Reformed Baptists: waarin komen ze overeen en waarin verschillen ze met andere Baptisten? Een theologische karakterschets Kees van Kralingen Inleiding De naam Reformed Baptist lijkt een vreemde eend in de veelkleurige kerkelijke en theologische vijver. Wat zijn Reformed Baptists? De laatste nieuwe soort christenen? In het parallelartikel hebben we al naar hun oorsprong en huidige positie gekeken.1 Maar waar staan ze theologisch? Zeker in de Nederlandse situatie roept de term Reformed Baptist veel vragen op. Volgens sommigen is de term een innerlijke tegenstrijdigheid. Is een Reformed Baptist theologie wel mogelijk? En is die wel Bijbels verantwoord? Of is dit nu eindelijk de oplossing voor allerlei andere vragen binnen de gereformeerde theologie? Dit artikel probeert op deze vragen een antwoord te geven. Dit kan binnen de beschikbare ruimte niet meer dan een karakterschets zijn. Deze karakterschets valt uiteen in 5 punten: 1. 2. 3. 4. 5.
Reformed Baptists staan in de lijn van de 16e eeuwse Reformatie Reformed Baptists zijn calvinistisch Reformed Baptists hebben een duidelijke visie op het verbond Reformed Baptists zijn baptisten Reformed Baptists zijn puriteins
De bibliografie bij dit artikel verwijst naar literatuur die een goede inleiding geeft op dit onderwerp. 1. Reformed Baptists staan in de lijn van de Reformatie In het parallelartikel hebben al gezien dat de Reformed Baptists voortgekomen zijn uit het puritanisme en daarmee in de lijn van de Reformatie staan. Dat geldt ook voor hun theologie en de geloofsbelijdenis van 1689 laat dit ook zien. Men wilde zich heel bewust aansluiten bij de theologie van de Reformatie en nam daarom grote delen van de Westminster Confession en de Savoye Declaration over. We kunnen dit illustreren aan de hand van de bekende 5 sola’s van de Reformatie. Hierbij moeten we bedenken dat de punten uitgedrukt door deze sola’s op dit moment worden aangevochten. Het innemen van een standpunt ten aanzien van deze zaken is daarom heel actueel. Sola Scriptura De 1689 opent met de zin: “De Heilige Schrift is de volledig afdoende, zekere en onfeilbare regel of standaard voor de kennis, het geloof en de gehoorzaamheid die ons behoud omvatten.” In artikel twee wordt de Heilige Schrift het geschreven Woord van God genoemd. De Bijbel is van zichzelf gezaghebbend. Het is de openbaring van God. Paragraaf 1.6 zegt dat het totaal van de openbaring van God wat betreft Zijn eer, ons behoud en alles wat nodig is voor ons geloof en leven expliciet of impliciet in de Bijbel aanwezig is. Niets kan daaraan worden toegevoegd: geen vermeende nieuwe openbaring van de Geest en ook geen tradities van mensen. Kortom: Reformed Baptists aanvaarden het Sola Scriptura van de Reformatie. 1
Kees van Kralingen, Reformed Baptists: Waar komen ze vandaan en wie zijn ze vandaag?
Het aanvaarden van het gezag van de Bijbel is nu weer uiterst actueel en belangrijk. Onder invloed van het postmodernisme is recent een andere visie voorgesteld onder andere door de evangelische baptist dr. Stanley Grenz waarbij het gezag van de Bijbel bepaald wordt door het gebruik dat de Heilige Geest van de Bijbel maakt.2 De Bijbel als tekst heeft hiermee in feite geen gezag meer. Dit is krachtig en effectief tegengesproken door diverse auteurs zoals Don Carson en vooral Kevin Vanhoozer.3 De laatste heeft uitvoerig aangetoond dat teksten in het algemeen en de Bijbel in het bijzonder wel degelijk betekenis hebben. God spreekt en handelt door en in de gehele Bijbel. Soli Deo Gloria Het doel van Gods schepping en Gods verlossing is uiteindelijk het vergroten van Gods eer. Dit brengt ons bij de soevereiniteit van God en Gods besluiten (hoofdstuk 3 in de belijdenis van 1689). God bestuurt en regeert alle dingen naar Zijn wil. Hij heeft alle dingen van eeuwigheid besloten. De 1689 maakt tegelijk duidelijk dat dit de wil van de mensen of de zogenoemde tweede oorzaken niet uitsluit. Ook deze zijn in Gods besluit opgenomen. De soevereiniteit van God is wellicht wel het belangrijkste element van de leer van de Reformatie. God is Koning; hij regeert over heel het universum, in heel de geschiedenis. Hij is vrij en onafhankelijk van enige kracht of macht buiten Zichzelf; Hij kent het begin en het einde van alle dingen. Hij schiep alles, onderhoudt, regeert en bestuurt deze wereld. En op de laatste dag zal de wereld zijn zoals God deze bedoeld heeft. Hij zal met zijn kerk en gemeente tot zijn doel komen. Gods Koninkrijk zal er komen door niets of niemand tegengehouden. Niets is onmogelijk voor God (Jer. 32:17; Matt. 9:26). Hij is de almachtige (2 Kor. 6:18; Op. 1:8); houdt alle dingen in zijn hand (Heb. 1:3); bereikt zijn doel (Ef. 1:11); is vrij om te doen wat Hij wil (Spr. 21:1; Rom. 9:21). God kent en weet alle dingen (Matt. 11:20-24; 1 Sam. 23:11-13; Job 37:16; Ps. 90:4; 2 Pet. 3:8). Dat betekent niet dat wij alles van God begrijpen. Denk aan al het lijden, ellende, rampen en dood die er nu nog zijn. Hij is de Oneindige, de Eeuwige. Grote godsmannen en -vrouwen hebben soms hun diepe twijfels gehad: denk ook aan de vragen die de dichters van de psalmen hebben. Maar God is absoluut betrokken op deze wereld. De wellicht meest indrukwekkende tekst daarover in heel de Bijbel vinden we in Jes. 57:15 “Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In den hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven.” Deze God heeft zich in Jezus Christus geopenbaard. En dat brengt ons bij het volgende punt.
2
Grenz, S.J. and Franke, J.R., Beyond Foundationalism, Shaping Theology in a Postmodern Context (Louisville: Westminster John Knox Press, 2001), 298pp. 3 Vanhoozer, K.J., The Drama of Doctrine: A Canonical-linguistic Approach to Christian Theology (Louisville: Westminster John Knox Press, 2005) 488pp.; Vanhoozer, K.J., ‘On the Very Idea of a Theological System: An Essay in Aid of Triangulating Scripture, Church and World’, in: A.T.B. McGowan (ed.) Reforming Always: Explorations in Systematic Theology (Leicester: Apollos/IVP, 2006), pp.125-182. Kralingen, C.G. van, The Source of Authority and the Bible in Theology (master thesis, 2007)
Solus Christus De Christologie van Reformed Baptists is in overeenstemming met die van de Reformatie. Hij is de Zoon van God, de 2e Persoon in de goddelijke Drie-eenheid. De General Baptists zijn later van deze christologie afgeweken. De Particular of Reformed Baptists hebben hieraan vastgehouden. Ons vertrouwen voor ons behoud is uitsluitend in Jezus Christus en in zijn werk: zowel zijn actieve alsook zijn passieve gehoorzaamheid. Dit blijft van groot belang ook nu in verband met de discussie over het plaatsvervangende lijden van Christus voor ons. Een aantal evangelische theologen gedeeltelijk verbonden met de zogenoemde emergent-church movement (Steve Chalke, Clark Pinnock) ontkennen het plaatsvervangende straf dragen van Christus voor ons persoonlijk (in het Engels: penal substitution). Daartegen is inmiddels duidelijk stelling genomen door diverse theologen uit diverse tradities (inclusief Reformed Baptists).4 Sola Gratia Onze verlossing ontvangen we door genade alleen en niet op grond van onze goede werken. Deze kerngedachte vinden we ook duidelijk terug in de geloofsbelijdenis van 1689. Sola Fide Wij worden door God rechtvaardig verklaard alleen door het geloof. Het geloof is een instrument waarmee we de gave van de gerechtigheid van Christus ontvangen die God ons toerekent. We komen hiermee als vanzelf bij het volgende punt: 2. Reformed Baptists zijn calvinistisch Het gaat hier om de soteriologie, de leer van de verlossing. Calvinisme staat hier in tegenstelling tot arminianisme, de leer van Jakobus Arminius. Deze leerde kort samengevat dat Christus voor alle mensen is gestorven en dat God daarom een bepaalde mate van genade aan alle mensen geeft waardoor zij zelf kunnen besluiten te gaan geloven en te kiezen voor Christus. God heeft hen gekozen van wie Hij voorzag dat ze zouden gaan geloven. De calvinistische visie is naar aanleiding van deze controverse samengevat in 5 punten (onder anderen door de synode van Dordt in 1618-1619). In het Engels is dit als volgt heel kort samengevat in enkele woorden waarvan de beginletters het woord ‘tulip’ vormen: T U L I P
4
Total Depravity Unconditional Election Limited Atonement Irresistable Grace Perseverance of the Saints
De totale verdorvenheid van de mens Onvoorwaardelijke verkiezing Beperkte verzoening Onweerstaanbare genade Volharding der heiligen
Jeffery, S., Ovey, M., Sach, A., Pierced for our Transgressions, Rediscovering the Glory of Penal Substitution (Nottingham: IVP, 2007); Hill, C.E., James III, F.A., (eds.) The Glory of the Atonement (Downers Grove, Illinois: IVP, 2004)
Dit geeft natuurlijk wel een gemakkelijk te onthouden ezelsbruggetje. Maar deze omschrijvingen zijn door hun enorme beknoptheid soms onnauwkeurig. Het gaat in feite om de volgende punten:5 •
Radicale verdorvenheid van de mens door de zonde. Het kwaad zit tot in het diepst van het hart van de mens. Alle vermogens van de mens zijn er door aangetast: het kwaad verduistert zijn verstand, verstoort zijn gevoel, verdraait zijn wil, richt zijn verlangens op het verkeerde, legt zijn geweten het zwijgen op en beïnvloedt zijn lichaam. Dat betekent niet dat de mens zo slecht is als hij maar zijn kan. God houdt dat nog tegen (door wat men noemt Gods algemene genade). Daarom is het beter te spreken van radicale i.p.v. totale verdorvenheid. We vinden deze leer in de Bijbel op een aantal plaatsen: Gen.6:5; Ps.51:5; Rom.1:18; 3:23; 5:12; 1 Kor.2:14; Ef.2:3.
•
Bij het punt van de onvoorwaardelijke verkiezing gaat het erom dat God het initiatief heeft genomen en neemt. Verkiezing is niet op basis van enige verdienste van een mens. Verkiezing betekent ook dat God sommige mensen voorbijgaat en laat liggen in de zonde en ellende waarin zij zich hebben gebracht. We staan hier voor zaken die de Bijbel wel aangeeft maar die we niet ten volle kunnen begrijpen. De verkiezing is niet een volkomen willekeurig verdelen van de mensheid. Het is duidelijk dat God op een andere manier betrokken is op de mensen die behouden worden dan op hen die verloren zijn.6 We moeten ook altijd beginnen bij God en dan zien dat alle mensen God hebben verlaten en zondig zijn. Niemand heeft genade verdiend. Gods soevereiniteit manifesteert zich ook in zijn verkiezend handelen. We zien dit al in het Oude Testament waar God Israël verkiest. Maar het gaat ook over individuen: Jakob vs. Ezau (Rom. 9:11). Zie verder Hand. 13:48; Rom. 8:30; 9:16; Ef.1:4-5,9,11; 1 Tess. 5:9; 2 Tess. 2:13; 2 Tim. 1:9; 1 Pet. 2:9. Het gaat om degenen die God aan Christus gegeven heeft: Joh. 6:37-40; 17:1-10. De geloofsbelijdenis van 1689 zegt terecht dat we voorzichtig met deze leer moeten omgaan. In de gereformeerde theologie heeft men altijd gezegd dat de verkiezing vooral iets is dat we alleen achteraf met grote dank en verwondering kunnen beschouwen; met andere woorden je kunt er niet mee beginnen.
•
5
Het woord beperkte verzoening geeft de zaak niet correct weer. Zowel arminianen als calvinisten vinden dat de verzoening beperkt is. Beiden zeggen dat er mensen verloren gaan. De aard van de beperking is echter verschillend. Het draait om de vraag voor wie Christus is gestorven. Arminianen zeggen: in principe voor alle mensen, maar het is niet voor allen effectief omdat mensen de genade van God zelf nog moeten aanvaarden (of kunnen verwerpen). Calvinisten zeggen dat Christus effectief alleen voor zijn kerk is gestorven hoewel de waarde van zijn offer groot genoeg is om alle mensen te behouden. Dat laatste komt niet voldoende uit de verf bij de term beperkte verzoening en doet geen recht aan alle bijbelse uitspraken hierover. Het is geen zaak van beperking maar van doel. Dit kan beter weergegeven worden met de term ‘bepaalde’ of ‘bijzondere’ verzoening (in het Engels: particular redemption). Het offer van Christus had een duidelijk omschreven doel dat zeker bereikt wordt: de zekere verzoening van zijn kerk, voor degenen die de Vader aan Christus heeft
Nicole, R., Our Sovereign Saviour, The Essence of the Reformed Faith (Fearn: Christian Focus, 2002) Deze opmerking is van Prof. C. van der Kooi, die dit zo een keer op een college aan de VU in Amsterdam verwoordde.
6
gegeven. We zien dit op diverse plaatsen in de Bijbel: Matt. 1:21 (Jezus verlost zijn volk); 20:28; 26:28; Mark. 10:45 (voor velen; zie ook Jes. 53:10-12); Joh. 10:11 (voor zijn schapen); Hand. 20:28 (de kudde die Hij verworven heeft); Rom. 8:32-34; Ef. 5:25; Titus 2:14; Heb. 9:28. Dit punt was en is karakteristiek voor de Reformed Baptists die daarom vroeger Particular Baptists werden genoemd (in tegenstelling tot de General Baptists). Ik ga hieronder nog uitvoeriger in op dit belangrijke punt. •
Het vierde punt is onweerstaanbare genade. Dit zou de indruk kunnen wekken dat God mensen tegen wil en dank het Koninkrijk van God binnendwingt. Dat is niet waar het om gaat. Het punt is dat de genade van God werkelijk effectief is. Gods genade verandert een mens zodat zijn wil (die niet in staat was tot iets geestelijk goeds) gericht wordt op de wil van God. Genade maakt een mens gewillig om op Gods voorwaarden gered te worden. De bijbelse basis voor deze gedachte vinden we in Joh. 6:37-40, 44-45; Rom. 8:14; Gal. 1:15; 1 Pet. 2:9; 1 Pet 5:10.
•
De volharding der heiligen. Beter is om te spreken van de volharding van God met de heiligen. God zal zijn kinderen nooit laten vallen, maar hen zeker thuis brengen. Dit sluit menselijke verantwoordelijkheid niet uit: mensen zijn hierin actief, niet passief. Maar de sleutel is Gods bewaring, niet de activiteit van de mens. Zie hiervoor Rom. 5:10; 8:1; 8:27 e.v.; Filip. 1:6.
Eigenlijk gaat het in al deze punten om genade. Je kunt deze 5 punten dan als volgt weergeven: • • • • •
Absoluut noodzakelijke genade Soevereine genade Genade van de verzoening die God zelf doelgericht geeft Effectieve genade Genade die vasthoudt en een mens niet aan zichzelf overlaat
Deze visie vinden we in de geloofsbelijdenis van 1689 (die op deze punten gelijk is aan de Westminster Confessie). De particuliere verzoening Van alle bovengenoemde punten is de bepaalde of bijzondere verzoening wellicht het meest controversiële en gevoelige punt. Er zijn ook belangrijke punten van overeenstemming met mensen die hier anders over denken: • •
•
•
De waarde van het verzoeningswerk van Christus is eindeloos Ook niet gelovigen delen op een bepaalde manier in de waarde van het werk van Christus: zij horen het evangelie, God houdt mede daarom de wereld nog in stand, God herstelt ook de schepping, enz. Het is geen punt van discussie of allen behouden worden: er zijn ook mensen die verloren gaan. Alleen strikte universalisten geloven dat uiteindelijk allen behouden worden. De Bijbel geeft daar echter geen grond voor. We zijn het ook eens dat we het evangelie aan alle mensen moeten verkondigen: het aanbod van Gods genade wordt aan iedereen verkondigd zonder uitzondering.
Het werkelijke discussiepunt gaat over het ontwerp, de bedoeling van de verzoening. Calvinisten zeggen dat Christus stierf voor hen die behouden worden, die uitverkoren zijn op een manier waarin degenen die verloren gaan niet zullen delen. Wat zijn de argumenten hiervoor? Hierboven zijn al de bijbelse gegevens genoemd waarop deze visie is gebaseerd. We moeten nu ook de vraag onder ogen zien hoe het dan zit met teksten, die het tegendeel lijken te zeggen? •
• •
Teksten waarin het gaat over alle mensen of ‘allen’: deze teksten verwijzen vaak naar Gods aanbieden van het heil aan alle mensen. Of ook dat het heil bestemd is voor allerlei soorten van mensen. Er zijn teksten die lijken te zeggen dat mensen voor wie Christus is gestorven toch nog verloren gaan. Dit blijkt bij nauwkeurig lezen toch niet zo te zijn. Teksten die aangeven dat Christus voor de hele wereld is gestorven. De betekenis hiervan wordt vaak duidelijk in verband van de context. Bijvoorbeeld 1 Joh. 2:2.
Er zijn nog een aantal belangrijke argumenten: • Verlossing en verzoening zijn werkelijk voltooid en volbracht. Als er dan toch nog mensen verloren gaan, dan moet de verzoening wel bepaald zijn. • God straft de zonde geen twee keer wat het geval zou zijn als Christus effectief voor alle mensen zou zijn gestorven terwijl er dan toch nog mensen verloren gaan. Als dat vanwege hun ongeloof is en ongeloof is zonde, dan is Christus dus toch niet voor alle zonden van alle mensen gestorven. Hoe zit het dan met wat de Bijbel zegt over de liefde van God? God heeft toch alle mensen lief? We moeten het evangelie van de genade van God toch aan alle mensen brengen? Deze vragen zijn m.i. op heldere manier beantwoord door Don Carson in zijn boekje “De lastige leer van de liefde van God”.7 Hij zegt daarin het volgende: We moeten onderscheiden dat de Bijbel op (minstens) 5 verschillende manieren spreekt over de liefde van God: 1. De bijzondere liefde van de Vader voor de Zoon, en van de Zoon voor de Vader. We vinden dit in Joh. 3:35 en Joh. 5:20. 2. Gods voorzienige liefde voor alles wat Hij heeft gemaakt: zijn schepping. God zorgt voor zijn schepping. 3. Gods liefde tot en gericht zijn op de redding voor zijn gevallen wereld. Joh. 3:16 “Alzo lief had God de wereld….” Je kunt deze tekst niet verklaren door te zeggen dat het gaat om de wereld van de uitverkorenen. Het begrip wereld bij Johannes is de huidige morele orde van bewust verzet tegen God. Gods liefde in het zenden van Jezus moeten we bewonderen, niet omdat de wereld zo groot is, maar omdat de wereld zo slecht is; niet omdat die liefde uitgaat naar zoveel mensen maar naar zulke slechte mensen. In 1 Joh. 2:2 gaat het over de hele wereld waar groot en slecht dus samenkomen. We zien dit ook al in het Oude Testament: Ez. 33:11. 4. Gods bijzondere, effectieve en selectieve liefde voor zijn uitverkoren mensen. Al in het OT voor Israël en ook voor individuen: Deut. 7:7-8; 10:14-15 en Mal. 1:2-3. In het NT op diverse plaatsen – zie hierboven – en o.a. Ef. 5:25 5. Over Gods liefde voor zijn kinderen wordt soms gesproken op een voorlopige en voorwaardelijke manier – voorwaardelijk namelijk op grond van gehoorzaamheid. Zie 7
Carson, De lastige leer van de liefde van God (Medema)
bijvoorbeeld Judas v.21: “Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de heilige Geest.” Zie ook Joh. 15:9-10: “Blijft in zijn liefde. Indien gij mijn geboden bewaart, zult gij in mijn liefde blijven, gelijk Ik de geboden mijns Vaders bewaard heb en blijf in zijn liefde.” Dit maakt veel duidelijk en heeft ook een aantal implicaties: • Het is gemakkelijk om nu in te zien wat er gebeurt als een van deze manieren van spreken exclusief gemaakt wordt en wordt verabsoluteerd ten koste van de andere manieren van spreken over Gods liefde. • We moeten deze vormen van spreken ook niet van elkaar scheiden. We moeten dit spreken van Gods liefde bij elkaar houden. • Sommige clichématige uitspraken zijn alleen maar juist in een bepaalde context. De uitspraak “God heeft zondaren lief, maar haat de zonde” klopt wel in de zin dat God wil dat mensen zich bekeren. In ander opzicht klopt deze uitspraak echter niet, want er zijn diverse teksten bijvoorbeeld in de psalmen waar duidelijk staat dat God ook de mensen haat die het kwade doen en najagen. Dit onderscheid in de manieren waarop de Bijbel over de liefde van God spreekt, helpt ook bij het punt van de bijzondere of particuliere verzoening. Het gaat dan om de 3e en 4e manier van spreken over God liefde. Beiden zijn terechte manieren van spreken over Gods liefde. Op basis hiervan mogen we concluderen dat de verzoening en het werk van Christus voldoende is voor alle mensen, maar alleen effectief is voor de uitverkorenen. •
•
Christus stierf voor allen in de zin dat zijn werk voldoende is om alle mensen te behouden. Daarom spreekt de Bijbel ook over God die het behoud van alle mensen wil, beveelt en allen daartoe nodigt. Tegelijk moeten we zeggen dat Christus – naar de bedoeling van God – stierf alleen voor de uitverkoren mensen in overeenstemming met de wijze waarop de Bijbel spreekt over Gods liefde tot zijn uitverkoren kinderen.
Dit alles betekent ook dat we Gods soevereiniteit en de menselijke verantwoordelijkheid naast elkaar moeten laten staan. Carson noemt dit de leer van de compatibiliteit. Je kunt dit ook in de Bijbel zien, bijvoorbeeld in Gen. 50:19-20; Jes. 10:5 e.v. Een heel spreken voorbeeld vinden we in Hand. 13:46 en 48 waar beide elementen kort na elkaar in hetzelfde verband genoemd worden. In vers 46 lezen we: “……doch nu gij het verstoot en u het eeuwige leven niet waardig keurt…”, en in vers 48 “en allen, die bestemd waren ten eeuwige leven, kwamen tot geloof.” Beide uitspraken zijn waar. We kunnen beide elementen ook zien in Hand. 4:2329. Het is essentieel voor het christelijk geloof dat beiden waar zijn. Anders zou het kruis of alleen maar een ongeluk van de geschiedenis zijn, zonder betekenis, of er zou geen sprake zijn van menselijke zonde waarvoor het kruis als middel tot verzoening nodig was. Het is van wezenlijk belang om deze dingen niet tegen elkaar uit te spelen. Dit alles heeft heel veel pastorale gevolgen. Het is geweldig zegenrijk om verder te mediteren over Gods liefde: Ef. 3:14-21. We kunnen daarbij weer aan deze 5 punten denken, zoals een aantal voorbeelden duidelijk maken: • •
Het spreken van de Bijbel over de liefde van de Vader voor de Zoon en van de Zoon voor de Vader geeft zekerheid ten aanzien van ons behoud. Gods voorzienige liefde voor zijn schepping onderhoudt ons (zie ook Matt. 6).
•
• • •
We zijn schuldenaren aan het evangelie om daarvoor te leven en dit te verkondigen (2 Kor. 5:14-15). Dit heeft gevolgen voor de prediking. We mogen mensen dus van harte uitnodigen tot het heil en alle mensen Gods genade aanbieden. We zien dit heel mooi in Matt. 11. Jezus waarschuwt eerst de mensen van Kapernaum en Bathsaida, verwijst vervolgens naar de diepere bedoeling van God en gaat dan verder om mensen uit te nodigen om tot Hem te komen. Omdat dit gedeelte een geheel is mogen we ervan uitgaan dat ook mensen uit deze eerdergenoemde plaatsen hierbij aanwezig waren en alsnog weer opnieuw uitgenodigd werden! Dit betekent ook dat predikers mogen vertrouwen op Gods macht om mensen tot geloof te brengen. De praktijk bevestigt dit ook: grote evangelisten en zendelingen waren overtuigde calvinisten: Whitefield, Edwards, Carey, enz. Op deze wijze krijgt God alle eer voor de zegen die er is. Heel mooi is het citaat van de zendeling David Brainerd: “Ik heb nog nooit zo duidelijk gezien als nu dat het werk van God onafhankelijk is van middelen. Gods manier van werken onder de Indianen blijkt zo volledig bovennatuurlijk en onmiddellijk te zijn, dat ik nauwelijks kan geloven dat Hij mij als een instrument gebruikte, of dat wat ik sprak gebruikte als een middel om Zijn werk voort te zetten. Ik leek niets te doen, en inderdaad ook niets te doen te hebben, dan slechts stil te staan en de redding door God te zien voltrekken.” We mogen God liefhebben omdat Hij ons eerst liefhad. God blijft ons liefhebben met de liefde van een vader voor zijn kinderen. Hij vraagt gehoorzaamheid en tuchtigt ons als het nodig is. Dit alles betekent dat we God boven alles liefhebben.
3. Reformed Baptists hebben een visie op het verbond Dit is het cruciale punt als het gaat over de leer van de doop en het onderscheid met hen die de kinderdoop hanteren. Baptisten wordt vaak verweten dat ze het verbond niet meer aanvaarden. Niets is minder waar, omdat het verbond een bijbelse term is. Zie hiervoor het uitstekende essay van Stephen J. Wellum.8 Hier volgt dan ook slechts een korte samenvatting. Allereerst moeten we zeggen dat bijbelgetrouwe baptisten de Bijbel aanvaarden en erkennen als alleen gezaghebbend en voldoende in alle zaken van geloof en praktijk. Ze hebben het Sola Scriptura van de Reformatie hoog in hun vaandel staan. Zij geloven in de fundamentele eenheid van de Bijbel, van Oude en Nieuwe Testament. Zij aanvaarden ook dat God het behoud van zondaren bewerkt alleen door genade, alleen door het geloof. Zowel in de tijd van het OT als in de tijd van het NT worden mensen behouden uitsluitend op grond van het verzoenend werk van Christus waaraan zij deel krijgen door het geloof. God heeft één heilsplan tot redding van mensen. Christus is de centrale inhoud van de Bijbel en de sleutel tot de interpretatie van OT en NT. Theologen spreken vaak over Gods genadeverbond als een theologisch concept voor het overkoepelende heilsplan van God. Hoe belangrijk en waardevol dit concept ook is, het is een theologische term die niet mag leiden tot het verdoezelen van de heilshistorische ontwikkeling die de Bijbel ook laat zien. De openbaring van God aan de mensen kent een duidelijke ontwikkeling. Dat geldt vooral voor Gods plan tot verlossing. Het begrip verbond is daarbij heel belangrijk in de Bijbel. Het betekent in feite iemands laatste wil of testament. God gebruikt diverse verbonden om gaandeweg steeds meer duidelijk te maken over het ene 8
Wellum, S.J., ‘Baptism and the Relationship between the Covenants’ in Schreiner, T.R., Wright, S.D., (eds.), Believers Baptism, Sign of the New Covenant in Christ (Nashville: B&H Academic, 2006), p.97-161
verlossingsplan. Deze openbaring vindt zijn climax in de komst van Jezus Christus, de Zoon van God als mens op deze aarde. De tijd van het OT was de tijd van de belofte, waarin de Here gaandeweg meer openbaarde over de Messias, de komende Verlosser. God belooft mensen het behoud op grond van het werk van de komende Messias en Hij zal deze belofte ook vervullen. De tijd van het NT is echter de tijd van de vervulling van deze beloften: de beloofde Messias is gekomen: Jezus Christus de Zoon van God. Deze vervulling was ook al in het OT aangekondigd met de belofte van een nieuw verbond. De heilshistorische ontwikkeling leidt naar het hoogtepunt van het nieuwe verbond. De sleutelteksten zijn: Jer. 31:31-34 en Heb. 8:8-13 en 10:16,17. Het nieuwe verbond is anders van structuur en karakter dan de verbonden in het OT. Het nieuwe verbond omvat “allen” en het heeft een geestelijk karakter. Wat in deze teksten naar voren komt is dat degenen die bij dit verbond horen a) Gods wet in hun harten krijgen ingeschreven, b) God persoonlijk zullen kennen, en c) vergeving van zonden ontvangen. Dit geldt duidelijk voor alle ware gelovigen. Dit nieuwe verbond is onverbreekbaar en het wordt alleen met alle gelovigen opgericht, zoals blijkt uit de zegeningen van dit verbond. In het hele NT ligt daarom sterk de nadruk op het persoonlijk geloof, op dat wat in het hart leeft en wat in woord en daad openbaar komt. Het simpelweg naleven van regels en wetten zonder wezenlijke vernieuwing van het hart wordt door Jezus aan de kaak gesteld als onvoldoende. De bergrede en de rede tegen de Farizeeën zijn daarvan duidelijke voorbeelden. Jezus benadrukt dan ook het belang van wedergeboorte (Joh. 3). Joh. 1:12,13 geeft duidelijk aan dat natuurlijke geboorte niemand tot kind van God maakt. Alleen geboorte uit God bewerkstelligt dit. Ook Rom.9:2-4 in verband met Rom. 8:15-17 toont hetzelfde aan. Hierin komt ook het OT tot vervulling. In Gal. 3 (zie vooral vs. 7-9, 14, 26-29) toont Paulus aan dat alleen diegenen tot Abrahams zaad behoren, die van Christus zijn door een waar geloof. Zie ook Gal. 6:14-16 en Rom 4:13. In het OT is er al wel een ontwikkeling in deze richting omdat de profeten beginnen te spreken van een overblijfsel: het getrouwe deel binnen het nationale volk van Israël (Jer. 23:1-6, 31:7). Ook was in het OT natuurlijk al vroeg de nadruk gelegd op de noodzaak van de besnijdenis van het hart (Deut. 10:16. 30:6). Dit punt krijgt bij de profeten nog meer aandacht (Jer. 4:4, 9:26; Ezech. 44:7). Maar in het NT valt echter alle nadruk op het nieuwe verbond waarvan men alleen deel aan krijgt door wedergeboorte en persoonlijk geloof, dit op basis van Jer. 31:31-34 / Heb 8 en 10 en de vereisten die Jezus zelf geeft voor de toegang tot het Koninkrijk van God (Joh. 3:5,6 en Matt. 16:16-18). Gods heilsplan zal uitmonden in de voltooiing: de wederkomst van Christus en de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Het feit dat God één enkel heilsplan heeft onderscheid Reformed Baptists ook van het dispensationalisme. Dit bepaalt ook de eschatologie van de Reformed Baptists. Men laat elkaar daarin terecht de vrijheid. De meeste Reformed Baptists zijn amillennialistisch of pre-millennialistisch (maar dat laatste dan niet in de dispensationalistische variant). Sommige hangen ook een vorm van post-millennialisme aan. 4. Reformed Baptists zijn natuurlijk ook Baptisten Op grond van hun visie op de Schrift, Gods heilsplan, het verbond, enz. geloven baptisten dat:
• •
• •
De nieuwtestamentische gemeente bestaat uit wedergeboren christenen, uit mensen die kinderen van God zijn door geloof en bekering, Het Nieuwe Testament aangeeft dat alleen zij bij de gemeente horen, die persoonlijk het geloof in de Here Jezus Christus belijden en dit in hun leven laten zien door bekering. Dit is het resultaat van het werk van de Heilige Geest (wedergeboorte), Jezus na Zijn opstanding een duidelijke opdracht met betrekking tot de doop geeft in Matt. 28:19, Mensen die tot geloof en bekering komen en daarvan een geloofwaardige belijdenis afleggen (wij kunnen nooit in het hart kijken!) worden gedoopt volgens de opdracht van Christus.
De betekenis van de doop kunnen we als volgt samenvatten. Het is een teken en bevestiging van de eenheid van de gelovigen met Christus: ze zijn met Hem begraven en met Hem opgestaan. De doop onderstreept ook de vergeving van zonden. Uiteraard bewerkt de doop als ritueel dat niet zelf. We ontvangen vergeving en rechtvaardiging alleen door het geloof. De doop wijst ons ook op de gave van de Heilige Geest die gelovigen hebben ontvangen. Het zich laten dopen is ook een belijdenis van het evangelie van Jezus Christus. De doop geeft ook aan dat gelovigen nu deel uitmaken van het lichaam van Christus en dus ook van de gemeente. Het markeert ook het begin van het discipelschap, het volgen van Jezus. De doop verzegelt ook Gods beloften aan ons in Christus. We worden gedoopt in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. De doop onderstreept zo ook de zekerheid van ons behoud. Reformed Baptists hebben ook nog een aantal andere punten gemeen met andere baptisten. Zo is het avondmaal alleen voor gelovigen. Er is in het verleden (en soms nu nog) veel strijd geweest over de vraag of je pas aan het avondmaal mag deelnemen als je ook al gedoopt bent. Bunyan vond dat dit niet nodig was. Iemand als William Kiffin vond van wel. De meeste Reformed Baptists volgen hierin Kiffin. Soms wordt dit nog sterker gesteld: je mag alleen aan het avondmaal deelnemen als gedoopt lid van de plaatselijke gemeente (dit is de Strict Baptist opvatting). Baptisten wijzen iedere vorm van inmenging van de overheid in de kerk af. De lokale gemeente is volledig zelfstandig. Men werkt wel samen in associaties. Baptistengemeenten hebben oudsten en diakenen. Er is een pluraliteit van oudsten: met andere woorden ook een voorganger is een van de oudsten. 5. Reformed Baptists zijn puriteins Reformed Baptists streven godsvrucht na in alles wat zij doen. Ze staan daarmee in de traditie van de puriteinen, die ook streefden naar reformatie en godsvrucht in het kerkelijk en persoonlijk leven. Mensen die wedergeboren zijn en ook in de doop hebben beleden bij Christus te horen, zullen dit ook in hun leven willen laten zien. Dit houdt een aantal zaken in, zoals het benadrukken van de noodzaak van persoonlijke levensheiliging en het getuigen in woord en daad van het evangelie. Dit wordt ook in het gezin concreet gemaakt in de godsdienstige opvoeding. Vervolgens maakt men dit concreet in het leven in de gemeente. Dit brengt ons op wat in de Engelstalige literatuur bekend staat als het Regulative Principle (in tegenstelling tot het Normative Principle). Het Regulative Principle betekent dat men alleen dat doet in de eredienst wat God expliciet in de Bijbel heeft opgedragen. Het Normative Principle betekent dat men alleen dat doet wat in overeenstemming is met de Bijbel of
daaruit af te leiden is en niet wordt verboden. Reformed Baptists hangen meestal een vorm van het Regulative Principle aan. De visie van de doop van alleen gelovigen is in feite een directe toepassing van het Regulative Principle. Dit principe leidt ook tot een eredienst met als onderdelen: zang, gebed en prediking. Aanbidding is het kernpunt: aanbidding komt tot uiting in al deze elementen, ook, en juist in, prediking en het luisteren naar de verkondiging van het Woord van God. Het Regulative Principle heeft ook een risico in zich: het kan gemakkelijk gebruikt worden voor wettische doelen. Dit kan door er meer toepassingen uit te halen dan er in zitten, zoals het toepassen op het gebruik van muziekinstrumenten in de eredienst enz. Reformed Baptists zijn overtuigd van het primaire en wezenlijke belang van de prediking: Het is de dienst van het Woord die alle aspecten van het gemeente-zijn doortrekt. We vinden dit in Ef. 4:11-16: “En Hij heeft zowel apostelen als profeten gegeven, zowel evangelisten als herders en leraars, om de heiligen toe te rusten tot dienstbetoon, tot opbouw van het lichaam van Christus, totdat wij allen de eenheid des geloofs en der volle kennis van de Zoon Gods bereikt hebben, de mannelijke rijpheid, de maat van de wasdom der volheid van Christus. Dan zijn wij niet meer onmondig, op en neder, heen en weder geslingerd onder allerlei wind van leer, door het valse spel der mensen, in hun sluwheid, die tot dwaling verleidt, maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. En aan Hem ontleent het gehele lichaam als een welsluitend geheel en bijeengehouden door de dienst van al zijn geledingen naar de kracht, die elk lid op zijn wijze oefent, deze groei des lichaams, om zichzelf op te bouwen in de liefde.” De prediking houdt niet alleen uitleg in maar ook toepassing. In samenhang hiermee en gedreven door hun leer van de verlossing zoals hierboven geschetst, zijn Reformed Baptists dus sterk gemotiveerd voor evangelisatie en zending. Slotopmerkingen We kunnen dit alles als volgt samenvatten. Reformed Baptists zijn overtuigd aanhangers van de leer van de Reformatie in calvinistische zin, hebben wel degelijk een visie op het verbond, zijn natuurlijk ook baptist en streven dezelfde geestelijke leer en leven na als de puriteinen. Tegelijk streven Reformed Baptists ook een echt bijbels-katholiek karakter na in het contact met andere gelovigen en kerken. Het gaat uiteindelijk allemaal om Jezus Christus en het bijbelse evangelie van redding in Zijn Naam tot eer van God. Spurgeon zei over William Carey: “Ik bewonder Carey omdat hij een baptist was: hij had niets van de geveinsde liefdadigheid die sommigen ertoe kan brengen om hun geloof te verbergen uit vrees voor het aanstoot geven aan anderen; maar hij was tegelijk een man die allen liefhad die de Here Jezus Christus liefhadden.” Dit karakteriseert Reformed Baptists: radicaal, principieel en tegelijk echt katholiek. Dit is een belangrijke boodschap voor ons die nu proberen in Nederland het gedachtegoed van de Reformed Baptists ingang te doen vinden omdat we de waarde daarvan zijn gaan inzien. Het betekent allereerst dat we de Bijbel onderzoeken en deze theologie toetsen (Sola Scriptura). Vervolgens willen we deze boodschap ook uitdragen: niet alleen als theorie maar ook als praktijk in prediking, evangelisatie, zending, pastoraat, persoonlijke levensheiliging in het leven als gezin en gemeente. Verspreid het goede nieuws en laat het zien, niet met regels of een kritische, kille, starre antihouding, maar gedreven door de liefde van Christus, via de weg van liefdevolle overtuiging en met een katholieke houding tot eer van God.
Theologie van de Reformed Baptists: •
•
•
•
•
Beasley-Murray, G.R., Baptism in the New Testament (London: MacMillan, 1962) 424pp. Een wat ouder standaardwerk maar niet specifiek reformed baptist Kingdon, D., Children of Abraham: A Reformed Baptist View of Baptism, the Covenant, and Children (Haywards Heath: Carey Publications, 1973) Een invloedrijk boek dat deze zaken helder met elkaar in verband brengt; het boek is niet meer verkrijgbaar maar de auteur werkt aan een herziene versie Hulse, E., The Testimony of Baptism (Haywards Heath: Carey Publications, 1982) 136pp. Een eenvoudige inleiding op de leer van de doop van de reformed Baptists (niet meer verkrijgbaar) Malone, F., The Baptism of Disciples Alone, A Covenantal Argument for Credobaptism Versus Paedobaptism (Cape Coral: Founders Press, 2003) 284pp. Een theologische onderbouwing van de doop van gelovigen; de auteur is een van de leiders van de Founders beweging, die de Southern Baptists in Amerika weer naar hun wortels wil laten terugkeren Schreiner, T.R., and Wright, S.D., (eds.) Believers Baptism, Sign of the New Covenant in Christ (Nashville: B&H Academic, 2006) 364pp. Dit lijkt het nieuwe standaardwerk te worden over de theologie van de doop als gelovige. Het hoofdstuk van dr. Steve Wellum over “Baptism and the Relationship Between the Covenants” is vooral van belang voor het onderscheid met de gereformeerde theologie waarin de kinderdoop wordt geleerd.
Daarnaast zijn er natuurlijk heel veel boeken waarin de ‘doctrines of grace’ uitgelegd worden of de kern zijn van een systematische theologie. Te denken valt aan de systematische theologische werken van bekende ‘reformed’ theologen, die niet allemaal baptisten zijn of waren. Ik wil in dit verband wijzen op enkele ‘reformed baptist’ auteurs en hun werken: •
•
•
Boyce, J.P., Abstract of Systematic Theology (heruitgave Den Dulk Christian Foundation). De heruitgave van dit boek heeft een grote rol gespeeld in de ontwikkeling van de Founders groep binnen de Southern Baptists Grudem, W., Systematic Theology, An Introduction to Biblical Doctrine (Leicester: IVP, 1994) 1290pp. De auteur schrijft vanuit een reformatorisch-theologische visie, is baptist en verdedigt een gematigd charismatisch standpunt. Het werk van dr. Donald A. Carson moet in dit verband zeker ook worden genoemd.
De Second London Confession of 1689: de geloofsbelijdenis van de Reformed Baptists. Deze is vaker heruitgegeven en inmiddels ook in vele talen vertaald. De belangrijkste uitgaven zijn: •
•
Second London Confession of Faith, ‘A Confession of Faith…printed in The Year 1677’ (Facsimile edition), B&R Press, 369 Oxford Street, Auburn, Massachusetts 01501, USA De oorspronkelijke editie van 1677 (die in 1689 aanvaard werd) The Baptist Confession of Faith 1689 with Scripture Proofs; updated with Notes by Peter Masters (London: The Wakeman Trust, 1981)
•
•
De heruitgave van Peter Masters, voorganger van de Metropolitan Tabernacle (de gemeente waarvan Spurgeon ook voorganger was) A Faith to Confess – the Baptist Confession of Faith of 1689 – rewritten in modern English (Leeds: Carey Publications Trust, 1975) Een gemoderniseerde versie die door velen gebruikt wordt Waldron, S.E. A Modern Exposition of the 1689 Baptist Confession of Faith (Darlington: Evangelical Press, 1989 21995) 490pp. Een uitvoerige analyse en uitleg van de geloofsbelijdenis
Reformed Baptist Church Life •
• •
• •
Clarke, P., Garlington, D., Hulse, E., Kingdon, D., Payne, B., Our Baptist Heritage – Issues Facing Reformed Baptists Today (Pensacola: Chapel Library, 1993) 117pp. Een boekje met een aantal praktische opstellen. Een is van Erroll Hulse over de geschiedenis van de confessie van 1689 en het belang voor vandaag. Een ander belangrijk hoofdstuk is van David Kingdon die aantoont dat baptistengemeenten nooit isolationistisch waren maar met behoud van onafhankelijkheid samenwerkten. Davies, J.K., The Local Church A Living Body (CPD Wales, 2001) 271pp. Een handig boekje over de praktijk van het leven als baptistengemeente Poh Boon Sing, The Keys of the Kingdom, A Study on the Biblical Form of Church Government (Seri Kembangan: Good News Enterprise, 1995) 417pp. Een uitvoerige en degelijke studie van deze Maleisische Reformed Baptist over de ecclesiologie en de praktijk van reformed baptist gemeenten. Dever, M., 9 Marks of a Healthy Church (Wheaton: Crossway, 2004) 287pp. Een inmiddels heel invloedrijk boek ook buiten reformed baptist kringen Dever, M., and Alexander, P., The Deliberate Church – Building your Ministry on the Gospel (Wheaton: Crossway, 2005) 221pp. Zie ook hierboven over “9 marks”