Reglement Raad van Commissarissen DUWO Dit reglement is vastgesteld door de raad van commissarissen van stichting DUWO op 18 februari 2013.
Artikel 1 Status en inhoud van het reglement 1.
Dit reglement is opgesteld op grond van artikel 12 lid 5 van de statuten van de stichting en dient ter aanvulling op de regels en voorschriften die op de raad van commissarissen van toepassing zijn op grond van het recht en/of de statuten van de stichting.
2.
Waar dit reglement strijdig is met de statuten van de stichting, zullen deze laatste prevaleren. Waar dit reglement verenigbaar is met de statuten, maar strijdig met het recht, zal dit laatste prevaleren. Indien een van de bepalingen uit dit reglement niet of niet meer geldig is, tast dit de geldigheid van de overige bepalingen niet aan. De raad van commissarissen zal de ongeldige bepalingen onverwijld vervangen door geldige bepalingen waarvan het effect, gegeven de inhoud en strekking daarvan, zoveel mogelijk gelijk is aan die van de ongeldige bepalingen.
3.
Bij dit reglement zijn de volgende bijlagen gevoegd, welke integraal onderdeel uitmaken van dit reglement: Bijlage A: profielschets omvang en samenstelling raad van commissarissen. Bijlage B: bemensing en rooster van aftreden raad van commissarissen DUWO. Bijlage C: overzicht informatievoorziening raad van commissarissen. Bijlage D: het reglement voor de auditcommissie van de raad van commissarissen. Bijlage E: het reglement voor selectie- en remuneratiecommissie; Bijlage F: het reglement van de auditcommissie projectontwikkeling.
4. Dit reglement is gebaseerd op de Governancecode Woningcorporaties (de "Code") zoals die op 1 januari 2007 in werking is getreden en nadien gewijzigd per 1 juli 2011. 5.
Op 16 januari 2013 heeft de heer mr. J.J. Benschop, als bestuurder, verklaard in te stemmen met de inhoud van dit reglement, en de daarin opgenomen regels, voor zover die hem regarderen, te zullen naleven en nakomen.
6. Van de externe accountant van de stichting wordt een verklaring gevraagd waarin hij aangeeft toepassing te zullen geven aan, en zich gebonden te achten aan verplichtingen van dit reglement voor zover deze op hem van toepassing zijn. 7.
De raad van commissarissen draagt er zorg voor dat dit reglement wordt gepubliceerd op de website van de stichting.
Artikel 2 Taak van de raad van commissarissen 1.
Binnen de in artikel 18 lid 1 van de statuten in algemene zin aangeduide taak van de raad van commissarissen (toezicht te houden op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden onderneming en het met raad terzijde staan van het bestuur), richt de raad zich met name op: a.
het houden van toezicht op, en het met raad terzijde staan van het bestuur omtrent:
− − −
de realisatie van de doelstellingen van de stichting; het zorgen voor de continuïteit van de stichting; de strategie en de risico’s verbonden aan de ondernemingsactiviteiten, waaronder die van de verbindingen;
− − −
de opzet en werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen; het kwaliteitsbeleid; de kwaliteit van de maatschappelijke verantwoording als is voorzien in paragraaf V ('Maatschappelijke verantwoording en beleidsbeïnvloeding door belanghebbenden') van de code;
− − −
het financiële verslaggevingsproces; de naleving van de wet- en regelgeving; het risicomanagement en de interne beheersing van verbindingen.
b. het in samenwerking met het bestuur openbaar maken, naleven en handhaven van de governancestructuur van de stichting; c.
het evalueren en beoordelen van het functioneren van het bestuur en de raad van commissarissen alsmede van hun individuele leden (met inbegrip van een beoordeling van de profielschets voor de raad van commissarissen en het introductie-, opleidings- en trainingsprogramma (zie artikel 4 lid 1 en artikel 9));
d. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent tegenstrijdige belangen tussen de stichting enerzijds en de bestuurder, de raad van commissarissen en/of de externe accountant anderzijds; e. het in behandeling nemen van, en beslissen omtrent vermeende onregelmatigheden die het functioneren van de bestuurder betreffen. 2.
De raad van commissarissen is zelf verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn functioneren.
3.
De raad van commissarissen zal jaarlijks na afloop van het boekjaar van de stichting een verslag over het functioneren en de werkzaamheden van de raad van commissarissen en zijn commissies in dat boekjaar opstellen en publiceren. De hoofdlijnen van de governancestructuur worden elk jaar in een apart hoofdstuk in het verslag uiteengezet. In dat hoofdstuk wordt tevens aangegeven in hoeverre de stichting de uitwerkingen van de Code opvolgt en zo niet, waarom en in hoeverre zij daarvan afwijkt. Het verslag bevat voorts in ieder geval de informatie waarnaar wordt verwezen in de artikelen 4 lid 5, 4 lid 7, 6 lid 3, 10 lid 2, 10 lid 5, 16 lid 1 en 16 lid 2.
Artikel 3 Onverenigbare functies en relaties Lid van de raad van commissarissen kan niet zijn: a.
een persoon die lid is van het bestuur van de stichting;
b.
een persoon die belast is met, of mede uitvoering geeft aan het overheidstoezicht op de stichting;
c.
een bestuurslid van de Woonbond en/of erkende huurdersorganisaties;
d.
een persoon die onder curatele dan wel onder bewind is gesteld of anderszins het vrije beheer over zijn
e.
een persoon die in de eerste of tweede graad van bloed-/aanverwantschap staat tot, gehuwd is met of een
vermogen mist; duurzame gemeenschappelijke huishouding voert met een lid van de raad van commissarissen, met een lid van het bestuur of met een persoon die een arbeidsovereenkomst heeft met de stichting; f.
een persoon die werkzaam is voor of functioneel betrokken is bij een bedrijf of organisatie waarvan de belangen strijdig zouden kunnen zijn met die van de stichting.
Artikel 4 Samenstelling, deskundigheid en onafhankelijkheid van de raad van commissarissen. 1.
De raad van commissarissen bestaat uit een zodanig aantal leden als vastgesteld overeenkomstig de statuten van de stichting. De raad van commissarissen stelt een profielschets van zijn omvang en samenstelling op, rekening houdende met het bepaalde in de statuten, de aard van de stichting, zijn werkzaamheden en de
gewenste deskundigheid, ervaring en onafhankelijkheid van zijn leden. In de profielschets wordt ingegaan op de voor de stichting relevante aspecten van diversiteit in de samenstelling van de raad en wordt vermeld welke concrete kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen de raad ten aanzien van diversiteit hanteert. Onder diversiteit wordt verstaan de verscheidenheid in geslacht, leeftijd, beroepsgroepen, kennis en expertise, etnische afkomst en persoonlijkheidskenmerken De raad van commissarissen zal de profielschets jaarlijks evalueren en in elk geval alvorens een vacature in de raad van commissarissen wordt vervuld. De huidige profielschets van de raad van commissarissen is weergegeven in Bijlage A bij dit reglement. 2.
De samenstelling van de raad van commissarissen zal zodanig zijn dat de combinatie van ervaring, deskundigheid, onafhankelijkheid en diversiteit van zijn leden voldoet aan de profielschets zoals weergeven in Bijlage A en de raad van commissarissen het best in staat stelt zijn diverse verplichtingen jegens de stichting en de bij de stichting betrokkenen te voldoen, in overeenstemming met de toepasselijke wet- en regelgeving. De onderlinge taakverdeling tussen de leden van de raad van commissarissen volgt uit de profielschets zoals weergegeven in Bijlage A.
3.
Bij de samenstelling van de raad van commissarissen moeten de volgende vereisten in acht worden genomen: a.
elk van zijn leden is in staat om de hoofdlijnen van het totale beleid van de stichting te beoordelen;
b. elk van zijn leden past in de profielschets van Bijlage A, en door middel van zijn/haar deelname aan de raad van commissarissen (bij (her)benoeming en nadien) is de raad van commissarissen als geheel samengesteld in overeenstemming met artikel 4 lid 2; c.
ten minste een van zijn leden heeft ervaring in volkshuisvestingsaangelegenheden;
d. ten minste één van zijn leden heeft relevante kennis en ervaring opgedaan in de financiële bedrijfsvoering bij naar omvang minimaal gelijkwaardige rechtspersonen; e. de leden van de raad van commissarissen zijn in formele zin onafhankelijk als bedoeld in artikel 4 lid 4; f.
geen van zijn leden wordt benoemd na de tweede zittingsperiode van vier jaar, als bedoeld in artikel 19 van de statuten;
g.
de voorzitter is geen voormalig bestuurder van de stichting.
4. Een lid van de raad van commissarissen zal niet als onafhankelijk in formele zin worden aangemerkt (en derhalve als onafhankelijk gelden indien geen van het onderstaande op hem/ haar van toepassing is) indien hij/zij, dan wel zijn/haar echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad: a.
in de vijf jaar voorafgaande aan de benoeming werknemer of lid van het bestuur van de stichting (inclusief gelieerde rechtspersonen) is geweest;
b. een persoonlijke financiële vergoeding van de stichting of van een aan haar gelieerde rechtspersoon ontvangt, anders dan de vergoeding die voor de als lid van de raad van commissarissen verrichte werkzaamheden wordt ontvangen en voor zover zij niet past in de normale uitoefening van een bedrijf; c.
bestuurslid is van een vennootschap dan wel rechtspersoon waarin een lid van het bestuur van de stichting lid van de raad van commissarissen is;
d. in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming een belangrijke zakelijke relatie met de stichting of een aan haar gelieerde rechtspersoon heeft of in de vijf jaar voorafgaand aan de benoeming heeft gehad. Daaronder wordt in ieder geval begrepen het geval dat de commissaris, of een kantoor waarvan hij aandeelhouder, vennoot, medewerker of adviseur is, is opgetreden als adviseur van de stichting en het geval dat de
commissaris bestuurder of medewerker is van een bankinstelling waarmee de stichting een duurzame en significante relatie onderhoudt; e. lid is van de gemeenteraad van een gemeente of van provinciale staten van een provincie, dan wel in dienst is van een zodanige gemeente of provincie en feitelijk betrokken bij volkshuisvestingsaangelegenheden; f.
werkzaam is bij het ministerie waaronder de zorg voor de volkshuisvesting ressorteert, het Centraal Fonds voor de volkshuisvesting, het Waarborgfonds Sociale Woningbouw of voor de volkshuisvesting relevante belangenbehartigingsorganisaties en feitelijk betrokken is bij volkshuisvestingaangelegenheden;
g.
lid is van het management, het bestuur of de raad van commissarissen/toezicht van een woningcorporatie in het werkgebied waar de stichting feitelijke werkzaamheden uitvoert;
h. aandelen houdt, of bestuurder of commissaris van een rechtspersoon is die aandelen houdt, in een aan de stichting gelieerde vennootschap, of vennoot is dan wel bestuurder of commissaris is van een vennoot in een contractuele vennootschap waarin ook de woningcorporatie vennoot is; i.
gedurende de voorgaande twaalf maanden tijdelijk heeft voorzien in het bestuur bij belet en ontstentenis van leden van het bestuur.
5.
De raad van commissarissen zal in het verslag van de raad van commissarissen verklaren dat naar zijn oordeel is voldaan aan het bepaalde in artikel 4 lid 3 onder e.
6. Indien daarvoor naar het oordeel van de raad zwaarwegende redenen zijn kan de raad van commissarissen één of meer van zijn leden als "gedelegeerd" lid van de raad van commissarissen aanwijzen. Een gedelegeerd lid van de raad van commissarissen is een lid met een bijzondere taak. De delegatie kan niet verder gaan dan de taken die een lid van de raad van commissarissen zelf heeft en omvat niet het besturen van de stichting. De delegatie strekt tot intensiever toezicht en advies en meer geregeld overleg met het bestuur en is slechts van tijdelijke aard. De delegatie kan niet de taak en bevoegdheid van de raad van commissarissen wegnemen. Het gedelegeerd lid van de raad van commissarissen blijft lid van de raad van commissarissen. 7.
Van elk lid van de raad van commissarissen wordt in het verslag van de raad van commissarissen opgave gedaan van: a.
geslacht;
b.
leeftijd;
c.
beroep/hoofdfunctie;
d.
nevenfuncties voor zover deze relevant zijn voor de vervulling van de taak als commissaris, waaronder in elk geval andere toezichthoudende taken;
e.
tijdstip van eerste benoeming en eventueel herbenoeming;
f.
de lopende termijn waarvoor de commissaris is benoemd;
g.
het lidmaatschap van de auditcommissie, de selectie- en remuneratiecommissie en de auditcommissie projectontwikkeling.
Artikel 5 Voorzitter, vicevoorzitter en secretariaat 1.
De raad van commissarissen benoemt één van zijn leden tot voorzitter met inachtneming van het bepaalde in artikel 4 lid 3 onder g. en één van zijn leden tot vicevoorzitter. De vicevoorzitter vervangt de voorzitter bij diens afwezigheid. De voorzitter bepaalt de agenda, leidt de vergaderingen van de raad van commissarissen, ziet toe op het naar behoren functioneren van de raad van commissarissen en zijn commissies, draagt zorg voor een adequate
informatievoorziening aan de leden van de raad van commissarissen, zorgt ervoor dat er voldoende tijd bestaat voor de besluitvorming, draagt zorg voor het introductie- en opleidings- of trainingsprogramma voor de leden van de raad van commissarissen, is namens de raad van commissarissen het voornaamste aanspreekpunt voor het bestuur, initieert de evaluatie van het functioneren van de leden van de raad van commissarissen en van het bestuur en draagt als voorzitter zorg voor een ordelijk en efficiënt verloop van de vergaderingen.
Behoudens de elders in dit reglement aan de voorzitter opgedragen taken, ziet de voorzitter van de raad van commissarissen er op toe dat: a.
de leden van de raad van commissarissen tijdig de informatie krijgen die nodig is voor het naar behoren uitoefenen van hun taak;
b. er voldoende tijd is voor de beraadslaging en besluitvorming door de raad van commissarissen; c.
de commissies van de raad van commissarissen naar behoren functioneren;
d. de bestuurder en de leden van de raad van commissarissen ten minste jaarlijks worden beoordeeld op hun functioneren; e. de contacten van de raad van commissarissen met het bestuur en de ondernemingsraad naar behoren verlopen; f.
de leden van de raad van commissarissen hun introductieprogramma (waaronder een gesprek met de ondernemingsraad), en opleidings- of trainingsprogramma volgen.
2.
Het bestuur is met name verantwoordelijk voor het ondersteunen van de voorzitter van de raad van commissarissen in de daadwerkelijke organisatie van de raad van commissarissen en het uitvoeren van de secretariaatswerkzaamheden (informatie, agendering, evaluatie, etc.).
Artikel 6 De raad van commissarissen en commissies 1.
De raad van commissarissen kan een auditcommissie, een selectie- en remuneratiecommissie, of andere commissies instellen. De commissies worden door de raad van commissarissen uit zijn midden samengesteld. De taak van de commissie is om de besluitvorming van de raad van commissarissen voor te bereiden. De raad van commissarissen blijft verantwoordelijk voor besluiten, ook als deze zijn voorbereid door een van de commissies van de raad van commissarissen.
2.
De raad van commissarissen stelt voor iedere commissie een reglement op. In dit reglement wordt aangegeven wat de taak van de commissie is, hoe deze wordt samengesteld en op welke wijze zij haar taak uitoefent.
3.
De samenstelling van de commissies, het aantal commissievergaderingen en de belangrijkste vergaderonderwerpen daarin zullen worden vermeld in het verslag van de raad van commissarissen.
4. Indien een of meer van de in artikel 6 lid 1 genoemde commissies niet (meer) is ingesteld wordt de taak van de commissies door de raad zelf uitgevoerd. 5.
De raad van commissarissen ontvangt van elk van de commissies een verslag van haar beraadslagingen en bevindingen.
Artikel 7 (Her)benoeming, zittingsperiode en aftreden 1.
De leden van de raad van commissarissen worden benoemd op de wijze als voorzien in de statuten. De leden van de raad van commissarissen worden op openbare wijze geworven. Het besluit tot (her)benoeming vindt slechts plaats na zorgvuldige overweging, waarbij rekening wordt gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als lid van de raad van commissarissen heeft vervuld, en wordt dienovereenkomstig gemotiveerd.
2.
De raad van commissarissen zal een rooster van aftreden opstellen om, voor zover mogelijk, te voorkomen dat herbenoemingen tegelijkertijd plaatsvinden. Het huidige rooster van aftreden is weergegeven in Bijlage B bij dit reglement. Onverminderd het in artikel 7 lid 3 bepaalde zullen leden van de raad van commissarissen aftreden overeenkomstig het rooster van aftreden.
3.
Leden van de raad van commissarissen zullen tussentijds aftreden bij onvoldoende functioneren, structurele onverenigbaarheid van belangen of wanneer dit anderszins naar het oordeel van de raad van commissarissen is geboden.
Artikel 8 Honorering en vergoeding 1.
De raad van commissarissen zal van tijd tot tijd bezien of het gewenst of noodzakelijk is de hoogte van de honorering van de voorzitter en de overige leden van de raad van commissarissen aan te passen. De vergoeding van de leden van de raad van commissarissen is niet afhankelijk van de resultaten van de stichting. Bij het vaststellen van de hoogte van de vergoeding wordt de Wet Normering Topinkomens (WNT) in acht genomen.
2.
De vergoeding, onkostenvergoeding en overige overeengekomen voorwaarden, waaronder de datum waarop de betreffende vergoedingen zullen worden gedaan, worden vastgesteld door de raad van commissarissen en dienen schriftelijk te worden bevestigd aan de leden van de raad van commissarissen. De toelichting bij de jaarrekening zal in ieder geval alle informatie over de hoogte en structuur van de bezoldiging en overige emolumenten van individuele leden van de raad van commissarissen bevatten.
3.
De stichting verstrekt aan de leden van de raad van commissarissen geen persoonlijke leningen of garanties.
Artikel 9 Introductieprogramma en doorlopende training en opleiding 1.
Elk lid van de raad van commissarissen volgt na benoeming, op kosten van de stichting een door de stichting samengesteld introductieprogramma, waarin aandacht wordt besteed aan: a.
algemene financiële en juridische zaken;
b. de financiële verslaggeving door de stichting; c.
specifieke aspecten die eigen zijn aan de stichting en haar ondernemingsactiviteiten;
d. de taak en de verantwoordelijkheden van de raad van commissarissen en zijn leden. 2.
De raad van commissarissen beoordeelt jaarlijks op welke onderdelen leden van de raad van commissarissen gedurende hun benoemingsperiode behoefte hebben aan nadere training of opleiding. Het bestuur heeft hierin een faciliterende rol.
Artikel 10 Vergaderingen van de raad van commissarissen
1.
De vergaderingen van de raad van commissarissen zullen in de regel worden gehouden ten kantore van de stichting, maar mogen ook elders plaatsvinden. Vergaderingen kunnen ook telefonisch of door middel van televergaderen (telefonisch) plaatsvinden, mits alle deelnemende leden elkaar tegelijkertijd kunnen verstaan.
2.
Bij frequente afwezigheid wordt het betreffende lid van de raad van commissarissen daarop door de voorzitter aangesproken en om uitleg verzocht. Het verslag van de raad van commissarissen bij de jaarrekening vermeldt welke leden van de raad van commissarissen frequent bij vergaderingen afwezig zijn geweest.
3.
Tenzij de raad van commissarissen anders besluit, zullen de vergaderingen van de raad van commissarissen worden bijgewoond door de bestuurder, met uitzondering van de vergaderingen die handelen over: a.
de beoordeling van het functioneren van het bestuur en zijn individuele leden, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden;
b. de beoordeling van het functioneren van de raad van commissarissen en zijn individuele leden, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden; c.
het gewenste profiel, de samenstelling en competentie van de raad van commissarissen;
d. de potentiële tegenstrijdige belangen van de bestuurder. 4. De steeds terugkerende vergaderonderwerpen zijn in ieder geval het budget en de financiële resultaten van de stichting, belangrijke besluiten waarop de raad van commissarissen actie moet nemen, de strategie van de stichting en veranderingen daarin (b.v. de langetermijnstrategie, kapitaalinvesteringen die buiten het budget van de stichting vallen, kapitaalsstructuren voor de lange termijn, opzetten nieuwe bedrijfsonderdelen, belangrijke acquisities en afstotingen) en verslagen van de afzonderlijke commissies van de raad van commissarissen. 5.
De raad van commissarissen bespreekt ten minste eenmaal in het jaar: a.
het functioneren van de raad van commissarissen en dat van zijn individuele leden, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden; voorafgaand aan de bespreking vraagt de raad aan het bestuur diens visie ter zake en betrekt deze bij de bespreking;
b. het gewenste profiel, de samenstelling en competentie van de raad van commissarissen; c.
het functioneren van het bestuur en dat van zijn individuele leden, en de conclusies die hieraan moeten worden verbonden; de raad bespreekt deze conclusies met het bestuur en de bestuurder;
d. het introductie-, trainings- en opleidingsprogramma; e. de strategie en de risico’s verbonden aan de onderneming en de uitkomsten van de beoordeling door het bestuur van de opzet en de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, alsmede eventuele significante wijzigingen hierin. Van het houden van de besprekingen wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen.
Artikel 11 Tegenstrijdig belang commissaris en externe accountant 1.
Een lid van de raad van commissarissen neemt niet deel aan de discussie en de besluitvorming over een onderwerp of transactie waarbij hij/zij een tegenstrijdig belang met de stichting heeft als bedoeld in lid 2 van dit artikel. Een dergelijke transactie zal uitsluitend mogen worden aangegaan onder ten minste in de branche gebruikelijk condities. De besluiten tot het aangaan van zo’n transactie behoeven de goedkeuring van de raad van commissarissen. De voorzitter van de raad van commissarissen ziet erop toe dat alle transacties waarbij tegenstrijdige belangen hebben gespeeld worden gepubliceerd in het jaarverslag met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat de artikelen 11 lid 1, 11 lid 2 en 11 lid 3 zijn nageleefd.
2.
Een tegenstrijdig belang dat van materiële betekenis is voor de stichting en/of het betreffende lid van de raad van commissarissen ("tegenstrijdig belang") bestaat in ieder geval indien: a.
de stichting voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarin het lid van de raad van commissarissen persoonlijk een materieel financieel belang onderhoudt;
b. de stichting voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarvan een lid van het bestuur of de raad van commissarissen de echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de tweede graad is van het lid van de raad van commissarissen; c.
de stichting voornemens is een transactie aan te gaan met een rechtspersoon waarbij het lid van de raad van commissarissen een bestuurs- of toezichthoudende functie vervult;
d. naar toepasselijk recht, een tegenstrijdig belang bestaat, of geacht wordt te bestaan; e. de raad van commissarissen heeft geoordeeld dat een tegenstrijdig belang bestaat, of geacht wordt te bestaan. 3.
Elk lid van de raad van commissarissen (anders dan de voorzitter van de raad van commissarissen) meldt ieder (potentieel) tegenstrijdig belang terstond aan de voorzitter van de raad van commissarissen. Elk lid van de raad van commissarissen dat een (potentieel) tegenstrijdig belang heeft, verschaft hierover alle relevante informatie aan de voorzitter van de raad van commissarissen, inclusief de informatie inzake zijn/haar echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. In alle gevallen anders dan die genoemd in artikel 11 lid 2 onder e zal de raad van commissarissen bepalen of een gemeld (potentieel) tegenstrijdig belang een tegenstrijdig belang is op grond waarvan artikel 11 lid 1 geldt. Indien de voorzitter van de raad van commissarissen een (potentieel) tegenstrijdig belang heeft, meldt hij dit terstond aan de vicevoorzitter van de raad van commissarissen. De voorzitter verschaft hierover alle relevante informatie aan de vicevoorzitter van de raad van commissarissen, inclusief de informatie inzake zijn/haar echtgenoot, geregistreerde partner of een andere levensgezel, pleegkind en bloed- en aanverwanten tot in de tweede graad. In alle gevallen anders dan die genoemd in artikel 11 lid 2 onder e zal de raad van commissarissen bepalen of een gemeld (potentieel) tegenstrijdig belang een tegenstrijdig belang is op grond waarvan artikel 11 lid 1 geldt.
4. Een tegenstrijdig belang ten aanzien van de externe accountant van de stichting bestaat in ieder geval indien: a.
de externe accountant niet-controle werkzaamheden voor de stichting uitoefent;
b. de verantwoordelijke accountant binnen het kantoor van de externe accountant zonder rotatie meer dan een aaneengesloten periode van vier jaar belast is geweest met de controle werkzaamheden voor de stichting, zonder opnieuw door de raad van commissarissen als accountant te zijn aangewezen; c.
de raad van commissarissen heeft geoordeeld dat een tegenstrijdig belang bestaat, of geacht wordt te bestaan.
5.
De externe accountant, alsmede elk lid van het bestuur en de raad van commissarissen, meldt ieder (potentieel) tegenstrijdig belang aangaande de externe accountant terstond aan de voorzitter van de raad van commissarissen. De externe accountant, alsmede elk lid van het bestuur en de raad van commissarissen, verschaft hierover alle relevante informatie aan de voorzitter van de raad van commissarissen. In alle gevallen anders dan die genoemd onder c hierboven zal de raad van commissarissen bepalen of een gemeld (potentieel) tegenstrijdig belang een tegenstrijdig belang is, als gevolg waarvan de aanstelling van de externe accountant moet worden heroverwogen of andere maatregelen worden getroffen waardoor het tegenstrijdig belang wordt opgeheven.
De voorzitter van de raad van commissarissen ziet erop toe dat deze maatregelen worden gepubliceerd in het jaarverslag met vermelding van het tegenstrijdig belang en de verklaring dat dit artikel 11 lid 5 is nageleefd.
Artikel 12 Informatie, relatie met het bestuur 1.
De raad van commissarissen en zijn afzonderlijke leden hebben een eigen verantwoordelijkheid om van het bestuur en de externe accountant alle informatie te verlangen die de raad van commissarissen behoeft om zijn taak als toezichthoudend orgaan goed te kunnen uitoefenen. Indien de raad van commissarissen dit geboden acht en daartoe besluit, kan hij informatie inwinnen van functionarissen en externe adviseurs van de stichting. Het bestuur stelt hiervoor de nodige middelen ter beschikking. De raad van commissarissen kan verlangen dat functionarissen en externe adviseurs van de stichting bij zijn vergaderingen aanwezig zijn.
2.
Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig (en zo mogelijk schriftelijk) informatie over de feiten en ontwikkelingen aangaande de stichting die de raad nodig mocht hebben voor het naar behoren uitoefenen van zijn taak.
3.
Het bestuur zal de raad van commissarissen regelmatig een verslag doen toekomen, dat is opgesteld in een vorm zoals van tijd tot tijd overeen te komen, en waarin gedetailleerde informatie wordt gegeven over onder meer financiële aangelegenheden, marktpositie, investeringen en personeel. Bij dit verslag zal een brief van het bestuur worden gevoegd waarin deze de raad een uitleg geeft aan, en opmerkingen plaatst over, het verslag en nadere informatie verschaft over zijn beleid.
4. Onverminderd het bovenstaande, zal het bestuur de raad van commissarissen jaarlijks voorzien van een begroting voor het komende jaar, een recente versie van zijn lange termijnplannen en de hoofdlijnen van het strategisch beleid, de algemene en financiële risico's, het beheers- en controlesysteem van de stichting en de naleving van alle relevante wet- en regelgeving. Tevens zal het bestuur jaarlijks aan de raad van commissarissen bevestigen dat hij alle relevante informatie heeft verstrekt die nodig is heeft voor het naar behoren uitoefenen van diens taak. Deze documenten zullen tijdig worden verstrekt opdat de raad van commissarissen uiterlijk in december van het lopende jaar daaraan zijn goedkeuring kan geven. 5.
Indien een lid van de raad van commissarissen de beschikking krijgt over informatie (van een andere bron dan het bestuur of de raad van commissarissen) die voor de raad van commissarissen nuttig is om diens taken naar behoren uit te oefenen, zal hij deze informatie zo spoedig mogelijk ter beschikking stellen aan de voorzitter van de raad van commissarissen. De voorzitter zal vervolgens de gehele raad van commissarissen informeren.
6. Behoudens zwaarwichtige redenen in het belang van de stichting is een lid van de raad van commissarissen terughoudend in het aangaan van individuele contacten met personen die bij de stichting werkzaam zijn.
Artikel 13 Relatie tot de externe accountant 1.
Alvorens de raad van commissarissen de externe accountant benoemt en met deze afspraken maakt over diens honorering, laat de raad zich hierover adviseren door het bestuur.
2.
De externe accountant kan over zijn verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening worden bevraagd door de raad van commissarissen. De externe accountant woont in ieder geval de vergadering van de raad van commissarissen bij waarin over de vaststelling van de jaarrekening wordt besloten. De externe accountant rapporteert zijn bevindingen betreffende het onderzoek naar de jaarrekening gelijktijdig en op dezelfde wijze aan het bestuur en de raad van commissarissen.
3.
Het bestuur en de auditcommissie rapporteren jaarlijks afzonderlijk aan de raad van commissarissen over de ontwikkelingen in de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid (met inbegrip van de wenselijkheid van het verrichten van niet-controlewerkzaamheden voor de Stichting verricht door hetzelfde kantoor als waaraan de externe accountant is verbonden). Mede op grond hiervan bepaalt de raad van commissarissen zijn benoeming van een externe accountant.
4. Het bestuur en de auditcommissie maken ieder ten minste eenmaal in de vier jaar een grondige beoordeling van het functioneren van de externe accountant in de diverse entiteiten en capaciteiten waarin de externe accountant fungeert. De beoordeling wordt besproken in de raad van commissarissen. De raad maakt van zijn belangrijkste bevindingen melding in het jaarverslag van de stichting. 5.
De opdrachtverlening tot en de bezoldiging van het uitvoeren van niet- controlewerkzaamheden door de externe accountant worden, na overleg met het bestuur, goedgekeurd door de raad van commissarissen.
6. De contacten tussen de raad van commissarissen en de externe accountant lopen via de voorzitter van de auditcommissie. 7.
De raad van commissarissen spreekt zich uit over de wenselijkheid van uitvoering van de eventueel door de accountant in het accountantsverslag en management letter gedane aanbevelingen en ziet er op toe dat deze ook daadwerkelijk door het bestuur worden opgevolgd.
Artikel 14 Relatie met de ondernemingsraad 1.
Eén of meer leden van de raad van commissarissen, daartoe aangewezen door de raad van commissarissen, wonen jaarlijks de overlegvergaderingen met de ondernemingsraad bij als bedoeld in artikel 24 lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden. Dit betreft de vergaderingen waarin de algemene gang van zaken van de onderneming wordt besproken. Hierin doet het bestuur in dit kader mededeling over besluiten die hij in voorbereiding heeft met betrekking tot aangelegenheden waarvoor de ondernemingsraad adviesrecht heeft krachtens artikel 25, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden en instemmingsrecht krachtens artikel 27 van deze wet.
2.
De voorzitter van de raad van commissarissen is hoofdverantwoordelijke voor het onderhouden en coördineren van de contacten van de raad van commissarissen met de ondernemingsraad. Indien een lid van de raad van commissarissen wordt uitgenodigd voor het bijwonen van een vergadering met de ondernemingsraad, zal hij dergelijke uitnodiging uitsluitend accepteren na voorafgaand overleg met de directeur en met de voorzitter van de raad van commissarissen.
3.
Indien het bestuur voor een voorgenomen besluit zowel de goedkeuring van de raad van commissarissen als een advies van de ondernemingsraad behoeft, zal het voorgenomen besluit eerst ter bespreking aan de raad van commissarissen worden voorgelegd. De raad geeft zijn goedkeuring niet dan nadat het advies van de ondernemingsraad is uitgebracht en de raad van commissarissen hiervan kennis heeft genomen.
4. Indien het bestuur voor een voorgenomen besluit zowel de goedkeuring van de raad van commissarissen als de instemming van de ondernemingsraad behoeft, zal het voorgenomen besluit eerst ter goedkeuring aan de raad van commissarissen worden voorgelegd. 5.
De voorzitter van de raad van commissarissen nodigt elk jaar de ondernemingsraad ten minste één keer uit voor een overleg met de raad van commissarissen. Indien de ondernemingsraad de uitnodiging aanvaardt maakt de voorzitter met de voorzitter van de ondernemingsraad vooraf afspraken over de in dat overleg te bespreken onderwerpen.
6. Het vergaderschema van de raad van commissarissen wordt vooraf ter kennisname aan de ondernemingsraad ter beschikking gesteld.
Artikel 15 Mogelijkheid tot bijwonen vergaderingen raad van commissarissen De voorzitter van de raad van commissarissen nodigt de ondernemingsraad en de besturen van de huurdersorganisaties uit om de vergaderingen van de raad van commissarissen waarin het jaarverslag en de begroting worden besproken, als toehoorder bij te wonen. De huurdersorganisaties die worden uitgenodigd zijn de organisaties die als doelstelling hebben het behartigen van de belangen van een deel van de huurders in de zin van artikel 1. lid 1, sub f van de Wet op het overleg huurders verhuurder en die samen met DUWO het participatiereglement hebben ondertekend.
Artikel 16 Geheimhouding Elk lid van de raad van commissarissen is verplicht ten aanzien van alle informatie en documentatie verkregen in het kader van zijn lidmaatschap de nodige discretie en, waar het vertrouwelijke informatie betreft, geheimhouding in acht te nemen. Leden, en oud leden, van de raad van commissarissen zullen vertrouwelijke informatie niet buiten de raad van commissarissen of het bestuur brengen of openbaar maken aan het publiek of op andere wijze ter beschikking van derden stellen, tenzij de stichting deze informatie openbaar heeft gemaakt of is vastgesteld dat deze informatie al bij het publiek bekend is.
Artikel 17 Incidentele buitenwerkingstelling, wijziging 1.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 lid 2, kan de raad van commissarissen incidenteel besluiten geen toepassing te geven aan dit reglement. Van een dergelijk besluit wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen.
2.
Onverminderd het bepaalde in artikel 1 lid 2 kan de raad van commissarissen dit reglement bij besluit wijzigen. Van een dergelijk besluit wordt melding gemaakt in het verslag van de raad van commissarissen.
Bijlagen bij het Reglement RvC Bijlage A: profielschets omvang en samenstelling raad van commissarissen Besturingsmodel en algemeen profiel lid raad van commissarissen Er is een raad van commissarissen (RvC) die bestaat uit 7 leden. De positie, rol en werkwijze van de raad van commissarissen is verankerd in de statuten van Stichting DUWO en het reglement raad van commissarissen. De raad van commissarissen is ingericht conform de moderne inzichten rond ‘corporate governance’ en houdt toezicht op het beleid van het bestuur en op de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden onderneming (artikel 18 van de statuten). De Governance Code is toegepast volgens het principe van pas toe of leg uit. Uitgangspunten voor de raad van commissarissen is, dat de leden gezamenlijk een multidisciplinair team vormen en complementair aan elkaar zijn. Voor de integrale besluitvorming zijn leden nodig, die beschikken over een helicopterview en daarnaast een specifiek aandachtsgebied of invalshoek hebben. Elk lid van de raad van commissarissen heeft de volgende karakteristieken: Besluitvaardig Resultaatgericht In staat scherpe discussies collegiaal te voeren Goed inzicht in de rol en positie van het toezichthoudend orgaan Affiniteit met doelstellingen en doelgroep van de corporatie Onafhankelijk Objectief Vrij van elke schijn van belangenverstrengeling of verantwoordingsplicht naar achterban. Elk lid van de raad van commissarissen heeft de volgende kwaliteiten: Analytisch vermogen (hbo/academisch denkniveau) In staat als klankbord te fungeren voor de bestuurder Ruime kennis van en ervaring met bestuurlijke- en besluitvormingsprocessen Inzicht in strategisch afwegingsprocessen In staat zijn in teamverband te werken Een brede maatschappelijke betrokkenheid Vaardig in discussie, vergadertechniek en communicatie Sterk in omgevingsanalyses Beschikken over relevante netwerken. Afzonderlijke profielen Naast het hierboven geschetste algemene profiel zijn er de onderstaande specifieke profielvereisten van toepassing.
Profiel voorzitter De voorzitter beschikt een inhoudelijk profiel en heeft volgende taken: Onderhouden van contact met de bestuurder In overleg met de bestuurder de RvC-agenda opstellen en bewaken Goede voorbereiding en leiden van de vergaderingen Bewaken van algemene beleidslijnen Het organiseren van collegiale besluitvorming in de RvC Aanspreekpunt buiten de vergaderingen voor de overige leden Waar nodig en i.o.m. de directeur / bestuurder het onderhouden van externe contacten.
Specifieke kwaliteiten zijn: Uitstekende sociale en communicatieve vaardigheden Kennis van bestuurlijke besluitvormingsprocessen Ruime bestuurlijke ervaring, bij voorkeur als voorzitter van een raad van bestuur dan wel een RvC Oog voor de positie en taken van de bestuurder Stimulerend, gezaghebbend en besluitvaardig Bij voorkeur bekend met politieke en maatschappelijke verhoudingen in de regio Voor bijzondere situaties overdag bereikbaar. Afzonderlijke inhoudelijke profielen Het streven is om de raad van commissarissen zodanig samen te stellen dat verschillende kennisvelden en aandachtsgebieden goed vertegenwoordigd zijn. In dit document zijn de gewenste kennisvelden/aandachtsgebieden omschreven. Uiteraard kunnen meerdere aandachtsgebieden in één persoon gecombineerd zijn.
Financieel profiel, inclusief risicomanagement Karakteristiek Ervaren financieel specialist met kennis van en ervaring in de financiële bedrijfsvoering bij naar omvang minimaal gelijkwaardige rechtspersonen in vergelijkbare sectoren Specifieke kwaliteiten Kennis van, inzicht in en belangstelling voor vraagstukken betreffende de financiële organisatie, de financierbaarheid en de continuïteit van een onderneming; kennis en ervaring om operationele aspecten van dit aandachtsgebied goed te kunnen beoordelen; Kennis en ervaring om investeringsbeslissingen, treasurybeleid en financieringsarrangementen te beoordelen, waar onder projectfinanciering; Interesse in de specifiek voor de woningcorporaties geldende financiële wet- en regelgeving; Kennis van en ervaring met risicomanagement (op bestuurlijk niveau).
Juridisch profiel met affiniteit voor fiscale zaken Karakteristiek Senior jurist met kennis van en ervaring met wetgeving, spelregels en gebruiken op het niveau van contracten, samenwerkingsverbanden en strategische afwegingen. Daarbij gaat het in het bijzonder om omvangrijke dan wel strategische (samenwerkings)contracten. Specifieke kwaliteiten Kennis van en inzicht in juridische vraagstukken waaronder de toepassing van wet- en regelgeving, contractvorming en eventueel procesrecht; Bij voorkeur kennis van vastgoedrecht, ondernemingsrecht en arbeidsrecht; Affiniteit met publieksprivate zaken; Affiniteit met fiscale aangelegenheden.
Profiel vastgoedbeheer en projectontwikkeling Karakteristiek Ervaren vastgoedmanager of -bestuurder, met deskundigheid op het gebied van vastgoed- en projectontwikkeling, alsmede stedelijke – en locatie-ontwikkeling. Specifieke kwaliteiten: Activiteiten in de vastgoedsector en de realisatie van woningen of bedrijfspanden; Brede kennis van en ervaring met projectontwikkeling; Brede kennis van en ervaring met projectrealisatie; Ervaring in een (eind)verantwoordelijke functie bij een grote projectontwikkelaar of een grote aannemerij; Kennis van vastgoedbeheer.
Profiel studentenhuisvesting en onderwijssector Karakteristiek Ervaren onderwijsbestuurder of –specialist met kennis van de onderwijsinstellingen in de regio waarin de stichting werkzaam is en inzicht in de belangen van die instellingen bij adequate huisvestingsvoorzieningen. Specifieke kwaliteiten In staat zijn de draagwijdte van de belangen van instellingen te vertalen naar adviezen voor het beleid van de stichting. Public relations, klantenrelaties en –benadering staan centraal; Ervaring met de uitstraling en profilering in de markt van de stichting; Relevante werk- c.q. bestuurlijke ervaring bij een onderwijsinstelling.
Profiel politiek-bestuurlijke netwerken Karakteristiek Ervaren bestuurder, ervaring met politieke en bestuurlijke besluitvormingsprocessen en onderhandelingen; Gevoel voor verhoudingen tussen partijen, talent om goed te manoeuvreren, inventief en gericht op resultaat. Specifieke kwaliteiten Kennis van en ervaring met het functioneren van politiek-bestuurlijke netwerken op verschillende niveaus; Kennis van actuele ontwikkelingen binnen de volkshuisvesting en van relaties die daarbinnen werkzaam zijn.
Profiel volkshuisvesting Karakteristiek Bevlogen volkshuisvester met een visie op sociaal ondernemen Gevoel voor een gezonde balans tussen kwaliteit, maatschappelijk presteren en de continuïteit van de corporatie. Daarnaast gaat de aandacht uit naar (ingrepen in) de woningvoorraad en de bewonerskant van de projectontwikkeling. Specifieke kwaliteiten Kennis en ervaring om visie te beoordelen op het gebied van wonen, volkshuisvesting, leefbaarheid, vastgoedbeheer en projectontwikkeling. Zowel in relatie tot de maatschappelijke als tot de bedrijfsmatige opgave van de corporatie; Visie op de toekomstige rol van de corporatie binnen de volkshuisvesting in relatie tot maatschappelijke ontwikkelingen en veranderingen in de doelgroep; Kennis van en ideeën over samenwerking met overheden en marktpartijen; Bekend met de verwachtingen en belangen van studenten op het gebied van huisvesting; Zich kunnen verplaatsten in de student en van daaruit een constructieve bijdrage Leveren aan de toezichtfunctie en adviesrol van de RvT; Ervaring met studenten vertegenwoordiging en/of belangenbehartiging; Benaderbaar/toegankelijk.
Profiel bedrijfseconomie en vastgoedeconomie Karakteristiek Ervaren bedrijfseconoom, vastgoedeconoom met kennis van en ervaring in relevante bedrijfseconomische aspecten bij naar omvang minimaal gelijkwaardige rechtspersonen in vergelijkbare sectoren Specifieke kwaliteiten Kennis van, inzicht in de aspecten die de continuïteit van de onderneming kunnen waarborgen Kennis van, inzicht in en belangstelling voor vraagstukken betreffende de bedrijfseconomische en de administratieve organisatie; Kennis van, inzicht in en belangstelling voor vraagstukken betreffende de planning & controlcyclus, de inrichting en het functioneren van bedrijfsvoering en de controlfunctie; Affiniteit met het werken met benchmarks en het continue zoeken naar efficienties;
Kennis en ervaring om operationele aspecten van dit aandachtsgebied goed te kunnen beoordelen; Interesse in de specifiek voor de woningcorporaties geldende financiële wet- en regelgeving.
Profiel Personeel en organisatie Karakteristiek Vanuit het profiel van een ervaren eindverantwoordelijke positie, een hands on ervaren organisatiedeskundige met ervaring en affiniteit met organisatieontwikkeling, management development en veranderprocessen. Specifieke kwaliteiten Affiniteit en ervaring met organiseren, met talentontwikkeling en met management development binnen organisaties; Affiniteit en ervaring met organisatieontwikkeling en veranderprocessen; Visie op moderne arbeidsverhoudingen, ‘het nieuwe werken’ en op modern werkgeverschap; Oog voor maatschappelijke ontwikkelingen, gezonde sociale verhoudingen en de betekenis daarvan voor personeel en organisatie.
Bijlage B: Bemensing en rooster van aftreden Raad van Commissarissen DUWO De RvC telt in totaal 7 leden. De voorzitter heeft ook een inhoudelijk profiel. Er kunnen meerdere aandachtsgebieden in één persoon gecombineerd zijn. Twee personen bezetten conform artikel 13 lid 2 van de statuten een zogenaamde ‘huurderszetel’. Het voorstel voor de portefeuilleverdeling en het rooster van aftreden - zoals vast te stellen in de eerste vergadering van de Raad van Commissarissen - is als volgt: #
Profiel
Persoon
Vervaldatum
1
Voorzitter
Dhr. D. Hoogstra
30.06.2016
2
Financieel (inclusief risicomanagement)
Mw. drs. K.P. van Dorst
26.09.2015
3
Juridisch met affiniteit fiscale zaken
Mw. D.E.M. Kromwijk, LL.M.
30.06.2016
4
Vastgoedbeheer en projectontwikkeling
Dhr. A.C. Koudijs
01.04.2014
5
Studentenhuisvesting en onderwijssector
Mw. dr. ir. A.C. den Heijer
01.04.2016
6
Politiek-bestuurlijke netwerken
Dhr. prof. dr. T. Sminia2
01.11.2014
7
Volkshuisvesting
Dhr. drs. H.A. Nuij
01.02.2015
8
Bedrijfseconomie en vastgoedeconomie
Dhr. D. Hoogstra
zie 1
9
Personeel en organisatie
Dhr. prof. dr. T. Sminia, dhr. drs. H.A. Nuij
zie 6, 7
H1
X
X
Bemensing Commissies RvC Leden Selectie- en Remuneratiecommissie: 1. De Voorzitter (qualitate qua), de heer D. Hoogstra 2. Dhr. prof. dr. T. Sminia Leden Auditcommissie Financiën: 1. De portefeuillehouder Financieel (inclusief risicomanagement) (qualitate qua), mw. K. van Dorst 2. Mw. D. Kromwijk. Leden Auditcommissie Projectontwikkeling: 1. De portefeuillehouder Vastgoedbeheer en projectontwikkeling (qualitate qua), dhr. T. Koudijs 2. Mw. A. den Heijer 3. Dhr. drs H. Nuij
1
Met een ‘X’ is in deze kolom aangegeven welke twee personen een huurderzetel bekleden (ex artikel 13 lid 2 van de
statuten). 2
Tevens vice-voorzitter
Bijlage C: overzicht informatievoorziening raad van commissarissen Informatie
Inhoud
Termijn
Ondernemingsplan
Missie, visie, SWOT, doelen
5 jaar
Meerjarenbegroting
Kasstromen, W&V-rekening, balans
voortschrijdend 5 jaar
Werkplan
Interne en externe jaardoelen
1 jaar
Begroting
V&W-rekening, balans in begrotingsjaar
1 jaar
Balanced Scorecard (BSC) met
Normen in de vorm van de kritische prestatie-indicatoren uit
jaar
KPI's
het Ondernemings- en werkplan
Kwartaalrapportage
BSC, uitleg afwijkingen van norm, marktontwikkelingen,
kwartaal
verantwoording op BBSH-velden, ontwikkeling interne zaken, W&V-rekening t.o.v. begroting Projectenoverzicht
Beschrijving van plan, kosten, risico's (financieel, markt,
kwartaal
procedureel) Jaarverslag
Zie kwartaalrapportage
jaar
Treasuryrapport
Liquiditeitsprognose, financiering, renterisico
half jaar
Controle accountant
Controle jaarrekening, tussentijdse controle, specifieke
jaar en periodiek
opdrachten van RvC, managementletter Rapportage CFV
jaar
Rapportage WSW
jaar
Oordeelsbrief van minister BZK
jaar
Overzicht klachten o.b.v.
jaar
klachtenreglement
Bijlage D: het reglement voor de auditcommissie van de raad van commissarissen Artikel 1 Vaststelling en wijziging Dit reglement is vastgesteld op grond van artikel 6 lid 1 van het reglement voor de raad van commissarissen, in de vergadering van de raad van commissarissen van stichting DUWO d.d. 16 januari 2013. Dit reglement kan bij besluit van de raad van commissarissen worden gewijzigd. Artikel 2 Taken en bevoegdheden auditcommissie 1
De auditcommissie bereidt de besluitvorming van de raad van commissarissen voor ter zake van financiële aangelegenheden. De auditcommissie neemt nadrukkelijk geen beslissingsbevoegdheden over van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen blijft verantwoordelijk voor zijn besluiten, ook als deze zijn voorbereid door de auditcommissie. De auditcommissie kan geen bevoegdheden hebben die verder strekken dan de bevoegdheden die de raad van commissarissen als geheel heeft.
2
Binnen het in lid 1 aangegeven kader richt de auditcommissie zich met name op: a.
Het toezicht op het bestuur ten aanzien van:
-
de werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen, waaronder het toezicht op de naleving van de relevante wet- en regelgeving en het toezicht op de werking van de integriteitscode;
-
de financiële informatieverschaffing door de corporatie (zoals de keuze van accounting policies, toepassing en beoordeling van effecten van nieuwe regels, prognoses, werk van de externe accountant ter zake);
-
het beleid van de corporatie ten aanzien van belastingplanning; de naleving van aanbevelingen en opvolging van opmerkingen van de externe accountant; de relatie met de externe accountant, waaronder in het bijzonder zijn onafhankelijkheid, de bezoldiging en eventuele niet-controle werkzaamheden van de externe accountant ten behoeve van de corporatie;
-
de financiering van de corporatie; de voorgeschreven financiële informatieverschaffing aan de externe toezichthouder.
b. Het uitbrengen van advies aan de raad van commissarissen aangaande de benoeming van de externe accountant. c.
In voorkomende gevallen, het doen van voorstellen aan de raad van commissarissen aangaande het te hanteren beleid ten aanzien van de onafhankelijkheid van de externe accountant en eventuele (potentiële) tegenstrijdige belangen tussen de externe accountant en de corporatie.
d. Het voorbereiden van de vergaderingen van de raad van commissarissen met het bestuur waarin de begroting, jaarrekening en het jaarverslag, en de halfjaarcijfers van de corporatie worden besproken.
Artikel 3 Taken betreffende de externe accountant De auditcommissie is het eerste aanspreekpunt van de externe accountant, wanneer deze onregelmatigheden constateert in de inhoud van de financiële berichten, of in de gevolgde procedures ten behoeve van de financiële verslaggeving. Artikel 4 Samenstelling commissie 1.
De auditcommissie bestaat uit 2 leden.
2.
De leden van de auditcommissie worden door de raad van commissarissen uit zijn midden benoemd.
3.
Ieder lid van de auditcommissie heeft enige kennis van en ervaring met het lezen van jaarrekeningen. Van de auditcommissie maakt ten minste één financieel expert deel uit, hetgeen inhoudt dat deze persoon relevante kennis en ervaring heeft opgedaan op het gebied van ten minste financiële administratie, financiering, risicobeheersing of accounting en treasury bij naar omvang gelijkwaardige rechtspersonen.
4. De raad van commissarissen wijst één van de leden van de auditcommissie aan als voorzitter van de auditcommissie. Voorzitter van de commissie kan niet zijn de voorzitter van de raad van commissarissen. Artikel 5 Voorzitter De voorzitter draagt er zorg voor dat de auditcommissie naar behoren functioneert. Hij treedt op als woordvoerder van de auditcommissie en hij is het belangrijkste aanspreekpunt voor de raad van commissarissen. Artikel 6 Vergaderingen commissie 1
De auditcommissie vergadert zo vaak als nodig is voor een goed functioneren van de auditcommissie, maar in elk geval vier maal per jaar. De auditcommissie vergadert tussentijds wanneer een lid van de auditcommissie dat nodig acht.
2
De auditcommissie vergadert ten minste één maal per jaar met de externe accountant buiten aanwezigheid van de bestuurder.
3
De vergaderingen worden zoveel mogelijk jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden zoveel mogelijk kort voor vergaderingen van de raad van commissarissen plaats.
4
Elk lid van de auditcommissie kan een vergadering van de auditcommissie bijeenroepen. Behoudens in spoedeisende gevallen wordt de agenda voor de vergadering ten minste zeven dagen voor de vergadering toegezonden aan de leden van de auditcommissie. Ten aanzien van elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke uitleg verschaft en worden relevante stukken bijgevoegd.
5
De auditcommissie bepaalt of en wanneer de bestuurder of de externe accountant bij haar vergaderingen aanwezig zijn. De auditcommissie kan ook anderen uitnodigen op haar vergaderingen aanwezig te zijn voor overleg.
6
Van het verhandelde in een vergadering van de auditcommissie wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt door elk van de leden van de auditcommissie ondertekend.
Artikel 7 Rapportage aan de raad van commissarissen 1
De auditcommissie informeert de raad van commissarissen duidelijk en tijdig omtrent belangrijke ontwikkelingen op het gebied dat valt onder haar taak, alsmede over haar bevindingen en aanbevelingen.
2
De verslagen van vergaderingen van de auditcommissie worden zo spoedig mogelijk na de vergaderingen verspreid onder alle leden van de raad van commissarissen.
3
Indien daartoe verzocht, verstrekt de voorzitter van de auditcommissie nadere informatie aan de raad van commissarissen tijdens vergaderingen van de raad van commissarissen omtrent de resultaten van de besprekingen van de auditcommissie.
4
Ieder lid van de raad van commissarissen heeft onbeperkt toegang tot alle gegevens van de auditcommissie. Een lid van de raad van commissarissen oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van de auditcommissie.
5
In het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag van de corporatie worden de samenstelling van de auditcommissie, het aantal vergaderingen van de auditcommissie en de belangrijkste aldaar aan de orde gekomen onderwerpen vermeld.
Bijlage E: het reglement voor selectie- en remuneratiecommissie Artikel 1 Vaststelling en wijziging Dit reglement is vastgesteld op grond van artikel 6 lid 1 van het reglement voor de raad van commissarissen, in de vergadering van de raad van commissarissen van Stichting DUWO d.d. 16 januari 2013. Dit reglement kan bij besluit van de raad van commissarissen worden gewijzigd.
Artikel 2 Taken en bevoegdheden remuneratiecommissie 1
De remuneratiecommissie (verder te noemen: de commissie) bereidt de besluitvorming voor op het specifieke werkterrein van de commissie. De commissie neemt nadrukkelijk geen beslissingsbevoegdheden over van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen blijft verantwoordelijk voor zijn besluiten, ook als deze zijn voorbereid door de commissie. De commissie kan geen bevoegdheden hebben die verder strekken dan de bevoegdheden die de raad van commissarissen als geheel heeft.
2
Binnen het in lid 1 aangegeven kader richt de commissie zich met name op: a.
het doen van een voorstel voor een profielschets van de raad van commissarissen en bestuurder;
b. het doen van een voorstel aan de raad van commissarissen voor selectiecriteria en een benoemingsprocedure inzake de leden van de raad van commissarissen en de bestuurder; c.
het werven, selecteren en voordragen van leden van de raad van commissarissen en de bestuurder ter benoeming door de raad van commissarissen;
d. het doen van een voorstel betreffende het te voeren bezoldigingsbeleid voor de raad van commissarissen en de bestuurder; e. het doen van een voorstel voor de bezoldiging van (de leden van) de raad van commissarissen en de bestuurder ter vaststelling door de raad van commissarissen, in welk voorstel in ieder geval aan de orde komen:
-
de bezoldigingsstructuur; de hoogte van de vaste bezoldiging en andere (variabele) bezoldigingscomponenten, pensioenrechten, afvloeiingsregelingen en overige vergoedingen, alsmede de prestatiecriteria en de toepassing daarvan;
f.
het voeren van het jaarlijkse beoordelingsgesprek met de bestuurder;
g.
het voeren van het jaargesprek met het oog op het vaststellen van de door de bestuurder te behalen doelstellingen;
h. het voorbereiden van het jaarlijkse evaluatiegesprek inzake het functioneren van de raad van commissarissen en de afzonderlijke leden; i.
het opmaken van het remuneratierapport, vast te stellen door de raad van commissarissen. Het remuneratierapport bevat een verslag van de wijze waarop het beoordelings- en bezoldigingsbeleid in het afgelopen boekjaar in de praktijk is gebracht. Indien gedurende het boekjaar aan een (voormalig) bestuurder een bijzondere vergoeding is betaald of toegezegd, wordt deze in het remuneratierapport vermeld en van een toelichting voorzien. Het remuneratierapport bevat tevens een overzicht van het bezoldigingsbeleid dat het komend boekjaar en de daarop volgende jaren door de raad van commissarissen wordt voorzien. Dit overzicht bevat in elk geval bepalingen over de verhouding tussen vaste en variabele beloningscomponenten, het beleid ten aanzien van de duur van arbeidsovereenkomsten bestuurders en de geldende
opzegtermijnen en afvloeiingsregelingen, overige arbeidsvoorwaarden en de regeling en financiering van de pensioentoezeggingen.
Artikel 3 Samenstelling commissie 1.
De commissie bestaat uit 2 leden.
2.
De leden van de commissie worden door de raad van commissarissen uit zijn midden benoemd.
3.
De raad van commissarissen wijst één van de leden van de commissie aan als voorzitter van de commissie. Het voorzitterschap van de commissie wordt niet vervuld door een voormalig lid van de directie of het bestuur van de stichting.
Artikel 4 Voorzitter De voorzitter draagt er zorg voor dat de commissie naar behoren functioneert. Hij treedt op als woordvoerder van de commissie en hij is het belangrijkste aanspreekpunt voor de raad van commissarissen.
Artikel 5 Vergaderingen commissie 1
De commissie vergadert zo vaak als nodig is voor een goed functioneren van de commissie, maar in elk geval eenmaal per jaar. De commissie vergadert tussentijds wanneer een lid van de commissie dat nodig acht.
2
De vergaderingen worden zoveel mogelijk jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden zoveel mogelijk kort voor vergaderingen van de raad van commissarissen plaats.
3
Elk lid van de commissie kan een vergadering van de commissie bijeenroepen. Behoudens in spoedeisende gevallen wordt de agenda voor de vergadering ten minste zeven dagen voor de vergadering toegezonden aan de leden van de commissie. Ten aanzien van elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke uitleg verschaft en worden relevante stukken bijgevoegd.
4
De commissie bepaalt of en wanneer de bestuurder bij haar vergaderingen aanwezig is. De commissie heeft in elk geval één keer per jaar een gesprek met de bestuurder ter voorbereiding van de bespreking door de raad van commissarissen van het functioneren van de bestuurder als bedoeld in 10 lid 5 van het reglement van de raad van commissarissen. De commissie kan ook anderen uitnodigen op haar vergaderingen aanwezig te zijn voor overleg.
5
Van het verhandelde in een vergadering van de commissie wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt door elk van de leden van de commissie ondertekend.
Artikel 6 Rapportage aan de raad van commissarissen 1
De commissie informeert de raad van commissarissen duidelijk en tijdig omtrent belangrijke ontwikkelingen op het gebied dat valt onder haar taak, alsmede over haar bevindingen en aanbevelingen.
2
De verslagen van vergaderingen van de commissie worden zo spoedig mogelijk na de vergaderingen verspreid onder alle leden van de raad van commissarissen.
3
Indien daartoe verzocht, verstrekt de voorzitter van de commissie nadere informatie aan de raad van commissarissen tijdens vergaderingen van de raad van commissarissen omtrent de resultaten van de besprekingen van de commissie.
4
Ieder lid van de raad van commissarissen heeft onbeperkt toegang tot alle gegevens van de commissie. Een lid van de raad van commissarissen oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van de commissie.
In het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag van de corporatie worden de samenstelling van de commissie, het aantal vergaderingen van de commissie en de belangrijkste aldaar aan de orde gekomen onderwerpen vermeld.
Bijlage F: het reglement van de auditcommissie projectontwikkeling Artikel 1 Vaststelling en wijziging Dit reglement is vastgesteld op grond van artikel 6 lid 1 van het reglement voor de raad van commissarissen, in de vergadering van de raad van commissarissen van stichting DUWO d.d. 16 januari 2013. Dit reglement kan bij besluit van de raad van commissarissen worden gewijzigd. Artikel 2 Taken en bevoegdheden auditcommissie projectontwikkeling 1.
De auditcommissie projectontwikkeling (verder te noemen: de commissie) bereidt de besluitvorming van de raad van commissarissen voor ter zake van aangelegenheden de projectontwikkeling betreffende. De commissie neemt nadrukkelijk geen beslissingsbevoegdheden over van de raad van commissarissen. De raad van commissarissen blijft verantwoordelijk voor zijn besluiten, ook als deze zijn voorbereid door de commissie. De commissie kan geen bevoegdheden hebben die verder strekken dan de bevoegdheden die de raad van commissarissen als geheel heeft.
2.
Binnen het in lid 1 aangegeven kader richt de commissie zich met name op het op inhoud beoordelen van het kwartaaloverzicht projectontwikkeling. Indien dit voor deze beoordeling noodzakelijk is kan de commissie met medewerkers van de stichting overleg hebben.
Artikel 3 Samenstelling commissie 1.
De commissie bestaat uit 3 leden.
2.
De leden van de commissie worden door de raad van commissarissen uit zijn midden benoemd.
3.
De raad van commissarissen wijst één van de leden van de commissie aan als voorzitter van de commissie. Voorzitter van de commissie kan niet zijn de voorzitter van de raad van commissarissen.
Artikel 4 Voorzitter De voorzitter draagt er zorg voor dat de commissie naar behoren functioneert. Hij treedt op als woordvoerder van de commissie en hij is het belangrijkste aanspreekpunt voor de raad van commissarissen.
Artikel 5 Vergaderingen commissie 1
De commissie vergadert zo vaak als nodig is voor een goed functioneren van de commissie, maar in elk geval
2
De vergaderingen worden zoveel mogelijk jaarlijks van tevoren vastgelegd en vinden zoveel mogelijk kort voor
vier maal per jaar. De commissie vergadert tussentijds wanneer een lid van de commissie dat nodig acht. vergaderingen van de raad van commissarissen plaats. 3
Elk lid van de commissie kan een vergadering van de commissie bijeenroepen. Behoudens in spoedeisende gevallen wordt de agenda voor de vergadering ten minste zeven dagen voor de vergadering toegezonden aan de leden van de commissie. Ten aanzien van elk agendapunt wordt zoveel mogelijk schriftelijke uitleg verschaft en worden relevante stukken bijgevoegd.
4
De commissie bepaalt of en wanneer de bestuurder bij haar vergaderingen aanwezig is.
5
Van het verhandelde in een vergadering van de commissie wordt een verslag opgemaakt. Dit verslag wordt door
De commissie kan ook anderen uitnodigen op haar vergaderingen aanwezig te zijn voor overleg. elk van de leden van de commissie ondertekend. Artikel 6 Rapportage aan de raad van commissarissen 1
De commissie informeert de raad van commissarissen duidelijk en tijdig omtrent belangrijke ontwikkelingen op het gebied dat valt onder haar taak, alsmede over haar bevindingen en aanbevelingen.
2
De verslagen van vergaderingen van de commissie worden zo spoedig mogelijk na de vergaderingen verspreid onder alle leden van de raad van commissarissen.
3
Indien daartoe verzocht, verstrekt de voorzitter van de commissie nadere informatie aan de raad van commissarissen tijdens vergaderingen van de raad van commissarissen omtrent de resultaten van de besprekingen van de commissie.
4
Ieder lid van de raad van commissarissen heeft onbeperkt toegang tot alle gegevens van de commissie. Een lid
5
In het verslag van de raad van commissarissen in het jaarverslag van de corporatie worden de samenstelling van
van de raad van commissarissen oefent dit recht uit in overleg met de voorzitter van de commissie. de commissie, het aantal vergaderingen van de commissie en de belangrijkste aldaar aan de orde gekomen onderwerpen vermeld.