NOTULEN OPENBARE RAADSVERGADERING 3 JULI 2003/7 JULI 2003
AGENDA: 1.
Opening.
4
2. Vaststelling van de agenda.
5
3.
6
Vragenhalfuur.
4. Vaststelling raadsnotulen d.d. 22 mei 2003.
11
11. Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening 2002.
13
12. Voorstel met betrekking tot de Kadernota 2003.
21
5.
43
Rapport 'Adequate huisvesting voor de gemeentelijke organisatie; een tussenstap'.
6. Voorstel inzake bebouwingsoppervlak in bestemmingsplan Nederhemert-Noord tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert.
53
7.
57
Voorstel met betrekking tot de aankoop van het pand Steenweg 6 te Zaltbommel.
8. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de duurzaam veilige inrichting van de kernen Kerkwijk, Delwijnen, Gameren, Poederoijen, Zuilichem en de wijk De Spellewaard.
62
9. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor de uitvoering van het “stappenplan bodemkwaliteit 2005”.
68
10. Voorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet te behoeve van het opstellen van het bestemmingsplan Brakelse deel Nieuwe Hollandse Waterlinie.
72
13. Voorstel tot vaststelling nieuwe Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel.
76
14. Voorstel tot vaststelling Uitgangspuntennotitie Brede schoolontwikkeling gemeente Zaltbommel.
79
1
15. Voorstel tot vaststelling van het bestemmingsplan Brakel De Weitjes II. *
82
16. Voorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet te behoeve van de laatste fase voor het uitbaggeren van watergangen en taludverbetering van de stadsgrachten te Zaltbommel. *
85
17. Voorstel tot vaststelling van het beleidsverslag Sociale Zaken 2002. *
87
18. Voorstel inzake verdeling schoolbegeleidingsuren 2003/2004. *
89
19. Voorstel tot verzoek om subsidie van de Stichting Kinderboerderij Zaltbommel. *
91
20. Begrotingswijzigingen.
93
21a. Stukken inzake gemeenschappelijke regelingen en organen.
94
21b. Motie ChristenUnie
95
22. Sluiting.
97
*) hamerstukken
2
Voorzitter: mevrouw M. Peereboom Griffier: de heer drs. P.W. Bannink
Aanwezig zijn de raadsleden: de dames G.M. Krijgh-Both, A.M.C. Puite-Doesburg Lanooij en de heren A.C. van Balken, G. van Ballegooijen, A.C. Bragt, A.R. van Doorn, A. Duijzer, H.A. Kolbach, J.C. Komen, A.J. Krähe, G.L. Loef, H.J. Looijen, A. van der Maas, W. Romp, A.T.J.M. van Rooij, H. Satter, G.H. van Wijk en G.B. van ’t Zelfde. Tevens zijn aanwezig de wethouders: de heren A.A. van Engelen, B. Nijdam en J.Th.H.M. Penninx en de gemeentesecretaris: de heer P.A. Huijsman. Afwezig zijn: wethouder R. Hackert alsmede de raadsleden mevrouw M.J. Hoogheid-van Houte en de heren B.P. Roemers en H.M. Schreurs. Terug naar agenda
3
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
1
Nr.
:
Onderwerp
:
Opening
De voorzitter opent om 19.30 uur de vergadering en heet iedereen van harte welkom. Nadat staand een moment van stilte in acht is genomen schorst de voorzitter de vergadering om aanwezigen de gelegenheid te geven om in te spreken. Nadat is gebleken dat niemand hiervan gebruik wenst te maken heropent de voorzitter de vergadering. De voorzitter deelt mede dat afwezig zijn mevrouw Hoogheid en de heren Roemers en Schreurs alsmede wethouder Hackert. Terug naar agenda
4
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
2
Nr.
:
Onderwerp
:
Vaststelling van de agenda
De voorzitter: Is er een voorstel om de agenda te wijzigen? De heer Bragt: Door mij is een motie ingediend die geen betrekking heeft op een agendapunt. Mijn verzoek is om dat aan het eind van de agenda te behandelen. De heer Van der Maas: Als ik naar de publieke tribune kijk is er brede belangstelling voor het agendapunt “Kadernota”. Wellicht is het goed om dit punt naar voren te zetten omdat het anders waarschijnlijk over anderhalf uur pas aan de orde komt. De voorzitter: Het voorstel is om agendapunt 12 naar voren te halen. Ik wil u dan wel vragen om agendapunt 11 daarvoor te doen omdat de jaarrekening dan voor de behandeling van de Kadernota plaatsvindt. Als u het goed vindt zouden wij de agendapunten 11 en 12 na agendapunt 4 “Vaststelling raadsnotulen d.d. 22 mei 2003” kunnen doen. Iedereen is daarmee akkoord.
Hierna wordt de agenda met inachtneming van de genoemde wijzigingen vastgesteld.
De voorzitter: Voordat ik verder ga met de agenda en het vragenhalfuurtje wil ik even een moment aandacht omdat één van onze bodes jarig is. Ik vind het zo bijzonder dat hij vanavond hier aanwezig is. Ik wil hem namens u een klein cadeautje overhandigen. De voorzitter feliciteert de heer Van Oversteeg en overhandigt hem een cadeautje. Terug naar agenda
5
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
3
Nr.
:
Onderwerp
:
Vragenhalfuur
De voorzitter: Er zijn een flink aantal vragen binnengekomen. In de voorbereiding, samen met de griffier, hebben wij geconstateerd dat vragen betrekking hebbend op het vragenhalfuurtje en de schriftelijke vragen niet meer helder gescheiden zijn. Er is ook afgesproken dat in de eerstkomende vergadering van het Presidium dat punt aan de orde zal komen. Op welke manier de scheiding kan komen in het vragenhalfuurtje en de schriftelijke vragen zoals in het Reglement van Orde staat. Nu dat kennelijk nog door elkaar loopt doe ik een beroep op u om de vragen zo compact mogelijk te stellen. Ik doe ook een beroep op de leden van het college om zo compact mogelijk de antwoorden te geven. Anders halen wij dit niet binnen het half uur. Tenzij iemand van u zegt de vragen die ik gesteld heb kunnen schriftelijk beantwoord worden. De heer Krähe: Voor mijn vragen heb ik al aangegeven dat die schriftelijk kunnen worden beantwoord. Ik heb nog een of twee puntjes die ik bij agendapunt 8 over “duurzaam veilig” aan de orde zal stellen. Mevrouw Puite: Dat geldt ook voor mijn vragen. Die kunnen schriftelijk beantwoord worden. De heer Romp: Ik wil mijn vragen over de Tijningenplas, gezien de actualiteit, nu aan de orde stellen. Bij GroenLinks bereiken er veel berichten over de “verloedering” van de Tijningenplas. Het is daar behoorlijk vervuild. Het is daar een beetje een grijs gebied maar het valt toch binnen een woonwijk. Een aantal dingen zijn er vernieuwd. Het steigertje waar altijd gevist werd. De duikers proberen nu om makkelijker het water in te komen zowel door het aanleggen van een illegaal trapje als dat de auto’s heel dicht tegen het water aan geparkeerd worden. Er wordt veel gezwommen. Officieel is het geen zwemwater maar er is geen toezicht. Het is een beetje een rommelige, chaotische toestand bij de Tijningenplas. Nu het zomerseizoen binnenkort aanbreekt wil ik toch twee vragen voorleggen aan het college. 1. Is het college bekend met de situatie bij de Tijningenplas? 2. Welke maatregelen denkt het college te nemen om de situatie te verbeteren? De heer Bragt: Ik heb een vraag over het trapveldje in Bruchem. Het trapveldje is vlak voor de zomervakantie omgeploegd. Daar zijn redenen voor maar het moment is niet erg gelukkig. De jeugd heeft deze zomer geen veldje. Kan er voor de komende maanden een alternatief geboden worden? In aansluiting daarop zou het ook wenselijk zijn dat er wat afvalbakken bij het trapveldje geplaatst worden. De heer Van Ballegooijen: Ik heb een aantal vragen ingediend over de Philipsschool en de Fonkelsteen. 1. Ik heb aan de wethouder gevraagd, ten tijde van de verzending van de brief naar de gebruikers van de Philipsschool dat ze er uit moesten, of dat binnen de tijd die daarvoor stond te halen was. Hij heeft daar volmondig “ja” op gezegd. Maar in de praktijk en tijdens deze procedure heeft het uitgewezen dat dit niet het geval is. Daar wil ik wat duidelijkheid over.
6
2. Is het waar dat de eerste brief die het college gestuurd heeft aan de gebruikers van de Philipsschool niet correct was. Dusdanig niet correct dat ze opnieuw een brief hebben moeten sturen aan die mensen waarvan de uitkomst was dat de opzegtermijn niet 1 juni maar 1 juli werd. Klopt dat en zo ja, wat mankeerde er aan deze brief? 3. Geeft de gang van zaken ten aanzien van de Philipsschool, zowel wat betreft de juridische aspecten als de correspondentie, u aanleiding om in de algemene zin te kijken naar de kwaliteit van de juridische functie binnen de gemeentelijke organisatie in het algemeen en de sector Inwonerszaken in het bijzonder? Zo ja, welke actie onderneemt u en op welke termijn? Zo nee, hoe denkt u soortgelijke problemen in de toekomst te voorkomen c.q. aan te pakken? De heer Van ’t Zelfde: Ik heb enkele vragen die betrekking hebben op artikel 37 van het Reglement van Orde van de gemeente. Het onderwerp is de plaatsing van de containerlokalen. Ik verzoek het college op de volgende vragen mondeling te antwoorden: 1. De fractie van de ChristenUnie is van mening dat er slechts tijdelijke locaties van containerlokalen in de Waluwe moeten worden aangewezen voor die scholen die op grond van huisvestingsscenario 6b voor het primair onderwijs in de Waluwe worden gesitueerd. Dat betekent dat ook voor De Fonkelsteen derhalve geen uitzondering zal moeten worden gemaakt. Mijn vraag is: deelt het college deze opvatting? 2. Voor de fractie van de ChristenUnie ligt in de reden dat voor containerlokalen tenbehoeve van De Fonkelsteen, in gevolge variant 6b, een terrein nabij de christelijke basisschool/openbare basisschool De Spelwert in de wijk “De Spellewaard” gebruikt moet worden. Ook nu de vraag: deelt het college deze opvatting? 3. Voor wat betreft het huisvestingsscenario voor primair onderwijs houdt de fractie van de ChristenUnie vast aan variant 6b. Deelt het college ook onze opvatting? De heer Loef: Ik heb twee vragen. Ik wil graag de actuele stand weten ten aanzien van de huisvesting De Walsprong/De Fonkelsteen. Ik lees via de krant de meest recente ontwikkelingen. Wellicht kan de wethouder de ontwikkelingen tot en met vandaag even melden? Wij hebben een brandbrief gekregen vanuit Gameren. De overlast van de hangjongeren kunnen op een bepaald moment escaleren. Is het college hiervan op de hoogte? Wordt het niet eens een keer tijd dat we echt maatregelen gaan nemen? De heer Van Wijk: Ik heb een opmerking over het bankje bij de brandweerkazerne. Er is daar een bankje geplaatst voor de hangjeugd. Maar dat bankje staat op een vrij onmogelijke plaats. De vrijwillige brandweer is daar heel ontstemd over. Het bankje staat namelijk in de uitrit. Bij een snelle uitrukking zal dit een groot probleem geven in verband met geparkeerde auto’s die ze daar neerzetten. Aangaande de brandbrief vanuit Gameren zeg ik als je iets doet voor de jeugd doe het dan goed en doe het niet op deze manier. Bovendien was het bankje ook bestemd voor mensen die er langs zouden komen. Die mensen kunnen het bankje absoluut niet vinden want het staat helemaal weggestopt achter de bomen. Dat is een echte miskleun. Ik denk dat de jongeren in Gameren op die plaats niet willen zitten. Doe het goed met een betonnen bank met bankjes er omheen zodat het echt aantrekt want op deze manier zal het niet lukken denk ik. Verder had ik nog een vraag over het Regionaal Plan maar dat kan schriftelijk beantwoord worden. De heer Krähe: Ik ben aangeschoten door een burger en die burger miste de “parel van Zaltbommel”. Met de “parel van Zaltbommel” werd bedoeld de fontein in de gracht ter hoogte van de Rabobank. Komt die fontein nog terug en is er misschien ook een mogelijkheid om richting de Steenweg iets te bedenken van een fontein? Maar dat is een aanvullend verhaal op die vraag. De heer Van Ballegooijen: Ik heb net een brief op mijn tafel gevonden en dat gaat over het embargo aangaande de zaken rond Huis Brakel. Ik heb inderdaad een vraag gesteld in de commissie maar dit
7
embargo heb ik niet bedoeld. Er is nog een embargo en dat gaat over een brief van 4 februari 2003 die bij de stukken zat. De stukken waren de rapporten van het extern ingehuurd bureau en daar zat ook een embargo op voor de raadsleden. Mijn vraag was toen wanneer kan dat er af? Wethouder Penninx: Er zijn vragen gesteld over de huisvesting van De Fonkelsteen ook in relatie tot de Philipsschool. Ik begin maar met het kader te schetsen. De nieuwe school De Fonkelsteen heeft gevraagd om te mogen starten. U heeft als raad besloten om een tijdelijke huisvesting te geven aan De Fonkelsteen met daarbij een krediet voor bouwkosten van ongeveer € 170.000,00. Daarmee is het college aan de slag gegaan. Wij hebben gemeend te moeten inspelen in de tijdelijke situatie op die definitieve situatie. Ik denk dat dat het kader was waarbinnen wij als college hebben gehandeld. Dat even vooraf. Met betrekking tot de eerste vraag het volgende. Wij hebben gepoogd eerst aan de Zandkampen te vestigen. Daar hebben wij geconstateerd dat het op dat moment niet haalbaar was en ook niet verstandig om door te zetten omdat we dan september niet zouden halen. Vervolgens hebben wij gekozen voor de Philipsschool. Daar hebben wij ons intern over beraden en de adviezen waren dat wij zwart op wit een contract hadden wat aangaf dat de gemeente het gebruik kon veranderen en dat er schriftelijk zwart op wit een opzegtermijn was van een maand. Op basis daarvan meenden wij nadrukkelijk de stappen te kunnen zetten zoals we ze gezet hebben. Vervolgens is dat in een brief bevestigd. Mij is niet bekend dat de eerste brief onjuistheden zou bevatten. Voorzover mij bekend is er wel in mondelinge gesprekken aangegeven dat de termijn van een maand mogelijk niet hard zou zijn maar dat wij wel de werkzaamheden in de Philipsschool in ieder geval wilden doen zodanig dat aannemers aan de slag konden. Geeft de gang van zaken nog eens aanleiding om te kijken naar de juridische aspecten? Ik denk dat zoals wij ons hebben voorbereid en u moet daarbij wel denken aan een goede samenwerking tussen de afdeling juridische zaken, Welzijn maar ook Ruimtelijke Zaken die in onze gemeente zaken verhuurd en dus ook contracten opstelt, dat wij natuurlijk ons zullen beraden of wij hiervan kunnen leren. Mogelijk dat we daar inderdaad nog eens naar terugkijken. Als u zegt denkt het college deze problemen te voorkomen? Ik denk dan dat wij enerzijds zullen kijken naar nog zorgvuldiger juridisch handelen maar anderzijds ons ook nog nadrukkelijker zullen beraden. Dat als een gebouw leegstaat en mensen zeggen mogen wij daar niet tijdelijk in, wij misschien nog terughoudender zijn omdat een contract zwart op wit, maar vaak ook de omstandigheden, er toch toe kunnen leiden dat de stappen die we vervolgens willen zetten niet gezet kunnen worden. Dat is mijn antwoord in het kort. Ik ga dan ook gelijk in op de vragen van de ChristenUnie. Zoals ik al gezegd heb koersen wij op de definitieve huisvesting. Nu gebleken is dat het in De Zandkampen en de Philipsschool niet mogelijk is en ook het juridisch kader, uw raadsbesluit, een heel helder kader aangaf hebben wij gemeend te kiezen voor het plaatsen van deze lokalen aan de Hogeweg. Wij hebben u ook het besluit medegedeeld dat de visie, variant 6b, daarmee wat ons betreft recht overeind staat. Maar het allervoornaamste is en was dat de scholen in september a.s. op een goede manier van start kunnen gaan. Ik wil daarmee in het kort de beantwoording van dit aspect stoppen. Dan de vragen over de hangjeugd in Gameren. De afgelopen weken/maanden is er zeer regelmatig contact tussen de gemeente, de jongerenwerker en de politie met de jongeren in Gameren. U heeft ons een kader gesteld. Er mocht geen “JOB” ontwikkeld worden. Wij hebben wel gemeend met de jongeren aan tafel te gaan. Wij hebben hen gevraagd of ze niet weg wilden gaan op de twee meest voorkomende plekken wat overlast betreft, zonder reclame te maken, de Rabobank en het gymlokaal. Daar hebben de jongeren twee plekken genoemd met het verzoek om daar wat banken te plaatsen, een zitmogelijkheid te creëren en het college heeft gemeend een van beide plekken te kiezen. Dat is in de buurt van de brandweer geworden. Ons idee is dat we een fatsoenlijke voorziening moeten treffen op dit moment om vervolgens een convenant te kunnen tekenen met deze jongeren. Een convenant van jullie hebben ons gevraagd om mee te denken, dat hebben wij gedaan, het college kan niet verder gaan dan eenvoudige maatregelen gezien de uitspraken van de raad, wij hopen daarmee de burgers van Gameren tegemoet te komen. Wij zijn ook afgelopen week nog
8
naar een van de bezoekers gegaan. Ik denk dat we er zeer veel energie in steken en dat het er om gaat goed te communiceren ook met de omgeving, de brandweer en Youth for Christ. Wij willen een plek creëren waar weinig huizen staan en met de stappen zijn we nog druk bezig. Met betrekking tot de vraag van de heer Van Ballegooijen over Huis Brakel het volgende. De gesprekken lopen nog. Het loopt iets uit. De bedoeling is dat er op 14 juli a.s. een gesprek plaatsvindt en dat het college op 15 juli a.s. een standpunt in zal nemen. Wij hopen dat daarmee het embargo van een aantal stukken af zal komen als ik goed begrijp waar u nu op doelt. De voorzitter: Er was nog een vraag gesteld door de heer Loef over de laatste stand van zaken met betrekking tot De Fonkelsteen. Wethouder Penninx: De gemeente heeft een aantal lokalen besteld. Er is op dit moment technisch overleg met medewerkers van ons om er voor te zorgen dat alle grondwerkzaamheden, het plaatsen van de noodlokalen, het aanleggen van het schoolterrein en hekwerken dat het zodanig kan. Het zal allemaal heel krap zijn. Maar volgens de laatste planning die ik gisteren gezien heb, ga ik er van uit dat de lokalen er staan en dat de school in september a.s. kan starten. De voorzitter: En misschien nog even iets naar aanleiding van de opmerking dat het bankje op de uitrit van de brandweerkazerne staat. Wethouder Penninx: Ik heb een schetsje gezien en daarbij was nadrukkelijk rekening gehouden met de bereikbaarheid. Als nu wordt gemeld dat het bankje zo staat dat het niet volgens onze opvattingen zichtbaar is vanaf de doorgaande weg dan stel ik voor dat we morgen even overleggen met de medewerkers die het geplaatst hebben en kijken of het beter kan worden geplaatst als dat nodig is. Dat we proberen het zodanig in te richten dat de jongeren ons serieus nemen en dat ook de buurt zegt dat ze daarmee kunnen leven. Ik stel voor om daar even naar te laten kijken want ik weet het niet. De heer Van Wijk: Het kan een klein beetje om en dan is het wel goed. Wethouder Nijdam: Ik wil beginnen met de vraag van de heer Romp of het college bekend is met de situatie rond de Tijningenplas. Als ik deze vraag lees dan denk ik van niet. Ik denk dan ook dat we het niet goed hebben gedaan want deze vraag is vorig jaar ook gesteld. Wat mij betreft wat vernield is wordt gerepareerd. Wat betreft de scooters en auto’s die verkeerd geparkeerd zijn en het te hard rijden denk ik niet dat mijn dienst daar iets aan kan doen. Je moet dan eens kijken wat de politie daaraan kan doen. Wat het toezicht op het zwemmen betreft het is geen zwembad. Iedereen zwemt daar op eigen verantwoordelijkheid. Wanneer ouders jonge kinderen daar laten zwemmen dan verwacht ik dat ze daar zelf bij zullen zijn want anders is het in die put veel te gevaarlijk. Het steigertje wat kapot is zullen wij repareren. Daar hoeft u geen jaar meer op te wachten. Dan de vraag van de heer Bragt over het trapveldje in Bruchem. Dat trapveldje hebben wij meegenomen in het totaalplan. In De Kosterijen worden de straten hernieuwd. Er komen trottoirs en daarom hebben wij gezegd dat we het voetbalveldje ook meenemen. Er komt een mooi hekwerk omheen te staan. Er komen hogere ballenvangers. Of de tijd geschikt is of niet daar valt altijd over te twisten. Wanneer we dit in september gedaan zouden hebben moeten we wachten of er nog gras komt en dan weet je zeker dat ze er de hele winter niet op komen en kunnen. Als we het nu doen en het gaat een beetje snel dan komt het gras binnen veertien dagen op en dan hebben we toch het idee dat ze in september dat veldje weer kunnen gebruiken. Een alternatief voor de jeugd. Ik heb net aan de heer Dalhuijsen gevraagd of we in Bruchem nog gronden hebben liggen. Dat was bij de heer Dalhuijsen niet bekend en dat is bij mij ook niet bekend. Wanneer u zelf van mening bent dat daar nog wel een stuk grond is waar ze op zouden kunnen voetballen dan horen wij dat graag. De vraag of dat er bij het veldje afvalbakken kunnen worden geplaatst daarop zeg ik “ja”. Dat zit ook in het plan. Dan kom ik bij de vragen van de heer Krähe. Waar blijft de “Parel van Zaltbommel”?
9
Ik wist niet dat dit de enige parel was want volgens mij hebben we veel meer parels in onze gemeente. Ik kan u beloven dat die parel terugkomt en hij krijgt een broertje of zusje aan de Steenweg. Dat zeg ik u ook toe. Er komen twee fonteinen aan beide kanten van de stad. De voorzitter: Met mijn andere pet op wil ik iets zeggen over de openbare orde en over de politie naar aanleiding van de vragen van de heer Romp. Ieder jaar wordt de onrust rond de plas groter als het zomer wordt. Er is in het verleden gekozen om die plas zonder toezicht te houden en daar niet formeel iets te doen. De politie neemt de plas in de zomertijd altijd extra mee in de surveillance. Terug naar agenda
10
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
4
Nr.
:
Onderwerp
:
Vaststelling notulen d.d. 22 mei 2003
De voorzitter: Wij hebben schriftelijk geen op- of aanmerkingen binnengekregen. Ik mag er dus vanuit gaan dat u akkoord bent met de verslaglegging. Hierna worden de notulen ongewijzigd goedgekeurd en vastgesteld. Naar aanleiding van de notulen: De heer Van der Maas: Ik heb bij de vorige raadsvergadering vragen gesteld over de hotelboot die in Aalst ligt. Ik heb daar helaas nog geen antwoord op gehad. Ik heb wel gezien dat er een aanschrijven is gegaan naar de eigenaar van de boot. Misschien is er over de stand van zaken iets meer te vertellen. Wethouder Penninx: Als plaatsvervangend wethouder moet ik helaas het antwoord schuldig blijven. Ik heb er naar gevraagd en ik heb begrepen dat met de heer Van der Maas was gecommuniceerd dat de antwoorden eerst naar het college zouden gaan komende dinsdag voordat ze u zouden bereiken. Dus heb ik mij verder niet in de antwoorden verdiept. Ik neem aan dat u zo spoedig mogelijk na dinsdag antwoord krijgt. De heer Van der Maas: Misschien kan er iets gezegd worden over de termijn waarbij de situatie opgelost is? Wethouder Penninx: Ik heb aangegeven dat ik dat niet weet. De voorzitter: De stukken die hierover gaan zijn voor het college net verschenen en komen dinsdag aan de orde. De heer Van der Maas: Dat begrijp ik. Maar ik begrijp niet dat we 6 weken geleden een raadsvergadering hebben gehad en nu nog niets bekend is qua actie of wat dan ook. Er waren ook vragen bij die met “ja” of “nee” beantwoord konden worden. De voorzitter: Er is u gemeld dat dinsdag de stukken in het college zijn en dat u direct na dinsdag antwoord krijgt. De heer Van der Maas: Ik heb een briefje gehad dat de vragen nog beantwoord zullen worden. Voor de rest stond daar geen nadere informatie bij. De voorzitter: Dan krijgt u nu te horen dat het na dinsdag is.
11
De heer Van der Maas: De bewoners uit Aalst kunnen hier natuurlijk niet mee uit de voeten. De voorzitter: Het enige wat ik u kan melden als voorzitter van uw raad maar ook als lid van het college is dat ook als de collegeleden niet precies dingen weten er wel gewerkt wordt conform afspraken. Ambtelijk wordt er heel hard gewerkt aan deze zaak. Alles wat tot nu toe gedaan is binnen het college komt dinsdag aan de orde. Ook alle procedures die vervolgens gevoerd moeten worden na die aanschrijving zullen daarin staan. Wij weten dan als college hoe het precies zit en daarna krijgt u het antwoord op alle vragen die u gesteld heeft. De heer Van der Maas: Dat wacht ik dan maar af. Terug naar agenda
12
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
11
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03002/FIN
Onderwerp
:
Voorstel tot vaststelling jaarrekening 2002
Beknopte samenvatting De controle van jaarrekening 2002 door de accountant is afgerond. De accountantsverklaring, het bijbehorende rapport van bevindingen en de reactie van het college zijn bijgevoegd. Uit de jaarrekening blijkt dat de gemeente financieel beheersmatig op orde is. De geconsolideerde jaarrekening van de gemeente Zaltbommel bestaat uit de onderdelen Algemene Dienst, Grondexploitatie, Huis Brakel en Cambium. Conform de vigerende gedragslijn worden de resultaten van het Cambium en Huis Brakel apart vermeld en als afzonderlijke categorie opgenomen in de gemeentelijke jaarrekening. Het netto-resultaat van de algemene dienst is € 686.161 positief.
Relatie tot het vigerende beleid De jaarrekening is het sluitstuk van de gemeentelijke budgetcyclus. Uiterste datum voor de vaststelling is 16 september. Latere vaststelling leidt automatisch tot preventief toezicht. In vergelijking met het vorig jaar is sprake van een aanmerkelijke versnelling. Naast deze versnelling is tevens sprake van een andere opzet. In tegenstelling tot het vorig jaar is expliciet gekozen voor een koppeling tussen de jaarrekening, die vooral betrekking had op het cijfermatige, financiële deel en anderzijds het jaarverslag, dat het accent legde op de beleidsinhoudelijke verantwoording. In navolging van het advies van de accountant is de beleidsinhoudelijke en cijfermatige verantwoording in één document tezamen gebracht. Hiermee wordt de toegankelijkheid, leesbaarheid, informatieve waarde en onderlinge samenhang in de jaarrekening verbeterd. De wereld achter de cijfers komt veel meer tot leven. Met name voor de raad zou dit een beter instrument moeten opleveren ter beoordeling van het gevoerde beheer en beleid. Het spreekt voor zich dat sprake is van een groeiproces en dat vele stappen naar een volwaardige verantwoording nog gezet moeten worden. Ook het onlangs afgeronde project “verbetering Budgettering” waaronder het kredietbeheer zal in dit kader een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Taken, bevoegdheden en het afleggen van verantwoording hierover zijn immers duidelijker verankerd binnen de organisatie. Nu nog is de rekening gebaseerd op een vergelijking van de begroting, inclusief alle wijzigingen, met de werkelijk gerealiseerde cijfers. Mede door de vaststelling van de 2e managementrapportage is dit verschil beperkt gebleven. Nadeel is dat de financiële toelichting veelal beperkt blijft tot een analyse van het gerealiseerde verschil: een verschil dat in principe ontstaan is in het laatste kwartaal van 2002. In volgende jaarrekeningen zal ook een toelichting gegeven worden over de door de raad geaccordeerde wijzigingen, zodat ook in financiële zin sprake is van een integrale verantwoording. Ook zal meer nadrukkelijk een relatie gelegd worden met de doelstellingen van het voorgenomen beleid, Worden deze wel of niet behaald? Met de introductie van de programma- en productenbegroting m.i.v. 2004 wordt hiertoe opnieuw een belangrijke impuls gegeven.
13
Toelichting op het voorstel In financiële zin sluit de jaarrekening af met een positief saldo van de algemene dienst van € 681.161. Daarnaast zijn de scholengroep Cambium en Huis Brakel opgenomen binnen de consolidatie. Deze twee instellingen kennen een tekort. Voor Scholengroep Cambium bedraagt deze € 814.760 en voor Huis Brakel € 26.389.
Resultaat algemene dienst Nagekomen posten Totaal resultaat algemene dienst
593.473 92.688 686.161 voordeel
Het tekort van de Scholengroep Cambium wordt voor een groot deel veroorzaakt door eenmalige effecten welke voornamelijk het gevolg zijn van de reorganisatie. Exclusief deze invloeden bedraagt het tekort € 163.000. Overigens komt evenals voorgaande jaren het resultaat ten laste van de reserve van de Scholengroep Cambium. Voor de verdere analyse van het resultaat van het grondbedrijf, Huis Brakel en van de Scholengroep Cambium wordt verwezen naar de betreffende jaarrekeningen. De jaarrekening van Cambium is eerst in concept gereed en zal t.z.t. met accountantsverklaring separaat ter goedkeuring voorgelegd worden. De nagekomen posten zijn het gevolg van mutaties in reserves / voorzieningen waarop wel besluitvorming heeft plaatsgevonden, maar deze in de financiële administratie nog niet daadwerkelijk gemuteerd zijn. Omdat het resultaat van Cambium en Huis Brakel conform vigerend beleid verrekend wordt met de daarvoor bestemde reserves is het resultaat van de “reguliere” exploitatie per saldo positief. Bij de tweede marap 2002 was reeds aangegeven dat het te verwachten exploitatieresultaat 2002 (exclusief consolidatie) ongeveer € 467.000 bedraagt. Het uiteindelijke resultaat is € 686.161. Een verschil derhalve van netto circa € 219.000 voordelig. Dit resultaat wordt in hoge mate veroorzaakt door de veel hogere algemene uitkering, het renteresultaat en een negatief resultaat op m.n. de hulpkostenplaats salarissen. Voor een uitputtende toelichting wordt kortheidshalve verwezen naar de jaarrekening.
Financiële consequenties Voorgesteld wordt om het gehele resultaat, ad € 686.161, toe te voegen aan de Algemene Reserve.
Consequenties voor de integrale planning Doordat de jaarrekening veel eerder gereed is wordt het mogelijk om deze in dezelfde raadsvergadering te behandelen als de kadernota. Bepaling van de aanwending van het resultaat van de jaarrekening kan dan plaatsvinden in het licht van die kadernota. In deze nota vindt immers een integrale afweging plaats. Op basis van een analyse van de jaarrekening, de huidige stand van zaken naar aanleiding van de 1e managementrapportage 2003 en recente ontwikkelingen binnen de algemene uitkering wordt in de kadernota een geactualiseerd meerjarig begrotingsbeeld gepresenteerd. Ten opzichte van de 2e managementrapportage 2002 zal het financiële perspectief sterk naar beneden moeten worden bijgesteld. Een reden te meer om het rekeningresultaat bij de afwegingen te betrekken. Bij de Kadernota kan ook invulling gegeven worden aan uw raadsbesluit, d.d. 20 juni 2000, en het raadsprogramma om € 250.000 te bestemmen ten behoeve van het fietspad Brakel – Zaltbommel.
14
Voorstel Wij stellen u voor: - Over te gaan tot vaststelling van de jaarrekening 2002 van de gemeente Zaltbommel; - Te besluiten het batig saldo van de exploitatie algemene dienst, ad € 686.161, toe te voegen aan de algemene reserve; - Aanwending van het resultaat te bepalen bij behandeling van de Kadernota 2003.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Algemene Zaken en Middelen heeft in haar vergadering van 12 juni 2003 positief geadviseerd.
De heer Van ’t Zelfde: In de eerste plaats mijn complimenten naar de ambtenaren voor het realiseren dat de jaarrekening op eigen kracht en met een geringe bezetting op tijd klaar is. Het is ook altijd plezierig om te kunnen vaststellen dat er een positief resultaat is wat we kunnen toevoegen aan de algemene bedrijfsreserve. Het lijkt mooi maar de vraag is hoe je er aan komt. Is dit omdat er een aantal zaken niet zijn uitgevoerd? Om hierover duidelijkheid te krijgen heb ik gekeken naar de beleidsspeerpunten van 2002 die in de nota van aanbieding (begroting 2002) stonden. Er wordt gesteld, ik citeer enkele zaken, daadwerkelijke start van de bouw van het gemeentehuis. Die zaak laat ik nu rusten. De bouw van een centrale gemeentewerf. Huisvesting van de brandweer, twee uitrukkazernes. Uitvoering van aanleg bergingsbezinkbassins. Ik stop nu want er zijn ongetwijfeld nog meerdere zaken. Het behoeft geen nadere toelichting als ik stel dat diverse zaken in dat betreffende kalenderjaar niet uitgevoerd zijn. Ja, en zo hou je geld over. Daar bovenop komt nog de meevaller van de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de vlag staat aan top. Als ik het zo mag noemen het bedrijf gemeente Zaltbommel is een gezond bedrijf. Een financiële gezonde gemeente. Maar mijn indruk is dat de gemeente al verschillende jaren draait op meevallers. Overigens moet ik ook stellen dat de jaarrekening een momentopname is. Het is het sluitstuk van de begrotingscyclus. Het is prettig om te vernemen dat de beleidsrekening en het jaarverslag samengevoegd zijn tot een geheel. De wereld achter de cijfers komt op deze wijze veel meer tot leven. Ten aanzien hiervan wil ik toch enkele zaken aantippen. De inrichting van stookplekken kent een overschrijding van € 40.000,00. Dit loopt gewoonweg de spuigaten uit. Een zeker aandachtspunt voor de Kadernota en dat is zo meteen het volgende agendapunt. Het volgende punt is hulpkosten salarissen. Dit laat een overschrijding zien van € 259.000,00. Dat is een groot punt van zorg. Het is een duidelijk signaal om de formatie op orde zien te krijgen zodat de forse meerkosten inzake inzet van externen teruggebracht kunnen worden. In dat kader nadenken over het hanteren van secundaire arbeidsvoorwaarden. De ChristenUnie vindt dat de systematiek van kostentoerekening ook de aandacht dient te krijgen. Voorts is het een goede zaak om inzicht te krijgen in overschrijdingen en een duidelijk onderscheid te geven tussen reserves en voorzieningen alsmede de hoogte van deze posten. De ChristenUnie verzoekt in de toekomst duidelijk aan te geven hoe het komt dat je geld overhoudt of tekort komt. De prognose laat echter zien dat het om dit laatste punt in de komende periode wel zal gaan. Ik wil ook het nadelig saldo van het Cambium noemen en wel € 814.760. Dit komt toch wel geheel onverwachts. Op zijn minst zou het op zijn plaats zijn geweest als de raad hiervan eerder op de hoogte was gesteld. Uiteraard kan dit bedrag uit de reserve onttrokken worden maar voor de toekomst dient deze scholengroep toch een zodanige reserve te hebben dat er bijvoorbeeld bij toename van leerlingen eventuele zaken voorgefinancierd zouden kunnen worden.
15
Voor verdere ontwikkelingen rond het bestemmingsplan De Wildeman is bij de provincie ambtelijk of bestuurlijk overleg nodig met betrekking tot de exploitatie van dit bestemmingsplan. De ChristenUnie ziet ook met belangstelling uit in hoeverre dit gevolgen heeft voor de opzet en uitkomsten in financiële zin. Verder is de jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring. Ik heb wel begrepen tijdens de commissievergadering dat ondertekening in deze al plaatsvindt als maar goed is toegelicht hoe het tot stand is gekomen. Tenslotte stemt de ChristenUnie in met de jaarrekening 2002. De heer Komen: Ook namens het CDA felicitaties voor de resultaten. Maar het blijft natuurlijk jammer dat het batig saldo meer naar voren komt doordat wij bepaalde zaken niet gedaan hebben dan dat wij zo efficiënt hebben gewerkt met elkaar. Ik wil ons commentaar toespitsen op het batig saldo als zodanig en het batig saldo niet totaal neerleggen op die hoop algemene middelen. Dat verdwijnt waarschijnlijk voor alle zaken die wij later wel of niet meer terugzien. Wij willen bepleiten dat het totaalbedrag wordt geoormerkt en daadwerkelijk wordt gebruikt voor die zaken die wij daaraan vast verbinden. Wij zijn het ook eens met de € 250.000 uit het batig saldo, zoals die in de Kadernota is omschreven, om die te oormerken voor het fietspad Brakel-Zaltbommel. Een duidelijk oormerk daaraan want anders komt het fietspad er nooit. Voorts heeft u voorgesteld om € 150.000 te reserveren voor de restauratie van de toren van de Sint Maarten. Ook daarmee gaan wij akkoord. Dan blijft er een bedrag over van € 286.161 en ook dat zou het CDA willen oormerken maar dan voor het fietspad Bern langs de Bergsche Maas. Wij hebben weer in de krant kunnen lezen dat de mensen daar zeer ongerust zijn over de bezuinigingsproblematiek en wederom bang zijn dat dit voor hen niet doorgaat. Nogmaals het totale bedrag willen wij graag oormerken. Enerzijds zoals u het heeft voorgesteld en het laatste bedrag van € 286.161 met name voor het fietspad bij Bern. De heer Duijzer: Ook wij willen onze complimenten geven voor het gepresteerde werk in verband met de jaarrekening. Wij hebben enkele opmerkingen. Met name over de vergelijkende cijfers daar hadden wij in de commissie nog wel wat over te zeggen. Wij hebben toen als antwoord gekregen dat het allemaal wel in orde kwam. De volgende keer is het allemaal aangepast. Daar zijn wij blij mee. Het overschot wat wij hebben in 2002 komt volgens ons alleen maar door de meevaller van de algemene uitkering. Als wij die niet hadden gehad dan was het precies de andere kant uit geweest. Wij zijn ook geïnteresseerd in de afwijkingen. Wat hebben wij nu begroot en wat is het nu geworden? Zijn er nu eigenlijk besluiten geweest of is het ons overkomen? Dat is voor ons erg belangrijk. Niet voor dit jaar maar voor de volgende jaren zou het wel handig zijn. Voor ons is dat ook een teken of de begroting voor een komend jaar redelijk betrouwbaar is of niet. Dat hangt af van de afwijkingen. Heb je die van tevoren ingeschat of was het per ongeluk. Verder kunnen wij instemmen met het voorstel. De heer Van Doorn: Bij het vaststellen van de begroting leggen wij een beleidsvoornemen vast en oormerken wij daar bepaalde financiële middelen voor. Enerzijds kan dat beleid zijn wat ook al inhoudelijk geformuleerd is. Anderzijds kan het een beleidsvoornemen zijn wat nog niet inhoudelijk geformuleerd is maar waar wij alleen maar een hoeveelheid geld voor apart zetten. Waarvan we zeggen dat zouden we daaraan gaan willen besteden zonder dat we inhoudelijk vastgesteld hebben hoe het precies zou moeten worden. Ik wil het college de volgende vraag stellen. Ik denk dat het ook een fundamentele vraag is. Is het college van mening dat een beleidsvoornemen vastgelegd in de begroting, alleen in financiële zin, voldoende basis biedt om zonder nadere vaststelling van het beleid, in inhoudelijke zin, over te gaan tot uitgaven zonder raadsvoorstel? De heer Romp: De voorgaande partijen hebben wijze adviezen gegeven over de jaarrekening 2002. Ik wil daar twee dingen aan toevoegen. Ik vind het zeer jammer dat het landschapsbeleidsplan zo moeizaam van de grond komt.
16
Mijn tweede punt is dat ik graag het voorstel van het CDA wil ondersteunen ten aanzien van de twee fietspaden en de restauratie van de toren. De heer Looijen: Wij hadden ons voorgenomen om niet al te veel over de jaarrekening te zeggen en om hem in ieder geval vast te stellen. Alleen de opmerking van het CDA werd redelijk positief ontvangen door ons. Met name het oormerken omdat ik denk dat dat een beetje het probleem is geweest in het verleden. Door de geldstromen die van buitenaf kwamen niet te oormerken waardoor het door de begroting heen voortvloeide en het eigenlijk problemen op ging leveren op het moment dat je dat geld voor dat budget net nodig had. Met name de opmerking over het fietspad Brakel-Zaltbommel kunnen wij in ieder geval ondersteunen om dat geld ook te oormerken en niet alleen te reserveren. De opmerking over het fietspad langs de Bergsche Maasdijk daarvan zou ik liever zeggen probeer dat geld te oormerken voor een fietsveiligheidsproject in zijn algemeenheid. Daar is dit project absoluut een vooruitgeschoven pion voor. Maar ik denk dat we met name met de provincie Gelderland eens goed over dit soort zaken moeten gaan praten. Wij moeten dit niet beperken tot één project. Het voorstel op zich vind ik heel interessant. Ik zou het alleen wat breder trekken. Om daar wat geld aan toe te kennen dat is op zich ook geen slecht standpunt. Ik denk dat we daarin ook een heel eind in mee kunnen gaan want het is goed besteed geld denk ik. De heer Van der Maas: De gemeente heeft inderdaad een overschot van € 686.161. Zoals al is gezegd is het twijfelachtig of dit nu een goed resultaat is. Er zijn zulke grote afwijkingen in de jaarrekening ten opzichte van de begroting dat we eigenlijk moeten vaststellen dat we grote risico’s lopen. Ik wil toch een risico benoemen en dat is met name het personeelsbudget. Wij zijn daar met een miljoen over heen gegaan. Dat komt in hoofdzaak door de twee miljoen die wij aan ingehuurde krachten hebben uitgegeven. Gelukkig was er inderdaad een meevaller van de algemene uitkering die nog weer groter was als de overschrijding van het personeelsbudget. Zo kom je dan toch nog aan een gelukkig jaarresultaat. Maar de meevallers in de algemene uitkering en de kans daarop in de komende jaren zijn toch eigenlijk heel klein. Het is grote noodzaak om in ieder geval het personeelsbudget in de hand te houden. Wij komen daar in november a.s. bij de begroting nog op terug. Wij willen daar een duidelijk kader voorstellen. Wat mag er aan krachten ingehuurd worden zodat we niet de verrassing krijgen dat we daar met een miljoen over heen gaan. Het Cambium heeft een verlies genoteerd van zo’n ruim € 800.000. Daar zijn wij ook dubbel van geschrokken. Met name door de omvang want het is een gigantisch bedrag. Maar inderdaad ook van het moment dat we er kennis van nemen. Dat is bij de jaarrekening. Normaliter had ik me voor kunnen stellen dat dat soort zaken in een veel eerder stadium aangekaart zouden worden. Er is mij gezegd dat er sprake is van incidentele lasten. Dat hopen we dan maar want op deze manier is in ieder geval de helft van de reserves van het Cambium van de algemene reserve van het Cambium verdwenen. Wij kunnen dat echt niet regelmatig voor de kiezen krijgen. De rekening van het Cambium is er nog niet. Wij houden wel een voorbehoud dat als de rekening er is dat we daar nog eventueel op terugkomen. Mijn andere punten zijn al aangetipt door andere fracties. Ik wil als laatste punt de bestemming van het resultaat bespreken. Er is sprake van een incidenteel resultaat. Ik heb net al aangegeven hoe dat resultaat ontstaan is. Het heeft dan ook weinig zin om dat door te schuiven naar de Kadernota omdat wij bij de Kadernota met name een probleem hebben met structurele uitgaven en niet met incidentele uitgaven. De afspraak die wij gemaakt hebben over het fietspad moeten wij gewoon nakomen. Dat vrij liggende fietspad tussen Zuilichem en Gameren moet zo snel mogelijk aangelegd worden. Dat stuk kan gerealiseerd worden met de toevoeging van dit bedrag. De rest van het bedrag moeten wij bewaren tot november tot de begroting voorligt. Ten eerste wil ik op dat moment willen weten of onze algemene reserve groot genoeg is? Want als we een te lage algemene reserve hebben dan zou het in eerste instantie naar de algemene reserve moeten. Blijkt dat die reserve op niveau is dan kunnen wij eens kijken welke incidentele uitgaven we daaruit kunnen doen. Wethouder Van Engelen: Wij hebben complimenten gehoord voor het ambtelijk apparaat van de afdeling Financiën die zullen wij graag overbrengen.
17
Mijnheer van ’t Zelfde, de zaken die u genoemd heeft hebben eigenlijk niet zo’n invloed op de rekening omdat het zaken betreft die straks uit de reserves worden betaald. Voor wat betreft de salarissen en de formatie op orde brengen daar komen wij graag bij het volgende agendapunt, bij de Kadernota, op terug. Meerdere mensen hebben iets gezegd over het nadelig saldo van het Cambium. Wij brengen de boodschap over. Dat als dit soort dingen er zijn wij niet een keer per jaar verrast willen worden met zo’n resultaat maar dat er eerder gerapporteerd wordt. Uw zorg over De Wildeman delen wij ook. Wij zullen met een herzien plan komen. Het CDA heeft gezegd er is een overschot omdat u dingen niet gedaan heeft. Dat is zo. Uw voorstel voor geld voor het fietspad langs de Bergsche Maas daarvan stelt het college voor om dit nu niet te oormerken. Maar dit geld in de algemene bedrijfsreserve te doen en dat u daar op terugkomt bij de behandeling van de begroting 2004 zoals ook de Partij van de Arbeid voorstelt. Dat lijkt mij een heel goed voorstel. Het geld is in ieder geval in die paar maanden niet weg. Mijnheer Duijzer, u heeft een voorstel gedaan over die afwijkingen om dat beter zichtbaar te maken. Het college belooft u dat dat wordt gehonoreerd bij de jaarrekening 2003 want wij vinden dat een goede suggestie. Mijnheer Van Doorn, u weet mij altijd weer te prikkelen. Vandaar dit budgetrecht van de raad want daar gaat het bij u om. U zegt er wordt een bedrag in de begroting opgenomen, u geeft geld uit en wij hebben geen raadsvoorstel gezien. Zonder dat u concreet wordt kan ik nu alleen maar zeggen dat er bedragen zijn waar het college wat over te zeggen heeft en er zijn bedragen waar de raad wat over te zeggen heeft. Als u misschien iets bedoeld waar het college iets over te zeggen heeft is er geen raadsvoorstel van. Maar als u eens een keer concreet wordt kan ik u daar concreet op antwoorden. GroenLinks ondersteunt het voorstel van het CDA over het fietspad. Dat blijft dus hetzelfde verhaal. Laten we het nu nog eventjes in de algemene bedrijfsreserve doen. De heer Looijen heeft dezelfde opmerking gemaakt. Voor wat het personeelsbudget betreft mjinheer Van der Maas, daar komen wij straks graag op terug bij de Kadernota. Ik moet u vast aankondigen dat wat u wilt dit jaar nog moeilijk is. Wij werken er wel aan. Het lukt ons al om vacatures te vervullen en mogelijk derden te kunnen bedanken maar dit jaar wordt het nog moeilijk. U zegt laten we als raad kaders stellen. Dan zegt het college ”ja, graag”. Of het wordt een initiatiefvoorstel van de raad of u vraagt het college een voorstel te doen. Daar kunnen we het nog over hebben. U heeft ook dezelfde opmerking gemaakt over het Cambium. Wat de stand van de algemene bedrijfsreserve betreft daarover zullen wij straks een goed overzicht aan u verstrekken. Dit waren de antwoorden van alle opmerkingen en vragen. De heer Looijen: Wij zullen in ieder geval de opmerking van de heer Van der Maas en de wethouder ter harte nemen om het geld nu niet meteen te oormerken en als sinterklaas te gaan spelen want zo komt het misschien een beetje over. Wij zullen dat gewoon meenemen bij de behandeling van de begroting 2004. Daar hebben wij de middelen en gereedschappen voor om dat op de juiste wijze te behandelen. De heer Van Doorn: Wat het budgetrecht aangaat zijn er zaken die van het college zijn en er zijn zaken die van de raad zijn. Ik zal het u maar gewoon zeggen waar het om gaat. In het jaar 2002 hebben wij volgens de beleidsrekening een bepaald bedrag uitgegeven aan Maraya. Dat hebben wij ook in de begroting vastgelegd. Wij hebben in 2003 pas een raadsvoorstel behandeld wat over de inhoud gaat. In 2002 is er geen raadsvoorstel geweest. Het geld is in dat jaar wel uitgegeven. Ik herhaal nu de vraag maar die spits ik nu toe op dat concrete geval. Het gaat niet om het project als zodanig daar hebben wij op een ander moment over gesproken. Het gaat om het principe. De heer Komen: Het doorschuiven van het geld voor een fietspad bij Bern daar heeft het CDA wat problemen mee. Ik heb het juist namens de fractie naar voren gebracht omdat we juist zo bang zijn dat ook dit geld weer verdwijnt op de grote hoop. Er zijn ontzettend veel zaken die ook in het najaar beslissingen vragen en waar geld voor nodig is. Maar juist ook met de roep via de krant hebben wij geoogd om dit nu te oormerken. Komen wij in november bij de behandeling van de begroting tot andere motieven en moeten wij dat herzien dan denk ik dat we dat kunnen uitleggen aan de bevolking. Maar op dit moment denk ik dat als
18
we nu geld ter beschikking hebben en we kunnen het oormerken en opzij zetten dan zijn wij daar een voorstander van. Als andere dat niet willen dan hoor ik dat graag. De heer Loef: Ik wil daar toch iets over zeggen. Het is merkwaardig dat als je constateert dat er bij lange na niet genoeg geld is voor het fietspad van Brakel naar Zaltbommel, daar komen wij nog miljoenen tekort, dat je dat wetende geld gaat reserveren voor de Bernse dijk. Dat vind ik raar want dan kunnen we ook voorstellen nieuwbouw voor een zwembad of nieuwbouw bibliotheek. Daar kunnen we ook gelden voor oormerken. Het is wellicht een politiek signaal maar het heeft weinig werkelijkheidswaarde. De heer Komen: Wij vinden dat we zoveel mogelijk geld dat we ter beschikking hebben moeten oormerken. Dat is wellicht in het verleden te weinig gebeurd en te vaak op een grote hoop verdwenen. Nu ligt er een som geld vanuit de beschikbare middelen. Die zijn voor twee zaken geoormerkt, de spits van Zaltbommel en het zeer benodigde fietspad Brakel-Zaltbommel. Waarom niet het derde gedeelte ook oormerken? Als u het wilt oormerken voor het fietspad Brakel-Zaltbommel dan is daar ook een mogelijkheid. Wij hebben geopteerd, omdat op dit moment de onrust daar bestaat, om het te oormerken voor het fietspad bij Bern. Dat lijkt me beter dan het op een grote hoop te gooien. Als we moeten afwachten wat er in november gaat gebeuren dan zijn er inderdaad andere discussies, met name het zwembad en zo vele andere zaken. De heer Van der Maas: Wij blijven de voorkeur geven om dat in november te doen omdat we dan alles in beeld hebben, een goed totaaloverzicht hebben en een goede afweging kunnen maken. Dat lijkt ons toch het beste. De heer Van ’t Zelfde: Ik wil hetgeen zojuist gezegd is ondersteunen. De heer Looijen: Je kunt het heel tactisch spelen. Je kunt natuurlijk in de raad of in de commissie met een voorstel komen na de vakantie en een bepaald voorstel met daaraan een financieel plaatje ten laste laten leggen van de algemene reserve. Maar goed dat is aan het CDA. De heer Duijzer: Wij vinden het ook een goed idee om het te oormerken voor het fietspad aan de Bergsche Maasdijk. Daar staan wij achter. Wethouder Van Engelen: Het college verschilt van mening met de heer Van Doorn. Ik heb hem dat schriftelijk bericht in een eerder stadium. Het was een lopend proces, daar waren geen veranderingen voor, dus er was toestemming om het project in die jaren te draaien. Aangezien er geen veranderingen kwamen mag het college er van uitgaan dat er een toestemming was voor die drie jaar. Dus niets aan de hand. Waar u op doelt was dat wij toen het budget niet hadden gevraagd maar wij hadden aan de raad in januari extra budget gevraagd. Dat heeft u gehonoreerd. U heeft inmiddels de rapportage gekregen. De heer Van Doorn: Dat was ter dekking van de tekorten in 2002. Dus dat was achteraf. Wethouder Van Engelen: Ik moet u teleurstellen. In 2002 was er een overschot van ongeveer ƒ 85.000,00. Er was geen tekort maar een overschot omdat we tijdelijk een mindere personeelsbezetting hadden. De voorzitter: Wilt u de discussie op een ander moment voortzetten want u verschilt van mening hierover. De heer Van Doorn: Dat constateer ik ook en laten we dat op een ander moment doen. Wethouder Van Engelen: Dan wil het college nog graag reageren op de discussie van het oormerken. Het college is voorstander van een integrale afweging bij de begrotingsbehandeling.
19
De voorzitter: Ik wil kijken of het voorstel dat het CDA gedaan heeft gesteund wordt. Mag ik vragen wie voor het voorstel van het CDA is? Er zijn 8 stemmen voor en 10 stemmen tegen. Wie is tegen het voorstel van het CDA? Graag een korte verklaring. De heer Looijen: Wij gaven net al aan dat wij er op zich wel voor zijn maar dan willen wij het liever wat algemener trekken. Wij gaven ook aan dat wij er voor zijn om het een en ander integraal te benaderen. Ik had eigenlijk het idee om na de zomervakantie een iniatiefvoorstel in te dienen. Waarbij wij dan zeggen; college dat is uw opdracht. U heeft in ieder geval € 200.000,00 aan budget wat ten laste komt uit de algemene reserve. Het restbudget wat u nog nodig heeft daar moet u even een potje voor vinden. Ik wil eigenlijk die integrale afweging maken en dan wordt er nu gevraagd of wij tegen dat fietspad zijn. Wij zijn niet tegen het fietspad maar om nu te zeggen in het kader van die integraliteit. De heer Van der Maas: Er is helemaal niemand tegen dat fietspad. Iedereen wilt dat dat fietspad er komt. Maar € 200.000,00 daarin stoppen is een signaalfunctie. Daarmee heb je nog geen fietspad. De heer Komen: Nee, maar veiligheid is een speerpunt. Als we nu een som geld beschikbaar hebben om daar een keuze in te maken dan gaat het CDA er voor om nu die keuze te maken en niet te wachten. Wachten is uitstel en van uitstel komt afstel. De heer Van Ballegooijen: Ik denk dat je aangaande de Bergsche Maasdijk toch afhankelijk bent van de provincie. Die bepaalt hoe en wanneer er een fietspad komt. De heer Komen: Wij lijken in alles altijd afhankelijk van de provincie te zijn. Nu hebben wij de mogelijkheid om zelf een daad te stellen naar de eigen bevolking. Dat kan vanavond nog gebeuren. De heer Looijen: Laten we dan met elkaar afspreken dat we na de zomervakantie in de eerste commissieronde en raadsronde met een initiatiefvoorstel komen waarbij wij een opdracht geven aan het college om met de grootst mogelijke spoed die mogelijkheden te gaan onderzeken. Sowieso bij de provincie maar ook financieel en het zo snel mogelijk dan proberen te realiseren. Waarbij wij nu al aangeven waar een deel van dat budget vandaan moet komen. De voorzitter: Ik constateer dat het aantal mensen dat voor het voorstel van het CDA is kleiner is dan het aantal mensen dat daar tegen is. Welke oplossing u daarna kiest dat is aan u. Ik kan aannemen, dat heeft u volgens mij ook expliciet gezegd, dat hiermee de jaarrekening kan worden vastgesteld.
Hierna wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
20
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
12
Nr.
:
Onderwerp
:
Kadernota 2003
De voorzitter: Op verzoek van een aantal leden van de raad is er vanuit de organisatie, hoofd Middelen, een aantal aandachtspunten voor de behandeling van deze Kadernota op papier gezet. Dat heeft u gekregen omdat de status van de nota voor een ieder niet helemaal duidelijk was. Dat staat nu op papier. Ik wil overgaan tot de eerste ronde. De heer Duijzer: Wij zijn bij de bespreking in de commissie al uitgebreid ingegaan op de Kadernota. Wij willen dat nu niet allemaal herhalen maar wel samenvatten omdat nog geen enkele Kadernota zo somber is geweest in de heringedeelde gemeente Zaltbommel als nu. Met een oplopend tekort van bijna 1,7 miljoen in 2007. Wij willen nogmaals wijzen op de ongunstige vooruitzichten van ons land dat momenteel in een economische recessie verkeert. Dat betekent voor de SGP om alles in het werk te stellen om de lasten van onze burgers niet te verhogen. De lasten in Zaltbommel zijn toch al hoger dan het regionale- en het provinciale gemiddelde. De SGP heeft de indruk dat onze gemeente teveel hooi op zijn vork heeft. Met als gevolg dat we niet meer aan de wensenlijsten toekomen. Daarom doen wij nogmaals een oproep om een takendiscussie te starten voor de begroting 2005. Enkele zaken en vragen willen wij specifiek nog noemen en stellen voor wij tot de bespreking van de besparingen en opbrengsten toekomen. 1. De algemene uitkering is nog een onzekere factor in de komende jaren. Die kan het toekomstperspectief nog nadelig beïnvloeden en daar moeten wij goed rekening mee houden. 2. De grootste tegenvaller zit in het onderwijs maar dit moet op orde zijn. Wel dienen wij de juiste keuzes te maken ook in financiële zin. Maar op onderwijs bezuinigen mag niet. 3. Wat zal het nadeel zijn van de exploitatielasten huisvesting als we kiezen voor meerdere locaties in plaats van een locatie? Hier zal dan ook terdege rekening mee moeten worden gehouden als we daartoe zouden besluiten. 4. De nota “gemeente financiën 2003” van de provincie Gelderland geeft aan dat de behoedzaamheidsreserve voor 50% mag worden ingezet als structurele dekking. Is er aanvullende informatie hierover omdat we van deze richtlijn afwijken? Dan wil ik het volgende opmerken over de besparingen die wij doen. De SGP staat achter de uitgaven van beperkende maatregelen die voorgesteld worden. Deze maatregelen lopen op tot ruim een miljoen in 2006 en 2007. Daar zitten forse ingrepen bij. Maar daar is niet aan te ontkomen. Er moet iets gebeuren. In het verleden hebben we te makkelijk allerlei uitgaven verhoogd. Wij denken hierbij nog aan de begroting 2003. Toen hebben we € 140.000 vrij gemaakt voor prijsstijgingen in gesubsidieerde instellingen. Nu gaan we op een bedrag van circa een miljoen, € 30.000, bezuinigen. De SGP vindt dat die korting meer mag zijn. De Vestingdagen gaan wij niet meer organiseren. De besparing vanaf 2006 willen wij daarom al laten ingaan in 2003. Wij vinden dat deze dagen in Zaltbommel geschrapt dienen te worden. De gevormde reserves kunnen dan vrijvallen. Ook vindt de SGP dat de subsidie voor de theaterfunctie in De Poorterij moet vervallen. Wij vinden hiervan dat dit het algemeen belang niet dient. De stelpost efficiency organisatie handhaven en dit halen uit een hogere efficiency door adequate huisvesting te realiseren.
21
Over de opbrengsten het volgende. Bij de inkomsten ‘verruimende maatregelen’ van ruim € 600.000 in 2006 en 2007 heeft de SGP de meeste moeite. Deze komen hoofdzakelijk op de schouder van de burger. Een verhoging van de begraafrechten met 100% is voor de SGP onaanvaardbaar en zal sterk moeten worden teruggebracht. De begraafrechten zijn meerdere malen aan de orde geweest en hoeven niet kostendekkend te zijn. Ook de leges kun je niet blijven verhogen boven inflatie. Met de OZB-verhoging boven de inflatiecorrectie voorgesteld voor de jaren 2005, 2006 en 2007 kan de SGP niet akkoord gaan. Wat wilt de SGP nu met deze Kadernota? Laten we het zo samenvatten. Door de lasten nu op dit moment te verhogen tonen wij met de rug naar de burger te staan in plaats van rekening te houden met de huidige situatie. De gemeente dient een kerntakenbeleid te voeren en daarbij oog te hebben voor de zwakkere mensen in de samenleving. Meer is wat de SGP betreft niet nodig. De wijzigingen die de SGP voorstaat hebben wij vastgelegd in een amendement. Die zullen wij u voorleggen na de eerste ronde. De voorzitter: Ik denk dat dit moment een goed tijdstip is voor het amendement. Als u wilt dat anderen daarop reageren kan dat in de tweede ronde. De heer Duijzer: Dan brengen wij het amendement nu in. De heer Van der Maas: Het was inderdaad wel even schrikken. Een gat van 1,7 miljoen in 2007. Wij moeten helaas ook constateren dat het onze eigen schuld is omdat we een aantal zaken in het verleden ten onrechte niet meegenomen hebben in onze begroting. Met name het onderwijs is al genoemd voor ongeveer € 800.000. Maar ook de efficiencymaatregelen die niet gerealiseerd konden worden voor ongeveer € 200.000. Een verfijningsuitkering die terugloopt van zo’n € 100.000. Dat maakt eigenlijk het grootste gedeelte van het gat uit. Daarnaast zitten er nog wat overschrijdingen in en wat meer personeel. Maar in hoofdzaak hebben wij het aan ons zelf te wijten. Wij hoeven niet naar Den Haag te kijken dat daar de oorzaak zou liggen. Conclusie is wel dat het stuk nu kwalitatief veel beter is. Deze zaken hadden er in een veel eerdere fase in moeten zitten. In die zin is het een goed stuk geworden en ik hoop dat we in de toekomst niet nog meer van dit soort verrassingen krijgen. Duidelijk is geworden dat als je een gat van 1,7 miljoen hebt dat je behoorlijk op de rem zult moeten trappen. Het voorstel is gedaan en het doet ons natuurlijk “au, au, au” maar het is gewoon een voorstel dat in redelijkheid komt tot het dichten van het gat. In hoofdlijnen kunnen wij daar wel mee instemmen. Er zijn een drietal zaken die bij ons onbespreekbaar zijn: 1. Het stoppen van de subsidiëring van het zwemonderwijs en het sluiten van het zwembad. 2. Het wegbezuinigen van de bibliobus in de dorpen. 3. Het verhogen van de begraafrechten met 100%. Eerst zal er duidelijkheid moeten komen of het begraven hier niet kostendekkend is. Ik zal het heel raar vinden als dat niet het geval is. Er ligt een scan en daar komt naar voren dat de vergelijkbare gemeentes en ook landelijk een tarief hebben voor het begraven wat gelijk is aan het tarief dat Zaltbommel heeft. Ik kan me niet voorstellen dat we dat met 100% moeten verhogen. Ook andere gemeentes streven er naar om het kostendekkend te maken. Ik wil ook nog iets over het zwembad zeggen. Ik heb net van de bode een aantal handtekeningen gekregen. Ik weet dat deze flappen in het zwembad hebben gehangen. Daar zijn door alle bezoekers handtekeningen op gezet. Ik denk dat het de wens was om dat aan te bieden voor de raadsvergadering. Dat was misschien ook de beste plaats geweest. Aan de andere kant zou ik het jammer vinden als dat helemaal niet aan de orde zou komen. Vandaar dat ik na de raadsvergadering de handtekeningen aan het college zou willen overdragen. Als de genoemde dingen onbespreekbaar zijn dan krijg je natuurlijk een aantal gaten in je begroting zitten. Er is ook gesteld, dat is ook bevestigd door het formulier dat we vanavond hebben gekregen als toelichting op de Kadernota, dat de Kadernota met name doelrichtinggevend is. Bij ons speelt ook een rol dat we nauwelijks 14 dagen de tijd hebben gehad om de Kadernota goed door te nemen. Dat maakt het heel moeilijk om met alternatieve zaken te komen. Wij hebben dat overigens in de commissie wel aangegeven. Ik wil dat hier niet herhalen. Die voorstellen moeten maar eens bekeken worden. Ik denk dat wij na het reces
22
gewoon allerlei alternatieven zullen laten doorrekenen door het college om te kijken welke alternatieven er mogelijk zijn. Zodat we in december goede keuzes kunnen maken van wat wel haalbaar is en wat niet haalbaar is. Wij hebben het net eigenlijk al gehad over het resultaat. De jaarrekening is bij het vorig agendapunt vastgesteld en ook hoe de toedeling daarvan is. Dat hoef ik hier verder niet te herhalen. Mevrouw Puite: Voor ons ligt de Kadernota. Er is door een aantal medewerkers hard aan getrokken om deze klus te klaren. Een flinke prestatie die in korte tijd geleverd moest worden. Dit geldt overigens ook voor de jaarrekening. Het heeft ons echter wel verbaasd dat het daarna nog zo lang heeft geduurd voordat wij het stuk in handen kregen. Het heeft ons nog meer verbaasd dat wij voor een zo belangrijk iets maar zo weinig tijd kregen om het goed te bestuderen. Om het maar niet over onze achterban te hebben want daar lag een embargo op. Voorzitter, daarom zeg ik over uw hoofd heen tegen het hele college; best college, dit kan zo niet. Dit accepteren wij niet nog een keer. Wat onze fractie betreft doet u ons dit niet nog eens aan. Veel raadsleden hebben een volledige dagtaak elders. Daar kunt u nog de nodige andere besognes bijvoegen. Om over de reden waarom we duaal gegaan zijn nog maar niet te spreken. Daar komen we op deze manier helemaal niet aan toe. U vraagt ons een Kadernota vast te stellen. Dat roept bij ons de basisvraag op. Wat stellen wij eigenlijk vast? Wij noemen dit een “tka-nota” (ter kennisgeving aan nota) want wij nemen het nu voor kennisgeving aan. Onze besluiten nemen wij pas echt tijdens de begrotingsvergadering 2004 in het najaar. De VVD gaat tot die tijd eens goed uitpluizen waar onze keuze valt. Als het er om gaat om dingen te schrappen of wensen te willen honoreren. Het zal u wel bekend zijn, maar ik zeg het nog maar eens, dat wij er geen voorstander van zijn om een verhoging van de OZB te gebruiken om gaten mee te dichten. In het coalitieakkoord van 16 mei 2002 heeft de coalitie besloten om de OZB alleen met het inflatiepercentage te laten stijgen of voor nieuw beleid te gebruiken. Wel willen wij een aantal onderwerpen noemen waar wij een voorbehoud op willen maken ten aanzien van de door u genoemde voorstellen tot bezuiniging. Dan weet u in welke richting u wat ons betreft qua begroting moet denken. 1. Onze fractie maakt een voorbehoud ten aanzien van het sluiten van het zwembad in Zaltbommel en de subsidie voor het zwemonderwijs. 2. Ook ten aanzien van de begrafenisrechten en de uitbreiding van de urnenwand. Daar kan een gemeente naar onze mening niet op bezuinigen. 3. Wij vinden dat de kernen leefbaar moeten blijven dus maken wij ook een voorbehoud ten aanzien van het verdwijnen van de bibliobus. 4. Eigenlijk ook voor de uitzendingen van Dijkland want dat valt onder dezelfde noemer. Wellicht kunnen er een aantal dingen uit. Wat overigens niet wil zeggen dat wij van de rest van de posten de noodzaak niet in zien. Als het moet zullen wij er voor kiezen om maar een tijdje geen nieuwe dingen te doen. Het zogenaamde profijtbeginsel. Wij kunnen wel veel willen maar als er geen geld voor is houdt het gewoon op. Bij het agendapunt over het gemeentehuis, hier komen wij een beetje in de problemen met de agenda die veranderd is, hebben wij reeds genoemd dat daar naar onze mening pas echt een aanzienlijk bedrag te besparen valt. Maar dat moet eerst goed worden doorgerekend. Dat is nu nog veel te veel natte vingerwerk. Wij gaan er van uit dat er voor de begrotingsvergadering gegevens voor handen zijn waarmee we verder kunnen. Wij hebben u enige schriftelijke vragen gesteld ten aanzien van het IOR en wachten uw antwoord daarop af. Wij zouden ons voor kunnen stellen dat er eens goed gekeken wordt of de AVRI marktconform werkt bijvoorbeeld. Er liggen ook nog wat technische vragen die op de 24e juni 2003 door ons gesteld zijn en waarop we graag een schriftelijk antwoord van u willen. Onze fractie wil niet alleen uitgaan van meevallers maar ook graag het effect weten van eventuele tegenvallers. Daar hebben wij nog niet voldoende antwoord op gekregen. Een formatie- en efficiencyonderzoek krijgt onze volle aandacht. Ook het veelvuldig werken met dure externe bureaus. De wethouder van financiën heeft op 24 juni jongstleden al aangegeven dat daar naar gekeken wordt. Wij gaan er van uit dat het op snelle termijn duidelijk wordt hoe de vlag er bij hangt. Ook het forse bedrag dat voor voorlichting geboekt staat moet ons inziens nader bekeken worden. Er zijn vast mogelijkheden om dit te verlagen. Onze fractie zal zich zeker afvragen of wij een bedrag van € 113.000 uit
23
willen geven omdat er vreugdevuren gestookt worden tijdens de jaarwisseling. Om de kosten te drukken zal er gekeken moeten worden of er een andere invulling aan deze avond gegeven kan worden. Voorzitter, het college heeft geconstateerd dat er zwaar weer op komst is. U heeft op tijd de noodklok geluid. Dat waarderen wij. Ook al zijn wij het niet eens met sommige van de door u voorgestelde bezuinigingen. Wij gaan geen rampenplan opstellen want zo ernstig ziet het er niet uit. Maar ik heb al eerder gezegd dat wij de komende maanden wel gaan uitpluizen wat er voor ons belangrijk is te houden of te schrappen. De heer Van ’t Zelfde: De Kadernota 2003 is een herijking van de budgettaire positie voor de komende jaren. Dat staat uiteraard in het teken van het op orde houden van de gemeentelijke financiën. Ongelofelijk maar het is waar. In de kop van ons streekblad “De Toren” stond op 10 oktober 2002 “begroting 2003 Zaltbommel sluitend”. Door een grotere uitkering uit de rijkskas dan was verwacht toont de begroting zelfs een eenmalig overschot van € 278.216 wat een fikse extra buffer voor een tegenvaller is. De wethouder gaf toen zelfs aan dat wij een financieel gezonde gemeente waren. Onze burgers dachten dat het goed ging met onze gemeente in financieel opzicht. De raadsleden lezen bij de conclusie en aanbevelingen het volgende citaat: “uit eerder geschetst begrotingsresultaat dat volledig gebaseerd is op de vastgestelde uitgangspunten kan worden afgeleid dat de financiële vooruitzichten van onze gemeente niet ongunstig zijn te noemen. Zelfs als aan de verplichtingen wordt voldaan. Tot het voortzetten van het huidig subsidiebeleid met betrekking tot in het betreffend overzicht opgenomen gesubsidieerde instellingen is sprake van een zeer acceptabel meerjarig perspectief.” Maar zal het niet eens tijd worden om het ambitieniveau van onze gemeente wat te herzien. Het college gaf toen al aan dat Zaltbommel een gemeente was met veel ambitie. Ik denk dat we juist daarom moeten letten dat we niet te veel hooi op onze vork nemen. Ook het temporiseren van het uitwerken en voorbereiden van plannen door het inhuren van externe bureaus en organisaties. Kortom, ten aanzien van de gesubsidieerde instellingen komt de ChristenUnie met een motie. Ik hoor wel wanneer dat een plaats krijgt. Wij zitten nu met het geval dat er voor € 1,7 miljoen dekking gevonden moet worden. Hoe is onze insteek en hoe kan het allemaal plaatsvinden? De Kadernota gaf een x-aantal handreikingen aan. Er zijn ook zaken bij waarvan wij in ieder geval zeggen daar moeten besluiten over genomen worden bij de begrotingsbehandeling van 2004. Ongetwijfeld staan er nu zaken bij waarvan wij zeggen dat heeft onze instemming. Ik denk bijvoorbeeld aan de bezuiniging van de Nederlandse Vestingdagen. Het is u bekend dat de ChristenUnie daar nooit een voorstander voor geweest is. Met andere woorden bezuinigt dat nu meteen en niet over een paar jaar want dat levert ook nog wat extra middelen op. Twee zaken die zeker niet de instemming zullen krijgen van de ChristenUnie is de sluiting van het zwembad en de beëindiging van de subsidiëring van het zwemonderwijs. Kortom, er wordt gesteld dat de kosten behoorlijk hoog zijn. Maar in een regio waarin wij zitten met een waterrijk gebied kan dat gewoonweg niet. Er is indertijd ook gezegd het college wilt het zwembad sluiten en zoek maar naar alternatieve middelen. Ook daar heeft de ChristenUnie wel naar gekeken. Wat dat betreft kunnen wij wat zaken naar voren brengen. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we nagaan hoe wij in onze gemeente omgaan met deze voorziening in relatie tot de andere voorzieningen. Het kan toch niet zijn dat we de ene instelling gaan sluiten en de andere in het hele verhaal niet laten voorkomen. Met andere woorden om toch het zwembad te laten voortbestaan moest een besparing gerealiseerd worden en de ChristenUnie denkt ook in deze aan een evenwichtige verdeling van de pijn over de gesubsidieerde instellingen. Een instelling als deze kan gewoonweg niet verdwijnen. Ik heb ook gezegd temporiseren van het opstellen van plannen en visies moet plaatsvinden. Ook de taakstelling van het IOR. Wat zijn de kerntaken? Het pakket afslanken. Besparen op het gemeentehuis maar dat komt later nog aan de orde. Misschien is ook nog een mogelijkheid het bezuinigen op algemeen maatschappelijk werk. Het is namelijk zo dat na afloop van de stimuleringsregeling de gemeente vanaf 2004 zelf de kosten van de tweede uitbreiding moet betalen. Dat betekent € 54.000. Een zaak waar de ChristenUnie ook zeker geen instemming in geeft is dat de bibliobussen in de kleine kernen verdwijnen. Wat betreft de theaterfunctie van de Poorterij, dat is net al aangegeven, moeten we niet kijken naar een instelling maar wat dat betreft de pijn ook verdelen. Indertijd heeft de ChristenUnie verzocht om een gedetailleerd financieel onderzoek maar eigenlijk ook dat we het op papier zouden krijgen. Wij
24
hebben iets gekregen maar het geeft nog eigenlijk weinig inzicht. Ik denk dat er een zorgvuldige afweging gemaakt moet worden. Dat door het verdwijnen van functies het zwembad in onze gemeente behouden kan worden. Dit heeft te maken met de verdeling van de pijnpunten waar wij toch allemaal voor zitten. Er zijn nog vele andere bezuinigingen genoemd. Dat ga ik allemaal verder niet noemen. Een punt wil ik wel noemen. Het verhogen van de begraafrechten is voor ons niet acceptabel evenmin als verhoging OZB boven de inflatiecorrectie. Dat kan zeker niet. Mede gelet als we vernemen dat de komende tijd het aantal AOW-ers sterk zal toenemen. Het zal u duidelijk zijn dat de ChristenUnie de instemming van de Kadernota op alle punten niet geeft. Om op een rij te zetten sluiting van het zwembad sowieso niet met daarbij de subsidiëring. De theaterfunctie van de Poorterij zeer nauwkeurig bekijken. Ook wat betreft de bibliobussen, de verhoging van de OZB en verder nog een zaak betreffende het temporiseren van projecten, het inschakelen van extra adviseurs en ook op de publicatie naar onze burgers te bezuinigen op de pagina van het gemeentenieuws in De Toren. Ook die pagina is de laatste jaren geweldig uitgebreid. Natuurlijk zijn er zaken bij die daar vermeld moeten worden maar misschien dat daar ook wat selectief ter werk kan worden gegaan. Moet het allemaal persé want alles heeft zijn kosten. Kortom, hier wil ik het in eerste instantie bij laten. De heer Romp: De gemeente Zaltbommel staat voor de geweldige uitdaging om 1,7 miljoen euro te bezuinigen dan weer om te buigen. Het gevolg van deels geoormerkte gelden, met name onderwijsgelden, die aan andere zaken zijn uitgegeven. Dat betekent dat we toch aan onze onderwijsverplichting moeten voldoen maar elders nu het geld moeten gaan zoeken. Ik heb tijdens de commissievergadering al de richtingen aangegeven waarin GroenLinks dat zoekt. Een aantal zaken vinden wij niet acceptabel. Dat spreekt voor zich. Sluiting zwembad en afschaffen subsidiëring zwemonderwijs. Ook alle andere zaken die met name met een Haagse kaasschaaf afgeschaafd zullen worden ten aanzien van de sociale culturele aspecten vinden wij geen goede zaak. Het muziekonderwijs, bibliobussen, ik denk dat je daarmee een enorme verschraling krijgt van het aanbod. Ook veiligheid is een speerpunt voor GroenLinks. Daarom hebben wij straks het CDA ondersteund om het geld snel te oormerken voor verkeersveiligheid. Uitvoering van duurzaam veilig daarvan vinden wij dat daar niet in gesneden moet worden. Ook vinden wij dat wij de reserves die voor kwetsbare groepen zijn, ouderenbeleid, WVG, bijzondere bijstand, op voorhand niet bij de algemene reserve moeten voegen maar die gewoon netjes voor die doeleinden moeten laten staan. Waar moet het geld dan wel vandaan komen? Het personeelsbeleid is al een paar keer genoemd. Veel uitgaven aan externe dure krachten. Deels heb je die soms nodig omdat je de kennis niet hebt. Maar ik denk dat een effectiever personeelsbeleid met meer procesmanagement, die kant gaat men ook al op binnen de gemeente, veel effectiever zou kunnen werken. Ook veel effectiever het eigen personeel kan scholen, resultaat gerichter kan werken en dat zeker op termijn een bezuiniging van € 100.000 op jaarbasis bereikt zal kunnen worden. Een ander punt wat ook is genoemd is het IOR. Ook die breidt ieder jaar maar weer uit. Ik denk dat het goed is om dat ook eens tegen het licht te houden wat voor kosten daarop bezuinigd kunnen worden. ICT ook dat heeft de afgelopen jaren een enorme vlucht genomen. Aan de ene kant is dat begrijpelijk. ICT vergemakkelijkt het werk van de ambtenaren maar het is wel heel erg snel gegaan. Dat betekent ook vaak dat het gebruik dan tegenvalt of men gebruikt het niet voldoende. Ik denk dat we met eigen inspanning ook heel goed met ICT, de komende twee jaar, een soort pas op de plaats kunnen maken zonder dat het de dienstverlening dusdanig doet verslechteren. Ik denk dat daar ook op jaarbasis € 50.000 tot € 100.000 op te winnen is. Sportaccommodaties heb ik ook genoemd. Daar is de gemeente voor verantwoordelijk. Maar het valt te onderzoeken of er via sponsoring, privaatpublieke samenwerking ook daar een verschuiving van betaling plaats kan vinden. Het is ook al genoemd door andere partijen de kosten van de nieuwjaarsviering zijn de afgelopen jaren erg gestegen. Ook daar kan door een strak beleid, door een goede voorlichting een aanzienlijke besparing bereikt worden. Een ander punt is dat de gemeente zelf niet aan het stadhuis voorbij kan gaan. Er is indertijd een programma van eisen opgesteld dat zeer ruimhartig is. Er zijn voorbeelden. Ik heb in de commissievergadering het voorbeeld genoemd van Werkendam. Het ontwerp van de Watertoren is een ander voorbeeld waarin door een ander programma van eisen, zonder dat je ambtenaren zeer tekort
25
doet, toch zeker 4 tot 5 miljoen euro eenmalig zou kunnen bezuinigen. Dat hoeft niet de werkzaamheden van de ambtenaren te verslechteren. De gemeente Werkendam is qua grootte vergelijkbaar met Zaltbommel. Zij hebben een nieuw stadhuis voor 8,8 miljoen euro gebouwd. Op www.dhv.nl staat precies het programma van eisen en waar men het geld aan uitgegeven heeft. Een aantal zaken zijn voor ons niet aanvaardbaar. Maar het is zoals mevrouw Puite gezegd heeft een beetje een merkwaardige bespreking. Het is meer een ter kennisname kadernota. De echte beslissingen gaan tijdens de begroting vallen. Wij kunnen niet akkoord gaan met de voorstellen van de Kadernota zoals die er nu liggen. Wel de complimenten voor het vele werk wat er in is gaan zitten. Wij vinden dat er andere keuzes gemaakt moeten worden. De heer Komen: Ik zal proberen zo duidelijk mogelijk te zijn zoals wij dat ook over het fietspad waren bij Bern. Wij willen zo min mogelijk zaken vooruitschuiven. Uiteraard worden er in het najaar de beslissingen genomen maar het kader moeten we vandaag toch zetten. Globaal gesproken is het CDA het eens met de voorstellen zoals die verwoord zijn, met een aantal belangrijke uitzonderingen, zoals andere partijen die ook hebben genoemd. Met andere woorden de bezuinigingen genoemd voor 2003 mag u wat ons betreft uitvoeren. Dit betekent dus ook dat de aanleg voorzieningen lang parkeren vrachtwagens niet wordt uitgevoerd. Dat is niet prettig want dat levert problemen op bij de nodige burger die daar in de buurt woont. Maar wellicht dat de overlast middels een gemeentelijke verordening, en als die al bestaat, middels een extra handhaving toch kan worden aangepakt. Dan een aantal zaken waar het CDA een uitzondering op wil maken in uw voorstellen. Laat ik met een financieel mogelijk kleinere post beginnen die wij om een andere reden belangrijk vinden, namelijk de Vestingdagen. Het CDA vindt dat de Vestingdagen door moeten gaan. Als wij de zaak goed lezen dan zijn de reserveringen voor de eerste Vestingdagen veilig gesteld. Wij willen zonder meer weten of die zijn veilig gesteld. Zo niet, dan willen wij daarvoor pleiten om dat alsnog te doen. Verdere deelname voor de jaren daarna zouden wij willen laten afhangen van het succes dan wel het falen van de eerste Vestingdagen. Wij vinden de Vestingdagen belangrijk omdat het net een van de fantastische middelen is om onze gemeente op een goede manier voor het voetlicht te brengen binnen Nederland. Het kan zelfs een groeiende bron van inkomsten zijn binnen onze gemeente. Als tweede punt het zwembad in de gemeente Zaltbommel. Het CDA acht dit een basisvoorziening dus moet het zwembad als zodanig worden gehandhaafd. Er wordt door duizenden mensen per jaar gebruik van gemaakt. Er wordt dagelijks gezwommen en op andere manieren veel plezier in beleeft. Met de wachtlijsten in omringende gemeentes is het geen oplossing ons bad te sluiten en onze inwoners groot en klein naar andere baden te “lozen”. Indien u echter na de renovatie daadwerkelijk bedragen van ons vraagt die de discussie oproept of het niet verstandiger is een nieuw bad te bouwen en het oude bad te sluiten dan wil het CDA die discussie graag voeren. Want oud of nieuw zolang de bevolking deze basis nodig heeft moet er een zwembad in Zaltbommel blijven. Het CDA wil wel verzoeken om in overleg te treden met het bestuur van het bad om te onderzoeken of er een mogelijkheid is de entreegelden enigszins te verhogen. Zeg maar een soort kleine bijdrage van de daadwerkelijke gebruikers te vragen. De bibliobussen en bibliotheek zijn in onze ogen ook een uitzondering op de lijst van bezuinigingen. Immers ook hier praten wij over een basisvoorziening voor onze bevolking. Waarbij de bibliobus met name voor de kleine kernen van zeer groot belang is. Maar ook de bibliotheek in Aalst kan mogelijk een pas op de plaats maken maar zal toch niet haar onlangs toegekende additionele subsidie moeten inleveren. Dat is nu net mede bedoeld om de fusie met Zaltbommel te doen slagen. Mogelijk dat er aan een eventuele verbouwing aldaar nog wat gesleuteld kan worden om daar geld op te bezuinigen. De genoemde begraafrechten is een onbespreekbare zaak voor het CDA. Wij vinden dat eerst maar eens transparant gemaakt moet worden wat nu eigenlijk de kosten zijn. Kennelijk worden er ook andere kosten in rekening gebracht dan de feitelijke begrafenislasten. Als de kosten transparant gemaakt zijn en we weten exact waarover we praten dan kunnen ze mogelijk worden ondergebracht in de algemene middelen. Aan de inkomstenkant wil het CDA klip en klaar zijn. Wij denken dat het niet of nauwelijks mogelijk is om de OZB niet te verhogen. Mogelijk dat we jaarlijks een kleine verhoging moeten accorderen om inderdaad het zwembad en de plannen voor het onderwijs te handhaven. Wij denken dat onze bevolking het er voor over
26
heeft om het zwembad en het onderwijs datgene te geven wat het goed doet functioneren. Wel vindt het CDA dat die OZB-verhoging jaarlijks moet worden getoetst, of we die door moeten laten gaan aan de hand van de financiële situatie, inkomsten vanuit gemeentefonds enzovoorts. Wij geven als partij duidelijk geen “card blanche” aan het college voor verhogingen tot en met 2007. Bij Welzijn mogen wat ons betreft de twee formatieplaatsen worden ingevuld. Dit kan de efficiency vergroten en zeer zeker de kosten drukken. De kosten van uitzendkrachten en inleenkrachten drastisch doen verlagen. Het CDA wil dan wel als conditie stellen dat ook de resultaten hiervan terug te zien zijn in de jaarrekening. Wat bespaart het en in hoeverre is de output vergroot. Er moet meer gebeuren met deze mensen en minder met inleenkrachten of met allerlei bureau die wij inhuren. Wat vanavond niet genoemd is willen wij ook voorstellen. Dat is dat de bezuinigingstaakstelling van de sectoren moet worden verhoogd met 25% per jaar ingaande 2005. Zeker gezien de efficiency-vergroting mogen wij dat vragen. Privatisering zoals dat momenteel aan de orde is met de parkeerwacht vinden wij een goede zaak en kan mogelijk ook in een aantal andere sectoren meer worden opgepakt. Tot slot het gemeentehuis. Ook daar lopen wij voorop wat betreft de agenda. Maar ook dat gemeentehuis, het nieuwe of het oude welke je ook bedoelt, het gemeentehuis heeft natuurlijk besparingsmogelijkheden. Dan denken we niet op de eerste plaats als CDA aan een aantal vierkante meters meer of minder in een te bouwen stadskantoor. Ik denk dat de aannemer waarmee wij uiteindelijk rond de tafel zitten voor de onderhandelingen het een worst zal zijn of we daar 1 of 2 meerdere, grotere of kleinere kamers zullen doen. Wij als CDA vinden dat we voor de goedkoopste optie moeten gaan. De burger heeft gevraagd om het bestaande gemeentehuis te handhaven. Daarbij wordt bedoeld als ik het goed interpreteer, de bordesfunctie en de trouwzaal. Niets meer en niets minder. Wij moeten de uiteindelijke principiële keuze maken om op één plaats alles te herbergen. Op een plaats te bouwen en niet op een plaats te gaan verbouwen alhier en op een andere plaats nog eens nieuw te gaan bouwen. Dat zijn extra kosten, extra jaarlijks terugkerende exploitatielasten. Als we dat niet hebben dan zullen we daar minstens een paar ton op jaarbasis mee bezuinigen. Wethouder Van Engelen: Wij hebben als college 97 voorstellen gedaan. Wij hebben begrip voor de opmerkingen dat wij er wat lang over hebben gedaan en dat u er weinig tijd voor hebt gehad. Maar ik moet u wel zeggen dat problemen zichzelf niet oplossen. Mevrouw Puite: Ik vind het fijn dat u begrip hebt maar wat doet u ermee? Wethouder Van Engelen: Dat zal ik u voorstellen. Om toch door te kunnen werken heeft maar 1 partij gezegd waar we wat mee kunnen en dat is het CDA. Het CDA zegt dat de kolom 2003 akkoord is. Als u daar als raad ook mee akkoord gaat dan kunnen wij in ieder geval aan het werk. De heer Van der Maas: Wij hebben alleen voorbehouden gemaakt voor jaren die niet op 2003 betrekking hebben. Daar zit in dat 2003 akkoord is. Wethouder Van Engelen: Dan heb ik niet goed geluisterd. Ik wil nog even reageren op een paar opmerkingen. Behoedzaamheidsreserve 50% daarvan heeft de heer Duijzer gezegd dat de provincie dat normaal vindt. Zaltbommel doet 100%. Dat klopt. Wij gaan daar verder over in gesprek met de provincie. Wij zijn van mening dat het wel kan. Begraafrechten daar hebben meerdere partijen zich over uitgesproken. Het college meldt u dat als we deze verhoging doorvoeren wij op twee/derde van de kostendekkendheid zitten. De heer Van der Maas heeft gezegd dat wat er nu gebeurt aan onszelf te wijten is. Dat klopt. De stofwolken van de herindeling zijn weg en nu zijn wij met een stofkam overal doorgegaan en dat noopt ons nog een keer door de zure appel heen te bijten. Wij zijn een gezonde gemeente maar wij willen ook gezond blijven. Ik moet u wel zeggen Den Haag komt nog. Maar daar kunnen we nu nog geen voorschot op nemen. Ik hoor nog wel graag van meerdere partijen iets over de kolom 2003. De VVD had nog iets met de formatie en de efficiency. Efficiency is een dagelijks aandachtspunt. De formatie daar zullen wij u nader over
27
rapporteren in het najaar. Maar u hebt in de Kadernota gezien dat als we ietsjes investeren we later wat kunnen gaan inleveren tot € 225.000. Dan kom ik op hetzelfde onderwerp wat het CDA zegt. Wij willen dat u nog 25% extra bezuinigt op de voorstellen van de sectoren. Maar jaarlijks gaan we al van € 75.000 naar € 225.000. Begrijp ik u goed dat we daar nog eens 25% bovenop doen? Dat is pittig. De heer Komen: Dat is een kwestie van onderhandelen, mijnheer de wethouder! Wethouder Van Engelen: Het ging niet over de bezuinigingsvoorstellen van het gemeentehuis maar van de sectoren. Mijnheer Van ’t Zelfde, u vindt dat u niet voldoende gerapporteerd bent over de cijfers van De Poorterij. Het college doet u nog toekomen de specifieke bijdrage aan de theaterfunctie. Ik kan u nu wel melden dat deze bijdrage juist het laagste bedrag is. Ook de heer Romp heeft gezegd dat het ambtelijk apparaat € 100.000 moet bezuinigen. Ik heb net het CDA ook al geantwoord dat wij van € 75.000 naar € 225.000 gaan. Ik begrijp dat u daar nog € 100.000 bovenop wilt. Het college is het niet met u eens over de verhoging van ICT. Wij zitten ver onder de landelijke norm en lopen zelfs achter. Wij hebben niet al te veel geïnvesteerd omdat wij heel veel investeringen uitgesteld hebben in afwachting van de discussie van het gemeentehuis. Het CDA wil de resultaten van de extra personeelsplaatsen gemeld hebben. Het college zegt u dat toe. Wethouder Penninx: Ik wil per onderwerp reageren op de gemaakte opmerkingen. In de eerste plaats zijn er een aantal kaderstellende opmerkingen door u gemaakt waar wij de komende maanden iets mee kunnen. U heeft heel duidelijk aangegeven dat wat het onderwijs betreft kwaliteit uw uitgangspunt is. Ik wil toch opmerken dat zowel het primair onderwijs als wat het voortgezet onderwijs betreft er nog flinke slagen te maken zijn. Het budget en de noodzakelijke bouw of verbouw zal hier nog wel een punt zijn. U heeft voldoende richting aangegeven om daarmee verder te gaan. Door een aantal van u is de suggestie gewekt dat er nogal wat voorstellen worden gedaan op het beleidsterrein sociaal-culturele zaken en is het niet een goede zaak om nog eens nadrukkelijk te kijken naar de output van een aantal instellingen. Ik denk, zeker gezien de opmerking van het CDA, dat als er nog meer medewerkers bijkomen bij deze afdeling dat het inderdaad mogelijk zal zijn om gericht efficiënt en effectief gesprekken te voeren. Vooral met instellingen die grote kostendragers zijn zoals maatschappelijk werk, jeugdbeleid en ook de sociaal culturele instellingen. Dat is een hele goede zaak. Maar op het moment dat bij de provincie en bij het rijk wordt geconstateerd dat de gemeente Zaltbommel beschikt over een sterk culturele infrastructuur, of het nu gaat over monumenten, musea of de Poorterij, dan heeft dat een bepaalde waarde waarmee je ook als het gaat om budgetten extra aandacht krijgt. Er is in ieder geval afgesproken dat 4 grotere stadjes in Gelderland extra middelen krijgen voor € 3,8 miljoen. Als u zegt dat is niet meer onze ambitie dan wil ik u er voor waarschuwen dat dat wel eens een kettingreactie zou geven. Als wij zien hoe wij op vrijwilligersbeleid pijnlijke keuzes maken als college dan wil ik u toch wel zeggen, bij verkeersveiligheid, dat het pijn in het hart doet om iets voor te stellen. Maar wij hebben u iets voorgesteld en wij verwachten natuurlijk dat u ook kiest en in ieder geval aangeeft wat wel en niet moet. U bent heel duidelijk geweest over het zwembad en het zwemonderwijs. Een ruime meerderheid van de raad zegt niet sluiten. Ik denk dat het voor ons als college betekent dat wij de komende maanden aan de slag gaan. Waarbij wij op basis van het huidige financiële kader zeggen dat in ieder geval de middelen die er nu in de begroting zitten basis zijn om te bezien wat wij met de zwemvoorziening doen. Zoals u weet is het standpunt van het college dat het huidige bad waarschijnlijk zo slecht is dat wij naar iets anders moeten zoeken. Dat betekent dat wij mensen aan het werk zetten om te zoeken naar oplossingen binnen dit financiële kader. U heeft daar een hele harde uitspraak over gedaan vandaag en het komt niet op de begroting maar wij kunnen aan het werk. Wat de bibliotheken betreft begrijp ik dat de vorm waarin wij de ombuiging zoeken uw instemming niet heeft. Maar wij gaan bezig met de zogenaamde basisbibliotheek. Ik denk dat wij de opdracht hebben om te
28
zoeken naar een goede voorziening waarbij de middelen kritisch moeten worden bekeken. Dat is het kader. Of het Aalst is of de bussen, daarover heeft u signalen uitgezonden naar ons en daar zullen wij in de uitwerking rekening mee houden. Ik wil ook graag reageren op verkeersaspecten. Wij hebben inderdaad gezegd, gezien de financiële problematiek, dat wij geld hebben gereserveerd voor een aantal onderwerpen, Bergsche Maasdijk, Sluisdijk en Zeedijk. Wij hebben u voorgesteld om daar € 100.000 weg te halen omdat er een aantal aspecten zijn die het lastig maken om het te realiseren. Ik wil toch heel nadrukkelijk zeggen dat wij in overleg zijn met de provincie om een aantal problemen in beeld te brengen. Maar de provincie kijkt heel nadrukkelijk naar feiten. Hoe ziet de weg eruit, hoeveel autoverkeer is er, hoeveel fietsverkeer is er en hoeveel ongelukken zijn er. Op basis van objectieve criteria die de provincie hanteert maar die ook wij moeten hanteren bij verkeersveiligheidbeleid moet je tot een afweging komen. Ik denk dat wij de komende maanden heel nadrukkelijk moeten kijken waar de prioriteiten liggen. Op dit moment heeft u aangegeven dat topprioriteit heeft de fietsverbinding Zaltbommel-Brakel. Daar moet het college keihard aan werken. Wij nemen nu kennis van uw suggesties. Ik zeg u toe dat wij bij de provincie ons uiterste best doen om een aantal verkeerszaken voor elkaar te krijgen. Maar de provincie kijkt over de hele provincie en dan is de prioriteitstelling gebaseerd op een aantal criteria ofwel op beleid. De heer Looijen: Dus wij worden afgeschoten op het feit dat wij geen beleid hebben op het gebied van verkeer? Wethouder Penninx: Nee, maar ik stel voor dat we dat bij de schriftelijke vragen doen mede naar aanleiding van de vragen van de heer Krähe. Er is al heel veel correspondentie geweest met de provincie. U kunt in de correspondentie wel vinden waardoor dingen gaan zoals ze gaan. Dat staat los van politieke druk of het ontbreken van beleid bij ons. Zoals u weet is dat een provinciale weg. Ik wil ook aangeven dat opmerkingen zoals het maatschappelijk werk, wij vaak terechtkomen in preventieve acties bij volksgezondheid, bij jeugdbeleid, bij huishoudens en anderzijds repressief beleid de problemen alsnog via de psychiatrie, via politie repareren. Een van de kernzaken zal inderdaad zijn, ook op landelijk niveau, geef je geld aan de Scouting, zorg je dat jongeren goed bezig zijn of stop je geld in gevangenissen. Dat is een principiële afweging. Daar moeten wij nog eens goed met elkaar over praten. Ik wil nog kort iets zeggen over de adequate huisvesting. Ik denk dat het goed is om op te merken dat het programma van eisen is geschreven in een tijd dat de gemeente Zaltbommel heeft gezegd dat wij sober en doelmatig te werk moesten gaan. Ik denk dat het goed is om niet te kijken naar investeringen die wij doen maar veel meer en belangrijker naar de exploitatielasten ofwel de efficiency die je hebt door zaken te doen. Daar gaat het om en niet om eenmalige investeringen. Maar veel belangrijker hoe functioneert iets en ook op lange termijn te zien hoe dat het werkt. In dat kader moeten we heel nadrukkelijk zoeken naar sponsors. Maar sponsoring stort op dit moment ook in nu bij allerlei zaken het geld op is. Maar met name ook constructies waarbij we gebruik maken van kwaliteit en deskundigheid van private instellingen. Ik denk dat het een goede aanzet is om te bezien welke zaken wij in Zaltbommel voor elkaar kunnen hebben of houden op lange termijn. De heer Looijen: Ik vind het woord “sponsoring” in de mond nemen van een wethouder, ten tijde van de bouwfraude, een zeer gevaarlijke uitspraak. Sorry dat ik het zeg. Wethouder Penninx: Ik citeer een van uw raadsleden die deze suggestie heeft gedaan. Als er instellingen zijn die ons willen sponsoren, bijvoorbeeld een reclamebord hangen in het zwembad, dan denk ik dat wij dat zouden kunnen bekijken. Dat staat los van de integriteit van ons als college of van u als raad. De heer Looijen: Ik twijfel niet aan uw integriteit maar ik vind het een gevaarlijke uitspraak. Wethouder Penninx: De suggestie hoe wij of zelf of via klanten extra middelen kunnen genereren op termijn daarvan denk ik dat het suggesties zijn die wij zullen uitwerken. Voorzitter, ik hoop hiermee een bijdrage geleverd te hebben aan de gedachtewisseling van de raad.
29
Wethouder Nijdam: Er zijn twee dingen aan de orde geweest, namelijk de Vestingdagen en de begraafrechten. Het CDA vindt dat de Vestingdagen door moeten gaan. Vanuit de hoek van de SGP en ChristenUnie komt de opmerking dat wij dat niet zouden moeten doen. Het geld is er dat is gereserveerd. Financieel hoeft het geen probleem te zijn om die Vestingdagen door te laten gaan. Ik ben het met de heer Komen eens dat als we nogmaals Zaltbommel op de kaart kunnen zetten dan is dat een hele goede zaak. Ik wil over gaan op de begraafrechten. Ik heb een vergelijking laten maken tussen de totale rechten in de gemeente Lingewaal en hier. Wij zijn dan € 651 goedkoper. Dat zit in het onderhoud van de begraafplaatsen. In de gemeente Lingewaal nemen ze die wel volledig mee en daarvoor staan bij ons geen bedragen. Dat doet onze buitendienst. U kunt dan wel zeggen doe wat minder aan de begraafplaatsen maar dan krijgt u mij op de weg. Ik doe daar geen concessies want ik wil niet hebben dat de begraafplaatsen er niet netjes bij liggen. De heer Duijzer: Er wordt helemaal niet aan u gevraagd om daar iets minder te doen. Wij willen allemaal dat het er keurig bij ligt. Het gaat er alleen over waar komt het geld vandaan? Wethouder Nijdam: Ik heb een specificatie. Ik zeg u toe dat wij nog bezig zijn met meerdere gemeenten om de cijfers binnen te halen. Wanneer alles binnen is krijgt u van mij uitvoerig op papier hoe het is in vergelijking met de omringende gemeenten. Dan mag u daar een oordeel over hebben en u mag dan ook zeggen hoe u het wilt hebben. Op dit moment is het niet kostendekkend. Wij dachten een stukje sluiting te kunnen krijgen in de Kadernota door deze verhoging. De voorzitter: Ik heb zelf ook een paar opmerkingen over de portefeuille die bij mij hoort. Er zijn vragen gesteld over het IOR. Er is op dit moment een takendiscussies binnen het IOR gaande. Vanuit de portefeuillehouders wordt daarna gekeken. Naar aanleiding daarvan wordt er een stuk gemaakt. Dat stuk komt na de zomervakantie in de verschillende raden. Daar kunt u zelf kijken op welke manier u vindt dat de taken door het IOR uitgevoerd, namens de gemeenten, anders moeten of minder moeten. De heer Van Doorn: Misschien is het goed om daarbij op te merken dat het niet het hele takenpakket betreft maar een klein onderdeel van de taak. De voorzitter: Dat is waar. Het is alleen de bestuursdienst. Omdat al die andere taken al zeer recentelijk door gemeenten bekeken zijn. Voor alle duidelijkheid toen het over de GGD ging bleek dat iedereen toch alles wat er was uitgevoerd wilde hebben. Dat heeft niet tot enige bezuiniging geleid. Maar vanuit IOR zelf wordt ook gekeken naar efficiency, winsten behalen op andere manieren. Maar de takendiscussie wordt nog gevoerd. Daar krijgt u de gelegenheid om iets te zeggen. Dan kom ik bij het punt over de vreugdevuren. Wij proberen al die jaren dat wij daarmee bezig zijn te kijken op welke manier het minder geld zou kunnen kosten. Het punt is wel dat wij de laatste twee jaar pas echt in beeld hebben wat het kost. Voor die tijd waren vernielingen en daarmee gepaard gaande kosten zeker zo hoog. Alleen werd dat niet in beeld gebracht. In een eerder stadium heb ik u gezegd dat degene die het doen waarschijnlijk allemaal tot uw achterban horen in de volle breedte. Wellicht heeft het ook zin om uw achterban aan te spreken op het wat fatsoenlijker omgaan met die vreugdevuren. Minder zaken daarop doen die veel duurder opruimen vragen en ook er voor zorgen dat die vreugdevuren aanzienlijk minder groot zijn. Onze ervaring is wel dat als wij nu zouden zeggen in deze gemeente er mogen geen vreugdevuren zijn dat we dan een veel groter probleem krijgen in het kader van de openbare orde. Met uw raad is ervoor gekozen om dan toch die vreugdevuren te hebben maar dan veel beperkter en minder milieuverontreinigend dan het vroeger was. Ieder jaar weer zullen wij proberen om daar minder problemen achteraf met het opruimen te hebben. Daar wordt enorm veel energie en tijd in gestoken. Mevrouw Puite: U weet toch wel dat het bedrag dat er nu voor staat wel een hele hoge prijs is?
30
De voorzitter: Wij kiezen niet voor deze prijs. Wij hebben de consequentie van het feit dat in deze gemeente in de kleine kernen op die manier kennelijk de vreugde gevoeld wordt van het oude jaar. Wij doen ons uiterste best om iedereen te bewegen om dat op een andere manier te doen. Vandaar doe ik ook een beroep op u allen om dat door te geven. Wij doen ons best maar het zijn wel onze eigen inwoners die dit veroorzaken. De heer Romp: Er is wel een verschil tussen wat oude kerstbomen opruimen en hetgeen nu gebeurt. Er wordt een hele week lang pallets etcetera vervoerd om die in brand te steken. De voorzitter: Als u over kerstbomen praat dan weet ik niet over welk jaar het gaat. Maar het eerste jaar dat ik hier was, nieuwjaarsdag 1999, waren er SRV-wagens, caravans, alles werd er op die vuren gegooid. Dat weten wij inmiddels te voorkomen. De tijd dat kerstbomen verbrand werden ligt zeer lang achter ons. Ik ben volstrekt met u van mening dat wij allemaal moeten proberen dit toch extensieve gedrag veel meer binnen de perken te krijgen. Mevrouw Puite: Of naar andere mogelijkheden kijken. Dat kunnen wij toch ook doen? Het hoeft toch niet per definitie zo te gaan? De voorzitter: Er is een evaluatie met u geweest over de manier waarop het gebeurd is. Daar heeft u allen iets van gevonden. Natuurlijk zullen wij met elkaar kijken naar manieren waarop het beter gaat. Dat moet niet ten koste gaan van de winst die wij geboekt hebben in het kader van leefbaarheid in die dorpen op diezelfde oudejaarsnacht. De heer Krähe: Misschien is het zinvol om bij uw collega’s in de Achterhoek te rade te gaan. Daar hebben ze elk jaar Paasvuren en dat hebben ze heel strak georganiseerd met toezicht van vrijwilligers enzovoort zodat er geen afval wordt gestort op dat soort hopen. Misschien is dat een suggestie? De voorzitter: Er zijn heel veel collega’s die bij ons te rade gaan omdat ze zelf in hun gemeente veel meer problemen hebben dan wij met oudjaar. Het is een ander soort avond. De heer Duijzer: Ik wil alleen maar opmerken dat er nu veel meer over de vreugdevuren is gezegd dan bij de evaluatie. Toen is er op een enkele uitzondering na niets over gezegd. De voorzitter: Dat is waar. Ik kom nu toe aan de tweede ronde. Er is een vraag gesteld door de wethouder, naar aanleiding van de opmerking die door het CDA is gemaakt, namelijk of u akkoord bent over de cijfers voor 2003. De heer Van der Maas heeft gezegd, aangezien wij daar niets over gezegd hebben betekent het dat wij akkoord zijn. Geldt dat ook voor u allen? Mevrouw Puite: Wij kunnen wel akkoord gaan met 2003. Wij willen wel een uitzondering maken en dat is voor nummer 16, theaterfunctie Poorterij, daar staat een p.m.-post. De voorzitter: In welk opzicht? Mevrouw Puite: Dat daar niet op bezuinigd wordt. De voorzitter: Verder iedereen akkoord? Dank u wel. Dan zal ik proberen, samen met u, in tweede instantie een standpunt te krijgen. Op basis waarvan de organisatie de kaders heeft om de begroting 2004 en verder te gaan opstellen. Er ligt een amendement van de SGP. Het is goed om dat in de tweede ronde te betrekken. In het Reglement van Orde staat dat amendementen altijd voor het voorstel in stemming gebracht moeten worden.
31
De motie van de ChristenUnie die eigenlijk later zou zijn heeft wel betrekking op deze Kadernota. Het zou goed zijn als die nu ook meegenomen wordt. Daar worden ook een aantal suggesties in gedaan hoe te komen tot bezuinigingen. Ik denk dat het goed is als de SGP eerst het amendement voorleest. Ik wil de motie van de ChristenUnie als het ware ook als een amendement bij dit agendapunt betrekken. De heer Duijzer: “De raad van de gemeente Zaltbommel, in vergadering bijeen d.d. 3 juli 2003, ondergetekenden stellen het volgende amendement voor: 1. 2. 3.
4. 5. 6.
De verhoging van de begraafrechten, oplopend van € 65.000 in 2004 tot € 200.000 in 2007, te verminderen tot 25% van de voorgestelde verhoging; De verhoging van de OZB boven inflatiecorrectie, zijnde € 120.000 in 2005, € 240.000 in 2006 en € 240.000 in 2007, te laten vervallen; De organisatie van de Vestingdagen te schrappen en de besparing van € 15.882 te laten ingaan medio 2003. Tevens de opgebouwde reserve vrij te laten vallen en toe te voegen aan de algemene reserve; De subsidie van de theaterfunctie van de Poorterij te laten vervallen. Maar in het totaal minimaal 15%, zijnde € 48.000, op de Poorterij te bezuinigen; Het bedrag bezuiniging subsidieverordening verhogen naar € 180.000 (dat was nu € 30.000); De stelpost efficiency organisatie van € 181.512 te handhaven en dit halen uit een hogere efficiency door een adequate huisvesting te realiseren;
Toelichting: dit amendement beoogt om lastenverzwaring voor onze burgers te voorkomen en hiermee oog te hebben voor de teruglopende koopkracht van onze inwoners. Tevens beoogt het om de meerjarenbegroting sluitend te houden. Namens de SGP, de heren A. Duijzer, A. van Doorn en H. Satter.” De voorzitter: Dan wil ik ook gelijk de motie/amendement van de ChristenUnie doen. De heer Van ’t Zelfde: “de gemeenteraad van Zaltbommel, in vergadering bijeen op 3 juli 2003, kennisgenomen hebbend van: -
de Welzijnsnota “Perspectief op welzijn, welzijn in perspectief” en de daarbij behorende Algemene subsidieverordening Welzijn, vastgesteld in de raadsvergadering van 14 september 2000, betreffende de implementatie van budgetgestuurde contractfinanciering bij grotere instellingen;
overwegende dat: -
de implementatie van budgetgestuurde contractfinanciering bij de grotere instellingen, zoals de bibliotheek Zaltbommel, Orion, de Poorterij en Sportfondsen Zaltbommel nog niet is geëffectueerd;
32
spreekt als zijn mening uit -
dat met deze instellingen afspraken gemaakt moeten worden in het kader van budgetsubsidiëring (output) betreffende: • een vooraf omschreven overzicht van uit te voeren activiteiten en/of te bereiken resultaten; • het budget dat nodig is om de activiteiten en resultaten te kunnen realiseren; • de vrijheid om het budget naar eigen inzicht te besteden met het oog op het realiseren van de afspraken; • de contractperiode, die meerdere jaren kan beslaan, maar in principe een (kalender)jaar; • het aan het einde van de contractperiode bezien of de afgesproken prestaties zijn geleverd en – als dit het geval is – de instelling recht heeft op het volledig beschikbaar gestelde budget, maar wanneer de prestatie niet of niet geheel geleverd is of niet voldoet aan de afgesproken kwaliteitseisen, in principe geen recht zal bestaan op het totale budget en dat dit gevolgen kan hebben voor de subsidievaststelling over de afgelopen periode, dan wel voor de subsidieverlening voor de eerstvolgende periode;
dringt er op aan dat het college hieraan uitvoering zal geven, en gaat over tot de orde van de dag; namens de fractie van de ChristenUnie, de heren G.B. van ’t Zelfde en A.C. Bragt.” De voorzitter: Ik denk dat het verstandig is om deze motie eerst in stemming te brengen zodat u kunt kijken of dit een motie is die verder ook gedragen wordt, voordat die motie naar het college gaat. De heer Van der Maas: Tijdens de commissievergadering hebben wij al aangegeven dat die afspraak gemaakt is tijdens die raadsvergadering in september 2000. De motie vinden wij zeer sympathiek alleen zou ik hem iets concreter willen. Nu staat er “de grote instellingen, zoals ….” dan worden er een aantal genoemd en dan is het nog niet concreet duidelijk wie er nu wel en niet onder vallen. Terwijl de afspraak in die raadsvergadering heel concreet is geweest. De afspraak was elke instelling die meer als ƒ 50.000,00 subsidie krijgen, dat daar afspraken mee worden gemaakt over de activiteiten die ze verrichten. Als die motie zo geconcretiseerd kan worden dan kunnen wij ons vinden in de motie. Mevrouw Puite: Dat is ook onze visie. Wij kunnen achter die motie staan met de aanvulling die de heer Van der Maas al aangaf. De heer Van Balken: Het klinkt sympathiek. De motie is dermate gedetailleerd. Wij hebben de motie ook niet voor ons liggen. Ik denk dat we het moeten doen zoals de Partij van de Arbeid zegt. Nu is het net of een paar instellingen daar wel onder moeten vallen die toevallig bij de ChristenUnie wat minder in het vaandel staan. De heer Van ’t Zelfde: Wij gingen er van uit dat het met name instellingen waren die behoorlijke budgetten hebben. De heer Van Balken: Dan moet je een bepaald bedrag afspraken. Dan is de opmerking van de Partij van de Arbeid wat objectiever en spreekt dan ook wat meer aan. De voorzitter: Als de motie wordt aangevuld met de opmerking van de Partij van de Arbeid kunt u dan akkoord gaan? Is dat bij de indiener ook akkoord? De heer Van ’t Zelfde: Ja, akkoord.
33
De heer Van Doorn: Ik denk ook dat het criterium wat toegevoegd is een algemene verbreding geeft. Dat heeft ook onze instemming. Het voorstel zou wat onze fractie betreft nog iets aangescherpt kunnen worden door de volgende regel er aan toe te voegen, voor dringt er op aan: “heeft het voornemen geen voorstellen in behandeling te nemen die niet aan de beoogd gestelde voorwaarden met betrekking tot budgetsubsidiëring voldoen”. Dat is niet alleen een aandringen maar dan zegt de raad ook iets waar zij het voornemen heeft welke voorstellen zij niet in bespreking willen nemen. Anders is het alleen een oproep tot. Nu leg je ook nog neer hoe de raad met dat soort voorstellen wil omgaan. Dat wil ik in overweging geven bij de andere partijen. De heer Van Balken: Ik vind het iets te snel. Laten we nu eerst maar eens werken op deze manier. Om nu meteen te zeggen dat het allemaal aan dit en dit moet voldoen, gewoon stap voor stap en vervolgens in een ander jaar aanscherpen. De heer Van Doorn: Stap voor stap wordt al bij herhaling sinds 2000 gevraagd maar blijkbaar leidt dat niet tot spoed. We zijn nu al 3 jaar later. De heer Romp: Ik wil de heer Van Balken ondersteunen. Als ik € 10.000 krijg voor mijn instelling dan moet ik die € 10.000 goed verantwoorden. Wij hebben hier te maken met maatschappelijke organisaties en niet met marktgerichte organisaties dus ik denk dat die aanbeveling voldoende is. Ze hebben meer dan alleen de output. Ze hebben ook uitstraling etcetera. De voorzitter: Mag ik concluderen dat de motie zoals die geformuleerd is door de ChristenUnie, met de aanvulling van de Partij van de Arbeid, ondersteund wordt. Ik kom nu aan het amendement maar ik heb ook een heleboel opmerkingen van u uit de eerste ronde. Wij zouden het amendement punt voor punt door kunnen lopen omdat het punten zijn die door vele van u ook aan de orde zijn gesteld. Daarbij kunnen wij kijken of die punten meerderheid hebben of niet. Ik wil proberen om te komen tot enige toespitsing waar het punt zit. Ik heb de Partij van de Arbeid horen zeggen dat er heel veel voorstellen zijn gedaan. Met name om bezuinigingen door het college voorgesteld niet over te nemen. Maar dat er in verhouding heel weinig voorstellen zijn gedaan om het gat te dichten. Ik denk dat het toch heel lastig is en ik wil vanavond aan u willen vragen om iets meer suggesties te doen. Anders dan de efficiency verhogen zonder daarbij aan te geven wat u daarmee bedoelt. Zijn er taken waarvan u vindt dat ze niet meer uitgevoerd moeten worden? Het is anders heel erg vrijblijvend van uw raad als u niet verder komt dan het aangeven waar u niet op wilt bezuinigen maar het gat dat duidelijk ontstaat niet kan dichten. De heer Van ’t Zelfde: De raad heeft zojuist instemming gegeven ten aanzien van 2003. Ik denk dat het een moeilijke zaak wordt om nu bepaalde stukken er uit te halen. Het lijkt mij zinvol dat er een integrale afweging wordt gemaakt dat bij de behandeling van de begroting 2004 er voorstellen vanuit de raad komen, misschien uit het college, maar het lijkt me nu heel moeilijk om hier “to the point” mee bezig te zijn. De voorzitter: Ik zie allerlei mensen knikken. Zelf denk ik dat u het niet makkelijker krijgt als u het bij de begroting aan de orde krijgt. Omdat er zo’n verscheidenheid van wensen en voorstellen ligt. De heer Loef: Ik ben ook benieuwd of het college naar de raad komt met een sluitende begroting? Of eenzelfde verhaal zoals we in de Kadernota hebben? Ik ben benieuwd wat het college gaat doen als de raad de kaders niet verder invult dan dat we zojuist hebben gedaan. Dat lijkt mij een lastige klus voor een college. De voorzitter: Daarbij is het maar de vraag of dat het werk van het college is. U bepaalt de kaders. U moet aangeven, als er niet bezuinigd moet worden op punten die voorgesteld zijn, op welke manier we het gat kunnen dichten.
34
De heer Duijzer: De achtergrond van dit amendement is dat het ook weer sluitend is. Er zitten natuurlijk altijd pijnlijke maatregelen bij en minder pijnlijke maatregelen. De Kadernota geeft aan dat we op 0 uitkomen. Als we dit amendement om gaan zetten in cijfers komt het ook weer op 0 uit. Als we nu gaan zeggen dat we bepaalde dingen niet gaan doen die wat pijnlijk zijn en de dingen die leuk zijn doen we wel dan weet je zeker dat je niet goed uitkomt. Daarom hebben wij een amendement willen indienen wat quitte speelt en ook om een lijn aan te geven naar het college voor de begroting om met een sluitende begroting te kunnen komen. Als je bepaalde dingen niet en wel gaat doen dan maken wij het college erg moeilijk om met een goede begroting te komen. De voorzitter: Dat is waar. Vandaar ook net mijn voorstel om deze punten na te lopen omdat het ook punten zijn die vanuit verschillende invalshoeken straks wel aan de orde zijn geweest. Of die punten de meerderheid halen is dus de vraag. Of we daarmee het probleem van het gat oplossen is ook de vraag. Ik denk dat het wel enige richting geeft. De heer Komen: U stelt het CDA enigszins teleur want ik dacht dat wij toch heel duidelijk geweest zijn. De voorzitter: Dat is waar. U was de fractie die dat wel deed. Iedereen heeft natuurlijk zijn eigen voorstellen gedaan. De een is daar wat concreter in geweest dan de ander. Ik denk niet dat het een dekkend verhaal is als ik naar de voorstellen kijk die gedaan zijn. * Ik heb geconstateerd dat het sluiten van het zwembad als bezuiniging door een overgrote meerderheid van uw raad niet gedeeld wordt. * Ik heb geconstateerd dat het afschaffen van het zwemonderwijs door een overgrote meerderheid van uw raad niet geaccepteerd wordt. * Ik heb geconstateerd dat de OZB-verhoging, zoals die voorgesteld werd als het zwembad niet gesloten zou worden door het college, door de overgrote meerderheid van uw raad niet geaccepteerd wordt. Verder is er verschillend gereageerd op een aantal voorstellen. Vandaar dat ik zeg dat ik een groot probleem zie in het dekken van het geheel. De heer Van der Maas: Ik kan die conclusies niet helemaal volgen. Ik dacht dat er voor de bibliobus ook een meerderheid was. Over de OZB hebben een aantal mensen geen uitspraak gedaan. Maar het gros van de mensen heeft in de commissie al laten weten dat in uiterste noodzaak de OZB verhoogd zou kunnen worden. De heer Looijen: Waarbij wij ons in het ultieme zullen houden aan het collegeakkoord wat er ligt. Daarin staat heel duidelijk dat OZB boven inflatie alleen verhoogd wordt voor nieuw beleid. De voorzitter: Ik heb alleen geluisterd naar hetgeen in eerste instantie gemeld is. Toen heeft ook de VVD zich expliciet uitgesproken tegen meer dan inflatieverhoging. Mevrouw Puite: Waarbij het in het collegeakkoord al heel laag staat. Ik geloof 0,2 waarvan wij denken dat de realiteit hoger ligt. De voorzitter: Een voorstel zou kunnen zijn om even te schorsen. Zodat we even kunnen kijken op welke manier er enige lijn te krijgen is in een aantal voorstellen en of er een dekking te vinden is. De voorzitter schorst de vergadering om 21.50 uur. De voorzitter heropent de vergadering om 22.07 uur. De heer Van der Maas: U heeft natuurlijk gelijk als u zegt dat er een dusdanig gat is. Het gat is door ons berekend op circa € 450.000, te weten het zwembad en het zwemonderwijs, de bibliobus daar bleek ook een meerderheid voor te zijn en de resterende € 200.000 voor de begraafrechten.
35
Dat is een gigantisch gat en daarvan kunnen we niet zeggen dat bekijken we wel in november a.s. Er zijn nogal wat suggesties gedaan. Dat loopt uiteen van aanvullende informatie die nog van de algemene uitkering moet komen, gemeentehuis, beheerplannen die nog bekeken moeten worden, verbetering efficiency daar is ook een voorstel over gedaan. Het is niet zo dat dit nu opgelegd wordt. Dat zijn dingen waar wij over onderhandelen in het najaar om te kijken of daar wellicht wat meer mogelijk is. Als er dan uiteindelijk een gat overblijft, dat verwacht ik ook wel, blijft de OZB gewoon sluitpost van de rekening. Aan het eind van het jaar moet er een dicht verhaal komen. Daar streeft de hele raad na. Voor een aantal van die suggesties is de tijd te kort geweest om dat door te rekenen. Daar moeten we niet in november mee beginnen maar direct na de vakantie. Als die dingen doorgerekend zijn moeten we kijken wat daar de opbrengst van is en als er een post openblijft dan is de OZB sluitpost. Dat kan dan al beginnen in het jaar 2004 omdat we voor 2004 0,75% hebben. Dat is een dusdanig laag bedrag. Daar kan een eerste stap gezet worden. De heer Komen: Het CDA is het in grote lijn eens met de Partij van de Arbeid. Alleen het CDA wil niet wachten tot de najaarsnota maar het gat vanavond nog dichten. Dit is geen zwarte piet die we kunnen doorschuiven naar de provincie wat we al te vaak doen in het kader van het stadhuis en andere zaken. Dit is een zaak die ons aangaat, die wij kunnen dichten en het liefst vanavond. Wij hebben een meerderheid om het zwembad open te laten. Wij hebben een meerderheid om de bibliotheek en de bibliobussen te laten werken. Wij hebben een meerderheid voor tal van zaken. Waarom vanavond nog geen meerderheid om het gat te dichten? Mevrouw Puite: Wij kunnen ons ook in grote lijnen aansluiten bij hetgeen de heer Van der Maas gezegd heeft. Bij ons is alleen de OZB een heel lastig punt. Wij denken dat wij ten aanzien van het gemeentehuis daar het resterende bedrag kunnen vinden. De heer Duijzer: Wij zijn voor een sluitende begroting. Ik denk dat daar het ambtelijk apparaat mee uit de voeten kan. Ook met een richt gevende lijn van de Kadernota. Wij wensen de OZB niet als sluitpost te houden want dan is het een open eind gebeuren. Dan weten wij niet waar we uitkomen. De VVD sluit zich wel aan bij de PvdA maar aansluiten houdt wel in dat de OZB de sluitpost is. Mevrouw Puite: Ik heb gezegd met uitzondering van de OZB. In grote lijnen kijken wij er op dezelfde wijze tegenaan maar de OZB is een ander verhaal. De heer Duijzer: Dat is wel de helft van het verhaal want de lasten zitten op andere punten maar de gehele bezuiniging zit in de OZB. Dan ben je voor de helft al niet akkoord. De heer Van Balken: Ik wil iets tegen de VVD zeggen, voorzitter. De VVD wil alles openhouden. Het zwembad moet open, er mogen twee locaties van het gemeentehuis komen. Ik heb een beetje het idee dat ze mooi weer lopen te spelen voor het publiek. Ze verstoppen zich voor allerlei zaken van wat willen we nu wel of niet? Ze zeggen dat het rapport te laat komt en deze vragen moeten nog beantwoord worden. Maar als er heel concreet wordt gevraagd en nu moet je bezuinigen dan moet je ook onpopulaire maatregelen nemen. Als je het ambitieniveau dermate hoog wilt houden, op een aanvaardbaar niveau, dan moet je ook zeggen dat we daar iets voor over hebben met elkaar. Wij zijn bereid om daar een stukje OZB in te doen. Als de VVD zegt dat ze geen goedkoop stadhuis willen, we willen het op twee locaties en een beetje met vierkante meters rommelen, daar haal je geen twee tot drie ton mee binnen. Mevrouw Puite: U heeft mij niet horen zeggen dat wij geen goedkoop stadhuis willen. Het verhaal van het stadhuis dat komt nog. Uw eigen wethouder heeft ons gelijk gegeven dat het hele verhaal veel te laat aankwam. Wij kunnen het uiteindelijk in een paar dagen doen. De heer Van Balken: Maar u zult toch moeten zeggen we gaan iets aan de OZB doen of u zegt we sluiten het stadhuis. Allebei kan niet.
36
De heer Satter: Ik vind het een uitspraak van het CDA van niks. Als we terugkijken naar de historie, de samenvoeging zou vermindering geven, we zijn alleen maar bezig om de burgers op kosten te jagen. Het CDA wil alles openhouden en alles door laten gaan maar de burger laten betalen. Het voorstel van de wethouder om bij de buurgemeenten een lijstje te verzamelen hoeveel het daar kost vind ik een hele verkeerde instelling. We moeten klare wijn schenken en niet de burgers daarvoor op laten draaien. Daar zijn jullie mee bezig. De VVD is half slap want die weten niet wat ze willen. Aan de ene kant zeggen ze dat het best moeilijk is om de OZB te verhogen en aan de andere kant gaan ze dadelijk gewoon mee. Ik vind het hier een vreemde toestand om de burgers in een economische slechte tijd, zoals verwoord door de SGP, op kosten te jagen. Wat het kost dat kost het, dat is een hele verkeerde instelling. De heer Romp: Het voorstel zoals verwoord door de heer Van der Maas daar kunnen wij een heel eind in mee gaan. Wij willen echter in de begroting 2004 toch nog wel op een aantal punten terugkomen ten aanzien van sociaal cultureel werk waarin een aantal bezuinigingen voorgesteld worden. Nu ligt het aan de richting en dat is geen sluiting van het zwembad. Niet stoppen met de subsidie voor het zwemonderwijs. Ook de bibliobussen instandhouden. Ook een aantal van de suggesties die wij gedaan hebben ten aanzien van waar moeten wij het geld vandaag halen, stadhuis, efficiency, kan onze goedkeuring weg krijgen. Over OZB hebben wij ons tot nu toe niet uitgesproken. Daar kunnen wij ons ook in vinden om die als sluitpost te gebruiken om de begroting te dichten. De heer Van ’t Zelfde: Wij zijn al duidelijk geweest dat wij voorstander zijn handhaving van het zwembad en ook subsidiëring van het zwemonderwijs. Wat de verhoging van de begraafrechten betreft daar zijn wij op tegen. Net zo goed als de verhoging van de OZB. Ik sluit me aan bij hetgeen de heer Satter naar voren heeft gebracht. Wij moeten de lasten niet afwenden op onze burgers. Wij moeten kijken hoe wij zelf de problemen kunnen tackelen. Wat de besparingen betreft dat komt dadelijk nog aan de orde wat het gemeentehuis betreft. De komende periode kunnen de bedragen doorgerekend worden. Wij gaan voor een sluitende begroting en geen verhoging OZB. De voorzitter: In eerste instantie heb ik u, behalve het gemeentehuis, geen suggesties horen doen om het verder sluitend te krijgen. De heer Van ’t Zelfde: Temporiseren van de projecten en minder inschakelen van externe adviseurs. De voorzitter: Over welke projecten hebt u het? Want u als raad moet daar een keuze in maken wat u gedaan wilt hebben en wat niet. De heer Van ’t Zelfde: Taakstelling van het IOR. Ik denk dat de takendiscussie die al genoemd is best wat besparingen kan opleveren. Ik kan het nu niet met een getal aangeven. Maar ik geef aan dat we juist dat moeten gaan onderzoeken. Net zo goed als besparingen op het gemeentehuis. De heer Van Balken: Ik wil daar toch op reageren. Wij gaan het buiten het huis zoeken. Wij zitten namens u in het IOR en wij doen ons ongelofelijke best om daar de bezuinigingen te houden die daar te vinden zijn. Die zijn daar niet te vinden. De taken die bij het IOR liggen zijn dermate belangrijke taken als het gaat om de GGD, de brandweer en andere gezondheidszaken daar is niks op te halen. Dat is gewoon de kop in het zand steken om het maar niet in eigen huis te vinden. U moet gewoon zeggen dat we een aantal voorzieningen willen. Ook in antwoord op de heer Satter. Wij willen een veilig fietspad. Prima, de burger wil daarvoor betalen. Ze zijn wel bereid om te protesteren als het er op aankomt maar 3% OZB, de mensen hebben het al 100.000 keer uitgegeven gedurende het jaar als ze boodschappen gaan doen. We doen er zo verschrikkelijk emotioneel over. De heer Van ’t Zelfde: Wat het IOR aangaat hoor ik twee verschillende geluiden. Namelijk het geluid van de heer Van Doorn en dat van de heer Van Balken.
37
De heer Satter: U begint over het fietspad. Maar wie wilde een nieuw fietspad aanleggen? U, dat was de leuze van het CDA. Maar wie moet er betalen dat is de burger. U bent helemaal niet van plan om te bezuinigen. De heer Van Balken: Prima, dan doet u niet mee. Ik neem aan dat de coalitie wel verstandig is, het wel doet en de veiligheid hoog in het vaandel heeft staan. De heer Van ’t Zelfde: Ik heb net ook aangegeven het maatschappelijk werk. Wat het gemeentehuis betreft kunnen we het programma van eisen wel bijstellen zodat daar ook wel wat te besparen valt. Efficiency en een formatieonderzoek binnen de organisatie daar zijn ook wel besparingen te halen maar het is moeilijk om dat met bedragen aan te geven. De komende tijd moet het doorgerekend worden voor het onderzoek. De heer Van der Maas: Maar als er geld overblijft wat doet u dan? U kunt het niet concreet aangeven. Stel voor er blijft een gat op de begroting over voor 2004. Wat doet u dan? De heer Van ’t Zelfde: Dan zullen we na moeten gaan op welke punten men de dekking heeft gezocht. Dan kan het goed zijn dat de ChristenUnie zegt daar kan ook bezuinigd worden en daar kan ook bespaard worden. Dat zijn zaken voor overleg, met inbreng van. De tijd is te kort geweest om in enige weken tijd zo’n plan naar voren te brengen, met cijfers onderbouwd, dat bestaat niet tot de mogelijkheden. De heer Van der Maas: Dat heb ik ook niet gevraagd. Ik heb gevraagd wat doet u als er een gat overblijft voor 2004? Het is niet onreëel om in te schatten, met al de bezuinigingen die u zelf aangeeft en dat is nog meer als de coalitie genoemd heeft, dat er dan toch nog een gat overblijft. De heer Van ’t Zelfde: Nogmaals dat is op dit moment moeilijk aan te geven. Maar ik denk dat het in het najaar bij de begroting naar voren komt. Daarom heb ik ook gezegd we kunnen wel voorbereidend werk doen maar daar zien we het finale plaatje in het kader van hoe gaan we verder. De heer Van Doorn: Ik wil graag een vraag stellen richting het college. Zij hebben al deze dingen aangehoord, een hele lijst van dingen, er valt weinig richting te ontdekken. Ik wil graag een uitspraak van het college willen horen of zij een verhoging van de OZB voor hun verantwoording willen nemen? Of zij voorstellen om in die richting uit te werken? De heer Van Balken: Dat is niet duaal, mijnheer Van Doorn. Wij hebben de verantwoordelijkheid en wij geven de opdracht. Wij gaan dat niet bij het college neerleggen. De heer Van Doorn: Ik ben nog niet klaar. Ik neem aan dat het college zegt wij weten hier absoluut geen raad mee. De heer Komen: Wij zijn er vanavond om dat gat te dichten. Niet het college. Dat is ook de vraag van de voorzitter. Hoe gaan wij dat gat dichten? De Partij van de Arbeid is daar duidelijk in geweest. Het CDA is daar duidelijk in geweest. Het is nu aan u om dat gat mede te dichten. De heer Van Doorn: Het college moet wel aan het eind zeggen dat zij de verantwoording willen nemen om dat te doen of niet. De voorzitter: Zo werkt het niet. Als u een voorstel heeft wat door de meerderheid wordt gedragen en wat ook een sluitend perspectief biedt dan kan ik me niet voorstellen dat het college zal zeggen dat ze dat niet voor hun verantwoordelijkheid nemen. Het gaat er eerst om wat u voor uw verantwoordelijkheid neemt. Als u daar uit bent en u heeft een vraag in dat opzicht aan het college van ga dat doen dan krijgt de wethouder in tweede instantie ook nog de gelegenheid om te reageren. Maar het is aan u wat u voor uw verantwoordelijkheid wilt nemen.
38
Ik wil nog even het volgende zeggen. De burger betalen dat is waar maar alle voorstellen die er zijn, zijn wel ten behoeve van diezelfde burger. Want het is anders net alsof het ten behoeve van en meerdere glorie van ik weet niet wie is. Maar naar mijn idee is alles wat hier voorgesteld wordt ten behoeve van diezelfde burger. Het voorstel van de heer Komen om met elkaar te proberen daar iets meer uit te komen dan tot nu toe gedaan is, hoewel het al een eind in die richting is, neem ik graag over. Gaat uw gang nog in de discussie. De heer Loef: Wij hebben nog maar een probleem. De VVD moet helder zijn of ze uiteindelijk belastingverhoging accepteren als het er op aankomt. Als ze die ruimte bieden, onder bepaalde voorwaarden, dan zijn we er als coalitie uit. Dan hebben we een raadsmeerderheid. De heer Looijen: Volgens mij waren we er als coalitie al lang uit toen we het collegeakkoord schreven. Daar staat heel duidelijk het uitgangspunt van de VVD in. De heer Loef: Wilt u het hier dan even herhalen zodat iedereen het kan horen? De heer Looijen: Dat de coalitie met elkaar heeft afgesproken dat men de OZB niet zal verhogen anders dan de inflatiecorrectie en anders dan dat het nieuw beleid zou zijn. U mag dan aangeven wat nieuw beleid is. De heer Loef: Het zwembad open houden is dat nieuw beleid? De heer Looijen: Dat vind ik geen nieuw beleid. De heer Loef: Dat betekent dat we een aantal bezuinigingen moeten doen. Dan accepteert u dus geen belastingverhoging. De heer Krähe: Ik vind het een beetje flauw dat de heer Looijen loopt te zwaaien met het collegeakkoord. Want in hetzelfde collegeakkoord staat bijvoorbeeld ook dat we als college het zwembad open zullen houden. In hetzelfde collegeakkoord staat ook dat we het fietspad bij de Bergsche Maasdijk zullen gaan aanleggen. De heer Looijen: Dat we gaan kijken voor een fietspad langs de Bergsche Maasdijk. De voorzitter: Ik kijk even of er een toevoeging aan deze discussie is die wel tot iets leidt. De heer Komen: Als de OZB een dermate heet hangijzer is en daar is op dit moment geen meerderheid voor te behalen dan zou ik de tweede grote zaak aan de orde willen stellen waar op de langere termijn wat te scoren valt en dat is het nieuwe stadhuis. Ik hoor een aantal partijen zeggen dat we op dat nieuwe gemeentehuis of stadskantoor veel kunnen bezuinigen. Dan zou ik graag willen horen waar men dat denkt te halen? De heer Satter: Iedereen zegt we moeten bezuinigen. Op het gemeentelijk apparaat kunnen we niet bezuinigen in deze situatie. Dat is zeer onvoordelig werken. De werkkracht kun je niet opvoeren dus daar is geen bezuiniging mogelijk. Alleen maar meer zieke mensen. Je kunt op adequate huisvesting bezuinigen. Daar kun je 300.000 tot 400.000 euro op bezuinigen als je met spoed werkt. Dat is ook de besluiteloosheid van de raad. Er komt nooit iets van touw. Wij zitten al vier tot vijf jaar te trekken aan een gemeentehuis. In andere plaatsen zijn ze klaar en wij gaan er ieder jaar een half miljoen insteken. Dat is weggegooid geld en daar blijven onze centen. De heer Krähe: Dat betekent dat u afziet van De Watertoren. Dat duurt minstens 4 jaar. U heeft het over een adequate huisvesting.
39
De heer Satter: De Watertoren is weggestemd. Wij stellen gewoon iets voor. Over 10 jaar zitten wij hier nog en we gooien elk jaar 500.000 euro in de sloot. Dat willen we op onze burgers verhalen en bij het personeel. Daar heb ik grote moeite mee. Zorg dat er een gemeentekantoor is dat aan de eisen voldoet, de bediening beter is, dat we een grote bezuiniging hebben en iedereen heeft het naar zijn zin. Maar nu wilt u het op een plaats gaan halen waar het niet te halen is. De heer Bragt: Ik constateer dat er een tekort is als we een aantal voorstellen amenderen van € 450.000. Dat is de conclusie die ik van de heer Van der Maas heb gehoord. Het CDA zegt dat het gat vanavond gedicht moet worden. Dan zijn we uitgedacht wat dat betreft. Als we dan het lijstje van de SGP er bij pakken dan zitten daar toch een aantal elementen in die onze sympathie kan wegdragen. Het amendement is nog niet als zodanig in stemming gebracht omdat het wat losse elementen zijn. Wat ons betreft zitten er zaken in waar je een heel eind mee komt. Als je kijkt naar hetgeen de heer Satter net al gezegd heeft, adequate huisvesting € 181.000, waarom zouden we dat nu niet kunnen inboeken? Je moet toch op een gegeven moment die beslissing nemen. De Poorterij is voor sommige echt een heilige koe maar niet voor ons. Ik denk dat je daar serieus over na moet denken. Daar moeten wij toch ook iets mee. Het is toch een voorziening. Als je het hebt over geldzaken bij de burgers van heel de gemeente Zaltbommel dan zullen een hoop mensen zeggen vragen wij daar wel om. Wat ons betreft kan ook daar een forse bezuiniging in geboekt worden. Dit is ook een concreet voorstel richting de heer Komen als hij vraagt dat wij met voorstellen moeten komen. Ik ben benieuwd hoe het CDA er tegen aankijkt. De heer Van Balken: Dat kan ik u meteen zeggen. Wij hebben uw motie gesteund om op een gegeven moment die subsidiëringen van een aantal instellingen die veel geld kosten om die de vinger aan de pols te houden. Dat is een eerste stap na al die zaken en dan kunnen we het breed zien te halen. Maar om nu te roepen wij zijn er voor om het zwembad open te houden en wij zijn er een grote tegenstander van om te zeggen zwembad is mislukt dan pakken we de Poorterij. Poorterij mislukt dan doen we Orion. Orion mislukt dan doen we de bibliotheek. De heer Bragt: Ik wil reageren op het verzoek van uw buurman, de heer Komen. De motie heeft betrekking op het proces. Hoe ga je om met processen. Een ander punt is de organisatie van de Vestingdagen. U houdt een sterk pleidooi om ze toch te organiseren. Dat kost geld. Wij vragen ons af wat onze burgers daarvan vinden die straks met die OZBverhoging geconfronteerd worden. Het zal duidelijk zijn dat wij zeggen dat bij ons de keuze andersom valt en organiseer die dagen maar niet. Het zijn toch zaken die geen breed draagvlak hebben. De heer Van Balken: Het is een euro per inwoner, mijnheer Bragt. De heer Bragt: Dat is toch weer een euro. De heer Komen: Er staat 2006 en 2007. We praten niet eens over de huidige periode. Dat is al zeker gesteld. Die dagen gaan gewoon door want daar is geld voor. De heer Bragt: Je kunt kiezen voor een alternatieve aanwending van middelen om daarmee een ander gat te dichten. Maar wij hebben aan uw verzoek voldaan om een aantal bedragen in te boeken. Ik neem aan dat de rest door de collega’s wordt ingevuld. Dan zijn we wat ons betreft al een heel eind. De voorzitter: Ik wil het amendement van de SGP doorlopen om te kijken of er een meerderheid is voor de voorstellen die daar gedaan zijn. De heer Krähe: Volgens mij is het een samenhangend pakket.
40
De voorzitter: Wie is voor het pakket zoals het in het amendement van de SGP aan de orde is gesteld? Er zijn 5 mensen voor het amendement. Dat is niet genoeg. Dat leidt dus niet tot een oplossing van dit probleem. Mijn voorstel is om nu de portefeuillehouder het woord te geven en te kijken hoe hij omgaat met dat wat u vanavond voorgesteld heeft. Wethouder Van Engelen: Op deze manier wordt het zwaar financieel weer niet beter. Maar wij moeten er wel uitkomen. Dank dat u akkoord bent gegaan met het jaar 2003. Dan kunnen we dat gedeelte verder gaan afwerken en invullen. Maar ik wil er nogmaals op wijzen dat een gemeente maar twee bronnen van inkomsten heeft. Dat is de algemene uitkering en de OZB. Ik moet u wel zeggen dat de OZB ook gevaren inhoudt, gelet op de regeringsplannen. Daar moet je voorzichtig mee omgaan. Er zit nog een efficiencymaatregel bij het gemeentehuis ingebakken van circa 100.000 euro of gulden, dat weet ik niet. Die zit al verrekend in het dekkingsplan. Daar wil ik u op wijzen. Als je het verhaal van de Partij van de Arbeid en het CDA neemt dan heb je een hoge OZB en lage ideeën van hoe gaan we bezuinigen. Als u daarmee akkoord gaat en u gaat andere plannen ontwikkelen dan komt de balans anders te liggen. Dan gaat de OZB omlaag en de plannen worden beter. Daar hebt u dan nog tijd voor. Als u daartoe besluit dan komt het waarschijnlijk best in balans. U kunt straks in uw raadbeslaging zeggen, oké, we gaan het veranderen. De OZB gaat omlaag want we hebben die en die bezuinigingen met elkaar afgesproken. Dan kan het college aan het werk en u een sluitende meerjarenbegroting aanbieden. Als u nu akkoord gaat met de sluitpost OZB dan heeft u dadelijk nog de tijd om dat te veranderen met andere voorstellen en dan kunnen we aan het werk. De voorzitter: Ik stel een derde ronde voor om in het kort te reageren op dit voorstel van het college. De heer Duijzer: Onze visie is dat als we het voorstel van de wethouder zouden doen dat we dan niet meer aan het werk hoeven want dan is het sluitend. De OZB is omhoog en de begroting is sluitend. Dan zijn we klaar. Dan hoeft er niet meer gewerkt te worden. De voorzitter: Volgens mij doet dat geen recht aan hetgeen de portefeuillehouder net gezegd heeft. Het is sluitend maar het is aan u om het evenwicht op een andere manier te krijgen. Daar heeft u dan de komende maanden de tijd voor. De heer Duijzer: Dat zal wel lukken als ik dat vanavond zo hoor. De heer Looijen: Maar dat evenwicht zal vooral komen doordat de OZB op hetzelfde niveau blijft staan en onze ontwikkelingen naar boven gaan. De voorzitter: U bent dat toch zelf die dat doet? Het is aan u om te zorgen dat dat evenwicht op een manier zijn plek vindt zoals u dat wilt. De heer Looijen: Die uitspraak heb ik dus al gedaan. De voorzitter: Wie is er voor het voorstel gedaan door de Partij van de Arbeid en het CDA om het als evenwicht zo te houden? Met de aanvulling van de wethouder om de komende maanden heel goed te kijken of het evenwicht op een andere manier zijn vorm zal kunnen krijgen waardoor de OZB niet of veel minder verhoogd hoeft te worden. Er zijn 9 mensen voor en 9 mensen tegen. Mevrouw Puite: Mag ik even een vraag stellen. Wij weten tot nu toe nog helemaal niet wat de inkomsten van het rijk zijn? Zoals nu de signalen zijn gaat dat meevallen. De heer Duijzer: Ik hoor de wethouder zeggen dat het tegenvalt.
41
De voorzitter: Ik denk dat ik de discussie sluit. U komt er niet uit. Het is een padstelling en verder bent u kennelijk niet gekomen. Het college zal kijken hoe daarmee om te gaan want ik zie niet in hoe u vanavond tot een ander standpunt komt dan dat u tot nog toe gekomen bent. Mevrouw Puite: Ik bedoel te zeggen dat als het gemeentefonds bekend is dan weten we ook hoe groot het gat is en dan weet je ook wat je dekken moet. De heer Van der Maas: Ik wil daar toch nog een opmerking over maken. Als je zegt dat je bepaalde dingen wilt bezuinigen dan zul je daar dekking voor aan moeten geven. In die zin heb ik bewondering voor de SGP die daar een heel hard verhaal neerlegt maar die geeft in ieder geval dekking aan. Als je niet zegt welke zaken er komen voor die bezuiniging dan zul je zeggen zwembad sluiten, begraafrechten omhoog, bibliotheekbus weg. De voorzitter: Ik constateer dat een aantal partijen vanavond wel een poging gedaan hebben om te komen tot een sluitende Kadernota. Maar die poging wordt niet gedeeld door de meerderheid. Waardoor het een poging is en het daar ook bij blijft. Dat de VVD als enige heel expliciet wel aangeeft wat ze niet willen bezuinigen maar niet aangeeft waar ze het gat vandaan willen dichten. De heer Satter: Dan luistert u niet goed naar de VVD. De VVD sluit een verhoging van de OZB uit. De voorzitter: De VVD geeft aan wat ze niet wilt en geeft niet aan waar het gat gedicht wordt. Dat constateer ik. De heer Looijen: Omdat we nu nog niet weten wat het gat exact gaat worden. We kunnen daar nu wel een doorkijk van maken maar dat gat weten wij pas op het moment dat de uitkering vanuit het gemeentefonds bekend is, dat de uitslag van de juni- en septembercirculaire bekend is. We kunnen nu geen harde keuzes maken. De voorzitter: Vandaar dat ik de discussie wil sluiten. Ik constateer het alleen. U verandert niets aan die constatering maar u geeft alleen aan waardoor het wellicht niet kan. Dat geldt voor de anderen niet. Ik constateer dat er geen meerderheid te halen is voor welk standpunt dan ook en dat ik hiermee de discussie sluit. Het is aan de wijsheid van het college om te kijken hoe daarmee om te gaan. Een aantal van u heeft in ieder geval aangegeven om direct na de zomervakantie met elkaar te kijken hoe de weg naar de begroting toe, in ieder geval zo gelopen kan worden dat daar wel besluiten genomen kunnen worden. Mag ik het als zodanig samenvatten? Hierna wordt conform besloten met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en het feit dat er geen meerderheid te halen is voor een standpunt.
De voorzitter: Ik kijk even naar de tijd. Het is 22.30 uur. Normaal gesproken zouden wij nu stoppen want dat is de afspraak. We kunnen nog een aantal punten doen maar, ik weet zeker waar het bijvoorbeeld de huisvesting betreft daar verwachten wij dat er ook flink over gesproken zal worden, het voorstel is om maandagavond, de reserve-avond van de raad, om 20.00 uur deze raadsvergadering voort te zetten. U kunt dit voorstel ondersteunen? Akkoord. De voorzitter sluit om 22.37 de raadsvergadering voor het eerste deel. De voorzitter heropent op 7 juli 2003 om 20.00 uur de raadsvergadering voor het tweede deel en heet iedereen opnieuw welkom. Terug naar agenda
42
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
5
Nr.
:
Onderwerp
:
Rapport ‘Adequate huisvesting voor de gemeentelijke organisatie; een tussenstap’
De voorzitter: Ik kom aan agendapunt 5. Het rapport “Adequate huisvesting voor de gemeentelijke organisatie; een tussenstap”. Het stuk is u aangeboden en ik wil vragen in eerste instantie uw op- en aanmerkingen te geven. Mevrouw Puite: Het college vraagt ons een duidelijke richting te bepalen ten aanzien van de huisvesting van de gemeentelijke organisatie. Zodat u daarmee een vervolgopdracht kunt uitvoeren. Wat onze fractie aangaat ziet die richting er als volgt uit. Wij gaan voor twee locaties, te weten het historische pand op de Markt en een kantoorpand elders. Wij vinden het belangrijk dat er snel, maar wel goed doordacht, een vervolgtraject gegaan wordt. Dat is in onze ogen belangrijk voor de gemeentelijke organisatie. Wat ons aangaat moet u aan dit historische pand de volgende invulling geven: - De trouwzaal moet blijven net als een aangepaste raadszaal. Met aangepast bedoelen wij beter meubilair en geluidsapparatuur. - Twee tot drie ruimtes die voor de raadsfracties beschikbaar zijn en eventueel een extra ruimte voor de griffier. - Ook vinden wij het wenselijk dat het college hier het spreekuur blijft houden en dat daar ruimte voor beschikbaar is. - Voor officiële gelegenheden moet dit pand in gebruik blijven dus de bordesfunctie in stand houden. - Wij vinden het een must dat de publieksfunctie dicht bij het publiek is. De VVD gaat voor een publiekswinkel aan de Markt. Dat houdt wat ons betreft in dat de afdeling Burgerzaken hier blijft zodat onze burgers voor een rijbewijs/paspoort/aangifte van geboorte, huwelijk en overlijden in dit pand terecht kunnen. Denkt u daarbij ook aan APV-zaken, zoals vergunningen voor evenementen en een kap- of een stookvergunning. Dit zijn allemaal zaken die vlot afgewerkt kunnen worden. Wat Sociale Zaken en WVG betreft wanneer het veel kosten met zich meebrengt met betrekking tot de beveiliging, die immers nog recent aangebracht is, kunnen wij ons voorstellen die ook hier te huisvesten. Het zou ook handig zijn om het CWI of de SUWI hier te hebben. Maar wij weten niet of daar verplichtingen liggen. Wij kunnen ons ook voorstellen, mede door de samenwerking met Maasdriel, dat een kantoorlocatie elders daar meer voor in aanmerking komt. Wij zien verder nog een aantal mogelijkheden zoals bijvoorbeeld de huisvesting van een VVV etcetera. Heel belangrijk vinden wij dat eerst het Programma van Eisen bijgesteld moet worden. Er staat nu nog in het huidige programma dat ambtenaren een kamer voor zichzelf moeten krijgen, één op één. Dat ook de afdelingshoofden een kamer van 30 m2 moeten hebben zodat ze daar ook kunnen vergaderen. Wat ons betreft kan dat niet in een tijd van bezuinigingen. Wij denken meer in de richting van flexplekken. Er zijn immers een flink aantal medewerkers die parttime werken en dat zal voorlopig wel zo blijven. Zij kunnen
43
een werkplek zoeken die past bij het werk wat ze op dat moment moeten doen. Dan staan er niet overal bureaus leeg en ongebruikte computers. Zo kunt u berekenen hoeveel vierkante meter we nodig denken te hebben en kan de rest van het pand afgestoten worden. De locatie bij de Watertoren is voor ons uit beeld. Dat heeft twee redenen. De eerste reden is de brief van de provincie waarin men aangeeft dat deze locatie in verband met de infrastructuur van de wegen zeker op problemen zal stuiten. Ten tweede denken wij dat dit een zelfde langdurige kwestie wordt als de vorige locatie. Ik heb reeds namens de VVD gezegd dat het op moet schieten. Er blijft volgens onze fractie over dat er een tweede locatie elders komt. Een bestaand kantoorpand huren in de Waluwe was onze eerste keus. De gedachte daarachter was als volgt. Je voorkomt als gemeente dat er teveel leegstand is van gebouwen aan de A2. Dat is niet goed voor een plaats. Je hebt ook vlot een gebouw voorhanden zodat de organisatie de verschillende dislocaties kan verlaten. Dat is beter voor het ambtenarenapparaat en voor de gemeentelijke portemonnee. Last but not least je geeft jezelf de tijd om de ontwikkelingen bij locaties, zoals bijvoorbeeld de Beersteeg of de Bossche Poort, rustig af te handelen. Ik zeg “was” want huren kost teveel zegt het rapport. Omdat een pand ook nog geschikt gemaakt moet worden en de gemeente die kosten betalen moet. Tenzij wij huren met een optie van koop. Kapitaalsvernietiging zal vermeden moeten worden. Wat dan wel? College kijkt u of u een bestaand gebouw kunt kopen. Anders moet u naar een geschikte plaats in Zaltbommel zoeken waar snel en zonder problemen gebouwd kan worden. Als er een bestaand gebouw geschikt is haalt u er dan een goede onderhandelaar bij, bijvoorbeeld een ondernemer, die weet hoe je dat in de vastgoedsector aanpakt. De reden dat we dit weer aankaarten is dat u er rekening mee moet houden dat er een aanzienlijk lager bedrag uitkomt dan dat er nu voor begroot is. De heer Van ’t Zelfde: In de eerste plaats wil ik mijn compliment uitbrengen naar de stuurgroep voor de wijze waarop het geheel in beeld is gebracht. In het rapport wordt in beeld gebracht de mogelijkheden om binnen afzienbare tijd te komen tot een adequate huisvesting voor de bestuurlijke en ambtelijke organisatie. Het is prettig om te vernemen dat nadrukkelijk gekeken is naar de mogelijkheden van blijvend gebruik van het stadhuis voor bestuurlijke activiteiten. Dat daarnaast is bekeken wat de mogelijkheden zijn met betrekking tot het behoud van de publieksfunctie van het stadhuis. De ChristenUnie is consistent en geeft nogmaals aan voortzetting gebruik stadhuis. Met de optie behoud van het historisch deel voor de raad en het onderbrengen van de publieksfuncties in het resterende bouwdeel. Het is vervolgens duidelijk dat het stadhuis als trouwlocatie gehandhaafd blijft alsmede ook de bordesfunctie. In het kader van het dienstverleningsconcept is het zinvol om na te gaan of bij deze optie het SUWI-complex of een eventueel ander dienstverleningsconcept onderdeel kan zijn van de huisvesting in het stadhuis. De ChristenUnie vindt dat de contacten met de burgers plaats moet vinden op de locatie de Markt, het centrum van Zaltbommel. Zo’n functie moet niet geplaatst worden in een kantorenwijk zoals bijvoorbeeld de Waluwe. Het behouden van het stadhuis voor de eigen organisatie geeft in deze een forse besparing op de verwervingskosten voor een tweede locatie en anderzijds de nodige eenmalige structurele kosten om te komen tot een adequaat op dienstverlening aangepast gebouw. Mijn inziens zijn de besparingen groter dan de kosten. Maar nader onderzoek kan dit uitwijzen. Voorzitter, het gaat niet alleen om een financiële afweging als er gesproken wordt over een stadhuis met deze functies. Het heeft ook te maken met gevoelswaarde. Gelet op de historische en monumentale waarde. Het stadhuis is de plaats van waaruit al 500 jaar de stad bestuurd wordt. Gevoelswaarden zijn niet in geld te vertalen. Net zo min als het voor de middenstand van Zaltbommel te vertalen valt in hoeverre behoud van publiekscontacten in het stadhuis een positieve invloed heeft op hun omzet. Toch is het ontegenzeggelijk waar dat mensen van buiten niet alleen voor hun paspoort of rijbewijs naar Zaltbommel komen. Ze maken ook veel gebruik van de mogelijkheid om gelijk te winkelen. Vervolgens zal het Programma van Eisen aangepast moeten worden, m.a.w. minder ambitieus wat ook bezuinigingen tot gevolg heeft.
44
Inzake een tweede locatie zal een afweging gemaakt moeten worden qua gebruiksmogelijkheden, snelheid, effectuering en kosten. Er zijn mogelijkheden als huur van een bestaand gebouw, koop van een bestaand gebouw of realisatie van een nieuw gebouw. De ChristenUnie vindt het zaak om in het kader van kostenbesparing de organisatie zo spoedig mogelijk in een tweede locatie te laten huisvesten. Op dit moment zijn er binnen de kern Zaltbommel geen locaties beschikbaar waarbinnen een vigerend bestemmingsplan direct gebouwd kan worden. Uit analyse van beschikbare c.q. verwerfbare kantoorruimten is gebleken dat een zeer beperkt aantal panden binnen de kern Zaltbommel van voldoende omvang is om als tweede locatie naast het stadhuis dienst te kunnen doen. Het is bekend dat er voor twee objecten globale haalbaarheidsstudies zijn uitgevoerd. Beide objecten worden alleen maar ter huur aangeboden. Ten aanzien van koop is er bij een bepaald pand sprake van een koppelbeding. Kortom, in hoeverre is het een en ander onderhandelbaar? Dit kan tijdelijk gehuurd of gekocht worden. Dit is een actiepunt. In de visie van de ChristenUnie behoeft een tweede huisvestingslocatie geen definitieve huisvesting te zijn. De ChristenUnie ziet op termijn een betere locatie nabij de kern Zaltbommel. De keus van de ChristenUnie in deze is “de Beersteeg”. Deze locatie ligt dicht bij de eerste locatie, namelijk het stadhuis. De locatie de Beersteeg moet toch gesaneerd worden. Deze locatie voldoet aan het advies van de provincie Gelderland om bij de keuze van een locatie van het gemeentehuis c.q. kantoor vooral te kijken naar de inbreidingslocaties. De parkeerruimte bij deze locatie kan zeker buiten kantoortijden gebruikt worden. Het is bij binnenkomst van de stad een aansprekende locatie. De ChristenUnie stelt voor om onderzoek te doen naar de haalbaarheid voor realisatie van een nieuw gemeentekantoor op de locatie “De Beersteeg”. De heer Loef: Bij de voorbereiding op deze avond zat ik na te denken hoelang wij hier al mee bezig zijn. Ikzelf ben hier al sinds 1998 mee bezig. De rode draad hiervan is toch dat ieder raadslid die hierbij betrokken is geweest zijn keuze bepaalt op basis van gevoelswaarde. In 1998 was onze gevoelswaarde dat wij een nieuwe gemeente waren en dat uit wilden stralen op een mooie zichtlocatie, met een mooi centraal nieuw gemeentehuis waardoor we een eenheid konden uitstralen. Die keuze hebben wij vrij lang vol kunnen houden. Maar het is fout gegaan toen een aantal inwoners, met name uit de kern Zaltbommel, zich afvroegen wat er met dit schitterend monumentaal stadhuis ging gebeuren. Toen wij die toezegging deden dat wij dit in eigendom zouden bewaren ontstond de omslag. Er kwamen raadsverkiezingen met nieuwe gemeenteraadsleden met een andere gevoelswaarde. Toen kwam er een omslag waarbij wij zeiden je kunt dit monumentale pand niet in de steek laten. Hoe vullen we dat opnieuw in. Binnen de fractie van de Partij van de Arbeid hebben wij ook gezegd dat het misschien beter was om rekening te houden met de bewoners. Wij hebben ons toen meer georiënteerd op het pand wat we nu hebben. Het monumentale gedeelte was alleen moeilijk te exploiteren. De fractie is in zijn nieuwe setting uitgegaan van het maximale gebruik van de locatie aan de Markt. Het rapport geeft duidelijk aan dat er wel degelijk mogelijkheden zijn. Uiteraard ook beperkingen. Het is jammer dat we gedwongen zijn om een tweede locatie te zoeken. Om even terug te komen op de omslag in gevoelswaarde van de Tol naar dit pand daarmee slaan we de keuze van de Watertoren over. Want dat past niet in die nieuwe gevoelswaarde. De Watertoren is dan toch vergelijkbaar met De Tol. Het gaat er om dat we dit pand niet los willen laten. Vandaar dat de Watertoren voor de Partij van de Arbeid niet in beeld komt. De vorige sprekers hebben in detail al aangegeven wat er allemaal onderzocht moet worden. Maar het rapport geeft dat ook heel goed aan. Ik begrijp dat als alles helder in beeld is we nog een presentatie krijgen na de vakantie. Als dat duidelijk is kunnen we ook beter een keuze maken voor een tweede locatie. Ook daar zijn meerdere mogelijkheden. De ChristenUnie heeft gezegd kijk naar De Beersteeg. Maar wat ons betreft is alles nog bespreekbaar. Laten we met elkaar binnenkort een goede afweging maken zodat we de zaak rond hebben. Het is interessant om te horen dat de ChristenUnie een volledige nieuwbouw aan de Beersteeg niet uitsluiten. Ook dat speelt bij de Partij van de Arbeid op langere termijn, nieuwbouw Omhoeken of Beersteeg. Dan praten we wel over een aantal jaren verder. Dan zijn we weer een stuk wijzer met andere raadsleden en andere gevoelens en dan zien we wel verder.
45
Alle complimenten voor het rapport dat er ligt. Het is een perfect aanknopingspunt om de zaak binnen een jaar af te ronden qua besluitvorming etcetera. De heer Komen: Ook vanuit het CDA de complimenten voor het document dat op tafel ligt. Maar dit document en de afgelopen discussies heeft het CDA niet bewogen om voor iets anders te kiezen dan een gebouw te bouwen bij de Watertoren en daarnaast het bestaande gemeentehuis zo min mogelijk te benutten. Wat dat betreft staan we loodrecht op een aantal andere fracties. Bij ons staat het geld bovenaan. Wij hebben de discussies gehad over de tekorten. Het staat voor ons als een paal boven water dat de exploitatielasten lager zullen zijn indien wij op een locatie ons werk doen. Als we de plannen van de VVD horen dan lijkt het er op dat we hier bij het bestaande gemeentehuis een tweede gemeentehuis moeten gaan bouwen. De exploitatielasten zijn een belangrijk punt maar ook het verbouwen alhier. Als ik het document lees dan gaat het in de tonnen misschien wel in de miljoenen lopen. Dat lijkt ons geen verstandige keuze. Dat we afgestapt zijn van de Tol had niets te maken met emotie of gevoelens. Dat had simpelweg te maken met het feit dat we zijn geschrokken van de woorden die uit de provincie kwamen. Nu lijken we wel heel erg snel te schrikken van de berichtgeving vanuit de provincie. Er wordt een keer een weinig mogelijk provocerende wijze een vraag gesteld door een statenlid en het antwoord is “nee”. Als ik daarna echter de brief lees die vanuit de provincie komt en ik leg daar de brief naast van het college dan kan ik me heel goed voorstellen dat er een “nee” komt vanuit de provincie. Die brief die het college gestuurd heeft borrelt bepaald niet over van enthousiasme. Er is een verzoek geweest van de overgrote meerderheid van de raad om die brief te sturen en om het te onderzoeken. Dan zou je mogen verwachten dat het met de nodige enthousiasme gepaard gaat. Dat is niet gebeurd en dan klinkt het mij niet verwonderlijk dat er een “nee” komt vanuit de provincie. Je kunt dan zeggen vanuit realiteitsbewustzijn dat we daar onmiddellijk mee moeten stoppen gezien de ervaring met De Tol. Je zou ook kunnen zeggen de ruggengraat recht houden, maak een vuist en laten we doen wat het voordeligste is. Nogmaals bij de Watertoren bouwen komt voor ons het voordeligste voor en hier op het gemeentehuis zo min mogelijk. Wat ons betreft verkopen we de twee nieuwe gedeeltes en gaan we het historische gedeelte verhuren met behoud voor de gemeente van de bordesfunctie, de trappen en de trouwzaal. Als ik even terug denk aan Koninginnedag tijdens de aubade daar heb ik ontzettend weinig ouders, kinderen en burgers gezien maar desondanks gaan wij er voor om die trappen te behouden. Daar blijven wij achter staan. Maar wij gaan voor de goedkoopste optie. De heer Romp: GroenLinks streeft al jaren voor behoud van het gemeentehuis op de Markt. Dat stond al in ons verkiezingsprogramma. Dat hebben wij gedaan omdat wij vonden dat we in moesten gaan op een heel nadrukkelijke wens van de burgers uit de kern Zaltbommel en ook een wens van veel burgers buiten de kern Zaltbommel. Die wens is er nog steeds maar de heer Komen haalt een belangrijk punt aan ten aanzien van het maximaliseren of minimaliseren. GroenLinks is behoorlijk geschrokken van de kosten voor het aanpassen van dit gebouw. Dat zijn behoorlijke bedragen. Wat dat betreft kiezen wij er niet voor om de maxi-variant zoals de VVD voorstelt, inclusief Sociale Zaken, WVG etcetera, te kiezen. Overigens mijn complimenten voor het rapport. Wij kiezen wel voor het vasthouden van de trouwzaal, raadsfracties, spreekuren van burgemeester en wethouders hier laten plaatsvinden, de bordesfunctie en een publiekswinkel. Een publiekswinkel waar een loket is voor burgerzaken en eventueel aangevuld met VVV, CWI enzovoort. Of je dat op een gegeven moment moet maximaliseren hangt helemaal af van het prijskaartje. Dat hangt ook af hoe efficiënt en doelmatig het is om het hier te doen of op een andere plek. De kosten gaan toch een belangrijkere rol spelen dan we ooit gedacht hadden. Ik heb al een paar keer gezegd dat er in de gemeente Werkendam een compleet gemeentehuis voor 8,8 miljoen euro gerealiseerd. Ik denk dat het mogelijk is om door een ander Programma van Eisen, door met flexplekken te gaan werken, toch ook op het budget van het totale stadhuis, inclusief het houden van dit pand, een maximale winst van 4 miljoen euro te realiseren. Een andere mogelijkheid die is genoemd is de Watertoren. Voor ons is de Watertoren nooit zo in beeld geweest omdat wij vonden dat daar heel veel gelijkenis was met De Tol als locatie. Het ligt binnen de
46
uitstraling van het buitengebied. Voor ons gold zwaar de inbreuk van de Bommelse weiden. Bovendien is de infrastructuur niet eenvoudig te realiseren omdat daar vrij veel verkeersdruk is. De keuze van GroenLinks is probeer binnen het raamwerk van de kosten de functies van de Markt, zoals al genoemd, redelijk te maximaliseren en dan moet er nog iets bij. Wat GroenLinks betreft komen er twee locaties in aanmerking, Beersteeg of Omhoeken. GroenLinks is wel geschrokken van de exploitatiekosten van de vier panden. Een nieuw pand aan de Omhoeken of de Beersteeg zal waarschijnlijk drie tot vijf jaar duren en dat vinden wij vrij lang. Ik denk dat het beter is om binnen het gebied van de Waluwe snel tot een efficiënt kantoorpand te komen. En op langere termijn te kijken of we komen tot een aangepast stadhuis bij de Beersteeg of de Omhoeken. Met name door de betere situering bij het centrum en betere situering ten opzichte van de Markt. De heer Satter: Wij vinden dat er gezocht en een keuze gemaakt moet worden voor centrale huisvesting gezien de omvang van de gemeentelijke organisatie. Waarom centrale huisvesting omdat wij kijken naar de economische waarde van iets. Deze stellingname wordt onderstreept door de Kadernota. Er ligt een huisvesting becijferd van structureel € 300.000 per jaar. Dan komen wij aan € 250.000 aan verloren uren doordat we die verschillende locaties hebben, dat is ieder jaar een verlies, dan ronden we het totaal af op € 500.000. Als we eerder tot bezinning gekomen waren om tot centrale huisvesting over te gaan dan was er een grote besparing geweest en hadden we nu niet in moeilijkheden gezeten. Wij onderschrijven nieuwbouw met inachtneming dat dit stadhuis een beperkte functie van ons mag hebben. Wij zijn er mee eens dat er een grote waarde aan dit pand hangt, ook naar de bevolking toe. Wij hebben ook altijd gezegd, net als het CDA heeft verwoord, 1/3e gedeelte behouden en de rest verkopen. Hier een publieke functie houden en de trouwzaal blijven gebruiken. Wij blijven verder ook van mening dat De Watertoren gerealiseerd kan worden. Wij hebben daar een prijskaartje aan gedaan en dan zitten we rond de 9 miljoen euro. Dan hebben we een kant en klaar gemeentehuis met raadzaal en alles. U weet dat je trouwlocaties op verschillende plaatsen kunt hebben. Misschien kiezen ze voor dit stadhuis maar Huis Brakel wordt ook al veel gekozen. Dus dat is verder niet van toepassing. Wij kiezen tot nu toe voor de locatie van De Watertoren uit financieel oogpunt. In de toekomst wordt de Van Heemstrabaan verlegd achter de Watertoren langs en dan is het helemaal uniek. Wij gaan uit van een heel economisch gebouw. Als we snel beslissen hebben we een besparing van circa € 500.000 per jaar. Dan hebben we een supergoed gebouw tegen een zeer lage prijs. Het is geen 8 miljoen euro maar wel in de buurt van die 9 miljoen euro. Daar ben ik zeker van overtuigd. Andere fracties hebben aangegeven dat er hier een publiekswinkel moet komen. Vanavond hebben we gezien hoe druk het was en de winkels zijn niet open. Die publiekswinkel kan ook in het nieuwe gemeentehuis. Dat is gewoon economisch bezig zijn. We moeten eerst een goed centraal gebouw neerzetten waar iedereen goed zijn werk kan doen naar behoren. Ten eerste is het veel beter naar onze burgers toe. Nu is het gewoon een chaos omdat er geen brieven worden ontvangen. Overal is een lange wachtlijst. De ambtenaren doen goed hun best maar door de werkdruk kunnen ze niet goed werken. We moeten zorgen voor een goed gebouw, goede kwaliteit en een goed ambtelijk apparaat. Naar de burgers toe moeten we een goede service hebben met een snelle afwikkeling van de plannen die gemaakt worden en van de bouwvergunningen. De burgers zijn nu zeer ontevreden. Wethouder Penninx: Wij hebben al veel zaken besproken in commissieverband en ik wil me nu beperken tot een paar zaken. In de eerste plaats wil ik de complimenten in ontvangst nemen voor de medewerkers. Er wordt vanavond door u heel duidelijk een richting aangegeven. Zoals het er nu naar uitziet betekent dat we dit gebouw moeten gebruiken voor gemeentelijke functies en een tweede plek moeten zoeken voor de overige zaken. Het voorstel is gedaan dat als u vanavond een keuze maakt, om mensen aan het werk te zetten die zich dan beraden over de vraag wat precies het Programma van Eisen is om efficiënt, effectief en daarmee ook snel te gaan werken. Enkele van u hebben al gezegd dat het dan een zaak is om nader uit te werken. Ik wil nog even benadrukken dat de verwachting was dat mensen niet alleen producten komen ophalen maar vaak ook juist informatie. In die zin was de filosofie dat we streven naar een publiekswinkel waar je
47
jezelf oriënteert op de informatie om eventueel verdere stappen te zetten. Ook de relatie met het SUWI en dergelijke komt in de uitwerking. Ik heb geen behoefte om allerlei argumenten te noemen over huren, kopen en dergelijke. Dat staat in het rapport en daar kunt u wel een oordeel over vellen. Ik heb wel behoefte om nog even iets te zeggen over de brief van de provincie. In de eerste plaats hadden wij een geschiedenis van circa 4 jaar over De Tol. Wat hield die geschiedenis in en op basis waarvan wij op een bepaald moment met de provincie een discussie hadden zou het verstandig zijn om een artikel 19 te starten of niet. Ik wil u er nadrukkelijk op wijzen dat uit de mondelinge gesprekken die er met de provincie zijn geweest, zowel ambtelijk als bestuurlijk, een heel helder standpunt is vernomen. Wij hebben gemeend geen ellenlange brieven aan de provincie te sturen om alles nog eens op te sommen. De dossiers zijn bij de bestuurders bekend. Vandaar dat wij heel concreet hebben gevraagd wilt u het formeel op papier zetten voor onze raad en niet in een mondeling verslag doen. Dat was de reden om een kort briefje te maken en het antwoord was qua strekking eenduidig. Maar de formulering was duidelijk voorzichtiger dan uit de mondelinge zaken bleek en mogelijk komt dat omdat wij geen hele formele procedure met artikel 19 hadden opgestart. De heer Satter: Wat was nu het wezenlijke verschil tussen de Tol en de Watertoren bij de provincie? Kunt u mij dat zeggen? Wethouder Penninx: Dat heb ik net proberen te zeggen. In het begin van het proces heeft de provincie hele duidelijke uitspraken gedaan dat men de emoties zag zitten. Gaandeweg het proces liepen de emoties wat terug en kwam de ratio wat sterker naar voren. Er werd veel strikter vastgehouden aan inbreiden gaat boven uitbreiden. Ook u weet dat bestuurders soms vasthouden aan bestuurlijke toezeggingen. Dat doet men een keer en op het moment dat er nieuwe situaties komen ook de nieuwe afweging plaatsvindt. Ik hoop dat ik nu iets duidelijker ben. De heer Satter: Ik begrijp het nu. Ik ben het wel met de voorzitter eens. Het standpunt van de voorzitter kan ik voor 100% delen en wat u nu vertelt daar heb ik grote bedenkingen tegen. Wethouder Penninx: Qua conclusie is het precies hetzelfde. Tot slot wil ik zeggen dat er nog heel wat zaken te doen zijn. Ik ben er van overtuigd dat als de raad vanavond zegt, we gaan die kant op, dat dan de medewerkers en bestuurders snelle slagen zullen maken om goed de zaak in beeld te brengen en scherp zullen onderhandelen. Dan is het kader helder. Tot nu toe moesten we steeds de vragen stellen “als, wat zou dan ………”. De heer Krähe: Ik heb een paar opmerkingen richting de wethouder. Een aantal mensen noemen dingen over prijzen en getallen en volgens mij staan daar best behoorlijk wat vraagtekens bij. Er wordt aan de ene kant geroepen dat als we dit pand in stand houden dat dat het meeste kost omdat we moeten verbouwen. Aan de andere kant staat ook in dit verhaal dat de exploitatie veel duurder is als we de trouwzaal en de raadzaal gebruiken dan dat we het hele pand zouden gebruiken. Ook de splitsing kost gewoon circa € 550.000. Dat wordt ook af en toe buiten beschouwing gelaten. Ik wil ook van de wethouder willen weten het aantal vierkante meters. Als we nu naar de panden kijken van Kerkwijk, Virieussingel en Van Heemstraweg dan is het 2800 m2. Daar komt een stukje bij van dit stadhuis maar wij behouden hier ook een stuk. Ik zit nog steeds met het verhaal dat we 4800 m2 nodig hebben. Op een of andere manier klopt het in mijn hoofd niet en ook niet als ik het stuk lees. Mij is het niet duidelijk hoeveel vierkante meter wij daadwerkelijk nodig hebben als we nu buiten dit pand 2800 m2 hebben plus circa 1000 m2 van hier. Dan kan ik niet voor mij verantwoorden waarom we 4800 m2 netto nodig hebben. Tot slot is ook buiten beschouwing gelaten, ook genoemd door de VVD, het argument van de huren. De huur is overal veel te duur. Terwijl in het stuk staat dat de huur onderhandelbaar is. Er is een inschatting gemaakt van wat we nu gemiddeld aan huur zouden moeten betalen maar die panden staan al heel lang leeg. Het zou best kunnen zijn dat het een goedkopere optie zou zijn dan bouwen. Ik denk dat we voor de goedkoopste optie moeten kiezen. Maar ik wil deze paar dingen van de wethouder weten als toelichting.
48
Wethouder Penninx: In de allereerste plaats lijkt het mij vanavond het verstandigst dat er een hele heldere keuze komt of we voor een locatie kiezen of voor twee locaties. De werkgroep heeft in de toelichting laten zien hoe het pand hier in elkaar steekt en wat wel of niet eenvoudig zal zijn. Een groot aantal partijen heeft vanavond gezegd dat als we dit gebouw toch houden dan niet alleen voor de raad maar ook voor het publiek. Ik denk dat het dan aan een werkgroep is om nog eens goed in beeld te brengen hoever je daarmee gaat en welke functies wel of niet. Dat heeft alles te maken met het dienstverleningsconcept en dus de efficiency van de organisatie. Ik denk dat het goed is om daar even op te wachten. Vervolgens hebben wij geprobeerd in de werkgroep om een aantal dingen te vergelijken. Maar het ene pand wordt beschreven in een bruto-nettoverhouding en bij het huren van panden wordt vaak gesproken over het verhuurbaar oppervlak en dat is weer een andere berekening. Ik denk dat op dit moment de cijfers voldoende hard zijn om u deze keuze voor te leggen. De taak van de werkgroep zal zijn zo efficiënt mogelijk zoeken naar het inzetten van de huidige ruimte maar ook zo klein mogelijk zoeken van de overige ruimte. Ik proef ook dat u zegt wij hopen en verwachten dat het goedkoper kan dan op dit moment de budgetten zijn. Ik hoop dat met u maar ik denk dat je altijd moet gaan voor de kwaliteit. De heer Satter heeft ook gezegd dat een van de voornaamste dingen die burgers willen is dat ze snel, efficiënt en een helder antwoord krijgen. Ik denk dat je in de discussie over het dienstverleningsconcept dat punt ook moet uitwerken. Mijnheer Krähe, ik stel voor om nu niet al die meters door te nemen want dat is voor vanavond niet aan de orde. De heer Krähe: Dat was ook niet mijn vraag. Mijn vraag was meer dat het vergelijkbaar moet zijn. Het moet duidelijk zijn waarom het een wel of niet goedkoper is dan het andere. Maar dat zal dan in de uitwerking plaats moeten hebben. De heer Satter: We moeten gewoon kiezen voor centrale huisvesting met gedeeltelijk behoud van dit stadhuis. Dan zijn we er zo uit. De voorzitter: Ik wil even de eerste ronde samenvatten. De SGP en het CDA heeft als wens neergelegd één centrale huisvesting met behoud van het stadhuis. Vanuit de andere partijen wordt meer gekozen voor twee locaties waarbij door alle partijen een zo efficiënt mogelijk gebruik van dit pand en daarnaast nog een tweede locatie wordt gekozen, waarbij iedereen nog de mogelijkheid openlaat of het kopen of huren moet zijn. Een aantal kiezen voor een tijdelijke oplossing om daarna op termijn te kiezen voor wellicht een definitieve locatie. Kort samengevat is dit de discussie in de eerste ronde geweest. U heeft het antwoord van de wethouder op een aantal punten gehoord. Ik denk dat het goed is dat u in de tweede ronde ter finale afronding uw eigen afwegingen, op basis van hetgeen u gehoord heeft van anderen, nog geeft. De heer Kolbach: Ik heb eigenlijk een vraag aan de fractie van de VVD. Zij zeggen het Programma van Eisen moet aangepast worden. Er moet bezuinigd worden. Er zijn overigens meerdere fracties die dat nadrukkelijk aangegeven hebben. Ik heb daar alleen geen bedragen bij gehoord. Wat wordt ermee bedoeld? Ik moet de heer Romp complimenteren want hij zegt de doelstelling is 4 miljoen euro minder. Dat is duidelijk. Wij kunnen van alles willen maar alles kost ook wat. Ik constateer dat een aantal nogal wat eisen neergelegd hebben in dit pand. Ik zou graag willen horen hoeveel korter moet het touw aan de andere kant van het katrol worden. Mevrouw Puite: U stelt natuurlijk aan ons een heleboel vragen. U heeft daar een heel verhaal over. Wat bedoelt u daar nu mee te zeggen? Het is heel simpel. Wij vinden dat er naar het Programma van Eisen gekeken moet worden want dat is van een paar jaar geleden. Je moet dat toch zeker herzien? Bijvoorbeeld als je denkt aan flexplekken. De heer Satter: We moeten nu gewoon kiezen centraal of niet centraal. Uit die keuze moeten we kiezen en niet of we flexplekken of geen flexplekken willen. Het moet duidelijk zijn.
49
Mevrouw Puite: De heer Kolbach stelt aan onze fractie een vraag. Daar heb ik mijn twijfels al over want het is ook de ChristenUnie die hetzelfde verhaal aanhaalt. Ook GroenLinks haalt het Programma van Eisen aan. De voorzitter: Gezien de voorgeschiedenis kan het niet anders dan dat er een nieuw Programma van Eisen vastgesteld moet worden. Maar er ligt wel verschil in de uitwerking van wat er moet. U kunt ook zeggen dat u voor twee locaties kiest en de uitwerking daar wachten wij dan op en daar geven wij een aantal randvoorwaarden voor mee. De heer Van ’t Zelfde: Ik dacht dat ik in eerste termijn duidelijk het standpunt van de ChristenUnie naar voren heb gebracht. Ik denk niet dat ik dat weer moet herhalen. De voorzitter: Even voor het beeld. Iedereen heeft zijn eigen standpunt duidelijk neergelegd. Alleen moeten we nu proberen een meerderheid van de raad een standpunt te laten formuleren. Het heeft niet veel zin als iedereen zijn eigen standpunt herhaald. Ik constateer dat het voorstel van de SGP en het CDA heel erg op elkaar lijkt maar dat heeft de meerderheid niet. De heer Satter: Daar heeft u gelijk in, voorzitter. Maar ik denk dat er wel een meerderheid in zit want de Partij van de Arbeid en de ChristenUnie zijn voor de Beersteeg. Dus kiezen ze voor centraal. Ergens schuilt er toch een meerderheid onder. Het gaat mij niet over de locatie maar het gaat mij om centraal of twee locaties. De heer Loef: Op dit moment kiezen wij voor twee locaties. Laat dat even helder zijn. Wij geven de werkgroep de ruimte om te bekijken wat hier mogelijk is op basis van een nieuw besturingsconcept of dienstverleningsconcept. Wat kunnen we hier optimaal doen. Daar krijgen we dan wellicht ook een plaatje over wat dat moet kosten. De heer Van ’t Zelfde: Wij kiezen ook voor twee locaties. Wij hebben aangegeven hoe wij deze locatie zien. Wij hebben ook aangegeven dat we zo snel mogelijk naar een tweede locatie moeten gaan als tussenstap. De werkgroep wordt verzocht om een haalbaarheidsonderzoek te houden bij genoemde locatie De Beersteeg. Mevrouw Puite: Wat onze fractie aangaat is dat denk ik hetzelfde. Voorzover ik kan zien hebben wij heel duidelijk neergelegd hoe of wij een invulling van een aantal dingen zien. Ik heb expres geen locatie genoemd om u vast te pinnen omdat ik denk, mede in het kader van het duale systeem, dat wij als raad alleen maar u de kaders aan kunnen geven van kijkt u daar na. U krijgt daar de speling om dat verder uit te werken en dan komt u daarmee terug als het gaat om een tweede locatie. Daarbij zitten wij absoluut niet vast aan een locatie. Ik heb al gezegd dat je jezelf een stukje speling zou kunnen geven, om de tijd die nodig is om naar een locatie te gaan, door die tijd voor jezelf te nemen. Je zet jezelf heel erg onder druk als je dat nu bewust zo zwaar aanzet. De heer Komen: Wij betreuren het dat het weer zo ontzettend veel tijd gaat kosten voor dat wij er uit gaan komen. De burger moet dit echt gaan zien als een soapopera hier. Aanvankelijk hebben we iedere keer de provincie de schuld gegeven. Op een gegeven moment zelfs een zwarte piet toebedeelt aan het college. Ik vind dat het wederom bij ons op het bord ligt. Ik snap werkelijk niet waarom we nog langer en nog meer moeten onderzoeken. Wij hebben een prima rapport hier op tafel liggen. Je hebt echt geen bedrijfskundige nodig om uit te rekenen wat het zo ongeveer gaat kosten. Het gaat tonnen meer kosten om op twee locaties te werken. Het gaat tonnen kosten om het hier te verbouwen. Mevrouw Puite: U was er toch ook bij, mijnheer Komen, toen wij besloten hebben om dit pand aan te houden?
50
De heer Komen: U was er toch ook bij toen wij als coalitie besloten hebben om serieus te gaan onderzoeken of wij iets bij de Watertoren konden gaan doen? De eerste de beste vergadering daarna liet u het al varen. Mevrouw Puite: Nee, er is als coalitie toen niets besloten. De heer Komen: Er is bij dat coalitieoverleg daadwerkelijk besloten om het serieus te onderzoeken. De heer Van der Maas: Nee, wij zijn nooit voor de Watertoren geweest. De heer Komen: Er is niet besloten om te gaan bouwen. Er is besloten om het serieus te onderzoeken. De heer Looijen: Wij hebben duidelijk aangegeven dat wij ons niet vastpinnen op een locatie. Ik denk dat we daarmee voldoende hebben gezegd. De heer Van der Maas: Het CDA zegt dat het goedkoper is maar u kunt dat cijfermatig niet onderbouwen. De heer Komen: Ik denk dat je geen boekhouder nodig hebt om aan te tonen dat je altijd meer geld kwijt bent bij twee locaties. Ik vind het flauwekul om daar nog meer tijd in te stoppen. De burger begrijpt hier werkelijk niets van. Laat ik u iets anders vragen. Wij hebben het iedere keer over de verkeersdrukte. Dat is altijd weer een probleem. Nu wordt aangetoond vanuit de provincie dat vanwege die verkeerslijnen die daar lopen dat we daar niet kunnen gaan bouwen bij de Watertoren terwijl we andere gebieden al hebben ontsloten en er woningen zijn gaan bouwen. Toen kon het wel. U heeft ook van de heer Satter gehoord dat er waarschijnlijk in de nabije toekomst andere wegen gaan lopen. U wilt niet verder kijken dan vandaag en niet bij de eerste berichtgeving uit de provincie daar maar mee staken. Hier komt alle emotie mee boven tafel. Enerzijds vegen we het van tafel en anderzijds komt het weer boven tafel. Met de hele publiekswinkel precies hetzelfde. Het gaat ontzettend veel geld kosten. Het gaat inderdaad om de paspoorten, de rijbewijzen en het halen van de leges. Hoe vaak komen u en ik hier in huis om te vragen om een paspoort? Dat is eens in de 5 à 10 jaar. Hoe vaak komen wij hier voor de leges? Hoe vaak verbouwen wij thuis? Daar gaan we ontzettend veel geld in stoppen. De burger heeft ons niet gevraagd om dat allemaal te handhaven. De burger heeft gevraagd om het traditionele historische pand te handhaven. Om dat in bezit te houden. Niet ter invulling van eisen. De heer Romp: Ik heb in eerste termijn al gezegd dat GroenLinks voor twee locaties kiest. Waarbij bij de locatie van het stadhuis op de Markt heel nadrukkelijk een afweging gemaakt moet worden tussen de extra kosten die het met zich meebrengt en de publieksvriendelijkheid van een locatie aan de Markt. Ik ben het op zich met collega Loef eens. Ik denk dat we de werkgroep wat ruimte moeten geven om een of twee voorstellen te doen waarbij je een beetje maximaliseert wat hier kan en minimaliseert wat hier kan zodat we een goede keuze kunnen maken. Ten aanzien van de tweede locatie hebben wij gezegd dat het snel realiseren van een plek die zonder problemen kan, ik denk niet dat dat de Watertoren is, dus dat wordt waarschijnlijk De Waluwe om daar een tweede kantoorpand te realiseren. Met op termijn bekijken of er opties zijn om aan de Beersteeg of Omhoeken iets te realiseren. Maar dan praat ik over een periode van circa 5 jaar en dan het andere pand weer af te stoten. De heer Satter: Ik geef toch de andere fracties centrale huisvesting mee. Als je kijkt wat het kost naar de gemeenschap toe, € 500.000 structureel op jaarbasis, dat kan ik onderbouwen. Als u bij de Beersteeg een pand neerzet, ook voor circa 9 miljoen euro, dan heeft u mijn proficiat. Precies hetzelfde als het bij de Watertoren had kunnen zijn. Dit pand verder aanhouden voor de emotionaliteit omdat het al zo lang een stadhuis is geweest. Daarom willen wij het wel handhaven. Dan komt het op de balans te staan en dan heeft het zelf zijn waarde en dat vermindert niet in waarde. We zijn dan hooguit een beetje rente kwijt.
51
De heer Van Wijk: Als er in de Waluwe voor 9 miljoen euro gebouwd kan worden bent u het er dan ook mee eens? De heer Satter: De Waluwe is een waardeloze plaats. Je zit daar midden tussen het bedrijfsleven in en daar moet je dan iemand naar toe sturen. Hier een publieksfunctie handhaven is uit de boze want dan hebben we nog precies de kosten van € 500.000 per jaar. Die verminderen niet maar die stijgen alleen maar. De heer Van Wijk: Wij hebben het over bouwen in de Waluwe. Wij zijn ook voor snelheid want er kan nergens sneller gebouwd worden dan eventueel in de Waluwe. De heer Satter: Nee, we moeten goed bouwen. Niet alleen snel maar goed en snel. De heer Van Wijk: Waarom zou iets goeds niet in de Waluwe kunnen dan? De heer Satter: Daar past helemaal geen gemeentekantoor. Dat past daar helemaal niet tussen die kantoorpanden en bedrijven. Daar is verschrikkelijk veel verkeer. Waardeloos. De Beersteeg is dan duizendmaal beter en de Watertoren is het allerbest! De heer Komen: Ik wil nog een zaak toevoegen. Wij moeten ons wel realiseren dat in die rekensommen meegenomen moet worden dat als we in dit bestaande pand organisaties als het CWI en VVV gaan huisvesten maar ook andere, dat dit instituten zijn waar wij nu subsidie aan verlenen. Het zal toch niet zo zijn dat we straks op die manier onze eigen huur moeten betalen. De voorzitter: Ik denk dat u de boodschap aan de groep die zich hiermee bezighoudt in meerderheid duidelijk geformuleerd heeft. U zegt dat u vooral in dit pand wilt kijken wat kan maar ook naar de efficiency daarvan. Wij willen de exploitatie en de financiële consequenties van het verbouwen in beeld hebben. De heer Romp heeft gezegd dat hij in maximale en minimale vorm ook de financiële consequenties in beeld willen hebben op basis waarvan wij dan daarna in een volgende discussie de afweging kunnen maken. De partijen die niet kiezen voor centrale huisvesting zeggen dat een tweede locatie op korte termijn niet echt een punt is als het maar snel kan. Ook in dat opzicht zo goedkoop en efficiënt mogelijk. Er zijn twee partijen, namelijk de SGP en het CDA, zij zeggen vanwege de emoties moeten wij de bordesfunctie in dit pand houden en verder niet iets waar gemeentelijke diensten in zitten. Wij kiezen er voor om een locatie te hebben waar iedereen centraal gehuisvest kan worden. De heer Satter gebaart dat dit ook nog het goedkoopste is. Ik denk dat ik hiermee uw discussie samengevat heb. Of dit het goedkoopste is of niet dat wordt uitgerekend want daar zijn verschillen van inzichten over. Dat komt een volgende keer in een discussie met het Programma van Eisen met de financiële consequenties bij u terug. De heer Krähe: Begrijp ik nu goed dat u ook nog uit gaat rekenen wat centrale huisvesting kost? Nee toch, dat hebben we nu toch in meerderheid besloten. De voorzitter: Wat het extra kost. Dat was natuurlijk in de planning om niet centraal gehuisvest te zitten aan de organisatie. Dat zijn wel bedragen die meegenomen dienen te worden en dat zit ook in het stuk. Dat hoort bij de volgende stap. SGP en CDA zijn tegen het voorstel, zoals het er ligt vanuit GroenLinks, ChristenUnie, VVD en de Partij van de Arbeid om met name die twee locaties in alle aspecten te gaan bekijken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen en het feit dat de SGP en het CDA tegen het voorstel zijn van GroenLinks, ChristenUnie, VVD en de Partij van de Arbeid, om de aspecten van twee locaties te gaan bekijken. Terug naar agenda
52
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
6
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02994/RO
Onderwerp
:
Raadsvoorstel bebouwingsoppervlak in bestemmingsplan NederhemertDorp tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert
Beknopte samenvatting Driehoek Advocaten heeft uw raad verzocht om het bebouwingsoppervlak tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert weg te halen en eventueel ter zake een voorbereidingsbesluit te nemen. Inmiddels is op 2 april 2003 een bouwvergunning verleend voor het bouwen van een woning binnen het voormelde bebouwingsoppervlak. Er wordt voorgesteld om het geldende bestemmingsplan niet partieel te herzien en voor het onderhavige perceel geen voorbereidingsbesluit te nemen.
Relatie tot het vigerende beleid De op 2 april 2003 verleende bouwvergunning voor het oprichten van een woning voor een perceel, gelegen tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 past binnen de voorschriften van het geldende bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp”.
Toelichting op het voorstel Aanleiding. Bij brief van 11 maart 2003 heeft Driehoek Advocaten uw raad verzocht om het bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp” partieel te herzien teneinde het bebouwingsoppervlak tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert weg te halen en eventueel ter zake een voorbereidingsbesluit te nemen. Eén en ander mede op basis van het feit dat de voorzieningenrechter het door ons college genomen besluit van 27 januari 2003 heeft geschorst. Dit besluit betrof een bouwvergunning ten behoeve van de bouw van een woning binnen het bovengenoemde bebouwingsoppervlak. Historie. Het bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp” is op 28 februari 1980 door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Kerkwijk vastgesteld. Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland heeft het betreffende bestemmingsplan vervolgens op 6 juli 1980 goedgekeurd. In het voornoemde bestemmingsplan is op de voormalige kadastrale percelen T 622 en 623 een bebouwingsoppervlak opgenomen (zie bijlage I). In dit vlak mag één vrijstaande eengezinswoning gerealiseerd worden. Door een menselijke fout is het bebouwingsoppervlak, dat eigenlijk op de voormalige kadastrale percelen T 621 en 622 had moeten liggen, op de voormalige percelen T 622 en 623 (en dus verkeerd) ingetekend. Zowel van de zijde van de gemeente, de provincie, als belanghebbenden, is daarvan niets gemerkt.
53
Gelet hierop heeft het college van de voormalige gemeente Kerkwijk in 1984 besloten om toch medewerking te verlenen aan de bouw van een woning op de kadastrale percelen T 621 en T622. Het was de bedoeling om uiteindelijk een bestemmingsplan op te stellen, waarbij het bebouwingsoppervlak van de percelen T 622 en T 623 gehaald zou worden en gelegd zou worden op de kadastrale percelen T 621 en T 622. Om de één of andere reden is dit nooit gebeurd. Er ligt thans derhalve nog steeds een bebouwingsoppervlak op de voormalige kadastrale percelen T 622 en T 623. Overigens heeft de Technische Dienst Bommelerwaard het voormalig college van Burgemeester en Wethouders van Kerkwijk, op basis van een advies van 20 december 1984, geadviseerd om medewerking te verlenen aan de bouw van de huidige woning Molenstraat 89, door middel van een herziening van het bestemmingsplan. Bij dit advies is tevens op tekening aangegeven hoe het bouwvlak – dat in het bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp” op de verkeerde locatie is gelegd – door middel van de herziening van het bestemmingsplan verplaatst zou moeten worden (zie bijlage II). Het voornoemde advies (met bijbehorende tekening) is als bijlage bij de bouwvergunning – die ten behoeve van de bouw van de woning Molenstraat 89 te Nederhemert op 29 januari 1985 is verleend – gevoegd. Door het advies als bijlage bij de bouwvergunning te voegen en in de bouwvergunning hiernaar te verwijzen (gelezen het advies …..), heeft het college dit advies blijkbaar overgenomen en daarmee impliciet aangegeven dat zij het bebouwingsoppervlak op de voormalige kadastrale percelen T 622 en T623 wenste weg te halen en op de voormalige kadastrale percelen T 621 en T 622 wilde leggen. Dat dit om de één of andere reden nooit is gebeurd, is betreurenswaardig. Dit neemt echter niet weg dat we nu 17 jaar verder zijn. Bouwvergunning. Begin vorig jaar zijn wij geconfronteerd met de plannen van de familie Van Wijk voor de bouw van een woning op het bebouwingsoppervlak tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert. De bouwmogelijkheid was inmiddels al meer dan 20 jaar aanwezig op het betreffende perceel. In onze brief van 14 oktober 2002 aan GIBO Adviesgroep Bedrijfskunde, waarvan Driehoek Advocaten een kopie ontvangen heeft, is reeds aangegeven, dat het, gelet hierop, in alle redelijkheid niet meer mogelijk is om de bouw van een woning – die binnen het bebouwingsoppervlak valt en dus overeenkomstig het geldende bestemmingsplan wordt gerealiseerd – tegen te gaan. Uitspraak voorzieningenrechter. Op 27 januari 2003 is een bouwvergunning verleend aan de familie Van Wijk voor het bouwen van een woning op de onderhavige locatie. Tegen deze bouwvergunning zijn diverse bezwaarschriften ingediend, waaronder een bezwaarschrift van Driehoek Advocaten. Voorts is een voorlopige voorziening aangevraagd door Driehoek Advocaten. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld, dat het bouwplan van de familie G. van Wijk voldoet aan de op de plankaart weergegeven bouwvoorschriften en dat het hierbij niet van belang is, dat de op te richten woning is gesitueerd op een foutief op de plankaart ingetekend bouwvlak. Deze fout is immers niet door een correctie gevolgd, hetgeen betekent, dat het ingetekende bouwvlak juridische gelding heeft. Aangezien er in wezen geen sprake was van een eengezinswoning, maar van twee woningen, heeft hij het besluit desondanks geschorst. Vervolgens is een nieuwe, gewijzigde aanvraag om bouwvergunning ingediend, die ons college op 17 maart heeft ontvangen. Deze aanvraag had betrekking op het bouwen van een woning op de onderhavige locatie. Op 2 april 2003 is de bouwvergunning aan de familie Van Wijk verleend. Eén en ander daar er geen van de in de Woningwet opgesomde weigeringsgronden aanwezig was. De uitspraak van de rechter doet niets af van het gegeven dat de gemeente op de hoogte was van de woningbouwplannen van de familie G. van Wijk. Op basis van een nieuw, gewijzigd bouwplan kon alsnog een bouwvergunning verleend worden. Ons college blijft derhalve onverkort van mening, dat het in alle
54
redelijkheid niet meer mogelijk was, om de bouw van een woning – daar deze binnen het bebouwingsoppervlak viel en dus overeenkomstig het geldende bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp” werd gerealiseerd – tegen te gaan.
Financiële consequenties n.v.t.
Consequenties voor de integrale planning n.v.t.
Voorstel Het bebouwingsoppervlak tussen de woningen Molenstraat 87 en 89 te Nederhemert niet weg te halen door het bestemmingsplan “Nederhemert-Dorp” ter zake partieel herzien. Voorts voor het perceel, waarop het bebouwingsoppervlak ligt, geen voorbereidingsbesluit ex artikel 21 WRO te nemen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Ruimtelijke Zaken adviseerde in haar vergadering van 11 juni 2003, in de gegeven (juridische) omstandigheden om conform het voorstel te besluiten. Zij heeft gevraagd nader geïnformeerd te worden over het verzoek van de familie Van de Werken, Molenstraat 87, Nederhemert. Op 22 oktober 2002 heeft LAR Rechtsbijstand namens de familie Van de Werken verzocht het bestemmingsplan te wijzigen. Hierin was geen expliciet verzoek tot het nemen van een voorbereidingsbesluit vervat. Het college heeft door middel van een brief van 28 november 2002 kenbaar gemaakt, dat zij heeft besloten de raad voor te stellen om het bestemmingsplan ter zake niet te herzien. Het verzoek van de familie Van de Werken betreft feitelijk hetzelfde verzoek als door GIBO Adviesgroep Bedrijfskunde namens de heer T van Ooijen is ingediend. Laatstbedoeld verzoek – gedateerd 12 juni 2002 – is op 13 augustus 2002 behandeld in de commissie Ruimtelijke Zaken en via de gemeenteraad ter voorbereiding van de afdoening in handen van burgemeester en wethouders gesteld. De gemeenteraad heeft in zijn vergadering van 30 januari 2003 - via de commissie Ruimtelijke Zaken van 8 januari 2003 - besloten om het bebouwingsoppervlak niet weg te bestemmen. Het nu voorliggend verzoek van Driehoek Advocaten van 11 maart 2003 is feitelijk een herhaald verzoek. Voorzover wij kunnen nagaan is op 25 januari 2002 het eerste plan van het bouwkundig adviesbureau Kraaij V.O.F. – namens de familie Van Wijk – ontvangen. Al voor die datum was door genoemd bureau informatie ingewonnen over het bestemmingsplan.
De heer Krähe: Ik heb een vraag aan het college. Ik heb begrepen dat dit in de bezwaar- en beroepscommissie is geweest. De heer Van Ooijen is op een aantal punten in het gelijk gesteld. Ik zou graag willen weten wat dat van betekenis is voor dit punt? Dat zou natuurlijk gevolgen kunnen hebben voor ons standpunt. De heer Bragt: Ik wil dit splitsen in twee dingen. Aan de ene kant het juridische aspect. Ik denk dat we niet anders kunnen dan dit voorstel volgen.
55
Aan de andere kant vind ik het toch wel van belang om een opmerking te maken over de gevolgde procedure. Wij zijn het allemaal eens dat hier sprake is van een fout in het bestemmingsplan die rechtgetrokken had moeten worden. Dat is iets wat ook in het voorstel opgenomen is. Het is alleen niet gebeurd. Dan komt er op 22 oktober 2002 een verzoek namens de buren tot het wijzigen van het bestemmingsplan en dan wordt daar geen gevolg aangegeven richting politiek. Dat gebeurt pas in een later stadium als er eigenlijk geen weg meer terug is. Ik vind daar een behoorlijke kronkel zitten en ik wil dat opgehelderd hebben. Waarom is dat niet op dat moment doorgeleid toen het nog kon? Ik vind het te goedkoop om te zeggen het is een fout van de oude gemeente Kerkwijk enzovoort. Op 22 oktober 2002 lag er dit verzoek. Daar staat wel “hierin was geen expliciet verzoek tot het nemen van een voorbereidingsbesluit vervat.” Nee, dat zal wel waar zijn maar op dat moment was het wel duidelijk dat we te maken hadden met een foutieve situatie. Het dossier was bekend. Waarom is er toen geen actie ondernomen? Dat wil ik boven tafel hebben. Wethouder Penninx: Ik wil eerst ingaan op de vraag van de heer Krähe. Ik doe dat als plaatsvervanger van de heer Hackert heel terughoudend. Ik meen dat er twee zaken hebben gespeeld. Ik meen me te herinneren maar ik zeg het heel voorzichtig dat in het kader van de bestemmingsplanprocedure de zaak niet ontvankelijk is verklaard vanwege termijnoverschrijding. Mijnheer Bragt, waardoor zijn dingen niet gegaan. Daar kan ik op dit moment niets meer aan toevoegen dan wat eerder besproken is. Ik denk dat daarmee nog steeds de vraag aan u is. Vindt u als raad dat een zaak die in het verleden heeft gespeeld tot een ander oordeel moet komen dan er nu ligt? De heer Romp: In principe ben ik tegen maar ik denk, net als de heer Bragt heeft gezegd, dat we niets anders kunnen dan juridisch dit te volgen. Ik kan hier wel tegen stemmen maar dat heeft weinig soulaas. Die procedure is niet hersteld en daarna is het niet ontvankelijk verklaard. Dat schiet zo weinig op. Ik kan niets anders dan dit te volgen. De heer Bragt: Wij hebben in de commissie een toelichting gevraagd. Die toelichting ligt er maar nu is de verantwoordelijke portefeuillehouder er niet om dat verder nog wat uit te werken. Dat is jammer. Maar nogmaals ik blijf daar hele grote moeite mee houden. Dat dingen op deze manier worden gesmoord terwijl er op dat moment nog iets gered had kunnen worden. Dat is de pijn die wat dat betreft blijft zitten bij ons. Nogmaals, juridisch hebben wij geen keus om het voorstel te volgen. Dat doet nog meer pijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
56
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
7
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03049/RO
Onderwerp
:
Voorstel betreffende standpuntbepaling t.a.v. het pand Steenweg 6 te Zaltbommel
Beknopte samenvatting De gemeenteraad wordt gevraagd een standpunt in te nemen over de vraag om het pand Steenweg 6 in Zaltbommel al dan niet aan te kopen.
Relatie tot het vigerende beleid Niet van toepassing.
Toelichting op het voorstel Ter uitvoering van uw besluit van 24 april jl. is onderzoek verricht naar de mogelijkheden en consequenties om het pand Steenweg 6 in Zaltbommel als “woning” te bestemmen. Daarbij is ook onderzoek gedaan naar de mogelijkheid om het pand aan te kopen. In dit verband is door bureau De Lorijn een taxatie-rapport uitgebracht. Dit taxatie-rapport en de overige stukken liggen voor u vertrouwelijk ter inzage. U wordt gevraagd een standpunt in te nemen over het al dan niet starten van onderhandelingen om te komen tot aankoop van het pand. Wanneer u besluit om niet tot aankoop over te gaan, stellen wij u voor om géén afzonderlijk bestemmingsplan voor het perceel Steenweg 6 op te stellen, doch aan de eigenaresse te verklaren dat de gemeente het voornemen heeft om het pand met een woonbestemming op te nemen in het op te stellen bestemmingsplan voor het gebied van het bedrijventerrein “De Waal”.
Financiële consequenties Wanneer tot aankoop kan worden overgegaan zal t.z.t. een krediet bij u worden aangevraagd.
Consequenties voor de integrale planning Niet van toepassing. Voorstel U wordt gevraagd een standpunt in te nemen over het al dan niet starten van onderhandelingen voor de aankoop van het pand. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
57
De heer Bragt: Wij hebben de stukken gezien. In de commissie is gevraagd hoe wordt hier nu bestemmingsplantechnisch tegenaan gekeken? Dat is toch wel een belangrijk vraagstuk. Het een heeft gevolg voor de ander. Ook met name voor de taxatieopdracht. De taxateur is uitgegaan van de mogelijkheid tot bestemming in de toekomst. Dat is ook in samenspraak met de gemeente gebeurd. Ik denk dat daarmee het probleem is opgelost. Als we dan moeten aankopen dan moet daar een gemeentelijk belang liggen. Dat is wat mij betreft niet aangetoond tenzij we in de buurt van dit pand op korte termijn belangrijke ontwikkelingen in uitvoering gaan nemen. Daar is nog geen echt definitief besluit over genomen. Dat is ook een kip-eiverhaal wat mij betreft. Dat is momenteel wel het dilemma waar wij in verkeren. Als we daar meer duidelijkheid over zouden hebben, dat er een specifiek ruimtelijk belang ligt om dit pand aan te kopen, dan zou dit onze goedkeuring kunnen wegdragen. Op dit moment zijn wij nog niet zo ver om te zeggen koop maar aan dit pand. De heer Krähe: Ik kan me bij een aantal dingen wel aansluiten. Wij hebben destijds ook gevraagd om eens te inventariseren wat het pand zou moeten kosten op het moment dat je het aankoopt. Ik wil nog wel opmerken dat de taxateur een nulletje teveel erbij gezet had. Waar het eigenlijk op neer komt is het volgende. Het gaat om mensen die daar wonen en graag de boel willen verkopen. Het heeft voornamelijk een sociale achtergrond. Dan moet je gaan kijken of wij sociaal beleid willen gaan voeren met ruimtelijk beleid. Als we dan ook nog eens naar de stukken gaan kijken dan woont men daar nog niet zo lang. Het gaat wel om een situatie die 30 jaar bestaat maar men woont daar pas 6 jaar. Daarbij is de grond pas 3 jaar geleden aangekocht. Dat maakt de situatie wat dat betreft wat anders. Er speelt ook nog “Ruimte voor de Rivier”. Doordat een aantal andere dingen zijn genoemd in het stuk ga je toch weer wat vraagtekens zetten. Bijvoorbeeld het verhaal van milieukundig. Is het een milieukundig probleem als je dat pand positief gaat bestemmen? In het stuk staat waarschijnlijk niet want er is een kettingbeding opgenomen voor de volgende bewoners dat zij geen bezwaar mogen maken tegen eventueel vrachtwagens daar in de buurt. Ik denk dat dat juridisch niet houdbaar is. Er blijven toch nog steeds twee problemen liggen. Ten eerste vinden wij als fractie het bedrag dusdanig hoog om het aan te kopen. Er staat trouwens niet alleen in dat het positief bestemd wordt maar ook in de huidige situatie heeft de taxateur aangegeven dat het pand gewoon een bepaald bedrag waard is. Wij hebben nu geen goede bestemming voor die locatie en op dit moment moeten we zuinig aan doen met de centjes. Ik denk dat dit geen optie is. Ten tweede het positief bestemmen. Wij zien daar toch nog een aantal beren op de weg. Dat willen wij eigenlijk ook niet. Wij houden ons vast aan het standpunt niet positief bestemmen want wij zien daar toch problemen met omliggende bedrijven in de toekomst en eventuele ontwikkelingen in de toekomst. Bijvoorbeeld planschade van omliggende bedrijven die daar in de toekomst toch mee kunnen komen. Wij vinden ook niet dat je met ruimtelijk beleid sociale zaken moet oplossen. De heer Romp: Ik kan me het vurige pleidooi tijdens de commissievergadering van de heer Van Balken herinneren om dit te regelen. Op zich was ik daar wel gevoelig voor dat we niet altijd van die procedures achter ons aan moeten slepen. Dat we gewoon netjes dingen moeten afhandelen. Maar als ik alles op een rijtje zet heeft het netjes regelen voor de burger in kwestie zoveel nadelen voor de gemeente zelf, implicaties voor Ruimte voor de Rivier, het extra geld, het feit dat er allerlei ongewenste situaties kunnen ontstaan, dat GroenLinks niet voor het voorstel is. De heer Satter: Wij hebben een andere keer gezegd dat we maar moeten proberen om het te kopen. Als we het over de oppervlakte hebben dan is het circa 700 meter. Als we daar een bordje op zetten en de procedure van het Waalfront komt nog dan zijn we dom om het niet te kopen want die grond komt al gauw op de ƒ400,00 per vierkante meter dat maal 700 is 280.000 gulden. Als je het niet bestemd, dat kan niet want het is een gedoogsituatie geweest, ik weet niet of je daarmee door kunt gaan dan moeten we dat risico lopen. Dan moeten we zeggen dat we het nog gedogen in plaats van bestemmen. Ik hoor nu dat drie jaar geleden die grond aangekocht is dan voel ik me daar ook niet mee verenigd. Ik stel voor om op dezelfde voet door te gaan. Ik dacht dat die vrouw daarin zat en het al jaren eigendom was. Maar dat blijk nu niet waar te zijn. Ik wil hebben dat het blijft zoals het is. Niet tot bestemming overgaan want dan snijden we ons zelf in onze vingers.
58
De heer Kolbach: Ik mag al verschillende jaren deel uitmaken van de politiek maar het wordt me vanavond weer duidelijk dat wat de ene keer beweerd wordt, wordt op de andere vergadering met dezelfde overtuigingskracht weer teruggehaald. Wij zijn hier al een paar commissievergaderingen mee bezig geweest. Het heeft ook al een keer de raad gehaald. Onze fractie heeft zich aanvankelijk ingezet om die bestemming te regelen. Punt uit. Binnen onze fractie was de gedachte dat de bestemming zo spoedig mogelijk geregeld moest worden, knip een klein stukje van de Waalfrontkaart af en dan is de gemeente Zaltbommel klaar. Maar de vorige vergadering kwam er het idee dat er meerdere belangen lagen. De Beersteeg ligt er tegenover. Zo kunnen we heel Zaltbommel wel aankopen want we hebben op verschillende plekken plannen waar tegenstrijdigheden zouden kunnen ontstaan. Maar het laten aankopen heeft niet onze voorkeur maar wel onze instemming gehad. De taxateur doet zijn werk naar eer en geweten. Vervolgens ligt het in de logische lijn om die stap verder te zetten. Een aantal hebben de bedragen gezien. Dan schrikken we van het bedrag en dan doen we het in een keer niet meer omdat het geld gaat kosten. Ik vind dat we op deze manier niet terecht bezig zijn met het omgaan van belangen van burgers. Als er een meerderheid is voor niet aankopen dan wil ik toch een vurig pleidooi houden om zo snel mogelijk die procedure op te starten om de woonbestemming te regelen. Dat hoeft ons geen geld te kosten. Voorzover ik weet moet er een eigen bijdrage geleverd worden door betrokkenen bij een bestemmingsplanwijziging. Net zoals iedere burger daarmee geconfronteerd wordt. Waarom doen wij dat dan niet? De heer Looijen: De heer Satter heeft straks gezegd dat we het moeten handhaven en gedogen zoals het nu is. Ik wil dat even uit de wereld helpen want dat mag gewoon niet. Het is in die tijd onder artikel 17 geplaatst, daar zit een maximumtermijn van vijf jaar aan. Na die vijf jaar moet je handhaven en terugbrengen in de oude situatie. Op het moment dat je het langer gaat gedogen ga je meewerken aan een “illegale situatie”. Er ligt een taxatierapport voor een x-bedrag en dat bedrag is denk ik wel reëel voor een dergelijk huis. Alleen het probleem nu is waar haal je het geld vandaan? Dat vind ik toch wel een hele moeilijke overweging. Aan de ene kant wil je in het kader van sociale betrokkenheid die mensen daarin te hulp komen. Aan de andere kant is het heel moeilijk als je een dergelijk bedrag moet gaan uittrekken. Ik pleit er voor om de bestemmingsplanprocedure daarvoor op te gaan starten. Als je het gaat opnemen in het bestemmingsplan voor bedrijventerrein De Waal, daar hebben we al meer dan 10 jaar een voorbereidingsbesluit voor gemaakt, dat bestemmingsplan is er nog niet en ik verwacht niet dat het binnen nu en 10 jaar er is. Ik vind dat een beetje “een wassen neus” om het daarin mee te nemen. Ik pleit ervoor om de procedure op te starten en daar een woonbestemming op te gaan krijgen. Ik hoop ook dat daar de meerderheid in mee gaat. Wethouder Penninx: Ik heb wel behoefte om kort te reageren op de heer Looijen. Wij hebben een lijst opgesteld van artikel 17-gevallen. Wij hebben vorige week als college besloten om in deze situatie de lijn te hanteren dat het al zolang duurt dat wij niet actief optreden. Als wij dat bekend maken dan kunnen wij daar een actief gedoogbesluit over nemen. Die mogelijkheid bestaat wel degelijk en dat zou in ieder geval de lijn zijn. De heer Looijen: Actief gedoogbeleid in zijn algemeenheid of voor dit speciale object? Wethouder Penninx: In de lijn van ons handhavingsbeleid doen wij u een voorstel om met een aantal oude gevallen om te gaan. Vorige week is aangeven dat wij voorstellen dit geval niet actief te handhaven in die zin dat het moet verdwijnen. De heer Kolbach: Houdt dat in dat je geen plank mag vervangen of ….? Wethouder Penninx: Dan wil ik kort de situatie buitendijks schetsen. In dit gebied is geen formeel bestemmingsplan gemaakt maar het is nog een plan uit hoofdlijnen uit 1956 of 1958. Dat betekent dat er al heel lang over dit gebied wordt nagedacht. De heer Kolbach: Zoiets neem ik niet serieus, voorzitter. Als de wethouder zegt dat er al sinds 1956 serieus over wordt nagedacht, sorry dat wil er bij mij niet in. Wethouder Penninx: Sorry, het is een plan uit 1956. Er is gepoogd om een bestemmingsplan te maken met industriële bestemming. Dat is tegengehouden bij de planologische commissie. Toen is er een project gestart om 1000 woningen te realiseren, dat heet Waalfront-West, daar is flink aangespijkerd en dat is gestrand naar aanleiding van het tweede hoge water. Toen is de gemeente Zaltbommel teruggefloten zoals
59
u waarschijnlijk weet. Ik wil u er in ieder geval op wijzen dat het buitendijks gebied is. Dat betekent dat als u zegt start maar een bestemmingsplanprocedure dan neem ik aan dat u artikel 19 lid 1 bedoelt. Dat u dan een heldere visie moet hebben op het gebied of iemand moet vragen om die te maken. Ik wil u er even op wijzen dat hier werd voorgesteld het in het op te nemen bestemmingsplan te doen. Ik denk dat hier de vraag is, u zit hier om belangen van burgers af te wegen, het is aan u om het belang te wegen van de bewoners van dit pand maar ook de totale situatie in de omgeving. Ik dacht, voorzitter, dat ik die technische toelichting even wilde geven. De heer Looijen: U vraagt om een uitspraak over dat gebied naar de toekomst toe. Volgens mij hebben wij ons daar straks al over uitgesproken. U heeft in het verleden al aangegeven om daar woningbouw te gaan ontwikkelen. Volgens mij past een woonbestemming redelijk in een woningbouwontwikkeling maar het kan aan mij liggen? De heer Kolbach: Ik vind dat we de omgeving te kort doen als we plannen hebben aan bijvoorbeeld de Beersteeg dat die omgeving er op dit moment al rekening mee moet houden dat ze wel eens belemmerd kunnen gaan worden in hun normale uitoefening. Ik vind dat we zo niet moeten omgaan met de afweging van belangen. Dat doen we op het moment dat er plannen zijn. Wanneer die plannen concreet zijn voor de Beersteeg dan is dat aan de orde. Maar ik vind niet dat we nu, met een blanco situatie aan de Beersteeg, argumenten moeten aandragen. De voorzitter: Ik wil uw eerste ronde even samenvatten. De VVD en het CDA zijn voor het regelen van een woonbestemming. De ChristenUnie heb ik niet gehoord. Ik heb gehoord dat de Partij van de Arbeid niet positief wil bestemmen. Ik heb gehoord dat GroenLinks niet positief wil bestemmen en ik heb gehoord dat ook de SGP niet positief wil bestemmen. Ik heb de ChristenUnie dat niet horen zeggen maar aan de hand van wat u heeft gezegd nam ik dat aan. De heer Bragt: Uw conclusie is juist. Wij sluiten ons aan bij het standpunt dat bij een eerstvolgende bestemmingsplanherziening je aan dit pand een woonbestemming zult toekennen. Ik denk dat men daarmee vooruit kan. In de praktijk loop je met verbouw tegen wat complicaties aan en dat moet je dan oplossen op dat moment maar ik denk niet dat we nu een hele hoop energie moeten gaan stoppen aan een particiële bestemmingsplanherziening of een artikel 19-procedure waar je het probleem ook niet mee oplost uiteindelijk. Ik vraag me dus af waarom wij in dit geval zoveel energie stoppen? De heer Looijen: Wij hebben dat tegenwoordig in Zaltbommel zo mooi geregeld dat de particulieren dat zelf mogen doen. De heer Bragt: Dat vraag ik me zeer af. Ik denk niet dat je daarin voorziet dat die 100% kostendekkend is voor dit soort projecten. Laten we het hier bij laten. Er is een positieve insteek dat er een woonbestemming op komt. Daar is ook de taxatie op gebaseerd. Daar kan men mee verder wat mij betreft. De voorzitter: Ik probeer opnieuw samen te vatten. Ik hoor de ChristenUnie zeggen op termijn positief bestemmen. Ik heb VVD en CDA horen zeggen dat positief bestemmen op korte termijn moet. De heer Looijen: Correct, gewoon de artikel 19-procedure opstarten. De heer Kolbach: Dat klopt want het duurt ons al veel te lang. Dat is zonde van de energie die wij daaraan verspelen. Met name naar de SGP toe. Die hebben het altijd over de besluiteloosheid van deze raad. Het standpunt van de SGP in de vorige commissies en de raad was duidelijk. Nu begrijp ik het niet meer. De heer Bragt: Er wordt gesuggereerd dat er besloten is om dat pand aan te kopen en dat is niet zo. Er is gezegd laten we het onderzoeken. Dat is het standpunt van de commissie. Ik heb er moeite mee om te zeggen dat we het aan gaan kopen. Het is niet een advies of een besluit geweest. Van jongens laten we het taxeren, kijken hoe het met het bestemmingsplan zit en dan komt het terug. Besloten is om het dan direct in de raad te brengen. Vandaar dat we het ook bespreken hier vanavond. Maar er zijn nooit definitieve standpunten daarover ingenomen. De heer Looijen: In eerste instantie werd er binnen de commissie gezegd van laten we het positief gaan bestemmen. Toen kwam op een gegeven moment het alternatief naar voren van misschien is het nog sneller om het pand aan te gaan kopen maar dan moet er eerst een goed taxatierapport ten grondslag
60
liggen. Ik meen me te herinneren dat een heel groot gedeelte van de commissie en dus ook van de raad positief was om die bestemmingsplanprocedure op te gaan starten. De heer Satter: De insteek is geweest dat het gekocht zou moeten worden omdat er bezwaren zouden komen met het ontstaan van plannen. We kunnen dan wel zeggen dat er over 10 jaar nog geen plannen zijn. Ik zeg dat we voorzichtig moeten zijn en het moeten kopen om eventuele claims te ontlopen. Nu is die prijs dusdanig hoog en komen we erachter dat drie jaar geleden die grond pas verkocht is, moeten we dan nu positief gaan bestemmen? Dan zeg ik we moeten niet positief bestemmen maar we moeten een gedoogsituatie doen zoals de wethouder het gezegd heeft. Dat is de goede keus en dat is ook een besluit. Anders gaan we onszelf dwars zitten bomen. De heer Looijen: U bent dan volstrekt in strijd met de wet. Dat heb ik straks ook al gezegd. De heer Satter: De wethouder heeft daar helemaal geen problemen mee. Dat kunnen we opgelost krijgen. De voorzitter: Mag ik het even kortsluiten. De wethouder heeft net een voorstel gedaan hoe er gehandhaafd moet worden. Daar zit dit punt in en u kunt het advies geven tijdens de commissievergadering en dat komt terug. Naar aanleiding van dit voorstel constateer ik dat de VVD en het CDA voor het op dit moment wijzigen van de bestemming zijn. Verder is daar niemand meer voor dus dat zijn 8 stemmen. De ChristenUnie is voor het positief bestemmen op termijn. Ook dat wordt verder niet gedeeld. Dan constateer ik dat de SGP, de Partij van de Arbeid en GroenLinks zeggen niet aankopen en niet positief bestemmen. Dat zijn 8 stemmen dus dat is weer staking van stemmen. De heer Van Balken: Als er geen meerderheid is dan is ons advies om het op termijn te bestemmen want dat is dan het meest haalbare. Anders zitten we hier weer besluiteloos te zijn. Het voorstel van het CDA is op het moment dat er een bestemmingsplanwijziging zich voordoet om dan het pand positief te bestemmen. Ik hoop dat dat wel een meerderheid haalt. De voorzitter: Dat heeft dan de meerderheid. Met de wijziging om het op termijn positief te bestemmen heeft dit wel de meerderheid en dan is dat besloten.
Na hoofdelijke stemming wordt besloten om het pand Steenweg 6 te Zaltbommel op termijn positief te bestemmen, met inachtneming van het feit dat de SGP, Partij van de Arbeid en GroenLinks tegen dit voorstel zijn. Terug naar agenda
61
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
8
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02999/RO
Onderwerp
:
Raadsvoorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de duurzaam veilige inrichting van de kernen Kerkwijk, Delwijnen, Gameren, Poederoijen, Zuilichem en de wijk De Spellewaard
Beknopte samenvatting Na de vaststelling van het Invoeringsplan Duurzaam Veilig in 2000 zijn in februari, maart en april 2003 in de bovengenoemde kernen inspraakavonden gehouden. Hierbij is gesproken over het principe Duurzaam Veilig en is een conceptvoorstel gepresenteerd. Over de conceptvoorstellen is gediscussieerd, waarna het conceptvoorstel al dan niet gewijzigd is. De voorgestelde verkeersremmende maatregelen ondersteunen het gewenste snelheidsregime van 30 km/uur. Voor het uitvoeren van de verkeersremmende maatregelen is een krediet noodzakelijk.
Relatie tot het vigerende beleid In het invoeringsplan Duurzaam Veilig dat in het voorjaar van 2000 is vastgesteld is een prioriteitenlijst voor uitvoering over meerdere jaren opgenomen. Ook is bepaald dat aandacht enerzijds gevestigd zal zijn op de inrichting van duurzaam veilige verblijfsgebieden binnen en anderzijds buiten de bebouwde kom. In het invoeringsplan is reeds aangegeven welke verblijfsgebieden wanneer aangepakt zullen worden. Het opstellen van de plannen conform Duurzaam Veilig binnen de bebouwde kom, is voor de genoemde kernen eind 2002 gestart. De plannen zijn vooraf met de politie opgesteld, waarna de plannen in het eerste kwartaal van 2003 aan de bevolking bekend gemaakt.
Toelichting op het voorstel Bij de totstandkoming van het nu voorliggende plan is per kern aan belangstellenden en -hebbenden gevraagd inbreng te hebben en mee te denken over oplossing van de plaatselijke (verkeers)problemen. Op de diverse informatieavonden is geïnventariseerd wat problemen zijn, wat oorzaken en gewenste oplossingsrichtingen zijn. Verschillende mogelijke en in enkele gevallen onmogelijke oplossingen zijn besproken en hebben geresulteerd in een aantal oplossingsrichtingen per kern, met daaraan gekoppeld een globale kostenraming. Tijdens de avonden is aan de belangstellenden een inrichting tot Duurzaam Veilig op het niveau van de kernen Aalst, Brakel, Nieuwaal, Nederhemert-Noord, Nederhemert-Zuid en Bern gepresenteerd. Er is ook de mogelijkheid geboden om schriftelijk of mondeling te reageren op de plannen (buiten de avonden om). De inspraakreacties en verslagen van de inspraakavonden, alsmede het Invoeringsplan Duurzaam Veilig liggen ter inzage.
62
Gewijzigde wegcategorisering n.a.v. inspraak met betrekking tot Duurzaam Veilig Tijdens de gehouden inspraak is enkele malen vanuit de bevolking de wens geuit bepaalde wegen, afwijkend aan de vastgestelde wegcategorisering in te richten. In het invoeringsplan Duurzaam Veilig zijn deze wegen gecategoriseerd als gebiedsontsluitingswegen binnen de bebouwde kom. Dit zijn doorgaans wegen die naast een verblijfsfunctie ook een stroomfunctie hebben en een gemiddelde etmaalintensiteit van ongeveer 4.000 motorvoertuigen op een werkdag hebben. De etmaalintensiteit is in veel gevallen feitelijk te laag om van een gebiedsontsluitingsweg te kunnen spreken. Gelet op de (te) lage intensiteiten en het daadwerkelijke gebruik en/of uitstraling van de wegen wordt voorgesteld de wegcategorisering aan te passen. De tekeningen met daarop de wegcategorisering liggen ter inzage.
Financiële consequenties De kosten voor de aanleg van de verkeersremmende maatregelen zijn geraamd op ongeveer € 477.135,-. In de begroting is een bedrag van € 474.900,- opgenomen, waaruit geconcludeerd wordt dat de kostenraming en de begroting nagenoeg overeenkomen.
Voorstel 1. Instemmen met de voorgestelde maatregelen in het kader van Kerkwijk Duurzaam Veilig, Delwijnen Duurzaam Veilig, Gameren Duurzaam Veilig, Poederoijen Duurzaam Veilig, De Spellewaard Duurzaam Veilig, Zuilichem Duurzaam Veilig en Nieuwaal Duurzaam Veilig; 2. Instemmen met de wijziging van de wegcategorisering conform de ter inzage liggende tekeningen; 3. Een krediet beschikbaar stellen van € 474.900,- (dekking € 234.600,- uitvoering duurzaam veilig 30 km 2003, € 240.300,- uitvoering duurzaam veilig 30 km 2004) overeenkomstig de Nota van Aanbieding begroting 2003, functie 211 (blz. 106-107) ten behoeve van de aanleg van verkeersvoorzieningen in de kernen Kerkwijk, Delwijnen, Gameren, Poederoijen, Zuilichem en de wijk De Spellewaard.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Ruimtelijke Zaken adviseerde positief in haar vergadering van 11 juni 2003.
De heer Romp: GroenLinks steunt dit raadsvoorstel maar ik wil daar een voorstel aan toevoegen. Een voorstel dat qua extra kosten een aantal borden zal bedragen. GroenLinks is van mening dat niet helemaal de duurzame veiligheid gemaximaliseerd is in de voorstellen. Wij doen daarom twee voorstellen. Het eerste voorstel is om een inrijverbod voor vrachtwagens in te stellen voor de Nieuwe Tijningen en wel van 18.00 uur ‘s-avonds tot 06.00 uur ’s-morgens. Om de verkeersdruk en verkeersoverlast te reduceren. Verder een inrijverbod in te stellen voor de Waalbandijk te Gameren op de plaats van de woningen. In het voorstel staat precies waar dat is. Dan voor vrachtwagens die breder zijn dan 2 meter 60 omdat ook die situatie teveel overlast geeft. Beide voorstellen zijn ons inziens met borden aan te geven en daardoor zullen ze niet heel sterk kostenverhogend werken. De heer Kolbach: Dit is denk ik de laatste exercitie die wij als gemeente Zaltbommel doen in de 30kilometerzone. Wij hebben ons ook niet beziggehouden met de helling van de drempels en dergelijke. In de commissie is er wel opgemerkt dat we eens goed moeten kijken naar de ervaringen die we opgedaan
63
hebben en naar de minder gunstige ontwikkelingen die gerealiseerd zijn want die moeten we niet over doen bij deze aanleg. Ik heb nog niemand van onze inwoners gehoord die het prettig vindt om van de Steenweg af de Vergt in te rijden. Dat zijn dingen waarvan men twijfels heeft van moet dit nu en voldoet dit aan veiligheid. Wij willen niks afdoen aan het veiligheidsaspect. Maar dingen die niet nodig zijn en waarop bezuinigd kan worden moeten ook hier, op de lopende projecten, op toegepast worden wat onze fractie betreft. De heer Krähe: Ik mis nog een ding en dat is de evaluatie van de Vergt. Het was fijn geweest als we bij dit verhaal die evaluatie hadden gehad. Dan hadden we wat kritisch naar de maatregelen kunnen kijken. Voor de rest heb ik nog een paar opmerkingen. Ten eerste het inrijverbod. Er wordt nu ook al een inrijverbod genoemd. Maar wat misschien belangrijker is in Zaltbommel is bijvoorbeeld een parkeerverbod. Je kunt daar dan tussen een bepaalde tijd niet inrijden. Als je er voor die tijd inrijdt en na die tijd weer uitrijdt betekent het wel dat je je vrachtwagen kunt parkeren. In Haaften is een poosje geleden een ongeluk gebeurt met een dergelijk geparkeerde vrachtwagen. Die vrachtwagens staan toch altijd op plekken waar het zeer onoverzichtelijk is. Kunt u eens kritisch kijken naar de kleine kernen en Zaltbommel zelf of er niet een gecombineerd parkeer- c.q. inrijverbod kan komen zodat in ieder geval ’s-nachts die vrachtwagens niet midden op de straat staan. Een andere opmerking is dat er in Zaltbommel een hele aparte inrichting rondom de school wordt gemaakt om het veilig te maken. Er worden parkeerplaatsen aangelegd, er worden versmallingen aangebracht enzovoorts. Alles om er voor te zorgen dat de weg zodanig ingericht wordt dat er 30 kilometer per uur wordt gereden. Een opmerking van een achterbanlid uit Aalst was dat gebleken is bij de vorige avonden dat in Aalst bij de school ook 50 kilometer gereden zal gaan worden. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor Kerkwijk. Ik wil vragen aan de leden van de raad of zij het met me eens zijn dat daar ook eens gekeken moet worden om toch die snelheid bij de scholen terug te brengen tot 30 kilometer per uur. Ik denk dat dit op een vrij eenvoudige manier te doen is. Als wij die snelheid terugbrengen naar 30 kilometer dan zal dat alleen maar de veiligheid van die schoolkinderen verder vergroten. De heer Romp: Nam u de voorstellen over die ik voorgesteld heb of had u daar een aanvulling op, mijnheer Krähe? De heer Van Wijk: De VVD wil er op wijzen dat drempels vooral een signaalfunctie moeten hebben. Je moet niet alles volleggen met drempels maar je kunt ze bijvoorbeeld een hele andere kleur geven. Dat gebeurt ook vaak in andere gemeenten. Dit werkt beter dan een hele hoge drempel. Wij krijgen vaak vanuit de bevolking te horen moet dat nu zo om door elkaar gehutseld te worden. Om de 25 meter een drempel leggen met een 30 kilometerzone heeft ook weinig zin dachten wij. Een heel belangrijke factor is ook hoe de drempels er uit zien. De drempel bij de Steenweg, zoals de heer Kolbach al heeft aangegeven, in plaats dat de doorstroming op de rotonde wordt bevorderd wordt het net andersom en wordt de stroom juist tegengehouden doordat de auto’s moeten remmen op de rotonde voordat ze Zaltbommel in kunnen. Dat is een totaal tegenstrijdige zaak. Het puntje wat de heer Romp naar voren heeft gebracht om de Nieuwe Tijningen tijdelijk in de nacht af te sluiten daar wil ik op wijzen dat deze weg al aangelegd was als ontsluitingsweg voor een gebied voordat hier huizen gebouwd werden. Nu draaien we de zaak een beetje om. Daar heb ik toch wel mijn bedenkingen tegen. De heer Bragt: Allereerst denk ik dat het op zijn plaats is om ons collectief toch te schamen dat we dit geld moeten gaan uitgeven. Het is heel jammer dat dit geld in allerlei verkeersremmende maatregelen gestopt moet gaan worden. Omdat wij met zijn allen het fatsoen niet hebben om ons normaal te gedragen in het verkeer. Dat is toch de conclusie als je het voorstel leest. Het zijn forse bedragen en het is maar een stukje van de gemeente als je het allemaal bij elkaar optelt. Wij hadden daar een hoop andere leuke dingen mee kunnen doen. Deze opmerking is met name richting onze burgers bedoeld. Als dit gerealiseerd wordt hebben wij het toch aardig voor elkaar. We mogen dat dan ook eens richting politie aangeven. Dat we het goed ingericht hebben en dat er voorzieningen zijn. Laat de politie ook maar eens gaan handhaven. Laat de politie gaan controleren want dan knoop je de zaken aan elkaar vast en dat mag ook van onze politie verwacht worden dat er in de kernen, waar deze maatregelen getroffen worden, dat daar ook daadwerkelijk gecontroleerd gaat worden en stevig opgetreden wordt. Ik wil even reageren op de heer Romp. Het voorstel om bepaalde wegen af te sluiten in het kader van dit verhaal gaat ons wat te ver. Je moet het in zijn totaliteit afwegen. Als je een weg afsluit op een bepaald
64
moment dan moet er eerst eens gekeken worden wat daar de gevolgen van zijn. Dat zijn knelpunten. Er is ook gesproken tussen de wethouder en de bevolking dat die knelpunten de aandacht hebben. Het gaat ons te ver om daar nu een besluit over te nemen op dit moment. Wethouder Penninx: Het is misschien opmerkelijk maar ik wil beginnen om aan u een amendement te vragen. Bij het nogmaals bekijken van alle kernen kwamen wij tot de conclusie dat in Nieuwaal een stuk dijk toch bestemd zou moeten worden als 30 kilometer. Dat is ook op de kerncontactavond nadrukkelijk aan de orde geweest. Wij hebben dat besloten. Het is ook gepubliceerd en daar zijn geen reacties opgekomen. Het voorstel is om de weg 30 kilometer te maken. Hopelijk geeft het krediet fase 1 “Duurzaam Veilig”, Nieuwaal zat in de vorige fase, voldoende ruimte om nog wat maatregelen te treffen. Ik denk dat het aan de raad is om de categorisering te bekrachtigen dus mogelijk kan dat nu mee. Er zijn nog wat opmerkingen gemaakt over Duurzaam Veilig. Ik denk dat we mogen zeggen dat we in Zaltbommel voorstellen alle woonkernen zo duurzaam veilig in te richten. Dat betekent dat we geprobeerd hebben in alle kernen vergelijkbare maatregelen te doen. Er is inspraak geweest op basis van het kader wat u ons vorig jaar meegaf. Ik denk dat we nu moeten zeggen dat het veel geld is. Maar daarmee zijn er fysiek een aantal hobbels aangelegd op basis waarvan we inderdaad van de politie mogen vragen om het handhavingsbeleid te ondersteunen. Ik wil toch een beroep op iedereen doen. Als dadelijk de maatregelen zijn uitgevoerd en de borden er staan dat alle burgers zich ook geroepen voelen om mensen die zich er niet aan houden aan te spreken in de beroemde “ik-vorm”. Pas als dat ook niet lukt de politie er bij uit te nodigen. Maar de politie zal op basis van landelijk beleid zeggen als de gemeente als wegbeheerder de zaak goed voor elkaar heeft en er zijn problemen dan zullen wij komen helpen. In die zin zal het in het beleid van de politie passen. Er is gevraagd naar een inrijverbod. Ik wil u toch het volgende voorstellen. Er staan nu borden in onze gemeente. Zolang wij niet integraal bekeken hebben om de borden te laten zoals ze nu zijn. Dat betekent in Gameren staat een parkeerverbod dus daar mag ingereden worden. In Zaltbommel staat een inrijverbod aan de Nieuwe Tijningen van 22.00 uur ’s-avonds tot 04.00 uur ’s-morgens. Wij hebben op basis van de toezegging dat bestudeert en het voorstel zou inderdaad zijn als dat bord er nu staat tot nader order gaan wij dat ook handhaven gedurende de tijd die daarvoor staat. Het is inderdaad zo dat wij enkele borden bij moeten plaatsen omdat het bij dit soort inrijverboden zo is dat de politie moet kunnen zien dat de chauffeur op dat moment dat bord passeert. Anders krijgen wij de discussie dat iemand zegt ik was er al om 18.00 uur ’s-avonds dus ik heb het bord niet meer gezien. Om dat probleem te tackelen zullen we met de vervoerders overleggen en stellen wij voor nu geen nieuwe verkeersbesluiten te nemen maar gewoon de huidige bebording te handhaven. Mijnheer Krähe, dat betekent voor Zaltbommel dat er inderdaad een discussie moet komen voor een parkeerverbod in de kern. In het verleden is het met een inrijverbod geregeld om twee doelen te dienen. Maar dat kan juridisch inderdaad zo niet. De heer Krähe: Wat gaat u daar dan mee doen? Wethouder Penninx: Dat gaan wij meenemen in het kader van ons verkeersplan om dan deze zaak van vrachtwagenbewegingen en parkeerverboden te doen. De situatie in Haaften is niet vergelijkbaar omdat het daar buiten de bebouwde kom is. Wij hebben het hier over binnen de bebouwde kom. De heer Krähe: Het gaat over onoplettendheid. Als mensen niet opletten dan kunnen ze tegen zo’n vrachtwagen aan rijden. Maar ik begrijp dat u toezegt dat u in het verkeersplan een parkeerverbod meeneemt? Wethouder Penninx: Dat lijkt me een goede manier om te bezien of we dat gelijktrekken voor de gehele gemeente. De heer Krähe: Ik vraag niet om het te bezien. Ik vraag of u dat toezegt? De heer Kolbach: Ik neem aan dat we daar allemaal wat over te zeggen hebben. Wethouder Penninx: Ik neem aan dat dan in het plan bekeken wordt wat u vindt wat we moeten doen. Inhoudelijk doe ik daar geen uitspraak over op dit moment.
65
Er is nog nadrukkelijk gevraagd naar de situatie bij de Vergt. Zoals u weet zijn de drempels bij de Steenweg ook bedoeld om het minder aantrekkelijk te maken om de Vergt in te rijden. Ik denk dat we in de werkvoorraad gaan bekijken wanneer we de Vergt gaan evalueren. Ook vanuit de hulpdiensten zijn er duidelijk opmerkingen gemaakt. Zoals u weet bij verkeer is het vaak kiezen tussen twee kwaden, je wilt de doorstroming en snelheid verlagen en dat betekent dat instellingen die behoefte hebben aan snelheid, bijvoorbeeld de brandweer, datzelfde probleem heeft. De heer Bragt: Ik denk dat u nog de enige bent die daar letterlijk en figuurlijk de drempels nog ziet liggen. Er zijn daar al zoveel opmerkingen over gemaakt en het is vervelend om dat te moeten blijven herhalen. De heer Van Rooij: Ik heb geen enkel probleem met die drempels en ik kom er meerdere malen per dag overheen. De voorzitter: Ik wil voorstellen om de discussie over de drempels in de Vergt te doen op het moment dat de evaluatie over de Vergt gaat. Dit gaat over andersoortige duurzaamheidsmaatregelen. Wethouder Penninx: Als we kijken wat we besloten hebben in alle andere kernen dan is de discussie over de drempels aan de Steenweg heel bijzonder. Dat komt in geen enkele kern voor. De voorzitter: Deze discussie komt op een ander moment. U wordt nu gevraagd iets te vinden van Duurzaam Veilig in de dorpen zoals ze hier genoemd zijn. Met een expliciete vraag van de wethouder of u zich uit wilt spreken over de 30 kilometer op de dijk in Nieuwaal. De heer Looijen: Ik mis het voorstel om bij de school in Kerkwijk een 30 kilometermaatregel te treffen. Ik vind dat toch een heel essentieel punt binnen Duurzaam Veilig. Ik kom bij heel veel gemeentes en de veiligheid bij scholen is altijd het centrale punt. Het is voor het eerst dat ik in een gemeente waar ikzelf woon de maatregel mis bij een school. Dat vind ik heel jammer. Wij moeten gaan voor het voorstel van de heer Krähe om daar iets te gaan doen. De heer Krähe: De wethouder heeft in de commissie gezegd dat voor die school een heuvel is neergelegd. Maar de weg is daar dusdanig dat men denkt dat men op een weg buiten de bebouwde kom rijdt. Dit verhaal geldt straks ook voor Aalst maar dat zit niet in het voorstel. Men rijdt in Kerkwijk gewoon te hard. Het voorstel van mij was, ook richting de raad, wat vinden de andere fracties daarvan om dat alsnog als een soort amendement mee te geven aan de wethouder? De heer Kolbach: Als het om Kerkwijk gaat dan staan ook wij achter die gedachte. Is het mogelijk om daar iets te beperken? Een idee binnen onze fractie was om een soort rotonde te creëren rondom het “griendje” dat daar ligt. Het is overigens geen brede weg maar dat zou misschien een alternatief kunnen zijn. Maar dan moet het misschien een eenrichtingsweg worden. Als het gaat over het beperken van inrijden en 30 kilometer op de Waaldijk het volgende. Toen we spraken over het fietspad van Brakel naar Zaltbommel, dat was een brede wens vanuit de raad, is er een bureau ingeschakeld en vervolgens werd er gekeken hoe de ongevallensituatie was en er werden statistieken op los gelaten, berekeningen gemaakt van hoe onveilig is het daar. Toen kwamen zij tot de conclusie dat het allemaal niet zo nodig was. Als wij diezelfde systematiek losgelaten hadden bij Duurzaam Veilig in de 30 kilometerzones dan had er ook niks gehoeven. Als wij diezelfde systematiek loslaten bij het inrijden van die vrachtwagens dan hoeft er misschien ook niks. Ik wil er alleen maar mee zeggen dat wij moeten opletten dat we geen hap-snapbeleid gaan voeren. Wij kiezen voor een bepaalde zaak en ik vind niet dat we op het minste of geringste gerucht af moeten gaan. Ik weet best dat er problematiek is van bewoners die het langskomen van vrachtwagens in de nachtelijke uren niet plezierig vinden. Ik hou er ook geen pleidooi voor om vrachtwagens door woonwijken te laten rijden. Alleen we constateren wel dat daar een aantal bedrijven zitten en die zijn onlosmakelijk aan de Nieuwe Tijningen verbonden. Ik doe ook een beroep op de wethouder om in overleg met de bedrijven tot een oplossing te komen. Dat spreekt ons veel meer aan dan het zetten van borden en dergelijke want dan moeten ze op heterdaad betrapt worden. De kans daarop is in die situaties niet zo groot en daar lossen we het probleem niet mee op. Wij ondersteunen van harte de suggestie om in overleg te komen.
66
De heer Looijen: Ik vind sowieso dat de discussie over verkeersbesluiten, het al dan niet inrijden op wegen, dat hoort absoluut niet binnen de discussie van Duurzaam Veilig thuis. Maar dat is mijn persoonlijke mening. Ik wil de heer Kolbach wel herinneren aan het landelijk convenant dat in 1996 is gesloten waarbij er gewoon een prestatieafspraak is gemaakt bij alle wegbeheerders, waaronder ook de gemeente Zaltbommel, om ongeveer 50% van de bebouwde kom duurzaam veilig in te richten. Of je dat leuk vindt of niet je hebt daar toch een bepaalde verplichting liggen. De heer Romp: Ik vind het jammer dat de meeste partijen heel aarzelend zijn ten aanzien van de voorstellen voor het inrijverbod. Ik heb niet het idee dat ik heel veel offers van de vrachtwagens vraag. Als ze tussen 18.00 uur ’s-avonds en 06.00 uur ’s-morgens een klein stukje om moeten rijden via de rotonde bij Gameren en datzelfde geldt ook voor vrachtwagens op het stukje bij de Waalbandijk. Het is sowieso een groot probleem dat er steeds meer ’s-nachts en ook steeds meer op zondag gereden wordt. Ik vind dat steeds meer de rust verstoord wordt. Wat dit voorstel betreft wil ik graag de resultaten zien tussen 22.00 uur ’s-avonds en 04.00 uur ’s-nachts, wat de extra klachten zijn ten aanzien van de andere uren en in hoeverre dit gehandhaafd kan worden. Ik ben het op zich met de heer Kolbach eens dat een bord neerzetten een punt is maar dat er vooral goed overleg moet zijn, een goed convenant gesloten moet worden, welke richting men uitgaat. Het bord is er alleen maar om mensen erop te attenderen om die gewoonte, de kortste weg door een woonwijk, niet meer te nemen en om een klein stukje om te rijden. Ten aanzien van de Waalbandijk in Gameren daarvan denk ik dat we daar in augustus, als het hele verkeerscirculatieplan aan de orde komt, nog wel op terugkomen en in breder verband gaan kijken hoe de verkeersbewegingen zijn van de vrachtwagens. Het uitgangspunt van GroenLinks is de overlast voor de bevolking minimaal in de nachtelijke uren te beperken. De heer Bragt: Het stukje 30 kilometerzone op de dijk in Nieuwaal is wat ons betreft akkoord. Over de school Kerkwijk is wat voorgesteld. Het is officieel een 50 kilometerweg. Ik heb niet het idee dat er zoveel harder gereden wordt maar op die plek is 50 kilometer al hard als een school in of uit gaat. Het heeft onze instemming als daar nog eens gekeken wordt of er iets extra’s gedaan kan worden. Ik wil wel zeggen doe het in overleg met het schoolbestuur want zij kennen de situatie en de plaatselijke praktijk. Dan kom je denk ik een heel eind. De heer Satter: Ik wil even reageren op de 30 kilometer in Nieuwaal. Daar staan wij ook achter. In Kerkwijk hebben wij hetzelfde standpunt als de ChristenUnie. Wij zijn daar voor maar laten wij eerst in overleg treden met het schoolbestuur. Wij zijn tegen de inrijverboden. Wij hebben daar ook over gesproken in de commissie. Laten we het eerst zo maar proberen. De heer Krähe: Dank voor de meerderheid van de raad dat we toch iets bij Kerkwijk willen doen. Wij zijn ook voor het verhaal op de Waalbandijk met betrekking tot Gameren vooral voor die brede vrachtwagens van 2 meter 60. Wat het stuk in Nieuwaal betreft dat hebben wij in de commissie gevraagd en dat heeft de wethouder netjes gedaan. Daarvoor dank. De voorzitter: U bent akkoord met dit stuk duurzaam veilig inrichten. In meerderheid heeft u zich uitgesproken voor het zoeken naar een oplossing bij de school in Kerkwijk om daar de snelheid tot 30 kilometer terug te brengen. U bent voor 30 kilometer op de Waalbandijk in Nieuwaal. Er zijn een tweetal suggesties gedaan door GroenLinks waarop dit moment geen meerderheid voor te halen is.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
67
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
9
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02998/BOMI
Onderwerp
:
Raadsvoorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet voor uitvoering van het “stappenplan bodemkwaliteit 2005”
Beknopte samenvatting In het gemeentelijke ISV bodem(sanerings-)programma 2000-2004, alsmede in de gemeentelijk bodembeleidsnotitie (beide documenten vastgesteld door de raad), is afgesproken dat onze gemeente de bodemkwaliteit binnen haar gemeente in beeld gaat brengen. Hiertoe is een gemeentelijk “stappenplan bodemkwaliteit 2005” opgesteld. De kosten voor het uitvoeren van dit plan worden geraamd op € 123.534,--. De Provincie geeft hierop circa 90% subsidie. Netto komen de kosten voor de gemeente op € 10.224,--. Voorgesteld wordt in te stemmen met het “stappenplan” en een brutokrediet van € 123.534,-- beschikbaar te stellen voor de uitvoer van het “stappenplan”.
Relatie tot het vigerende beleid In het Nationale Milieubeleidsplan 3 (NMP 3) zijn voor de bodem in Nederland twee ambities neergelegd: De bodemkwaliteit in beeld brengen voor 2005 en de urgente en ernstige gevallen van bodemverontreinigingen saneren dan wel beheersen voor 2023. In het gemeentelijke ISV bodem(sanerings-)programma 2000-2004, alsmede in de gemeentelijk bodembeleidsnotitie (beide documenten vastgesteld door de raad), is afgesproken dat onze gemeente de bodemkwaliteit binnen haar gemeente in beeld gaat brengen.
Toelichting op voorstel Het ministerie van VROM wil in principe per 1 januari 2004 een inventarisatie hebben van alle locaties in heel Nederland waar bodemverontreiniging aanwezig kan zijn. Dit betreft dan de zogenaamde “werkvoorraad“. Zij zal op basis hiervan in juni 2004 een indicatief budget aan de provincies toedelen voor de periode 2005-2010. Uiteindelijk doel is om in 2023 alle urgente en ernstige bodemverontreinigingen te hebben gesaneerd danwel te beheersen. Het is een taak van de provincies om de “werkvoorraad” in beeld te brengen. Tevens dient daarbij duidelijk te worden voor welke locaties de overheid (provincie of gemeente) en voor welke locaties het bedrijfsleven bodemonderzoek zal moeten gaan verrichten. De provincie Gelderland wil dat de gemeenten deze taak overnemen en leveren daarvoor grotendeels de financiële middelen. Daarnaast wil de provincie ook de diffuse (verspreide) verontreinigingen in landelijk gebied in beeld brengen, ook hiervoor leveren ze de financiële middelen.
68
Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland hebben de gemeenten bij schrijven van 5 juli 2001 kenmerk MW2001.28081 gevraagd een plan te maken waarin de verschillende stappen in het onderzoek en de kosten daarvan duidelijk worden, het zogenaamde “stappenplan bodemkwaliteit 2005”. Het “Stappenplan bodemkwaliteit 2005 gemeente Zaltbommel” en het kostenoverzicht liggen voor u op de gebruikelijke wijze ter inzage. Het “stappenplan” geeft de werkwijze aan tot en met het historisch bodemonderzoek. Een volgende stap is het uitvoeren van oriënterend onderzoeken op potentieel ernstige locaties die voort zijn gekomen uit het historisch onderzoek. Nog niet duidelijk is of de provincie ook het verrichten van de oriënterende onderzoeken wil overdragen aan de gemeenten. Op grond van de huidige regelgeving kan het Rijk of de provincie Gelderland niet afdwingen dat de gemeente uitvoering geeft aan bodemkwaliteit 2005. Wel zal de provincie bij het niet halen van de doelstellingen uit het gemeentelijke ISV (bodem)programma voor de komende ISV-periode minder budget beschikbaar stellen. De uitkomsten van bodemkwaliteit 2005 zullen een belangrijke input zijn voor het ISV-programma en dus voor de beschikbare budgetten voor de jaren 2005-2010. De voordelen van het in beeld brengen van de bodemkwaliteit voor onze gemeente zijn: - creëren van een goed inzicht in omvang en ernst van het “bodemprobleem in onze gemeente” als erfenis uit het verleden - burgers en bedrijven beter en sneller van informatie voorzien (loketfunctie) - tijdsbesparing omdat geen archiefonderzoek meer nodig is - meer inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van de bodemkwaliteit bij ruimtelijke ontwikkelingen en civieltechnische werken (kosten en tijdsbesparing) - een goed totaal overzicht beschikbaar hebben voor de planning van de komende ISV periode(n) - er zijn nu nog ruime subsidiemogelijkheden van de Provincie - eenvoudigere mogelijkheden voor het sturen van grondstromen op grond van (nog op te stellen) bodemkwaliteitskaarten Inmiddels is een gemeentelijk “Stappenplan bodemkwaliteit 2005 gemeente Zaltbommel” opgesteld met daarin alle stappen die achtereenvolgens gevolgd moeten worden. Op basis hiervan zijn offertes opgevraagd. De kosten voor uitvoering van het “stappenplan” worden geraamd op € 123.534,--. Indien u akkoord gaat met dit voorstel zal het “stappenplan” met offertes officieel worden toegezonden aan de Provincie Gelderland. Wanneer de Provincie Gelderland het “stappenplan” goedkeurt zal zij de financiële middelen beschikbaar stellen. Zij nemen dan ook een formeel mandateringsbesluit voor uitvoering van het stappenplan door onze gemeente.
Financiële consequenties De externe kosten voor het uitvoer worden geraamd op € 123.534,--. Van de provincie Gelderland valt een subsidie te verwachten van € 113.310. De netto investeringskosten voor de gemeente zijn dan € 10.224,--. De provincie vergoedt daarnaast de gemeentelijke personele kosten tijdens de uitvoering. Het opstellen van het plan inclusief aanvragen en beoordelen van offertes wordt niet vergoed. Geraamd wordt dat de netto personele kosten van de gemeente na aftrek van de subsidie € 5.432,-- bedragen. Deze kosten zijn niet opgenomen in de begroting. Wel zijn deze kosten aangedragen voor de kadernota 2003. Consequenties voor de integrale planning In het milieujaarprogramma 2003 tot 2006 is reeds rekening gehouden met de benodigde ambtelijke uren. Deze uren worden deels door de Provincie Gelderland vergoed. Daarnaast zal informatiebeheer en automatisering de benodigde programma’s moeten installeren. Dit is met hen kortgesloten en kan verricht worden binnen de planning. De benodigde uren van het streekarchief worden geraamd op 50 uur. Dit is met het streekarchief kortgesloten.
69
Voorstel Wij stellen u voor in te stemmen met het “stappenplan bodemkwaliteit 2005” en voor de uitvoering van het stappenplan een krediet van € 123.534,-- beschikbaar te stellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Ruimtelijke Zaken adviseerde positief in haar vergadering van 11 juni 2003.
De voorzitter: De wethouder heeft over dit agendapunt eerst een mededeling. Wethouder Penninx: Dit bedrag is bij de Kadernota zichtbaar gemaakt. Het college meent dat nu de provincie bereid is om een heel groot bedrag te betalen dat we nu tot uitvoering zouden moeten overgaan. Dat betekent dat nog een keer is gekeken naar de dekking. Er is bij de gemeente een voorziening “bodemsanering”. Dat is de bijdrage bij de daadwerkelijke sanering die de gemeente dan doet. Daar is nog ruimte om dit uit te betalen. Ons voorstel is om de dekking te doen uit de voorziening “bodemsanering”. De tweede opmerking is dat de provincie wilt kiezen voor de voordeligste offerte en wij willen dat voorstel volgen. De heer Krähe: Is het nu voor de gemeente de goedkoopste offerte of voor de provincie? Dat was juist de discussie. De heer Kolbach: Wij hebben geconstateerd, vooral bij de afdeling Ruimtelijke Zaken, dat bij inschrijvingen niet altijd gekozen wordt voor de goedkoopste. We moeten vergelijkbare offertes krijgen en betrouwbare bedrijven. Het is dan ook logisch dat de goedkoopste inschrijver ook degene is die zaken kan doen. Als dat niet zo is dan geeft het toch een wat raar gevoel. Vandaar dat wij zeggen dat je een goede omschrijving moet geven van de offerte en vervolgens de laagste gunnen. Tot onze verbazing was ook hier het voorstel om dat niet te doen. Wij vinden het een principiële kwestie dat bij deze manier van inschrijven de goedkoopste “koopman” is. Anders kun je dit systeem beter afschaffen. Verenigingen waaraan wij subsidies doen moeten ook altijd offertes overleggen en aanvragen en we moeten diezelfde lijn hanteren. Het doet ons deugd dat de provincie nu voor de goedkoopste kiest maar dan kost het de gemeente weer meer geld. Dat was de redenering en dat vind ik ook wat vreemd. Als de provincie de gemeente de verantwoordelijkheid geeft om die zaak uit te voeren, een stukje budget daarvoor beschikbaar stelt, dan vind ik dat we zo goedkoop mogelijk zaken moeten doen. Uiteraard onder dezelfde omstandigheden van de offerte. Ik hoop dat het in de toekomst niet meer voor komt dat er voor andere bedragen gekozen wordt dan voor de laagste. De heer Krähe: Ik ben blij dat het college toch dekking heeft gevonden voor het resterende bedrag. Op zich lijkt het een klein verhaal als je zoveel subsidie krijgt. Maar het is best een belangrijk verhaal want het kan heel veel burgers heel veel kosten besparen bij het eventueel in de toekomst moeten onderzoeken van de bodem in het kader van een bouwvergunning of wat voor activiteiten ze dan ook gaan plegen. Hieruit ontstaat een kaart waar iedereen aan kan zien welke locaties verontreinigd zijn en welke niet. Ik neem aan dat deze gegevens beschikbaar worden voor het hele publiek. Dat moet misschien ook wel in die publiekswinkel plaatsvinden. Ik vond het wel vreemd dat er dekking gezocht moest worden voor de uren
70
die wij maken. Volgens mij waren die uren al opgenomen in het milieu-uitvoeringsprogramma. Maar dat heb ik al eerder aangegeven.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
71
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
10
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02995/RO
Onderwerp
:
Raadsvoorstel tot het beschikbaarstellen van een krediet ten behoeve van het opstellen van het bestemmingsplan Brakelse deel Nieuwe Hollandse Waterlinie
Beknopte samenvatting Ter uitvoering van het voorbereidingsbesluit van 12 september 2002 voor een gedeelte van het Brakelse gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is gestart met de voorbereidingen voor het opstellen van een bestemmingsplan voor dit gebied. Hiervoor is door het stedenbouwkundig bureau SAB een plan van aanpak opgesteld. Voorgesteld wordt in te stemmen met dit plan van aanpak en een krediet beschikbaar te stellen van € 20.000,00 voor de opstelling van het bestemmingsplan
Relatie tot het vigerende beleid De herziening van het bestemmingsplan dient zich te beperken tot het gebied van het eerdergenoemde voorbereidingsbesluit alsmede te passen binnen de randvoorwaarden van de besluitvorming van de gemeenteraad d.d. 17 oktober 2002 inzake het landelijk Linieperspectief Panorama Krayenhoff van de Nieuwe Hollandse Waterlinie resp. de Gebiedsvisie-Zuid.
Toelichting op het voorstel Op 12 september 2002 heeft uw raad een voorbereidingsbesluit genomen voor een gedeelte van het gebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hoewel het in eerste instantie in de bedoeling lag een herziening van het bestemmingsplan mee te nemen in de integrale herziening van het bestemmingsplan Buitengebied (ongewenste ontwikkelingen kunnen niet plaatsvinden; de functie van het voorbereidingsbesluit lag met name in het afgeven van een signaal resp. het opstarten van onderhandelingen richting VROM als gevolg van de eerder in gang gezette aanwijzingsprocedure) heeft uw raad aangegeven toch een partiële herziening op te willen starten om zodoende de regie in eigen handen te kunnen houden. Aangezien stedenbouwkundig bureau SAB de gemeente reeds eerder over onderhavige problematiek heeft geadviseerd alsmede gelet op het feit, dat SAB de Gebiedsvisie-Zuid ten behoeve van de Nieuwe Hollandse Waterlinie heeft opgesteld, lag het voor de hand ook SAB te verzoeken de opstelling van onderhavige bestemmingsplanherziening ter hand te nemen. Genoemd stedenbouwkundig bureau heeft inmiddels een plan van aanpak opgesteld met bijbehorende offertebedrag. Onzerzijds kan worden ingestemd met dit plan van aanpak almede het geoffreerde bedrag. Opgemerkt wordt nog, dat de werking van het voorbereidingsbesluit in september gaat verlopen. Aangezien geen ongewenste ontwikkelingen kunnen plaatsvinden alsmede dat daadwerkelijk een start
72
wordt gemaakt met de bestemmingsplanwijziging is het opnieuw nemen van een voorbereidingsbesluit niet noodzakelijk.
Financiële consequenties Het opstellen van het voorontwerp bestemmingsplan wordt geoffreerd voor een bedrag van € 14.835,00 excl. BTW en incl. verschotten. Daarnaast dient een stelpost te worden opgenomen voor het traject na afronding van het voorontwerp bestemmingsplan (verwerking inspraak, zienswijzen, aanpassingen plan etc.). Gelet op de voorgestelde communicatie in het voortraject worden geen grote aanpassingen van het plan verwacht. Verwerking van zienswijzen zal grotendeels in eigen beheer kunnen geschieden. Incl. genoemde stelpost dient een totaalkrediet van € 20.000,00 excl BTW beschikbaar te worden gesteld. Tenslotte behoeft in het krediet geen rekening te worden gehouden met ambtelijke uren. Deze uren worden geacht inbegrepen te zitten in de reguliere uren van de afdeling RO (herziening bestemmingsplannen) en worden ten laste gebracht van de gewone dienst. Het totaal bedrag ad € 20.000,00 is opgenomen in de reserve “Actualisering Bestemmingsplannen (006.141.005)”,zodat er geen budgettaire lasten aan verbonden zijn.
Consequenties voor de integrale planning Met de opstelling en begeleiding van dit bestemmingsplan wordt rekening gehouden in de integrale planning.
Voorstel U wordt voorgesteld in te stemmen met het plan van aanpak met bijbehorende offerte en voor de uitvoering hiervan een krediet beschikbaar te stellen van € 20.000,00.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Opmerking griffier In overleg met de Agendacommissie wordt dit raadsvoorstel -gelet op de komende vakantieperiode- zonder behandeling in commissieverband aan u voorgelegd, zodat een start met de werkzaamheden nog voor de zomervakantie kan plaatsvinden. Tot het opstellen van dit bestemmingsplan is eerder besloten in de raadsvergadering van 7 maart 2003, mede op basis van advisering door de commissie Ruimtelijke Zaken.
De heer Kolbach: Er is een voorbereidingsbesluit genomen onder een aantal strikte voorwaarden. Ik wil toch in herinnering roepen dat die voorwaarden goed in het oog gehouden moeten worden. Hier wordt voorgesteld om het bestemmingsplan volgens een eerder voorgenomen voorbereidingsbesluit op te stellen alsmede aan te passen binnen de randvoorwaarden van besluitvorming van de gemeenteraad van 17 oktober 2002. Maar daarachter staat “inzake het landelijk Linieperspectief Panorama Krayenhoff van de Nieuwe Hollandse Waterlinie resp. de Gebiedsvisie-Zuid”. Wij hebben als gemeenteraad een brief van de reactie gestuurd op dat terrein. Daar stonden nogal wat tegenstrijdige zaken in. Ik heb gezien dat er door de gemeente Zaltbommel helemaal niet naar geluisterd is tot mijn grote verbazing. Maar dat moet nog behandeld worden in de commissie. Als het gaat over het Linieperspectief van Panorama Krayenhoff respectievelijk de Gebiedsvisie-Zuid daar hebben wij op dit
73
moment nog geen instemming mee. Om ons nu al uit te spreken van we gaan conform die visie een nieuw bestemmingsplan opstellen dat vinden wij een lijn die nog niet getrokken kan worden. De heer Satter: De drie voorwaarden die meegenomen zijn in het voorbereidingsbesluit daar vinden wij niets van terug. Ik kan alles wat de heer Kolbach verwoord heeft onderschrijven. Wij stemmen daarmee in. De heer Looijen: Wij sluiten ons volledig aan bij de woorden die de heer Kolbach gesproken heeft. Dat zijn toch een aantal harde uitgangspunten voor ons. We moeten ons conformeren aan de afspraken die wij met elkaar hebben gemaakt in de periode van de afgelopen anderhalf/twee jaar. Wij vinden daar hier niets van terug. De heer Romp: Er staat toch een zin “conform het raadsvoorstel”. De heer Looijen: Maar dat wordt door de andere zin weer ontkracht. De heer Bragt: Ik wil hier twee lijnen uitzetten. De eerste lijn is in aansluiting op wat de heer Kolbach en andere al hebben opgemerkt. Dat een aantal zaken niet zijn genoemd die wij wel afgesproken hebben. Wij kunnen het aan het college wel toevertrouwen dat het in het voorontwerp en in het ontwerp van het bestemmingsplan wel verwoord zal gaan worden. Het college is er om de kaders die de politiek heeft gesteld ook in acht te nemen. Ik denk dat we dat vertrouwen wel mogen hebben. De tweede lijn is wat is nu de status van al die landelijke stukken en uiteindelijk ook het provinciale beleid. In het kader waarvan wij straks het bestemmingsplan moeten gaan vaststellen. Ik vraag me af of wij daar wel aan toe zijn om dit bestemmingsplan in procedure te gaan brengen. Het is nog geen uitgemaakte zaak in procedurele zin hoe dat beleid er uitziet. Waar moeten wij ons straks aan houden? Dat is iets waar ik bedenkingen bij heb. Het Linieperspectief Panorama Krayenhoff en de Gebiedsvisie moet allemaal nog bekrachtigd worden. Dan lopen we op de muziek vooruit om dit nu al in een procedure te gaan brengen. Ik wil dit formele aspect toch wel toevoegen. Dit voorstel had eigenlijk nog niet naar ons toegekund. Wethouder Penninx: De tekst van dit voorstel behelst in feite alleen maar het vragen van een krediet en de keuze van een bureau. De motivering is dat dit bureau ons goed kent en ook betrokken is geweest bij het opstellen van de plannen waar het over gaat. Dat is voor ons een extra reden om dit bureau te vragen. Ik denk dat bij de inhoudelijke uitwerking vanzelfsprekend het college rekening zal houden met uw opvattingen. Ik denk dat het goed is zodra er sprake is van vooroverleg met andere partijen, zoals het rijk en de provincie, om dan dat punt van de status nog naar voren te brengen. Hier is een voorbereidingsbesluit en ik neem aan dat u hoopt dat wij tijdig zorgen dat er bestemmingsplannen zijn die de bescherming over kunnen nemen van het voorbereidingsbesluit. Ik stel voor met deze opmerkingen niet op een inhoudelijke discussie te hebben maar nadrukkelijk te vragen wat de status is van een aantal documenten. De heer Kolbach heeft in het verleden al meerdere malen gevraagd wat de formele status is van een document. Ik denk dat het goed is dat wij dat als college meenemen. De heer Kolbach: Ik ben ook niet zo gelukkig met de keuze voor dit bureau. Ik zou ook graag offertes hebben van een ander bureau. Wanneer men iets in de lijn heeft van het Linieperspectief en dat heeft gemaakt ligt het in de logische lijn om het verder uit te werken zoals het daarin staat. Als dat nu conflicterend is met de opvattingen binnen onze gemeenteraad zou ik liever een ander bureau hebben die er wat creatiever mee om kan gaan om misschien een wat andere denkrichting te krijgen. De voorzitter: Even voor de duidelijkheid. Dit bureau heeft niet meegewerkt aan het Linieperspectief maar aan de Gebiedsvisie-Zuid waar deze gemeente mee aan tafel zat. De heer Satter: Als we formeel zijn is het toch een probleem dat we nog niet toe zijn aan het beschikbaar stellen van een krediet. Het is allemaal wel waar maar het is een begin van een startfase. Ik heb daar toch problemen mee. De heer Bragt: Ik heb dat ook nog steeds. Het gaat er natuurlijk om dat als het krediet er is, hoe het wordt uitgegeven. Het moet niet uitgegeven worden in een fase dat er nog geen duidelijkheid is. Als daar toezeggingen liggen, dat zou ook via de commissie kunnen, van wij weten voldoende duidelijk dat dit het
74
beleid is waarop we ons hebben te richten dan gaan wij het geld uitgeven dan zeg ik laat dit voorstel dan nu passeren. Maar dat moet dan wel in die volgorde. Dat het geld pas uitgegeven wordt als het duidelijk is waar we ons aan te houden hebben. Dat is de boodschap die achter mijn woorden ligt. De voorzitter: Uw boodschap is dat we eerst inventariseren of de landelijke visie van het Linieperspectief de status heeft op basis waarvan er samen met de provincie gekeken kan worden naar het voorbereidingsbesluit. Is dat een mening die door u gedeeld wordt maar dat u vervolgens hiermee wel akkoord gaat? De heer Kolbach: Wij hebben in het verleden gezegd dat we onze eigen koers moeten varen. Daarom hoeven wij ook nergens op te wachten. Tenzij wij aan zien komen dat het niet goed gaat. Ik constateer op dit moment dat er best wat plooien zitten tussen de keus van de stuurgroep Linieperspectief en met name als het gaat over de begrenzing. Wij hebben het rijk, VROM, ook nodig voor sommige dingen en ik vind dat we de tijd niet voorbij moeten laten gaan. Wanneer het ingewisseld kan worden dan moeten we onze eigen weg gaan. Wanneer we blokkades ontdekken dan ben ik het met de heer Bragt eens dat we geen haast maken. Beter een laatste strop dan de eerste. De voorzitter: U zegt gewoon aan de gang gaan en kijken waar je tegen aanloopt en wellicht nergens. Dit laatste wordt door U gedeeld.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten, met inachtneming van de gemaakte opmerkingen. Terug naar agenda
75
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
13
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03025/WELON
Onderwerp
:
Vaststellen nieuwe Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel
Beknopte samenvatting In uw vergadering d.d. 17 juni 1999 heeft u de ‘Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel’ vastgesteld. De verordening wordt regelmatig aangepast naar aanleiding van ervaringen van gemeenten, van VNG en van schoolbesturen met de verordening en naar aanleiding van rijksregelgeving, uitspraken Raad van State, etc. De door de VNG geadviseerde wijzigingen (over de jaren 1999 tot en met 2002) in de modelverordening, worden grotendeels overgenomen in de nieuwe huisvestingsverordening van Zaltbommel. De belangrijkste wijziging in de huisvestingsverordening is de wijziging in verband met de vertaling van onderwijskundige vernieuwingen naar de huisvesting. Deze wijziging van de modelverordening is het resultaat van het overleg tussen VNG en het Kabinet. De nieuwe huisvestingsverordening gaat in deze uit van een modelmatige aanpak in combinatie met de totstandkoming van een Plan van inzet ‘huisvesting onderwijskundige vernieuwingen gemeente Zaltbommel’.
Relatie tot het vigerende beleid De verordening van de gemeente Zaltbommel is in hoofdzaak gebaseerd op de modelverordening van de VNG.
Toelichting op het voorstel Zoals hierboven genoemd heeft u in uw vergadering d.d. 17 juni 1999 de ‘Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel’ vastgesteld. Nadien heeft de VNG ieder jaar een beleidsbrief naar de VNG gezonden, voor aanpassingen in de model-verordening, die nog niet is vertaald naar de huisvestingsverordening Zaltbommel. Gelet op de veelheid aan wijzigingen ten opzichte van de vigerende huisvestingsverordening, is ons voorstel (vanwege de praktische uitvoerbaarheid) om de huisvestingsverordening onderwijs opnieuw vast te stellen. Voor een uitgebreide beschrijving van inhoud, overwegingen en beslispunten bij de vaststelling van de nieuwe huisvestingsverordening, verwijzen wij u naar de bijgaande notitie ‘Vaststellen nieuwe Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel’.
76
In de nieuwe huisvestigingsverordening (reeds in uw bezit) zijn de wijzigingen ten opzichte van de bestaande huisvestingsverordening vet gedrukt aangegeven. De kaders die betrekking hebben op de nieuwe vaststelling van de huisvestingsverordening betreffen ‘aanpassing model-huisvestingsverordening VNG’ (1), ‘beleid met betrekking tot onderwijskundige vernieuwingen’ (2) alsmede ‘beleid met betrekking tot agenda lokaal maatwerk’ (3). Kortweg gezegd is ons voorstel met betrekking tot de genoemde kaders als volgt: 1. De beleidsvoorstellen van de VNG overnemen en verwerken in de nieuwe huisvestingsverordening Zaltbommel. 2. De voorziening ‘aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen’ opnemen in de nieuwe huisvestingsverordening (bijlage I, deel A, artikel 1.10) onder de bepaling (noodzakelijkheidscriterium) dat, om in aanmerking te komen voor de vergoeding voor een aanpassing als gevolg van onderwijskundige vernieuwingen, in overleg met de scholen een gemeentelijk Plan van inzet wordt opgesteld met daarvoor nader op te stellen criteria. 3. Naar aanleiding van de ‘agenda voor lokaal maatwerk’ in discussie gaan met het onderwijsveld en op dit moment voor dit onderdeel geen nieuwe bepalingen opnemen in de huisvestingsverordening. Rest nog te vermelden dat, alvorens de huisvestingsverordening kan worden vastgesteld, een op overeenstemming gericht overleg (OLO) met de schoolbesturen dient plaats te vinden. Vermeld overleg heeft op 20 mei 2003 plaatsgevonden. Het verslag ligt voor u bij de stukken ter inzage.
Financiële consequenties Ten behoeve van onderwijskundige vernieuwingen vindt er vanaf 2002 op macro-niveau een toevoeging plaats van € 45 miljoen aan het Gemeentefonds. Hiernaast vindt voor dit onderdeel in de jaren van 2002 tot en met 2006 een cumulatieve herverdeling plaats van jaarlijks 13,6 miljoen. Derhalve komt het budget voor onderwijsvernieuwing uit op € 113 miljoen. Hier tegenover staat dat de gemeente op andere onderdelen dient te bezuinigen zodat de netto-toevoeging uitkomt op € 45 miljoen. Voor de gemeente Zaltbommel betekent dit dat er jaarlijks ongeveer € 55.000,00 beschikbaar komt en dat er daarnaast gedurende 5 jaar een jaarlijkse cumulatieve ombuiging dient plaats te vinden van ongeveer € 17.000,00. De definitieve financiële consequenties in meerjarenperspectief kunnen eerst in beeld worden gebracht, nadat genoemd Plan van inzet tot stand is gekomen. Een voorlopig financieel overzicht is in de bijgaande notitie opgenomen. De financiële consequenties zijn in de Kadernota 2003 verwerkt. Consequenties voor de integrale planning De nieuwe huisvestingsverordening treedt in werking na verloop van zes weken na de datum van bekendmaking. De aanvragen voor een voorziening in de huisvesting 2004 zullen worden getoetst aan de nieuwe verordening. Voorstel Over te gaan tot vaststelling van de ‘Verordening Voorzieningen Huisvesting Onderwijs Gemeente Zaltbommel’, één en ander overeenkomstig bijgaand besluit en de ter inzage liggende bijlagen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
77
Advies raadscommissie De commissie Inwonerszaken adviseerde in haar vergadering van 10 juni 2003 dat de gegevens uit bijlage 1 alsnog toegestuurd moeten worden, waarna behandeling in de raadsvergadering van 3 juli 2003 plaats kan vinden.
De heer Van Balken: Wij kunnen akkoord gaan met deze gewijzigde verordening. Onze fractie is blij dat de stap naar onderwijsvernieuwing gemaakt kan worden en dat die ook in de Kadernota is opgenomen. Ik denk dat het onderwijs nu ook in Zaltbommel een plek kan krijgen. De heer Van ’t Zelfde: De ChristenUnie kan ook akkoord gaan met het vaststellen van deze verordening. Ik wil alleen naar voren brengen het punt ten aanzien van de normen van de onderwijskundige ontwikkelingen. Deze moeten aangewend worden als er een blijvende huisvestingsvoorziening wordt toegekend aan een bepaalde school. Dat in dat kader een gemeentebreed plan van inzet gerealiseerd gaat worden. Dat heeft ook onze instemming want dat is een goede wijze van werken. Ik denk dat het wel duidelijk moet zijn dat de schoolbesturen recht hebben op een bedrag dat voor onderwijskundige ontwikkelingen voor de betreffende school ook dispenibel is. Als deze bedragen apart gehouden kunnen worden in de begroting dan geeft dat ook duidelijkheid ten aanzien van deze bedragen. De heer Romp: GroenLinks gaat akkoord met dit voorstel. Dit zal niet de enige wijziging zijn in de komende 5 à 10 jaar. Het beleid van het Ministerie van Onderwijs is toch om zowel in het basisonderwijs als in het voortgezet onderwijs de individuele leertrajecten te verstevigen en te versterken. Dat zal ongelofelijk veel implicaties hebben voor extra voorzieningen, extra ruimtes, extra computers etcetera. Die verzelfstandiging van de leerlingen in het onderwijs daar zijn wij nog niet mee klaar. Ik denk dat we op een gegeven moment heel goed moeten gaan kijken de komende vijf jaar hoe we daarvoor extra geld kunnen gaan claimen en kunnen reserveren om die onderwijsvernieuwing goed gestalte te kunnen geven. De heer Van Ballegooijen: Wij gaan ook hiermee akkoord. Wij hebben in de commissie met klem gevraagd of het geld voor de onderwijsvernieuwingen zeer duidelijk geoormerkt zou kunnen worden. De heer Van Doorn: Ook de SGP gaat akkoord. Het is goed dat de gelden die vanuit het rijk beschikbaar gesteld zijn nu naar het onderwijs vloeien en dat het hier een basis vindt in de verordening. Wethouder Penninx: Ik wil eerst een reactie geven aan de heer Van ’t Zelfde. Het is inderdaad zo dat wij hebben geprobeerd om voor alle schoolbesturen uit te rekenen wat het bedrag zou zijn op basis van de systematiek. Tegelijkertijd met de besturen hebben afgesproken om qua prioriteiten met elkaar te kunnen overleggen waar we het eerst beginnen. Ik hoop inderdaad op een goede samenwerking met de schoolbesturen. Vervolgens is door enkele van u aangegeven dat het goed zou zijn om bedragen te oormerken. Op zichzelf is het duidelijk dat vanuit het rijk dat maar heel beperkt gebeurt en het is inderdaad aan u om het in de begroting zichtbaar te maken. Maar ook wel degelijk gemeentelijk beleid te voeren hoe u wenst prioriteiten te stellen. Op dit moment kiest u volledig voor het afgesloten convenant. Maar in het convenant zat voor een deel extra inkomsten en een deel het zelf besteden aan dit doel van de eigen middelen. Dat blijft een gemeentelijke verantwoordelijkheid. Maar het lijkt mij goed om aan de afdeling Financiën te vragen of het goed zichtbaar kan blijven welke geldstromen er zijn voor het onderwijs. Het lijkt mij goed om dat te bespreken.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
78
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
14
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03027/WELON
Onderwerp
:
Vaststellen Uitgangspuntennotitie Brede school-ontwikkeling gemeente Zaltbommel
Beknopte samenvatting De uitgangspuntennotitie Brede school-ontwikkeling gemeente Zaltbommel geeft de kaders aan voor de verdere beleidsontwikkeling ‘brede school’ in de gemeente Zaltbommel.
Relatie tot het vigerende beleid Reeds enige tijd is er een proces gaande binnen de gemeente Zaltbommel, om te komen tot een samenhangend beleid voor ‘brede school-ontwikkeling’.
Toelichting op het voorstel Als bijlage bij dit raadsvoorstel treft u aan de Uitgangspuntennotitie Brede school-ontwikkeling gemeente Zaltbommel. Het doel van de uitgangspuntennotitie is enerzijds een overzicht te geven van het proces van de brede school-ontwikkeling, dat in de gemeente Zaltbommel tot op heden is gevoerd. Immers, gedurende de afgelopen jaren zijn in dit kader de nodige initiatieven ontplooid. We noemen hierbij onder meer het project ‘brede school-primair onderwijs’, het project ‘brede school-voortgezet onderwijs’, de landelijke dialoog brede school alsmede de werkconferenties-GOA die aan dit onderwerp zijn besteed. Richting het onderwijs- en welzijnsveld is de afspraak gemaakt dat de gemeente nu eerst aan zet is. De gemeente zal daarvoor een uitgangspuntennotitie vaststellen, dat enerzijds een beschrijving geeft van waar we nu staan in het proces ‘brede school-ontwikkeling’, en anderzijds de kaders aangeeft voor de verdere beleidsontwikkeling ‘brede school’ binnen de gemeente Zaltbommel. Voor de beschrijving en motivatie van een en ander, verwijzen u naar de Uitgangspuntennotitie.
genoemde
Wij stellen u voor met de inhoud van de Uitgangspuntennotitie akkoord te gaan en voor de verdere beleidsontwikkeling van de ‘brede school-ontwikkeling’ de volgende kaders vast te stellen: 1. Gelet op de uitkomsten van de overlegsessies met het onderwijs- en welzijnsveld, kiest de gemeente voor lokaal maatwerk, met respect voor identiteit en cultuur; met andere woorden: binnen de gemeente kunnen meerdere varianten van een brede school ontstaan.
79
2.
De brede school-ontwikkeling te baseren op integraal beleid, waarbij de aandachtsvelden onderwijs, welzijn, cultuur, gezondheidszorg en jeugdbeleid een themagebonden samenwerking met elkaar aangaan. Aan de hand van uw raadsbesluit met betrekking tot de uitgangspuntennotitie, kan een voorstel worden voorbereid voor de ontwerpfase van de brede school-ontwikkeling gemeente Zaltbommel (oktober 2003). De projectstructuur, waaraan wordt gedacht, staat beschreven in de uitgangspuntennotitie.
Financiële consequenties In de Kadernota 2003 zal een bedrag ad € 15.000,00 op jaarbasis worden opgenomen voor de brede school-ontwikkeling.
Consequenties voor de integrale planning N.v.t.
Voorstel Wij stellen u voor met de inhoud van de Uitgangspuntennotitie akkoord te gaan en voor de verdere beleidsontwikkeling van de ‘brede school-ontwikkeling’ de volgende kaders vast te stellen: 1. Gelet op de uitkomsten van de overlegsessies met het onderwijs- en welzijnsveld, kiest de gemeente voor lokaal maatwerk, met respect voor identiteit en cultuur; met andere woorden: binnen de gemeente kunnen meerdere varianten van een brede school ontstaan. 2. De brede school-ontwikkeling te baseren op integraal beleid, waarbij de aandachtsvelden onderwijs, welzijn, cultuur, gezondheidszorg en jeugdbeleid een themagebonden samenwerking met elkaar aangaan.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De meerderheid van de commissie Inwonerszaken adviseerde in haar vergadering van 10 juni 2003 positief ten aanzien van het voorstel. De fractie van D66 adviseerde bovendien de notitie aan te vullen met het aandachtsveld 'sport'.
De heer Van Ballegooijen: In de laatste commissie is door de heer Rike van D66 aangehaald dat hij in die notitie de sport miste. Hij wilde dat graag aanvullen. Wij kunnen daar geheel achter staan. Wij willen ook graag dat de sport in die notitie komt. De heer Van ’t Zelfde: Een goede zaak dat er een keuze valt voor lokaal maatwerk in het kader van de Brede school. Met respect voor identiteit en cultuur dat er binnen de gemeente meerdere varianten van een “brede school” kunnen ontstaan. Het is voor ons duidelijk dat een brede school niet perse gehuisvest moet zijn in een multifunctioneel gebouw. Het netwerk van voorzieningen rond de school waar soms verschillende nabijgelegen locaties zijn gehuisvest, maar als er toch nieuwbouw plaatsvindt dient deze zaak zeker overwogen te worden om de brede school in een gebouw te gaan realiseren. Mevrouw Krijgh: Wij zijn akkoord met de notitie. Zeker met het ontwikkelen van een brede school in de stad als op het platteland. Wij willen daar te zijner tijd gelijk mee starten.
80
Ten aanzien van sport vinden wij dat sport valt onder Welzijn. Het hoeft niet apart genoemd te worden. Bovendien is het zo dat waar de brede school ook komt toch in goed overleg met het onderwijsveld gerealiseerd moet worden. Het is maar de vraag of er bijvoorbeeld gymlokalen beschikbaar zijn waar die school komt en het zal bovendien ook nog een samenspraak kunnen zijn met sportverenigingen om tot een bepaalde ontwikkeling te komen. Wij vinden het niet noodzakelijk. De heer Van Doorn: Ik wil nog aanhaken bij een laatste opmerking van mevrouw Krijgh. Namelijk dat we het in alle kernen gelijk kunnen realiseren. Dan kom ik achter in de notitie bij een pijnpunt. Daar staat de middelen zijn nogal beperkt. In zover het er niet in staat is het door de wethouder wel duidelijk gemaakt. Er wordt gezegd dat de gemeente misschien een keuze moet maken of voor een concept of misschien wel voor een kern als de middelen erg beperkt zijn of een beperkt aantal kernen. Daar zit dan wel een pijnpunt. In diverse experimenten en initiatieven hebben ze veel moeite ingestopt en het zou een niet serieus nemen van al die scholen zijn en nu gaan we in de meest beperkte variant met één school verder en de rest blijft maar zitten. De heer Romp: GroenLinks ondersteunt het voorstel van een brede school van harte. Ik vind ook dat er maatwerk geleverd moet worden. Maar het moet niet “duizend bloemen bloeien” worden want dan komt het punt dat de heer Van Doorn aangehaald heeft. Dan komt iedereen met prachtige plannen vanuit het platteland en hier in de kern en dan blijkt er heel weinig gerealiseerd te worden. Er zal heel goed gekeken moeten worden naar een bepaalde rode lijn en naar een bepaalde efficiency om te komen tot gezamenlijke afspraken waarbij natuurlijk de denominatie en de cultuur allemaal in acht genomen moet worden. Het is de eerste stap. Er zal nog behoorlijk wat geld nodig zijn. Met name als je ook voorzieningen dicht bij de school wilt realiseren. Dat komt natuurlijk pas aan de orde als je het over nieuwe vestiging of verbouw gaat praten. Wij vinden het een goede zaak om sport apart te noemen. Het heeft allerlei welzijnsaspecten maar het heeft ook allerlei zorgaspecten. Wij denken dat het goed is om dat te stimuleren. Wethouder Penninx: Ik begrijp dat de insteek om maatwerk te leveren uw instemming heeft. Ik wil toch nadrukkelijk willen betogen dat wij bij de brede school spreken over twee dingen. Dat is enerzijds gewoon samenwerking tussen allerlei maatschappelijke instellingen die zich met jongeren bezighouden ten behoeve van die kinderen. Anderzijds het fysiek realiseren van gebouwen of velden om iets samen te doen. Wij kiezen voor inventariseren van mogelijkheden en het stimuleren van mogelijkheden. Op het moment dat er fysiek echt iets moet gebeuren en er is bijvoorbeeld geen kans om dan de middelen heel gericht in te zetten. Dat is de insteek. Dat kan met heel weinig middelen. Straks heeft iemand al gezegd dat de rijksoverheid steeds meer wil decentraliseren naar het kind en dat betekent dat de mogelijkheden voor de gemeentelijke overheid kleiner worden. Een tweede punt het maakt niet uit als we spreken over school, onderwijs en “cultuurhozer”, een soort dorpshuis opplussen of een school opplussen of breedtesport opplussen. Het gaat erom dat de mensen in onze gemeente en vooral de instellingen zo goed mogelijk samenwerken en dat willen wij stimuleren. Met respect voor allerlei zaken die in onze kernen nadrukkelijk spelen. Ik hoop dat dat de geest is die u van ons verwacht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
81
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
15
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02996/RO
Onderwerp
:
Raadsvoorstel inzake vaststellen bestemmingsplan Brakel De Weitjes II
Beknopte samenvatting De gemeenteraad wordt voorgesteld de zienswijze van de stichting Rechtsbijstand (ingediend namens de heer C.L. Hofland) niet over te nemen en het bestemmingsplan “Brakel De Weitjes II” ongewijzigd vast te stellen.
Relatie tot het vigerende beleid Het plangebied van het onderhavige bestemmingsplan “Brakel De Weitjes II” is voor het overgrote deel gelegen in het thans geldende bestemmingsplan “De Weitjes”. Dit plan is vastgesteld in de openbare vergadering van de gemeenteraad van de voormalige gemeente Brakel op 3 februari 1972 en goedgekeurd bij besluit van gedeputeerde staten van Gelderland van 18 december 1972, nr. 5282/528-3307. Het overige deel van het plangebied is gelegen binnen het bestemmingsplan “Brakel-Dorp”. Dit plan is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Brakel op 9 december 1982. Gedeputeerde staten heeft het plan goedgekeurd op 5 augustus 1983, onder nummer RO695/5ROV/G5202. Het onderhavige bestemmingsplan past in het ISV-programma 2000, vastgesteld door de gemeenteraad op 13 juni 2000, alsmede in de Visie Wonen en Werken, die op 13 maart 2003 door de gemeenteraad is vastgesteld.
Toelichting op het voorstel Het ontwerpbestemmingsplan “Brakel De Weitjes II” omvat globaal gezien het gebied gelegen tussen de Wilhelminalaan, de Wilgenstraat, de Meidoornstraat en de Lindenstraat te Brakel. Voorts heeft het bestemmingsplan betrekking op de percelen Wilhelminalaan 4-6, 12-14, 31-35 en 36-54. Het plan biedt onder meer de mogelijkheid om binnen het voormelde plangebied ruimte voor dagopvang, gemeenschapsruimte, ruimte voor eerstelijnsverzorging, seniorenwoningen, andere soorten woningen en ondergronds parkeren te realiseren. Om dit mogelijk te maken is het de bedoeling, dat het gebouw van de Thuiszorg, de peuterspeelzaal, de huidige seniorenwoningen en de overige in het plangebied gelegen woningen, worden gesloopt. Het ontwerpbestemmingsplan “Brakel De Weitjes II” heeft vanaf 21 maart 2003 gedurende vier weken (tot en met 17 april 2003) ter inzage gelegen. Tijdens de voormelde termijn is door middel van een brief van 15 april 2003 (ontvangen 16 april 2003) namens de heer C.L. Hofland, Wilgenstraat 5 te Brakel, een zienswijze ingediend door stichting Rechtsbijstand. De stichting Rechtsbijstand is in de gelegenheid gesteld om haar zienswijze mondeling toe te lichten ten overstaan van de commissie ontwerpbestemmingsplannen van 1 mei 2003. De voornoemde stichting heeft
82
schriftelijk kenbaar gemaakt, dat zij geen gebruik wenste te maken van de gelegenheid om haar zienswijze mondeling toe te lichten. Zij is van mening, dat de argumenten voldoende duidelijk op papier staan en verder geen mondelinge toelichting behoeven. De schriftelijke zienswijze heeft betrekking op de volgende punten: 1. de financiële haalbaarheid van het bestemmingsplan is in gevaar. Niet alleen vanwege de gestelde (maar nog niet weerlegde) planschade, maar ook vanwege de - te verwachten - schade aan de woning van de heer Hofland, wanneer er ten behoeve van de nieuwe woningen geheid moet worden. Als er niet geheid gaat worden, om schade aan de (niet onderpaalde) woning van de heer Hofland te voorkomen, worden de kosten van de woningen weer zo hoog, dat het bouwen daarvan niet rendabel is; 2. er blijft een probleem met de – te verwachten – parkeeroverlast. De woningstichting verwacht dat de meeste huurders zeker op termijn hun auto graag beschermd in de garage zullen plaatsen. De keuze zal worden bepaald door prijs-kwaliteit-verhouding. Voor cliënt is dit echter volstrekt onvoldoende om ervan overtuigd te raken, dat er geen parkeerprobleem geschapen wordt. Over de hierboven genoemde punten kan het volgende opgemerkt worden. Ad 1. De woningstichting zal nog onderzoek laten verrichten naar de wijze van funderen. Op basis van dit onderzoek zal bepaald worden of er in casu geheid wordt, of dat de fundering anderszins plaatsvindt. In het geval er geheid wordt, zal – alvorens met de werkzaamheden wordt begonnen – de bouwtechnische staat van de omliggende woningen geïnventariseerd worden. Hierdoor zal na de werkzaamheden kunnen blijken of er schade door de werkzaamheden is ontstaan. De aannemer is verzekerd voor eventuele schade aan omliggende woningen als gevolg van de werkzaamheden, die door hem worden verricht. Het ligt overigens in de lijn der verwachting, dat de fundering via boren wordt gerealiseerd. Ten aanzien van de gestelde planschade wordt het volgende opgemerkt. Afgezien van de opmerking in de inspraakreactie, dat het vrije uitzicht van de heer Hofland wordt belemmerd, is slechts in zijn algemeenheid gesteld, dat er sprake zal zijn van planschade. Daarbij zijn geen argumenten aangevoerd op basis waarvan thans aangenomen moet worden dat er aanzienlijke bedragen aan planschade uitgekeerd moeten worden. Als er al sprake is van planschade, is er geen reden aanwezig om aan te nemen, dat dermate hoge bedragen voor planschade uitgekeerd dienen te worden, dat de financieel-economische haalbaarheid van het plan in gevaar is. Er is immers sprake van een bestaand stedelijk gebied, waarbij voorts de functie van het gebied voor het overgrote deel onveranderd blijft. Gezien het voorgaande zijn wij van mening, dat de economische uitvoerbaarheid van de plannen geen gevaar loopt. Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat de bebouwingszone tegenover de woning van de heer C.L. Hofland naar aanleiding van de inspraak is verkleind. Ad 2. De huurders van een appartement zijn verplicht om tevens een parkeerplaats in de kelder te huren. Eén en ander met uitzondering van de huidige huurders van de te slopen woningen in het plangebied, die gebruik maken van de terugkeergarantie. Er mag van uitgegaan worden, dat de huurders over het algemeen wel degelijk gebruik zullen maken van de - in de parkeerkelder gesitueerde - parkeerplaatsen. Naast de parkeerplaatsen in de parkeerkelder zijn er uiteindelijk nog circa 54 openbare parkeerplaatsen in het plangebied beschikbaar voor onder andere bezoekers. Wij gaan er dientengevolge van uit, dat zich ter plaatse geen parkeeroverlast zal voordoen. Gezien het voorgaande wordt voorgesteld de zienswijze van de stichting Rechtsbijstand niet over te nemen.
83
Financiële consequenties De kosten van de plannen worden betaald door woningstichting “De Vijf Gemeenten”. De gemeente zal aan de hand van het Investeringbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) een financiële bijdrage leveren aan de herinrichting van het openbare gebied.
Consequenties voor de integrale planning De vaststelling van het plan past binnen de integrale planning.
Voorstel De zienswijzen van de stichting Rechtsbijstand niet over te nemen. Het bestemmingsplan “Brakel De Weitjes II” ongewijzigd vast te stellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Ruimtelijke Zaken adviseerde unaniem positief in haar vergadering van 11 juni 2003.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
84
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
16
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.02997/BOR
Onderwerp
:
Raadsvoorstel tot het beschikbaar stellen van een krediet ten behoeve van de laatste fase voor het uitbaggeren watergangen en taludverbetering stadsgrachten te Zaltbommel
Beknopte samenvatting Het uitbaggeren van watergangen en het aanbrengen van taludverbetering in de stadsgrachten zijn zogenaamde artikel 12-projecten, waarvoor in totaal, door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, een bedrag van € 2.541.169,20 beschikbaar is gesteld. In 2001 is de 1e fase, zijnde de M. van Rossemsingel en de Virieusingel, in uitvoering genomen en in december 2002 voor de eerste keer opgeleverd, waarna in de onderhoudsperiode het werk geheel zal worden afgerond. De thans in uitvoering te nemen (laatste) fase behelst het baggeren van de Binnen- en de Paddengracht met de hierbij behorende werkzaamheden.
Relatie tot het vigerende beleid Uitvoering van achterstallig onderhoud in het kader van artikel 12-projecten/gelden.
Toelichting op het voorstel Het voorliggende plan is er op gericht om na uitvoering van de feitelijke baggerwerkzaamheden de omstandigheden te bevorderen waarin een leefmilieu voor planten en vissen e.d. mogelijk wordt door: a. Het aanbrengen van een met gras ingezaaid half verhard onderhoudspad, gesitueerd tussen de stadsmuur en de insteek van de binnengracht, zodat de binnengracht machinaal kan worden onderhouden. b. Het plaatsen en installeren van een kleine pompinstallatie en het aanbrengen van een open duikerleiding tussen de buiten- en binnengracht met als opzet enige doorstroming in het water te verkrijgen. Ook worden de in slechte staat verkerende hardhouten bruggen gerenoveerd, het in onbruik verkerende parkmeubilair vervangen en de aanwezige poelen uitgediept. Aangezien in zowel de Binnengracht als plaatselijk in de Paddengracht sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging is dit besproken met het Waterschap Rivierenland. Een en ander heeft ertoe geleid dat op grond van de Wet Bodembescherming (Wbb) het Waterschap in het project participeert (ook financieel), maar de gemeente blijft “trekker”. Om in aanmerking te komen voor een bijdrage in de kosten voor de uitvoering van deze baggerwerkzaamheden is in het kader van ‘Regeling eenmalige uitkering baggerwerkzaamheden bebouwd gebied’ (SUBBIED) een aanvraag ingediend.
85
Het voorliggende plan is voorgelegd aan de gemeentelijke Monumentencommissie en aan de Rijksdienst voor Monumentenzorg. Beiden kunnen met het plan instemmen. Een ingekleurde situatietekening, een tekening met een aantal dwarsprofielen, een specificatie van de geraamde kosten en een financieel overzicht van de gemaakte en nog te realiseren werken met betrekking tot de stadsgrachten ligt op de gebruikelijke wijze ter inzage.
Financiële consequenties De totale kosten van het werk, incl. voorbereiding e.d. worden excl. BTW geraamd op Bijraming (zie onder N.B.2. van het ter inzage gelegde financieel overzicht) van het krediet ‘uitbaggeren Buitengracht’, in verband met het uitvoeren van extra werken e.d., excl. BTW Totaal benodigd krediet, excl. BTW
€ 890.000,=
€ 290.000,= € 1.180.000,=
Consequenties voor de integrale planning Geen.
Voorstel Wij stellen u voor: a. een krediet beschikbaar te stellen van € 1.180.000,= b. bedrag sub a. als volgt te dekken: - de resterende voorziening artikel 12 tot een bedrag van € 613.900,= hiervoor aan te wenden. - een bedrag van € 543.015,= te verrekenen met toegekende bijdragen van “derden” (Waterschap en Rijksmonumentendienst) - een bedrag ad. € 23.085,= ten laste te brengen van de reserve afwikkelingsverschillen artikel 12.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Ruimtelijke Zaken adviseerde positief in haar vergadering van 11 juni 2003.
De heer Krähe: Ik wil mijn complimenten geven voor het grote bedrag dat binnengehaald is om die stadsgrachten op te knappen. Ook heeft de wethouder de vorige keer gezegd dat de grachten worden verfraaid door de fonteinen. Daarvoor mijn complimenten richting de wethouder en het college. Er was toegezegd om een planning op te stellen voor de rest van het project. Ik wil voorstellen dat de wethouder ons op de hoogte houdt van de voortgang in het kader van de actieve informatieplicht. De voorzitter: Wethouder Nijdam heeft “ja” gezegd als antwoord.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
86
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
17
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03024/SOZA
Onderwerp
:
Beleidsverslag Sociale Zaken 2002 m.b.t. de uitvoering van de Algemene bijstandswet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
Beknopte samenvatting Op grond van artikel 118 Abw van de Algemene bijstandswet (Abw), artikel 42 van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Ioaw) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (Ioaz), dient er jaarlijks een beleidsplan en –verslag te worden vastgesteld. In het beleidsplan en –verslag dienen met name de hoofdpunten van het lokale bijstandsbeleid te worden opgenomen. Behalve in het beleidsplan is het gemeentelijk beleid vastgelegd in een aantal verordeningen en beleidsnotities. Naarmate in de beleidsplannen en –verslagen meer tot uitdrukking wordt gebracht, op welke wijze de gemeente invulling geeft aan haar bevoegdheden, wordt een terughoudender opzet van toezicht door de rijksoverheid op de uitvoering van wetten en regelingen mogelijk.
Relatie tot het vigerende beleid Bij de invoering van de (nieuwe) Abw, Ioaw en Ioaz is bepaald dat burgemeester en wethouders jaarlijks dienen zorg te dragen voor een beleidsplan en –verslag, als bedoeld in artikel 110 van de Gemeentewet.
Toelichting op het voorstel Het beleidsverslag heeft tot doel verantwoording af te leggen over de in het verslagjaar verrichte werkzaamheden. Naast de controleerbaarheid van de uitvoering wordt het rijkstoezicht in staat gesteld te beoordelen of de uitvoering van de Algemene bijstandswet en aanverwante regelingen op een verantwoorde wijze heeft plaatsgevonden. Het beleidsverslag treft u als bijlage aan.
Financiële consequenties n.v.t.
87
Consequenties voor de integrale planning n.v.t.
Commissie Cliëntenparticipatie Sociale Zaken Dit verslag is ter kennisname aan de commissie Cliëntenparticipatie Sociale Zaken aangeboden.
Voorstel Het beleidsverslag Sociale Zaken 2002 m.b.t. de uitvoering van de Abw, Ioaw en Ioaz vaststellen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Standpunt raadscommissie De commissie Inwonerszaken adviseerde unaniem positief in haar vergadering van 10 juni 2003.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
88
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
18
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03026/WELON
Onderwerp
:
Verdeling schoolbegeleidingsuren 2003/2004
Beknopte samenvatting Voor het schooljaar 2003/2004 kunnen 138 schoolbegeleidingsuren op specifieke wijze worden ingezet. Het gaat hierbij om uren voor Natuur- en Milieueducatie, Weer Samen Naar School en lokaal onderwijsbeleid.
Relatie tot het vigerende beleid Schoolbegeleiding wordt gerelateerd aan de doelstellingen van het lokaal onderwijsbeleid.
Toelichting op het voorstel Op grond van het bepaalde in artikel 179 van de Wet op het primair onderwijs stelt de raad (onder meer) jaarlijks vast welk deel van de voor schoolbegeleiding bestemde middelen wordt besteed aan door de schoolbegeleidingsdienst te verrichten activiteiten die aansluiten bij de doelstellingen van het lokaal onderwijsbeleid én de criteria waaraan de scholen moeten voldoen om voor door de schoolbegeleidingsdienst te verrichten activiteiten in aanmerking te komen. Eén en ander dient plaats te vinden na een op overeenstemming gericht overleg met de schoolbesturen. Ook in het huidige schooljaar 2002/2003 zijn er schoolbegeleidingsuren bestemd voor een specifieke inzet die aansluit bij het lokale onderwijsbeleid (407 uur). Voor dit schooljaar ging het om een aanzienlijke vermeerdering van uren voor specifieke schoolbegeleiding, vanwege de uitvoering van het traject taalanalyse. Voor het schooljaar 2003/2004 is het voorstel om de specifieke inzet uitsluitend af te stemmen op het gebruikelijke niveau voor lokaal onderwijsbeleid. Het betreft 138 specifieke schoolbegeleidingsuren, te besteden aan Natuur- en Milieueducatie (18 uur), Weer Samen Naar School (30 uur) en lokaal onderwijsbeleid (90 uur). Het Overleg Lokaal Onderwijsbeleid kan met de bestemming van 138 schoolbegeleidingsuren voor specifieke inzet akkoord gaan. Een uitgebreide beschrijving van het beleidskader schoolbegeleiding 2003/2004, met vermelding van de per school beschikbare schoolbegeleidingsuren, is weergegeven in de ‘Notitie schoolbegeleiding gemeente Zaltbommel 1 augustus 2003-1 augustus 2004’, die u bij de ter inzage liggende stukken aantreft.
89
Financiële consequenties In de begroting 2003 is € 204.374,00 voor schoolbegeleiding opgenomen. Binnen dit budget worden de schoolbegeleidingsuren aangewend.
Consequenties voor de integrale planning De schoolbegeleiding is geplaatst in het kader van het lokaal onderwijsbeleid.
Voorstel 1. Voor specifieke schoolbegeleiding 138 uur reserveren. 2. De algemene schoolbegeleiding vanuit Marant Educatieve Diensten te Tiel, de Stichting Landelijke Protestants Christelijke Schoolbegeleidingsdienst ‘Centraal Nederland’ te Nunspeet en de Stichting Begeleidingscentrum Gereformeerd Schoolonderwijs te Ridderkerk vaststellen op respectievelijk 1005 uur, 295 uur en 117 uur.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Inwonerszaken adviseerde in haar vergadering van 10 juni 2003 positief ten aanzien van het voorstel, zij het dat de technische berekening van het aantal uren nadere aandacht behoeft.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten. Terug naar agenda
90
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
19
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
03.03028/WELON
Onderwerp
:
Verzoek om subsidie van de stichting Kinderboerderij Zaltbommel
Beknopte samenvatting Door het bestuur van de stichting Kinderboerderij Zaltbommel wordt subsidie gevraagd van de gemeente voor de investering en de exploitatie van de kinderboerderij. Het bestuur vraagt om een investeringssubsidie voor het jaar 2003 en met ingang van het jaar 2004 om een exploitatiesubsidie. Wij stellen u voor een éénmalige investeringssubsidie te verstrekken van € 10.000, --. Door deze subsidie van de gemeente kan de stichting tevens toegang krijgen tot andere financieringsmiddelen die afhankelijk zijn gesteld van de subsidie van de gemeente. De subsidie heeft een relatie met de fysieke voorzieningen in de wijk.
Relatie tot het vigerende beleid Het voorstel om deze subsidie te verlenen past in het beleidskader dat is geformuleerd in de Welzijnsnota 2001 – 2004 “Welzijn in perspectief, perspectief op welzijn”.
Toelichting op het voorstel De procedure tot aanpassing van het desbetreffende bestemmingsplan is afgerond. In januari 2003 is tussen de stichting en de gemeente een huurovereenkomst gesloten voor het gebruik van de grond. De huurprijs is op een symbolisch bedrag van ruim € 100, -- per jaar vastgesteld met ingang van 1 april 2003. Wij stellen u voor om de subsidie te verstrekken met toepassing van de Algemene Subsidieverordening Welzijn, ondanks dat de dekking van de subsidie niet uit welzijnsmiddelen bestaat. Door de subsidie te verlenen met toepassing van de verordening voornoemd zijn alle bepalingen van de verordening van toepassing en is een compleet juridisch toetsings- en verstrekkingenkader beschikbaar. In de Notitie subsidie kinderboerderij is een toelichting opgenomen op ons voorstel. Deze notitie ligt voor u ter inzage.
Financiële consequenties Door het bestuur zijn de totale investeringen geraamd op € 30.000, -- Volgens het bestuur is aan eenmalige bijdragen door sponsors en bedrijven tot nu toe € 12.000, -- ingezameld. Door de woningbouwstichting Hulp naar Vermogen is een bijdrage toegezegd van 50% van de gemeentelijke subsidie. De bijdrage van Jantje Beton wordt door deze instelling beoordeeld nadat de gemeente een
91
bijdrage heeft verleend. Door de gemeentelijke subsidie vast te stellen op eenmalig € 10.000, -- is de investering inmiddels vrijwel dekkend. Door het bestuur zijn de exploitatiekosten geraamd op jaarlijks € 10.000, -- In de dekking van de exploitatie is nog niet voorzien. Tot nu toe zijn voor een bedrag ad € 1.250, -- aan jaarlijkse bijdragen door sponsors en bedrijven toegezegd. Door het stichtingsbestuur wordt een jaarlijkse bijdrage van de gemeente in de exploitatie gevraagd met ingang van het jaar 2004 ad € 2.000, -- Wij stellen ons ten aanzien van dit onderdeel van de aanvraag om subsidie terughoudend op. Wij gaan er vanuit dat de kinderboerderij in de exploitatie selfsupporting zou moeten zijn. Indien de exploitatie niet kostendekkend te krijgen is, zijn wij bereid ons standpunt in deze te heroverwegen. Dekking In de dekking van de gemeentelijke subsidie ad € 10.000, -- kan worden voorzien door deze uitgave ten laste te brengen van het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen De Spellewaard (grondbedrijf).
Consequenties voor de integrale planning Er zijn geen consequenties voor de integrale planning. De voorziening wordt in eigen beheer door het stichtingsbestuur gerealiseerd.
Voorstel 1. Wij stellen u voor een éénmalige investeringssubsidie toe te kennen aan het bestuur van de stichting Kinderboerderij Zaltbommel ad € 10.000, -- met toepassing van de Algemene subsidieverordening welzijn. 2. In de dekking van deze uitgave voorzien door deze ten laste te brengen van het Fonds Bovenwijkse Voorzieningen De Spellewaard. 3. Het verzoek om een exploitatiesubsidie voor de Kinderboerderij Zaltbommel (voorshands) afwijzen.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Advies raadscommissie De commissie Inwonerszaken adviseerde unaniem positief in haar vergadering van 10 juni 2003 ten aanzien van het verstrekken van een éénmalige investeringssubsidie ad € 12.000,--, hetgeen inhoudt dat de exploitatiekosten voor het eerste jaar hierin zijn inbegrepen.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform het voorstel van burgemeester en wethouders besloten.
92
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
20
Nr.
:
Onderwerp
:
begrotingswijzigingen
Dit agendapunt geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Terug naar agenda
93
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
AAN de Raad
Agendapunt
:
21a
Zaltbommel, 19 juni 2003
Nr.
:
/BEST
Onderwerp
:
Vergaderstukken stichtingen
gemeenschappelijke
regelingen,
verenigingen
en
Toelichting op het voorstel De sinds de vorige raadsvergadering gehouden vergaderingen van algemene besturen van gemeenschappelijke regelingen, etc., waarin de gemeente Zaltbommel is vertegenwoordigd, worden bij dit agendapunt vermeld. Voor de raad bestaat hiermee de mogelijkheid kennis te nemen van de betreffende vergaderstukken en zonodig vragen te stellen dan wel enige terugkoppeling te plegen met degene die namens de raad in het betrokken bestuur zitting heeft. In de afgelopen periode zijn stukken ontvangen voor de vergadering van het Algemeen Bestuur van het Intergemeentelijk Orgaan Rivierenland (IOR) d.d. 26 juni 2003. De vergaderstukken liggen voor u ter inzage.
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN ZALTBOMMEL de secretaris de burgemeester P.A. Huijsman M. Peereboom
Dit agendapunt geeft geen aanleiding tot het maken van opmerkingen. Terug naar agenda
94
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
21b
Nr.
:
Onderwerp
:
AAN de Raad
Motie ChristenUnie
De heer Bragt: Wij hebben een motie aangekondigd. Het gaat over het bouwen in de kleine kernen. Het verontrust ons dat daar nog te weinig concrete plannen voor zijn ontwikkeld. Vandaar dat ik de volgende motie wil inbrengen. “De raad van de gemeente Zaltbommel, gehoord de beraadslaging, overwegende: -
dat in de diverse kleine kernen van de gemeente Zaltbommel grote behoefte bestaat aan zowel koop- als huurwoningen; dat thans nog geen concrete plannen nog een plan van aanpak is vastgesteld om bestemmingsplannen op te stellen ten einde woningbouw in de kleinere kernen mogelijk te maken; dat het college van B & W extra prioriteit dient toe te kennen aan het ontwikkelen van genoemde plannen;
roept het college op om in de eerstvolgende commissievergadering van Ruimtelijke Zaken een concreet plan van aanpak te presenteren waarin per kern een concrete planning van bouwvoornemens wordt aangegeven, met daaraan tevens de toegevoegde tijdsplanning van de op te stellen bestemmingsplannen, een en ander met inachtneming van het beleidsuitgangspunt dat de woningbouw in de gemeente verdeeld zal worden volgens het 50%- 50% principe, inhoudende dat de helft van de woningen in de kern van Zaltbommel en de andere helft in de kernen gebouwd zal worden; en gaat over tot de orde van de dag; namens de ChristenUnie, de heer A.C. Bragt, de heer G.B. van ’t Zelfde”
De heer Kolbach: Ik neem aan dat de heer Bragt zich goed heeft voorbereid op deze motie. Ik zou aan hem willen vragen kunt u mij het volgende vertellen. Het is nog niet zo lang geleden dat wij als raad een voorbehoud gemaakt hebben ten aanzien van de planning van woningbouw waarop onlosmakelijk aangekoppeld is en naar mijn gevoel is er een datum genoemd wanneer het college moest komen met de planning. Er is in ieder geval een toezegging gedaan. Als de toezegging is geweest dat ze er in augustus mee komen dan is de motie overbodig. Maar is die datum inmiddels verstreken dan staan we er van harte achter.
95
De heer Krähe: Die toezegging heeft wethouder Hackert indertijd gedaan. Hij heeft volgens mij de toezegging gedaan dat hij voor de vakantie met het verhaal zou komen. Helaas is het plan er niet denk ik. We kunnen dan niet anders dan deze motie steunen. De heer Satter: Er is daar inderdaad over gesproken. De SGP heeft toen ook voorgesteld dat dit de hoogste prioriteit moest hebben. Dat de bestemmingsplannen klaargemaakt moesten worden. Er is vastgesteld dat daar niet op gereageerd is. Wij ondersteunen die motie van harte. Een man een man, een woord een woord dus wij zijn verplicht om die motie te volgen. De heer Kolbach: Ik wil van de heer Bragt horen of hij die data in het hoofd heeft? De heer Bragt: Ik heb hele scherpe collega-raadsleden die het antwoord al hebben verschaft. Wethouder Penninx: Ik kan u namens het college melden dat het in de commissie van augustus aan de orde komt. Mij is gezegd dat dat er aan staat te komen. De heer Satter: Ik wil nog even reageren. De laatste jaren hebben wij 30% te weinig gebouwd. De bestemmingsplannen zouden ter hand genomen worden. Het is nu 2003 en wij hebben toen ook aangedragen dat wij in 2003 weer 50% minder hebben, in 2004 hebben wij nog niks klaar en in 2005 is er nog helemaal niet naar gekeken. Ga dat maar optellen. De eerste drie jaar blijven wij weer onder die 50%. Wij hebben daar grote moeite mee, ook naar onze burgers toe. Dat is geen behoorlijk bestuur. Wij hebben dat aangedragen en het wordt niet gedaan. Daar wil ik toch even op wijzen. De voorzitter: In de eerstvolgende commissievergadering kunt u daar verder met elkaar over spreken. Dat is de inhoud van de motie. De heer Looijen: De inhoud van de motie is niet om die inhaalslag te maken. Dat is wat de heer Satter heeft gezegd. De voorzitter: De motie is gericht geweest op het in de eerstkomende commissievergadering aan de orde stellen. Alles wat u omtrent dit onderwerp te melden heeft kunt u daar doen. De heer Bragt: Dat is inhoudelijk correct. Maar het gaat mij meer om het proces. Dat er op dat moment een concreet voorstel ligt. Dat er niet zo maar wat gesproken wordt in de commissie. Nee, er wordt van het college verwacht dat er dan een concreet voorstel ligt met deze punten als inhoud. De heer Looijen: Als wij nu op het antwoord van de wethouder afgaan dan vertrouwen wij er op dat er een verhaaltje komt vanuit het college. Op het moment dat wij deze motie vaststellen kunnen wij het college daar ook op vastpinnen. Vandaar dat wij die motie ook ondersteunen. De voorzitter: De motie is door u allen aangenomen en gaat naar het college.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna conform de motie van de ChristenUnie besloten. Terug naar agenda
96
Raadsvergadering
:
3 juli 2003
Agendapunt
:
22
Nr.
:
Onderwerp
:
Sluiting
De voorzitter: Ik kom toe aan de sluiting. Het is de laatste vergadering voor de zomervakantie. Ik wens u allen een goede vakantie toe.
De voorzitter sluit om 22.28 uur de vergadering onder dankzegging voor de beraadslaging en wenst iedereen wel thuis.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering d.d.
De griffier
De voorzitter
Drs. P.W. Bannink
M. Peereboom
Terug naar agenda
97