Reisgids voor microfinanciering
Martine Verbraeken, Kurt Moors, Gerda Heyde en Bert Opdebeeck Een publicatie uit de reeks Horizonten
samen investeren in welvaart en welzijn
[ 2 ] Een introductie in microfinanciering
9RRUZRRUG Klein geld voor ‘kleine’ mensen Op een wankel houten bankje zitten de drie vrouwen naast elkaar. Elk een handtas op de schoot, vastgeklemd onder de verweerde knokkels. Onze camera heeft hen even doen opkijken maar dan verdiepen ze zich alweer in de vrouwengesprekken en zijn de bandele (de blanken) van geen belang meer. De woordvoerder van de lokale boerenorganisatie toont trots zijn ‘bank’: een langgerekte hut met enkele luchtgaten en drie ‘bureaus’. Bij de ingang, de ‘receptie’, een paar wankele krukjes waar vertegenwoordigers van de organisatie de ‘cliënt’ ontvangen, haar – het zijn bijna allen vrouwen – identiteitsgegevens noteren, het dossier opzoeken, een briefje meegeven voor het ‘kantoor’ met daarop haar cruciale gegevens. Dan gaat het naar rechts of naar links. Rechts het ‘spaarkantoor’, waar de cliënt haar geld kan achterlaten in ruil voor een briefje met verschillende handtekeningen, bewijs van het deposito. Links het ‘kredietkantoor’, om geld te krijgen, te lenen. Zo ambtelijk als hij maar kan, stelt de secretaris van de boerenorganisatie zich op bij de ingang van de hut. Hij roept de naam van een vrouw, Hélène. Hij kent ze allemaal persoonlijk, en bijnaplechtig schrijdt zij de ‘bank’ binnen. Als een ritueel voltrekt zich het hele proces: de registratie bij ‘de receptie’ en,
in het geval van Hélène, de behandeling van haar dossier bij het ‘kredietkantoor’. Geen tien minuten later komt ze trots de hut weer buiten met een volgepropte handtas. Het vergt van mijn cameraploeg enige overredingskracht om het bundeltje geld te mogen filmen, tien dollar in Congolese frank, een klein fortuin voor Hélène. En dan vertelt ze. Hoe ze met dit geld, in vertrouwen geleend, morgen naar de markt gaat om bloem te kopen. De melk en de eieren produceert ze zelf, op het erf van haar hut. Met die ingrediënten bakt ze wafels. Om te verkopen in de stad Kananga, een rit op een vrachtwagen enkele uren hier vandaan. Dat doet ze nu al vele jaren en zolang al brengen de wafels meer op dan de kost van de ingrediënten samen. Zo heeft ze dat ook berekend, samen met de secretaris van de boerenorganisatie. Het verschil is klein, toegegeven, de winst schamel, maar net genoeg om het schoolgeld van de kinderen te betalen en die ene keer het ziekenhuis, toen de kleinste zoveel buikpijn had en de dokter het meisje moest opereren. Ze heeft het gehaald. En al die jaren al kan ze haar schuld terugbetalen aan de ‘boerenbank’ waardoor ze de volgende keer weer mag lenen.
Voorwoord [ 3 ]
[ 4 ] Voorwoord
Als het hele proces gefilmd is, de getuigenissen geregistreerd, Hélène en haar vriendinnen tevreden zijn vertrokken, dan pas wordt het mij helemaal duidelijk dat we hier, in dit onooglijke dorpje, uren rijden buiten Kananga, begrepen hebben waar het om gaat: met kleine middelen, niet groter dan nodig, ’kleine’ mensen kansen geven. ’Kleine’ mensen met kleine, maar cruciale noden. Of hoe microkredieten en microsparen het verschil kunnen betekenen tussen leven en geleefd worden. Het verschil tussen het lot in eigen handen nemen of het noodlot de overhand laten nemen.
Peter Verlinden Kananga, Congo voorjaar 2009.
foto: VRT
U kunt de reportage van Peter Verlinden bekijken op http://www.deredactie.be/ permalink/1.518382
Voorwoord [ 5 ]
[ 6 ] Inhoudstafel
,QKRXGVWDIHO 1
Een introductie in microfinanciering
1.1 1.2 1.3 1.4
Microfinanciering: meer dan geld alleen Waarom is microfinanciering nodig? Welke producten biedt microfinanciering? Wie biedt microfinanciering aan?
9 10 10 12 14
2
Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering
17
2.1 2.2 2.3 2.4
Grote voorbeelden uit het verleden De Raiffeisenprincipes Het Raiffeisenstelsel in België Belgische Raiffeisenstichting (BRS)
17 18 19 20
3
Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering
25
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
Hoe het begon... Hoe werkt Grameen Bank? Grameen Bank zet alles op zijn kop... ...Ook het maatschappelijk systeem Grameen: veel meer dan enkel bankieren Raiffeisen en Grameen: van droom naar daadkracht
25 26 27 28 28 30
4
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
33
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Toenemende internationale aandacht en erkenning Microfinancieringsinstellingen in alle maten, soorten en gewichten Waar halen microfinancieringsinstellingen hun geld vandaan? Evalueren, adviseren, controleren, onderzoeken… De belangrijke rol van overheden in het Zuiden
33 35 36 39 40
5
Nieuwe tendensen en uitdagingen
43
5.1 5.2 5.3 5.4
Professionalisering en formalisering Nieuwe technologieën Landbouwfinanciering: een blijvende uitdaging Microfinanciering en de financiële crisis
43 45 46 47
6
Slot: Worden mensen beter van microfinanciering?
53
Inhoudstafel [ 7 ]
[ 8 ] Een introductie in microfinanciering
(HQLQWURGXFWLHLQPLFURÀQDQFLHULQJ Microfinanciering uit het leven gegrepen Rokia Degbevi uit Benin heeft net buiten het dorp haar eigen maniokveldje. Groot is het niet, en het is hard werken om een mooie oogst af te dwingen op de Afrikaanse droogte. Maar Rokia is taai en draait haar hand niet om voor hard labeur. Gewapend met een hak en haar twee blote handen graaft ze in de brandende zon urenlang maniokwortels uit de rode grond. Die verwerkt ze thuis tot gari, een lokaal gerecht dat ze ‘s morgens op de markt verkoopt. Op die manier verdient Rokia zelf haar geld.
ze een gerespecteerde handelsvrouw. Het is dan ook met trots dat Rokia poseert voor haar maniokveldje, dat ze met de steun van een klein krediet heeft omgetoverd tot een bron van eigen inkomsten.
Aan werkkracht en doorzettingsvermogen ontbreekt het Rokia niet. Financiële middelen heeft ze echter niet. Om maniok te produceren en tot gari te verwerken, heeft ze bij de plaatselijke spaar- en kredietcoöperatie een microkrediet gekregen van 45 euro. Met de opbrengst van haar verkoop slaagt ze erin haar lening na 6 maanden terug te betalen. Dan houdt ze nog wat winst over, extra geld dat ze gebruikt om haar kinderen eten te geven of om de oudsten naar school te sturen. Als de ene lening is terugbetaald, kan Rokia een nieuwe aangaan. Haar handeltje bloeit en de gariverkoopster is trots op het resultaat van haar harde werk. Dankzij het startkapitaal van 45 euro heeft ze nu een eigen inkomen en kan ze haar gezin beter onderhouden. Op de markt kent iedereen haar en is
Een introductie in microfinanciering [ 9 ]
1.1 Microfinanciering: meer dan geld alleen In de wereld van microfinanciering zijn er veel Rokia’s. Haar verhaal is een typevoorbeeld van de essentie van microfinanciering: microkrediet geven aan mensen die arm maar wel economisch actief zijn, en die bereid zijn de handen uit de mouwen te steken om zelf hun levenssituatie te verbeteren. Bij gewone banken en financiële instellingen kunnen deze Rokia’s niet terecht voor de kleine kredieten die ze nodig hebben. De microfinancieringssector biedt hen wel een oplossing. Arme mensen vinden hier dezelfde diensten als in de gewone banksector – kredieten, sparen en verzekeren – maar dan voor kleine bedragen en met een dienstverlening op hun maat.
van een financiële transactie wordt in deze sector afgemeten aan het antwoord op de vraag: slaagt de cliënt erin om met de hulp van microfinanciering zijn levenssituatie te verbeteren?
Tegelijkertijd gaat microfinanciering over heel wat meer dan geld alleen. De combinatie van een economische en een sociale doelstelling is niet vanzelfsprekend en vraagt van microfinancieringsinstellingen heel wat creativiteit. Deze publicatie belicht de mogelijkheden en uitdagingen die deze dubbele opdracht met zich meebrengt.
1.2 Waarom is microfinanciering nodig? Tegelijkertijd gaat microfinanciering over heel wat meer dan geld alleen. Het gaat niet alleen om kredietwaardigheid, maar ook om menselijke waardigheid, een waardig inkomen, een waardig leven. Rokia’s microkrediet bijvoorbeeld geeft haar niet alleen de mogelijkheid een eigen inkomen te creëren, het geeft haar ook meer onafhankelijkheid, en dat niet alleen op financieel vlak. Werk en een inkomen betekenen voor Rokia dat ze actief kan deelnemen aan de maatschappij en de economie. Het krediet geeft haar kansen om de levensstandaard van haar familie te verbeteren en om haar kinderen naar school te sturen. Microfinanciering heeft dus niet alleen een economische, maar ook een sociale doelstelling. Het uiteindelijke resultaat
[ 10 ] Een introductie in microfinanciering
Drempels bij de gewone bank Het antwoord op deze vraag is eenvoudig: omdat er op de wereld drie miljard mensen zijn zoals Rokia. Arme mensen die geen of een beperkte toegang hebben tot de financiële diensten van een traditionele bank. Als zij willen aankloppen bij een gewone bankinstelling stuiten zij op een aantal drempels: `Ù Ze moeten kunnen aantonen dat ze kredietwaardig zijn en in staat zijn om hun lening terug te betalen. Er wordt een waarborg gevraagd in de vorm van geld of bezittingen. Net dat hebben armen niet. Krediet krijgen is vooral makkelijk als je al middelen hebt, maar veel moeilijker als je arm bent.
`Ù Voor vrouwen ligt de drempel nog hoger. Zij kunnen niet altijd zelfstandig en in eigen naam bij de bank terecht, zelfs al voorziet de wet gelijke rechten voor man en vrouw. En het is voor hen vaak nog moeilijker om formele garanties te kunnen voorleggen. `Ù Het is moeilijker om een kleine lening vast te krijgen dan een grote. Op administratief vlak kost het verstrekken van een kleine lening immers evenveel als een lening van bijvoorbeeld 100.000 euro. In het geval van Rokia komt haar kredietbedrag ongeveer overeen met de basiskosten van een dossier bij een gewone bank, wat financieel niet aantrekkelijk is.
zijn voor het toekennen van een lening, voor Rokia is het dat allerminst. Gewone financiële instellingen hebben ook niet altijd een positief imago bij arme mensen. Voor hen is de bank ontoegankelijk ver, vreemd en anoniem. Een lening bij hen kan begrepen worden als ‘een schuld hebben bij de bank’, een idee waartegen velen zich zullen verzetten. Gebrek aan alternatieven
`Ù Een andere drempel vormt de grote afstand tussen armen op het platteland en de banken die doorgaans in de stad gevestigd zijn. Als Rokia haar krediet terugbetaalt in maandelijkse aflossingen, betekent dit dat ze elke maand de bus moet nemen naar de stad. Met de kost van het busticket is ze alles bij elkaar meer kwijt dan het bedrag van haar aflossing.
Zonder microfinancieringsinstellingen zijn mensen als Rokia aangewezen op andere oplossingen wanneer ze geld nodig hebben. Ze moeten hun beperkte spaargeld aanspreken, een deel van hun bezittingen verkopen of gaan aankloppen bij familie, vrienden of kennissen. Eventueel sluiten ze zich aan bij een lokaal spaar- en kredietsysteem, de zogenaamde tontines of roscas (rotating savings and credit associations). Dat zijn heel kleinschalige en informele initiatieven waarbij kleine groepjes mensen elke week wat spaargeld bij elkaar leggen, geld dat beurtelings naar één van de groepsleden gaat. Of ze komen terecht bij geldschieters, privépersonen die doorgaans woekerintresten rekenen voor hun leningen. Door deze hoge intresten dreigen de mensen die bij hen geld lenen echter in een spiraal van schulden en afbetalingen te belanden waardoor ze nog verder wegzakken in de armoede.
`Ù Daarnaast zijn er nog een boel culturele verschillen tussen de wereld van de bank en de leefwereld van Rokia en andere armen. Het opstellen van een bedrijfsplan bijvoorbeeld mag voor de bank een hele vanzelfsprekende voorwaarde
Microfinanciering wil een haalbaar alternatief bieden voor deze minder aantrekkelijke oplossingen. Het wil de drempel van financiële dienstverlening verlagen en vermijden dat mensen in een uitzichtloze situatie van schulden en armoede belanden.
Krediet krijgen is vooral makkelijk als je al middelen hebt.
Een introductie in microfinanciering [ 11 ]
1.3 Welke producten biedt microfinanciering?
dieten. Men ging ervan uit dat arme mensen het meeste nood hadden aan leningen.
Micro De financiële diensten van de microfinancieringssector verschillen op zich niet veel van de basisdiensten die de meeste banken wereldwijd aanbieden. Mensen kunnen er terecht om te sparen en om krediet te krijgen. De laatste jaren worden er ook steeds meer verzekeringen aangeboden. De drie basisproducten – sparen, kredieten en verzekeringen – bieden elk op hun eigen manier een buffer bij financiële noden. Ze helpen mensen bij onverwachte uitgaven. Sparen laat toe om een reserve op te bouwen voor toekomstige uitgaven. Kredieten bieden de mogelijkheid om onmiddellijk over geld te beschikken en dit pas later weer terug te betalen. Bij verzekeringen betaal je op voorhand premies om in geval van onvoorziene en hoge kosten (vb. brand, ziekte) een vergoeding te ontvangen. Het woord ‘micro’ dat aan al deze diensten is toegevoegd – microsparen, microkredieten, microverzekeringen – verwijst niet alleen naar de kleine bedragen die in deze sector omgaan. Het benadrukt ook het specifieke karakter van de dienstverlening van deze sector, een dienstverlening die zich heel uitdrukkelijk richt op mensen die bij traditionele banken en verzekeringsinstellingen uit de boot vallen. Krediet Plus In het begin van de jaren ’70 beperkte microfinanciering zich tot microkre-
[ 12 ] Een introductie in microfinanciering
Ook arme mensen kunnen en willen sparen. Van bij de oorsprong zijn deze kredieten echter meer dan alleen maar een financiële transactie. Ze bieden de cliënt niet alleen economische middelen, maar ook mogelijkheden om zijn of haar capaciteiten te vergroten. Heel wat microfinancieringsinstellingen bieden naast kredieten ook opleidingen aan. Die opleidingen kunnen verschillende vormen aannemen. De informatie kan zich beperken tot een uitleg over de procedures om krediet te verkrijgen. Of de kredietverlening wordt gecombineerd met een opleiding over het beheer van economische activiteiten waarbij de basisprincipes van boekhouding en marketing worden uitgelegd. Als de leningen gelinkt zijn aan groepen, kunnen in de vormingssessies thema’s als groepsorganisatie, leiderschap, administratief beheer,… aan bod komen. Sommige instellingen koppelen hun kredietverlening zelfs aan alfabetiseringsprogramma’s. Het lijkt er echter op dat de ‘Krediet plus’-aanpak onder druk komt te staan, en dit onder invloed van de toenemende concurrentie tussen microfinancieringsinstellingen en de grote nadruk op de rentabiliteit.
Sparen Ook arme mensen kunnen en willen sparen. Hoe arm ze ook zijn, ze proberen altijd iets achter de hand te hebben en zo een buffer op te bouwen voor uitgaven in de toekomst. Ze sparen bijvoorbeeld voor een trouwfeest, een begrafenis, het schoolgeld van de kinderen. Dit inzicht vormt al meer dan honderd jaar de basis van de werking van de coöperatieve sector, maar is pas een tiental jaren geleden binnengedrongen in de sector van microkredieten. Sindsdien spreken we niet alleen meer van ‘microkrediet’ maar ruimer van ‘microfinanciering’. Traditioneel bestaan er een aantal manieren om te sparen. Mensen kunnen sparen in de vorm van vee, van juwelen, van bouwmaterialen die beetje per beetje gekocht worden, … Ze kunnen elke dag een klein stukje van hun inkomsten in bewaring geven bij een geldbewaarder, of in groep wekelijks een kleine som geld bij elkaar leggen die ze beurtelings mee naar huis mogen nemen. Dit is het systeem van de tontines of roscas. Arme mensen hebben vooral nood aan een aangepaste vorm van veilig en flexibel sparen. Omdat hun financiële middelen zo beperkt zijn, is het voor hen des te belangrijker dat ze veilig worden bewaard. Het is ook belangrijk dat hun spaargeld bij een onverwachte tegenslag snel kan vrij gemaakt worden. Doordat hun inkomen vaak onregelmatig of seizoensgebonden is, hebben ze nood aan een flexibel systeem.
Microfinancieringsinstellingen die de spaargelden van hun cliënten willen gebruiken voor het verstrekken van kredieten, zijn in heel wat landen aan een strenge wetgeving onderworpen. Op deze manier wil men hun spaargeld beschermen zodat ze niet nog dieper wegzakken in de armoede.
Meer informatie over microsparen: www.microsave.org www.microfinancegateway.org/ resource_centers/savings/
Verzekering Een verzekering is het meeste nodig voor mensen die er de minste middelen voor hebben. Arm zijn betekent immers kwetsbaar zijn. De kleinste tegenslag kan betekenen dat je in grote problemen komt en onder de armoedegrens geraakt. Een tegenvallende oogst, overvloedige regens of langdurige droogte, ziekte of een overlijden kunnen een grote invloed hebben op het inkomen van arme mensen. Een onverwachte gebeurtenis kan betekenen dat het bedrijfje moet worden stopgezet, dat er minder geld in het laatje komt, dat de kinderen niet langer naar school kunnen, dat de lening niet kan worden terugbetaald. Een microverzekering kan in zulke gevallen een vangnet creëren en vermijden dat de cliënt verder in de armoede zakt. Bovendien bieden ze de kredietnemer extra steun om ook bij tegenslag zijn lening te kunnen terugbetalen.
Een introductie in microfinanciering [ 13 ]
Er zijn twee courante verzekeringsproducten die door microfinancieringsinstellingen worden aangeboden. Enerzijds is er de kredietverzekering die bepaalt dat bij overlijden van de kredietnemer zijn familie het geleende bedrag niet moet terugbetalen. Anderzijds is er de ziekteverzekering waardoor de cliënt en zijn familie slechts een klein deel van hun medische kosten zelf moeten betalen, de rest wordt bijgepast door de verzekering. Het verzekeringsluik van microfinanciering staat nog in zijn kinderschoenen. De drempel voor dit product ligt hoog. Ook al biedt een verzekering heel wat voordelen, als je weinig geld hebt is het niet vanzelfsprekend dat uit te geven voor iets dat je misschien in de toekomst zou kunnen overkomen.
steunt in wezen op hetzelfde kernelement: vertrouwen. In essentie zou een financiële instelling een ‘plaats van vertrouwen’ moeten zijn, een plaats waar men vertrouwen geeft en krijgt. Een bankier moet enerzijds vertrouwen uitstralen, zodat mensen hem hun geld toevertrouwen. Wie geld ter beschikking stelt van de bank moet zeker zijn dat het veilig is en dat het op een veilige manier wordt omgezet in kredieten of investeringen. Diezelfde bankier moet dus ook op gepaste wijze vertrouwen geven aan de mensen of instanties aan wie hij geld leent, en hij moet daarbij goed kunnen inschatten wie dit vertrouwen waard is. Dit uitgangspunt voor de goede werking van een financiële instelling komt heel uitdrukkelijk bovendrijven bij de opdracht die de microfinancieringssector vervult.
1.4 Wie biedt microfinanciering aan? Tontines en roscas Een sector met veel spelers De microfinancieringssector omvat een grote verscheidenheid aan instanties die geld ter beschikking stellen van mensen die krediet zoeken. Deze instellingen variëren van lokale spaaren kredietgroepen tot commerciële banken met internationale vertakkingen. Daar tussenin bevinden zich een heleboel andere structuren zoals associaties, coöperaties, lokale kredietinstellingen, dorpskassen, ontwikkelingsbanken, nietgouvernementele organisaties. Bankieren: een kwestie van vertrouwen? Hoe verschillend hun structuren ook zijn, de werking van al deze instanties
[ 14 ] Een introductie in microfinanciering
In de grote verscheidenheid aan structuren binnen de wereld van microfinanciering is er een systeem dat hier bijzondere aandacht verdient: dat van de traditionele en informele spaar- en kredietgroepen. Zij worden, al naargelang de regio, tontines of roscas genoemd. Veel kenmerken van deze systemen zijn terug te vinden in de werkwijze van formele microfinancieringsinstellingen. Concreet gaat het om kleine groepen (gemiddeld vijf à tien personen) die regelmatig geld bij elkaar leggen. Ze stoppen bijvoorbeeld elke week vijf euro in een gezamenlijke pot. Het geld dat ze op die manier verzamelen, kan op verschillende manieren worden verdeeld.
Soms wordt via lottrekking bepaald wie als eerste de pot mee naar huis mag nemen, soms is er een vooraf afgesproken roulatiesysteem. Ook onverwachte noden of dringende behoeften kunnen bepalen wie de pot krijgt. Sommige tontines worden gecreëerd voor een bepaalde aankoop of investering. Zo legde een groep riksjarijders in Bangladesh, die hun riksja huurden bij een rijke zakenman, regelmatig geld bij elkaar om te sparen voor een eigen fietstaxi. Toen ze genoeg gespaard hadden, werd er één riksja gekocht die werd verloot onder alle spaarders. De winnaar van deze loting bleef mee sparen en stopte vanaf dan ook het bedrag dat hij vroeger spendeerde aan de huur van zijn fiets in de pot. Op die manier ging het sparen steeds sneller en op het einde van de rit had iedereen zijn eigen riksja.1
dit thema. In zijn standaardwerk ‘The poor and their money’ evalueert Stuart Rutherford deze modellen.2 In hoofdstuk 2 en 3 gaan we uitgebreid in op twee systemen die wereldwijd bekend staan om hun sociaal-economische impact: de spaar- en kredietcoöperaties van het Raiffeisenstelsel en de solidaire kredieten van Grameen Bank.
1
en
2
Rutherford, S., The poor and their money,
Oxford University Press, New Delhi, 2000
Dit systeem van sparen en krediet is gebaseerd op onderling vertrouwen en steunt op kleine groepen. Die werken met eigen middelen, zonder financiële inbreng of ondersteuning van buitenaf, waardoor ze beperkter zijn in financiële draagkracht. Het voordeel van dit groepssysteem van sparen en krediet is dat het tegelijkertijd ook een vorm van verzekering is. Als iemand van de groep een onverwachte tegenslag kent, kan de groep beslissen om de pot op dat moment aan die persoon te geven. Heel veel systemen van microfinanciering hebben zich op deze eenvoudige vorm van kredietverlening geïnspireerd. Er bestaan verschillende variaties op
Een introductie in microfinanciering [ 15 ]
[ 16 ] Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering
&R|SHUDWLHIEDQNLHUHQDOVLQVSLUDWLHEURQYRRU PLFURÀQDQFLHULQJ Microfinanciering krijgt recent veel internationale aandacht en lijkt een ware boom te beleven. Toch is het niet echt nieuw. In Europa zien we al in de 19e eeuw spaar- en kredietcoöperaties ontstaan. De basisprincipes waarop zij steunen zijn terug te vinden in de huidige microfinanciering.
levensmiddelen. Toch is het een mijlpaal in de geschiedenis van de coöperaties: hier worden voor het eerst de statuten van een coöperatie vastgelegd, de zogenaamde Rochdaleprincipes. Zij vormen wereldwijd de basis voor coöperaties.
2.1 Grote voorbeelden uit het verleden
In diezelfde periode bindt burgemeester Friedrich Wilhelm Raiffeisen in Duitsland op zijn manier de strijd aan tegen de armoede van de kleine boeren in zijn regio. Het zijn barre tijden. De hongerwinter van 1846-1847 doet Raiffeisen beseffen dat liefdadigheid geen blijvende verbetering brengt. Toegang tot de banken hebben de boeren niet. Ze zijn overgeleverd aan woekeraars die hen verplichten hun boerderij ver onder de prijs te verkopen om hun schulden te kunnen terugbetalen. Raiffeisen is geschokt door de doffe ellende van de armen en kiest resoluut voor een andere aanpak: geen liefdadigheid maar zelfhulp. Hij wil hen verenigen om zichzelf en elkaar te helpen. Onderlinge solidariteit op basis van een coöperatieve structuur moet hen uit de armoede trekken.
Rochdale: de eerste officiële coöperatie In 1844 wordt in de arme weversgemeenschap van Rochdale, in de buurt van Manchester in Engeland, de eerste coöperatie opgericht: de Rochdale Society of Equitable Pioneers. De levensomstandigheden in Engeland zijn op dat moment erg zwaar. De gemiddelde levensverwachting ligt niet hoger dan 21 jaar. De coöperatie wil mensen helpen om te overleven in deze barre tijden. Deze eerste coöperatie is geen spaaren kredietcoöperatie. De leden leggen eenvoudigweg geld bij elkaar voor de gezamenlijke aankoop van levensmiddelen die ze daardoor goedkoper kunnen verkrijgen. Het initiatief is erg kleinschalig. Het gaat om niet meer dan een kruiwagen vol
Friedrich Wilhelm Raiffeisen lanceert spaar- en kredietcoöperaties in Duitsland
Raiffeisen is er zich van bewust dat de kleine boeren zich maar kunnen ontwikkelen als zij voor de aankoop van grond, vee, zaaigoed en gereedschap toegang
Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering [ 17 ]
krijgen tot financiële kredieten. In 1849 richt hij de ‘Hulpvereniging ter ondersteuning van onbemiddelde Landbouwers van Flammersfeld’ op. De rijkere leden van deze vereniging stellen zich bij de bank garant voor de terugbetaling van de schulden, zodat de boeren hun boerderij kunnen behouden.
Raiffeisen is geschokt door de doffe ellende van de armen en kiest resoluut voor een andere aanpak. In 1864 creëert hij de ‘Spaar- en Kredietkas Vereniging’. De leden worden vennoot met een eigen inbreng. Ze leggen hun spaargelden samen en wie geld nodig heeft, kan dit lenen tegen gunstige voorwaarden. De leden kiezen bestuurders in hun eigen midden. Het aantal kassen neemt snel toe. Al gauw is er nood aan een centrale instantie die de bevoegdheid heeft om overschotten te centraliseren en krediet te verlenen aan kassen met weinig spaargeld. Er komen overkoepelende organisaties op gewestelijk niveau en in 1878 komt er een nationale organisatie. Zo ontstaat een coöperatieve structuur met grote autonomie op lokaal vlak, het Raiffeisenstelsel. Coöperatief bankieren is een feit. In andere landen wordt het voorbeeld van Raiffeisen gevolgd In Nederland worden in 1898 de ‘Cooperatieve Centrale Raiffeisen Bank’
(Utrecht) en de ‘Coöperatieve Centrale Boerenleenbank’ (Eindhoven) opgericht. In Frankrijk ontstaat in 1894 de ‘Crédit Agricole’, gebaseerd op mutualistische principes waarbij leden van de boerenorganisatie lokale spaar- en kredietkassen oprichten. In België organiseren de boeren zich op het einde van de 19e eeuw in boerengilden, die later de basis vormen voor de spaar- en kredietcoöperaties. En ook buiten Europa vindt het voorbeeld van Raiffeisen navolging. In Canada sticht Alphonse Desjardins in 1901 de ‘Caisse Populaire’ en in 1909 wordt zijn coöperatief model in de Verenigde Staten overgenomen.
2.2 De Raiffeisenprincipes Raiffeisen stelt een aantal basisprincipes op voor de werking van de spaaren kredietcoöperaties. Zij bepalen mee het succes van coöperatief bankieren, toen en nu: ` Er is een gemeenschappelijk doel en een sociale opdracht: de materiële lotsverbetering van de bevolking. ` De mens staat centraal, niet als kapitaalverschaffer maar als persoon die zich sociaal en economisch wil ontplooien. De waardigheid van elk individu is belangrijk. ` De coöperatie is toegankelijk voor iedereen die lid wil worden. ` De besluitvorming is democratisch volgens het principe ‘één man, één stem’. ` De leden-vennoten kiezen uit hun midden een bestuur. ` De leiders hebben een sterke band met de gemeenschap en genieten haar vertrouwen.
[ 18 ] Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering
` De leden zijn klant en eigenaar tegelijkertijd en dus medeverantwoordelijk. ` De coöperaties worden opgebouwd vanuit de lokale gemeenschap en zijn daarin verankerd. Dit impliceert dat het werkgebied beperkt is, meestal tot een dorp of gemeente. ` Sparen is essentieel. De coöperatie moet kunnen steunen op spaargelden van de leden voor het geven van kredieten. ` Krediet wordt alleen toegekend aan kredietwaardige leden. De kredietnemers moeten mensen hebben die zich borg willen stellen voor hen. ` Vertrouwen is belangrijk, maar sociale en andere controle is nodig. ` Het belangrijkste doel van de onderneming is het verschaffen van goedkoop krediet. Winst komt daarbij op de tweede plaats, maar is belangrijk in de mate dat het de coöperatie toelaat zijn werk verder te zetten.
2.3 Het Raiffeisenstelsel in België Boerengilden Ook in België heerst op het einde van de 19e eeuw grote armoede op het platteland bij de kleine boeren. De boeren hebben geen toegang tot het kredietsysteem van de stedelijke commerciële banken en moeten vaak hun hele hebben en houden verkopen of bij geldschieters leningen afsluiten tegen woekertarieven. Op enkele plaatsen in het land trekken de dorpspastoor en de plaatselijke elite zich de problemen van de boeren aan. In Heist-Goor bijvoorbeeld brengt pastoor Mellaerts in 1887 de boeren samen zodat ze gezamenlijk tegen lagere
prijzen kwaliteitsmeststoffen kunnen kopen. De eerste boerengilde is geboren. Andere dorpen volgen en drie jaar later, in 1890, wordt de Belgische Boerenbond opgericht, een overkoepelend orgaan voor al deze gilden. Spaar- en kredietcoöperaties In zijn gedrevenheid om de boeren een beter leven te geven, gaat pastoor Mellaerts nog een stap verder. In navolging van Raiffeisen spoort hij de boerengilde in Rillaar aan om een spaar- en kredietcoöperatie op te zetten. De leden leggen hun spaargeld samen en kunnen op basis daarvan de eerste kredieten toekennen. In 1892 ontstaat zo de eerste spaar- en leencoöperatie. En het werkt. De sociale controle zorgt ervoor dat de leningen worden terugbetaald en de spaarkas trekt steeds meer leden aan. Het succes in Rillaar werkt aanstekelijk. Andere dorpen in de buurt volgen en richten hun eigen spaar- en kredietcoöperaties op. Eind 1894 zijn er al vijftien. Centrale kas Vrij snel stuiten de plaatselijke coöperaties op moeilijkheden. Het ontbreekt de ongeschoolde leden aan kennis en ervaring om de kassen goed te beheren. Naast financiële middelen is er ook behoefte aan mensen die leiding kunnen geven. De kassen verenigen zich en zo ontstaat in 1895 een centrale coöperatie. De afgevaardigden van deze overkoepelende instantie bezoeken de dorpen, kijken de boekhouding na en geven advies aan de raden van bestuur van de plaatselijke
Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering [ 19 ]
coöperaties. Via de centrale coöperatie wordt het spaaroverschot van de ene plaatselijke coöperatie ter beschikking gesteld van een andere coöperatie die niet over voldoende fondsen beschikt. De organisatie groeit. Ook kleine middenstanders en arbeiders sluiten zich aan. In 1913 zijn er al 378 aangesloten spaar- en leencoöperaties met samen 29.000 leden. In 1934 is het aantal aangesloten kassen al opgelopen tot 1.099 met in totaal meer dan 95.000 leden. Raiffeisenkas In 1935 wordt de organisatie hervormd en vanaf dan heet de centrale coöperatie ‘Centrale Kas voor Landbouwkrediet’. De plaatselijke spaar- en kredietcoöperaties worden ‘Raiffeisenkassen’ genoemd. In 1940 worden zij officieel erkend als privéspaarkassen. In de jaren ’60 zal de Raiffeisenorganisatie uitgroeien tot de grootste privéspaarkas in België.
CERA In 1970 verandert de naam van ‘Centrale Kas voor Landbouwkrediet’ in ‘Centrale Raiffeisenkas’, afgekort CERA. Vanaf 1986 wordt deze naam ook gebruikt voor de plaatselijke vennootschappen, die tot dan Raiffeisenkassen gebleven waren. In 1993 nam CERA het bankstatuut aan en ontwikkelde zich verder.
Meer informatie: www.brs-vzw.be: dvd ‘Coöperatief bankieren’ www.brs-vzw.be: Jan Vanhulst en Walter Vanderhasselt, Aspecten van de geschiedenis en de werking van CERA Bank, 10 p. Vanhove, M. (2003) ‘Samenwerken aan de toekomst. De kracht van coöperaties’, Horizonten, Cera, Leuven
De Raiffeisenorganisatie in België heeft op dat moment nog steeds een sociale dimensie, maar is ook een onderneming geworden. Rendement is nodig. Niet voor de winst op zich, maar om de continuïteit van de werking te verzekeren.
Van der Wee, H., Buyst, E., Goossens M., en Van Molle L. (2002), ‘Cera 1892-1998. De kracht van coöperatieve solidariteit’, Mercatorfonds, Antwerpen.
Om krediet te krijgen, moeten familieleden of buren zich garant stellen. In de lijn van het gedachtengoed van Raiffeisen gaat het hier niet om liefdadigheid, maar om een samenwerkingsverband gebaseerd op wederkerigheid.
2.4 Belgische Raiffeisenstichting (BRS) CERA groeit uit tot een moderne en volwaardige bank, met een volledige dienstenwaaier en een uitgebreid productenpakket voor alle particulieren en beroepssectoren. Toch wil men de coöperatieve oorsprong niet vergeten.
[ 20 ] Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering
Daaruit volgt de keuze om bij de 100e verjaardag van de bank in 1992 de Belgische Raiffeisenstichting (BRS vzw) op te richten. Het doel van deze organisatie is tweevoudig: enerzijds wil BRS de coöperatieve principes levend houden, anderzijds wil ze organisaties in het Zuiden laten delen in de rijke ervaring van 100 jaar coöperatief bankieren. In 1998 fusioneren Kredietbank, CERA Bank en ABB Verzekeringen en worden ze samen KBC Bank en Verzekeringen. Ook dan kiest men ervoor om de coöperatieve idee te laten verder leven. Dit gebeurt voortaan via een nieuwe coöperatie onder de vertrouwde naam ‘Cera’. Deze coöperatie heeft, naast een financiële, ook een maatschappelijke opdracht: samen met haar vennoten investeren in welvaart en welzijn. Cera maakt deze missie onder meer waar door maatschappelijke projecten in binnen- en buitenland te steunen. De keuze valt hierbij op projecten die voldoen aan reële behoeften en die duurzame effecten bereiken. Bovendien moeten ze een weerspiegeling zijn van de coöperatieve waarden: samenwerking, solidariteit, inspraak en respect voor het individu.
Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering [ 21 ]
[ 22 ] Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering
BRS: bouwen aan zelfstandigheid BRS is het internationale maatschappelijke luik van Cera. BRS vertrekt vanuit de coöperatieve visie om mensen te helpen hun eigen lot in handen te nemen en samen te bouwen aan een beter leven en een betere toekomst voor hun kinderen. De organisatie steunt duurzame microfinancierings- en microverzekeringsorganisaties in ontwikkelingslanden. Deze organisaties kunnen bij BRS terecht voor financiering. Dit gebeurt vooral in samenwerking met Belgische en internationale ngo’s (niet-gouvernementele organisaties). Maar BRS doet duidelijk meer dan ‘geld geven’. De gesteunde organisaties kunnen tegelijkertijd een beroep doen op de bancaire expertise die BRS mobiliseert in samenwerking met KBC Bank en Verzekeringen. Via het BRS-Instituut stellen vrijwilligers – met een jarenlange loopbaan in de bank- of verzekeringssector – hun rijke ervaring ter beschikking van organisaties in het Zuiden. Naast adviesverlening biedt BRS ook vorming. Voor deze vorming kan BRS putten uit haar rijke coöperatieve geschiedenis en de actuele kennis van microfinanciering en microverzekeringen. In België sensibiliseert BRS mensen o.a. via de BRS-Club, in het Zuiden biedt BRS gespecialiseerde trainingsmodules voor managers aan.
Coöperatief bankieren als inspiratiebron voor microfinanciering [ 23 ]
[ 24 ] Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering
*UDPHHQ%DQNDOVLQWHUQDWLRQDOHJDQJ PDNHUYDQPLFURÀQDQFLHULQJ Grameen Bank is een niet-commerciële bank in Bangladesh die microkredieten geeft aan vrouwen. Gestart in 1976 is ze ondertussen uitgegroeid tot een groot en bloeiend bedrijf, met meer dan 2.500 filialen verspreid over het land. Naast haar bankactiviteiten omvat Grameen tal van andere bedrijven die allemaal één doel hebben: armen een beter leven geven. Het Grameenmodel vindt navolging in andere Aziatische landen, in Afrika en in Latijns-Amerika. In 2006 krijgen Grameen Bank en haar stichter Muhammad Yunus de Nobelprijs voor de Vrede. Dit was een erkenning voor microfinanciering als een middel in de strijd tegen armoede. Het model van Grameen Bank is geen statisch gegeven. Via www.grameen-info.org is actuele informatie beschikbaar. Dit hoofdstuk beschrijft de basisprincipes waarin zowel het informele tontinesysteem als de principes van de spaar- en kredietcooperatie te herkennen zijn.
crisis teweegbrengt en beseft dat de economische modellen die hij doceert niet kloppen. Om meer inzicht te krijgen in de situatie van de armen en te bepalen wat hen uit de armoede kan halen, stuurt hij zijn studenten eropuit om met hen te gaan praten en hun economische situatie in kaart te brengen. Uit deze gesprekken blijkt dat de 42 ondervraagde weversvrouwen allemaal schulden hebben bij woekeraars. Voor al die schulden samen blijkt het te gaan om een totaalbedrag van 25 euro. ‘Slechts’ 25 euro, maar voor deze arme vrouwen gaat het om onoverkomelijk veel geld. Ze zijn niet in staat deze schuld af te lossen en zitten daarmee vast in een spiraal van armoede. Yunus, gewoon om in miljoenenbedragen te denken, is geschokt door hun verhaal en betaalt hun schulden zelf af. Met de afspraak dat de vrouwen hem zullen terugbetalen als ze kunnen, al verwacht hij niet echt dat ze dat ooit zullen doen.
3.1 Hoe het begon... Het verhaal van Grameen Bank in Bangladesh kent zijn oorsprong in de grote hongersnood van de jaren ’70. Muhammad Yunus, professor economie, ziet de honger en armoede die de
Tegen alle verwachtingen in gebeurt dat toch! Op een dag brengen ze hem de 25 euro terug die hij hun geleend heeft. Het geld dat Yunus heeft voorgeschoten, gaf hun net dat kleine beetje financiële armslag om hun economische activiteiten
Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering [ 25 ]
weer op te kunnen starten en een eigen inkomen te verwerven. De immense dankbaarheid van de vrouwen en het succesverhaal van hun nieuwe start laten Yunus niet onbewogen. ‘Voor deze vrouwen ben ik een engel die uit de hemel is neergedaald’, stelt hij vast. ‘Als ik een engel kan zijn voor 25 euro, wat voor moois kan ik dan wel niet doen met meer geld ?’ Een nieuw idee wordt geboren. Microkrediet wordt het nieuwe toverwoord. Maar niet iedereen gelooft in de kracht van dit eenvoudige concept. Yunus probeert de lokale banken te overtuigen om kleine kredieten te verstrekken aan de armen, maar vangt bot. De banken willen een waarborg voor terugbetaling en dat kunnen deze mensen niet bieden. Ten slotte stelt Yunus voor om zelf op te treden als borg. Ook dit aanbod wordt afgewezen: de bank gelooft niet in het systeem. Pas na enkele maanden is er een bank die het voorstel accepteert, niet zozeer uit overtuiging dan wel om van Yunus’ niet aflatend aandringen verlost te zijn. En het werkt! Elke taka1 die de bank leent aan de dorpsvrouwen van Jobra, een dorp in de buurt van de universiteit waar Yunus werkt, komt terug. De Grameen Bank is geboren en blijkt meteen succesvol te zijn. Met de steun van de centrale bank van Bangladesh en genationaliseerde commerciële banken wordt het project de volgende jaren uitgebreid tot het hele district. In oktober 1983 krijgt het Grameen Bankproject het statuut van een onafhankelijke bank.
3.2 Hoe werkt Grameen Bank? Yunus richt zich met zijn bank vooral op vrouwen. Zij bekleden nog steeds een tweederangspositie in Bangladesh en met de hulp van een eigen inkomen wil Grameen Bank hun positie verstevigen. Om de bank tot bij hen te brengen, gaan Yunus en zijn medewerkers naar de dorpen. Aan de hand van de toestand van de huizen, daken, riolering, … proberen ze de armoede in te schatten. Daarna gaan ze van deur tot deur om de vrouwen uit te leggen dat ze een lening kunnen krijgen op voorwaarde dat ze met 5 à 10 vrouwen kleine groepjes vormen. Als er voldoende groepjes zijn in een dorp, wordt daar een Grameen Bank of ‘dorpsbank’ opgericht. Yunus brengt zo de bank en het krediet naar de mensen toe in plaats van omgekeerd. Grameen Bank start met kleine kredieten. Eerst krijgen twee leden van het groepje een krediet. Als dat goed wordt terugbetaald, krijgen de andere vrouwen een lening. Naarmate de kredieten goed worden terugbetaald, krijgen de vrouwen toegang tot grotere bedragen. De kredieten zijn bedoeld om mensen de kans te geven een eigen inkomen te creëren. Ze mogen niet worden gebruikt voor consumptie. Het krediet wordt - gespreid over een jaar - in wekelijkse afbetalingen terugbetaald. Of men een tweede lening krijgt, hangt af van de terugbetaling van de eerste. Die terugbetaling wordt opgevolgd door zowel de groep als door Grameen Bank.
[ 26 ] Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering
De intrestvoet voor een lening varieert. In 2009 bedroeg die 16 % voor een basislening2. Grameen Bank hanteert voor het vastleggen van deze intrestvoet het principe dat deze zoveel mogelijk moet aansluiten bij wat de commerciële markt rekent. Concreet vertaalt Yunus dit als maximum 5 % hoger dan de tarieven van de gewone banken3.
Arme mensen zijn als bonsaiboompjes, al neem je het beste zaadje van de boom, als je het in een te kleine pot plant, kan het niet groeien. Volgens de rapporten van Grameen Bank betaalt 95 % van de cliënten hun krediet correct terug4. Deze goede cijfers zijn het resultaat van groepsdruk en sociale controle en van de sterke motivatie van de kredietnemers. Zij hebben er alle belang bij hun krediet terug te betalen: als ze dat niet doen, komen ze niet meer in aanmerking voor een volgende lening. Het verlenen van kredieten is gekoppeld aan een spaarprogramma. Ook vorming hoort bij het pakket kredietverlening. Wekelijks komen de vrouwen samen met hun kleine groepjes, bespreken zij de stand van zaken en de problemen waarmee ze geconfronteerd worden. Ze worden hierin begeleid door een medewerker van Grameen Bank. Op deze bijeenkomsten komen ook thema’s ter sprake als gezonde voeding, zuiver drinkwater, het belang van onderwijs,…
Grameen Bank is ondertussen uitgegroeid tot een grote bankinstelling. Verspreid over het hele land telt ze 2.545 filialen en is ze actief in 83.967 dorpen. In februari 2009 stelt ze aan 7,75 miljoen mensen een krediet ter beschikking. 97 % van hen is vrouw5. Volgens cijfers van Grameen Bank slaagt 65 % van hun cliënten erin om hun levenssituatie te verbeteren en uit acute armoede te geraken6. Voor Grameen betekent dit concreet voor de gezinnen: alle kinderen gaan naar school, toegang tot drinkbaar water, drie maaltijden per dag, een huis met toilet en een dak dat niet lekt, toegang tot basisgezondheidszorg en ongeveer 300 taka (3 euro) per week beschikbaar om een microlening terug te betalen.
3.3 Grameen Bank zet alles op zijn kop... Yunus zet met zijn bankconcept alles op zijn kop. Wat bij de commerciële banken een onoverkomelijk nadeel is, wordt bij Grameen Bank niet alleen een voordeel maar zelfs een voorwaarde om in aanmerking te komen voor krediet. De Grameenregels zijn net het omgekeerde van de regels van de conventionele banken. Zo richt Grameen Bank zich met haar dienstverlening op vrouwen. En deze arme vrouwen zijn tegelijkertijd ook mede-eigenaar van Grameen Bank. Je kan er ook enkel en alleen terecht als je arm genoeg bent. Wie niets heeft, krijgt de hoogste prioriteit in tegenstelling tot de gewone banken die vooral krediet geven aan wie al heeft.
Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering [ 27 ]
Grameen Bank vraagt geen onderpand of waarborgen en houdt geen advocaten of gerechtsprocedures achter de hand om niet-terugbetaalde kredieten af te dwingen. Voor commerciële banken is winstmaximalisatie een basisdoel. Grameen Bank wil mensen uit de armoede halen en daarbij winstgevend zijn om een gezonde financiële basis te behouden. Yunus keert een eeuwenoude vicieuze redenering van de commerciële banken gewoon om. ‘Weinig inkomsten, weinig spaargeld, weinig investeringen’ herformuleert hij als ‘Weinig inkomsten, kredietinjectie, investering, groeiende inkomsten, meer spaargeld, meer investering, meer inkomsten,…’ Of hoe het geven van een klein krediet een wereld van verschil kan maken. 3.4 ...Ook het maatschappelijke systeem In een land als Bangladesh is de keuze om kredieten te geven aan vrouwen allesbehalve vanzelfsprekend. Veel vrouwen leven er volgens het traditionele purdah systeem. Dit complexe systeem betekent onder andere dat hun bewegingsvrijheid beperkt blijft tot het eigen woonerf. Dit woonerf kunnen vrouwen enkel verlaten mits toestemming of begeleiding van een man. Aan de deur gaan kloppen om te praten met vrouwen en hun te vragen of ze groepjes willen vormen, is niet vanzelfsprekend. Het feit dat vrouwen het plots waard zijn om geld te krijgen, is heel bijzonder en revolutionair.
De microkredieten van Grameen hebben voor een belangrijke verandering in het sociale systeem gezorgd. Microkredieten vormen daarbij een soort ‘lokmiddel’, dat het voor mannen meer aanvaardbaar maakt om hun vrouwen te laten samenkomen. Het feit dat ze met geld naar huis komen, zorgt ervoor dat ze wat meer ruimte krijgen. Niet alleen om met andere vrouwen over geld te praten, maar ook om andere zaken, die voor hen belangrijk zijn, met elkaar te bespreken. Op die manier geeft het systeem van Grameen Bank vorming aan vrouwen en werkt het emancipatorisch. Yunus heeft een ongelooflijk groot vertrouwen in de weerbaarheid en groeikracht van mensen. Van daaruit spreekt hij de maatschappij aan op haar verantwoordelijkheid om ook armen kansen te geven. ‘Arme mensen zijn als bonsaiboompjes’, luidt Yunus’ theorie. ‘Al neem je het beste zaadje van de boom, als je het in een te kleine pot plant, kan het niet groeien. Arme mensen zijn bonsaimensen. Maar als ze genoeg ruimte vinden om te groeien en om zich te ontwikkelen, zijn ze even creatief en ondernemend als ieder ander mens.’
3.5 Grameen: veel meer dan enkel bankieren Grameen is ondertussen veel meer geworden dan een bank. Yunus is dan ook niet zozeer een bankier als wel iemand die zoekt hoe je op een sociale manier aan economie kan doen. Een economie waarbij niet de winst, maar wel de mens centraal staat. Een principe dat meer dan honderd jaar geleden ook door F. W. Raiffeisen onderschreven werd.
[ 28 ] Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering
Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering [ 29 ]
Uit deze bekommernis ontspruiten naast het revolutionair nieuwe banksysteem een aantal andere initiatieven.
Gescheiden in tijd en ruimte lijken hun initiatieven in meer dan een opzicht op elkaar.
Zo biedt Grameen beurzen en studieleningen die jonge mensen de kans geven onderwijs te volgen. De organisatie heeft ook een heel telefoonnetwerk opgezet en voorziet duizenden dorpen van elektriciteit door zonnepanelen te plaatsen. Grameen werkt samen met voedingsproducent Danone. Zij produceren betaalbare yoghurt die alle voedingsstoffen bevat die ondervoede kinderen nodig hebben.
Noch Raiffeisen noch Yunus gelooft dat liefdadigheid verandering kan brengen. Zij willen armen de mogelijkheid geven om zelf creatief te zijn en actie te ondernemen. Ze spreken hen aan op hun werkkracht en gevoel van eigenwaarde en bieden hun de kans zelf hun lot in handen te nemen. Uit deze benaderingswijze blijkt hun groot respect voor het individu.
Yunus promoot ‘Grameen’ als een merknaam voor ‘social business’. Ofschoon de Grameen Bank financieel niet gebonden is aan de andere bedrijven en organisaties binnen de Grameen Holding, krijgt deze uitbreiding geregeld kritiek. Niet iedereen deelt de visie van Dr. Yunus dat er in elke mens een ondernemer schuilt. Volgens critici zijn veel Grameenkredieten voor micro-ondernemingen in werkelijkheid consumptiekredieten en dus gevaarlijk om dieper in de armoede te geraken. Grameen zelf weerlegt deze kritiek en werpt zich op als pleitbezorger voor meer transparantie in de sector7.
3.6 Raiffeisen en Grameen: van droom naar daadkracht Hongersnood en de diepe ellende die dit voor de armen meebrengt, dat is het vertrekpunt. Elk in hun eigen tijd en omgeving grijpen twee bezielde mensen, Raiffeisen en Yunus, deze crisissituatie aan om een revolutionaire verandering door te voeren.
Beide systemen richten zich op de armen, op die mensen die bij een gewone financiële instelling niet terechtkunnen. Om terugbetaling te garanderen maken ze gebruik van groepsdruk en sociale controle. De Raiffeisenprincipes van zelfhulp, verantwoordelijkheid, wederzijds vertrouwen en onderlinge solidariteit zijn eveneens terug te vinden bij Grameen Bank. Grameen Bank mag dan geen coöperatie zijn in de strikte zin van het woord, de arme vrouwen die haar cliënteel uitmaken, zijn wel mede-eigenaar van de bank. Zij bezitten meer dan 90 % van de aandelen. Het overige gedeelte is in handen van de overheid. Andere plaats, andere tijd, maar eenzelfde bezielde droom. Een droom die gedreven wordt door een grenzeloos vertrouwen in de mogelijkheden en de weerbaarheid van mensen. Net dat vertrouwen vormt de kern van het systeem van microfinanciering.
[ 30 ] Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering
Meer informatie: www.grameen-info.org Bekijk de toespraak van professor dr. Muhammad Yunus ter gelegenheid van de vijftiende verjaardag van BRS op www.brs-vzw.be
1
Taka: munteenheid uit Bangladesh
2
www.grameen-info.org, maart 2009
3
Yunus tijdens zijn toespraak ter gelegenheid van
15 jaar BRS, zie ook www.brs-vzw.be 4
5
,
en
6
Eigen cijfers Grameen Bank,
www.grameen-info.org 7
In 2008 ging de website
www.mftransparency.org online, initiatief van Chuck Waterfield dat de intrestvoeten en andere basisinformatie van microfinancieringsinstellingen publiceert.
Grameen Bank als internationale gangmaker van microfinanciering [ 31 ]
[ 32 ] De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
'HRQWZLNNHOLQJYDQHHQPLFURÀQDQFLHULQJV LQGXVWULH Microfinanciering is niet nieuw. De laatste jaren krijgt het echter steeds meer aandacht en erkenning. Zowel het grote publiek als de commerciële sector hebben microfinanciering ontdekt.
4.1 Toenemende internationale aandacht en erkenning 1997: Start van de internationale microkredietencampagne In februari 1997 verzamelen in Washington (V.S.) meer dan 2.900 mensen uit 137 landen op de eerste internationale top over microkrediet, de Microcredit Summit. Artsen, advocaten, onderwijsinstellingen, donororganisaties, internationale financiële instellingen, niet-gouvernementele organisaties en andere betrokkenen wisselen hier kennis en ervaring uit. Samen lanceren ze op deze top de Microcredit Summit Campaign (MSC), een internationale campagne die het systeem van microkredieten overal moet verspreiden. Alle lidstaten van de Verenigde Naties (VN), donoren, ngo’s, microfinancieringsinstellingen, de privésector en de academische wereld worden hierbij opgeroepen om initiatieven te nemen die het systeem van microkredieten tegen 2005 wereldwijd helpen verspreiden.
Op dat moment hebben 7,6 miljoen armen toegang tot microkrediet. De campagne stelt voorop dat dit tegen eind 2005 100 miljoen mensen moeten zijn.
Meer informatie: www.microcreditsummit.org
2000: Millenniumdoelstellingen Bij de start van het nieuwe millennium, in september 2000, bekrachtigen alle lidstaten van de Verenigde Naties in New York de Millenniumverklaring. Deze verklaring bevat afspraken tussen alle landen om samen de belangrijkste wereldproblemen aan te pakken tegen 2015. De vastgelegde doelstellingen moeten een einde maken aan armoede, ziekte, ongelijkheid en milieuproblemen. Bovenaan de lijst staat: ‘Het aantal mensen dat in extreme armoede leeft, moet tegen 2015 met de helft gedaald zijn, in vergelijking met 1990.’ De regeringsleiders geven hiermee de hoogste prioriteit aan armoedebestrijding. De thema’s van de Millenniumdoelstellingen zijn niet nieuw. Wel nieuw is dat regeringen hierover internationale afspraken maken, met concrete en meetbare doelstellingen.
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie [ 33 ]
Meer informatie: www.detijdloopt.be site van de Vlaamse beweging
hiermee 875 miljoen familieleden worden bereikt2. Noord-Zuid-
www.unmillenniumproject.org site van de Verenigde Naties www.betterbytheyear.org Britse site met laagdrempelige informatie en tips voor leerkrachten
2005: Internationaal VN-jaar van het Microkrediet 2005 wordt door de Verenigde Naties uitgeroepen tot Internationaal Jaar van het Microkrediet. Hiermee wil men het systeem van microkredieten promoten als belangrijke bijdrage tot het realiseren van de Millenniumdoelstellingen. De oprichting van netwerken tussen lidstaten van de VN, donoren en microfinancieringsorganisaties moet helpen om dit systeem wereldwijd bekend te maken en ingang te doen vinden. De doelstelling voor dit Internationaal Jaar, die op de eerste top over microkrediet in 1997 naar voren is geschoven, wordt bijna gehaald. In 2005 krijgen 82 miljoen mensen microkrediet voor een commerciële activiteit. Indirect zijn daarmee 410 miljoen familieleden gebaat1. Gekoppeld aan de Millenniumdoelstellingen wordt in dit Internationaal Jaar van het Microkrediet een nieuw streefdoel vastgelegd: tegen 2015 moeten 175 miljoen mensen toegang krijgen tot microkredieten om zo een weg uit de armoede te vinden. Indirect zouden
2006: Muhammad Yunus van Grameen Bank krijgt Nobelprijs voor de Vrede In 2006 gaat de Nobelprijs voor de Vrede naar een van de grootste microfinancieringsinstellingen ter wereld en de stichter ervan: Muhammad Yunus, bezieler van Grameen Bank in Bangladesh. Yunus is niet de uitvinder van het microkrediet, maar hij heeft met Grameen Bank het systeem geactualiseerd en in de internationale aandacht gebracht. Meer zelfs: hij heeft internationale erkenning afgedwongen met zijn baanbrekend initiatief. Een erkenning die haar vertaling vindt in de toekenning van de Nobelprijs. Een Nobelprijs is op zich al heel bijzonder en een grote blijk van erkenning. Wat deze toekenning nog specialer maakt, is het feit dat Yunus en Grameen Bank niet de Nobelprijs voor Economie krijgen, maar die voor de Vrede. Dit geeft aan dat microfinanciering gaat over meer dan een financiële transactie. Het gaat over waardigheid, over de strijd tegen armoede, die hiermee ook wordt erkend als een bron van strijd en onvrede. Naar aanleiding van haar vijftiende verjaardag organiseert BRS in 2007 een viering voor de Nobelprijswinnaar. In aanwezigheid van prinses Mathilde, VN-ambassadrice voor het Internationaal Jaar van het Microkrediet, worden Yunus en Grameen Bank in de bloemetjes gezet. Yunus zelf brengt die avond een beklijvende getuigenis over zijn geesteskind Grameen Bank.
[ 34 ] De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
Meer informatie: U kunt de toespraak van Yunus voor BRS integraal bekijken op: www.brs-vzw.be.
4.2 Microfinancieringsinstellingen alle maten, soorten en gewichten
in
De term ‘microfinancieringsinstelling’ wordt gebruikt voor een brede waaier van formele en semi-formele instellingen die systematisch microfinancieringsdiensten aanbieden. De verschillen tussen al deze instellingen onderling hebben voornamelijk te maken met volgende punten: ` Wie is eigenaar van de instelling? ` Is het een ontwikkelingsorganisatie? Zijn het de leden van de coöperatie of gaat het om een organisatie of individuen die vooral geïnteresseerd zijn in wat de microfinancieringsinstelling opbrengt? ` Waar ligt de oorsprong van de organisatie? ` Is ze gegroeid uit de bekommernis om ontwikkeling te bevorderen met aandacht voor armoede? Of is ze ontstaan vanuit de privésector met vooral aandacht voor de rentabiliteit? ` Is de organisatie in de stad of op het platteland ontstaan? ` Mag de instelling volgens de plaatselijke wetgeving gebruik maken van spaargelden om kredieten te verlenen of niet? ` Voldoet ze aan de voorwaarden om een formele financiële instelling te worden? ` Wie staat er aan het hoofd van de organisatie? Wie zit er in de Raad van Beheer?
` Zijn dat mensen uit de ontwikkelingssector of eerder klassieke bankiers? ` In welke mate is de instelling financieel zelfstandig?
Het gaat over waardigheid, over de strijd tegen armoede, die hiermee ook wordt erkend als een bron van strijd en onvrede. Vooral de financiële zelfstandigheid is een belangrijk criterium om een organisatie te kunnen plaatsen. Een microfinancieringsinstelling kan haar sociale doelstelling immers maar waar maken als ze economisch voldoende sterk staat. Microfinancieringsinstellingen kunnen wat dit criterium betreft, worden ingedeeld in drie niveaus. Niveau 1 Microfinancieringsinstellingen die er nog niet in slagen hun werkingskosten zelf te financieren en daarvoor afhankelijk zijn van steun van buitenaf. Dit niveau vertegenwoordigt ongeveer 70 % van de microfinancieringsinstellingen. Niveau 2 Microfinancieringsinstellingen die hun eigen werking kunnen betalen, maar externe financiële steun nodig hebben om te kunnen groeien en investeren. Deze groep omvat ongeveer 28 % van alle microfinancieringsinstellingen.
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie [ 35 ]
Financiële & industriële opbouw
Hoe duurzaam is microfinanciering?
Commerciële financiering 1 à 2 % van de MFI’s (+/- 150)
NIVEAU 3
Operationeel kostendekkend 28 % van de MFI’s
NIVEAU 2
Subsidie-afhankelijk 70 % van de MFI’s
NIVEAU 1
Bron: Mehan gepubliceerd door Deutsche Bank Research, p. 6 December 19, 2007
Niveau 3 In de top van de piramide bevinden zich microfinancieringsinstellingen die financieel voldoende sterk staan om zowel hun werking als hun groei zelf te bekostigen. Ze hebben hiervoor eigen middelen of kunnen via commerciële financiële circuits nieuwe investeringen financieren. Het gaat om een beperkt aantal microfinancieringsinstellingen: 1 à 2 % van het totaal. BRS concentreert zich vooral op die microfinancieringsinstellingen die zich bevinden in de overgang van niveau 1 naar niveau 2, d.w.z. die instellingen die balanceren op de rand van operationele zelfstandigheid. Deze keuze vloeit voort uit de overtuiging dat deze organisaties het beste hun sociale doelstelling kunnen waarmaken als ze economisch
voldoende gezond zijn. Op die manier kunnen microfinancieringsinstellingen op duurzame wijze aan arme mensen de nodige middelen geven om in hun eigen toekomst te investeren.
4.3 Waar halen microfinancieringsinstellingen hun geld vandaan? Microfinancieringsinstellingen hebben uiteenlopende geldbronnen. Warm en koud geld Een microfinancieringsinstelling kan haar activiteiten financieren met zowel warm als koud geld. Met warm geld bedoelen we het eigen opgebouwde kapitaal en vooral de spaargelden. Koud geld is geld dat van buitenaf komt, van donoren of van externe financierders.
[ 36 ] De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
Krediet of kapitaalsparticipatie
Overheid en privé-investeerders
Om kredieten te geven aan haar cliënten kan een microfinancieringsinstelling zelf geld gaan lenen. Ze kan dit doen bij een financiële instelling of bij gespecialiseerde fondsen. Een voorbeeld van zo’n gespecialiseerd fonds is het Rural Impulse Fund. Dit fonds richt zich vooral op microfinancieringsinstellingen die op het platteland actief zijn. Het beheer van dit fonds is in handen van de Belgische investeringsmaatschappij Incofin3 waarmee BRS al jaren samenwerkt. BRS en Cera investeren samen 500.000 dollar in het Rural Impulse Fund. BRS zetelt in het investeringscomité.
De bovengenoemde investeerders, die krediet verstrekken aan de microfinancieringsinstellingen of participeren in hun kapitaal, vallen grosso modo uiteen in twee groepen. Enerzijds zijn er de internationale financiële instellingen, opgezet vanuit de overheid. Voorbeelden hiervan zijn de Wereldbank, de Europese Bank voor Heropbouw en Ontwikkeling en BIO, de Belgische Investeringsmaatschappij voor Ontwikkelingslanden. Anderzijds zijn er de privé-organisaties. Voorbeelden hiervan zijn Oikocredit, Procredit Holding, Blue Orchard, Responsability en de Belgische organisaties Alterfin en Incofin.
Beide soorten kredietverleners, zowel de financiële instellingen als fondsen, kunnen nog een stap verder gaan dan het aanbieden van een lening. Ze kunnen ook mede-eigenaar worden van de microfinancieringsinstelling door te participeren in het kapitaal.
Uit een rapport van Deutsche Bank uit 20074 blijkt dat de groep privé-investeerders groeit en in verhouding tot de overheid aan belang wint. De microfinancieringssector wordt meer en meer een industrie die ook voor hen aantrekkelijk wordt.
Ù ÙÙÙ`ÙÙ -IÏÛaäuÏu§ ÙÙÙ`ÙÙ IºÛII¢IÏÛ
Ù ÙÙÙ`ÙÙ ukÏêu§ Ù ÙÙÙ`ÙÙ I§u§ Ù ÙÙÙ`ÙÙ ¿¿¿
krediet ÙÙÙ`ÙÙ §êuÒÛuϧÒÙ
organisaties
ÙÙÙ`ÙÙ x§Ûu§
MFI
fonds Ù ÙÙÙ`Ù uÒºuaIÒuuÏkuÙÙ
sparen
kapitaalsparticipatie
Ù ÙÙÙ`ÙÙ uku§ kapitaalsparticipatie
(privé- of overheidsinstellingen)
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie [ 37 ]
En ik? Ook als individu kan je geld investeren in microfinanciering. Dit kan via de gespecialiseerde fondsen, maar meestal enkel voor grotere bedragen. Je kan ook aandeelhouder worden bij een investeerder en op die manier investeren in de sector. In België kan dit bijvoorbeeld via de organisaties Alterfin, Incofin en Oiko-be. Dit zijn drie coöperatieve vennootschappen met sociaal oogmerk die investeren in microfinancieringsinstellingen. Nieuwe privé-organisaties zoals Kiva (www.kiva.org) en MicroPlace (www. microplace.com) promoten hun fonds als een manier om rechtstreeks – van individu tot individu – leningen te geven aan cliënten in het Zuiden. Beide privéorganisaties maken hierbij gebruik van de mogelijkheden van internet om de kredietaanvragen te personaliseren. Microfinancieringsinstellingen beurs: een stap te ver?
op
de
Een voorbeeld dat als geen ander illustreert in welke mate de microfinancieringssector een puur gecommercialiseerde industrie dreigt te worden, is het verhaal van de Mexicaanse Banco Compartamos. Banco Compartamos Ontstaan uit een ngo, met oog voor de sociale missie van microfinanciering, wordt de kredietwerking van Compartamos na verloop van tijd een apart bedrijf, een weg die veel microfinancieringsinstellingen volgen. Na de overgang van ngo naar formele bankstructuur evolueert Banco Com-
partamos al snel naar een commerciële instelling die hoge winsten maakt. Die winsten zijn toe te schrijven aan de hoge intrestvoeten. Ingesteld tijdens een periode van extreem hoge inflatie, midden jaren ’90, worden ze later nooit meer verlaagd, ook niet als de inflatie al lang weer gezakt is. De intrestvoet ligt dus veel hoger dan nodig om efficiënt te werken. De klap op de vuurpijl komt echter wanneer Banco Compartamos in april 2007 30 % van haar kapitaal via de beurs aan privé-investeerders verkoopt. De wereld van de microfinanciering staat op zijn kop. Dit is nooit eerder gezien: een microfinancieringsinstelling die naar de beurs trekt! De inschrijving wordt een gigantisch succes: de vraag is 13 maal groter dan het aanbod en er wordt een gigantische meerwaarde gerealiseerd. Of tenminste: de aandeelhouders realiseren een meerwaarde. De oorspronkelijke investering van 6 miljoen dollar in 1998 wordt bij de beursgang gewaardeerd op 1,5 miljard dollar. De verkoop van 30 % van hun participatie levert de oorspronkelijke investeerders dus een meerwaarde op van zo’n 460 miljoen dollar, een rendement van maar liefst 100 % per jaar. Of de 840.000 cliënten hier zoveel beter van worden is zeer de vraag. Zij betalen voor hun lening nog steeds een intrestvoet van maar liefst 86 %, volgens sommige bronnen zelfs meer dan 100 %. Controverse Het voorbeeld van Compartamos zorgt voor veel controverse in de sector. Het maakt op een extreme manier duidelijk dat microfinanciering big business is
[ 38 ] De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
geworden, waarmee soms grote winsten worden gemaakt. De voorstanders zien hierin het bewijs dat microfinanciering haar plaats in de economie heeft ingenomen en voortaan kan groeien via de gewone mechanismen van de kapitaalmarkt. Voor de tegenstanders is hier een grens overschreden waarbij niet langer armoedebestrijding of waardigheid centraal staan, maar winst de voornaamste drijfveer wordt. Niet dat er geen voordelen kunnen zijn aan een nauwere samenwerking met de commerciële sector. Het geeft microfinancieringsinstellingen bijvoorbeeld meer financiële armslag waardoor ze meer mensen kunnen bereiken en meer diensten kunnen aanbieden. Maar er zijn ook risico’s aan verbonden. Een grotere commerciële invloed kan bijvoorbeeld betekenen dat bij uitbreiding van het productenpakket niet alleen microkredieten voor kleine economische activiteiten worden gegeven, maar ook consumptiekredieten.
Tussen beide uitersten ligt een grote, grijze zone waarbij het evenwicht tussen de financiële en de sociale component dan eens in de ene, dan weer in de andere richting doorbuigt. In sommige gevallen is dat evenwicht erg onduidelijk of zelfs helemaal zoek. Dé cruciale vraag blijft: worden de mensen er beter van? Voor een juist antwoord op die vraag dienen zowel het welzijn van de cliënten als dat van de lokale gemeenschap mee in overweging te worden genomen.
4.4 Evalueren, adviseren, controleren, onderzoeken… Voor elke vraag of nood binnen de sector staan er auditbureaus, niet-gouvernementele organisaties, adviseurs, trainers, software-ontwikkelaars, ratingbureaus en andere deskundigen klaar om hun expertise in te schakelen. Een kleine greep uit het aanbod: Ratingbureaus
Microfinanciering heeft essentieel twee doelstellingen: een financiële en een sociale. Zoals de sector op dit moment evolueert en door de toenemende commercialisering lijkt het erop dat het puur commerciële steeds meer gaat overheersen. Enige sociale bekommernis is soms ver te zoeken. Het label ‘sociaal’ is vaak niet meer dan een schaamlapje. Het wordt maar al te graag misbruikt om cliënten aan te trekken en het imago op te poetsen.
Ratingbureaus zijn ondernemingen gespecialiseerd in het beoordelen van de financiële situatie en de marktpositie van microfinancieringsinstellingen. Zij verschaffen aan financiers en potentiele investeerders belangrijke informatie over de financiële gezondheid van de instelling. Enkele bekende voorbeelden zijn Planet Rating, M-Cril, Microfinanza en MicroRate. Transparante informatie
Andere instellingen in de sector handelen dan weer wel uit sociale bekommernis en een maatschappelijke visie, en minder uit financiële overwegingen.
Transparantie is zeker in de financiële sector een belangrijke zaak. Met het oog hierop heeft Mix (Microfinance Informa-
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie [ 39 ]
tion eXchange) een informatieplatform gecreëerd: www.mixmarket.org. De MIX MARKET ™ is een website waar alle mogelijke informatie over de meest uiteenlopende instanties in de microfinancieringssector wordt verzameld. Deze gegevens worden door alle betrokkenen vrijwillig ter beschikking gesteld. Het gegevensplatform bevat informatie over de microfinancieringsinstellingen zelf: hun auditrapport, hun financiële verslagen, de lijst van investeerders, de wetgeving in het betreffende land, …. Daarnaast vind je er ook informatie over de instanties die van ver of nabij betrokken zijn bij de sector: de overheidsinstellingen en privéfondsen die in microfinanciering investeren, de netwerken tussen de verschillende microfinancieringsinstellingen, ratingbureaus en externe evaluatoren, consultancy bedrijven,… Bedoeling van dit initiatief is een transparante markt te creëren waar microfinancieringsinstellingen en investeerders of donoren, elkaar wereldwijd kunnen vinden. Vorming Het vormingsaanbod in de sector van de microfinanciering is gigantisch. Universiteiten, banken, netwerken, ngo’s, consultants, … bieden allemaal hun eigen vormingspakketten aan. Die variëren van academische opleidingen tot technische vorming en heel praktijkgerichte infosessies.
werking met de Luxemburgse ngo ADA (Appui au Développement Autonome) vormingssessies over de evaluatie van financiële indicatoren. Internationale organisaties zoals ILO (International Labour Organisation) en CGAP (Consultative Group to Assist to Poor) organiseren gespecialiseerde vormingsweken in Turijn en BoulderColorado. Je kan haast stellen dat zowat elke organisatie in de sector wel een of andere soort van vorming aanbiedt.
4.5 De belangrijke rol van overheden in het Zuiden De overheden van ontwikkelingslanden spelen een belangrijke rol in de sector van de microfinanciering. Die rol is de voorbije decennia heel erg geëvolueerd. Van weinig succesvolle kredietverleners… Aanvankelijk voelden veel regeringen en financieringsorganisaties van de overheid zich geroepen om heel goedkoop krediet te verlenen aan doelgroepen die het moeilijk hadden. Zo kregen boeren goedkoop krediet om meststoffen en plantenbeschermingsmiddelen te kopen. Men ging zelfs verder: bij verkiezingen werden vaak kredieten verstrekt die nooit werden terugbetaald. Dit soort van rechtstreekse, goedkope kredietverlening liep meestal faliekant af omdat de overheid dit geld in heel veel gevallen nooit terug zag.
In België kan je aan de Solvay Business School een opleiding volgen tot Master in Microfinance. BRS biedt hier in samen-
[ 40 ] De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie
…tot ontwerpers van een reglementair kader voor microfinanciering Geleidelijk aan vaardigden de overheden aangepaste wetten en reglementeringen uit om de sector te regularisen en om spaarders en cliënten van microfinancieringsinstellingen te beschermen. Hiermee wilden ze vermijden dat microfinancieringsinstellingen hun spaargelden zouden gebruiken om krediet te geven, zonder dat ze de spaarders een terugbetaling van hun spaarcenten konden garanderen.
…of financiële middelen mobiliseren Veel regeringen geven een deel van het geld dat ze krijgen van de overheden uit rijke landen door aan microfinancieringsinstellingen. Ze doen dat door subsidies te geven of door een kredietlijn beschikbaar te stellen of door bijvoorbeeld de uitbouw van een netwerk van agentschappen in minder ontwikkelde regio’s te financieren. …of zich garant stellen voor kredieten die verleend worden door privé-instellingen
…die actief de sector ondersteunen De overheden kunnen ook zelf initiatieven nemen om de sector te ondersteunen, al dan niet met de financiële hulp van internationale partners. Zo kunnen ze ervoor zorgen dat kredietcontracten ook werkelijk afdwingbaar zijn. Of ze kunnen een kader creëren voor de registratie van grondeigendom zodat grond als garantie kan worden gebruikt. Of ze kunnen de oprichting van een ‘risicocentrale’ ondersteunen: een verzamelpunt van informatie over slechte terugbetalers.
Door zich garant te stellen voor kredieten die commerciële banken en financiële instellingen toekennen aan microfinancieringsinstellingen, stimuleren overheden de samenwerking tussen de gewone banksector en de microfinancieringsinstellingen.
1en 2 IPS, Microkredieten voor 175 miljoen armen tegen 2015, 2006 3 www.incofin.be 4 Microfinance. An emerging investment opportunity, Deutsche Bank Research, 19 December
De ontwikkeling van een microfinancieringsindustrie [ 41 ]
[ 42 ] Nieuwe tendensen en uitdagingen
1LHXZHWHQGHQVHQHQXLWGDJLQJHQ Zoals eerder gezegd is microfinanciering niet nieuw. Nieuwe tijden brengen echter ook voor deze sector nieuwe trends, uitdagingen en kansen met zich mee.
een tendens om het financiële luik van de werking onder te brengen in een gespecialiseerde structuur die onder controle staat van de centrale bank of van andere officiële instanties.
5.1 Professionalisering en formalisering1
Het verhaal van Duterimbere in Rwanda is zo’n voorbeeld van een wettelijk opgelegde splitsing van de financiële werking en het sociale luik.
De microfinanciering wordt een professionele sector De belangrijkste evolutie in de sector van microfinanciering is de steeds professionelere manier van werken van de instellingen. Iedereen is ondertussen overtuigd van de noodzaak om te werken met geschoold personeel, een bekwaam management, een degelijk informaticasysteem en een bestuursraad die beschikt over voldoende expertise op het vlak van bankieren en verzekeren. De instellingen worden geformaliseerd Door hun professionele werking evolueren microfinancieringsorganisaties naar meer formele, geregulariseerde financiele instellingen. Dit gebeurt mee onder druk van de overheden. Zij vaardigen wetten uit die organisaties in de microfinancieringssector verplichten om hun financiële dienstverlening strikt te scheiden van hun sociale werking. Hierdoor ontstaat
Deze organisatie combineerde oorspronkelijk vorming aan vrouwen met het verlenen van microkredieten. In 2002 beslist de Rwandese overheid dat de spaar- en kredietactiviteiten in een aparte structuur moeten worden ondergebracht, een structuur die onder toezicht staat van de Nationale Bank van Rwanda. Duterimbere kan kiezen om hiervoor een coöperatie of een naamloze vennootschap (nv) op te richten. Er wordt gekozen voor de laatste mogelijkheid. Hoofdaandeelhouder van deze nv (95 % van de aandelen) wordt de vzw Duterimbere, die de vormingsactiviteiten voor vrouwen verderzet. In maart 2004 is de scheiding een feit. Later stelt de overheid aan de microfinancieringsinstellingen die kozen voor het nv-statuut extra eisen. Zo moet bijvoorbeeld het minimumkapitaal worden verhoogd tot 400.000 euro. Nv Duterimbere slaagt hierin dankzij een extra investering van Duterimbere vzw en een aantal donoren.
Nieuwe tendensen en uitdagingen [ 43 ]
In dezelfde periode vervijfvoudigen de activiteiten van Duterimbere. Eind 2008 hadden zij ongeveer 33.000 spaarders, 13.000 kredietnemers en een kredietportefeuille van 1,5 miljoen euro. De instellingen worden groter ‘Small is beautiful, big is splendid’ lijkt ook in de sector van microfinanciering de slogan te worden. Net als in de traditionele banksector zijn ook hier fusies en overnames aan de orde. Zo is er het voorbeeld van Uganda Microfinance, een belangrijke microfinancieringsinstelling actief in OostAfrika. In 2008 wordt deze instelling overgenomen door Equity Bank, een commerciële bank uit Kenia. De overname gebeurt met het oog op de verwachte exponentiële groei van microfinanciering. Bedoeling is om Uganda Microfinance te laten uitgroeien tot een commerciële bankinstelling.
Kansen Deze evolutie, waarbij microfinancieringsorganisaties veranderen in meer professionele en geregulariseerde financiële instellingen, geeft hen de kans om meer rendabel en op die manier ook duurzamer te gaan werken. Het laat hen vaak toe nieuwe producten aan te bieden zoals spaarformules, kredieten op langere termijn, elektronische betalingsmogelijkheden, online bankieren. Microfinancieringsinstellingen groeien mee met de behoeften en vragen van hun cliënten. Een geregulariseerde instelling is ook onderworpen aan externe controles en is verplicht om transparant te werken. Dit maakt haar aantrekkelijk, zowel voor haar cliënten en leden als voor de huidige en potentiële financierders. Risico’s
‘Small is beautiful, big is splendid’
Een meer professionele en geregulariseerde werking brengt echter ook een aantal risico’s met zich mee.
Het zijn niet altijd externe investeringen of fusies die leiden tot schaalvergroting. Voor veel instellingen is een jaarlijkse verdubbeling van hun activiteiten niet ongewoon. Dit is niet alleen een lokaal verhaal. Zo trekt BRAC, een Bengaalse microfinancieringsinstelling, in 2006 naar Oeganda, om daar in twee jaar tijd een nationaal netwerk uit te bouwen.
Doordat er meer nadruk komt te liggen op de rentabiliteit, bestaat het gevaar dat de microfinancieringsinstellingen zich minder op arme mensen gaan richten en eerder op cliënten die grotere bedragen willen ontlenen. De eersten die in dit geval uit de boot dreigen te vallen zijn net degenen voor wie microfinanciering oorspronkelijk bedoeld was, mensen zoals Rokia Degbevi. Wanneer rentabiliteit de voornaamste motivatie wordt, bestaat het risico dat microfinancieringsinstellingen zich gaan beperken tot kredietverlening in stedelijke gebieden. Daar wonen meer mensen
Meer informatie: MicroCapital Monitor te bestellen via www.microcapital.org
[ 44 ] Nieuwe tendensen en uitdagingen
op een kleinere oppervlakte en je vindt er economische sectoren waar het geld sneller rolt en de marges relatief groot zijn, zoals de kleinhandel en ambachten. Armere cliënten in rurale gebieden, waar landbouw de voornaamste economische bedrijvigheid is, zullen daardoor verstoken blijven van financiële dienstverlening. Door de grotere nadruk op rentabiliteit zijn microfinancieringsinstellingen vaak ook minder geneigd te investeren in opleiding en vorming. Dit kost geld en levert geen rechtstreekse winst op. Ten slotte is het gevaar dat een meer formele en geregulariseerde werking tot hogere intrestvoeten leidt niet denkbeeldig.
5.2 Nieuwe technologieën Zoals in andere sectoren van de samenleving duiken ook in de microfinanciering nieuwe technologieën op. De toepassingen zijn talrijk. Toepassingen Bijna alle microfinancieringsinstellingen zijn voor een efficiënte administratieve opvolging van hun activiteiten en organisaties aangewezen op informatica. Computers zijn in microfinanciering geen overbodige luxe. Integendeel, dankzij deze toepassingen is een microfinancieringsinstelling in staat om de kleine bedragen met wekelijkse terugbetalingen of de beperkte spaarbedragen op een kostenefficiënte wijze te beheren.
Close the Gap vzw is een organisatie die afgeschreven computers verzamelt bij Europese bedrijven en deze een tweede leven geeft in het Zuiden. Op die manier wil deze organisatie de digitale kloof tussen het Westen en ontwikkelingslanden dichten. De begunstigden van Close the Gap zijn vooral scholen en universiteiten, maar dankzij een overeenkomst met BRS komen deze computers nu ook ter beschikking van microfinancieringsorganisaties. Meer informatie: www.close-the-gap.org
Het gebruik van laptops maakt het mogelijk dat gegevens van cliënten in verder afgelegen agentschappen worden ingevoerd en onmiddellijk beschikbaar zijn. Zij brengen de bank letterlijk dichter bij de mensen. Hetzelfde geldt voor palmtop computers die toelaten financiële transacties door medewerkers te velde te laten uitvoeren. De technologie waarbij een vingerafdruk wordt gebruikt om zich te identificeren is niet alleen handig in een hoogtechnologische omgeving. Integendeel: net in gebieden waar veel mensen niet kunnen lezen of schrijven biedt het een dankbare toepassing om de identiteit van mensen vast te stellen. Internetbankieren biedt mogelijkheden in regio’s waar telecenters of internetcafé’s aanwezig zijn. Via deze kanalen kunnen cliënten rechtstreeks hun geld beheren.
Nieuwe tendensen en uitdagingen [ 45 ]
Elektronische bank- en kredietkaarten kunnen een efficiënte en goedkope manier zijn om vele kleine transacties af te handelen. Het geeft de cliënt op een heel flexibele manier toegang tot krediet en tot zijn spaargeld. Bovendien kunnen deze kaarten alle gegevens van de cliënt bewaren.
De toepassing van nieuwe technologieën zorgt ervoor dat de microfinancieringssector meer mensen bereikt en dat aan een lagere kostprijs. Een elektronisch overschrijvingssysteem laat toe dat migranten goedkoper geld overmaken aan hun familie. En dan is er natuurlijk nog de gsm met al zijn mogelijkheden. De eenvoudige vaststelling dat er wereldwijd twee – volgens andere bronnen drie – miljard mensen zijn die wel een gsm maar geen bankrekening hebben, is de aanzet geweest voor een samenwerking tussen banken en gsmbedrijven. Dankzij de technologie kan zowel het sparen van geld als het ter beschikking stellen van een geleend bedrag goedkoper en sneller gebeuren via de gsm. ‘Time is money’ is hier ook letterlijk te nemen: cliënten kunnen via hun gsm met belkrediet betalen. In Kenia is in maart 2007 het systeem M-Pesa gelanceerd (letterlijk Mobile-Cash). Een jaar later registreerde de maatschappij al meer dan 1 miljoen gebruikers!
[ 46 ] Nieuwe tendensen en uitdagingen
Kansen De toepassing van nieuwe technologieën zorgt ervoor dat de microfinancieringssector meer mensen bereikt en dat aan een lagere kostprijs. Het creëert ook mogelijkheden voor een betere opvolging van financiële diensten en dossiers. Beperkingen Naast deze nieuwe kansen zijn er een aantal hinderpalen. De kosten voor aankoop en installatie van de nodige infrastructuur lopen al gauw hoog op. Bovendien zijn er in de minder ontwikkelde regio’s, waar microkredieten zo belangrijk zijn, vaak weinig mensen die voldoende opgeleid zijn om deze hoogtechnologische systemen op te zetten en te gebruiken. De telecommunicatiesector – onontbeerlijk bij het gebruik van deze hoogtechnologische elektronische systemen – is op vele plaatsen niet voldoende uitgebouwd om al deze toepassingen te schragen. En regio’s waar elektriciteit geen vanzelfsprekende voorziening is, zijn uiteraard weinig gebaat met deze technologische nieuwigheden.
5.3 Landbouwfinanciering: een blijvende uitdaging De meerderheid van de drie miljard mensen die op dit moment geen toegang hebben tot financiële diensten, leeft van de landbouw. Het lijkt dan ook logisch dat microfinanciering vooral een oplossing biedt voor landbouwfinanciering. Het tegendeel blijkt echter waar.
Specifieke noden Boeren hebben specifieke noden. In het begin van het seizoen hebben ze kortlopend krediet nodig om zaaigoed en meststoffen te kopen. Als er geoogst wordt, liggen de marktprijzen meestal erg laag. Dan willen ze graag een overbruggingskrediet om te kunnen wachten met de verkoop van hun producten tot de landbouwprijzen weer omhoog gaan. Daarnaast moeten ze soms ook op lange of middellange termijn kunnen lenen, bijvoorbeeld voor de aankoop van landbouwmachines of opslagruimte of voor een investering in meerjarige teelten zoals fruitbomen. Boeren hebben dus nood aan kredieten op langere termijn, met terugbetalingsschema’s die de productiecyclus volgen. Na het zaaien duurt het enkele maanden vooraleer de boer kan oogsten. Vee kweken levert pas na enkele jaren winst op. Landbouwkredieten moeten vooral betaalbaar zijn. Een boer verdient met zijn landbouwproductie meestal niet genoeg om de intrestvoeten te kunnen betalen die microfinancieringsinstellingen in stedelijke gebieden aanrekenen aan handelaars. Dit terwijl de kosten die de financiële dienstverlening met zich meebrengt hoger zijn in de landelijke gebieden: er wonen minder mensen op een grotere oppervlakte, en dat betekent onder meer hogere transportkosten. De landbouw is bovendien een sector met veel risico’s. Ziektes en het weer kunnen de productie erg beïnvloeden. En een goede oogst en goede bewaring zijn niet per definitie een garantie voor een goede prijs voor de individuele boer. De prijsschommelingen op de
markt heeft die boer immers evenmin in de hand. Om al deze redenen zijn microfinancieringsinstellingen minder geneigd om te investeren in landbouw. Toch blijft de sector naar geschikte modellen zoeken. De rode draad bij succes is de samenwerking met andere organisaties zoals fair trade instellingen, landbouwcoöperaties en overheidsprogramma’s. Samenwerking kan een aantal risico’s kleiner maken waardoor investeren in deze belangrijke sector aantrekkelijker wordt.
Meer informatie: www.ruralfinancenetwork.org www.fondation-farm.org website van de internationale organisatie FARM (Fondation pour l’Agriculture et la Ruralité dans le Monde) www.ifad.org/ruralfinance www.agricord.org
5.4 Microfinanciering en de financiële crisis2 De financiële crisis die zich eind 2008 inzette, laat zich wereldwijd voelen. Heeft deze internationale crisis gevolgen voor de sector van microfinanciering? De sector voor de crisis De sector van microfinanciering blijft al bij al relatief klein in vergelijking met de commerciële financiële dienstverle-
Nieuwe tendensen en uitdagingen [ 47 ]
ning ondanks de explosieve groei van de laatste jaren. Er is niet alleen een gigantische stijging van het aantal microfinancieringsinstellingen en het aantal microkredieten. De instellingen zelf worden groter, net als hun omzet. Sommige microfinancieringsorganisaties hebben meer dan 1 miljoen cliënten, Grameen Bank in Bangladesh heeft er zelfs meerdere miljoenen. Heel wat organisaties verdubbelen in twee jaar tijd hun omvang en omzet, en dat niet een keer maar meerdere keren na elkaar.
Gegeven de financiële crisis die de wereld doormaakt, wordt het in de nabije toekomst des te belangrijker voor de microfinancieringsinstellingen om zich te richten op de juiste cliënten. De vraag naar kleinere kredieten om te investeren in een productieve activiteit is groot, de leningen renderen en er zijn voldoende liquide middelen om deze groei te realiseren. Zo’n groeispurt brengt voor deze instellingen heel wat uitdagingen met zich mee, vooral op vlak van management en gezond financieel beheer. Toch verandert de financiële structuur van
[ 48 ] Nieuwe tendensen en uitdagingen
de meeste organisaties, ondanks hun spectaculaire groei, bijzonder weinig. En ze blijven desondanks financieel even gezond als voorheen. Zo blijft, gemiddeld gesproken, de verhouding tussen schulden en aandelenvermogen erg gunstig, veel gunstiger dan bij de commerciële banken. Ook wat kapitaal betreft, blijft het aandeel eigen kapitaal, gemiddeld 30 %, door de jaren heen, ongeveer hetzelfde. En ook hier doen microfinancieringsinstellingen het beter dan de commerciële banken. De afhankelijkheid van buitenlandse geldstromen is kleiner dan vaak wordt aangenomen: gemiddeld steunen de fondsen van microfinancieringsinstellingen voor slechts 10 % op buitenlands geld. Ook wat de kwaliteit van hun leningen betreft scoort de sector erg goed. Slechts 3,7 % van de kredieten wordt niet terugbetaald. Bij commerciële banken ligt dit cijfer 2 of 3 keer hoger. Hiertegenover staat bovendien een relatief grote kapitaalreserve, een reserve die vaak groter is dan het verwachte totaalbedrag van niet-terugbetaalde leningen. Hier en daar onstaat de laatste jaren een zekere concurrentie tussen het groeiend aantal microfinancieringsinstellingen. Maar aangezien de markt nog maar 10 % of zelfs minder van het totaal aantal potentiële cliënten bereikt, blijft de onderlinge concurrentie beperkt. Tot voor de financiële crisis lijkt de top van microfinancieringsinstellingen alvast in goede vorm.
Nieuwe tendensen en uitdagingen [ 49 ]
De impact van de crisis De financiële crisis vertegenwoordigt slechts één aspect van de internationale crisis. Maar zowel in rijke als in arme landen staat het financiële systeem onder druk en ondergaat het onmiskenbaar de gevolgen van deze grotere crisis. Al in de eerste maanden van 2008 worden kredieten, die eerst in overvloed beschikbaar en erg goedkoop waren, plots schaars en duur.
eens dat het goed ging met de microfinancieringssector als het slecht ging met de economie. Tijdens de grote financiële crisis in Azië en in Bolivië beleefden de microfinancieringsinstellingen een ware boom. Vraag is of dat ook nu zo zal zijn. Zeker is dat niet. In vergelijking met de crisissen van enkele jaren geleden zijn microfinancieringsinstellingen veel groter geworden en veel meer geïntegreerd in het reguliere financiële systeem.
Nog voor het midden van 2008 laten de gevolgen hiervan zich ook voelen in de microfinancieringssector, meer bepaald in Mexico. Daar zetten de grote internationale banken hun kredieten stop en worden de microfinancieringsinstellingen geconfronteerd met kredietlijnen die plots verdwijnen. Deze evolutie zet zich ook elders in de wereld door en eind 2008 krijgen MFI’s het moeilijker om hun fondsen bij elkaar te zoeken.
Aandachtspunten voor de toekomst
Toch brengt dit tekort aan fondsen de meeste van deze instellingen niet echt in zware moeilijkheden. De moeizame zoektocht naar de nodige fondsen zorgt wel voor een vermindering van de kredieten en een tragere groei.
Het is daarom van groot belang dat microfinancieringsinstellingen hun cliënten kennen, dat ze zicht hebben op hun financiële situatie en hun mogelijkheden om het krediet terug te betalen. Ze moeten opvolgen waarvoor het krediet gebruikt wordt en of de investering goed loopt. Hierin investeren vraagt tijd en geld.
Dat de opdrogende kredietlijnen van commerciële banken niet meteen slachtoffers maken onder de microfinancieringsinstellingen komt vooral omdat deze laatste zich richten op de reële economie en weinig te maken hebben met financiële speculatie. Een andere vraag die belangrijk is met het oog op de toekomst betreft het anticyclische karakter van microfinanciering. In het verleden bleek meer dan
[ 50 ] Nieuwe tendensen en uitdagingen
Gegeven de financiële crisis die de wereld doormaakt, wordt het in de nabije toekomst des te belangrijker voor microfinancieringsinstellingen om zich te richten op de juiste cliënten. D.w.z. mensen die een krediet vragen voor een productieve activiteit en dit krediet weten om te zetten in een rendabele onderneming.
Microfinancieringsinstellingen die zich ook richten op het aanbieden van consumptiekredieten, zullen in de toekomst veel kwetsbaarder zijn. Consumptiekredieten worden in tijden van crisis immers heel vaak niet terugbetaald. Het is een product dat erg onderhevig is aan de algemene financiële conjunctuur. Gaat het slecht in de financiële sector,
dan gaat het nog veel slechter met die bedrijven die zich richten op consumptiekredieten.
Meer informatie: Wat is de impact van de financiële crisis op microfinanciering? Voordracht van Damian von Stauffenberg, directeur van MicroRate, tijdens de Microfinance Lunch Break van 10 februari 2009. Te bekijken op www.brs-vzw.be
1
Dit stuk is vooral gebaseerd op onderzoek ge-
daan door Women’s World Banking en gepubliceerd in ‘Stemming of the tide of mission drift. Microfinance transformations and the double bottom line’, Women’s World Banking, 2008, p 9. 2
Gebaseerd op uiteenzetting van Damian von
Stauffenberg (MicroRate), ‘Microfinance and financial crisis’, Microfinance Lunch Break, 10 februari 2009
Nieuwe tendensen en uitdagingen [ 51 ]
[ 52 ] Slot: Worden mensen beter van microfinanciering?
6ORW:RUGHQPHQVHQEHWHUYDQPLFUR ÀQDQFLHULQJ" Succes Wanneer is microfinanciering succesvol? Voor de een ligt het bewijs van succes bij de miljoenen gezinnen die volgens de statistieken toegang krijgen tot financiële diensten. Anderen meten de goede resultaten af aan de stijging van het aantal sterke microfinancieringsinstellingen, de groeiende interesse van de investeerders of de maatschappelijke erkenning die de sector krijgt, bijvoorbeeld de toekenning van de Nobelprijs. Burgemeester F.W. Raiffeisen formuleerde meer dan honderd jaar geleden de doelstelling van zijn systeem van microfinanciering als ‘de leden van onze spaar- en kredietcoöperaties moeten hun materiële toestand kunnen verbeteren’. Daarmee legde hij meteen ook de maatstaf voor succes vast. Cliënten verwachten van hun microfinancieringsinstelling een stevig duwtje in de rug om uit de cirkel van armoede te geraken. En of die steun nu een gewone lening of een microlening genoemd wordt, maakt voor Rokia en de andere kredietnemers uiteindelijk geen verschil. De voornaamste behoefte van cliënten is meestal om op het juiste moment over de juiste middelen te kunnen beschikken. Dit is ook een duidelijke
conclusie in het boek ‘Portfolio’s of the Poor’1. Hierin beschrijven de auteurs het leven van mensen als Rokia. Arme mensen die moeten rondkomen met minder dan twee dollar per dag. Niet hun lage inkomen vormt het grootste probleem, maar wel de onzekerheid en de schommelingen van dit inkomen. Hierbij moet microfinanciering oplossingen aanbieden die voorkomen dat mensen hun toevlucht nemen tot woekeraars en in een spiraal van schulden belanden. Respect voor de evenwichtskunstenaar Microfinanciering heeft niet alleen een belangrijke sociale opdracht. Haar sociale doelstelling moet ook nog eens op een financieel duurzame manier worden waargemaakt. Deze dubbele uitdaging is een grote evenwichtsoefening. De microfinancieringsinstelling balanceert daarbij als een acrobaat op een slappe koord, met aan weerszijden van de stok opdrachten die zich niet zo makkelijk laten verenigen en die de evenwichtskunstenaar toch in balans moet trachten te houden. Microfinancieringsorganisaties die hierin slagen, verdienen groot respect. Om dit respect te behouden, is het voor de microfinancieringssector belang-
Slot: Worden mensen beter van microfinanciering? [ 53 ]
rijk om aan te tonen dat hij werkelijk scoort op beide vlakken. De financiële prestaties zijn daarbij relatief gemakkelijk te meten. Voor de resultaten op sociaal vlak zijn de indicatoren minder duidelijk. Of Rokia zich beter voelt en er maatschappelijk op vooruit gegaan is, laat zich niet zomaar in een cijfer gieten. Sommige onderzoekers doen uitgebreide enquêtes en proberen aan de hand van vragen over voeding, gezondheid en onderwijs een beeld te krijgen van de veranderingen die microfinanciering in het leven van armen teweegbrengt. Op die manier is er rond Rokia en haar collega’s een echte industrie van onderzoeks- en ratingbureaus ontstaan. Het werk dat zij leveren is niet onbelangrijk voor organisaties die verantwoording moeten afleggen aan externe financiers. Investeerders die bereid zijn een kleinere financiële opbrengst te compenseren met een grotere sociale winst, baseren zich graag op de resultaten van deze metingen.
Meer informatie : European Dialogue (2008) ‘The Role of Investors in Promoting Social Performance in Microfinance’ via www.e-mfp.eu Rekha Reddy (2007), Guidelines to Evaluate Social Performance, ACCION Insight series No.24
erin slaagt om met de hulp van een microkrediet een succes te maken van haar leven, dan is dat vooral dankzij haar eigen talent om in moeilijke omstandigheden te werken. Voor Rokia Degbevi en alle andere Rokia’s in de wereld is het menselijke respect waarmee een microfinancieringsinstelling haar cliënten behandelt, doorslaggevend. Ernstig genomen worden en naar waarde geschat is belangrijk. Arm zijn betekent immers niet dat men minder waard is. En waar pure liefdadigheid de ontvanger in een ondergeschikte rol plaatst, kan microfinanciering deze ongelijkheid overstijgen en de nadruk leggen op wederkerigheid. Kruisbestuiving Wanneer we dit boek schrijven, zitten we midden in een woelige periode op financieel-economisch vlak. Vele zekerheden worden onderuitgehaald. Het jarenlange vertrouwen in de robuustheid van financiële systemen is bruusk geschonden. Terug naar de basis is het credo bij vele organisaties. Voor de banken vertaalt zich dit vooral als het centraal stellen van basisdiensten als sparen, kredietverlening en verzekering, betere transparantie en controle, sterkere communicatie met de cliënten, … En er lijken op dit vlak weinig verschillen te bestaan tussen de strategieën van de ‘grote’ en de ‘micro’ financieringswereld.
Respect voor Rokia Degbevi Niet alleen de microfinancieringsinstellingen verdienen respect voor hun evenwichtsoefening. Rokia zelf verdient meest van al ons respect. Wanneer zij
[ 54 ] Slot: Worden mensen beter van microfinanciering?
Verschillen tussen beide werelden zouden eigenlijk sowieso niet mogen bestaan. M.a.w. er zou geen nood mogen zijn aan een alternatief financieringscircuit. De grote droom blijft dat
er een moment komt dat er slechts één financieringscircuit overblijft, met zowel aandacht voor de financiële als de sociale dimensie. Dit mag een utopie lijken, maar deze droom en de kansen die een crisis biedt, kunnen samen de aanzet zijn voor een nauwere samenwerking tussen beide leden van dezelfde familie. Een samenwerking waarbij het voornaamste uitgangspunt is dat mensen die een beroep doen op hun diensten er uiteindelijk beter van worden en meer kansen krijgen in het leven.
1
Collins, D., Morduch, J., Rutherford, S., Ruthven,
O., Portfolios of the Poor. How the World’s Poor Live on $2 a Day, Princeton University Press, 2009.
Slot: Worden mensen beter van microfinanciering? [ 55 ]
[ 56 ] Slot: Worden mensen beter van microfinanciering?