Gelekat04
19-02-2004 15:21
Pagina 6
OCenW-Regelingen
Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs
Bestemd voor: • schoolbesturen; • schoolleiders en • schoolteams in het primair onderwijs.
a. minister: de minister van onderwijs, cultuur en wetenschap b. bevoegd gezag: het bevoegd gezag van een school of instelling waarop de Wet op het primair onderwijs of de Wet op de expertisecentra van toepassing is.
Algemeen verbindend voorschrift
c. netwerk: een netwerk van culturele instellingen en scholen in de
Datum: 12 februari 2004
in de bijlage genoemde gemeenten of de provincies.
Kenmerk: PO/KB-2004/5550 Datum inwerkingtreding: zie artikel 12 Geldigheidsduur beleidsregel: n.v.t.
Artikel 2.
Juridische grondslag: zie ’Gelet op:’ in de tekst
Doelomschrijving
Relatie tot eerdere mededelingen: n.v.t.
De minister verstrekt aan het bevoegd gezag een subsidie
Informatie verkrijgbaar bij:
voor drie achtereenvolgende schooljaren: 2004 - 2005, 2005
CFI/ICO/PO, tel. 079-3232.333
- 2006 en 2006 - 2007, waarmee de desbetreffende school
Informatie over de netwerken van scholen en culturele
gedurende deze drie schooljaren een visie ontwikkelt op
instellingen is te verkrijgen bij de gemeenten en provin-
de functie van cultuureducatie in haar onderwijsprogram-
cies die vermeld staan in de bijlage van deze regeling. De
ma en deze visie in samenwerking met haar culturele
contactadressen van de ambtenaren Cultuur en School zijn omgeving vertaalt in een samenhangend geheel van culte vinden op www.cultuurbereik.nl.
tuureducatieve activiteiten.
Artikel 3. Aanvrager van een subsidie De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,
1. Een subsidie wordt op aanvraag verleend aan het bevoegd gezag ten behoeve van de in de aanvraag
Gelet op:
genoemde school.
• de artikelen 2 en 4 van de Wet overige OCenW-subsidies; 2. Met inachtneming van artikel 4 wordt de subsidie per schooljaar verstrekt in twee termijnen.
Besluit Artikel 4.
Hoofdstuk 1
Omvang van de subsidie De subsidie bestaat voor de in artikel 2 genoemde drie schooljaren telkens uit een bedrag van € 10,90 per leerling
Algemeen
van de school. Het aantal leerlingen per schooljaar wordt vastgesteld op basis van de teldatum 1 oktober van het
Artikel 1.
voorafgaande schooljaar.
Begripsbepaling In deze regeling wordt verstaan onder:
NUMMER 4 •
6 • 25 februari 2004
Primair onderwijs
Gelekat04
19-02-2004 15:21
Pagina 7
Artikel 5.
Artikel 7.
Subsidieplafond en verdeling
Termijnen
1. Voor subsidieverlening is ten behoeve van elk van de
1. Aanvragen voor deze regeling kunnen worden inge-
schooljaren 2004 - 2005, 2005 - 2006 en 2006 - 2007 een bedrag van € 1.800.000 beschikbaar. 2. De minister kent het voor subsidie beschikbare bedrag aan schoolbesturen toe in volgorde van ontvangst van
diend tot 1 mei 2004. 2. Aanvragen ingediend op of na 1 mei 2004 worden afgewezen. 3. Aanvragers ontvangen in juni 2004 een beschikking.
de aanvragen.
Regeling versterking cul-
3. Bij de toekenning wordt, met inachtneming van het tweede lid, een evenredige toekenning aangehouden
tuureducatie in het primair
Hoofdstuk 3
onderwijs
over de in de bijlage genoemde regio’s. Ten behoeve van aanvragende schoolbesturen die binnen deze regio’s vallen, is voor elke regio allereerst een bedrag beschikbaar dat overeenkomt met 10% van het aantal
Verlening van de subsidie en voorwaarden
leerlingen dat onder de desbetreffende partij ressorteert op de teldatum 1 oktober 2003 in het basis- en (voortgezet) speciaal onderwijs. 4. Indien met toekenning op grond van het derde lid, het subsidieplafond wordt bereikt, worden de resterende aanvragen afgewezen. 5. Indien na toekenning op grond van het derde lid, het voor subsidie beschikbare bedrag niet is uitgeput, is het
Artikel 8. Subsidievoorwaarden 1. Voor een subsidie kan een bevoegd gezag in aanmerking komen indien het voldoet aan de volgende voorwaarden: • de school ontwikkelt een meerjarige visie op de func-
resterende bedrag voor gelijke bedragen beschikbaar
tie van cultuureducatie in zijn onderwijsprogramma;
voor de in de bijlage genoemde partijen ten behoeve
uiterlijk op het eind van het eerste subsidiejaar
van de schoolbesturen waarvan de aanvraag nog niet
neemt de school zijn cultuureducatiebeleid op in het
werd toegekend. Bij de toekenning wordt het tweede lid in acht genomen. 6. De in het vijfde lid bedoelde verdeling wordt herhaald totdat het voor subsidie beschikbare bedrag is uitgeput dan wel totdat alle aanvragen zijn toegewezen.
schoolplan; • de school gaat structureel deelnemen aan een netwerk van scholen en culturele instellingen, waarbij in ieder geval de afstemming tussen vraag en aanbod en kennisoverdracht naar andere scholen een rol spelen; • de school organiseert activiteiten op het gebied van cultuureducatie die samenhangen met de meerjarige
Hoofdstuk 2
visie op cultuureducatie; • de school besteedt aandacht aan nascholing en opleiding van haar leraren;
Aanvraag van de subsidie
• de school werkt mee aan nulmeting en (tussentijdse) evaluatie; • na de verplichtstelling van het jaarverslag wordt de
Artikel 6. Aanvraag van een subsidie en aanvraagprocedure. 1. Een aanvraag wordt ingediend bij: • CfI
besteding hierin herkenbaar opgenomen. 2. Het bevoegd gezag is verplicht de minister en de door haar aangewezen ambtenaren desgevraagd alle inlichtingen te geven die deze in verband met de ontvangen
t.a.v. BPO/PPA
subsidie verlangen. Het bevoegd gezag geeft desge-
postbus 606
wenst aan voornoemde ambtenaren de boeken en
2700 ML Zoetermeer 2. Een aanvraag vindt plaats door het inzenden van het
bescheiden ter inzage. 3. Indien het bevoegd gezag in enig jaar niet voldoet aan
volledig ingevulde en door het bevoegd gezag onderte-
de subsidievoorwaarden kan de minister besluiten de
kende aanvraag- en vragenformulier met het kenmerk
subsidie voor de daarop volgende schooljaren niet toe
CFI-64013. Dit formulier is te downloaden via
te kennen.
www.cfi.nl. Het aanvraagformulier is eventueel ook te bestellen met het plaketiket CFI 84887.
Artikel 9. Niet vervullen begrotingsvoorwaarde Subsidie ten laste van een begroting van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap die nog niet is vastge-
Primair onderwijs
NUMMER 4 •
7 • 25 februari 2004
Gelekat04
19-02-2004 15:21
Pagina 8
steld, wordt verleend onder de voorwaarde dat door de wet-
Toelichting
gever voldoende gelden ter beschikking worden gesteld.
Algemeen Hoofdstuk 4 Achtergrond Regeling versterking cultuureducatie in het primair
Vaststelling en verantwoording van de subsidie
Cultuureducatie wordt een steeds belangrijkere factor in het onderwijs. In het kader van het Kabinetsmotto ’Meer
onderwijs
mensen die meedoen’ heeft de regering cultuureducatie
Artikel 10.
prioriteit gegeven. Zij is ervan overtuigd dat lessen mèt en
Verantwoording van de subsidie
over cultuur het onderwijs en de bagage die het de leerlin-
1. De subsidie wordt verstrekt als tegemoetkoming in de
gen meegeeft verrijken. Deze lessen over kunst en erfgoed
kosten die zijn verbonden aan het in artikel 2 van deze
stimuleren niet alleen de nieuwsgierigheid en kennis maar
regeling omschreven doel. Eventuele niet bestede mid-
ook vaardigheden zoals onderzoekend leren. Het einddoel
delen of overschotten per 1 januari 2008 of middelen
is om kinderen in een doorlopende leerlijn kennis te laten
die in strijd met de voorwaarden van deze regeling zijn
opdoen over en met cultuur (kunst en erfgoed) en een geva-
besteed, kunnen worden teruggevorderd.
rieerd programma van culturele activiteiten aan te bieden.
2. De verklaring van de accountant bij de aanvraag vast-
Vandaar dat het kabinet extra geld beschikbaar heeft
stelling rijksvergoeding (AVR) over het jaar waarin deze gesteld voor cultuureducatie; € 4 miljoen in 2004, oplopend subsidie is besteed bevat tevens een oordeel over de
tot € 22 miljoen in 2007. Een belangrijk deel van dit geld is
rechtmatige besteding van deze subsidie.
bestemd voor cultuureducatie in het primair onderwijs. Het project Cultuur en School van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft zich de afgelopen
Hoofdstuk 5
jaren vooral gericht op het voortgezet onderwijs. Enerzijds, omdat er in het primair onderwijs al relatief veel gebeurde op het gebied van cultuureducatie en ander-
Slotbepalingen
zijds omdat kon worden aangesloten bij het invoeren van het nieuwe vak culturele en kunstzinnige vorming (CKV) in het voortgezet onderwijs.
Artikel 11.
Het rapport ’Hart/d voor Cultuur’ dat in juni 2003 verscheen
Bekendmaking
maakte duidelijk dat er binnen het primair onderwijs veel
Deze regeling wordt met toelichting in het Gele katern
aan cultuureducatie wordt gedaan maar dat er grote onder-
geplaatst. Van deze plaatsing wordt mededeling gedaan in
linge verschillen bestaan tussen scholen en in regio’s, dat
de Staatscourant.
het vaak ad-hoc activiteiten zijn en dat een intensievere samenwerking met cultuurinstellingen in de buurt een betere afstemming van de activiteiten en een betere
Artikel 12.
afstemming van vraag een aanbod zal opleveren. Deze
Inwerkingtreding
regeling heeft daarom als doel cultuureducatie structureel
Deze regeling treedt in werking op de dag na de datum
een rol te laten spelen in het primair onderwijs door scho-
van publicatie in het Gele katern waarin het wordt
len in staat te stellen om, samen met hun culturele omge-
geplaatst.
ving optimaal vorm te geven aan onderwijs met en over cultuur. Dit alles sluit aan bij het streven om scholen in het primair onderwijs meer beleidsruimte en financiële
Artikel 13. Citeertitel
vrijheid te geven bij het samenstellen van hun onderwijsprogramma.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs.
Doel van deze regeling Door een ruimer budget worden de aan deze regeling deelDe minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,
nemende scholen in het primair onderwijs in de gelegen-
M.J.A. van der Hoeven
heid gesteld om zelf beleid te ontwikkelen op het gebied van cultuureducatie. Onder het voorbehoud dat hiervoor
NUMMER 4 •
8 • 25 februari 2004
Primair onderwijs
Gelekat04
19-02-2004 15:21
Pagina 9
de benodigde middelen worden toegekend, is het het voor- Cultuurbereik en worden derhalve specifiek genoemd. Dit nemen om deze regeling in de schooljaren 2005 - 2006 en
wil niet zeggen dat aanvragers uit andere gemeenten min-
2006 - 2007 voor een groter aantal scholen te herhalen. Het der kans maken op deelname aan deze regeling. einddoel is dat over enkele jaren alle scholen in het primair onderwijs beleid voeren op het gebied van cultuureducatie en dat zij samenwerken met hun culturele omge-
Artikel 8
ving om hun cultuureducatiebeleid te realiseren. Vanuit een oogpunt van verantwoording en toezicht is het nood-
De bedoeling van deze stimuleringsregeling is dat scholen
Regeling versterking cul-
zakelijk dat de deelnemende scholen hun cultuureducatie-
in toenemende mate zelf beleid ontwikkelen op het gebied
tuureducatie in het primair
beleid hebben opgenomen in het schoolplan.
van cultuureducatie. Het gaat er hierbij om dat scholen
onderwijs
een visie ontwikkelen op wat men wil bereiken met cul-
Artikelsgewijs
tuureducatie en op de samenhang met andere leergebieden in het onderwijsprogramma. Er zullen instrumenten worden ontwikkeld die scholen kunnen helpen bij het for-
Artikel 2
muleren van cultuureducatiebeleid en er zal worden voorzien in mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering op
Onder cultuureducatie worden verstaan alle educatieve
dit gebied. Van de deelnemende scholen wordt gevraagd
activiteiten die beogen de leerlingen in contact te brengen
om nadruk te leggen op deskundigheidsbevordering van
met cultuuruitingen in actieve, receptieve dan wel reflec-
het team op het gebied van cultuureducatie.
tieve vorm. Ook vallen hieronder activiteiten om de des-
Scholen ontwikkelen door dit alles een grotere vraag naar
kundigheid van leraren op dit gebied te vergroten dan wel
cultuurproducten. Het rijk zal afspraken maken met
het onderwijsteam aan te vullen dan wel te laten onder-
gemeenten en provincies om ervoor te zorgen dat passen-
steunen door externe deskundigen of instellingen.
de culturele educatieve activiteiten beschikbaar komen en
Cultuureducatie strekt zich uit van de beeldende vorming,
netwerken van scholen en culturele instellingen tot stand
muziek, dans en drama tot literatuur, audio-visueel.
worden gebracht.
Daarnaast beslaat cultuureducatie het cultureel erfgoed
Het belang dat gehecht wordt aan netwerkvorming en net-
(musea, archieven, archeologie, monumenten en het land-
werkdeelname is gebaseerd op de ervaringen die in het
schap), vooral gebruikt in de mens-maatschappijvakken.
verleden zijn opgedaan, bijvoorbeeld bij de introductie van
Het begrip cultuureducatie wordt ruim geïnterpreteerd;
techniek en ICT. Netwerken blijken een goede structuur te
voorwaarde is echter dat de keuzes voortkomen uit een
bieden voor het uitwisselen van informatie en ervaringen
visie die door de school wordt ontwikkeld en die wordt
en het creëren van duurzame samenwerkingsverbanden.
verantwoord in het schoolplan.
Er zal in opdracht van OCW onderzoek worden verricht naar de doelmatigheid van de intensivering ’Versterking cultuureducatie in het primair onderwijs’. De eis tot
Artikel 3
bereidheid tot deelname aan nulmeting en (tussentijdse) evaluatie houdt hiermee verband. De vragenlijst die bij de
De subsidie is uitsluitend bestemd voor de school waarvoor aanvraag dient te worden ingevuld is hiertoe een eerste het bevoegd gezag een verzoek indient.
aanzet. Indien de school niet voldoet aan de voorwaarden voor de subsidie kan worden besloten om de subsidie in de school-
Artikel 4
jaren 2005 - 2006 en 2006 - 2007 niet uit te keren.
Er wordt uitgegaan van de ongewogen leerlingenaantallen.
Artikel 9 Artikel 5
De begrotingen van OCW voor 2005, 2006 en 2007 zijn niet vastgesteld. De toegekende subsidies zullen worden aange-
Er wordt gestreefd naar een evenwichtige spreiding van
past indien de vereiste middelen op deze begrotingen niet
deelnemende scholen over de in de bijlage genoemde
beschikbaar komen.
regio’s. De overweging hierbij is dat de aan deze regeling deelnemende scholen een voorbeeldfunctie vervullen voor andere scholen in de omgeving; bij een evenwichtige spreiding is het effect van het netwerk en deze voorbeeldfunc-
De minister van onderwijs, cultuur en wetenschap,
tie het grootst. De in de bijlage genoemde gemeenten
M.J.A. van der Hoeven
nemen alle deel aan het zogenaamde Actieplan
Primair onderwijs
NUMMER 4 •
9 • 25 februari 2004
Gelekat04
19-02-2004 15:21
Pagina 10
Bijlage De evenredige verdeling die in artikel 5 wordt genoemd zal plaatsvinden over de convenantpartners van het Actieplan Cultuurbereik. Dit zijn de twaalf provincies en de volgende gemeenten: Regeling versterking cul-
1. Alkmaar
tuureducatie in het primair
2. Almere
onderwijs
3. Amersfoort 4. Amsterdam 5. Apeldoorn 6. Arnhem 7. Breda 8. Delft 9. Dordrecht 10. Drenthe (zonder Emmen) 11. Ede 12. Eindhoven 13. Emmen 14. Enschede 15. Flevoland (zonder Almere) 16. Friesland (zonder Leeuwarden) 17. Gelderland (zonder Arnhem, Apeldoorn, Ede en Nijmegen) 18. Groningen 19. Groningen (zonder de stad Groningen) 20. Haarlem 21. Haarlemmermeer 22. Heerlen 23. Hengelo Overijssel 24. Leeuwarden 25. Leiden 26. Limburg (zonder Heerlen en Maastricht) 27. Maastricht 28. Nijmegen 29. Noord-Brabant (zonder Breda, ’s-Hertogenbosch, Eindhoven en Tilburg) 30. Noord-Holland (zonder Amsterdam, Alkmaar, Haarlem, Zaanstad en Haarlemmermeer) 31. Overijssel (zonder Enschede, Hengelo en Zwolle) 32. Rotterdam 33. ’s-Gravenhage 34. ’s-Hertogenbosch 35. Tilburg 36. Utrecht 37. Utrecht (zonder Utrecht en Amersfoort) 38. Zaanstad 39. Zeeland 40. Zoetermeer 41. Zuid-Holland (zonder Delft, Dordrecht, Leiden, Rotterdam, ’s-Gravenhage en Zoetermeer) 42. Zwolle
NUMMER 4 •
10 • 25 februari 2004
Primair onderwijs