Regels en Richtlijnen voor de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie, College Sociale Wetenschappen I. Regels en Richtlijnen Examens en Tentamens De Examencommissie van de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie van het College Sociale Wetenschappen stelt onderstaande regels en richtlijnen vast voor de inschrijving en het volgen van onderwijs en het afnemen, de beoordeling en de vaststelling van de uitslag van examens en tentamens. Deze regels en richtlijnen vormen een aanvulling op de Onderwijs en Examenregeling. Artikel 1.
Algemene bepalingen
1.1. De Examencommissie Conform artikel 7.12 lid 1 WHW en het reglement van de Faculteit Maatschappij en Gedragswetenschappen artikel 25 stelt de decaan van de Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen ten behoeve van de organisatie en coördinatie van de tentamens voor elke opleiding of groep van opleidingen een Examencommissie in. De Examencommissie van de bacheloropleiding Sociale Geografie en Planologie bewaakt de kwaliteit van de opleiding en de kwaliteit van het studieprogramma van schakelaars, zodat ook deze categorie studenten voldoende kennis heeft om aan de masteropleiding(en) Sociale Geografie en Planologie te kunnen beginnen. De Examencommissie is samengesteld uit een voorzitter, een secretaris en twee leden van de wetenschappelijke staf, die belast zijn met het onderwijs. De leden van de Examencommissie worden benoemd door de decaan, op voordracht van de voorzitter van de afdeling. De Examencommissie wijst uit haar midden een secretaris aan die belast is met de organisatie van het werk van de Examencommissie. 1.2 Examinatoren Ten behoeve van het afnemen van tentamens wijst de Examencommissie examinatoren aan. Als examinator kunnen slechts worden aangewezen leden van het wetenschappelijke personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast alsmede deskundigen van buiten de instelling. De Examencommissie kan aan examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot de beoordeling van de examinandus en met betrekking tot de vaststelling van de uitslag van een tentamen. 1.3 Algemene maatstaven De Examencommissie bewaakt de kwaliteit van de opleiding en het bereiken van de eindtermen van de studenten. De Examencommissie hanteert hierbij een aantal algemene maatstaven bij haar beslissingen. Deze zijn:
streven om tijdverlies voor studenten bij de voorbereiding van een examen of tentamen zoveel mogelijk te beperken; studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken, indien het slagen voor een examen of tentamen onwaarschijnlijk is geworden; bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; mildheid ten opzichte van de studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld in de voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden.
De studieadviseur(s) van de opleiding is door de Examencommissie belast met het uitvoeren van een deel van werkzaamheden voortkomend uit de taakstelling van de Examencommissie. Artikel 2.
Inschrijving en deelname aan het onderwijs
Regels en Richtlijnen voor de opleiding XXX
1
2.1. Van de studenten wordt verwacht dat zij bij alle werkcolleges en practica aanwezig zijn. In de cursushandleiding zijn per cursus meer specifieke aan- en afwezigheidregels opgenomen. Onverlet deze regels dienen ingeschreven studenten altijd aanwezig te zijn bij het eerste werkcollege of practicum. Bij verhindering dient van tevoren met de docent contact te worden opgenomen. Studenten die hieraan niet voldoen kunnen van deelname worden uitgesloten.
Artikel 3. Regels bij de toetsing 3.1. Voor de inhoudelijke eisen die gesteld worden aan de afronding, geldt het ter zake in de cursushandleiding van het betreffende studieonderdeel bepaalde. De examinator draagt daarbij zorg voor de toetsing van het betreffende studieonderdeel. Deze toetsing kan bestaan uit schriftelijke of mondelinge tentamens, opdrachten, presentaties, werkstukken, papers en/of andere door de docent relevant geachte vormen van toetsing. 3.2. Deadlines voor het inleveren van opdrachten, werkstukken en papers, alsmede de data voor presentaties en tentamens worden studenten zo mogelijk meegedeeld voor aanvang van een cursus, maar dienen in elk geval in de handleiding te worden vermeld. Plaats en tijd van schriftelijke tentamens worden op de roosterpagina van de opleiding gepubliceerd. 3.3. De voorgeschreven tijd voor het maken van een tentamen mag in alle redelijkheid nooit langer dan drie uur zijn, wel korter. 3.4. Collegestof maakt deel uit van de toetsing van een studieonderdeel, tenzij in de handleiding van het betreffende onderdeel anders staat aangegeven. 3.5. De afronding van studieonderdelen kan niet uitsluitend door toetsing in de vorm van multiple-choicevragen plaatsvinden. 3.6. Eisen te stellen aan stages en scripties worden in afzonderlijke handleidingen vastgelegd. Deze handleidingen worden door de examencommissie vastgesteld, gehoord de opleidingscommissie. 3.7. De student heeft recht op feedback op zijn studieprestaties. Artikel 4.
Inschrijving en deelname aan tentamens
4.1. Alleen die tentamens worden beoordeeld, welke behoren bij de cursus waarvoor de student zich heeft ingeschreven. Een tentamen van een cursus waarvoor niet is ingeschreven valt buiten de beoordeling. Er wordt geen cijfer toegekend. 4.2. Verzoeken van studenten aan de examencommissie om een extra tentamenkans worden slechts in uitzonderlijke gevallen kunnen worden gericht aan de examencommissie, maar worden alleen gehonoreerd als tenminste aan de volgende twee condities is voldaan. Ten eerste, de student heeft aantoonbaar en serieus aan één van de twee kansen meegedaan (cijfers onder de 4 worden als een niet serieuze poging aangemerkt). Ten tweede, er is sprake van een ernstig ongeval, plotselinge ziekte of sterfgeval in de directe omgeving (partner, familie in de eerste of tweede graad) dan wel ziekenhuisopname of ernstige ziekte van de student (waarbij de student een door de examencommissie verlangd schriftelijk bewijsstuk moet overhandigen, bijvoorbeeld een doktersverklaring of een overlijdensbericht.). Artikel 5. Cursushandleiding 5.1. Voor elke cursus bestaat een cursushandleiding waar de volgende zaken in opgenomen zijn:
Regels en Richtlijnen voor de opleiding XXX
2
a. Algemene informatie over de cursus, zoals de titel, inhoud, de toetsvorm en het leerdoel van de cursus en welke criteria b. De voor de cursus geldende ingangsvoorwaarde(n) c. Regels met betrekking tot de deelname aan het onderwijs en afwezigheid voor zover deze afwijken van de in de OER genoemde.
d. De wijze van tentaminering, daaronder begrepen de daar bij geldende data en/of termijnen. e. De toetsvorm en de criteria die er bij de beoordeling worden gehanteerd. Indien de tentaminering bestaat uit meerdere componenten, de wijze waarop het eindresultaat tot stand komt, inclusief het gewicht van de onderdelen, en de geldigheidsduur van voldoende afgeronde deelresultaten f. De wijze waarop in inzage en een herkansingsgelegenheid voor onvoldoende resultaten is voorzien g. De wijze waarop schriftelijke werkstukken moeten worden ingeleverd, mede met het oog op de controle op plagiaat via Ephorus 5.2. De cursusbeschrijving in de elektronische studiegids maakt deel uit van de cursushandleiding. Eventuele correcties daarop worden opgenomen in de cursushandleiding, inclusief een inhoudelijke beschrijving en een literatuurlijst. 5.3. De cursushandleiding betreft de goedkeuring van de opleidingscoördinator, voor zover het de onderdelen betreft genoemd in artikel 1. De docent brengt daartoe de cursushandleiding uiterlijk twee weken voor de start van de inschrijving van de cursus ter kennis van de opleidingscoördinator. Tenzij de opleidingscoördinator binnen een week na ontvangst anders heeft laten weten, wordt de goedkeuring geacht te zijn gegeven. 5.4. De docent draagt zorg voor plaatsing van de goedgekeurde cursushandleiding op de blackboardcourse vóór de start van de cursus.
Artikel 6.
Regels tijdens tentamens
6.1. Aanwijzingen van de examencommissie en/of examinator en/of surveillant die voor aanvang van het examen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het afleggen van het examenonderdeel en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. Tijdens het tentamen is bij voorkeur tenminste één examinator aanwezig. 6.2. Ten einde een goede gang van zaken tijdens tentamens te waarborgen dienen voldoende surveillanten aanwezig te zijn. Dat betekent dat er minimaal 2 surveillanten moeten zijn als zich meer dan 50 studenten hebben ingeschreven. 6.3. Laatkomende studenten mogen tot maximaal een half uur na aanvang worden toegelaten, tenzij de examinator anders beslist. In geen geval mogen studenten worden toegelaten nadat studenten de zaal hebben verlaten. Daarom is het studenten niet toegestaan in het eerste half uur na aanvang de tentamenzaal te verlaten. 6.4. De student is verplicht zich te kunnen legitimeren door overlegging van een geldig bewijs van inschrijving, vergezeld van een stamkaart met gelijkende foto, geldig rijbewijs of geldig paspoort of enig ander stuk voorzien van een pasfoto waaruit de identiteit van de student kan worden vastgesteld. 6.5. De lay-out van de tentamenopgaven is op zodanige wijze uitgevoerd dat er rekening is gehouden met studenten die dyslectisch zijn. 6.6. Op tafel mogen zich uitsluitend de tentamenopgaven en door de surveillanten uitgedeeld antwoord- en kladpapier bevinden, alsmede pennen, potlood en gum. Ander materiaal,
Regels en Richtlijnen voor de opleiding XXX
3
waaronder etuis, mogen niet op tafel liggen tenzij de examinator daar uitdrukkelijk toestemming voor heeft gegeven. 6.7. Daarnaast dient men alle elektronische apparaten, zoals mobiele telefoons, mp3-spelers en dergelijke, uit te zetten en op tafel te leggen. 6.8. Boeken en ander studiemateriaal, waaronder woordenboeken, dienen opgeborgen te worden in afgesloten tassen, tenzij uitdrukkelijk toestemming is gegeven voor gebruik. 6.9. Toiletbezoek is niet toegestaan in de eerste 30 minuten van het tentamen. Daarna mag uitsluitend onder begeleiding van een surveillant het toilet worden bezocht. In alle gevallen dient de student de aanwijzingen van de surveillant te volgen. Toiletbezoek dient zoveel mogelijk te worden beperkt. 6.10. Het tentamen dient geheel zelfstandig gemaakt te worden. Indien de student in strijd handelt met bovenstaande bepalingen, dan wel anderszins niet voldoet aan de eis dat het tentamen zelfstandig gemaakt dient te worden (bijvoorbeeld afkijken, overleg met andere studenten), dan wordt dat als fraude aangemerkt, zie artikel 7. 6.11. Bij inlevering van het tentamen zet elke student zijn handtekening op de deelnemerslijst. Het tentamen dient door de student te zijn voorzien van naam en collegekaartnummer.
Artikel 7.
Beoordeling
7.1. Tentamens mogen uitsluitend door examinatoren worden nagekeken. 7.2. Een gewaarmerkt overzicht van een tentamenuitslag of een gewaarmerkt totaaloverzicht van tentamenuitslagen, bijvoorbeeld ten behoeve van studie in het buitenland, kan de student bij de onderwijsbalie verkrijgen. 7.3. In de cursushandleiding wordt duidelijk gemaakt wat voor soort vragen er op het tentamen zullen worden gesteld en wat de beoordelingsnormen zullen zijn. 7.4. De uitslagen 5,1 t/m 5,4 worden afgerond op 5; de uitslagen 5,5 t/m 5,9 worden afgerond op 6, zolang er gebruik wordt gemaakt van het concernsysteem ISIS 7.5. De student ontvangt via de e-mail persoonlijk bericht van alle eindbeoordelingen. 7.6. De student wordt bij het bekendmaken van een eindbeoordeling gewezen op de mogelijkheid hiertegen in beroep te gaan bij het College van Beroep voor de examens. De student wordt geadviseerd om alvorens gebruik te maken van de formele beroepsmogelijkheid eerst te trachten tot een vergelijk te komen met de betrokken docent en indien gewenst bemiddeling te vragen van de studieadviseur en de examencommissie. 7.7. Naaste familieleden van de student, of andere personen die in zodanige relatie tot de student staan dat van hen geen oordeel behoort te worden gevergd, komen niet in aanmerking voor de functie van beoordelend docent of scriptiebegeleider. Artikel 8.
Fraude
8.1. Het bepaalde in de Fraude en plagiaat regeling studenten UvA is onverkort van toepassing en maakt onderdeel uit van de onderwijs- en examenregeling. De tekst van de regeling is te vinden op http://www.student.uva.nl/fraude-plagiaat/voorkomen.cfm
Regels en Richtlijnen voor de opleiding XXX
4
8.2. Aanvullingen op de Fraude en plagiaat regeling studenten UvA zijn te vinden in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding.
Regels en Richtlijnen voor de opleiding XXX
5