Reformatorisch Dagblad Door Anca Boon Geplaatst: 6-02-2007
De kleine afmeting – ongeveer de grootte van een muntstuk van 10 eurocent– en het doorzichtige plastic zorgen ervoor dat de SpeechEasy in het oor nauwelijks zichtbaar is. (foto Medsy)
‘Papegaai’ in het oor GEHOORAPPARAATJE SPEECHEASY HELPT STOTTERAAR VLOEIEND TE SPREKEN
Toen ze intern solliciteerde op een functie waarbij ze regelmatig mensen telefonisch te woord zou moeten staan, werd ze afgewezen omdat ze stottert. „Als het nu was vanwege mijn opleiding... Maar hier kan ik niets aan doen en dat maakt onzeker.” Dankzij een klein apparaatje in haar oor kan Miranda van Ommen haar zinnen nu wel vloeiend uitspreken.
Ongeveer een op de honderd volwassen Nederlanders stottert. Onder jonge kinderen ligt dat aantal rond de 5 procent. Bij de meesten gaat het praten in de loop der jaren vanzelf vloeiender. Een derde van hen heeft echter stottertherapie nodig (zie kader ”Eindeloos oefenen”). Ondanks die behandeling blijven nog altijd zo’n 170.000 Nederlanders in meerdere of in mindere mate moeite houden met spreken. Daarbij hebben mannen er veel vaker last van dan vrouwen; 80 procent van de stotteraars is man.
Mensen die stotteren, ervaren dat vaak als een belemmering. Ze voelen zich onzeker doordat ze worden uitgelachen of gepest. Of doordat mensen hen niet uit laten praten of woorden, waar ze op blijven hangen, voorzeggen. Het voeren van een telefoongesprek, het aanspreken van een onbekende en het houden van een presentatie zijn bezigheden die veel spanning met zich mee brengen en het stotteren in stand houden.
De meesten willen dolgraag van deze handicap afkomen. Zo ook Miranda van Ommen (32). In de loop der jaren heeft ze verschillende therapieën geprobeerd: logopedie, Del Ferro, Hausdörfer en zo meer. Maar het stotteren bleef. Met SpeechEasy hoopt ze er eindelijk van af te komen.
Vloeiend Opvallend is dat mensen die stotteren vaak geen moeite hebben als ze samen met iemand eenzelfde tekst lezen of zingen. SpeechEasy maakt gebruik van dit zogenaamde echo-effect. Het antistottertoestel is een soort gehoorapparaatje dat iets vertraagd en verhoogd herhaalt wat iemand zegt. „Het is alsof er continu iemand met je meepraat. En als je met dat Mickey Mousestemmetje meespreekt, spreek je vloeiend”, legt Ivo Pans van Medsy uit. Medsy is de Nederlandse importeur en verkoper van SpeechEasy.
De Amerikaanse geluidsingenieur B. S. Lee ontdekte in 1950 eigenlijk bij toeval dat hij stotterend ging praten als hij een koptelefoon opzette waarin hij zijn eigen stem met een zekere vertraging terughoorde. Hij publiceerde zijn bevindingen, waarop een aantal spraaktherapeuten zich afvroeg of dit echo-effect tegenovergesteld zou werken bij stotterende mensen. Het bleek te kloppen: door dit principe konden ze gemakkelijker praten.
Veel stotteraars hebben met SpeechEasy opeens minder moeite met spreken. Stottertherapeut Coen Winkelman uit Baarn merkt op dat dit principe maar bij enkele vormen van stotteren werkt: bij blokkades is het effect minder dan bij herhalingen. „Bij bbblokkades maakt iemand geen geluid, maar bij veelvuldige her-her-herhalingen horen mensen zichzelf terug.”
Telefoon Het verschil is bij Van Ommen direct merkbaar. Bij het voorlezen van een korte tekst spreekt ze weliswaar wat langzaam, maar zonder haperen. Als ze vervolgens hetzelfde stukje leest zonder SpeechEasy in het oor, wordt het verschil pas echt duidelijk: in eerste instantie lijkt het vloeiend te gaan, totdat ze „uiteindddddelijk ggggoed” blijft hangen op een aantal klinkers. Maar alleen een stukje lezen is niet voldoende om te beoordelen of iemand baat heeft bij SpeechEasy, stelt Winkelman. „Er moet worden getest hoe het gaat als mensen korte zinnen nazeggen, een verhaal vertellen en een gesprek voeren.”
Voor Van Ommen is het spreken met een ’papegaai’ in het oor eerst duidelijk nog wat onwennig. „Het voelt heel apart. Ik moet even wennen, want het is een heel gek stemmetje.” Maar als ze eenmaal op gang is, gaat het steeds beter. Ze hoopt dat het hiermee op haar werk ook beter zal gaan. „Nu mag ik van de ene baas wel de telefoon beantwoorden, van de andere niet. Ik hoop dat me dat straks goed afgaat.”
Dat veel mensen het apparaatje dagelijks gebruiken, blijkt volgens verkoper Pans uit de vervangingscijfers. „De gemiddelde levensduur is zo’n drie tot vijf jaar. Onze Amerikaanse collega’s merken dat mensen graag een nieuw apparaatje aanschaffen als het oude versleten is.”
Zijn mensen met SpeechEasy dan in één klap van hun stotterprobleem af? Pans benadrukt dat het een hulpmiddel is, geen geneesmiddel. „Je kunt het vergelijken met het dragen van een bril. Als je die op hebt, kun je goed zien. Zet je hem af, dan zie je nog even slecht als voorheen. Zo stottert iemand die de SpeechEasy uit doet nog even erg als daarvoor.”
Daarom vindt Winkelman dat het gebruik van SpeechEasy niet op zichzelf mag staan, maar ingebed moet zijn in een stottertherapie, zodat mensen ook daadwerkelijk minder gaan stotteren.
De stottertherapeut ziet dan ook niets in het permanent gebruik van SpeechEasy. Hij wijst erop dat er bij mensen die het apparaatje continu gebruiken gewenning optreedt en dan werkt het niet meer zo goed. Hij pleit daarom voor selectief gebruik. „In stressvolle situaties, zoals een telefoongesprek, een spreekbeurt of een sollicitatiegesprek, kan het wel helpen om vloeiender te spreken.”
Ook Pans merkt op dat de echo-methode niet bij iedereen werkt. Van de tachtig apparaatjes die hij het afgelopen halfjaar verkocht, kreeg hij er één terug. „Die man kon niet aan het stemmetje in zijn oor wennen.”
Dat mensen met Speech-Easy minder stotteren en daardoor meer zelfvertrouwen krijgen, ziet Pans als een van de belangrijkste voordelen van de techniek. Als minpunt noemt Winkelman dat het een vrij eenzijdige aanpak van een complex probleem is. „Het werkt alleen op de spreektechnische kant van stotteren. De psychologische problematiek, zoals het gevoel van minderwaardigheid, wordt daarmee niet aangepakt.”
Zie ook: www.medsy.nl, www.stotteren.nl.
Eindeloos oefenen
„Stotteren is eigenlijk dat wat je doet om niet te stotteren”, zegt de Baarnse stottertherapeut Coen Winkelman. „Mensen ervaren een bepaalde spanning bij het spreken. Ze doen dan iets om niet te stotteren, maar daardoor gebeurt het juist wel.”
Kinderen kunnen het best zo vroeg mogelijk met therapie beginnen, stelt Winkelman. „Hoe eerder je erbij bent, hoe minder het stotteren zich kan ontwikkelen. Bij sommigen zit het in de genen, die zullen blijven stotteren. Maar met therapie kan je wel bereiken dat het zich minder ernstig ontwikkelt.”
Al vanaf drie jaar kan een logopedist of stottertherapeut beoordelen of het nodig is om aan de spraak te werken. „Tijdens de jonge jaren stottert zo’n 20 tot 40 procent van de kinderen. Uiteindelijk blijft naar schatting 1 procent er last van houden. Het probleem is dat niet op het voorhoofd van het kindje staat geschreven of het tot die 40 procent of tot die 1 procent behoort”, zegt Winkelman. „Zo kan het zijn dat de taalontwikkeling van een kind sneller gaat dan de spraakontwikkeling.” Het bedenkt de zinnen in zo’n geval sneller dan dat het die uit kan spreken en struikelt als het ware over de woorden. „Deze vorm van stotteren gaat na verloop van tijd vanzelf over.”
Winkelman raadt ouders van kinderen die niet helemaal vloeiend spreken aan om aan de hand van de Screeninglijst Stotteren (SLS, www.stotteren.nl) na te gaan of hun kind gevaar loopt om te blijven stotteren. „Bij twijfel zou ik zeggen: Ga toch maar naar een logopedist. Die kan een goede inschatting maken of het kind therapie nodig heeft of niet.”
En met een therapeut bedoelt Winkelman dan een logopedist die gespecialiseerd is in stotteren. Met allerlei nietreguliere instituten, zoals Del Ferro of Hausdörfer, heeft hij niet zo veel op. „Del Ferro vind ik vreselijk. De meest
gefrustreerde patiënten die wij zien, komen daar vandaan. Ik denk dat een klein percentage er baat bij heeft, terwijl de meesten er een groter minderwaardigheidsgevoel aan overhouden.”
Dat de zorgverzekeraars behandeling door de niet-reguliere instanties vergoeden, zegt volgens Winkelman nog niets over de kwaliteit van de zorg. „Het gaat om commerciële motieven: wat de klant vraagt, vergoedt de verzekering. Daarbij worden echter geen inhoudelijke criteria gehanteerd.”
Belangrijk is dat een logopedist niet alleen oog heeft voor de technische kant van het spreken, maar ook voor de psychische factoren die het stotteren veroorzaken, verergeren en in stand houden. Daarom werkt hij er eerst aan dat mensen de angst om te stotteren kwijtraken. „Doordat de omgeving afwijkend reageert op het stotteren en sommigen hoge eisen aan zichzelf stellen, wordt het spreken vaak beladen. Ze durven steeds minder te zeggen. Pas als mensen minder stotterangst hebben, zijn ze rijp voor technieken waarmee ze vloeiender leren spreken.”
Binnen zo’n speektechnische training is de SpeechEasy goed bruikbaar, denkt de stottertherapeut. „Het kan iemand helpen om controle te krijgen over heftige stotters. Maar het gebruik moet ondersteunend zijn aan de training.”
Uiteindelijk gaat het er vooral om dat stotteraars door oefening een andere manier van spreken aanleren. Winkelman: „Het stotteren gaat namelijk spontaan, terwijl een spraaktechniek onnatuurlijk aanvoelt. Het gaat erom dat iemand net zo lang oefent tot hij of zij die nieuwe manier van spreken als spontaan ervaart.” En dat gaat niet vanzelf. „Vergelijk het met musici en sporters: die moeten ook eindeloos oefenen.”
Kopje koffie
Wie het antistotterapparaatje SpeechEasy wil proberen, kan dat -met reden- alleen via de internetsite www.medsy.nl aanvragen. „Voor telefoneren moeten stotteraars vaak een grote drempel over. We zijn daarom alleen via e-mail bereikbaar”, zegt Ivo Pans van Medsy. Voor het maken van een afspraak benadert hij de mensen vervolgens wel telefonisch.
Tijdens de proefsessie bij Eyes and More in Breda kunnen potentiële klanten het apparaatje -in een achter-hetooruitvoering- proberen. Zo mogen ze onder andere een halfuurtje de stad in om te ervaren hoe het gaat op een rumoerige markt, met mobiel bellen of koffie bestellen. Zo kunnen ze vaststellen of het spreken met SpeechEasy bevalt.
Besluit de klant tot aanschaf, dan wordt een oorafdruk gemaakt om een apparaatje te vormen dat in de gehoorgang past. Pans: „Meestal kiezen we daarvoor het oor waarmee die persoon niet telefoneert, zodat hij de ander normaal hoort, maar zichzelf anders hoort.” De kleine afmeting -ongeveer de grootte van een muntstuk van 10 eurocent- en het doorzichtige plastic zorgen ervoor dat de SpeachEasy nauwelijks zichtbaar is.
Na het maken van de afdruk -waarbij de klant een voorschot van 250 euro betaalt- duurt het ongeveer drie weken voordat het toestel klaar is. Daarna heeft de klant dertig dagen de tijd om het uitvoerig te proberen, bij te laten stellen en eventueel terug te geven als het echt niet bevalt.
In totaal komt het kostenplaatje voor de SpeechEasy op 4000 euro. Het bedrag komt vaak volledig voor eigen rekening. Op dit moment vergoedt alleen zorgverzekeraar Menzis een deel van de kosten: maximaal 2100 euro over een periode van drie jaar.
Is het stotteren deze investering waard? Pans denkt van wel, want de sociale gevolgen zijn vaak groot. „De meesten hebben al van alles geprobeerd, zonder dat het voldoende werkte. Op een gegeven moment hebben ze dan een hulpmiddel nodig. Pas was hier een vrouw van 31. Die barstte in tranen uit, omdat ze met het apparaatje voor het eerst in haar leven vloeiend kon praten.”