Reisverslag van Theo van Brunschot 2008 -2010 Gr5 – Basel - Thun - Gemmipas – Simplonpas - Parco di Lombardo – Pavia – Via Fr.
Vanaf Maastricht heb ik, in 2008, de GR5 route gevolg door de Ardennen en Luxemburg. Ik heb daarbij gebruik gemaakt van de overnachtingadressen uit het boekje. Mijn ervaring daarbij is dat het in September (mijn wandelmaand) niet echt nodig is om te reserveren. Ik had dat (uit onbekendheid en onzekerheid) wel gedaan en daarmee inflexibiliteit in mijn tocht ingebouwd. Ik heb daar overigens geen last van gehad, dit eerste deel mijn tocht verliep zoals ik had gepland. Bij Schengen heb ik de GR5 verlaten (om de grote boog om Metz af te snijden) en ben ik via Sierck-les-Bains, Bouzonville, St. Avold naar Domnon-les-Dieuze gewandeld om bij Rhodes weer op de GR5 uit te komen. Dit stukje Frankrijk is niet uitbundig bezaaid met overnachtingadressen maar ik heb mede geput uit de reisbeschrijvingen uit het boekje 'Lopen naar Rome' van Kees Roodenburg. Vervolgens de GR5 door de Vogezen gevolgd tot Chatenois. Een mooie, niet zo zware tocht met als hoogtepunt het klooster Mont Saint Odile, een aanrader. Daar ben ik afgebogen naar de Rijn en via de Duitse oever naar Bazel gelopen (via Marckolsheim, Breisach , Neuenburg en Binzen). Vanaf Bazel ben ik via vorstelijke fietspaden (maar zó rustig dat ze prima als wandelpaden te gebruiken zijn. Goede 'veloroute'kaartjes, overal te verkrijgen) verder gelopen via Liestal, Langenthal, Burghof en Münsingen aangekomen bij mijn eerste eindpunt: Thun. Met zicht op de bergen ben ik daar naar huis teruggegaan om een jaar later daar weer te beginnen. Op 1 september 2009 ben ik met de nachttrein van Arnhem naar Bazel en met de boemel verder naar Thun gegaan. Fantastische manier op goedkoop naar je beginpunt te reizen. 's Morgens om 9 uur aangekomen en meteen met mijn eerste wandeletappe naar Frutigen begonnen. De tweede dag ging het echt gebeuren: het Berneroberland over bij Kandersteg via de Gemmipas ( 2314m.). De klim was fantastisch, mooi weer, hier en daar wat steiler maar prachtig om steeds weer 'meer' uitzicht te krijgen en gestaag aan hoogte te winnen. Een mooie dag die me voerde naar berghotel Schwarenbach (300 meter onder de pas, mèt lager, goedkoop, gezellig). De volgend morgen, in druiliger weer de pas over, en begonnen aan de afdaling. Boven op de Gemmipas kijk je bijna loodrecht op het, 1000 meter lager gelegen,
plaatsje Leukerbad. De afdaling was het minst plezierige deel van de hele Rome tocht. Steil, nat en lang. Met indrukwekkende uitzichten op steile wanden ben ik, met pijn in de bovenbenen, uiteindelijk beneden gekomen, waar even rust in het gezellige plaatsje Leukerbad meer dan welkom was. Nog even verder naar beneden en ik was in het Rhônedal aangekomen. Bij Brig vervolgens de Walliseralpen over via de Simplonpas ( 2005m.). Een prachtig pad via een oude zouthandelsroute, de Stockalperweg (prima aangegeven, kan niet missen). De aanloop was glooiend, prachtig uitzichten over de gehele Zwitserse Alpen. De afdaling was zo mogelijk nog mooier (in ieder geval nog eenvoudiger). Heel langzaam, via prachtige almen en kloven, daalt deze route Italië in. Schitterend. Meteen na de grens wordt alles anders. Je bent gedwongen langs een drukke bergweg te lopen zonder veel mogelijkheden voor wandelaars (heb ik daar in ieder geval niet ontdekt). Als de weg verder naar het dal voert, wordt deze breder en beter, even verder zijn er zelfs goede alternatieven om via rustige dorpswegen de bergen uit te komen. Via Domodossola, Mergozzo naar Laveno waar ik het Lago Maggiore overgestoken ben (ieder uur een veerdienst). Via Lago di Monate naar de ingang van het Parco di Lombardo. Vervolgens, in vijf dagen via het E1-pad (prima aangegeven) door het stille maar o, zo mooie natuurpark naar Pavia gelopen, met tekens weer zicht op de brede maar traagstromende Ticino. In het Parco di Lombardo zijn niet zo veel overnachtingsmogelijkheden. Vier keer heb ik in mijn tentje overnacht (camping Lago di Monate, camping Alla Cascate bij Somma Lombardo, camping Val Verde bij Turbigo en een keer vrij gecampeerd). Verder hotelletjes gevonden in Abbiategrasso en Besate. Bij Pavia ben ik (bij de prachtige San Michele) gestuit op de via Francigena welke ik verder gevolg heb tot Rome. Vanaf Pavia eerst een aantal dagen gewandeld door de Po-vlakte (Besate, Belgoioso, via een leuke Po-overgang in de regen naar Corte Sant'Andrea, Montale en naar Piazenza). De Povlakte staat bekend als heet en droog (voldoende water mee voor onderweg!). In mijn geval was het nat en koud en aanleiding tot mijn enige blaar van de hele tocht. Bij Pied-a-Terre in Amsterdam heb ik prima kaarten kunnen krijgen van de hele via Francigena en ook een boek (Guida alla via Francigena, in het Italiaans) met overnachtingsadressen bij kloosters en kerken. Ik heb daar veel gebruik van gemaakt en tot meer dan volle tevredenheid. Via het Tarodal de Apenijnen overgestoken, daarbij overnacht in Fiorenzuola d'Arda, Costamezzana, Sivizzano, Berceto, Pontremoli (geslapen in het kasteel) naar Aulla. Daar even de via Francigena verlaten om de kale vlakte en drukke wegen rond Carrara te vermijden. Ik ben naar de kust gewandeld (Avenza/Fiumaretta di Ameglia) en vanaf daar, over de lange boulevard en langs het strand (behalve de Marmerhaven van Carrara, echt aan te bevelen) naar Pietrasanta gelopen en vervolgens Lucca: het eindpunt van mijn tweede grote etappe. Met het vliegtuig vanaf Pisa naar huis: Easy! Het laatste stuk van Lucca naar Rome heb ik afgelopen augustus gelopen (2010). Hier ben ik met mijn vrouw en de tent naar toe gegaan, waarbij we de tent telkens ergens centraal voor vier etappes plaatste en Els, mijn vrouw, me 's morgens naar een etappestart bracht en 's middags bij een eindpunt weer ophaalde. Zij heeft ook een zestal etappes meegelopen, daar waar we openbaar vervoer konden gebruiken (geen slechte ervaringen mee in Italië). Ik heb daarbij de via Francigena gevolgd zonder veel van de route af te wijken. Alhoewel ik in augustus liep, viel de warmte mij wel mee. Het was weliswaar regelmatig 34 graden, maar ik liep vaak vroeg, paste mijn afstanden wat aan (hier gemiddeld 25 km. per dag) en uiteraard voldoende vocht mee (water maar ook warm drinken zoals thee en soep, werkt prima).
Op 27 augustus ben ik, op mijn 60e verjaardag, in Rome aangekomen en werd ik ontvangen door een 20-tal vrienden en familieleden. Vooraf heb ik contact gezocht met de decaan van de Friezenkerk die ons fantastisch ontvangen heeft, met uitleg over de historie van de Friezenkerk, een rondleiding gaf en van wie ik mijn oorkonde mocht ontvangen. Alles bij elkaar een onvergetelijke tocht. Ik heb geen verslag gemaakt maar mijn ervaringen, indrukken en gedachten proberen vast te leggen in een 120-tal kleine, zesregelig gedichtjes. De eerste 5 regels van die gedichtjes zijn vaak beschouwend terwijl de zesde regel vaak weer relativerend is. Het leven is al serieus genoeg. Bij die gedichtjes nam ik ook vaak een tweetal passende foto's zodat ik een herinnering voor mezelf van mijn tocht heb vastgelegd. De ware herinnering zit natuurlijk in mijn hoofd waar ik een drietal indrukken nog lang hoop te mogen koesteren. - Ten eerste: Ik krijg regelmatig de reactie 'Wouw, wat een geweldige tocht en wat een onderneming'. Maar eigenlijk is het gewoon telkens een stuk, iedere keer één dag en dan iedere dag nog: stap voor stap. En met al die kleine stappen, maak je dan een grote tocht - Ten tweede: De verwondering. Verwondering over al die grote en kleine dingen die ons bestaan mogelijk maken en die ik tot nu toe als vanzelfsprekend beschouwde: zoals de zon, het leven, de herhaling van seizoenen, het weer, de telkens terugkerend groei en ook ons einde. - En als derde: De focus op de kleine dingen die mij onderweg gelukkig maakten. Dat, i.p.v. de grote en gewichtige dingen die ons, in ons ´normale´ leven, zo vaak bezig houden zoals een baan, geld, een huis, een auto en onze status. Theo van Brunschot, Plasmolen
DE START Vandaag de start, ik ga op pad. De een zegt ‘Och’, de ander ‘Tjee, dat is me wat’. Ik zoek de mooiste paden en de verste vergezichten. Ik zoek heldere gedachten en mijn diepste ingezichten. Op zoek naar keuzen voor een verder leven…..mag ik hopen. Maar voorlopig is het naar Rome nog een verdomd eind lopen.
DE HOOGMIS Het is stil in het bos, bij St. Quirin, in het hart van de Vogezen. Alsof iets zeggen wil: ‘hé vriend, je bent hier enig levend wezen’. Het is plechtig bijna, sereen, zo nu en dan het kraken van het hout. Maar dan weer stilte, het is de hoogmis van het woud. Even….. lispelend water, een vogel, de wind ruisend door de twijgen. Zo mooi…. , ook mijn I-podje moet hier maar even zwijgen.
DE POEFF Ik heb nog nooit een wilde das gezien, geen levende en geen dooie. Wat ik hier op de weg vind, is wel een hele mooie. Zo nog struinend in het bos en spelend met dassenkinderen. Weet zo’n dier veel dat je, op zo’n weggetje, verkeer kan hinderen. Met één poeff is het leven dan verdwenen en voorbij. Je realiseert je dan: zo’n laatste poeff is er voor iedereen, ook voor mij.
DE WIJN Zolang we nog in Frankrijk zijn, is er natuurlijk een ode aan de wijn. Met de smaak van rood fruit, hout, zo gracieus. Zo’n elegante afdronk, zo’n superbe neus. Maar ook al spreek je hier van edel vocht, Het soort wat ik hier drink, ligt tussen redelijk en bocht.
DE ZON Zonder die superbal geen leven, zonder leven geen menselijk bestaan En dan moet ie ook nog in precies de juiste baan. Zijn corona’s spuiten eindeloze energie over ons heen En dat houdt ons aardse systeem zo op de been. ’s Avonds gaat dat licht automatisch uit en ’s morgens altijd weer aan. En straks één supernova…. en we gaan allemaal naar de maan.
DE BLAAR De wegen zijn redelijk, de schoenen goed. Maar met regen zijn de sokken nat, de voeten week en hou je die blaar niet meer tegen. Stoppen, uitdoen en nog een keer kijken, het heeft niet zoveel zin. Sterker nog, je loopt het gevaar, je komt je schoenen niet meer in. Dus loop je maar verder, nog een uurtje, je kent het gevaar: Je bent aan het bouwen aan een grote, dagenlange, pijnlijke blaar.
DE DOOD Bij menig dorp kom ik langs een dichte muur. Vaak de akker voor het rusten voor de lange duur. Overvol, liggen vroegere ruzieburen nu vredig zij aan zij. Een protserige grafkapel, een urnenmuur of zeven zerken op een rij. Altijd op een mooie plek met een boom die schaduw bood. Heerlijk even rusten: ‘bij de een zijn dood, eet de ander zijn brood’.
DE AANKOMST Bijna ben ik er, de via Trionfale richting Rome. Nog even, naar het eindpunt van mijn dromen. Drie jaar onderweg, de wandeling van mijn leven. Dat te kùnnen doen is een cadeau, wat mij zomaar is gegeven. Ik geniet van de laatste meters, eigenlijk gaat het mij te vlug. En bevalt Rome niet…. dan loop ik toch gewoon weer terug!