10 9
Regionale innovatie in Nederland
Community Innovation Survey 2004 en 2006
Mathilda Copinga Wilco de Jong
Centrum voor Beleidsstatistiek
Verklaring van tekens . * ** x – – 0 (0,0) niets (blank) 2008–2009 2008/2009 2008/’09 2006/’07–2008/’09
= gegevens ontbreken = voorlopig cijfer = nader voorlopig cijfer = geheim = nihil = (indien voorkomend tussen twee getallen) tot en met = het getal is kleiner dan de helft van de gekozen eenheid = een cijfer kan op logische gronden niet voorkomen = 2008 tot en met 2009 = het gemiddelde over de jaren 2008 tot en met 2009 = oogstjaar, boekjaar, schooljaar enz., beginnend in 2008 en eindigend in 2009 = oogstjaar, boekjaar enz., 2006/’07 tot en met 2008/’09
In geval van afronding kan het voorkomen dat het weergegeven totaal niet overeenstemt met de som van de getallen.
Colofon Uitgever Centraal Bureau voor de Statistiek Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Prepress Centraal Bureau voor de Statistiek – Grafimedia Omslag TelDesign, Rotterdam Inlichtingen Tel. (088) 570 70 70 Fax (070) 337 59 94 Via contactformulier: www.cbs.nl/infoservice Bestellingen E–mail:
[email protected] Fax (045) 570 62 68 Internet www.cbs.nl
ISSN: 1877–3028 CvBnummer: 208230
© Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag/Heerlen, 2010. Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld. 6018510005 X–42
Inhoud 1.
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
3.
4.
5 Aanleiding en doel van het onderzoek Opzet van het onderzoek Indeling van het rapport Inhoud van de tabellenset
5 5 6 6
Resultaten
7
2.1 2.2 2.3
7 8 9
Flevoland blijft innovatief Behoefte om te innoveren neemt af Samenwerking bij innovatie
Beschrijving van het onderzoek
10
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
10 10 11 12 13 14
Populatie Onderzoeksmethode Bronnen Ophogen van steekproeftotalen Kwaliteit van de uitkomsten Opmerkingen bij de tabellen
Begrippen en Afkortingen
15
4.1 4.2
15 15
Begrippen Afkortingen
Literatuurlijst
17
Bijlage 1 : Sleutelgebieden
18
Tabellenset
21
Centrum voor Beleidsstatistiek
35
3
4
1. Inleiding
1.1 Aanleiding en doel van het onderzoek In de nota Pieken in de Delta heeft het ministerie van Economische Zaken (EZ) in samenspraak met decentrale partijen, gebiedsgerichte economische prioriteiten voor zes gebieden in Nederland vastgesteld. Naast prioriteiten op het vlak van ruimte voor bedrijvigheid, internationale bereikbaarheid en concurrerende mainports, het vestigingsklimaat in economische kerngebieden en prioriteiten op het vlak van stedelijke economie en toerisme, speelt ook het gebiedsgericht innovatiebeleid een belangrijke rol. Gebiedsgericht innovatiebeleid is aan de orde wanneer gebiedsgerichte knelpunten kunnen worden geïdentificeerd met een regio-overstijgend belang. Het gaat daarbij om elementen die zich op regionale schaal afspelen, zoals beroepsonderwijs, technologieoverdracht, stimulering van startende ondernemers en kennisnetwerken. De Community Innovation Survey (CIS-enquête) biedt inzicht in de mate waarin het bedrijfsleven vernieuwingen doorvoert in zowel producten, diensten en processen als in de bedrijfsvoering. De CIS-enquête bevat echter geen (directe) informatie over de plaats of regio waar innovatie-activiteiten van bedrijven plaatsvinden, waardoor het lastig is gebiedsspecifieke ontwikkelingen te volgen. Het Centrum voor Beleidsstatistiek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS-CvB) heeft eerder een haalbaarheidsstudie uitgevoerd om te bepalen of met het toevoegen van vestigingsinformatie, berekening van betrouwbare gegevens over het innovatieve gedrag van bedrijven in Nederland op regionaal niveau mogelijk is (zie De Jong en Sluiter, 2009). In opdracht van EZ heeft CBS-CvB als vervolg op de haalbaarheidsstudie het innovatieve gedrag van bedrijven op regionaal niveau berekend. De resultaten hiervan worden in dit rapport gepresenteerd en hebben betrekking op twee verslagperioden, namelijk 2004 en 2006. De verrijkte CIS-enquêtebestanden, die de basis vormen voor het samenstellen van de tabellen uit deze publicatie, zijn gedocumenteerd en opgenomen in de catalogus van microdatabestanden bij het CBS-CvB. In dit onderzoek zijn in het bijzonder gegevens berekend op het niveau van sleutelgebieden. Een sleutelgebied is een door EZ gedefinieerde cluster van bedrijvigheid en kennis en wordt samengesteld met behulp van de Standaard BedrijfsIndeling (SBI). De sleutelgebieden zijn gedefinieerd voor een zestal door EZ onderscheiden geografische gebieden, de zogenaamde programmagebieden. 1.2 Opzet van het onderzoek Uitgangspunt van dit onderzoek is de Community Innovation Survey (CIS-enquête). De CIS-enquête bevat geen informatie over de vestigingsregio van een bedrijf. Daarom is aan deze enquête voor alle bedrijven een vestigingsgemeente afgeleid, gebruikmakend
5
1
van het Algemeen Bedrijvenregister (ABR), de R&D-enquête en SWL-regio. Voor bedrijven met meerdere vestigingen is hierbij een keuze gemaakt op basis van een aantal beslisregels. Zie paragraaf 3.2 Onderzoeksmethode voor meer informatie hierover. Gebruikmakend van de toegevoegde vestigingsgemeente is vervolgens een aantal kernvariabelen berekend naar regionaal niveau. Tabellen zijn samengesteld naar COROP gebieden, provincies en naar een zestal door EZ onderscheiden regio’s, de programmagebieden. De zes programmagebieden zijn bepaald op basis van het samenvoegen van provincies en COROP regio’s: –
Noordvleugel: Provincies Noord-Holland, Utrecht en Flevoland.
–
Zuidvleugel: Provincie Zuid-Holland.
–
Noord: Provincies Groningen, Friesland en Drenthe.
–
Oost: Provincies Overijssel en Gelderland.
–
Zuidwest: Provincie Zeeland incl. COROP West-Brabant.
–
Zuidoost: Provincies Limburg en Brabant excl. COROP West-Brabant.
Op basis van de in het microdatabestand aanwezige SBI is een hercodering naar sleutelgebieden uitgevoerd. Deze verdeling is opgenomen in bijlage 1. Voor meer informatie over programmagebieden wordt verwezen naar de beleidsnotitie ‘Pieken in de Delta’. 1.3 Indeling van het rapport In dit rapport wordt eerst kort ingegaan op de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 een uitgebreide beschrijving van de uitvoering van het onderzoek gegeven. Onder andere wordt beschreven hoe de steekproef is opgehoogd tot de totale doelpopulatie en welke beslisregels zijn gehanteerd om betrouwbare uitkomsten te kunnen presenteren. In hoofdstuk 4 worden de gebruikte begrippen toegelicht en kan de lezer een afkortingenlijst vinden. Daarna is een literatuurlijst opgenomen en een bijlage met de indeling naar sleutelgebieden. Het rapport sluit af met de tabellenset. 1.4 Inhoud van de tabellenset Aan het eind van het rapport is een tabellenset opgenomen. De eerste drie tabellen bevatten kerngegevens over verslagjaar 2004, tabel 1 ingedeeld naar COROP, tabel 2 ingedeeld naar provincie en tabel 3 uitgesplitst naar de programma- en sleutelgebieden. Tabellen 4 tot en met 6 bevatten kerngegevens over verslagjaar 2006, op dezelfde manier ingedeeld als de tabellen over 2004.
1
In paragraaf 3.3 worden deze bronnen kort beschreven.
6
2. Resultaten
2.1 Flevoland blijft innovatief Bijna een kwart van de bedrijven in Nederland is innovatief. Zowel in 2004 als in 2006 is Flevoland de provincie met de hoogste innovatiegraad. Het percentage innovatieve bedrijven is in Zeeland het laagste. Innovatiegraad houdt in het percentage bedrijven dat innovatief is ten opzichte van het totale aantal bedrijven. In aantallen innovatieve bedrijven zijn het de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland die duidelijk boven de andere provincies uitstijgen. 1. Innovatiegraad per provincie, 2004-2006
Nationaal neemt de innovatiegraad in 2006 ten opzichte van 2004 licht af. Ook bij de meeste provincies is een lichte tot sterke daling zichtbaar. In de noordelijke provincies Friesland en Drenthe neemt het aantal innovatieve bedrijven echter sterk toe. Ook in Noord- en Zuid-Holland is een stijging zichtbaar.
Zuidelijke COROP-gebieden innovatief Het gebied met de hoogste innovatiegraad is te vinden in het zuiden van het land. In 2004 is Zuidoost-Noord-Brabant de COROP-regio met het hoogste percentage innovatieve bedrijven, ruim 33 procent. In 2006 is de koppositie overgenomen door de regio Midden-Limburg. Zeeuws-Vlaanderen is in beide jaren de regio met het laagste percentage bedrijven die innoveren. In 2006 geeft slechts één op de tien bedrijven in deze regio aan zich bezig te houden met innovatie.
Twee derde chemiebedrijven innoveert Traditioneel is de chemie het sleutelgebied met de meeste innoverende bedrijven. Twee op de drie chemiebedrijven geeft aan te innoveren. Ook op het sleutelgebied van hightech systemen/materialen en pensioenen en sociale verzekeringen vindt veel innovatie plaats. Hier geeft de helft van de bedrijven aan zich bezig te houden met innovatie. Sleutelgebieden zijn door het ministerie van Economische Zaken aangewezen clusters van bedrijvigheid en kennis.
7
2.2 Behoefte om te innoveren neemt af De behoefte om te innoveren is in 2006 ten opzichte van 2004 duidelijk afgenomen. In 2004 geven negen op de tien bedrijven aan behoefte te hebben om te innoveren. In 2006 is de behoefte om te innoveren duidelijk lager. Slechts zes op de tien bedrijven in Nederland geeft nu aan te willen innoveren. In de provincie Zeeland geldt in 2006 zelfs dat slechts 40 procent van de bedrijven aan de behoefte nog te hebben. Daar tegenover staat Utrecht waar in 2006 ruim 75 procent van de bedrijven nog de behoefte heeft om te innoveren. 2. Behoefte om te innoveren per provincie, 2004-2006
Knelpunten Financiën zijn het meest genoemde knelpunt bij bedrijven die behoefte hebben te innoveren. De regionale indeling lijkt weinig invloed te hebben op het ervaren van knelpunten. Sleutelgebieden hebben meer invloed op de knelpunten. Bedrijven op het gebied van pensioenen en sociale verzekeringen ervaren duidelijk minder knelpunten dan bedrijven in andere gebieden. Zeven op de tien bedrijven ervaren hier knelpunten. Bijna alle bedrijven actief in de chemie ondervinden knelpunten.
8
3. Knelpunten innovatie naar sleutelgebied, 2004
2.3 Samenwerking bij innovatie Ruim één op de drie bedrijven werkt op het gebied van innovatie samen met andere bedrijven. Het grootste deel van deze bedrijven werkt samen met bedrijven uit Nederland. Daarnaast geeft bijna de helft van de bedrijven aan samen te werken met internationale bedrijven. Het vinden van samenwerkingspartners voor innovatie is niet altijd gemakkelijk en blijkt voor ongeveer drie op de tien bedrijven een belemmering te vormen bij hun innovatieve activiteiten.
9
3. Beschrijving van het onderzoek 3.1 Populatie De responderende bedrijven in de CIS-enquête vormen een afspiegeling van de totale bedrijvenpopulatie in Nederland per 1 januari 2004, respectievelijk 1 januari 2006. Bij het berekenen van de tabellen zijn de bedrijven behorende tot de sector ‘Speurwerkinstellingen’ niet meegenomen. In het weegmodel is hier rekening mee gehouden. 3.2 Onderzoeksmethode De CIS-enquête is verrijkt met regionale informatie via een aantal stappen. Ten eerste is voor bedrijven met één vestiging de regio toegevoegd uit het Algemeen Bedrijven Register (ABR). Ten tweede is voor bedrijven met meerdere vestigingen een indeling bepaald door toewijzing aan die regio, waar het zwaartepunt van de R&D activiteiten ligt. Hiertoe is aan de CIS-enquête informatie uit de R&D-enquête gekoppeld. Met deze informatie is voor een deel van de innovatieve bedrijven bepaald in welke provincie de meeste R&D-arbeidsjaren zijn ingezet. Door vervolgens te kijken naar de lokale bedrijfseenheden in het ABR is voor een deel hiervan ook de juiste COROP bepaald en daarmee ook het juiste programmagebied. Voor dit deel van de populatie is dus eenduidig een regionale indeling vastgesteld. De overige bedrijven worden initieel ingedeeld in de regio van de hoofdvestiging. In sommige gevallen leidt dit tot inconsistenties, bijvoorbeeld voor bedrijven waarvan provincie en programmagebied wel kunnen worden bepaald op grond van informatie uit de R&D-enquête maar COROP niet. Deze inconsistenties worden opgelost door het bedrijf toe te wijzen aan de regio waar het bedrijf de meeste banen heeft (bepaald op basis van de SWL-regio). Biedt ook het aantal banen geen eenduidige toewijzing, dan wordt het bedrijf op basis van zijn provincie ingedeeld in de COROP met de meeste bedrijven in de betreffende provincie. Deze laatste twee beslissingen zijn ingegeven met de overweging dat op deze manier het bedrijf de minste verstoring op het totaalbeeld kan veroorzaken. Op basis van bovenstaand beslisschema zijn alle bedrijven in de CIS-enquête voorzien van een COROP, provincie en programmagebied. Hierbij is aangegeven voor welke bedrijven eenduidig een regio is toegewezen, en voor welke bedrijven een regionale indeling is geschat. Het CIS-onderzoeksbestand verrijkt met regio-indeling van bedrijven, is gebruikt om de tabellen aan het eind van dit rapport te berekenen. Het onderzoeksbestand is gedocumenteerd volgens de standaarden van het CBS, waarbij extra aandacht is besteed aan het beschrijven van de (on)mogelijkheden van regionale uitsplitsingen en is opgenomen in de catalogus van microdatabestanden voor externe onderzoekers (zie www.cbs.nl/cvb).
10
3.3 Bronnen In deze paragraaf worden de bronnen die in dit onderzoek gebruikt worden toegelicht.
Community Innovation Survey 2004 en 2006 (CIS) De Community Innovation Survey is een enquête die iedere 2 jaar uitgebreide informatie van de lidstaten van de Europese Unie over innovatieve inspanningen van bedrijven verzamelt. Het CBS voert de statistiek uit bij in Nederland gevestigde bedrijven met 10 of meer werkzame personen. De industrie- en dienstensector is de belangrijkste doelpopulatie. De steekproef wordt getrokken uit het ABR.
Enquête Research en Development 2005 en 2007 (R&D-enquête) De R&D-enquête wordt gehouden onder alle bedrijven die in de CIS-enquête hebben aangegeven dat er sprake is van R&D-inspanningen in het bedrijf. De R&D-enquête wordt in het jaar na het afnemen van de CIS-enquête afgenomen. De R&D-enquête vraagt bedrijven meer gedetailleerd naar hun R&D-inspanningen. Onder andere wordt bedrijven gevraagd een procentuele verdeling van hun R&Darbeidsjaren over de provincies te geven. Deze informatie is gebruikt om te bepalen in welke provincie het zwaartepunt ligt van de R&D-activiteiten van de bedrijven uit de CISenquête.
Algemeen Bedrijfsregister (ABR) Het Algemene Bedrijven Register (ABR) vormt voor het CBS de ruggengraat van het statistisch proces voor economische statistieken. Voor het bijhouden van het ABR wordt, naast informatie uit CBS-onderzoeken, gebruik gemaakt van het Handelsregister, afkmostig van de Kamers van Koophandel, en het Basisbedrijvenregister van de Belastingdienst. De eenheid in het ABR is de bedrijfseenheid. Dit is een statistisch begrip, wat per definitie niet geheel overeenkomt met een juridische eenheid of een vestiging. De officiële definitie luidt: “De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden” In het ABR wordt aan iedere bedrijfseenheid een economische activiteit toegekend volgens de Standaard bedrijfsindeling 1993 (SBI’93). Om de populatie bedrijven in te delen naar sleutelgebieden is gebruik gemaakt van deze SBI uit het ABR. Voor enkele bedrijven die in het ABR als hoofdactiviteit SBI 74152 ‘Holdings’ heeft, is in de CIS-enquête een handmatige correctie uitgevoerd om de innovatieve activiteiten van deze holdings toe te wijzen aan de SBI waar de innovatie feitelijk zijn neerslag vindt binnen de onderneming. Een onderdeel van het ABR zijn de lokale bedrijfseenheden, het ABR-LBE genoemd. Per bedrijfseenheid bevat het ABR-LBE de gemeentecodes genoemd waar de betreffende bedrijfseenheid vestigingen heeft.
11
Statistiek banen naar regio (SWL-regio) Met ingang van 2006 maakt het CBS voor de vaststelling van het aantal banen van werknemers gebruik van de Polisadministratie. De Polisadministratie wordt beheerd door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en bevat werknemersgegevens uit de loonaangiften die werkgevers bij de Belastingdienst indienen. De Polisadministratie bevat alle werknemers in dienst van bedrijven en instellingen die in Nederland loonbelasting- en premieplichtig zijn. Als eerste stap is per werkgever (bedrijf of instelling) het aantal banen uit de Polisadministratie vastgesteld. Vervolgens zijn de betreffende bedrijven en instellingen, zoals de Belastingdienst en UWV die onderscheiden, gekoppeld aan het ABR van het CBS. Het ABR bevat per bedrijf of instelling een SBI, waarmee uiteindelijk de banen naar economische activiteit zijn geteld. Gebruikmakend van het ABR en aanvullende enquêtering is het aantal banen naar regio bepaald. Hoewel de gegevens in de Polisadministratie betrekking hebben op het gehele jaar, zijn alleen de banen van werknemers meegenomen die op enig moment in de maand december voorkomen. Dit kan de hele maand december zijn (baan telt voor 1), of een aantal dagen daarvan (baan telt voor aantal dagen gedeeld door 31). In de Polisadministratie ontbreekt informatie over de locatie van bedrijven en instellingen met meerdere vestigingen over het land. Om deze gegevens te verzamelen enquêteert het CBS bedrijven waarvan bekend of aannemelijk is dat ze meerdere vestigingen hebben. De resultaten van deze regio-enquête zijn samen met de banen uit de Polisadministratie verwerkt tot regionale werkgelegenheidscijfers.
COROP-regio 2004 en 2006 Een overzicht met per COROP alle gemeenten in Nederland. Ook de kenmerken provincie en landsdeel zijn hierin opgenomen. Deze overzichten hebben betrekking op de peilmomenten 2004 en 2006 en zijn gepubliceerd op de website van het CBS.
Sleutelgebieden Een overzicht met per sleutelgebied (cluster van bedrijvigheid en kennis) de daarbij behorende bedrijfstakken ingedeeld volgens de Standaard Bedrijfsindeling (SBI). 3.4 Ophogen van steekproeftotalen Bij het trekken van de steekproef van de CIS-enquête is gestratificeerd naar bedrijfsgrootte (grootteklasse) en bedrijfsklasse (SBI). Om de niet-ondervraagde en nietresponderende bedrijven ook in beschouwing te nemen, wordt er opgehoogd. De ophoogfactoren worden berekend op basis van aantallen uit het Algemeen Bedrijfsregister (ABR), gecorrigeerd voor inactiviteit van de bedrijven met behulp van de gecoördineerde populatieschatting (GPS). De grote ondernemingen voor zover het R&Duitgaven betreft zijn allemaal in de steekproef opgenomen. Wanneer er resultaten worden berekend op een niveau dat gedetailleerder is dan het niveau waarop de ophoogfactoren bepaald zijn, zoals de regionale dimensie, zullen de opgehoogde populatieaantallen niet meer per definitie overeenkomen met de werkelijke
12
aantallen. Bij regionale uitsplitsingen kunnen de berekende aantallen bedrijven dus afwijken van het aantal bedrijven volgens de GPS. Om de afwijking tussen de werkelijke populatie en de geschatte populatie in kaart te brengen, kan een correctiefactor voor de weging berekend worden. Met behulp van deze correctiefactor kan de weging dusdanig worden aangepast dat de opgehoogde aantallen bedrijven per regio weer overeenkomen met de werkelijke aantallen. Bij kwantitatieve variabelen heeft dit echter gevolgen voor de uitkomsten op het niveau van totaal Nederland. Dit is niet wenselijk, omdat verschillen met eerdere officiële publicaties van het CBS voorkomen moeten worden. Daarom is deze correctiefactor in dit onderzoek niet berekend. 3.5 Kwaliteit van de uitkomsten
Koppelingsrendementen Om de CIS-enquête te verrijken met regionale gegevens was het noodzakelijk om onder andere gegevens uit het ABR toe te voegen. Dit is gebeurd op het niveau van bedrijfseenheden. Een klein aantal grote ondernemingen is handmatig gekoppeld, omdat deze in de CIS alleen op het niveau van de onderneming (concernverband) zijn waargenomen. Uit het ABR is hier de juiste bedrijfseenheid aan gekoppeld. Op deze manier konden alle bedrijven in de CIS-enquête voorzien worden van gegevens uit het ABR en resulteert dit dus in een koppelingsrendement van 100%.
Betrouwbaarheid van de regionale uitsplitsingen Om de betrouwbaarheid van de regionale verdeling te beoordelen, is een aantal indicatoren vastgesteld. Deze indicatoren zijn bepaald voor de verdelingen naar regio’s en sleutelgebieden, zoals deze terugkomen in de tabellen. De volgende indicatoren zijn bepaald: aantal responderende bedrijven. Dit aantal is bepaald voor verschillende populaties: het totaal aantal bedrijven, innovatieve bedrijven, bedrijven met behoefte om te innoveren en bedrijven die knelpunten ondervinden. Deze aantallen geven aan hoeveel bedrijven in de betreffende doelpopulatie een enquête hebben ingevuld. Hoe lager dit getal, hoe lager de betrouwbaarheid van onderliggende uitsplitsingen en hoe groter de kans op fluctuaties over de jaren heen. percentage bedrijven en het percentage innovatieve uitgaven die met zekerheid zijn ingedeeld binnen één regio. Hoe hoger dit percentage, hoe nauwkeuriger de toekenning van de uitkomsten aan de juiste regio. percentage kwantitatieve respons. Deze indicator is berekend voor de totale R&D-uitgaven. Het betreft het percentage van uitgaven R&D van de responderende bedrijven ten opzichte van uitgaven R&D van alle bedrijven in de betreffende regio. Hiermee wordt inzichtelijk welk deel van de geschatte uitgaven
13
eigen R&D binnen een regio ook daadwerkelijk gemeten is. Het is daarmee een maat of de belangrijkste bedrijven met veel R&D uitgaven in de enquête zitten. De betrouwbaarheid van een regionale uitsplitsing kan worden bepaald aan de hand van de volgende beslisregels: Het aantal respondenten moet minimaal 10 zijn. Alleen bij populaties met minder dan 20 bedrijven, kunnen ook indelingen met minder dan 10 respondenten betrouwbaar geacht worden. Minstens de helft van de bedrijven heeft dan gerespondeerd. Het aantal respondenten moet in verband met geheimhouding in ieder geval minimaal 4 zijn. Deze regel geldt voor elke afzonderlijke variabele in de enquête. Het percentage bedrijven met zekerheid toegekend aan een regio mag niet te laag zijn (lager dan 75 procent). Deze grens is arbitrair, maar bepaald in samenspraak met de inhoudelijke deskundigen van het CBS. Een laag percentage geeft aan dat op dit publicatieniveau de toekenning van de uitkomsten aan de juiste regio een grotere rol kan spelen. Het percentage innovatieve uitgaven met zekerheid toegekend moet minimaal 50 procent zijn. Als het percentage totale R&D-uitgaven van de responderende bedrijven ten opzichte van alle bedrijven hoog is, dan is er bij kwantitatieve variabelen mogelijk sprake van geheimhouding. Bij een hoog percentage van de responderende bedrijven ten opzichte van alle bedrijven en tegelijk een laag aantal respondenten is de kans op onthulling van gegevens van een individueel bedrijf groot. Als voorbeeld een regio waarin de bedrijven die hebben deelgenomen aan de enquête samen 90 procent van de uitgaven aan R&D hebben. Het kan voorkomen dat deze uitgaven voor het grootste deel worden gedaan door één bedrijf. In dat geval kan men door publicatie van dit cijfer een goede schatting maken van de uitgaven van bijvoorbeeld die ene multinational in de regio. 3.6 Opmerkingen bij de tabellen Gegevens die niet voldoen aan bovenstaande beslisregels, zijn in de tabellen onderdrukt. Er zijn twee redenen om te onderdrukken: geheimhouding als er sprake is van onthulling van gegevens van een individueel bedrijf (weergegeven met een kruis ‘x’) of betrouwbaarheid (weergegeven met een punt ‘.’).
14
4. Begrippen en Afkortingen 4.1 Begrippen Bedrijf heeft behoefte te innoveren – Dit is geoperationaliseerd als alle bedrijven die innoveren, zie innovator, met daaraan toegevoegd bedrijven die aangeven belemmeringen te ervaren bij innovatie-activiteiten. Er is daarbij geen onderscheid gemaakt of deze belemmering zwak, matig of sterk wordt ervaren. De drie belemmeringen onzekere vraag, geen noodzaak door eerdere innovaties en geen behoefte aan/belang bij innovaties zijn hierbij uitgesloten, Bedrijven die niet innoveren en een van deze knelpunten ondervinden, hebben immers niet de behoefe om te innoveren, maar hebben welbewust gekozen niet te innoveren.. Bedrijf ondervindt knelpunten – Net als bij de behoefte om te innoveren zijn hierbij alle belemmeringen behalve de daar genoemde meegenomen. De populatie wijkt af van die van Statline, omdat daar alleen knelpunten voor innovatoren zijn bepaald. Bedrijfseenheid – De feitelijke transactor in het productieproces gekenmerkt door zelfstandigheid ten aanzien van de beslissingen over dat proces en door het aanbieden van zijn producten aan derden. Effect van innovatie – In de tabellen wordt het effect van innovatie uitgesplitst naar enigszins belangrijk en zeer belangrijk. Op het enquêteformulier wordt gevraagd of een bedrijf het effect als zwak, matig of sterk heeft ervaren. Enigszins belangrijk is geoperationaliseerd als zwak of matig en zeer belangrijk als sterk. Omdat verschillende effecten in het microdatabestand zijn opgenomen, kan het voorkomen dat bedrijven in beide categorieën voorkomt. Innovator – Een bedrijf wordt als innovator aangemerkt indien het in de verslagperiode nieuwe of sterk verbeterde producten heeft ontwikkeld (productinnovatie), nieuwe of sterk verbeterde productieprocessen in gebruik heeft genomen (procesinnovatie), of lopende of afgebroken activiteiten heeft gehad, gericht op innovatie. 4.2 Afkortingen
ABR
Algemeen Bedrijven Register
CBS
Centraal Bureau voor de Statistiek
CIS
Community Innovation Survey
COROP
COördinatiecommissie Regionaal OnderzoeksProgramma
CvB
Centrum voor Beleidsstatistiek
EZ
Ministerie van Economische Zaken
15
GPS
Gecoördineerde PopulatieSchatting
R&D
Research and Development
SBI
Standaard BedrijfsIndeling
SWL
Statistiek Werkgelegenheid en Lonen
UWV
Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen
16
Literatuurlijst Wilco de Jong en Nicol Sluiter, Haalbaarheidsonderzoek regionalisering CIS-enquête (2009), CBS, Den Haag Ministerie van Economische Zaken, directie Ruimtelijk Economisch Beleid, 04I21 Pieken in de Delta, Gebiedsgerichte Economische Perspectieven (2004), Den Haag
17
Bijlage 1: Sleutelgebieden Op basis van de in het microdatabestand aanwezige SBI is een hercodering naar sleutelgebieden uitgevoerd. Een sleutelgebied is een door EZ gedefinieerd cluster van bedrijvigheid en kennis. In onderstaande tabel wordt weergegeven hoe deze indeling is geoperationaliseerd. Sleutelgebied Food & Flowers
Sectoren naar SBI-codes (indeling SBI93) 15+16 Voedings- en genotsmiddelen 01121 Teelt groenten, bloemen en champignons
Hightech systemen en materialen
29 Machine en apparaten 30, 31, 32, 33 Elektronische en optische instrumenten 34, 35 Transportmiddelen
Water
41 Waterleidingbedrijven 45211GWW-activiteiten 45212 Bouw van tunnels en bruggen 45213 Leggen van kabel en buizen 4524 Natte waterbouw 74203 Techn ontwerp v weg-en waterbouw 9001 Afvalwaterinzameling, -behandeling 351 Scheepsbouw en -reparatiebedrijven 92642 Roei-, kano-, zeil-, surfsport ed 92643 Zeil-en surfscholen 92644 Jachthavens
Creative industrie
221 Uitgeverijen 361 Meubel-en matrassenindustrie 362 Sieradenindustr ed (ex. imitatie-) 722 Ontwikkelen van software (Gaming) 74201 Architecten, ingenieurs ohgv B&U 74202 Techn ontwerp stedebouw,planologie 744 Reclamebureaus e.d. 74811 Fotografie 74875 Interieur-, modeontwerpers e.d. 921 Activiteiten tbv film en video 922 Radio en televisie 923 Overig amusement en kunst 924 Pers-, nieuwsbureaus; journalisten 92511 Openbare bibliotheken 92512 Kunstuitleencentra 92513 Ov cult uitleencentra; archieven 92521 Kunstgalerieën, -expositieruimten 92522 Musea 92523 Monumentenzorg
18
Sleutelgebied Chemie
Sectoren naar SBI-codes (indeling SBI93) 24 Basischemie en chemische producten
Pensioenen en sociale verzekeringen
66 Verzekeringwezen, pensioenfondsen
19
20
Tabellenset
21
Tabellenoverzicht
Tabel 1 Innovatief gedrag naar corop-gebieden, CIS 2004 -
Corop
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling -
Totaal
Bedrijf werkt samen met nationaal bedrijf of instelling
Omzet 2004 als percenBedrijf werkt tage van de totale omzet samen met internationaal in Nederland bedrijf of instelling
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
Bedrijven die het effect van innovatie als enigszins belangrijk beschouwen
Bedrijven die het effect van innovatie als zeer belangrijk beschouwen
-
absoluut
%
-
Totaal Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ‘s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland
absoluut
-
-
57.509
14.450
5.406
4.935
2.510
100,0
7,3
12.430
11.045
345 88 805 1.000 314 734 523 498 438 1.202 436 2.152 2.409 1.691 2.349 1.006 4.293 1.094 647 538 470 667 4.758 968 1.207 1.788 983 1.314 4.710 1.624 428 1.087 2.699 1.792 2.555 3.031 1.070 913 1.791 1.092
76 . 197 168 49 221 98 121 71 301 142 622 736 427 564 273 1.151 169 144 130 105 120 1.260 188 239 398 311 326 1.028 333 81 213 658 552 611 1.004 276 290 466 318
16 . 73 89 12 94 28 64 42 100 71 259 295 157 202 92 448 54 59 43 65 51 407 95 79 153 103 108 437 107 34 59 236 208 237 355 91 118 135 120
13 . 73 87 12 94 28 64 42 96 66 238 280 150 194 75 364 53 59 43 65 48 382 65 76 150 100 100 391 103 34 57 189 202 206 323 84 114 100 106
8 . 16 31 4 46 5 20 5 44 20 128 151 58 77 49 180 29 29 7 27 35 198 47 29 83 61 50 187 63 7 22 171 75 125 143 47 58 100 70
. 0,1 0,9 0,8 0,2 . 0,5 0,3 0,6 1,2 0,4 2,3 2,6 1,3 3,1 . 11,5 0,9 0,9 0,6 0,6 0,7 14,9 . 1,2 5,7 3,0 1,6 . 1,8 0,8 1,6 5,0 1,8 5,3 5,4 1,1 1,1 5,4 1,1
. 4,0 6,3 6,9 8,1 . 2,9 4,6 12,0 3,8 4,7 7,4 4,3 5,6 4,5 . 6,1 6,9 3,7 5,5 3,6 9,2 5,4 . 10,2 10,5 6,4 4,6 . 6,0 1,1 6,3 9,7 7,4 6,7 20,4 6,6 7,3 8,3 5,9
73 . 159 144 43 186 86 113 67 280 127 544 615 387 466 251 979 150 138 108 89 93 1.062 132 186 340 253 280 889 316 75 171 495 495 542 902 244 266 402 268
68 . 151 119 39 167 88 105 65 237 113 478 563 322 413 217 819 139 95 121 79 89 931 114 204 314 265 246 733 282 76 169 500 426 476 760 184 219 389 257
-
Bron: CBS.
22
Bedrijf heeft behoefte te innoveren
Bedrijf ondervindt knelpunten -
Totaal
Bedrijf ondervindt knelpunten in financiële zin
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan gekwalificeerd personeel
Bedrijf ondervindt knelpunten door marktdominantie van gevestigde ondernemingen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan informatie
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan samenwerking
Aantal werknemers in loondienst als percentage van het totaal aantal werknemers in Nederland
R&D-personeel; aandeel van het totaal aantal werknemers in loondienst
%
-
Omvang R&D Omvang uitgaven innovatieuitgaven
x 1 000 euro
-
-
50.584
50.106
40.660
29.377
26.589
27.472
18.555
100,0
2,3
6.401.096
8.988.046
257 74 740 882 279 662 496 475 351 1.065 381 1.925 2.218 1.416 2.015 826 3.721 955 571 454 391 620 4.144 831 1.035 1.638 872 1.215 4.151 1.377 387 994 2.438 1.643 2.219 2.644 874 757 1.594 998
257 74 724 871 277 656 488 475 351 1.060 379 1.921 2.212 1.399 1.989 825 3.701 933 571 445 389 620 4.058 829 1.024 1.614 872 1.206 4.118 1.362 382 993 2.416 1.623 2.199 2.605 866 749 1.581 990
232 69 559 754 243 588 402 383 234 895 281 1.616 1.746 1.166 1.540 680 2.968 777 452 398 371 547 3.055 625 847 1.350 663 1.066 3.450 1.088 310 721 2.067 1.395 1.813 1.957 637 618 1.333 764
172 56 410 436 175 375 330 237 137 619 247 1.152 1.348 802 1.056 438 2.251 498 372 297 221 400 2.301 448 616 1.036 510 684 2.302 845 236 618 1.479 1.087 1.283 1.474 471 502 904 553
101 51 394 451 123 339 249 233 191 591 183 1.120 1.175 754 1.036 328 1.969 457 298 193 187 308 2.197 368 554 808 506 693 2.212 791 176 601 1.265 953 1.170 1.280 390 371 918 604
148 42 390 456 199 406 271 215 205 613 229 1.011 1.250 783 1.067 480 1.919 461 318 232 244 359 2.244 440 543 828 472 605 2.154 721 206 563 1.353 1.029 1.200 1.449 449 422 939 557
76 33 311 311 90 305 188 142 121 453 133 828 769 554 750 303 1.389 346 209 146 166 279 1.516 289 379 585 332 364 1.559 471 161 313 861 667 789 845 268 321 606 327
. . 1,2 1,2 0,4 . 0,7 0,5 0,6 1,5 0,6 3,4 3,1 1,9 3,5 . 10,9 1,3 1,0 1,3 0,9 0,7 12,5 . 1,3 6,4 1,2 1,6 . 2,0 0,6 1,2 3,4 2,5 6,2 5,4 1,6 1,3 3,1 1,4
. . 1,4 1,2 0,6 . 0,8 1,5 0,8 1,7 1,4 2,8 2,5 1,8 1,9 . 1,8 3,5 1,8 2,2 1,0 2,1 1,0 . 4,1 1,4 4,5 2,4 . 1,9 2,5 2,0 2,6 2,2 2,1 7,0 3,4 2,1 4,0 3,0
. . 19.753 23.357 1.799 . 29.584 15.096 10.711 30.638 19.113 135.249 108.649 55.062 174.902 . 403.063 x 28.535 x 18.064 11.912 302.477 . 185.442 209.162 97.443 51.980 . 51.975 x x 294.961 90.271 501.402 1.757.405 122.121 65.788 339.045 59.095
. . 37.564 45.639 17.484 . 47.469 25.473 67.715 68.817 37.006 208.790 246.156 88.950 222.077 . 556.342 x 39.525 x 95.251 50.927 552.691 . 206.451 244.966 118.195 85.789 . 92.317 56.765 127.030 425.351 157.165 641.590 1.965.844 162.698 98.555 420.094 117.560
23
Tabel 2 Innovatief gedrag naar sleutel- en programmagebieden, CIS 2004 -
Programma- Sleutelgebieden gebieden
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling -
Totaal
Bedrijf werkt samen met nationaal bedrijf of instelling
Bedrijf werkt samen met internationaal bedrijf of instelling
Omzet 2004 als percentage van de totale omzet in Nederland
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
-
absoluut
%
-
Totaal
Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Noordvleugel Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidvleugel Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Noord Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Oost Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidwest Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidoost Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen
57 509 45 798 11 711 2 421 2 728 2 611 3 349 431 171 14 526 11 521 3 005 513 476 621 1 214 107 74 11 626 9 468 2 158 431 453 495 686 56 36 4 745 3 884 862 156 244 246 152 48 . 11 245 8 703 2 542 524 716 649 552 76 . 4 190 3 488 702 233 207 70 133 46 . 11 177 8 734 2 443 564 631 532 612 98 .
-
14 450 10 141 4 310 874 1 414 363 1 291 288 79 3 585 2 549 1 036 182 222 118 410 72 33 2 635 1 850 785 152 209 74 290 38 22 1 016 685 331 61 153 . 53 30 . 3 065 2 197 868 151 353 84 220 48 . 952 653 299 87 104 . . 36 . 3 198 2 207 991 242 373 47 263 64 .
5 406 3 685 1 720 315 666 149 381 169 41 1 342 919 423 67 113 36 157 30 20 986 711 276 51 90 29 75 21 9 429 313 116 15 56 . 13 17 . 1 175 786 390 72 192 43 44 30 . 330 175 156 36 57 . . 24 . 1 144 783 360 74 156 24 59 45 .
-
Bron: CBS.
24
4 935 3 333 1 602 291 615 147 364 145 41 1 184 786 398 63 107 36 148 25 20 920 655 265 48 86 29 74 18 9 422 306 116 15 56 . 13 17 . 1 100 749 351 67 160 42 44 29 . 280 131 149 35 57 . . 19 . 1 028 705 323 62 148 23 52 37 .
2 510 1 529 982 169 441 35 184 144 10 622 413 209 27 77 6 69 27 3 473 321 152 20 62 8 39 19 5 141 78 63 4 38 . 6 12 . 527 335 192 44 103 5 19 22 . 200 89 110 23 49 . . 22 . 548 293 255 51 112 11 39 42 .
100,0 68,9 31,1 6,0 5,5 3,8 3,7 6,0 6,2 32,7 23,1 9,6 1,0 0,6 0,8 2,4 1,5 3,4 22,9 18,2 4,7 1,0 0,7 1,2 0,5 0,8 . 4,9 2,9 2,0 1,3 0,3 0,1 0,1 0,1 . 12,1 8,7 3,4 1,2 0,8 0,6 . 0,3 . 7,4 4,9 2,5 0,4 0,4 0,2 0,0 1,4 . 20,0 11,1 8,9 1,0 2,8 0,8 0,4 1,9 .
.
7,3 4,8 13,0 9,9 26,5 6,5 7,2 17,1 7,4 5,7 4,3 9,1 8,8 19,6 3,7 7,0 7,9 10,6 7,3 5,9 12,3 5,5 17,2 13,7 8,0 13,7 . 7,5 3,9 12,6 15,3 16,5 1,0 9,9 4,2 . 5,3 4,1 8,5 8,2 14,7 1,4 . 17,7 . 8,0 3,7 16,6 11,6 26,6 6,5 5,6 17,7 . 10,9 4,9 18,4 9,8 34,3 3,6 8,9 26,1
Bedrijven die het effect van innovatie als zeer belangrijk beschouwen
Bedrijven Bedrijf heeft behoefte te innoveren die het effect van Totaal Bedrijf Bedrijf innovatie ondervindt ondervindt als enigszins knelpunten knelpunten belangrijk in financiële beschouzin wen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan gekwalificeerd personeel
Bedrijf ondervindt knelpunten door marktdominantie van gevestigde ondernemingen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan informatie
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan samenwerking
absoluut
%
-
12 430 8 707 3 724 734 1 239 258 1 149 267 76 3 019 2 159 860 146 190 77 347 68 31 2 265 1 606 659 131 184 41 250 34 20 885 591 294 52 133 . 47 26 . 2 670 1 891 778 145 311 57 208 47 . 741 502 238 43 91 . . 34 . 2 851 1 957 894 215 330 45 243 58 .
Aantal R&D-perso- Omvang werknemers neel; aan- totale R&D in loondeel van uitgaven dienst als het totaal percentage aantal van het werknemers totaal aantal in loondienst werknemers in Nederland x 1 000 euro
-
11 045 7 601 3 444 743 1 141 205 1 073 221 61 2 645 1 836 809 146 166 73 341 58 26 2 044 1 406 638 137 159 38 258 29 18 814 559 256 48 124 . 37 22 . 2 343 1 651 692 142 278 51 180 37 . 745 483 262 77 97 . . 22 . 2 454 1 667 787 194 318 15 205 53 .
50 584 40 087 10 497 2 256 2 532 2 176 2 991 415 127 12 686 10 010 2 675 457 419 539 1 097 103 60 10 288 8 298 1 990 406 434 455 608 53 34 4 216 3 443 773 152 231 196 142 48 . 9 845 7 561 2 284 489 676 541 492 72 . 3 795 3 166 629 208 193 67 107 45 . 9 755 7 610 2 145 543 579 378 545 94 .
50 106 39 679 10 427 2 241 2 506 2 171 2 969 415 125 12 536 9 871 2 666 452 418 538 1 095 103 60 10 197 8 222 1 976 404 427 454 605 53 32 4 172 3 411 761 148 231 196 134 48 . 9 785 7 521 2 264 487 665 540 486 72 . 3 767 3 141 627 208 192 65 107 45 . 9 647 7 514 2 133 542 573 378 541 94 .
40 660 31 967 8 694 1 893 2 061 1 776 2 544 349 72 9 956 7 788 2 169 332 341 465 921 84 26 8 465 6 844 1 621 353 349 345 511 47 18 3 465 2 795 670 143 199 158 126 43 . 7 924 6 029 1 895 425 545 435 413 65 . 3 073 2 536 537 177 173 55 86 36 . 7 776 5 975 1 802 463 454 318 487 74 .
29 377 22 821 6 556 1 160 1 690 1 467 1 939 240 60 7 340 5 653 1 688 234 264 358 734 62 37 5 993 4 725 1 269 232 273 291 423 36 13 2 328 1 867 461 80 155 110 98 14 . 5 661 4 271 1 390 265 448 349 280 47 . 2 315 1 880 435 124 147 55 78 30 . 5 739 4 426 1 314 225 403 303 326 51 .
26 589 20 640 5 948 1 152 1 402 1 453 1 618 261 62 6 580 4 941 1 639 214 235 384 719 56 31 5 564 4 560 1 005 207 242 250 262 30 13 2 134 1 722 411 80 98 121 88 22 . 5 187 3 871 1 316 253 376 408 221 54 . 2 024 1 654 370 111 119 38 63 33 . 5 100 3 892 1 208 288 332 252 267 67 .
25
27 472 21 241 6 231 1 219 1 552 1 414 1 731 270 46 6 774 5 152 1 622 246 238 328 722 62 26 5 322 4 209 1 113 208 271 275 315 34 10 2 332 1 803 529 87 159 141 117 22 . 5 434 4 176 1 258 261 399 330 211 54 . 2 104 1 748 356 110 123 46 43 34 . 5 506 4 152 1 354 308 362 294 324 63 .
18 555 14 430 4 125 841 961 965 1 163 166 29 4 667 3 608 1 059 128 185 248 447 37 14 3 690 2 996 694 152 126 196 193 20 7 1 577 1 255 323 33 94 103 67 23 . 3 790 2 873 916 225 254 220 184 30 . 1 335 1 079 256 91 79 25 44 17 . 3 496 2 619 877 212 223 174 228 39 .
100,0 73,5 26,5 4,6 6,4 4,6 6,7 2,9 1,3 100,0 74,5 25,5 2,3 2,4 2,9 13,4 2,0 2,6 100,0 75,8 24,2 2,9 5,2 8,5 4,7 1,8 . 100,0 69,0 31,0 17,5 5,5 3,2 2,1 2,0 . 100,0 76,4 23,6 5,3 6,8 5,1 . 1,7 . 100,0 73,0 27,0 7,7 7,2 2,4 1,8 7,6 . 100,0 69,0 31,0 4,2 13,8 3,7 2,9 5,6 .
Omvang innovatieuitgaven
-
2,3 1,2 5,2 3,1 9,9 1,0 3,2 10,7 1,4 1,7 1,3 2,9 6,1 5,1 2,4 1,5 8,2 1,7 1,9 1,1 4,5 5,5 6,2 0,9 6,8 11,3 . 1,1 0,7 2,1 0,9 7,0 0,2 2,4 2,5 . 2,2 1,3 4,8 2,2 8,6 0,6 . 11,0 . 2,5 1,1 6,2 3,2 8,2 0,4 7,9 9,0 . 3,8 1,3 9,5 2,7 13,9 0,2 5,7 13,4 .
6 401 096 1 649 192 4 751 903 304 126 2 483 838 41 244 252 620 1 626 329 43 747 1 361 777 666 622 695 154 x 101 243 12 259 78 529 423 976 x 1 120 628 401 777 718 850 x 189 733 21 937 85 961 284 368 . 139 529 36 844 102 685 31 678 51 826 647 3 683 13 184 . 555 327 188 345 366 982 35 449 162 186 2 506 . 132 077 . 347 802 69 581 278 221 21 769 104 094 1 174 6 824 143 589 . 2 876 034 286 023 2 590 011 38 720 1 874 757 2 719 43 526 629 135 .
8 988 046 3 246 371 5 741 675 624 643 2 770 280 99 325 360 767 1 810 216 76 445 2 078 725 1 125 608 953 117 139 286 125 041 18 150 93 078 546 561 31 000 1 496 091 598 777 897 314 175 424 231 008 67 798 97 382 290 357 . 420 887 257 381 163 506 57 600 61 655 996 6 743 34 013 . 937 250 438 029 499 221 58 633 199 616 5 139 . 136 596 . 609 146 229 152 379 995 91 647 108 850 3 665 7 942 167 041 . 3 445 947 597 424 2 848 523 102 053 2 044 110 3 576 60 303 635 648 .
Tabel 3 Innovatief gedrag naar provincie, CIS 2004 -
Provincie
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling Omzet 2004 als percenTotaal Bedrijf werkt Bedrijf werkt tage van de samen met samen met totale omzet nationaal internationaal in Nederland bedrijf of bedrijf of instelling instelling
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
Bedrijven die het effect van innovatie als enigszins belangrijk beschouwen
Bedrijven Bedrijf heeft die het effect behoefte te van innovatie innoveren als zeer belangrijk beschouwen
-
absoluut
%
-
absoluut
-
-
Totaal
57.509
14.450
5.406
4.935
2.510
100,0
7,3
12.430
11.045
50.584
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
1.238 2.048 1.459 3.790 1.092 7.455 4.293 9.142 11.626 1.515 10.077 3.774
288 437 291 1.065 318 1.999 1.151 2.116 2.635 294 2.824 1.032
99 195 135 430 120 745 448 774 986 94 1.037 343
95 192 135 401 106 699 364 715 920 91 920 297
31 81 30 192 70 334 180 372 473 29 514 205
1,3 2,2 1,4 4,0 1,1 8,1 11,5 20,2 22,9 2,4 17,5 7,5
6,5 8,2 7,2 6,0 5,9 5,0 6,1 5,5 7,3 4,6 11,8 7,9
245 373 267 951 268 1.719 979 1.772 2.265 246 2.434 912
233 324 257 828 257 1.515 819 1.568 2.044 245 2.162 792
1.071 1.823 1.322 3.371 998 6.474 3.721 7.967 10.288 1.381 8.945 3.224
-
Bron: CBS. Omvang R&D-uitgaven en R&D-personeel naar provincie is niet vergelijkbaar met aantallen gepubliceerd op Statline door het gebruik van een andere onderzoeksmethode.
26
Bedrijf ondervindt knelpunten -
Totaal
Bedrijf ondervindt knelpunten in financiële zin
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan gekwalificeerd personeel
Bedrijf ondervindt knelpunten door marktdominantie van gevestigde ondernemingen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan informatie
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan samenwerking
Aantal werknemers in loondienst als percentage van het totaal aantal werknemers in Nederland
R&D-personeel; aandeel van het totaal aantal werknemers in loondienst
%
Omvang R&D uitgaven
Omvang innovatieuitgaven
x 1 000 euro
-
-
50.106
40.660
29.377
26.589
27.472
18.555
100,0
2,3
6.401.096
8.988.046
1.055 1.804 1.314 3.360 990 6.425 3.701 7.845 10.197 1.375 8.844 3.195
860 1.586 1.020 2.792 764 5.132 2.968 6.225 8.465 1.031 7.231 2.588
638 986 703 2.018 553 3.644 2.251 4.536 5.993 854 5.324 1.877
547 913 674 1.894 604 3.293 1.969 4.008 5.564 777 4.668 1.679
580 1.061 692 1.853 557 3.581 1.919 4.298 5.322 769 5.031 1.810
421 706 451 1.414 327 2.376 1.389 2.951 3.690 475 3.162 1.195
1,8 3,2 1,8 5,5 1,4 9,8 10,9 18,8 21,6 1,7 17,6 6,0
1,5 1,0 1,0 2,3 3,0 2,1 1,8 1,6 1,9 2,2 3,7 3,4
40.331 43.806 55.392 185.000 59.095 370.327 403.063 899.619 1.120.628 52.841 2.644.040 526.955
183.687 96.544 140.657 314.613 117.560 622.637 556.342 1.404.823 1.496.091 183.795 3.189.950 681.347
27
Tabel 4 Innovatief gedrag naar corop-gebieden, CIS 2006 -
Corop
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling Omzet 2006 als percenTotaal Bedrijf werkt Bedrijf werkt tage van de samen met samen met totale omzet nationaal internatioin Nederland bedrijf of naal bedrijf instelling of instelling
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
Bedrijven die het effect van innovatie als enigszins belangrijk beschouwen
Bedrijven die het effect van innovatie als zeer belangrijk beschouwen
-
absoluut
%
-
Totaal Oost-Groningen Delfzijl en omgeving Overig Groningen Noord-Friesland Zuidwest-Friesland Zuidoost-Friesland Noord-Drenthe Zuidoost-Drenthe Zuidwest-Drenthe Noord-Overijssel Zuidwest-Overijssel Twente Veluwe Achterhoek Arnhem/Nijmegen Zuidwest-Gelderland Utrecht Kop van Noord-Holland Alkmaar en omgeving IJmond Agglomeratie Haarlem Zaanstreek Groot-Amsterdam Het Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Agglomeratie ‘s-Gravenhage Delft en Westland Oost-Zuid-Holland Groot-Rijnmond Zuidoost-Zuid-Holland Zeeuwsch-Vlaanderen Overig Zeeland West-Noord-Brabant Midden-Noord-Brabant Noordoost-Noord-Brabant Zuidoost-Noord-Brabant Noord-Limburg Midden-Limburg Zuid-Limburg Flevoland
absoluut
-
-
62.792
15.464
5.585
5.172
2.691
100,0
8,8
12.502
11.667
286 111 909 1.144 382 744 449 466 465 1.338 475 2.628 2.604 1.900 2.234 1.016 5.449 1.431 759 543 619 438 5.239 1.024 1.346 1.981 1.195 1.395 5.030 1.950 348 814 2.985 1.589 2.818 3.059 1.376 943 2.169 1.143
54 . 204 222 91 246 136 105 96 335 129 698 653 475 455 306 1.348 255 218 142 174 72 1.378 233 294 419 319 303 1.211 502 52 124 699 359 726 923 335 315 485 331
28 . 63 53 54 92 37 35 43 123 50 290 262 199 174 94 471 67 63 40 45 36 492 71 91 180 136 103 380 192 41 58 195 130 290 398 157 56 118 158
22 . 55 51 54 92 37 30 32 120 42 252 256 187 172 93 436 67 61 39 40 34 429 70 79 176 133 94 325 189 36 55 176 127 266 368 153 53 97 155
11 . 27 36 4 26 12 18 25 47 21 154 115 99 96 56 211 10 23 3 21 16 251 48 33 74 38 42 216 78 36 22 101 56 151 243 64 45 75 83
0,2 0,2 0,8 2,1 0,6 . 0,3 0,8 0,5 1,5 0,4 2,6 . 1,5 3,0 . 11,5 0,9 0,7 0,4 . 0,6 12,1 . . 8,3 1,0 2,1 8,5 2,5 0,8 1,1 4,0 1,7 4,7 5,1 1,4 0,8 6,3 1,3
5,0 5,4 11,6 1,1 1,2 . 4,5 34,5 5,0 4,1 6,7 5,4 . 6,9 4,0 . 5,5 2,8 6,9 1,7 . 4,7 10,0 . . 17,6 5,2 4,2 6,2 12,9 2,7 3,1 5,1 4,4 7,5 28,4 8,7 8,1 3,6 9,5
54 . 108 159 54 215 131 100 70 294 85 583 462 422 387 274 1.077 235 198 80 155 62 1.105 205 186 338 292 265 985 383 38 94 574 274 591 716 287 252 362 308
49 . 155 161 70 199 126 69 67 282 104 556 470 383 357 258 1.073 224 147 67 151 55 1.012 175 137 356 259 266 861 369 35 75 487 287 541 642 237 266 365 250
-
Bron: CBS.
28
Bedrijf heeft behoefte te innoveren
Bedrijf ondervindt knelpunten
-
Totaal
Bedrijf ondervindt knelpunten in financiële zin
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan gekwalificeerd personeel
Bedrijf ondervindt knelpunten door marktdominantie van gevestigde ondernemingen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan informatie
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan samenwerking
Aantal werknemers in loondienst als percentage van het totaal aantal werknemers in Nederland
R&D-persoOmvang neel; aandeel totale R&D van het totaal uitgaven aantal werknemers in loondienst
%
Omvang innovatieuitgaven
x 1 000 euro
-
-
35.401
31.854
23.772
21.418
16.541
18.613
12.491
100,0
1,9
7.468.550
10.207.629
130 83 456 658 233 490 240 238 224 745 235 1.559 1.333 1.079 1.316 655 3.260 698 444 343 326 159 2.905 542 663 1.077 737 778 2.727 1.092 187 449 1.640 1.059 1.634 1.905 724 611 1.105 661
124 68 425 588 217 435 197 211 220 700 200 1.458 1.111 986 1.241 609 2.806 595 367 332 276 144 2.646 486 596 994 726 747 2.461 933 178 403 1.455 991 1.501 1.685 669 524 1.026 520
104 55 319 493 151 399 150 172 150 523 138 1.108 802 777 929 476 2.063 446 320 205 207 114 1.815 367 446 725 578 540 1.742 719 141 345 1.119 754 1.087 1.230 541 377 756 389
104 30 294 396 118 258 113 120 169 382 138 926 762 689 918 463 1.977 436 209 238 164 80 1.711 373 380 711 549 582 1.712 622 90 280 946 620 917 1.232 417 417 568 306
72 24 208 311 105 224 109 119 133 325 55 785 498 453 736 351 1.594 320 160 178 141 91 1.283 241 265 551 326 408 1.203 577 99 160 707 603 827 889 365 232 476 339
83 26 244 388 90 293 126 115 151 340 104 810 631 591 793 434 1.522 409 220 160 144 61 1.558 291 374 622 425 415 1.499 582 94 277 808 565 821 990 457 335 469 298
46 11 131 248 92 181 83 86 96 214 84 569 468 422 501 247 1.110 287 159 97 68 54 941 177 189 455 265 302 950 358 85 164 585 387 550 725 299 226 318 259
0,4 0,1 1,1 1,2 0,5 . 0,6 1,2 0,6 1,9 1,5 3,4 . 2,2 4,3 . 12,3 1,5 0,8 0,6 . 0,7 10,7 . . 5,7 1,1 2,5 8,3 3,0 0,5 1,1 3,5 2,1 4,5 4,8 1,6 1,1 3,9 1,6
0,8 1,0 1,4 1,6 0,7 . 1,2 0,9 0,6 0,7 0,6 2,8 . 1,6 1,3 . 2,3 1,0 1,6 2,7 . 1,4 1,0 . . 0,8 2,7 0,7 1,6 1,7 2,8 1,1 1,2 2,1 2,3 6,8 2,7 2,4 1,9 1,4
4.150 2.733 36.662 13.511 7.673 . 13.753 31.539 9.845 38.296 27.392 216.105 . 81.149 251.883 . 402.240 x 40.669 x . 20.229 432.445 . . 416.684 43.498 57.292 553.381 196.565 28.729 36.127 157.084 123.405 584.526 2.030.155 183.188 51.212 388.069 84.458
12.508 5.565 69.554 25.104 15.243 . 20.387 58.955 16.552 99.192 47.480 368.255 . 130.928 299.370 . 622.046 x 55.323 x . 105.632 832.414 . . 541.969 86.478 89.512 725.934 242.937 50.940 98.189 282.402 155.927 800.650 2.207.008 214.749 85.096 456.930 113.266
29
Tabel 5 Innovatief gedrag naar sleutel- en programmagebieden, CIS 2006 -
Programma- Sleutelgebieden gebieden
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling -
Totaal
Bedrijf werkt samen met nationaal bedrijf of instelling
Bedrijf werkt samen met internationaal bedrijf of instelling
Omzet 2006 als percentage van de totale omzet in Nederland
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
-
Totaal
Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Noordvleugel Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidvleugel Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Noord Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Oost Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidwest Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen Zuidoost Totaal geen sleutelgebied Totaal sleutelgebieden food & flowers hightech systemen en materialen water creative industrie chemie pensioenen en sociale verzekeringen
absoluut
%
-
-
62.792 50.080 12.712 2.448 2.875 2.804 3.938 452 194 16.645 13.289 3.355 647 480 613 1.412 112 92 12.896 10.228 2.668 581 428 634 897 79 48 4.956 3.930 1.026 159 312 300 208 33 . 12.195 9.661 2.534 361 730 613 736 76 . 4.125 3.456 669 122 250 140 93 57 . 11.974 9.516 2.459 578 674 504 593 96 .
15.464 10.796 4.668 747 1.504 413 1.621 297 87 4.152 3.032 1.121 181 216 89 523 76 35 3.048 2.091 957 191 226 110 362 52 . 1.196 759 437 55 211 . 104 27 . 3.050 2.023 1.028 115 426 84 346 49 . 875 673 202 27 88 . . 35 . 3.143 2.218 925 177 338 96 248 58 .
5.585 3.597 1.988 292 752 136 596 185 26 1.444 964 480 50 106 53 218 37 15 1.082 711 371 100 119 15 100 29 . 424 244 180 22 93 . 26 16 . 1.192 764 428 32 181 14 159 39 . 294 188 106 16 42 . . 19 . 1.149 726 424 72 210 27 68 46 .
-
Bron: CBS.
30
5.172 3.330 1.842 281 699 122 573 140 26 1.332 882 450 49 101 53 207 26 15 996 655 341 100 109 15 94 14 . 393 227 166 22 93 . 21 8 . 1.121 717 404 32 165 10 159 35 . 266 172 94 10 36 . . 19 . 1.064 676 388 69 195 17 68 38 .
2.691 1.619 1.072 119 536 32 215 160 8 666 441 225 20 67 5 91 35 7 481 289 192 26 89 5 46 27 . 162 77 84 12 48 . 9 15 . 589 378 211 17 125 6 34 27 . 159 87 72 16 34 . . 17 . 634 347 287 28 174 15 31 40 .
100,0 69,3 30,7 5,1 6,0 4,9 3,3 5,9 5,5 29,9 21,9 8,0 1,0 0,7 1,9 2,0 0,9 1,5 23,6 17,7 5,9 0,9 1,0 1,4 0,4 1,0 1,2 6,1 4,9 1,2 0,2 0,3 . 0,1 0,2 . 14,6 10,6 3,9 1,2 0,9 0,7 0,4 0,3 . 5,9 4,0 1,9 0,6 0,2 0,2 0,1 0,7 . 20,0 10,1 9,9 1,2 2,8 0,6 0,3 2,9 .
8,8 6,1 14,7 13,2 34,7 5,2 18,5 6,1 10,1 7,2 4,9 13,6 10,1 21,0 6,7 24,4 13,7 6,6 10,7 10,0 12,6 10,6 27,1 7,6 9,6 6,8 14,1 7,8 7,7 8,4 5,4 19,7 . 3,7 4,0 . 7,3 3,2 18,5 21,9 19,1 2,1 9,4 9,8 . 4,4 3,5 6,6 9,3 8,7 2,0 16,0 4,4 . 11,4 5,3 17,7 12,6 49,7 1,1 10,0 3,6 .
Bedrijven Bedrijven Bedrijf heeft behoefte te innoveren die het die het Totaal Bedrijf Bedrijf effect van effect van ondervindt ondervindt innovatie innovatie knelpunten knelpunten als als zeer in financiële enigszins belangrijk zin belangrijk beschouwen beschouwen
Aantal R&DOmvang werknemers personeel; totale R&D Bedrijf Bedrijf Bedrijf Bedrijf in loondienst aandeel uitgaven ondervindt ondervindt ondervindt ondervindt als percen- van het knelpunten knelpunten knelpunten knelpunten tage van het totaal aantal door gebrek door markt- door gebrek door gebrek totaal aantal werknemers aan gekwa- dominantie aan aan samen- werknemers in loondienst lificeerd van geves- informatie werking in Nederland personeel tigde ondernemingen
absoluut
%
x 1 000 euro
-
-
-
12.502 8.557 3.945 673 1.303 321 1.323 248 77 3.426 2.494 931 169 188 76 406 62 29 2.449 1.616 832 191 214 95 279 41 . 932 580 352 55 182 . 70 24 . 2.507 1.618 889 90 369 47 330 46 . 707 538 169 27 67 . . 29 . 2.482 1.711 771 140 282 92 202 46 .
11.667 7.946 3.722 646 1.262 217 1.278 254 63 3.154 2.220 934 174 197 51 430 59 24 2.249 1.549 700 152 178 47 268 46 . 921 575 345 41 171 . 95 24 . 2.409 1.544 866 110 359 32 312 46 . 597 439 158 25 70 . . 25 . 2.337 1.618 719 144 288 85 140 54 .
35.401 26.993 8.409 1.609 2.143 1.555 2.614 386 101 9.338 7.271 2.067 428 308 250 941 98 42 7.074 5.324 1.750 355 318 444 538 71 . 2.754 2.072 682 121 241 155 122 29 . 6.921 5.213 1.708 229 558 351 501 63 . 2.276 1.821 456 66 170 102 69 43 . 7.038 5.292 1.746 410 548 254 443 82 .
31.854 24.187 7.667 1.499 1.972 1.444 2.314 346 92 8.172 6.336 1.836 383 282 216 830 89 36 6.458 4.871 1.587 334 303 409 454 67 . 2.486 1.893 593 116 199 154 85 26 . 6.306 4.735 1.571 203 528 315 464 54 . 2.036 1.612 424 65 158 101 61 34 . 6.397 4.740 1.656 398 503 249 421 77 .
23.772 17.896 5.875 1.228 1.436 1.220 1.654 291 46 5.926 4.511 1.415 320 200 168 639 67 21 4.751 3.500 1.250 286 207 368 326 55 . 1.992 1.509 483 113 138 143 62 24 . 4.752 3.581 1.172 159 385 244 325 53 . 1.606 1.257 349 56 140 99 25 29 . 4.745 3.539 1.206 295 366 198 276 63 .
21.418 15.828 5.591 946 1.401 1.164 1.769 238 71 5.495 4.113 1.382 266 193 182 648 69 25 4.557 3.328 1.228 250 241 329 349 43 . 1.602 1.143 459 79 133 147 70 21 . 4.278 3.161 1.117 98 392 240 337 43 . 1.317 1.096 220 27 90 55 26 18 . 4.171 2.986 1.184 226 352 212 340 45 .
16.541 12.509 4.032 804 938 845 1.180 217 48 4.347 3.378 969 212 132 135 428 45 18 3.330 2.515 815 181 154 190 230 47 . 1.305 950 355 85 79 129 44 18 . 3.202 2.316 886 93 265 211 270 41 . 966 814 152 31 42 39 14 20 . 3.391 2.536 855 201 267 141 193 46 .
31
18.613 13.799 4.814 959 1.238 974 1.351 235 58 4.663 3.479 1.183 278 178 175 478 56 18 3.917 2.865 1.051 250 213 276 252 45 . 1.516 1.124 392 64 118 126 53 23 . 3.703 2.815 888 79 308 173 282 38 . 1.179 964 215 41 68 55 26 20 . 3.636 2.552 1.084 246 353 169 260 52 .
12.491 9.214 3.277 647 761 722 975 150 21 3.151 2.259 892 207 96 130 410 43 6 2.520 1.894 626 176 91 190 139 29 . 975 755 220 46 58 86 15 15 . 2.506 1.842 663 75 228 145 179 32 . 834 685 149 12 47 39 39 6 . 2.506 1.779 727 131 242 132 194 26 .
100,0 76,7 23,3 3,7 5,5 4,7 5,3 2,7 1,3 30,0 22,9 7,1 0,8 0,7 1,8 2,9 0,5 0,5 21,8 17,3 4,5 0,6 1,1 1,2 0,9 0,3 0,4 6,7 5,6 1,1 0,2 0,3 . 0,2 0,1 . 18,2 14,4 3,8 0,9 1,0 0,8 0,8 0,2 . 5,2 3,9 1,3 0,4 0,3 0,2 0,1 0,3 . 18,0 12,6 5,4 0,8 2,1 0,6 0,5 1,3 .
1,9 0,8 5,6 2,5 10,3 0,3 7,0 8,8 0,7 1,7 0,7 5,2 2,1 5,6 0,3 8,9 9,2 0,9 1,4 0,8 3,7 6,0 5,6 0,6 3,1 9,5 0,2 1,2 0,7 3,7 1,9 6,1 . 5,3 4,9 . 1,6 0,7 4,8 1,7 9,4 0,2 6,0 12,0 . 1,3 0,7 3,3 1,8 5,7 0,1 2,5 5,3 . 3,4 1,0 9,1 1,7 16,3 0,2 5,8 8,9 .
7.468.550 2.239.297 5.229.254 338.864 2.789.994 38.226 429.261 1.604.171 28.738 1.512.769 611.498 901.271 64.413 111.711 9.906 247.798 452.994 14.450 1.448.838 836.049 612.789 129.455 209.480 13.271 54.994 203.983 1.607 160.849 70.949 89.899 7.733 54.105 . 11.518 15.142 . 763.598 271.287 492.311 33.578 250.426 5.285 68.393 128.496 . 221.941 120.457 101.484 26.026 38.000 x 1.057 31.698 . 3.360.556 329.057 3.031.500 77.658 2.126.273 5.893 45.501 771.859 .
Omvang innovatieuitgaven
10.207.629 4.021.829 6.185.799 766.791 2.965.561 82.317 585.809 1.731.616 53.705 2.311.303 1.004.066 1.307.236 283.202 130.813 22.013 354.672 493.495 23.042 1.919.457 1.162.319 757.138 201.124 224.624 35.239 68.563 223.738 3.850 282.463 144.052 138.411 17.643 65.420 . 13.411 36.469 . 1.342.514 729.637 612.877 91.389 285.496 8.599 79.862 137.513 . 431.532 287.523 144.008 51.462 47.884 x 2.386 33.394 . 3.920.360 694.231 3.226.129 121.971 2.211.324 10.133 66.915 807.008 .
Tabel 6 Innovatief gedrag naar provincie, CIS 2006 -
Provincie
Aantal bedrijven
Bedrijf is innovator
Bedrijf werkt samen met bedrijf of instelling -
Totaal
Bedrijf werkt samen met nationaal bedrijf of instelling
Bedrijf werkt samen met internationaal bedrijf of instelling
Omzet 2004 als percentage van de totale omzet in Nederland
Omzetaandeel van nieuwe of vernieuwde producten
Bedrijven die het effect van innovatie als enigszins belangrijk beschouwen
Bedrijven die het effect van innovatie als zeer belangrijk beschouwen
-
absoluut
%
-
absoluut
-
-
Totaal
62.792
15.464
5.585
5.172
2.691
100,0
8,8
12.502
11.667
Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
1.306 2.270 1.379 4.441 1.143 7.754 5.449 10.053 12.896 1.162 10.450 4.488
299 559 337 1.161 331 1.889 1.348 2.473 3.048 176 2.706 1.135
110 199 115 463 158 729 471 815 1.082 99 1.013 331
96 197 100 414 155 707 436 741 996 91 937 303
41 67 54 223 83 366 211 371 481 58 550 184
1,1 3,5 1,5 4,4 1,3 10,1 11,5 17,0 23,6 1,9 15,5 8,5
9,6 1,9 20,2 5,0 9,5 8,4 5,5 8,2 10,7 2,9 13,4 4,8
202 429 301 962 308 1.546 1.077 2.040 2.449 132 2.156 900
229 430 262 942 250 1.467 1.073 1.831 2.249 110 1.956 868
-
Bron: CBS. Omvang R&D-uitgaven en R&D-personeel naar provincie is niet vergelijkbaar met aantallen gepubliceerd op Statline door het gebruik van een andere onderzoeksmethode.
32
Bedrijf heeft behoefte te innoveren
Bedrijf ondervindt knelpunten
-
Totaal
Bedrijf ondervindt knelpunten in financiële zin
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan gekwalificeerd personeel
Bedrijf ondervindt knelpunten door marktdominantie van gevestigde ondernemingen
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan informatie
Bedrijf ondervindt knelpunten door gebrek aan samenwerking
Aantal werknemers in loondienst als percentage van het totaal aantal werknemers in Nederland
R&D-persoOmvang R&D Omvang neel; aandeel uitgaven innovatievan het totaal uitgaven aantal werknemers in loondienst
%
x 1 000 euro
-
-
35.401
31.854
23.772
21.418
16.541
18.613
12.491
100,0
1,9
7.468.550
10.207.629
670 1.382 702 2.538 661 4.383 3.260 5.417 7.074 636 6.238 2.440
618 1.240 629 2.359 520 3.947 2.806 4.847 6.458 581 5.632 2.220
478 1.043 471 1.768 389 2.984 2.063 3.474 4.751 486 4.191 1.674
428 772 402 1.446 306 2.832 1.977 3.212 4.557 371 3.715 1.402
304 640 361 1.166 339 2.037 1.594 2.414 3.330 259 3.025 1.073
354 770 393 1.254 298 2.449 1.522 2.843 3.917 371 3.183 1.261
188 521 265 867 259 1.638 1.110 1.782 2.520 249 2.248 843
1,7 2,6 2,4 6,9 1,6 11,3 12,3 16,2 21,8 1,6 15,0 6,6
1,2 1,4 0,9 1,7 1,4 1,5 2,3 1,4 1,4 1,6 3,5 2,2
43.546 62.166 55.137 281.793 84.458 481.805 402.240 1.026.071 1.448.838 64.856 2.895.171 622.470
87.627 98.942 95.894 514.927 113.266 827.587 622.046 1.575.991 1.919.457 149.129 3.445.988 756.775
33
34
Centrum voor Beleidsstatistiek Het CBS verzamelt gegevens bij personen, bedrijven en instellingen om deze daarna te verwerken tot statistische informatie over groepen mensen, bedrijven en hun omgeving. De resultaten stelt het CBS voor iedereen beschikbaar. Voor sommige vragen is deze informatie, die beschikbaar wordt gesteld via de CBS-website www.cbs.nl, echter niet toereikend. In dat geval kunnen externe partijen zich wenden tot het Centrum voor Beleidsstatistiek (CBS-CvB). Het CBS-CvB bepaalt in nauw overleg met de klant welke informatie in welke vorm beschikbaar en nuttig is voor het beantwoorden van de vraag. Daarna voert het CBS-CvB het onderzoek uit en beschrijft de resultaten in een rapport of maatwerkpublicatie. Alle uitkomsten en publicaties worden openbaar gemaakt en zijn te vinden op de website van het CBS-CvB (www.cbs.nl/cvb).
35