Regio Gooi en Burg. de Bordesstraat 80, 1404 GZ Bussum Postbus 251 1400 AG Bussum (035) 692 54 44 í
[email protected] Algemeen Bestuur
Uw bneí v a n Uw Kenmerk: Ons k e n m e r k Brjlage(n) Inlichtingen föieîûon
i 15.0005606 \
; Wil Derkman \ (035) 6926420
Datum
Onderwerp
| Herziening gemeenschappelijke regeling Regio Gooi en í Vechtstreek per 1 januari 2016
Geacht b estuur,
1. Inleiding De Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr) is herzien. De herziene wet is 1 januari 2015 in werking getreden. Deelnemers in gemeenschappelijke regelingen heb b en tot 1 januari 2016 de gelegenheid o m de regelingen waarin zij deelnemen aan te passen aan de nieuwe wet. Met de herziening van de W g r is beoogd o m de gevolgen van de dualisering in d e gemeentewet uit te werken, een aantal technische aanpassingen aan te b rengen en de z o g e n o e m d e bedrijfsvoeringsorganisatie te introduceren. De gemeenschappelijke regeling voor de Regio dient in overeenstemming te worden geb racht met het b epaalde in de herziene wet. Van deze gelegenheid is gebruik gemaakt o m de huidige gemeenschappelijke regeling voor de Regio te actualiseren naar aanleiding van een aantal ontwikkelingen in het sociaal domein. O o k zijn naast de aan de Regio opgedragen taken de aan de Regio overgedragen b evoegdheden in de regeling uitgewerkt en is de mogelijkheid tot partieel toe- en uittreden o p g e n o m e n . In het navolgende wordt daarop ingegaan. Daaraan voorafgaand wordt iets uitgeb reider stilgestaan b ij de noodzaak o m de gemeenschappelijke regeling uiterlijk per 1 januari 2016 te herzien. ./.
De tekst van het ontwerp van de herziene regeling (nr. 15.0003893) met toelichting (nr.15.0003894) gaat hierb ij. Ook gaat hierb ij een overzicht (nr 15.0005604) van de voorgestelde wijzigingen. Tenslotte treft u hierb ij aan de model raadsinformatieb rief (nr.15.0005149).
2. Noodzaak aanpassing regeling per 1 januari 2016 Er zijn twee b elangrijke redenen o m de gemeenschappelijke regeling voor de Regio uiterlijk per 1 januari a.s. te herzien. Allereerst is van b elang dat het huidige dagelijks b estuur qua stemverhouding de meerderheid uitmaakt van het a l g e m e e n b estuur. O p grond van de vóór 1 januari 2015 vigerende W g r was dat geen prob leem. Volgens de nieuwe W g r is dat niet langer toegestaan (zie hierna onder 3.2). Dat dwingt tot aanpassing van de huidige gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2016. Een tweede b elangrijke reden vormt de ontwikkeling b ij het Regionaal Bureau Leerling zaken (RBL). Voor de uitvoering van de aan het RBL o p g e d r a g e n taken zijn de aan de Regio d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n en de gemeente Eemnes een aparte gemeenschappelijke regeling a a n g e g a a n . De raden van deze gemeenten heb b en in principe b esloten o m per 1 januari 2016 deze gemeenschappelijke regeling op te heffen onder gelijktijdige overheveling van de aan het RBL opdragen taken en b e v o e g d h e d e n aan de Regio. De medewerkers van het RBL zullen allen per 1 januari 2016 uit dienst gaan b ij het RBL en in dezelfde functie worden aangesteld b ij de Regio. De gemeente Eemnes neemt
Reg.o G o o i e n Vech'srreel c '.s hef s a r ï r s ũ w e r * . r ; g s v e r b a n a var. BicĩrHurn Bussum H'lversum Huizen. Lcľīr^r"' V ī u i d e n Nnnrct^p^ W e s r -rrV*7'.;cìerr.e í--r. KvK 32170415 - İBAN ML4G BNGH 0235 332 34 - BIC-ccce BNGHML2G o
r
wel deel aan de gemeenschappelijke regeling voor het RBL maar is g e e n d e e l n e m e r aan de regeling voor de Regio. Het college van B&W van de Eemnes heeft a a n g e g e v e n gebruik te willen maken van de mogelijkheid tot partiële toetreding die per 1 januari in de gewijzigde regeling is o p g e n o m e n . Afgestemd is met de g e m e e n t e Eemnes dat hiertoe een formeel verzoek wordt ingediend. O o k de ontwikkelingen rond het RBL maken aanpassing van de gemeenschappelijke regeling voor d e Regio per 1 januari 2016 noodzakelijk.
3. Wijzigingen gemeenschappelijk regeling Regio in verband met de herziening van de Wgr De belangrijkste wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling voor de Regio v a n w e g e d e herziene W g r hebben betrekking op: 3.1. Samenstelling a l g e m e e n bestuur (artikel 10 lid 2). De gemeenschappelijke regeling voor de Regio is een z o g e n o e m d e g e m e n g d e regeling. Dat houdt in dat d e regeling wordt a a n g e g a a n door de colleges én de raden van de d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n . Dat betekent tevens dat d e g e m e e n t e r a d e n één lid in het algemeen bestuur aanwijzen uit hun midden, de voorzitter inbegrepen, e n uit de wethouders. Nieuw is dat aanwijzing ook kan plaatsvinden uit d e leden van de g e m e e n t e r a a d . 3.2. Samenstelling dagelijks bestuur en stemverdeling en q u o r u m (artikel 11) In d e huidige regeling wordt uitgegaan van e e n c o m p a c t collegiaal Regiobestuur e n dat blijft ook z o . Het Regiobestuur draagt immers zorg voor het nakomen van de formele verplichtingen voortvloeiend uit met n a m e de Wgr, zoals de vaststelling van d e begroting en de rekening. Juist bij dergelijk financiële beslissingen ligt het voor de hand het verschil in gewicht van d e onderscheiden g e m e e n t e n tot uitdrukking te brengen. Ten aanzien van dit onderwerp is van belang het gestelde in artikel 14 lid 3 van de Wgr. Daarin wordt bepaald: "De leden van het dagelijks bestuur m o g e n nimmer d e meerderheid van het a l g e m e e n bestuur uitmaken, tenzij sprake is van een regeling als bedoeld in artikel 13, zevende lid, met minder dan z e s d e e l n e m e n d e gemeenten." Het in de regeling vermelde systeem van g e w o g e n s t e m m e n is in de voorliggende tekst van artikel 11 zodanig gekozen dat er qua stemverhouding bij de samenstelling van het dagelijks bestuur d o o r het algemeen bestuur veel mogelijkheden zijn enerzijds en dat anderzijds recht w o r d t g e d a a n aan erkenning van het verschil in gewicht tussen de d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n . Indien het verschil in gewicht tussen de d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n niet van belang wordt geacht kan o o k w o r d e n gekozen voor het systeem dat iedere stem even zwaar t e l t 3.3. O p z e g g e n vertrouwen algemeen bestuur in een lid van het dagelijks bestuur (artikel 23 lid 3) In overeenstemming met d e herziene W g r is het mogelijk dat het a l g e m e e n bestuur besluit tot ontslag van een lid van het dagelijks bestuur als het betreffende lid van het dagelijks bestuur het vertrouwen van het a l g e m e e n bestuur niet meer bezit. 3.4. Bestuurscommissie. O p grond van de herziene W g r kan het a l g e m e e n bestuur e e n bestuurscommissie instellen - a l s de gemeenschappelijke regeling de bevoegdheid daartoe heeft o p g e n o m e n - nadat d e raden van de d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n geïnformeerd zijn over het v o o r n e m e n e n daarop hun zienswijze hebben kunnen geven. O p grond van de vóór 1 januari 2015 geldende W g r kon het a l g e m e e n bestuur een bestuurscommissie instellen na verkregen verklaring van g e e n bezwaar. Gelet op het feit dat met de instelling van een bestuurscommissie de aan de Regio o p g e d r a g e n taakuitoefening op afstand zet en voorts gelet o p onze w e n s o m de g e m e e n t e r a d e n hierin een z w a a r w e g e n d e stem te laten houden h e b b e n wij ervoor gekozen d e bevoegdheid tot het instellen van een bestuurscommissie niet langer in de gemeenschappelijke regeling op te n e m e n . Bestaat daartoe de noodzaak in de toekomst d a n zal instelling van e e n bestuurscommissie kunnen plaatsvinden via een wijziging van de gemeenschappelijke regeling voor de Regio.
Pagina 2 van 5
3.5. Besluiten specifieke rechtshandelingen (artikel 14 lid 2 en 3) De Regio beschikte op grond van de vóór 1 januari 2015 geldende wet over d e in lid 2 vermelde bevoegdheid (de oprichting van en de deelneming in stichtingen, maatschappen, v e n n o o t s c h a p p e n , verenigingen, coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen). O p grond van d e a a n g e p a s t e wet dient deze bevoegdheid expliciet in de regeling o p g e n o m e n te zijn o m daarover te kunnen beschikken. De praktijk heeft geleerd dat het inzetten van deze bevoegdheid af e n toe noodzakelijk is. Voorbeelden zijn d e d e e l n a m e door de Regio in d e Stichting contractpartners V A M (gezamenlijke belangenbehartiging van publiekrechtelijke contractpartners van de V A M (nu Attero) e n d e e l n a m e in de Coöperatieve O u d Papier Organisatie Gooi en Vechtstreek. De verwachting is dat d e z e bevoegdheid nodig blijft gelet op o.m. nieuwe regels met betrekking tot de vennootschapsbelasting, de discussies over de T O M I N - g r o e p etc. Een besluit als hier bedoeld wordt alleen g e n o m e n als de gemeenteraden van tenminste twee derde van de gemeenten zich hierin kunnen vinden. 3.6 Bevoegdheid dagelijks bestuur (artikel 17). De bevoegdheden van het dagelijks bestuur zijn verwoord in overeenstemming met de herziene Wgr. Het dagelijks bestuur is bevoegd ambtenaren te schorsen en te ontslaan. V o l g e n s d e W e t publieke gezondheid is benoeming en ontslag van de directeur publieke gezondheid een bevoegdheid van het algemeen bestuur van de Regio (in overeenstemming met het bestuur van d e Veiligheidsregio). Daarom is voor deze functionaris in artikel 17 sub d e e n uitzondering gemaakt.
4. Wijzigingen gemeenschappelijk regeling Regio in verband met ontwikkelingen sociaal domein De belangrijkste wijzigingen in de gemeenschappelijke regeling voor de Regio v a n w e g e de ontwikkelingen in het sociaal domein h e b b e n betrekking op: 4.1.Taakoverdracht
Veilig Thuis (artikel 5 lid 3) en Beschermd Wonen (artikel 5 lid 4)
In 2014 hebben de g e m e e n t e n in d e regio met uitzondering van d e g e m e e n t e n W e e s p en Wijdemeren besloten de uitvoering van d e gemeentelijke taken met betrekking tot het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek (Veilig Thuis) .geregeld in hoofdstuk 4 van de W m o 2015, onder te brengen bij de Regio. Alle aan de Regio d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n hebben in 2014 besloten enkele taken van de nieuwe centrumgemeente taken (beschermd wonen) als bedoeld in d e W e t maatschappelijke ondersteuning 2015 over te dragen aan de Regio. O m d a t de tijd ontbrak o m deze taakoverdrachten via een herziening van de gemeenschappelijke regeling per 1 januari 2015 te regelen is ervoor gekozen o m dat via de mogelijkheid van dienstverlening (artikel 6 gemeenschappelijke regeling) te organiseren. Fundering van deze taakoverdrachten in de gemeenschappelijke regeling verdient de voorkeur. Daarin wordt voorzien in artikel 5 lid 3 en 4 van de herziene gemeenschappelijke regeling voor de Regio. 4.2 Taakoverdracht
RBL (artikel 5 lid 5)
Hiervoor onder 2 is al kort ingegaan o p de ontwikkeling bij het RBL. In artikel 5 lid 5 is deze taakoverdracht beschreven. 4.3 Taakopdracht
namens betrokken gemeenten
in het sociaal domein (artikel 5 leden 6, 7 en 8)
Recent heeft ambtelijk overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Rijksdienst voor Identiteitsgegevens van het ministerie van Binnenlandse Zaken over de mogelijkheid voor Regio en g e m e e n t e n o m in het kader van deze taakuitvoering aan te sluiten op de Basisregistratie Personen (BRP). In deze artikelen wordt a a n g e g e v e n dat de Regio n a m e n s de g e n o e m d e g e m e e n t e n belast is met de uitvoering van de opdrachtverstrekking, de controle o p de rechtmatigheid van declaraties en de behandeling van klachten met betrekking tot onderscheiden voorzieningen. Het gaat derhalve niet o m gedelegeerde taakuitvoering maar o m taakuitvoering n a m e n s de gemeenten. Met de nu
Pagina 3 van 5
voorgestelde formulering wordt b e o o g d de grondslag in de gemeenschappelijke regeling v o o r de aansluitmogelijkheden op de Basisregistratie Personen (BRP) in het kader van d e z e taakuitvoering te verbeteren.
5. Overige wijzigingen gemeenschappelijk regeling Regio 5.1. Algemeen De bevoegdheden waarover de bestuursorganen van de Regio dienen te beschikken zijn nu expliciet in artikel 7 van d e herziene regeling o p g e n o m e n . Tenslotte is in de artikelen 37 en 38 de mogelijkheid tot partieel toe- dan wel uittreden o p g e n o m e n . Een gemeente kan - z o a l s dat ook nu al het geval is- individueel besluiten geheel uit de regionale samenwerking te treden. De procedure vermeld in artikel 40 van de gemeenschappelijke regeling is dan van toepassing. Partiële uittreding is alleen mogelijk als twee derde van de g e m e e n t e n d a a r m e e instemt. R e d e n daarvoor is dat uittreding uit een deeltaak financiële en organisatorische gevolgen heeft die d e overige g e m e e n t e n structureel zullen moeten dragen. Het ligt daarom voor d e hand d e overige gemeenten te betrekken bij de procedure o m dit al of niet toe te staan.
5.2. Voorbehoud gemeente Weesp De vertegenwoordiger van de gemeente W e e s p in het algemeen bestuur heeft bij de behandeling van dit voorstel a a n g e g e v e n principiële bezwaren te hebben tegen de in de regeling voorgestelde procedure met betrekking tot partiële uittreding. In de nu voorliggende concept-regeling is e e n besluit van een zelfstandige gemeenteraad tot partiële uittreding afhankelijk van instemming d o o r tweederde van d e overige d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n . Dat is naar het oordeel van de vertegenwoordiger van W e e s p niet acceptabel o m d a t d a a r m e e - v o l g e n s W e e s p - de autonomie van de gemeente ter discussie wordt gesteld. Een dergelijk besluit mag niet afhankelijk zijn van d e goedkeuring van d e meerderheid van de d e e l n e m e n d e g e m e e n t e n , aldus W e e s p . Het algemeen bestuur kan zich niet vinden in deze benadering. Een besluit o m volledig uit de samenwerking te treden is en blijft een zaak van e e n individuele gemeente. De autonomie is daarmee gewaarborgd. Over de (financiële) gevolgen beslist d e meerderheid. Een besluit tot partieel uittreden van een individuele g e m e e n t e daarentegen heeft financiële e n organisatorische gevolgen die de overige g e m e e n t e n structureel zullen moeten dragen. Het algemeen bestuur is d a n ook van oordeel dat het voor de hand ligt de overige g e m e e n t e n te betrekken bij de procedure o m dit al of niet toe te staan.
6. Procedure Uitgangspunt in de te volgen procedure is dat d e raden en de colleges van de d e e l n e m e n d e gemeenten z o spoedig mogelijk - b i j voorkeur vóór 31 d e c e m b e r a.s.- een besluit n e m e n over d e herziening van de gemeenschappelijke regeling voor de Regio Gooi en Vechtstreek. De a a n g e p a s t e regeling treedt met terugwerkende kracht in werking per 1 januari 2016. De raden e n colleges van d e g e m e e n t e n Blaricum, Hilversum, Huizen, Laren, W e e s p en Wijdemeren kunnen in d e c e m b e r al besluiten tot het a a n g a a n van de herziene gemeenschappelijke regeling. Dat geldt niet voor d e g e m e e n t e Gooise Meren die - o m d a t d e z e pas bestaat per 1 januari 2 0 1 6 - ook pas kan besluiten in 2016. Nagegaan is of gelet op het bepaalde in artikel 41 lid 4 van de W e t algemene regels herindeling nodig is met het o o g op de herindeling van de g e m e e n t e n Bussum, Muiden en Naarden tot de g e m e e n t e Gooise Meren voorzieningen te treffen. Dat is niet het geval. Het enige wat moet g e b e u r e n is dat de g e m e e n t e Gooise Meren in januari een besluit neemt over de voorliggende regeling. Tenslotte is nog van belang dat in het kader van deze regeling nieuwe taken en b e v o e g d h e d e n (leerplicht c a . ) aan de Regio worden o p g e d r a g e n . O p grond van het bepaalde in artikel 40 lid 3 van de huidige regeling (artikel 41 lid 3 nieuwe regeling) kan een wijziging van de regeling inhoudende een overdracht van taken e n / o f b e v o e g d h e d e n aan de Regio alleen plaatsvinden indien de b e v o e g d e
Pagina 4 van 5
bestuursorganen van alle g e m e e n t e n daarmee hebben ingestemd. De wijziging van de regeling voor zover betrekking h e b b e n d op de overdracht van taken en bevoegdheden o p het terrein van leerplicht c a . (artikel 5 lid 5 en artikel 7 lid 4) kan dan ook pas in werking treden als alle z e v e n g e m e e n t e n daarmee hebben ingestemd. V o o r de overige wijzigingen volstaat instemming d o o r de bestuursorganen van twee derde van de gemeenten.
Voorstel: 1. Het ontwerp tot wijziging van de gemeenschappelijke regeling Regio Gooi e n Vechtstreek (nr. 15.0003893) met toelichting (nr.15.0003894) vast te stellen en overeenkomstig artikel 4 0 van d e huidige regeling ter besluitvorming voor te leggen aan de colleges van burgemeester en w e t h o u d e r s en aan de raden van d e d e e l n e m e n d e gemeenten. 2. Het voorstel toe te z e n d e n aan d e colleges en aan de gemeenteraden van de d e e l n e m e n d e gemeenten met het verzoek o m uiterlijk 31 januari 2016 de besluitvorming van beide organen aan uw bestuur kenbaar te maken.
Hoogachtend, het dagelijks bestuur van de Regio, De secretaris,
d e voorzitter,
J.J. Bakker
P.I. Broertjes
Pagina 5 van 5