Reisverslag SAP 2009 – Ethiopie en Oeganda - 19 tot 29 september 2009 Door: Carola Boden en Laura Geurs Aangezien SAP o.a. in overleg met Impulsis, 1 van haar externe donoren, heeft besloten om haar werkgebied van Kenia naar Uganda te verplaatsen en daar in een andere vorm dan voorheen te werken, namelijk niet met een Nederlandse projectleider ter plaatse maar via een eigen NGO met lokale werknemers, was het moment rijp voor een werkbezoek aan Oeganda. Daarnaast steunt SAP al enige jaren de projecten van Stichting The Well in Ethiopie en waren wij benieuwd naar hun praktische aanpak daar, die niet alleen bestaat uit het bieden van water aan de allerarmsten, maar ook het gebruiken van deze bronnen als middel voor een gemeenschap om daadwerkelijk economisch vooruit te komen. Een interessant concept, waar SAP misschien ook in Oeganda iets mee zou kunnen. Laat wij beginnen met te zeggen, dat de reis zeer inspirerend en de moeite waard was! Wij hebben veel ellende gezien, maar ook gezien, dat we als ING-ers en SAP-donateurs echt een verschil kunnen maken voor deze mensen. Onze dank gaat dan ook uit naar jullie, onze donateurs, en hopelijk inspireert dit reisverslag jullie om nog jarenlang donateur te blijven van SAP. Want er valt nog genoeg te bereiken! Ethiopie Ons bezoek begon in Ethiopie. Na een dag in Addis Abeba, de hoofdstad, zijn we doorgevlogen naar Shire in Noord-Ethiopie. Shire ligt enkele tientallen kilometers van de grens met Eritrea en dit gebied is dan ook een hele tijd het toneel geweest van de oorlog tussen die twee landen. Vroeger vormden deze landen nota bene 1 land en de presidenten van beide landen zijn gebrouileerde neven van elkaar. De mensen begrijpen de oorlog niet en staan er ook niet achter. Zij zijn immers 1 volk en men heeft vaak familie aan de andere kant van de grens. Henk en Henny Jansen, de oprichters van Stichting The Well, zijn sinds ongeveer drie actief jaar in dit gebied, nadat ze eerst 12 jaar geleden in een ander gebied in Ethiopie (Debre Zeit) een indrukwekkend project zijn gestart, waarover later meer. SAP heeft inmiddels 3 waterputten (a 6500,-- euro per stuk) gefinancierd. Twee bronnen zijn nog in aanbouw en 1 bron is al in vol gebruik. Deze bron staat in Shire aan de “grote” weg en dagelijks zijn er vele mensen, veelal vrouwen en kinderen, die daar schoon water komen halen. De put is ongeveer 70 meter diep. Dit betekent, dat de bron niet opraakt, aangezien de put een diepe waterlaag bereikt. De pomp is een simpele handpomp, zonder ingewikkelde technieken, zodat eventuele reparatie lokaal kan plaatsvinden. De bron is overgedragen aan de locale ‘waterinstantie’ en zij zorgen ervoor dat de bron in werking blijft en onderhouden wordt.
Vrouwen uit de nabije omgeving komen, vooral in de ochtend en de namiddag, als het niet zo heet is, van heinde en verre om hun gele jerrycans met water te vullen. Ook kinderen komen jerrycans, blikjes en flesjes vullen met water (hoe kleiner het kind, hoe kleiner het flesje). Het is onvoorstelbaar, dat er in dit gebied dorpen zijn waar geen druppel water te krijgen is. Wij hebben 1 van die haast middeleeuwse dorpjes bezocht. Geen water betekent niet alleen, dat er niets te drinken is, geen handen of kleren kunnen worden gewassen, maar ook dat er geen gewassen groeien, de beesten geen water krijgen etc. Denk er eens over na, dat je voor elke druppel water die je gebruikt op een dag, naar een bron moet lopen op 5-10 kilometer afstand. Dan let je er wel op om de douche niet aan te laten staan of de kraan onnodig te laten lopen. Henk en Henny, van huis uit kippenboeren, zien water als onderdeel van een totaalconcept. SAP financiert een van de bronnen, waarmee The Well weer meer kan. Zo zijn er in Shire 3 trainingscenters opgezet, waar de boeren kunnen leren, hoe op een duurzame manier dieren te houden en grond te bebouwen met behulp van een waterbron. De boeren in Ethiopie zijn georganiseerd in coöperaties, waarmee Henk en Henny samenwerken. Bij die samenwerking zijn 3 fasen te onderkennen: eerst komt er water (om mogelijkheden te creeren), dan een trainingscenter en dan microkrediet. Met behulp van water en een opleiding kunnen lokale boeren leren om bijvoorbeeld tomaten te verbouwen of koeien op een goede manier te houden. Als ze ‘afstuderen’, dan kunnen ze met hun certificaat via de cooperatie een micro-lening krijgen om het geleerde in de praktijk te brengen. De filosofie van The Well is, dat als een boer 2 koeien houdt en die op stal zet met 20 legkippen erbij, deze boer een goede boterham kan verdienen. Normaal gesproken houden boeren (gezamenlijk) een groter aantal koeien, die vaak heel mager zijn omdat ze geen goede voeding krijgen, waardoor de melkproductie navenant laag is en de boeren dus, ondanks dat ze koeien houden, het er niet beter op krijgen. Daarbij komt, dat de kinderen (hummels van een jaar of 4-5) de koeien vaak uren op sleeptouw moeten nemen om ergens water en gras te vinden. Deze kinderen gaan daardoor niet naar school, dus ook op die manier ontbreekt een kans op een beter leven. Door de combinatie van het bieden van een waterbron en het leren van het houden van minder koeien, die op stal staan, worden dus meerdere doelen in 1 bereikt: de kinderen kunnen zowel naar school als de koeien verzorgen, de koeien hoeven niet de hele dag te lopen dus zijn sterker en geven beduidend meer melk (als ze daarnaast nog goede voeding krijgen) en de koeien lopen niet meer over het erf/woongedeelte, waardoor de kans op ziektes afneemt (overal lagen uitwerpselen van de koeien, terwijl er geen water was om de boel schoon te houden). Het leuke is, dat de mest van de koeien weer gebruikt kan worden om het land te bewerken. Een van de technieken, die Henk en Henny hebben geintroduceerd in Ethiopie zijn de zgn. ‘driplines’, plastic buizen met gaatjes/mondjes, waar de hele dag door af en toe een drupje water uitkomt. Elk plantje zit aan zo’n mondje of slangetje vast, zodat geen druppel water verloren gaat. Het is nodig om spaarzaam gebruik te maken van water. Ethiopie is zo’n 2-3 maanden per jaar ‘nat’en de rest van het jaar valt er geen druppel regen meer. In de natte tijd wordt snel van alles verbouwd (o.a. rijst!), zodat men de rest van het jaar doorkomt.
Ontzettend inspirerend om te zien dat water als bron tot echte vooruitgang kan leiden voor een hele gemeenschap. Overigens is het succes van The Well zo groot, dat men inmiddels een nieuwe fase ingaat: de koeien geven zoveel melk en kalfjes, dat men dreigt melk over te houden! The Well is daarom nu bezig met het bouwen van een melkverwerkingsfabriek en een voederfabriek, wat weer nieuwe banen creeert en duurzaam en blijvend verschil zal maken. Omdat Henk en Henny in Debre Zeit ooit begonnen zijn met een kippenslachterij en daar al een hele ontwikkeling hebben meegemaakt, kunnen de daar door hen geholpen Ethiopiers hun eigen landgenoten in het noorden helpen, met kennis, maar ook met de oude mixmachines voor voer. De mensen in Debre Zeit gaan op hun beurt ook een nieuwe fase in doordat binnenkort een geheel nieuwe fabriek zal worden geopend, waar tonnen hoogwaardig voeding voor koeien, kippen en varkens zal worden geproduceerd. Er werken daar inmiddels zo’n 500 mensen! Een enorme prestatie van Henk en Henny, de Ethiopische medewerkers en alle andere betrokkenen! Zo kun je zien, dat in 10 jaar tijd echt veel kan veranderen. Een van de directeuren van deze onderneming (Alemayu) vertelde ons zijn bewogen levensverhaal. Hij zat een twintigtal jaren geleden echt aan de grond, nadat het ene regime hem volledig zag zitten en hem als militair voor een F16 opleiding naar Rusland had gestuurd, was het volgende regime van oordeel dat men alle oud-officieren beter kwijt dan rijk was en werden ze allemaal de gevangenis in gegooid en raakten zij hun banen kwijt. Nadat hij weer op vrije voeten was gesteld en met alle moeite van de wereld allerlei leningen had losgepeuterd, kon hij een aantal kuikens kopen die hij in huis verzorgde. Dit was het begin van zijn nieuwe leven en nu is hij directeur van een enorme fabriek met meer dan 500 werknemers! Zijn vrouw is onlangs een hotel begonnen. En dat terwijl ze ook een periode hebben gekend waarin ze geen geld hadden om dagelijks te eten. Door het pakken van een kans heeft hij bewezen dat ontwikkeling in mensen zelf zit. Tijdens de reis is een idee voor een nieuw SAP project ontstaan. Samen met Henk en Henny en hun lokale staff hebben we een school bezocht. Deze school heeft 590 leerlingen in verschillende leeftijdsklassen. Alhoewel er een relatief mooi gebouw staat, met zelfs een apart toiletgebouwtje, is het grote probleem, dat er in het geheel geen toegang is tot water. Niet alleen betekent dat, dat er geen gelegenheid is om de kinderen te leren over hygiene (handen wassen voor het eten en na het plassen), er grote kans op ziekten is, maar ook dat de school geen enkele kans heeft om in een eigen inkomen te voorzien. Samen met Stichting The Well zou SAP kunnen ervoor zorgen, dat er een waterinstallatie komt (bron, leidingen, pomp, reservoir, etc.), zodat er lessen in agricultuur (bijv. bewerken van grond en verbouwen van gewassen zoals bij de trainingscentra) kunnen worden gestart. Niet alleen leren de jongeren dan praktische vaardigheden, maar ook kunnen de producten, die onder schooltijd worden verbouwd, worden gebruikt om te verkopen op de markt, zodat er bijvoorbeeld geld is om pennen en boeken te kopen. Door deze kinderen te bereiken en te onderwijzen kunnen dan meteen ook hun gezinnen worden bereikt. Onder meer doordat dorpjes in de omgeving ook van deze bronnen gebruik zouden kunnen maken. Een prachtig project, maar wel prijzig, dus hopelijk kunnen we dit jaar weer vele nieuwe donateurs binnenhalen om dit project te realiseren.
Met een heel voldaan gevoel en vol inspiratie gingen we door naar onze volgende bestemming: Uganda. Oeganda Een compleet ander land dan Ethiopie: om te beginnen heel groen en vruchtbaar. Ook gaan de kinderen hier wel naar school, maar is het onderwijs over het algemeen heel slecht. Het grote probleem van Oeganda is, dat er zoveel verschillende volkeren wonen met hun eigen taal en cultuur en hun eigen historie. Er zijn onderling veel uitbraken van geweld geweest, waardoor veel mannen in de strijd zijn overleden (verhouding nu: 1 man per 3 vrouwen). Ook aids is een enorm probleem hier. Kortom, een heel ander land met weer zijn eigen uitdagingen. Onze nieuw opgezette NGO, Link to Progress (LTP), bevindt zich in Lira. Dit gebied ligt op 5 uur rijden van de hoofdstad Kampala, in het noorden van Uganda. Dit gebied is jarenlang geteisterd door de rebellen van het LRA, de Lord Resistance’s Army, o.l.v. Joseph Kony. Deze strijd heeft aan zo’n half miljoen mensen het leven gekost en vele mensen zijn ontheemd geraakt. De totale geweldsstrijd en angst hebben mensen uit hun dorpen gedreven naar de vluchtelingenkampen. Daar was allerlei bescherming, alhoewel er ook een heel kamp is uitgemoord op enig moment, en noodhulp aanwezig. Nu de strijd over is, willen de meeste mensen weer terug naar hun geboortegrond. Echter, daar is niets meer. Dorpen zijn vaak platgebrand en als er al watervoorzieningen waren, dan zijn ze kapotgemaakt door de strijders. De sfeer in dit gebied is vreemd. Mensen zijn afwachtend en kijken je soms apathisch aan. De jarenlange angst en daarna de afhankelijkheid van hulporganisaties hebben mensen enorm beinvloed. Men heeft niet echt een idee hoe men verder moet. Hoewel men weer hoop krijgt op het leiden van een normaal leven, zijn er ook gezinsleden (vaak mannen) weggevallen. Een heel specifiek werkgebied voor SAP dus. Daarom zijn we blij, dat we twee lokale mensen in dienst hebben, die weten hoe de situatie is (en is geweest). Onze Oegandese manager daar is Peter Ayo en onze community mobilizer heet George. Zij zijn heel goed in het doorbreken van de wat afwachtende houding van de mensen hier. Inmiddels heeft SAP al diverse bronnen gefinancierd: 14 shallow wells (van zo’n 10-20 meter diep), 9 zgn. spring protections (bronbeschermingen) en 4 deep boreholes (zo’n 30-60 meter diep). De uitvoering van de boringen wordt gedaan door het aannemingsbedrijf TGS Water Ltd., gerund door de Nederlanders Ron en Clarissa Sloots en met een aantal lokale mensen in dienst. In dit aannemingsbedrijf heeft SAP ook een belang, zodat we van twee kanten betrokken kunnen zijn bij de waterbronnen en goede controle kunnen uitvoeren over de gelden en de opgeleverde werken. We hebben er een aantal bronnen bezocht. Die bronnen zijn gelegen in afgelegen dorpjes, waar je uren in een terreinwagen heen moet hobbelen. Het is ongelooflijk, dat er dan ineens tussen de velden een groepje kleihuizen staat met prachtig aangeveegde straatjes.
Het plaatsen van een bron gaat volgens een vast schema in zijn werk: eerst wordt er met lokale autoriteiten overlegd welke dorpjes in aanmerking komen voor water (welke zijn de ‘most needy’?) en er wordt overlegd met andere NGO’s in de regio en nagegaan of er niet al anderen aan het werk zijn. Als de selectie gemaakt is (er zijn altijd meer aanvragen dan we kunnen verwerken), dan gaat George naar de communities toe om te kijken of het inderdaad wel gaat om arme gemeenschappen (en er niet toevallig een lokale bestuurder woont, die een bron in zijn tuin wil hebben). Als het project inderdaad voldoet aan onze criteria, dan gaat George in gesprek met de betreffende gemeenschap om te praten over water, hygiene en sanitatie. De gemeenschap moet zelf ook een bijdrage leveren. Aangezien het hier om de armsten van de armsten gaat, hebben zij meestal geen geld, maar moeten ze wel zelf een aantal dingen regelen. Zo moeten zij een watercommissie, waarvan de helft vrouw, vormen, een zgn. caretaker aanwijzen, die verantwoordelijk wordt voor het aanspreken van mensen, die de bron na gebruik niet netjes achterlaten, ze moeten een zgn. ‘memorandum of understanding’ tekenen, waarin staat dat zij na oplevering van de voorziening daarvoor en voor het onderhoud verantwoordelijk zijn, ze moeten met de lokale landeigenaar regelen, dat het betreffende stukje land (+ toegangsweg) wordt afgestaan ten behoeve van de gemeente (daarvoor wordt een zgn.‘land deed’ ondertekend) en tot slot moeten ze ervoor zorgen, dat er op de juiste plaatsen latrines worden gebouwd zodat de bron niet vervuild kan raken. In de MoU staat verder, dat ze mee zullen helpen bij de bouw, bijvoorbeeld door het uitgraven van de bewuste plek, voordat de mensen van TGS Water Ltd. komen boren. Als aan een van deze dingen niet wordt voldaan, dan gaat de bouw niet door, of die wordt gestopt totdat een en ander wel is opgepakt. Dit alles wordt gedaan om te bewerkstelligen, dat het de bron van een gemeenschap zelf wordt en niet onze eigen SAP-bron. Wij helpen om iets neer te zetten, maar vervolgens moeten zij zelf zorgen dat het een duurzaam iets is. Het plan dat men ook verplicht zou moeten sparen voor onderhoud is nog niet zo’n succes gebleken. Mensen hebben amper iets om van rond te komen en zijn niet bekend met het concept van ‘sparen voor later’. Daar zal dus een lokaal alternatief voor moeten worden bedacht. Maar tot nu toe zijn de bronnen allemaal zeer goed onderhouden en werken ze goed! Mede door de fantastische dingen, die we bij Stichting The Well in Ethiopie hebben gezien, hebben we in Oeganda ook geopperd, dat we wellicht meer dan water zouden kunnen doen, bijvoorbeeld met behulp van een partner die gespecialiseerd is in agricultuur. Contact gelegd zou kunnen worden met iemand van de ‘farmer field schools’, een soort van opleidingscenters voor boeren. Wellicht kunnen wij voor water zorgen en zij voor een opleiding? Als er dan ook nog microkrediet aan gekoppeld zou kunnen worden door een andere businesspartner, dan kunnen we de mensen ook echt wat verder helpen. Door water te koppelen aan iets anders, zorg je er niet alleen voor, dat men gezonder blijft doordat men toegang heeft tot schoon water, maar je kunt mensen op die manier wellicht ook een
bron van inkomsten geven, waardoor zij een beter bestaan voor zichzelf kunnen opbouwen. Ook het waterproject zou duurzamer worden als men kan sparen voor onderhoud. Dan hoeft men niet bij alle problemen aan te kloppen bij de lokale overheid danwel een NGO. Tot slot hebben we in Kampala, de hoofdstad van Oeganda, nog een project bezocht, dat SAP vorig jaar heeft gefinancierd op voordracht van ING Microfinance Support. Het betreft hier een school met zo’n 500 leerlingen. Deze school was aan waterrekeningen zoveel geld kwijt, dat men de school niet meer draaiende kon houden. Wij hebben in samenwerking met TGS Water Ltd. (voor de techniek) een aansluiting op het waternet verzorgd (voorheen tapten zij water van de buren af met alle problemen van dien) en 8 opvangtonnen (a 5000 liter per stuk) geplaatst. Deze tonnen vangen het regenwater op, zodat er in natte tijden altijd schoon water voorradig is. Als het een tijd niet heeft geregend, dan pas wordt er water van het leidingbedrijf gebruikt. Dit betekent, dat men in plaats van de rekening, die men normaal elke 2 weken kreeg, nu 3 maanden (een hele school“term”) vooruit kan. Een enorme besparing! De school ziet er heel netjes uit, de leerlingen zijn blij en enthousiast en de directrice (ooit begonnen met 35 leerlingen) heeft de touwtjes goed in handen. De resultaten van de school zijn zo goed (41ste plek van de meer dan 8100 basisscholen in het land bij de rating over 2009), dat de leerlingen blijven toestromen. Men is nu bezig om te zien of ze kunnen uitbreiden ...
6