Reisverslag: KENIA-TANZANIA, CLOSE ENCOUNTERS, JULI 2003 Woensdag 16/7/03 Eindelijk was het zover, woensdagmorgen 8u.45 aan de coffeecorner in Zaventem. Iedereen was er gelukkig, zelfs Stefanie met een lumbago. Op het vliegtuig is er niet veel vernoemenswaardig gebeurd. We hebben twee fantastisch leuke films (hmm, hmm) kunnen bekijken. Wat wel gezegd mag worden: het eten van SN Airlines is lekker! Het vliegtuig bleek een tussenlanding te maken in Entebbe. Entebbe, waar ligt dat eigenlijk? Dat was een vraag die iedereen zich wel gesteld heeft. Het blijkt in Uganda te liggen, tof, hé, nu kunnen we zeggen dat we in drie landen geweest zijn!! We zijn op tijd geland in Nairobi (10u na vertrek), en zowel bij de douane als bij het aanvragen van een Keniaans visum zijn er geen problemen voorgevallen. Gert had gelukkig toch aan ons gedacht, in plaats van langer alleen in alle rust rond te reizen, heeft hij er toch voor gekozen van ons gezelschap te genieten gedurende de volgende drie weken en stond ons op te wachten in de aankomsthal. Onze eerste avond in Kenia hebben we opgevuld door iets te gaan drinken in Charlies Pub vooraleer ons bed in te kruipen in Parkside Hotel.
Donderdag 17/7/03 Vroeg opgestaan, ontbeten (onder andere een ei zonder eigeel!) en dan met de minibus naar Arusha (Tanzania) gereden. Onderweg konden we (als we niet aan het slapen waren tenminste) genieten van de prachtige savanne en vele hoge termietenheuvels, de ene al wat origeneler dan de andere. Rond 13u arriveerden we in Arusha, te vroeg zo bleek, want de studenten verwachtten ons pas een half uur later. Inderdaad, een half uur later kwamen ze aan: Dinner, Fadhili, Elisante alias Lobulu, Elihuruma, Chris en enkele anderen. We mochten al direct beginnen zingen, want Dinner verjaarde! Na lekker gegeten en de tenten (mooie gele met het Jokerteken op!) opgezet te hebben, kregen we een rondleiding door onze studenten doorheen Sanawari, de wijk die de volgende drie weken onze thuisbasis zou zijn. Een eerste indruk: leuke omgeving, vele groentenwinkeltjes, veel bananbomen (soms leek het een echte jungle!), toffe mensen... ’s Avonds hebben we ons rond een kampvuur gezet om ons warm te houden en ook voor de gezelligheid. Enkele algemene kenmerken: - ’t is eerder fris en soms zelfs koud in Tanzania, wie had dat ooit gedacht? - Het sanitair bestond uit een Franse WC die we moesten doorspoelen met een kan water en een douche die niet werkte waardoor we emmers en kannen water moesten gebruiken om ons te douchen, kortom geen stromend water. - eten met mes en vork is uit den boze, eten gebeurde met een lepel, zelfs onze boterhammen smeren!
1
Vrijdag 18/7/03 Het ontbijt bestaat uit toast, brood, Simba-confituur die naar rode neuzen smaakt, pindakaas, boter, soms een ei, soms spek en ongeveer altijd watermeloen en ander fruit. Na het ontbijt was het tijd om naar de school te gaan: Mr Izoba gaf les over olifanten, best interessant en leerrijk. Nadien was het tijd voor een les Swahili, gegeven door Chris en Dinner. ’t Was niet simpel, toch nog enkele zinnen onthouden: Jambo, Mambo-Poa, Habari gani, nzuri sana, Habari za asubuhi, Habari za mchana, ... Dan waren Vicky en Christophe aan de beurt om Nederlandse les te geven: slaap wel, goedemorgen en lekkere kip zijn uitdrukkingen die de Tanzanianen niet snel zullen vergeten. Na de lessen hebben we onze rugzakken gepakt, tenten afgebroken en zijn we op weg vertrokken door de velden en heuvels voor onze eerste ‘trektocht’: Oldonyo Sapuku (= mountain of the buffaloes). Onderweg onze ‘pakked lunch’ gegeten: een stukje kip in zilverpapier, een beetje aardappelen en groenten in zilverpapier, een stukje fruit in zilverpapier, wat koekjes in zilverpapier, een ei en een appelsien. Echt een verrassend lunchpakket! Het was een vrij stevige klimtocht (vooral door de rugzak op onze rug), maar het was enorm de moeite wegens de prachtige omgeving en zichten. Aangekomen op de top, hebben we de tenten opgezet en dan zijn we vertrokken naar de watervallen: wat een avontuur! Steil bergaf over een slipperig paadje en dan op blote voeten door een ijskoude rivier vol keien. Pijnlijk! Onze Tanzanianen, ook op blote voeten, hadden er niet echt problemen mee en hielpen ons maar al te graag. Het eindpunt (de waterval) was enorm mooi! En dan moesten we nog terug, opnieuw over de keien met onze reeds pijnlijke overgevoelige voeten. Ook de klimtocht was geen lachtertje: steil naar boven. ’t Was donker en koud toen we terug aan de tenten arriveerden. Het eten smaakte heel goed (de enigste keer dat we vis gegeten hebben). Nog een spelletje Maffia en een wandelingetje naar een plek met nachtelijk zicht over Arusha en dan ons bedje in.
Zaterdag 19/7/03 (geschreven door Christophe) Tenten weer afgebroken en via een andere minstens even mooie (prachtige zichten, bloemen en bananenplanten) weg teruggekeerd naar onze vaste stek. Wat we ’s namiddags gedaan hebben, weet ik niet meer goed, de was misschien? Het avondje werd in gang gezet in de Via Via op de heerlijke loungy tonen van Lamb. Na een fris(se) (baridi) Kili, Safari of vruchtensap stortten we ons op het lekkere eten. De Tanzanianen konden niet wachten om naar de Colobus Night Club af te zakken en iets na tienen lieten we de Via Via achter ons. Onderweg een zatte Tanzaniaan met zijn bakkes op de rand van de beek zien totteren,... een voorbode voor wat onszelf te wachten stond?? De sfeer zat er in de Colobus direct in. De 2 zalen lenen zich perfect voor de ontplooiing van diverse hopen danspasjes. Er werd van start gegaan in de zaal met populaire muziek. De meiskes werden direct achtervolgt door een overgeile Indiër, dan maar naar de andere zaal waar we Lobulu op zijn best aantroffen. Shake it baby!! Dansen met bier in de hand mocht niet, maar dat stopte ons niet de show te stelen op de Afrikaanse bongo muziek. Spijtig dat onze Indische vriend plots ook Afrikaanse dansingevingen kreeg. De muziek maakte hem überhaupt nog heter, ook de mannen moesten zijn verfijnde verleidingstechniek ondergaan. Naarmate de avond vorderde, verdween meer en meer Safari via de Tanzanianen in het toilet. Het effect bleef niet uit: plakken aan onze Belgische meiden. Ook de mannelijke groepsleden bleven niet onopgemerkt en moesten de sexy grieten van het lijf slaan, best vermoeiend. Op een of andere manier is iedereen toch thuisgeraakt. Het was de moeite!
2
Zondag 20/7/03 (geschreven door Christophe) Vicent, Eli, Fadhili en Chris zagen er niet uit aan de ontbijttafel. Deze zondag was vrij rustig. Vicky bracht 9 uur door in de handen van enkele hardhandige vrouwen die haar met succes omtoverden tot dread-queen. Ondertussen lagen wij voor 3000 Tanzaniaanse Shilling aan het zwembad (met douche!!) van het ***** hotel Impala. Na het supporteren voor de plaatselijke voetbalploeg gingen we eten (Nyama choma) in de AICC club, waar Lobulu zijn onderhandelcapaciteiten perfect tot zijn recht kwamen. Gert had zich lekker in ‘t zak laten zetten met de prijs van ons eten en drinken. Gelukkig redde Lobulu de boel en zo was 8000 shilling uitgespaard. Vroeg gaan slapen.
Maandag 21/7/03 (geschreven door Kevin) Arusha National Park. Volgens Christophe een leuke, maar dan ook niet zo’n leuke dag. De highlights van de dag: 2 seconden van de ‘spotted hyena’ gezien, neus van een nijlpaard gezien, jeep de gracht ingereden (en er met een liaan (!!!!) terug uitgetrokken), later onze jeep ook nog stilgevallen midden op de drukke weg naar huis. Tanzaniaanse logica: de auto achteruit duwen om weg te komen. Andere best positieve punten van deze dag: giraffen, colobus apen, stipje in de verte (volgens sommigen een olifant?!) en andere dieren gezien. Onze Tanzanianen zijn echt geweldig in het herkennen van dieren, vooral opmerkelijk bij het herkennen vogels!
Dinsdag 22/7/03 (geschreven door Christophe) Deze dag was er een citytrip door Arusha gepland. Wat een doordeweekse dag leek te worden, werd er een om nooit te vergeten. We brachten een bezoekje aan AICC, daarna het schooltje waar we niet binnen mochten. Een bezoek aan een Hindoe-tempel bracht ons in de stemming. De Tanzanianen (zelf katholiek of Lutheraans) vonden dit al ongelooflijk grappig, tot ergernis van sommigen onder ons. Wij zouden nooit lachen met zo’n vriendelijke mensen, die doen toch geen vlieg kwaad?! Op een plaatselijk schooltje werd bewezen dat dit land nog 50 jaar achterstaat. De leerlingen werden gedrild door een strenge directrice. Op haar bevel zongen, stampten en dansten zo’n 2400 kinderen een liedje voor ons. Indrukwekkend. Misschien voor het eten nog een Sikh-tempel bezoeken, ach ja, waarom niet. Bij het binnenkomen trokken we onze schoenen uit en moesten we het hoofd bedekken met debiele Rood-kapjes. De Sikh-man was niet de opperpriester, maar wou ons in afwachting op de komst van die man alvast enkele dingen tonen. Na een buiging voor de ‘holy book’ zetten we ons op een mat in kleermakerszit en toen begon het toneelstuk. Er werden enkele schilderijen boven gehaald: ‘this is big temple in Panjab, sorry, English small.’ Menig der onzen moest stevig op de tong bijten om niet in de lach te schieten. Maar dat was precies wel de bedoeling van deze baardige man. En toen besloot hij het grof geschud boven te halen. Een schakelaar aan een schilderij werd aangeswitched en het schilderij kwam tot leven. Flikkerlichtjes in alle kleuren en een kitcherig kermisdeuntje vulden de tempel. Een slimme zet zo bleek, want de reactie bleef niet uit: iedereen schoot in een slappe lach, enkelen lagen met hun hoofd plat op de mat, menig tong waarop werd gebeten, vulde een mond met bloed. Daar bleef het echter niet bij: de onnozeliteiten volgden elkaar in sneltempo op:
3
- Gert wou weten hoeveel Sikh-people er waren in Arusha. Hoezo ‘sick people’? Vroeg de man zich af. - De opperpriester (ook baardig) kwam binnen en begon met veel show eten en snoepjes uit te delen als zijn even baardige vriend Sinterklaas. - De man legde uit hoe ze ‘the holy book’ elke dag met minstens drie man te slapen legden in een luxueus hemelbed, maar pas nadat het zijn kopje thee op had! - De priester haalde een hartig fotoalbum boven waar duchtig in geknipt en geplakt was, ook onze foto’s zouden er zo inkomen. - Er werd ook gezongen, waaruit bleek dat de priester een zeer goed koorleider bleek te zijn. Het ging zo van: Wahigrun x3 ji (vuist in de lucht) khilse wahigrun ji ki fetih Je zou zo verwachten dat die mensen ons buitengesmeten hadden toen wij ze vierkant uitlachten, maar nee. Er werd ons eten en thee aangeboden. Snel bleek waarom, dit was hun manier om wraak te nemen en eens goed met ons te lachen. Het eten zag er lekker uit, maar het was verraderlijk. Na 2 happen hadden we het gevoel dat alles in brand stond. Tranen schoten ons in de ogen, zakdoeken werden bovengehaald en alsof dat nog niet genoeg was, verbrandden we onze vingers lelijk aan de thee die ons werd aangeboden om het goedje te blussen. En die Sikhs maar lachen en foto’s nemen. Wat een feest! Daarna ging een deel van ons inkopen doen voor de Belgische avond. Omringd door een horde Tanzanianen werd er afgedongen op een handvol bloemkolen en patatten. Daarna richting Via Via voor het kaartjesschrijven, een vruchtensapje en een pannenkoek met banaan. In het donker te voet naar Sanawari waar we onmiddellijk onze kookkunsten bovenhaalden voor de Belgische avond. Zonder electriciteit en licht en zonder mixer chocomousse en middagmaal bereiden voor 20 man, daar draaien wij ons hand niet voor om. De Tanzanianen waren door het dolle heen, iedereen at veel te veel en wij gelukkig ons bedje in. Wat een prachtige dag!!!!
Woensdag 23/7/03 (geschreven door Fadhili) We visit a Maasai Boma after that we go to get a lunch at Mama Nasi. After that we visit a market at Longido, we hired a pick up from Longido up to the near of Mountain Longido so we have to walk on foot about two hours when we reach at Kimokoa campsite. It was almost dark so the first thing to do is to putting up tents. After putting tents the cooker start preparing a food with rice with meat goat after getting a dinner we have a drink, Konyagi with several soda after that we went to sleep. Toch wat aanvullen: Aangekomen in Longido, wandelden we door een veel droger stuk Tanzania (dan Arusha) naar een Boma. Eén Maasai man mag tien vrouwen hebben en elke vrouw zou graag een twaalftal kinderen hebben! De vrouwen hebben elk een hut, alle hutten samen omheind door struikgewas ter bescherming tegen wilde dieren. Zo’n hut heeft verschillende min of meer afgescheiden kamertjes, mini-raampjes en absoluut niks luxe. Het is er pikkedonker en ze stoken binnen zodat de lucht er heel gezond (hmm) is! De vrouwen moeten hun haren afscheren. En zowel mannen als vrouwen lopen met enorme oorbellen
4
rond. De kinderen hebben batterijen door hun oren steken om de gaten groot genoeg te maken. Sommige Maasai plooien hun oorlellen rond hun oren (mogelijk door die enorme gaten in de lellen) zodat ze zeker niet aan een boomtak of zoiets blijven haken. Het is echt niet te begrijpen dat deze stam nog zo primitief wil blijven leven. Na het eten nog even de veemarkt en het dorpje erbij bezocht. Vervolgens alle bagage in een pick-up gestoken en zo reden we allemaal op elkaar gepakt en oplettend voor prikketakken naar de voet van de Longido, van waar we nog een hele tijd geklommen hebben (met de bagage) tot de kampplaats. (verder zie tekst Fadhili)
Donderdag 24/7/03 (geschreven door Fadhili) At 7.30 morning we take a breakfast, at 8.00 we starting hiking in Mount Longido. We reach at the first view point at 10 we get a little bit rest like 15 minutes but 3 people because of problems they didn’t succeed to reach at the top so they have to go back at a campsite but others we have succeed up to the top and we reach at the top at 12 noon. We stay at the top like 30 minutes and we were accompanied by two birds (white necked raven). At 1.30 we have to decend back to the campsite, so we reach at campsite at 3. We have a littlebit rest 30 minutes. We start breaking tent so we departure at the campsite. We have to walk 2hrs until we reach at the car where the car was in time waiting for us. So we reach at Longido town at 6.00, we put up tents. The watchmen boils water in order people to take a shower. After that we all at the fire camp 7.30 we departure to have dinner at Mama Nasi, the dinner was ready at 8.00o’clock. After dinner we have to departure and go to the certain bar for a drink, after ordered the drinks and others were playing pool table after the game was finished we departure for a sleep. (amai, zeg, dat is wel vermoeiend omdat hier zo neer te schrijven, ik hoop dat jullie er wat aan uit kunnen) Nog wat aanvullen: Wanneer we het restaurantje van Mama Nasi binnengaan, zie ik daar toch een jaargenootje zitten, zeker?! Wie had dat ooit gedacht dat ik een bekende zou tegenkomen in het verre Tanzania?! Deze ontmoeting hebben we maar op foto (samen met Bruno) vastgelegd als bewijs. Poolen is hier een heel serieus spelleke. Die Tanzanianen tegen wie we speelden, konden er duidelijk niet mee lachen. Toen ze hun laatste bal in het gat hadden gespeeld en wij zeiden dat de zwarte bal in het tegenovergestelde gat moet gespeeld worden, ontstond er bijna een rel! Besluit: onder elkaar spelen is toch leuker dan tegen onbekenden!
Vrijdag 25/7/03 (geschreven door Christophe) Zalig nachtje achter de rug, geen honden, geen hanengekraai, enkel het gesnurk van Anneleen (????? Christophe, dat kan niet, ik ben een stille, zene! Dat zal Fadhili wel geweest zijn!). Het ontbijt bereid door de vrouw van Elisha smaakte heerlijk, gevolgd door een bezoek aan de curio-shop waar Maasaivrouwen hun juwelen verkopen en Dries zijn speer kocht. Vervolgens bezoek aan het ziekenhuis, rondgeleid in sneltempo waar we onze neus snel tussen de deur moesten steken om iets te zien. In de lagere school waren de meeste leraars blind en de kindjes zongen voor ons en wij voor hen. Gelukkig boden ze ons geen voedsel aan in de refter die er meer als concentratiekamprefter uitzag. Anneleen wou wel weten of alle kinderen in de slaapkamers hun eigen doodskist hadden. Daarna terug naar ‘huis’.
5
Tentjes opgezet, douche genomen en enkelen gingen mailen. Vervolgens ‘dinner at Mezza Luna’ zonder de Tanzanianen. Onder begeleiding van een lekkere pizza werd er gediscussieerd over de homestays. Ook nog meegedanst en Gert versierde een lekker negerin. Bij onze terugkomst werd aan al de Tanzanianen die niet zat in hun tent lagen (Lobulu) medegedeeld wie wie mocht ‘homestayen’.
Zaterdag 26/7/03 en zondag 27/7/03: HOMESTAY Kevin en Sven op logies bij Dinner (geschreven door Kevin) Vroeg opgestaan, iedereen very excited over de komende homestays. Wij mochten op weg om het weekend bij Dinner in Moshi door te brengen. Overvolle bus op richting Moshi. Daar ‘daladala’ genomen naar de markt waar haar moeder werkt. Wat ze daar uitspookt? Wel, zowat alles: ze verkoopt kleren, heeft een cafe, een kapsalon en wie weet wat nog meer?! De goedlachse moeder is zowat gewoon een wat oudere versie van Dinner. Gelijkenis is sprekend. Met een mondmasker à la Michael Jackson komt ze ons begroeten. Is de schrik voor Sars doorgedrongen tot in Tanzania? We krijgen drank aangeboden en worden dan naar huis gestuurd. Daar maken we kennis met vader en zoon. Vader sloft rond in pyjama en paarse ‘Leo’muts in kaboutermodel. Zoon komt even goedendag zeggen en legt onmiddellijk veel belangstelling aan de dag voor Sven. Deze studeert nl. informatica en zoon (William) blijkt enorm in computers geïnteresseerd alhoewel hij er nog nooit een van dichtbij heeft gezien. Dinner heeft ondertussen samen met het huisslaafje (Monica) frietjes en ribbetjes klaargemaakt. Na lunch worden we meegesleept naar de grootouders van Dinner. Deze blijken in de bergen te wonen. Enig vervoermiddel daar naar toe: pick-up (helemaal geplet tussen winkelende bomma’s: zachte rit gegarandeerd), gelukkig keren we later te voet terug. Bij de grootouders blijkt ook nog de overgrootmoeder te wonen: in het bed ligt een klein hoopje mens dat 115 jaar oud blijkt te zijn!!! Jeezes, na nog een toertje in het dorp te hebben gemaakt, beland ik ineens in een kapsalon. De kapper (kapper = iemand die een tondeuze bezit) begint gretig in mijn haar te snijden. Resultaat blijkt schrikwekkend te zijn, hopelijk krijgen we dit later nog goed! Ondertussen is ook het vriendje van Dinner toegekomen bij de kapper. Hij begint onmiddellijk zijn levensverhaal af te steken tegen Sven. Hij blijkt maar een vreemde kerel te zijn die naar mijn mening constant zat loopt. Dit blijkt doordat hij de hele tijd onverstaanbaar loopt te zwanzen, maar vooral omdat hij constant flesjes Konyagi soldaat zit te maken. De vader van Dinner blijkt ook iets van drankt te kennen. Bij onze thuiskomst kreeg ik al Konyagi gevoerd, later op de avond is hij naar Brandy overgeschakeld. Ook ma blijkt goed met de drank overweg te kunnen. Voor minder dan 5 halve liters bier per dag komt ze haar huis niet uit. Dinner wordt wel elke keer ondervraagd of ze die dag al alcohol gedronken heeft, want deze bezorgde ouders willen zeker niet dat hun allerliefste dochter zou drinken! Verder maken we ook kennis met een andere inwonende familie. Terwijl vader vertelt over zijn tochten op Kili en Mount Everest krijg ik al onmiddellijk de 1 jaar oude dochter op schoot. Na het avondeten vertrekken we naar een club waar we Annemie, Gert en Eli ontmoeten. Nicky (vriendje van Dinner) is ook weer van de partij. Tegen half 1 hebben we zin om naar huis te gaan. Dinner gaat mee naar huis maar als ik nog even naar buiten ga, zie ik ze onmiddellijk weer met de taxi richting club vertrekken. Volgende dag pannenkoeken als ontbijt. Dinner blijkt ongeveer 1 uurtje geslapen te hebben vooraleer op te staan om ontbijt klaar te maken. Om 10u hebben we met de anderen ergens afgesproken, tegen 10.30 komen we daar toe. Na wat te hebben gebabbeld en na een toertje in de stad weer naar huis om te lunchen. Het eten staat al klaar. Zoals altijd is het weer self-service. Daarna zoek je ergens een plaatsje om je eten op te eten: binnen in het salon of buiten op een stoel. Van tafels nog niet gehoord. Nadat wij zijn beginnen eten overweegt de familie ook om wat te eten. Broer sloft
6
naar de tafel en bedient zich. De anderen volgen. Vervolgens wordt het eten met lange tanden naar binnen gewerkt. Deze mensen besteden zowat ¾ van de dag aan het maken van eten, maar lijken het dan telkens weer met tegen zin naar binnen te werken!! Gelukkig stelt moeder voor om die middag naar Marangu te gaan. Ik mag er niet van dromen dat ik een namiddag daar thuis zou moeten hebben gezeten! Na creepy vriendje opgehaald te hebben beginnen we aan de tocht naar Marangu. Dit blijkt een hele onderneming. Eén uur daladala, daarna met eeuwenoude pick-up een hobbelig bergweggetje op. Fadhili en de anderen blijken niet thuis te zijn. We mogen blijven wachten tot ze terug zijn of we kunnen ze gaan zoeken. We kiezen voor optie 2. De vader van Fadhili heeft wel een idee van waar ze kunnen uithangen. Na een wandelingetje door de wildernis vinden we ze inderdaad. Na een drankje en een babbel is het alweer tijd om naar huis te gaan. Dit blijkt ook nog een hele onderneming. Heel wat dronkelappen en boze daladala-chauffeurs later komen we dan toch terug aan. We nemen afscheid van Nicky (oef) en gaan binnen waar iedereen op ons zit te wachten voor avondeten (ontzettend taaie kip). Vader blijkt wel al vertrokken te zijn naar zijn boerderij (weeral oef). Ik had er namelijk wat schrik van gekregen nadat hij openlijk op mijn fotocamera had zitten azen. Al bij al toch tevreden dat dit weekendje afgelopen is. Stefanie en Christophe op logies bij Fadhili (geschreven door Stefanie) Zaterdagmorgen vertrokken we voor een weekendje Kilimanjaro bij Fadhili. Samen met Gert, Annemie, Kevin, Sven, Dinner, Eli en Fadhili reden we met de bus naar Moshi. Na een bezoekje aan de ma van Dinner op de markt, namen we een daladala richting Marangu. Toen we daar rond 14.30 aankwamen, wachtte Fadhili’s pa ons op met niet al te goed nieuws: Fadhili’s ma had een ongeval gehad en lag reeds een week in het ziekenhuis. Eerste stopplaats: Marangu-hospital. Daarna via een zeer hobbelige (licht uitgedrukt) weg naar Fadhili’s thuis. Kok Charles (huisslaafje) wachtte ons al op met een kopje thee en lunch. Hebben we toen al onze bacterie opgedaan? Who knows? Maar de maaltijd was in ieder geval heel lekker. Daarna nam Fadhili ons mee voor een wandeling in het dorp. John vergezelde ons. We bezochten kleine watervallen, een typische bomahut (met gras bedekt) en probeerden, tevergeefs, een glimp op te vangen van de hoogste berg van Afrika. Even na zessenwas het uiteindelijk toch zo ver. De wolken trokken weg en de top verscheen. Kippevelmoment. Zo mooi! Toen het echt al donker begon te worden, keerden we naar huis terug voor het avondeten. Fadhili’s vader moest nog werken in z’n winkeltje. Intussen bekeek Charles, samen met Fadhili’s zusjes onze familiefoto’s en deelden we cadeautjes uit. Deze werden wel degelijk gesmaakt door de hele familie. Rond een uur of 10 gingen we slapen. Wat was het koud! In plaats van kleren uit te trekken, dienden we er bij aan te doen. Toch goed geslapen. Zondagmorgen waren Christophe en Fadhili om 6u opgestaan om zonsopgang te zien over mount Kilimanjaro, maar helaas... hij liet zich voor de rest van het weekend niet meer zien. Na een stevig ontbijt gingen we naar een Lutheraanse mis. 2.5 uren stilzitten en luisteren naar een preek in het Swahili. Wat een opoffering... maar het hemelse gezang van het koor maakte veel goed. Na de mis kochten we bonen (als offer voor de kerk). Na de lunch vertrokken we voor een goed gevuld namiddagje aan de voet van de Kili. Eerst naar de Kinekamora watervallen, daarna naar Marangu city en last but not least... tot aan de voet van de Kili. Echt tot aan het beginpunt. Christophe kuste zelfs de grond. Na een ruime fotosessie was het tijd voor een terrasje. En dat hadden Dinner, Kevin en Sven ook gedacht, want wie kwamen we tot onze grote verrassing tegen op dat terrasje... raad eens. Na ze te hebben uitgewuifd, gingen we terug naar Fadhili’s huis. Daar maakten we kennis met Kenny, een student uit Hong Kong waar we een leuke conversatie mee voerden. Voor het avondeten nog even een dansje met Fadhili & zijn zusjes en dan de avond afsluiten met een goed flesje wijn. Wat kan een mens nog meer wensen?
7
Vicky en Dries op logies bij Lobulu (geschreven door Dries) ’s Morgens vertrokken naar Lobulu’s huis: vlakbij de school. Na een korte introductie met zijn vrouw (Vicky) en zoontje (Olaris), gaan inkopen doen in de winkelstraat van Arusha waarna we wilden gaan helpen in de keuken, maar ik (= Dries) mocht niet meehelpen (volgens Loubulu is het de taak van de man om bier te drinken terwijl de vrouwen het eten klaarmaken). Lobulu en ik moeten toch terug naar de markt, want we hadden nog wat vergeten. Maar nog lang voor het eten klaar was gingen we de broer(s) en vader bezoeken. Vooral lang gezeten bij de broer van Lobulu die editor is bij de Arusha Times. Daar kregen we vlees (ik geloof kip?) gemarineerd in een pikant sausje met (Afrikaanse) frieten als tussendoortje. Toen we terug naar Lobulu’s huis gingen, was Vincent daar al aangekomen en werd het eten opgediend (was ongelooflijk lekker: zowat gelijk het eten op de Afrikaanse avond bij Lobulu thuis). De rest van de avond nog zitten praten over vanalles en nog wat. Volgende morgen heel vroeg opgestaan om naar Moshi te gaan om de rest te ontmoeten. Eens terug in Arusha ging Vicky terug helpen in de keuken en gingen ik en Lobulu naar de rest van de familie (o.a. Village of joy). ’s Avonds terug de conversatie aangegaan, maar uiteindelijk vrij vroeg gaan slapen. De volgende morgen hebben we allebei nog een (warme!) douche kunnen pakken voordat we terug naar school moesten.
Marijke en Anneleen op logies bij Chris (geschreven door Marijke) Zaterdag 26 juli 2003. De homestay... Herinneringen schieten door mijn hoofd, woorden schieten tekort! Ik zal toch mijn uiterste best doen om alles zo gestructureerd mogelijk neer te pennen. ‘s Morgens vertrekt iedereen naar zijn bestemming. Stefanie en Christophe vertrekken samen met Fadhilli naar verre oorden aan de voet van de Kilimanjaro. Ja ja, zij hebben de eer deze berg toch van iets dichterbij te mogen bewonderen! Annemie, Gert, Sven en Kevin vangen, vergezeld van Dinner en Eli, de rit aan naar Moshi. En Vicky, Dries, Anneleen en ik hebben de eer om Arusha van een andere kant te bekijken. Anneleen en ik nemen samen met Chris een daladala richting plaatselijk winkeltje van de schoonbroer van Chris, alwaar we merken dat ze ook in Tanzania hun huid lekker zacht houden met Nivea Body Milk (de oude versie weliswaar). De zus van de schoonbroer houdt het winkeltje open. Chris vertelt ons dat zijn schoonbroer zo’n 20 minuten zal wegblijven, maar dat blijken Afrikaanse minuten te zijn... We besluiten om een colaatje achterover te gaan kappen in één van de plaatselijke etablissementen. Daar krijgen we 'bezoek' van een bedelaar. Chris is vrij grof tegen deze man. Zijn besluit achteraf: “Hij heeft twee armen, hij heeft twee benen, hij kan werken... Hij moet niet komen bedelen! Bedelaars, dat kennen jullie wel niet in België zeker?” Een zoveelste misvatting over ons Belgenland... Uiteindelijk is onze cola (ja ja ons volledige 370 ml!!) al lang leeggedronken tegen dat de schoonbroer opduikt. Nice to meet you, Mister Boniface. Met de Toyota (ja, ja, Mister Boniface is uitgerust met een wagen!!) nog even langs het toeristisch bureau dat Mister Boniface aan het oprichten is. We hebben hem beloofd om in België bij onze vrienden reclame te maken voor zijn bureau, maar euh... De naam van de zaak ontsnapt me nu even! Eens aangekomen in Moshono (Maasai naam van de wijk) krijgen we een rondleiding in het huis. Echt wel een knap huis, met zowaar twee westerse wc’s, wat een luxe! En een echte douche! Jammer genoeg blijkt er een probleempje te zijn met de toevoer van het warm water! We zullen ons dus opnieuw moeten beperken tot het gieten van wat water over ons stoffige lijfje. Het huis zelf wordt ‘s nachts bewaakt door een bewaker en een drietal honden. De beestjes zitten de godganse dag opgesloten in een donker hok waar nauwelijks licht binnen kan. Hier houdt men enkel dieren omwille van een bepaald doel, en niet gewoon zoals bij ons in België omwille van het gezelschap. Wanneer ik Chris vertel dat ik een kat heb thuis,
8
vraagt hij: “What is the function of your cat?” “Company” is blijkbaar niet echt een goed antwoord. Het middagmaal dan... Groene groentjes, ugali en euh... egelvlees? Koken ze hier egels met de stekels er nog aan? Geen idee wat we die middag naar binnen gespeeld hebben. Het vlees was alleszins nogal vettig en geloof het of niet, maar er stond zoiets als stekels op! Enjoy your meal! Dat meal blijkt noch Anneleen noch mezelf goed te bevallen, ons maagjes zien af... Heeft er iemand Motillium op zak? En wat doen wij na het eten zoals het vriendelijke mensen betaamt? “Kunnen we soms helpen met de afwas?” Blijkbaar geen probleem, althans niet voor onze gastheren en vrouwen, want wij worden moederziel alleen achtergelaten in de keuken met een megaberg afwas! Daar zijn we weer even zoet mee... Na onze huishoudelijke taken trekken we even met Chris, Jesica (het dochtertje van de schoonbroer) en Godfrey (het jongste broertje van Mister Boniface) op verkenning in de wijk. Heel mooie en rustige wijk trouwens! Je vindt er heel mooie huizen terug, broederlijk naast krotten van hutten. Terug ‘thuis’ gekomen, mogen we aan onze feestmaaltijd beginnen. Ja, ja, we verdwijnen opnieuw in de keuken! Toen we deze middag aan het afwassen waren, kwam Mister Boniface aandraven met een stylo en een blad papier... Om de ingrediënten op te schrijven die we nodig hadden om deze avond een Belgische maaltijd voor 8 personen in elkaar te boksen! We besloten om wortelstomp met worstjes klaar te maken, en als dessert onze ondertussen befaamde chocomousse. Met Westerse muziek op de achtergrond (dank je Anneleen voor de fantastische cassettes!) gingen we aan de slag. De vrouwen kwamen af en toe eens kijken wat we aan het uitvreten waren. Het grootste probleem bleek het water te zijn, krijg dat maar eens aan de kook... Dat duurt, en duurt, en duurt... Pole, pole! Op een bepaald ogenblik krijgen we de boodschap van Mister Boniface dat hij nog even de stad in moet; hij zal niet zo lang wegblijven. We zeggen hem dat het nog zo’n drie kwartier zal duren eer het eten klaar is. Dat blijkt ook zo te zijn, na een paar uur zwoegen kunnen we fier aankondigen ‘Dinner is served’. Nou ja, served? Mister Boni is nog niet thuis, en zonder hem kunnen we niet aan tafel! Wachten geblazen dus... In onze kamer ontdekken we dat er een tandenborstel, een tandpastaatje en een paar slippers voor elk van ons staat te wachten... Wat een ontvangst! Drie kwartier nadat ons eten klaar was komt Mister Boni uiteindelijk toe. Ik ben toch een beetje op mijn tenen getrapt, want nu zijn onze wortelstomp en ons sauciskes koud! Mister Boni lijkt het niet te deren, maar Anneleen en ik prefereren ons eten toch liever warm! Tijdens het avondeten blijkt trouwens dat de meid hier toch echt wel op een ander niveau behandeld wordt (ze is nochtans familie!!). Ze moet naast Mister Boni gaan staan om zichzelf te bedienen, terwijl de rest van het gezin zijn eten door Mister Boni opgeschept krijgt... En nog iets, terwijl wij aan het zwoegen waren in de keuken lagen de heren gezellig voor TV; Chris kwam zelfs niet eens vragen of alles lukte. OK, we hadden al begrepen dat de keuken niet echt het terrein van de mannen was, maar als we na het bereiden van de maaltijd er in de zetel komen bijzitten verwacht je toch dat men vraagt of alles in orde is, of het gelukt is... Chris en Mister Boni hadden trouwens thee voorgeschoteld gekregen, maar dat was blijkbaar enkel een voorrecht van de mannen, aan ons werd niets gevraagd... De manier waarop men hier met zijn kinderen bezig is, is trouwens in onze ogen ook een beetje bizar! Eigenlijk wordt erop vertrouwd dat zij zich zelf amuseren, voor de rest wordt er niet echt naar hen omgekeken. Jesica wordt ook enorm veel toegelaten; met een mes staan zwaaien in de keuken is blijkbaar niet zo erg... Het mes wordt uit haar handen genomen, maar er wordt voor de rest niet op gereageerd! Maar om terug te komen op ons heerlijke avondeten... Onze chocomousse was echt wel geslaagd! Anneleen en ik konden het dan ook niet laten om de kom met ons vingerkes leeg te likken, njam, njam! Na het eten vragen we ons af of we weer moeten voorstellen om te helpen met de afwas. We zijn een beetje lui, en beslissen dat we vandaag al genoeg tijd in de keuken hebben doorgebracht.
9
In de kamer overlopen we nog even de gebeurtenissen van vandaag, man, man, man, hier als vrouw leven zou ik echt niet kunnen! Anneleen en ik krijgen gewoon de slappe lach door alles wat we hier zien en meemaken! Wat nu volgt zijn gewoon een aantal losse bemerkingen over dingen die we gezien of gehoord hebben. Mister Boni is twee weken voor de homestay voor de tweede keer papa geworden, maar de kleine heeft nog steeds geen naam! Trouwens, een vrouw die pas bevallen is, wordt hier niet echt in de watten gelegd; zij wordt verondersteld terug gewoon mee te draaien in het huishouden net als voorheen. Nog een interessant weetje: als vrouw neem je bij je huwelijk automatisch de godsdienst van de man over! Wat zijn wij, Belgische vrouwen, toch geëmancipeerd... En de bruidschatten, daar wordt nu toch blijkbaar wat tegen geprotesteerd; volgens de Tanzaniaanse vrouwenbewegingen zou dat aan de vrouw een te groot gevoel van afhankelijkheid geven! Lang leve de vrouwenbewegingen!!! Er is alleszins nog wel wat werk aan de winkel! En om deze dag af te sluiten, nog een laatste bizar element. Als we de Belgische cadeautjes aan Mister Boni overhandigen, blijkt dat de vrouw de cadeautjes moet opendoen... Dat gebeurt als Anneleen en ik in de keuken aan het sloven zijn. Anneleen had twee beachracketjes mee, waar de kindjes de hele avond mee spelen. Ik had een boek mee over België, maar dat boek hebben we voor de rest van de avond niet meer teruggezien! Een bedanking voor de cadeautjes krijgen we niet echt... Strange! Zondag 27 juli 2003. Anneleen en ik zijn eerlijk gezegd blij dat we vandaag een uitstapje naar Moshi maken. Nu begrijpen we waarom het belangrijk is om tijdens dit korte weekend toch een ‘weerziemoment’ in te lassen; even stoom afblazen, ervaringen uitwisselen... Aan tafel ‘s morgens blijkt dat Chris zich echt wel serieus laat bedienen door de meid. We kijken toch even onze ogen uit! Het ontbijt is vrij uitgebreid; later blijkt dat er speciaal voor ons fruit op tafel staat. Mister Boni ging er blijbkaar vanuit dat Westerlingen ‘s morgens heel wat fruit naar binnen spelen. In Moshi ontdekken we dat men in Tanzania alles met een lepel of met de handen eet, behalve spaghetti, dat wordt dan weer geserveerd met mes en vork. Voor de terugkeer naar Arusha gaan Anneleen, Dries, Vicky, Lobulu, Chris en ik nog iets eten. Lobulu staat erop om de drank te betalen, maar blijkt er achteraf vanuit te gaan dat wij voor zijn eten en dat van Chris zullen betalen. We weten niet goed hoe we ons daarbij moeten voelen... Terug in Arusha bezoeken we samen met Mister Boni de wijk waar hij is opgegroeid (Olasiti). Heel mooie wijk. Bezoek aan zijn grootmoeder (een Maasaivrouw in een Maasaihut), bezoek aan zijn spuwende vader (om de paar minuten vliegt er een reuzegrote rochel in het rond; even wanen we ons in China in plaats van in Tanzania). Mister Boni brengt ons dan ook nog naar het huis van één van zijn beste vrienden; echt wel een heel groot huis! Het interieur is wel niet echt onze stijl: roze gordijntjes, gecombineerd met rode, bebloemde zetels en dan nog knuffelbeestjes en fluo plastic bloemen... De vrouw vraagt ons wat we willen drinken, schenkt de drank uit en verdwijnt. Probably into the kitchen! Wederom moeten we constateren dat de Tanzanianen ons in politieke discussies naar de mond praten. Zij beginnen met zwart te zeggen, ik zeg wit, en plots zijn ook zij overtuigd van wit! ‘k Ben toch gewend van iets meer weerwerk te krijgen in discussies... Terug thuis in Moshono is het tijd om fotootjes te kijken. Laat ons hopen dat wij er op onze trouwdag iets gelukkiger uitzien! Om 10 uur ‘s avonds kunnen we eindelijk aan tafel... Opnieuw ons lievelingseten: groene groentjes met vettig vlees en ugali. En we krijgen iets nieuws voorgeschoteld: banana stew met overheerlijke bakbananen, njam, njam... Gelukkig dat we rond 16 uur al nyama choma hadden gegeten! Na dit feestmaal vinden we toch nog een plaatsje voor een heerlijke Snickers, die we speciaal voor deze gelegenheid bewaard hadden! De kindjes blijven hier trouwens zo lang op als ze willen; de ouders gaan hier blijbkaar zelfs vroeger slapen dan de kinderen, ook al moeten de kinderen de volgende dag
10
naar school! En tot slot nog enkele weetjes: winkels kennnen hier blijkbaar openingsuren noch sluitingsdagen. Wel handig! Een daladala naar Moshi kost dan weer evenveel als een luxueuzere bus! Enne... ze hebben hier peanutbutter with honey! Waarschijnlijk speciaal voor ons westerlingen aangeschaft, maar euh, zo zot zijn wij daar nu ook niet van... Maandag 28 juli 2003. Gisteren vroegen we aan Mister Boni om hoe laat we moesten vertrekken om om 11 uur op school te zijn (Moshono ligt op zo’n 8 km van Sanawari). Hij stelde voor om om 8 uur te vertrekken... 3 uur voor 8 km?!? Uiteindelijk vertrekken we rond iets voor 10, en we komen pas 2 uur later op de bestemming aan, na een wandeltocht, een tocht met de daladala en een andere wandeltocht... 2 uur over 8 km, terwijl we er gisteren naar Moshi ook 2 uur over deden (het ging dan wel over een km of 80)!! This is Africa...
Maandag 28/7/03 Allemaal aangekomen op de school na de homestay, tijd voor lunch! Helaas, de kok was vergeten lunch te maken voor ons en tegen 14u konden we uiteindelijk pas eten (terwijl we eigenlijk om 14u aan het Arusha Tribunaal moesten staan voor een rondleiding). Een uur later zijn we vertrokken naar het tribunaal waar enkel rechtszittingen i.v.m. misdaden in Rwanda gehouden worden. Vele gruwelijke beelden van massa’s lijken gezien. Het was best wel eens interessant. Dan al eens in het toeristenstraatje gaan rondlopen om te zien welke souvenirs we zouden kopen. Ideeën genoeg: batikdoeken, beelden, kommetjes,... De verkopers zijn gelukkig niet te opdringerig en tevreden met het antwoord dat we de week nadien zouden terugkomen. ’s Avonds hadden de studenten ons uitgenodigd voor een candlelight-dinner bij Lobulu thuis. Lobulu’s vrouw en nichtjes en andere vrouwen hadden er hun werk van gemaakt. Het was heel lekker en gezellig!
Dinsdag 29/7/03 Op tijd opgestaan en tenten afgebroken. Na het ontbijt met de jeep naar Tarangire National Park gereden. Onderweg hebben we, heel onverwachts, dromedarissen gezien! Wie had dat ooit gedacht?! Tarangire National Park: prachtig voorbeeld van Savanne (lage begroeiing met Acacia’s en baobabs en zelfs palmbomen!). Welke dieren gezien? Vele vogels waarvan ik de namen niet allemaal ga opschrijven (kijk maar naar de foto’s), daarnaast leeuwen, olifanten, wildebeesten, heel veel zebra’s, apen, impala’s, wrattenzwijnen... en een reuzehagedis (Nile Monitor genaamd). Op de picknickplaats moest je opletten dat de bavianen niet met je eten gingen lopen, best wel grappig, popcorn-etende bavianen! Na nog wat rondgereden te hebben, gingen we iets drinken in een lodge in het park. En wat bleek tot onze grote verbazing? Er was een zwembad!! Goed dat Gert ons aangeraden had ons zwemgerief mee te nemen. Het deed ongelooflijk deugd om wat in het water met de frisbee te spelen en een douche met stromend water te kunnen nemen! En dan nog een drankje genietende van het prachtige uitzicht over het park: onbeschrijflijk mooi. ’s Avonds hebben we onze tenten opgezet in het Bushman Camp in Karatu, een aangename camping!
11
Woensdag 30/7/03 Om 5u30 opgestaan om op tijd de Ngorongorokrater binnen te rijden. ’t Was koud en Stefanie was ziek (Fadhili wat heb je haar en Christophe te eten gegeven op de homestay??). Een van de eerste dieren die we zagen, was de Secratarisvogel, de nummer-1 op het dieren-die-wezeker-willen-zien-lijstje van Christophe en Gert. Andere dieren die we in overvloed of toch in één exemplaar gezien hebben, waren zebra’s, wildebeesten, hartebeesten, leeuwen (zo dicht bij!!), olifanten, nijlpaarden, Grant en Thomson gazellen, vele vogels, een cheetah... Te veel om op te noemen. Het park zelf was een grote vlakte met in de verte de bergen als grenzen. Er waren bijna geen bomen, was een lage begroeiing, minder afwisseling dan in Tarangire, maar minstens evenzeer de moeite! Op de terugtocht naar de camping zijn we onderweg op de kraterrand gestopt om een overzicht te krijgen over het park. En dan onze tent gaan opzetten in Fig campsite in Mto Wa Mbu. Daar ontzettend genoten van een warme douche met stromend water en het frisse, propere gevoel nadien. En ja, Gert, je had gelijk, er was een zwembad, maar dat zal nog wel een eeuwigheid geduurd hebben vooraleer dat vol was. Na een drankje in een plaatselijke bar zijn we moe, maar voldaan ons tentje ingekropen.
Donderdag 31/7/03 We hebben er goed geslapen (alle, ik toch), ondanks de Hollanders vlak naast ons. Het cliche is dus doorbroken: Hollanders zijn niet altijd luidruchtig. Na het ontbijt hebben we de fiets genomen om een voormiddagje te gaan fietsen. Het was niet eenvoudig: slechte remmen, brede sturen,... Dries was duidelijk niet gemaakt om op Tanzaniaanse fietsen te rijden, best wel een grappig zicht! Ook de weg was niet alles: putten, bobbels, zanderig en stoffig. Veel kans om rond te kijken was er niet, want je moest continu op de weg letten. We zijn naar Lake Manyara gefietst (ook een nationaal park): een meer vol flamingo’s. Flamingo’s onderscheiden was moeilijk, maar er was duidelijk een horizontale roze lijn over het water. Prachtige zichten, voor de fiets lopende wildebeesten, kuddes zebra’s en giraffen en kuddes koeien geleid door Maasai mannen. Een unieke belevenis! Na de lunch kregen we een rondleiding door het dorp: uitleg over het brouwen van bananenbier, drogen van rijst, malen van maïs, vlechten van manden, huizen maken van bananenplanten... en een beklimming tot een mooie baobab vanwaar we een prachtig uitzicht hadden. Tof he, Christophe, eindelijk een Tanzaniaan die je mopjes verstond! ’s Avonds weer een aangename douche (amai, wat een luxe!) en nog wat uitrusten. En na het avondmaal kregen we een optreden met Afrikaanse dans, eventjes weer een toeristisch gevoel gekregen, maar ja, dat hoort erbij, zeker. Daarna nog gezellig zitten babbelen vooraleer te gaan slapen.
Vrijdag 1/8/03 Lobulu had een ‘daladala’ geregeld om vandaag mee terug naar Arusha te rijden. Alle bagage en 16 mensen (+ 2 van de daladala zelf) erin, very cosy! Na voldoende Bongoflaver geïnhaleerd te hebben voor de rest van de reis, kreeg Gert het goede idee om de Fugees op te zetten. ’s Middags hebben we zelf een slaatje in elkaar geflanst en eenvoudig (!) geluncht. Daarna wat gaan e-mailen en wat rondgelopen in Arusha vooraleer onze afbiedingskunst boven te halen in het toeristenstraatje voor onze souvenirs. Met controle van onze studenten hebben we
12
er ons aangewaagd. Toch vreemd om te moeten afdingen op prijzen die naar onze normen al heel laag liggen. Batikdoeken, kommetjes, giraffen en andere beeldjes waren de populairste souvenirs. Iedereen was toch content als ’t erop zat. ’s Avonds zijn we in de Moonlight in Sanawari gaan eten: een typisch, niet toeristisch Afrikaans restaurant. Wat gegeten? Ugali (hoe kan het ook anders??), Nyama Choma, Pilau, rijst, chipsmeai (hoe schrijf je dat eigenlijk?) en nog wat andere dingen. En fruitsla als dessert. En dit alles voor een spotprijs die Lobulu voor ons geregeld heeft (echt een onderhandelaar, die Lobulu!). Na het eten nog wat gepoold en de vrouwen zijn hier eens afgegaan, maar ’t was plezant!
Zaterdag 2/8/03 Wat langer geslapen (was dat mogelijk??) en dan 2 ‘workshops’ gedaan: gekeken hoe ze batikdoeken maakten en voor ongeveer iedereen één laten maken met het Jokerlogo erop. Nadien bij Sonyo gaan kijken hoe we ugali moeten maken: water opwarmen, maïsmeel toevoegen en roeren. Sonyo heeft er ook wat visjes bijgebakken. Best wel eens lekker! Na de lunch even een korte evaluatie gehouden over de reis en dan was het tijd voor onze sportieve namiddag: frisbee, frisbee in teams, tussen twee vuren, voetbal (voor sommigen toch) en volleybal (ook voor sommigen). ’s Avonds gaan uiteten in Jambo, een meer westers restaurant, heel gezellig ingericht. En nog eens een dessertje, njamie! En na nog een drankje en een babbelke was het weer slapenstijd.
Zondag 3/8/03 Opgestaan, wat proberen in te pakken, ontbeten en dan naar een Lutheraanse mis in Sanawari. De mensen, allemaal mooi opgekleed, waren heel vriendelijk. Ze verwelkomden ons in de mis (en we waren zelfs meer dan een uur te laat!), en hebben op ’t einde, op vraag van Elihuruma, een liedje gezongen voor ons! ’t Was ongeveer als verwacht: veel zang, klein beetje dans (door het koor) en een enthousiaste priester. Dan wat zitten niksen en geholpen met de voorbereidingen voor ons groot afscheidsfeest: slaatjes maken, fruit persen... Nog een frisse douche en dan party-time!! Gert gaf ‘onze’ studenten een recommendatie (hoe zeg je dat weer in deftig Nederlands?): heel officieel, elke handdruk moest op de foto! En dan kwamen de gasten: broer van Fadhili en vrouw, zus van schoonbroer van Chris, Mr Izoba en vader,... Lekker eten (enkel de bakbananen waren niet zo in trek, hoe zou dat komen??) en losse sfeer. Onze batikdoeken werden gebracht en getekend door alle reisgenoten. Mr & Mrs Boniface hadden Marijke en mij nog in de watten gelegd: een afscheidskaart en een prachtige doek kregen we cadeau! Na de fotosessies was het echt party time: Music Maestro Please! Veel Bongoflaver en heel af en toe iets dat wij graag hoorden. De Tanzanianen stonden niet echt open voor onze muziek, maar na wat zagen en klagen, kregen we onze muziek toch wat langer te horen. Onze studenten, de ene al wat zatter dan de andere (hoe kunnen ze die Konyagi lekker vinden?!), misten ons al vooraleer we weg waren. Uiteindelijk zijn we toch ons bed ingeraakt. Het was een geslaagd feest!
13
Maandag 4/8/03 Rond 5u45 opgestaan, aangekleed en alles ingepakt. Na een kort ontbijt, vertrokken we met gemengde gevoelens naar Novotel. Afscheid nemen: gek, he, te weten dat je die studenten waarschijnlijk nooit meer gaat zien. De busrit naar Nairobi is vlot gegaan. ’s Middags zijn we gaan eten in ‘Trattoria’, een Italiaans restaurant. Lekkere pizza, lekker vruchtensapje, lekker brood en een goed dessert. Puur genieten dus. Daarna wat rondgewandeld en het nationaal museum en Snake park een bezoekje gebracht. Na een korte rustpauze in het Parkside hotel zijn we met een busje naar de vlieghaven gereden, om van daaruit het vliegtuig te nemen naar het warme, hete, droge België!
14