiddelbare werkzoekenden en er minder aandacht uitgaat naar de moeilijke klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In tijden van hoogconjunctuur, als het Wwb-bestand weer wat afneemt, wordt vanuit het re-integratiebudget weer meer ingezet op de moeilijk bemiddelbaren. In de 2010 is de uitstroom uit de Wwb in Coevorden flink hoger dan begroot, ondanks de nog altijd moeilijke arbeidsmarkt. Op basis hiervan mag de voorzichtige conclusie worden getrokken dat Coevorden met haar reintegratiebeleid goed heeft ingespeeld op de recessie. Vanaf 2009 is de gemeente de re-integratie tevens in eigen beheer gaan uitvoeren. Ze heeft daarvoor in 2010 een flink aantal investeringen gedaan en personeel aangetrokken die de re-integratieprojecten uitvoeren en cliënten begeleiden. Hierdoor bestaat het risico dat wanneer het aantal re-integratietrajecten terugloopt er overcapaciteit dreigt. Team Werk heeft aangeven dit risico zoveel mogelijk te willen beperken door: • personeel zo flexibel mogelijk in te huren (jaarcontracten en detacheringen); • de huurverplichting van het gebouw De Bentheimer voor slechts voor één jaar aan te gaan; er is geen langlopende huurverplichting;
VII
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
•
de aangeschafte kapitaalgoederen die binnen projecten worden gebruikt verwacht men te kunnen worden doorverkopen of terugverkopen als een project wordt beëindigd.
Verlaging rere-integrat integratiebudget Rijksoverheid De Rijksoverheid beziet of er niet bezuinigd kan worden op de uitgaven. Uiteraard wordt dan ook gekeken naar zowel het inkomensdeel als het werkdeel van de Wwb. Het kabinet Rutte heeft voor 2012 flinke bezuinigingen aangekondigd. Daarnaast zal ook de Wet Werken naar Vermogen ingevoerd gaan worden. Coevorden lijkt hierop goed voorbereid. Zij heeft de uitvoering van het werkdeel zo flexibel mogelijk ingevuld. Doordat ze al bezig is met het ontschotten van alle budgetten voor arbeidsdeelname, re-integratie en arbeidsparticipatie loopt ze feitelijk al op de nieuwe wet vooruit. Ook de nauwe samenwerking met het lokale bedrijfsleven past goed binnen dit denken. Wel is er in 2010 nog een flinke overschrijding geweest op het beschikbare budget.
5. In hoeverre is het beleid doeltreffend en doelmatig? Er is gekeken naar zowel doeltreffendheid als doelmatigheid van het re-integratiebeleid. Om een en ander in perspectief te plaatsen zijn ook de achtergronden van dat beleid in beeld gebracht en zijn de resultaten van Coevorden daar waar mogelijk vergeleken met de resultaten in: Emmen, Hardenberg, Hoogeveen en Meppel. Achtergronden en externe factoren • Voldoende werkgelegenheid is voor mensen met een uitkering een voorwaarde om te kunnen uitstromen. Coevorden kent een redelijke groei van het aantal banen. Tussen 2006-2010 nam de werkgelegenheid met 4,5% toe. Door de economische crisis was er tussen 2008-2010 sprake van een daling van de werkgelegenheid met 1,9%. Coevorden bezet hiermee in de benchmark een middenpositie; • De Ww is verantwoordelijk voor de grootste instroom in de bijstand. Het aantal Ww’ers is tussen 2004 en 2008 flink gedaald. Door de economische crisis is de werkloosheid in 2009-2010 weer flink toegenomen. In Coevorden valt dit echter mee in vergelijking met de referentiegemeenten; • Het aantal Wwb uitkeringen is in Coevorden flink toegenomen vanaf het eerste kwartaal 2009, na eerder tussen 2006-2008 te zijn gedaald. De aanwas van het aantal Wwb uitkeringen is in Coevorden hoger dan in de referentiegemeenten; • Als het aantal Wwb uitkeringen wordt gerelateerd aan het aantal inwoners tussen 20-65 jaar dan doet 3,1% van die groep een beroep op een uitkering. Daarmee doet Coevorden het beter dan Emmen, maar slechter dan Meppel en Hardenberg. • Het aantal instromers op het totale Wwb-bestand beslaat in Coevorden in 2009 43%. Daarmee doet alleen Meppel het beter (38%). De overige gemeenten hebben een hoger instroompercentage. Resultaten doeltreffendheid Bij de doeltreffendheid moet onderscheid worden gemaakt tussen kwalitatieve doelen en kwantitatieve doelen. Kwalitatieve doelen Belangrijke kwalitatieve doelen van het Coevorder re-integratiebeleid zijn: • maatschappelijke participatie: inwoners die aangewezen zijn op een uitkering worden verzocht niet stil te zitten, maar actief mee te doen en alles in het werk te stellen in het eigen onderhoud te voorzien (Work First);
VIII
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
• • •
•
Het terugbrengen van de menselijke maat door de diverse infrastructuren voor dagbesteding, integratie, reintegratie, onderwijs en sociale werkgelegenheid samen te brengen; Ontschotten van de beschikbare sociale zekerheidsbudgetten; Coevorden wil re-integratie en participatie zo dicht bij mogelijk, liefst in de eigen gemeente organiseren. Daarbij wil zij gebruik maken van de initiatieven en voorzieningen die zijn opgezet in het kader van of door de “Couleur Locale”. Creëren van maatschappelijk meerwaarde met projecten om zodoende naast de uitstroom van uitkeringsgerechtigden het maatschappelijk draagvlak onder burgers en bedrijven te verhogen.
De gemeente Coevorden voert in 2010 600 re-integratietrajecten uit op 680 personen in de bijstand, ofwel gemiddeld krijgt 90% van de Wwb-klanten een re-integratietraject aangeboden. De re-integratie wordt lokaal opgepakt vanuit de Bentheimer. Van daaruit worden in Coevorden en omstreken projecten uitgevoerd. Een aantal daarvan heeft buiten het re-integratiedoel een duidelijke maatschappelijk meerwaarde. De conclusie is dan ook gerechtvaardigd dat de gemeente Coevorden haar kwalitatieve doelen heeft bereikt en op dat vlak doeltreffend is. De Wet WIJ die vanaf 2009 is ingevoerd, zet in op het tegengaan van jeugdwerkloosheid en daarmee het doorbreken van de generatiewerkloosheid. Vanuit de Wet WIJ zijn personen bij de aanvraag van inkomensondersteuning verplicht ofwel een leertraject te volgen en via scholing een startkwalificatie te halen danwel werk te accepteren. Ook een combinatie van leren en werken is mogelijk. Met de Wet Wij heeft de gemeente daarmee een instrument in handen om de groep bijstandgerechtigden jonger dan 27 jaar te verkleinen. Kwantitatieve doelen De gemeente Coevorden heeft als kwantitatieve streefwaarden voor 2010 benoemd dat er 561 personen in de Wwb zouden mogen zitten en 110 in de WIJ. Uiteindelijk waren er 552 personen geregistreerd in de Wwb en 108 in de WIJ. De streefwaarden zijn daarmee gehaald. Er zijn geen prestatiedoelen afgesproken als het gaat om de totale uitstroom, de mate van duurzame uitstroom of het aantal treden dat personen moeten stijgen op de participatieladder. Doordat dit soort kwantitatieve doelen ontbreken kan er ook niet aan worden getoetst. Op basis van de benchmark met andere gemeenten op basis van de Wwb kernkaart kunnen de volgende constateringen worden gedaan: •
•
•
•
Het aantal uitgevoerde re-integratietrajecten is in de eerste helft van 2010 flink toegenomen ten opzichte van vorige jaren. Een deel van de verklaring zit in het feit dat er een groot WIJ/Wwb bestand is als gevolg van de crisis. Daarbij is de gemeente verplicht personen die in de WIJ zitten een leer- of werktraject aan te bieden. Veel daarvan kiezen voor een werktraject; Bovendien past dit bij de Work First aanpak. In 2009 zijn er 160 uitstromers, dit is 19% van het totale Wwb-bestand. Daarmee presteert Coevorden het minst goed van alle referentiegemeenten. Wel moet opgemerkt worden dat in 2010 de uitstroom fors is toegenomen naar 273. Er zijn echter nog geen vergelijkbare cijfers voorhanden voor de referentiegemeenten. Uitstroom naar werk is een graadmeter voor de duurzaamheid van de uitstroom. Van de totale uitstroom, stroomt tussen 2004 en 2008 gemiddeld 40-60% uit naar werk. In 2009 zat het percentage met 29% daar flink onder en daarmee op een ondergrens. Volgens de definitie van de Kernkaart Wwb van het Ministerie van Sociale Zaken is er sprake van terugval als iemand binnen 12 maanden na het moment van uitstroom wederom een bijstandsuitkering heeft aangevraagd. In dat geval is derhalve sprake van een terugvalsituatie of draaideurcliënt. In Coevorden viel in 2009 22% van de
IX
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
mensen terug in de bijstand na in de 12 maanden daarvoor te zijn uitgestroomd. Dit is hoog in vergelijking met de jaren daarvoor, maar relatief laag in vergelijking tot de referentiegemeenten. Over de hele linie beschouwd, is Coevorden op de kwantitatieve doelen op het gebied van re-integratie niet meer of minder doeltreffend dan de referentiegemeenten. Over het algemeen bekleedt de gemeente een middenpositie. Resultaten doelmatigheid De doelmatigheid van het beleid kan worden onderzocht door de totale kosten voor re-integratie om te slaan over het totaal aantal trajecten, het aantal uitstromers en de duurzame uitstromers. Op deze manier kunnen de kosten per uitstromer of traject worden berekend. Bij de kosten per traject kan Coevorden worden vergeleken met de referentiegemeenten. •
•
Als wordt gekeken naar de kosten van de uitstroom dan bedragen de kosten voor re-integratie per uitstromer over de periode 2004-2010 gemiddeld tussen 10.000 en 15.000 euro per jaar. Opvallend is dat in 2009 de kosten met 22.000 euro per uitstromer veel hoger waren. In 2010 zijn de kosten met 12.000 euro per uitstromer weer conform het gemiddelde. Gegevens van referentiegemeenten zijn helaas hier niet beschikbaar. In 2007 lagen de kosten per re-integratietraject met € 8.750 het hoogste in Coevorden. De kosten per traject zijn sindsdien gedaald tot € 4.320 per traject. In 2009 kostte een traject 6.680 euro. Daarmee zit Coevorden in 2010 in de middenmoot in vergelijking met de referentiegemeenten.
De gemeente Coevorden kiest ervoor het budget voor re-integratie volledig te benutten. In 2009 en 2010 is er echter sprake geweest van flinke overschrijdingen. Voor die uitgaven zijn ook wel meer re-integratietrajecten uitgevoerd. In termen van kosten per traject was Coevorden in 2007 en 2008 minder doelmatig dan de referentiegemeenten. In 2009 en 2010 is de doelmatigheid in Coevorden verbeterd. Conclusie doeltreffendheid en doelmatigheid Door de economische crisis is in Coevorden de werkgelegenheid gedaald en de werkloosheid gestegen. Ook de referentiegemeenten hebben hier mee te kampen gehad. Coevorden bekleedt ten opzichte van de referentiegemeenten qua werkgelegenheidsdaling en stijging van de werkloosheid een middenpositie. Deze ontwikkeling heeft in Coevorden geleid tot een toename van het aantal Wwb-aanvragen. Met name in de Wet WIJ (<27 jaar) is er sprake van een flinke instroom. Het aantal Wwb-ers beslaat begin 2011 700 personen ofwel een groei van 23% ten opzichte van begin 2008, Het aantal re-integratietrajecten is in de eerste helft van 2010 hoger dan ooit. In 2009 was het moeilijk mensen uit te laten stromen uit de Wwb, er stroomden 190 personen uit de bijstand, in 2010 ging dit aanmerkelijk beter en stroomden er 273 personen uit. Hetgeen veel hoger was dan de taakstelling van 145 personen. De kosten per uitstromer bedroegen in 2009 € 22.000 euro hetgeen in vergelijking met voorgaande jaren erg hoog was. In 2010 bedragen de kosten per uitstromer € 11.000 euro. Daarmee zijn de kosten weer op het normale niveau beland.
X
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
6. Hoofdconclusie Op basis van het onderzoek kunnen de volgende hoofdconclusies worden getrokken: 1. De gemeente Coevorden geeft zeer actief uitvoering aan haar re-integratiebeleid door het aansturen en zelfstandig uitvoeren van tal van projecten waarin trajecten worden aangeboden die zijn toegesneden op de vraag van de cliënten. Ongeveer 90% van de bijstandsgerechtigden is actief in een re-integratietraject. Daarmee wordt goed invulling gegeven aan het uitgangspunt van maatschappelijke participatie. In dat kader wordt het door het Rijk ter beschikking gestelde re-integratiebudget dan ook (meer dan) volledig benut; 2. De Wet WIJ stelt de gemeente Coevorden in staat het aantal jonge bijstandsgerechtigden terug te dringen en generatiewerkloosheid aan te pakken. Personen jonger dan 27 jaar die bijstand aanvragen zijn verplicht een leer- of werktraject dan wel een leer-werktraject te volgen; 3. Met haar aanpak waarin de budgetten voor re-ïntegratie zijn ontschot speelt Coevorden goed in op de Wet Werken naar Vermogen die naar verwachting in 2012 zal worden ingevoerd ter vervanging van de Wwb; 4. De gemeente Coevorden speelt goed in op de ontwikkelingen op de lokale arbeidsmarkt door een nauwe samenwerking met het lokale bedrijfsleven (Parkmanagement Coevorden en Industrievereniging Coevorden); 5. De doelmatigheid, in termen van kosten per traject, is sterk verbeterd tussen 2007 en 2010 en is in 2009 ongeveer gelijk aan die in de referentiegemeenten. 6. Het re-integratiebeleid in Coevorden is doeltreffend. De realistische doelstellingen voor de uitstroom (145 uitstromers) zijn met 270 uitstromers in 2010 gehaald; 7. De gemeente Coevorden beschikt nog niet over een systematiek voor diagnose waarbij cliënten worden ingeschaald op de participatieladder en waarna de vorderingen van de cliënten worden gemonitord; 8. Het ontbrak tot maart 2011 aan uitgebreide managementinformatie; 9. In 2009 en 2010 is er sprake van een forse overschrijding van het Rijksbudget; 10. De kwalitatieve resultaten van het re-integratiebeleid worden gecommuniceerd en zichtbaar gemaakt, de kwantitatieve successen niet.
XI
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
6. Aanbevelingen Naar aanleiding van de onderzoeksresultaten formuleert de rekenkamercommissie de volgende aanbevelingen aan de Gemeenteraad en aan het College van B&W. Aanbevelingen aan de Raad: 1.
2.
3.
De Raad moet in zijn reguliere P&C cyclus laten opnemen dat hij zich laat informeren over de instroom, doorstroom en uitstroom in de re-integratie, het aantal trajecten, het terugvalpercentage en de uitgaven aan re-integratie in relatie tot het budget. De Raad moet aansluitend op basis van deze informatie, samen met het College van B&W, kwantitatieve doelen vaststellen voor het re-integratiebeleid. De Raad moet zich uitspreken over de hoogte van het tekort op het Rijksbudget voor re-integratie. Moet dit tekort worden teruggebracht en zo ja hoe? Dit kan bijvoorbeeld via verhoging van de inkomsten uit derde geldstromen of door het verlagen van de kosten. Draag het College van B&W op de Gemeenteraad te informeren over de Wet Werken naar Vermogen en de implicaties hiervan voor het gemeentelijke re-integratiebeleid binnen 3 maanden na het van kracht worden van deze wet.
Aanbevelingen voor het College van B&W: 1. Maak het re-integratiebeleid beter meetbaar en stuurbaar door naast kwalitatieve doelen ook meer kwantitatieve doelen te formuleren. 2. Voer een diagnosesystematiek in op basis waarvan cliënten kunnen worden ingeschaald op de participatieladder, monitor aansluitend de vooruitgang van de cliënten op deze participatieladder en analyseer het cliëntenbestand op basis van deze diagnosesystematiek en dit monitoringsysteem. 3. Schep binnen een half jaar duidelijkheid over de definitieve juridische en organisatorische status van De Bentheimer waarbij de keuze ligt tussen enerzijds het verzelfstandigen c.q. uitplaatsen van de Bentheimer of anderzijds het behouden van de Bentheimer als gemeentelijke afdeling. Wanneer de Bentheimer een gemeentelijke afdeling blijft, zorg dan voor een duidelijke, separate administratie van deze afdeling.
XII
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Bestuurlijk wederhoor door college van B&W [Besloten door het college van B&W op 4 oktober 2011; integraal overgenomen:]
Postadres: Postbus 2 7740 AA Coevorden
Aan:
Tel. 0524-598598 Fax 0524-598555 E-mail:
[email protected]
De voorzitter van de rekenkamercommissie gemeente Coevorden
Website: www.coevorden.nl
Uw brief Burgerservicenr. Afdeling Behandeld door Kenmerk Bijlage(n) Coevorden Onderwerp
: : : : drs. J.C.W. Beukert, tel. (0524) 598657 : : : 30 september 2011 : bestuurlijk wederhoor rapport re-integratiebeleid
verz.:
Geachte voorzitter, Hierbij treft u aan onze reactie op de aanbevelingen van uw rapport re-integratiebeleid. Onze reactie is allereerst algemeen; daarna zal worden ingegaan op de aanbevelingen. Algemeen Het stemt ons tevreden dat ook u op basis van uw bevindingen tot de conclusie komt dat de gemeente Coevorden op een zeer actieve wijze uitvoering en invulling geeft aan haar re-integratiebeleid. Het steunt ons in de pro-actieve wijze waarop wij met dit taakonderdeel omgaan. Normaliter zou de conclusie op basis van zo’n rapport zijn: “vooral doorgaan zo”; echter zoals ook u bekend zal de regelgeving op dit onderdeel (Wet Werken naar Vermogen) fundamenteel worden gewijzigd. Ook de budgetten zullen fors dalen. Ondanks de succesvolle manier waarop wij nu invulling geven aan ons re-integratie beleid zal onze aanpak daarmee ingrijpend moeten worden aangepast. Op dit moment zit Coevorden in een transitie-fase naar deze nieuwe wetgeving. Dit heeft ook consequenties ten aanzien van uw aanbevelingen.
XIII
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Aanbeveling 1 (voor de gemeenteraad) De raad moet in zijn reguliere P&C cyclus laten opnemen dat hij zich laat informeren over de instroom, doorstroom en uitstroom in de re-integratie, het aantal trajecten, het terugvalpercentage en de uitgaven aan re-integratie in relatie tot het budget. De Raad moet aansluitend op op basis van deze informatie, samen met het college van b en w, kwantitatieve doelen vaststellen voor het re-integratiebeleid. Reactie college: Deze aanbeveling is gericht aan de gemeenteraad. Het college heeft overigens toegezegd dat ook buiten de reguliere p en c cyclus informatie terzake zal worden verstrekt. Bovendien zal de raad om een mening worden gevraagd.
Aanbeveling 2 (voor de gemeenteraad) De raad moet zich uitspreken over de hoogte van het tekort op het rijksbudget voor re-integratie. Moet dit tekort worden teruggebracht en zo ja hoe? Dit kan bijvoorbeeld via verhoging van de inkomsten uit derde geldstromen of door het verlagen van de kosten Reactie college: Deze aanbeveling is gericht aan de gemeenteraad.
Aanbeveling 3 (voor de gemeenteraad) Draag het college van b en w op de gemeenteraad te informeren over de Wet Werken naar Vermogen en de impicaties hiervan voor het gemeentelijke re-integratiebeleid binnen 3 maanden na het van kracht worden van deze wet. Reactie college: Hoewel deze aanbeveling in principe aan de gemeenteraad is gericht kunnen wij als college instemmen met deze aanbeveling; als vanzelfsprekend zullen wij de gemeenteraad over de omvang en implicaties van deze nieuwe wet informeren. Op dit moment zijn de consequenties nog niet in de volle omvang bekend.
Aanbeveling 1 (voor het college van van b en w): Maak het re-integratiebeleid beter meetbaar en stuurbaar door naast kwalitatieve doelen ook meer kwantitatieve doelen te formuleren Reactie college: deze aanbeveling wordt overgenomen; inmiddels zijn acties opgestart om de door u geconstateerde tekortkomingen te verbeteren.
XIV
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Aanbeveling 2 (voor het college van b en w): Voer een diagnosesystematiek in op basis waarvan clienten kunnen worden ingeschaald op de participatieladder, monitor aansluitend de voortgang van de clienten op deze participatieladder en analyseer het clientenbestand op basis van deze diagnosesystematiek en dit monitoringsysteem. Reactie college: deze aanbeveling wordt vooralsnog niet overgenomen; zoals reeds in de algemene inleiding aan u is toegelicht verkeerd de regelgeving rondom re-integratiebeleid op dit moment in een zgn. transitiefase naar de nieuwe Wet Werken naar Vermogen. De consequenties van deze wet zijn fors en omvangrijk en op onderdelen nog onduidelijk. De verwachting is dat de nieuwe wet zich veel meer zal gaan richten op de verdiencapaciteit van personen in plaats van op de participatieladder. Mocht na het bekend worden van de definitieve wettekst van de Wwnv blijken dat de participatieladder alsnog een toegevoegde waarde heeft, dan zal zeker in overweging worden genomen deze alsnog in te voeren.
Aanbeveling 3 (voor het college van b en w): Schep binnen een half jaar duidelijkheid over de definitieve juridische en organisatorische status van De Bentheimer waarbij de keuze ligt tussen enerzijds het verzelfstandigen c.q. uitplaatsen van De Bentheimer of anderzijds het behouden van de Bentheimer als gemeentelijke afdeling. Wanneer de Bentheimer een gemeentelijke afdeling blijft, zorg dan voor een duidelijke, separate administratie van deze afdeling. Reactie college: deze aanbeveling wordt overgenomen. Een voorstel terzake is in een afrondende fase en zal zeer binnenkort aan de gemeenteraad worden voorgelegd. Ook hierin worden de keuzes die hierin worden gemaakt “gekleurd” door de op stapel staande wettelijke veranderingen (Wet Werken naar Vermogen).
Hoogachtend, namens het college van burgemeester en wethouders van Coevorden, de secretaris de burgemeester
M.N.J. Broers
B.J. Bouwmeester
XV
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
Nawoord Rekenkamercommissie Coevorden De Rekenkamercommissie Coevorden is tevreden dat het college van Burgemeester en Wethouders zich in dit rapport herkent en dat het de aanbevelingen overneemt. Bij drie reacties op aanbevelingen heeft de rekenkamercommissie een opmerking. Ten eerste, bij Aanbeveling 1 aan het college, meldt het college in zijn reactie dat het inmiddels acties heeft opgestart om de tekortkomingen te verbeteren. De rekenkamercommissie verzoekt het college om de raad te informeren over de uitkomsten van deze acties. Ten tweede, bij Aanbeveling 2 aan het college: De rekenkamercommissie leest in deze reactie dat het college zich sterk afvraagt, of na invoering van de Wet werken naar vermogen (Wwnv) de participatieladder nog wel toegevoegde waarde heeft en dat dus eerst hierover helderheid moet komen. De rekenkamercommissie noemt in deze aanbeveling echter de participatieladder slechts als middel voor het doel van een eenvoudige systematiek voor diagnose en voortgangsmeting. Als blijkt dat de Wwnv het huidige centrale meetinstrument - de participatieladder - inruilt voor verdiencapaciteit, dan blijft het doel van een systematiek voor diagnose en voortgangsmeting staan. Het zou logisch zijn om in dat geval de verdiencapaciteit als meetinstrument voor diagnose en voortgangsmeting te gebruiken. Ten derde, bij Aanbeveling 3 aan het college: voor zover op het moment van behandeling van dit rapport in de Politieke Markt Coevorden dit voorstel nog niet verschenen is, adviseren wij de raad om het college om een concrete termijn te vragen.
XVI
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Bestuurlijk rapport
XVII
Hoofdstuk
Inleiding
1
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Inleiding
1. Inleiding 1.1 Aanleiding Met de komst van de Wet Werk en Bijstand (Wwb), die op 1 januari 2004 van kracht is geworden, hebben gemeenten meer vrijheid gekregen voor de invulling van het eigen bijstands- en re-integratiebeleid. Tegelijkertijd dragen ze hiervoor de financiële verantwoordelijkheid. Het centrale idee bij deze opzet is dat gemeenten zo worden geprikkeld om het volume aan bijstandsgerechtigden terug te dringen. Dit dient te gebeuren door een pakket aan instroombeperkende en uitstroombevorderende maatregelen en door een strakke handhaving van de regels. Tevens bevat de wet een aantal waarborgen voor de positie van de cliënt. In de loop der tijd zijn er vanuit het Rijk aanpassingen doorgevoerd en hebben gemeenten, mede door de opgedane ervaringen, hun werkwijzen veranderd. Verder speelt er het voornemen van het Rijk om ingrijpende veranderingen door te voeren, door de regelingen voor de onderkant van de arbeidsmarkt (Wwb, Wajong, Wsw) samen te voegen tot de nieuwe Wet werken naar vermogen. Een aantal specifieke ontwikkelingen op het gebied van re-integratie is voor de Rekenkamercommissie Coevorden (kortweg: Rekenkamercommissie) aanleiding geweest om het re-integratiebeleid tegen het licht te houden. Ten eerste heeft de economische crisis ook de gemeente Coevorden getroffen. Hierdoor moet de gemeente hard bezuinigen en staan alle gemeentelijke uitgaven onder druk, dus ook die voor het re-integratiebeleid. Bovendien is de instroom in de algemene bijstand gestegen. Ten tweede kent Coevorden, los van deze ontwikkelingen, van oudsher een zwakke sociaal-economische structuur, met een relatief hoge werkloosheid en deels een cultuur van werkloosheid die van generatie op generatie wordt overgedragen. Om deze zichzelf voortstuwende ontwikkeling tegen te gaan, is uitstroom uit de Wwb van groot belang. De rekenkamercommissie van Coevorden wil om deze redenen graag inzicht krijgen in de wijze waarop het reintegratiebeleid in de gemeente Coevorden is vormgegeven en verder wordt ontwikkeld. Daarnaast wil zij inzicht krijgen in doelmatigheid en doeltreffendheid van de uitvoering van het beleid in de praktijk.
1.2 Onderzoeksvragen Als centrale onderzoeksvraag heeft de Rekenkamercommissie geformuleerd: ‘In hoeverre voert de gemeente Coevorden haar re-integratiebeleid doelmatig uit?’
1
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Inleiding
Deze vraag heeft de Rekenkamercommissie uitgewerkt in een aantal deelvragen: 1. Wat is het re-integratiebeleid? 2. Hoe groot is bij de gemeentelijke bijstand de instroom, doorstroom en uitstroom en hoe definitief is deze uitstroom? 3. Welke uitgaven zijn hiervoor gedaan? 4. In hoeverre is het beleid aanpasbaar aan wisselingen in de marktomstandigheden en in hoeverre is het beleid daarop daadwerkelijk aangepast? 5. In hoeverre is het beleid doeltreffend en doelmatig? De onderzoeksperiode beslaat de periode 1 januari 2007 tot heden, waarin mogelijk verschillende middelen met verschillende intensiteit zijn ingezet.
1.3 Onderzoeksaanpak De uitvoering van het onderzoek bestond uit twee onderdelen: deskresearch en interviews. Hieronder worden deze onderdelen nader toegelicht. Deskresearch Om een beeld te krijgen van het (voorgenomen) beleid van de gemeente Coevorden zijn in eerste instantie de relevante documenten bestudeerd. Het gaat onder meer om het collegeprogramma, beleidsnota’s, verordeningen, managementrapportages, diverse evaluaties, aanbestedingen en raadsmededelingen. Verder is een aantal statistische bronnen bestudeerd. Dit geeft een beeld van de arbeidsmarktsituatie en -ontwikkeling in Coevorden rondom de kernthema’s beroepsbevolking, werkgelegenheid, werkloosheid en de Wwb-populatie. Deze externe factoren zijn van belang bij de interpretatie van de geconstateerde ontwikkeling van het bijstandsvolume in Coevorden. Daarnaast is een vergelijking op hoofdlijnen gemaakt met een aantal referentiegemeenten. Een lijst met geraadpleegde stukken is opgenomen in de bijlagen. DiepteDiepte-interviews In de eerste plaats zijn gesprekken gevoerd met medewerkers, bestuurders en betrokkenen van de gemeente Coevorden. Deze gesprekken dienden om een beeld te krijgen van de inhoud van het beleid, het uitvoeringsproces en de wijze waarop de informatiehuishouding en -voorziening is ingericht. In gesprekken met externe partijen is het verkregen beeld verder getoetst. Een lijst met gesprekspartners is opgenomen in de bijlagen.
2
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Inleiding
1.4 Leeswijzer In de hoofdstukken 2, 3 en 4 wordt achtereenvolgend ingegaan op de beleidsontwikkeling, de uitvoering van het reintegratiebeleid en op de bereikte resultaten. Deze hoofdstukken worden afgesloten met een paragraaf waarin de onderzoeksvragen worden beantwoord aan de hand van het normenkader en de daarin opgenomen toetsingscriteria. Dit normenkader is opgenomen in de bijlagen. Of een norm wordt gehaald, is uitgedrukt door middel van de symbolen ++ helemaal gehaald, + gehaald, +/- deels gehaald en – niet gehaald, -- helemaal niet gehaald. In het afsluitende hoofdstuk 5 zijn de conclusies en aanbevelingen opgenomen.
3
2
Hoofdstuk
Beleidsontwikkeling
4
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
2. Beleidsontwikkeling 2.1 Inleiding Voor de gemeente Coevorden was 2004 een overgangsjaar, waarin de implementatie van de Wwb is voorbereid. In de periode 2004 tot nu is het re-integratiebeleid verder vormgegeven. Voor het geformuleerde beleid rond re-integratie zijn voor wat betreft de onderzoeksperiode (2007-2011) met name van belang: • verordeningen Wwb, WIJ; • beleidsplan Werk en Inkomen 2007-2010; • hoofdlijnennotitie uitvoering Integraal Sociaal Beleid Coevorden (september 2009) en de Kadernotitie waarin wordt aangegeven hoe Coevorden de lokale regie op het gebied van participatie en toeleiding tot de arbeidsmarkt voor Wwb-ers en Wsw-ers wil invullen; • notitie Couleur Locale, 2009 die ingaat op de inzet op lokale, kleinschalige projecten (maatwerk).
2.2 Wat er vooraf ging: periode 2002-2006 Beleidsprogramma 2002 2002-2006 2006 In het Beleidsprogramma 2002-2006 (dus vastgesteld vóór de invoering van de Wwb) wordt als relevante doelstelling voor re-integratie geformuleerd dat het accent zal liggen op meer mensen aan het werk en minder mensen aan de kant. Als betaald werk (nog) niet tot de mogelijkheden behoort, is men op sociale activering (onder andere vrijwilligerswerk) aangewezen. Als activiteiten om deze doelen te bereiken worden benoemd: • het voeren van een actief uitstroombeleid door gebruikmaking van ingekochte scholings- of re-integratietrajecten, gesubsidieerde arbeid en premieregelingen; • het ontwikkelen van sociale activeringsprojecten. In dit programma wordt de samenhang met economische ontwikkeling benadrukt als het gaat om werk en met cultuur en sport als het gaat om activering en vrijwilligerswerk. Verder wordt gesteld dat de uitvoering zich binnen de bestaande budgetten zal afspelen. In de beleidsplancyclus nemen de meerjarenprogramma’s een belangrijke plaats in. Ze spelen een grote rol bij de kaderstelling door de gemeenteraad.
5
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
2.3 Beleidsstukken 2007-2011 In deze paragraaf worden chronologische volgorde de bestuurlijke stukken en beleidsdocumenten die betrekking hebben op de re-integratie kort uitgewerkt. Bestuursprogramma 20062006-2010 In het vierjarenprogramma (Coevorden werkt, bestuursprogramma 2006-2010) was de doelstelling voor wat betreft het re-integratiebeleid geformuleerd als het vergroten van de maatschappelijke participatie van inwoners die zijn aangewezen op een uitkering. Zij werden, niet vrijblijvend, gevraagd actief mee te doen en zich maximaal in spannen om door betaald werk in het eigen onderhoud te voorzien. De activiteiten die hiervoor zouden worden ondernomen zijn geherformuleerd als: • uitkeringsgerechtigden met een grote afstand tot de arbeidsmarkt worden via scholings- en activeringstrajecten gemotiveerd en in staat gesteld weer betaald of gesubsidieerd werk te vinden; • uitkeringsgerechtigden voor wie deze trajecten (tijdelijk) een stap te ver is, worden betrokken bij maatschappelijke participatietrajecten in bijvoorbeeld de zorg of de sport. Beleidsplan Beleidsplan Werk en Inkomen 20072007-2010 In 2007 werd de organisatie van de uitvoering van het re-integratiebeleid in het Beleidsplan Werk en Inkomen 20072010 als volgt voorgesteld. De gemeenten Emmen en Coevorden, het CWI en het UWV gaan in toenemende mate samenwerken in de keten van werk en inkomen. De verwachting werd uitgesproken dat dit zou gaan leiden tot het “samenwonen” in Qwink, een bedrijfsverzamelgebouw in Emmen. De naam Qwink wordt overigens nu niet meer gebruikt, het staat nu bekend als het Werkplein Zuidoost-Drenthe. De vertrekpunten daarbij waren: • het zoeken naar werk en het aanvragen van een uitkering zijn niet langer gescheiden trajecten; • werk staat in het totale dienstverleningsproces voorop, al bij de eerste melding wordt gekeken of er mogelijkheden voor werk zijn; • de betrokken organisaties zorgen voor een sluitende keten. Het beleid voor het werkdeel werd als volgt verwoord: mensen worden geleid naar werk en er wordt ingezet op zoveel mogelijk tevreden klanten, zowel onder werkzoekenden als onder werkgevers; • matching is essentieel, alle inspanningen op zowel de vraag- als aanbodkant van de arbeidsmarkt moeten in de matching bij elkaar worden gebracht en moeten leiden tot resultaat, dat wil zeggen uitstroom naar werk en vervulling van vacatures; • gekozen wordt voor een meer vraaggerichte benadering van de re-integratie van werkzoekenden naar de arbeidsmarkt; hiervoor moet een vollediger beeld ontstaan van de arbeidsvraag vanuit de markt. •
De voorgestelde aanpak bestond uit een werkgeversbenadering en een werkzoekendenbenadering. Bij de werkgeversbenadering werd gekozen voor het onderhouden van nauwe relaties met de werkgevers en hen te bedienen vanuit bedrijfsverzamelgebouw Qwink (het werkplein). De werkzoekendenbenadering bestond uit een intake waarin werd bepaald of een werkzoekende perspectiefrijk was of niet.
6
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
De perspectiefrijke werkzoekenden zouden worden bediend vanuit het centrale loket waarbij diensten zouden worden aangeboden als: het bemiddelen naar arbeidsplaatsen en leerwerkplekken, gerichte begeleiding, de inzet van reintegratieinstrumenten en het inzetten van arrangementen. De werkzoekenden zouden in dat kader worden ingedeeld in klantprofielen. De volgende klantprofielen of doelgroepen werden onderscheiden: starters, jongeren (jongerenloket), 45+’ers en alleenstaanden. De werkzoekenden met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt zou individueel maatwerk worden geleverd. Daarbij werden de werkzoekenden aangespoord maatschappelijk actief en gemotiveerd te zijn en te blijven. Als motivatie ontbrak dan zouden maatregelen worden genomen en negatieve prikkels worden ingebouwd. Binnen de uitvoering van het re-integratiebeleid stond in 2007 de ontwikkeling van Qwink (het Werkplein) centraal. Het idee was dat hier alle diensten rondom zowel inkomensdeel als werkdeel van de Wwb konden worden uitgevoerd. Programmabegroting 2008 In de jaarstukken 2008 was sprake van iets meer detaillering, waarbij de activiteiten in het kader van re-integratie onder verschillende programma’s werden opgenomen. Noemenswaardig in de programmabegroting 2008 zijn: • het centraliseren van de afdeling werk, inkomen en zorg tezamen met de ketenpartners, de gemeente Emmen, de gemeente Coevorden, het UWV en het CWI op onder andere de gebieden bijstandsverlening, re-integratietrajecten en arbeidsparticipatie; • de doelstelling om het aantal uitkeringsgerechtigden af te laten nemen van 500 personen tot 300 personen in 2010; • het sluiten van een sociaal contract met het parkmanagement2 voor plaatsing vanuit de Wwb (inclusief scholing en begeleiding).
2
Parkmanagement Coevorden (PMC) is een collectief van ondernemers op alle bedrijventerreinen in de gemeente Coevorden dat (collectieve) diensten verleent aan de bij PMC aangesloten bedrijven.
7
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
Programmabegroting 2009 In de programmabegroting 2009 werden de volgende acties benoemd: • vaststellen van een regionaal beleidsplan in samenwerking met Emmen, UWV en CWI; • realiseren van werkervaringsplaatsen en arbeidsplaatsen in samenwerking met parkmanagement; • verplichte deelname van uitkeringsgerechtigden aan maatschappelijke participatietrajecten; • beperken instroom door regie en sturing; • bevorderen van de uitstroom door scholings- en activeringstrajecten, loonkostensubsidies en werken met behoud van uitkering; • opnieuw afstemmen toeslagenverordening, re-integratieverordening en maatregelenbesluit. Notitie Couleur Locale (2009) Het college van B&W van de gemeente Coevorden stemde op 28 april 2009 in met de notitie Couleur Locale. Deze notitie is vervolgens als onderlegger gebruikt voor de nota Integraal Sociaal beleid die door de Raad op 27 oktober 2009 is vastgesteld. In deze notitie heeft de gemeente Coevorden beschreven hoe zij in de komende jaren verder invulling wil geven aan de uitvoering van lokale, kleinschalige projecten naast gezamenlijke aanbesteding van trajecten in Drents verband. In 2004 besloot Coevorden de inkoop van trajecten bij re-integratiebedrijven in Drents verband aan te besteden, waarbij de gemeente Emmen fungeerde als penvoerder. Omdat over de trajecten Europese subsidie (ESF) kon worden verkregen, werd door de Drentse gemeenten het ESF Bureau Drenthe (EBD) opgericht. In 2008 vond een nieuwe, gezamenlijke Europese aanbestedingsronde plaats. Door de strenge aanbestedingsregels konden de kleinere, lokale aanbieders van trajecten niet meedingen. In 2008 veranderden de regels voor ESF-subsidie. De subsidie werd niet langer uitgekeerd voor trajecten, maar voor specifieke doelgroepen (55-plussers, Nuggers, mensen met beperkingen). De financiële prikkel om trajecten grootschalig aan te besteden verdween daardoor. Naast de Europese aanbesteding van trajecten heeft Coevorden sterk ingezet op lokale projecten om cliënten aan het werk te helpen. In de notitie Couleur Locale wordt hiervoor een aantal redenen genoemd: 1. De samenstelling van de doelgroep; een aanzienlijk deel heeft een grote tot zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt; 2. De gegunde partijen kunnen niet altijd het gewenste maatwerk leveren; 3. Door de zware Europese aanbestedingsprocedure blijven kleine partijen met goede kennis van de lokale omstandigheden buiten beeld; 4. De kleine, lokale partijen hebben vaak betere kennis van de Coevorder arbeidsmarkt dan de landelijk opererende re-integratiebedrijven. Samengevat is de gemeente Coevorden van mening dat deze lokaal gewortelde, kleinschalige projecten meer maatwerk bieden en daardoor succesvoller zijn dan de grote re-integratiebedrijven.
8
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
De cijfermatige onderbouwing van deze claim ontbreekt echter in de notitie. De beleidslijn van Coevorden is als volgt omschreven:
“Om aan de doelstelling van uitstroom uit de uitkering te kunnen voldoen , is het daarom niet voldoende om een of meer grote aanbestedingen uit te schrijven. Juist die lokale partijen bevatten de ingrediënten die nodig zijn om mensen op een verantwoorde manier te laten re-integreren op de arbeidsmarkt”. In de Drentse samenwerking speelt het bedrijfsverzamelgebouw (BVG) met de naam Qwink (Werkplein ZuidoostDrenthe) in Emmen een belangrijke rol. De gemeente Coevorden besluit daarentegen met bovengenoemde motivering haar bestaande projecten vanuit de eigen organisatie te blijven uitvoeren. In de notitie Couleur Locale wordt een 13-tal projecten beschreven die de gemeente Coevorden in eigen beheer uitvoert of die nog in ontwikkeling zijn. Per project is beschreven: de situatie, wijze van samenwerking, duur van het project, de kosten, de baten (zowel kwalitatief als kwantitatief) en eventuele spin-off. Hoofdlijnennotitie uitvoering Integraal Sociaal Economisch Economisch Beleid Coevorden (2009) De hoofdlijnennotitie uitvoering Integraal Sociaal Beleid Coevorden is op 15 september 2009 door het College van B&W en op 27 oktober 2009 door de raad vastgesteld. Daarin zijn de volgende uitgangspunten genoemd. • Het kernbegrip binnen Sociale Zaken van de gemeente Coevorden is “maatschappelijke participatie”. Inwoners die aangewezen zijn op een uitkering worden verzocht niet stil te zitten, maar actief mee te doen en alles in het werk te stellen in het eigen onderhoud te voorzien. • Coevorden wil “de menselijke maat” inbrengen en haar dienstverlening optimaliseren door de diverse infrastructuren voor dagbesteding, integratie, re-integratie, onderwijs en sociale werkgelegenheid samen te brengen. De gemeente is van mening dat het strikt vasthouden aan de criteria die gelden voor verschillende doelgroepen de mogelijkheden om geïntegreerde dienstverlening te bieden aan burgers die behoren tot verschillende doelgroepen sterk beperken wanneer hier aan wordt vastgehouden. De scheidslijnen tussen de doelgroepen zijn in de praktijk vaak flinterdun. Mensen worden, om de dienstverlening te kunnen optimaliseren, daarom niet langer worden ingedeeld in doelgroepen die gekoppeld zijn aan de wijze waarop de financiering van die doelgroepen geregeld is. 3 • Geen doelgroepen benoemen, maar uitgaan van de persoon en dan per persoon maatwerk in het traject afspreken. • Gebruik maken van de initiatieven en voorzieningen die zijn opgezet in het kader van “Couleur Locale”. • Creëren van maatschappelijke meerwaarde met projecten naast de uitstroom van uitkeringsgerechtigden om zodoende het maatschappelijk draagvlak onder burgers en bedrijven te verhogen. Voor wat betreft de financiële aspecten zet de gemeente in op het ontschotten van alle budgetten voor arbeidsmarktbeleid. Er wordt naar gestreefd om middelen uit verschillende bronnen bedoeld voor verschillende doelgroepen in te zetten voor dezelfde instrumenten, maar met verschillende achterliggende doelen. Door deze ontschotting verwacht Coevorden efficiënter bestaande middelen en infrastructuur te kunnen gebruiken. Zo hoeft niet per doelgroep een aparte infrastructuur te worden onderhouden of apart een inkooptraject te worden opgezet. Dit kan voor alle doelgroepen tegelijk. Ook kunnen hierdoor de burgers beter worden bediend.
3
Verwezen wordt daarbij naar de landelijke Commissie De Vries die pleit voor ontschotting van sociale zekerheidsbudgetten.
9
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
Door de veranderende wetgeving moet de gemeenten ook steeds meer regie nemen. Het gaat hierbij om regie in de beleidsvorming die steeds meer gedecentraliseerd wordt en steeds meer bij de gemeenten komt te liggen. Daarnaast voert de gemeente regie op de inkoop van re-integratiediensten. De gemeente Coevorden kiest er hierbij voor zo veel mogelijk in eigen beheer uit te voeren. Hiermee wordt de “Couleur Locale” en de eigen organisatie bedoeld. Daarnaast wil de gemeente de regie nemen op de inkoop in relatie tot de vraag van de klant. Kennis van de behoefte van de klant is daarom van groot belang. Om die redenen wordt integraal klantmanagement in eigen hand gehouden en gekoppeld aan accountmanagement4. De klantmanager vormt samen met de accountmanager de brug tussen vraag (bedrijven) en aanbod (werkenden/werkzoekenden) op de arbeidsmarkt. Net als iedere andere gemeente in Nederland loopt de gemeente Coevorden met de uitvoering van de Wwb, vooral op het inkomensdeel financiële risico’s. In 2009 werd 8,35 miljoen euro aan uitkeringen uitgegeven, dit betekende een overschrijding van het budget met 1,34 miljoen euro. In 2010 groeiden de uitgaven aan het inkomensdeel van de bijstand naar 9,63 miljoen euro en liep het tekort op naar 2,13 miljoen euro. Om het risico van overschrijding op het inkomensdeel te beperken zet de gemeente daarom zeer actief in op het werkdeel waarbij in tijden van hoogconjunctuur Work First5 voorrang heeft en in tijden van laagconjunctuur het kwalificeren van werklozen door onderwijs- en scholingstrajecten. De gemeente wil vooral stevig de regie houden op het werkdeel om daarmee schadelast en financiële risico’s op het inkomensdeel van de Wwb te beperken. Er is daarom voor gekozen om het beleidsarme inkomensdeel6 onder te brengen bij de gemeente Emmen (Fins Gastheermodel) en zelf de regie te houden op het werkdeel, omdat daar wel effectief beleid op gevoerd kan worden.
4
De accountmanager onderhoudt vanuit de re-integratie contact met lokale bedrijven en instellingen (couleur locale).
5
Work First is een methodiek die wordt gekenmerkt door de combinatie van het verplichten van werkactiviteiten (gekoppeld aan sancties) en het vergroten van kennis en vaardigheden van de deelnemers (bron; Raad voor Werk en Inkomen)
6
Het inkomensdeel is beleidsarm doordat de gemeente daarbij haar wettelijke taak moet uitvoeren volgens de daarvoor geldende, wettelijke voorschriften.
10
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
Programmabegroting 2010 In de programmabegroting 2010 is opgenomen dat het college zich herbezint op de gemeentelijke rol in de Wwb en dat er een hoofdlijnennotitie Integraal Sociaal Beleid is opgesteld. Bestuurprogramma Behoedzaam doorwerken (2010(2010-2014) In het bestuursprogramma Behoedzaam doorwerken (2010-2014) is een herbevestiging opgenomen van de doelstelling uit Coevorden werkt. Opnieuw wordt gesteld dat in veel gevallen werk de sleutel tot actieve deelname in de samenleving is en dat betaald werk mensen inkomen en gevoel van eigenwaarde biedt en goed is voor integratie en emancipatie. Inwoners die van een uitkering afhankelijk worden, zullen zo snel mogelijk geholpen worden naar een nieuwe baan. Ingezet wordt op een zo snel en zo groot mogelijke uitstroom naar de arbeidsmarkt. Waar de weg naar betaald werk een stap te ver is, wordt verwacht dat de inwoners actief deelnemen aan leerwerk- en participatietrajecten. Dit zorgt ervoor dat mensen meedoen in de samenleving en dat mensen meehelpen bij het realiseren van maatschappelijke doelen. Programmabegroting 2011 In de programmabegroting 2011 tenslotte wordt kort stil gestaan bij de mogelijkheden die de landelijke regeling aangaande het participatiebudget (bundeling van de budgetten voor re-integratie, Wet Investeren in Jongeren (WIJ), de inburgering en de volwasseneneducatie) biedt. Dit budget wordt gezien als een belangrijk instrument om lokale regie te voeren op het gebied van bevordering van de maatschappelijke participatie en oriëntatie op de arbeidsmarkt voor kwetsbare groepen. Verder is in deze begroting opgenomen dat actieve bemiddeling en re-integratie van alle uitkeringsgerechtigden de opdracht wordt van het, begin 2011, binnen de gemeentelijke organisatie te vormen team werk. “De Bentheimer” zal als lokaal instrument voor werkgelegenheidsbevordering eigen rechtspersoonlijkheid worden verleend (bron: programmabegroting 2011). Conclusie De verschillende bestuurlijke jaarstukken en beleidsnota’s hebben als gemeenschappelijke noemer dat daarin de algemene uitgangspunten van beleid worden uitgewerkt, ook is er aandacht voor de wijze waarop het re-integratiebeleid wordt ingericht. De doelstellingen en de in te zetten activiteiten worden eveneens in zeer algemene termen beschreven en worden niet uitgebreid gekwantificeerd.
2.4 Analyse klantenbestand Zowel bestuurlijk als ambtelijk geeft men in Coevorden in de vraaggesprekken aan goed op de hoogte te zijn van de samenstelling van het lokale klantenbestand. Het is niet zo dat hier uitgebreide beleidstukken of schriftelijke analyses over zijn verschenen. Dit is volgens de geïnterviewden ook niet nodig omdat het klantenbestand te overzien is op de schaal van Coevorden. In 2006 hebben de gemeenten Emmen en Coevorden wel een prognose bijstandsgerechtigden voor de periode 20062011 laten maken door de Rijksuniversiteit Groningen7. Belangrijkste conclusies uit dit onderzoek waren:
7 RUG (2006) “Prognose bijstandsgerechtigden Emmen/Coevorden 2006-2011”
11
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
•
• • •
Coevorden heeft (evenals Emmen) relatief veel jongeren in de bijstand in verhouding tot vergelijkbare gemeenten. Met name alleenstaanden onder 35 jaar en alleenstaande ouders onder 25 jaar hebben een verhoogde bijstandskans; het aandeel ouderen met een bijstandsuitkering is relatief laag. Dit komt omdat relatief veel ouderen arbeidsongeschikt zijn; de bijstandkans is bij laagconjunctuur in Coevorden hoger dan gemiddeld, doordat de lokale economie gevoeliger is voor conjuncturele schommelingen; een strengere herkeuring van WAO’ers leidt wellicht tot een gemiddeld sterkere stijging van het aantal bijstandsgerechtigden in Coevorden.
Voor wat betreft het beleid doet de Rijksuniversiteit Groningen de volgende constateringen en aanbevelingen. De gemeente heeft beperkte invloed op de belangrijkste instroom in de bijstand, de Ww en Wia8; beiden zijn namelijk de verantwoordelijkheid van het UWV. De gemeente kan wel invloed uitoefenen op voortijdig schoolverlaten. Aan de uitstroomkant kan de gemeente meer invloed uitoefenen door bedrijven te interesseren voor vestiging in Coevorden door middel van het bieden van gunstige vestigingsvoorwaarden. Hierdoor groeit de werkgelegenheid en wordt de uitstroomkans naar werk vergroot. Daarnaast kan dit door het bevorderen van startkwalificaties, het voorkomen van voortijdig schooluitval en te investeren in vraaggerichte scholing en doelgroepenbeleid. Tot slot kan de gemeente invloed uitoefenen door actief de re-integratie op te pakken. Harde kern, draaideurcliënten en generatiewerklozen generatiewerklozen Uit de gesprekken die zijn gevoerd in het kader van deze evaluatie komt naar voren dat de gemeente Coevorden te maken heeft met een harde kern bijstandgerechtigden, draaideurcliënten en met generatiewerklozen. De harde kern of het ‘granieten’ bestand beslaat ongeveer een derde van het totale bestand. Het gaat derhalve om een groep van 150-200 personen. Deze groep heeft een grote afstand tot de arbeidsmarkt en is moeilijk bemiddelbaar doordat zij kampt met multiproblematiek bijvoorbeeld op het sociaal-maatschappelijke of psychische vlak. Deze groep stroomt erg moeizaam uit de bijstand. In deze moeilijk bemiddelbare groep is ook sprake van generatiewerkloosheid; van generatie op generatie komen mensen uit deze groep in de bijstand. In tijden van hoogconjunctuur krijgt deze doelgroep meer aandacht dan in perioden van laagconjunctuur. Voor veel van de personen in deze groep is uitstroom naar werk ver weg en is participatie het hoogst haalbare. Naast de harde kern zijn er ook veel mensen die een tijdje uit de bijstand zijn, maar na verloop van tijd er toch weer in terechtkomen. Deze draaideurklanten stromen in tijden van hoogconjunctuur meestal redelijk snel uit, maar doordat ze weinig kwalificaties hebben verliezen ze in tijden van laagconjunctuur weer als eerste hun baan. Daarnaast kent de economie van de gemeente Coevorden traditioneel redelijk wat seizoenswerk (zoals bijvoorbeeld nu in Plopsaland) waardoor mensen in het hoogseizoen uitstromen, maar in het laagseizoen hun baan weer verliezen. In de afgelopen jaren lag het aantal werklozen in het derde kwartaal daardoor ongeveer 12 procent (100 personen) onder dat van het eerste en tweede kwartaal.
8
Wia staat voor Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en voorziet in inkomen voor (gedeeltelijk) arbeidsongeschikten (het is de opvolger van de WAO)
12
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
2.5 Analyse externe factoren Het re-integratiebeleid wordt beïnvloed door de volgende externe factoren waarop de gemeente Coevorden slechts ten dele invloed kan uitoefenen: • een lokale economische structuur die meer dan gemiddeld kwetsbaar is voor conjuncturele schommelingen; • een zwakke sociaal-maatschappelijke structuur in een aantal wijken en kernen; • de instroom vanuit de Werkloosheidswet (WW) die wordt uitgevoerd door het UWV; • de Rijksoverheid die in belangrijke mate het budget voor re-integratie bepaalt. Gezien de landelijke bezuinigingen die zijn aangekondigd zal het beschikbare budget gaan afnemen.
2.6 Resumé normen Het re-integratiebeleid is
toetsingscriteria
waardering (++, +, ±, -, - -)
•
Welke beleidsdoelen streeft de gemeente Coevorden na met het reintegratiebeleid?
•
Zijn deze doelen SMART geformuleerd?
•
In hoeverre is de raad betrokken?
duidelijk geformuleerd.
13
+ Toelichting: uitstroom naar werk heeft bij hoogconjunctuur prioriteit (Work First). Als dat niet haalbaar is dan wordt ingezet op participatie. Niemand zit onnodig thuis. Iedereen levert een tegenprestatie voor de bijstandsuitkering in de vorm van deelname aan een project of volgen van een opleiding. Toelichting: nee, slechts in beperkte mate. Er zijn alleen uitstroomtargets benoemd. + Toelichting: de raad wordt op hoofdlijnen geïnformeerd, maar niet met gedetailleerde rapporten. Met vaststelling van de nota integraal sociaal beleid is de raad wel kaderstellend geweest. In maart 2010 is de raad uitgebreid geïnformeerd over de Coevorder aanpak in het re-integratiebeleid, middels een presentatie.
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
normen
toetsingscriteria
Het
•
Worden er doelgroepen onderscheiden?
•
Wat zijn de doelstellingen per doelgroep?
•
Is er sprake van generatiewerkloosheid? Heeft de gemeente een effectief beleid ontwikkeld ter voorkoming van generatiewerkloosheid?
•
Wordt gebruik gemaakt van de reintegratie-/participatieladder?
•
Bestandsanalyse als basis voor beleid
re-integratiebeleid
waardering (++, +, ±, -, - -)
bevat doelen voor alle doelgroepen
Het
re-integratiebeleid
bevat doelen voor stroom naar
werk
en
Score n.v.t. Toelichting: Er is niet strikt sprake van doelgroepenbeleid. Bij de makkelijk bemiddelbaren heeft Work First de prioriteit. Voor andere groepen is het traject intensiever met scholing en opleidingen. Tot slot is er een harde kern met multiproblematiek en een grote afstand tot de arbeidsmarkt waarbij participatie het hoogst haalbare is.
voor
participatie De gemeente kent klanten
Score n.v.t. Toelichting: In beperkte mate worden doelgroepen benoemd. Het integratietraject dat wordt afgesproken is maatwerk voor de desbetreffende cliënt. Men streeft naar ontschotting;
14
Toelichting: Coevorden heeft een ‘granieten’ bestand met daarbij generatiewerkloosheid. Het blijkt moeilijk hiervoor effectief beleid te ontwikkelen. Er moet veel worden geïnvesteerd tegen een laag rendement. Men kiest er voor in laagconjunctuur weinig aandacht aan te besteden. Met name in tijden van hoogconjunctuur wordt het re-integratiebudget ingezet om deze moeilijke groep te mobiliseren. +/+/Toelichting: De participatieladder wordt wel gebruikt door de gemeente Coevorden, zo blijkt uit de presentatie aan de raad van maart 2010. De uitgangspunten van de participatieladder zijn echter niet SMART uitgewerkt in het beleid. In afwachting van de invoering van de wet Werken naar Vermogen zal dit ook niet meer gebeuren. +/+/Toelichting: De gemeente Coevorden steekt beperkt energie in uitgebreide analyses van het klantenbestand. In 2006 heeft de RUG een studie uitgevoerd. De kennis over het klantenbestand zit bij de mensen van Team Werk. Zij geven aan vanwege de beperkte schaal van Coevorden goed zicht te hebben op het klantenbestand. Deze kennis is echter niet geborgd in rapportages. Klanten kunnen worden gevolgd in het digitale klantensysteem Stratech. Dit is echter nog niet helemaal uitgekristaliseerd. Men heeft de ambitie het klantenvolgsysteem verder te professionaliseren. Vanaf 2007 heeft dit op een laag pitje gestaan omdat het lang de bedoeling was ook het werkdeel naar Emmen te gaan uitbesteden.
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Beleidsontwikkeling
normen
toetsingscriteria
De gemeente analyseert
•
Speelt de gemeente adequaat in op de aanstaande demografische ontwikkelingen (ontgroening, vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt in bepaalde sectoren)?
•
Op welke wijze worden de invloeden van de recessie in het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid verwerkt?
•
Heeft de gemeente voldoende contacten/ feeling met de vraagzijde van de arbeidsmarkt (werkgevers), om zodoende adequaat te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen?
++ Toelichting: De gemeente Coevorden is zeer actief in het onderhouden van contacten met het lokale bedrijfsleven via het IVC en PMC. Daarmee is ze goed bekend met hetgeen er leeft binnen de lokale arbeidsmarkt.
•
Speelt de gemeente adequaat in op krimpende budgetten vanuit het Rijk voor re-integratie?
+/Toelichting: De gemeente Coevorden is haar tijd vooruit doordat zij al enige tijd werkt aan het ontschotten van budgetten. Feitelijk worden alle budgetten bij elkaar gevoegd tot een participatiebudget waarmee er voor alle doelgroepen tegelijk trajecten voor participatie en re-integratie worden ingekocht of in eigen beheer worden georganiseerd. Hiermee wordt geanticipeerd op de invoering van de nieuwe Wet Werken naar Vermogen. Door de budgetten samen te voegen en tegelijk voor alle doelgroepen tegelijk trajecten in te kopen of te organiseren dalen (in theorie) de kosten voor inkoop en beheer. Er is in 2009 en 2010 wel sprake van een flinke overschrijding van de budgetten.
de
effecten
van
de
demografische ontwikkelingen
op
waardering (++, +, ±, -, - -)
werkloosheid en bijstand
De gemeente heeft up-todate
kennis
arbeidsmarkt
van
de
en
de
effecten op werkloosheid
+ Toelichting: In 2006 heeft de gemeente Coevorden samen met de gemeente Emmen de RUG een analyse en prognose laten opstellen van het bestand bijstandsgerechtigden. Dit rapport geeft een doorkijk tot en met 2011. De resultaten hiervan zijn doorvertaald in het beleidsplan Werk en Inkomen 2007-2010, waarin (toekomstige) problemen op de arbeidsmarkt worden geanalyseerd en benoemd. De gemeente Coevorden onderhoudt daarnaast nauw contact met het lokale bedrijfsleven via Parkmanagement Coevorden (PMC) en IndustrieVereniging Coevorden (IVC). De gemeente hecht sterk aan Couleur Locale zodat ze voeling heeft met hetgeen er op de arbeidsmarkt gebeurt. + Toelichting: In tijden van recessie gaat relatief meer aandacht uit naar de makkelijk bemiddelbaren. Tegelijkertijd krijgt scholing en opleiding dan relatief een zwaarder gewicht boven het bemiddelen van mensen naar een baan.
en bijstand De
gemeente
rekening
met
houdt (extra)
inkomsten -mogelijkheden en
de
ontwikkeling
toekomstige van
het
Rijksbudget
•
In hoeverre zit er geoormerkt geld bij?
15
++ Het budget voor re-integratie is volledig geoormerkt. Alle beschikbare middelen worden aangewend voor re-integratie. Overschotten en tekorten worden overgeheveld naar het volgend jaar.
3
Hoofdstuk
Uitvoering rere-integratiebeleid
16
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
3. Uitvoering re-integratiebeleid
3.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt nader uitgewerkt hoe het re-integratiebeleid in Coevorden is vormgegeven in de periode 20072011. Ingegaan wordt op de organisatie van het re-integratiebeleid, de eventuele samenwerking met andere partijen, de verschillende trajecten en instrumenten die zijn ingezet, de monitoring en managementrapportages en de uitgaven.
3.2 Uitvoeringsstructuur Vanaf de invoering van de Wet Werk en Bijstand in 2004 spelen de gedachten over meer samenwerking tussen Emmen, Borger Odoorn en Coevorden voor wat betreft de uitvoering van de wet. In 2007 werd de organisatie van de uitvoering het re-integratiebeleid in het Beleidsplan Werk en Inkomen 2007-2010 als volgt voorgesteld. De gemeenten Emmen en Coevorden, het CWI en het UWV zouden in toenemende mate gaan samenwerken in de keten van werk en inkomen. De verwachting werd uitgesproken dat dit zou gaan leiden tot het “samenwonen” in Qwink, een bedrijfsverzamelgebouw in Emmen (nu het Werkplein Zuidoost-Drenthe). In de loop van de tijd is het denken over integratie van de uitvoering van de Wwb geëvolueerd. In de Hoofdlijnennotitie Uitvoering Integraal Sociaal Beleid Coevorden uit 2009 kiest Coevorden ervoor om het inkomensdeel onder te brengen bij de gemeente Emmen volgens het Finse Gastheermodel. De kern van dit model is dat grotere centrumgemeenten een aantal taken uitvoeren voor de omliggende kleinere gemeenten. Voor wat betreft het werkdeel en daarmee de integratie heeft Coevorden er voor gekozen dit in eigen beheer uit te voeren. Hiervoor zijn de volgende redenen aangedragen: 1. Coevorden wil kunnen sturen op onderdelen die gevoelig zijn voor politieke keuzes of waar grote financiële risico’s geleden kunnen worden; 2. regie houden op het beleid en kunnen schakelen tussen het leggen van voorrang op Work First bij hoogconjunctuur dan wel investeren in kwalificaties en scholing bij laagconjunctuur; 3. vrijheid houden om te kiezen voor het uitbouwen van de “Couleur Locale”; 4. regie houden op de trajectplannen op klantniveau en de lijnen naar de werkgevers in stand houden; 5. voorkomen dat overcapaciteit ontstaat in de gemeentelijke organisatie.
17
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
De Bentheimer Sinds 2009 is de gemeente Coevorden begonnen haar re-integratiebeleid voor een deel in eigen beheer uit te voeren. De gemeente is met De Bentheimer gestart toen het Rijk het Arbeidsbureau in Coevorden ophief in 2002. De Bentheimer was aanvankelijk gevestigd in een pand bij de Bentheimerbrug vandaar de naam. In de periode 2002-2008 heeft de gemeente vooral re-integratietrajecten extern ingekocht. Sinds 2009 voert zij reintegratie daar waar het kan via De Bentheimer vooral in eigen beheer uit. Het team werk is namelijk tot de conclusie gekomen dat men met dezelfde middelen meer kon doen. De strategie daarbij is om zoveel mogelijk projecten en cliënten uit te zetten bij reguliere bedrijven. In 2010 werd in termen van financiële middelen een kwart van de projecten in de Bentheimer uitgevoerd. Alleen specifieke scholingstrajecten en trajecten rondom sociale activering worden nog ingekocht. De Bentheimer is een gemeentelijke afdeling die rechtstreeks onder de teamleider van Team Werk valt. De gemeente werkt binnen dit gebouw echter ook samen met de volgende partners: De Nieuwe Veste, Parkmanagement Coevorden, Stichting Welzijn 2000, de EMCO en individuele bedrijven. Zowel binnen de muren van De Bentheimer als georganiseerd vanuit De Bentheimer zijn er tal van re-integratieprojecten aangestuurd. Een greep uit de projecten: 1. Aquano (Waterfiets-kanoverhuur); 2. Het Gansinck (Ganzenwinkel/ToReCo); 3. Meubelproject (Steigerhout); 4. De wasserij (Samenwerking Moderna); 5. Klussendienst (Samenwerking Promens Care); 6. Zwerfvuilproject (Samenwerking PMC); 7. Supermarkt Geesbrug (Samenwerking Support & Co); 8. Groenproject (Samenwerking gemeente Coevorden); 9. Textielproject (Her- en verstel werkzaamheden); 10. Administratieproject (Ondersteuning Ondernemers Coevorden); 11. Zuster Mohrpark (Samenwerking Pl.belang Oosterhesselen); 12. Ellert & Brammert (Subsidie Provincie, SNN, gemeente); 13. Buurtconcierge (samenwerking in dorpen/wijken); 14. Pilot Loondispensatie (Voorbereiding Wet Werken naar Vermogen). Bron: Presentatie teamleider Werk Raad 10 maart 2011
Organisatie De Bentheimer De Bentheimer telt ongeveer 9,64 formatieplaatsen. Dit is inclusief inleen van externen. Deze formatie is als volgt verdeeld: 1,88 accountmanagers, 1,88 jobcoaches, 1,88 jobhunters, 1,0 projectcoach, 1,0 coördinator, 1,0 administratieve kracht en 1,0 baliemedewerker. Verder is bij de gemeente nog een Accountmanager Bedrijven behulpzaam bij de re-integratie van uitkeringscliënten.
18
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
Intake en doorverwijzing Personen die een inkomensondersteuning aanvragen in het kader van de Wwb of de WIJ vallen onder doelgroep van de Bentheimer. De werkwijze is daarbij als volgt. Een cliënt vraagt inkomensondersteuning aan. Deze intake gebeurt op het Werkplein Zuidoost-Drenthe in Emmen (Fins Gastheermodel). Tegelijkertijd vindt in Emmen de intake plaats voor het werkdeel. Dit gebeurt door de consulenten van de gemeente Coevorden die daar ter plaatse zijn. Deze consulenten sturen de cliënten die daarvoor in aanmerking komen door naar De Bentheimer. Feitelijk geldt dit voor alle reguliere klanten in de Wwb en de Wet Wij.
3.3 Samenwerking De gemeente Coevorden werkt voor het inkomensdeel van de Wwb nauw samen met de gemeente Emmen en de gemeente Borger-Odoorn. De gemeente Emmen fungeert voor wat betreft het inkomensdeel als gastheer voor de uitvoering van de Wwb voor zowel Coevorden als Borger-Odoorn. Couleur Locale Locale De Bentheimer werkt vooral samen met lokale bedrijven en instellingen in Coevorden onder het motto Couleur Locale. Belangrijk onderdeel van de lokale werkwijze is dat het bedrijfsleven zo nauw mogelijk betrokken wordt bij de werkzaamheden van De Bentheimer. Het doel is dat bedrijven door deze nauwe samenwerking en interactie geprikkeld worden om mensen die werken binnen de re-integratieprojecten in dienst te nemen of zelfs het hele project over te nemen. EMCO Daarnaast onderhoudt de Bentheimer een nauwe samenwerking met de EMCO dat verantwoordelijk is voor de projecten die in het kader van de Wsw wordt uitgevoerd. Het gebouw De Bentheimer aan de Monierweg is eigendom van de EMCO. Beide organisaties delen hetzelfde bedrijfsvloeroppervlak. Binnen het gebouw lopen de werkzaamheden van vanuit beide projecten dan soms ook naadloos in elkaar over. Ook maakt De Bentheimer gebruikt van teamleiders van de EMCO ter plekke. Parkmanagement Coevorden en Industriële Vereniging Coevorden. Een opvallende samenwerking is met de parkmanagementorganisatie in Coevorden (PMC) en de Industriële Vereniging Coevorden (IVC). PMC heeft in 2007 een Sociaal Contract met de gemeente gesloten. In het contract is afgesproken dat PMC jaarlijks 10 langdurig werklozen plaatst bij de bij parkmanagement aangesloten bedrijven. In ruil daarvoor subsidieerde de gemeente 3 jaar lang de professionaliseringsslag van PMC. In 2010 is er een nieuw contract afgesloten waarbij de gemeentelijke bijdrage aan PMC is verlaagd, zoals eerder was afgesproken. In 2010 heeft PMC 16 werkzoekenden ondergebracht bij bedrijven. Over de gehele looptijd van 3 jaar gaat het om ca 40 personen. Het georganiseerde bedrijfsleven vindt het van belang dat personen in de bijstand gere-integreerd worden. In een reintegratietraject doen deze klanten werkritme en werkervaring op. Een dergelijke kandidaat is daarmee aantrekkelijker dan iemand die rechtstreeks uit de bijstand komt. PMC is zeer tevreden over de samenwerking met de Bentheimer. Voor de bedrijven heeft het als voordeel dat ze weinig zoek- en vacaturekosten hebben; er worden snel nieuwe kandidaten aangeleverd. Daarnaast kunnen bedrijven vaak
19
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
tegen gunstige voorwaarden, bijvoorbeeld met loonkostensubsidie, werkzoekenden die een re-integratietraject volgen in dienst nemen. Verder vindt men het prettig dat het werkdeel van de Wwb in Coevorden is gebleven. Verplaatsing daarvan naar Emmen zou te veel afstand hebben gecreëerd tot het Coevorder bedrijfsleven. Het georganiseerde bedrijfsleven vindt het een verbetering dat de gemeente de re-integratie zelf ter hand heeft genomen. De ervaringen met commerciële re-integratiebureaus waren niet zo goed. Die deden wat minder hun best als het ging om de begeleiding en beoordeling van de re-integratieklanten en waren bovendien niet streng genoeg tegen mensen die hun best niet deden. De Bentheimer streeft er naar haar projecten volledig onder te brengen bij bedrijven in Coevorden. Het bedrijfsleven heeft daarbij wel enkele bezwaren. Het is de inschatting van de bedrijven dat de projecten van de Bentheimer moeilijk winstgevend te maken zijn. Daarnaast kan een bedrijf niet zo maar personeel dat niet goed presteert ontslaan of op het salaris korten. Binnen het re-integratiebedrijf kan dat wel. Scholingsinstellingen Niet alle vormen van re-integratie kan de Bentheimer zelf bieden. Met name opleiding en scholing van klanten gebeurt door externen, met name door het ROC Drenthe College. Als het gaat om een combinatie van leren en werken probeert de Bentheimer de cursussen zoveel mogelijk naar Coevorden te halen. Zo zijn hiervoor leslokalen in de Bentheimer ingericht en zijn er in het geval van het project Ellert en Brammert de lessen op locatie gegeven. Uiteraard kan dit alleen maar als de groep wat groter is. In andere gevallen worden de cursussen op het Drenthe College zelf gegeven. Zorginstellingen Ongeveer een derde van de klanten (het granieten bestand) kampt niet alleen met een arbeidsvraagstuk, maar vaak ook met sociaal-maatschappelijke problematiek of problemen met de geestelijke gezondheid. Onder klanten zitten mensen met drugsproblemen of psychische problemen. Voor deze groep werkt het re-integratiebedrijf samen met zorginstellingen in de gemeente en de regio.
3.4 Trajecten, instrumenten In de hoofdlijnennotitie 2009 is aangegeven dat in het geval van een hoogconjunctuur de focus ligt op Work First, terwijl bij laagconjunctuur de aandacht vooral uitgaat naar scholing en het opdoen van ervaring. De Bentheimer hanteert weinig beleid voor doelgroepen. Er wordt vooral gedacht vanuit de cliënt, waarbij via de intake wordt gekeken waar de specifieke behoeften en interesses liggen. Op basis van deze intake wordt de cliënt zoveel mogelijk maatwerk geboden. Afhankelijk van de motivatie en vaardigheden van de cliënt wordt geprobeerd deze direct onder te brengen bij het lokale bedrijfsleven of een plek te geven in een van de re-integratieprojecten die vanuit de Bentheimer worden georganiseerd. Indien nodig worden er scholing en (vaardigheids)trainingen binnen het traject ingezet. Uit de gesprekken en uit de dossierstudie is niet gebleken dat er per doelgroep specifieke trajecten of instrumenten zijn. Integendeel, men kijkt vanuit het individu en probeert het re-integratieaanbod zoveel mogelijk te ontschotten.
20
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
3.5 Monitoring en managementrapportages In de dossierstudie zijn de volgende documenten bekeken: • jaarverslagen; • bestuursrapportages; • managementrapportages. Tot en met 2010 bevatten de diverse stukken in beperkte mate gegevens over de resultaten van re-integratie. Over het algemeen concentreert de informatie zich op de instroom en uitstroom van uitkeringsgerechtigden en de inzet die de gemeente pleegt om het aantal mensen in de bijstand te verkleinen. De instroom en uitstroom in de Wwb en het werkdeel daarbinnen zijn wel geadministreerd, maar er zijn geen kwalitatieve monitoringrapporten opgesteld waarbij per groep gekeken wordt of men uitstroomt naar werk ofwel stijgt op de participatieladder. Ook is er in de dossierstudie geen analyse naar voren gekomen waaruit blijkt hoe een bepaald instrument presteert ten opzichte van andere instrumenten. Investeringen in een klantenvolgsysteem voor de re-integratie hebben op een laag pitje gestaan. Als verklaring hiervoor wordt gegeven dat dit komt omdat steeds het idee geleefd heeft dat ook het werkdeel zou samengaan met het werkdeel in Emmen. Wel worden de resultaten per project bijgehouden. Vanaf 2011 wordt meer werk gemaakt van de managementrapportages. In april 2011 is er een Managementrapportage voor de Bentheimer verschenen. Feitelijk is dat de enige die in de dossierstudie naar voren is gekomen. De gegevens daaruit zijn in hoofdstuk 4 van dit rapport verwerkt. Daarnaast zijn er gegevens speciaal voor het evaluatieonderzoek samengesteld. In de gesprekken is naar voren gekomen dat het verbeteren van zowel de monitoring als de managementrapportages een van de wensen voor de nabije toekomst is. De implementatie van een diagnosesysteem re-integratie en participatieladder is dan ook een van de activiteiten die voor 2011 gepland is.
3.6 Inkomsten en uitgaven Vanaf 2004 kreeg Coevorden 0,15 procent van het totale landelijk budget van het werkdeel toegekend. In totaal ging het in dat jaar om 2,41 mln euro. Dit budget werd geheel historisch bepaald. Vanaf 2006 worden ook objectieve criteria meegewogen. Vanaf dat jaar stijgt het aandeel dat Coevorden ontvangt geleidelijk, van 0,18 procent in 2007 naar 0,20 procent van het totale landelijke budget in 2011. Het budget bedraagt voor 2011 naar schatting 2,68 mln euro. De uitgaven aan het werkdeel waren in 2007 2,72 mln euro. In 2010 zijn de uitgaven voor de feitelijke integratieactiviteiten opgelopen naar 2,95 mln euro. Daarbij moest nog bijna 200.000 euro worden aangewend voor de
21
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
dekking van het tekort over 2010. De totale uitgaven voor 2010 komen daarmee op 3,15 miljoen euro. De afgelopen jaren is er steeds een tekort op de re-integratiebegroting. Doordat het overlopende budgetten betreft mogen tekorten of overschotten van het voorgaande jaar worden verrekend met het budget voor volgend jaar. Eventuele tekorten worden daarom niet opgenomen in de jaarrekening. Het tekort over 2006 werd verrekend met het beschikbare budget in 2007. Het beschikbare budget in 2007 kwam daarmee uit op 2,57 mln euro; de uitgaven dat jaar bedroegen 2,72 miljoen euro waardoor aan het eind van het jaar een tekort ontstond van € 150.000,- . Dit tekort werd overgeheveld naar 2008. Het totale beschikbare budget in 2008 kwam daarmee op 2,89 mln euro en resteerde er aan het eind van dat jaar een tekort van € 76.000. In 2009 werd het totale budget 3,34 mln euro, de totale uitgaven kwamen echter uit op 3,54 mln euro. Daarmee ontstond een tekort van bijna 200.000 euro, dat in mindering werd gebracht op het toegekende budget voor 2010. In 2010 is het tekort opgelopen tot 509.230 euro. 9
Tabel 3.1
Overzicht van budget en uitgaven werkdeel, inclusief loonkostensubsidie (2007-2010) toegekend budget
meegenomen van vorig jaar
ontvangsten
beschikbaar budget
uitgaven
overschot/ tekort -150.380
2007
2.617.930
-241.820
189.490
2.565.610
2.715.990
2008
2.873.700
-150.380
166.610
2.889.920
2.965.850
-75.930
2009
3.406.080
-75.930
10.170
3.340.330
3.538.570
-198.250
2010*
2.567.180
-198.250
72.430
2.441.360
2.950.590
-509.230
* voorlopige cijfers Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Kernkaart/gemeente Coevorden
9
In 2010 is het tekort relatief hoog (onder meer) vanwege een wijziging in het boekingsstelsel. Deze wijziging is doorgevoerd op voorspraak van de accountant.
22
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
Bentheimer goed voor een kwart van de uitgaven De totale uitgaven aan het W-deel van de Wwb in 2010 bedragen 2,95 miljoen euro. Hiervan gaat 46 procent op aan projecten. Daarvan wordt weer een derde uitgevoerd binnen de Bentheimer (dit is 15% van het totale budget). Van de totale uitgaven voor re-integratie in 2010 is circa 240.000 euro besteed aan projectmanagement en 105.000 euro aan exploitatiekosten. Samen is dat bijna 12 procent van de totale uitgaven aan re-integratie. Verder wordt 38 procent van het budget besteed aan andersoortige regelingen en re-integratieinstrumenten. Figuur 3.1 3.1 Uitgaven werkdeel Wwb, Gemeente Coevorden, 2010 naar uitgavenpost Ui tgaven werkdeel WWB Coevorden (Totaal € 2,95 mln)
Subsidies I D-banen 1%
WI W- / WWB-banen 6%
Overige projecten 31%
Loonkostensubsidies 8% Scholing individueel 8%
Activering individueel 9%
Exploitatie Bentheimer 4% Projectmanagement 8%
Loon voor uitkering 10% Projecten Bentheimer 15%
Bron: gemeente Coevorden
Begroting versus realisatie In totaal was er 2,567 mln euro aan euro aan kosten begroot voor 2010. In deze begroting was rekening gehouden met de verevening van het tekort van vorig jaar, dat was begroot op 152.000 euro. Met uitzondering van de post overige projecten is er op alle overige onderdelen sprake van een overschrijding van het budget. De grootste tekorten ontstaan in De Bentheimer, zowel op projectmanagement en exploitatie als in de projecten zelf. De Bentheimer-projecten met de meeste overschrijdingen zijn: • was- en strijkproject; • meubelproject; • administratieproject. Het team werk geeft aan dat de overschrijding voor een deel wordt veroorzaakt doordat er in 2010 vanuit het reintegratiebudget is geïnvesteerd in kapitaalgoederen (bijvoorbeeld wasmachines).
23
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
Dit zijn eenmalige kosten. De vraag is of het boekhoudkundig wel verantwoord is om dit zo te doen. Verder heeft het team Werk aangegeven dat niet alle inkomsten zijn verwerkt. Zo worden sommige projecten (zoals bijvoorbeeld het wasen strijkproject) uitgevoerd in opdracht van een commerciële organisatie en zijn er van daaruit mogelijk derde geldstromen te verwachten. Figuur 3.2 Begroting en uitgaven Werkdeel Wwb, gemeente Coevorden 2010, naar onderdeel. 94 939
Overige projecten
1.033 -85 105,28
Exploitatie Bentheimer
20 -37 237,42 200
Projectmanagement -277
457
Projecten Bentheimer
180 -45 295
Loon voor uitkering
250 -58 258
Activering individueel
200 -82 232
Scholing individueel
150 -37 237 200
Loonkostensubsidies -5
172 167
WI W- / WWB-banen -2 17 15
Subsidies I D-banen -400
-200
0
200
400
600
800
1.000
1.200
Duizenden Begroting
Uitgaven
tekort/ overschot
3.7 Financiële risico’s De gemeente Coevorden moet steeds een afweging maken tussen de financiële risico’s die zij loopt op het inkomensdeel en de financiële risico’s zij loopt op het werkdeel van de Wwb. Coevorden heeft er expliciet voor gekozen om het beschikbare budget voor het werkdeel steeds maximaal in te zetten om zodoende het maximale te doen om mensen terug te leiden naar werk en daarmee het financiële risico op overschrijdingen in het inkomensdeel te verkleinen. Bovendien is dit een voorwaarde van het Ministerie van Sociale Zaken om in aanmerking te komen voor aanvullingen op eventuele tekorten op het inkomensdeel. Ook bij de uitvoering van re-integratieprojecten die de gemeente sinds 2009 geldt een aantal financiële verplichtingen en worden financiële risico’s gelopen:
24
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
Het gaat om de volgende financiële verplichtingen: • huur van De Bentheimer; • personele lasten jobcoaches, jobhunters en accountmanagers; financiële risico’s: bedrijfsrisico en risico’s op de investeringen in projecten; • hogere instroom in de re-integratie; • bezuiniging op het overheidbudget voor het werkdeel Wwb. •
Uit de interviews is gebleken dat de gemeente Coevorden de bovengenoemde verplichtingen en risico’s zo goed mogelijk probeert te managen. Het pand waarin de De Bentheimer is gevestigd wordt gehuurd van EMCO. Het huurcontract loopt een jaar en wordt steeds met een jaar verlengd. Er is dus geen langlopende huurverplichting aangegaan. Volgens het team werk vormt de personele bezetting de grootste financiële verplichting. Het personeel van de Bentheimer wordt daarom zo veel mogelijk flexibel ingehuurd. Zo is een aantal mensen op basis van een jaarcontract aangenomen en zijn er enkelen gedetacheerd vanuit re-integratiebedrijven. De bedrijfsrisico’s die De Bentheimer loopt met haar projecten worden zoveel mogelijk uitgesloten of beperkt. Zo draagt een commercieel bedrijf bijvoorbeeld het bedrijfsrisico voor de werkzaamheden binnen de was- en strijkservice die de Bentheimer als onderaannemer voor dit bedrijf uitvoert. De gebruikte wasmachines zijn aangeschaft uit het reintegratiebudget en kunnen volgens het team Werk worden terug- of doorverkocht. Ook de kano’s die worden gebruikt in het Aquano-project zijn betaald uit het re-integratiebudget. Ook deze kunnen worden doorverkocht als het project op mocht houden. Sowieso streeft de gemeente ernaar projecten in zijn geheel over te doen aan private partijen. Een belangrijk risico vormt een hogere instroom in de re-integratie dan begroot. De gemeente Coevorden heeft als uitgangspunt dat iedereen als tegenprestatie voor een Wwb-uitkering ten minste participeert en sociaalmaatschappelijk meerwaarde levert. In tijden van laagconjunctuur kan dit leiden tot een fors hogere instroom in reintegratietrajecten. De gemeente anticipeert daar in zoverre op dat zij in dat geval meer aandacht besteedt aan de makkelijk bemiddelbare werkzoekenden en er minder aandacht uitgaat naar de moeilijke klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In tijden van hoogconjunctuur, als het bestand weer wat afneemt, dan wordt het reintegratiebudget weer meer ingezet op de moeilijk bemiddelbaren. De Rijksoverheid beziet op dit moment of er bezuinigd kan worden op de uitgaven. Uiteraard kijkt het Rijk dan ook naar zowel het inkomensdeel als het werkdeel van de Wwb. Daarnaast zal ook de Wet Werken naar Vermogen ingevoerd gaan worden. Coevorden lijkt hierop goed voorbereid. Zij heeft de uitvoering van het werkdeel zo flexibel mogelijk ingevuld. Doordat ze al bezig is met het ontschotten van alle budgetten voor arbeidsdeelname, re-integratie en arbeidsparticipatie loopt ze feitelijk al op de nieuwe wet vooruit. Ook de nauwe samenwerking met het lokale bedrijfsleven past goed binnen dit denken.
25
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
3.8 Resumé onderdeel
bevindingen
Welke
+/+/Toelichting: Alle soorten van instrumenten worden ingezet zo blijkt uit de presentatie voor de raad en de gevoerde gesprekken. In het kader van deze evaluatie is dit aan de hand van de dossierstudie echter moeilijk controleerbaar aangezien relevante stukken ontbreken. + Toelichting: Coevorden doet tegenwoordig veel zelf, maar werkt samen met onderwijs- en zorginstellingen om een sluitende aanpak aan te bieden; Daarnaast wordt nauw samengewerkt met het bedrijfsleven (IVC/PMC). Op het werkplein wordt samengewerkt met Emmen, Borger-Odoorn en het UWV, zij het met name op het inkomensdeel.
instrumenten
•
Welke instrumenten worden er (per doelgroep) gebruikt om de reintegratiedoelstellingen te behalen?;
•
De gemeente heeft ketenpartners om de re-integratie vorm te geven.
•
Met welke ketenpartners wordt wel samengewerkt en met welke niet? Waarom?
•
Hoe is de samenwerking vormgegeven?
+ Toelichting: er wordt nadrukkelijk gekozen voor Couleur Locale en het eigen bedrijfsleven. Professionele re-integratiebedrijven zijn voor een belangrijk deel uit beeld. Deze leverden volgens team werk te weinig rendement. Bij onderwijsinstellingen worden wel specifieke opleidingstrajecten ingekocht.
•
Met de partners wordt intensief en doelmatig samengewerkt.
+ Toelichting: het inkomensdeel van Wwb wordt uitgevoerd op het Werkplein door de gemeente Emmen. De intake gebeurt direct door consulenten van Coevorden. De samenwerking met de andere partijen is sterk projectgebonden. Met EMCO wordt intensief samengewerkt in de Bentheimer.
worden ingezet?
De gemeente werkt goed samen met ketenpartners bij de aanpak van reintegratie
+/+/Toelichting: er is nog weinig zicht op de doelmatigheid van de projecten. Pas vanaf maart 2010 is er sprake van een managementrapportage.
•
Op welke wijze worden de integratiepartners aangestuurd?
re-
+ Toelichting: onderwijstrajecten en andere specifieke trajecten worden ingekocht. Zo veel mogelijk wordt binnen de projecten geregistreerd en geadministreerd. Met het bedrijfsleven is een sociaal contract afgesproken. + Toelichting: de geluiden vanuit de gemeente en het IVC/PMC zijn positief. Vanuit andere samenwerkingspartners is nog weinig informatie beschikbaar.
•
Hoe verloopt de samenwerking met de reintegratiepartners?
+ Er vindt niet veel overdracht van klanten plaats sinds de gemeente de reintegratie zelf uitvoert. Toelichting Overdracht vindt plaats tussen de consulenten op het werkplein en de coaches in de Bentheimer.
• Er is voldoende budget beschikbaar voor het re-
•
Overdracht van cliënten gebeurt op ‘warme’ manier. Hoeveel geld was er in de onderzoeksperiode beschikbaar voor het W-deel?
integratiebeleid Het
budget
wordt
zo
N.v.t. Toelichting De rijksbijdrage en het beschikbare budget (rijksbudget + overschot/tekort vorig jaar waren als volgt: 2007: Rijk 2,62 mln - beschikbaar 2,57 mln – uitgaven 2,72 mln- tekort 150
26
Onderzoek doelmatigheid rere-integratiebeleid gemeente Coevorden • Uitvoering
ingezet
dat
de
duizend 2008: Rijk 2,67 mln – beschikbaar: 2,67 mln – uitgaven 2,96 mln – tekort 76 duizend. 2009: Rijk 3,41 mln – beschikbaar 3,34 mln – uitgaven 3,54 mln – tekort 198 duizend 2010: Rijk 2.57 mln – beschikbaar 2,44 mln – uitgaven 2,95 mln – tekort 509 duizend.
(sub)
doelen kunnen worden bereikt
•
Was dit voldoende?
Toelichting: in elk jaar is er een tekort dat ten laste komt van het budget in het volgende jaar.
•
Hoe zijn de uitgaven voor het werkdeel opgebouwd/ gealloceerd naar diverse onderdelen?;
Score n.v.t. n.v.t. Totale Uitgaven 2010; 2,95 mln euro Subsidies ID-banen 0,6% WIW- / Wwb-banen 5,8% Loonkostensubsidies 8,0% Scholing individueel 7,9% Activering individueel 8,7% Loon voor uitkering 10,0% Projecten Bentheimer 15,5% Projectmanagement 8,0% Exploitatie Bentheimer 3,6 % Overige projecten 31,8%
•
Wat waren hierbij de daadwerkelijke bestedingscijfers, in totaal en uitgesplitst naar doelgroep, re-integratiepartner, instrument en trede op de reintegratieladder?
Score n.v.t. Toeliching: alleen totale uitgaven zijn bekend 2007 € 2.715.990 2008 € 2.965.850 2009 € 3.538.570 2010 € 2.950.590 Er is geen uitsplitsing naar de re-integratieladder voorhanden.
•
Welk deel van het budget is besteed aan de eigen organisatie?
Score n.v.t. 10,9% van de totale uitgaven in 2010 is besteed aan projectmanagement en exploitatiekosten van de Bentheimer
27
Hoofdstuk
Resultaten
282828
4
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
4. Resultaten 4.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden de resultaten van het re-integratiebeleid beschreven in het licht van de beleidsdoelen. Voordat de resultaten worden besproken komen de ontwikkeling en kenmerken van het bestand bijstandsgerechtigden van Coevorden en de wijze van monitoring aan bod. Vervolgens vindt een vergelijking plaats met enkele referentiegemeenten om de resultaten van het re-integratiebeleid van Coevorden in perspectief te kunnen plaatsen.
4.2 Ontwikkeling bestand bijstandsgerechtigden De omvang van het bestand bijstandsgerechtigden van de gemeente Coevorden is in de onderzoeksperiode gegroeid van 570 in januari 2008 tot 700 eind maart 2011 (+23 procent). Deze toename heeft in de loop van 2009 en het eerste kwartaal van 2010 plaatsgevonden. Daarna is het aantal Wwb-klanten ongeveer stabiel gebleven.
Figuur 4.1 Ontwikkeling van het totaal aantal Wwb-uitkeringen (3e kwartaal 2007 – 1e kwartaal 2011, stand einde kwartaal) in de gemeente Coevorden, uitgesplitst naar uitkeringsduur. 800 700 600 500 400 300
440 460 440 430 430 440
440 450
450
200 100
120 110 120 130 110 110
150 150
180
470 490 480 470 470 500
200 210 210 210 210 200
Wwb uitkeringsduur > 1 jaar Wwb uitkeringsduur < 1 jaar
0 3 2007
4
1
2
2008
3
4
1
2
3
4
2009
1 2010
2
3
4
1 2011
Bron: Sociale Zekerheid op Maat, CBS.
De instroom in de Wwb was in 2009 onder invloed van de economische crisis aanzienlijk. Per 1 oktober 2009 is de Wet investeren in jongeren (WIJ) in werking getreden. In 2010 is de instroom in de WIJ daardoor hoger dan in 2009. Het totaal aantal instromers is in 2010 afgenomen ten opzichte van 2009.
29
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Tabel 4.1 Instroom in de uitkeringen 2009 en 2010. 2009
2010
WIJ
23*
121
Wwb
261
94
overige
16
18
totaal
300
233
* aantal in laatste 3 maanden 2010. Bron: Presentatie raadsvoorlichting 2011.
De uitstroom uit de Wwb is in 2009 kleiner dan de instroom, waardoor het aantal Wwb-klanten in 2009 is toegenomen. In 2010 is de uitstroom, ondanks de crisis, groter dan de instroom, wat een daling van het aantal Wwb-klanten betekent. Voor 2010 bedraagt het percentage uitstroom naar werk 46 procent, terwijl dit voor 2009 aanzienlijk lager ligt (24 procent).
Tabel 4.2 Uitstroom uit de uitkeringen in 2009 en 2010. 2009
2010
46
126
36
56
aanvaarding (regulier) werk/voldoende inkomen verhuizing overige*
109
91
totaal
191
273
taakstelling 2010
145
Bron: Presentatie raadsvoorlichting 2011. * Uitstroom kan plaatsvinden naar andere regelingen zoals AOW of studiefinanciering of omdat de partner inkomen heeft.
Inzicht in de kenmerken van het klantenbestand In de beleidsstukken is geen bestandsanalyse terug te vinden, waarin cliënten zijn ingedeeld op basis van hun kansen/mogelijkheden om toe te treden tot de arbeidsmarkt. In de gesprekken komt naar voren dat ‘veel rondom de managementinformatie, klantvolgsysteem en diagnosesysteem nog niet helemaal uitgekristalliseerd is’. De reden hiervoor is dat de gemeente Coevorden pas een jaar geleden besloten heeft om het werkdeel van de Wwb zelf te blijven uitvoeren en niet uit te besteden aan Emmen. Uit de interviews blijkt dat in Coevorden met verschillende doelgroepen wordt gewerkt. Met doelgroepen worden de verschillende mogelijkheden tot het creëren van kans op werk (in welke vorm dan ook) bedoeld. De volgende doelgroepen worden onderscheiden: • nuggers (niet uitkeringsgerechtigden); • mensen die zorg nodig hebben; • mensen die uiteindelijk vrijwilligerswerk kunnen doen; • mensen die in een beschermde omgeving kunnen werken;
30
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
• • •
WMO-klanten; mensen die volgens de Wet-inburgering ingeschaald moeten worden; WIJ-ers (Wet investering in Jongeren).
Hoe de verdeling van cliënten over de verschillende doelgroepen is (geweest) blijft op basis van de beschikbare stukken onduidelijk.
4.3 Monitoring resultaten In de gesprekken komt naar voren dat de monitoring zich nog in de ontwikkelingsfase bevindt. De gemeente Coevorden maakt gebruik van het klantvolgsysteem Stratech, waarmee de statistieken voor de verschillende rapportages worden gegenereerd. Op dit moment wordt gewerkt aan een functioneel ontwerp voor een diagnosesysteem, dat gekoppeld wordt aan Stratech. Vooralsnog vindt de verantwoording van het Werkdeel in de rapportages plaats op basis van de ontwikkeling van het aantal Wwb-klanten en het aantal klanten in trajecten binnen de verschillende projecten. Hiermee wordt geen inzicht gegeven in het rendement (zoals maatschappelijk effect, duurzame uitstroom) van de trajecten. In tabel 4.3 is een overzicht opgenomen van de verantwoording van de gemeente Coevorden van de besteding van het werkdeel. Het betreft een verantwoording van de ingezette instrumenten. Hierin is per project aangegeven wat de in- en uitstroom is geweest in het betreffende jaar. In 2010 zijn 329 cliënten ingestroomd in een re-integratietraject, terwijl 212 cliënten zijn uitgestroomd. Het betreft hier uitstroom uit de instrumenten en dus niet uitstroom uit de uitkering.
31
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Tabel 4.3 Verantwoording gemeente Coevorden besteding werkdeel1. 2007 omschrijving project
2008
2009
2010
instroom
uitstroom
instroom
uitstroom
instroom
uitstroom
instroom
uitstroom
Groenproject
11
7
6
6
6
9
20
21
Internetcafé
11
5
4
8
4
6
0
0
8
0
0
0
0
14
9
123
40 10
Ellert en Brammert Bentheimer
Monitoring re-integratie vanaf 2010
Aquano
12
8
9
5
12
7
13
Kinderboerderij
8
6
0
0
0
0
0
0
Zuivelboerderij
27
28
23
8
24
20
0
18
Parkmanagement
0
0
0
0
10
9
19
19
Supermarkt Geesbrug
0
0
8
4
7
6
0
2
Coevorden in Beweging
0
0
42
28
15
27
4
6
Loonkostensubsidie *
49
6
17
43
15
13
5
10
Loonkostensubsidie via wsw en reintegratiebedrijf
13
15
10
14
12
4
3
1
33
23
172
159
59
88
37
44
62
44
Diverse instrumenten ** ESF-projecten en scholing Instrumenten jongeren totalen
303
242
178
204
117
109
33
9
329
212
* Loonkostensubsidie individuele arrangementen met werkgevers. ** Medische onderzoeken, sporttrainingen, individuele opleidingen en persoongebonden trajectkosten zoals reiskosten etc. 1
N.B. Uitstroom uit instrumenten is niet gelijk aan uitstroom uit de uitkering.
Bron: gemeente Coevorden
In 2010 is met de monitoring van trajecten binnen de Bentheimer gestart. Verantwoording vindt plaats aan de hand van managementrapportages met daarin informatie over de maandelijkse instroom per project, het totaal aantal cliënten in Bentheimer-projecten en de maandelijkse uitstroom. Er wordt onderscheid gemaakt tussen uitstroom naar parttime regulier werk (nog niet uit de uitkering) en uitstroom naar regulier werk met voldoende uren om in eigen inkomen te voorzien (wel uit de uitkering). Het team werk hanteert een nazorgperiode van 3 maanden, na die periode wordt de cliënt geacht definitief te zijn uitgestroomd. In januari 2011 zijn volgens de gemeente 9 cliënten duurzaam uitgestroomd (tabel 4.4).
32
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Tabel 4.4 Uitstroom cliënten De Bentheimer, 2011 2011
plaatsing regulier werk (nog wel in uitkering)
plaatsing regulier werk (voldoende inkomen, uit de uitkering)
waarvan duurzame uitstroom (3 maanden of langer werkzaam en uit uitkering)
januari
8
9
9
februari
2
3
nnb*
maart
-
6
nnb
april
1
6
nnb
* nog niet bekend
Inzoomen op een specifiek project: De wasserij Zoals al aangegeven bevindt het monitoringsysteem zich nog in de ontwikkelingsfase. Het team werk heeft daarom ter illustratie ten behoeve van dit onderzoek het project De Wasserij nader uitgewerkt. Team werk heeft dit project aangedragen omdat het representatief is voor de projecten zoals die in de Bentheimer worden uitgevoerd. De wasserij is een werkgelegenheidsproject dat cliënten ontwikkelingskansen biedt. Er wordt zorgvuldig gekeken naar de kwaliteiten en interesses van de cliënten waardoor zij vanuit de wasserij doorstromen in andere Bentheimerprojecten. Vanaf september 2010 is deze ontwikkeling/doorgroei zorgvuldig bijgehouden. Op dit moment zijn er 39 actieve cliënten in de wasserij. Deze cliënten zijn nu gemiddeld 8 maanden werkzaam in de wasserij. De gemiddelde doorlooptijd van deze cliënten is 6 maanden. Dit betekent dat een cliënt gemiddeld 6 maanden actief is in de wasserij voordat hij/zij uitstroomt. In onderstaande treft u een onderverdeling aan in doorlooptijden per categorie uitstroom.
Tabel 4.5
Reden doorstroom en gemiddelde trajectduur wasserij De Bentheimer reden doorstroom
gemiddeld aantal maanden in wasserij
doorstroom naar ander Bentheimer project
6,5 maanden
externe werkervaringsplaats
3,5 maanden
uitstroom regulier werk
4,0 maanden
uitstroom naar opleiding
7,5 maanden
terug naar klantmanager wegens ander traject
7,0 maanden
Bron: De Bentheimer, gemeente Coevorden
Uit cijfers blijkt dat 20 procent van de uitgestroomde cliënten naar een ander Bentheimerproject is doorgestroomd met een gemiddelde doorlooptijd van 6,5 maand. Een grotere stap is de cliënten die doorstromen naar een werkervaringsplaats bij een externe werkgever. 8 procent van de uitstromers zijn hier naartoe uitgestroomd met een gemiddelde doorlooptijd van 3,5 maand. Ook blijkt dat de wasserij een goed instrument is om uitstroom naar regulier werk te genereren. 28 procent van de uitgestroomde cliënten is uitgestroomd met als reden regulier werk. Deze cliënten hebben een gemiddelde doorlooptijd van 4 maanden. Dit betekent dat een cliënt die is uitgestroomd naar regulier werk gemiddeld 4 maanden actief is geweest in de wasserij. 16 procent van de uitgestroomde cliënten is een opleiding gaan
33
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
volgen, met een doorlooptijd in de wasserij van 7,5 maand. De overige 28 procent is uitgestroomd uit de Bentheimer met als reden dat hij of zij is teruggegaan naar de klantmanager op het Werkplein. Met deze cliënten is een ander traject ingegaan. De gemiddelde doorlooptijd van deze cliënten was 7 maanden.
4.4 Doelrealisatie Om de doeltreffendheid van het beleid te kunnen beoordelen is het belangrijk om inzicht te hebben in de mate waarin de gestelde doelen gerealiseerd zijn. Voor 2010 geldt dat de kwantitatieve doelen vrijwel volledig gerealiseerd zijn. De stand van het aantal Wwb- en WIJuitkeringen ligt met respectievelijk 552 en 108 licht onder de streefwaarde. De gerealiseerde instroom in de WIJ ligt echter ruim boven de gestelde ambitie, terwijl de instroom in de Wwb aanzienlijk lager is dan de doelstelling. Aan de ambitie ten aanzien van de totale instroom (WIJ en Wwb tezamen) is in 2010 voldaan. Ook de gerealiseerde uitstroom voldoet aan de gestelde verwachtingen. De hoge instroom in WIJ en de hoge uitstroom uit de Wwb is te verklaren uit het feit dat Wwb-ers jonger dan 27 jaar ‘verhuisd’ zijn naar de WIJ. Dit is met name een administratieve verschuiving. Onduidelijk is nog hoe het saldo van instroom en uitstroom uit de Wwb en WIJ correspondeert met het standcijfer. Dit sluit niet naadloos op elkaar aan.
Tabel 4.6 Doel en realisatie 2010. aantal uitkeringen - stand WIJ
110
realisatie 2010 108
Instroom WIJ
66
Wwb
561
552
Uitstroom WIJ
64
61
Ioaw
27
27
instroom/uitstroom Wwb
Doel
Realisatie
Ioaz
6
6
Instroom Wwb
176
95
Bbz
5
5
Uitstroom Wwb
167
202
710
698
instroom/uitstroom WIJ+ Wwb Instroom WIJ +Wwb
Doel
Realisatie
242
216
Uitstroom WIJ + Wwb
231
277
Totaal
doel
instroom/uitstroom WIJ
Bron: Managementrapportage Coevorden, maart 2011.
34
Doel
Realisatie 121
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Overige (kwalitatieve) doelen: • inzet van scholings- en activeringstrajecten voor klanten met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en maatschappelijke participatietrajecten in zorg of sport voor wie de eerste twee trajecten nog een stap ter ver is (Uit: Vierjarenprogramma ‘Coevorden werkt, bestuursprogramma 2006-2010’); • mensen worden toegeleid naar werk en er wordt ingezet op zoveel mogelijk tevreden klanten, zowel onder werkzoekenden en werkgevers; • matching is essentieel, alle inspanningen op zowel de vraag- als aanbodkant van de arbeidsmarkt moeten in de matching bij elkaar worden gebracht en moeten leiden tot resultaat d.w.z. uitstroom naar werk en vervulling van vacatures; • gekozen wordt voor een meer vraaggerichte benadering van de re-integratie van werkzoekenden naar de arbeidsmarkt. Hiervoor moet een vollediger beeld ontstaan van de arbeidsvraag vanuit de markt (Uit: beleidsplan Werk en Inkomen 2007-2010); • inzet op lokaal gewortelde, kleinschalige projecten die meer maatwerk bieden en daardoor succesvoller zijn de grote re-integratiebedrijven (uit: notitie Couleur Locale); • Coevorden wil “de menselijke maat” inbrengen door de diverse infrastructuren voor dagbesteding, integratie, reintegratie, onderwijs en sociale werkgelegenheid samen te brengen; • mensen niet langer indelen naar doelgroepen op basis van de wijze waarop de financiering geregeld is. De scheidslijnen tussen de doelgroepen zijn in de praktijk vaak flinterdun. De beschikbare sociale zekerheidsbudgetten moeten worden ontschot; • geen doelgroepen benoemen, maar uitgaan van de persoon en dan per persoon maatwerk in het traject afspreken (uit: Notitie Integraal Sociaal Beleid). Op basis van de gesprekken die in het kader van de evaluatie zijn gevoerd, kan worden geconstateerd dat de bovenstaande kwalitatieve doelen zijn bereikt. Er zijn echter weinig tot geen rapportages beschikbaar waaraan dit kan worden getoetst. Coevorden stuurde tot 2008 op het beschikbare budget, maar heeft door grote uitgaven in 2009 en 2010 een tekort op het W-deel opgelopen. Hier speelt mee dat het aantal re-integratietrajecten vanaf 2009 aanzienlijk is toegenomen. In de periode 2004-2009 werd gewerkt met commerciële re-integratiebureaus, maar vanaf 2009 is Coevorden de reintegratieprojecten in eigen beheer gaan uitvoeren (lokale, kleinschalige projecten). In de gesprekken wordt aangegeven dat Coevorden in eigen beheer meer activiteiten tegen dezelfde kosten kan uitvoeren. Uit tabel 4.7 blijkt dat het aantal uitgevoerde trajecten in 2009 en de eerste helft van 2010 aanzienlijk hoger ligt dan voorgaande jaren. Het aantal trajecten neemt harder toe dan de kosten voor re-integratie.
35
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Tabel 4.7 Uitgevoerde re-integratietrajecten gemeente Coevorden, 2005-2010. perioden
aantal
1e halfjaar 2005
220
2e halfjaar 2005
310
1e halfjaar 2006
300
2e halfjaar 2006
310
1e halfjaar 2007
310
2e halfjaar 2007
330
1e halfjaar 2008
350
2e halfjaar 2008
360
1e halfjaar 2009
360
2e halfjaar 2009
430
1e halfjaar 2010*
550
Bron: Kernkaart Wwb.
Kosten gerelateerd aan uitstromer De totale uitgaven aan re-integratiebeleid gerelateerd aan de gerealiseerde uitstroom geven inzicht in de doelmatigheid van het beleid. De kosten per uitstromer (< 65 jaar) schommelden in de periode 2004-2008 tussen 10.000 en 15.000 euro. In 2009 namen de kosten per uitstromer aanzienlijk toe tot € 22.000 als gevolg van een toename van de uitgaven enerzijds en een daling van het aantal uitstromers anderzijds. Vooral het aantal uitstromers naar werk nam in 2009 af, waardoor de kosten per uitstromer naar werk ruim twee keer zo hoog liggen. In 2010 liggen het aantal uitstromers en de kosten per uitstromer weer op het niveau van 2004-2008. De kosten per uitstromer worden overigens beïnvloed door externe factoren. In tijden van laagconjunctuur is er sprake van weinig baanopeningen, hierdoor is het moeilijker om mensen naar werk uit te laten stromen. In tijden van hoogconjunctuur bestaat het bestand voor een groot deel uit moeilijk bemiddelbare klanten. Daarvoor geldt dat er relatief meer kosten gemaakt moeten worden per traject om uitstroom te bewerkstelligen. Tabel 4.8 Aantal uitstromers en kosten uitstroom, Coevorden, 2004-2010. totale uitstroom (<65 jaar)
kosten uitstromer (x € 1.000)
uitstroom naar werk (<65 jaar)
kosten uitstromer naar werk (x € 1.000)
totale uitgaven (x € 1.000)
2004
230
2005
215
€ 12
95
€ 29
2.754
€ 11
130
€ 19
2006
2.465
290
€ 10
160
€ 18
2.934
2007
185
€ 15
95
€ 29
2.716
2008
200
€ 15
90
€ 33
2.966
2009
160
€ 22
50*
€ 71
3.539
2010
270*
€ 11
130*
€ 23
2.950*
Bron: Kernkaart Wwb en *) gegevens van gemeente Coevorden
36
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
4.5 Ontwikkeling in perspectief
4.5.1
Werkgelegenheid, werkloosheid, Wwb-uitkeringen
Om de resultaten van het re-integratiebeleid van de gemeente Coevorden in perspectief te kunnen plaatsen, wordt in deze paragraaf een vergelijking gemaakt met de ontwikkeling van de werkgelegenheid en het klantenbestand in een viertal referentiegemeenten in de regio, namelijk Emmen, Hoogeveen, Hardenberg en Meppel. Ontwikkeling werkgelegenheid redelijk gunstig geweest Als het aantal banen in de regio toeneemt, vergroot dat de kansen op re-integratie voor niet-werkenden. Omgekeerd bemoeilijkt een stagnerende of afnemende werkgelegenheid toetreding tot de arbeidsmarkt. De ontwikkeling van de werkgelegenheid in Coevorden is tussen 2006 en 2008 redelijk gunstig geweest (van 14.150 banen naar 15.060; +6,4%). Vanaf 2008 is het aantal banen onder invloed van de crisis afgenomen tot 14.780 (-1,9%). In de referentiegemeenten Emmen (-3,7% en Meppel (-0,7%) is er eveneens een afname zichtbaar in de werkgelegenheid in de periode 2008-2010, terwijl in Hardenberg (+0,1%) en Hoogeveen (+2,3%) sprake is van een (lichte) toename. Landelijk nam het aantal banen tussen 2008 en 2010 met 0,4 procent af. Tabel 4.9 Ontwikkeling van de werkgelegenheid (totaal aantal banen) in Coevorden en referentiegemeenten, 2006-2010. Coevorden
Emmen
Hardenberg
Hoogeveen
Meppel
2006
14.150
47.720
22.690
25.770
18.260
2007
14.950
49.040
23.230
27.490
19.050
2008
15.060
50.870
24.410
27.940
19.100
2009
15.020
50.050
24.570
28.560
19.090
2010
14.780
49.010
24.430
28.570
18.970
2006-2010
4,5%
2,7%
7,7%
10,9%
3,9%
2008-2010 Bron: LISA
-1,9%
-3,7%
0,1%
2,3%
-0,7%
Relatief beperkte toename WwWw-uitkeringen in Coevorden Voor de instroom in de Wwb is verder de werkloosheidssituatie van belang. Een deel van de instroom in de bijstand komt immers vanuit de WW. De gemeente Coevorden scoort beter dan gemiddeld als het gaat om de ontwikkeling van de werkloosheid. In 2009 en de eerste helft van 2010 is in alle gemeenten het effect van de economische crisis zichtbaar, maar deze blijft in Coevorden beperkt. In 2010 neemt het aantal Ww-uitkeringen eerst (licht) toe en vervolgens in de laatste maanden van 2010 weer af. Door de jaren heen is voor Coevorden ook duidelijk te zien dat er sprake is van seizoenswerkloosheid. In eerste kwartaal van het jaar loopt de werkloosheid steeds wat op, om in de periode daarna weer af te nemen.
Figuur 4.2 Ontwikkeling (relatief) van het aantal Ww-uitkeringen (1e kwartaal 2004 – 1e kwartaal 2011, beginstand kwartaal) index, stand 1e kwartaal 2004 =100%
37
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
150% 125% 100% 75% 50% 25% 0% kw1-04
kw1-05 C oevorden
kw1-06
kw1-07
Emmen
kw1-08 Hardenberg
kw1-09
kw1-10
Hoogeveen
kw1-11 Meppel
Bron: UWV Werkbedrijf
Toename WwbWwb-bestand vanaf 2004 bovengemiddeld; vanaf 2010 scoort Coevorden relatief goed Het aantal Wwb-cliënten (jonger dan 65 jaar) in Coevorden bedraagt 670 per 1 maart 2011. De ontwikkeling van het aantal Wwb-cliënten jonger dan 65 jaar in Coevorden kent eenzelfde patroon als de ontwikkeling in de referentiegemeenten. Na een lichte toename tot 2005, neemt het aantal uitkeringen in 2006 en 2007 weer af, waarna vanaf 2008 in alle gemeenten een geleidelijke toename plaatsvindt. In de periode 2008 tot en met 2010 ligt het aantal cliënten in Coevorden ten opzichte van de beginsituatie in 2004, hoger dan in de referentiegemeenten.
38
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Figuur 4.3 Ontwikkeling (relatief) van het aantal Wwb-uitkeringen (<65 jaar, begin 1e kwartaal 2004 - 2e kwartaal 2011). Index, stand 1e kwartaal 2004 = 100% 150%
125%
100%
75%
50% kw1-04
kw1-05 C oevorden
kw1-06
kw1-07
Emmen
kw1-08
Hardenberg
kw1-09
kw1-10
Hoogeveen
kw1-11 Meppel
Bron: CBS
Als echter gekeken wordt naar de recente ontwikkeling van het aantal Wwb-uitkeringen in 2010 en de eerste maanden van 2011, dan scoort Coevorden relatief goed in vergelijking tot de referentiegemeenten. In Coevorden is het aantal Wwb-uitkeringen in deze periode ongeveer op hetzelfde niveau gebleven, terwijl Emmen, Hoogeveen en Meppel een duidelijke toename kennen.
39
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Figuur 4.4 Ontwikkeling (relatief) van het aantal Wwb-uitkeringen (<65 jaar, januari 2010 – maart 2011). 5,0
4,0
3,0
2,0
1,0
C oevorden
Emmen
Hardenberg
Hoogeveen
september '10
januari ‘10
januari ‘09
januari ‘08
januari ‘07
januari ‘06
januari ‘05
januari '04
0,0
Meppel
Bron: gemeente Coevorden, CBS.
Het aandeel Wwb-ers als percentage van de totale bevolkingsgroep 20-65 jaar is in Coevorden met 3,1 procent (peildatum: 1 september 2010) lager dan in Emmen (4,2 procent), maar aanzienlijk hoger dan in Hardenberg (1,7 procent). Gezien over een langere periode schommelt het aandeel Wwb-ers ten opzichte van de groep 20-65 jarige al jaren rond 2,5-3,0 procent.
4.5.2
Re-integratietrajecten
Coevorden kent relatief sterke toename van rere-integratietrajecten vanaf 2009 Het aantal re-integratietrajecten in Coevorden is vanaf de eerste helft van 2005 (220 trajecten) geleidelijk toegenomen tot 360 in de eerste helft van 2009. Vanaf de zomer van 2009 is het aantal trajecten sterk toegenomen tot 550 in de eerste helft van 2010. In de referentiegemeenten is deze flinke toename, met uitzondering van Hoogeveen, niet zichtbaar. De inzet van gesubsidieerde arbeid (waaronder loonkostensubsidies) was in Coevorden vooral in 2006 en 2007 aanzienlijk (ongeveer 80), waarna in 2009 het aantal afneemt tot 20. Het percentage varieert van 4 tot 22 procent. Ook in de overige referentiegemeenten ligt het percentage op ongeveer hetzelfde niveau (met uitzondering van Hoogeveen). 4.5.3
In- en uitstroom Wwb
40
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Gemiddelde dynamiek in klantenbestand Coevorden De in- en uitstroom in het bestand vertelt iets over de mate waarin het Wwb-bestand in beweging is. Het gaat hierbij niet alleen om uitstroom naar werk, maar om de totale uitstroom. De gemeente Coevorden komt wat betreft de dynamiek binnen het cliëntenbestand goed overeen met de referentiegemeenten. Voor 2009 geldt dat het aandeel instromers in Coevorden met 43 procent redelijk overeenkomt met de referentiegemeenten. Het percentage uitstromers ligt met 19 procent iets lager dan in de referentiegemeenten, maar het verschil met Emmen en Meppel is beperkt. Vergelijkingscijfers over 2010 zijn (nog) niet beschikbaar.
Tabel 4.10 Aantal en aandeel in- en uitstroom in 2009, Coevorden en referentiegemeenten instroom
1
%1
uitstroom
%2
Coevorden
285
43%
160
19%
Emmen
1240
47%
735
22%
Hardenberg
310
56%
195
26%
Hoogeveen
495
49%
355
26%
Meppel
195
38%
135
20%
Het aandeel nieuw toegekende algemene bijstandsuitkeringen in het verslagjaar ten opzichte van het aantal huishoudens met een algemene
bijstandsuitkering per 31 december van het verslagjaar. 2
Het aandeel van in het verslagjaar beëindigde bijstandsuitkeringen ten opzichte van het totale aantal huishoudens met een
bijstandsuitkering per 1 januari plus het aantal nieuwe bijstandsuitkeringen t/m 31 december. Bron: Kernkaart Wwb.
Aandeel duurzame uitstromers gelijk aan referentiegemeenten Het totaal aantal uitstromers in Coevorden is in 2009 kleiner dan in de voorgaande jaren. Als het gaat om duurzame uitstroom is de uitstroom als gevolg van aanvaarding van werk van belang. In Coevorden ligt dit percentage tussen 2004 en 2008 tussen 40 en 60 procent van de totale uitstroom (tabel 4.11). In de referentiegemeenten liggen deze percentages op hetzelfde niveau.
41
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
Tabel 4.11 Beëindiging uitkering door aanvaarding werk als percentage uitstroom, 2004 – 2009. uitstroom (<65 jaar)
uitstroom werk
percentage uitstromers naar werk
2004
230
95
41%
2005
215
130
61%
2006
290
160
56%
2007
185
95
51%
2008
200
90
45%
2009
160
46*)
29%
Bron: Kernkaart Wwb en *) gemeente Coevorden.
Terugval in Coevorden vergelijkbaar met Emmen en Meppel Een belangrijke vraag is hoe het aandeel terugvallers zich in Coevorden verhoudt tot de referentiegemeenten. Terugval is hier, conform de landelijke kernkaart Wwb, gedefinieerd als het opnieuw afhankelijk worden van een bijstandsuitkering, nadat in de voorafgaande periode van 12 maanden de bijstandsuitkering werd beëindigd. De meest recente gegevens over terugval gaan over 2009. Het aantal terugvallers (draaideurcliënten) is in de periode 2004-2009 afgenomen van 55 in 2004 tot 35 in 2009. Het aandeel terugvallers (aandeel terugvallers ten opzichte van het totale aantal beëindigde bijstandsuitkeringen in de periode 1 januari t/m 31 december van het verslagjaar) komt in de periode 2004 tot en met 2009 overeen met het beeld in Emmen en Meppel. De gemeenten Hardenberg en Hoogeveen kennen gemiddeld genomen een hoger aandeel terugvallers dan Coevorden, Emmen en Meppel.
Tabel 4.12 Aantal en percentage terugvallers. Coevorden
Emmen
Hardenberg
Hoogeveen
Meppel
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
aantal
%
2004
55
23%
300
27%
90
31%
110
32%
35
18%
2005
40
18%
180
18%
50
15%
85
22%
45
21%
2006
40
14%
175
17%
45
15%
380
48%
60
25%
2007
<5
< 5%
20
2%
110
49%
70
19%
10
6%
2008
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b.
n.b
n.b.
n.b.
n.b.
n.b
2009
35
22%
170
23%
55
28%
85
24%
40
30%
Bron: Kernkaart Wwb.
42
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
4.6 Kosten per traject Op basis van de Kernkaart van het Ministerie van Sociale Zaken kunnen de kosten per re-integratietraject tussen de gemeenten worden vergeleken. De volgende zaken vallen op als wordt gekeken naar de resultaten: • De uitgaven voor re-integratie zijn tussen 2007-2010 met 8,5 procent gestegen in Coevorden van 2,72 miljoen euro naar 2,95 miljoen euro; Het aantal re-integratietrajecten is in dezelfde periode nog harder toegenomen met 93 procent van 310 in 2007 naar 600 in 2010. • De kosten per traject nemen af in Coevorden van € 8.760 per traject in 2007, naar € 4.320 per traject in 2010, ofwel een daling met 51%; Dit valt samen met de keuze van de gemeente Coevorden om de re-integratie in eigen beheer te gaan uitvoeren. • In 2007 en 2008 waren de kosten per traject met € 8.760 het hoogst in Coevorden, in 2009 bekleedt Coevorden een middenpositie voor wat de kosten per traject. • Het aantal re-integratietrajecten in de referentiegemeenten is afgenomen tussen 2009 en 2010, in Coevorden juist sprake van een toename.
Tabel 4.13 4.13 De totale werkelijke uitgaven, het aantal trajecten en de kosten per traject. 2007
2008
2009
2010
werkelijke uitgaven Coevorden
€ 2.715.990
€ 2.965.850
€
Emmen
€ 13.279.480
€ 13.301.000
€ 13.102.980
3.538.570
-
Hardenberg
€
2.616.530
€ 2.577.400
€
3.055.990
-
Hoogeveen
€ 4.960.960
€ 5.097.090
€ 6.684.070
-
Meppel
€ 2.334.080
€ 2.420.920
€
€
2.950.590
3.161.540
-
aantal trajecten Coevorden
310
330
530
600
2.270
2.150
1.910
1.750
Hardenberg
510
520
530
490
Hoogeveen
700
830
1.140
1.110
Meppel
350
320
300
250
Emmen
kosten per traject Coevorden
€
8.760
€
8.990
€
6.680
Emmen
€
5.850
€
6.190
€
6.860
-
Hardenberg
€
5.130
€
4.960
€
5.770
-
Hoogeveen
€
7.090
€
6.140
€
5.860
-
Meppel
€
6.670
€
7.570
€
10.540
-
Bron: Kernkaart, Ministerie van SZW
43
€
4.320
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
4.7 Resumé normen Er is inzicht in de ontwikkeling van het klantenbestand
De doelen voor de bestandsontwikkelingen
toetsingscriteria • Wat zijn de ontwikkelingen in de omvang van het Wwb-bestand in de onderzoeksperiode?
•
Hoeveel cliënten zijn er in de onderzoeksperiode doorverwezen naar elk van de partners, uitgesplitst naar doelgroep, instrument en trede op de re-integratieladder? (absoluut + relatief)
•
Hoeveel cliënten zijn er in de onderzoeksperiode duurzaam uitgestroomd? (absoluut + relatief)
•
Wat is de kwantitatieve norm die is vastgelegd in beleid. Is die behaald?
worden bereikt
44
waardering (++, +, ±, -, - -) + Toelichting: er is inzicht in de ontwikkeling van de omvang van het bestand. +/Toelichting: in verantwoording is aantal cliënten per instrument bekend (instroom, uitstroom), maar er is geen zichtbare relatie gelegd met trede op de re-integratieladder, Er is daarmee ook geen zicht op de doorstroom en het rendement van een traject in termen van duurzame uitstroom. +/Van de cliënten die zijn uitgestroomd zijn er in 2009 35 binnen een jaar teruggevallen in de bijstand. In 2009 zijn er 160 personen uitgestroomd. Dit betekent volgens de landelijke definitie dat 22% is teruggevallen en 78% duurzaam is uitgestroomd. + Toelichting: Voor 2010 geldt dat de kwantitatieve doelen vrijwel volledig gerealiseerd zijn. De stand van het aantal Wwb- en WIJ-uitkeringen ligt met respectievelijk 552 en 108 licht onder de streefwaarde. De doelstelling voor uistroom lag op 145. De realisatie is 270. Daarmee is ook dit doel gehaald.
Onderzoek doelmatigheid doelmatigheid gemeenten Coevorden • Resultaten
normen De
bestandsontwikkelingen
onberedeneerd
negatief
wijken
niet
af
van
toetsingscriteria • Aantal personen/huishoudens in de Wwb is afgenomen c.q. minder hard gegroeid dan landelijk of in referentiegemeenten;
benchmarkgemeenten
Terugval*)
of
draaideurcliënten
wordt
•
Wat zijn soortgelijke resultaten in soortgelijke gemeenten? (benchmark)? (absoluut + relatief, nodig omwille vergelijkbaarheid)
•
Het aantal terugvallers in Coevorden is lager dan in de referentiegemeenten;
•
Hoe wordt Work First-beleid vormgegeven. Waaruit blijkt dat.
•
•
Sociale dienst, UWV en evt. andere ketenpartners werken actief samen om instroom uit de WW in de Wwb te voorkomen. Hoe gebeurt dit (op het Werkplein?) en wat zijn de meetbare resultaten? Hoe is op de bovengenoemde items de efficiency van het gevoerde beleid te kwalificeren? Wat is de verhouding tussen kosten en baten van het beleid (doelmatigheid)? Totale kosten voor re-integratie
•
Kosten per traject
tegengegaan.
Instroom vanuit WW naar Wwb wordt tegengegaan?
De resultaten van het beleid worden bereikt
•
tegen optimale kosten
45
waardering (++, +, ±, -, - -) +/Toelichting: In periode 2004-2009 is de groei sterker dan in ref. gemeenten. In 2010 scoort Coevorden juist beter dan ref. gemeenten. +/Toelichting: Uitstroompercentages in Coevorden en ref. gemeenten komen overeen. Ook percentage uitstromers naar werk ligt in Coevorden vrijwel gelijk aan ref. gemeenten. +/Toelichting: het aandeel (!) terugvallers in Coevorden is gelijk aan de ref. gemeenten. ++ Toelichting: De gemeente Coevorden heeft als uitgangspunt: niemand achter de geraniums. Iedereen levert een bijdrage. 90% van de uitkeringsgerechtigden heeft een re-integratietraject. Ze geeft daarmee invulling aan Work First-beleid. +/BOCE gemeenten en UWV werken samen op het Werkplein. Over de resultaten is in kwantitatieve zin niets bekend. + Toelichting De uitgaven voor re-integratie zijn tussen 2007-2010 met 8,5% gestegen in Coevorden van 2,72 miljoen euro naar 2,95 miljoen euro; het aantal reintegratietrajecten is in dezelfde periode nog harder toegenomen met 93% van 310 in 2007 naar 600 in 2010. De kosten per traject nemen af in Coevorden van € 8.760 per traject in 2007, naar € 4.320 per traject in 2010. In 2007 en 2008 waren de kosten per traject met € 8.760 het hoogst in Coevorden, in 2009 bekleedt Coevorden een middenpositie voor wat betreft de kosten per traject.
bijlagen
46
Bijlage 1. Normenkader
Onderzoeksvraag 1: Wat is het re-integratiebeleid? normen Het
re-integratiebeleid
is
duidelijk geformuleerd. Het re-integratiebeleid bevat doelen voor alle doelgroepen
Het re-integratiebeleid bevat
toetsingscriteria • Welke beleidsdoelen streeft de gemeente Coevorden na met het re-integratiebeleid? • Zijn deze doelen SMART geformuleerd? • In hoeverre is de raad betrokken? • • •
Worden er doelgroepen onderscheiden? Wat zijn de doelstellingen per doelgroep? Is er sprake van generatiewerkloosheid? Heeft de gemeente een effectief beleid ontwikkeld ter voorkoming van generatiewerkloosheid?
Wordt gebruik gemaakt van de re-integratie-/participatieladder?
doelen voor stroom naar werk en voor participatie Welke instrumenten worden
•
Welke instrumenten worden er (per doelgroep) gebruikt om de re-integratiedoelstellingen te behalen?;
• • • • • • •
De gemeente heeft ketenpartners om de re-integratie vorm te geven. Hoe is de samenwerking vormgegeven? Hoe verloopt de samenwerking met de re-integratiepartners? Met welke ketenpartners wordt wel samengewerkt en met welke niet? Waarom? Op welke wijze worden de re-integratiepartners aangestuurd? Hiermee wordt intensief en doelmatig samengewerkt. Overdracht van cliënten gebeurt op ‘warme’ manier.
ingezet? De gemeente werkt goed samen met
ketenpartners
bij
de
aanpak van re-integratie
Onderzoeksvraag 2: Welke uitgaven zijn hiervoor gedaan? normen Er
is
voldoende
beschikbaar
voor
budget het
re-
integratiebeleid Het budget wordt zo ingezet
toetsingscriteria • Hoeveel geld was er in de onderzoeksperiode beschikbaar voor het W-deel? • Hoe is dit budget voor het werkdeel opgebouwd/ gealloceerd naar diverse onderdelen?; • Wat waren hierbij de daadwerkelijke bestedingscijfers, in totaal en uitgesplitst naar doelgroep, reintegratiepartner, instrument en trede op de re-integratieladder? • Welk deel van het budget is besteed aan de eigen organisatie?
dat de (sub) doelen kunnen worden bereikt
Onderzoeksvraag 3: In hoeverre is het beleid aanpasbaar aan wisselingen in de marktomstandigheden en in hoeverre is het
beleid daarom daadwerkelijk aangepast? normen De gemeente houdt rekening met
(extra)
inkomstenmogelijkheden
toetsingscriteria • Speelt de gemeente adequaat in op krimpende budgetten vanuit het Rijk voor re-integratie? • In hoeverre zit er geoormerkt geld bij?
en
de toekomstige ontwikkeling van het Rijksbudget De gemeente analyseert de
•
Speelt de gemeente adequaat in op de aanstaande demografische ontwikkelingen (ontgroening, vergrijzing, krapte op de arbeidsmarkt in bepaalde sectoren)?
•
Op welke wijze worden de invloeden van de recessie in het gemeentelijke arbeidsmarktbeleid verwerkt? Heeft de gemeente voldoende contacten/ feeling met de vraagzijde van de arbeidsmarkt (werkgevers), om zodoende adequaat te kunnen reageren op nieuwe ontwikkelingen?
effecten van de demografische ontwikkelingen
op
werkloosheid en bijstand De gemeente heeft up-to-date kennis van de arbeidsmarkt en
•
47
de effecten op werkloosheid en bijstand
Onderzoeksvraag 4: In hoeverre is het beleid doeltreffend? Hoe groot is bij de gemeentelijke bijstand de instroom, doorstroom en
uitstroom en hoe definitief is deze uitstroom? normen Er is inzicht in de ontwikkeling van het klantenbestand
toetsingscriteria • Wat zijn de ontwikkelingen in de omvang van het Wwb-bestand in de onderzoeksperiode? • Hoeveel cliënten zijn er in de onderzoeksperiode doorverwezen naar elk van de partners, uitgesplitst naar doelgroep, instrument en trede op de re-integratieladder? (absoluut + relatief)
de
• •
Hoeveel cliënten zijn er in de onderzoeksperiode duurzaam uitgestroomd? (absoluut + relatief) Wat zijn soortgelijke resultaten in soortgelijke gemeenten? (benchmark)? (absoluut + relatief, nodig omwille vergelijkbaarheid)
bestandsontwikkelingen
• •
Aantal personen/huishoudens in de Wwb is afgenomen c.q. minder hard gegroeid dan landelijk of in referentiegemeenten; kwantitatieve norm die is vastgelegd in beleid;
• •
Het aantal terugvallers in Coevorden is lager dan in de referentiegemeenten; Hoe wordt Work First-beleid vormgegeven. Waaruit blijkt dat.
•
Sociale dienst, UWV en evt. andere ketenpartners werken actief samen om instroom uit de WW in de Wwb te voorkomen. Hoe gebeurt dit (op het Werkplein?) en wat zijn de meetbare resultaten?
De
doelen
voor
bestandsontwikkelingen worden bereikt De wijken
niet
negatief
onberedeneerd af
van
benchmarkgemeenten Terugval*) of draaideurcliënten wordt tegengegaan. Instroom vanuit WW naar Wwb wordt tegengegaan?
*Terugval is binnen de Kernkaart door het Ministerie gedefinieerd als het aantal huishoudens dat opnieuw afhankelijk werd van bijstand in het verslagjaar (1-1 t/m 31-12) nadat in de voorafgaande periode van 12 maanden de bijstand werd beëindigd. Onderzoeksvraag 5: In hoeverre is het beleid doelmatig? normen De
resultaten
van
het
beleid worden bereikt tegen optimale kosten
toetsingscriteria • Hoe is op de bovengenoemde items de efficiency van het gevoerde beleid te kwalificeren? Wat is de verhouding tussen kosten en baten van het beleid (doelmatigheid)? • Totaal budget en totale kosten; • Kosten per traject; • Kosten per traject in vergelijking met referentiegemeenten of gemeenten in gelijke grootteklasse.
48
Bijlage 2. Gesprekspartners Interne gesprekspartners. naam
functie
Mevrouw T. Pot
Portefeuillehouder sociale zaken, welzijn,plattelandsvernieuwing en accommodatiebeleid
De heer A. Eeftink
Accountmanager Werk gemeente Coevorden
De heer A. Groothuis
Teamleider Werk gemeente Coevorden
De heer H. Geelen
Beleidsmedewerker Economische Zaken
Mevrouw A. Haken
Manager Publieksservice at Gemeente Coevorden
De heer A. Meijering
juridisch kwaliteitsmedewerker gemeente Coevorden
Mevrouw R. Ruinemans
Financieel Administratief medewerkster
Externe gesprekspartners naam
functie
De heer W. Hemmes
Lid Industriële Vereniging Coevorden
Mevrouw R. van de Pal
Parkmanager voor Parkmanagement Coevorden
49
Bijlage 3. Begrippenlijst BOCE CWI De Bentheimer EMCO ESF Fins Gastheermodel
I-deel Wwb IVC Nugger PMC Qwink
Borger-Odoorn, Coevorden, Emmen Centrum voor Werk en Inkomen Bedrijfsverzamelgebouw van waaruit team Werk onder de naam De Bentheimer arbeidsreintegratie uitvoert Werkleerbedrijf voor Emmen-Coevorden Europees Sociaal Fonds Het 'gastheergemeentemodel' bestaat eruit dat de ene gemeente, in Finland 'gastheergemeente' genoemd, taken uitvoert ten behoeve van (een) andere gemeente(n), de gastgemeente(n). Er is dus sprake van een klant-leveranciersverhouding Deel van de activiteiten van de Wwb die samenhangen het het inkomensdeel van arbeidsreintegratie (inkomen) Industrievereniging Coevorden Niet uitkeringsgerechtigden Parkmanagement Coevorden Naam voor bedrijfsverzamelgebouw voor werk en inkomen in Emmen, later omgedoopt tot Werkplein Zuidoost-Drenthe
ROC SMART
Specifiek Meerbaar Acceptabel Realistisch en Tijdgebonden
Stratech UWV
Diagnose en monitoringsysteem arbeidsre-integratie gemeente Coevorden Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen
WAO W-deel Wwb
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
Wia WIJ
Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen Wet Investeren in Jongeren
WMO Wsw
Wet Maatschappelijk Ondersteuning
Ww
Werkloosheidswet
Wwb
Wet Werk en Bijstand
Regionaal Opleidingen Centrum (middelbaar beroepsonderwijs)
Deel van activiteiten van de Wwb die samenhangen met arbeidsre-integratie (werk)
Wet Sociale Werk Voorziening
50