Reis Kathmandu & Melamchi Ghyang
6 – 15 april 2015
Door Rosan NAESSENS, leerkracht Rudolf Steinerschool, Brugge Op 25 april 2013 – dag op dag 2 jaar voor de fatale aardbeving in Nepal – stapte Purna Gautam, directeur van de Nepalese school Melamchi Ghyang, tijdens een open lesdag mijn klaslokaal in de Brugse Rudolf Steinerschool binnen. Dat dit de start zou zijn van een warme pennenvriendschap tussen zijn leerlingen en onze Brugse leerlingen, was ons beiden toen nog onbekend. De leerlingen in mijn klasje (5e leerjaar) voelden zich diep aangesproken door Purna’s verhaal, dat hij met foto’s uit zijn school toelichtte. Spontaan ontstonden financiële acties in de klas. Toen Purna het jaar erop terug in België was om het lustrumfeest van KetaKeti bij te wonen, waren mijn leerlingen apetrots om hem een schenking van 854 euro te doen. Een som die zou worden aangewend om de leerboeken en het schoolgeld van 3 weesmeisjes te betalen. Sterk gemotiveerd spaarden mijn leerlingen verder en dit jaar kregen ze bijna 1000 euro bij elkaar. Bij mij kriebelde het om in de paasvakantie de school in het bergdorp te bezoeken en de donatie cash money te overhandigen. Slechts enkele intimi én mijn klasje bracht ik hiervan op de hoogte. De nieuwsbrief van Melamchi Ghyang School had op zijn éérste pagina een motto staan : ‘Everything is possible if you’re willing to do’. Het werd ook mijn motto en ik boekte de vlucht naar Kathmandu. Dinsdag 6 april 6.15 u : Een geslaagde vlucht van 12 u achter de rug. De warme zomerlucht betovert me, gezien het bij mijn vertrek in Lichtervelde toch wel héél frisjes was en ik alvast met winterjas aan vertrokken was. Buiten de luchthaven in Kathmandu tref ik Purna aan, die me met stralende glimlach zoals we hem kennen, stond op te wachten. Een plechtige verwelkoming volgt, ik krijg een sjaaltje om de hals gelegd en we vertrekken in een gammel mini-taxietje naar Tibet Guest House, waar ik incheck. Prompt geeft Purna me een rondleiding in de stad Thamel, zodat ik er de komende twee dagen mijn weg vindt, want hij komt me pas op donderdag met een huurjeep ophalen om naar het bergdorp te rijden. Honderden aanlokkelijke winkeltjes, nooit eerder gezien chaotisch druk verkeer, gekrioel van een mensenmassa waarin ieder zich een weg baant (wat een hoeveelheid brommers én maar toeteren !), vele verkopers die hun waren aan de kant van de straat aan de man proberen te brengen. Ik kom ogen te kort ! 1
Onze wandeling gaat o.m. naar Dhurbar Square, ik val van de ene verwondering in de andere … man, man, man … wat een majestueuze tempels. We bezoeken het voormalige koninklijke paleis en het verblijf van ‘the Living Goddess’. Boeiend om te zien: houtsnijwerk van het allergrootste vakmanschap !
Dinsdag : ik mag Purna vergezellen op een werkafspraak bij de ijzerfabrikant, die de omheiningdraad voor het schoolplein in Melamchi Ghyang zal leveren. De heren onderhandelen een tijdlang, de taxichauffeur en ikzelf blijven geduldig wachten en de beloning die erop volgt is een rit door een bijzonder stoffige, met brokstenen bezaaide straat naar The Monkey Monastery.
2
Een zee van kleurrijke gebedsvlaggetjes golft vrolijk tussen bomen en gebouwen, enkele kuierende apen krijgen resoluut voorrang op de grote trap die ons naar het heiligdom leidt. Bovenop de heuvel heerst een ingetogen sfeer : Tibetaanse muziek speelt door de luidsprekers, toeval of niet maar diezelfde muziek speelt bij mij thuis ook heel vaak … De geur van wierook, hmmm … zalig … ik volg achter Purna om de gebedsrollen te laten draaien en de bescherming voor mijn geliefden te vragen. De mysterieuze ogen onderaan de goudgeverfde torenspits bekijken me vanuit elk perspectief. Na de gebedsronde en het kuieren langs vele winkeltjes tuffen we in hetzelfde taxietje terug naar de binnenstad. Een verkwikkend middagmaal bij Purna’s schoonzus volgt en daarna brengen we een bezoek aan de grote boeddhistische tempel in de stad. Het treft me om kindermonnikjes van lagere schoolleeftijd op het binnenplein bij het internaat te zien spelen : in een bordeaux-oranje monnikenpij onder de lommerrijke kastanjeboom wordt badminton gespeeld en plezier gemaakt. Na de tempel met al zijn kostbaarheden bewonderd te hebben, gaan we op theevisite bij Pasang Temba Lama, ‘the chairman of the school’. Wat een eer voor mij ! Een schoolhoofd uit een andere school vergezelt ons en terwijl de drie heren business regelen, geniet ik van de thee en de gezangen uit de kamer ernaast : een vrouwengroep krijgt er onderricht uit heilige boeken en chant er rustgevende melodieën. De taxi brengt Purna, Pasang Temba Lama en ikzelf terug naar Tibet Guest House en gezeten op het zonnige terras bespreken we urenlang de toekomst van Melamchi Ghyang School. Nepalese en Europese visie ontmoeten elkaar tot het avondduister valt en de heren afscheid van me nemen. 3
Woensdag : Een dag in mijn eentje om Thamel te verkennen. Gewapend met een stadsplan begeef ik me in het overdrukke verkeer. Ik ben vastberaden om Dhurbar Square terug te vinden, ik was de dag ervoor lang niet klaar met het bewonderen van dat werelderfgoed. Een fijne ontmoeting met een lokale gids neemt meer dan een uur in beslag. De moeilijke politieke situatie in Nepal weet ze goed uit te leggen. Een tweede ontmoeting met een lokale leraar-gids volgt, hij troont me mee naar de School of Arts, waar mijn mond openvalt bij het zien van de honderden schilderijtjes waarop boeddhistische taferelen en mantrams in heldere kleuren en met veel goudverf staan afgebeeld. Die verleiding kan ik niet weerstaan en ik koop twee prachtige werken voor mijn kinderen en schoonkinderen.
Meerdere gesprekken volgen met schilders-‘refugees’ uit Tibet, die in Kathmandu hun stek gevonden hebben, met andere lokale mensen, die goederen verkopen en met een sherpa-gids die me weet te overtuigen een rondleiding in de binnenstad te ‘kopen’. Boeiende uitleg weet die man mij te verschaffen : over de hippie-tempel, waar ooit Jimmy Hendrickx zijn joints zou gesmoord hebben. Deze indrukwekkend hoge tempel heeft helaas de aardbeving niet overleefd.
Uiteraard staan we ook stil bij de kamasutra tempel ,waarvan ik na de aardebeving niet weet of die het overleefd heeft. Met afschuw aanhoor ik het verhaal over de grote godheid van het boze, die een gordel draagt van mensenhoofden. De gebeitelde tekst, die de gids me laat lezen, zou me bij welslagen een gouden/zilveren muntstuk opbrengen, maar helaas ...
4
Donderdag 7 u : ik word door de wekdienst van het hotel uit mijn bed gebeld : Purna staat me aan de balie op te wachten, de jeep heeft de motor al aan. Ik rep me met mijn bagage en zonder ontbijt naar de jeep. Daar zitten nog 2 mannen in en de jeep is al flink geladen tot op het bagagerek toe. Eenmaal in de bergen valt mijn gsm uit, ik besef dat ik de komende dagen mijn geliefden geen sms’jes meer zal kunnen sturen. De natuur is ronduit magisch, de vele rijstveldjes als stille getuigen van de noeste arbeid van eenvoudige landmensen maken me nederig, het bewerken van de grond in rotsachtig gebied roept mijn grootste respect op en ik voel hoe het hele agrarische landschap de klok een paar eeuwen terug draait.
Onderweg wordt 4 x gestopt : een panoramisch uitzicht bij een heerlijke kop soep of een omeletje, inkopen doen en de omgeving bekijken in Melamchi Pul Bazar, kippenvlees kopen bij een authentieke pluimveehandelaarster en een ongelukkig omgekeerde motorrijder uit de gracht trekken en zijn uitgebreide bagage bijeen rapen.
Daartoe hoorde ook een kippetje dat de val helaas bekocht met kreupele poten.
5
Na 6 u rijden komen we in het bergdorp aan. Dorpsgenoten steken een handje toe om de jeep te lossen. De vracht bovenop de jeep blijkt de schoolboeken te zijn voor het nieuwe schooljaar dat op zondag 19 april begint. De namastés van vele dorpsgenoten geven me een zeer welkom gevoel. Purna’s echtgenote, Zangmu, en haar moeder laten me meteen in het huis ‘thuis’ komen bij een kop heerlijke masalathee, terwijl ze al eten bereiden voor enkele gasten.
Zoonlief, Karma, zeult mijn bagage en wijst me een kamer aan. Zo knus, deze ‘eco-friendly lodge’, mijn kamer … helemaal van hout. Een verkennende wandeling in het dorp volgt, Purna heeft het druk met telefoneren en met gesprekken voeren met dorpelingen. Terug ‘thuis’ gekomen kikkert een lekkere warme maaltijd me helemaal op. Het is druk geworden in de woonkamer : meerdere trekkers komen in de ‘lodge’ de nacht doorbrengen, om ’s anderendaags weer op pad te gaan. Zangmu is volop ingenomen door het kokkerellen, Purna steekt vakkundig een handje toe, er ontstaan gezellige gesprekken; Nederlands, Italiaans, Frans, Engels … een allegaartje aan talen waarin leuke uitwisselingen worden gemaakt.
Vrijdag – zaterdag – zondag – maandag : Vanaf nu heb ik geen tijd meer om een dagboek bij te houden, ik leef mee in het gezin van Purna en Zangmu, ik word uitgenodigd bij de oma op de thee, samen met Karma verken ik het dorp en word ik her en der naar binnen gewenkt om alweer een kop Tibetaanse thee te drinken : heet water, boter eronder gekarnd en een schepje zout erdoor geroerd … heel apart moet ik zeggen en niet écht mijn smaak, maar de gastvrijheid is zo groot dat ik er wel in slaag de thee naar binnen te werken, zo ook de hete jeneverdrank, die eveneens een eerbetuiging aan de gast is. Karma, de 13jarige zoon, is mijn trouwe gids én tolk in het dorp. Hij spreekt al heel goed Engels en fier als een gieter laat hij me het plaatselijke hospitaaltje zien, de tempel waar ook hij en zijn ouders elke volle en nieuwe maan naartoe trekken om er de 6
boeddhistische ceremonie bij te wonen, het landschap met enkele mysterieuze stenen, die mij aan ons Wéris doen denken, de woonplaats van meerdere mensen die met de school verbonden zijn. Een omeletje eten in de woning van Kamilama (lid van het sociaal comité van de school), een gesprekje proberen aan te knopen met zijn echtgenote die buiten op het gras de afwas doet, tijd maken voor een kiekje bij de voordeur, het is allemaal zo hartelijk. Overal geniet ik van het zien hoe de mensen behuisd zijn. In elke woonkamer staat een kleine bij de grond staande kachel, met daarop een grote fluitketel die veelal zwartgeblakerd staat te warmen. De huizen hebben kleine ramen met als gevolg donkere woonruimtes. De voordeur blijft meestal openstaan, om de rook van het houtkacheltje beter weg te laten trekken. De donkere, geboende plankenvloer en de glimmende koperen potten in de rekken stralen een standing uit. De offerdienst in het huis wordt overal goed in ere gehouden : kleine schaaltjes water die dagelijks ververst worden, vele foto’s van diverse lama’s, boeddhistische beeldjes, verse bloemetjes, allerlei geofferde dingetjes. Met Purna en Kamilama bezoek ik uitgebreid de school. De grote sleutelbos wordt naarstig uitgevlooid om enkele lokalen voor mij te openen. Ik neem vele foto’s, dat had ik aan Hilde beloofd ! De diepste indruk maken de werkers op de speelplaats op mij : met hamer en beitel sloegen ze in de benedenvallei grote rotsblokken uit het gebergte, om die verder in kleinere plaveien te kappen, naar boven te sjouwen en de speelplaats mee aan te leggen. Onvoorstelbaar zware arbeid, niet verantwoord hard labeur, waar geen enkel mensenlichaam op termijn tegen bestand is. Iemand laat zijn zwaar geschaafde rug zien van plaveien naar boven te dragen : hij lijkt wel gegeseld. Een andere werker houdt het niet meer vol en moet 7
dringend naar het hospitaaltje voor verzorging van zijn zwaar gekneusde pols. Er ontstaat naar Purna toe een felle discussie : de werkers willen hun loon ontvangen, waar blijft het beloofde geld ?! De 1000 euro die mijn leerlingen verdiend hebben met financiële acties zal voorlopig gebruikt worden om de werkers een voorschot te geven, de discussie blijft doorgaan, de ontevredenheid is groot : 6 maanden werk in Indië kunnen krijgen en niet op ingegaan zijn omwille van de belofte op werk in eigen bergdorp en nu blijkt dat werk in eigen dorp niet de beloofde centen op te brengen. Een schrijnende toestand … Niet enkel dat ervaar ik als schrijnend, ook de schoolkeuken, de toiletten, de wasplaats … zijn voor ons Europeanen ondenkbaar.
Ik zie de grote noden van de school, naast de grote projecten die al succesvol gerealiseerd werden !
Doorheen de dagen ontmoet ik ook enkele leerlingen die bij ons hun pennenvriend(innetje) hebben, het worden telkens fijne gesprekjes met de kinderen, die steevast eindigen op ‘many namastés to my penfriend’.
8
De dagen vliegen voorbij, ik geniet overal van en besef dat mijn verblijf véél te kort is. De nooit eerder geziene kolossale spin in mijn kamertje, de hachelijke nachtelijke plasbeurten, de dikke kever met zijn ruitvormige blinkend zwarte vleugels, zijn vervaarlijk ogende parels op het einde van zijn voelsprieten en zijn opmerkelijk laag helikoptergezoem als hij rondvliegt, het ijskoude bergwater in een emmer om me mee te wassen … ik heb het er allemaal graag bijgenomen. Deze mensen, de meesten met tengere lichaamsbouw en toch een opmerkelijke fysieke kracht, zulke noeste werkers … ze hebben mijn hart veroverd. Zien hoe ze zich het onherbergzame gebied tot woonplaats gemaakt hebben, hoe ze als gemeenschap samenwerken en – leven, niet hoeven na te denken over het opvangen van zwerfjongetjes die in het dorp waren aangekomen, deze mensen die in al hun eenvoud en soberheid gelukkig zijn, opvallend gastvrij zijn en met graagte hun levenswijze en cultuur met me delen … Het maakt me stil … zo dankbaar.
De voorlaatste dag komt de jeep me terug ophalen, volgestouwd met mensen en materiaal rijden we in 5 u tijd het Helambugebergte uit. Samen met Karma vooraan in de jeep geniet ik van de heerlijke vergezichten, de in terrasjes gelegde akkertjes, de dappere leefstijl van de agrarische bevolking, de stoepa’s die af en toe opdoemen … Aangekomen in Kathmandu gaan we nog een hele voorraad gebedsvlaggetjes kopen, kijken we nog bewonderend naar de vele kleurige lichtjes die nieuwjaarsdag aankondigen. We overnachten in het huis van Purna’s schoonfamilie.
9
Diep vervuld keer ik op woensdagmorgen huiswaarts, met een duizendtal foto’s op zak van de stad Kathmandu, van het bergdorp en de school, die met haar geschilderde daken trots in de flank van de heuvel prijkt. Wie had kunnen denken dat 10 dagen later alles tot de geschiedenis zou horen ? Het lieflijk ogende bergdorp met Purna’s school , herschapen tot één woestenij.
De stad Kathmandu met zijn indrukwekkende tempels, herleid tot puinhoop, de eenvoudige-goedhartige-hardwerkende bergbevolking dakloos en nog armer dan voorheen … het snijdt door merg en been. Het doet me opstaan en financiële acties van de grond trekken in eigen leefwereld, het doet me meewerken aan het Ketaketi project … onvoorwaardelijk en met volle overtuiging … Dit dorp en dit volk moet vooruit geholpen worden, deze school waar 250 leerlingen hun opleiding genieten moet herbouwd worden !
Rosan Naessens, 29 april 2015
10